Registratienummer Onderwerp Mededeling aanbesteding concessie IJssel-Vecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Registratienummer Onderwerp Mededeling aanbesteding concessie IJssel-Vecht"

Transcriptie

1 PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Registratienummer Onderwerp Mededeling aanbesteding concessie IJssel-Vecht p^tum Kern mededeling: Afdeling/Bureau Op 6 februari 2019 heeft het College van Gedeputeerde Staten besloten om de documenten voor de aanbesteding van de openbaar vervoerconcessie IJssel-Vecht vast te stellen en de aanbesteding te starten. openbaarheid Mededeling: Op 30 mei 2018 (Edocs ) hebben uw Staten de Nota van Uitgangspunten voor de OV-concessie IJssel-Vecht vastgesteld. Vervolgens is gewerkt aan een ontwerp- Programma van Eisen. Dit ontwerp is -zoals aangekondigd in het collegebesluit voor consultatie voorgelegd aan gemeenten, consumentenorganisaties (de ROCOV's), aangrenzende concessieverleners en mogelijke inschrijvers. De Reactienota geeft antwoord op de naar aanleiding van deze consultatieronde ontvangen reacties en adviezen op het ontwerp-programma van Eisen en toont waar het PvE naar aanleiding daarvan is gewijzigd. Scope von de concessie Er zijn veel vragen gesteld over het feit dat het enkele jaren duurt voordat de concessie IJssel-Vecht zijn uiteindelijke vorm krijgt. Deze vragen hadden veelal betrekking op: 1. De fasering van de concessie: besloten is vast te houden aan de fasering zoals opgenomen in het ontwerp-pve om te komen tot de uiteindelijke concessieindeling. 2. De afbakening tussen openbaar vervoerdiensten die tot de concessie behoren en de andere mobiliteitsdiensten die buiten de concessie vallen: in hoofdstuk 2 is daarom een aparte bepaling opgenomen waarin de afbakening duidelijker wordt weergegeven en explicieter wordt aangegeven wat van de concessiehouder wordt verwacht in relatie tot de andere mobiliteitsdiensten. 3. De concessie IJsselmond stroomt pas na afloop van haar huidige concessieduur, december 2023, in de nieuwe concessie in. Het risico van een slechter aanbod door het later inschuiven wordt gemitigeerd doordat in de aanbestedingsdocumenten (Beschrijvend document, Programma van Eisen en Financiële bepalingen) maatregelen zijn opgenomen die ervoor zorgen dat de bij aanbesteding aangeboden kwaliteit en kwantiteit van het vervoer in 2023 onverkort wordt doorgevoerd in het gebied van de huidige concessie IJsselmond. De inschrijvende partijen dienen in hun inschrijving aan te geven welk fictief aanbodniveau zij in 2023 gaan bieden. Dit fictief aanbod wordt beschouwd en beoordeeld als ware het een vervoerplan voor het eerste dienstregelingjaar en de vervoerder blijft hieraan contractueel gebonden. In bijlage 8 staat weer gegeven hoe de aanbestedingsstrategie wordt vormgegeven. Vervoerkundige minimumeisen Door verschillende partijen zijn kanttekeningen geplaatst bij de lijncategorisering. Ook is in Overijssel een motie aangenomen om voor de minimale frequentie voor B- en C-lijnen in het startjaar van de nieuwe concessie uit te gaan van de feitelijke frequentie en routering van de laatst geldende dienstregeling op het moment van aanbesteden. De zorgen over de lijncategorisering en de minimumeisen hebben wij ter harte genomen. Als gevolg daarvan hebben de stadsdiensten in Apeldoorn, Zwolle en Lelystad en een aantal voorzieningen in deze steden meer aandacht gekregen in zowel het Programma van Eisen als het Openbaar Portefeuillehouder Fackeldey, J.A.

2 PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Bladnummer 2 Resistratienummer gunningsmodel. Er wordt nu extra aandacht gevraagd voor een goede bediening van de stadslijnen in de drie genoemde steden. Duurzaamheid Provinciale Staten van Flevoland, Gelderland en Overijssel ontvangen begin 2019 een gezamenlijk Statenvoorstel gericht op versnelling van en stimulering van innovaties bij de transitie naar emissievrij openbaar vervoer. Financieel uitgangspunt bij de aanbesteding blijft vooralsnog dat de huidige exploitatiebudgetten het plafond vormen voor de nieuwe concessie; dit overeenkomstig de door PS vastgestelde Nota van Uitgangspunten. Wel is daarbij de mogelijkheid opengelaten dat PS een besluit kan nemen om de duurzaamheidsambities versneld te realiseren zonder dat dit ten koste gaat van het voorzieningenniveau. Dit besluit heeft betrekking op de keuze om basisvoorzieningen ten behoeve van laadinfrastructuur niet of slechts ten dele ten laste van de exploitatiebudgetten te laten komen. In de aanbestedingsdocumenten is dit als optie opgenomen, waarbij expliciet is aangegeven dat vervoerders hier geen rechten aan kunnen ontlenen. In het Programma van Eisen is een algemene bepaling opgenomen dat de vervoerder moet meewerken aan pilots/initiatieven, waaronder de kandidaatstelling voor de aanschaf van waterstof bussen, van de provincies op het gebied van duurzaamheid. In de Financiële Paragraaf is opgenomen dat in voorkomende gevallen de eventuele meerkosten van de vervoerder op basis van een business case zullen worden bepaald en door de betreffende provincie(s) worden vergoed. Eén kilometertarief voor de concessie IJssel-Vecht Op dit moment gelden in de vier concessies verschillende kilometertarieven. De suggestie is gedaan om deze kilometertarieven te uniformeren. Op dit moment valt niet te overzien wat de financiële consequenties van het overnemen van deze suggestie kunnen zijn. Het ligt daarom meer voor de hand om deze suggestie te betrekken bij een evaluatie van het Tarievenhuis Oost. In het PvE is daarom opgenomen dat de provincies na start van de concessie, bijvoorbeeld binnen de samenwerking rond het Tarievenhuis Oost, een traject starten om tot één kilometertarief voor het hele concessiegebied te komen. Eén kilometertarief komt vaker voor, bijvoorbeeld in de Achterhoek, en leidt in de praktijk niet tot problemen. Samenwerking met stakeholders Verschillende partijen hebben gevraagd om meer duidelijkheid/zekerheid wat betreft hun rol bij de (door)ontwikkeling van het openbaar vervoer. Aan de lijn uit het ontwerp-pve om aan de concessiehouder te vragen om dit proces vorm te geven, is vastgehouden vanuit de gedachte dat de concessiehouder het beste gehouden kan worden aan het volgen van een proces dat hij zelf heeft voorgesteld. Korte toelichting op bijlagen Bijlage 1, Reactienota De Reactienota geeft antwoord op de reacties en adviezen op het ontwerp-programma van Eisen. Bijlage 2, Samenwerkingsovereenkomst De Samenwerkingsovereenkomst bevatten de afspraken tussen de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel over de samenwerking tijdens de aanbesteding van de OV-concessie IJssel-Vecht. Bijlage 3, Beschrijvend document Het Beschrijvend document gaat in op de context van de aanbesteding, de aanbestedingsprocedure, uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen en gunningscriteria beschreven en ook de overige bepalingen en voorschriften. Bijlage 4, Conceptconcessiebeschikking

3 PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Bladnummer 3 Resistratienummer De Conceptconcessiebeschikking vormt het juridische raamwerk voor de concessie. Dit document bevat onder meer een algemene beschrijving van de rechten en verplichtingen van de concessiehouder en een beschrijving van de rolverdeling van de concessie. Bijlage 5, Programma van Eisen In het Programma van Eisen staan de eisen waaraan de concessiehouder gedurende de concessieperiode moet voldoen, bijvoorbeeld voor het vervoeraanbod, materieel, personeel, de reisinformatie en sociale veiligheid. Bijlage 6, Financiële bepalingen De Financiële bepalingen omvatten onder meer de berekening van de exploitatiesubsidie, het meer- en minderwerk en de boetetabel. Bijlage 7, Buurtbusprotocol Het Buurtbusprotocol bevat de bepalingen over de rollen en verantwoordelijkheden van de partijen die betrokken zijn bij buurtbusprojecten in zowel de concessie IJssel-Vecht als de toekomstige concessies Rijn-Waal en Berkel-Dinkel. Vervolgproces Gedeputeerde Staten van de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel verwachten eind augustus de concessie aan de winnende inschrijver te verlenen. Het College zal u na de gunning informeren over de aanbestedingsresultaten. In het vijfde jaar wordt de concessie IJssel-Vecht geëvalueerd en dient de vervoerder zijn Ontwikkelplan voor de tweede helft van de concessieduur te ontvouwen. Bij deze "mid term evaluatie" zullen Provinciale Staten worden betrokken. Jaarlijks wordt u geïnformeerd over de ontwikkelingen rondom het gebruik van het openbaar vervoer in de concessie IJssel-Vecht. Hierbij wordt inzicht verschaft in de reizigersaantallen en reizigersopbrengsten. Ook de klanttevredenheid wordt jaarlijks gemeten en aan u gemeld. Het vervoerplan wordt na vaststelling aan Provinciale staten toegezonden. Bijlagen Naam bijlage: edocs nummer: Openbaar in de zin van de WOB (ja/nee aangeven) ja Bijlage 1 Reactienota ontwerp-programma van Eisen Ja Bijlage 2 Samenwerkingsovereenkomst aanbesteding OVconcessie Ja IJssel-Vecht Bijlage 3 Beschrijvend document Ja Bijlage 4 Conceptconcessiebeschikking Ja Bijlage 5 Programma van Eisen OV-concessie IJssel-Vecht Ja Bijlage 6 Financiële bepalingen Ja Bijlage 7 Buurtbusprotocol Ja Bijlage 8 Aanbestedingsstrategie nee Ter inzage in de leeskamer Naam bijlage: edocs nummer: Openbaar in de zin van de WOB (ja/nee aangeven) Tot

4 Reactienota n.a.v. ontwerp- Programma van Eisen Concessie IJssel-Vecht Datum: Versie: 1.0 Status: Definitief

5 Concessie IJssel-Vecht Reactienota ontwerp-programma van Eisen Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding Afzonderlijke reacties... 7 Blz. 2 / 7

6 Concessie IJssel-Vecht Reactienota ontwerp-programma van Eisen Reactienota Ontwerp-Programma van Eisen 1. Inleiding In september 2018 is het ontwerp-programma van Eisen ter advisering voorgelegd aan consumentenorganisaties en aangrenzende concessieverleners en voor reactie voorgelegd aan Provinciale Staten van de drie provincies, inliggende gemeenten en regio s, de Duitse regio s Niedersachsen en Nordrhein-Westfalen, marktpartijen en andere stakeholders. De volgende partijen hebben gebruikt gemaakt van de mogelijkheid om op het ontwerp-pve te reageren: Gemeenten IJssel- Vecht Aangrenzende concessieverleners Marktpartij Overige reacties Provinciale Staten Apeldoorn Gemeente Almere Arriva Buurtbus Barneveld Nijkerk Flevoland OV-bureau Buurtbusvereniging Rijk van Dronten Groningen-Drenthe Connexxion Nijmegen Gelderland Ede Provincie Utrecht EBS CNV Overijssel Hardenberg Flixbus docp Harderwijk Keolis Dorpsvereniging Nijeveen Gelre Ziekenhuis - bedrijven Kampen Pitpoint Apeldoorn Lelystad Qbuzz Gemeente Amersfoort Meppel Noordoostpolder Ommen Olst-Wijhe Raalte Staphorst Steenwijkerland Urk Zwolle Cleantech Regio Regio FoodValley Gemeente Hoogeveen Gemeente Meppel Gemeente Veenendaal Greijdanus Meppel Seniorenraad Zwolle Toeristisch Platform Apeldoorn VeluweBoard ROCOV s Oost De provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel danken iedereen die de moeite heeft genomen om op het ontwerp-programma van Eisen te reageren. Het aantal en de aard van de reacties bevestigen het gevoel dat het openbaar vervoer in de drie provincies leeft. In deze Reactienota geven de provincies antwoord op alle binnengekomen reacties. In verschillende gevallen hebben de reacties geleid tot wijzigingen in het Programma van Eisen of andere aanbestedingsdocumenten. In andere gevallen betreft het antwoord een nadere toelichting van een keuze in het Programma van Eisen of een toelichting waarom een reactie niet tot een wijziging heeft geleid. Het Programma van Eisen is aangepast naar aanleiding van reacties op het ontwerp-pve en daarnaast ook vanwege voortschrijdend inzicht en andere ontwikkelingen. Een belangrijk aandachtspunt bij het lezen van de Reactienota naast het definitieve Programma van Eisen is dat ten opzichte van het ontwerp-pve op diverse plaatsen de artikelnummering is gewijzigd. Belangrijkste opmerkingen uit de Reactienota Scope van de concessie - geografisch: Er zijn veel vragen gesteld over het feit dat het enkele jaren duurt voordat de concessie IJssel-Vecht zijn uiteindelijke vorm krijgt. Gesprekken over verlenging van Midden-Overijssel hebben ertoe geleid, dat de Blz. 3 / 7

7 Concessie IJssel-Vecht Reactienota ontwerp-programma van Eisen Reactienota Ontwerp-Programma van Eisen einddatum van deze concessie samenvalt met die van de concessie Veluwe, op 12 december De concessie Lelystad wordt in september 2021 en de concessie IJsselmond in december 2023 in de concessie IJssel-Vecht gevoegd. Ook speelt de wens van de regio FoodValley om het concessiedeel Veluwe Zuid al eerder naar de concessie Arnhem-Nijmegen over te hevelen. De provincie Gelderland onderzoekt nog de mogelijkheid om drie lijnen tussen Station Ede-Wageningen en busstation Wageningen niet in de concessie IJssel-Vecht onder te brengen, maar in de concessie Arnhem-Nijmegen (per december 2020). De implicaties van deze mogelijkheid zijn voor IJssel-Vecht in de aanbestedingsstukken beschreven. Afbakening OV - Andere mobiliteitsdiensten: De afbakening tussen de openbaar vervoerdiensten die tot de concessie behoren en de andere mobiliteitsdiensten die buiten de concessie vallen, bleek nog niet voor alle partijen duidelijk. Daarom staat in hoofdstuk 2 van het Programma van Eisen nu een bepaling met een duidelijker afbakening en wordt explicieter aangegeven wat de concessieverleners van de concessiehouder verwachten in relatie tot de andere mobiliteitsdiensten. Vervoerkundige minimumeisen: Door partijen zijn kanttekeningen geplaatst bij de lijncategorisering, onder meer over de minimumeisen die aan de verschillende lijncategorieën gesteld worden in met name Apeldoorn, Lelystad en Zwolle. Om tegemoet te komen aan deze kanttekeningen wordt in de aanbestedingsdocumenten extra aandacht gevraagd voor een goede bediening van de stadslijnen in deze steden. Tabel 3.2 maakt geen onderdeel meer uit van het PvE. In plaats daarvan worden in het Beschrijvend document eisen gesteld aan de verdeling van de aangeboden dienstregelinguren over de concessiedelen. Daarbij wordt aan Inschrijvers gevraagd deze dienstregelinguren op een manier over de A-, B- en C-lijnen te verdelen die aansluit bij de vervoerbehoeften van Reizigers en recht doet aan het lokale of regionale belang van de huidige Lijnen, zonder dat dit in percentages per categorie lijnen is uitgedrukt. Duurzaamheid: In het Programma van Eisen is een algemene bepaling opgenomen dat de vervoerder moet meewerken aan pilots/initiatieven, waaronder de kandidaatstelling voor de aanschaf van waterstofbussen, van de provincies op het gebied van duurzaamheid. In de Financiële Bepalingen is opgenomen dat in voorkomende gevallen de eventuele meerkosten van de concessiehouder op basis van een business case zullen worden bepaald en door de betreffende provincie(s) worden vergoed. Paragraaf 4.3 en bijlage 7 gaan in op de rolverdeling van de Concessieverleners en Concessiehouder ten aanzien van de laadinfrastructuur en basisvoorzieningen. Eén kilometertarief voor de IJssel-Vecht: Op dit moment gelden in de vier concessies verschillende kilometertarieven. De suggestie is gedaan om deze kilometertarieven te uniformeren. Op dit moment is onvoldoende te overzien wat de financiële consequenties van het overnemen van deze suggestie kunnen zijn. In het PvE is daarom opgenomen dat de provincies na start van de concessie, bijvoorbeeld binnen de samenwerking rond het Tarievenhuis Oost, een traject kunnen starten om tot één kilometertarief voor het hele concessiegebied te komen. Samenwerking met stakeholders: Verschillende partijen hebben gevraagd om meer duidelijkheid/zekerheid wat betreft hun rol bij de (door)ontwikkeling van het openbaar vervoer. Op verschillende plekken in het ontwerp-pve staan eisen over de samenwerking met stakeholders. Overeenkomstig de NvU wordt aan de concessiehouder gevraagd om dit vorm te geven. Aan deze lijn is in het definitieve PvE vastgehouden vanuit de gedachte dat de concessiehouder het beste gehouden kan worden aan het volgen van een proces dat hij zelf heeft voorgesteld. Bij herhaling is in de aanbestedingsdocumenten aangegeven dat een goede samenwerking met stakeholders als gemeenten en ROCOV s van groot belang is. Circulariteit en Social Return on Investment zijn in het Programma van Eisen uitgewerkt in de paragrafen 6.3 en 9.3. Blz. 4 / 7

8 Concessie IJssel-Vecht Reactienota ontwerp-programma van Eisen Reactienota Ontwerp-Programma van Eisen Volgorde van onderwerpen De Reactienota behandeld de onderwerpen op volgorde van de hoofdstukken, paragrafen en bepalingen uit het ontwerp-pve, voorafgegaan door reacties over algemene onderwerpen. De volgorde ziet er daarmee als volgt uit: Algemeen (reactienr t/m ) Inleiding (reactienr t/m ) o Aanleiding o Hoofdopgaven voor het Openbaar Vervoer o Doelstellingen Concessies o Nieuw in de Concessie o Uitgangspunt van het PvE Scope Concessie IJssel-Vecht (reactienr t/m ) o Afbakening concessie IJssel-vecht o Ontwikkelrol bij concessiehouder o Midterm review Vervoerkundig aanbod (reactienr t/m ) o Opbouw OV-netwerk: indeling in A-, B- en C-lijnen o Minimumeisen bedieningstijden en frequenties o Ontwikkelruimte Concessiehouder o Vervoerkundige visie, Vervoerplan en Dienstregeling o Buurtbuslijnen o Scholierenlijnen o Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer o Aansluitingen o Dienstregeling Infrastructuur (reactienr t/m ) o Weginfrastructuur o Haltes o Laadinfrastructuur o Overige infrastructurele voorzieningen Uitvoering Dienstregeling (reactienr t/m ) o Vervoergarantie o Rituitval en Vervangend Vervoer o Punctualiteit Materieel (reactienr t/m ) o Algemeen o Technische eisen o Transitie naar emissievrij Openbaar Vervoer o Toegankelijkheid o Uiterlijk en inrichting Voertuigen o Comfort en netheid o Buurtbussen Reisinformatie (reactienr t/m ) o Beschikbaarheid reisinformatie o Inhoud reisinformatie o Reisinformatie op Haltes o Reisinformatie Voertuigen o Beschikbaarheid reisinformatie o Normen voor reisinformatiemiddelen Productdragers, Tarieven en distributie (reactienr t/m ) o Algemeen o Nieuwe Productdragers o Reisrechten en Tarieven o Distributienetwerk Personeel (reactienr t/m ) o Concessiehouder als werkgever o Personeel en reizigers o Social Return on Investment (SROI) Blz. 5 / 7

9 Concessie IJssel-Vecht Reactienota ontwerp-programma van Eisen Reactienota Ontwerp-Programma van Eisen Marketing en promotie (reactienr t/m ) o Merk en huisstijl o Communicatie o Begrijpelijke, toegankelijke informatie o Marketingstrategie en -plan o Promotie Klantenservice, klachtenafhandeling en Reizigersinspraak (reactienr t/m ) o Klantenservice en klachtenafhandeling o Reizigersinspraak Sociale Veiligheid (reactienr t/m ) o Samenwerking o Visie en organisatie Sociale Veiligheid o Incidentenregistratie o Personeel betreffende Sociale Veiligheid o Cameratoezicht o Calamiteiten en terrorismebestrijding Data en monitoring (reactienr t/m ) o Beschikbaar stellen en verstrekken van gegevens o Openbaarheid en bescherming van (persoons)gegevens o Relatie Concessiehouder en Concessieverlener Bijlagen (reactienr. B t/m B01.046) o Bijlage 1: Begrippenlijst o Bijlage 2: Uitlopers Concessie IJssel-Vecht o Bijlage 3: Te gedogen Lijnen uit aangrenzende concessies o Bijlage 4: Plancyclus o Bijlage 5: Lijnen die bij start Concessie deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht o Bijlage 6: Lijnen die gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht uitstromen naar de concessie Rijn-Waal of Berkel-Dinkel o Bijlage 7: Lijnen die gedurende de looptijd van de concessie IJssel-Vecht instromen vanuit de concessie Lelystad o Bijlage 8: Lijnen categorie A definitief of tijdelijk in Concessie IJssel-Vecht o Bijlage 9: Lijnen categorie B definitief of tijdelijk in Concessie IJssel-Vecht o Bijlage 10: Lijnen categorie C definitief of tijdelijk in Concessie IJssel-Vecht o Bijlage 11: Procedure Vervoerplan o Bijlage 12: OV-knooppunten binnen de Concessie IJssel-Vecht o Bijlage 13: Overzicht CVV Automaten o Bijlage 14: Overzicht verkooppunten ritkaartjes o Bijlage 15: Overlegstructuren Blz. 6 / 7

10 Concessie IJssel-Vecht Reactienota ontwerp-programma van Eisen Reactienota Ontwerp-Programma van Eisen 2. Afzonderlijke reacties Op de volgende pagina s zijn de reacties van de verschillende partijen weergegeven en geven wij aan hoe de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel met deze reacties zijn omgegaan bij het opstellen van de definitieve aanbestedingsdocumenten voor de concessie IJssel-Vecht. Blz. 7 / 7

11 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Cleantechregio nvt nvt Voorwaarde voor een goede samenwerking zijn duidelijke afspraken over de financiering van het vervoerssysteem. Ten eerste betreft dit de financiële kaders voor Andere Mobiliteit bij de start van de concessie. Hierbij dient rekening gehouden te worden met alternatieven die nodig zijn omdat lijnen bij de start van de nieuwe concessie niet meer worden aangeboden. Zoals in de Nota van Uitgangspunten is vastgelegd vormen de huidige exploitatiebudgetten een plafond voor de aanbesteding waarbinnen de biedingen van de vervoerders moeten passen. Omdat op voorhand niet gezegd kan worden hoeveel openbaar vervoer vervoerders voor deze budgetten aanbieden, is pas na de Inschrijvingen duidelijk of en zo ja welke lijnen bij de start van de Concessie IJssel-Vecht niet meer worden aangeboden. Op dat moment zullen GS van de betreffende provincie beoordelen in hoeverre op die plaatsen en momenten een alternatief nodig is en hoe dit alternatief dan bekostigd wordt Cleantechregio nvt nvt Daarnaast vragen wij in dat kader ook aandacht voor andere vormen van vervoer die nu nog binnen de concessie worden georganiseerd, zoals bijvoorbeeld KeoBike. In de nieuwe concessie is dit niet meer toegestaan, met een vervoerkundig en financieel gat tot gevolg dat opgevangen dient te worden. Aanvullend op afspraken bij de start dient er duidelijkheid te zijn over de financiële kaders wanneer er gedurende de looptijd van de OV-concessie C-lijnen worden omgevormd tot Andere Mobiliteit. Wij denken graag op korte termijn aan de voorkant met u mee over de wijze waarop we dit proces kunnen vormgeven en afspraken hierover kunnen vastleggen. Een belangrijke overweging bij het uitgangspunt over de verhouding tussen Openbaar Vervoer en Andere Mobiliteitsdiensten is dat de provincies andere accenten leggen wat betreft de wijze waarop de vervoersbehoefte van reizigers het beste ingevuld kunnen worden (met Openbaar Vervoer of Andere Mobiliteitsdiensten). In de NvU is aangegeven dat iedere provincie in een aparte notitie aangeeft welke ideeën zij heeft als het gaat om de organisatie en uitvoering van Andere Mobiliteitsdiensten en zij kunnen hier, net als nu het geval is, eigen beleids- en financiële kaders voor vaststellen Cleantechregio nvt nvt Wij vinden het in het kader van integraliteit verstandig dat de drie provincies samenwerken op het gebied van de OV-concessies in Gelderland, Overijssel en Flevoland. Wij hebben uw verzoek onder de aandacht gebracht van de verantwoordelijke gedeputeerde. Zoals wij ook elders in deze Reactienota hebben aangegeven verschilt de Tegelijkertijd betreuren wij het dat de visie en aanpak voor wat betreft de 'onderkant' van opvatting van de provincies wat betreft hun rol bij de organisatie en uitvoering van het openbaar vervoer tussen de provincies en concessies verschilt. Deventer heeft als Overijsselse gemeente te maken met een ander beleid op het gebied van Andere Andere Mobiliteitsdiensten. Dit verschilt valt buiten de scope van de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht. Mobiliteit dan de overige gemeenten in onze Cleantech Regio. Wij betreuren het dat Deventer vanwege dit afwijkende beleid grote nadelen ondervindt voor de opvang van maatwerk OV (bijvoorbeeld via PlusOV) op regionaal niveau. Deventer hoopt dat via bilateraal overleg met de provincie(s) op dit vlak alsnog tot een bevredigende oplossing te komen CNV Vakmensen nvt nvt Hiernaast wensen wij bestekhouder te worden en verzoeken u ons hiertoe in de gelegenheid te stellen en verblijven. Het bestek zal te zijner tijd via de aanbestedingswebsite Negometrix en/of TenderNed opvraagbaar zijn Dorpsvereniging Nijeveen (DVN) nvt nvt Nijeveen is voor het openbaar vervoer aangewezen op twee buslijnen (40 en 79) en beide De provincie Overijssel onderzoekt de mogelijkheid om het lijndeel Meppel-Steenwijk van lijnen lopen door het grensgebied van Overijssel en Drenthe. Gezien het feit dat de Lijn 40 over te dragen aan OV-bureau Groningen-Drenthe, besluitvorming hierover is exploitatie van de buslijnen wordt aangestuurd door vreemde provincies werpt de vraag voorzien in Lijn 40 is gekwalificeerd als B-lijn en de Concessieverleners verwachten zich op of de Drentse belangen zijn meegewogen. De vraag stellen is hem beantwoorden, dat deze lijn gedurende de concessieperiode in een vervoerbehoefte zal voorzien. zowel lijn 40 als lijn 79 staan op de rode lijst. Reizigersaantallen zijn belangrijk voor de exploitatie van buslijnen maar wij vragen toch aandacht voor het maatschappelijk belang: lijn 40 en lijn 79 zijn de enige openbaar vervoersverbindingen voor het dorp Nijeveen. De dichtstbijzijnde grotere steden Steenwijk en Meppel zijn belangrijk voor Nijeveners die forenzen (NS-stations), voor hun baan, voor het volgen van onderwijs, voor ziekenhuisbezoek etc. Aanpassingen aan C-lijnen moet de Concessiehouder zorgvuldig voorbereiden en afstemmen met relevante Stakeholders zoals gemeenten. De Concessieverleners beslissen uiteindelijk of een lijn wel of niet wordt opgeheven. Gezien de zorgfunctie die u heeft als decentrale overheid t.a.v. het openbaar vervoer vragen wij u bij de beoordeling van de exploitatiecijfers niet alleen te kijken naar de kale cijfers. Die zijn niet alleen een kwantitatief gegeven, maar zeggen ook iets over die mensen die de reizen maken. Kennelijk hebben zij geen alternatief in de vorm van een rit per auto of fiets. Dat zijn de mensen die uw zorg nodig hebben Gemeente Amersfoort 4 nvt Graag zouden we u willen adviseren nader na te denken over doorstroming en drukte op de weg. In onze stad zien we dat het steeds drukker wordt, waardoor de vervoerder extra reistijd in de dienstregeling moet stoppen. Dit gaat ten koste van het aanbod. Verstandig is om daar voorafgaand over na te denken wie dit risico draagt. De doorstroming van het Openbaar Vervoer heeft onze constante aandacht. Dit valt echter buiten de scope van het Programma van Eisen, omdat dit primair een zaak van Concessieverleners en Wegbeheerders is. Wij hebben de intentie om met de Wegbeheerders binnen het Concessiegebied IJssel-Vecht een convenant af te sluiten waarin afspraken worden vastgelegd over beschikbaarheid en gebruik van infrastructuur. 1

12 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Apeldoorn nvt nvt Wij hebben uw reactienota naar aanleiding van de NVU met belangstelling gelezen. We hebben geconstateerd dat een aantal van onze punten zijn overgenomen in de NVU of zijn vastgelegd in het PVE. Tegelijkertijd hebben wij vastgesteld dat een aantal speerpunten die wij zeer belangrijk vinden tot nu toe nog geen plek hebben gekregen, terwijl ze wel cruciaal zijn in het proces. Deze hoofdpunten, zowel inhoudelijk als procesmatig vormen de kern van onze reactie. Wij gaan hierbij ook in op het onderwerp Andere Mobiliteit. In onze optiek zijn openbaar vervoer en Andere Mobiliteit nauw verbonden en kunnen ze niet los van elkaar gezien worden. Wij zijn blij dat u een aantal van door de gemeente Apeldoorn ingebrachte punten in de NvU en het ontwerp-programma van Eisen herkend. In de Reactienota naar aanleiding van de concept-nvu hebben wij toegelicht waarom wij andere punten niet hebben overgenomen. Wij delen uw beeld dat openbaar vervoer en Andere Mobiliteitsdiensten niet los van elkaar gezien kunnen worden, maar in de NvU hebben wij uitgebreid toegelicht waarom Andere Mobiliteitsdiensten geen onderdeel van de Concessie IJssel-Vecht zijn Gemeente Apeldoorn nvt nvt Onze reactie is mede tot stand gekomen via raadpleging van diverse betrokken partijen binnen en rond de gemeente. Ook hebben we kennis genomen van reacties van andere partijen, waar we u graag op willen wijzen. We delen graag de manieren waarop we deze terugkoppelingen hebben ontvangen met u. 1. Op 4 oktober is de conceptreactie met de Apeldoornse raadsleden besproken in de Politieke Markt Apeldoorn. Deze behandeling is terug te zien via de gemeentelijke website. 2. De gemeente heeft op 17 september met een aantal belangenorganisaties gesproken over het PVE. Hierbij waren veel dorps- en wijkraden aanwezig. Tevens waren er vertegenwoordigers van werkgevers- en seniorenorganisaties. Ook waren er inwoners aanwezig die vanuit het netwerk omgevingsvisie Apeldoorn 2030 mee wilden denken over de toekomst van Apeldoorn. 3. De gemeente maakt deel uit van grotere bestuursverbanden die zelfstandige reacties naar de provincie zullen sturen. Benoemd worden de Cleantech Regio en de Veluwe Alliantie. In beide gevallen zal een separate reactie u bereiken, die door de gemeente Apeldoorn wordt onderschreven. 4. Op initiatief van Gelre ziekenhuizen zijn de grote werkgevers van Apeldoorn en omstreken op 15 oktober bij elkaar gekomen om het concept PVE te bespreken. Gelre Ziekenhuizen heeft het voornemen een reactie op het concept PVE aan de Provincie te sturen, die door de gemeente, immers zelf ook een grote werkgever, wordt ondersteund. Wij bedanken u voor uw toelichting op het proces dat u hebt gevolgd om tot een reactie te komen. Wij gaan er vanuit dat, voor zover de betrokken partijen niet zelf op het ontwerp-programma van Eisen hebben gereageerd, relevante opmerkingen van deze partijen een plek in de reactie van de gemeente Apeldoorn hebben gekregen. 5. De gemeente heeft kennis genomen van de zorgen die door reizigersorganisatie Rover zijn benoemd en onderschrijft die grotendeels. Uiteindelijk is het reizigersperspectief leidend voor een succesvol systeem van openbaar vervoer Gemeente Apeldoorn nvt nvt Apeldoorn heeft deelgenomen aan twee provinciale bijeenkomsten waar het PVE is toegelicht en besproken. We markeren graag de voor ons relevante resultaten van die bijeenkomsten. Vervolgens reiken we u graag de hand bij het verdere uitvoeringsproces. Wij bedanken u voor uw aanbod. Na publicatie hebben we deel genomen aan uw informatieochtend op 11 september te Zwolle en het verslag van die bijeenkomst die we op 17 september ontvingen. Op 11 oktober is het PVE besproken met diverse gemeentelijke vertegenwoordigers, waaronder een ambtelijke vertegenwoordiging vanuit Apeldoorn. Op basis van die discussie is op diverse punten reeds een voorschot op de uitwerking genomen Gemeente Apeldoorn nvt nvt Door meerdere deelnemers werd aangedrongen om het streven naar vervoersgroei in het PVE te benoemen om zo te voorkomen dat vervoerders louter op basis van gebruik lijnen direct na de voorgeschreven periode kunnen afbouwen. Tevens werd duidelijk dat geen minimum eisen aan kwaliteit van zitruimte in bussen wordt gesteld. U kunt dit eenvoudig aanvullen op basis van een CROW-publicatie. Wij nemen uw aanbeveling met betrekking tot 'het streven naar vervoersgroei' in die zin over dat wij vervoerders met de gunningscriteria stimuleren om met voorstellen te komen die bijdragen aan het gebruik van het Openbaar Vervoer ter bevordering van de bereikbaarheid van economische kerngebieden. Uw aanbeveling om minimumeisen aan de kwaliteit van de zitruimte te stellen nemen wij niet over. Wij dagen geïnteresseerde vervoerders uit om zich met hun keuzes voor typen en inrichting van voertuigen op dit punt van elkaar te onderscheiden Gemeente Apeldoorn nvt nvt In onze optiek een mobiliteitsfonds alleen zinvol als vrijgekomen fondsen bij opheffen van een C lijn benut kunnen worden voor alternatieven. Geen enkel alternatief zal levensvatbaar blijven zonder enige steun, zeker als het op de opstartjaren aankomt. Dat is zelfs voor de meest rendabele lijnen niet anders. Wij snappen de gedachte achter uw opmerking, maar wijzen erop dat de vraag waar de middelen die vrijkomen bij het opheffen van een C-lijn voor worden ingezet een bredere afweging vergt. 2

13 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Apeldoorn nvt nvt Tenslotte spreken we onze waardering uit voor het door u gedane werk en hebben we het Wij bedanken u voor het compliment. volste vertrouwen in een positief vervolg op de samenwerking op dit dossier. Om u de Wij nemen uw aanbod om eventueel deel te nemen aan het beoordelingsteam in hand te reiken bieden we nogmaals onze lokale expertise aan ten behoeve van de verdere overweging. In een later stadium zal hier een besluit over genomen worden. Belangrijk werking van dit proces. We willen graag onze inzet leveren als het gaat om formulering van lokale belangen, maar kunnen bijvoorbeeld ook meedoen met de beoordeling. We zijn op zoek naar een zo sterk mogelijk product en zijn van mening dat lokaal draagvlak criterium voor de selectie van beoordelaars is dat zij bereid en in staat zijn om naar het complete aanbod van de vervoerders te kijken in plaats van zich op het aanbod voor het voor hun relevante deelgebied te focussen. daarvoor een vereiste is. We willen dat graag voor u bijpassen Gemeente Hardenberg nvt nvt Het college wil haar waardering uitspreken voor de totstandkoming van het PvE. In grote lijnen is er naar onze mening een goed onderbouwd PvE opgesteld die bijdraagt aan een goede aanbesteding voor de nieuwe concessie. De hoofdopgaven en doelstelling zijn helder en duidelijk geformuleerd. Het is daarnaast een uitdaging om met drie Provincies te komen tot één nieuwe concessie voor het Openbaar Vervoer. Wij bedanken u voor uw compliment Gemeente Hardenberg nvt nvt Daarnaast worden in het algemeen de inschrijvers c.q. de nieuwe concessiehouder veel vrijheid gelaten in haar keuzes om (verbeter)voorstellen te doen en/of medewerking te verlenen aan ontwikkelmogelijkheden. Er wordt onder meer meerdere keren gesproken over verwachtingen. In het door u genoemde voorbeeld zal de Concessiehouder zijn medewerking moeten verlenen als dat door ons verlangd wordt. Er is dus geen sprake van een bepaalde vrijblijvendheid. De concessieverlener verwacht dat de concessiehouder hieraan zijn medewerking verleent. Het college pleit in zijn algemeenheid op onderdelen minder vrijblijvendheid in te bouwen. Hier zal richting inschrijver ons inziens meer specifiek een verplichting of voorwaarde benoemd moeten worden Gemeente Hardenberg nvt nvt Het college wil benadrukken dat er voldoende aandacht en draagvlak vanuit de concessie moet zijn voor het openbaar vervoer aan de onderkant van de markt. Dit vervoer, zoals een buurtbus of andere vormen van openbaar vervoer c.q. initiatieven met en/of vanuit vrijwilligers levert een belangrijke bijdrage aan een goed werkend OV systeem voor met name de kleinere kernen en het buitengebied in de gemeente Hardenberg. De Concessieverleners zien ook het belang van buurtbusprojecten. Op dit PvE is daarom het Protocol Buurtbus van toepassing waarin de rollen en verantwoordelijkheden van de Concessiehouder, Concessieverleners en buurtbusverenigingen zijn vastgelegd Gemeente Hardenberg nvt nvt De concessiehouder zal uitgedaagd moeten worden deze vormen van openbaar vervoer te stimuleren. Als voorbeeld wil het college de ontwikkelingen rondom een openbaar vervoer verbinding tussen Tubbergen en Hardenberg noemen. De door u genoemde initiatieven met en/of vanuit vrijwilligers vallen, met uizondering van de Buurtbuslijnen, onder de Andere Mobiliteitsdiensten en daarmee buiten de scope van de Concessie IJssel-Vecht. Van de Concessiehouder wordt verwacht dat hij samenwerkt en afstemming zoekt met de aanbieders van deze diensten. Voor Buurtbuslijnen die onder de definitie van Openbaar Vervoer vallen geldt dat hij de buurtbusverenigingen moet faciliteren, onder andere door Buurtbussen beschikbaar te stellen. De door u verlangde verbinding tussen Tubbergen en Hardenberg kan onderdeel zijn van de informatie over uw gemeente die aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar wordt gesteld. Gelet op hun opbrengstverantwoordelijkheid is het aan vervoerders om een afweging te maken of zij deze verbinding in hun vervoersaanbod opnemen Gemeente Lelystad nvt nvt Ambtelijke adviezen en bestuurlijke afspraken met betrekking tot het vervoer in Lelystad Uw adviezen hebben wij opgenomen in de Reactienota, waarbij wij bij elk advies hebben zien we (nog) niet terug in het ontwerp-pve. Wij zien ons daarom genoodzaakt nu formeel aangegeven of wij deze hebben overgenomen dan wel wat de redenen zijn om een advies te reageren op het Ontwerp-PvE. Gezien de zwaarwegende adviesrol en de bestuurlijke niet over te nemen. afspraken, richten wij onze reactie aan Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland, en in afschrift aan het aanbestedingsteam dat de reactienota opstelt. Omdat u aangegeven heeft dat Gedeputeerde Staten alleen gemotiveerd af mogen wijken van ons advies, zien wij uw motivering met betrekking tot niet-overgenomen adviezen graag tegemoet. 3

14 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Lelystad nvt nvt We sturen van ons advies ook een afschrift aan het ROCOVF, zodat de consumentenorganisatie geïnformeerd is over onze adviezen met betrekking tot het openbaar vervoer in Lelystad. Wij nemen kennis van uw opmerking. Wij zullen onze reactie met de gemeenteraad bespreken. Tijdens het bestuurlijk overleg van 26 september is afgesproken dat eventuele aanvullingen/aanpassingen van de gemeenteraad op onze reactie nog in het PvE verwerkt kunnen worden Gemeente Lelystad nvt nvt Het PvE IJssel-Vecht omvat diverse principiële keuzes die wij kunnen onderschrijven: Opbrengstverantwoordelijkheid bij de vervoerder, dus inzet op reizigerstoename; Looptijd van ruim 10 jaar, dus investeren loont voor de vervoerder; Midterm review halverwege de concessie, dus bijstelling concessie-eisen mogelijk; Experimenten met zelfsturende voertuigen moeten gedoogd worden, wat aansluit bij de Mobiliteitsvisie Flevoland voor de corridor station Lelystad Lelystad Airport; Verplichte voortzetting buurtbussen en scholierenlijnen en afstemming met scholen voor aansluiting op schooltijden; Reisinfo en betaalwijzen moeten aansluiten bij/geschikt zijn voor Mobility as a Service; Transitie naar zero-emissie, vanaf ingangsdatum concessie voor de stadsdiensten; Hoge punctualiteitseisen zonder dat deze leiden tot onnodig lange geplande rijtijden; Toegankelijk materieel, ook voor de buurtbussen; Gratis wifi in de voertuigen verplicht (in Lelystad na al aanwezig); Social return on investment verplicht; Personeel moet Engels kunnen spreken tbv buitenlandse reizigers; Klantenservice verplicht 24/7 bereikbaar; Sociale veiligheid door cameratoezicht, BOA s, samenwerking met derden, en aandacht voor calamiteiten en terrorisme. Wij waarderen uw steun voor deze principiële keuzes die wij in het kader van de Nota van Uitgangspunten en het Programma van Eisen hebben gemaakt Gemeente Lelystad Nvt Nvt Wij vernemen graag van u welke wijzigingen in het PvE doorgevoerd worden, voordat dit Voorafgaand aan de vaststelling van de Reactienota en het definitief Programma van formeel vastgesteld wordt. Daarmee kunnen we nog met u in gesprek over wijzigingen die Eisen heeft ambtelijk overleg plaatsgevonden over de reactie op de al dan niet doorgevoerd zijn, en gevolgen hebben voor het openbaar vervoer in Lelystad. Op deze wijze kunnen wij invulling geven aan onze zwaarwegende adviesrol. adviezen/opmerkingen vanuit de gemeente tussen de provincie Flevoland en de gemeente Lelystad Gemeente Meppel nvt nvt We rekenen er op dat we als gemeente Meppel rechtstreeks bij het vervolg van dit proces betrokken worden. Hiertoe gaan we ook graag in gesprek met u. Om dit gesprek in te plannen neemt het secretariaat van onze portefeuillehouder contact met u op. Wij nemen kennis van uw verzoek. Uitgangspunt voor ons is om zaken met betrekking tot gemeenten die in aangrenzende provincies liggen, met de desbetreffende Concessieverlener, in uw geval de provincie Drenthe of het OV-bureau Groningen Drenthe, te bespreken Gemeente Noordoostpolder nvt nvt We attenderen u nogmaals op de eerder toegezonden informatie over ruimtelijke ontwikkelingen op het gebied van woningbouw, bedrijvigheid en infrastructuur. De door u toegezonden informatie is inmiddels via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar gesteld Gemeente Ommen nvt nvt Het college wil zijn waardering uitspreken voor de totstandkoming van het PvE. In grote lijnen is er naar onze mening een goed onderbouwd PvE opgesteld dat bijdraagt aan een goede aanbesteding voor de nieuwe concessie. De hoofdopgaven en doelstelling zijn helder en duidelijk geformuleerd. Het is daarnaast een uitdaging om met drie Provincies te komen tot één nieuwe concessie voor het Openbaar Vervoer. Wij bedanken u voor uw compliment Gemeente Ommen nvt nvt De inschrijvers c.q. de nieuwe concessiehouder wordt in het algemeen veel vrijheid gelaten in haar keuzes om (verbeter)voorstellen te doen en/of medewerking te verlenen aan ontwikkelmogelijkheden. Er wordt onder meer meerdere keren gesproken over verwachtingen. In het door u genoemde voorbeeld zal de Concessiehouder zijn medewerking moeten verlenen als dat door ons verlangd wordt. Er is dus geen sprake van een bepaalde vrijblijvendheid. De concessieverlener verwacht dat de concessiehouder hieraan zijn medewerking verleent. Het college pleit in zijn algemeenheid op onderdelen minder vrijblijvendheid in te bouwen. Hier zal richting inschrijver ons inziens meer specifiek een verplichting of voorwaarde benoemd moeten worden. 4

15 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Raalte nvt nvt Wij willen de volgende ontwikkelingen binnen onze gemeente graag met u en geïnteresseerde vervoerders delen. Ruimtelijk: Er vinden geen grootschalige wijzigingen plaats in het woningaanbod in de gemeente Raalte. Een uitzondering geldt voor de kern Raalte waar ten noorden van de N extra woningen zullen worden toegevoegd vanaf 2015 (een deel van de woningen zijn inmiddels gerealiseerd). Aangetekend wordt hierbij dat het woongebied in Raalte momenteel niet wordt bediend door een buslijn. Economisch De gemeente Raalte heeft de volgende weekmarkten: Raalte: woensdag (8:30 12:30) en zaterdag (10:00 16:00 uur) Heino: maandag (8:00 12:30) Heeten: donderdag (13:00 17:00) De gemeente Raalte kent een groot aantal evenementen (waarvan 5 grote evenementen). Verwezen wordt naar: De door u verstrekte informatie is inmiddels via het informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar gesteld. Ook wordt de Reactienota aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar gesteld, zodat zij kennis kunnen nemen van de opmerkingen en wensen die door Stakeholders zijn ingebracht Gemeente Steenwijkerland nvt nvt We hechten erg aan de betrokkenheid van de gemeenten en regio's bij de aanbestedingsprocedure en zijn blij dat deze mogelijkheid ook geboden wordt. Graag zouden we dit uitgewerkt willen zien in de rest van de procedure. Ons voorstel hiervoor is om een cijfer voor de invulling van regionale wensen op te nemen in de gunningscriteria Gemeente Steenwijkerland nvt nvt In onze ogen zouden de gemeenten zelf een rol moeten kunnen spelen bij de beoordeling of de regionale wensen voldoende invulling hebben gekregen in de bieding. Dit kan bijvoorbeeld door de gemeenten zelf de wensen voor kun regio, op basis van geanonimiseerde biedingen, te laten becijferen en tegenover elkaar af te zetten in een schriftelijke consultatieronde. De optelsom van de gemeentelijke beoordelingen per vervoerder kan dan vervolgens worden omgezet in een cijfer en meegewogen bij de gunning. Wij nemen kennis van uw verzoek. Wij betrekken de invulling van regionale wensen bij de beoordeling van het Vervoerplan in de zin dat geïnteresseerde vervoerders de keuzes ten aanzien van de inzet van de aangeboden dienstregelinguren moeten onderbouwen. Zij kunnen daarvoor onder meer gebruik maken van de informatie die door gemeenten is verstrekt. Wij nemen uw suggestie niet over. Wij hechten aan een integrale beoordeling van het totale vervoeraanbod. Belangrijk is namelijk de kwaliteit van het totale netwerk. Beoordeling van losse verbindingen om aan wensen van een individuele gemeente te voldoen kan ten koste van de kwaliteit van het totale netwerk gaan Gemeente Urk nvt nvt Urk is een gemeente en volop in ontwikkeling. Hierbij is het noodzaak dat voorzieningen voor wonen, werken en leven op orde en in balans zijn. Openbaar vervoer speelt hierin een belangrijke rol en zal moeten mee-ontwikkelen. Dit wordt onderschreven door reacties van de eigen bevolking maar ook in het rapport Trends en opgaven voor Urk, regio en provincie (Platvorm 31 in opdracht van provincie Flevoland, februari 2018). Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen in te spelen op ontwikkelingen in de provincies. Vanwege zijn opbrengstverantwoordelijkheid kan de Concessiehouder daarbij zelf zijn afwegingen maken wat betreft de ontwikkelingen waarbij hij kansen ziet voor het Openbaar Vervoer. Ten behoeve van de aanbesteding stellen we daartoe informatie over ontwikkelingen in gemeenten via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar Gemeente Urk Afgelopen periode is er regelmatig overleg over verbeteringen van het openbaar vervoer van en naar Urk geweest met de provincie Flevoland. In is duidelijk geworden dat om de grote bussen op Urk te concentreren op de gebiedsontsluitingswegen een busstation nodig is, zodat de ruimte in de dienstregeling en de rusttijden van de chauffeur op Urk opgevangen kunnen worden. De gemeente Urk heeft in 2015 dan ook een locatieonderzoek laten uitvoeren en ruimte voor een eindhalte gereserveerd. In 2017 heeft de provincie zowel in de Noordoostpolder als op Urk werkconferenties georganiseerd om de wensen van Noordelijk Flevoland scherp te krijgen. Zoals besproken in het overleg van 26 maart jl. met gedeputeerde J. Lodders, wethouder A. Poppe van de gemeente Noordoostpolder en wethouder G. Post Jr. van de gemeente Urk is er op Urk een kwaliteitssprong in het openbaar vervoer op Urk noodzakelijk. Wij zouden dan ook graag de ambities van Urk op het gebied van openbaar vervoer op de agenda plaatsen van het eerstvolgende overleg tussen het college van Gedeputeerde Staten van Flevoland en het college van Burgermeester en Wethouders van de gemeente Urk op 27 november De uitkomsten van het bestuurlijk overleg tussen de gedeputeerde van Flevoland en de wethouder van gemeente Urk kunnen als input dienen voor verder overleg naar aanleiding van het vervoerplan dat vervoerders bij hun Inschrijving indienen. Wij gaan ervan uit dat u dit onderwerp voor het betreffende bestuurlijk overleg agendeert. 5

