Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Rechtsstaat en democratie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Rechtsstaat en democratie"

Transcriptie

1 Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Rechtsstaat en democratie Samenvatting door Stefan 5028 woorden 14 maart keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Groeiende vrijheid (middeleeuwen 18 e eeuw) Tijd van monniken en ridders: weinig steden, koningen afhankelijk van hoge edelen (voor bestuur gebied en leveren militairen) Tijd van steden en staten: vorsten stellen betaalde ambtenaren aan en nemen militairen in dienst à vorsten onafhankelijk van adel + bestuur meer als eenheid en vanuit 1 hoofdstad (= staatsvorming en centralisatie) Bestuur werd betaald met geld van de stedelijke burgerij tegen zelfbestuur, zelf recht spreken en andere stadsrechten. Afspraken in Staten-Generaal (parlement). Vorsten: Filips de Goede Karel de Stoute Maria van Bourgondië Maximiliaan van Oostenrijk Karel V Filips II Middeleeuwen: 17 zelfstandige gewesten (verstedelijkt + geregeerd door graaf, hertog of bisschop) 1428: Filips de Goede (hertog van Bourgondië = België, Nederland, Luxemburg en delen van Drankrijk) krijgt de meeste Nederlandse gewesten in handen. Gewesten bestuurd door Staten (vergadering van vertegenwoordigers van de drie standen in een gewest) 1464: Filips de Goede roept voor het eerst Staten-Generaal bijeen Bourgondische vorsten proberen wetten en regels door te voeren voor alle gewesten. 16 e eeuw: Habsburgse vorst Karel V (koning van Spanje, keizer van Duitsland en heer van de Nederlanden) gaat door met centralisatie 1521: Luther in de ban 1531: instelling Raad van State (adviesorgaan voor alle belangrijke zaken in de Nederlanden) = 1 van de Collaterale Pagina 1 van 15

2 Raden die als doel hadden om te centraliseren 1542: instelling inquisitie (tegen iedereen die afwijkt van de katholieke leer) 1550: instelling Bloedplakkaten (vervolging ketters) 1555: vrede van Augsburg (Duitse vorsten mogen zelf kiezen welke godsdienst hun onderdanen moeten aanhangen) 1555: Filips II aan de macht: rechten steden en gewesten inperken men wil juist middeleeuwse privileges behouden godsdienstdwang (katholiek) verzet vanaf calvinisten houden hagenpreken à Alva treedt op tegen calvinisten oorzaken voor de Opstand : Concilie van Trente (3 kerkvergaderingen met katholieken en hervormers om tot overeenstemming te komen) katholieke kerk veroordeelt gierige, corrupte priesters katholieke kerk verbiedt aflatenhandel katholieke kerk verwerpt Lutherse idee van Sola Scriptura (= alleen door de schrift) alleen de katholieke kerk kan de bijbel uitleggen kloof tussen protestanten en katholieken wordt groter 1566: Smeekschrift der Edelen (eisen van edelen aan Margaretha van Parma om de kettervervolging te verminderen) + Beeldenstorm 1567: Raad van Beroerten / Bloedraad (voor het berechten van opstandelingen en deelnemers aan de beeldenstorm, door Alva) 1568: uitbreken Opstand / Tachtigjarige Oorlog (harde ingrijpen van Alva is de oorzaak)(tot 1648) o.l.v. Willem van Oranje (benoemd door Filips II als stadhouder in Holland, Zeeland en Utrecht) 1572: opstandelingen veroveren Holland en Zeeland 1576: Pacificatie van Gent (alle gewesten willen de hertog van Alva verdrijven omdat Spaanse soldaten gingen plunderen, want ze werden niet meer betaald door financiële problemen bij Filips door andere oorlogen) 1579: Unie van Atrecht (zuidelijke gewesten steunen Filips II) + Unie van Utrecht (noordelijke gewesten keren zich tegen Filips II) 1580: Willem van Oranje vogelvrijverklaard door Filips II 1581: Plakkaat van Verlatinge (noordelijke gewesten zweren Filips II af als vorst, want de vorst moest onderdanen beschermen en anders is hij een tiran en heeft men het recht hem af te zetten) (men wil een koninkrijk met Willem van Oranje als koning) 1584: Willem van Oranje vermoord à geen andere geschikte koning beschikbaar 1588: oprichting onafhankelijke Republiek der Verenigde Nederlanden met stadhouder Maurits (hij wordt een soort van dictator, laat Johan van Oldenbarnevelt onthoofden in 1618). De stadhouder is de leider van leger en vloot. 1648: Vrede van Münster Pagina 2 van 15

3 Gebieden die tussen 1588 en 1648 werden veroverd door de Republiek werden de generaliteitslanden genoemd. Dit waren Brabant en Limburg. Zij werkten eerst samen met Filips II in de Unie van Atrecht, maar werden nu aangestuurd door de Staten-Generaal. De zuidelijke Nederlanden behoorden tot Oostenrijkse tak van het huis Habsburg van 1713 tot 1795 en werden de Oostenrijkse Nederlanden genoemd. Republiek: veel welvaart in 17 e eeuw 7 grotendeels zelfstandige gewesten steden en gewesten behouden middeleeuwse rechten (soevereiniteit, eigen rechtsspraak, privileges adel) burgers hebben geen invloed (ook niet via gilden of schutterij) bestuur door regenten uit vooraanstaande families Staten-Generaal: gemeenschappelijke zaken als defensie en buitenlandse politiek (veel overleg en compromissen) stadhouder = niet de vervanger van de koning, maar hoogste dienaar van de gewesten (opperbevelhebber) gewetensvrijheid (onderdanen mogen eigen geloof of overtuiging hebben) maar alleen leden van calvinistische kerk mochten overheidsambten bekleden de katholieke kerk was verboden boeken drukken vrije boeren geestelijke stand afgeschaft, adel alleen in oosten veel macht rijke stedelijke burgerij overheerst in Holland Situatie in andere landen: Absolutisme tot 1789 Lodewijk XIV in Frankrijk Spanje In Engeland Magna Carta vanaf 1215 à beperkte macht koning, daarna: Engelse koningen willen absolutisme, maar verliezen machtsstrijd met parlement à Engelse parlement stelt stadhouder Willem III aan als koning in 1688 (respecteert rechten parlement) à constitutionele monarchie (koninkrijk met grondwet) De democratische revolutie ( ) Middeleeuwen: God grijpt voortdurend in het leven, geeft de ene mens een hogere plaats dan de andere 18 e eeuw: verlichting: God bemoeit zich niet overal mee mensen zijn zelf verantwoordelijk voor geluk of ongeluk mensen van nature vrij en gelijk rationeel optimisme (de maatschappij kan door redelijkheid verbeterd worden) verlicht absolutisme (Pruisen, Oostenrijk en Rusland) = niet door het volk, maar voor het volk (absolute macht gebruiken om volk te ontwikkelen en gelukkig te maken) kritiek op ancien régime (oude orde waarin vorsten en niet-gekozen regenten de macht hadden en adel en geestelijkheid privileges had) oorzaak voor de democratische revoluties Democratische revoluties: volkssoevereiniteit (hoogste macht niet afkomstig van God, maar van het volk) burgers moeten zelf regering kiezen en zelfde vrijheden en rechten hebben grondwet (hierin staat hoe het land wordt geregeerd en welke rechten en plichten burgers hebben) en grondrechten 1776: Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring 1789: Franse Revolutie à verspreiding over Europa 1799: Napoleon stelt dictatuur in (maar draait niet alles terug) Pagina 3 van 15

