Beleidsplan Stichting A+O fonds Rijk

Transcriptie

1 Beleidsplan 2012 Stichting A+O fonds Rijk

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding blz Beleid 4 3. Organisatie Financiële middelen 12 Bijlage: begroting 2012 A+O fonds Rijk Bezoekadres Lange Voorhout EA Den Haag Postadres Postbus CN Den Haag Telefoon Fax info@aofondsrijk.nl Internet 2

3 1. Inleiding Initiëren, coördineren en stimuleren, dat is de rol van het A+O fonds Rijk. Aanvullend aan de activiteiten van het Sectoroverleg Rijk (SOR), waarin de arbeidsvoorwaardenovereenkomst centraal staat, ontwikkelt het A+O fonds Rijk vernieuwende activiteiten op het gebied van arbeidsmarkt-, werkgelegenheids- en scholingsbeleid in de sector. Daarom investeert het fonds - naast in langer lopende activiteiten en subsidies - ook in 2012 nadrukkelijk in innovaties die zijn gericht op de toekomst van het werken bij de Rijksdienst. Dit gebeurt vooral in de zogenoemde Kwaliteitsagenda, de gezamenlijk p&o agenda van werkgever en vakbonden in de Rijkssector. Werkgever en werknemers in de sector Rijk hebben gedeelde belangen en trekken in de concrete activiteiten gezamenlijk op. Het A+O fonds Rijk ondersteunt en financiert activiteiten en projecten in het kader van de Kwaliteitsagenda. Ook voor 2012 geldt dat speerpunten uit de Kwaliteitsagenda leidend zullen zijn voor het programma van het fonds. Daarmee wordt de statutaire doelstelling van het fonds gerichter vorm gegeven. Deze doelstelling is uitgewerkt in de volgende activiteiten: het financieren van eigen activiteiten en activiteiten op verzoek van het SOR; het op verzoek van het SOR verlenen van subsidie aan gerelateerde sectoren en andere (internationale) instellingen; het verlenen van subsidies aan die diensten van de Rijksoverheid welke vallen onder het regime van het SOR. In paragraaf 2 Beleid wordt er meer in gegaan op de aandachtspunten en speerpunten vn het fonds voor Paragraaf 3 Organisatie gaat in op de organisatorische uitwerking van het beleid en de organisatie achter onder andere de kwaliteitsagenda en de laatste paragraaf 4 bevat op hoofdlijnen de begroting van het fonds voor

4 2. Beleid In 2010 hebben de sociale partners van het Rijk vanuit het Visietraject Organisatie- en Personeelsbeleid Rijk in 2011 de gezamenlijke Kwaliteitsagenda gepresenteerd. Het primaat voor de vaststelling van de Kwaliteitsagenda ligt bij het SOR. De aandacht in deze agenda gaat uit naar de rijksdienst van als aantrekkelijke werkgever met voldoende en goed gekwalificeerde medewerkers om maatschappelijke thema s aan te pakken en afgesproken taken uit te voeren. De rijksdienst biedt kwalitatief hoogwaardige dienstverlening. Talenten van medewerkers worden optimaal benut. Iedereen kan zich ontplooien en ontwikkelen. Waar mogelijk is het nieuwe werken het uitgangspunt. Structuren en procedures zijn ondersteunend. De relatie tussen leidinggevende en medewerker is cruciaal. De rijksambtenaar van is betrokken, krijgt en neemt zijn professionele ruimte, beschikt over aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden met daarin een balans tussen flexibiliteit en zekerheid. De medewerker heeft mogelijkheden om werk en privé te combineren en beschikt over voldoende ontwikkelings- en ontplooiingsmogelijkheden. Medewerkers hebben actuele kennis van zaken en geven de organisatie een stevige kennisbasis. Ze hebben regie op de eigen ontwikkeling en loopbaan. Deze doelen getuigen van een gezamenlijk belang van werkgever en medewerkers en vormen de basis voor het beleid van het A+O fonds Rijk. De aandachtspunten voor 2012 die uit deze tussenevaluatie naar voren zijn gekomen, zijn de borging van de projectimplementatie en -evaluatie. Tevens wordt geadviseerd in geval van meerjarige projecten tussentijds procesevaluaties uit te voeren. Deze evaluaties bieden tussentijds inzicht in de voortgang van de projecten opdat tijdige bijsturing mogelijk is. Andere aandachtspunten zijn: het periodiek beoordelen of de projecten uit de Kwaliteitsagenda voldoende invulling geven aan het visietraject met eventueel een controle op de actualiteit van het visietraject; het versterken van de betrokkenheid en het draagvlak op alle niveaus (bestuurlijke betrokkenheid van die ambtenaren, personele inzet, continuïteit); en de mate van vernieuwing. De volgende speerpunten zijn van belang: het optimaliseren van de betrokkenheid van de sociale partners bij de activiteiten van het fonds in relatie tot het door hen ontwikkelde beleid; het vergroten van de zichtbaarheid van de (in het fonds) samenwerkende sociale partners bij de doelgroep van werknemers in de sector Rijk; Verder zal het fonds binnen de gestelde kaders onverminderd de ministeries en rijksdiensten financieel steunen, wanneer zij met hun medezeggenschapsorganen gezamenlijk initiatieven nemen voor arbeidsmarktprojecten, werkervaringsplaatsen en andere projecten die bijdragen aan de doelstelling van het fonds. Het concept van eigen projecten komt niet heel veel meer voor. Er worden voornamelijk nog arbeidsmarktprojecten gesubsidieerd gerelateerd aan de thema s van de Kwaliteitsagenda. Uitgangspunt is dat de activiteiten van het fonds een aanvulling bieden op de activiteiten die 4