16 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Zwolle nvt nvt In de huidige uitvraag wordt een eventueel ambitieus programma niet heel concreet Wij delen uw beeld niet dat het ontwerp-programma van Eisen geen ruimte voor gemaakt. De concessie-uitvraag heeft een looptijd van (tenminste) 10 jaar. Met de huidige vernieuwingen biedt. De minimumeisen die aan A-, B- en C-lijnen worden gesteld in uitvraag lijkt vooralsnog alleen maar oud-voor-nieuw te worden ingeruild, met her en der wijzigingen op accenten. Wij betreuren het dat het vooralsnog enige visie over het openbaar vervoer in de toekomst in dit O-PvE ontbreekt. Er lijkt hiermee de komende jaren weinig tot geen ruimte voor vernieuwingen of andere inzichten, anders dan eventuele initiatieven vanuit de concessiehouder. combinatie met de mogelijkheid om C-lijnen (op termijn) te vervangen door andere vervoersvormen, bieden juist ruimte voor nieuwe initiatieven, zowel binnen de Concessie IJssel-Vecht als buiten de concessie om. Daarbij geldt dat we in de Nota van Uitgangspunten uitgebreid hebben toegelicht waarom Andere Mobiliteitsdiensten geen onderdeel van de concessie zijn. De eerste mogelijkheid tot integratie van bus en trein is eind 2027 wanneer de concessie En dat deze uitvraag de mogelijkheid om multimodale concessies te realiseren gedurende voor de Vechtdallijnen, een gezamenlijke concessie van de provincies Drenthe en de komende 10 jaren in de weg lijkt te staan. Multimodale concessies bieden de reizigers Overijssel, afloopt. de beste garantie voor een goed op elkaar afgestemd netwerk van vervoersmogelijkheden Gemeente Zwolle nvt nvt In overleg met de provincie en recent overleg d.d. 1 oktober 2018 is afgesproken dat gezamenlijk twee onderzoeken gehouden (gaan) worden waarvan de uitkomsten nog meegenomen kunnen worden bij de aanbesteding en uiteindelijke concessie. De onderzoeken zijn: A. Het opstellen gebiedsplan wonen, mobiliteit en parkeren centrumgebied. Waarin studie wordt gedaan naar de raakvlakken en de gevolgen van verdichting, functiemenging en transitie voor de vervoerstromen. Waaronder de OV-routes, haltes en de mogelijke betekenis van mobiliteitsconcepten zoals mobility as a service. De betekenis van ketenverplaatsingen en de verschillende rollen van stakeholders zoals vervoerder, corporaties, ontwikkelaars en bedrijven wordt hierin benoemd. B. Een studie naar de wijze waarop we komen tot multi modale overstaplocaties. Waarbij onderzoek wordt gedaan welke regionale buslijnen rechtstreeks naar bestemmingen aan de ring kunnen gaan door realisatie van overtaplocaties, met als doel reistijdverkorting voor het openbaar vervoer en het stationsgebied te ontlasten. Zodra de resultaten van deze onderzoeken beschikbaar zijn, zullen wij deze via het informatieportaal aan geïnteresseerde Inschrijvers beschikbaar stellen. De datum waarop de documenten beschikbaar zijn is op dit moment nog niet bekend Gemeente Zwolle nvt nvt Door een intensievere samenwerking met alle betrokkenen komen we tot een betere visieontwikkeling en borging van flexibiliteit en doorontwikkeling. Wij adviseren de geformuleerde eisen t.a.v. de realisatie van vervoersplannen, evaluatie en ontwikkelmomenten op de ambitie aan te passen Gemeente Zwolle nvt nvt Tevens adviseren wij in de toekomst multimodale voordelen mogelijk te maken. De gemeente Zwolle werkt graag actief in regio Zwolle verband samen met provincie, gemeenten en andere partners aan een gezamenlijke studie naar het optimaal benutten van het regionaal spoor, samen met het busverkeer en ketenmobiliteit om daarmee de bereikbaarheid en leefbaarheid te verbeteren. Dit vormt onderdeel van de mobiliteitsagenda west Overijssel en het omgevingsplan regio Zwolle. Wij adviseren de uitkomsten hiervan mee te nemen in de concessie. Het Programma van Eisen betreft een nadere uitwerking van visie en beleid van de provincies ten aanzien van het Openbaar Vervoer. Het Programma van Eisen biedt daarbij de mogelijkheid om nieuwe/herziene visies te implementeren, onder meer door de minimumeisen zodanig te formuleren dat de Concessiehouder voldoende ontwikkelruimte heeft om het aanbod aan gewijzigde vervoersbehoeften en nieuwe/herziene visies aan te passen. In zijn algemeenheid geldt dat de Concessiehouder moet meewerken in het kader van zijn Vervoerplan (bijlage 9 PvE) aan de implementatie van nieuw/herzien beleid van de Concessieverleners, zoals de Mobiliteitsagenda West Overijssel wanneer deze door de provincie Overijssel is vastgesteld. Daarnaast hebben wij alle gemeenten in het Concessiegebied IJssel-Vecht gevraagd om relevante informatie over hun gemeente aan te leveren zodat wij deze via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar kunnen stellen en zij daar in hun offerte rekening mee kunnen houden. Voor gemeente Zwolle is het ook mogelijk om het omgevingsplan regio Zwolle beschikbaar te stellen voor het informatieportaal Gemeente Zwolle nvt nvt De Seniorenraad Zwolle heeft ambtelijk een reactie op de aanbesteding opgesteld. Deze sturen wij mee met het verzoek deze integraal mee te nemen in de beoordeling, reactie en vervolg PSP'92 nvt nvt Wij waarderen het om de mogelijkheid te hebben om te reageren op dit document. Wij bepleiten dat dit niet het enige document in de tien jaar zal zijn. Openbaar vervoer is te belangrijk voor de burger en verdient dan ook burgerinspraak PSP'92 De PSP'92 verzoekt u om deze reactie ter informatie aan de Staten van Gelderland, Flevoland en Overijssel, en aan het ROCOV in de drie provincies te sturen. Wij hebben de opmerkingen van de Seniorenraad Zwolle opgenomen in de Reactienota. Wij bedanken u voor uw waardering. Uw reactie is opgenomen in de Reactienota die ter informatie aan genoemde partijen zal worden aangeboden. 6

17 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE ROCOV's Oost Nvt Nvt Het moet de ROCOV s van het hart weinig van hun reacties te kunnen terugvinden in het ontwerp PvE. De ROCOV s maken zich dan ook grote zorgen over de toekomstvastheid van het openbaar vervoer en dat terwijl een goed openbaar vervoer door veel deskundigen gezien wordt als oplossing voor bereikbaarheidsproblemen en als een vorm van mobiliteit die een belangrijk maatschappelijk, ecologisch en economisch nut heeft. In de Reactienota naar aanleiding van de concept-nvu hebben wij aangegeven welke adviezen/reacties in de definitieve NvU zijn overgenomen en wat de redenen zijn geweest om andere adviezen/reacties niet over te nemen ROCOV's Oost Nvt Nvt De ROCOV s spreken in deze brief nadrukkelijk over een reactie op het Ontwerp PvE en niet over een advies. Het door u verspreide PvE is niet volledig en roept bij de ROCOV s veel vragen op. We zien dit dan ook als een eerste concept van het PvE. Een formeel advies zullen de ROCOV s pas uitbrengen op een rijper en vollediger Ontwerp PvE dat door de opdrachtgevende provincies wordt beschouwd als een voor publicatie geschikt PvE. Het is daarbij van belang dat dat laatste concept niet al helemaal is dicht getimmerd Anders dan u aangeeft, beschouwen wij de gezamenlijke reactie van de ROCOV's als advies naar aanleiding van het ontwerp-programma van Eisen zoals bedoeld in de Wet personenvervoer 2000 en het Besluit personenvervoer 2000, zoals wij ook hebben aangegeven in onze aanbiedingsbrief bij het ontwerp-programma van Eisen. In de Reactienota geven wij aan welke adviezen/opmerkingen wij in het definitieve Programma van Eisen hebben overgenomen en wat de redenen zijn om andere en nog de ruimte laat voor aanpassingen. Desgewenst willen de ROCOV s ook nog wel een adviezen/opmerkingen niet over te nemen. reactie geven op tussentijdse versies van het PvE. Dat past wel bij de grote betrokkenheid die de ROCOV s tot nu toe hebben ondervonden ROCOV's Oost Nvt Nvt Gelet op alle opmerkingen, nog openstaande vragen en gewenste verbeterpunten/aanpassingen kunnen de ROCOV s niet instemmen met het voorgelegde Ontwerp Programma van Eisen OV-concessie IJssel-Vecht. De ROCOV s zien dan ook graag een herziene versie tegemoet Seniorenraad Zwolle nvt nvt De seniorenraad merkt op dat zij als vertegenwoordiger van de ouderen in Zwolle niet betrokken is bij wijzigingen in het openbaar vervoer. Zij heeft de Reizigersorganisatie, die wel betrokken is bij deze besluitvorming, om een gesprek gevraagd. Overeenkomstig het bepaalde in de Wet personenvervoer 2000 wordt het Programma van Eisen voor de Concessie IJssel-Vecht door GS van de drie provincies vastgesteld. De Consumentenorganisaties verenigd in de ROCOV's hebben hierbij een adviesrecht. Het definitieve Programma van Eisen behoeft dus niet de instemming van de ROCOV's. Wij nemen kennis van uw opmerking. Conform de wettelijke bepalingen consulteren de Concessieverleners de consumentenorganisaties verenigd in het ROCOV tijdens de voorbereiding en uitvoering van concessies voor openbaar vervoer. Wij zien het als verantwoordelijkheid van de Consumentenorganisaties om ervoor te zorgen dat zij de belangen van alle groepen reizigers goed vertegenwoordigen en in dat kader te bepalen met welke belangenorganisaties zij het gesprek aangaan Stakeholders Apeldoorn We willen het zeker niet alleen bij negatieve opmerkingen laten. We zien een aantal kansrijke opties die het uitwerken waard zijn. Zo blijven P&R locaties vaak weinig benut en kunnen we ons voorstellen dat alternatieven zoals die bijvoorbeeld in Rijssen-Holten zijn uitgerold ook hier een goede aanvulling kunnen vormen. We hebben een prima zicht op de behoeftes van onze medewerkers en bezoekers en willen onze expertise daarover graag met u en een nieuwe concessiehouder delen. We willen graag meedenken in het opstellen en invullen van het Programma Van Eisen, de beoordeling van aanbiedingen en de detaillering in samenwerking met de winnende aanbieder op deze punten. Wij bedanken u voor uw aanbod. Wij vragen vervoerders om in hun Inschrijving te beschrijven hoe zij hun ontwikkelrol gaan invullen en op welke wijze zij relevante stakeholders in het Concessiegebied IJssel-Vecht hierbij betrekken. Dit vanuit de gedachte dat een goede samenwerking tussen partijen bijdraagt aan een optimalisatie van de ketenreis, waaronder een goede afstemming van het OV-aanbod op de vervoersbehoeften van reizigers. 7

18 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Toeristisch Platform Apeldoorn Toeristisch Platform Apeldoorn Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE nvt nvt In 2017 en 2018 participeerde TPA in de pilot van de VeluweBoard rondom de Veluwe Express. Deze busdienst verbond de twee grootste clusters in de gemeente, de accommodaties en de attracties, met name aan de westkant van de stad en in het centrum van Apeldoorn. In 2017 is gestart met de verbinding Hoenderloo-Apeldoorn. In 2018 is hier de verbinding naar Arnhem en Barneveld aan toegevoegd. Het project verlicht de parkeerdruk op westelijk Apeldoorn, brengt een extra stroom bezoekers naar de attracties en biedt de accommodaties met een rechtstreekse verbinding extra service voor hun bezoekers. Idealiter wordt een seizoensgebonden toeristische busverbinding onderdeel van het reguliere openbaar vervoer in de regio. TPA onderschrijft daarom de reactie van de VeluweBoard, d.d. 2 oktober 2018, waarin gevraagd wordt om maatwerk omdat in het vakantieseizoen op de Veluwe de behoefte aan OV een andere is vanwege het grote aantal toeristen. De nieuwe concessie is dé kans om het openbaar vervoer sterker in te bedden in de recreatieve infrastructuur. Wij willen graag dat de toerist in de vele Veluwse recreatieparken de eigen auto laat staan en toch geniet van alles wat de Veluwe heeft te bieden. Goed voor de duurzaamheidsdoelstellingen, goed voor de natuur en uiteindelijk ook goed voor de beleving van de Veluwe: bij het instappen begint het ontspannen. Wij willen dat bij de aanbesteding aanbieders wordt gevraagd om op de Veluwe in het zomer-seizoen voor de toerist een eigen netwerk voor te stellen. Door te diversifiëren krijgt de nieuwe vervoerder ruimte om een pakket vervoersvoorzieningen aan te bieden waar veel ruimte is voor seizoensgebonden maatwerk. Het reizigersaanbod in de winter is er voor verbindingen tussen wonen en werk of school, in de zomer wordt de toeristische markt bediend. Geeft u die aanbieder voorrang die met enthousiasme optrekt als partner in de recreatieve sector. Die een eigen visie heeft over wat seizoensgebonden busverbindingen bijdragen aan zowel het terugdringen van particuliere verkeersbewegingen als het vergroten van de beleving tijdens de busritten. De afgelopen jaren hebben wij aan de hand van pilots ervaringen opgedaan met het busvervoer van verblijfsrecreanten naar attracties in verschillende delen van de Veluwe. Deze experimenten onder de noemer Veluwe Express doen wij bij voorkeur niet náást de concessie maar juist mét de vervoerder om gezamenlijk optimale creativiteit te bereiken nvt nvt De recreatieondernemers in de gemeente Apeldoorn denken graag mee over het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer. TPA blijft graag op de hoogte van het verdere verloop Vervoerder 1 Nvt Nvt Ons voorstel is om bij het beperken van de omvang van de plannen in de bieding het aantal woorden per plan te limiteren (en niet het aantal pagina s per plan). Zo blijven biedingen beknopt en vergelijkbaar en biedt u inschrijvers de mogelijkheid om teksten te verduidelijken met behulp van infographics en ander beeldmateriaal. Het is onze ervaring dat dit de leesbaarheid van de plannen ten goede komt Vervoerder 4 nvt nvt We willen erop aandringen om de gewijzigde dienstregeling bij de ingebruikname van het nieuwe busstation in Zwolle zo spoedig mogelijk beschikbaar te stellen, om inschrijvers de gelegenheid te bieden zich tijdig gedegen voor te bereiden op de aanstaande aanbesteding. We wensen u veel succes met de verdere voorbereidingen van de aanbestedingen en hopen te zijner tijd een goede aanbieding te kunnen doen. Daarvoor doen we een dringend beroep op u om een wezenlijk onderdeel van de gunning op grond van een kwalitatieve beoordeling te doen. De laatste jaren zien we in de markt een ongezonde trend waarin een lage prijs de overhand krijgt in de concessieverlening. Dit zorgt bij inschrijvers tot dilemma s die ertoe kunnen leiden dat zij zich gedwongen voelen een onrealistisch lage bieding te doen, teneinde omzet te behouden of verkrijgen. Op de lange termijn leidt dat uiteindelijk tot uitholling van de concessie, waarbij de concessieverlener en de reiziger in het openbaar vervoer de prijs betalen. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen zijn aanbod zo goed mogelijk af te stemmen op de vervoersbehoeften van Reizigers, bijvoorbeeld door in de zomer met een op toeristen toegespitst aanbod te komen. Gelet op zijn opbrengstverantwoordelijkheid zal de Concessiehouder daarbij aansluiten bij vervoersbehoeften waarbij hij kansen ziet voor het Openbaar Vervoer. Om een goed beeld van deze afwegingen te verkrijgen, vragen wij aan geïnteresseerde vervoerders om ten behoeve van de aanbesteding als onderdeel van het vervoerplan een vervoerkundige strategie uit te werken. Dit betreft een strategie met betrekking tot (de doorontwikkeling van) het totale vervoeraanbod, in het kader waarvan geínteresseerde vervoerders aandacht kunnen besteden aan in hun ogen kansrijke deelmarkten. Gelet op de opbrengstverantwoordelijkheid van de Concessiehouder in combinatie met zijn ontwikkelruimte past het niet dat wij daarbij specifieke deelmarkten voorschrijven. Wij bedanken u voor uw aanbod. Wij hebben uw verzoek overgenomen en het aantal woorden in plaats van het aantal pagina's gemaximeerd. Dit is opgenomen in het Beschrijvend document Wij nemen kennis van uw verzoek. Wij hebben de vervoerplannen 2019 met daarin een beschrijving van de wijzigingen in dienstregelingen als gevolg van de ingebruikname van het nieuwe busstation in Zwolle via het informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar gesteld. Voor de dienstregelingen zelf verwijzen wij naar openbare bronnen. Wat betreft het gunningsmodel streven wij naar een goede mix van kwalitatieve en kwantitatieve gunningscriteria die een goede vertaling zijn van de doelstellingen die wij met de Concessie IJssel-Vecht nastreven Vervoerder 5 Nvt Nvt We willen u complimenteren met de heldere opzet van het Programma van Eisen. Het is goed leesbaar en logisch qua opbouw. We onderschrijven uw keuzes om de opbrengstverantwoordelijkheid bij de concessiehouder te leggen, de ruimte voor de ontwikkelfunctie en de midterm review. Wij bedanken u voor uw waardering voor de opzet van en gemaakte keuzes in het ontwerp-programma van Eisen. 8

19 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Dorpsvereniging Nijeveen (DVN) Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Wij vragen ons af of de klimaatdiscussie hier een rol heeft gespeeld in uw afwegingen. Op de dag dat landelijk wordt gepleit voor het laten staan van de auto valt dit concept PvE op de mat. Uitvoering van de daarin opgenomen vrijheid voor de toekomstige exploitant om lijnen 40 en 79 naar behoefte af te bouwen staat haaks op dit landelijke initiatief. Mensen zullen dan gaan overwegen om, noodgedwongen, toch een auto aan te schaffen. Omdat voor ons onduidelijk is wie feitelijk verantwoordelijk is voor fatsoenlijk openbaar vervoer in onze regio wagen we maar een hagelschot en benaderen u op deze wijze. Uiteindelijk is de exploitatie van het openbaar vervoer een financiële kwestie en kan er in overleg met alle betrokken provincies en de gemeente Meppel een oplossing worden gevonden. Wat het resultaat moet zijn? Een blijvend goede busverbinding voor het dorp Nijeveen. Het Openbaar Vervoeraanbod in een gemeente is primair de verantwoordelijkheid van de betreffende Concessieverlener, in uw geval dus de provincie Drenthe. In uw geval hebben de provincies Drenthe en Overijssel afspraken gemaakt over de exploitatie van grensoverschrijdende buslijnen vanuit de concessie Midden-Overijssel richting de gemeente Nijeveen. Met het OV-bureau Groningen Drenthe heeft in de voorbereiding op het ontwerp-pve overleg plaatsgevonden over de wenselijkheid om deze situatie al dan niet te continueren. Eén van de uitgangspunten voor de Concessie IJssel-Vecht is dat Openbaar Vervoer vooral een rol heeft op drukke verbindingen, omdat op deze verbindingen in de vervoersbehoefte van de meeste reizigers wordt voorzien. Op andere plaatsen en momenten kan deze vervoersbehoefte wellicht beter met Andere Mobiliteitsdiensten worden ingevuld. Dit draagt bij aan een duurzame en effectieve inzet van beschikbare middelen. Immers, duurzame mobiliteit bestaat uit drie peilers, te weten het vermijden van mobiliteit, het veranderen van mobiliteit en het schoner maken van mobiliteit Gemeente Apeldoorn In de inleiding wordt geen koppeling gemaakt met de provinciale (ontwerp)omgevingsvisie Gaaf Gelderland. Het zou goed zijn om dat wel te doen. We denken daarbij aan inhoud, maar ook aan de beschreven werkwijze en de manier van samenwerken met de omgeving. Een inhoudelijk voorbeeld betreft het thema Vitaal Platteland in de omgevingsvisie en de doorvertaling daarvan naar de betekenis voor mobiliteit (bijvoorbeeld het behouden van haltes in dorpen). Koppelingen met het beleid zijn gemaakt in de Nota van Uitgangspunten, toegespitst op de rol en positie van Openbaar Vervoer en Andere Mobiliteitsdiensten binnen de totale mobiliteit Gemeente Ede Onlangs is het Ontwerp-Programma van Eisen Aanbesteding OV-concessie IJssel-Vecht ter advisering voorgelegd aan gemeenten. Als reactie op het concept Nota van Uitganspunten Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel hebben we destijds gevraagd aan GS van de provincie Gelderland om de mogelijkheid op te nemen om een pilot rijden op waterstof op een of meerdere lijnen mee te nemen in de aanbestedingsstukken. Daarnaast zijn we in gesprek met de provincie om laadinfra voor batterij-elektrische bussen in te passen in het ontwerp voor het nieuwe busstation bij NSstation Ede-Wageningen. Wij hebben in het definitieve Programma van Eisen opgenomen dat de Concessiehouder zijn medewerking moet verlenen aan door de Concessieverleners goedgekeurde pilots op het gebied van duurzaamheid, waaronder bijvoorbeeld de inzet van waterstofbussen (artikel 6.3.7). In de Financiële Bepalingen is aangegeven hoe bepaald wordt of de Concessiehouder in dat geval in aanmerking komt voor een aanvullende subsidie. De ontwikkeling van het nieuwe busstation waarbij op dit moment niet met zekerheid is te zeggen waar en wanneer laadinfra voor batterij-elektrische bussen beschikbaar komt, is mede reden geweest om voor B-lijnen behorend tot de stadsdienst Ede niet te eisen dat zij vanaf start van de Concessie IJssel-Vecht met emissievrije voertuigen worden uitgevoerd. De Concessiehouder verleent zijn medewerking aan de uitvoering van beleid en initiatieven/pilots van of namens de Concessieverleners gericht op een verdere verduurzaming van de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht, waaronder pilots met waterstofbussen en smart grid centres. De extra kosten ten opzichte van de Inschrijving komen in dat geval voor rekening van de Concessieverleners. De Concessiehouder stelt hiertoe een business case op overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 van de Financiële bepalingen. 9

20 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Gemeente Ede Rijden op waterstof In Ede heeft een aantal bedrijven de handen ineengeslagen om de mogelijkheden en haalbaarheid van het rijden op waterstof te onderzoeken voor zowel intern transport (palletwagens en heftrucks) als het transport over de weg. Deelnemers aan dit waterstofconsortium zijn onder andere Toyota Material Handling, Bidfood (voorheen Deli XL), ACV, Greenpoint Fuels, Rijkswaterstaat en de gemeente Ede. Doel is om de energietransitie te stimuleren en de mogelijkheden om groene waterstof als brandstof en als buffer te gebruiken voor de opslag van energie te onderzoeken om onnodige verzwaring van het elektriciteitsnet en daarmee gepaard gaande hoge kosten te voorkomen. Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Greenpoint Fuels is voornemens een vestiging te openen op Bedrijventerrein A12, gelegen in de oksel van de A12 en de A30 in Ede. Naast conventionele brandstoffen worden straks op deze locatie duurzamere brandstoffen aangeboden, zoals LNG en CNG. Ook komen er oplaadfaciliteiten voor batterij-elektrische voertuigen. Een optie voor de toekomst is het uitbreiden van het assortiment met waterstof. Initiatieven elders in het land laten zien dat hiervoor een haalbare businesscase mogelijk is, als het tankstation verzekerd is van afzet aan OV bussen (met EU-subsidie). Zie bijvoorbeeld: en Het Ministerie van I&W heeft de ambitie om in het jaar 2020 tenminste 20 tankstations voor waterstof in Nederland operationeel te hebben. Er wordt gewerkt aan een subsidieregeling om dit te stimuleren. Als waterstof duurzaam geproduceerd wordt, is rijden op waterstof volledig emissieloos (well-to-wheel). De genoemde locatie in Ede lijkt goed geschikt te zijn voor een laad/tankstation voor niet-fossiele brandstoffen, mede gezien de centrale ligging en de nabijheid van de huidige busremise aan de Frankeneng Ede Gemeente Ede Inmiddels Om de verkoop zijn we van ambtelijk waterstof in gesprek rendabel met te maken de provincie is een Gelderland continue minimale over dit afzet onderwerp. nodig. Eén van de opties om afzet te creëren is het uitvoeren van een pilot voor het rijden op waterstof binnen OV-busconcessies. Ik verzoek u hierbij om in de aanbestedingsdocumenten van de nieuwe OV-busconcessie IJssel-Vecht de mogelijkheid op te nemen om bij wijze van pilot gedurende een aantal jaar de dienstregeling op een nader te bepalen buslijn (of lijnen) met waterstofbussen uit te voeren. Ook vragen wij u in de aanbestedingsdocumenten de realisatie van laadinfra op het busstation OV-knoop Ede- Wageningen te borgen zodat vanaf het moment van gereedkomen van het busstation de stadslijnen batterij-elektrisch kunnen gaan rijden. Wij bedanken u voor deze uitgebreide toelichting op de plannen in Ede. Op dit moment zijn de exploitatiekosten bij de inzet van waterstofbussen nog steeds substantieel hoger dan bij de inzet van andere typen emissievrije voertuigen. Dat is de reden dat wij niet van de Concessiehouder eisen dat hij waterstofbussen inzet voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht. Wel hebben wij in het definitieve Programma van Eisen opgenomen dat de Concessiehouder zijn medewerking moet verlenen aan door de Concessieverleners goedgekeurde pilots op het gebied van duurzaamheid, waaronder bijvoorbeeld de inzet van waterstofbussen (artikel 6.3.7). In de Financiële Bepalingen is aangegeven hoe bepaald wordt of de Concessiehouder in dat geval in aanmerking komt voor een aanvullende subsidie. Wij hebben in het definitieve Programma van Eisen opgenomen dat de Concessiehouder zijn medewerking moet verlenen aan door de Concessieverleners goedgekeurde pilots op het gebied van duurzaamheid, waaronder bijvoorbeeld de inzet van waterstofbussen (artikel 6.3.7). In de Financiële Bepalingen is aangegeven hoe bepaald wordt of de Concessiehouder in dat geval in aanmerking komt voor een aanvullende subsidie. De ontwikkeling van het nieuwe busstation waarbij op dit moment niet met zekerheid is te zeggen waar en wanneer laadinfra voor batterij-elektrische bussen beschikbaar komt, is mede reden geweest om voor B-lijnen behorend tot de stadsdienst Ede niet te eisen dat zij vanaf start van de Concessie IJssel-Vecht met emissievrije voertuigen worden uitgevoerd. Onze verwachting is dat deze eis wel gesteld kan worden bij start van de Concessie Rijn-Waal eind De Concessiehouder verleent zijn medewerking aan de uitvoering van beleid en initiatieven/pilots van of namens de Concessieverleners gericht op een verdere verduurzaming van de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht, waaronder pilots met waterstofbussen en smart grid centres. De extra kosten ten opzichte van de Inschrijving komen in dat geval voor rekening van de Concessieverleners. De Concessiehouder stelt hiertoe een business case op overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 van de Financiële bepalingen. De Concessiehouder verleent zijn medewerking aan de uitvoering van beleid en initiatieven/pilots van of namens de Concessieverleners gericht op een verdere verduurzaming van de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht, waaronder pilots met waterstofbussen en smart grid centres. De extra kosten ten opzichte van de Inschrijving komen in dat geval voor rekening van de Concessieverleners. De Concessiehouder stelt hiertoe een business case op overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 van de Financiële bepalingen Gemeente Noordoostpolder Wij constateren een omslag van openbaar vervoer-denken naar mobiliteitsdenken. Wij delen uw beeld dat sprake is van een omslag in denken. Dat is de reden dat wij (i) in Daarom vragen we u ook naar andere vervoersvormen te kijken dan alleen de bus. Zo is in de Nota van Uitgangspunten en het Programma van Eisen nadrukkelijk onderscheid een stedelijke omgeving de fiets een schoner en veelal sneller alternatief dan de stadsbus. maken tussen Openbaar Vervoer en Andere Mobiliteitsdiensten (maatwerk) en (ii) Door in een stedelijke omgeving de fiets te stimuleren, kunnen besparingen op het stadsvervoer ingezet worden voor diegenen die echt afhankelijk zijn van openbaar vervoer. vervoerders stimuleren om met voorstellen te komen die bijdragen aan het gebruik van het Openbaar Vervoer met name daar waar dit bijdraagt aan de bereikbaarheid van economische kerngebieden. 10

21 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Zwolle De gemeente Zwolle heeft ambitie. Zo is in de Omgevingsvisie opgenomen dat de stad verder gaat verstedelijken. De bereikbaarheid van de stad en regio komt daarmee verder onder druk te staan. Een groot deel van de verplaatsingen naar Zwolle vindt plaats binnen de regio Zwolle (Daily Urban System). De regio is sterk aangewezen op de werkgelegenheid en onderwijsinstellingen. De reistijdverhouding tussen het interregionale openbaar vervoer en de auto is goed in de spitsuren voor reizen van/naar het centrumgebied van Zwolle. Voor andere economische werklocaties in Zwolle is dit ongunstiger. Om die reden willen wij de positie van het railnetwerk in Zwolle en de regio versterken, het aantal knooppunten vergroten en daar het openbaar vervoer op afstemmen. Als gemeente Zwolle zijn we (in afstemming met de provincie Overijssel) bezig met het opstellen van een nieuwe Mobiliteitsvisie voor de komende 10 a 15 jaar. Een van de kansrijke elementen ten aanzien van het opvangen van de verwachte mobiliteitsgroei is het heroverwegen van het Openbaar Vervoer. Op dit moment rijden hebben vrijwel alle buslijnen een herkomst, bestemming of tussenstop op het station. Als gemeente Zwolle zien we juist ook kansen in het ontwikkelen van zogenaamde Hub s of overstaplocaties, waarmee 1) het station ontlast wordt, 2) de reistijdverhouding tussen OV en auto verbetert en 3) de kosten mogelijk beperkt worden. Wij bedanken u voor het delen van de gedachten van de gemeente Zwolle ten aanzien van het versterken van de positie van het openbaar vervoer. Wij hebben uw gedachten opgenomen in de Reactienota, zodat geïnteresseerde vervoerders hiervan kennis kunnen nemen Regio FoodValley De Provincie ziet drie hoofdopgaven voor het Openbaar Vervoer; het verbeteren van de De doelstellingen voor de concessies krijgen enerzijds hun weerslag in de minimumeisen bereikbaarheid met aandacht voor vraaggericht OV, het benutten van kansen in de regio s zoals opgenomen in het Programma van Eisen en anderzijds in het gunningsmodel op en het verhogen van duurzaamheid. ( ) Bij de vertaling van deze hoofdopgaven in de doelstellingen voor de concessies lijkt de aandacht voor het benutten van kansen in de regio s echter verloren te gaan. Het versterken van de OV verbindingen van economische kerngebieden binnen de concessiegebieden met elkaar en met economische kerngebieden buiten de regio is basis waarvan de vervoerder wordt gekozen die de Concessie IJssel-Vecht mag uitvoeren. Daarbij is wat betreft de eisen ten aanzien van het vervoeraanbod gekozen voor een vraaggerichte benadering, waarbij (i) vervoerders ruimte krijgen om bovenop de minimumeisen extra vervoer te bieden op plaatsen en momenten waarop deze het beste voorzien in de vervoersbehoeften van reizigers en (ii) omvang en invulling van het extra aanbod een belangrijke rol spelen bij de beoordeling van de offertes. Een mogelijke essentieel voor het versterken van de economie in het concessiegebied. Dit betekent voor invulling is het bieden van hoogwaardige verbindingen op belangrijke reisrelaties (zie Regio FoodValley onder meer aandacht voor: onder meer tabel 3.1 van het PvE). - directe verbindingen tussen de WERV-gemeenten, waarbij WUR-campus en Ziekenhuis Gelderse Vallei in ieder geval worden aangedaan. - directe verbindingen tussen FoodValley en Amersfoort, Apeldoorn, Utrecht Science Park (USP WUR), Betuwe en Arnhem. - directe verbinding tussen Nijkerk en Barneveld Wij vragen u dan ook om het hoogwaardig verbinden van economische kerngebieden binnen én buiten het concessiegebied als doelstelling mee te nemen in het PvE ROCOV's Oost De inleiding (met name de hoofdopgaven) is onvoldoende gespecificeerd. Zo is niet geheel duidelijk wat wordt bedoeld met inliggende concessies en een substantieel deel. Het verdient aanbeveling om termen nader te specificeren. De inleiding biedt vrij veel ruimte voor brede interpretaties. Met name de hoofdopgaven zijn onvoldoende gespecificeerd. Zo wordt er bijvoorbeeld gesproken over een substantieel emissievrij deel van het materieel. Bereikbaarheid is gebaat bij hoogfrequent, regelmaat, snelheid en betrouwbaarheid. Bereikbaar verbeteren is een mooie hoofdopgave maar het algemeen gevoel bij de reiziger is toch een verslechtering van OV met name in de buitengebieden. Niet alleen het verbinden van Economische kerngebieden met elkaar, maar ook zorgen voor een netwerk waarin alle woonkernen worden aangedaan door OV is van belang. Het lijkt meer een bedrijfsplan gericht op resultaatsvermeerdering in financiële zin dan een Programma van Eisen voor wat beschouwd wordt als een nutsvoorziening. De omschrijving van Kansen in de regio benutten komt onvolledig over. Transitie naar emissievrij is een mooi uitgangspunt; maar hoe groot is 'substantieel'? Reikt dat naar 60% of 90%? Hoe zit het met verduurzaming voertuigen op lijnen die t.z.t. uitstromen naar andere concessies? Hoe wordt voorkomen dat de vervoerders de kosten die ze moeten maken om te voldoen aan de eis van volledig emissievrij zijn, doorberekend wordt aan de reiziger? Of vinden wij het oké als de kosten gedeeltelijk doorberekend worden? Gemist wordt hier de opgave over de vindbaarheid van het OV en aanvullend vervoer o.a. voor mensen buiten concessiegebied en toeristen. Concretiseringen zijn, voor zover noodzakelijk, opgenomen in de hoofdstukken 2 t/m 13. We beogen dat het openbaar vervoer blijvend aansluit bij ontwikkelingen in de samenleving, dus zowel bij de start als tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht. Daarbij past een Programma van Eisen dat ontwikkelruimte voor de Concessiehouder biedt door eisen functioneel te formuleren. 11

22 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf VeluweBoard Uw college verzamelt input uit de samenleving voor de aanbesteding van de nieuwe provinciale concessie voor openbaar vervoer het komende decennium. Daar werken wij graag aan mee als samenwerkende Veluwepartijen. In deze brief vragen wij om maatwerk omdat in het vakantie-seizoen op de Veluwe de behoefte aan OV een andere vanwege het grote aantal toeristen. Je zou kunnen zeggen in de winter OV voor de student en in de zomer voor de toerist. Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE De VeluweAgenda, de gezamenlijke ambitie van Veluwse partners, richt zich op het versterken van de toeristische infrastructuur op de Veluwe naast het zorgvuldig bewaken van het stamkapitaal van de Veluwe: natuur, landschap en erfgoed. Ons gezamenlijke motto: de Veluwe op 1 Eén van de programmalijnen van de VeluweAgenda richt zich op een optimale bereikbaarheid van de Veluwe, bereikbaarheid naar de Veluwe toe maar ook binnen de Veluwe. De nieuwe concessie is dé kans om het openbaar vervoer sterker in te bedden in de recreatieve infrastructuur. Wij willen graag dat de toerist in de vele Veluwse recreatieparken de eigen auto laat staan en toch geniet van alles wat de Veluwe heeft te bieden. Goed voor de duurzaamheidsdoelstellingen, goed voor de natuur en uiteindelijk ook goed voor de beleving van de Veluwe: bij het instappen begint het ontspannen. Wij willen dat bij de aanbesteding aanbieders wordt gevraagd om op de Veluwe in het zomer-seizoen voor de toerist een eigen netwerk voor te stellen. Door te diversifiëren krijgt de nieuwe vervoerder ruimte om een pakket vervoers voorzieningen aan te bieden waar veel ruimte is voor seizoensgebonden maatwerk. Het reizigersaanbod in de winter is er voor verbindingen tussen wonen en werk of school, in de zomer wordt de toeristische markt bediend VeluweBoard Geeft u die aanbieder voorrang die met enthousiasme optrekt als partner in de recreatieve Geeft u die aanbieder sector. Die voorrang een eigen die visie met heeft enthousiasme over wat seizoensgebonden optrekt als partner busverbindingen de recreatieve sector. Die een eigen visie heeft over wat seizoensgebonden busverbindingen bijdragen aan zowel het terugdringen van particuliere verkeersbewegingen als het vergroten van de beleving tijdens de busritten. De afgelopen jaren hebben wij aan de hand van pilots ervaringen opgedaan met het busvervoer van verblijfsrecreanten naar attracties in verschillende delen van de Veluwe. Deze experimenten onder de noemer VeluweExpress doen wij bij voorkeur niet náást de concessie maar juist mét de vervoerder om gezamenlijk optimale creativiteit te bereiken voor het recreatieve reizigersvervoer. Wij zijn ervan overtuigd dat de recreatieondernemers binnen de Veluwe graag meedenken over het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer en dat zij ook hun deskundigheid willen inbrengen om tot de goede zomerverbindingen te komen. De VeluweBoard bemiddelt graag om gesprekken tussen vervoerder en de branche plaats te laten vinden. Vanzelfsprekend willen wij ons standpunt nader toelichten. Een afschrift van deze brief hebben wij gestuurd aan de VeluweAlliantie en de Veluwse wethouders Recreatie&Toerisme. Het Programma van Eisen biedt de Concessiehouder de ruimte om met zijn aanbod in te spelen op de vervoersbehoeften van Reizigers. Door zijn opbrengstverantwoordelijkheid zal hij de ruimte die hij heeft benutten om extra Openbaar Vervoer aan te bieden op plaatsen en momenten waar het aantal betalende reizigers het grootst is. In het Vervoerplan geven vervoerders aan waar en waarom zij extra Openbaar Vervoer bieden bovenop de minimumeisen uit het Programma van Eisen. Dat kan bijvoorbeeld een zomernetwerk op de Veluwe zijn. Of vervoerders hier ook voor kiezen, zal afhankelijk zijn van hun verwachting wat betreft het aantal mensen dat van dit netwerk gebruik zal gaan maken. Recreatieondernemers kunnen de kans hierop vergroten door het gebruik van Openbaar Vervoer door hun klanten te stimuleren, bijvoorbeeld door samen met de vervoerder combinatietickets voor toegang en vervoer aan te bieden. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen zijn aanbod zo goed mogelijk af te stemmen op de vervoersbehoeften van Reizigers, bijvoorbeeld door in de zomer met een op toeristen toegespitst aanbod te komen. Vanwege zijn opbrengstverantwoordelijkheid kan de Concessiehouder daarbij zelf zijn afwegingen maken wat betreft de vervoersbehoeften waarbij hij kansen ziet voor het Openbaar Vervoer. Om een goed beeld van deze afwegingen te verkrijgen, vragen wij aan geïnteresseerde vervoerders om ten behoeve van de aanbesteding als onderdeel van het vervoerplan een vervoervisie op te stellen. Dit betreft een visie met betrekking tot het totale vervoeraanbod, waarbij geïnteresseerde vervoerders ruimte hebben om aandacht te besteden aan deelmarkten waarbij het binnen de gedachte van opbrengstverantwoordelijkheid in combinatie met ontwikkelruimte niet past dat wij specifieke deelmarkten voorschrijven. Wij waarderen uw aanbod om mee te denken en te bemiddelen waar het gaat om het creëren van kansrijke zomerverbindingen. Door uw reactie in de Reactienota op te nemen zijn geïnteresseerde vervoerders op de hoogte van uw aanbod Vervoerder Wij lezen op pagina 5 dat bijvoorbeeld Lelystad vanaf de start van de concessie emissievrij moeten zijn. Bedoelt u daarmee vanaf 26 augustus 2020, of vanaf het moment dat Lelystad wordt toegevoegd op 31 december 2021? De eis geldt vanaf het moment dat de concessie Lelystad wordt toegevoegd aan de Concessie IJssel-Vecht. 12

23 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf ROCOV's Oost Zijn de veranderde vervoersbehoeften gemeten? Of: Hoe zijn de veranderende vervoerbehoeften gemeten? Vraag: Zijn de veranderde vervoersbehoeften beïnvloed door verminderd aanbod? Vraag: Wat is een betaalbaar hoofdnetwerk? Vraag: Gaan reizigers buiten de A-lijnen meer betalen? Als straks nog maar een beperkt aantal lijnen tot de A- categorie behoort en de overige tot B en C met veel onzekerheden over bediening en frequentie is toch geen sprake meer van het versterken van de toekomstvastheid van het openbaar vervoer! Dus aanvullende mobiliteit zoals bv Breng flex en regiotaxi vallen ook onder een concessie? Het is te gemakkelijk om alleen maar over de Reiziger te praten. Hier zou ook omschreven moeten worden om welke reizigers het gaat: De incidentele reiziger, de frequente gebruiker (woon- werkverkeer), de toerist en student. Elk van de drie vraagt en kan een andere dan wel specifieke vervoersinvulling nodig hebben. Daarnaast gaat het niet alleen om het hoofdnetwerk. In het PvE staat niets over de te tonen ambitie van de concessiehouder om meer reizigers naar het OV te verleiden. Wij vinden dat in het PvE, concrete eisen aan die ambitie gesteld moeten worden. Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE De provincies hebben het 'Inwonersonderzoek openbaar vervoer Flevoland, Gelderland en Overijssel' uitgevoerd. Dit is meegenomen bij het opstellen van de Nota van Uitgangspunten. Reizigersgroei is geen doel op zich voor de provincies. Het OV is een middel om de mobiliteit van de inwoners te faciliteren en de bereikbaarheid van economische kerngebieden te waarborgen. De Concessiehouder wordt aangemoedigd zijn vervoeraanbod optimaal te laten aansluiten op de vervoervraag van verschillende groepen reizigers (= doelgroepen). Betaalbaarheid geldt vanuit het oogpunt van reizigers en de provincies. In geval van reizigers gaat het om de tarieven en in geval van de provincies om de hoogte van de exploitatiebijdrage in relatie tot de vervoeropbrengsten en de omvang van het aanbod. In artikel staat een kader om te waarborgen dat er geen ongewenste tariefontwikkelingen plaatsvinden op verbindingen waar de Concessiehouder extra service/kwaliteit aanbiedt Gemeente Apeldoorn De concessie IJssel-Vecht heeft een flinke omvang. U heeft in uw reactienota aangegeven dat u alert wilt zijn op een goede verdeling van aandacht van de vervoerder tussen Geïnteresseerde vervoerders moeten in hun Inschrijving een vervoerplan opnemen voor de fictieve situatie dat de huidige concessies Midden-Overijssel, Veluwe, Lelystad en stedelijke en landelijke regio s binnen het concessiegebied. Dat vinden wij ook van belang. IJsselmond bij de start volledig deel zouden uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht. Wat ons betreft is het verdelen van aandacht over de concessie in zijn algemeenheid een aandachtspunt. Denk daarbij niet alleen aan balans tussen stad en platteland, maar ook aan balans in steden zoals Apeldoorn en Zwolle. Wij willen u de suggestie doen om aanbieders te vragen om per gebied een beschrijving te maken van hun aanbod en een visie te geven op de balans in de concessie. Uiteraard zijn wij bereid om hierover mee te denken en doen bij de beoordeling. Daarbij wordt aan geïnteresseerde vervoerders gevraagd specifiek aandacht te besteden aan het Openbaar Vervoer in de steden Apeldoorn, Lelystad en Zwolle en een strategie te beschrijven voor de doorontwikkeling van hun vervoeraanbod rekening houdend met de in- en uitstroom van concessiedelen tijdens de overgangsfase naar de nieuwe concessieindeling. Daarnaast wordt aan geïnteresseerde vervoerders gevraagd aan te geven hoe zij bij de (door)ontwikkelig van de Concessie IJssel-Vecht gaan samenwerken met de diverse Stakeholders, waaronder grote en kleine gemeenten Gemeente Apeldoorn Vanuit onze rol als wegbeheerder en vanuit onze verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid/inclusieve samenleving en duurzaamheidsopgaven willen wij graag met u samenwerken aan de doorontwikkeling van duurzame en innovatieve (OV)mobiliteit. Wij Wij delen het beeld dat samenwerking tussen partijen bij de ontwikkeling van openbaar vervoer en Andere Mobiliteitsdiensten belangrijk is en maken dan ook graag van uw aanbod gebruik. Op diverse plekken in het Programma van Eisen worden eisen gesteld ten zijn van mening dat dit vraagt om een aanscherping van het huidige samenwerkingsproces aanzien van de samenwerking tussen de Concessiehouder en Stakeholders, waaronder rondom de ontwikkelteams (zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau). Er zijn een aantal ontwikkelingen en opgaven die het zeer belangrijk maken dat we op een intensievere manier met elkaar gaan samenwerken. gemeenten. Geïnteresseerde vervoerders worden gevraagd om in hun Inschrijving aan te geven hoe zij deze samenwerking gaan vormgeven. Dit vanuit de gedachte dat we de Concessiehouder het best kunnen aanspreken op toezeggingen die hij zelf gedaan heeft. Indien nodig bestaat daarbij de mogelijkheid dat de Concessieverleners na gunning aan de Concessiehouder vragen om de wijze van samenwerking op onderdelen aan te passen Gemeente Apeldoorn Ten eerste vraagt de transitie van aanbodgericht openbaar vervoer naar een vraaggericht mobiliteitssysteem om een goede wisselwerking tussen openbaar vervoer en lokaal Wij maken graag van uw aanbod gebruik. Geïnteresseerde vervoerders worden gevraagd om in hun Inschrijving aan te geven hoe zij maatwerk in de vorm van Andere Mobiliteit. U voorziet voor ons als gemeente, al dan niet deze samenwerking gaan vormgeven. Dit vanuit de gedachte dat we de Concessiehouder in regionaal verband, een belangrijke rol in Andere Mobiliteit (Zienswijze Andere Mobiliteit). Dit vraagt om intensieve samenwerking met u als concessieverlener, de concessienemer en andere relevante partijen. Daarnaast hebben wij als gemeente een het best kunnen aanspreken op toezeggingen die hij zelf gedaan heeft. Indien nodig bestaat daarbij de mogelijkheid dat de Concessieverleners na gunning aan de Concessiehouder vragen om de wijze van samenwerking op onderdelen aan te passen. cruciale rol in het betrekken van bewoners bij transitie (participatie en communicatie) en politiek (maatschappelijke discussie). Wij werken samen met u aan deze transitie-opgave. Er is sprake van integrale opgaven waar wij als gemeente ook verantwoordelijkheden hebben, niet alleen als wegbeheerder, maar bijvoorbeeld ook op het gebied van leefbaarheid/inclusieve samenleving en duurzaamheid. Wij delen onze ideeën over het vormgeven van deze samenwerking graag met u. We zijn ons ervan bewust dat dit ook betekent dat wij intern integraal dienen te werken op het gebied van onder andere openbaar vervoer en Andere Mobiliteit. 13

24 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Apeldoorn Wij constateren dat er nog geen duidelijkheid is over financiën, terwijl dit een belangrijke randvoorwaarde is om als partners te kunnen werken aan de doorontwikkeling van mobiliteit. Hierbij dient wat ons betreft op een integrale manier gekeken te worden naar een juiste allocatie van middelen over het gehele mobiliteitssysteem (concessie én Andere Mobiliteit). Mogen wij ervan uitgaan dat het huidige budget dat nu voor de stadsdienst beschikbaar is ook beschikbaar blijft? Acceptabel is uiteraard dat dit op een andere manier ingezet wordt om meer vraaggericht te werken. Zonder (start)financiering en meer bescheiden structurele ondersteuning zijn alternatieven echter zeer moeilijk rendabel te krijgen. In de Nota van Uitgangspunten is onder meer aangegeven dat de huidige exploitatiebudgetten het plafond vormen voor de aanbesteding van de concessies. Het gaat hierbij om de exploitatiebudgetten zoals die voor de huidige concessies door de betreffende provincie(s) beschikbaar worden gesteld. In geval van Apeldoorn betreft dit het exploitatiebudget voor de concessie Veluwe; binnen dit budget is geen bedrag geoormerkt voor de stadsdienst. Voor de financiering van Andere Mobiliteitsdiensten kunnen separaat middelen beschikbaar worden gesteld. Iedere provincie beslist per initiatief of dit gebeurt en vanuit welke bron dit dan gefinancierd wordt Gemeente Apeldoorn Momenteel worden er door vervoerders andere vormen van mobiliteit zoals deelauto s en deelfietsen bekostigd vanuit de concessie. Dit is straks niet meer mogelijk. Dit roept bij ons de vraag op wat dit betekent voor de financiële middelen die daarmee gepaard gingen. Komen die beschikbaar voor vormen van Andere Mobiliteit? Op dit moment is voor de Concessieverleners niet duidelijk of en hoeveel middelen de huidige Concessiehouders hebben gereserveerd voor Andere Mobiliteitsdiensten zoals deelauto's en deelfietsen. Om die reden, maar ook vanwege de ambitie van de provincies om de transitie naar emissievrij openbaar vervoer versneld te realiseren, kiezen wij ervoor om deze middelen niet in mindering op de exploitatiebudgetten te brengen. Tijdens de implementatieperiode van de Concessie IJssel-Vecht hebben wij voldoende tijd om te analyseren welke mobiliteitsdiensten na de start van de concessie niet langer beschikbaar zijn en in hoeverre het wenselijk is om deze mobiliteitsdiensten al dan niet met een bijdrage vanuit de betreffende provincie te continueren Gemeente Kampen Het PvE geeft veel vrijheid om te innoveren en kansen te benutten. We zien graag terug in het PvE dat van de concessiehouder gevraagd wordt hoe (bestaande) initiatieven of projecten zoals Slimme & Duurzame Mobiliteit Werkgeversaanpak regio Zwolle- Kampen of Mobility as a Service geborgd worden. Daarbij zien we ook graag opgenomen dat de concessieverlener de concessiehouder af kan dwingen dat de concessiehouder goed inspeelt op, maar ook meewerkt aan innovatieve mobiliteitsoplossingen. In de Nota van Uitgangspunten hebben wij de positie van de Concessiehouder in relatie tot initiatieven op het gebied van 'Mobility as a Service' uitgebreid toegelicht. Het komt erop neer dat de rol van de Concessiehouder zich beperkt tot het verrichten van Openbaar Vervoer. Het Programma van Eisen bevat een aantal eisen ten aanzien van de rol van de Concessiehouder ten opzichte van MaaS-aanbieders. Voor initiatieven van Stakeholders op het gebied van bereikbaarheid en duurzaamheid geldt dat de marktpotentie van innovatieve mobiliteitsoplossingen bepalend zal zijn voor de mate waarin de Concessiehouder zijn medewerking aan deze oplossingen zal willen verlenen Gemeente Kampen Bij nieuwe initiatieven als de buurtbus is werkverdringing een vaak genoemd tegenargument. Werkverdringing mag nieuwe initiatieven niet in de weg staan. Voor initiatieven voor nieuwe buurtbuslijnen geldt dat deze door de betreffende Concessieverlener moeten worden goedgekeurd. Alleen dan komen de buurtbusvereniging en de Concessiehouder in aanmerking voor een bijdrage van de Concessieverlener. Zo houden de Concessieverleners controle over eventuele werkverdringing zonder dat dit de initiatieven voor nieuwe buurtbuslijnen in de weg staat Gemeente Noordoostpolder De provincie is primair verantwoordelijk voor openbaar vervoer Wij zien de provincie als primair verantwoordelijke voor het openbaar vervoer vanwege haar rol als concessieverlener. Vervoer op ontwikkelijnen dat buiten de concessie valt, is straks geen taak meer van de provincie. Hierdoor dreigt de verantwoordelijkheid van de ontwikkellijn voor rekening van de gemeente te komen. Dit heeft consequenties voor personele inzet. Om die reden vragen we de financiële garantstelling van de provincie voor het vervoer op de ontwikkellijnen Gemeente Steenwijkerland WIj zij blij met de flexibiliteit die het ontwerp-pve biedt. De nieuwe vervoerder krijgt ruim de gelegenheid om door te ontwikkelen en kan ook aan het begin van de concessie al een deel van de vervoerstromen anders vormgeven. Wij beschouwen dit als een kans om samen met de regio's te innoveren en pakken deze handschoen graag samen met de provincies en de nieuwe vervoerder op. Om de vervoerder al bij het schrijven van de bieding te prikkelen hier aandacht voor te hebben in onze regio, geven we de vervoerder graag onze kijk op de regio mee. Dit willen we doen middels de bijgevoegde brief aan de inschrijvers, inclusief bijlagen. We verzoeken u deze via het dataportaal aan de inschrijvers te verstrekken. Vooropgesteld dat het niet onze intentie is om alle C-lijnen (ontwikkellijnen) door andere vervoersvormen te vervangen, kunnen wij voor situaties waarin daar wel toe besloten wordt deze financiële garantstelling niet geven. Wel kunnen wij toezeggen dat wij in voorkomende gevallen met betrokken Stakeholders, waaronder de betreffende gemeente(n), zullen kijken of en zo ja welke Andere Mobiliteitsdiensten beter in de vervoersbehoeften van Reizigers voorzien dan C-lijnen. Wij waarderen uw steun voor dit uitgangspunt. De door u verstrekte informatie is inmiddels via het informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar gesteld. 14

