Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis
|
|
- Nienke Dijkstra
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis Koning en parlement 1813-> Willem 1 kwam aan op het strand in Scheveningen, hij werd begroet door een enthousiaste menigte. Deze mensen hoopten dat Willem 1 rust en vrede zou brengen in de periode van de oorlog. Dit wou hij ook. 200 jaar geleden was Nederland een republiek (land zonder koning) > Nederland werd een monarchie (land met koning) > Nederland, België en Luxemburg werden door Willem 1 samengevoegd, het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Het koninkrijk kreeg een grondwet (document waarin de grondrechten van alle burgers en de regels over het besturen van het land staan). Door deze grondwet werd Nederland een constitutionele monarchie (de macht van de koning is vastgelegd). Die grondwet van 1815 gaf de koning veel macht: Ministers waren dienaren van de koning, de koning moest hun voorstellen goedkeuren. Het parlement (1 ste en 2 e kamer) had weinig te zeggen. Zij vertegenwoordigen het volk. De koning benoemde de leden van de 1 ste kamer, Willem 1 benoemde vooral vrienden. Mensen in de provinciale staten kozen de leden van de 2 e kamer, zij bestuurde tevens de provincies en waren bevriend met de koning > Belgen kwamen in opstand tegen Willem 1, na korte oorlog werden ze een zelfstandig land met koning. Om België terug te krijgen hield Willem 1 bijna 10 jaar een leger op de been, tevens zonder resultaat. Het leger kostte Nl veel geld, enkele parlementsleden wilden daarom een verandering in de grondwet. Hiermee wilden ze de macht van de koning verkleinen en de uitgaven beperken. Nl dreigde namelijk failliet te gaan. De koning wou geen verandering en er kwam steeds meer spanning tussen de koning en het parlement. De liberaal (mensen die opkomen voor de vrijheid van burgers en vinden dat de regering zo weinig mogelijk regels moet maken) Thorbecke was een van de parlementsleden die de grondwet wilden veranderen. Thorbecke wilde dat het parlement meer te zeggen kreeg, kreeg steun van andere liberalen > Thorbecke en zijn groep liberalen kregen de kans de grondwet te veranderen. In dat jaar braken namelijk verschillende Europese revoluties uit. In Berlijn en Parijs gingen mensen de straat op om vrijheid en democratie te eisen, ook in Amsterdam was onrust > Willem 2 was zijn vader opgevolgd, hij schrok erg van de buitenlandse revoluties en was bang dat het ook in Nl zou gebeuren en dat hij zijn troon zou verliezen > de koning gaf Thorbecke de opdracht om meer democratische grondwetten te maken om het bovenstaande te voorkomen. In deze nieuwe grondwet stonden allerlei dingen die de liberalen wilden: Iedereen dezelfde grondrechten (basisrechten, vrijheid van mening, godsdienst en onderwijs). Koning werd onschendbaar (de koning is niet zelf meer verantwoordelijk voor wat hij deed, dat waren de ministers), kamerleden konden de koning dus niet meer de schuld geven. De ministers hadden voortaan ministeriele verantwoordelijkheid (elke minister moet aan het parlement uitleggen hoe hij zijn werk doet en hoe hij zijn geld besteedt. Elke 4 jaar kwamen er rechtstreeks verkiezingen voor de 2 e kamer, rechtstreeks door burgers gekozen. 1 e kamer werd nu indirect gekozen, burgers stemmen op de provinciale staten en die weer op de 1 e kamer. De koning verloor dus bijna al zijn macht 1848-> de grondwet maakte Nl een parlementaire democratie (manier van kiezen waarbij burgers het parlement kiezen). Het parlement vertegenwoordigt het volk, ze hebben nu veel invloed op bestuur van het land. Het parlement kon door de ministeriële verantwoordelijkheid de regering (koning en de ministers) controleren. Omdat de koning onschendbaar is controleren de 2 e kamer vooral de minister door kritische vragen te stellen. Daarna controleert de eerste kamer de regering > Willem 3 volgt zijn vader op, het zou nog even duren voordat hij accepteerde dat het parlement de baas was. Dat gebeurde pas door de Luxemburgse kwestie (ruzie tussen koning en parlement over Luxemburg. Het begon toen Willem 3 achter de rug van het parlement Lux wou verkopen. De ministers waren boos, maar omdat hij onschendbaar was konden ze hem niet de schuld geven. Door de ministeriële verantwoordelijkheid konden ze wel de ministers aanpakken, de kamerleden eisten dan ook dat de ministers zouden opstappen. De ministers weigerde en de koning steun hun, hij stuurde het parlement naar huis. Er kwam een nieuw parlement maar die ware ook tegen. Toen stapten de ministers wel op en moest de koning accepteren dat het parlement de baas was).