4 Vanaf 1760 verlichting populair in Nederland: tijdschriften, leesgezelschappen, koffiehuizen John Locke: regering niet gebaseerd op Gods wil, maar op een sociaal contract met de samenleving natuurlijke rechten: recht op leven, vrijheid en bezit à beschermd door regering (anders regering afzetten) Charles Montesquieu: machtenscheiding: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht (anders onderdrukking, machten houden elkaar in evenwicht) Jean-Jacques Rousseau: democraat mensen sluiten een contract, waarbij de macht wordt overgedragen aan een gekozen volksvergadering à algemene wil uitvoeren tot 1780 amper gelezen in Nederland, belangrijkste boek verboden Na 1780 democratische opvattingen populair in Nederland. Daarvoor was volkssoevereiniteit een idee, maar overal waren regenten en vorsten aan de macht die daar niets van wilden weten. Amerikanen hadden bewezen dat volkssoevereiniteit ook in de praktijk kon werken. Vernedering in oorlog tegen Groot-Brittannië (vanaf 1780 omdat Nederlandse handelaren de Amerikaanse opstandelingen steunden) Britten verhinderen Nederlandse handelaren de zee op te gaan à armoede en achteruitgang à het moet anders 1781: pamflet Aan het volk van Nederland (Joan Derk van der Capellen tot den Pol) tegen stadhouder en Oranjegezinde regenten (prinsgezinden) Republiek in verval door machtsmisbruik Oranjes stadhouder Willem V is een tiran (zijn macht lijkt op die van een koning) Willem V verantwoordelijk voor neergang Republiek volk moet zich bewapenen en in verzet komen à eigen regeerders kiezen (iedereen vrij, niemand over anderen heersen, elkaar gelukkig maken) aanleiding tot democratische burgerbeweging: Patriotten vormen vrijkorpsen (groepen vrijwillige soldaten) à volksinvloed eisen tegen stadhouder Willem V steun van anti-orangistische regenten (staatsgezinden) gelijkheid, vrijheid, broederschap bestuurders moeten gekozen worden half Nederland veroverd na paar jaar (1786: Utrecht) 1786: Willem V van Den Haag naar Nijmegen, zijn vrouw Wilhelmina wil terugkeren maar wordt tegengehouden à broer = koning van Pruisen stuurt troepen à macht terug bij stadhouder en regenten à patriotten vluchten naar Frankrijk 1795: Bataafse Revolutie (gevluchte patriotten keren terug met het Franse leger) stadhouder vlucht naar Engeland vrijheidsbomen uitroepen Bataafse Republiek (nakomelingen Bataven: oer-nederlanders en - democraten) mensenrechten gelijkheid voor de wet, geen voorrechten meer godsdienstvrijheid, geen voorrechten gereformeerde kerk meer 1796: Nationale Vergadering gekozen, gaat grondwet opstellen, maar veel onenigheid (gewesten en steden zelfstandig, eenheidsstaat?) 1798: groepje parlementariërs pleegt m.b.v. Franse troepen een staatsgreep à nieuwe grondwet rechtsstaat (rechten en plichten van burgers en overheid vastgelegd in wetten) eenheidsstaat (geen zelfstandige macht steden en gewesten meer) Pagina 4 van 15

5 algemeen mannenkiesrecht hoogste macht voor volksvertegenwoordiging (vormt regering) ambtenarenapparaat (agentschappen = ministeries) 1801: Napoleon à einde democratie, macht parlement beperkt, censuskiesrecht (vanaf bepaalde hoogste belastingen) 1805: einde censuskiesrecht dictator Rutger Jan Schimmelpenninck 1806: Bataafse Republiek afgeschaft à Koninkrijk Holland (koning Lodewijk Napoleon) 1810: Nederland ingelijfd bij Frankrijk 1813: Nederland door Britse en Russische troepen bevrijd Republiek keert niet terug, maar eenheidsstaat blijft bestaan. Vanaf 1795 sterk nationaal gevoel door: maatregelen om van Nederland een eenheid te maken nationaal belastingstelsel i.p.v. lokaal taal en onderwijs landelijk regelen nationale munt dankzij Lodewijk Napoleon invoer metrieke stelsel (maten en gewichten) invoer militaire dienstplicht Franse burgerlijk wetboek en wetboek van strafrecht i.p.v. plaatselijk recht burgerlijke stand en burgerlijk huwelijk ingevoerd Dus Nederland is in 1813 meer een eenheid dan in Nederland onder Willem I en II ( ) Na Napoleons nederlaag komt het Congres van Wenen ( ): afspraken over nieuwe orde in Europa voorkomen dat Frankrijk opnieuw vrede kon bedreigen à omringen door sterke staten Pruisen krijgt gebieden aan de Rijn Noordelijke en Zuidelijk Nederlanden samengevoegd tot Koninkrijk der Nederlanden deels herstel ancien régime vroegere machthebbers weer op troon adel en kerk meer invloed dan burgerij vrijheid en burgerrechten van democratische revoluties genegeerd politiek-maatschappelijke stromingen willen macht van koning, kerk en adel beperken en meer vrijheid en invloed voor bevolking : democratisering in Europa toenemende invloed volksvertegenwoordiging uitbreiding kiesrecht vergroting burgerrechten en burgerlijke vrijheden 1806: gevluchte stadhouder Willem V overlijdt 1813: zoon Willem Frederik keert terug in Nederland à koning Willem I (soevereiniteit) constitutionele monarchie 1814/1815: nieuwe grondwet Nederland blijft eenheidsstaat Staten-Generaal moet tegenwicht bieden aan de koning, maar de Staten-Generaal had bijna niets te vertellen Pagina 5 van 15

6 de koning kon zelf ministers benoemen en ontslaan de koning kon zelf beslissen over koloniën, defensie, buitenlandse politiek en financiële beleid de Staten-Generaal was geen echte volksvertegenwoordiging, want leden Eerste Kamer benoemd uit den aanzienlijksten in den lande leden Tweede Kamer aangewezen door Provinciale Staten (vertegenwoordigers adel, platteland en steden (in steden hadden aanzienlijkste families het voor het zeggen, platteland bestuurd door adel)) Nederland accepteert gezag Willem I, want de democratie had teleurgesteld: geen herstel welvaart, maar verarming en oorlog. Nu was er rust en vrede en ging het beter met de economie. Maar in België was er onvrede: weinig sympathie voor Hollandse koning geen binding tussen Belgen en Nederlanders sterke burgerij was tegen autoritaire bewind van Willem I à liberalen die de macht van de koning willen beperken en de vrijheid en invloed van het volk vergroten katholieken verzetten zich tegen koning 1830: opstand à afscheiding België à koninkrijk België Vanaf 1840 komt het liberalisme pas op in Nederland met Johan Rudolf Thorbecke: Nederland dreigt verder achterop te raken passiviteit en gemakzucht bij burgers doordat koning alles regelde, ze spannen zich niet in à burgers moeten rechtstreekse invloed krijgen in het bestuur burgers kiezen Tweede Kamer regering moet aan Tweede Kamer verantwoording afleggen (controle) ministers geen dienaren koning, maar steun vinden in parlement rationele en heldere discussies bij benoemingen in het bestuur zijn afkomst en connecties belangrijker dan capaciteiten, terwijl mannen met capaciteiten ruim baan moesten krijgen burgers moeten meebeslissen burgers moeten hun overtuigingen kunnen volgen en belangen nastreven Roept veel weerstand op, want koning en regering willen bestaande situatie behouden: conservatief: koning, edelen en regenten zijn het meest geschikt om de macht uit te oefenen dit soort ideeën hadden tot de Franse Revolutie en dus tot chaos geleid Thorbecke heeft geen vertrouwen in het gewone volk. Het volk had ook geen begrip voor zijn ideeën. 1844: Thorbecke lid van Tweede Kamer, maar weinig steun : honger in Europa door aardappelziekte en tegenvallende graanoogsten, epidemieën, strenge winters 1848: volksopstand in Frankrijk à koning vlucht à Frankrijk wordt een republiek In meer steden breken opstanden en rellen uit, ook in Amsterdam en Den Haag. à koning Willem II wil vorkomen dat hij ook moet vluchten à wil afstand doen van een deel van zijn macht à stelt Thorbecke aan om een grondwet te maken (Willem II doet alsof hij dit zelf wil, maar doet het eigenlijk uit paniek) 1848: liberale grondwet van Thorbecke: politieke grondrechten Tweede Kamer direct gekozen door burgers Eerste Kamer gekozen door leden Provinciale Staten (maar weinig invloed) ministers zijn verantwoording schuldig aan Tweede Kamer (niet aan de koning) koning werd onschendbaar (ministers worden aangesproken als hij iets fout doet en hierdoor gaan ze de koning goed in de gaten houden) Tweede Kamer krijgt recht van enquête (onderzoek doen) en amendement (wetten aanpassen) parlement gaat rijksbegroting van de regering goedkeuren vrijheidsrechten voor burgers: godsdienst, meningsuiting, drukpers, vereniging, vergadering parlementair stelsel (hoogste macht bij volksvertegenwoordiging), maar geen democratie, want er is censuskiesrecht (stemmen Pagina 6 van 15