25 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Zwolle De gemeente Zwolle adviseert meer rekening te houden met een veranderende mobiliteit Wij delen uw beeld dat de aard van het tempo waarin andere vervoersconcepten op de en de transitie. De werkelijkheid is complex. Welke veranderingen we beogen is middels markt komen onbekend is. Dat is de reden waarom in het ontwerp-programma van Eisen dit O-PvE onduidelijk. Ook het tempo waarin andere vervoersconcepten zich aanbieden is naar een balans is gezocht tussen enerzijds zekerheid voor reizigers en vervoerders en onbekend voor wegbeheerder, concessieverlener en concessiehouder. En juist de andere vervoersconcepten zijn geen onderdeel van deze concessieverlening. De gemeente Zwolle wil graag een actieve rol spelen in zowel de voorbereiding als uitvoering van de concessie. En bij het voorstel om ook de betrokken partners en stakeholders in de stad en regio (zoals scholen en bedrijven) een duidelijke positie te geven bij de uitvoering van de concessie en met name de ontwikkeling van nieuwe mobiliteitsdiensten. Ook de samenhang en samenwerking met het programma beter benutten en vervolgprogramma slim en duurzaam is hierin van belang. anderzijds flexibiliteit om te kunnen inspelen op toekomstige ontwikkelingen. Wij maken graag van uw aanbod gebruik. Op diverse plekken in het Programma van Eisen worden eisen gesteld ten aanzien van de samenwerking tussen Concessiehouder en Stakeholders, waaronder gemeenten. Vervoerders worden gevraagd om in hun offerte aan te geven hoe zij deze samenwerking gaan vormgeven. Dit vanuit de gedachte dat vervoerders het best kunnen worden aangesproken op toezeggingen die zij zelf gedaan hebben. Indien nodig bestaat daarbij de mogelijkheid dat de Concessieverleners na gunning aan de Concessiehouder vragen om de wijze van samenwerking op onderdelen aan te passen Gemeente Almere Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere is op grond van het Delegatiebesluit openbaar vervoer Almere bevoegd tot het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor openbaar vervoer binnen de gemeente Almere en op de trajecten tussen Almere - t Gooi en Almere Amsterdam. Op dit moment rijden vanuit de concessie IJsselmond de lijnen 159 (Harderwijk Zeewolde Almere v.v.) en 160 (Amersfoort Eemhof Almere v.v.) naar Almere. Wij continueren graag de goede samenwerking met onze buurconcessie(s) in het bijzonder in het belang van de regionale reiziger. Wij delen uw beeld dat een goede samenwerking tussen aangrenzende Concessieverleners en Concessiehouders in het belang van de regionale reiziger is. We gaan dan ook graag in op uw aanbod om de goede samenwerking te continueren Regio FoodValley In uw ontwerp-pve stelt u te verwachten dat de concessiehouder intensief samenwerkt met gemeenten en concessiehouders van aangrenzende concessiegebieden. Zoals hierboven beschreven zijn de bovenregionale verbindingen volgens ons als Regio FoodValley dermate van belang, dat de samenwerking over de concessiegrenzen heen Op diverse plekken in het Programma van Eisen worden eisen gesteld ten aanzien van de samenwerking tussen Concessiehouder en Stakeholders. Geïnteresseerde vervoerders worden gevraagd om in hun Inschrijving aan te geven hoe zij deze samenwerking gaan vormgeven. Dit vanuit de gedachte dat we de Concessiehouder het best kunnen niet alleen als wens maar juist als eis zal moeten worden opgenomen in het PvE. Als regio aanspreken op toezeggingen die hij zelf gedaan heeft. Indien nodig bestaat daarbij de met zowel Utrechtse als Gelderse gemeenten hebben wij helaas ruimschoots ervaring met mogelijkheid dat de Concessieverleners na gunning aan de Concessiehouder vragen om de de gevolgen van onvoldoende overleg tussen concessiehouders en gemeenten van wijze van samenwerking op onderdelen aan te passen. verschillende concessiegebieden. Dit kan voor een groot deel voorkomen worden door dit als eis voor de concessiehouder op te nemen Regio FoodValley Regio FoodValley hecht grote waarde aan de nauwe samenwerking met de betrokken Provincies als het gaat om de OV bereikbaarheid. Wij werken de komende tijd graag verder met u en de vervoerder samen om een robuust en toereikend Openbaar Vervoer voor de inwoners en bezoekers van de Regio FoodValley mogelijk te maken. We maken graag gebruik van uw aanbod. 15

26 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf ROCOV's Oost Op veel plaatsen in het P.v.E. wordt gesproken over Andere Mobiliteitsdiensten. Vooralsnog is het onduidelijk wat voor diensten er aangeboden gaan worden. Indien OV diensten vervangen worden, dienen er randvoorwaarden gesteld te worden aan de Andere Mobiliteitsdiensten, zoals aansluiting, prijs, continuïteit, beschikbaarheid en (reis)informatie. Andere Mobiliteitsdiensten dienen NIET gebruikt te worden als sterfhuis constructie voor regulier OV! Ik kan mij goed voorstellen dat andere mobiliteitsdiensten ingeschakeld worden, maar dan dient de concessiehouder de regie te behouden t.a.v. de praktische uitvoering en de aansluitingen op het net van de concessiehouder en eventueel andere concessiehouders. Het samenvoegen tot een dergelijke concessie brengt al veel nieuwigheden voor de reiziger met zich mee. Probeer dit samenvoegen eerst goed te laten verlopen voordat er weer andere vormen van mobiliteit aan toegevoegd gaan worden. Het is maar de vraag of de samenvoeging van concessies leidt tot een betere invulling van de ontwikkelrol door de concessiehouder. Er wordt niet over nieuwe verbindingen gesproken binnen de nieuwe concessiegebieden, terwijl de herindeling juist bedoeld was om verbindingen te gaan bieden die beter aansluiten bij de vervoerbehoeften van de reizigers. De samenwerking tussen de provincies klinkt mooi, maar binnen de concessie behoudt elke provincie zeggenschap over het eigen deel en de invulling daarvan. Geldt de begrensde ruimte voor ontwikkeling die voor de concessie houder wordt gehanteerd ook voor marktpartijen aan wie ruimte wordt geboden? Op welke wijze wordt deze ruimte aangeboden? De concessieverleners bieden ruimte voor het ontwikkelen en aanbieden van 'Andere' Mobiliteitsdiensten buiten de Concessie door marktpartijen. Dat houdt dus in dat door marktpartijen géén openbaar vervoer als mobiliteitsdienst mag worden uitgevoerd? Het gebruik van een specifiek Merk voor de concessie IJssel-Vecht geeft beperkingen aan de inzet van de busvloot van de vervoerder in andere concessies en is daarmee kosten verhogend. De reiziger heeft meer baat bij de herkenbaarheid van het OV in Nederland in het algemeen dan specifieke branding per concessie. Waarom wordt voor HOV niet aangesloten bij het concept R-net? Branding per soort verbinding? Met één merk wordt neem ik aan zoiets bedoeld als Blauwnet of de treinen en bussen in Limburg. Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Vervoerder Kunt u aangeven hoe de aansturing van de concessie vanuit de concessieverleners wordt georganiseerd, aan wie moet de concessiehouder rapporteren, moet de concessiehouder bij alle partijen langs voor afspraken, et cetera? In de stukken spreekt u steeds over concessieverleners, vandaar dat deze onduidelijkheid bij ons bestaat. Deze rolverdeling is ook belangrijk met het oog op bijvoorbeeld de juiste invulling van het ontwikkelplan en het implementatieplan. Het PvE heeft alleen betrekking op openbaar vervoer (inderdaad een exclusief recht voor de Concessiehouder) en bevat daarom geen eisen ten aanzien van Andere Mobiliteitsdiensten. De Concessiehouder heeft de opdracht samen te werken met aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten (artikel 2.2.7j). In hoofdstuk 7 wordt van de Concessiehouder geëist dat hij in de reisinformatie rekening houdt met Andere Mobiliteitsdiensten. Uit de Nota van Uitgangspunten blijkt dat ook aan de aanbiedere van Andere Mobiliteitsdiensten op dit gebied eisen zullen worden gesteld, mits de Concessieverleners betrokken zijn bij de contractering van deze partijen. Via het vervoerplan houden de Concessieverleners de regie over het veranderen van traditioneel openbaar vervoer naar nieuwe OV-systemen en/of Andere Mobiliteitsdiensten. Stakeholders, waaronder gemeenten en Consumentenorganisaties verenigd in de ROCOV's, worden hierbij betrokken (Bijlage 9, procedure vervoerplan). Hoofdstuk 9 gaat in op de keuze van het merk en de ruimte die de Concessiehouder krijgt om merk te gebruiken en productformules te ontwikkelen. De Concessieverleners beogen te komen tot één merk en een samenhangende huisstijl voor de drie provincies. Omdat de bevoegdheid tot het verlenen van concessies voor openbaar vervoer in een provincie wettelijk bij GS van de betreffende provincie ligt, spreken we in het Programma van Eisen over Concessieverleners. Het is de bedoeling dat OV Oost de Concessie IJssel- Vecht namens de drie provincies gaat beheren Vervoerder Kunt u aangeven welke rol de verschillende concessieverleners hebben in de beoordeling van de offerte? De Concessieverleners zullen een beoordelingsteam samenstellen dat namens hen de binnengekomen offertes beoordeelt Vervoerder Passage Opbrengstverantwoordelijkheid Concessiehouder. Zoals u terecht aangeeft wordt een belangrijk deel van de opbrengsten gegenereerd vanuit het studenten-ovcontract. Wij willen u aanbevelen om een regeling voor eventuele afschaffing of grootschalige aanpassing Studenten-OV-Chipkaart op te nemen in het definitieve Programma van Eisen. Dit is een regeling die ook toegepast is in recente aanbestedingen waarmee de inschrijvers het risicoprofiel van de concessie beter kunnen wegen ten gunste van het voorzieningenniveau van de concessie. Als voorbeeld willen we u wijzen op de Bijlage B van het Programma van Eisen van de aanbesteding concessie Drechtsteden en Vijfheerenlanden (DAV) welke recent heeft plaatsgevonden. Bedankt voor uw suggestie. De Financiële Bepalingen gaan hier nader op in ROCOV's Oost In het PvE staat de vergoeding uit de BDU aan de vervoerder NIET vermeld. Om iets aan te bieden dient de vervoerder een inschatting te kunnen maken van de inkomsten. Welk budget (subsidie) is beschikbaar voor het OV in de concessie IJssel-Vecht? (of komt dat in het bestek te staan?) Een ademende concessie klinkt mooi, maar iedere uitdaging zal ook geld kosten. Bij een scherpe aanbieding blijft er weinig ruimte om te ademen over. De omvang van de exploitatiebijdrage staat in de Financiële Bepalingen. In de Nota van Uitgangspunten is aangegeven dat de huidige exploitatiebijdragen het plafond voor de nieuwe concessies vormen Gemeente Raalte 1 nvt Wij vinden het belangrijk dat het PVE voldoende flexibiliteit biedt voor toekomstige, wellicht nu nog onbekende mogelijkheden van vervoer en er een goede afstemming zal zijn op wijzigingen in de behoefte aan vervoer. Wij delen uw beeld dat flexibiliteit nodig is om met bestaande en toekomstige, nog onbekende vervoersvormen zo goed mogelijk in te kunnen spelen op de vervoersbehoeften van reizigers. Dat is de reden waarom in het ontwerp-programma van Eisen naar een balans is gezocht tussen enerzijds zekerheid voor reizigers en vervoerders en anderzijds flexibiliteit om te kunnen inspelen op toekomstige ontwikkelingen. 16

27 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf ROCOV's Oost 1 nvt Het ontwerp PvE mist twee belangrijke hoofdstukken: een financiële paragraaf en een paragraaf met informatie over de gunningscriteria. Deze hoofdstukken zijn bijvoorbeeld wel opgenomen in het PvE Midden Overijssel van april 2009 en het is ons onduidelijk waarom dit in het ontwerp PvE niet het geval is. Het is volgens de ROCOV s essentiële informatie. Het ontbreken van deze informatie maakt het onmogelijk een goed beeld te krijgen of de provincies de ambitie hebben met extra financiële middelen de positie van het OV te versterken. Het ontwerp PvE geeft de vervoerders de ruimte om meer dan het in het ontwerp PvE aangegeven minimum te bieden, maar door het ontbreken van de gunningscriteria valt niet te beoordelen aan welke vormen van extra aanbiedingen meer of minder waarde wordt gehecht door de provincies. Door deze missing link geeft het ontwerp PvE bijvoorbeeld geen inzicht of de provincies willen gebruikmaken van een bonus bij goede prestaties en boetes als niet aan de voorgeschreven of beloofde uitvoeringskwaliteit wordt voldaan. Over de hoogte van bonussen en sancties ontbreekt ook elke informatie en dat zijn toch belangrijke punten voor het gedrag van de aanbieders en de gevolgen daarvan voor de reizigers. Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Wij hebben er bewust voor gekozen om de eisen ten aanzien van de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht en de financiële afspraken in aparte documenten op te nemen. De Financiële Bepalingen bevatten afspraken over onder meer de hoogte van de exploitatiebijdrage per provincie en de boeteregeling. In de Nota van Uitgangspunten is opgenomen dat voor de nieuwe concessies geen bonusregeling van toepassing is en dat de huidige exploitatiebijdragen als plafond voor de nieuwe concessies gelden. De gunningscriteria zijn uitgewerkt in het Beschrijvend document. Omdat het belangrijk is dat deze informatie op hetzelfde moment voor alle geïnteresseerde vervoerders beschikbaar komt, is deze informatie vertrouwelijk tot aan publicatie van de aanbesteding ROCOV's Oost 1 nvt Toenemende rijtijden kosten extra geld. De ROCOV s hebben ervaren dat rijtijden herhaaldelijk (vooral in de spitsen) toenemen door steeds meer congestie en door snelheid vertragende maatregelen (zoals drempels en het weghalen van voorrangsvoorzieningen voor lijnbussen bij verkeerslichten). Dat noopt de vervoerders meer DRU s in te zetten bij een gelijkblijvend voorzieningenniveau. Als de OV-budgetten niet verhoogd worden zal het voorzieningenniveau dus achteruit gaan. De ROCOV s vinden juist dat het voorzieningenniveau beter moet worden om meer reizigers te trekken en dat het definitieve PvE die ambitie moet uitstralen. Daarom pleiten de ROCOV s ervoor dat de provincies het OV-budget zodanig verhogen dat die ambitie waargemaakt kan worden. Daarnaast is het van groot belang dat in overleg met de wegbeheerders rijtijd verlengende factoren worden weggenomen. Daarbij gaat het om zaken als drempels, rotondes en verkeerslichten bij drukke kruisingen zonder voorrangsinstelling voor lijnbussen. Andere maatregelen die de doorstroming bevorderen, zoals vrije busbanen, zijn hierbij ook van groot belang. De opdrachtgever dient hierin een sterk leidende rol te nemen. Wellicht zijn gemeenten hierin te sturen als voor hen duidelijk wordt dat verslechtering van de doorstroming gepaard kan gaan met verlaging van de frequentie van een of meer buslijnen met negatieve gevolgen voor de bereikbaarheid van hun (binnen)steden. Door realistische eisen ten aanzien van de punctualiteit te stellen, voorkomen we dat de Concessiehouder te ruime rijtijden moet hanteren (hoofdstuk 5). De Nota van Uitgangspunten voor de nieuwe concessies biedt geen ruimte om extra middelen beschikbaar te stellen om gevolgen van rijtijdverlenging te compenseren. Bij een tegenvallend OV-aanbod hebben Provinciale Staten echter de mogelijkheid om alsnog extra financiële middelen beschikbaar te stellen, zoals in de Nota van Uitgangspunten is vermeld. Daarnaast werken we met de Wegbeheerders aan een convenant infrastructuur om de samenwerking tussen de Concessiehouder en Wegbeheerders te verbeteren als het gaat om o.a. noodzakelijke aanpassingen van de infrastructuur ROCOV's Oost 1 nvt De drie opdrachtgevende provincies hebben geen gelijkluidende OV-visie. In de inleiding staat in de alinea Samenwerking Flevoland, Gelderland en Overijssel dat de provincies gelijkluidende OV-visies hebben. Dat is strijdig met wat in de Nota van Uitgangspunten (NvU) staat. Het voorgaande komt mede voort uit het feit (zie NvU) dat de drie opdrachtgevers elk hun eigen accenten in het OV-beleid leggen met een eigen budget. Dat maakt nieuwe provinciegrensoverschrijdende lijnen complexer dan het geval zou zijn geweest bij een gemeenschappelijk budget en een overkoepelende regie-instantie naar voorbeeld van het OV Bureau Groningen-Drenthe. Dat heeft negatieve consequenties zoals blijkt uit de punten d en e. Daar waar wij spreken over gelijkluidende OV-visies bedoelen wij niet dat deze OV-visies op alle punten exact overeenkomen. Provincies houden de mogelijkheid om eigen accenten te leggen. Vanzelfsprekend hebben de provincies oog voor de complexiteit hiervan ROCOV's Oost 1 nvt De herindeling levert geen beter lijnennet op. De nieuwe concessie IJssel-Vecht komt voort uit een herindeling van de concessies in de Regio Oost. De meerwaarde hiervan zou in de ogen van de ROCOV s moeten liggen in een lijnennet dat beter is afgestemd op de reizigersstromen in plaats van de provinciegrenzen. Dat zou moeten leiden tot snellere verbindingen en minder overstappen. Daarvan is vrijwel niets terug te vinden in het ontwerp PvE. Het voorgestelde lijnennet van A-, B- en C-lijnen is het huidige netwerk en voegt dus geen meerwaarde toe ten opzichte van de huidige concessies. De HOV-lijnen zouden voor snellere verbindingen kunnen zorgen, maar zijn niet voorgeschreven en bovendien gekoppeld aan wel voorgeschreven en vastliggende A-lijnen die precies dezelfde zijn als nu al het geval is. De B- en C-lijnen zijn meer flexibel volgens het ontwerp PvE en zouden dus in de loop van de concessie wel beter op de vervoerstromen kunnen worden aangepast, maar het ontwerp PvE geeft daaraan geen enkele richting. Wij bieden de Concessiehouder, zowel in het kader van zijn Inschrijving als in het jaarlijkse vervoerplan, ruimte om bestaande lijnen te koppelen en nieuwe verbindingen voor te stellen, waaronder nieuwe verbindingen die de huidige concessiegrenzen overschrijden. Het aantal reizigers dat tijdens hun reis concessiegrenzen passeert, neemt met de nieuwe indeling substantieel af en zo gemak ondervinden van de grotere concessie. 17

28 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE ROCOV's Oost 1 nvt De gemaakte beleidskeuzes staan een positieve vernieuwing in de weg. Van een nieuw Het komen tot een agglomeratienetwerk blijft mogelijk. De betrokken stakeholders samenhangend integraal lijnennet in de regio Oost is dan ook geen sprake. In het ontwerp kunnen hiertoe gezamenlijk een initiatief ontwikkelen. Het Programma van Eisen is echter PvE van de concessie IJssel-Vecht komt dat duidelijk naar voren. Het ontwerp PvE stimuleert bijvoorbeeld geen initiatieven als een agglomeratienetwerk in de regio Zwolle en het aanleggen van P&R voorzieningen aan de rand van de invalswegen van grote steden als Apeldoorn en Zwolle. Dan kunnen van daaruit bussen rijden naar het centrum, niet het document om dit te regelen, omdat dit document alleen voor de Concessiehouder bindend is. Het realiseren van bijvoorbeeld P&R-voorzieningen aan de rand van steden valt onder verantwoordelijkheid van de betreffende Wegbeheerder en daarmee buiten de scope van het Programma van Eisen. scholen, ziekenhuizen en terreinen met veel industrie en/of kantoren. Een agglomeratienetwerk heeft ook het voordeel dat stadslijnen en streeklijnen deels geïntegreerd kunnen worden, hetgeen efficiencyvoordelen kan opleveren. Het blijft allemaal te veel bij het oude en dat is een gemiste kans en leidt niet tot gewenste innovaties ROCOV's Oost 1 nvt Het ontwerp PvE straalt geen ambitie uit. Het ontwerp PvE mist de ambitie om meer reizigers naar het OV te verleiden. In het ontwerp PvE zijn geen concrete eisen gesteld voor een groei van het aantal reizigers en reizigerskilometers. Door meer collectief vervoer te stimuleren kan het OV een bijdrage leveren aan het verminderen van de toenemende congestie en aan het verbeteren van duurzame mobiliteit. De ROCOV s pleiten er daarom voor de vervoerder te belonen als een bepaalde norm voor de reizigersgroei wordt gehaald. Door bij overschrijding van die norm een extra beloning te geven wordt de prikkel om te streven naar meer reizigers verder versterkt. Het aantrekken van meer passagiers kan ook bereikt worden door een beter voorzieningenniveau aan te bieden. De ROCOV s vinden daarom dat het PvE financiële prikkels moet bevatten om de biedende vervoerders en de uiteindelijke concessiehouder te verleiden tot een beter dan minimaal vereist voorzieningenniveau ROCOV's Oost 1 nvt Het ontwerp PvE straalt geen ambitie uit (2). Het gebrek aan ambitie komt ook overduidelijk tot uiting in hoofdstuk 3 over het vervoerkundig aanbod (voorzieningenniveau). Daarop gaan wij verder in bij hoofdstuk 3 van deze notitie. Maar los daarvan geven de ROCOV s nu al te kennen dat het ontwerp PvE de noodzakelijke prikkels mist om de vervoerder te verleiden tot een beter aanbod bij de bieding en later bij de exploitatie. Een beter voorzieningenniveau ontstaat door buslijnen op te waarderen van C naar B, van B naar A en van A naar HOV. De ROCOV s vinden daarom een financiële prikkel in het PvE noodzakelijk als beloning voor de vervoerder die een bepaalde bijvoorbeeld 10% van de B-lijnen omzetten in A-lijnen, maar dat kan ook een ander percentage zijn of een prikkel per opgewaardeerde lijn opwaardering aanbiedt bij de bieding en voor de concessiehouder die daar kans toe ziet tijdens de exploitatie. Reizigersgroei is geen doel op zich voor de provincies. Het OV is een middel om de mobiliteit van de inwoners te faciliteren. De Concessiehouder wordt aangemoedigd zijn vervoeraanbod optimaal te laten aansluiten op de vervoersbehoeften van reizigers. Het gunnningsmodel prikkelt de Inschrijvers meer te bieden dan het minimaal vereiste voorzieningenniveau. En door de opbrengstverantwoordelijkheid bij de Concessiehouder te leggen, wordt hij geprikkeld meer reizigers te trekken met name daar waar dit bijdraagt aan een betere bereikbaarheid van economische kerngebieden. In de Nota van Uitgangspunten is al opgenomen dat wij geen bonus zullen verlenen, dus ook niet voor reizigersgroei. Het gunningsmodel prikkelt geïnteresseerde vervoerders om meer te bieden dan het minimaal vereiste voorzieningenniveau. Daarnaast heeft de Concessiehouder er belang bij om van iedere lijn een succes te maken, omdat zijn opbrengsten dan toenemen (opbrengstverantwoordelijkheid) en hij meer zekerheid heeft dat hij openbaar vervoer op verbindingen mag blijven aanbieden ROCOV's Oost 1 nvt De transitie naar Zero emissie is een uitdaging met risico s. Dit is een belangrijk onderdeel van het ontwerp PvE. Hierbij tonen de provincies ambitie. Daar staan de ROCOV s positief tegenover. Een dergelijke transitie houdt altijd een financieel risico in. De ROCOV s zijn van mening dat deze transitie niet ten koste van het voorzieningenniveau mag gaan en geen extra tariefverhogingen teweeg mag brengen. Volgens een artikel in OV Magazine van vrijdag 5 oktober 2018 ElaadNL: Regel de laadlocaties bijtijds kan aansluiting van een laadinstallatie op het elektriciteitsnet, m.n. vanwege benodigde versterking van het achterliggende elektriciteitsnet oplopen tot 18 maanden. Hiermee dient terdege rekening gehouden te worden! In de Nota van Uitgangspunten is opgenomen dat de transitie naar zero emissie niet ten koste mag gaan van het voorzieningenniveau en dat deze budgetneutraal wordt doorgevoerd. De tariefsstijgingen worden begrensd door de Landelijke Tariefindex (artikel 8.3.7) en alle tariefwijzigingen moeten door de Concessieverleners worden vastgesteld. De provincies onderzoeken de meest geschikte manier om tijdig de benodigde laadinfrastructuur op orde te hebben. In een nieuwe bijlage bij het Programma van Eisen (bijlage 7) is de verdeling van taken en verantwoordelijkheden rond de realisatie van de laadinfrastructuur inclusief basisvoorzieningen nader uitgewerkt ROCOV's Oost 1 nvt Een nieuwe merknaam vergt bepaalde eisen. De ROCOV s stemmen onder voorwaarden in met een nieuwe merknaam voor heel Oost. Omdat bussen van verschillende oostelijke concessies dezelfde plaatsen kunnen aandoen, is het wel zaak verwarring te voorkomen. Dat kan door op de bussen niet alleen de merknaam duidelijk te vermelden, maar ook de concessienaam. Bij wijze van voorbeeld: Oostnet in grote letters en daaronder in wat kleinere letters IJssel-Vecht. Soms zet de vervoerder bussen van andere bedrijven in. Bussen van onderaannemers die structureel op lijnen worden ingezet, dienen aan dezelfde merkeisen te voldoen als de bussen van de vervoerder. Bussen die incidenteel worden ingezet moeten goed herkenbaar zijn door vermelding van de merknaam en de concessie naam aan de voorzijde van de bus en nabij de instapdeur. De provincies streven naar een herkenbaar OV met ruimte voor regionale accenten (artikel ). Voorstellen van de Concessiehouder om de huisstijl te wijzigen moeten altijd worden goedgekeurd door de Concessieverleners (artikel ). Artikel borgt dat de Concessieverleners regie hebben op onder meer de uiterlijke kenmerken van Voertuigen die incidenteel worden ingezet. 18

29 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE ROCOV's Oost 1 nvt De positie van de ROCOV s moet helderder in het PvE. Dit is in het ontwerp PvE wat rommelig aan de orde gesteld. De begrippen stakeholders, consumentenorganisaties en ROCOV s worden door elkaar heen gebruikt. De reizigersvertegenwoordiging moet naar onze mening consequent aangeduid worden met de ROCOV s. Omdat de rechten en plichten van de ROCOV s in de WP 2000 zijn vastgelegd hebben de ROCOV s een speciale positie in de driehoek concessiehouder, concessieverlener en ROCOV s. Daarom zouden de ROCOV s graag zien dat er een apart hoofdstuk komt met de punten waaraan de concessiehouder en de concessieverlener moeten voldoen om zich aan de wet te houden en een goede en open relatie met de ROCOV s tot stand te brengen en in stand te houden. In het definitieve Programma van Eisen hebben wij de positie van de ROCOV's nader geduid (paragraaf 11.2). Wij merken daarbij op dat wij de gehanteerde begrippen bewust gekozen hebben. Zo spreekt de Wp2000 over Consumentenorganisaties en niet over ROCOV's en zien wij de Consumentenorganisaties als één specifieke groep Stakeholders, net zoals bijvoorbeeld gemeenten/wegbeheerders Flevoland 2 nvt Alle dorpen bereikbaar In de Nota van Uitgangspunten is aangegeven dat één van de doelstellingen is om de nieuwe concessies zo goed mogelijk te laten aansluiten op reizigersstromen en veranderende vervoerbehoeften en kwaliteitseisen van reizigers (van aanbodgericht naar vraaggericht (openbaar) vervoer). Vanuit dit perspectief is een verplichte ontsluiting van alle dorpen niet gewenst Flevoland 2 nvt Toeristische attracties goed bereikbaar In de Nota van Uitgangspunten is aangegeven dat één van de doelstellingen is om de nieuwe concessies zo goed mogelijk te laten aansluiten op reizigersstromen en veranderende vervoerbehoeften en kwaliteitseisen van reizigers (van aanbodgericht naar vraaggericht (openbaar) vervoer). Vanuit dit perspectief is een verplichte haltering bij toeristische attracties niet gewenst Buurtbusvereniging Barneveld-Nijkerk Hoofdstuk 2: Daar wordt geschreven dat het zuidelijk concessiedeel Veluwe op 11 december 2022 naar de concessie Rijn-Waal overgaat, met een opsomming van de betreffende gemeenten. Die opsomming komt niet overeen met het verbeelde kaartje op de volgende pagina (9). Nijkerk staat niet genoemd in het gebied dat eerst IJssel-Vecht is en dan Rijn-Waal. Hierin is voor ons wel duidelijkheid gewenst! Nijkerk blijft onderdeel van de concessie IJssel-Vecht en gaat niet over naar de concessie Rijn-Waal. De tekst is aangepast, het kaartje is ongewijzigd Overgang Concessiedeel Veluwe-Zuid naar Concessie Rijn-Waal (Gemeenten Barneveld, Ede en Wageningen) CDA Scherp blijven op het geld dat naar A-, B- en C-lijnen gaat. Smart mobility gebruiken om in vervoerbehoefte van mensen te blijven voldoen. De Concessieverleners blijven ieder afzonderlijk verantwoordelijk voor het budget. Onder meer door eisen te stellen aan het delen van data en wensen mee tegeven ten aanzien van de inzet van technologische innovaties, sluit dit Programma van Eisen aan bij de wens om met behulp van smart mobility te voorzien in de vervoerbehoefte van reizigers Cleantechregio j+l De Cleantech Regio adviseert de provincie om rekening te houden met huidige regionale ambities alsook met toekomstige ontwikkelingen die vragen om aanpassing van vervoersconcepten. De vervoerder zou aangemoedigd moeten worden om een aanbieding te doen die recht doet aan de regionale situatie. Bovendien zou een vervoerder moeten worden aangemoedigd om gedurende de looptijd te blijven innoveren om zo steeds te komen met een goed passend vervoersaanbod. Uiteraard willen we als regio nauw betrokken zijn bij deze Wij vragen u om partijen die er blijk geven dat ze rekening houden met regionale visie en plannen te belonen, bijvoorbeeld in de vorm van extra punten bij de beoordeling. Dit geldt ook voor partijen die blijk geven van een goede visie op van het vervoersaanbod gedurende de looptijd van de concessie. Van belang is dat bij het op te stellen ontwikkelplan (2.2.7 j + I) de aanbieder nadrukkelijk rekening houdt met de belangen van stakeholders als gemeenten en regiecentrales als PlusOV (die in opdracht van de regio/gemeenten Andere Mobiliteitsdiensten aanbieden). Aan de Inschrijvers wordt informatie ter beschikking gesteld die de gemeenten en regio's hebben aangeleverd. Deze informatie bevat onder andere wensen ten aanzien van het vervoeraanbod. De Concessiehouder wordt daarnaast gevraagd om te komen met een visie op de samenwerking met stakeholders, waaronder gemeenten, aangrenzende Concessieverleners en ROCOV's. De gunningscriteria stimuleren de Inschrijvers te komen met een vervoeraanbod dat aansluit bij de wensen van de stakeholders CNV Vakmensen Wij pleiten ervoor dat bij de start van de concessie alle betrokken gebieden per direct overgaan naar de nieuwe concessie IJssel-Vecht (Deventer, Lelystad, IJsselmond lijn 656 Fruytier). Dat schept voor alle betrokken partijen de meest optimale helderheid. Voorst dat gebieden die naar een andere concessie gaan (zuidelijk Concessiedeel Veluwe) ook per die datum overgang naar voorzien concessie. De bepalingen in de lopende concessies over de mogelijkheden tot verlenging/eerder beëindigen bepalen mede de ingangsdata van de verschillende concessiedelen CNV Vakmensen Wij verzoeken u hier toe te voegen "Wet personenvervoer 2000". Dit artikel is vervallen. In het Beschrijvend document is opgenomen dat de Wet personenvervoer 2000 van toepassing is. 19

30 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Almere Het openbaar vervoer tussen Almere en Zeewolde (gebied van Oosterwold) maakt als grensoverschrijdende verbinding deel uit van de Concessie busvervoer Almere In eis en/of bijlage 3 voor de Concessiehouder IJssel-Vecht ontbreekt de gedoogplicht voor toekomstig Openbaar Vervoer tussen Almere en Zeewolde, meer specifiek dat gedeelte van Zeewolde dat behoort tot het gebied Oosterwold. Het toekomstige woon- en werkgebied Oosterwold omvat zowel een deel van het grondgebied van de gemeente Almere, dat tot het concessiegebied Almere behoort, als een deel van het grondgebied van Zeewolde, dat tot het huidige concessiegebied IJsselmond behoort. Wij verzoeken u deze gedoogplicht toe te voegen aan het PvE en Bijlage 3. De tekst is aangepast b Openbaar Vervoer per Auto en Bus vanuit aangrenzende en inliggende concessiegebieden, zoals genoemd in Bijlage 2 en nog te ontwikkelen Openbaar Vervoer waarover de concessieverleners met de aangrenzende concessieverleners overeenstemming hebben bereikt. Toelichting: Het (toekomstig) Openbaar Vervoer in Oosterwold maakt onderdeel uit van de afbakening van de Concessie busvervoer Almere In samenspraak met de provincie Flevoland is dit in het PvE van de Concessie busvervoer Almere vastgelegd in eis B.1*. Zolang er op het grondgebied van Zeewolde in Oosterwold geen ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, zal dit vervoer niet starten. Wij willen deze mogelijkheden wel openhouden voor de toekomst. Uiteraard treden wij dan in overleg met de gemeente Zeewolde, de Concessieverlener en Concessiehouder IJssel-Vecht Gemeente Apeldoorn In en gaat u in op de gedoogplicht. We begrijpen de kracht van de Wet personenvervoer 2000, maar zoals reeds onder A in onze reactie aangestipt constateren tegelijkertijd dat deze weinig ruimte voor serieus maatwerk over laat. Concreet doen wij de suggestie dat u in het PVE dat waar aanbieders afzien van een OV invulling, eenieder zonder recht op schadevergoeding een vervoersdienst mag aanbieden in welke vorm dan ook. In de huidige vorm zijn slechts de 'kruimels' als maatwerk beschikbaar, wat groei naar een stabiel en rendabel optimum in de weg staat. De wetgeving bepaalt dat de Concessiehouder het exclusieve recht heeft OV (OV volgens De Concessie IJssel-Vecht omvat niet het ontwikkelen en aanbieden van Andere de definitie van de Wet personenvervoer 2000) aan te bieden binnen zijn Mobiliteitsdiensten. concessiegebied. Andere Mobiliteitsdiensten vallen niet onder de wettelijke definitie van De Concessieverleners kunnen op enig moment besluiten om delen van het door Openbaar Vervoer en daarmee niet onder het exclusieve recht van de Concessiehouder. de Concessiehouder te verrichten Openbaar Vervoer (de C-lijnen, zie paragraaf 3.3) te Hoewel de Concessiehouder Andere Mobiliteitsdiensten dus per definitie moet gedogen, vervangen door Andere Mobiliteitsdiensten, in welk geval deze Lijnen niet langer als hebben wij dit in het definitieve Programma van Eisen expliciet aangegeven. De tekst over Openbaar Vervoer worden aangemerkt en daarom niet langer deel uit maken van de Andere mobiliteitsdiensten is aangepast. Concessie. De Concessiehouder dient hieraan zijn medewerking te verlenen De Concessiehouder werkt nauw samen met aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten als aanvulling op of ter vervanging van Openbaar Vervoer per Auto en Bus. Deze samenwerking omvat onder meer de onderlinge afstemming van het Openbaar Vervoer per Auto en Bus en de Andere Mobiliteitsdiensten (zie artikel 3.4.1d), het uitwisselen van informatie (zie artikel 7.3.3) en het beschikbaar stellen van deze informatie aan Reizigers (zie artikelen 7.2.1g en 7.4.6) Gemeente Apeldoorn We verwachten steun en bescherming voor lokale initiatieven die mede op uw verzoek om vernieuwing op lokaal niveau inmiddels operationeel zijn. Dat is meer dan buurtbussen, het bevat voor Apeldoorn bijvoorbeeld Mobuur de Visit Veluwe Expres. In veel gemeenten bestaan veelbelovende, vaak door u als Provincie ondersteunde initiatieven Gemeente Apeldoorn In de reactienota van de NVU geeft u aan dat u bij de contractering/subsidiering van maatwerk goede afspraken zult maken over taakverdeling tussen de verschillende exploitanten om ongewenste concurrentie tussen vervoersvormen te voorkomen. Wij vragen u om deze afspraken al op te nemen in het PVE om discussie hierover in een later stadium te voorkomen. Wanneer de Concessiehouder mogelijkheden ziet om regulier OV aan te bieden en de Concessieverleners zien eveneens de meerwaarde, dan is dit mogelijk. De afstemming met lokale initiatieven is daarbij vanzelfsprekend aan de orde. De contractering/subsidiëring van maatwerk is geen onderdeel van het PvE. De provincies hebben de regie over de afstemming tussen OV en door hen gesubsidieerd/gecontracteerd maatwerk Gemeente Apeldoorn Voor de lijnen 43, 91, 108 en 231 geldt dat deze na enige tijd bij de concessie Rijn-Waal komen. Wij willen vooraf helderheid over onze invloed hierop, zowel bij aanbesteding als tijdens die concessie. In beide gevallen is zowel het reizigersbelang als onze rol als wegbeheerder hierbij evident. Tijdens de aanbesteding van Rijn-Waal kunt u een reactie indienen op het ontwerp-pve van deze concessie. Tijdens de looptijd van de concessie zullen de stakeholders, waaronder gemeenten, vanzelfsprekend door de Concessiehouder en Concessieverleners worden betrokken bij wijzigingen van grensoverschrijdende lijnen. Tot slot kan de gemeente zich ook altijd zelf wenden tot de Concessiehouder. 20

31 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Apeldoorn Daarnaast zorgt de nieuwe concessie-indeling ervoor dat Apeldoorn op de grens ligt van twee concessies. Zoals al onder A aangestipt zijn een aantal voor Apeldoorn zeer belangrijke lijnen (verbinding met Arnhem en Ede) ingedeeld in een andere concessie. Dit betekent dat, mocht deze indeling gehandhaafd worden, transitiegespreken over lijnen die bijvoorbeeld door Beekbergen lopen vanuit de concessie Rijn-Waal gevoerd worden, terwijl Apeldoorn de lokale kennis in huis heeft en dient mee te denken over een eventuele oplossingsrichting in de vorm van een alternatief. Wij gaan er dan ook vanuit dat wij als gemeente minimaal bij dergelijke transitiegesprekken aanwezig zijn. Gezien het Apeldoornse belang zien we echter bij voorkeur dat u deze lijnen structureel onderdeel maakt van de concessie IJssel Vecht. Wij zullen te zijner tijd invulling geven aan uw verzoek Gemeente Apeldoorn In de reactienota van de NVU spreekt u over consultatie van gemeenten bij het al dan niet opheffen van een lijn. Wij zijn van mening, zoals reeds benoemd onder A, dat de wisselwerking tussen concessie en Andere Mobiliteit vraagt om een intensieve samenwerking op basis van gelijkwaardigheid. Provincie(s), regio (inclusief Plus OV), vervoerder en gemeente maken daarbij een gezamenlijke afweging. Een belangrijk onderdeel van die afweging is de fasering en de beschikbaarheid van een passend mobiliteitsalternatief. Het lijkt ons verstandig om afspraken over deze samenwerking te benoemen in het PVE, zodat de vervoerder hier rekening mee kan houden. Op diverse plekken in het Programma van Eisen worden eisen gesteld ten aanzien van de samenwerking tussen Concessiehouder en Stakeholders, waaronder gemeenten. Vervoerders worden gevraagd om in hun offerte aan te geven hoe zij deze samenwerking gaan vormgeven. Dit vanuit de gedachte dat vervoerders het best kunnen worden aangesproken op toezeggingen die zij zelf gedaan hebben. Indien nodig bestaat daarbij de mogelijkheid dat de Concessieverleners na gunning aan de Concessiehouder vragen om de wijze van samenwerking op onderdelen aan te passen Gemeente Apeldoorn Ook willen wij aandacht vragen voor de evaluatiemomenten die worden ingebouwd, in het bijzonder halverwege de concessieperiode. Gelet op de transitie-opgaven die op ons en onze reizigers afkomen vinden wij het van groot belang na 5 jaar stil te staan bij de ontwikkeling van het openbaar vervoer. Fundamentele vragen voor ons zijn of de ambities en doelen bereikt worden zoals partijen die met elkaar beogen. Waar mogelijk dient ruimte te zijn om noodzakelijke bijsturingen uit te voeren en gewenste ontwikkelingen in te passen. De Midterm Review halverwege de concessieperiode biedt de Concessieverleners juist de door u benoemde ruimte Gemeente Hardenberg 2 nvt Tevens vindt het college het van belang dat er goede overstappunten moeten zijn. De modaliteiten bus trein moeten in de nieuwe concessie nog meer met elkaar verbonden worden (visgraatmodel) en ook ziet het college graag dat treinverbindingen in de nieuwe concessie een volgende stap zetten. Denk daarbij aan mogelijke nieuwe treinstations en doorzetten van treinverbindingen met elkaar. In combinatie met goede voor- en natransportmogelijkheden bevordert bovengenoemde ontwikkelmogelijkheden het gebruik van het openbaar vervoer in onze gemeente. De Concessieverlener wordt gevraagd naar zijn visie op de aansluiting van Lijnen op regionale treindiensten (artikel 3.4.1b) Gemeente Lelystad De concessie Lelystad eindigt (zonder nadere afspraken) op 31 december 2021, dus stroomt het perceel Lelystad per 1 januari 2022 in de concessie IJssel-Vecht in. In het PvE is de juiste begindatum opgenomen (4 september 2021) Toevoegen Concessie Lelystad (Gemeente Lelystad) Gemeente Lelystad In paragraaf 2.1 staat dat Nijkerk per uitstroomt naar de concessie Rijn-Waal, maar in figuur 2.1 staat dat Nijkerk in de concessie IJssel-Vecht blijft Gemeente Lelystad In artikel is als te gedogen de trein opgenomen; hieraan moet toegevoegd worden: rail/kabel/buis vanwege mogelijke ontwikkelingen richting Lelystad Airport en de Hyperloop Gemeente Lelystad In artikel is bepaald dat de concessieverleners op enig moment kunnen besluiten om In de Financiele Bepalingen is inderdaad een begrenzing opgenomen van het aantal C-lijnen te vervangen door andere mobiliteitsdiensten. Gezien het aandeel van de C-lijnen dienstregelinguren dat jaarlijks kan komen te vervallen zonder aanvullende financiële in de totale concessie, vormt dit een risico voor de concessiehouder, die dit risico door zal afspraken. berekenen in een risico-opslag op de kosten per dienstregelinguur. Dit is nadelig voor het vervoeraanbod, ook op de A- en B-lijnen, inclusief de stadsdienst Lelystad. Wij adviseren u (#4) het risico voor de concessiehouder beperken door een maximum te stellen aan het aantal dienstregelinguren dat per jaar kan vervallen, vergelijkbaar met de huidige concessie IJsselmond, en per gebied/perceel een minimumaantal dienstregelinguren (cf. tabel 3.2) te garanderen gedurende de hele concessieduur. Nijkerk blijft onderdeel van de concessie IJssel-Vecht en gaat niet over naar de concessie Overgang Concessiedeel Veluwe-Zuid naar Concessie Rijn-Waal (Gemeenten Rijn-Waal. De tekst is aangepast, het kaartje is ongewijzigd. Barneveld, Ede en Wageningen) In bijlage 2 is een gedoogplicht voor de Airportshuttle opgenomen. Andere ontwikkelingen van vervoer die onder de definitie van openbaar vervoer vallen, worden niet voorzien binnen de concessieperiode. Indien deze toch voordoen, zullen de provincies in overleg treden met de betrokken stakeholders. 21

32 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Lelystad 2 inleiding De inleiding van hoofdstuk 2 bepaalt: "De Concessie IJssel-Vecht betreft het recht, maar ook de plicht om met uitsluiting van anderen Openbaar Vervoer per Auto en Bus te verrichten in het Concessiegebied IJssel-Vecht." Op deze wijze omschreven vervalt de mogelijkheid buiten de concessie voor vervoer via wegtreintjes en vervoer via (elektrische) citytours-voertuigen, en ontstaat mogelijk discussie over het bieden van CVV (collectief vraagafhankelijk vervoer, Regiotaxi) als bedoeld in de brief van de minister aan de Tweede Kamer van 14 juni 1995, registratienummer 23645, dat aan openbaar vervoer gelijk gesteld is. De wetgeving bepaalt dat de Concessiehouder het exclusieve recht heeft OV (OV volgens de definitie van de Wet personenvervoer 2000) aan te bieden binnen zijn concessiegebied. De Concessieverleners kunnen daarom niet toestaan dat andere partijen in dit gebied OV aanbieden. Mobiliteitsvraag die niet wordt afgedekt met het OV biedt kansen voor aanbieders van andere mobiliteitsdiensten Gemeente Meppel 2 nvt Het is goed te beseffen dat het openbaar vervoer in Meppel onder concessies valt die door verschillende overheden worden verleend. Provincies Groningen en Drenthe aan de ene kant en straks Provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel aan de andere kant. Dus het vervoer in onze gemeente kan vanuit twee zijden worden geraakt door bezuinigingen. Dit hebben we inmiddels ook al ervaren. We willen u hierbij dan ook oproepen om een goede afstemming met het OV-bureau Groningen Drenthe te blijven zoeken. De Concessieverleners continueren het bestaande overleg met aangrenzende Concessieverleners, waaronder de provincies Groningen en Drenthe Gemeente Veenendaal 2 nvt In onze gemeente rijden volgende bussen uit de concessie Veluwe: 85, 5 en buurtbus 505. Daarnaast hebben wij als gemeente Veenendaal nog volgende wensen: Behoud van de koppeling van de bussen en 5. Deze vormen nu een goede grensoverschrijdende ringverbinding tussen Ede en Veenendaal. Het gebruik is hierdoor toegenomen en voorzetting hiervan in de nieuwe concessie is voor ons van groot belang. Deze ringverbinding wordt verzorgd door 2 vervoerders. Wij hebben uw wens niet overgenomen in het Programma van Eisen omdat dit ten koste gaat van de ontwikkelruimte die wij de Concessiehouder willen bieden. Dit met het oog op zijn opbrengstverantwoordelijkheid. Met het beschikbaar stellen van de Reactienota hebben geïntereseerde vervoerders wel kennis kunnen nemen van uw wens Gemeente Zwolle 2 nvt Scope en duur concessie Het O-PvE en de toelichting stralen vertrouwen uit in de vernieuwingsdrang en kracht. Hierin wordt de transitie bij de nieuwe concessiehouder belegd. Waarbij zij in de ontwikkeling gebonden zijn aan huidige lijnen, financiële kaders vanuit de opdrachtgever, derden, overlegstructuren en wegbeheerders zoals de gemeente Zwolle. Daar zit een groot risico. Uitgangspunt is een ademende concessie die die de concessiehouder stimuleert om steeds zo goed mogelijk in de vervoersbehoeften van reizigers te voorzien. In het O-PvE wordt niet duidelijk wat de vervoersbehoeften binnen Zwolle en de regio concreet zijn. Tevens gaat het O-PvE uit van het bij de concessiehouder beleggen van het analyseren van trends en knelpunten, maar ook de doorontwikkeling en transitie door het omarmen van mobiliteitsconcepten. Met als doel het vervoer optimaal af te stemmen op de behoeften van Reizigers. De trends en transitie zitten vooral in de opkomst van de vervoersdiensten die juist geen onderdeel zijn van deze concessie. De vraag is dan ook hoe concessiehouders kunnen ontwikkelen. Aan de Inschrijvers wordt informatie ter beschikking gesteld die de gemeenten en regio's hebben aangeleverd. Deze informatie bevat onder andere wensen ten aanzien van het vervoeraanbod en ontwikkelingen binnen de gemeente Gemeente Zwolle 2 nvt Het komt erop neer dat alle kleinschalige alternatieven buiten de concessie om worden geregeld en/of aan de vrije markt en participatiemaatschappij worden overgelaten. In de concessie zullen alleen reguliere bussen voor meer dan acht personen worden ingezet. De gemeente Zwolle betwijfelt of de markt zal inspringen op het ontwikkelen en aanbieden van kleinschalige mobiliteitsconcepten. Als gevolg van de keuzes is het gevaar dat de samenhang in het vervoerssysteem verloren gaat doordat regie op het totale aanbod ontbreekt. Het is van belang dat concessiehouders de gelegenheid krijgen in de totale reis te voorzien. Van deur tot deur. Dat kan bijvoorbeeld door het inzetten van grote bussen middels de (buurt)bussen, belbussen, door concessiehouder gearrangeerde meerijinitiatieven en door fietsen beschikbaar te stellen bij belangrijke haltes en OV knooppunten. De vervoerder kan hierbij ook het doelgroepenvervoer inschakelen via afspraken met de uitvoerders daarvan. De Concessiehouder wordt gevraagd zijn vervoeraanbod optimaal te laten aansluiten op de vervoervraag, met als kader dat het OV is volgens de Wet personenvervoer Binnen deze definitie zijn verschillende OV-oplossingen denkbaar. Bij een vervoervraag waarin alleen kan worden voorzien met een aanbod dat geen OV is, kunnen andere vervoeraanbieders een oplossing bieden. 22

33 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Zwolle 2 nvt Concessieduur De gemeente Zwolle vindt het verstandig gezien de duur van de concessie naast permanente monitoring, op meerdere momenten het verloop te evalueren en op basis daarvan de gang van zaken bij te sturen. Mede omdat in het begin van de concessie Zwolle er wellicht nog naweeën zij van het verplaatste busstation. Maar er ook werkzaamheden worden uitgevoerd zoals de realisatie van de fietsenkelder aan de centrumkant van het station en de toe leidende wegen. Hierdoor is intensieve samenwerking nodig. Bijvoorbeeld een review elke 3 jaar met alle betrokken partijen vergroot de mogelijkheid voor aanpassingen. De mid-term review zoals benoemd valt nagenoeg gelijktijdig met de oplevering van het tweede ontwikkelplan. Gezien de noodzaak om evaluatie en ontwikkeling mee te kunnen nemen in de planvorming pleit de Gemeente Zwolle voor een correcte tijdspanne tussen beide momenten. Buiten de ontwikkelplannen en de mid-term review, zullen de betrokken stakeholders intensief met elkaar samenwerken. De Concessiehouder wordt gevraagd hier een plan voor in te dienen. Dit draagt bij aan een continu passend beheer van de concessie Gemeente Zwolle 2 nvt Maatwerkoplossingen Een deel van de maatwerkoplossingen is nu nog niet als openbaar vervoer gedefinieerd en valt daarmee niet onder de Wet Personenvervoer Het regeerakkoord geeft aan dat pilots mogelijk zijn in alternatieve vormen van vervoer. En dat het OV een goed alternatief dient te zijn voor de auto, waarbij het belang van de reiziger voorop staat. Van A naar B. En dat wet en regelgeving wordt aangepast zodanig dat OV-bedrijven flexibel en vraaggericht vervoer mogen aanbieden. Ook is er ruimte voor experiment voor provincies die met nieuwe vormen van doelgroepenvervoer, openbaar vervoer en deelsystemen willen experimenteren. Tot het moment dat wet- en regelgeving is aangepast zijn er wellicht tussenoplossingen mogelijk. Het O-PvE geeft aan dat de concessieverlener bij C-lijnen kan besluiten andere mobiliteitsdiensten. En zelfs dat Concessiehouder kan besluiten c-lijnen op te heffen zonder alternatieve mobiliteitsdienst. Deze tussenoplossing resulteert mogelijk in het gebrek aan stimulans voor doorontwikkeling bij de concessiehouder. Gezien de doelstellingen als de Reiziger centraal, de transitie en de beperkende wet- en regelgeving is centrale regie over alle vervoersystemen belangrijk Gemeente Zwolle 2 nvt De gemeente Zwolle maakt zich zorgen over de status van de maatwerkoplossingen, als deze bestaand regulier OV op basis van het PvE mogen vervangen bij een te geringe vervoervraag. De concessieverleners verwachten veel van concessiehouders voor het aanbieden op het vlak van doorontwikkeling en maatwerkoplossingen (OV-vangnet). De vraag is wat gebeurt als een dienst verliesgevend is en weer wordt opgeheven. Wie zorgt er dan voor dat het gat opgevuld gaat worden of wordt de reiziger c.q. de inwoners aan hun lot worden overgelaten? De gemeente Zwolle heeft grote zorgen voor het bereikbaar c.q. mobiel houden van de inwoners en bezoekers van de stad en regio. Deze concessie vraagt in het kader van bereikbaarheid mogelijk om anders denken: hoe het OV gebruikt kan worden om mobiliteit tegen te gaan. Bij nieuwe wijken door bijvoorbeeld vanaf dag 1 te voorzien in goed openbaar vervoer om daarmee de aanschaf van een 2e auto en extra mobiliteit te voorkomen.. Door de opbrengstverantwoordelijkheid bij de concessiehouder te beleggen staat de wordt de concurrentiepositie van het OV ten opzicht van de auto niet verbeterd. De Concessieverleners behouden de regie voor zover zij betrokken zijn bij de contractvorming met deze vervoeraanbieders. De stakeholders kunnen ieder afzonderlijk of gezamenlijk voorstellen indienen om witte vlekken te voorkomen of op te heffen. Ook aanbieders van andere mobiliteitsdiensten kunnen deze voorstellen indienen. Aan de Inschrijvers wordt informatie ter beschikking gesteld die de gemeenten en regio's hebben aangeleverd. Deze informatie bevat onder andere wensen ten aanzien van het vervoeraanbod en ontwikkelingen binnen de gemeente (zoals nieuwe woonwijken). Door de opbrengstverantwoordelijkheid bij de Concessiehouder te leggen, wordt hij geprikkeld om nieuwe reizigers te trekken (waaronder huidige automobilisten) Gemeente Zwolle 2 nvt Advies De gemeente Zwolle adviseert het O-PvE aan te passen door expliciet ruimte voor andere vervoersconcepten onder verantwoordelijkheid van de concessiehouder mogelijk te maken. Zoals de pilots als uitgevoerd in Rijssen Holten met flexibele lijnvoering en kleinschalige voertuigen. En in de uitvraag de gelegenheid kleinschalige mobiliteitssystemen (die strikt juridisch niet binnen het OV passen) aan de concessie te koppelen en eventueel als pilots mogelijk te maken om hierdoor openbaar vervoer en publiek vervoer te combineren in het concessiegebied. Zo valt te denken aan pilot Kampen met (private) busjes en koppeling met andere vervoersstromen zoals het WMO-vervoer. Tevens adviseren wij voor pilots en andere mobiliteitsconcepten middelen te reserveren om daadwerkelijk te kunnen experimenten met kleinschalige vervoerconcepten en andere mobiliteitsdiensten. Vervoerconcepten waarvan de Concessiehouder kan aantonen dat deze openbaar vervoer volgens de definitie van de wet personenvervoer 2000, zijn en blijven onderdeel van de OV-concessie. In de Nota van Uitgangspunten is reeds besloten andere vervoervormen geen onderdeel van de concessie te laten zijn. De provincies kunnen ieder afzonderlijk besluiten middelen ter beschikking te stellen voor pilots en andere mobiliteitsconcepten. 23