2 Ongelijkheid en emancipatie 1848-> de grondwet had van Nl een parlementaire democratie gemaakt. Toch was Nl in de 19 e eeuw nog geen echte democratie. In Nl bestond namelijk nog lange tijd het censuskiesrecht [dat betekent dat alleen mensen die een bepaald bedrag aan belasting betalen, mogen stemmen]. Dit betekend in praktijk dat alleen rijke mannen mochten stemmen. Dit was ongeveer 11% van de volwassen mannelijke bevolking. Deze stemden vooral op de liberalen. Die groep was het grootste en zo hadden ze de macht in NL. Voor de liberalen was vrijheid van de burgers heel belangrijk. Ze waren dan ook heel blij met de vrijheden die in de grondwet van 1848 stonden. Ze vonden ook dat de overheid zich zo min mogelijk met de samenleving moest bemoeien. De overheid moest zorgen voor orde en veiligheid, maar moest niet ingrijpen in de economie. Iedereen die zijn best deed zou het vanzelf beter krijgen. Nl had in de 19 e eeuw ook een districtenstelsel [in dit systeem kan ieder gebied/district zijn eigen vertegenwoordiger voor het parlement kiezen > tot deze tijd was Nl in honderd districten verdeeld, net zoveel als het aantal tweede kamer zetels. In elk district werd dus een kamerlid gekozen, dat was degen die in zijn district de meeste stemmen kreeg. Deze persoon kwam in de tweede kamer. Tussen 1850 en 1900 zaten er vooral liberalen in het parlement. Maar er waren nog twee politieke groepen: De socialisten [mensen die vinden dat iedereen in de samenleving gelijk zijn en dat de regering door wetgeving de leef- en werkomstandigheden van arbeiders moet verbeteren. De confessionelen [mensen die vinden dat geloof/confessie belangrijk is bij het besturen van het land], deze groep bestond in Nl uit twee groepen. De protestanten en de katholieken. Om op te komen voor hun belangen richtten ze allemaal hun eigen politieke partijen op. Politieke partij: Groep: Belangrijk persoon: Doel: Antirevolutionaire Partij [ARP] Protestanten Kuyper Aanhang voor boeren, arbeiders en kleine winkeliers. Ze wilde kiesrecht voor het mannelijke hoofd van het gezin. Liberale Unie Liberalen - Aanhang voor advocaten, dokters en rijke handelaren. SociaalDemocratische Sociaaldemocraten/ Troelstra ArbeidersPartij [SDAP] socialisten Rooms-Katholieke Staatspartij [RKSP] Stroming binnen de socialisten. Ze wilden kiesrecht voor arbeiders. Ze hoopte verbetering voor arbeiders te kunnen doorvoeren. Katholieken Schaepman Ontstaan katholieke beweging en kwam in het parlement. Aanhang in Noord-Brabant en Limburg. Jaar van oprichting: > het censuskiesrecht werd vervangen door een grondwetsartikel. Het gaf kiesrecht aan alle mannen met kentekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand. Wat de kentekenen precies waren stond nergens beschreven, zo kregen langzaam steeds meer mensen kiesrecht. De eisen aan het kiesrecht werden als ware uitgerekt, net als rubber. Het nieuw grondwetsartikel kreeg de bijnaam caoutchoucartikel [caoutchouc is een Frans woord voor rubber. Hoe meer eisen werden uitgerekt, hoe meer mensen konden stemmen. Zo groeide het aantal kiesgerechtigde mannen tot 1913 naar 65% van de volwassen mannelijke bevolking. Dit alles zonder de grondwet opnieuw te hoefden wijzigen. In de tweede helft van de 19 e eeuw voelden veel arbeiders, protestanten en katholieken zich achtergesteld. Ze wilden dezelfde rechten, zoals kiesrecht, als andere burgers. Ze gingen strijden voor gelijke rechten. Dit heet emancipatie, het betekent dus strijden voor gelijke rechten of het krijgen van gelijke rechten. Arbeiders, protestanten en katholieken voelden zich alleen thuis bij hun eigen groep of mensen met hetzelfde beroep. Sommige arbeiders kozen ervoor om aan te sluiten bij een protestantse of katholieke groep. Deze mensen vinden het geloof belangrijker dan het werk dat ze doen. Vanuit hun eigen groep begonnen ze op te komen voor hun belangen. Om dit zo goed mogelijk te doen richtte ze niet alleen een eigen politieke partij op maar ook een eigen vakbond, krant en vereniging. De samenleving raakt zo steeds meer in groepen verdeeld, dit noem je verzuiling. In Nl waren er dus vier zuilen, een protestantse, een katholieke, een socialistische en een liberale
3 De vier zuilen dachten over veel onderwerpen verschillend. Dit zorgde voor conflicten, een belangrijk conflict ging over het onderwijs. Je had openbaar en bijzonder onderwijs, met bijzonder onderwijs bedoelen we protestantse en katholieke scholen. Op die scholen kregen kinderen onderwijs volgens de regels van hun eigen godsdienst. De staat betaalde echter alleen het openbare onderwijs. Confessionelen vonden dat de overheid beide moest betalen, liberalen waren hierop tegen. De ruzie over de vraag wie het bijzonder onderwijs moest betalen, noemen we de schoolstrijd. Confessionelen Liberalen Socialisten Kwamen op voor de katholieken en protestanten. Kwamen op voor de rijken. Kwamen op voor de arbeiders. Vonden dat iedereen voor zichzelf moest zorgen. Vonden dat zwakkeren beschermd moesten worden. Vonden dat de overheid bijzonder onderwijs moest betalen. > is hierop tegen. Het volk krijgt de macht In de tweede helft van de 19 e eeuw kreeg Nl te maken met de gevolgen van de industriële revolutie [een grote verandering van de manier van produceren en van de samenleving door de komst van fabrieken en nieuwe vervoermiddelen]. Dit maakte Nl een industriële samenleving, eerst waren er alleen kleine fabrieken. Maar sinds 1890 ontstonden er ook steeds grotere bedrijven. Nl had ook sinds 1839 spoorwegen en er waren nieuwe kanalen gegraven. De industrialisatie had een aantal belangrijke gevolgen voor