7 vanaf bepaald bedrag belasting) alleen zelfstandige mannen die rationeel (verlicht) kunnen oordelen mogen stemmen mensen die niet kunnen lezen zijn niet geschikt zich met politiek te bemoeien conservatieven niet blij en koning krijgt spijt, wil erop terugkomen, maar sterft in De liberalen 19 e eeuw: industriële revolutie (vooral na 1850) veel mensen in de stad, werken in industrie of dienstensector burgerij wordt groter en welvarender à eist meer politieke invloed à democratisering liberalisme overheerst armoede in de arbeidersklasse, geen sociale zekerheid à discussies over de sociale kwestie tot 1879: geen politieke partijen kandidaten vooruitgeschoven door lokale kiesverenigingen met deftige heren censuskiesrecht en districtenstelsel (land verdeeld in districten, elk district kiest een paar Kamerleden) à kiezers kennen kandidaten vaak persoonlijk politici moeten geen groepsbelang, maar het algemeen belang dienen (wat is het beste voor het land?) geen beloftes doen aan kiezers geen geheime afspraken met andere politici beschaafd debatteren, geen stemverheffing De strijd ging tot 1870 tussen de conservatieven en de liberalen. Conservatieven: veel invloed voor koning en traditionele elite Liberalen: tussen 1860 en 1901 bijna altijd de meerderheid à 9 liberale kabinetten met 2 keer Thorbecke als minister-president vrijheid van het individu maatschappij ontwikkelt zich als iedereen zijn gang kan gaan eigen bezit weinig staatsbemoeienis, wetten en regels overheid moet voor goede infrastructuur en goed onderwijs zorgen vanaf 1860: modernisering (kanalen, bruggen, spoorwegen, openbaar onderwijs uitbreiden en verbeteren) overheid hoeft armoede niet te bestrijden mensen moeten voor zichzelf zorgen mensen worden lui en onzelfstandig als de overheid ze helpt Sociale kwestie: neemt in 1880 toe sociale problemen en onrust werkloze landarbeiders trekken naar steden arbeiderswijken met slechte huizen stakingen, opstootjes, geweld (Palingoproer) à parlementaire enquête naar toestand in fabrieken en werkplaatsen à schokkend beeld Dit leidt tot verdeeldheid onder de liberalen rechts(conservatief)-liberalen: vasthouden aan staatsonthouding links-liberalen: overheid moet mensen helpen die buiten hun schuld om in de problemen zijn geraakt jaren 1890: links-liberalen krijgen de overhand à sociale wetten (ongevallenwet) Ook ontstaan liberale politieke partijen: Pagina 7 van 15

8 1885: Liberale Unie wil alle liberalen verenigen: rechts-liberalen weigeren zich aan te sluiten 1901: links-liberalen vormen de Vrijzinnig-Democratische Bond door verdeeldheid raken liberalen in 1901 hun meerderheid kwijt 2.2 De confessionelen Rond 1870: ontstaan emancipatiebeweging van christenen (voelen zich achtergesteld door verlichte elite, want politiek was een zaak van de adel en verlichte burgerij) à confessionalisme (politiek-maatschappelijke stroming die uitgaat van een geloof) Er ontstaat een protestante en katholieke stroming. Protestantse stroming: antirevolutionair (tegen de Franse revolutie die voortkwam uit de verlichting) grondlegger Guillaume Groen van Prinsterer tegen verlichting, want mens stelde zich boven God overheid moet zich onderwerpen aan Gods wil (uit de Bijbel) 1849: Groen komt in Tweede Kamer (maar is alleen) opvolger Kuyper gaat een massabeweging vormen, door de schoolstrijd Schoolstrijd: vanaf 1848 vrijheid van onderwijs (protestantse en katholieke scholen) maar overheid betaalt alleen openbaar onderwijs liberalen zien onderwijs als middel om maatschappij vooruit te helpen liberalen willen kinderen opvoeden tot verlichte, zelfstandige burgers liberaal Kappeyne van de Coppello maakt nieuwe wet: meer geld naar openbaar onderwijs (kinderen moeten moderne levensbeschouwing en nieuwe wetenschappelijke inzichten als de evolutieleer leren) à volgens Kuyper maken liberalen de kinderen ongelovig à campagne tegen nieuwe wet, eist dat ook bijzonder onderwijs geld krijgt à eerste politieke massabeweging (veel handtekeningen) De schoolwet komt er toch, maar Kuyper had gezien dat hij de massa in beweging kon krijgen, ook had hij partijen in Amerika gezien à 1879: oprichting ARP (Anti-Revolutionaire Partij) vroeger waren Kamerleden zelfstandig, maar leden van de ARP moeten partijprogramma volgen en zich onderwerpen aan partijleider discipline, eensgezindheid en kracht richten op kleine luyden (winkeliers, middenstand) die niet mochten stemmen à 1888: mensen met lagere inkomens mogen stemmen à ARP wint flink (na liberalen de grootste) Katholieke stroming: eerst vijandig tegenover protestanten en steun aan liberalen 1865: paus noemt liberalisme goddeloze dwaling, liberalen vallen katholicisme aan als achterlijk bijgeloof, geen samenwerking meer schoolstrijd à katholieken aan de kant van protestanten leider priester Herman Schaepman Schaepman wil gewone gelovigen bij politiek betrekken, andere katholieken alleen hoge heren 1890: Schaepman krijgt steun van paus en bisschoppen, want katholieken trekken van platteland naar steden à dwalen af van geloof à er moeten katholieke organisaties komen voor arbeiders en gewone mensen Schaepman werkt samen met Kuyper 1901: liberalen verdeeld, confessionelen werken nauw samen à confessionelen winnen, vormen samen een kabinet Kuyper werd minister-president protestanten zijn het niet eens met samenwerking à oprichting CHU (Christelijk-Historische Unie) in 1908 die vond dat Nederland een protestantse natie moest zijn vanwege zijn verleden 1926: RKSP (Rooms-Katholieke Staatspartij) 1945: KVP (Katholieke Volkspartij) Eerst werd in de politiek beschaafd gedebatteerd door welgestelde burgers en verstandige parlementariërs, maar dat verandert steeds meer. Het wordt een zaak van de massa, hoge verwachtingen, emotie en felle strijd. Pagina 8 van 15

9 2.3 De socialisten Vanaf 1870: socialisme wordt populair (was al begin 19 e eeuw ontstaan) Karl Marx: kapitalisme met een revolutie omverwerpen tegen 5 KA s: kroeg, kerk, kanon, kapitaal, koning geld eerlijk verdelen, dus verschil arm & rijk nivelleren (i.t.t. communisme dat geen geld meer wil, maar werken naar behoefte en geen winst maken) rond 1900: arbeiders beginnen ook te profiteren van groeiende welvaart à sociaaldemocratie (gematigd socialisme, parlementaire democratie aanvaarden en in de politiek werken aan verbeteringen, kapitalisme beperken) 1881: oprichting SDB (Sociaal-Democratische Bond) leider Ferdinand Domela Nieuwenhuis voormalig dominee socialisme als nieuw geloof wordt gezien als Jezus, verlosser propagandatochten (Groningse en Friese platteland, ook in Amsterdam veel aanhang) stakingen, rellen, vechtpartijen, geweld marxisme: kapitalisme met een revolutie omverwerpen weekblad Recht voor Allen à misstanden aan de kaak stellen 1886: Nieuwenhuis in de gevangenis door de spot te drijven met het Oranjehuis 1888: Nieuwenhuis gekozen in Tweede Kamer à ongelukkig en machteloos 1893: SDB wil nooit meer mee doen met verkiezingen à Nieuwenhuis wordt anarchist (geweld, harde actie) 1894: oprichting SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiderspartij) leden die weg gingen bij de SDB socialistische revolutie in de verre toekomst lot arbeiders via parlementair werk verbeteren op korte termijn (kiesrechtuitbreiding, sociale wetgeving) arbeiders, kunstenaars intellectuelen leider Troelstra (publiek bespelen net als Kuyper en Nieuwenhuis) veel samenwerking met liberalen Troelstra komt uit burgerlijk milieu (maar bewonderde arbeiders die tegen hun lot in opstand kwamen) 1897: SDAP haalt 2 zetels met liberale steun Troelstra steunt vaak het liberale kabinet 1900: landelijk dagblad Het Volk samenwerking met snel groeiende vakbonden 1911: actie voor algemeen kiesrecht: handtekeningen, demonstraties op Prinsjesdag (waardoor het deels werd afgelast) 1913: SDAP gaat van 7 naar 18 zetels (grootste overwinning uit geschiedenis) 1918: Vergissing van Troelstra: Russische revolutie in 1917, opstanden in Duitsland, ook in Nederland onrust à Troelstra wil socialistische revolutie à eist dat kabinet macht overdraagt aan arbeiders à juist demonstraties voor regering en koningin à wantrouwen à tot 1939 buiten regering gehouden Strijd tussen confessionelen en sociaaldemocraten om stem van arbeiders SDAP: veel arbeiders stemmen katholiek of antirevolutionair à confessionele leiders gebruiken het geloof om arbeiders van het socialisme af te houden en beschermen zo de onrechtvaardige kapitalistische maatschappij 2.4 Naar het algemeen kiesrecht Zodra de macht van het parlement toenam, werd kiesrecht overal beperkt tot de bovenlaag van mannen. Geleidelijk wordt het uitgebreid met: lage burgerij en arbeiders (1867 in Groot-Brittannië) vrouwen (vanaf 1880 feminisme, rond 1920 op veel plekken algemeen kiesrecht) 1867: Britse kiesrechtuitbreiding à ook discussie in Nederland Pagina 9 van 15