34 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf OV-bureau Groningen- 2 Na de gezamenlijke aanbesteding van het openbaar busvervoer in Noord Oost Overijssel Drenthe en Zuid West Drenthe (geëindigd in 2009)hebben wij immers gezamenlijk afspraken gemaakt over de uitvoering en financiering van de grensoverschrijdende lijnen. Hierbij hebben wij met gesloten beurzen afgesproken dat de lijnen 29 Zwolle - Coevorden, 30 Hardenberg - Hoogeveen en 40 Steenwijk - Meppel - Zwolle worden uitgevoerd vanuit de Overijsselse concessie(s) en dat de lijnen 31/131 Ommen - Balkbrug - Hoogeveen, 35 Bellen - Dieverbrug -Steenwijk en 48 Havelte - Steenwijk vanuit de Groningen Drenthe concessie(s). Daarnaast rijden vanuit Overijsselse concessie(s) de lijnen 79 (Blauwehand - Meppel), buurtbus 592 IJ horst - Meppel en 674 Hoogeveen/Staphorst - Kampen grensoverschrijdend tussen Overijssel en Drenthe. Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Provincie Overijssel onderzoekt de mogelijkheid om het lijndeel Meppel-Steenwijk van Lijn 40 over te dragen aan OV-bureau Groningen-Drenthe en het lijndeel Ommen- Balkbrug van Lijn 31 over te nemen van het OV-bureau Groningen-Drenthe. Inschrijvers kunnen voor hun Inschrijving uitgaan van de huidige situatie OV-bureau Groningen- Drenthe OV-bureau Groningen- Drenthe OV-bureau Groningen- Drenthe 2 In uw concept PvE constateren wij dat voor een groot deel deel van de grensoverschrijdende lijnen tussen Overijssel en Drenthe een zeer minimale bediening wordt vereist en uit niets blijkt of de huidige bediening ook behouden blijft. Het wordt ons vanuit het PvE niet helder waarop inschrijvers zullen worden beoordeeld. Indien een inschrijver wordt beoordeeld op het aantal te leveren Dru's zal de kans aanwezig zijn dat meer bediening wordt geboden dan het minimaal vereiste. Dat is nu geheel onduidelijk. Aanbieders worden via het gunningsmodel gestimuleerd meer te bieden dan de uitgevraagde minimale eisen. 2 Ook is het ons niet helder welke plaats het openbaar vervoer in de provincie Overijssel heeft binnen het totale mobiliteitsbeleid en welke visie de provincie op het openbaar vervoer heeft: gaat u alleen voor frequente bediening van basislijnen en laat u de invulling van het vervoer van en naar deze basislijnen over aan de gemeenschap? Of heeft de vervoerder een rol in de bediening van de buitengebieden? Aangezien deze visie ontbeert kunnen wij niet inschatten wat de consequenties zijn van de in het ontwerp-pve genoemde uitgangspunten Voor het beleid verwijzen wij naar de beleidsnotities van provincie Overijssel (Koersdocument OV). 2 Vooralsnog lijkt het ons dat het afhankelijk van de inschrijver van de vervoerder lijkt te zijn of (grensoverschrijdende) lijnen behouden blijven voor de langere termijn. Alleen voor lijn 29 Coevorden -Zwolle lijkt zekerheid te bestaan dat minimaal de huidige frequentie blijft bestaan gezien de categorie A die deze lijn heeft meegekregen. Voor de overige lijnen maken wij vanuit het PvE op dat: Lijn 30 Hardenberg - Hoogeveen in het weekend mag vervallen (categorie B lijn). Lijn 40 tussen Meppel - Zwolle op zaterdag mag vervallen (categorie B lijn). Het routedeel Steenwijk - Meppel is tussen haakjes opgenomen. Wij zijn er vanuit gegaan dat ook dit routedeel een categorie B lijn is en dat dit lijndeel op werkdagen minimaal ongewijzigd zal blijven rijden. Lijn 640 Meppel - Zwolle, 79 Blauwehand - Meppel en 674 Hoogeveen/Staphorst - Kampen als categorie C lijn het eerste jaar blijven rijden en daarna zouden mogen komen te vervallen. Datzelfde geldt voor buurtbus Meppel - IJhorst. Provincie Overijssel onderzoekt de mogelijkheid om het lijndeel Meppel-Steenwijk van Lijn 40 over te dragen aan OV-bureau Groningen-Drenthe en het lijndeel Ommen- Balkbrug van Lijn 31 over te nemen van het OV-bureau Groningen-Drenthe. Inschrijvers kunnen voor hun Inschrijving uitgaan van de huidige situatie OV-bureau Groningen- Drenthe 2 Gelet op het voorgaande is ons voorstel om de afspraken grensoverschrijdende lijnen Overijssel -Drenthe mede in het licht van dit PvE te herzien voordat het bestek van het PvE IJssel - Vecht de markt op gaat. Hierbij willen wij ook de bediening vanuit Groningen Drenthe van het routedeel Balkbrug -Ommen van lijn 31 meenemen, dit omdat het gebruik van dit routedeel zich voornamelijk beperkt tot schoolkinderen van Hardenberg/Balkbrug naar Ommen. Wij vernemen graag met wie vanuit u deze nadere afstemming zal kunnen plaatsvinden. Vanuit het OV-bureau is ons eerste aanspreekpunt hiervoor Jorne Bonte. Provincie Overijssel onderzoekt de mogelijkheid om het lijndeel Meppel-Steenwijk van Lijn 40 over te dragen aan OV-bureau Groningen-Drenthe en het lijndeel Ommen- Balkbrug van Lijn 31 over te nemen van het OV-bureau Groningen-Drenthe. Inschrijvers kunnen voor hun Inschrijving uitgaan van de huidige situatie PVV Wat zijn de voordelen van het eerder beëindigen van lopende concessies? B- en C-lijnen rijden niet s avonds en in het weekend. Hoe gaan we reizigers van B- en C- lijnen toch goed bedienen? Het eerder beëindigen van lopende concessies maakt het voor zowel Concessieverlener als Concessiehouder eenvoudiger een soepeler concessieingang te realiseren. De Concessiehouder kan nog steeds ook in de avonduren en in het weekend OV aanbieden, mits dit past bij de vervoervraag. Als dat niet het geval is, kunnen andere mobiliteitsdiensten hierop inspelen. 24

35 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Regio FoodValley De gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Scherpenzeel, Wageningen gaan eind 2020 van de Wij zullen te zijner tijd invulling geven aan uw verzoek. concessie Veluwe over naar concessie IJssel-Vecht om vervolgens eind 2022 gezamenlijk over te gaan naar concessiegebied Rijn-Waal. Dit betekent dat de nieuwe concessie nauwelijks in praktijk is gebracht voordat gewerkt zal worden aan de overgang naar de volgende concessie. Dit vraagt volgens ons om een nauwkeurige planning en uitvoerige afstemming met de gemeenten vooraf aan de start van de aanbesteding van concessie Rijn-Waal. Ook in dat proces worden wij als regio graag nauw betrokken Regio FoodValley 2 Figuur 2.1 Uit uw eerdere Nota van Uitgangspunten bleek dat Nijkerk in tegenstelling tot de andere FoodValley gemeenten in concessie Noord zou vallen. Wij hebben u hier op gewezen in onze reactie van d.d. 18 januari Regio FoodValley vind het verstandig dat is besloten Nijkerk toch samen te voegen in het concessiegebied met de andere Gelderse FoodValley gemeenten. Wij wijzen u erop dat deze aanpassing echter niet goed is doorgevoerd in figuur 2.1. Nijkerk blijft onderdeel van de concessie IJssel-Vecht en gaat niet over naar de concessie Rijn-Waal. De tekst is aangepast, het kaartje is ongewijzigd Regio FoodValley 2 Ten aanzien van de gedoogplicht vanuit aangrenzende concessiegebieden missen wij de mogelijkheid om de Rijnlijn* in te leggen, de koppeling van lijn (Ede-Veenendaal- Ede) en de mogelijkheid om een koppeling te maken vanuit Tiel (lijn 44-45) aan lijn 86 (Ede-Bennekom-Wageningen). Wij missen ook een directe verbinding Veenendaal Wageningen (o.a. campus). Mogelijk kunnen lijn 85, toekomstige Rijnlijn of andere buslijnen hierin een rol spelen. Een OV-bediening voor nieuwbouwwijk Veenendaal-oost (ontbreekt nu) is een aandachtspunt. *Hoogwaardig OV tussen Arnhem-Wageningen-WUR-Ede/Wageningen ROCOV's Oost Vraag: Is een termijn (en BDU) van 10 jaar realistisch gezien de relatief hoge aanschafkosten van veel zero emissie voertuigen? De concessie betreft het recht, maar ook de plicht om 'met uitsluiting van anderen' openbaar vervoer per auto en bus te verrichten. Is de ruimte van marktpartijen dan niet minimaal? ROCOV's Oost Voordat de concessie IJssel-Vecht zijn definitieve vorm heeft bereikt zullen diverse deelgebieden in- en uitstromen. Wie stuurt deze processen? Moeten er hierover geen harde voorwaarden worden opgenomen zodat dit op voor de reizigers zodanige manier gebeurt dat de reiziger er weinig hinder van ondervindt? Wat gebeurt er met de vervoermiddelen bij beëindiging van de concessie? Dan alle bussen bijv. vervangen door nieuwe bussen verhoogt de kosten. Dus wat is de levensduur van bijv. een elektrische bus? Kan hij 20 jaar mee en je breng je hem na 10 jaar naar de sloop? Duurzaam? Maar als er afspraken voor zuid-veluwe gemaakt worden en materiaal wordt aangeschaft en haltes worden aangepast en dan wint 2 jaar later een ander bedrijf de concessie Rijn-Waal waar dit een deel van wordt: is deze dan gehouden aan de gemaakte afspraken uit 2020 met IJssel-Vecht? Of weer opnieuw onderhandelbaar? Maak er een multimodale concessie van. Opname van de Vechtdallijn Zwolle-Coevorden-Emmen eind 2027 bij IJssel- Vecht. En in de volgende concessie (vanaf 2032) ook de spoorlijnen Zwolle-Kampen en Zwolle-Enschede. Vechtdallijn Almelo-Mariënberg-Hardenberg bij concessie Berkel-Dinkel Overgang Concessiedeel Veluwe-Zuid naar Concessie Rijn-Waal (Gemeenten Barneveld, Ede en Wageningen) Wij hebben de Rijnlijn als te gedogen lijn aan Bijlage 2 toegevoegd. Rijnlijn Arnhem - Wageningen (nu regiolijnen 84, 86 en 88) In de Nota van Uitgangspunten is aangegeven waarom voor een concessieduur van 10 jaar wordt gekozen. De ruimte voor marktpartijen wordt met name bepaald door de Wet personenvervoer 2000 die voorschrijft dat wij concessies, ofwel een exclusief recht, voor Openbaar Vervoer moeten verlenen. De Concessieverleners hebben de regie over de in- en uitstroom van concessiedelen. Ten aanzien van het materieel worden overnameregelingen uitgewerkt. Deze zullen gelden voor zowel de in- en uit te stromen concessiedelen als voor geheel IJssel-Vecht in Voor de concessiedelen die overgaan naar Rijn-Waal en Berkel-Dinkel zullen de Inschrijvers op deze concessies worden gevraagd naar een vervoeraanbod voor de gehele concessie, dus inclusief Zuid-Veluwe respectievelijk Deventer/Brummen. Over het integreren van de door u genoemde treindiensten in IJssel-Vecht of Berkel- Dinkel zullen tezijnertijd beslissingen worden genomen ROCOV's Oost Hoe wordt omgegaan met lijnen die nu door twee vervoerders samen wordt gereden (b.v. lijn 43 tussen Apeldoorn en Arnhem)? Hoe zit het dan met het uitbreiden of inkrimpen van bijvoorbeeld de bussen? Wellicht kunnen de vervoermiddelen ook overgaan naar de nieuwe concessies wanneer deze worden aanbesteed? Dat zou dan aan de eisen voor de andere twee concessies kunnen worden toegevoegd. Bij de uiteindelijke concessie-indeling zijn alle Lijnen aan één concessie toebedeeld. Tijdens de overgangsfase geldt de huidige verdeling van ritten tussen de betrokken Concessiehouders als uitgangspunt voor de Inschrijvingen. Bij bijlagen 1 en 2 bij het Programma van Eisen is een voetnoot toegevoegd waarin dit uitgangspunt is beschreven. 25

36 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE ROCOV's Oost Het kaartje is in tegenspraak met de tekst wat betreft de gemeente Nijkerk. Gezien de centrumfunctie van Amersfoort lijkt het pragmatisch om Nijkerk bij Eemland aan te sluiten. Scherpenzeel valt nu in concessie provincie-utrecht. Er gaat maar 1 buslijn door dat dorp: die van Zeist naar Veenendaal, lijn 80 in prv-utrecht. Wordt dit nu een gezamenlijke lijn van prv-utrecht en IJssel-Vecht en later Rijn-Waal? Zeer onlogisch allemaal. Barneveld zou volgens deze teksten en plaatje later overgaan naar Rijn-Waal maar nagenoeg alle buslijnen lopen van en naar het gedeelte wat bij IJssel-Vecht blijft. Ik had graag meer info gehad hoe dan de gezamenlijke buslijnen hier na 2022 worden verdeeld. Er wordt gesproken over bus EN TREIN. Ik mis echter in alle opsommingen een overzicht van de regionale treinen die onder deze concessie vallen. Met name ben ik geïnteresseerd hoe het met de Valleilijn gaat. Overigens wordt deze aparte trein concessie nergens genoemd. Dus ook niet of deze overgaat naar Rijn-Waal, net als de buslijnen daaromheen. De Valleilijn willen de provincies in ieder geval apart blijven aanbesteden. Wat ons betreft, zoals al eerder in het advies van de NvU, zou die straks deel moeten uitmaken van de concessie Rijn-Waal. Ik zou graag gewaarborgd zien hoe de lijnen die net over de provinciegrenzen (lees provincie Utrecht in dit geval) behandeld gaan worden. Ik denk dan aan bijv. Ede-Veenendaal en de lijnen vanuit Wageningen naar de provincie Utrecht en vv. Ede en Veenendaal zijn economisch en sociaal aan elkaar verbonden en zijn gebaat bij een goede verbinding. Nijkerk blijft onderdeel van de concessie IJssel-Vecht en gaat niet over naar de concessie Rijn-Waal. De tekst is aangepast, het kaartje is ongewijzigd. Scherpenzeel blijft in de concessie Utrecht. De gemeente Barneveld gaat inderdaad over naar Rijn-Waal. In de Nota van Uitgangspunten is opgenomen dat de Valleilijn een aparte concessie blijft. De concessie IJssel-Vecht omvat geen OV per trein. Bijlage 4 bij het ontwerp-pve bevat een overzicht van lijnen die gedurende de concessie overgaan naar de concessies Rijn-Waal en Berkel-Dinkel. Over concessie- en provinciegrensoverschrijdende buslijnen zijn de Concessieverleners in gesprek met de verleners van de aangrenzende concessies. Dit is niet anders dan nu reeds het geval is Overgang Concessiedeel Veluwe-Zuid naar Concessie Rijn-Waal (Gemeenten Barneveld, Ede en Wageningen) ROCOV's Oost De concessieverleners eigenen zich het recht toe C-lijnen op te heffen. Is dat niet in strijd met de brief van Euro commissaris Bulc van juni 2017? aanpassen zodat het alternatieve vervoer nog wel onder OV volgens WP2000 valt ROCOV's Oost Wat zijn de maatregelen die de opdrachtgever kan nemen als de vervoerder naar mening van de opdrachtgever niet of niet voldoende de ontwikkelrol uitvoert? Gemist wordt: overleg met naburige vervoerders/verleners, zoals met Friesland, Drenthe en Utrecht en zorg voor schriftelijke vastlegging! Vraag: Hoe is de inspraak van de ROCOV s op het vervoerplan voor het eerste jaar? Hoe kunnen vervoerders nieuwe verbindingen opzetten? En concessiegrens overschrijdende verbindingen? De Concessieverleners zijn van mening dat het opheffen van een buslijn niet in strijd is met de brief van Eurocomissaris Bulc. Op diverse plekken in het Programma van Eisen worden eisen gesteld ten aanzien van de samenwerking tussen Concessiehouder en Stakeholders, waaronder gemeenten. Vervoerders worden gevraagd om in hun offerte aan te geven hoe zij deze samenwerking gaan vormgeven. Dit vanuit de gedachte dat vervoerders het best kunnen worden aangesproken op toezeggingen die zij zelf gedaan hebben. Indien nodig bestaat daarbij de mogelijkheid dat de Concessieverleners na gunning aan de Concessiehouder vragen om de wijze van samenwerking op onderdelen aan te passen. De Concessiehouder kan voorstellen voor nieuwe verbindingen opnemen in het vervoerplan. Jaarlijks wordt het vervoerplan voor advies aan de ROCOV's aangeboden, waarbij voor het vervoerplan voor het eerste jaar van de concessie geldt dat de ruimte voor aanpassingen beperkt is omdat de beoordeling van dit vervoerplan onderdeel is geweest van de gunning ROCOV's Oost Hoe worden de drie ROCOV's in de ontwikkelingen van concessie houder en voortgang van de concessie betrokken? Op diverse plekken in het Programma van Eisen worden eisen gesteld ten aanzien van de samenwerking tussen Concessiehouder en Stakeholders, waaronder gemeenten. Vervoerders worden gevraagd om in hun offerte aan te geven hoe zij deze samenwerking gaan vormgeven. Dit vanuit de gedachte dat vervoerders het best kunnen worden aangesproken op toezeggingen die zij zelf gedaan hebben. Indien nodig bestaat daarbij de mogelijkheid dat de Concessieverleners na gunning aan de Concessiehouder vragen om de wijze van samenwerking op onderdelen aan te passen ROCOV's Oost Waaruit bestaat de boeteregeling? De OV-klantenbarometer is natuurlijk niet de enige maatstaf voor klanttevredenheid. Wordt de klanttevredenheid ook met andere manieren door de concessieverleners beoordeeld? Mystery guest? Blijkens artikel hebben de Concessieverleners de mogelijkheid om mystery guests in te zetten. Ook aan andere audits en externe onderzoeken dient de Concessiehouder mee te werken (artikelen t/m ). 26

37 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE ROCOV's Oost 2 nvt Het vijfjaarlijkse ontwikkelplan is met kanttekeningen een goed idee. Het ontwikkelplan kan echter voor wat betreft de eerste 5 jaar niet in alle opzichten 5 jaar beslaan. Bij het inkomende concessiedeel Lelystad is dat voor 4 jaar mogelijk. De concessiedelen Zuidelijke Veluwe en Deventer e.o. behoren maar respectievelijk 2 en 3 jaar tot de concessie IJssel-Vecht en gaan daarna over naar respectievelijk de concessies Rijn-Waal en Berkel-Dinkel. De concessie IJsselmond wordt pas in december 2023 aan de concessie IJssel-Vecht toegevoegd en maak dus gedurende de eerste 5 jaar maar 2 jaar deel uit van de concessie IJssel-Vecht. In het ontwikkelplan voor de eerste periode van zal de focus volgens de ROCOV s moeten liggen op de ontwikkeling van de lijnen die in de concessiedelen liggen die de gehele periode deel uitmaken van de concessie IJssel-Vecht. Dat geldt ook nog wel voor het inkomende concessiedeel Lelystad. Voor de twee genoemde uitgaande concessiedelen ligt het niet voor de hand veel aandacht te besteden aan de ontwikkeling daarvan, een status quo is hierbij meer op zijn plaats. Voor het inkomende concessiedeel IJsselmond kan in de eerste twee jaar nog geen sprake zijn van een duidelijk ontwikkelplan. Dat kan pas geschieden in het ontwikkelplan voor de periode Op deze punten zou het ontwerp PvE verduidelijkt moeten worden. Het eerste ontwikkelplan gaat in op de periode , het tweede ontwikkelplan op de periode In de plannen wordt de Inschrijvers gevraagd naar hun ontwikkelplannen voor alle (deel)gebieden die een deel van of de gehele periode van de concessie uitmaken. Het is aan de Inschrijvers om hier invulling aan te geven ROCOV's Oost 2 nvt Optie uitkopen concessie IJsselmond. In eerdere overleggen van de ROCOV s met de Concessie IJsselmond zal per 10 december 2023 onderdeel uitmaken van de Concessie gedeputeerden is van de zijde van de provincies Overijssel en Flevoland de optie genoemd IJssel-Vecht. om de concessie IJsselmond van Connexxion uit te kopen met als doel dat deze concessie op hetzelfde tijdstip afloopt als de concessie Midden Overijssel. Het is de ROCOV s niet bekend of deze mogelijkheid daadwerkelijk onderzocht is, en zo ja, of dit dan een reële optie is. Dat laatste zou in de ogen van de ROCOV s mooi zijn. Het maakt de invoering en uitvoering van de concessie IJssel-Vecht aanzienlijk eenvoudiger en neemt een deel van de in het vorige punt genoemde bezwaren weg. Het zou wel tot een aanpassing van het PvE moeten leiden ROCOV's Oost 2 nvt Nutsfunctie van het OV. Naar het oordeel van de ROCOV s heeft het OV een nutsfunctie. Die functie houdt in dat er een mobiliteitsgarantie moet zijn voor iedereen die voor zijn of haar mobiliteit afhankelijk is van het OV. Dat kan uiteraard in de eerste plaats door het OV zelf, maar ook door andere mobiliteitsvormen die het OV vervangen, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. De ROCOV s achten de concessieverleners verantwoordelijk voor de instandhouding van de nutsfunctie. Wij bedanken u voor deze opmerking ROCOV's Oost 2 nvt Vervanging C lijnen alleen acceptabel onder voorwaarden. In paragraaf staat dat de concessieverleners bij de C-lijnen op enig moment kunnen besluiten om delen van het door de concessieverleners (sic! hier zal bedoeld zijn de concessiehouder) te verrichten OV te vervangen door andere mobiliteitsdiensten, in welk geval de betrokken lijnen niet langer als OV worden aangemerkt en dus niet langer deel uitmaken van de concessie IJssel-Vecht. De ROCOV s vinden dat zulks alleen maar aanvaardbaar is als het alternatief voldoet aan bepaalde kwaliteitseisen die ook aan het reguliere OV worden gesteld. Denk daarbij aan zaken als gebruikersrecht voor iedereen, toegankelijkheid voor reizigers met een functiehandicap, vindbaarheid, reisinformatie, veiligheidsvoorwaarden en een met regulier OV vergelijkbaar tarief. Daarbij is ook van belang dat het alternatief duurzaam is in twee opzichten. In de eerste plaats duurzaam in de zin van continuïteit (er moet een garantie zijn voor ten minste 5 jaar) en in de tweede plaats duurzaam in de zin van milieuaspecten. Dat vraagt om regie waarvoor de concessieverlener verantwoordelijk is (zie het bovenstaande punt). Daarbij dient de concessiehouder ook een belangrijke rol te spelen. Deze is immers vertrouwd met de genoemde kwaliteitseisen en dient daarom als eerste ook de kans te krijgen de alternatieve mobiliteitsdienst te offreren en uit te voeren. De ROCOV s achten het voorts gewenst dat in het PvE criteria worden opgenomen die bepalend zijn voor het schrappen van (delen van) C-lijnen. Dat schept duidelijkheid en voorkomt willekeur. De omissie in is aangepast. Het is aan de Concessieverleners voorwaarden te stellen Artikel aan de alternatieven voor C-lijnen. Dit zal onder meer afhankelijk zijn van het te verwachten gebruik en de doelgroep van deze andere mobiliteitsdienst en in overleg gaan tussen Concessiehouder, Concessieverlener(s) en stakeholders (waaronder gemeenten en ROCOV's). De Concessieverleners kunnen op enig moment besluiten om delen van het door de Concessiehouders te verrichten Openbaar Vervoer (de C-lijnen, zie paragraaf 3.3) te vervangen door Andere Mobiliteitsdiensten, in welk geval deze Lijnen niet langer als Openbaar Vervoer worden aangemerkt en daarom niet langer deel uit maken van de Concessie. De Concessieverlener verwacht van de Concessiehouder dat hij hieraan zijn medewerking verleent 27

38 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE ROCOV's Oost 2 nvt Positie buurtbus verhelderen. In de bijlagen worden alle buurtbuslijnen aangemerkt als C- lijnen. Bij paragraaf komt de buurtbus niet expliciet aan de orde. En juist de buurtbus is vaak een goede vervanger van een op te heffen lijn(deel) dat door de concessiehouder wordt verricht. Het ligt daarom voor de hand bij de vervanging van een reguliere door de concessiehouder verrichte C-lijn als eerste optie te kijken naar de mogelijkheid van een buurtbus die niet door de concessiehouder wordt verricht, maar waarbij de concessiehouder wel een rol speelt. De ROCOV s vinden het gewenst dat bij punt de rol van de buurtbus wordt verduidelijkt. Zowel de Concessiehouder als de Concessieverleners kunnen voorstellen doen voor een alternatieve invulling van C-lijnen. De buurtbus is daarbij een mogelijkheid, net als andere alternatieven voor een reguliere buslijn ROCOV's Oost 2 nvt Mobiliteitsmix als alternatief. De vervanging van (delen van) C-lijnen hoeft niet altijd volledig te zijn. Het is ook denkbaar dat een C-lijn of een deel daarvan alleen nog maar in de spits rijdt en dat in de overige uren een andere mobiliteitsdienst (waaronder in dit geval ook de buurtbus) de rol van het bestaande reguliere OV overneemt. Om een dergelijke mobiliteitsmix goed te laten verlopen is een goede regie en afstemming nodig tussen de vervoerder van de C-lijn, de uitvoerder van de andere mobiliteitsdienst en de betrokken provincie als opdrachtgever. De ROCOV s willen graag dat deze mogelijkheid wordt opgenomen in het PvE. De Concessieverlener heeft een belangrijke rol bij de afstemming tussen regulier OV en andere mobiliteitsdiensten, zoals blijkt uit de artikelen 3.4.1d en 3.4.3b Stakeholders Apeldoorn 2 nvt Onze medewerkers wonen grotendeels binnen de toekomstige, uitgebreide concessie en Het Programma van Eisen bevat de minimumeisen. Vervoerders worden via het zullen daarom op basis van de informatie uit het PvE vaak met reistijdverlenging te maken gunningsmodel uitgedaagd om meer te bieden. Of sprake zal zijn van reistijdverlenging krijgen. kan nu nog niet worden bepaald. Daarnaast is bij reorganisatie en centralisatie van bedrijven in veel gevallen de keus als vestigingsplaats op Apeldoorn gevallen, waarbij het huidige OV aanbod een positieve rol speelt. In de nabije toekomst zal de vraag naar OV alleen maar groter worden. Vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan CO2- vermindering doen onze organisaties er alles aan onze medewerkers te verleiden met het OV te reizen. Deze houding zal vanuit duurzaamheid perspectief door u onderschreven worden Vervoerder Het is mogelijk dat de concessie IJssel-Vecht wordt gegund aan een andere vervoerder dan de zittende vervoerder van de concessie IJsselmond. De zittende vervoerder voert vervolgens nog 4 jaar de dienstregeling uit en kan deze doorontwikkelen. Deze doorontwikkeling hoeft niet in lijn te zijn met de visie van de concessiehouder IJssel- Vecht. Dat is een nieuwe situatie in het OV in Nederland. Voor Lelystad geldt een vergelijkbare situatie. Hoe voorziet u de ontwikkeling van het lijnennet in de overgangsperiode en kunnen wij daarbij van u een bemiddelende rol verwachten? In de concessies/concessiedelen die later worden toegevoegd aan IJssel-Vecht zal bij de vastelling van de vervoerplannen door de Concessieverleners in de overgangsfase rekening worden gehouden met de ontwikkelrichting van de concessie IJssel-Vecht Vervoerder Is onze veronderstelling juist dat u over de lijnen van de concessies Lelystad en IJsselmond pas in respectievelijk 2021 en 2023 ( te zijner tijd ) een voorstel verlangt met het aanbod op deze lijnen na de overgang? En zo ja, betekent dat u dan tot gunning van de concessie IJssel-Vecht overgaat zonder een onderliggende dienstregeling voor deze beide gebieden? In het vervoerplan bij de Inschrijving dient de vervoerder aan te geven hoe hij zijn aanbod op deze lijnen ziet, omdat dit onderdeel uitmaakt van zijn over-all visie (zie artikel en de Aanbestedingsleidraad). Pas bij de invoeging van de twee concessies moet hij dit concretiseren o.b.v. zijn eerdere aanbieding en de situatie op dat moment in het vervoerplan volgens de procedure uit bijlage Vervoerder De concessieverleners gaan een forse uitdaging aan met het samenvoegen van meerdere concessies tot drie nieuwe concessies. Zo n combinatie van toe- en uitvoegers, in deze Wij gaan er vanuit dat de informatie die wij met betrekking tot de verschillende concessiedelen beschikbaar stellen concreet en volledig is. Mocht dit niet het geval zijn omvang, is in Nederland nog niet eerder vertoond. In het PvE geeft u de overgangsperiode dan vernemen wij graag zo spoedig mogelijk welke informatie in uw ogen nog ontbreekt. weer in de eerste jaren van de nieuwe concessie. Het is voor ons belangrijk dat de informatie over de overgangen concreet en volledig is Vervoerder Gezien de overgangsperiode met toevoegingen en onttrekkingen van buslijnen ontvangen we graag, als bijlage bij het Bestek, (excel)documentatie waarin duidelijk is wat de reizigersopbrengsten per buslijn, uitgesplitst per kaartsoort, zijn. Hierdoor zijn we in staat te berekenen wat de totale opbrengsten in enig concessiejaar zijn. De gevraagde informatie is beschikbaar gesteld in het informatieportaal van de Concessieverleners Vervoerder Bij een goede inschrijving is het resultaat van de inschrijving meer dan de som der delen. De samenhang tussen de plannen zien wij als een wezenlijk onderdeel van de kwaliteit van het bod en daarmee als onderdeel van de gunning. Ons voorstel is om in paragraaf naast de afzonderlijke onderdelen in het Ontwikkelplan ook een paragraaf op te nemen waarin de samenhang tussen de verschillende onderdelen van de bieding moet worden beschreven. De tekst is aangepast. Artikel 2.2.7g: De samenhang tussen de bovengenoemde onderdelen a tot en met f Vervoerder Normaliter rekenen vervoerders bij de afschrijving van voertuigen en andere Bij het ontwikkelplan zien de Concessieverleners de investeringen die voor een langere investeringen met de hele concessieduur. Ook het transitiepad loopt over langere termijn. termijn dan 5 jaar zijn gedaan als kaders voor de beoordeling. Hoe verhoudt zich dat tot een Ontwikkelplan dat niet verder kijkt dan 5 jaar? 28

39 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Vervoerder 4 2 nvt Overgangsperiode IJssel-Vecht en transitie naar emissievrij Openbaar Vervoer Het materieel en daarmee de transitie naar emissievrij openbaar vervoer is het belangrijkste struikelblok in het opgenomen overgangstijdpad voor de nieuwe concessie IJssel-Vecht. Doordat het zuidelijke gedeelte van de Veluwe uit de concessie gehaald wordt een jaar voordat het gedeelte van IJsselmond wordt toegevoegd, ontstaat een onnodig ingewikkelde situatie voor het materieel in de concessie IJssel-Vecht. De materieelbehoefte fluctueert drie achtereenvolgende jaren, wat de toch al complexe transitie nog ingewikkelder maakt. Wij dringen om die reden aan op een gecombineerde overgang, waardoor de mogelijkheid ontstaat om materieel van de zuidelijke Veluwe zonder een tussenjaar door te zetten naar IJsselmond. Zo ontstaat ruimte en meer flexibiliteit om het transitiepad in te vullen en bovendien een eerlijk speelveld. Inschrijvende partijen die niet beschikken over een grote (reserve)vloot of die de bestaande of nieuwe aangrenzende concessies hebben, hebben daarmee gelijke kansen voor de concessie IJssel-Vecht. Los daarvan benadrukken we graag het belang dat voor de start van de aanbesteding een duidelijke keuze gemaakt is, inclusief definitieve afspraken met betrokkenen ten aanzien van de (laad)infrastructuur ten behoeve van de exploitatie van IJssel-Vecht. Wij nemen kennis van uw zorgen. Concessie IJsselmond zal per 10 december 2023 onderdeel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht. Verder bevat het Programma van Eisen een bijlage waarin de taken en verantwoordelijkheden tussen Concessieverleners en Concessiehouder ten aanzien van de realisatie van de Laadinfrastructuur inclusief energievoorzieningen nader is uitgewerkt (bijlage 7). Bijlage 7 is aan het Programma van Eisen toegevoegd Vervoerder Vanwege de meerdere overgangsperiodes binnen de concessie IJssel-Vecht moeten de inschrijvers meerdere vervoerkundige en daaraan gekoppelde financiële scenario s uitwerken. Wij voorzien dat dit binnen de relatief korte inschrijfperiode (publicatie bestek half december en indiening offertes eind maart) leidt tot een grote tijdsdruk, wat de kwaliteit van de biedingen negatief kan beïnvloeden. Wij vragen u vriendelijk om hiermee rekening te houden door het tijdspad voor de inschrijvers voor het maken van een competitieve inschrijving juist ruim op te stellen. Wij hebben naar aanleiding van uw zorg de tijd die geïnteresseerde vervoerders hebben om een offerte op te stellen met enkele weken verlengd. Daarnaast hebben wij relevante achtergrondinformatie met betrekking tot de Concessie IJssel-Vecht via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar gesteld, zodat zij al voor publicatie van de aanbestedingsdocumenten met hun offertetraject kunnen starten Vervoerder In paragraaf van het Ontwerp-PvE is een gedoogplicht voor de toekomstig concessiehouder opgenomen. In dit artikel ontbreekt echter het langeafstandsbusvervoer, ondanks dat dit wél onder de definitie van "openbaar vervoer per bus" in de zin van de Wet Personenvervoer 2000 valt. Wij zouden daarom willen voorstellen om onder een extra lid op te nemen, luidende; d) Openbaar Vervoer per Bus, waarvoor door Concessieverleners een ontheffing krachtens artikel 29 van de Wet Personenvervoer 2000 is of wordt verleend. De tekst is aangepast d: Openbaar Vervoer per Bus, waarvoor door Concessieverleners een ontheffing krachtens artikel 29 van de Wet Personenvervoer 2000 is of wordt verleend Vervoerder 6 2 In de toekomstige concessieregio IJssel-Vecht heeft FlixBus momenteel haltes bij station Apeldoorn (touringcarhalte) en bij Deventer Carpoolplaats Al (reguliere OV-halte). Daarnaast is het niet ondenkbaar dat FlixBus gedurende de looptijd van de nieuwe concessie op meer plaatsen in de regio zal gaan halteren, bijvoorbeeld in Lelystad en Zwolle. Het gedogen van langeafstandsbusvervoer is aan het PvE toegevoegd. Uw opmerking wordt verder voor kennisgeving aangenomen Flevoland 3 nvt Beter aansluiten op NS Zoals blijkt uit 3.8 wordt de Concessiehouder gevraagd te zorgen voor een goede aansluiting op het Hoofdrailnet en regionale treinverbindingen Buurtbusvereniging Barneveld-Nijkerk Paragraaf 3.3: Ontwikkelruimte C-lijnen. Alleen het eerste jaar hoeft een lijn uit deze categorie aangeboden te worden. Daarna sterven al deze lijnen een stille dood??? Dat is in niemands belang! De verplichting om buurtbuslijnen en scholierenlijnen het eerste jaar aan te bieden is slechts bedoeld om te voorkomen dat deze in de biedingen niet worden aangeboden. Het is geen vrijbrief om deze vervolgens op te heffen, integendeel zelfs. Het zijn min of meer al maatwerk oplossingen die in een duidelijke mobiliteitsbehoefte voorzien en in de meeste gevallen ook gedurende de looptijd van de concessie gehanthaafd zullen blijven indien er een mobiliteitsbehoefte blijft bestaan. De doorontwikeling van het netwerk zal altijd gebeuren in overleg met de Concessieverleners, gemeenten en andere stakeholders. Op de wijze waarop de toekomstige Concessiehouder deze samenwerking vorm geeft, moet hij in zijn bieding een voorstel doen. Artikel 2.1.4d: Openbaar Vervoer per Bus, waaronder langeafstandsbusvervoer, waarvoor door de Concessieverleners een ontheffing krachtens artikel 29 van de Wet personenvervoer 2000 is of wordt verleend. 29

40 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Buurtbusvereniging Wat gebeurt er na dat jaar? Ik vind dit heel erg vaag! Voor we het weten zijn we Barneveld-Nijkerk vraagafhankelijk vervoer en weg zijn onze jaarlijkse passagiers. Afbraak OV noem ik dat! Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE De verplichting om buurtbuslijnen en scholierenlijnen het eerste jaar aan te bieden is slechts bedoeld om te voorkomen dat deze in de biedingen niet worden aangeboden. Het is geen vrijbrief om deze vervolgens op te heffen, integendeel zelfs. Het zijn min of meer al maatwerkoplossingen die in een duidelijke mobiliteitsbehoefte voorzien en in de meeste gevallen ook gedurende de looptijd van de concessie gehanthaafd zullen blijven indien er een mobiliteitsbehoefte blijft bestaan. De doorontwikeling van het netwerk zal altijd gebeuren in overleg met de Concessieverleners, gemeenten en andere stakeholders. Op de wijze waarop de toekomstige Concessiehouder deze samenwerking vorm geeft, moet hij in zijn bieding een voorstel doen Buurtbusvereniging Barneveld-Nijkerk Buurtbusvereniging Rijk van Nijmegen 3 tabel 3.5 Ik neem aan dat met uitvoerder de vereniging wordt bedoeld. Zo ja, dan zou ik dat ook opschrijven en Zie ook mijn opmerkingen over het Concept-Protocol Buurtbus-V9. In dat kader: Hoe verhoudt de financiële relatie Concessieverlener-Buurtbusvereniging zich tot de concessievergoeding? Is daar geen strijdigheid? De uitvoerder kan een buurtbusvereniging zijn, maar ook een andere organisatievorm hebben. De Concessiehouder krijgt per buurtbus een vaste vergoeding. Deze staat los van een eventuele financiële subsidie/bijdrage van Concessieverlener aan de buurtbusvereniging Cleantechregio nvt nvt In het Ontwerp Programma van Eisen geeft u aan dat de vervoerder verplicht een bepaald Tabel 3.2 maakt geen onderdeel meer uit van het PvE. In plaats daarvan worden in het percentage C-lijnen dient aan te bieden. Ook wordt er gesproken over een Beschrijvend document eisen gesteld aan de verdeling van de aangeboden vervoersaandeel dat per provincie aangeboden dient te worden. Gezien de grootte van de dienstregelinguren over de concessiedelen. Daarbij wordt aan Inschrijvers gevraagd deze concessie lijkt dit ons geen enkele zekerheid te bieden over wat dit betekent voor de C- lijnen in ons gebied. Wij vragen ons af of het theoretisch zo kan zijn dat de vervoerder C- lijnen in het noorden van de concessie allemaal aanbiedt en geen enkele in onze regio. Er wordt immers niet expliciet vermeld dat de vervoerder zijn inzet over de A, B en C lijnen per provincie volgens de genoemde percentages dient te verdelen. dienstregelinguren op een manier over de A-, B- en C-lijnen te verdelen die aansluit bij de vervoerbehoeften van Reizigers en recht doet aan het lokale of regionale belang van de huidige Lijnen, zonder dat dit in percentages per categorie lijnen is uitgedrukt. Theoretisch kan het zo zijn dat een Inschrijver een aantal C-lijnen niet aanbiedt. Zijn vervoerplan zal echter ook worden beoordeeld op de mate waarin de aangeboden verbindingen en frequenties aansluiten op de vraag. Indien de Inschrijver geen vervoer aanbiedt op verbindingen waar wel voldoende vraag is, zal hij hiervoor minder punten krijgen Cleantechregio nvt nvt Tegelijkertijd vragen wij ons dan af hoe zich dit verhoudt tot de notie dat de concessiehouder regie houdt op het omvormen van C-lijnen naar Andere Mobiliteit. Wij vragen u om dit punt zo duidelijk mogelijk op te nemen in het Programma van Eisen, De Concessieverleners houden regie op de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit, minimaal 90% van het huidige aanbod moet immers tijdens de aanbesteding geboden worden. En gedurende de looptijd van de concessie zodat hier geen enkele verwarring over kan bestaan. Er zijn geen minimumeisen opgesteld moeten vervoerplannen altijd goedgekeurd worden door de Concessieverlener. Terecht voor C-lijnen. Een aanbieder heeft zo de vrijheid om te volstaan met 1x per dag een verbinding aan te bieden. Wij verzoeken u om ook voor C-lijnen uit te gaan van een minimale bedieningseis. merkt u op dat aan lijnen uit de C-categorie geen minimumeisen worden gesteld, maar ook hiervoor geldt dat de Concessiehouder het aanbod op de mobiliteitsvraag dient af te stemmen Cleantechregio nvt nvt Daarnaast dient een goede overstap van OV naar Andere Mobiliteit en vice versa geborgd te worden, zowel qua aansluitingen als qua faciliteiten. De concessiehouder moet gemeenten helpen de overstap van Mobiliteit naar het OV te faciliteren en dat in het opnemen. Afstemming met vraagafhankelijk OV als Kolibrie en Brengflex (regie provincie) met regiotaxi (regie regio) is nodig. Wij verzoeken u dit te borgen in het Programma van Eisen. De afstemming tussen OV en andere vormen van mobiliteit is ons inziens voldoende geborgd in artikel Bovendien is als eis opgenomen dat de Concessiehouder gegevens in de vorm van open data beschikbaar moet stellen aan onder andere aanbieders van andere mobiliteitsdiensten zodat ook zij reisinformatie over de keten kunnen aanbieden. 30

41 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Cleantechregio nvt nvt Wij vinden het als regio heel belangrijk dat we aan de voorkant kunnen meedenken over de eventuele transitie van C-lijnen naar Andere Mobiliteit. Wij gaan er vanuit dat we als regio niet verrast zullen worden door het plotseling opheffen of niet meer aanbieden van lijnen, zonder dat we in een gezamenlijk proces zorgvuldig hebben nagedacht over het alternatief. Daarom pleiten we ervoor om op zeer korte termijn met elkaar een procesontwerp te maken waar wordt ingegaan op de stappen die genomen gaan worden bij het omvormen van een lijn. Dit betreft het meest urgent de lijnen die bij de start van de nieuwe concessie niet meer of sterk verschraald zullen worden aangeboden. het procesontwerp dienen stakeholders waaronder regio, gemeenten, vervoerders, wijken en belangenverenigingen een krijgen. Vragen die we onder andere met elkaar dienen te beantwoorden zijn: Hoe ziet het tijdspad van de transitie van een lijn eruit? Welke stakeholders dienen betrokken te zijn? er een passend alternatief? Wie is verantwoordelijk voor het alternatief? Hoe zijn de financiën geregeld? Op welke manier gaan we communiceren met de reizigers? Bij de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit zullen gemeenten en regio's zeker een grote rol vervullen en kunnen zij ook initiatieven hiertoe nemen. Het maken van procesafspraken hierover is nodig, maar valt buiten de scope van de aanbesteding. Overigens zullen dit afspraken op hoofdlijnen zijn, omdat het veelal maatwerkprojecten betreft CNV Vakmensen hierbij verzoeken wij u om de genoemde termijn op blz 16 niet op 1 jaar te zetten maar op 3 jaar of op het moment dat de concessie helemaal ingevuld is. De reden hiervoor is gelegen in het gegeven dat drastische wijzigingen na 1 jaar al veel onrust zullen veroorzaken onder reizigers en chauffeurs. Alternatief zou kunnen zijn om te benoemen dat de concessiehouder maximaal 5% van de dienstregeling mag aanpassen in deze periode. De genoemde periode van 1 jaar hangt samen met de jaarlijkse aanpassing van OV netwerk en/of dienstregeling zoals nu in Nederland gebruikelijk is. Hiermee is bedoeld de Concessiehouder jaarlijks de ruimte te geven het aanbod weer optimaal op de mobiliteitsbehoeften van reizigers af te stemmen. Als er geen aanleiding is om aanpassingen in netwerk of dienstregeling te doen, zullen deze ongewijzigd blijven CNV Vakmensen wij zijn van mening dat hierover te weinig informatie beschikbaar is om goed te kunnen onderbouwen tot welke categorie een lijn zou moeten behoren. Er moet beter gemonitord worden wat nu precies de reizigers aantallen zijn over een bepaalde periode. Wij twijfelen of de juiste cijfers gehanteerd worden. Hierover moeten betere afspraken komen. Ook adviseren wij om hierbij de interne medezeggenschap(or) te betrekken D66 Zeewolde komt er met paar B en C lijnen bekaaid vanaf. Hoe toch vervoerder stimuleren om goed OV te bieden? Gemeente Almere Verzoek: vraagafhankelijk vervoer niet op B-lijnen Pagina 19 Eis Wij pleiten ervoor dat de mogelijkheid dat de concessiehouder met vraagafhankelijk openbaar vervoer invulling kan geven aan de eisen in hoofdstuk 3, ook wordt uitgesloten voor de B-lijnen Gemeente Almere 3 nvt Verzoek: Vervoer tussen Almere en Lelystad Airport gedogen De gemeente Almere verzoekt in het PvE Concessie IJssel-Vecht een openbaar vervoerverbinding tussen Almere en Lelystad Airport als een te gedogen verbinding op te nemen. Dit om rechtstreeks vervoer tussen de luchthaven en Almere (of andere evenementen en bestemmingen in Almere) mogelijk te maken. Het is denkbaar dat deze verbinding op termijn vanuit de Concessie busvervoer Almere of de daaropvolgende concessie wordt aangeboden, bijvoorbeeld tijdens de wereldtuinbouwtentoonstelling Floriade 2022, maar ook daarna. Er zijn nu nog geen concrete plannen voor een dergelijke verbinding. Als dit aan de orde is gaan we uiteraard graag met alle stakeholders in gesprek. De indeling van lijnen in categoriën is enerzijds gebaseerd op gemiddelde aantal instappers per rit en anderzijds op bestaand provinciaal mobiliteitsbeleid. De kwantitatieve benadering is uitgevoerd met aantal instappers en ritten uit Een lijn is kwantitatief ingedeeld in de categorie C indien deze gemiddeld 4 of minder instappers per rit heeft. De in tabel 3.1 weergegven frequenties zijn minimumfrequenties. De Concessiehouder wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige mobiliteitsbehoeften. Dit geldt ook voor de situatie in Zeewolde. Wij bedanken u voor uw opmerking maar nemen uw suggestie niet over. De Concessiehouder krijgt de mogelijkheid om op tijden waarop geen minimumeisen aan de frequentie van B-lijnen zijn gesteld, vraagafhankelijk openbaar vervoer aan te bieden. De toedeling van grenslijnen aan de concessie IJssel-Vecht is gebaseerd op de bestemingen waarop het vervoer gericht is omdat deze hoofdzakelijk bepalend zijn voor het gebruik van openbaar vervoerlijnen. Dit betekent dat een mogelijk toekomstige openbaar vervoerlijn vanuit Almere naar Lelystad Airport tot de concessie IJssel-Vecht zal gaan behoren. Indien dit aan de orde komt, zal er overleg tussen beide Concessieverleners en Concessiehouders dienen plaats te vinden om tot realisatie van een verbinding te komen. 31

42 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Apeldoorn U heeft in het PVE lijnen beoordeeld en gelabeld op lijnniveau. We constateren verschillende zaken die ofwel correctie vergen, ofwel nadere onderbouwing, te weten: De categorisering is gebasseerd op enerzijds het huidig beleid van de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel en anderzijds op gemiddeld aantal instappers per rit op jaarbasis. De indeling in categoriën is slechts een technische exercitie bedoeld om zekerheid te bieden aan diverse partijen, waaronder de Concessiehouder en gemeenten en anderzijds A Sluit niet aan op belevening en maatschappelijk belang: om bepaalde eisen, waaronder duurzaamheid, onderbouwd te kunnen specificeren. - Lijn 1 Gelre. Primair zelfstandig, maar eventueel ook te combineren met lijn 12 Ugchelen Hierbij is geen onderscheid gemaakt naar lokale functies van betreffende lijnen. Overigens (Zie onder). Ten aanzien van lijn 1 (station ziekenhuis) is voor ons onacceptabel dat die geen B status heeft gekregen). gelden voor lijnen in alle categoriën ontwikkelmogelijkheden en dienen het aanbod op de bestaande mobiliteitsbehoeften te worden afgestemd. Ook dient, conform de eisen in het PvE, in alle categoriën aanbod gerealiseerd te worden. - Lijnen 43 / 91 van en naar Arnhem. Regionaal valt op dat 43 wel, en 91 geen A status krijgt. In beide gevallen is het reizigersbeeld in onze beleving andersom. Voor de stadsdienst als geheel lopen we met deze indeling kans om meer dan 50% van onze lijnen op termijn te verliezen. B Combinatie van lijnen rechtvaardigt B status - Lijn (zuid) - Lijn 1 Gelre en Lijn 12 Ugchelen - Lijnen 5 Osseveld, 15 en 17 Sprenkelaar. - Lijnen 8 en 9 Zuidbroek C Toekomstpotentie beter laten weerklinken in inschatting Lijnen Groot Zonnehoeve Apeldoorn Oost. Omnisport, Hotel, Agrifirm, Ecofactorij. Op langere termijn 108 werkzone Europaweg en Lijn 2 Apenheul in combinatie met parkeren in Orpheus Gemeente Apeldoorn Apeldoorn acht het van groot belang dat de OV-bediening van een aantal bestemmingen zoals het ziekenhuis (zou wat ons betreft minimaal B moeten zijn), toeristische attracties, wijken en buitengebied als eis wordt vastgelegd in het PVE. U heeft in uw reactienota van de NVU aangegeven dat in het PVE zou worden duidelijk gemaakt welke eisen worden gesteld aan de bediening van wijken en/of bestemmingen in steden, dorpen en buitengebied. Wij zouden dit graag concreet terug willen zien voor het ziekenhuis, attracties in West-Apeldoorn, Orpheus en het Zwitsalterrein. In het PvE is, binnen gestelde kaders, zoveel mogelijk ontwikkelvrijheid bij de concesiehouder gelaten. Om oook gedurende de looptijd van de concessie het aanbod zo goed mogelijk te kunnen blijven afstemmen op de mobiliteitsbehoeften van de reizigers, is ervoor gekozen geen specifieke bestemmingen vast te leggen Gemeente Apeldoorn Aanvullend op het bovenstaande punt vraagt Apeldoorn specifieke aandacht voor het belang van het OV in het buitengebied en de dorpen. Voor deze gebieden is een halte vaak het verschil tussen wel of geen openbaar vervoer. Apeldoorn wil daarom dat in het PVE wordt vastgelegd dat per dorp minimaal één halte behouden blijft Gemeente Apeldoorn Voor wat betreft de verbindingen Apeldoorn-Arnhem zijn wij van mening dat dit A- verbindingen zijn. Momenteel is lijn 91 aangemerkt als B-lijn. Dit zouden wij graag gewijzigd willen zien. Zoals bij onze reactie onder 2.1 aangestipt vragen wij dat in PVE wordt benoemd dat bij uitlopers bestemmingsgemeenten normale status / invloed krijgen in overige concessies. In 3.4.1a is opgenomen dat elke wijk/kern waar openbaar vervoer rijdt minimaal één (tijd)halte dient te hebben. De categorisering is gebaseerd op enerzijds het huidig beleid van de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel en anderzijds op gemiddeld aantal instappers per rit op jaarbasis. De Concessiehouder werkt bij de (door)ontwikkeling van het Openbaar Vervoer behorend Ten aanzien van de betrokkenheid van betreffende gemeenten bij specifiek uitlopers tot de Concessie IJssel-Vecht intensief samen met de Concessieverleners, gemeenten vanuit de concessie Rijn-Waal en Berkel-Dinkel zal de tekst van worden aangepast. (waaronder in geval van Uitlopers ook de betrokken gemeenten in aangrenzende concessiegebieden), Consumentenorganisaties, concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten. 32