NL: Bevolkingsgroei, in miljoen inwoners -> miljoen inwoners. Door deze toename groeiden de steden ook snel > ¼ van Nederlands bevolking woonde in de stad, de rest op het platteland. Economische groei en daardoor meer welvaart. Deze welvaart was echter ongelijk verdeeld. Vooral de hoger en middelste lagen van de bevolking profiteerden van de nieuwe rijkdom. Verslechtering van de leef- en werkomstandigheden van de onderste bevolkingslaag. Arbeiders verdiende te weinig om hun gezin te kunnen voeden. Vrouwen en kinderen moesten hierdoor ook werken. Die kregen zeer laag inkomen. Helaas hadden ze ook nog last van massale werkloosheid. Dit alles werd de sociale kwestie genoemd. Socialisten wouden dat de overheid de situatie van de arbeiders zou verbeteren door de wetgeving, de liberalen waren hier eerst op tegen. Ze vonden dat de overheid zich zo min mogelijk met de economie moest bemoeien. Omdat de liberalen de macht hadden, waren de arme mensen afhankelijk van liefdadigheid > er brak een economische crisis uit, het aantal arme mensen nam zo snel toe. Sommige liberalen snapte nu dat de meeste werkloosheid niet de schud was van de arbeiders zelf. Ook zagen ze dat de arbeiders in de fabrieken werden uitgebuit. Ze maakte daarom toch wetten om arbeider, armen en kinderen te beschermen, deze wetten noemen we sociale wetgeving. De eerst belangrijke sociale wet was het Kinderwetje van Van Houten [kinderen onder de 12 jaar mochten niet in fabrieken werken] uit Naast het werk van arme vrouwen moesten ze ook voor het gezin zorgen. Rijke vrouwen hoefden niet te werken, maar ze moesten wel voor het gezin zorgen. Veel mensen vonden zorg voor het gezin namelijk de belangrijkste taak van vrouwen. Vrouwen hadden ook minder rechten dan mannen. Mannen mochten bijvoorbeeld stemmen, vrouwen niet. De ongelijke positie van de vrouw zorgde voor de opkomst van het feminisme [dit zijn vrouwen die strijden voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen en daarmee emancipatie voor vrouwen]. De twee belangrijkste feministes waren Wilhelmina Drucker enaletta Jacobs. Drucker en Jacobs hoorden bij de eerste feministische golf [dit was een beweging eind 19 e eeuw, begin 20 ste eeuw die opkwam voor de rechten en belangen van vrouwen] > Drucker richtte de Vrije Vrouwen Vereeniging [VVV] op. Ze vonden dat vrouwen en mannen gelijk moesten worden behandeld en wilde dat deze gelijkheid in de wet kwam te staan. 5 jaar later richtte Drucker samen met Jacobs de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht [KvVK] op. De VvVK voerde acties voor het vrouwenkiesrecht [het recht van vrouwen om te stemmen en gekozen te worden]. De meningen over het vrouwenkiesrecht verschilden: Socialisten wilden dat het loon van arbeiders omhoogging, zo hoefden vrouwen niet te werken. Ze steunden het vrouwenkiesrecht, maar vonden het algemeen kiesrecht voor mannen veel belangrijker. Het belang van de arbeider ging voor het belang van de vrouw. Confessionelen zagen helemaal niks in het vrouwenkiesrecht. Ze vonden dat vrouwen alleen in huis een rol hadden, ze zorgen voor de man, de kinderen en het huishouden. Politiek was een zaak voor mannen. Ze wilden daarom alleen stemrecht voor het hoofd van het gezin, de man.
4 Liberalen waren verdeeld, het grootste deel vond dat vrouwen moesten kunnen stemmen. Confessionelen Liberalen Socialisten Invoering mannenkiesrecht. V V Invoering vrouwenkiesrecht. T V V Overheid moet bijzonder onderwijs betalen. V T Begin 1900 had iedere zuil zo zijn eigen wensen. De socialisten streefden naar algemeen kiesrecht [iedereen vanaf een bepaalde leeftijd heeft het recht moet stemmen] voor mannen. De protestanten en de katholieken wouden in tegenstelling van de liberalen dat de overheid speciaal onderwijs ging betalen. Deze wensen konden alleen werkelijkheid worden als de grondwet zou veranderen. Maar om dat te doen was 2/3 van de eerste en de tweede kamer nodig. Geen enkele partij kreeg dit en dus moesten ze samenwerken als ze iets wilde bereiken > socialisten en confessionelen besloten om voor elkaars wensen te stemmen. Samen hadden ze een 2/3 e meerderheid in de eerste en tweede kamer en konden ze dus de grondwet veranderen. Er stonden 3 belangrijke dingen in de grondwet van 1917: Algemeen kiesrecht voor manen, alle mannen die ouder waren dan 25 mochten stemmen. Vrouwen kregen passief kiesrecht [ze mochten gekozen worden]. In 1919 kregen ze actief kiesrecht en mochten stemmen. Financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs [overheid betaald ook onderwijs op de bijzondere scholen. Er kwam een eind aan de schoolstrijd]. Districtenstelsel werd vervangen door het stelsel van evenredige vertegenwoordiging [verdeling van de Kamerzetels naar verhouding van het totale aantal stemmen. Gaat om alle stemmen van het hele land, heb je een kwart van alle stemmen? Dan heb je ook een kwart van de zetels. Kleinere en nieuwere kregen zo ook een kans om in de tweede kamer te komen. De invoering van algemeen kiesrecht voor mannen maakte de socialisten blij. De confessionelen waren blij met de financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Samen worden deze twee belangrijke veranderingen de pacificatie van 1917 [pacificatie, het sluiten van vrede] genoemd. Nederland als parlementaire democratie In Nl neemt de regering samen met het parlement [eerst en tweede kamer]. De belangrijkste beslissingen. Ministers [regering], de eerste kamer en de tweede kamer hebben alle drie verschillende rechten. Ministers Tweede kamer Eerste kamer Recht van initiatief [voorstellen voor Recht van initiatief wetten