5 het Rijk als werkgever ontwikkelt in afstemming met de ondernemingsraad en op de activiteiten die zich via de CAO-tafel ontwikkelen gericht op het personeelsbeleid. Het voorgaande betekent dat er op beleidsmatig terrein veel activiteiten zijn opgehangen aan de Kwaliteitsagenda. In deze paragraaf wordt hierop nader ingegaan, naast andere lopende beleidsmatige activiteiten. 2.1 De Kwaliteitsagenda De Kwaliteitsagenda is de gezamenlijke p&o-agenda van sociale partners. Sociale partners werken sinds 2011 op volle sterkte aan de gezamenlijke agenda. Op basis van de ervaringen in 2011 zijn de werkwijze en aanpak deels aangepast. Zo maakt de Kwaliteitsagenda in 2012 deel uit van het ICOP jaarplan. De samenwerking van sociale partners binnen de kwaliteitsagenda ervaren zij als zeer succesvol. Werkenderweg zullen de leerervaringen worden benut voor verdere verbeteringen t.b.v. de effectiviteit en efficiency voor deze samenwerking. Continuïteit van de ingeslagen weg zien zij als basis van het realiseren van de gezamenlijke doelstellingen. De Kwaliteitsagenda gaat uit van de arbeidsmarktpositie van de Rijksdienst als werkgever (boeien en binden) en van de rijksmedewerkers (topconditie op de arbeidsmarkt). Zowel het imago van de Rijksdienst als de beroepstrots van de rijksmedewerker zijn belangrijke uitgangspunten. Sociale partners hebben in 2011 diverse concrete activiteiten aangepakt rondom de vier thema s: gezond en veilig werken; opleiding en talentontwikkeling; relatie medewerker leidinggevende; professionele ruimte. Elke stuurgroep omvatte een aantal thema s. Zo richt het cluster gezond en veilig werken zich op de thema s aanpak agressie en geweld rijk, gezond werken en balans werk-privé. Het cluster opleiding en talentontwikkeling behelst de thema s sociale re-integratie, seniorprogramma, behoud en doorstroom gevarieerd personeelsbestand, rijksbrede invoering loopbaanlijnen en leerlijnen, versterking rijksbrede mobiliteit en versterking van de secretaressefunctie. Het derde cluster, relatie medewerker leidinggevende schenkt vervolgens aandacht aan de thema s mediation en HR vaardigheden voor leidinggevenden. De stuurgroep professionele ruimte richt zich op het gelijknamige thema en beoogt aan dilemma s te werken en een kennispunt in te richten. De projecten loket mediation en balans werk-privé zijn inmiddels afgerond of worden in het eerste kwartaal van 2012 afgerond. De andere projecten worden in 2012 verder voortgezet (agressie en geweld, gevarieerd personeelsbestand, loopbaanpaden en leerlijnen, en secretaressefunctie) of in de onderstaande clusters ondergebracht. 5