43 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Apeldoorn Uit de ons na de bijeenkomst toegestuurde informatie en criteria blijken wat ons betreft drie zaken: Na de vrijgave van het ontwerp-programma van Eisen hebben de Concessieverleners de beschikking gekregen over nieuwe informatie over het gebruik van de lijnen behorend tot de huidige concessies. Op basis van deze informatie is onder meer een aantal stadslijnen - U relateert het aantal instappers aan bestaande ritten, terwijl u zich op het aantal ritten conform de minimumfrequenties voor A, B en C van het PVE zou moeten baseren. In ieder geval geldt voor lijn 1 dat op basis daarvan B gezien het aantal instappers vereist is. - Door parallelle en qua rijrichting gespiegelde lijnen op te tellen is een B status voor de combinaties 5/17 (Osseveld / Sprenkelaar), 8/9 (Zevenhuizen / Zuidbroek) en 18/19 (Apeldoorn Zuid) vereist. - U neemt losse verkoop niet mee en benoemt alle lijnen vanuit beleid C omdat louter Arnhem en Nijmegen stadsdienst waardig zouden zijn. in Apeldoorn alsnog bij de B-lijnen ingedeeld. Het directe gevolg van die inschatting is dat aanbieders niet alleen minder bussen zullen bieden, maar ook dat een kleiner deel zero emissie zal zijn. Met de looptijd van 10 jaar zijn niet zij, maar de overheden vervolgens verantwoordelijk voor extra kosten van aanpassing van lijnen naar zero emissie Gemeente Apeldoorn Apeldoorn is van mening dat een openbaar vervoer-lijn dient te voldoen aan een minimumaanbod om bestaansrecht te hebben. Wij verzoeken u daarom om explicietere eisen te stellen aan de C-verbinding. Dit als aanvulling op het door u verplicht gestelde percentage dat op C-lijnen dient te worden ingezet. Zonder concrete indicatie kan een C- lijn in theorie het uiterlijk van een schoollijn hebben en daarmee initiatieven op het gebied van Andere Mobiliteit uitsluiten. De in tabel 3.1 weergegven frequenties zijn minimum frequenties. De Concessiehouder wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige mobiliteitsbehoeften Gemeente Apeldoorn Wat zijn de financiële consequenties als besloten wordt om een C-lijn op te heffen (zowel bij ingang concessie als gedurende de looptijd van de concessie)? Komen de bijbehorende middelen beschikbaar voor Andere Mobiliteit en hoe wordt bepaald welke middelen gepaard gaan met de opgeheven C-lijn? Welke financiële consequenties heeft dit voor de concessiehouder? Gemeente Apeldoorn Voor wie zijn de kosten als een C-lijn wordt opgeheven en het alternatief niet toegankelijk is waardoor PlusOV moet worden ingeschakeld voor een (voormalig) OV-reiziger? Gemeente Apeldoorn Wij vinden het belangrijk dat de vervoerder uitgedaagd wordt om ontwikkellijnen (Clijnen) om te vormen tot een succesvol OV-aanbod. In de reactienota van de NVU heeft u aangegeven dat in de concessie prikkels worden opgenomen om te vervoerder te stimuleren om van ontwikkellijnen sterke lijnen te maken. Wij vinden dit niet concreet terug in het PVE en hopen dat u dit alsnog gaat opnemen in de aanbestedingsdocumenten. Bij eventuele opheffing van een C-lijn geldt de regeling voor minderwerk zoals opgenomen in de Financiële Bepalingen voor de Concessie IJssel-Vecht. De betreffende Concessieverlener kan vervolgens zelf een afweging maken of en waarvoor hij de vrijgevallen middelen inzet (bijvoorbeeld voor uitbreiding van het aanbod op andere lijnen of voor Andere Mobiliteitsdiensten). Net als nu het geval is kunnen deze mensen een beroep doen op de Wmo-regeling in hun gemeente. Of de kosten daarmee ook bij de betreffende gemeente komen te liggen is afhankelijk van de vraag of en hoe de betreffende provincie participeert in een regionale invulling van het Wmo-vervoer, bijvoorbeeld door deze vervoervorm ook voor OVreizigers open te stellen. In het PvE wordt de vervoerder ons inziens voldoende gestimuleerd om ook C-lijnen door te ontwikkelen om deze (nog) beter op de mobiliteitsbehoeften van reizigers af te stemmen. Onder andere als onderdeel van zijn vervoerkundige visie en ontwikkelrol wordt hieriop ingegaan. Het is ook in het belang van de Concessiehouder om binnen de C- categorie zoveel mogelijk aanbod binnen de concessie te realiseren Gemeente Apeldoorn In de reactienota van de NVU heeft u aangekondigd dat de vervoerder gestimuleerd zal Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van worden om A en B lijnen verder te ontwikkelen en dat de vervoerder ruimte krijgt om met Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden voorstellen te komen voor nieuwe verbindingen. In Apeldoorn zijn er ruimtelijke hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren ontwikkelingen die aanleiding kunnen geven tot vernieuwing het openbaar vervoer die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. aanbod, waaronder: Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra - Ontwikkelingen op werklocaties (nieuwe bedrijven, uitbreiding bedrijven) en de Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken ontwikkeling van nieuwe woonwijken. Voorbeeld is de verdere ontwikkeling van de wijk om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen. Zuidbroek. - Aan de oostzijde van de stad bevinden zich diverse locaties (Omnisport, transferium Zutphensestraat, Van Der Valk hotel, woonwijk Zonnehoeve, Agrifirm en wellicht Ecofactorij) die in onze optiek een busbediening kunnen rechtvaardigen. - Naast bestaande scholierenlijnen en buurtbussen is bijvoorbeeld een vervoerkundige oplossing waarbij de bediening van onze publiekstrekkers aan de westzijde van de stad wordt verbeterd zeer welkom. Dit kan bijvoorbeeld een lijn zijn waarbij de attracties met garage Orpheus worden verbonden, zodat deze als parkeeralternatief in beeld komt. Wij juichen het aangekondigde aanmoedigen van de vervoerder om te innoveren toe. Denk hierbij aan: nadenken over nieuw aanbod toegespitst op type reizigers, seizoenen, lijnvoering, werklocaties, inspelen op wensen en ontwikkelingen in de stad enzovoort. Wat Apeldoorn betreft kan dit punt meer nadruk krijgen in het PVE. 33

44 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Gemeente Apeldoorn Apeldoorn raadt aan om explicieter te benoemen welke minimumeisen er worden gesteld aan een vraagafhankelijke variant binnen de concessie (denk aan Kolibri / Nachtvlinder). Dit bijvoorbeeld op het gebied van vooraanmeldtijd en manieren waarop een rit kan worden geboekt (klantvriendelijk, bij de tijd, voor iedereen een manier). Nu wordt alleen aan de vervoerder gevraagd hiervoor een voorstel te doen. Daarnaast willen we graag de interactie tussen regulier openbaar vervoer en ons vraagafhankelijk vervoer met PlusOV vergroten. Een PVE dient hiervoor ruimte te bieden. Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Wij nemen uw advies niet over. Ook vraagafhankelijk vervoer dient te voldoen aan de eisen zoals gesteld in het PvE. In paragraaf 3.4 wordt aangegeven dat de Inschrijver in zijn vervoerkundige visie dient aan te geven hoe hij de afstemming met andere mobiliteitsdiensten vorm gaat geven Gemeente Apeldoorn Apeldoorn is benieuwd op welke manier de OV-knooppunten die zijn benoemd zijn bepaald. Wij vinden knooppuntontwikkeling erg belangrijk, juist vanwege de overstap van OV op Andere Mobiliteit. Een knooppunt speelt een belangrijke rol in de overgang van A/B-lijnen naar een C-gebied. Denk hierbij aan knooppunten met deelauto s, fietsvoorzieningen en wachtmogelijkheden. In dat licht begrijpen wij de genoemde knooppunten in de lijst niet. Ook missen wij station de Maten en station Osseveld. De knooppunten uit bijlage 10 zijn vanuit de huidige concessie opgenomen als zijnde punten waar overstap relaties zijn tussen diverse vormen van openbaar vervoer. Wij zullen de door u genoemde stations De Maten en Osseveld aan de lijst toevoegen. Overigens is onder opgenomen dat gedurende de looptijd van de concessie er, afhankelijk van ontwikkelingen, knooppunten kunnen bijkomen of kunnen vervallen. De door u genoemde stations De Maten en Ossenveld zijn aan de lijst toegevoegd Gemeente Apeldoorn Het uitvoering geven aan uw OV-visie leidt er toe dat de mobiliteitsketen naast openbaar vervoer steeds meer andere vormen van mobiliteit zal gaan bevatten. Deze mobiliteit wordt niet per definitie door de concessiehouder georganiseerd. Tegelijkertijd is het wel van groot belang dat de overstap in de keten geborgd wordt. In de reactienota van de NVU geeft u aan dat u eisen over de keten op zou nemen in het PVE. Wij zijn van mening dat de rol van de vervoerder in deze keten duidelijker zou moeten worden vastgelegd. Op diverse plaatsen in het PvE staat expliciet beschreven dat de Concessiehouder afstemming moet zoeken met andere vormen van mobiliteit. Hij moet bijvoorbeeld informatie als open data beschikbaar stellen, zodat voor andere (MaaS-)aanbieders informatie over de totale reisketen beschikbaar komt Gemeente Apeldoorn Apeldoorn is fietsstad. Wij hechten veel waarde aan de rol van fiets in de keten. In de reactienota van de NVU heeft u aangegeven om ideeën over fietsvoorzieningen mee te Indien fietsvoorzieningen bij haltes gewenst zijn, bijvoorbeeld vanwege het aantal instappers dat verder van de halte komt of moet zijn, zal de Concessiehouder dit nemen ter overweging richting het PVE. Denk hierbij bijvoorbeeld aan stallingen bij haltes. bespreken met de wegbeheerder. De wegbeheerder is uiteindelijk verantwoofrdelijk voor Wij hebben dit echter niet terug kunnen vinden en zijn daarom benieuwd hoe u daar tegenaan kijkt. realisatie van diverse voorzieningen bij de halte. Waar het de realisatie van andere mobiliteitsdiensten betreft, vallen deze bovendien buiten de veranwoordelijkheid van de Concessiehouder Gemeente Apeldoorn Onder het kopje dienstregeling geeft u aan dat de vervoerder een aangepaste dienstregeling mag voeren in vakanties, bijvoorbeeld ten behoeve van de wensen van scholieren en toeristen. Wij juichen dit toe en zouden dit zelfs wat sterker willen formuleren, zodat de vervoerder wordt uitgedaagd om júist in te spelen op dit soort maatwerk. Zie ook onze opmerking bij 3.4. De formulering zoals nu opgenomen in het PvE biedt de Concessiehouder voldoende flexibliteit om tijdens genoemde vakantieperioden maatwerk te leveren Gemeente Apeldoorn 3 nvt Wij constateren dat er in het PvE nog steeds voornamelijk geredeneerd wordt op lijnniveau. Wij pleiten ervoor dat er op gebieds- en wijkniveau wordt gekeken. Het gaat wat ons betreft om het samenspel van het totale aanbod in een gebied, ten behoeve van Uw constatering is juist waar het om bepaalde specifieke eisen gaat. Echter, in de doorontwikkeling van het netwerk kan en zal de Concessiehouder breder kijken naar het bedieningsgebied op Kern- of wijkniveau want dat is immers de herkomt of bestemming bereikbaarheid van voorzieningen en mobiliteit van inwoners, maar ook als onderdeel van van reizigers. Verder zal de doorontwikeling van het netwerk altijd gebeuren in overleg een bredere duurzaamheidsopgave. Een gebiedsgerichte indeling maakt ook nieuwe ontwikkelingen mogelijk, zoals bijvoorbeeld het ontwikkelen van de Ringlijn die voorstadshaltes en grote werkgelegenheidslocaties verbindt. met de Concessieverleners, gemeenten en andere stakeholders. Op de wijze waarop de toekomstige Concessiehouder deze samenwerking vorm geeft, moet hij in zijn bieding een voorstel doen. Een B- en C-lijn of twee C-lijnen kunnen gezamenlijk een corridor op B-niveau rechtvaardigen. Tegelijkertijd is een A- of B-lijn in een gebied vaak een voorwaarde om een goede C-voorziening of Andere Mobiliteit te kunnen vormgeven. Alle lijnen op individueel niveau beoordelen brengt het risico met zich mee dat het mobiliteitssysteem afbrokkelt in plaats van beter aansluit op de vraag van de reiziger. Dit is voor ons onacceptabel. Wij vragen u met klem het systeem als geheel in het oog te houden. Concrete voorbeelden lichten wij toe in deel E. 34

45 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Gemeente Apeldoorn 3 nvt Wij stellen vast dat de aandacht die er in het PvE is voor C-lijnen achterblijft bij de aandacht voor de andere categorieën. Er wordt veel geschreven en gezegd over A en B- lijnen, maar niet over de C-lijnen. Ook dit vinden wij onacceptabel, want juist de C-lijnen en de uitvoering daarvan is heel onzeker en spannend. Wij verzoeken u dan ook om meer oog te hebben voor C-lijnen in het PvE. Onderdeel hiervan is het stellen van duidelijkere minimumeisen aan C-lijnen. Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Ons inziens worden C-lijnen voldoende benoemd in het PvE. Ook voor de lijnen uit de C- categorie geldt dat de Concessiehouder het aanbod optimaal op de mobiliteitsbehoeften van de reizigers moet afstemmen. Wel is het zo dat hier de meeste ontwikkelvrijheid zit voor de Concessiehouder, maar de Concessieverlener wel de regie behoudt. Specifiek bij de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit hebben gemeenten en regio's ook een grote rol en kunnen zij ook initiatieven hiertoe nemen. Wijzigingen in het netwerk worden beschreven in een vervoerplan dat altijd door de Concessieverlener vastgesteld dient te worden Gemeente Apeldoorn 3 nvt Wij vinden het belangrijk dat elk dorp en elke wijk ontsloten blijft met het regulier openbaar vervoer middels minimaal één centrale halte / knooppunt. Dit vaste netwerk dient de basis waarop alternatieven aantakken. Wij vinden dit niet terug in het PvE. In 3.4.1a is opgenomen dat elke wijk/kern waar openbaar vervoer rijdt minimaal één (tijd)halte dient te hebben Gemeente Apeldoorn 3 nvt Wij constateren dat een aantal concessie-overschrijdende streeklijnen zijn ingedeeld in een andere concessie dan IJssel-vecht, terwijl ze juist voor Apeldoorn erg belangrijk zijn. Zo zijn de lijnen 43 / 91 / 231 van veel groter belang voor Apeldoorn dan voor Arnhem Nijmegen; lijnen 108 naar Ede en bus- en regiotrein naar Deventer en Zutphen zijn voor Apeldoorn minimaal even belangrijk. Wat ons betreft zouden deze lijnen onder de concessie IJssel-Vecht moeten worden ondergebracht. Wanneer dit niet wordt gerealiseerd, dan willen wij heel graag nauw betrokken worden bij ontwikkelingen die deze lijnen aangaan. Wij pleiten voor duidelijke afspraken hierover. De toedeling van lijnen aan concessiegebieden is gebaseerd op de belangrijkste bestemmingen van reizigers op de relatie wonen-bestemmingeslocaties van de betreffende lijnen. Dit betekent in dit geval dat de lijnen op de corridor Apeldoorn- Arnhem aan de concessie Rijn-Waal zijn toebedeeld, ondanks de lokale functie die (een aantal van) deze lijnen hebben voor Apeldoorn. Ten aanzien van de betrokkenheid van betreffende gemeenten bij specifiek uitlopers vanuit de concessie Rijn-Waal en Berkel- Dinkel zal de tekst van worden aangepast Gemeente Apeldoorn 3 nvt Apeldoorn ligt in een gebied met veel attracties die seizoensgebonden zijn. Vervoer naar die attracties kent een piek in de zomer. Wij vragen u om te kijken naar een slimme inzet Het afstemmen van het aanbod op de mobiliteitsbehoeften van (recreatieve) reizigersen en de inzet van materieel valt binnen enerzijds de ontwikelvrijheid en anderzijds binnen van materieel, bijvoorbeeld door het materieel voor schoolvervoer in de zomervakantie in de eigen bedrijfsvoering van de Concessiehouder. te zetten voor het vervoer naar attracties en andere vormen van seizoensgebonden vraag De Concessiehouder werkt bij de (door)ontwikkeling van het Openbaar Vervoer behorend tot de Concessie IJssel-Vecht intensief samen met de Concessieverleners, gemeenten (waaronder in geval van uitlopers ook de betrokken gemeenten in aangrenzende concessiegebieden), Consumentenorganisaties, concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten Gemeente Apeldoorn 3 nvt Andere Mobiliteit Wij hebben zorgen over de relatie tussen de concessie en Andere Mobiliteit. Enerzijds betreft dit de ruimte die aanbieders van Andere Mobiliteit krijgen om concepten uit te rollen. Wij pleiten ervoor dat wordt vastgelegd dat deze partijen ook een vorm van openbaar vervoer mogen aanbieden op het moment dat de concessiehouder afstand heeft gedaan van een C-verbinding. Wij vrezen dat anders de opties voor Andere Mobiliteit zeer beperkt worden. De afstemming tussen OV en andere vormen van mobiliteit is ons inziens voldoende geborgd in artikel Bovendien is als eis opgenomen dat de Concessiehouder gegevens in de vorm van open data beschikbaar moet stellen aan onder andere aanbieders van andere mobiliteitsdiensten zodat ook zij reisinformatie over de keten kunnen aanbieden. Bij de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit zullen gemeenten en regio's ook een grote rol vervullen en kunnen zij ook initiatieven hiertoe nemen. Het aanbieden van openbaar vervoer blijft vanwege het alleenrecht dat met de concessie wordt geregeld, voorbehouden aan de Concessiehouder Gemeente Apeldoorn 3 nvt Daarnaast vragen wij aandacht voor de samenhang tussen openbaar vervoer in de concessie en Andere Mobiliteit. OV en Andere Mobiliteit dienen voor de reiziger communicerende vaten te zijn. Wij ondersteunen de ontwikkeling van MaaS-concepten, maar vinden ook dat de reiziger zo goed mogelijk gefaciliteerd moet worden zolang MaaS nog niet volledig functioneert. Dit betekent wat ons betreft dat er aandacht moet zijn voor informatievoorziening over Andere Mobiliteit in/bij OV locaties en het faciliteren van een goede overstap van OV naar Andere Mobiliteit en vice versa. We denken graag met u mee over de inzet van slimme mobiliteit en andere innovaties. De afstemming tussen OV en andere vrmen van mobiliteit is geborgd in artikel Bovendien is als eis opgenomen dat de Concessiehouder gegevens in de vorm van open data beschikbaar moet stellen aan onder andere aanbieders van andere mobiliteitsdiensten zodat ook zij reisinformatie over de keten kunnen aanbieden. Bij de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit zullen gemeenten en regio's ook een grote rol vervullen en kunnen zij ook initiatieven hiertoe nemen Gemeente Apeldoorn 3 nvt Knooppunten zijn wat ons betreft in het PvE onderbelicht. Wij wijzen u op het belang van multimodale knooppunten voor het ontwikkelen van een integraal vervoersnetwerk. De Cleantech Regio voert momenteel een haalbaarheidsonderzoek uit naar zogenaamde Mobipunten, gefinancierd vanuit uw bijdrage voor basismobiliteit. De knooppunten uit bijlage 10 zijn vanuit de huidige concessie opgenomen als zijnde punten waar overstap relaties zijn tussen diverse vormen van openbaar vervoer. Onder is opgenomen dat gedurende de looptijd van de concessie er, afhankelijk van ontwikkelingen, knooppunten kunnen bijkomen of kunnen vervallen. uiteraard zijn hierbij meerdere partijen betrokken Gemeente Apeldoorn 3 nvt Zoals bij u bekend zal zijn speelt er in onze regio momenteel een discussie over hoe verder te gaan met PlusOV. Op dit moment onderzoeken wij hoe dit verder moet. Buiten kijf staat dat wij een blijvend goed aanbod willen bieden voor vraagafhankelijk vervoer en dat wij oog willen houden voor kwetsbare groepen. Wij zijn er voorstander van om slimme combinaties te maken en de mobiliteitsvraag integraal te beschouwen. Wij spreken hierover nader met u in het kader van Andere Mobiliteit. In het PvE wordt er vanuit gegaan dat bij de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit gemeenten en regio's ook een grote rol vervullen en zij ook initiatieven hiertoe kunnen nemen. 35

46 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Gemeente Apeldoorn 3 nvt Wij onderstrepen nogmaals het belang van fasering. Er is tijd nodig om reizigers en politiek mee te nemen in de transitieopgave waar we met elkaar voor staan en om uit te vinden welk mobiliteitsaanbod (beter) past bij de vraag van onze inwoners. Communicatie en participatie zijn hierbij van groot belang. Enerzijds zegt u in het PVE dat u de regie heeft over het al dan niet omvormen van C- lijnen tot Andere Mobiliteit. Anderzijds schrijft u in het PVE het volgende: De eisen die de Concessieverleners aan C-lijnen stellen, zijn beperkt. Alleen voor Buurtbuslijnen en scholierenlijnen geldt een verplichting om deze Lijnen in ieder geval in het eerste jaar van de Concessie aan te bieden. Dit wekt de suggestie dat de vervoerder geen verplichting heeft de C-lijn aan te bieden of dat deze snel kunnen verdwijnen. Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Dit is voor ons onacceptabel zolang er geen passend alternatief is dat kan rekenen op draagvlak en haalbaar is. Wij vragen uw aandacht voor de zorgvuldige overgang van de huidige situatie naar de nieuwe situatie. Daarbij moeten wij met elkaar bepalen of en welk alternatief passend is, alvorens verbindingen worden opgeheven. Dit om te voorkomen dat het OV-systeem verschraalt in plaats van beter wordt. Verschraling is voor ons onaanvaardbaar; innovatie ten behoeve van verbeteringen en versterking is juist een uitdagende opgave. Met de genoemde percentages in tabel 3.2 werd voor de bieding 90% van het verplichte aanbod verdeeld over onder andere de drie categorien vastgelegd. Voor 10% heeft de Concessiehouder in zijn bieding vrijheid om deze te verdelen. De tabel is gecorrigeerd en verplaatst naar de Aanbestedingsleidraad. De verplichting om buurtbuslijnen en scholierenlijnen het eerste jaar aan te bieden is slechts bedoeld om te voorkomen dat deze in de biedingen niet worden aangeboden. Het is geen vrijbrief om deze vervolgens op te heffen, integendeel zelfs. Het zijn min of meer al maatwerk oplossingen die in een duidelijke mobiliteitsbehoefte voorzien en in de meeste gevallen ook gedurende de looptijd van de concessie gehandhaafd zullen blijven indien er een mobiliteitsbehoefte blijft bestaan. De doorontwikeling van lijnen in de C-categorie zal altijd gebeuren in overleg met de Concessieverleners, gemeenten en andere stakeholders. Bij de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit zullen gemeenten en regio's zeker een grote rol vervullen en kunnen zij ook initiatieven hiertoe nemen. De verwachting is niet dat gedurende de looptijd van de concessie alle C-lijnen gaan verdwijnen Gemeente Dronten Aan deze zin zouden wij graag de volgende tekst toegevoegd zien: 'in overleg met de betrokken gemeente(n) Gemeente Dronten 3 nvt Overige C-lijnen In het PvE is hierover al het volgende opgenomen in 3.3: Bij een besluit over een eventuele transitie naar Andere Mobiliteitsdiensten zullen de belangen van en samenwerking met Stakeholders nadrukkelijk worden meegewogen. De doorontwikeling van het netwerk zal altijd gebeuren in overleg met de Voor Dronten zijn er naast de stadsdienst nog de volgende twee streeklijnen 143 (Kampen- Concessieverleners, gemeenten en andere stakeholders. Op de wijze waarop de Dronten) en 163 (Lelystad-Dronten) als C-lijn aangeduid. Voor deze lijnen geldt ook dat toekomstige Concessiehouder deze samenwerking vorm geeft, moet hij in zijn bieding een wijzigingen van inzet en/of routes het college van B&W graag betrokken wordt. Ter voorstel doen. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het aanvullingen willen wij u meegeven dat er kansen liggen om te onderzoeken naar Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. buurtbusverenigingen en een extra haltevoorziening Strandgaperweg. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen Gemeente Dronten 3 nvt Onderzoek naar buurtbusverbindingen Andere mobiliteitsalternatieven die het onderzoeken waard zijn is: om te kijken naar een buurtbusverbinding tussen Dronten-Elburg en Dronten-Ketelhaven. Over de verbinding tusen Dronten-Elburg heeft vorig jaar zomer ook bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen de verantwoordelijke wethouders. De doorontwikeling van het netwerk zal altijd gebeuren in overleg met de Concessieverleners, gemeenten en andere stakeholders. Op de wijze waarop de toekomstige Concessiehouder deze samenwerking vorm geeft, moet hij in zijn bieding een voorstel doen. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen Gemeente Dronten 3 nvt Mogelijke haltelocatie aan de Strandgaperweg Haltelocatie aan de Strandgaperweg zodat deze dichter bij locaties als Flevonice/Dorhoutmees komt te liggen. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen. 36

47 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Dronten 3 nvt Ten tweede willen wij uw reactie op de vraag waarom de stadsdienst Dronten in categorie Mede op basis van uw reactie is besloten de stadsdienst Dronten toe te voegen aan C is ingedeeld vastleggen met uw beantwoording dat beleidsmatig de stadsdienst Dronten categorie B. is gekwalificeerd in categorie B. Ons inziens moet de stadsdienst altijd blijven rijden om aan een bepaalde openbaarvervoervoorziening te blijven voldoen. Alle halte voorzieningen zijn eind 2018 allemaal haltetoegankelijk. Daarnaast hebben wij de wens doorgegeven voor uitbreiding van haltevoorzieningen in het gebied Dronten-West. In dit gebied gaat de woningbouw gestaag en komen er vragen naar haltevoorzieningen. Daarnaast blijft het van belang om de aansluiting met de trein goed te houden Gemeente Hardenberg 3 nvt Naast de indeling in A-, B- en C-lijnen wordt er ook gesproken over HOV lijnen. Het college is benieuwd waar de prikkel voor de inschrijvers zit om tot een HOV lijn te komen. En welke kansen zijn er als een deel van een lijn HOV waardig is en een deel niet. Het ligt binnen de ontwikkelvrijheid van de Concessiehouder om te kijken welke lijnen uit de categorie A of B hij wil ontwikkelen tot HOV lijnen. Indien hij besluit tot ontwikkelng van HOV lijnen, gelden hier conform PvE aanvullende eisen voor Gemeente Hardenberg 3 nvt Innovatie concessiehouder De door u aangegeven suggesties vallen binnen de ontwikkelvrijheid van de Naast de ontwikkelruimte die de inschrijver geboden wordt voor de bestaande lijnen is de Concessiehouder. vraag in hoeverre de inschrijvers innovatief mogen zijn. Mag een inschrijver met voorstellen komen tot een nieuwe corridor? Denk hierbij aan een niet bestaande verbinding tussen een kern en overig openbaar vervoermogelijkheden zoals de trein. Of naar een overstappunt van lijndiensten. Ook zien we graag dat de inschrijver inventief kan en mag zijn met betrekking tot bereikbaarheid van kleine(re) Kernen of een voorstel kan doen naar stadsvervoer van en naar woonwijken en voorzieningen Gemeente Hardenberg 3 nvt Doordat er buslijnen door meerdere concessiegebieden lopen zijn er een aantal onzekere factoren. De nieuwe concessiehouder kan zoals gezegd voor B- en C-lijnen aanpassingen voorstellen een jaar na het ingaan van de concessie. De doorontwikeling van het netwerk zal altijd gebeuren in overleg met de Concessieverleners, gemeenten en andere stakeholders. Op de wijze waarop de toekomstige Concessiehouder deze samenwerking vorm geeft, moet hij in zijn bieding een Ondanks dat de inschrijvers de mogelijkheid gegeven worden de routes anders in te vullen voorstel doen. Verder is het zo dat wijzigingen worden beschreven in een vervoerplan dat met als uitgangspunt het beter aansluiten op vervoerbehoeftes (B lijnen) en gevraagd altijd door de Concessieverlener vastgesteld dient te worden. worden welke C lijnen men nog meer aanbied dan wel doorontwikkeld zou het anders invullen ook kunnen betekenen dat de concessiehouder lijnen wil afwaarderen of opheffen. Vanuit de gemeente Hardenberg wordt de Provincie met klem gevraagd deze risico s zoveel mogelijk te beperken in de uitvraag naar de inschrijvers Gemeente Hardenberg 3 nvt Overigens geldt deze zorg ook andersom; bij een nieuwe concessie in aangrenzende gebieden moet ook voorkomen worden dan deze concessiehouders kunnen besluiten buslijnen te downgraden of op te heffen die doorlopen in de concessie in ons gebied. In principe is dit risico aanwezig. Het wordt beperkt doordat er in de concessie IJssel- Vecht, en meestal ook in aangrenzende concessies, is opgenomen dat er in die gevallen overleg plaatsvind tussen beide Concessiehouders en Concessieverleners Gemeente Hardenberg 3 nvt Aangrenzende concessieverleners Het college mist in het betrekken van aangrenzende concessieverleners de concessie Uw constatering is juist. Lijn 80 Almelo -Hardenberg behoort nu tot de concessie Twente en na aanbesteding Berkel-Dinkel tot deze concessie. De lijn is in bijlage 2 opgenomen als Twente. Lijn 80, van Almelo naar Hardenberg, is een belangrijke grensoverschrijdende lijn. te gedogen lijn concessie Twente (of na aanbesteding Berkel-Dinkel). Deze wordt niet in het PvE genoemd. Graag ziet het college deze opgenomen in het PvE Gemeente Harderwijk 3 nvt Belangrijk uitgangspunt voor de eisen aan het toekomstige OV-netwerk is de verdeling van de busverbindingen in drie categorieën: A-, B-, en C-buslijnen. ( ) Voor Harderwijk/Hierden zijn opgenomen in categorie A: Harderwijk-Dronten (147) en Harderwijk-Lelystad (148). In categorie B zijn opgenomen: Harderwijk-Zeewolde (144), Nijkerk-Zeewolde-Harderwijk (142), Harderwijk-Amersfoort Schothorst (101), Harderwijk-Apeldoorn (104), Harderwijk- Nunspeet (111), Harderwijk-Wittenberg (112) en Harderwijk-Barneveld (205). In categorie C zijn tenslotte opgenomen Stadsdienst Harderwijk (1), buurtbus Harderwijk-Ermelo (513) en de scholierenlijnen (620 en 674). Wij bedanken u voor uw opmerking Gemeente Harderwijk 3 nvt Een andere hoofdopgave voor het openbaar vervoer is het verbeteren van de bereikbaarheid. Goede aansluitingen op onder andere aankomende en vertrekkende treinen zijn hierbij van groot belang. In dat kader vragen wij aandacht voor de nieuwe NSdienstregeling. Openbaar busvervoer dient te worden afgestemd op eventuele frequentieverhoging van treinen op de corridor Amersfoort-Zwolle. In 3.4.1b wordt Inschrijvers gevraag op welke wijze zij vanuit de concessie IJssel-Vecht aansluitingen op het hoofdrailnet en regionale treindiensten gaan realiseren. 37

48 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Harderwijk 3 nvt Het is goed dat de vervoerder in de nieuwe concessie de ruimte krijgt om het vervoeraanbod af te stemmen op de vervoervraag van de reiziger. Vraaggericht openbaar vervoer, dus maatwerk en flexibel vervoer, is wat ons aanspreekt. Belangrijk is dat stakeholders, zoals gemeenten, hier nauw bij betrokken worden. Bij de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit zullen gemeenten en regio's zeker een grote rol vervullen en kunnen zij ook initiatieven hiertoe nemen Gemeente Harderwijk 3 nvt Harderwijk-Apeldoorn is een belangrijke schakel (lijn) in de huidige en toekomstige verbinding Arnhem-Apeldoorn-Harderwijk-Lelystad (Airport). Momenteel is deze lijn 104 (categorie B) voor de reiziger niet aantrekkelijk vanwege de langere reistijd als gevolg van de omzwervingen via de vele tussenliggende dorpen. Een directe en snelle lijn tussen Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Apeldoorn en Harderwijk zal een goed alternatief moeten zijn voor de vele automobilisten Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra die dagelijks heen en weer rijden tussen deze twee plaatsen. Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen Gemeente Harderwijk 3 nvt De stadsdienst van Harderwijk (categorie C) is van groot belang voor de mobiliteit van vele inwoners van onze gemeente. Flexibel vervoer, maatwerk voor vervoerder en reizigers, is hier een mogelijkheid om de dienstverlening te verbeteren. Wij denken hier graag met de concessiehouder en de vervoerder over mee. Bij de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit zullen gemeenten en regio's zeker een grote rol vervullen en kunnen zij ook initiatieven hiertoe nemen Gemeente Harderwijk 3 nvt Snel en frequent openbaar vervoer van en naar het regionale bedrijventerrein Lorentz in Harderwijk, al dan niet aangevuld met deelfietsen, kan de verkeersdrukte op de A28 en N302 ontlasten. Dit sluit aan bij de hoofdopgave kansen in de regio benutten. Wij vragen aandacht voor het aanbieden en stimuleren van goed openbaar vervoer in de ochtend- en avondspits als alternatief voor het autogebruik. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen Gemeente Kampen 3 nvt Graag zien wij beschreven hoe reizigers (met name in de kleinere Kernen) hun zekerheid behouden, als lijnen verdwijnen en niet duidelijk is of en welk alternatief zij kunnen verwachten. We zien graag opgenomen dat de concessiehouder in de aanbieding omschrijft hoe hier mee om te gaan en hoe daar hun verantwoordelijkheid in te nemen. De doorontwikeling van het netwerk zal altijd gebeuren in overleg met de Concessieverleners, gemeenten en andere stakeholders. Op de wijze waarop de toekomstige Concessiehouder deze samenwerking vorm geeft, moet hij in zijn bieding een voorstel doen. Specifiek bij de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit hebben gemeenten en regio's een grote rol en kunnen zij ook initiatieven hiertoe nemen Gemeente Kampen 3 nvt In het PvE is niets opgenomen over investeringen die gedaan zijn of (moeten) worden gedaan in relatie tot het saneren van C lijnen. Graag ontvangen wij een reactie van u hoe voorkomen wordt dat de gemeente een desinvestering doet. De doorontwikeling van het netwerk zal altijd gebeuren in overleg met de Concessieverleners, gemeenten en andere stakeholders. Bij het vervallen van lijnen is de Concessiehouder verantwoordelijk voor het verwijderen van de haltepaal. De overige haltevoorzieningen zijn een verantwoordelijkheid van de wegbeheerder Gemeente Kampen 3 nvt DRU De vervoerder moet een zinvolle DRU-besteding (dienstregelinguur, eenheid waarin de tijd gemeten wordt waarin een vervoerproduct open staat voor het vervoeren van Reizigers zoals gepubliceerd in de Dienstregeling) voorstellen. 3.1 Voorkomen moet worden dat de ene gemeente wel bussen heeft rijden op werkdagen tot s-avonds laat en in de weekenden, terwijl een andere gemeente met een veel meer beperkte dienstregeling moet stellen. Graag zien we in het PvE als eis worden opgenomen dat DRU s evenredig verdeeld worden over de gemeenten. Per gemeente is de vervoervraag verschillend. Omdat we willen aansluiten op de vervoervraag, zal het vervoeraanbod eveneens verschillend zijn. Daarom wordt in het PvE geen eis opgenomen dat DRU's evenredig over de gemeenten verdeeld moeten worden. 38

49 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Lelystad Opbouw OV-netwerk: In deze paragraaf staan de buslijnen uit de concessie Lelystad in bijlage 7 benoemd als gedurende de looptijd van de concessie IJssel-Vecht aan de De Inschrijvers moeten in de kostprijsberekening voor hun Inschrijving rekening houden met de exploitatie van de complete concessie, dus inclusief het stadsvervoer In Lelystad. concessie toe te voegen. Hierbij staat ook verwoord dat van de Concessiehouder verwacht De exploitatiebijdrage per dienstregelinguur ligt dus vanaf het moment van Inschrijving wordt dat de Concessiehouder te zijner tijd in het Vervoerplan een voorstel opneemt voor vast. Het exacte vervoeraanbod voor Lelystad mag de winnende vervoerder bepalen op deze lijnen. Deze bepaling achten wij onverstandig: als de Concessie verleend is, heeft de Concessiehouder geen prikkel meer om een goed bod voor het vervoer in Lelystad aan te bieden. Wij adviseren u (#6) daarom dringend deze bepaling te schrappen, en te bepalen dat inschrijvers in hun bod op de concessie IJssel-Vecht direct ook een inschrijving doen voor het vervoer in Lelystad, dat meebeoordeeld wordt als onderdeel van het totale het moment dat Lelystad daadwerkelijk onderdeel van de concessie wordt, omdat de termijn tussen het Indienen van de offerte (begin 2019) en de ingangsdatum van de nieuwe concessie in Lelystad (eind 2021 of bij verlenging zelfs pas eind 2023) erg lang is. In deze periode kunnen zich nog ontwikkelingen voordoen die relevant zijn voor het vervoerplan; we zien graag dat de Concessiehouder daarop inspeelt in zijn vervoerplan. vervoeraanbod. Zie ook advies # Gemeente Lelystad Bij een aanbesteding is het een uitdaging de juiste balans te vinden tussen vrijheid voor De diverse beleidsstukken van gemeenten worden als achtergrondinformatie aan de de inschrijvers en zekerheid voor de (potentiële) reizigers en wegbeheerders. Wij zijn van potentiele Inschrijvers beschikbaar gesteld. Bijlage 4 is alleen bedoeld om aan te geven mening dat de eisen aan de stadsdienst in het Ontwerp-PvE (bijlage 7) te laag gesteld zijn, welke (huidige) lijnen gedurende de looptijd van de concessie IJssel-Vecht instromen en de opgenomen categorisering van de lijnen in Lelystad geen recht doet aan de vanuit andere concessies. Uw advies wordt derhalve niet overgenomen. vervoerbehoefte en aan het uitgangspunt in het PvE dat A-lijnen sterke (economische) kernen met elkaar verbinden. Met in 2017 ruim 1,2 miljoen check-ins en ritten met wagenverkoopkaartjes op ruim dienstregelinguren (exclusief buurtbus), heeft de totale stadsdienst Lelystad gemiddeld 26 instappers per dienstregelinguur. Dat is meer dan sommige streeklijnen die u als A gecategoriseerd heeft. De sterkste lijnen zijn die naar Batavia Stad, De Landerijen, Lelystad-Haven en Zuiderzeewijk/Lelycentre. Onze visie gaat uit van: snelle, frequente verbindingen (categorie HOV en A) met ruime bedieningstijden voor de woon-, werk- en toeristische locaties met veel reizigers die verder van het station/ stadshart liggen, ontsluitende lijnen (categorie B) in de wijken dichterbij het station/ stadshart, die flexibel aansluiten bij de vervoerbehoeften van de reizigers daar (veel ouderen), en de mogelijkheid bieden tot oproepafhankelijk vervoer op tijden dat er weinig reizigers zijn, en een beperkt aantal maatwerklijnen (categorie C). Wij adviseren u (#7) bijlage 7 te vervangen door de nieuwe bijlage Perceel Lelystad bij deze brief. Hiermee wordt invulling gegeven aan ons bestuurlijk overleg met u van 27 augustus, waarin afgesproken is de Lelystadse visie als bijlage op te nemen, met ruimte voor actuele ontwikkelingen in het netwerk, en een minimum geëist voorzieningenniveau dat iets lager ligt dan het huidige aanbod. Het geëiste voorzieningenniveau in de bijlage inclusief de losse aanvullende eisen - vergt ca. 80% van de beschikbare dienstregelinguren (inclusief buurtbus). Er blijft bij overname van de Lelystadse vervoereisen dus voldoende vrijheid voor de vervoerder over; meer dan bij veel streeklijnen. Bij de dienstregelinguren baseren we ons overigens op de in de nieuwe delegatieuitvoeringsovereenkomst af te spreken verlenging van lijn 5 in Warande, de opwaardering van lijn 7 in relatie tot Gemeente Lelystad Minimumeisen, bedieningstijden en frequenties: met de vervanging van bijlage 7 door de bijlage van deze brief, ontstaat er onzes inziens een juiste balans tussen de minimale bedieningseisen en vrijheid voor de concessiehouder. Er blijft echter een risico bestaan dat vervoer uit Lelystad naar andere locaties verschoven wordt. Dit risico wordt vergroot door de mogelijkheid dat vervoerders liever goedkope dieselbussen inzetten, en dus minder vervoer inzetten op de onderdelen waar elektrisch vervoer vereist is (de stadsdiensten van Apeldoorn, Lelystad en Zwolle). Dit probleem is op te lossen door een minimumeis te stellen aan de hoeveelheid dienstregelinguren voor de stadsdienst(en). In uw brief van 23 mei geeft u de mogelijkheid te werken met een apart perceel. Wij hebben in onze brief van 4 juni (ons kenmerk: U ) aangegeven dat een apart perceel tegemoet komt aan een deel van onze bezwaren tegen het vervallen van de aparte concessie Lelystad. We adviseren u (#8) daarom dit aparte perceel Lelystad in het PvE op te nemen door Lelystad als extra gebied toe te voegen aan tabel 3.2 met minimaal dienstregelinguren (90% van verwacht aantal bij einde concessie Lelystad). In het bijzonder vragen wij uw aandacht voor de uitdrukkelijk door de raad uitgesproken wens om alle bestaande bushaltes in de wijken te behouden. Daarbij deze bushaltes op alle dagen van de week regelmatig aan te doen, conform de randvoon/zaarden als in de bijlage bij deze brief beschreven. De diverse beleidsstukken van gemeenten worden als achtergrondinformatie aan de potentiele Inschrijvers beschikbaar gesteld. Bijlage 4 is alleen bedoeld om aan te geven welke (huidige) lijnen gedurende de looptijd van de concessie IJssel-Vecht instromen vanuit andere concessies. Uw advies wordt derhalve niet overgenomen. Wij zien geen aanleiding om de stadsdienst Lelystad in een apart perceel onder te brengen. In onze ogen zijn er voldoende andere mogelijkheden om de kwaliteit en omvang van het Lelystadse vervoer te borgen binnen een grotere concessie. 39

50 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Lelystad Tabel 3.2 geldt volgens het PvE alleen voor het eerste concessiejaar. Er is geen garantie voor de verdeling over gebieden in toekomstige concessiejaren, terwijl er concessiedelen Met de genoemde percentages in tabel 3.2 werd voor de bieding 90% van het verplichte aanbod verdeeld over enerzijds de drie provincies en anderzijds over de drie categorien in- en uitstromen. Wij adviseren u (#9) daarom de apart uit te stromen concessiedelen als vastgelegd. Voor 10% heeft de Concessiehouder in zijn bieding vrijheid om deze te aparte percelen op te nemen, en te werken met een minimum aantal dienstregelinguren verdelen. Voor latere jaren kan hier in overleg met Concessieverleners, gemeenten en per perceel in plaats van percentages, waarbij deze minimumaantallen dienstregelinguren andere stakeholders in het kader van doorontwikkeling netwerk inderdaad van worden de gehele concessieduur blijven gelden. Dit geeft zowel de gemeenten/regio s als de concessiehouder meer zekerheid. afgeweken, maar dan zijn het de Concessieverleners die uiteindelijk het vervoerplan vaststellen. De tabel is gecorrigeerd en verplaatst naar de Aanbestedingsleidraad Gemeente Lelystad De werkwijze in het PvE om per perceel het minimum te baseren op 90% van het vervoeraanbod op het moment dat een perceel onderdeel wordt van de concessie, kan ook in deze opzet voortgezet worden. In uw brief van 23 mei verwacht u een Wij nemen uw advies niet over. In plaats daarvan hebben wij de volgende aanpassing gedaan. Tabel 3.2 maakt geen onderdeel meer uit van het PvE. In plaats daarvan worden in het Beschrijvend document eisen gesteld aan de verdeling van de aangeboden kostprijsstijging, en dus mogelijk daling van het vervoeraanbod. Om te voorkomen dat een dienstregelinguren over de concessiedelen. Daarbij wordt aan Inschrijvers gevraagd deze mogelijke daling alleen afgewenteld wordt op de gebieden die deel uit blijven maken van dienstregelinguren op een manier over de A-, B- en C-lijnen te verdelen die aansluit bij de de concessie, waaronder IJsselmond en Lelystad, adviseren wij u (#10) de bepaling op blz. vervoerbehoeften van Reizigers en recht doet aan het lokale of regionale belang van de 15 van het ontwerp-pve te schrappen dat voor de lijnen uit bijlage 6 het huidige aanbod huidige Lijnen, zonder dat dit in percentages per categorie lijnen is uitgedrukt als uitgangspunt geldt, en ook voor deze gebieden 90% van het bestaande vervoeraanbod als ondergrens te hanteren en apart op te nemen in tabel 3.2. We verwachten daarbij dat het risico van de korte afschrijvingstermijn van de gasbussen en Euro VI-bussen als er geen overnameregeling getroffen wordt - afgedekt wordt door Gelderland en Overijssel, en niet op de hele concessie rust Gemeente Lelystad Ontwikkelruimte concessiehouder: de genoemde kaartbeelden ontbreken in het PvE. Het De kaartbeelden ontbraken inderdaad nog en zijn in de definitieve versie toegevoegd. De is ons niet duidelijk welke routes voor de lijnen 140 en 148 opgenomen zijn. We adviseren routes die zijn weergegeven op de kaartbeelden waren de routes uit de dienstregeling u (#11) lijn 140 op te nemen via bedrijventerrein Oostervaart en het crematorium, opdat 2018, zoals de huidige vervoerders deze in hun systemen hadden staan ten tijde van het de bedrijven met ploegendiensten ook s avonds en op zon- en feestdagen bereikbaar zijn. opstellen van het ontwerp-pve. De streeklijnen kunnen een aantrekkelijke ontsluiting vormen voor de noordoostkant van Lelystad (Kustendreef en Oostranddreef). Een route van lijn 140 via de Edelhertweg, Swifterringweg en N711 is voor ons zeker bespreekbaar als dit leidt tot halfuurdiensten in plaats van uurdiensten in de dagdalperiode Gemeente Lelystad Lijn 148 telt vooral in de (scholieren)spitsen veel reizigers, maar in de daluren niet. Wij verwachten dat er een groeiende vervoerbehoefte zal ontstaan op de relatie Lelystad Airport (Businesspark) Harderwijk (e.v.). We adviseren u (#12) daarom voor lijn 148 alleen in de brede spitsen een snelle verbinding tussen station Lelystad en Harderwijk te verplichten die niet via Lelystad Airport rijdt, en verder de concessiehouder de vrijheid te bieden via Lelystad Airport (Businesspark) te rijden. Lijn 148 is ingedeeld in de A-categorie. Hiervoor zijn in het PvE eisen opgenomen waaraan de Inschrijver in zijn bieding moet voldoen. Gedurende de looptijd van de concessie kan in overleg met de Concessieverlener op lijnniveau van eisen uit het PvE worden afgeweken waarmee de door u aangegeven ontwikkelingen mogelijk gerealiseerd kunnen worden Gemeente Lelystad hier staat dat met uitzondering van de A-lijnen vraagafhankelijk vervoer geboden mag worden om aan de vervoerkundige eisen te voldoen. Tijdens de ambtelijke bijeenkomst van 11 september werd aangegeven dat de verplichte ritten volgens tabel 3.1 niet vraagafhankelijk geboden mogen worden Gemeente Lelystad Aansluitingen: We adviseren u (#13) in bijlage 12 Lelystad Airport Passengers Terminal als OV-knooppunt toe te voegen, aangezien deze in de OV-visie Flevoland als dusdanig aangewezen is. Deze locatie is kansrijk voor de verknoping van stads- en streeklijnen en (concessievrije) langeafstandsbuslijnen. In het PvE is opgenomen dat Concessiehouders op lijnen uit de B- en C-categorie vraagafhankelijk vervoer mag aanbieden. Alleen A-lijnen zijn uitgezonderd. Wij hebben dit OV-knooppunt toegevoegd. Lelystad Airport Passengers Terminal is toegevoegd als knooppunt Gemeente Lelystad bij de opsomming van de feestdagen ontbreken Koningsdag (dienst als op zaterdag toegestaan) en Bevrijdingsdag (dienstregeling als op zondag toegestaan tijdens landelijke officiële feestdagen). Daarnaast ontbreekt hier het gewoonterecht om op Oudjaarsavond na 20 uur met de diensten te stoppen. De tekst is aangepast. Artikel 3.9.3: De Concessiehouder mag op Tweede Paasdag, Bevrijdingsdag (indien dit een landelijke feestdag is), Hemelvaartsdag en de vrijdag daarna, Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag en met Oud en Nieuw een aangepaste Dienstregeling hanteren, bijvoorbeeld de Dienstregeling op zaterdag of zondag; dit onder de voorwaarde dat de aangepaste Dienstregeling voldoet aan de minimumeisen ten aanzien van bedieningstijden en frequenties, zoals opgenomen in tabel 3.1. Op Koningsdag is een dienst als op zaterdag toegestaan (zie tabel 3.1). Voor Oudjaarsavond kan de Concessiehouder besluiten de diensten na 20:00 uur te beëindigen Gemeente Lelystad 3 tabel 3.2 Tabel 3.2: percentages stemmen niet overeen met dienstregelinguren huidige concessies Tabel 3.2 bevatte inderdaad onjuiste informatie en ook is de informatie niet volledig. De tabel is gecorrigeerd en verplaatst naar de Aanbestedingsleidraad. 40