10 liberalen verdeeld rechts-liberalen (Thorbecke): kiezers moeten ontwikkeld en zelfstandig zijn en het algemeen belang in het oog ouden links-liberalen: welgestelde burgerij gebruikt het censuskiesrecht om ten koste van anderen goed voor zichzelf te zorgen + om de steun van het volk te krijgen moeten we het kiesrecht uitbreiden socialisten: demonstraties vanaf 1880 voor algemeen mannenkiesrecht, dit zou hen aan de macht helpen omdat arbeiders de meerderheid van de bevolking zouden vormen confessionelen verdeeld Kuyper (democratie is niet tegen te houden, anders lopen christelijke arbeiders over naar het socialisme) en Schaepman voor kiesrechtuitbreiding deftige confessionelen zijn bang dat het leidt tot chaos en heerschappij van het lagere volk 1887: kiesrechtuitbreiding tot kwart mannen 1892: links-liberale kabinet wil kiesrecht voor mannen die kunnen lezen en schrijven en niet afhankelijk zijn van bedeling, geen meerderheid 1895: arbeiders mogen stemmen als ze genoeg verdienen en voldoende bekwaam zijn à gemeente beslist à helft mannen kiesrecht à groei door meer welvaart en onderwijs 1913: twee derde van de mannen kiesrecht Er waren 3 maatschappelijke kwesties in de 19 e eeuw. Mensen gingen zich verdedigen in politieke partijen om hun idealen hierover te verdedigen sociale kwestie (paragraaf 2.3: beroerde omstandigheden voor arbeiders, geen sociale voorzieningen, kinderarbeid à verbeteren met oprichting vakbonden en politiek) schoolstrijd (paragraaf 2.2) strijd voor algemeen kiesrecht (paragraaf 2.4: via politieke stem zouden arbeiders hun beroerde positie kunnen verbeteren) Oplossing: 1917: pacificatie (grondwetswijziging waarmee maatschappelijke kwesties worden opgelost) land van minderheden à geen enkele stroming heeft het voor het zeggen, zakendoen met elkaar financiële gelijkstelling openbaar en bijzonder onderwijs (confessionele kabinetten hadden er al voor gezorgd dat bijzonder onderwijs een beetje subsidie kreeg, liberalen erkenden dat er behoefte was aan christelijk onderwijs) algemeen mannenkiesrecht (want het is onvermijdelijk) districtenstelsel vervangen door evenredige vertegenwoordiging (percentage stemmen in het hele land bepaalt aantal zetels) Het idee was dat politiek een mannenzaak is en de plaats van de vrouw in het gezin is. 1894: Nederlandse feministen beginnen actie te voeren voor vrouwenkiesrecht (voornamelijk burgerdames, invloed het grootst bij liberalen) 1901: links-liberalen nemen vrouwenkiesrecht in programma op, ook bij de SDAP eisen vrouwen kiesrecht (maar ze waren bang dat vrouwen confessioneel zouden stemmen omdat zij vaak godsdienstiger waren) Confessionelen verzetten zich het langst tegen vrouwenkiesrecht. 1917: passief kiesrecht voor vrouwen (recht om gekozen te worden) 1918: Suze Groenweg (SDAP) als eerste vrouw in Tweede Kamer 1919: actief kiesrecht voor vrouwen (recht om te mogen stemmen)(confessionelen begrijpen nu dat ze daarvan profiteren à meer zetels in 1922) Cort van der Linden Pagina 10 van 15

11 1913: liberaal minderheidskabinet (SDAP wil niet) partijloos (goed zakendoen met confessionelen en socialisten) 2 prestaties Nederland buiten WO1 pacificatie evenredige vertegenwoordiging was zijn idee, past beter bij een land van minderheden (in het district ging de stem van minderheden verloren, nu worden verhoudingen beter weergegeven) 3.1 Verzuiling, crisis en bezetting ( ) Na WO1: overal waren parlementaire democratieën ontstaan, maar bedreigd door opkomst van totalitaire ideologieën communisme: 1917 Rusland, Stalin fascisme: 1922 Italië, Mussolini nationaalsocialisme: 1933 Duitsland, Hitler volledige beheersing samenleving, bevolking met geweld en propaganda in beweging krijgen, verheerlijking leider economische wereldcrisis à de totalitaire regimes leken geen last te hebben van de crisis (o.a. door propaganda) Evenredige vertegenwoordiging: einde systeem Thorbecke politici horen bij een partij (macht partij versterkt t.o.v. individuele politici) elke stem telt (hiervoor hadden veel districten een vaste meerderheid) à partijpropaganda (affiches, posters, toespraken, film en radio) aantal partijen neemt toe door algemeen kiesrecht, maar grote partijen houden meerderheid en politieke verhoudingen liggen grotendeels vast 1918: oprichting SGP (Staatkundig Gereformeerde Partij) Vanaf 1922: vaste meerderheid confessionelen katholieken: RKSP anti-revolutionairen: ARP en CHU ARP-leider Colijn premier van 1933 tot 1939 kon het goed vinden met liberalen, voerde liberaal economisch beleid 3. sociaaldemocraten: SDAP buiten regering gehouden na Vergissing van Troelstra tot 1939, in 1930 overlijdt hij en zweert de partij de revolutie af en verklaart zich voor parlementaire democratie 4. liberalen: rechts Vrijheidsbond, links Vrijzinnig-Democratische Bond interbellum: crisis en werkloosheid à kritiek op democratie want gebrek aan daadkracht, eindeloos geklets en slappe compromissen à men wil krachtige besluiten 1918: oprichting CPN (Communistische Partij van Nederland) extreemlinkse afsplitsing SDAP totalitaire partij volgt Stalin en Moskou 1931: oprichting NSB (Nationaal-Socialistische Beweging) Anton Mussert overschaduwt alle fascistische en nationaalsocialistische partijen bewondering Hitler en Mussolini (krachtige leiders, crisis aanpakken, einde aan verdeeldheid in het land) krijgt nog aardig wat kiezers à Mussert lijkt fatsoenlijk en vaderlandslievend maar NSB is agressief en gewelddadig partijleger WA intimideren politieke tegenstanders rellen en vechtpartijen Pagina 11 van 15