indienen]. Regeren. Recht van amendement [wetsvoorstellen wijzigen]. Wetten uitvoeren. Recht van budget [uitgaven en inkomsten van de staat controleren en goed/af keuren]. Recht van budget. Recht van enquête [een bepaalde zaak tot de bodem uitzoeken]. Recht van interpellatie [minister ondervragen over een besluit of uitspraak]. Recht van enquête. Recht van interpellatie. Het recht van initiatief, het recht van amendement en het recht van budget noemen we wetgevende bevoegdheden. Het recht van interpellatie en het recht van enquête zijn controlerende bevoegdheden. Nadat de begrotingswet via het recht van budget is aangenomen, houden de eerste en tweede kamer toezicht op de uitvoering ervan. Dat is natuurlijk ook een voorbeeld van controle. Alle inwoners van Nl hebben grondrechten, dat zijn de belangrijkste rechten van elke burger. Deze grondrechten staan in de grondwet. Burgers hebben twee verschillende soorten grondrechten: Klassieke grondrechten sinds 1848 Sociale grondrechten sinds 1983 Nl is hierdoor een democratie. Vrijheid van godsdienst, onderwijs en meningsuiting. Vrijheid van drukpers [mening in krant of op het internet zetten]. Vrijheid van vereniging en vergadering [iedereen mag een eigen partij of vereniging beginnen]. Beschermen burgers tegen slechte leefomstandigheden. Recht op bestaanszekerheid [wanneer je buiten je schuld niet genoeg verdient, helpt de overheid je]. Recht op onderwijs [iedereen kan een opleiding volgen, ook met een laag inkomen]. Burgers hebben recht op woonruimte, werk en goede medische zorg. Overheid zorgt voor bewoonbaar land.
5 Recht op rechtsbijstand [wanneer je geen geld hebt voor een advocaat, betaald de overheid die]. Nl is een parlementaire democratie, tijdens verkiezingen kunnen burgers stemmen op politieke partijen. Na de verkiezingen wordt een coalitie gevormd [een aantal partijen leveren samen de ministers van de regering]. De coalitiepartijen moeten een meerderheid in de tweede kamer hebben, anders hebben ze niet voldoende Kamerleden om hun wetsvoorstellen te laten aannemen. De partijen die niet in de regering zitten heten de oppositiepartijen. Nl is ook een rechtsstaat [burgers zijn beschermd tegen onrechtmatig optreden van de overheid en van andere burgers]. In een rechtsstaat zijn de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht zoveel mogelijk van elkaar gescheiden. Zo voorkomen ze dat de overheid hun eigen werk controleerde en daardoor bepaalde fouten over het hoofd ziet of expres verzwijgt. De machten zijn in Nl als volgt gescheiden: Macht: Wat: Wie: Wetgevende macht. Uitvoerende macht. Rechterlijke macht. Recht wetten maken, wijzigen en vooral goed of af keuren. Recht om wetten uit te voeren. Recht om te beslissen of iemand schuldig is en welke straf er wordt gegeven. Leden 1 ste en 2 e kamer. Leden 1 ste kamer mogen alleen wetten goed/af keuren. Ministers mogen ook wetten maken, goedkeuring nodig van 1 ste en 2 e kamer. Recht van ministers, die samen met de koning de regering vormen. Alleen rechters Een rechtsstaat heeft een aantal kenmerken: Alle burgers zijn voor de wet gelijk, iedereen heeft dezelfde rechten en krijgt voor dezelfde overtreding dezelfde straf. Rechters zijn onafhankelijk, ze worden voor het leven benoemd [tot hun pensioen]. De overheid kan ze dus niet ontslaan. Dit maakt rechters onafhankelijk en oordelen zij over schuld/onschuld en welke straf. De overheid mag zich daar niet mee bemoeien. Je kunt alleen straf krijgen voor iets wat volgens de wet strafbaar is, niemand mag zomaar opgepakt en/of veroordeeld worden. Er moet bewijs zijn en die verzamelt de politie. Als er genoeg bewijzen zijn klaagt de officier van justitie namens de overheid de verdachte aan. De verdachte heeft dan recht op een advocaat en de rechter bepaalt of de verdachte schuldig is of niet.. Ook rechters en bestuurders moeten zich aan de wet houden. Burgers kunnen klagen bij de Nationale ombudsman over de overheid en zo opkomen voor hun rechten. In een dictatuur zijn de drie machten meestal niet gescheiden. Burgers kunnen dan ook zomaar worden opgepakt en door partijdige rechters worden veroordeeld. Burgers mogen vaak ook geen kritiek leveren op de overheid. Algemene samenvatting In 1815 ontstond het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Het land had een koning. Zijn macht was vastgelegd in een grondwet. Dat noemen we een constitutionele monarchie. De grondwet van 1815 gaf de koning veel macht. In 1848 braken in verschillende Europese landen revoluties uit. Koning Willem 2 gaf Thorbecke opdracht om een nieuwe grondwet te schrijven. Door de grondwet van 1848 werd de koning onschendbaar en kregen ministers ministeriele verantwoordelijkheid. De macht van de koning werd hierdoor kleiner. De grondwet van 1848 maakte van Nederland een parlementaire democratie. Koning Willem 2 was hier niet blij mee. In kreeg hij ruzie met het parlement: de Luxemburgse kwestie. In 1848 was Nederland nog geen echte democratie. Dat kwam door het censuskiesrecht, waardoor maar 11% van de volwassen mannen mocht stemmen. Daarnaast had Nederland ook een districten stelsel. Omdat in praktijk alleen rijke mannen mochten stemmen, hadden de liberalen de macht. Naast de liberalen ontstonden er in de 19 e eeuw nog twee andere belangrijke politieke groepen. Een groep kwam op voor de rechten van arbeiders: de socialisten. De andere groep kwam op voor de rechten van gelovigen: de confessionelen. Het strijden voor gelijke rechten noemen we emancipatie. Mede hierdoor raakte Nederland verdeeld in verschillende groepen. Die verdeling heet verzuiling. De verschillende groepen hadden vaak conflicten met elkaar, bijvoorbeeld wie het bijzonder onderwijs moest betalen. Dat conflict heet de schoolstrijd. Door het caoutchouc-artikel breidde het kiesrecht zich vanaf 1887 langzaam uit. In de 19 e eeuw werd Nederland een industriële samenleving. Dat kwam door de industriële revolutie. De industrialisatie zorgde voor slechtere leef- en werkomstandigheden voor de onderste bevolkingslagen. De slechte leef- en werkomstandigheden van deze bevolkingslagen waren onderdeel van de sociale kwestie. Om wat aan deze problemen te doen, kwamen liberalen met sociale wetten, zoals het Kinderwetje van Van Houten. In de 19 e eeuw