51 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Meppel 3 nvt Een aantal van de lijnen die binnen de betreffende concessie vallen rijden door onze gemeente en worden dus ook gebruikt door onze inwoners. Sterker nog, de openbaar vervoer bediening van Nijeveen vindt enkel plaats door lijnen die binnen deze concessie vallen. In het Ontwerp PvE maakt u onderscheid tussen verschillende categorieën lijnen: A, B en C. Concreet komt het voor onze gemeente op het volgende neer: Lijn 40 Meppel Zwolle (categorie B); Lijn 40 Meppel Steenwijk (niet bekend, vermoedelijk categorie C); Lijn 640 Meppel Zwolle (categorie C); Lijn 79 Blauwe Hand Nijeveen Meppel (categorie C); Buurtbus 592 Meppel IJhorst (categorie C). Ten aanzien van de betrokkenheid van gemeenten buiten de concesie bij doorontwikkeling van uitlopers vanuit de concessie IJssel-Vecht zal de tekst van worden aangepast De Concessiehouder werkt bij de (door)ontwikkeling van het Openbaar Vervoer behorend tot de Concessie IJssel-Vecht intensief samen met de Concessieverleners, gemeenten (waaronder in geval van uitlopers ook de betrokken gemeenten in aangrenzende concessiegebieden), Consumentenorganisaties, concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten Gemeente Meppel 3 nvt Voor zover duidelijk betreffen de lijnen die de gemeente Meppel bedienen lijnen uit In de categorisering is uitgegaan van hele lijnen. Concreet betekent dit dat de hele lijn categorie C (met uitzondering van lijn 40 Meppel-Zwolle). Voor wat betreft lijn 40 Meppel- Zwolle-Meppel-Steenwijk als één lijn is behandeld en ingedeeld in categorie B. Overigens Steenwijk is het Ontwerp PvE hier niet duidelijk over. Maar onze inschatting is dat ook dit een categorie C lijn betreft, gezien het feit dat deze lijn bij eerdere ingrepen al is hoeft een lijn of lijndeel niet aan de minimum frequentie eisen te voldoen indien de huidige frequentie lager is dan de minimumeis. teruggebracht naar een zogenaamde scholierenlijn Gemeente Meppel 3 nvt In het Ontwerp PvE geeft u aan dat de eisen die u aan C-lijnen stelt, beperkt zijn. Alleen voor buurtbuslijnen en scholierenlijnen geldt een verplichting om deze lijnen in ieder geval in het eerste jaar van de concessie aan te bieden. Daarnaast geeft u aan dat de concessiehouder volop mogelijkheden voor de doorontwikkeling van het aanbod aan C- lijnen krijgt. Maar dit biedt geen enkele garantie over het behoud van vervoer op de betreffende lijnen/gebieden. En daar wringt voor ons de schoen met name. Zoals het nu in het Ontwerp PvE is beschreven, is de kans aanwezig dat Nijeveen na jaar 1 in het geheel geen bediening door openbaar vervoer meer heeft! We beseffen dat het Ontwerp PvE ook andere opties biedt, maar we willen hierbij aangeven dat dit scenario voor ons in ieder geval niet bespreekbaar is. Op een eerder moment hebben we met een vertegenwoordiging van u al gesproken over een mogelijke uitbreiding van de functie van de lijn 79 voor Nijeveen. Dit ter compensatie van de reeds doorgevoerde bezuinigingen op lijn 40. Hiervan zien wij niet iets terug in het Ontwerp PvE. Met de genoemde percentages in tabel 3.2 wordt voor de bieding 90% van het verplichte aanbod verdeeld over enerzijds de drie provincies en anderzijds over de drie categorien vastgelegd. Voor 10% heeft de Concessiehouder in zijn bieding vrijheid om deze te verdelen. De tabel is gecorrigeerd en verplaatst naar de Aanbestedingsleidraad. De verplichting om buurtbuslijnen en scholierenlijnen het eerste jaar aan te bieden is slechts bedoeld om te voorkomen dat deze in de biedingen niet worden aangeboden. Het is geen vrijbrief om deze vervolgens op te heffen, integendeel zelfs. Het zijn min of meer al maatwerk oplossingen die in een duidelijke mobiliteitsbehoefte voorzien en in de meeste gevallen ook gedurende de looptijd van de concessie gehandhaafd zullen blijven indien er een mobiliteitsbehoefte blijft bestaan. De doorontwikeling van lijnen in de C categorie zal altijd gebeuren in overleg met de Concessieverleners, gemeenten en andere stakeholders Gemeente Noordoostpolder 3 nvt We onderkennen dat er lijnen zijn waar het vervoersaanbod niet meer aansluit op de De doorontwikeling van het netwerk zal altijd gebeuren in overleg met de vervoersvraag; de zogenaamde ontwikkellijnen of c-lijnen. In het concept PvE zijn dat voor Concessieverleners, gemeenten en andere stakeholders. Op de wijze waarop de ons de lijnen 77 (Lemmer) en 75, 76 (richting Marknesse). We erkennen dat hier een beter toekomstige Concessiehouder deze samenwerking vorm geeft, moet hij in zijn bieding een vervoersaanbod moet komen. Daar werken we graag aan mee. voorstel doen Gemeente Noordoostpolder 3 nvt Steek in op corridorniveau in plaats van op lijnniveau Het concept PvE gaat uit van het bestaande buslijnennetwerk. Dit is volgens ons te beperkend bij het zoeken naar optimalisatiemogelijkheden. Nu is het moment om met een schone lei te beginnen en alle beschikbare dienstregelingsuren op een corridor opnieuw tegen het licht te houden. Zo wenst gemeente Noordoostpolder een snellere verbinding met Lelystad en een betrouwbare aansluiting op de trein. Ook vanuit Urk is er de wens voor een directe verbinding naar Lelystad. Op de corridor naar Lelystad liggen optimalisatiemogelijkheden om aan de wensen van Noordoostpolder en Urk tegemoet te komen De categorisering van lijnen is onder andere gebaseerd op gegevens op lijnniveau, vandaar dat deze op lijnniveau is uitgevoerd. Dit betekent niet dat bij de doorontwikkelng van het netwerk niet naar corridorniveau gekeken kan worden. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen. 41

52 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Noordoostpolder 3 nvt Verbetervoorstellen voor het kernnet De afgelopen periode hebben wij in een ambtelijke werkgroep met de provincie Flevoland en de gemeente Urk de volgende verbetervoorstellen ingediend. De bijbehorende vervoerkundige onderbouwing hebben wij u deze zomer al toegezonden: - Versnellen verbinding Lelystad en betrouwbare overstap op trein; - Verbinden van scholierenlijn 641 met station Kampen-Zuid via de N50; - Verhogen frequentie van lijn 141 in de avonduren en weekend; Voor de aanbesteding wordt de nu geldende dienstregeling als uitgangspunt genomen. tussentjdse aanpassingen worden tijdens de implementatieperiode meegenomen. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen Gemeente Olst-Wijhe 3 nvt Op 10 september 2018 hebben wij uw brief met uw kenmerk ontvangen met het verzoek te reageren op het ontwerp programma van eisen met betrekking tot de aanbesteding OV-concessie IJsselvechL Wij kennen binnen onze gemeentegrenzen een viertal buslijnen; Lijn 161 (Zwolle-Deventer) Lijn 165 (Oeventer-Wesepe-Raalte) Lijn 563 buurtbus Wijhe-Raalte Lijn 516 buurtbus Olst-Heeten-Raalte Alle lijnen vallen binnen het concessiegebied IJsselvecht. Op de tekeningen missen wij de buslijn 165 Oeventer-Wesepe-Raalte Wel is deze lijn benoemd in de bijlagen van het programma van eisen. Wij hebben inmiddels begrepen dat deze lijn in de concessie IJsselvecht zal worden meegenomen Gemeente Olst-Wijhe 3 nvt Wij zijn verheugd te vernemen dat buslijn 161 behouden blijft waarmee in een deel van ons buitengebied de dorpen Boskamp, Olst, Oen Nul, Wijhe en Herxen voorzien blijven van openbaar vervoer Gemeente Ommen Het college wil benadrukken dat er voldoende aandacht en draagvlak vanuit de concessie moet zijn voor het openbaar vervoer aan de onderkant van de markt. Dit vervoer, zoals een buurtbus of andere vormen van openbaar vervoer c.q. initiatieven met en/of vanuit vrijwilligers levert een belangrijke bijdrage aan een goed werkend OV systeem in de gemeente Ommen Gemeente Ommen 3 nvt Naast de indeling in A-, B- en C-lijnen wordt er ook gesproken over HOV lijnen. Het college is benieuwd waar de prikkel voor de inschrijvers zit om tot een HOV lijn te komen. En welke kansen zijn er als een deel van een lijn HOV waardig is en een deel niet Gemeente Ommen 3 nvt Innovatie concessiehouder Naast de ontwikkelruimte die de inschrijver geboden wordt voor de bestaande lijnen is de vraag in hoeverre de inschrijvers innovatief mogen zijn. Mag een inschrijver met voorstellen komen tot een nieuwe corridor? Denk hierbij aan een niet bestaande verbinding tussen een kern en overig openbaar vervoermogelijkheden zoals de trein. Of naar een overstappunt van lijndiensten. Ook zien we graag dat de inschrijver inventief kan en mag zijn met betrekking tot bereikbaarheid van kleine(re) kernen of een voorstel kan doen naar stadsvervoer van en naar woonwijken en voorzieningen. Lijn 165 is toegevoegd aan het kaartbeeld. Wij bedanken u voor deze opmerking. Wij onderschrijven het belang van voldoende aandacht en draagvlak voor Buurtbussen en Andere Mobiliteitsdiensten. Dat is ook de reden dat we de rol van de Concessiehouder met betrekking tot deze vervoersvormen hebben beperkt tot hooguit een faciliterende rol. Dit vanuit de verwachting dat de Concessiehouder zijn aandacht met name zal richten op openbaar vervoersvormen waardoor Andere Mobiliteitsdiensten kunnen ondersneeuwen in het grotere geheel. Het ligt binnen de ontwikkelvrijheid van de Concessiehouder om te kijken welke lijnen uit de categorie A of B hij wil ontwikkelen tot HOV lijnen. Indien hij besluit tot ontwikkelng van HOV lijnen, gelden hier conform PvE aanvullende eisen voor. De door u aangegeven suggesties vallen binnen de ontwikkelvrijheid van de Concessiehouder Gemeente Ommen 3 nvt Doordat er buslijnen door meerdere concessiegebieden lopen zijn er een aantal onzekere factoren. De nieuwe concessiehouder kan zoals gezegd voor B en C lijnen aanpassingen voorstellen een jaar na het ingaan van de concessie. Ondanks dat de inschrijvers de mogelijkheid gegeven wordt de routes anders in te vullen met als uitgangspunt het beter aansluiten op vervoerbehoeftes (B lijnen) en gevraagd worden welke C lijnen men nog meer aanbiedt dan wel doorontwikkelt, zou het anders invullen ook kunnen betekenen dat de concessiehouder lijnen wil afwaarderen of opheffen. Vanuit de gemeente Ommen wordt de Provincie met klem gevraagd deze risico s te beperken in de uitvraag naar de inschrijvers. De doorontwikeling van het netwerk zal altijd gebeuren in overleg met de Concessieverleners, gemeenten en andere stakeholders. Op de wijze waarop de toekomstige Concessiehouder deze samenwerking vorm geeft, moet hij in zijn bieding een voorstel doen. Verder is het zo dat wijzigingen worden beschreven in een vervoerplan dat altijd door de Concessieverlener vastgesteld dient te worden. 42

53 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Raalte Ontwikkelingsruimte C-lijnen: Hier wordt vermeld dat de eisen aan de C-lijnen beperkt zijn en dat alleen voor buurtbuslijnen en scholierenlijnen een verplichting geldt om deze lijnen tenminste het eerste jaar van de concessie aan te bieden. Wij begrijpen dat er ruimte wordt geboden om de lijnen op te heffen als de C-lijnen onvoldoende renderen. Wij willen echter aantekenen dat de gemeente Raalte erg hecht aan het in stand houden van de buurtbuslijnen en de scholierenlijn. In de gemeente Raalte hebben we inmiddels 6 buurtbuslijnen waarvan de buurtbus 513 (Nijverdal - Raalte), buurtbus 517 (Deventer - Heeten) en 516 (Olst Heeten) zeer recent zijn ontwikkeld, mede ihkv de hereiking van het OV. De kans wordt geboden met de huidige formulering dat deze buurtbuslijnen worden geschrapt na 1 jaar terwijl er mogelijk onvoldoende is aangetoond dat deze lijnen een bestaansrecht hebben omdat ze vrij recent zijn geintroduceerd. Om te voorkomen dat we het kind met het badwater weggooien willen we graag een formulering die ruimte biedt C-lijnen te handhaven, ook na 1 jaar, van buurtbussen die nog in de opbouwende fase zitten. Uiteraard zien wij ook graag de buurtbussen 503 (Heino Zwolle), 590 (Deventer Nieuw Heeten) en 563 (Wijhe Raalte) gehandhaafd. Hier hebben we minder zorg omdat deze buurtbussen hun bestaansrecht hebben bewezen. De verplichting om buurtbuslijnen en scholierenlijnen het eerste jaar aan te bieden is slechts bedoeld om te voorkomen dat deze in de biedingen niet worden aangeboden. Het is geen vrijbrief om deze vervolgens op te heffen, integendeel zelfs. Het zijn min of meer al maatwerkoplossingen die in een duidelijke mobiliteitsbehoefte voorzien en in de meeste gevallen ook gedurende de looptijd van de concessie gehandhaafd zullen blijven indien er een mobiliteitsbehoefte blijft bestaan. De doorontwikeling van het netwerk zal altijd gebeuren in overleg met de Concessieverleners, gemeenten en andere stakeholders. Op de wijze waarop de toekomstige Concessiehouder deze samenwerking vorm geeft, moet hij in zijn bieding een voorstel doen Gemeente Staphorst 3 nvt Uitbreiding vervoersaanbod lijnnummer 40 (ma t/m vrij) In de huidige concessie rijdt de laatste bus (ma t/m vrij) vanaf de halte bij het gemeentehuis naar Meppel om uur en naar Zwolle om uur. Wij zien graag dat ook op latere tijdstippen er een busverbinding is naar Meppel en Zwolle. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen Gemeente Staphorst 3 nvt Uitbreiding vervoersaanbod lijnnummer 40 (za) In de huidige concessie rijdt de laatste bus op zaterdag vanaf de halte bij het gemeentehuis naar Meppel om uur en naar Zwolle om uur. Onze wens is uitbreiding van de dienstregeling zodat ook op latere tijdstippen naar Meppel en Zwolle kan worden gereisd. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen Gemeente Staphorst 3 nvt Aanpassing van route van lijnnummer 40 (in Staphorst) Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Zowel de nieuwbouwwijk de Slagen als het bedrijventerrein De Baarge wordt niet bediend Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden door buslijnnummer 40. Door de busroute te wijzigen is het mogelijk beide gebieden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren beter berekbaar te maken voor het openbaar vervoer. Wij stellen voor om de busroute als die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. volgt aan te passen: Bergerslag - Hoogeweg - Industrieweg - JC van Andelweg - Achthoevenweg - etc. Op deze wijze wordt ook het Medisch Centrum aangedaan. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen Gemeente Staphorst 3 nvt Verzoek voor het rijden van de snellere route tussen Staphorst en Zwolle Reizigers geven aan dat vanaf Staphorst de route naar de Lichtmis vrij lang duurt en minder comfortabel is. Wij streven naar een snelle busverbinding van Staphorst naar de Lichtmis/Zwolle en vice versa, over de A28. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen. 43

54 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Urk 3 nvt Huidige situatie Urk Het openbaar vervoer op Urk is al vele jaren ongewijzigd en bestaat uit de volgende buslijnen: - elk half uur naar Zwolle via Emmeloord en Kampen (lijn 141) - een uur naar Lelystad met een overstap op de carpoolplek A6 (lijn 149) - daarnaast nog de scholierenlijn naar Kampen (lijn 641) Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen. Lijn 141 zorgt voor een goede verbinding met Emmeloord en rijdt voldoende vaak. Wel geeft de route met de grote (gelede) bussen door de bebouwde kom zorgen over de verkeersveiligheid, s morgens zijn de bussen meer dan overvol door het grote aantal scholieren dat met deze lijn reist. Lijn 149 zorgt voor een verbinding tussen Urk en lijn 140 nabij afrit 13 op de A6. Deze verbinding wordt niet als prettig ervaren. Het eerste deel naar de carpoolplek met een klein busje en de overstap daar, midden in de polder, is weinig aantrekkelijk. Op zondag is er geen openbaar vervoer Gemeente Urk 3 nvt Zorgen De zorgen die al meerdere achtereenvolgende colleges van burgemeester en wethouders van Urk hebben zijn de verkeersveiligheid van de grote gelede bussen door het dorp, de slechte verbinding met de provinciehoofdstad en de overvolle bussen op lijn 141 als gevolg van het grote aantal scholieren. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen Gemeente Urk 3 nvt Zoals besproken in het overleg d.d. 26 maart jl. met gedeputeerde J. Lodders, wethouder A. Poppe van de gemeente Noordoostpolder en wethouder G. Post Jr. van de gemeente Urk zijn er op Urk een aantal wijzigingen in het openbaar vervoer op Urk noodzakelijk om Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren het openbaar vervoer weer aan te laten sluiten op de ontwikkelingen van Urk in afgelopen die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. decennia en in de toekomst. Deze opmerking zijn verwerkt in de onderstaande reactie. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen Gemeente Urk 3 nvt Reactie programma van eisen De gemeente Urk wil dan ook dat de volgende punten worden opgenomen in het Programma van Eisen aanbesteding OV-concessie IJssel-Vecht: - Voldoende capaciteit van de bussen in de huidige dienstregeling. - Een rechtstreekse verbinding tussen Urk en Lelystad. - Behoud van lijn 141 maar wel de lijnvoering concentreren, waardoor er geen grote bussen meer door de woonwijken van Urk rijden. Om deze lijnvoering mogelijk te maken, is door de gemeente Urk reeds ruimte voor een eindhalte gereserveerd. - Een kleinere bus voor de bedieningen van de huidige haltes op Urk Gemeente Urk 3 nvt Tenslotte dient in het programma van eisen een andere referentie dienstregeling voor het openbaar vervoer in de vakantieperioden op Urk opgenomen te worden. In het ontwerp programma van eisen wordt de zondagsdienstregeling als referentie genoemd, dit is echter geen juiste referentie omdat op Urk op zondagen nu geen bussen rijden. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen. In is opgenomen dat de Concessiehouder tijdens vakantieperioden een aangepaste dienstregeling mag rijden afgestemd op de dan geldende mobiliteitsbehoeften van reizigers. Onder is opgenomen dat de Concessiehouder tijdens feestadagen een aangepaste dienstregeling mag rijden. Hier zal als voorbeeld worden tussengevoegd 'als bijvoorbeeld op zaterdag of zondag'. In beide gevallen dient overigens nog steeds aan de minimumeisen uit tabel 3.1 te worden voldaan. Artikel 3.9.2: De Concessiehouder mag op Tweede Paasdag, Bevrijdingsdag (indien dit een landelijke feestdag is), Hemelvaartsdag en de vrijdag daarna, Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag en met Oud en Nieuw een aangepaste Dienstregeling hanteren, bijvoorbeeld de Dienstregeling op zaterdag of zondag; dit onder de voorwaarde dat de aangepaste Dienstregeling voldoet aan de minimumeisen ten aanzien van bedieningstijden en frequenties, zoals opgenomen in tabel 3.1. Op Koningsdag is een dienst als op zaterdag toegestaan (zie tabel 3.1). Voor Oudjaarsavond kan de Concessiehouder besluiten de diensten na 20:00 uur te beëindigen. 44

55 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Urk 3 nvt Huidig openbaar vervoer op Urk is ontoereikend Het openbaar vervoer op Urk is al vele jaren ongewijzigd en bestaat uit de volgende buslijnen: Lijn 141, elk half uur naar Zwolle via Emmeioord en Kampen - Lijn 149, elk uur een minibus naar de carpoolplek bij de A6 alwaar op lijn 140 naar Lelystad overgestapt kan worden Lijn 641, de scholierenlijn naar Kampen Lijn 141 zorgt voor een goede verbinding met Emmeioord en rijdt voldoende vaak. De route met de grote (gelede) bussen door de bebouwde kom geeft zorgen over de verkeersveiligheid. Daarnaast zijn 's morgens deze bussen te vol door het grote aantal scholieren dat met deze lijn reist. Lijn 149 zorgt voor een verbinding tussen Urk en lijn 140 nabij afrit 13 op de A6. De kwaliteit van deze verbinding past niet bij het belang en de potentie van deze verbinding. Het eerste deel naar de carpoolplek met een klein busje en de overstap bij de afrit van de A6 is weinig aantrekkelijk. Lijn 641 verzorgt de verbinding tussen Urk en de scholen op Kampen, 's Ochtens vertrekken iets voor 8:00 uur 5 touringcars van Urk naar Kampen, die gespreid over de middag de scholieren weer terug naar Urk brengen. Op zondag is er geen openbaar vervoer op Urk. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in de provincies. Vanwege zijn opbrengstverantwoordelijkheid kan de Concessiehouder daarbij zelf zijn afwegingen maken wat betreft de ontwikkelingen waarbij hij kansen ziet voor het Openbaar Vervoer. Ten behoeve van de aanbesteding stellen we daartoe informatie over ontwikkelingen, zoals in de gemeente Urk, via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar Gemeente Urk 3 nvt Wensen en ambitie van Urk Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van De wensen die al meerdere achtereenvolgende colleges van burgemeester en wethouders Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in de provincies. Vanwege zijn van Urk hebben is het verbeteren van de verkeersveiligheid, die door de grote gelede bussen door het dorp onder druk staat. Tevens wil Urk binnen afzienbare tijd een goede opbrengstverantwoordelijkheid kan de Concessiehouder daarbij zelf zijn afwegingen maken wat betreft de ontwikkelingen waarbij hij kansen ziet voor het Openbaar Vervoer. rechtstreekse verbinding met de provinciehoofdstad. Tenslotte moet het probleem van de Ten behoeve van de aanbesteding stellen we daartoe informatie over ontwikkelingen, overvolle bussen op lijn 141 als gevolg van het grote aantal scholieren op korte termijn opgelost worden. zoals in de gemeente Urk, via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar Gemeente Urk 3 nvt De gemeente Urk wil dan ook dat de volgende punten worden opgenomen in het Programma van Eisen aanbesteding OV-concessie IJssel-Vecht: - Voldoende capaciteit van de bussen in de huidige dienstregeling. Een rechtstreekse verbinding tussen Urk en Lelystad. Concentratie van lijn 141 op de gebiedsontsluitingswegen, waardoor er geen grote bussen meer door de woonwijken van Urk rijden. Om deze lijnvoering mogelijk te maken, is door de gemeente Urk reeds ruimte voor een eindhalte gereserveerd. Een kleinere bus voor de bedieningen van de huidige haltes op Urk. De Concessieverleners stellen geen eisen aan individuele lijnen. Dat past niet bij het functionele karakter van dit Programma van Eisen en de ontwikkelvrijheid voor de Concessiehouder. De vervoerder dient over de lijnvoering het overleg aan te gaan met onder meer de gemeenten Gemeente Urk 3 nvt Tenslotte dient in het programma van eisen een andere referentie dienstregeling voor het openbaar vervoer in de vakantieperioden op Urk opgenomen te worden. In het ontwerp programma van eisen wordt de zondagsdienstregeling als referentie genoemd, dit is echter geen juiste referentie omdat op Urk op zondagen geen bussen rijden. De Concessieverleners geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in de provincies. Vanwege zijn opbrengstverantwoordelijkheid kan de Concessiehouder daarbij zelf zijn afwegingen maken wat betreft de ontwikkelingen waarbij hij kansen ziet voor het Openbaar Vervoer. Ten behoeve van de aanbesteding stellen we daartoe informatie over ontwikkelingen, zoals in de gemeente Urk, via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar Gemeente Veenendaal 3 nvt Daarnaast hebben wij als gemeente Veenendaal nog volgende wensen: Een directe busverbinding tussen Veenendaal en Wageningen, waarbij ook de WURcampus wordt aangedaan. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is/wordt gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen. 45

56 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Veenendaal 3 nvt Buslijn 85 maakt nu zijn laatste rit om uur, ook in het weekend. Wij (wens van reizigers) zouden graag latere avondbediening willen, in ieder geval in het weekend. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen Gemeente Zwolle 3 nvt Aanbod Wij delen uw mening niet dat de eisen zoals gersteld in het PvE feitelijk leiden tot Mobiliteit is in transitie. Het O- PvE gaat uit van het behoud van huidige OV-lijnen. verschraling van het OV. De eisen uit het PvE bieden de Concessiehouder juist optimale Waarbij ontwikkelruimte is geformuleerd in eisen voor de A/B en C lijnen. ontwikkelruimte om het aanbod op de mobiliteitsbehoeften van reizigers af te stemmen. Om reden van flexibiliteit gebruikt u deze indeling in combinatie met minimale eisen t.a.v. Verder valt het sociale domein buiten de scope van deze aanbesteding. bediening. Feitelijk betekenen de eisen een verdere verschraling van het openbaar vervoer. In de toelichting is aangegeven dat reizigers op straat niets van de driedeling merken. Echter bestaat de kans dat een Zwolse Stadsbus straks minder rijdt, zodat reizigers dit wel degelijk merken. Dat staat voor de Gemeente Zwolle niet gelijk aan de Reiziger Centraal. Minder OV (lagere frequentie) leidt aantoonbaar tot vereenzaming, en staat in contrast met de ambitie voor een inclusieve stad. U verwacht hiermee dat de concessiehouder ruimte heeft voor vernieuwing en ontwikkeling. En dat dit OV netwerk aansluit bij de vervoersbehoeften Gemeente Zwolle 3 nvt Waarbij voor de A-lijnen (de sterke lijnen die een hoofdnetwerk vormen en economische kernen verbinden) de kaders strak zijn, en er geen ontwikkelruimte is behoudens aanpassing van ritfrequentie. De B-lijnen (in Zwolle betreft het alle stadslijnen) minimaal het 1e jaar gereden dienen te worden conform het huidige niveau. Maar na het 1e jaar de concessiehouder het aanbod/aanpassingen in de bediening van de corridors mag doen en anders mag invullen. Het is de gemeente Zwolle onbekend wat de concessieverlener en daarmee de concessiehouder verstaat onder corridors. En de concessiehouder C lijnen kan vervangen door andere mobiliteitsdiensten. En van de C-lijn wordt omschreven dat deze lijnen - niet optimaal aansluiten bij behoefte, - beleidsmatig minder belangrijke functie hebben; - op voorstel van de concessiehouder dan wel op verzoek van aan het OV netwerk kan worden toegevoegd. Deze indeling vormt het uitgangspunt voor de eerste vijf jaar. Daarna kunnen de concessieverleners, in het kader van een zogenaamde Midterm Review (in 2025) besluiten de indeling van de lijnen op basis van het Ontwikkelplan voor de tweede vijf jaar aan te passen. Mogelijk betekent dit alleen een aanpassing van bijvoorbeeld een A, naar een B- lijn. Of betreft het een volledige wijziging van een lijn (andere routevoering/ toevoeging) De gemeente Zwolle vraagt zich af wat zijn de criteria voor de afwegingen. En in hoeverre speelt de financiën, betrokkenheid en medewerking van de wegbeheerder hierin een rol spelen Gemeente Zwolle 3 nvt Verder is een minimum aantal hubs voorgeschreven binnen Zwolle, te weten Bergkloosterweg, Busstation en Katwolderplein/Centrum. Aanvullende hubs/verkenning hiernaar ontbreekt alsmede eisen t.a.v. deze hubs t.a.v. voorzieningen en locatie. De concessieverlener kan gedurende de concessie wel hubs toevoegen of laten vervallen. Dit oogt flexibel, maar in de praktijk weerbarstig. Voor realisatie van een nieuw hub zijn meer stakeholders dan alleen concessiehouder en concessieverlener noodzakelijk en is mede afhankelijk van beschikbare middelen Gemeente Zwolle 3 nvt Bij concessieverlening dient de inschrijver een vervoerkundige visie op de mobiliteit uitwerken op een aantal thema s/ onderdelen. Voor de gemeente Zwolle is het onduidelijk waar deze visie concreet aan moet voldoen, hoe hierop getoetst wordt en op welke manier dit bij de concessieverlening betrokken wordt. Ook spelen vragen zoals wie deze visie beoordeelt, wanneer de visie goed of juist niet goed is. B-lijnen zijn busverbindingen waarmee op dit moment zoveel mensen reizen dat de Concessieverleners verwachten dat deze busverbindingen gedurende de gehele looptijd van Concessie IJssel-Vecht in een substantiële vervoervraag zullen blijven voorzien. Voor de B-lijnen wordt het huidige Lijnennet als referentie voor het eerste jaar van de Concessie meegegeven. Dit betekent dat de Concessiehouder alle corridors die door één of meerdere B-lijnen bediend worden, moet blijven bedienen, maar dat hij het aanbod op deze corridors anders mag invullen om nog beter aan te kunnen sluiten bij de vervoerbehoeften van Reizigers. Met corridor wordt hierbij bedoeld een (langer) traject van A naar B. In het kader van de midterm review kan de indeling van lijnen in categorien worden aangepast, echter op basis van dezelfde criteria die nu bij de indeling zijn gehanteerd: op basis van provinciaal mobiliteitsbeleid en instappers per rit. De specifieke rol van de wegbeheerder is benoemd in hoofdstuk 4 en wordt ook uitgewerkt in het nog op te stellen convenant infrastructuur. De knooppunten uit bijlage 10 zijn vanuit de huidige concessie opgenomen als zijnde punten waar overstap relaties zijn tussen diverse vormen van openbaar vervoer. Onder is opgenomen dat gedurende de looptijd van de concessie er, afhankelijk van ontwikkelingen, knooppunten kunnen bijkomen of kunnen vervallen. uiteraard zijn hierbij meerdere partijen betrokken. In 3.4 zijn elementen benoemd waaraan in de vervoerkundige visie aandacht dient te worden besteed. Belangrijke toetsingskaders zijn de mate waarin de vervoerkundige visie van de Concessiehouder bijdraagt aan realisatie van de hoofdopgaven voor het openbaar vervoer en de doelstellingen van de concessie zoals verwoord in hoofdstuk Gemeente Zwolle 3 nvt Advies Dit pleit er weer voor om in gezamenlijkheid met de provincie en eerder benoemde stakeholders een visie uit te werken en te integreren in het programma ven Eisen. En de gemeenten en andere stakeholders actief bij de beoordeling van de visie van de concessiehouder te betrekken. Wij bedanken u voor uw opmerking. De visie van de provincie Overijssel (Koersdocument OV) vormde een belangrijk vertrekpunt voor de Nota van Uitgangspunten. De Concessieverleners zien daarom geen reden nu een nieuwe visie op te stellen. 46

57 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Zwolle 3 nvt Stadsdiensten De bereikbaarheid en ontsluiting van de wijken in Zwolle met het openbaar vervoer is voor de gemeente Zwolle een belangrijke randvoorwaarde voor het functioneren van de stad en participeren van bewoners aan de maatschappij. Wij pleiten voor openbaar vervoer niet alleen op de hoofdinfra, maar ook meer in de haarvaten van de wijken. Het gedurende de concessie zondermeer opheffen van stadsdienstlijnen in Zwolle past niet in onze visie voor het duurzaam bereikbaar en toegankelijk houden van de stad voor bewoners en bezoekers en de inclusieve maatschappij die wij voorstaan. Wanneer bestaande stadsdiensten dreigen te komen te vervallen is een alternatieve vorm van openbaar vervoer wat ons betreft het (minimale) uitgangspunt. De doorontwikeling van het netwerk zal altijd gebeuren in overleg met de Concessieverleners, gemeenten en andere stakeholders. Op de wijze waarop de toekomstige Concessiehouder deze samenwerking vorm geeft, moet hij in zijn bieding een voorstel doen. Specifiek bij de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit hebben gemeenten en regio's een grote rol en kunnen zij ook initiatieven hiertoe nemen. Wijzigingen in het netwerk worden beschreven in een vervoerplan dat altijd door de Concessieverlener vastgesteld dient te worden Gemeente Zwolle 3 nvt Minimumeisen bedieningstijden en frequenties Het O-PvE geeft aan dat gedurende de looptijd de concessieverlener jaarlijks kan De in tabel 3.1 weergegeven frequenties zijn minimumfrequenties. De Concessiehouder wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige besluiten de minimumeisen aan te passen, indien de vervoerbehoefte daarvoor aanleiding mobiliteitsbehoeften. In het geval van C lijnen kan bij een lage mobiliteitsbehoefte ook geeft. Dit impliceert dat de huidige ondergrens nog verder omlaag kan, wat voor de Gemeente Zwolle niet acceptabel is. Terwijl wij ook beseffen dat het huidige OV op momenten ook vooral lucht vervoert (in stille uurtjes). gekeken worden naar flexibele OV alternatieven of andere mobiliteitsvormen buiten de concessie. Specifiek bij de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit hebben gemeenten en regio's een grote rol en kunnen zij ook initiatieven Ten aanzien van de dienstregeling en frequentie is het van belang aan te sluiten bij de OVtijden hiertoe nemen. zoals vertrek- en aankomst van treinen. Teneinde een goede deur- tot deur bereikbaarheid te kunnen faciliteren en concurrerend te kunnen zijn t.o.v. de auto zoals verwoord in het regeerakkoord De genoemde minimumbedieningsfrequenties in de avonduren doen geen recht aan het mobiel houden van onze inwoners- en bezoekers. Zo zijn voor B-lijnen in de avond na uur, zaterdag en zondag geen minimum eisen gesteld. En voor C-lijnen in het geheel niet Gemeente Zwolle 3 nvt Voor specifiek scholierenlijnen is het gewenst dat de bediening wordt afgestemd op de schooltijden. Voor de stadslijnen en streeklijnen is minimaal bediening in het weekend, alle (koop)zondagen in Zwolle en in de avond gewenst voor de bereikbaarheid en ontsluiting van de stad als centrumfunctie van de regio. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Verder is op 1 oktober ambtelijk met het ministerie va n I&W en de provincie in het kader Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra van beter benutten spoor afgesproken dat specifiek ten aanzien van scholieren vervoer en Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken mogelijk ook bedrijfsvervoer een gezamenlijke studie gaan doen naar de ontwikkeling en om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen. potentie van deze stromen. Om te komen tot gezamenlijke visie, nieuwe oplossingen en mogelijke pilots. Wat weer invloed heeft op de gestelde eisen in het O-PvE. In het O-PvE is tevens is een vakantiedienstregeling opgenomen.. De gemeente Zwolle pleit voor zorgvuldige omgang gezien de regionale verschillen en vakantiespreiding Gemeente Zwolle 3 nvt Nieuwe wijken Binnen de looptijd van de komende concessie staat ook Zwolle niet stil. De planning is dat Zwolle tot 2040 groeit tot inwoners. Hiervoor zijn in de komende jaren circa woningen nodig. Om deze groei goed te kunnen opvangen is een van de uitgangspunten in de Omgevingsvisie Deel 1 het versterken van de stedelijkheid en een groter centrumgebied. Stadshagen wordt afgebouwd, maar mogelijk wordt ook nog gezocht naar nieuwe woningbouwlocaties. In het voorliggende O-PvE lijkt geen rekening te zijn gehouden met een mogelijke uitbreiding van buslijnen tijdens de looptijd van de concessie. Het openbaar vervoer is echter een middel om de groei van de automobiliteit te beteugelen, zie ook de doelstellingen van het regeerakkoord Advies: Geef bij de aanbesteding voldoende informatie over de ontwikkelingen en mobiliteitsopgave van de regio Zwolle. En daag ze uit om openbaar vervoer (multimodaal) door te ontwikkelen, te promoten en daarmee een waardig alternatief te vormen voor de auto. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen GroenLinks Frequentie B-lijnen: rijden s avonds en in het weekend niet. Dat is een erg beperkt aanbod. De in tabel 3.1 weergegeven frequenties zijn minimumfrequenties. De Concessiehouder wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige mobiliteitsbehoeften. Mede naar aanleiding van uw reactie is de tekst aangepast. Paragraaf 3.2: Daarnaast vragen de Concessieverleners aandacht voor een goed op de vervoerbehoeften van Reizigers afgestemd aanbod aan Stadslijnen in Apeldoorn, Lelystad en Zwolle. 47

58 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Provincie Utrecht 3 nvt Lijnkoppeling. Op dit moment is er een exploitatieve lijnkoppeling met de Syntus-Gelderland lijnen 5 (Ede Veenendaal De Klomp) en 85 (Ede Veenendaal NS Centrum) met de Syntus- Utrecht lijn 83 (Veenendaal De Klomp Veenendaal NS Centrum). De reden van deze lijnkoppeling is dat met de hiermee ontstane ringlijn rechtstreekse verbindingen zijn tussen alle wijken in Veenendaal en Ede en belangrijke bestemmingen in Ede zoals Station Ede NS, het Centrum en het Ziekenhuis en belangrijke bestemmingen in Veenendaal zoals Station Veenendaal De klomp NS, het Centrum en de stations Veenendaal-Centrum en Veenendaal-West. Vanuit de optimale OV-bediening van Food Valley vinden wij het van belang een dergelijke ringlijn te behouden. Wij verzoeken u om uw medewerking dit gerealiseerd te krijgen en hierover in het PvE een heldere formulering op te nemen waaruit blijkt dat het eens wens is van beide vervoerautoriteiten. Wij realiseren ons dat het lastig is om in het PvE de huidige lijn 5 en 85 voor te schrijven en deze gekoppeld te laten blijven aan onze Syntus-Utrecht lijn 83. Wij kunnen ons voorstellen dat u gedurende de implementatieperiode met beide vervoerders + beide vervoerautoriteiten de gewenste lijnkoppeling bespreekt hoe deze in stand te kunnen houden. Nadere afstemming hierover met ons is uiteraard mogelijk. De vervoerder wordt uitgedaagd om met slimme ideeën te komen. Tijdens de implementatie zullen wij overleg initieren tussen de Concessiehouder IJssel-Vecht en de Concessiehouder van de concessie Utrecht om te bezien of over genoemde lijnkoppelingen afspraken gemaakt kunnen worden Provincie Utrecht 3 nvt Categorieën van lijnen. Het valt ons op dat voor de lijnen in de B-categorie die ook de in provincie Utrecht rijden (lijn 101 en 102) een behoorlijke beperking in de bediening is toegestaan (vervallen avond, zaterdag en zondag) PSP' b Onder b staat dat de concessienemer moet aangeven hoe het vraagafhankelijk openbaar vervoer moet worden aangevraagd. Voor de PSP'92 is het belangrijk dat dit telefonisch en via een website kan. Het gebruik van app's is niet algemeen genoeg voor ons. Onder c wordt de kwestie rond de wijze van betaling benoemd: wij stellen dat het een onderdeel van het busnet is en dat de Dagkaart en de Abonnementen gewoon geldig dienen te zijn op deze lijnen PSP'92 3 nvt Voorstellen voor het lijnennet: 141 Kampen-Emmeloord-Urk: Wij zijn content met het behoud van het lijnnummer. Het is jammer dat het traject naar Zwolle is verdwenen, maar het lijnnummer 141 behoort langzamerhand tot het Flevolands cultureel erfgoed. Emmeloord-Emmeloord West: Wij zouden het toejuichen als de 72 naar West weer in ere wordt gebracht. In de stadsdienst Zwolle zouden wij een betere verbinding naar Herfte willen bepleiten. De 668 kan wellicht niet afdoende zijn. 171 Twello-Deventer: Hoort onderdeel te blijven van het vaste net. Gekoppeld aan lijn 15 Apeldoorn-Twello. Anders is er geen busverbinding meer tussen Apeldoorn en Deventer. Dit is van belang, omdat er ook al geen verbinding per bus meer is tussen Apeldoorn en Zutphen of Dieren en Zutphen. 105 Arnhem-Otterlo-Barneveld en 108 Apeldoorn-Otterlo-Ede zijn lijnen die in het kernnet horen. Deze horen een A-status te krijgen. Dit zijn belangrijke busverbindingen die ook in de avonduren en in het weekend moeten rijden. De in tabel 3.1 weergegven frequenties zijn minimumfrequenties. De Concessiehouder wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige mobiliteitsbehoeften. Wij bedanken u voor deze opmerking. De Concessieverleners geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op ontwikkelingen in de provincies. Vanwege zijn opbrengstverantwoordelijkheid kan de Concessiehouder daarbij zelf zijn afwegingen maken wat betreft de ontwikkelingen waarbij hij kansen ziet voor het Openbaar Vervoer. Ten behoeve van de aanbesteding stellen we daartoe informatie over ontwikkelingen, zoals in de gemeente Urk, via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar PvdA / 50-plus De Staten, gehoord de beraadslagingen, Deze motie is aangenomen. Verzoekt Gedeputeerde Staten om: 1. De bijlagen 5, 6 en 7 met de indeling naar A, B en C lijnen te actualiseren op basis van 2019 en deze op te nemen in het definitieve PvE; 2. Voor wat betreft de minimale frequentie voor B en C-lijnen in het startjaar van nieuwe concessie uit te gaan van de feitelijke frequentie en routering van de laatst geldende dienstregeling op het moment van aanbesteden; 3. Provinciale Staten minimaal jaarlijks te informeren over de op- en afwaarderingsplannen van de busverbindingen in de concessie IJssel-Vecht voor het volgende jaar. 48

59 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE PVV Wanneer mag een vervoeder overschakelen van een vaste naar flexibele lijn? De Concessieverleners houden regie op de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit, minimaal 90% van het huidige aanbod moet immers tijdens de aanbesteding geboden worden. En gedurende de looptijd van de concessie moeten vervoerplannen altijd goedgekeurd worden door de Concessieverlener Regio FoodValley U beschrijft de mogelijkheid om als concessieverlener tussentijds de minimumnormen voor de frequentie aan te passen. Een minimumnorm die aan verandering onderhevig is draagt niet bij aan de betrouwbaarheid. Waarom kiest de Provincie hiervoor terwijl de mogelijkheid bestaat om lijnen tussentijds naar een andere categorie over te doen? Bedoeld is dat de minimumeisen op lijnniveau aangepast kunnen worden indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. De tekst is aangepast. Paragraaf 3.2: Gedurende de looptijd van de Concessie kunnen de Concessieverleners in het kader van de vaststelling van het Vervoerplan besluiten om minimumeisen ten aanzien van bedieningstijden en frequenties op lijnniveau aan te passen wanneer gewijzigde vervoerbehoeften van Reizigers daar aanleiding toe geven Regio FoodValley U beschrijft de mogelijkheid voor de Concessiehouder om tijdens de vakanties van de De formulering zoals nu opgenomen in het PvE biedt de Concessiehouder flexibliteit om middelbare scholen een aangepaste Dienstregeling aan te bieden. Wij willen u erop wijzen tijdens genoemde vakantieperioden maatwerk te leveren. Indien blijkt dat er in deze dat dit in de praktijk vaak een versobering betekent, terwijl er in die periodes juist meer vraag is naar recreactievervoer. Wij vragen u om nadruk te leggen op deze kansen in het recreatief vervoer tijdens de vakantieperiodes in het PvE perioden veel recreatieve mobiliteitsbehoeften zijn, heeft de Concessiehouder de flexibiliteit om hierop in te spelen en het voorzieningenniveau ongewijzigd te laten of, waar gewenst, juist onderbouwt uit te breiden Regio FoodValley 3 nvt In het ontwerp-pve staat dat vervoerders vraagafhankelijk vervoer mogen aanbieden op B- In het PvE is opgenomen dat Concessiehouders op lijnen uit de B- en C-categorie lijnen op de tijden dat er een minimale frequentie is. Waarom is dit beperkt tot B-lijnen vraagafhankelijk vervoer mag aanbieden. Alleen A-lijnen zijn uitgezonderd. en wordt het niet mogelijk gemaakt om vraagafhankelijk vervoer te rijden op alle lijnen zolang aan de minimale frequentie wordt voldaan? Regio FoodValley 3 nvt Er ontbreekt een mogelijkheid om op een later moment een extra bus in te passen of aanpassingen te doen als gevolg van een schaalsprong. In tegenstelling tot wat u aangeeft, biedt het PvE ruime ontwikkelmogelijkheden aan de Concessiehouder om het aanbod gedurende de concessieperiode op de mobiliteitsbehoeften van reizigers te blijven afstemmen Regio FoodValley 3 tabel 3.1 De minimumeisen voor bedieningstijden en frequenties voor het HOV zijn laag. Gezien het De in tabel 3.1 weergegven frequenties zijn minimumfrequenties. De Concessiehouder verschil in deze lijnen geven wij u in overweging mee om per lijn de minimale frequentie te beschrijven. wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige mobiliteitsbehoeften. Dit geldt ook voor eventuele HOV lijnen ROCOV's Oost Men praat over sterke lijnen. Wat zijn dat? Bepaald door: frequentie, aantal passagiers? verbinding tussen steden? Het zou op zijn plaats zijn hier of in een bijlage aan te geven welke criteria precies gelden voor A-, B- en C-lijnen. Tevens om aan te geven wie bepaald, wanneer en welke lijn van de ene naar de andere categorie overgaat. De uitkomst van de indeling van lijnen per categorie is weinig consequent en lijkt niet op identieke wijze uitgevoerd (drukke lijnen soms A, maar ook B; stadslijnen in ene plaats allemaal B en in een andere plaats B en C). Scholierenlijnen idem. Is er in de hele concessie geen enkele stadslijn te vinden die tot A categorie behoort? Reizigers dienen binnen de concessie op gelijke wijze bediend te worden. A-lijnen kunnen beter gezien worden als vervoer corridors. Er zouden specifieke eisen aan deze corridors gesteld moeten worden. Veelal zouden ook B-lijnen aan deze corridors kunnen worden toegevoegd. Minimum frequenties voor de corridor kunnen dan hoger zijn dan de frequentie per lijn. Hierdoor kan een beter aanbod voor de reiziger ontstaan. Corridors: Zwolle Elburg Nunspeet, lijnen 100(B) en 200(A). Zwolle Apeldoorn, lijnen 201(A), 202(A), 203(A). Apeldoorn Arnhem, lijnen 91(B), 231(A), 293(B). Apeldoorn Dieren Arnhem, lijnen 43(A), 109(B). De A-lijnen blijven in principe tijdens de gehele looptijd van de Concessie IJssel- Vecht onderdeel van het OV-netwerk. Wat houdt 'in principe' precies in? In welk geval wordt hiervan afgeweken? De provincie wil A-lijnen versterken. Goede aansluiting op spoorlijnen is een belangrijke factor. De trein rijdt doorgaans minimaal twee maal per uur. De minimum frequentie voor een A-lijn zou ook (minimaal) twee maal per uur moeten zijn om een goede aansluiting op de trein te garanderen (en hoger als het aantal reizigers dat rechtvaardigt). Sterke lijnen zijn lijnen waarvan op basis van reizigersaantallen en beleid, verwacht wordt dat zij gedurende de gehele concessieperiode een belangrijke rol vervullen in het verbinden van (economische) kernen. De categorisering van lijnen is reeds uitvoerig besproken bij het opstellen van vaststellen van de Nota van Uitgangspunten. Wanneer meerdere lijnen gezamenlijk een corridor vormen, zal op deze delen een hogere busfrequentie zijn dan de minimale eisen voor de afzonderlijke lijnen. Dit geldt in het bijzonder wanneer de vervoervraag hier aanleiding toe geeft. 'In principe' houdt in dat deze lijn ook aan het einde van de concessie bestaat, mits er geen ontwikkelingen plaatsvinden die een verandering noodzakelijk maken. Dit kan bijvoorbeeld de sluiting van een belangrijke voorziening zijn. Niet voor alle A-lijnen is in de avonduren en in het weekend de vervoervraag voldoende om de bus 2 keer per uur te laten rijden. Ook enkele treindiensten rijden in de avonduren en in het weekend 1 keer per uur. Zoals blijkt uit 3.8 wordt de Concessiehouder gevraagd te zorgen voor een goede aansluiting op het Hoofdrailnet en regionale treinverbindingen. 49

60 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf ROCOV's Oost Hoe worden de concessienemers uitgedaagd het OV-aanbod te innoveren? Doordat de provincies zelf de lijnen al hebben ingedeeld in ABC wordt de vervoerders deels de mogelijkheid ontnomen met een innoverend nieuw lijnennet te komen. Blijven de lijnnummers zoals deze in de nieuwe concessies worden gehanteerd gelijk ten opzichte van de huidige concessies? Van de stadslijnen in Lelystad is het van belang dat deze 7 dagen in de week rijden. Dit gaat om de huidige lijnen 1, 2, 3 en 5. Ik kan begrijpen dat ze niet direct uitgevraagd worden op hun huidige frequentie. Maar een basisbediening van 1x per uur en in de spits 2x per uur mag best gevraagd worden. Een klassering in de categorie B is wat mij betreft te laag. Daarnaast gaat volgend jaar een nieuwe dienstregeling in Lelystad in waarbij de bussen in de spits en dal 4 per uur gaan rijden. Meer dus dan wat gevraagd wordt bij een A-lijn. Lijn 164 wordt als B lijn opgegeven, terwijl deze lijn nu maar 1x per dag rijdt van Swifterbant naar Lelystad, en niet terug. Dit lijkt een verschrijving. T.a.v. C-lijnen: Buurtbus en scholierenlijnen hebben andere normen dan de reguliere OV lijnen. Buurtbus heeft nu een minimum aantal reizigers van 400 per maand (Gelderland). Scholierenlijnen worden in overleg met desbetreffende school vastgesteld en volgt het aanbod en herkomst van de scholieren. Waarom geen S-categorie voor de scholierenlijnen vanwege de specifieke type uitvoering (ritten heen op de ochtend en terug in de middag) van deze lijnen? C-lijnen worden gezien als beleidsmatig minder belangrijk. Maar juist die lijnen kunnen voor reizigers héél belangrijk zijn. Zie het eerder geciteerde KIM rapport. Bewoners rond C-lijnen lijken door deze opmerking te worden gedegradeerd tot mensen van minder belang. Verzin een andere formulering. C-lijnen zijn mede de voedingsbron voor B- en A-lijnen. Voor B-lijnen, zoals de stadsdienst in Apeldoorn, wordt niet voorgeschreven om in het weekend te rijden. Vergroot dat niet het sociaal isolement? Zie de opmerking van de Noordelijke Rekenkamer: Bezuinigen op gewoon OV leidt tot meerkosten bij de regiotaxi. Voor de wandelende recreant is het van belang dat ook de haarvaten van het concessiegebied goed ontsloten kunnen worden en je vanaf iedere denkbare plek op een eenvoudige manier naar de gewenste bestemming gebracht kan worden. Daar moet binnen de concessie oplossing voor zijn en onderdeel van OV of slim en goed ontsloten aanvullend OV. De concessie verlener is in Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE ROCOV's Oost Er is een te groot verschil in de gestelde minimum prestaties en de huidige reële prestaties van vele buslijnen, met als risico dat die lijnen waar dit voor geldt, veel minder frequent dan nu het geval is, zullen rijden. Daar moeten of de minimaal in het PvE te leveren prestaties opgeschroefd worden of de concessiehouder moet in dit PvE concreter verleid worden tot meer ambities dan het minimaal gestelde. De minimum eisen zijn erg laag waardoor in de avond het OV grotendeels wegvalt. Voor de categorie C is zelfs geen minimum eis. Doorgaans bieden vervoerders in concurrentie meer dan de minimum eis. Daar kan echter niet vanuit worden gegaan. In het slechtste geval krijgt de reiziger in de avond en het weekend een marginaal (of geen) aanbod. In Apeldoorn worden hele wijken dan niet meer bediend. In plaats van opheffen van C-lijnen in de toekomst wordt sterk aanbevolen om het stadsnet van Apeldoorn te herontwerpen en op stille momenten voor bestemmingen waarvoor weinig vraag is een vraagafhankelijk product in te zetten (bv Nachtvlinder of Kolibrie). Dit is in volledig tegenspraak met de milieu doelstellingen en biedt juist voor de meest zwakke groep in de samenleving geen enkel perspectief. De laatste groep waardeert het OV hoog en neemt voor lief dat de reisduur soms wat lang is. Een concessiehouder die opbrengst verantwoordelijk is, zal zich zo snel mogelijk willen ontdoen van dunne lijnen. In dit PvE ontbreken minimale voorschriften voor dunne lijnen. Conclusie: Er zijn maar weinig lijnen voorgeschreven op weekenddagen. Wie op de Veluwe gaat wonen, moet de aanschaf van een auto overwegen. OV-Vangnet wordt in de meeste Gelderse regio s uitgevoerd door de aanbieder van doelgroepenvervoer. Geen enkele verwijzing hiernaar. De voorgestelde frequentie indeling is een prima manier om allerlei busdiensten op te heffen. HOV-lijnen en A-lijnen die in de toekomst een station aandoen dat in de toekomst een PHS-station wordt (de lijn Utrecht-Arnhem-Nijmegen komt daarvoor in aanmerking) dienen een 6 x per uur frequentie te hebben. Aansluitingen zijn zo belangrijk om OV aantrekkelijk te maken en te houden. Uitspraak van een vervoerkundige: in de stad moeten bussen om de 10 minuten rijden om aantrekkelijk te zijn. A-lijnen bij een station altijd laten aansluiten op de treindienst. Ook in de avond. Zo niet, dan maak ik per definitie geen gebruik meer van diensten in het weekeinde en de avond. B-lijnen. Een frequentie van 1 rit per uur is al waardeloos. ook in de avond en het Binnen de gestelde kaders in het Programma van Eisen heeft de Concessiehouder de ruimte om te innoveren met het OV-aanbod. Dit past bij de opbrengstverantwoordelijkheid van de Concessiehouder. In hoeverre lijnnummers wijzigen door de nieuwe concessie, is op voorhand niet te voorspellen. Wanneer de huidige dienstregeling een lagere frequentie kent dan het geëiste minimum in tabel 3.1, mag de Concessiehouder deze lagere frequentie bieden. Scholierenlijnen vervullen op enkele plekken ook een (beperkte) rol voor andere reizigers. Daarom is voor scholierenlijnen geen aparte categorie gedefinieerd. In overleg met scholen en andere stakeholders kunnen in deze lijnen wel wijzigingen worden doorgevoerd. Mede naar aanleiding van uw reactie over de frequentie van B-lijnen is de tekst in paragraaf 3.2 aangepast. In hoofdstuk 11.2 wordt ingegaan op de Reizigersinspraak. Wijzigingen in C-lijnen zullen onderdeel zijn van het vervoerplan en de ROCOV's zullen daarom om advies worden gevraagd. In het PvE wordt de vervoerder ons inziens voldoende gestimuleerd om ook C- lijnen door te ontwikkelen om deze (nog) beter op de mobiliteitsbehoeften van reizigers af te stemmen. Onder andere als onderdeel van zijn vervoerkundige visie en ontwikkelrol wordt hieriop ingegaan. Het is ook in het belang van de Concessiehouder om binnen de C- categorie zoveel mogelijk aanbod binnen de concessie te realiseren. De Concessieverleners houden regie op de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit, minimaal 90% van het huidige aanbod moet immers tijdens de aanbesteding geboden worden. En gedurende de looptijd van de concessie moeten vervoerplannen altijd goedgekeurd worden door de Concessieverlener. Terecht merkt u op dat aan lijnen uit de C-categorie geen minimumeisen worden gesteld, maar ook hiervoor geldt dat de Concessiehouder het aanbod op de mobiliteitsvraag dient af te stemmen. De in tabel 3.1 weergegeven frequenties zijn minimumfrequenties. De Concessiehouder wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige mobiliteitsbehoeften. In het geval van C lijnen kan bij een lage mobiliteitsbehoefte ook gekeken worden naar flexibele OV alternatieven of andere mobiliteitsvormen buiten de concessie. Paragraaf 3.2: Daarnaast vragen de Concessieverleners aandacht voor een goed op de vervoerbehoeften van Reizigers afgestemd aanbod aan Stadslijnen in Apeldoorn, Lelystad en Zwolle. 50