12 19 e eeuw: verzuiling (de Nederlandse staat steunt op 4 politieke stromingen) in gang gezet door Kuyper (protestanten moeten zich terugtrekken in eigen kring om op christelijke wijze te kunnen leven) bevolking opgedeeld in groepen o.b.v. geloof of politieke overtuiging zuil heeft eigen organisaties (vereniging, vakbond, school, radio/tv, krant, politieke partij) achterban stevig in de hand (vooral confessionelen en sociaaldemocraten) katholieken meest verzuild (amper contact met anderen) oorzaken: idealisme (idealen verdedigd in politieke partijen) en emancipatie (van groepen als arbeiders of katholieken) à weinig steun aan nieuwe extreme partijen (een andere reden is dat Nederland niet ontwricht was door WO1, geen oorlogsveteranen die zich aangetrokken voelen tot extreemrechts) Verder zat Nederland niet op Mussert te wachten, want Colijn was een sterke man, een krachtige leider die ons door de crisis loodst. Tijdens WO2: parlement en rechtsstaat opgeheven à Mussert leider van het Nederlandse volk (maar eigenlijk was de macht in handen van Oostenrijke rijkscommissaris Seyys-Inquart) : Nederlandse Unie (poging om de democratie te herstellen, maar werd door de Duitsers verboden) De Oranjes waren populair tijdens Wilhelmina en Juliana: symboliseren eenheid van het verdeelde Nederland beschermen democratie, want wie zich tegen de monarchie keert maakt het volk boos (Troelstra, Mussert) Wilhelmina leidt de regering-in-ballingschap tijdens WO2 3.2 Naoorlogse zekerheid ( ) Na WO2: grote delen Europa verwoest à wederopbouw opbouw verzorgingsstaten (overheid zorgt voor sociale voorzieningen, burgers verzekerd tegen ziekte, werkloosheid etc.) Koude Oorlog economische groei (Wirtschafswunder in Duitsland, de Duitse economie in de BRD groeide enorm in de jaren 50 en 60) 1952: oprichting EGKS in Nederland herstel parlementaire democratie en rechtsstaat amper kritiek op democratie, omdat men nu beseft hoe waardevol het is en wat het is om geen rechtsstaat te hebben extreemrechtse groepen waren er niet meer CPN: burgerlijke systeem omverwerpen populair omdat de Sovjet-Unie mee had gevochten tegen de Duitsers verlies aanhang tijdens Koude Oorlog, want men beseft dat de bevolking in de Sovjet-Unie werd onderdrukt arbeiders krijgen het geleidelijk beter in Nederland Tijdens bezetting was er nationale eensgezindheid ontstaan à 1945: oprichting NVB (Nederlandse Volksbeweging) einde maken aan politieke verdeeldheid op basis van het geloof doorbraak: doorbreken verzuilde verhoudingen NVB + SDAP + VDB + CDU à 1946: PvdA (Partij van de Arbeid) (ook aantrekkelijk voor christenen zodat confessionele partijen niet meer nodig zijn) sommige bekende katholieken en protestanten worden lid maar bisschoppen roepen gelovigen op hier niet aan mee te doen en zich weer te verenigen in eigen organisaties (ook waren de katholieken eerder bevrijd omdat zij voornamelijk in het zuiden zitten en daarom konden zij zich al eerder weer organiseren) à 1945: KVP (Katholieke Volkspartij) ook ARP en CHU keren terug doorbraak mislukt confessionelen halen evenveel zetels als voor de oorlog Pvda iets meer dan SDAP (eigenlijk de opvolger van SDAP, want ze hadden al voor de oorlog voor de parlementaire democratie gekozen (net als dat de PvdA tijdens de Koude Oorlog kiest voor het vrije Westen) en richtten zich niet alleen op de arbeiders meer (net als de PvdA die ook voor de middenklasse aantrekkelijk wil zijn), Pvda volgt zelfde weg) Pagina 12 van 15

13 Deel links-liberalen stapt uit PvdA, samen met rechts-liberalen à 1948: oprichting VVD (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) Politieke verhoudingen liggen weer vast tot de jaren 60: KVP en PvdA ARP en CHU VVD Tijdens het interbellum: weinig sociale wetten, want Colijn vond dat de overheid zich zo weinig mogelijk met de maatschappij moest bemoeien, maar daar komt kritiek op: harteloos om zwakkeren aan zichzelf over te laten overheid moet ingrijpen om de economie te laten groeien onbeperkt kapitalisme leidt tot crisis en werkloosheid 1946: rooms-rode coalitie (samenwerking katholieken en socialisten) PvdA en KVP overheid moet een grotere rol hebben in economie en moet armoede bestrijden met sociale wetten à basis van de verzorgingsstaat : stelsel van sociale zekerheid maken Willem Drees (PvdA) (vadertje Drees) AOW, kinderbijslag Marga Klompé (KVP) 1963: Bijstandswet: uitkering aan iedereen die niet op een andere manier aan geld kon komen burgers die niet voor zichzelf kunnen zorgen, kunnen rekenen op de staat 3.3 Ontzuiling en verdere democratisering ( ) Jaren 60: groeiende welvaart à sociaal-culturele veranderingen welvaart voor jongeren vanzelfsprekend à vrijheid, milieu, etc. belangrijk opstandige jongeren, geen begrip voor ouders individualisme (minder lid van een groep) minder godsdienstig minder gezagsgetrouw tweede feministische golf: over eigen leven beschikken, nergens ondergeschikt aan mannen jongerencultuur, ontkerkelijking en individualisme leiden tot ontzuiling Politiek was saai : weinig politieke tegenstellingen iedereen aanvaardt verzorgingsstaat iedereen streeft naar meer welvaart saaie beroepspolitici, minder het publiek opzwepen (als Kuyper en Troelstra) confessionelen aan de macht à kiezen of ze regeren met PvdA of VVD Onvrede onder jongeren: politici hebben een regentenmentaliteit: ze verdelen onderling te macht zonder rekening te houden met het volk (net als regenten tijdens de republiek) mensen moeten meebeslissen en meepraten politici moeten alles openlijk bespreken en niet geheimzinnig doen protest tegen autoritaire houding ouders en maatschappij men wil meer vrijheid om te doen waar je zin in had: jongerenbeweging Provo (confrontatie met autoriteiten zoeken) buitenparlementaire acties nieuwe bewegingen (milieubeweging, anti-kernenergiebeweging) medezeggenschap afdwingen publiciteit krijgen autoriteiten onder druk zetten Pagina 13 van 15

14 maatschappelijke onrust à verandering in politiek 1966: oprichting D66 (Democraten 66) politieke systeem werkt niet meer omdat het is gebaseerd op een andere maatschappij bevolking kiest minister-president en burgemeesters referenda districtenstelsel (band kiezer en gekozene herstellen) 1967: D66 haalt 7 zetels, confessionelen raken meerderheid kwijt, PvdA verliest flink zwevende kiezers (niet trouw aan 1 partij) linkse partijen populair onder jongeren: PvdA: na 1967 leidde de kritiek op regenten tot machtsovername door jongeren die willen dat leden leiders mogen controleren en meebeslissen, zeer linkse standpunten, aansluiting bij actiegroepen als Dolle mina PSP (Pacifistisch-Socialistische Partij): verlangen naar vrijheid SP (Socialistische Partij): verbonden met China, Mao streeft met jongeren naar totale gelijkheid na 1967 krijgen de confessionele partijen steeds minder zetels oprichting PPR (Politieke Partij Radicalen): jongeren die willen dat christenen de samenleving radicaal veranderen stappen uit confessionele partijen geen confessionele partij 1990: PPR + PSP + CPN à GroenLinks ontzuiling (Volkskrant wordt van katholiek naar progressief) minder kerkgangers confessionelen kunnen niet langer meer de gang van zaken bepalen, 1972: tegen zin in meedoen met centrumlinkse kabinet- Den Uyl, flinke tegenwerking confessionele partijen willen weer sterker staan à 1977: oprichting CDA (Christen-Democratisch Appèl) (uit KVP, ARP en CHU) christendemocratisch (niet gebaseerd op 1 geloof, maar op algemeen-christelijke normen en waarden) vanaf 1981 de grootste partij, regeren met PvdA (gematigde bestuurderspartij) of VVD (geen deftige partij meer voor hoge burgerij, maar volkspartij) (o.a. Ruud Lubbers, bezuinigingen) 1994: veel zetels verloren paarse coalitie (rood (PvdA) werkt samen met blauw (VVD)) PvdA, VVD en D66, Kok (PvdA) premier PvdA en VVD hadden beide welvaartsvergroting voorop staan profiteert van welvaartsgroei van de jaren 90 profiteert van poldermodel (veel overleg tussen werkgevers en werknemers) premier Kok slaagt erin als premier de belangen van alle partijen behartigen 1998: veel winst, tweede kabinet-kok Hans van Mierlo leider D66 wil dat alle partijen opgaan in conservatief en progressief blok, die met elkaar om de macht streden (Amerikaans idee), dan kiezen mensen echt hun regering hekel aan confessionelen: wil politici die zich op het christendom beroepen verdrijven uit het centrum van de macht (lukt met paars kabinet) 3.4 Gevestigde partijen in het nauw (vanaf 2001) opkomst protestpartijen (keren zich tegen buitenlanders en gevestigde politiek) door: immigratie mensen uit vroegere kolonies mensen uit Turkije en Marokko (gastarbeiders) na Koude Oorlog trekken mensen uit crisisgebieden naar West-Europa Pagina 14 van 15