6 begon ook de eerste feministische golf. Feministes zijn vrouwen die strijden voor gelijke rechten voor vrouwen. Belangrijke feministes waren Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs. Samen streden zij voor het vrouwenkiesrecht. In 1917 kreeg Nederland een nieuwe grondwet. Deze grondwet regelde drie belangrijke zaken. 1. Het districtenstelsel werd vervangen door een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. 2. Er kwam algemeen kiesrecht voor mannen. 3. De overheid ging bijzonder onderwijs betalen. Punt 2 en 3 samen noemen we de Pacificatie van Ministers en Kamerleden hebben verschillende rechten. Het recht om wetten te maken, heet het recht van initiatief. Het recht om wetten te wijzigen, noemen we het recht van amendement. Kamerleden mogen een minister ondervragen over een besluit of uitspraak. Dit hoort bij het recht van interpellatie. Daarnaast hebben Kamerleden ook het recht de uitgaven en inkomsten van de staat te controleren. Dat is het recht van budget. Ten slotte mogen Kamerleden ook een onderzoek instellen. Dan noemen we het recht van enquete. In de grondwet van 1848 staan klassieke grondrechten. In 1983 werden sociale grondrechten aan de grondwet toegevoegd. In Nederland zijn burgers beschermd tegen onrechtmatig optreden van de overheid. Daarom is Nederland een rechtsstaat. De wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht zijn in Nederland gescheiden. Ministers hebben wetgevende en uitvoerende macht. Kamerleden hebben wetgevende macht. Rechters hebben rechterlijke macht.
Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland
Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting door M. 1255 woorden 6 mei 2015 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Grondwet
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Staatsinrichting Begrippen
Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting Be Samenvatting door een scholier 1664 woorden 17 september 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Staatsinrichting is het bestuur van een staat of land. Thorbecke
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Module 2: Staatsinrichting van Nederland
Samenvatting Geschiedenis Module 2: Staatsinrichting van Nederland Samenvatting door een scholier 1834 woorden 5 jaar geleden 7,8 12 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Paragraaf 1 1848, Het
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie gelijkheid voor iedereen
Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie 1848-53 gelijkheid voor iedereen Samenvatting door een scholier 2412 woorden 8 mei 2010 6,4 20 keer beoordeeld Vak Geschiedenis
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1521 woorden 14 december 2017 6,6 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Geschiedenis samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk
Nadere informatieWerkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw
Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw Werkstuk door een scholier 2435 woorden 22 januari 2005 6 108 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inhoud: Hoofdvragen: 1: Wat veranderde er in de 19e Eeuw met
Nadere informatieIn 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning
Samenvatting door O. 1153 woorden 25 september 2013 4,4 19 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1 paragraaf 1 In 17 eeuw 18 eeuw (1600-1700)was Nederland een republiek. In een
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door D. 971 woorden 31 mei 2013 5,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 1848 Censuskiesrecht Grondrechten Ministeriele verantwoordelijkheid
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting door M. 804 woorden 17 juni 2013 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Bronnen Samenvatting geschiedenis Hoofdstuk 6 Burgers en stoommachines,
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO
Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO Samenvatting door Marieke 1467 woorden 30 april 2015 7,4 34 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1: Het
Nadere informatieTijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?
Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van
Nadere informatieTijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?
Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Module 5
Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting door een scholier 1332 woorden 26 maart 2006 10 1 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis module 5 Hoofdstuk 1 1918, Troelstra wilde een revolutie
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Staatsinrichting in Nederland
Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting in Nederland Samenvatting door een scholier 1615 woorden 13 jaar geleden 6,3 59 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sporen Jaartallen: - 1795-1813: Franse
Nadere informatieDE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?
DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848 ACHTERGRONDINFORMATIE PERIODE 1815-1848 DE EERSTE JAREN VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN Tussen 1795 en 1813 was Nederland overheerst geweest door de Fransen. In
Nadere informatieHoofdstuk 1 Democratisering van Nederland
Oriëntatie Hoofdstuk 1 Democratisering van Nederland 1848-1919 1 Bekijk in je handboek de foto in de oriëntatie. a Beschrijf waar op de foto de Kamerleden zitten. Ze zitten in de halve cirkel in het midden
Nadere informatieToetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen
Tijdvak 8 Toetsvragen 1 In Nederland was de eerste belangrijke politieke stroming het liberalisme. Welke politieke doelen wilden liberalen bereiken? A Zij wilden een eenheidsstaat met een grondwet en vrijheid
Nadere informatie2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw
2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 1830 1870: Javaanse boer werkt voor Nederlandse staat: - cultuurstelsel - Herendiensten van verliespost naar wingewest Vanaf 1870: modern imperialisme particuliere bedrijven
Nadere informatieEindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I
Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland Gebruik bron 1 en 2. 1p 1 De twee bronnen hebben te maken met de constitutionele monarchie. Welke
Nadere informatieA. Kuyper
A. Kuyper A. Kuyper A. Kuyper A. Kuyper A. Kuyper Aletta Jacobs Aletta Jacobs Aletta Jacobs Aletta Jacobs Aletta Jacobs Anti-Revolutionaire Partij Anti-Revolutionaire Partij Anti-Revolutionaire Partij
Nadere informatiePuzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel
Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel Korte omschrijving Tijdens deze werkvorm spelen leerlingen kwartet, waarbij de kaarten over historische ontwikkelingen en veranderingen van ons parlementaire
Nadere informatieBegrippenlijst Module 2
Begrippenlijst Module 2 Algemeen kiesrecht (Module 2, H2, 1 / dl 2 H1, 5) kiesrecht voor iedereen, ongeacht je bezit, huidskleur, geloof, sekse, opleiding en dergelijke, maar wel boven een bepaalde leeftijd
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat
Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting door een scholier 1047 woorden 16 maart 2008 5,7 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Democratie en rechtstaat Hoofdstuk
Nadere informatieEindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I
Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland 1p 1 Op welke manier werd de Tweede Kamer tussen 1848 en 1917 samengesteld? A De leden werden benoemd
Nadere informatieGESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB
Examen VMBO-KB 2006 tijdvak 2 dinsdag 20 juni 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 36 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 52 punten
Nadere informatieGESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT
GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT Wie zei: Het is mijn taak om dit land goed te besturen. Maar al die ministers moeten zich er niet mee bemoeien. 1. koning Willem I 2. koning Willem II 3. koning
Nadere informatie5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer
Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari 2005 5,9 76 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming Democratie bestaat uit 2 basisprincipes: Vrijheid
Nadere informatieEindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II
Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland 1p 1 In 1848 werd de grondwet in Nederland veranderd. Dit had gevolgen voor de machtsverhouding tussen
Nadere informatieDeelvraag: Hoe had de parlementaire democratie zich in Nederland ontwikkeld?
Samenvatting door een scholier 1446 woorden 7 juni 2005 6,2 36 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Module 7 Politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa 1 Op weg naar een moderne parlementaire
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Politiek
Samenvatting Maatschappijleer Politiek Samenvatting door een scholier 1031 woorden 22 juni 2007 7,7 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Maatschappijleer samenvatting 1. Democratie Wetten:
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7 Samenvatting door H. 1327 woorden 6 oktober 2015 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Samenvatting geschiedenis 7.1 De Franse filosoof en jurist Charles de Montesquieu
Nadere informatieAantekening Geschiedenis Hoofdstuk 6: Staatsinrichting
Aantekening Geschiedenis Hoofdstuk 6: Staatsin Aantekening door C. 1154 woorden 16 januari 2014 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sfinx Constitutionele (parlementaire) monarchie Constitutie:
Nadere informatieGESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB
Examen VMBO-KB 2006 tijdvak 1 woensdag 31 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 35 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 51 punten
Nadere informatieEindexamen vmbo gl/tl geschiedenis en staatsinrichting II
Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland 1p 1 De nieuwe grondwet van 1848 zorgde voor een verandering in het kiessysteem. De leden van de
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis H5
Samenvatting Geschiedenis H5 Samenvatting door een scholier 1826 woorden 26 juni 2017 8,8 38 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Samenvatting Geschiedenis H5 5.1 Elektrisch licht De ondernemer
Nadere informatieTijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.
Onderzoeksvraag: Waardoor ontstonden het liberalisme en het socialisme, en hoe dachten liberalen en socialisten over de sociale kwestie? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek maatschappelijke
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer 1 Politiek
Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek Samenvatting door een scholier 1057 woorden 17 maart 2016 7,8 8 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1 Hoofdstuk 1 In de politiek gaat het om keuzes maken. Dat
Nadere informatiegeschiedenis en staatsinrichting CSE KB
Examen VMBO-KB 2009 tijdvak 2 dinsdag 23 juni 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje Dit examen bestaat uit 40 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 53 punten
Nadere informatieEureka 2M volledig herziene 5 e druk,
Eureka 2M volledig herziene 5 e druk, 2015-2016 Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist in het antwoord moet staan. De bedoeling is, dat je eerst
Nadere informatieBurgers en Stoommachines. Tot 1:20
Burgers en Stoommachines Tot 1:20 Wat gaan we leren? 1. Welke gevolgen de technische uitvindingen hadden. 2. Wat er in de grondwet van 1848 stond. 3. Welke groepen minder rechten hadden dan andere groepen.