61 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf ROCOV's Oost Er ontbreekt in de tekst enige uitleg omtrent HOV lijnen. De minimumeisen betekenen op papier dat er op de dunne C-lijnen en in de avonden en weekends van de B-lijnen geen OV is! En wat worden nu de HOV-lijnen? Het is allemaal erg mistig. Wat mij betreft noemen we nog eens de basisdienstregeling zoals die is opgezet door het OV Bureau Groningen/Drenthe als voorbeeld nemen hoe het zou moeten! Dit zal toch de meest fundamentele kritiek moeten zijn! Uit tabel 3.2 haal ik dat de concessiehouder 25% van zijn aanbod in C-lijnen moet inzetten. Dat lijkt me erg lastig aangezien de C-lijnen geen minimumeisen heeft in tabel 3.1. Dus als eerste geschrapt zullen worden door de vervoerder. Tevens zijn de HOV-lijnen niet in tabel 3.2 opgenomen. Het lijkt me dat deze lijnen ook bij de verdeling van het aanbod bij start concessie horen. Voor de recreant zijn vaak vooral de B en C lijnen in het weekend van belang. En juist dan gaan te frequenties naar beneden of rijdt er helemaal geen OV. Hoe wordt dit opgelost? Door Andere Mobiliteit of regiotaxi. En binnen de concessie? In categorie A wordt de 141 Urk - Kampen benoemd; deze zou dan volgens de tabel ook op zondag gaan rijden. Betekent dit dat het hele traject straks in weekend (ook zondag) zal worden bediend? Lijnen 674 en 681 staan nu ook in het overzicht. Onduidelijk is of de vervoerder deze lijnen (weer) 'uit handen' mag geven of dat de vervoerder dit met eigen personeel en materieel moet uitvoeren. Waarom wordt 26% van het aanbod bij de start van de concessie al naar concessie IJsselmond verdeeld, terwijl deze bij de start nog geen onderdeel van de nieuwe concessie is (zie overgangsfasen)? Een ritgarantie van de laatste bus is erg fijn! Daarbij zou de reiziger gediend zijn als de laatste bus ook niet te vroeg mag rijden, en mocht dat toch gebeuren en de reiziger was op tijd op de halte dat er alternatief vervoer wordt aangeboden. Daarnaast moet de klantenservice ook bereikbaar zijn tot minstens een kwartier na de laatste bus. Zodat de vervoerder ook het vervangende vervoer kan regelen. Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Aan HOV-lijnen worden hogere minimumeisen gesteld dan aan andere lijncategorieën. Daarnaast wordt de Concessiehouder uitgedaagd HOV als productformule in de markt te zetten om zo meer reizigers te trekken. Het is aan de Concessiehouder te bepalen welke lijnen hij tot deze productformule laat behoren. Op basis van de kaders in het Programma van Eisen zal de Concessiehouder komen tot een optimale invulling van de C-lijnen, net als van de andere lijncategorieën. Wij geven de Concessiehouder de ruimte om binnen de kaders van het Programma van Eisen te kunnen inspelen op omstandigheden in specifieke gemeenten. Mede om die reden hebben wij aan gemeenten gevraagd om informatie over ontwikkelingen aan te leveren die via een informatieportaal aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar is/wordt gesteld. Vervoerders kunnen op basis van deze informatie bepalen waar en wanneer zij extra Openbaar Vervoer bovenop de minimumeisen aanbieden en deze informatie gebruiken om hun keuzes in het Vervoerplan te onderbouwen. De klantenservice (artikel ) dient van minimaal een half uur vóór tot een half uur ná de laatste rit telefonisch bereikbaar te zijn ROCOV's Oost Wanneer en hoe kan besloten worden dat een C-lijn wordt omgezet in Andere Mobiliteitsdienst? Antwoord op de vraag hierboven: Zodra de vervoerder merkt dat hij meer verdient met die bus op een A-lijn die veel gebruikt wordt is de C-lijn verdwenen. Uit de omschrijvingen blijkt dat de provincies van mening zijn dat de vervoerder een beter aanbod mag doen op voorwaarde dat die aansluit bij de vervoerswensen van de reiziger. Op zich positief. Maar: 1. Hoe komt de vervoerder nu aan de beantwoording van de vraag wat de vervoersbehoeften van de reiziger zijn? 2. Hoe wordt het nieuwe aanbod bekostigd? Door de DRU s van een wat minder goede lijn voor dit nieuwe aanbod te gebruiken? Ik mis in dit hele stuk hoe om te gaan met de vangnet constructie van de diverse opvolgers van de regiotaxi. Er staat niets over ontwikkelruimte van de HOV-lijnen. Kan ik hieruit opmaken dat deze lijnen volledig uitontwikkeld zijn? De Concessieverleners houden regie op de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit, minimaal 90% van het huidige aanbod moet immers tijdens de aanbesteding geboden worden. En gedurende de looptijd van de concessie moeten vervoerplannen altijd goedgekeurd worden door de Concessieverlener. De Concessiehouder kan door eigen onderzoek achterhalen wat de vervoerbehoeften van de reizigers zijn. De realisatie van nieuw aanbod zal binnen de beschikbaar gestelde exploitatiebijdrage moeten worden gerealiseerd, tenzij de Concessieverleners besluiten hiervoor extra middelen in te zetten. Aan HOV-lijnen worden hogere minimumeisen gesteld dan aan andere lijncategorieën. Daarnaast wordt de Concessiehouder uitgedaagd HOV als productformule in de markt te zetten en deze verder te ontwikkelen om zo meer reizigers te trekken ROCOV's Oost e Aansluiting van het OV op auto en fiets. Deelauto/deelfietsen of P+R en fietsenstallingen? Criteria waaraan HOV moet voldoen vergelijkbaar met A-lijnen? (alleen m.b.t. frequentie en bedieningstijden wordt duidelijkheid gegeven). Een vervoerkundige visie voor enkel het openbaar vervoer schiet te kort. Een vervoerkundige visie moet gebaseerd zijn op de totale vervoersmogelijkheden en onmogelijkheden in een regio en de er omheen liggende gebieden. Hier wringt zich de bestaande Nota van Uitgangspunten, waarbij de Andere Mobiliteit en de regionale treindiensten buiten de concessie worden gehouden. De concessiehouder wordt wel gevraagd een visie te maken die rekening houdt met de regionale treinen, auto, fiets, Andere Mobiliteit. Maar het klinkt allemaal erg vrijblijvend. En dat terwijl de totale mobiliteitsketen steeds belangrijker wordt. Een gemiste kans. De reiziger die er de dupe van wordt. We moeten het nog maar eens benadrukken e Denk ook aan aansluiting voor de voetganger Aan HOV-lijnen worden hogere minimumeisen gesteld dan aan andere lijncategorieën. Daarnaast wordt de Concessiehouder uitgedaagd HOV als productformule in de markt te zetten en deze verder te ontwikkelen om zo meer reizigers te trekken. Wij nemen de rest van deze opmerking voor kennisgeving aan ROCOV's Oost Als C-lijn kunnen ze verdwijnen. Noem ze dan ook geen C-lijnen. Wij bedanken u voor deze opmerking ROCOV's Oost Vrijwel de enige lijnen die echt vraagafhankelijk zijn. Wij bedanken u voor deze opmerking. 51

62 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf ROCOV's Oost Citaat: Andere Mobiliteitsdiensten lijken beter bij de vervoerbehoeften van Reizigers aan te sluiten dan een vaste Lijn of niet-lijngebonden en/of vraagafhankelijke OV-vorm. Vraag: Waaruit blijkt dit? Alternatieve reismogelijkheden is een term die meermaals in dit PvE voorkomt maar het is een pleonasme. Vraag: Wat zal het effect zijn op meer gebruik van de regiotaxi s? Niet iedereen is in bezit van en bekwaam met internet. Er moet tenminste per telefoon contact mogelijk zijn. Vooralsnog moet in alle OV de OV-chipkaart gebruikt kunnen worden. Er zijn juist heel veel mensen die het prettig vinden dat er om de 10 minuten een tram, trein of bus komt waardoor ze rekenen op dit aanbod en niet telkens hoeven te kijken van Hoe laat gaat die ook alweer? Zullen we nu dan maar vast gaan? Vraagafhankelijk dient alleen betrekking te hebben op het vragen naar het vervoermiddel en niet ook nog even moeten opzoeken hoe je moet betalen en wat je moet betalen : voeg toe hoe wordt aangesloten op de rest van het openbaar vervoernet Vraag afhankelijk vervoer is voor iemand van buiten vaak erg onduidelijk. Zorg voor eenheid en vindbaarheid via Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE ROCOV's Oost Om deze echt te kunnen regelen moeten de bussen voorzien zijn van een zogenaamde kort verkeer communicatiemiddel, waardoor de chauffeurs elkaar onderling via spraak kunnen bereiken. De verbinding tussen bus en centrale duurt vaak te lang om aansluitingen die vlak voor een overstap gevraagd worden nog te kunnen regelen. Hierbij moet je ook denken aan overstapmogelijkheden op niet in de in de lijst opgenomen AANSLUITPUNTEN. Bij aansluitingen ook de uitlopers van andere concessies in ogenschouw nemen. Waar het OV voor een deel uit de algemene rijksmiddelen wordt gefinancierd is het logisch dat informatie over alle lijnen van alle vervoerders overal beschikbaar is. Is de lijst in bijlage 12 wel compleet? Klinkt logisch. Maar hier enkel beperkt tot het knooppunt. Over aansluittijden wordt niet gesproken. Een prima middel is dat om het OV te doen verdwijnen. Zie ook bij Minimumeisen bedieningstijden en frequenties. De dikste lijnen (A-lijnen / HOV-lijnen) moeten goed aansluiten op de dienstregeling van de (regionale) treinen op de OV-knooppunten. Met de eerder genoemde minimale bediening is dat nu zeker niet zo. Zorg ook voor duidelijk vastgelegde consequenties voor het niet houden aan de garanties van de gegarandeerde aansluitingen. Voeg verder toe dat aanvragen van niet gegarandeerde aansluitingen niet via een app o.i.d. gaan zoals bij Breng nu het geval zou moeten zijn, maar via de chauffeur lopen (de Brengapp werkt namelijk niet) Dit blijkt onder meer uit het 'Inwonersonderzoek openbaar vervoer Flevoland, Gelderland en Overijssel' en andere mobiliteitsonderzoeken. In hoofdstuk 7.1 is aangegeven dat reisinformatie niet alleen digitaal beschikbaar moet zijn. In 3.4 en 3.8 worden eisen gesteld aan de afstemming met en aansluiting op de verschillende vervoervormen, waaronder vraagafhankelijk vervoer. Het voorschrijven van kort verkeer betekent ingrijpen in de bedrijfsvoering van de vervoerder. De vervoerder moet aansluitingen verzorgen. Hoe hij dit doet, wordt niet voorgeschreven. Artikel c schrijft voor dat voertuigen moeten worden uitgerust met een communicatiesysteem waarmee het Personeel en bestuurders van Buurtbussen te allen tijde contact kunnen opnemen met de Verkeersleiding van de Concessiehouder. In zijn vervoerplan geeft de Concessiehouder aan welke aansluitingen hij biedt en hoe hij deze garandeert. Tijdens de concessieperiode kan de Concessieverlener een boete opleggen indien de Concessiehouder deze toezeggingen niet nakomt ROCOV's Oost Een aangepaste dienstregeling tijdens vakanties van de middelbare scholen in de regio Noord of Midden. Impliceert dit tijdens de zomer een periode langer dan 6 weken? ROCOV's Oost 3 nvt Tabel 3.1 speelt hier de hoofdrol. Het grootste bezwaar is het grote verschil tussen de gestelde minimum prestaties en de huidige reële prestaties van veel buslijnen, met als risico dat de lijnen waar dit voor geldt veel minder frequent en gedurende veel beperktere venstertijden zullen rijden dan nu het geval is. Voorts is de indeling in drie soorten lijnen te grofmazig is. Er is meer nuance nodig en in een aantal gevallen moeten de minimum eisen worden opgeschroefd om een acceptabel voorzieningenniveau te bereiken. Dit wordt in de onderstaande punten nader uitgewerkt ROCOV's Oost 3 nvt Onaanvaardbare minimumeisen. De minimum eisen die aan de A-, B- en C-lijnen worden gesteld zijn gezien het bovenstaande deels onaanvaardbaar. Dat geldt in de eerste plaats voor de B-lijnen. Daaronder valt een groot aantal streeklijnen, stadslijnen en scholierenlijnen. Omdat deze drie soorten lijnen nogal verschillen qua wenselijke venstertijden en frequenties is het gewenst hiervoor een onderscheid te maken in stadslijnen, streeklijnen en scholierenlijnen. De Concessiehouder dient de dienstregeling af te stemmen op de vakanties in de regio's Noord of Midden. De in tabel 3.1 weergegeven frequenties zijn minimumfrequenties. De Concessiehouder wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige mobiliteitsbehoeften. Mede naar aanleiding van uw reactie is de tekst aangepast. De in tabel 3.1 weergegeven frequenties zijn minimumfrequenties. De Concessiehouder wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige mobiliteitsbehoeften. Mede naar aanleiding van uw reactie is de tekst aangepast. Paragraaf 3.2: Daarnaast vragen de Concessieverleners aandacht voor een goed op de vervoerbehoeften van Reizigers afgestemd aanbod aan Stadslijnen in Apeldoorn, Lelystad en Zwolle. Paragraaf 3.2: Daarnaast vragen de Concessieverleners aandacht voor een goed op de vervoerbehoeften van Reizigers afgestemd aanbod aan Stadslijnen in Apeldoorn, Lelystad en Zwolle ROCOV's Oost 3 nvt Stadslijnen. Het kan niet zo zijn dat in de daluren overdag op werkdagen steden als Lelystad, Deventer, Zwolle en Apeldoorn het moeten stellen met slechts één bus per uur en het is al helemaal van de gekke dat er in de avonden en weekends helemaal geen stadsbussen hoeven te rijden. Hier is een andere opzet nodig. Bij de stadsdiensten moeten de drukkere hoofdlijnen de A-status krijgen. Voor de B-lijnen in de grotere steden is naar het oordeel van de ROCOV s op weekdagen overdag een halfuurdienst het absolute minimum. In de vroege uren op zaterdagen en zondagen kan de dienstregeling wat later ingaan. In de (late) avonduren kan vraag-gestuurd OV een goede oplossing zijn. De in tabel 3.1 weergegeven frequenties zijn minimumfrequenties. De Concessiehouder wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige mobiliteitsbehoeften. Mede naar aanleiding van uw reactie is de tekst aangepast. Paragraaf 3.2: Daarnaast vragen de Concessieverleners aandacht voor een goed op de vervoerbehoeften van Reizigers afgestemd aanbod aan Stadslijnen in Apeldoorn, Lelystad en Zwolle. 52

63 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE ROCOV's Oost 3 nvt Streeklijnen. Voor sommige streeklijnen is in de spits een kwartierdienst nodig en dat schrijft de B-status niet voor. Dat zou voor bepaalde lijnen wel moeten gebeuren. Voor een aantal B-streeklijnen (bijvoorbeeld voor lijnen met een belangrijke netwerkfunctie De in tabel 3.1 weergegeven frequenties zijn minimumfrequenties. De Concessiehouder wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige mobiliteitsbehoeften. zoals lijn 30 van Hardenberg naar Hoogeveen) is het ook gewenst dat er vervoer wordt aangeboden in de avond en weekends. Dat kan eventueel in de vorm van vraag-gestuurd vervoer. Bij de streek B-lijnen zou daarom een onderscheid moeten worden gemaakt tussen hoofd lijnen en aanvullende lijnen ROCOV's Oost 3 nvt Scholierenlijnen. Deze zijn in het ontwerp PvE ingedeeld in B-lijnen en C-lijnen. Het is niet altijd duidelijk waarom er gekozen is voor een B-lijn of een C-lijn. De dienstregeling van scholierenlijnen is vooral maatwerk. Het hangt af van de scholen die worden aangedaan door een bepaalde scholierenlijn. Het aantal leerlingen en het schema van de lesroosters verandert nogal eens en daardoor is het soms nodig tussentijds de dienstregeling aan te passen aan veranderde omstandigheden. Het stramien van de B- en C-lijnen past niet goed bij de scholierenlijnen. Het is daarom beter deze lijnen in een aparte categorie onder te brengen die recht doet aan de specifieke kenmerken van het scholierenvervoer. Er kunnen redenen zijn om een scholierenlijn op te heffen, bijvoorbeeld als de school waarop de lijn is gericht sluit. Dit moet dan wel ruim van te voren aan het betrokken ROCOV of de betrokken ROCOV s worden voorgelegd om tijdig advies te kunnen uitbrengen. De ROCOV s merken nog op geen voorstander te zijn van het omzetten van scholierenlijnen in besloten vervoer dat geen deel meer uitmaakt van de concessie IJssel- Vecht. Scholierenlijnen kunnen ook van nut zijn voor niet scholieren. Scholierenlijnen vervullen, overeenkomstig uw reactie, op enkele plekken ook een (beperkte) rol voor andere reizigers. Daarom is voor scholierenlijnen geen aparte categorie gedefinieerd. In overleg met scholen en andere stakeholders kunnen in deze lijnen wel wijzigingen worden doorgevoerd ROCOV's Oost 3 nvt Minimum voorwaarden voor C-lijnen vereist. Het ontwerp PvE stelt geen minimum De in tabel 3.1 weergegeven frequenties zijn minimumfrequenties. De Concessiehouder voorwaarden aan het voorzieningenniveau van de C-lijnen. Dat vinden de ROCOV s veel te wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige vrijblijvend en ook vreemd want veel van deze lijnen trekken vooral reizigers in de ochtend en middagspits. In die uren zou toch tenminste 1 bus per uur (en in veel gevallen zelfs twee) moeten worden aangeboden. Bovendien zou in het definitieve PvE de eis mobiliteitsbehoeften. In het geval van C-lijnen kan bij een lage mobiliteitsbehoefte ook gekeken worden naar flexibele OV alternatieven of andere mobiliteitsvormen buiten de concessie. moeten worden opgenomen dat er voldoende capaciteit wordt aangeboden. Dat geldt uiteraard in zijn algemeenheid, maar behoeft extra aandacht bij de C-lijnen, waarbij vaak kleinschalig materieel wordt ingezet ROCOV's Oost 3 nvt Ook bij C-lijnen een onderscheid in stadslijnen en streeklijnen gewenst. Hiervoor gelden dezelfde argumenten als genoemd bij punt 3a. Voor de scholierenlijnen geldt dit niet. Dit is volgens de ROCOV s een aparte categorie, waarbij geen onderscheid nodig is in B- en C- lijnen. Zie ook punt 3d De in tabel 3.1 weergegeven frequenties zijn minimumfrequenties. De Concessiehouder wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige mobiliteitsbehoeften. In het geval van C-lijnen kan bij een lage mobiliteitsbehoefte ook gekeken worden naar flexibele OV alternatieven of andere mobiliteitsvormen buiten de concessie ROCOV's Oost 3 nvt Feitelijke frequentie en minimum eis. Bij tabel 3.1 staat nog de opmerking over het geval dat de minimum eis hoger is dan de feitelijke frequentie op het moment van aanbesteding. De feitelijke frequentie geldt dan als minimum eis. Een verbetering wordt helaas dus niet wenselijk geacht en er wordt geen aandacht aan besteed dat het omgekeerde ook kan voorkomen bij een hogere frequentie. Ook dan zou de feitelijke frequentie als minimum eis moeten gelden. Anders lijkt er sprake van een race to the bottom. Naast het werkelijke aantal reizigers per lijn(deel) moet overigens ook de functie van een lijn bepalend zijn voor de frequentie. De in tabel 3.1 weergegeven frequenties zijn minimumfrequenties. De Concessiehouder wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige mobiliteitsbehoeften. In het geval van C-lijnen kan bij een lage mobiliteitsbehoefte ook gekeken worden naar flexibele OV alternatieven of andere mobiliteitsvormen buiten de concessie ROCOV's Oost 3 nvt Verschillende lijnnummers wenselijk voor lijnen die in verschillende categorieën vallen. In De indeling in categoriën is slechts een technische exercitie bedoeld om zekerheid te de bijlagen wordt de indeling in A-, B- en C-lijnen geconcretiseerd. Dat geeft niet altijd even logische uitkomsten. Twee voorbeelden maken dat duidelijk. Lijn 29 Zwollebieden aan diverse partijen, waaronder de Concessiehouder en gemeenten en anderzijds om bepaalde eisen, waaronder duurzaamheid, onderbouwd te kunnen specificeren. Coevorden krijgt de status van A-lijn. Maar dat geldt in feite alleen voor het traject Zwolle- Hierbij is geen onderscheid gemaakt naar lokale functies van betreffende lijnen. Dedemsvaart-(Slagharen). Tussen Slagharen en Coevorden heeft de lijn het karakter van Verschillende lijnnummers zijn derhalve niet nodig. een C-lijn. Hetzelfde geldt voor lijn 40 van Zwolle via Meppel naar Steenwijk. Dit is een B- lijn, maar het traject Meppel-Steenwijk is feitelijk een C-lijn. In het PvE kan de vervoerders worden gevraagd een goed voorstel voor een logische lijnnummering aan te bieden. 53

64 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE ROCOV's Oost 3 nvt Aanbod C-lijnen verduidelijken in PvE. Het is goed dat in tabel 3.2 wordt aangegeven dat de C-lijnen bij de start van de concessie een substantieel deel (circa 30%) van het aanbod moeten uitmaken. Doordat aan de C-lijnen geen eisen worden gesteld is echter niet duidelijk of bij dat aanbod alle C-lijnen hun steentje moeten bijdragen of dat het geoorloofd is bij het aanbod een deel van de C-lijnen, waarin de aanbieder weinig De Concessieverleners houden regie op de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit, minimaal 90% van het huidige aanbod moet immers tijdens de aanbesteding geboden worden. En gedurende de looptijd van de concessie moeten vervoerplannen altijd goedgekeurd worden door de Concessieverlener. Terecht merkt u op dat aan lijnen uit de C-categorie geen minimumeisen worden gesteld, maar potentieel ziet, buiten het aanbod te laten. Dat laatste is zeer ongewenst omdat een C-lijn ook hiervoor geldt dat de Concessiehouder het aanbod op de mobiliteitsvraag dient af te dan plotseling bij de aanvang van de concessie niet meer bestaat zonder dat er een stemmen. adequaat alternatief voor in de plaats komt. Voor dat alternatief is de bieder immers niet verantwoordelijk. Zie ook het gestelde bij de punten 2c en 2d. Naar de mening van de ROCOV s dienen het eerst jaar alle lijnen dezelfde te blijven, zodat de nieuwe concessiehouder zelf ervaart wat de diverse lijnen voor hem betekenen. En dat zou ook moeten gelden voor de lijnen die later in de concessie IJssel-Vecht instromen ROCOV's Oost 3 nvt Bevriezing C-lijnen van IJsselmond in periode vereist. De in de bijlage genoemde C-lijnen stammen uit de dienstregelingen Het moment van de aanbesteding van de concessie IJssel-Vecht zal op zijn laatst in het eerste kwartaal van 2019 moeten liggen. De concessie kan niet later in de markt worden gezet omdat de gunning dan op een te laat tijdstip zal plaatsvinden, met als gevolg onvoldoende voorbereidingstijd voor de winnende concessiehouder. Het probleem ligt hier vooral bij de C-lijnen van het inkomende concessiedeel IJsselmond. Dit concessiedeel kent (vooral in het gedeelte van Overijssel) relatief zeer veel C-lijnen. De aanbieders moeten daarop in 2019 een bod doen. Dat is 4 jaar voordat de winnende bieder die C-lijnen kan gaan exploiteren. Dat kan alleen maar goed gaan als de betrokken C-lijnen blijven bestaan op dezelfde leest als die waarop zij in 2019 zijn geschoeid. Je kunt het een winnende aanbieder niet aandoen dat deze een lijn gaat exploiteren die door een provincie is stopgezet tussen 2019 en Dit betekent dat de provincies Overijssel en Flevoland deze lijnen als het ware moeten bevriezen in de dienstregeling periode Deze voorwaarde is niet terug te vinden in het ontwerp PvE. Het is duidelijk dat dit punt niet meer relevant is als het gestelde onder punt 2b een feit wordt. Concessie IJsselmond zal per 10 december 2023 onderdeel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht ROCOV's Oost 3 nvt A-, B- en C-lijnen actualiseren in PvE. Een ander probleem is dat in de huidige versie van het ontwerp PvE de C-lijnen uit 2018 staan vermeld. En die zijn niet altijd precies het zelfde als die in 2019, en om dat jaar gaat het nu juist. Een voorbeeld daarvan is lijn 162 in combinatie met lijn 167 (lijnen van de huidige concessie Midden Overijssel). Bij de dienstregeling 2019 wordt het lijndeel Dalfsen-Ommen van lijn 167 geschrapt en wordt het overblijvende deel Zwolle-Dalfsen van deze lijn gekoppeld aan lijn 162 van Raalte via Lemelerveld naar Dalfsen. Er ontstaat zodoende een nieuwe lijn 167 Raalte-Lemelerveld-Dalfsen-Zwolle. Lijn 162 bestaat dan niet meer. Dit voorbeeld toont aan dat het noodzakelijk is de bijlagen met A-, B- en C-lijnen te actualiseren naar het jaar De bijlagen zijn aangepast aan de meest recente dienstregeling. 54

65 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf ROCOV's Oost 3 nvt Buslijnen onderdeel keten. De frequentie van buslijnen dient aan te sluiten op de frequentie van de Intercity s van NS, of de sprinters van NS of de treinen van regionale vervoerders op stations zonder intercity s. Dat betekent dat bij kwartierdiensten van deze treinen ook de bussen een kwartierdienst dienen te hebben en bij een halfuurdienst van de intercity ook die bus dat moet hebben. Mochten de intercity s een 10 minuten dienst rijden dan gaat een tien minutendienst voor een bus misschien nog wat te ver. De overstaptijden dienen ook afgestemd te zijn op die treinen. Deze uitdrukkelijke wens wordt ingegeven door het beleid van de rijksoverheid. Op 15 december 2015 schreef de toenmalige staatsecretaris van Infrastructuur en milieu: De reiziger moet ook in 2040 snel, comfortabel, betrouwbaar en betaalbaar van A naar B kunnen reizen. Deze reizigersbelangen dienen bepalend te zijn voor het vervoersmiddel dat hij gebruikt. Dat betekent ontwikkelen en versterken van het (collectief) openbaar vervoer daar waar het de beste vervoersoplossing biedt: over lange afstanden en in sterk verstedelijkte gebieden. Daar waar op kleine stations nauwelijks aansluitend openbaar vervoer gevraagd wordt kan volstaan worden met aanvullend flexibel vervoer. Die zelfde staatssecretaris schreef daarover: Waar het traditionele openbaar vervoer minder goed past bij de wensen van de reiziger of economische, maatschappelijke en technologische ontwikkelingen, is het logisch te kiezen voor een alternatieve, betere vervoersoplossing. Het PvE met zijn minimale eisen aan frequenties is in strijd met bovenstaande punten van het rijksbeleid. Bij de begrippen snel, comfortabel en betrouwbaar speelt gemak een belangrijke rol. Het telkens opnieuw moeten zoeken naar de op dat moment aansluitende verbinding of mogelijke flexibele verbinding en de wijze van betaling daarvan, spelen een doorslaggevende rol bij de keuze tussen auto of OV evenals bij de vraag onder ouderen en laaggeletterden ga ik wel of ga ik niet. Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Niet voor alle buslijnen is de vervoervraag voldoende om deze overeenkomstig de frequentie van de treindienstregeling te laten rijden. Zoals blijkt uit 3.8 wordt de Concessiehouder gevraagd te zorgen voor een goede aansluiting op het Hoofdrailnet en regionale treinverbindingen. De Concessieverleners zijn het niet met u eens dat het Programma van Eisen in strijd is met het Rijksbeleid, dat voorziet in een vervoeraanbod dat optimaal aansluit bij de vervoervraag ROCOV's Oost 3 nvt Zijn de vervoersbehoeften bekend en hoe wordt bepaald dat het aangeboden vervoer daarbij aansluit. Vervoersbehoefte versus vervoervraag: Voor de zwakke groep in de samenleving die woont in een gebied met lage vervoervraag is de vervoerbehoefte groot (geen auto en geen andere mogelijkheden) terwijl de vervoervraag laag is in dat gebied. Het KIM (kennisinstituut voor Mobiliteit, onderdeel van het Ministerie van I&W) heeft in juni 2018 een onderzoek gepubliceerd naar gebruikers van dunne buslijnen. 20 procent geeft aan zónder de bus de verplaatsing niet langer te maken. Voor busgebruikers elders is dat 10 procent. Op dunne buslijnen wordt een langere afstand gereisd. Circa driekwart van alle busgebruikers beschikt over een rijbewijs. In de dunste lijnen heeft 67 % van de busgebruikers geen rijbewijs of auto ter beschikking. Ongeveer één op de tien busgebruikers heeft een mobiliteitsbeperking. Dat aandeel is twee keer zo groot onder busgebruikers in de dunste reizigersstromen. Het opleidingsniveau en inkomensniveau van de busgebruikers in dunne reizigersstromen is lager in vergelijking met busgebruikers elders. Vraag: Zijn de vervoersbehoeften van de door het KIM aangeduide reizigers door de PvE opstellers / concessieverleners meegewogen? De vraag naar mobiliteitsdiensten ontstaat als het aanbod van Andere mobiliteitsdiensten voor iedereen makkelijk te vinden is op b.v. de planners (9292) en eenvoudig te boeken. De huidige versnippering is dramatisch. Aan de ene kant wordt met flexibiliteit ruimte geboden aan andere mobiliteitsdiensten in het aanbod, maar aan de andere kant merkt de reiziger hier niets van (de ene bus rijdt iets langer of vaker als de andere, net als nu het geval is). Dit klinkt tegenstrijdig. 3.1 bladzijde 14, laatste zin: wat zijn de criteria voor de C-lijnen die beleidsmatig gezien een minder belangrijke functie binnen het OV-netwerk vervullen. Graag verduidelijking over de inhoud van de beleidsmatige criteria in deze context. De vervoersbehoeften is onderzocht in onder meer het 'Inwonersonderzoek openbaar vervoer Flevoland, Gelderland en Overijssel' en andere mobiliteitsonderzoeken. 55

66 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Seniorenraad Zwolle 3 nvt De seniorenraad vindt het een slechte zaak dat de provincie de dienstregeling in Zwolle bepaald. Immers de gemeente heeft contacten met alle betrokkenen in de gemeente en weet dus waar de problemen zijn. De seniorenraad vindt het gehele voorstel een bezuinigingsoperatie. De dienstverlening zal weer worden teruggeschroefd. Lijnen verdwijnen of worden veranderd. De seniorenraad is het volstrekt eens met het feit dat de dienstregeling moet worden aangepast aan het aanbod. Zij constateert echter dat er in het verleden en ook nu weer te weinig aandacht is voor de kwetsbare in onze samenleving, zij worden weer buitenspel gezet. Waar de gemeente inzet op bestrijding van eenzaamheid en het bevorderen van zelfredzaamheid, blijkt uit de aanbesteding dat de provincie daar geen boodschap aan heeft. Zij worden weer buitenspel gezet. Wij delen de mening van de seniorenraad niet dat de eisen zoals gesteld in het PvE feitelijk leiden tot verschraling van het OV. De eisen uit het PvE bieden de Concessiehouder juist optimale ontwikkelruimte om het aanbod op de mobiliteitsbehoeften van reizigers af te stemmen. Verder valt het sociale domein buiten de scope van deze aanbesteding Seniorenraad Zwolle 3 nvt De seniorenraad pleit voor uitbreiding van de lijnen, hiermee bedoelt zij dat er meer door de wijken moet worden gereden. Als voorbeeld Zwolle zuid, hier reed de bus door de Gruitmeesterslaan en door oud Ittersum en bediende daarmee een groot aantal mensen, ook in Assendorp en de Pierik weren rondjes door de wijk gemaakt. Dit missen we in de nieuwe aanbesteding. Ook de alternatieven zoals die worden voorgesteld zullen niet of nauwelijks worden gerealiseerd, denk daarbij aan de belbus. Doordat dit niet meer gebeurt, wordt aan veel mensen ouderen en mensen met een handicap de toegang tot het openbaar vervoer ontzegd. Zij zijn afhankelijk van buren en familie of wijk gebonden initiatieven. Een alternatief zou kunnen zijn het WMO-vervoer uit te breiden en toegankelijk te maken voor alle ouderen. Ook kan worden overwogen om het openbaar vervoer gratis te maken voor ouderen en mensen met een handicap. Hierdoor zouden meer mensen met het openbaar vervoer gaan in de daluren. Kortom, zelfredzaamheid en de vereenzamingbestrijding worden weer de dupe. De eisen uit het PvE bieden de Concessiehouder optimale ontwikkelruimte om het aanbod op de mobiliteitsbehoeften van reizigers af te stemmen. Dit kan zijn door hogere frequenties, andere lijnvoeringen of flexibele alternatieven zoals belbus. Gedurende de looptijd van de concessie heeft de Concessiehouder de vrijheid om tariefacties te houden, hij is immers zelf opbrengstverantwoordelijk. Verder valt het sociale domein en daarmee ook het WMO vervoer onder vervantwoordelijkheid van de gemeenten SGP Heeft zorgen over het behoud van C-lijnen. De Concessieverleners houden regie op de transitie van lijnen uit de C-categorie naar andere vormen van mobiliteit, minimaal 90% van het huidige aanbod moet immers tijdens de aanbesteding geboden worden. En gedurende de looptijd van de concessie moeten vervoerplannen altijd goedgekeurd worden door de Concessieverlener Stakeholders Apeldoorn 3 nvt Vanuit mijn verantwoordelijkheid als facilitair manager voor een goede bereikbaarheid van Gelre ziekenhuizen voor patiënten, bezoekers en personeel en als lid van de mobiliteitstafel Cleantech regio werd ik opmerkzaam gemaakt op de ophanden zijnde aanbesteding van de concessie openbaar vervoer in deze regio. Via diverse artikelen in de krant vernam ik dat het voortbestaan van lijn 1 van de stadsdienst Apeldoorn in de huidige vorm ter discussie staat. Dat baart ons als ziekenhuis met een regionaal verzorgingsgebied zorgen. Ik heb mijn contacten bij diverse andere grote werkgevers in en rond Apeldoorn bijeen geroepen en de gemeente Apeldoorn om uitleg hierover gevraagd. De vertegenwoordiger van de gemeente wees me op de mogelijkheid op uw Programma Van Eisen (PvE) voor de komende concessie te reageren. Wij bedanken u voor deze opmerking Stakeholders Apeldoorn 3 nvt De stakeholders Achmea, Belastingdienst, Politie Regio Oost, Zorggroep Apeldoorn, de gemeente Apeldoorn en Gelre ziekenhuizen hebben op 15 oktober een overleg gevoerd. Dit overleg was vruchtbaar en positief kritisch. Het resultaat is deze brief, bedoeld als gezamenlijke reactie van de Politie Regio Oost, de Belastingdienst, Achmea, Zorggroep Apeldoorn en Gelre ziekenhuizen op het betreffende PvE. Onderstaande opmerkingen en zorgen over het aanbestedingsproces worden gedeeld door vertegenwoordigers van Politie, Belastingdienst, Achmea en Zorggroep Apeldoorn. Onze organisaties leveren duizenden OV reizigers per dag. Een aanzienlijk deel van onze medewerkers maakt dagelijks gebruik van het openbaar vervoer. Een andere belangrijke groep bestaat uit patiënten en bezoekers met een zorgbehoefte en minder in staat om zelfstandig te reizen. Geen van beide groepen heeft baat bij een verschraling van het vervoersaanbod. Wij bedanken u voor deze opmerking. 56

67 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Stakeholders Apeldoorn 3 nvt Voor onze klanten met een zorgbehoefte is een fijnmazig aanbod van OV tijdens de dag van groot belang. Logischerwijs zal dit niet het meest rendabele deel van het OV zijn, maar tegelijkertijd vormt dat aanbod een cruciale schakel in onze maatschappelijke zorgtaak. Bedenk dat velen niet slechts eenmalig een polikliniek bezoeken, maar vaak over langere periodes frequent het ziekenhuis moeten bezoeken voor onderzoek en behandeling. Betaald parkeren als noodzakelijke regulering vinden we al moeilijk uit te leggen aan onze klanten, terugloop van OV opties maakt dat alleen maar erger. Ook de Zorggroep Apeldoorn heeft een doelgroep die vergelijkbaar is. Bewoners en bezoekers die afhankelijk zijn van OV en medewerkers die 24/7 diensten draaien. De combinatie van deze twee groepen gebruikers van het OV rechtvaardigt zeker een aantal vaste buslijnen. In dat licht is het voor ons logisch dat de buslijnen zoals lijn 1 geen C maar een B status verdienen als onderdeel van een fijnmazig netwerk binnen en rond de stad Apeldoorn. Buiten de spits en de dag periodes is de vraag minder. In de avond- en weekenduren zijn er echter ook werknemers en bezoekers. Hun gebruik is bijvoorbeeld afhankelijk van sociale veiligheid, die bij verminderd aanbod zal afnemen De in tabel 3.1 weergegeven frequenties zijn minimumfrequenties. De Concessiehouder wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige mobiliteitsbehoeften. Mede naar aanleiding van uw reactie is de tekst aangepast. Paragraaf 3.2: Daarnaast vragen de Concessieverleners aandacht voor een goed op de vervoerbehoeften van Reizigers afgestemd aanbod aan Stadslijnen in Apeldoorn, Lelystad en Zwolle Vervoerder De indeling in drie categorieën lijnen is helder, begrijpelijk en goed hanteerbaar, evenals de mogelijkheden om HOV te introduceren en om lijnen te vervangen door andere vormen van mobiliteit. Complicatie In de ontwikkeling van het lijnennet vraagt u om minimale percentages per categorie, en om minimale percentages per provincie. Het is ons niet duidelijk waar de percentages een weerspiegeling van zijn (wens of huidige situatie) en op basis van welke eenheid we ze moeten vaststellen (DRU/DRK/omzet)? Het percentage voor Flevoland lijkt ons naar verhouding bovendien erg hoog, en dat van Gelderland verhoudingsgewijs laag. Tevens is het niet helder voor welk jaar van de nieuwe concessie deze percentages van toepassing zijn. Immers, met het in- en uitstromen van concessies (of delen daarvan) wijzigen de verhoudingen tussen de provincies en de categorieën. Daarnaast lezen wij Bijlage 4 van het PvE dat er in de bieding geen Vervoerplan wordt gevraagd. Dat lijkt tegenstrijdig met passages onder de punten en van het PvE, waarin wel melding wordt gemaakt van een Vervoerplan bij de Bieding. Door de transitieperiode is het voor ons bovendien niet duidelijk wat de inhoud het Vervoerplan bij de bieding moet zijn. Ons voorstel Vraag in de bieding van inschrijvers: 1. een Ontwikkelplan met daarin een visie voor de eerste 5 jaar van de concessie op het hele vervoernetwerk in IJssel-Vecht, en; 2. een Vervoerplan voor de eerste 1,5 jaar van de concessie, met daarin alle vervoerkundige aspecten (lijnennet/routes, dienstregeling met frequenties en tijdligging, etc.) voor de gebieden Midden-Overijssel en Veluwe. Indien het Vervoerplan (zoals beschreven in par van het PvE) geen onderdeel is van de bieding: kunt u toelichten hoe inschrijvers dan kenbaar maken welke dienstregeling (incl. tabellen, lijnennetkaarten, aansluitschema s) ze aanbieden? Is dat onderdeel van de vervoerkundige visie in het Ontwikkelplan, of pas in de implementatie, vanaf medio 2019? In paragraaf 2 hebben wij al aangegeven dat wij voorstellen om bij de C-lijnen meer Vervoerder 2 3 nvt Gezien de beschrijvingen van het vervoerkundig aanbod in combinatie met de inzet van typen voertuigen lijkt het zinvol een definitie van een stadslijn in de begrippenlijst op te nemen Tabel 3.2 bevatte inderdaad onjuiste informatie. De tabel maakt inmiddels geen onderdeel meer uit van het PvE. In plaats daarvan worden in het Beschrijvend document op basis waarvan Inschrijvers hun Inschrijving opstellen, eisen gesteld aan de verdeling van de aangeboden dienstregelinguren over concessiedelen, waarbij Lelystad als apart concessiedeel is benoemd. Daarbij wordt aan Inschrijvers gevraagd deze dienstregelinguren op een manier over de A-, B- en C-lijnen te verdelen die aansluit bij de vervoerbehoeften van Reizigers en recht doet aan het lokale of regionale belang van de huidige Lijnen, zonder dat dit in percentages per categorie lijnen is uitgedrukt. Op basis hiervan dienen Inschrijvers een vervoerkundige strategie en concept vervoerplan op te stellen. Op basis van dit concept vervoerplan moet de Concessiehouder tijdens de implementatiefase een vervoerplan voor het eerste dienstregelingjaar opstellen en daarbij de procedure in Bijlage 9 volgen. In de begrippenlijst is een definitie van Stadslijn opgenomen. Eis is als volgt aangevuld: De Concessiehouder volgt bij het opstellen van zijn jaarlijkse Vervoerplan de procedure zoals beschreven in Bijlage 9, waarbij het Vervoerplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving als vertrekpunt dient. Stadslijn: een stadslijn is een openbaar vervoerlijn die deel uit maakt van een van de stadsdiensten Apeldoorn, Deventer, Dronten, Ede, Harderwijk, Kampen, Lelystad of Zwolle Vervoerder 2 3 tabel 3.2 Kunt u in de aanbestedingsdocumenten aanvullende informatie verstrekken over het totaal percentage 90% voor beide tabellen? Wat is de beweegreden hiervoor 90% te hanteren in plaats van 100% De resterende 10% biedt de Concessiehouder de ruimte om het vervoeraanbod optimaal te laten aansluiten bij de vervoervraag. 57

68 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Vervoerder 4 3 nvt Rolverdeling concessiehouder concessieverlener en ontwikkeling OV-netwerk Op hoofdlijnen verwachten we dat de gekozen rolverdeling werkbaar is en leidt tot een goede dynamiek in de ontwikkeling van het vervoeraanbod. Wel verzoeken we u om de DRU-quota per provincie, waarover in hoofdstuk 3 spreekt, te laten vervallen. Dit staat naar onze mening haaks op uw ambitie om de concessies samen te voegen en bij de doorontwikkeling daarvan juist naar de vervoerstromen in plaats van provinciegrenzen te kijken. De eis leidt mogelijk tot Vlaams/Waalse situaties waarin lijnen geboden (blijven) worden omdat elders in de concessie ook lijnen geboden (blijven) worden, terwijl de vervoervraag dat niet legitimeert. Los daarvan zorgt dit voor een verminderde flexibiliteit en onnodige administratieve last, die de ontwikkelcapaciteit vermindert. Wij stellen dan ook voor om deze verplichting te laten vervallen en de administratief-financiële verdeling op provinciaal niveau onderling te organiseren en buiten het concessiebeheer te houden. Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Met de genoemde percentages in tabel 3.2 wordt voor de bieding 90% van het verplichte aanbod verdeeld over enerzijds de drie provincies en anderzijds over de drie categorien vastgelegd. Voor 10% heeft de Concessiehouder in zijn bieding vrijheid om deze te verdelen. Het betreft de verdeling van gewogen dru's. De opdrachtgevers blijven elk zelf financieel verantwoordelijk. Tabel 3.2 was bedoeld om in dit kader herverdeeleffecten te minimaliseren, maar toch zoveel mogelijk ontwikkelvrijheid bij de Concessiehouder te laten. De tabel is gecorrigeerd en verplaatst naar de Aanbestedingsleidraad VVD Eerder zijn al zorgen geuit over de verbindingen van/naar Zeewolde. Hier rijden alleen B- en C-lijnen. Hoe borgen we dan toch de verbinding Almere - Zeewolde? De in tabel 3.1 weergegven frequenties zijn minimumfrequenties. De Concessiehouder wordt uitgedaagd om de frequentie af te stemmen op de op dat moment aanwezige mobiliteitsbehoeften. Dit geldt ook voor de situatie in Zeewolde Flevoland 4 nvt Verlichte zitplaatsen bij haltes Zoals in bepaling is aangegeven is de aanleg, het beheer en het onderhoud van Haltes de verantwoordelijkheid van Wegbeheerders. Eventuele afspraken tussen Concessieverleners en Wegbeheerders over de inrichting van en voorzieningen op Haltes vallen, met uitzondering van de Haltepalen, buiten de scope van het Programma van Eisen omdat dit document alleen afspraken tussen Concessieverleners en Concessiehouder bevat Buurtbusvereniging Rijk van Nijmegen Zijn er geen bepalingen/eisen m.b.t. rolstoeltoegankelijkheid van haltes? De rolstoeltoegankelijkheid van haltes is een verantwoordelijkheid van de betreffende Wegbeheerder en valt daarmee buiten de scope van het Programma van Eisen. Het Programma van Eisen betreft namelijk een afsprakenkader tussen Concessieverleners en Concessiehouder Cleantechregio nvt nvt Onder andere de gemeente Deventer overweegt het aanbieden van facilitaire ruimte voor Wij nemen in al onze concessies op dat de Concessiehouder zijn medewerking moet het doen van een pilot met waterstofbussen. Daarnaast wil de regio in relatie tot verlenen aan door de Concessieverleners goedgekeurde pilots met de inzet van waterstof graag meedenken over de ontwikkeling van smart grids voor de opwekking, het waterstofbussen of de ontwikkeling van smart grids. In de Financiële Paragraaf is opslaan en aanbieden van duurzame energie. Hierin zien we een koppeling met andere beleidsvelden dan het OV de mogelijkheid om de te verbinden met andere aangegeven hoe bepaald wordt of de Concessiehouder in dat geval in aanmerking komt voor een aanvullende subsidie. functionaliteiten en E-vervoermodaliteiten. Dit kan betekenen dat de laadlocatie anders is Wat uw opmerking over het interne besluitvormingstraject geldt dat het aan de dan nu is voorgesteld. Vanzelfsprekend zal deze afweging in overleg met provincie en eventueel vervoerder gebeuren. Hoe dan ook gaat Deventer nog een intern besluitvormingstraject in, waarin wordt bepaald in hoeverre de ambities op gebied van Concessieverlener, i.c. GS van de provincie Overijssel, is om te bepalen welke eisen ten aanzien van duurzaamheid in nieuwe OV-concessies worden opgenomen. Vanzelfsprekend zullen ambities en bereidheid tot medewerking van gemeenten bij de duurzaamheid (C02-neutraal in 2030) een plek moeten krijgen in de nieuwe OV-concessie. afwegingen hierover betrokken worden Cleantechregio nvt nvt We gaan ervan uit dat er goede afspraken komen over de installatie en het beheer van de U kunt er vanuit gaan dat in de concessie duidelijke afspraken worden gemaakt over de laadinfrastructuur, waarbij uitgangspunt is dat hieraan voor de gemeente geen kosten zijn verdeling van taken, verantwoordelijkheden en kosten wat betreft aanleg, beheer en verbonden. Daarbij is van belang dat keuzes in de laadinfrastructuur geen beperking veroorzaken voor innovatieve ontwikkelingen in onze regio, zoals Hedgehog. Vanzelfsprekend hebben de gemeenten daarnaast een wettelijke rol om de daadwerkelijke realisatie van laadinfrastructuur via een vergunningentraject mogelijk te maken. Wij kijken met een brede blik naar onze stationsgebieden. Daar kunnen ook onderhoud van (onderdelen van) de laadinfrastructuur. Het betreft hierbij een verdeling tussen Concessieverleners en Concessiehouder, met eventueel een faciliterende rol voor gemeenten. In het kader van het nog af te sluiten Convenant Weginfrastructuur hopen wij nadere afspraken met gemeenten te kunnen maken over het belang van de aanleg van laadinfrastructuur ten behoeve van emissievrije voertuigen en hun rol daarin. andere belangen dan die van het OV (w.o. ruimtelijke belangen) een doorslaggevende rol spelen Cleantechregio nvt nvt Een specifieke opmerking willen wij maken over busstation Deventer als potentiële laadlocatie. Het is nog de vraag in hoeverre deze locatie daadwerkelijk realiseerbaar is in relatie tot de monumentale status van het omliggende Rijsterborgherpark en naastgelegen stationsgebouw. Wij gaan hierover graag met u in overleg Gemeente Amersfoort Over meerkosten bij wegomleidingen, lijkt in tegenspraak met Wij (als wegbeheerder) vergoeden geen meerkosten ten gevolge van omleidingen. Omdat de gemeente Deventer tijdelijk deel uitmaakt van de Concessie IJssel-Vecht stellen wij geen eisen aan de inzet van emissievrije voertuigen op lijnen in en naar deze gemeente. Bij de voorbereiding van de Concessie Berkel-Dinkel, waar Deventer te zijner tijd deel van gaat uitmaken, zullen wij met betrokken partijen in overleg treden over de wenselijkheid van en mogelijkheden bij busstation Deventer als laadlocatie. Eis is aangepast. Wij merken op dat uw principe om als wegbeheerder geen meerkosten van omleidingen te willen vergoeden ertoe kan leiden dat ten tijde van omleidingen minder of geen openbaar vervoer geboden kan worden. meerkosten zijn in principe voor rekening en risico van de concessiehouder 58