15 laten verwanten overkomen en krijgen veel kinderen multiculturele samenlevingen met snel groeiende moslimminderheden à laaggeschoold werk verdwijnt of overgenomen door immigranten à lager opgeleide Europeanen ontevreden en onzeker beperking verzorgingsstaat (de uitgaven worden groter dan de inkomsten, er is crisis) à mensen voelen zich door de overheid in de steek gelaten rond 2000: rust in politiek VVD en PvdA werken samen, gaat goed met Nederland alleen de SP (Marijnissen) voert hard oppositie (verwijt PvdA mee te werken aan asociaal beleid waarbij verzorgingsstaat werd afgebroken) 2001: Pim Fortuyn gaat politiek in LPF (Lijst Pim Fortuyn) felle aanvallen op islam felle aanvallen op paarse partijen (hebben er een puinhoop van gemaakt) Nederland is geen echte democratie politici trekken zich niets aan van het volk gekozen minister-president partijen verdwijnen, Kamerleden op eigen kracht verkozen worden 2002: vlak voor verkiezingen vermoord haalt 26 zetels, PvdA en VVD gehalveerd CDA de grootste, kabinet CDA, VVD en LPF maar veel ruzies binnen LPF à kabinet valt snel Blijft onrustig in politiek: Geert Wilders stapt uit VVD en richt in 2006 PVV (Partij voor de Vrijheid) op, keert zich (net als Fortuyn) tegen islam en gevestigde politiek Ook gaat het slechter met de economie (o.a. crisis) discussie over Europa: 2004: Europese grondwet over grondrechten Europese burgers moet door nationale parlementen worden goedgekeurd à referendum à Wilders en Marijnissen voeren fel campagne tegen Europese grondwet die Nederlandse onafhankelijkheid aantast à meerderheid stemt tegen PVV en SP zijn beide populistisch: afzetten tegen elite en gevestigde partijen luisteren alleen naar het volk proberen met eenvoudig taalgebruik mensen aan te spreken die zich achtergesteld voelden met LPF, PVV en SP worden partijprominenten belangrijker dan partijprogramma s 2006: PVV en SP winnen flink, regering CDA, PvdA en ChristenUnie 2010: CDA verliest flink, VVD wint flink, minderheidskabinet VVD en CDA met gedoogsteun PVV, premier Rutte (eerste liberale premier sinds Cort van der Linden) 2012: SP en PVV verliezen flink, CDA verliest flink, VVD en PvdA behalen meerderheid (sinds 1998 weer traditionele partijen die een meerderheid behalen) Uiteindelijk is er weinig veranderd: politieke stelsel nog hetzelfde politici van traditionele partijen maken nog steeds de dienst uit Pagina 15 van 15

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting door M. 1255 woorden 6 mei 2015 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Grondwet

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting door een scholier 1332 woorden 26 maart 2006 10 1 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis module 5 Hoofdstuk 1 1918, Troelstra wilde een revolutie

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Rechtstaat en Democratie

Samenvatting Geschiedenis Rechtstaat en Democratie Samenvatting Geschiedenis Rechtstaat en Democratie Samenvatting door A. 1325 woorden 18 mei 2011 6,9 35 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Samenvatting Geschiedeniswerkplaats Rechtstaat

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting door M. 804 woorden 17 juni 2013 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Bronnen Samenvatting geschiedenis Hoofdstuk 6 Burgers en stoommachines,

Nadere informatie

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

NEDERLAND IN DE 16e EEUW NEDERLAND IN DE 16e EEUW In de 16e eeuw vielen de Nederlanden onder de Spaanse overheersing. Er bestonden grote verschillen tussen de gewesten (= provincies), bv: - dialect - zelfstandigheid van de gewesten

Nadere informatie

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning Samenvatting door O. 1153 woorden 25 september 2013 4,4 19 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1 paragraaf 1 In 17 eeuw 18 eeuw (1600-1700)was Nederland een republiek. In een

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Rechtsstaat en democratie

Samenvatting Geschiedenis Rechtsstaat en democratie Samenvatting Geschiedenis Rechtsstaat en democratie Samenvatting door L. 2825 woorden 12 november 2013 5,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1 Johan Rudolf Thorbecke legde

Nadere informatie

1579: unie van utrecht, militair bondgenootschap tegen Filips

1579: unie van utrecht, militair bondgenootschap tegen Filips belangrijke data: 1581: Plakkaat van Verlatinge : onafhankelijkheid van de nederlanden. Filips de tweede werd afgezet en er werd vastgesteld dat regeringen er zijn voor de burgers en regeringen die rechten

Nadere informatie

Begrippenlijst Geschiedenis Politiek en staatsinrichitn in Nederland en Europa (H1-H3)

Begrippenlijst Geschiedenis Politiek en staatsinrichitn in Nederland en Europa (H1-H3) Begrippenlijst Geschiedenis Politiek en staatsinrichitn in Nederland en Europa (H1-H3) Begrippenlijst door een scholier 1308 woorden 25 januari 2003 6,7 17 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Begrippenlijst

Nadere informatie

Deelvraag: Hoe had de parlementaire democratie zich in Nederland ontwikkeld?

Deelvraag: Hoe had de parlementaire democratie zich in Nederland ontwikkeld? Samenvatting door een scholier 1446 woorden 7 juni 2005 6,2 36 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Module 7 Politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa 1 Op weg naar een moderne parlementaire

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 31 oktober 2015

1 keer beoordeeld 31 oktober 2015 2,6 Samenvatting door F. 2075 woorden 1 keer beoordeeld 31 oktober 2015 Vak Geschiedenis Samenvatting geschiedenis H14 1. Willem van Oranje stelde in 1578 voor om zowel katholieke als luthers en calvinistische

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO Samenvatting door Marieke 1467 woorden 30 april 2015 7,4 34 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1: Het

Nadere informatie

2 keer beoordeeld 20 februari 2016

2 keer beoordeeld 20 februari 2016 5,4 Samenvatting door een scholier 1315 woorden 2 keer beoordeeld 20 februari 2016 Vak Maatschappijleer Methode Thema's maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 3 Parlementaire democratie Par. 1 wat

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 tm 3, Rechtsstaat en Democratie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 tm 3, Rechtsstaat en Democratie Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 tm 3, Rechtsstaat en Democratie Samenvatting door een scholier 2834 woorden 20 oktober 2010 7,2 123 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Geschiedenis

Nadere informatie

Calvijn. Vrede van Augsburg. Margaretha van Parma. Hertog van Alva. De keurvorst van Saksen. Karel V. Buitenlandse zaken en oorlog

Calvijn. Vrede van Augsburg. Margaretha van Parma. Hertog van Alva. De keurvorst van Saksen. Karel V. Buitenlandse zaken en oorlog In welk jaar publiceerde Luther zijn 95 stellingen? Welke Frans-Zwitserse hervormer kreeg veel aanhang in de Nederlanden? Welke vrede bepaalde, dat de vorst de religie van zijn volk bepaalt? 1517 Calvijn

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door L. 3593 woorden 27 juli 2015 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats 1.1 De Nederlandse opstand en de Republiek. Hoe werkte het

Nadere informatie

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming. Samenvatting door L. 1165 woorden 13 januari 2013 4,8 12 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie Paragraaf 1 t/m 4 1; Wat is politiek? Deelvraag: Wat

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland Gebruik bron 1 en 2. 1p 1 De twee bronnen hebben te maken met de constitutionele monarchie. Welke

Nadere informatie

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen Tijdvak 8 Toetsvragen 1 In Nederland was de eerste belangrijke politieke stroming het liberalisme. Welke politieke doelen wilden liberalen bereiken? A Zij wilden een eenheidsstaat met een grondwet en vrijheid

Nadere informatie

QUIZ: DE PIENTERSTE MENSCH GESCHIEDENIS VAN DE PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE IN NEDERLAND

QUIZ: DE PIENTERSTE MENSCH GESCHIEDENIS VAN DE PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE IN NEDERLAND QUIZ: DE PIENTERSTE MENSCH GESCHIEDENIS VAN DE PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE IN NEDERLAND KORTE OMSCHRIJVING WERKVORM De pienterste mensch is een kennisquiz over de ontwikkeling van de parlementaire democratie

Nadere informatie

Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis

Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis Koning en parlement 1813-> Willem 1 kwam aan op het strand in Scheveningen, hij werd begroet door een enthousiaste menigte. Deze mensen hoopten dat Willem 1 rust en vrede

Nadere informatie

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder)

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder) Samenvatting door M. 1033 woorden 15 juni 2015 6,7 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 7.1 De verlichting Verlichting is het gevolg van de wetenschappelijke revolutie uit hoofdstuk/tijdvak

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Politiek Samenvatting Maatschappijleer Politiek Samenvatting door een scholier 1031 woorden 22 juni 2007 7,7 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Maatschappijleer samenvatting 1. Democratie Wetten:

Nadere informatie

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 Tijdvak Jagers en boeren; van de eerste mensen 3000 v. C. prehistorie; van de eerste mensen - 3000 v.c. Samenlevingstype: eerst jagers/verzamelaars,

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie. Onderzoeksvraag: Waardoor ontstonden het liberalisme en het socialisme, en hoe dachten liberalen en socialisten over de sociale kwestie? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek maatschappelijke

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek Samenvatting door een scholier 1027 woorden 10 augustus 2010 5,3 17 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 3. Politiek 3.1. Keuzes