6 Is 2011 is een eerste goede stap gemaakt, maar de initiatieven waaierden te veel uit. Wat belangrijk is gebleken is focus en verbinding. Daarom hebbben sociale partners vanuit de Kwaliteitsagenda Rijk voor 2012 vier clusters geformeerd: van werk naar werk en arbeidsmarkt; professionele ruimte en leiderschap; gezond werk(en) en vitaliteit; Het nieuwe werken. Het Algemeen Bestuur (AB) van het A+O fonds Rijk fungeert in het kader van de Kwaliteitsagenda tevens als Focusgroep. De Focusgroep schept de kaders waarbinnen het beleid wordt ontwikkeld voor de Kwaliteitsagenda. Vervolgens stelt de Focusgroep/AB het beleid vast en bewaakt de voortgang van de uitvoering van de activiteiten. In voorkomend geval kan de Focusgroep worden uitgebreid met adviseurs van sociale partners. Via de werkgeversvertegenwoordiging van het AB is de ICOP aangesloten bij de Kwaliteitsagenda. 2.2 Subsidies Vanaf januari 2012 zal de subsidieverstrekking vanuit BZK worden aangepast in een bijdragebeschikking die onder een minder zwaar te verantwoorden regime zal gaan vallen. Naar aanleiding van deze nieuwe beschikking zal er een nieuwe administratieve organisatie (AO) worden ontwikkeld voor de subsidieverlening van BZK aan het A+O fonds Rijk en van het A+O fonds Rijk aan andere aanvragers vanuit de Rijksoverheid. De ontvangen aanvragen vanaf januari 2012 zullen volgens dit nieuwe, lichtere regime worden verwerkt. Aan de hand van de nieuwe AO en nog te maken keuzes, worden de subsidievoorwaarden voor 2012 ook aangepast. Zoals ook in voorgaande jaren gebruikelijk, zal een deel van de middelen van het A+O fonds Rijk beschikbaar zijn voor subsidiëring van projecten uit de sector. Het gaat dan allereerst om arbeidsmarktprojecten met een innovatief karakter, die van belang kunnen zijn (als pilotproject) voor de gehele Rijksdienst. De ministeries, diensten en Hoge Colleges van Staat brengen deze voor subsidie in aanmerking bij het bestuur. Op de tweede plaats gaat het om werkervaringsplaatsen. Als gevolg van de nieuwe AO worden de subsidievoorwaarden aangepast met als doel een minder ingewikkelde subsidieverantwoording te laten plaatsvinden. Daarnaast zal de subsidieregeling voor werkervaringsplaatsen inhoudelijk worden herzien. Op dit moment zijn de nieuwe subsidievoorwaarden nog niet gereed Arbeidsmarktprojecten Het doel van de subsidieverlening voor arbeidsmarktprojecten is vernieuwingen te bevorderen en activiteiten te stimuleren, die buiten de gebaande paden gaan. Het begrip arbeidsmarkt wordt hierbij breed gezien: het kan ook gaan om initiatieven op het gebied van werkgelegenheid of scholing, of combinaties daarvan. Andere criteria voor de beoordeling van deze aanvragen zijn: Aanvullend karakter: Het project moet een aanvulling zijn op de werkgeverstaak, dat wil zeggen dat het geen activiteiten mogen zijn, die gerekend worden tot de reguliere bedrijfsvoering. Reguliere scholingstrajecten komen niet voor subsidiëring in aanmerking; Overdraagbaarheid: 6