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL 2006
Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 1 woensdag 31 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieAntwoorden Maatschappijleer Hoofdstuk 2
Antwoorden Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Antwoorden door een scholier 587 woorden 14 januari 2004 3,8 76 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Maatschappijleer H2 1. a) Bron2 in bron 1 wordt
Nadere informatieTijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw
Tijdvakken Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw K.A. * De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving * De moderne vorm van imperialisme
Nadere informatiegeschiedenis en staatsinrichting CSE KB
Examen VMBO-KB 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje Dit examen bestaat uit 38 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten
Nadere informatieAntwoordkernen bij Eureka 4HAVO Staatsinrichting H. 9 t/m 14
Antwoordkernen bij Eureka 4HAVO Staatsinrichting H. 9 t/m 14 Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist in het antwoord moet staan. De bedoeling
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Staatsinrichting H3+4
Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting H3+ Samenvatting door een scholier 1611 woorden 26 november 2001 5,5 29 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis stof voor eerste rep (maatschappijleerboek
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming
Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Samenvatting door een scholier 410 woorden 3 februari 2004 5,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Aantekeningen Hoofdstuk 2 Politieke
Nadere informatieBegrippenlijst Geschiedenis Politiek en staatsinrichitn in Nederland en Europa (H1-H3)
Begrippenlijst Geschiedenis Politiek en staatsinrichitn in Nederland en Europa (H1-H3) Begrippenlijst door een scholier 1308 woorden 25 januari 2003 6,7 17 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Begrippenlijst
Nadere informatiePolitieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/61325
Auteur VO-content Laatst gewijzigd 19 oktober 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/61325 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken
Nadere informatieWerk in de eerste fabrieken In de nieuwe fabrieken moesten de arbeiders onder moeilijke omstandigheden werken:
Samenvatting door een scholier 2862 woorden 6 maart 2018 6,2 15 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Paragraaf 4.2: van handwerk naar machine ZIE BIJLAGE 4.3 De industriële samenleving Werk in
Nadere informatieGESCHIEDENIS SO3 TV
GESCHIEDENIS SO3 TV 2 2014-2015 Dit schoolexamen bestaat uit 42 vragen. Bij meerkeuze vragen antwoorden met hoofdletter schrijven. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Rechtstaat en Democratie
Samenvatting Geschiedenis Rechtstaat en Democratie Samenvatting door A. 1325 woorden 18 mei 2011 6,9 35 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Samenvatting Geschiedeniswerkplaats Rechtstaat
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming)
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming) Samenvatting door een scholier 2059 woorden 28 maart 2007 9 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappij, H2 Politieke Besluitvorming:
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1365 woorden 30 mei 2012 0 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi 1 Democratie Democratie is historisch gezien een
Nadere informatie5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer
Boekverslag door E. 2025 woorden 23 oktober 2014 5.9 8 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf 1: wat leer je bij maatschappijleer? Iets is een maatschappelijk probleem
Nadere informatie1 keer beoordeeld 31 oktober 2015
2,6 Samenvatting door F. 2075 woorden 1 keer beoordeeld 31 oktober 2015 Vak Geschiedenis Samenvatting geschiedenis H14 1. Willem van Oranje stelde in 1578 voor om zowel katholieke als luthers en calvinistische
Nadere informatiegeschiedenis en staatsinrichting CSE KB
Examen VMBO-KB 2008 1 tijdvak 1 donderdag 22 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 39 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 55 punten
Nadere informatiegeschiedenis en staatsinrichting CSE KB
Examen VMBO-KB 2010 tijdvak 1 vrijdag 21 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 39 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten
Nadere informatiePolitieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd 25 June 2015 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/61325 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek
Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek Samenvatting door een scholier 1027 woorden 10 augustus 2010 5,3 17 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 3. Politiek 3.1. Keuzes
Nadere informatieMaatschappijleer par. 1!
Maatschappijleer par. 1 Iets is een maatschappelijk probleem als: 1. Het groepen mensen aangaat 2. Het samenhangt met of het is gevolg is van maatschappelijke verandering 3. Er verschillende meningen zijn
Nadere informatieQUIZ: DE PIENTERSTE MENSCH GESCHIEDENIS VAN DE PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE IN NEDERLAND
QUIZ: DE PIENTERSTE MENSCH GESCHIEDENIS VAN DE PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE IN NEDERLAND KORTE OMSCHRIJVING WERKVORM De pienterste mensch is een kennisquiz over de ontwikkeling van de parlementaire democratie
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren
Nadere informatieKoning Willem III. Wilhelmina Drucker
Koning Willem II Koning Willem III Rudolph Thorbecke Aletta Jacobs Wilhelmina Drucker Abraham Kuyper Herman Schaepman Pieter Jelles Troelstra Frans Ferdinand Gavrilo Princip Lenin Adolf Hitler Benito Mussolini
Nadere informatieGESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK
GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK Inhoudsopgave 8 Nederland 1900-191 Module 1 Nederland en Indonesië HET CULTUURSTELSEL NEDERLAND BREIDT ZIJN INVLOED UIT HET NATIONALISME 6 50
Nadere informatie3,2. Verslag door Lotte 1992 woorden 19 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines. Periode:
Verslag door Lotte 1992 woorden 19 juni 2017 3,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines Periode: 1800-1900 https://www.scholieren.com/verslag/108551
Nadere informatiegeschiedenis en staatsinrichting CSE KB
Examen VMBO-KB 2010 tijdvak 2 dinsdag 22 juni 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 38 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 53 punten
Nadere informatieInstructie Machtenscheidingsquiz
Instructie Machtenscheidingsquiz Korte omschrijving werkvorm De leerlingen worden ingedeeld in teams. Elk team strijdt om de meeste punten. Er zijn kennisvragen en blufvragen. Bij kennisvragen kiest elk
Nadere informatie5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave
Boekverslag door B. 1102 woorden 2 juni 2003 5.4 32 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inhoudsopgave - Inleiding - Samenvatting verkiezingsstrijd - Artikelen - Bronvermelding Inleiding Verkiezingen We
Nadere informatie2 keer beoordeeld 20 februari 2016
5,4 Samenvatting door een scholier 1315 woorden 2 keer beoordeeld 20 februari 2016 Vak Maatschappijleer Methode Thema's maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 3 Parlementaire democratie Par. 1 wat
Nadere informatiegeschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL
Examen VMBO-GL en TL 2017 tijdvak 2 dinsdag 20 juni 13.30-15.30 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 46 vragen. Voor dit examen zijn
Nadere informatie3,6. Antwoorden door een scholier 3031 woorden 2 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Paragraaf 1
Antwoorden door een scholier 3031 woorden 2 november 2017 3,6 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Paragraaf 1 1 Nederland is een monarchie. De koning(in) maakt wel deel uit van de regering.