Nadere informatie

VERKIEZINGEN IN KOEDIJK

VERKIEZINGEN IN KOEDIJK 1 VERKIEZINGEN IN KOEDIJK WELKE LANDELIJKE POLITIEKE PARTIJEN WAREN POPULAIR DOOR DE JAREN HEEN? VERKIEZINGEN VOOR DE TWEEDE KAMER Leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal worden direct door de kiesgerechtigden

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw Werkstuk door een scholier 2435 woorden 22 januari 2005 6 108 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inhoud: Hoofdvragen: 1: Wat veranderde er in de 19e Eeuw met

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Dit hoofdstuk gaat over opstand in Amerika, Frankrijk en Nederland. Deze opstanden noemen we revoluties. Opstand in Amerika (1775). De

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting door Larissa 665 woorden 18 januari 2016 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Hoofdstuk 8: Tijd van

Nadere informatie

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 1830 1870: Javaanse boer werkt voor Nederlandse staat: - cultuurstelsel - Herendiensten van verliespost naar wingewest Vanaf 1870: modern imperialisme particuliere bedrijven

Nadere informatie

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. De Tien Tijdvakken Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. KA1: De levenswijze van jagersverzamelaars KA2: Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen KA3: Het ontstaan van de eerste stedelijke

Nadere informatie

Tijd van regenten en vorsten 1600 1700. 6.2 Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht?

Tijd van regenten en vorsten 1600 1700. 6.2 Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht? Onderzoeksvraag: Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht? Kenmerkende aspect: Het streven van vorsten naar absolute macht. De bijzondere plaats in staatskundig opzicht

Nadere informatie

Antwoordkernen bij Eureka 4HAVO Staatsinrichting H. 9 t/m 14

Antwoordkernen bij Eureka 4HAVO Staatsinrichting H. 9 t/m 14 Antwoordkernen bij Eureka 4HAVO Staatsinrichting H. 9 t/m 14 Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist in het antwoord moet staan. De bedoeling

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek Samenvatting door een scholier 1057 woorden 17 maart 2016 7,8 8 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1 Hoofdstuk 1 In de politiek gaat het om keuzes maken. Dat

Nadere informatie

Nederland is nu een constitutionele (1814) parlementaire (1848) democratische (1917) monarchie (1813).

Nederland is nu een constitutionele (1814) parlementaire (1848) democratische (1917) monarchie (1813). Samenvatting door een scholier 1770 woorden 5 juni 2003 7.1 55 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis Module 7 Politiek en Staatsinrichting Hoofdstuk 1 Op weg naar de parlementaire

Nadere informatie

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20 Burgers en Stoommachines Tot 1:20 Wat gaan we leren? 1. Welke gevolgen de technische uitvindingen hadden. 2. Wat er in de grondwet van 1848 stond. 3. Welke groepen minder rechten hadden dan andere groepen.

Nadere informatie

Tijd van ontdekkers en hervormers (1500 1600) / Renaissance

Tijd van ontdekkers en hervormers (1500 1600) / Renaissance Tijdvakken Tijd van ontdekkers en hervormers (1500 1600) / Renaissance K.A. * Het begin van de Europese overzeese expansie * Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een

Nadere informatie

Eureka 2M volledig herziene 5 e druk,

Eureka 2M volledig herziene 5 e druk, Eureka 2M volledig herziene 5 e druk, 2015-2016 Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist in het antwoord moet staan. De bedoeling is, dat je eerst

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Parlementaire democratie

Samenvatting Geschiedenis Parlementaire democratie Samenvatting Geschiedenis Parlementaire democratie Samenvatting door een scholier 3060 woorden 9 december 2007 5,7 68 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis van de parlementaire democratie (1581

Nadere informatie

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode? DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848 ACHTERGRONDINFORMATIE PERIODE 1815-1848 DE EERSTE JAREN VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN Tussen 1795 en 1813 was Nederland overheerst geweest door de Fransen. In

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/61325

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/61325 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 19 oktober 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/61325 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Noord-Nederlandse gewesten. Smeekschift

Noord-Nederlandse gewesten. Smeekschift Habsburgs gezag Vanaf dat moment stonden de zuidelijke Nederlanden onder Habsburgs gezag. Noord-Nederlandse gewesten Door vererving en verovering vielen vanaf dat moment ook alle Noord- Nederlandse gewesten

Nadere informatie

Leerdoel Leerlingen herhalen op een speelse manier kennis over het ontstaan en het bestuur van de Republiek.

Leerdoel Leerlingen herhalen op een speelse manier kennis over het ontstaan en het bestuur van de Republiek. HISTORISCHE BLINGO Korte omschrijving werkvorm Deze kennisquiz is een combinatie van Bingo en Lingo. De klas wordt verdeeld in zes teams. Ieder team heeft een bingokaart met daarop negen jaartallen. Het

Nadere informatie

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Boekverslag door E. 2025 woorden 23 oktober 2014 5.9 8 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf 1: wat leer je bij maatschappijleer? Iets is een maatschappelijk probleem

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: De Nederlandse Opstand (1555 1588)

Hoofdstuk 2: De Nederlandse Opstand (1555 1588) Hoofdstuk 2: De Nederlandse Opstand (1555 1588) Geschiedenis VWO 2011/2012 www.lyceo.nl 1555-1588 Politiek: Nederland onafhankelijk Economie: Amsterdam wordt de stapelmarkt van Europa Welke staatsvorm?

Nadere informatie

Koning Willem III. Wilhelmina Drucker

Koning Willem III. Wilhelmina Drucker Koning Willem II Koning Willem III Rudolph Thorbecke Aletta Jacobs Wilhelmina Drucker Abraham Kuyper Herman Schaepman Pieter Jelles Troelstra Frans Ferdinand Gavrilo Princip Lenin Adolf Hitler Benito Mussolini

Nadere informatie

4 De Nederlandse opstand

4 De Nederlandse opstand 4 De Nederlandse opstand Kenmerken Nederlanden: * veel water * weinig goede wegen * weinig steden * veel dorpen * aparte gewesten * gewesten zeer zelfstandig Habsburgse Nederlanden 1477-1581 * 17 gewesten

Nadere informatie

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 25 June 2015 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/61325 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

A. Kuyper

A. Kuyper A. Kuyper A. Kuyper A. Kuyper A. Kuyper A. Kuyper Aletta Jacobs Aletta Jacobs Aletta Jacobs Aletta Jacobs Aletta Jacobs Anti-Revolutionaire Partij Anti-Revolutionaire Partij Anti-Revolutionaire Partij

Nadere informatie

Maatschappijleer par. 1!

Maatschappijleer par. 1! Maatschappijleer par. 1 Iets is een maatschappelijk probleem als: 1. Het groepen mensen aangaat 2. Het samenhangt met of het is gevolg is van maatschappelijke verandering 3. Er verschillende meningen zijn

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april 2017 7,5 7 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Russische Revolutie Meeste mensen zijn boeren/boerinnen in Rusland Ze waren straatarm, ze wisten niks en ze gingen

Nadere informatie

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW --- www.degeschiedenisles.com --- VTI Kontich 1. Voor het Congres van Wenen a. Rond 1750: het Ancien Regime komt ten einde => Enkele kenmerken van het Ancien

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Hoe probeerde men tijdens de Franse Revolutie enkele Verlichtingsidealen in praktijk te brengen? Kenmerkende aspect: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies

Nadere informatie

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie 1. De levenswijze van jager-verzamelaars. 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. 3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Nadere informatie

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren Partij van de Arbeid (PvdA) Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) Christen-democratisch Appèl (CDA) Democraten

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10 Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10 Samenvatting door een scholier 1077 woorden 21 mei 2003 7,4 25 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 9 Knelpunten in het besluitvormingsproces

Nadere informatie

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën Bepoederde pruiken, bruisende ideeën Tijd van Pruiken en Revoluties 1700-1800 Vroegmoderne Tijd Kenmerkende aspecten Uitbouw van de Europese overheersing,

Nadere informatie

Eerst was er censuskiesrecht: alleen mannen die een bepaalde hoeveelheid belasting betaalden mochten stemmen.

Eerst was er censuskiesrecht: alleen mannen die een bepaalde hoeveelheid belasting betaalden mochten stemmen. Samenvatting door een scholier 2205 woorden 8 november 2006 7,4 61 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis Module 7 Politiek en staatsinrichting Samenvatting Hoofdstuk 1 Op weg naar

Nadere informatie

De Sovjet-Unie (9.3) Tijd van wereldoorlogen De Sovjet Unie.