7 De resultaten van het project moeten zo veel mogelijk overdraagbaar zijn naar andere onderdelen van de sector. De aanvrager geeft aan welke onderdelen van het project overdraagbaar zijn en hoe deze overdracht kan plaatsvinden. Draagvlak: Het project dient voldoende draagvlak te hebben binnen de organisatie. Bij departementale projecten komt dit tot uitdrukking door de ondertekening van de aanvraag door zowel de werkgevers- als werknemersvertegenwoordiging. Aan deze eis wordt bij departementale aanvragen voldaan door ondertekening van de aanvraag door het DGO (respectievelijk de werkgever en de werknemersvertegenwoordiging in het DGO) of door ondertekening van de aanvraag door werkgever en OR gezamenlijk. Over interdepartementale projecten kan het SOR, dan wel kunnen ICPO en SCO afzonderlijk een uitspraak doen. Door het subsidiebeleid van het A+O fonds Rijk wordt externe inhuur zoveel mogelijk beperkt en worden ministeries gestimuleerd hun eigen medewerkers zoveel mogelijk in te zetten, zodat de kennis die wordt opgedaan, ook behouden blijft voor de ministeries. De aanvragende ministeries mogen daarom 50% van de kosten voor externe inhuur opvoeren op de begroting van de arbeidsmarktprojecten. Indien een eigen medewerker aantoonbaar bovenformatief wordt ingezet voor een arbeidsmarktproject, én activiteiten niet regulier zijn én het project overdraagbaar is naar andere departementen, dan mogen de loonkosten van deze medewerker voor 75% opgenomen worden op de begroting van het arbeidsmarktproject. 75% van de totale begroting is subsidiabel. De overige 25% van de begroting wordt gefinancierd door de aanvrager. In het geval de aanvraag op een bepaalde noemer deel uit kan maken van de kwaliteitsagenda kan het bestuur besluiten tot 100% subsidiering Werkervaringsplaatsen Werkervaringsplaatsen hebben tot doel zwakkere groepen op de arbeidsmarkt werkervaring te laten opdoen bij de sector Rijk om zo hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Subsidieaanvragen die in 2012 worden ontvangen, worden afgehandeld volgens de oude regels, maar het bestuur streeft ernaar om nog in 2012 een nieuwe visie op werkervaringsplaatsen te ontwikkelen Algemeen Subsidieaanvragen kunnen gedurende het hele jaar worden ingediend. Hierdoor is het voor aanvragers mogelijk om in te spelen op de actualiteit. De ingediende aanvraag wordt beoordeeld door het bestuur op advies van het secretariaat. Het secretariaat kan hulp bieden bij het opstellen van de subsidieaanvraag en kan een indicatie geven of het idee aansluit bij de beleidslijnen van het A+O fonds Rijk. Indien een subsidieaanvraag een relatie heeft met een project van de Kwaliteitsagenda, zal het secretariaat inhoudelijk afstemmen met het desbetreffende cluster. De aanvragen worden behandeld in de vergadering van het bestuur. De data waarop deze vergaderingen plaatsvinden, staan vermeld op de website. Het blijft mogelijk dat de aanvrager voor (onderdelen van) projecten ook subsidie aanvraagt bij andere subsidiegevers. Het secretariaat kan aanvragers desgewenst informeren over de mogelijkheden van relevante subsidieregelingen. Er mag echter geen sprake zijn van dubbele financiering van activiteiten. 7