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 1623 woorden 10 december 2007 5,4 53 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1: Idee
Nadere informatiegeschiedenis en staatsinrichting CSE KB
Examen VMBO-KB 2011 tijdvak 1 maandag 23 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL 2006
Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 2 dinsdag 20 juni 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting door A. 2210 woorden 6 mei 2017 5,5 1 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 1. Wat is politiek? Politiek:
Nadere informatiegeschiedenis en staatsinrichting CSE KB
Examen VMBO-KB 2007 tijdvak 2 dinsdag 19 juni 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 32 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 48 punten
Nadere informatiegeschiedenis en staatsinrichting CSE KB
Examen VMBO-KB 2009 tijdvak 1 woensdag 20 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 51 punten
Nadere informatiegeschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL
Examen VMBO-GL en TL 2008 1 tijdvak 1 donderdag 22 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 42 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatiegeschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL
Examen VMBO-GL en TL 2009 tijdvak 1 woensdag 20 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL Gebruik het bronnenboekje Dit examen bestaat uit 42 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden
Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari 2005 7 334 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1 Wat is een revolutie? Een grote verandering in de samenleving in een korte
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting door Larissa 665 woorden 18 januari 2016 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Hoofdstuk 8: Tijd van
Nadere informatieEr zijn tal van landen waar burgers nauwelijks rechten hebben, of waar die rechten door machtshebbers worden genegeerd.
Samenvatting door een scholier 2631 woorden 4 november 2002 5,7 21 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Pw Staatsinrichting H1 Rechtsstaat: Kern v. Nederlandse staatsinrichting. Staatsinrichting: Manier waarop
Nadere informatieEen democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.
Samenvatting door L. 1165 woorden 13 januari 2013 4,8 12 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie Paragraaf 1 t/m 4 1; Wat is politiek? Deelvraag: Wat
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3.1 t/m
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3.1 t/m 3.6 + 4.6 + 4.7 Samenvatting door een scholier 3133 woorden 25 maart 2014 2,9 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Liberalisme (kernwoord:
Nadere informatie5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.
Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november 2004 5,8 19 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer: Hoofdstuk 3! Par 1: Staat! Nederland is een onafhankelijke staat, waarvan we spreken
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 2214 woorden 15 maart 2004 5,6 13 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Maatschappijleer H2 2.1 t/m 2.4 Politieke
Nadere informatieSamenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang:
Samenvatting door M. 1124 woorden 15 januari 2014 9 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1 Algemeen belang: Openbare orde en veiligheid Buitenlandse betrekkingen
Nadere informatieModule 7 Staatsinrichting en rechtsstaat
Module 7 Staatsinrichting en rechtsstaat 7.1 Onze democratie Tekst 1: Wie is de baas in Nederland? Nederland is een democratie. Dat betekent: de bevolking is de baas. Maar je kunt niet 16,7 miljoen bazen
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6
Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1199 woorden 12 januari 2005 7,9 31 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer politiek module 1
Samenvatting Maatschappijleer politiek module 1 Samenvatting door C. 1476 woorden 18 april 2016 3,3 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Module 1 politiek Een goede politicus heeft de volgende kenmerken:
Nadere informatieAAN DE SLAG MET DE RECHTSSTAAT
OKTOBER 2018 AAN DE SLAG MET #3 WAT HEB JE NODIG? PowerPoint Per groepje twee werkbladen met opdrachten van verschillende landen DE WERKVORM IN HET KORT Eerst leg je aan de hand van een PowerPointdia uit
Nadere informatie7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2
Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april 2002 7,4 22 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Toets politieke besluitvorming H2 Wat is een parlementaire democratie? : Democratie is dat burgers ook
Nadere informatie1Nederland als democratie
Thema 1Nederland als democratie en rechtsstaat 1.1 Inleiding Nederland is een democratie. Wij kiezen bepaalde mensen - de volksvertegenwoordigers - die namens ons regeren. Zij nemen besluiten en besturen
Nadere informatiegeschiedenis en staatsinrichting CSE KB
Examen VMBO-KB 2013 tijdvak 1 dinsdag 21 mei 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 41 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 55
Nadere informatieGROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1
GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 Tijdvak Jagers en boeren; van de eerste mensen 3000 v. C. prehistorie; van de eerste mensen - 3000 v.c. Samenlevingstype: eerst jagers/verzamelaars,
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming
Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluis Samenvatting door een scholier 1711 woorden 16 februari 2005 4,3 19 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Begrippen politieke beslui Trias politica = Driedeling
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving Samenvatting door Amy 673 woorden 19 maart 2017 6,6 8 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1 de industriële samenleving
Nadere informatieGESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB
Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 1 woensdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 35 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten
Nadere informatieInstructie: Landenspel light
Instructie: Landenspel light Korte omschrijving werkvorm In dit onderdeel vormen groepjes leerlingen de regeringen van verschillende landen. Ieder groepje moet uiteindelijk twee werkbladen (dus twee landen)
Nadere informatie