De Sovjet-Unie (9.3) Tijd van wereldoorlogen De Sovjet Unie. De Sovjet-Unie (9.3) Onderzoeksvraag: Kenmerkende aspecten: Waardoor kreeg Rusland een communistische regering en hoe werd het land een totalitaire staat. Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën

Nadere informatie

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Examen VMBO-KB 2011 tijdvak 1 maandag 23 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei 2004 6,6 25 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer POLITIEK Politiek is de manier waarop voor een land besluiten worden genomen (de meeste besluiten worden

Nadere informatie

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Van de oogst van hun land en van hun dieren Jagers & boeren Wat

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Hoe probeerde men tijdens de Franse Revolutie enkele Verlichtingsidealen in praktijk te brengen? Kenmerkende aspect: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies

Nadere informatie

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011 Introductie Dit onderzoek vindt plaats in opdracht van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Met de resultaten wil het bureau het kabinet en de politiek in het algemeen informeren over zorgen en wensen

Nadere informatie

Vragen voorzien van een * zijn nieuwe voorbeeldvragen.

Vragen voorzien van een * zijn nieuwe voorbeeldvragen. Voorbeeldexamen VMBO-GL en TL (op basis van 2015) geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL Vragen voorzien van een * zijn nieuwe voorbeeldvragen. Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat

Nadere informatie

8, De grondwet van Thorbecke. 1.2 Het ontstaan van politieke partijen. Samenvatting door een scholier 2560 woorden 21 mei 2003

8, De grondwet van Thorbecke. 1.2 Het ontstaan van politieke partijen. Samenvatting door een scholier 2560 woorden 21 mei 2003 Samenvatting door een scholier 2560 woorden 21 mei 2003 8,1 82 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Op weg naar een moderne parlementaire democratie (1848-1945). Hoe had de parlementaire democratie

Nadere informatie

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn Filips II In 1566, meer dan vierhonderd jaar geleden, zijn veel mensen boos. Er is onrust in de Nederlanden. Er zijn spanningen over het geloof, veel mensen

Nadere informatie

Het overheidsbeleid in de periode van de economische opbouw na WO II. - Welke rol heeft de overheid in het sturen van de economie?

Het overheidsbeleid in de periode van de economische opbouw na WO II. - Welke rol heeft de overheid in het sturen van de economie? Hoofdstuk 5 Vadertje Drees Na de crisis in de jaren 30 volgt de Duitse bezetting (1940-1945). I jaren 30 economische malaise tamelijk passieve rol van de overheid op economisch gebied door de klassiek-liberale

Nadere informatie

7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2

7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2 Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april 2002 7,4 22 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Toets politieke besluitvorming H2 Wat is een parlementaire democratie? : Democratie is dat burgers ook

Nadere informatie

Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw

Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw Tijdvakken Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw K.A. * De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving * De moderne vorm van imperialisme

Nadere informatie

Geschiedenis hoofdstuk 13 Vrijheid en Democratie

Geschiedenis hoofdstuk 13 Vrijheid en Democratie Samenvatting door M. 2983 woorden 21 juli 2016 5.2 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis hoofdstuk 13 Vrijheid en Democratie Kenmerkende aspecten Het ontstaan van vrijheidsrechten

Nadere informatie

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave Boekverslag door B. 1102 woorden 2 juni 2003 5.4 32 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inhoudsopgave - Inleiding - Samenvatting verkiezingsstrijd - Artikelen - Bronvermelding Inleiding Verkiezingen We

Nadere informatie

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland Hoofdstuk 3 Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland Waarom NL? Nederland was een neutraal land. Bleef in NL tot aan zijn dood. Vrede van Versailles Vs, Eng, Fra winnaars. Duitsland als enige schuldig

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 13.1 Geschiedenis Vrijheid en democratie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 13.1 Geschiedenis Vrijheid en democratie Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 13.1 Geschiedenis Vrijheid en democratie Samenvatting door R. 2925 woorden 3 april 2013 5,9 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo De basis lag bij de scholenstrijd:

Nadere informatie

Samenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang:

Samenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang: Samenvatting door M. 1124 woorden 15 januari 2014 9 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1 Algemeen belang: Openbare orde en veiligheid Buitenlandse betrekkingen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 5 politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa

Samenvatting Geschiedenis Module 5 politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa Samenvatting Geschiedenis Module 5 politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa Samenvatting door een scholier 1910 woorden 12 januari 2004 7,2 35 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Paragraaf 1.1

Nadere informatie

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel Korte omschrijving Tijdens deze werkvorm spelen leerlingen kwartet, waarbij de kaarten over historische ontwikkelingen en veranderingen van ons parlementaire

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting door een scholier 1047 woorden 16 maart 2008 5,7 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Democratie en rechtstaat Hoofdstuk

Nadere informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari 2005 5,9 76 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming Democratie bestaat uit 2 basisprincipes: Vrijheid

Nadere informatie

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen. Tussen welke twee landen is de Eerste Wereldoorlog begonnen? 1. Engeland en Frankrijk 2. Duitsland en Frankrijk 3. Duitsland en Engeland Nederland blijft neutraal. Wat betekent dat? 1. Nederland kiest

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari 2005 7 334 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1 Wat is een revolutie? Een grote verandering in de samenleving in een korte

Nadere informatie

De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy

De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy In blauw: de tijdvakken en de kenmerkende aspecten (alleen uitgewerkt voor het en ). In oranje: de canonvensters,

Nadere informatie

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Examen VMBO-KB 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje Dit examen bestaat uit 38 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten

Nadere informatie

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvak 1: Tijd van Jagers en Boeren. Periode: Prehistorie 1 De levenswijze van jagers-verzamelaars (Hoe zag deze samenleving eruit?) 2 Het ontstaan van landbouw en

Nadere informatie

Hoofdzaken staatsinrichting

Hoofdzaken staatsinrichting Hoofdzaken staatsinrichting 1 staatsinrichtinghoofdpunten.doc 2 1 WAT IS POLITIEK? Politiek is alles wat met het besturen van een stad, land, gebied te maken heeft. In de politiek zijn verschillende groepen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1669 woorden 17 januari 2005 5,6 10 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 3: de Franse Revolutie. Paragraaf 1: het oude Koninkrijk.

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting door M. 1798 woorden 20 januari 2014 5,9 2 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf 1 Wat is politiek? Politiek

Nadere informatie

8,5. Samenvatting door K woorden 18 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

8,5. Samenvatting door K woorden 18 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden Samenvatting door K. 1578 woorden 18 juni 2016 8,5 2 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 Verklaring begin- en eindtijd: 1515: Erfenissen en huwelijken à

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Op welke gebieden wilden de Verlichtingsfilosofen de bestaande maatschappij veranderen? Rationalisme = het gebruiken van gezond verstand (rede/ratio) waarbij kennis gaat boven tradities

Nadere informatie

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Examen VMBO-KB 2009 tijdvak 1 woensdag 20 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 51 punten

Nadere informatie

Examen VMBO-KB 2015. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1 maandag 18 mei 9.00-11.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VMBO-KB 2015. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1 maandag 18 mei 9.00-11.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VMBO-KB 2015 tijdvak 1 maandag 18 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 40 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Samenvatting door een scholier 2429 woorden 17 november 2002 8,7 41 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 2, Politieke besluitvorming.

Nadere informatie

Definitie Kant: De bevrijding van de mens uit de onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is.

Definitie Kant: De bevrijding van de mens uit de onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is. Samenvatting door F. 1790 woorden 27 februari 2015 4.4 9 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Historische context: De verlichting 4.1 De verlichting (1650-1789) Definitie Kant: De bevrijding

Nadere informatie

Vragen voorzien van een * zijn nieuwe voorbeeldvragen.

Vragen voorzien van een * zijn nieuwe voorbeeldvragen. Voorbeeldexamen VMBO-GL en TL (op basis van 2015) geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL Vragen voorzien van een * zijn nieuwe voorbeeldvragen. Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat

Nadere informatie

Stofomschrijving Deze opdracht hoort bij 2.1-3.1 en 3.2 van De Republiek in tijd van Vorsten (Geschiedenis Werkplaats).

Stofomschrijving Deze opdracht hoort bij 2.1-3.1 en 3.2 van De Republiek in tijd van Vorsten (Geschiedenis Werkplaats). Het verhaal van 1588 Bodystorming Inleiding Het jaar 1588 is een belangrijk jaar in de geschiedenis van de Republiek. De gebeurtenissen die eraan vooraf gaan worden als feiten voorgelezen en tussen de

Nadere informatie