8 2.3 Lopende projecten van het SOR en het A+O fonds Rijk In 2012 zullen enkele projecten uit voorgaande jaren nog doorlopen, totdat zij zijn afgerond of ingebed in nieuwe ontwikkelingen. Het betreft: de organisatorische inbedding en uitvoering van de regelingen Loopbaanadvies en Blik vooruit, conform de CAO-afspraak; methoden en technieken om werkdruk aan te pakken. 3. Organisatie 3.1 Projectuitvoering In de uitvoering zijn er vier typen projecten te onderscheiden. Onderstaand overzicht geeft de verschillende vormen en kenmerken van de projecten weer Type project SOR-projecten Subsidie-projecten en werkervaringsplaatsen Gezamenlijke projecten / Projecten van vakorganisaties of de werkgever Rijk Kenmerken Projecten Kwaliteitsagenda Initiëring SOR Ministeries, diensten, Hoge Colleges van Staat (d.m.v. subsidieaanvraag) Bestuur A+O fonds Rijk Werkgever Rijk Vakorganisaties Vorm Opdrachtverstrekking Subsidieverlening Opdrachtverstrekking Initiatief Initiatief Aansturing Stuurgroep per project Door de gesubsidieerde Clusterleiding (bestuurder van werkgever- en vakbondszijde) Werkgever Rijk Vakorganisaties Uitvoering - werkgever Rijk of - werkgever Rijk gezamenlijk met vakorganisaties Door de gesubsidieerde (Secretariaat A+O fonds Rijk beheert de relatie en de geldstroom naar de gesubsidieerde) - werkgever Rijk en vakorganisaties - of ieder die zij daartoe aanzoeken - werkgever Rijk of - ieder die zij daartoe aanzoekt - vakorganisaties of - ieder die zij daartoe aanzoeken Subsidies voor projecten die worden uitgevoerd door bestuurspartijen, worden toegekend onder de voorwaarden die in 2010 zijn vastgesteld door het algemeen bestuur als Protocol subsidievertrekking aan bestuurspartijen. 3.2 Projectevaluatie Uit de Rapportage Evaluatie A+O fonds Rijk van december 2011 blijkt dat van het merendeel van de project niet zonder meer is vast te stellen of de implementatie succesvol is verlopen. De aanbeveling wordt dan ook gedaan om te focussen op de borging van de projectimplementatie en evaluatie. Deze aanbeveling is gebaseerd op de gang van zaken rondom eigen projecten, echter ook voor projecten vanuit de kwaliteitsagenda is het van belang te monitoren of de projecten goed worden geëvalueerd en (op bruikbare onderdelen) 8

9 geïmplementeerd, geborgd en overgedragen. Alleen op deze manier kan de doelstelling van het fonds worden bereikt. In 2012 wordt gefocust op het monitoren, evalueren, implementeren en overdragen van (onderdelen van) alle projecten. We streven er naar de monitoring, evaluatie, implementatie en het overdragen van kennis vooral te laten plaatsvinden vanuit de projecten zelf. Het bureau fungeert daarbij als waakhond en ondersteuner. Alle aanvragen worden op voorhand bekeken op deze onderdelen en ook de eindrapportages worden hier op getoetst. Mochten er zaken niet in orde zijn dan wordt in gezamenlijk overleg met de coördinatoren en de projectleider van het betreffende project bekeken hoe een en ander is te verbeteren. 3.3 Projecten Bureau Inbedden diversiteitsportaal Het diversiteitsportaal is een database met theoretische en praktische onderzoeksresultaten over diversiteitsbeleid. Het heeft betrekking op verschillen tussen mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, allochtonen en autochtonen. Deze informatie komt voort uit een inventarisatie van onderzoeksresultaten op het gebied van diversiteit. Verder ontsluit een inventarisatie van methoden en technieken een grote hoeveelheid instrumenten en aanpakken. Indien technisch mogelijk wordt 2012 het diversiteitsportaal verankerd in het rijksweb Medezeggenschap Het A+O fonds Rijk wil bijdragen aan de verdere ontwikkeling en het stimuleren van medezeggenschap, zodat medezeggenschap binnen de sector Rijk effectief kan werken. In 2012wordt in directe samenwerking met BZK, de vakbonden en het PRO naar mogelijke activiteiten gekeken Samenwerking andere A+O fondsen Het A+O fonds Rijk oriënteert zich in 2012 op eventuele samenwerking op het gebied van arbeidsmarkt en arbeidsverhoudingen met de andere A+O fondsen in het publieke domein, te weten Gemeenten, Provincies en Waterschappen. Zo kunnen ervaringen uitgewisseld en kennis gedeeld worden over gemeenschappelijke activiteiten, zoals mobiliteit van medewerkers, vitaliteit Niet afgeronde subsidieprojecten Een belangrijk aandachtspunt voor 2012 is het opschonen van oude, nog niet afgeronde subsidieprojecten. In 2011 is hiermee een begin gemaakt. In 2012 vergt deze activiteit nog de nodige aandacht Interne organisatie in bedrijfsvoering In 2009 is gestart met de herprofilering om het fonds sterker te positioneren als samenwerkingsverband van de sociale partners. In 2010 zijn de voorbereidingen hiervoor getroffen en in 2011 is aan het samenwerkingsverband goede invulling gegeven. Deze beleidsomslag heeft gezamenlijke ontwikkeling van plannen vereist en de nodige tijd en inspanning gevergd. Om de activiteiten voor 2012 nog efficiënter en effectiever uit te voeren, worden nieuwe werkprocedures gemaakt. Hiermee de wordt de informatiestroom van het bureau naar het bestuur en de rijksmedewerker geborgd. 9

10 3.4 Bureau Het A+O fonds Rijk als bestuurlijke entiteit laat zich ondersteunen door het CAOP voor het bestuurssecretariaat, beleidsontwikkeling en signalering, financieel beheer, externe communicatie, secretariële en logistieke ondersteuning. In voorkomende gevallen ondersteunt het secretariaat ook projecten. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de 2 adviseurs van de bestuurspartijen. 3.5 Communicatie Algemeen De communicatie van het A+O fonds Rijk is gericht op het informeren van de doelgroepen over de mogelijkheden en activiteiten van de Kwaliteitsagenda en het fonds. Denk hierbij aan aan de subsidiemogelijkheden voor arbeidsmarktprojecten en werkervaringsplaatsen en de SOR-projecten (Loopbaanadvies, Blik vooruit en Werkdruk). De doelgroep waarop de communicatie van het A+O fonds Rijk zich richt, wordt enerzijds gevormd door (vertegenwoordigers van) de rijksonderdelen, anderzijds werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers binnen de rijksoverheid (OR en, vakbonden, ICOP). Voor de Kwaliteitsagenda wordt er een apart strategisch communicatieplan geschreven. In dit plan wordt de communicatie over het fonds zelf ook opgenomen, aangezien er op beleidsmatig terrein veel activiteiten zijn opgehangen aan de Kwaliteitsagenda. De begrotingen worden wel apart opgesteld. Alle communicatie-uitingen worden gedaan uit naam van de sociale partners. Om dit beter naar voren te laten komen, wordt het logo zo aangepast dat de verschillende bestuurspartijen beter zichtbaar worden. Als communicatiekanalen worden in ieder geval ingezet: de eigen middelen (zoals website, digitale en papieren nieuwsbrief, brochures), de communicatiemiddelen van de Rijksoverheid (intranetten, magazine BinnenBerijk), communicatiemiddelen van vakorganisaties, de werkgever Rijk, individuele werknemers (bijvoorbeeld gericht communiceren via brieven vanuit een OR, leidinggevende, ICOP, BZK) en waar mogelijk ook de landelijke en regionale media Website De website fungeert als spin in het web voor de activiteiten van het fonds en de activiteiten rondom de Kwaliteitsagenda. De website beschikt over een zoekmachine, waarmee bezoekers de door hen gewenste informatie eenvoudig kunnen vinden, zoals de drie ARBO-deelcatalogi, publicaties en informatie over projecten en activiteiten. Met deze website wil het A+O fonds Rijk de rijksmedewerkers bereiken en verder de bekendheid van bestaande producten vergroten. Hiermee wordt ook een bijdrage geleverd aan het vergroten van de bekendheid van de Kwaliteitsagenda en daarmee ook het fonds. In 2012 is het doel de website tot een actief instrument te maken waar informatie gehaald en gebracht kan worden. 4. Financiële middelen 10

11 4.1 Middelen Het A+O fonds Rijk beschikt op jaarbasis over een structurele bijdrage van 3,4 mln, die in de vorm van een subsidie door het ministerie van BZK jaarlijks aan het fonds ter beschikking wordt gesteld. Vanaf 2012 wordt een subsidiekorting doorgevoerd 1. De bijdrage voor 2012 bedraagt 3,349 miljoen. Het fonds realiseert jaarlijks enige rentebaten, zodat kan worden uitgegaan van een besteedbaar bedrag voor 2012 van ca. 3,45 mln. Eventuele oneffenheden kunnen worden opgevangen door inzet van gelden uit de bestemmingsreserve (thans 1,11 mln). 1 De werknemersdelegatie is het oneens met de korting en heeft haar zienswijze ingediend. 11