69 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Apeldoorn Wij hebben als gemeente een verantwoordelijkheid als het gaat om haltes. Denk daarbij aan verkeersbesluiten en juridische besluiten. Het lijkt ons verstandig om deze rol te benoemen. Voorkomen dient te worden dat als gevolg van voorgestelde wijzigingen door de aanbieders gedwongen uitvoering door wegbeheerders zoals wijzelf ontstaat. Wij hebben mede naar aanleiding van uw opmerking een extra bepaling aan het Programma van Eisen toegevoegd en bepaling van het ontwerp-programma van Eisen aangepast. Nieuw artikel 4.2.4: De Concessiehouder (ver)plaatst geen Haltepalen zonder voorafgaande schriftelijke instemming van de betreffende Wegbeheerder. Nieuwe tekst artikel (was 4.2.6): De Concessiehouder verwijdert na voorafgaande schriftelijke instemming van de betreffende Webeheerder(s) Haltepalen bij Haltes in het Concessiegebied IJssel-Vecht waar niet langer Lijnen van de Concessiehouder of vanuit aangrenzende concessiegebieden halteren Gemeente Apeldoorn Momenteel wordt er in de concessie Veluwe met flexhaltes gewerkt. We zouden graag willen dat deze haltes expliciet worden benoemd Gemeente Apeldoorn Wij zien de ontwikkeling van het busstation in Apeldoorn als een integrale opgave ten behoeve van mobiliteit. Dit betekent dat wij graag willen onderzoeken of het mogelijk is om bijvoorbeeld ruimte te bieden aan treinvervangend busvervoer en Flixbus. Bovendien speelt hier een opgave rondom voorzieningen voor elektrificatie. Wij willen u vragen hier rekening mee te houden. De Concessiehouder mag flexhaltes toepassen. Dit zijn voor een ieder herkenbare in- en uitstapmogelijkheden voor de Reiziger buiten de reguliere Haltes die zijn opgenomen in het CHB (Centraal Haltebestand). Concessiehouder plaatst palen met borden hiervoor in overleg met de Wegbeheerder. Na afloop van de Concessie draagt hij de palen en borden om niet over aan de opvolgende Concessiehouder. Wij nemen kennis van uw verzoek en gaan hierover graag met u in gesprek. Wij vinden het belangrijk dat er voldoende ruimte blijft voor de stads- en streekbussen en dat deze bussen op voor reizigers logische plekken kunnen halteren. Nieuw artikel : Bovenstaande eisen gelden ook ingeval de Concessiehouder kiest voor flexhaltes tussen de vaste Haltes van een Lijn. De Concessiehouder ziet er in dat geval op toe dat Reizigers daadwerkelijk bij flexhaltes kunnen in- en uitstappen Gemeente Apeldoorn 4 nvt Wij lezen in het PVE dat u voor wat betreft laadinfrastructuur bij Station Apeldoorn overweegt om de energielevering en laadinfrastructuur in eigen regie te houden. Dit zien wij als enige mogelijkheid om snel én voor gebruikers betaalbaar zero emissie OV te Zoals in het ontwerp-programma van Eisen is aangekondigd is de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen Concessieverleners en Concessiehouder wat betreft de aanleg van laadinfrastructuur inclusief basisvoorzieningen in het definitieve Programma kunnen aanbieden. Aangezien de ontwikkelingstijd dringt, verzoeken we u hier zo spoedig van Eisen nader uitgewerkt. mogelijk duidelijkheid over te verschaffen. Wij vragen daarbij tevens aandacht en ruimte voor initiatieven die door Hedgehog Innovations BV worden uitgedacht. Dit Apeldoornse bedrijf biedt zowel een bufferfunctie voor stroom als een (toekomstige) mogelijkheid remenergie van treinen te benutten. De komende periode wordt gekeken in hoeverre initiatieven als die van Hedgehog Innovations BV eventueel in de vorm van een pilot kan worden opgestart. Van de Concessiehouder wordt verwacht dat hij, voor zover nodig, medewerking aan een dergelijke pilot verleent Gemeente Apeldoorn 4 nvt Voor Apeldoorn is in dit kader blijvende hoge kwaliteit van het busstation Apeldoorn Centraal van belang. We werken aan een energy house, waarin de technische laadvoorzieningen een plaats kunnen krijgen. Tevens voorzien we een rustruimte voor chauffeurs en een demonstratieruimte voor de technologie achter remenergie voor treinen. Om dit project voortvarend aan te pakken, is het van belang dat u in het PVE zeker stelt dat aanbieders van deze faciliteit gebruik gaan maken. Wij nemen uw verzoek niet over. Enerzijds omdat op dit moment nog onduidelijk is hoe de door u genoemde voorzieningen eruit komen te zien en tegen welke voorwaarden hiervan gebruik kan worden gemaakt. Anderzijds omdat dit ingrijpt in de bedrijfsvoering van de Concessiehouder. PvE paragraaf 4.3 is aangepast en bijlage 7 is toegevoegd Gemeente Apeldoorn 4 nvt Voor de perrons van het busstation constateren we dat naast toevoegen van laadinfrastructuur onze dynamische reisinformatie aan vernieuwing toe is. Daarnaast willen we mede gezien de wijziging van het gebruik een herindeling van het gebruik van perrons, waarbij ook de Flixbus en vervangend busvervoer bij treinstoringen een plaats dient te krijgen. De start van een nieuwe concessie is het moment om de stationsomgeving gezamenlijk aan te pakken. Wij nemen kennis van uw verzoek en gaan hierover graag met u in gesprek. Deze wijzigingen vallen buiten de scope van de aanbesteding Gemeente Ede Laadinfra op busstation OV-knoop Ede-Wageningen De komende jaren wordt station Ede-Wageningen volledig vernieuwd. Het bijbehorende busstation wordt naar de zuidzijde van het spoor verplaatst. Het werk moet in 2021/2022 gereed zijn. Vanaf die datum hebben wij samen met de provincie Gelderland de ambitie om de stadslijnen batterij-elektrisch te laten rijden. Uit studies blijkt dat het busstation OV-knoop Ede-Wageningen de aangewezen locatie is voor het opladen van de bussen. Over de implementatie van laadinfra in de nieuwbouw van het busstation zijn we in overleg met de provincie. Om de voortgang te borgen is het van belang dat dit punt ook verwerkt wordt in het voorliggende Programma van Eisen. In bijlage 7 bij het Programma van Eisen is Ede-Wageningen benoemd als één van de locaties voor de aanleg van laadinfrastructuur. Bijlage 7 is aan het Programma van Eisen toegevoegd Gemeente Harderwijk 4 nvt Eisen voor duurzaamheid (hoofdopgave) en de transitie naar zero emissie openbaar vervoer spreekt ons als gemeente enorm aan. Indien we als gemeente daar een steentje in kunnen bijdragen, wanneer bijvoorbeeld het busstation van Harderwijk wordt aangewezen als oplaadlocatie, willen wij dat graag ondersteunen. Wij waarderen uw aanbod. In het kader van het nog af te sluiten Convenant Weginfrastructuur hopen wij nadere afspraken met gemeenten te kunnen maken over het belang van de aanleg van laadinfrastructuur ten behoeve van emissievrije voertuigen en hun rol daarin. 59

70 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Lelystad Wegomleidingen: Wij hebben geen zicht in wat er in het Convenant Weginfrastructuur opgenomen gaat worden. Wij kunnen ons daarom niet zo maar vinden in de bepaling dat de concessiehouder de meerkosten als gevolg van wegomleidingen op de wegbeheerder(s) kan verhalen. De concessieverleners kunnen dit niet via het PvE aan de wegbeheerders opleggen. Zo n bepaling komt nu ook niet in de concessie Lelystad voor, en zover wij weten ook niet in IJsselmond (de concessiehouder IJsselmond heeft althans nooit geprobeerd een claim bij ons in te dienen). Wij adviseren u (#14) de tekst van dit artikel aan te passen om geen verkeerde verwachtingen naar inschrijvers te wekken. Wij nemen kennis van uw standpunt. In het kader van het op te stellen Convenant Weginfrastructuur hopen wij nadere afspraken met wegbeheerders te maken over de vergoeding van meerkosten bij tijdelijke niet-beschikbaarheid van infrastructuur. Wij merken daarbij op dat wanneer wegbeheerders geen meerkosten van omleidingen willen vergoeden dit ertoe kan leiden dat ten tijde van omleidingen minder of geen openbaar vervoer geboden kan worden Gemeente Lelystad Haltes: Wij adviseren u (#15) op te nemen dat RVV-borden L3 niet verplaatst/geplaatst/verwijderd mogen worden zonder dat daartoe het wettelijke verplicht verkeersbesluit door de wegbeheerder (als bedoeld in de Wegenverkeerswet/RVV) genomen is. Daarnaast adviseren we u (#16) op te nemen dat gemeenten bevoegd zijn voor naamgeving van objecten in de openbare ruimte, zoals nieuwe bushaltes. Bij de bepaling van haltepalen adviseren wij u (#17) toe te voegen dat RVV-borden L3 niet verwijderd mogen worden als de buslijn van IJssel-Vecht vervalt als er nog wel bussen vanuit een andere concessie of een (concessievrije) langeafstandsbuslijn bij betreffende halte(s) halteren. Wij hebben mede naar aanleiding van aanbevelingen #15 en #17 een extra bepaling aan het Programma van Eisen toegevoegd en bepaling van het ontwerp-programaa van Eisen aangepast. Bevoegdheden die zijn vastgelegd (o.a. aangaande aanbeveling #16) zijn van toepassing op deze concessie. De verkeersbesluiten zijn een wettelijke verplichting en hoeft ons inziens daarom niet in het PvE opgenomen te worden. Nieuw artikel 4.2.4: De Concessiehouder (ver)plaatst geen Haltepalen zonder voorafgaande schriftelijke instemming van de betreffende Wegbeheerder. Nieuwe tekst artikel (was 4.2.6): De Concessiehouder verwijdert na voorafgaande schriftelijke instemming van de betreffende Webeheerder(s) Haltepalen bij Haltes in het Concessiegebied IJssel-Vecht waar niet langer Lijnen van de Concessiehouder of vanuit aangrenzende concessiegebieden halteren Gemeente Lelystad Laadinfrastructuur en tijdhaltes: Wij zullen met u in overleg treden over de locaties in Lelystad waar onzes inziens laadinfrastructuur geplaatst kan worden. Uitgangspunt is daarbij voor ons dat een pantograaflaadtechniek (panto-up of panto-down) die naast stekkerladen eventueel in de concessie Airportshuttle geoffreerd wordt, als enige pantograafoptie voor de stadsbussen in Lelystad opgenomen wordt, om dubbelinvesteringen en dubbel ruimtebeslag van twee soorten pantograaflaadpalen te voorkomen. Wij worden verder graag betrokken bij de keuzes voor de aanwijzing van de tijdhaltes Gemeente Noordoostpolder 4 nvt Stimuleer innovatie in het Programma van Eisen Graag zien we dat vervoerders inspelen op de huidige en komende technologische ontwikkelingen. We zijn bereid mee te denken in niet-standaard oplossingen, zowel voor het verder versterken van het kernnet, als het ontwikkelen van alternatieven op de ontwikkellijnen. Zo vervangt Noordoostpolder een groot deel van haar VRI s door IVRI s die een bijdrage leveren aan een vlottere verkeerafwikkeling. In het voortraject van dit PvE hebben we ons positief uitgesproken voor een toekomstige laadlocatie op het busstation in Emmeloord Gemeente Raalte De inhoud van het Convenant Weginfrastructuur is bij ons niet bekend. Graag ontvangen we hier nadere toelichting over. Indien een wegomleiding noodzakelijk is als gevolg onderhoudsmaatregelen dan worden deze meerkosten gezien als bedrijfsrisico voor de Concessiehouder. Gemeente Raalte zal in deze geen aansprakelijkheid erkennen Gemeente Raalte Gemeente Raalte heeft een rijke traditie aan jaarlijkse evenementen. Inschrijver kan via de gemeentelijke site een inschatting maken van eventuele meerkosten als gevolg van wegomleidingen en dit meenemen in de inschrijfprijs. Claims met meerkosten als gevolg van evenementen worden, door gemeente Raalte als wegbeheerder, niet in behandeling genomen. Wij maken graag van uw aanbod gebruik om met ons te overleggen waar en hoe laadinfrastructuur ten behoeve van zero-emissievoertuigen het beste gerealiseerd kan worden. Wij kunnen echter niet zonder meer gehoor geven aan uw verzoek om de gekozen laadinfrastructuur ten behoeve van de Airportshuttle in de Concessie IJssel-Vecht voor te schrijven. Reden is dat wij in dat geval geen level playing field bij de aanbesteding van deze concessie kunnen waarborgen. Wat betreft de locatie van tijdhaltes geldt dat de Concessiehouder na overleg met de betreffende Wegbeheerder(s) moet bepalen. Naast de eisen die hieraan in het Programma van Eisen gesteld worden, zal geïnteresseerde vervoerders worden gevraagd om onder meer in hun Materieelplan aan te geven hoe zij inspelen op technologische ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld ivri en ISA (intelligente snelheidsaanpassing). Wij waarderen uw positieve houding ten aanzien van de eventuele aanleg van laadvoorzieningen op busstation Emmeloord. Zoals in voetnoot 17 van het ontwerp-programma van Eisen is aangegeven betreft het een voornemen van de Concessieverleners om met wegbeheerders een Convenant Weginfrastructuur af te sluiten. Wij merken op dat uw principe om als wegbeheerder geen meerkosten van omleidingen te willen vergoeden ertoe kan leiden dat ten tijde van omleidingen minder of geen openbaar vervoer geboden kan worden Gemeente Raalte Indien op verzoek van concessiehouder investeringen in de openbare ruimte nodig blijken te zijn, komen deze investeringskosten ten laste van de aanvrager. De aanvrager kan geen rechten uit deze investeringen claimen Gemeente Raalte Het (ver)plaatsen van Haltepalen is alleen toegestaan wanneer vooraf schriftelijke instemming is afgegeven en na vooraf overleg met wegbeheerder. Wij nemen kennis van uw standpunt. In het kader van het op te stellen Convenant Weginfrastructuur hopen wij nadere afspraken met wegbeheerders te maken over de financiering van aanpassingen in weginfrastructuur. In het Programma van Eisen verwachten wij van de Concessiehouder dat hij terughoudend zal zijn met voorstellen tot aanpassingen, zonder dat wij dit willen ontmoedigen door kosten van aanpassingen bij de Concessiehouder in rekening te brengen, mede omdat de Concessiehouder zelf geen opdrachtgever voor de aanpassingen zal zijn en daardoor beperkte invloed op de hoogte van de kosten heeft. Wij hebben mede naar aanleiding van uw opmerking voor deze bepaling een extra bepaling aan het Programma van Eisen toegevoegd. Nieuw artikel 4.2.4: De Concessiehouder (ver)plaatst geen Haltepalen zonder voorafgaande schriftelijke instemming van de betreffende Wegbeheerder. 60

71 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Gemeente Urk 4 nvt Afgelopen periode is er regelmatig overleg over verbeteringen van het openbaar vervoer van en naar Urk geweest met de provincie Flevoland. In is duidelijk geworden dat om de grote bussen op Urk te concentreren op de gebiedsontsluitingswegen een busstation nodig is zodat de ruimte in de dienstregeling en de rusttijden van de chauffeur op Urk opgevangen kan worden. De gemeente Urk heeft in 2015 dan ook een locatieonderzoek laten uitvoeren en ruimte voor een eindhalte gereserveerd. In 2017 heeft de provincie zowel in de Noordoostpolder als op Urk werkconferenties georganiseerd om de wensen van Noordelijk Flevoland scherp te krijgen. Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Uw onderzoeken zijn aan potentiele Inschrijvers beschikbaar gesteld via het informatieportaal Gemeente Zwolle 4 nvt Rol wegbeheerder / gemeente Zwolle Het Ontwerp PvE omschrijft de rol van de gemeente. Zo is hierin de gemeente Zwolle verantwoordelijk gesteld voor de aanleg, beheer en beschikbaar stellen van de infrastructuur. Tevens wordt hierin gesuggereerd dat de concessiehouder bij wegwerkzaamheden hoe dan ook door de wegbeheerder wordt gecompenseerd. Hier wordt verwezen naar het samenwerkingsconvenant openbaar vervoer West Overijssel. Waarin taken en verantwoordelijkheden zijn benoemd en ten aanzien van werkzaamheden slechts onder voorwaarden compensatie mogelijk is. Bij voorstellen tot wijziging in de lijnvoering is gebruik van de huidige infrastructuur inclusief bestaande haltes vertrekpunt. Ontwikkeling en planvorming door de concessiehouder zoals routewijzigingen is mede afhankelijk van investeringen in de infrastructuur. Wij zien hierin een grote bedreiging in de vernieuwingsdrang de bij de concessiehouder wordt belegd en de haalbaarheid van ambities in een businessmodel. En mogelijk ongelijke behandeling gezien de nieuwe concessiegrenzen. Advies In het O-PvE moet helder zijn wanneer er sprake is van compensatie. Daarnaast is om doorontwikkeling/transitie in het openbaar vervoer mogelijk te maken, uitzicht omtrent de uitvoerbaarheid van infrastructurele aanpassingen gewenst. Huidig vertrekpunt is dat de gemeente Zwolle geen aan het openbaar vervoer gelabelde middelen beschikbaar heeft voor infrastructurele aanpassingen. Wij adviseren de concessieverlener hiervoor de nodige reserveringen in acht te nemen. Zoals wij in voetnoot 15 van het ontwerp-programma van Eisen hebben aangegeven, hebben wij de intentie om met wegbeheerders afspraken te maken over aanpassingen van de beschikbaarheid van infrastructuur. Onderdeel van die afspraken kunnen de verdeling van investeringen in aanpassingen van de infrastructuur en eventuele compensatie van meerkosten bij tijdelijke niet-beschikbaarheid van infrastructuur als gevolg van wegwerkzaamheden of evenementen. De uitkomst van dit proces bepaalt in hoeverre wij middelen zullen moeten reserveren voor aanpassingen van de infrastructuur Gemeente Zwolle 4 nvt Ten aanzien van duurzaamheid is de gemeente positief over het principe dat het stadsvervoer in Zwolle vanaf de start van de concessie elektrisch dient te zijn. Wij beschouwen dit als een zeer welkome bijdrage in ons beleid dat gericht is op het optimaliseren van de leefbaarheid, met name in de binnenstad. Wel roept dit de vraag op wie de laadinfra en de daarvoor benodigde ruimte zal financieren. De gemeente gaat uit dat de realisatie van laadinfrastructuur door concessieverlener wordt gefinancierd. In het O-PvE geeft u aan dat de Concessieverleners overwegen om zelf de basisvoorzieningen te realiseren op verplichte locaties. De gemeente Zwolle vraagt zich daarbij af wat waar deze overweging vanaf hangt, wanneer dit duidelijk wordt en wat Uitgangspunten voor de Concessie IJssel-Vecht zijn dat de transitie naar emissievrij openbaar vervoer niet ten koste van het voorzieningenniveau mag gaan en dat de huidige exploitatiebudgetten het plafond voor de nieuwe concessies vormen. Dit betekent onder meer dat de kosten voor aanleg van laadinfrastructuur inclusief basisvoorzieningen vanuit de exploitatiebudgetten betaald moeten worden en daarmee voor rekening en risico van de Concessiehouder komen, tenzij de Concessieverleners beslissen een deel van de kosten voor eigen rekening te nemen. Het is dus niet de intentie om deze kosten op de betreffende wegbeheerder te verhalen. Zoals in het ontwerp-programma van Eisen is aangekondigd is de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen Concessieverleners en Concessiehouder wat betreft de verplichte locaties zijn. En dat hierover tijdig overleg wordt gevoerd met de wegbeheerder aanleg van laadinfrastructuur inclusief basisvoorzieningen in het definitieve Programma of eigenaar en belanghebbenden inzake de ruimtelijke impact en inpassing van van Eisen nader uitgewerkt. noodzakelijke laadinfrastructuur. De gemeente Zwolle gaat ervan uit dat de concessieverlener inhoudelijk en financieel in dit proces voorziet (inclusief eventuele informatieavonden, bezwaarprocedures etcetera). PvE paragraaf 4.3 is aangepast en bijlage 7 is toegevoegd Provincie Utrecht In paragraaf zegt u dat de provincies overwegen de laadinfra van een beperkt aantal punten (vooral: centrale NS-stations) zelf te gaan aanleggen. Hierbij zegt u nog niets over de verdeling van verantwoordelijkheden. Wij stellen voor om hierover met u nader van gedachten te wisselen over welk beeld u heeft over hoe de verantwoordelijkheden in te richten Provincie Utrecht In aanvulling op paragraaf stellen wij ons voor dat laadinfrastructuur voor de lijnen uit de concessie IJssel-Vecht in het Amersfoortse aan de orde komen. Afstemming hierover met u lijkt ons noodzakelijk. In het definitieve Programma van Eisen hebben we de verdeling van taken en verantwoordelijkheden wat betreft aanleg, beheer en onderhoud van (onderdelen van) de laadinfrastructuur nader uitgewerkt en verduidelijkt. Vooralsnog hebben wij inderdaad alleen potentiële laadlocaties binnen het Concessiegebied IJssel-Vecht in kaart gebracht. Voor eventuele laadlocaties buiten het concessiegebied geldt dat de Concessiehouder volledig verantwoordelijk is voor de realisatie daarvan en daarbij afhankelijk is van de medewerking van de betreffende gemeente/wegbeheerder. Niettemin maken wij graag van uw aanbod gebruik om ambtelijk de mogelijkheden daarvoor te verkennen. 61

72 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Provincie Utrecht 4 nvt Ten aanzien van de in de bijlage 3 genoemde te gedogen lijnen merken wij op dat het van belang is dat voor toekomstige zero-emissie (elektrische) bussen er overleg met u nodig is ten aanzien van gelijke laadsystemen. Voor bovengenoemde aspecten stellen wij voor om in Q1/Q hierover met u af te stemmen. Het door u bedoelde overleg is ons inziens alleen relevant wanneer de Concessiehouder laadvoorzieningen op eindpunten buiten het concessiegebied wil aanleggen. De verantwoordelijkheid voor de aanleg van deze laadvoorzieningen ligt volledig bij de Concessiehouder, hetgeen onder meer inhoudt dat hij bij de betreffende gemeente/wegbeheerder zal moeten nagaan aan welke eisen deze laadvoorzieningen moeten voldoen Regio FoodValley Onder staat Ede centraal. Dit is NS station Ede-Wageningen. Kan hier ook een verwijzing worden opgenomen naar 6.3.2b? Wij hebben de tekst aangepast en een verwijzing toegevoegd. In artikel is 'Ede centraal' vervangen door 'NS station Ede-Wageningen' en aan het eind van de eerste zin is '(zie ook 6.3.3b)' toegevoegd Regio FoodValley Wij verzoeken u om onder bij nog aan te vullen locaties locatie Frankeneng (huidig groengas vulpunt) en/of terrein Greenpoint fuels bij rotonde Schutterweg op te nemen. Wij hebben uw verzoek niet overgenomen. Reden is dat het voorschrijven van deze locaties direct ingrijpt op de bedrijfsvoering van de Concessiehouder, hetgeen wij onwenselijk achten. Artikel is vervallen Regio FoodValley 4 nvt Als wegbeheerders worden de FoodValley gemeenten graag in een vroeg stadium betrokken bij eventuele plannen voor andere lijnvoering. Op die manier kunnen zo vroeg mogelijk de verkeerskundige mogelijkheden en politiek/maatschappelijke overwegingen worden meegenomen ROCOV's Oost Apeldoorn heeft geen directe Noord-Zuid verbinding per spoor. Dat is een gebrek, snel vervoer (per trein) is niet mogelijk. Bussen kunnen onmogelijk de snelheid van een trein benaderen vanwege restricties van maximale snelheid (50 km/u of lager in de stad en 80 km/u op de buitenweg en/of snelweg). Verder ondervindt de bus vertraging door o.a. files, snelheid beperkende maatregelen zoals verkeerslichten, rotondes en drempels/hobbels. Het is van vitaal belang dat de provincie in samenwerking met de wegbeheerder aan grote versnellingen werkt. Een goed busbanen netwerk, m.n. in Apeldoorn en Arnhem wordt sterk aanbevolen om van A-lijnen een echt succes te maken. De provincie zou dit kunnen/moeten subsidiëren. Het is dus beter om in het weekeinde en de avond met de treinen van Apeldoorn via Deventer naar Zwolle te gaan! Wij begrijpen uw behoefte. Om die reden is overleg met gemeenten/wegbeheerders één van de activiteiten in het kader van de Procedure Vervoerplan. In het kader van nog af te sluiten Convenant Weginfrastructuur hopen wij met wegbeheerders nadere afspraken te maken over het moment waarop dit overleg moet plaatsvinden. Wij delen uw visie wat betreft het belang van een goede doorstroming van buslijnen. De provincie Gelderland verkent op dit moment mogelijke maatregelen om de snelheid en betrouwbaarheid van een aantal buslijnen in de provincie te verhogen. Besluitvorming hierover valt buiten de scope van de Concessie IJssel-Vecht. Wel is in de concessie de verplichting voor de Concessiehouder opgenomen om van beschikbare OV-infrastructuur gebruik te maken ROCOV's Oost Wegbeheerders dienen tijdig concessiehouder op de hoogte te stellen van Zoals wij in voetnoot 17 van het ontwerp-programma van Eisen hebben aangegeven, wegwerkzaamheden (zeker de provincies; via Meldpunt Wegwerkzaamheden??) : Bij hebben wij de intentie om met wegbeheerders afspraken te maken over aanpassingen omleidingen in verband met werkzaamheden of evenementen altijd vooraf informeren en van de beschikbaarheid van infrastructuur. Onderdeel van die afspraken kunnen de niet achteraf. De concessiehouder moet dat niet alleen doen aan de concessieverlener. Het is ook zaak dat de reizigers hiervan tijdig op de hoogte worden gesteld. Langduriger routewijzigingen moeten voor advies aan het ROCOV voorgelegd. Kosten voor de aannemer van de wegwerkzaamheden, bevordert de korte duur van omleiding. Maak de aannemer van wegwerkzaamheden verantwoordelijk voor de meerkosten van de verdeling van investeringen in aanpassingen van de infrastructuur en eventuele compensatie van meerkosten bij tijdelijke niet-beschikbaarheid van infrastructuur als gevolg van wegwerkzaamheden of evenementen. Deze afspraken vallen buiten de scope van het Programma van Eisen, omdat dit document alleen afspraken tussen de Concessieverleners en Concessiehouder bevat. concessiehouder. Maak niet de fout zoals in Putten (vervangende halte werd verrekend alsof er 3 km eerder was ingestapt) ROCOV's Oost Halteborden verwijderen als er geen bus meer rijdt, ook na afloop concessie Benaming en nummering op de halte borden akkoord. De platte haltes handhaven zoals die vrijwel overal in het land wordt gebruikt. Dus geen architectonische oprispingen met modieuze haltes die moeilijker afleesbaar zijn voor de reizigers. Bij staat 'concessiehouder verwijdert haltepalen bij haltes in het concessiegebied waar niet langer lijnen van concessiehouder halteren'; dat zou inhouden dat de concessiehouder haltepalen ook moet verwijderen als daar alleen lijnen van een andere concessie halteren (zoals in Bant, Rotonde en Emmeloord, Waterland). Zorg voor een systeem voor de (wandelend) recreant van buiten; dat duidelijk is waar hij of zij zich bevindt als er bij een halte op zondag bv geen bus komt en aanvullend vervoer nodig heeft. Dus een duidelijk kenmerk (postcode) op de halte. Zodat de Taxi o.i.d. het makkelijk kan vinden. Wij hebben mede naar aanleiding van uw opmerking bepaling van het Programma van Eisen aangepast. Nieuwe tekst artikel (was 4.2.6): De Concessiehouder verwijdert na voorafgaande schriftelijke instemming van de betreffende Webeheerder(s) Haltepalen bij Haltes in het Concessiegebied IJssel-Vecht waar niet langer Lijnen van de Concessiehouder of vanuit aangrenzende concessiegebieden halteren ROCOV's Oost Er is geen station Ede Centraal. Wel een Ede-Centrum en een Ede-Wageningen. Gezien de Wij hebben de naamgeving van bedoelde locaties aangepast. omgevende tekst vermoed ik dat de laatste hier in 4.2 wordt bedoeld. Edoch zijn er ook (vagere) plannen om de eerstgenoemde te verplaatsen/om te bouwen. Apeldoorn Centraal, Zwolle Centraal en Lelystad Centraal bestaan ook niet. Ik neem aan dat er over Apeldoorn, Zwolle (beide hebben meerdere stations) en Lelystad gesproken wordt. Het inrichten van een laadinfrastructuur kan een lange doorlooptijd hebben (m.n. wegens versterken van het achterliggend elektriciteitsnet). Neem als provincie het initiatief om de laadinfrastructuur tijdig gereed te hebben. In artikel is 'Ede centraal' vervangen door 'NS station Ede-Wageningen'. 62

73 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE ROCOV's Oost : Over de eindpunt voorziening in Zwolle is wel wat meer informatie wenselijk voor de aanbieders en dat gaat dan vooral om de buffer. Het ROCOV Overijsel-West heeft Wij hebben geconstateerd dat de term eindpuntvoorziening tot verwarring heeft geleid wat betreft de voorzieningen die bij busstation Zwolle beschikbaar komen. Ook komt uit In artikel "eindpuntvoorziening" vervangen door "Pauze-voorziening", zoals genoemd in Artikel 19, lid 6c van de CAO openbaar vervoer. begrepen dat die buffer kleiner is dan de huidige en dat daardoor vele bussen die tussen d de tekst niet naar voren dat het hierbij om een tijdelijke voorziening gaat. Wij hebben de spitsen niet hoeven te rijden in moeten rukken naar de garage. Dat levert extra kosten op en het is zaak dat de aanbieders daarvan in het PvE op de hoogte worden gesteld. De ROCOV s vinden dat dit soort extra kosten niet ten koste mag gaan van het voorzieningenniveau of wordt doorberekend in de tarieven. tekst in het definitieve Programma van Eisen aangepast. Verder stellen wij in een speciaal daartoe ingericht informatieportaal achtergrondinformatie met betrekking tot het Concessiegebied IJssel-Vecht aan geïnteresseerde vervoerders beschikbaar, waaronder informatie over het nieuwe busstation Zwolle Vervoerder /4.2.7 Naar aanleiding van de inhoud van en 4.2.7: klopt het dat we mogen uitgaan van een startsituatie van de nieuwe concessie waarin de huidige haltepalen, halteborden en infokasten om niet aanwezig/beschikbaar zijn? Dit is op dit moment niet overal identiek geregeld. In Midden Overijssel is de eigendomssituatie anders dan in IJsselmond. IJsselmond: De Concessiehouder dient de haltepalen aan het eind van de Concessie, om niet over te dragen aan de opvolgende Concessiehouder. In Midden Overijssel zijn ze eigendom van de provincie en krijgt de vervoerder ze in beheer. De Haltepalen met DRIS op zonne-energie blijven voorlopig in gebruik tot de provincie Overijssel besluit dat deze zijn afgeschreven. Eventuele vervanging is voor rekening van de Concessiehouder en de Haltepalen dienen aan het einde van de concessieperiode om niet te worden overgedragen aan de nieuwe vervoerder. In de provincie Gelderland gaan de huidige palen om niet naar de nieuwe Concessiehouder. Hij moet deze voor eigen rekening vervangen door de 'standaard' haltepalen Vervoerder Complicatie Het aanleggen van de benodigde laadinfrastructuur is momenteel nog een langdurig traject. Veel van de lijnen in het gebied lenen zich voor het aanleggen van laadinfrastructuur in stationsgebieden. De concessieverlener heeft in deze gebieden meer invloed dan de toekomstige concessiehouder en kan eerder dan de vervoerder beginnen met de voorbereidingen en de aanleg. Ons voorstel Inschrijvers zijn erbij gebaat als de concessieverleners voor eigen rekening de basisvoorzieningen van laadinfrastructuur faciliteren: de benodigde vergunningen en gemakkelijk bereikbare stroomkabels met een vermogen van minimaal 450 kw op een groot aantal haltes. Na gunning kan de concessiehouder met de wegbeheerder snel overgaan tot de verdere inrichting van het terrein en het plaatsen van laadpalen. Het is ook te overwegen om al op korte termijn op meer locaties dan genoemd in het Ontwerp PvE faciliteiten voor laadinfrastructuur aan te leggen. Deventer maakt wel deel uit van de aanbesteding IJssel-Vecht, maar stroomt na een aantal jaren uit. Het ligt derhalve niet voor de hand dat de nieuwe concessiehouder IJssel- Vecht gaat investeren in laadindfrastructuur. Ons voorstel is dat u ook voor deze stadsdienst (en de streeklijnen die daar halteren) de randvoorwaarden voor laadinfrastructuur faciliteert, en voor de overige aan te leggen infrastructuur een overnameregeling biedt (zie ook paragraaf 5). Zoals in het ontwerp-programma van Eisen is aangekondigd is de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen Concessieverleners en Concessiehouder wat betreft de aanleg van laadinfrastructuur inclusief basisvoorzieningen in het definitieve Programma van Eisen nader uitgewerkt. Daarbij is om de door u genoemde reden voor gekozen dat de Concessiehouder verantwoordelijk is voor de keuze en aanleg van de laadinfrastructuur, terwijl de Concessieverleners op verplichte locaties zorgdragen voor de realisatie van basisvoorzieningen. De Concessiehouder moet een gebruiksvergoeding betalen voor de door de Concessieverleners aan te leggen basisvoorzieningen; de hoogte hiervan is in de aanbestedingsdocumenten opgenomen. Wel zal begin 2019 in de drie provincies nog de optie worden voorgelegd om met het oog op de versnelling van de transitie naar emissievrij openbaar vervoer, kosten van de door de Concessieverleners aan te leggen basisvoorzieningen niet (volledig) ten laste van de exploitatiebudgetten te laten komen. Mocht Provinciale Staten hiermee instemmen dan zal de gebruiksvergoeding verlaagd worden en zal het gewijzigde bedrag zo snel mogelijk aan geïnteresseerde vervoerders kenbaar worden gemaakt Vervoerder Gelden aanpassingen van de routes ook indien wegbeheerders niet mee willen werken aan aanleg van laadinfrastructuur? Vervoerder Indien wij gedwongen worden tot inzet van andere voertuigen (bijvoorbeeld versterken ipv inzet grote bus) doordat wegbeheerders niet mee willen werken aan aanpassingen, voor wie zijn dan de meerkosten? Daar waar de Concessiehouder verantwoordelijk is voor de aanleg van Laadinfrastructuur inclusief basisvoorzieningen dient hij voordat hij (wijzigings)voorstellen voor routes doet, te inventariseren of de betreffende Wegbeheerder(s) bereid is (zijn) om hun medewerking te verlenen aan de aanleg van eventueel benodigde Laadinfrastructuur inclusief basisvoorzieningen. In genoemde situatie komen de meerkosten voor rekening van de Concessiehouder. De Concessiehouder dient namelijk vooraf bij Wegbeheerders te inventariseren met welke typen Voertuigen hij van bepaalde infrastructuur gebruik kan maken Vervoerder U geeft aan dat u overweegt op verplichte locaties zelf basisvoorzieningen aan te leggen ten behoeve van de energielevering en mogelijk ook laadinfrastructuur. Kunt u aangeven wat u verstaat onder de basisvoorzieningen voor de laadinfrastructuur? Bevat dat ook de Zoals in het ontwerp-programma van Eisen is aangekondigd is de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen Concessieverleners en Concessiehouder wat betreft de aanleg van laadinfrastructuur inclusief basisvoorzieningen in het definitieve Programma laadinfrastructuur zelf? Zo ja, bent u zich ervan bewust dat wanneer u beheerder bent van van Eisen nader uitgewerkt. laadinfrastructuur u ook verantwoordelijk bent voor de werking ervan en uw verantwoordelijkheid daarmee ook van invloed is op de uitvoering van de dienstregeling, bijvoorbeeld wanneer bussen niet kunnen laden door niet werkende laadinfra? Vervoerder Verstaat u onder de basisvoorziening van laadinfrastructuur ook de netwerkvoorzieningen en verzwaring van het netwerk? In het definitieve Programma van Eisen hebben we de verdeling van taken en verantwoordelijkheden wat betreft aanleg, beheer en onderhoud van (onderdelen van) de laadinfrastructuur nader uitgewerkt en verduidelijkt. 63

74 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Vervoerder Realiseert u zich dat indien u de keuze maakt voor een bepaald type laadinfra dit mogelijk A) Zoals in het ontwerp-programma van Eisen is aangekondigd is de verdeling van taken de keuze van busleverancier ernstig kan beperken? A) Rekening houdend met bovenstaande, wilt u in overweging nemen de aanschaf van laadinfra bij de vervoerder te leggen? B) Indien u met bovenstaande akkoord gaat, neemt u dan een passende overnameregeling op passend bij de afschrijvingstermijn, in uw definitieve aanbestedingsdocumenten? en verantwoordelijkheden tussen Concessieverleners en Concessiehouder wat betreft de aanleg van laadinfrastructuur inclusief basisvoorzieningen in het definitieve Programma van Eisen nader uitgewerkt en verduidelijkt. Daarbij is om de door u genoemde reden voor gekozen dat de Concessiehouder verantwoordelijk is voor de keuze en aanleg van de laadinfrastructuur. B) Een overnameregeling voor zero-emissievoertuigen inclusief bijbehorende laadinfrastructuur is onderdeel van de aanbestedingsdocumenten Vervoerder Indien u inderdaad eigenaar bent van de laadinfra, is het voor een goede kostenberekening noodzakelijk dat u tarieven kenbaar maakt voor onder meer het gebruik ervan. Maakt u deze bekend in de definitieve stukken? Ja, de gebruiksvergoeding die de Concessiehouder verschuldigd is voor de door de Concessieverleners aan te leggen basisvoorzieningen is in de aanbestedingsdocumenten opgenomen. Wel zal begin 2019 in de drie provincies nog de optie worden voorgelegd om met het oog op de versnelling van de transitie naar emissievrij openbaar vervoer, kosten van de door de Concessieverleners aan te leggen basisvoorzieningen niet (volledig) ten laste van de exploitatiebudgetten te laten komen. Mocht Provinciale Staten hiermee instemmen dan zal de gebruiksvergoeding verlaagd worden en zal het gewijzigde bedrag zo snel mogelijk aan geïnteresseerde vervoerders kenbaar worden gemaakt Vervoerder In Eis geeft u aan dat de haltepalen aan het einde van de concessie om niet overgaan naar de opvolgende concessiehouder. Kunt u aangeven in het definitieve Programma van Eisen hoe de overnamesituatie van de haltepalen is bij aanvang van de concessie IJssel-Vecht? Vervoerder Voor de laadinfrastructuur hebben we sterke voorkeur om dit zoveel mogelijk onder de verantwoordelijkheid van de inschrijver te plaatsen. Hiermee hebben de inschrijvers meer handvatten om de omlopen efficiënt op elkaar af te stemmen. De combinatie van type materieel, type batterij, type laadpaal en locatie van de laadvoorziening is onlosmakelijk verbonden aan het maken van een efficiënt vervoerplan ten gunste van de reiziger. Een voorbeeld ter illustratie: door een centraal station voor te schrijven als laadlocatie wordt inherent de vervoerkundige keuze gemaakt om lijnen te laten beginnen en eindigen op het centraal station. Doorgaande lijnen die verschillende wijken over het centraal station heen verbinden zijn niet meer mogelijk, omdat er dan te weinig tijd is om te laden. Dit is op dit moment niet overal identiek geregeld. In Midden Overijssel is de eigendomssituatie anders dan in IJsselmond. IJsselmond: De Concessiehouder dient de haltepalen aan het eind van de Concessie, om niet over te dragen aan de opvolgende Concessiehouder. In Midden Overijssel zijn ze eigendom van de provincie en krijgt de vervoerder ze in beheer. De Haltepalen met DRIS op zonne-energie blijven voorlopig in gebruik tot de provincie Overijssel besluit dat deze zijn afgeschreven. Eventuele vervanging is voor rekening van de Concessiehouder en de Haltepalen dienen aan het einde van de concessieperiode om niet te worden overgedragen aan de nieuwe vervoerder. In de provincie Gelderland gaan de huidige palen om niet naar de nieuwe Concessiehouder. Hij moet deze voor eigen rekening vervangen door de 'standaard' haltepalen. Zoals in het ontwerp-programma van Eisen is aangekondigd is de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen Concessieverleners en Concessiehouder wat betreft de aanleg van laadinfrastructuur inclusief basisvoorzieningen in het definitieve Programma van Eisen nader uitgewerkt. Daarbij is om de door u genoemde reden voor gekozen dat de Concessiehouder verantwoordelijk is voor de keuze en aanleg van de laadinfrastructuur Buurtbusvereniging Barneveld-Nijkerk , 5.2 en 5.3.: Gelden die ook voor de buurtbussen? De paragrafen 5.1 en 5.2 gelden ook voor buurtbussen. De normen voor punctualiteit gelden niet voor buurtbussen daarom is artikel toegevoegd ChristenUnie Doelstelling: goede toegankelijkheid alle doelgroepen. Maar hoe relateren we dat aan de De Concessieverleners verwachten dat reizigers die niet kunnen staan, door andere eis van maximaal 30 min staan? Dat is voor een deel van de reizigers veel te lang reizigers een zitplaats wordt geboden. Indien nodig kan het personeel van de Concessiehouder de reizigers hierop wijzen Gemeente Lelystad de optie voor extra ritten voor invulling van het capaciteitsprobleem ontbreekt. Het PvE voorziet hierin in de artikelen en Gemeente Lelystad vervangend vervoer mag ook niet aangeboden worden als dit leidt tot het breken van een De Concessiehouder dient zich te houden aan de wet, dus zal een personeelsstaking niet personeelsstaking. mogen breken Gemeente Noordoostpolder 5 nvt Betere vervoergarantie voor versterkingsritten Het inzetten van versterkingsritten moet en voorzien erin dat na uiterlijk 30 minuten de reiziger moet worden vervoerd. sneller. Het PvE moet beter waarborgen dat versterkingsritten tijdig ingezet worden. De Reactietermijnen ontslaan de Concessiehouder niet van het uitvoeren van de afgelopen jaren was er bij de start van het schooljaar telkens sprake van overvolle bussen concessievoorschriften.i24 (141 en 641), waardoor scholieren niet mee konden. De inzet van versterkingsritten liet te lang op zich wachten. Wij vinden een reactietermijn van twee dagen wenselijk Gemeente Noordoostpolder 5 nvt Vervoergarantie voor aansluiting op de stadsbus in Zwolle In 3.8 zijn eisen over aansluitingen opgenomen. De Inschrijver kan in zijn bieding zelf We vragen aandacht voor de aansluiting van de Kamperlijn op de stadsbus in Zwolle. Door aangegeven welke aansluitingen hij garandeert. De uitvoering van de dienstregeling en het verplaatsen van het busstation in Zwolle komt de aansluiting tussen de Kamperlijn en de stadsbus in het geding. Hierdoor komen reizigers uit Noordoostpolder en Urk niet op het realiseren van aansluitingen is een verantwoordelijkheid van de Concessiehouder. De Concessieverlener garandeert derhalve geen aansluitingen. tijd op hun bestemming. Graag horen wij hoe u deze overstap wilt garanderen Artikelen tot en met gelden niet voor buurtbuslijnen Provincie Utrecht In paragraaf heeft u het over een sta-norm van 30 minuten. Is dat niet een te lage kwaliteitseis? Dit mede in verband met niet gewenste staanplaatsen in bussen op auto(snel)wegen (i.v.m. veiligheid en comfort). De gekozen duur van 30 minuten beoogt dat streeklijnen die de stad inrijden vanaf de randen van de stad reizigers kunnen meenemen die dan gebruik kunnen maken van een staplaats. En dat drukke stadslijnen het reizigersaanbod aankunnen. De meeste reizigers willen liever staan dan op een volgende bus moeten wachten Het is niet toegestaan dat Reizigers meer dan 30 minuten moeten staan tijdens een Rit. Het is ongewenst dat Reizigers moeten staan op wegen waar de maximumsnelheid 80 km/h of hoger is. 64

75 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE PSP' Gesteld wordt dat de Concessiehouder alleen verantwoordelijk is voor het vervoer op de en voorzien erin dat na uiterlijk 30 minuten de reiziger moet worden vervoerd. betreffende Lijn. Dat is niet adequaat genoeg voor ons. De reiziger koopt een kaartje voor Aansluitingen zijn gegarandeerd wanneer de Concessiehouder deze zo omschrijft in zijn een traject. Daar ligt de verantwoordelijkheid van de vervoerder. Ook het behalen van aansluitingen hoort hier bij. Klantvriendelijkheid is wat de reiziger nodig heeft in deze gevallen. dienstregeling en laat zien in de planningtools die hij beschikbaar stelt aan de reizigers. De Concessieverlener zal in het concessiebeheer sturen op het laten halen van aansluiting, iets waarop ook de punctualiteitseis is afgestemd Regio FoodValley Ten aanzien van punctualiteit missen wij de mogelijkheid dat de vervoerder van te voren aan geeft bij welke frequente lijnen (6x/u of vaker) hij wil kiezen voor regelmaatsturing Regio FoodValley Bij een aansluitgarantie van trein op bus is deze garantie belangrijker dan de aankomsttijd. Wij zien graag verder toegelicht hoe u dit ziet in relatie tot punctualiteit Regio FoodValley 5 nvt Uit het ontwerp PvE blijkt dat de bus op de niet-tijdhaltes te vroeg mag vertrekken. Hoe zorgt de vervoerder ervoor dat zijn informatie en de reisadviezen van 9292.nl betrouwbaar zijn en blijven? Dit punt zal in de operationele samenwerking tussen Concessiehouder en Concessieverlener worden opgepakt. De wijze waarop de trein op de bus aansluit, maakt geen onderdeel van het PvE. Andersom biedt de norm van 85% voldoende ruimte om rekening te houden met de aankomsttijd van de trein. Ieder voertuig stuurt frequent berichten over zijn positie. Via het NDOV is deze informatie beschikbaar voor planners met actuele reisinformatie ROCOV's Oost minuten staan is voor sommige reizigers al veel te lang. Voor dergelijke reizigers moet De gekozen duur van 30 minuten beoogt dat streeklijnen die de stad inrijden vanaf de zitplaats garantie gegeven worden. Rijdend op een snelweg moeten alle reizigers over een randen van de stad reizigers kunnen meenemen die dan gebruik kunnen maken van een zitplaats kunnen beschikken. Wanneer zijn er aansluitingen gegarandeerd? En hoe gaat men er zeker van zijn dat de aansluitende bus ook daadwerkelijk wacht op de overstapper? staplaats. En dat drukke stadslijnen het reizigersaanbod aankunnen. De meeste reizigers willen liever staan dan op een volgende bus wachten. Aansluitingen zijn gegarandeerd wanneer de Concessiehouder deze zo omschrijft in zijn dienstregeling en laat zien in de planningtools die hij beschikbaar stelt aan de reizigers. De Concessieverlener zal in het concessiebeheer sturen op het laten halen van aansluiting, iets waarop ook de punctualiteitseis is afgestemd ROCOV's Oost Citaat: De Concessiehouder spant zich maximaal in om Rituitval te voorkomen Vaag: Hiervoor een meer concrete kwalificaties geven! Citaat: Het Vervangend Vervoer is als zodanig herkenbaar Hoe gaat de vervoerder dit doen? Hoe worden reizigers op de hoogte gesteld van een uitvallende laatste rit? Op een beginpunt van een rit is dit nog wel te doen, maar als er halverwege de rit iemand staat te wachten? Bij 5.2.6c beschreven: 'concessiehouder hoeft geen vervangend vervoer aan te bieden wanneer er sprake is van onverwacht; in welk geval concessiehouder de concessieverleners binnen 30 minuten informeert teneinde zich op overmacht te kunnen beroepen'; gaat het dan om 30 minuten vanaf het voorval of 30 minuten vanaf het moment dat de concessiehouder zelf op de hoogte is? Punt c: Het begrip overmacht beschrijven omdat het multi-interpretabel is. Het moet de concessiehouder niet te gemakkelijk worden gemaakt zich op overmacht te beroepen. De inspanning van de vervoerder wordt gestimuleerd door de gestelde norm in artikel Inzet van ander materieel kan op ontheffing van de Concessieverlener (artikel 6.1.3). Op deze wijze kan de Concessieverlener toetsen of de reiziger dit kan herkennen als vervangend materieel. T.a.v. informatie bij verstoringen wordt het PvE uitgebreid. Het begrip overmacht wordt omschreven in de Concessiebeschikking en is slechts in een zeer beperkt aantal situaties aan de orde. Artikel c is daarmee vervallen. Het PVE is verhelderd als het gaat om het melden van de situaties uit met artikel Het is niet toegestaan dat Reizigers meer dan 30 minuten moeten staan tijdens een Rit. Het is ongewenst dat Reizigers moeten staan op wegen waar de maximumsnelheid 80 km/h of hoger is c Actuele informatie over verstoringen met vermelding van oorzaak, verwachte duur en reisalternatieven (ook buiten het OV), zo spoedig mogelijk na het optreden van de verstoring. De Concessiehouder zorgt ervoor dat Reizigers zoals bedoeld in artikel desgevraagd deze informatie over door hen aangegeven reizen of trajecten ontvangen d hoe hij de Reizigers snel, correct en desgewenst persoonlijk en pro-actief informeert over verstoringen De Concessiehouder informeert de Concessieverleners binnen 30 minuten na aanvang van de Rituitval teneinde zich op de in artikel genoemde situaties te kunnen beroepen ROCOV's Oost Wie meet rituitval? Wat als een concessiehouder lager komt dan 85% binnen 120 seconden? Wat zijn acceptabele vertragingen? Hoe worden de tijdhaltes bepaald? En hoe wordt er gewaarborgd dat ritten niet eerder dan de vertrektijd vertrekken? ROCOV's Oost De vraag is waarom alleen in Gelderland nooit te vroeg van tijdhaltes mag worden vertrokken. Het is wenselijk dat tijdhaltes met de bijbehorende vertrekdiscipline in alle concessiedelen van IJssel-Vecht voor komen en niet alleen in Gelderland Vervoerder /4/5 U vraagt hier om extra inzet/inzet van grotere bussen als ware het een concessie uitgevoerd met dieselvoertuigen. Deze extra inzet is niet zonder meer mogelijk indien grote delen van het vervoer met ZE-voertuigen worden uitgevoerd (afhankelijkheid van laadproces, lagere actieradius etc). Het is daarom aan te raden dat er specifieke eisen ten aanzien van versterkingen worden geformuleerd. De ritdata worden automatisch doorgegeven aan het NDOV en de Concessiehouder moet daarnaast een administratie bijhouden die ook door een accountant wordt gecontroleerd. Deze gegevens worden door de Concessieverlener ook gebruikt om de Concessiehouder bij te sturen op o.a. te vroeg en te laat vertrekken. De Concessieverlener maakt hiervoor gebruik van de boeteregeling en het protocol sturing (onderdeel van de Financiele Bepalingen). Elke wijk/kern heeft mnimaal 1 tijdhalte (artikel a.). Toe te voegen en te verwijderen tijdhaltes worden onderdeel van het vervoerplan, dat goedgekeurd moet worden door de Concessieverlener (3.4.3b). De eisen ten aanzien van te vroeg vertrekken gelden voor het gehele concessiegebied. De milieueisen die in het kader van de transitie naar emissievrij openbaar vervoer worden gesteld zijn opgenomen in 6.3 en gelden voor alle voor uitvoering van de concessie IJssel- Vecht in te zetten voertuigen. Onder is de mogelijkheid voor de Concessieverlener opgenomen om hiervoor ontheffing te verlenen ten aanzien van versterkingsmaterieel, calamiteiten, evenementen en vervangend vervoer. De eis bij is nu functioneel geformuleerd. De wijze van uitwerking is aan de Concessiehouder Bij een te voorziene extra vervoervraag zet de Concessiehouder Versterkingsritten of Voertuigen met een grotere extra capaciteit in om te voorkomen dat Reizigers niet meekunnen of langer dan 30 minuten moeten staan Buurtbusvereniging Barneveld-Nijkerk Buurtbusvereniging Barneveld-Nijkerk c Onderdeel c voor de buurtbussen aanvullen met een VVS (zie onder a). Dit is een service aan de reizigers die je ook voor de buurtbus zou moeten bieden. Iets dergelijks vindt ik ook van onderdeel e. (displays voor het tonen van reisinformatie) c. geldt voor alle voor de concessie in te zetten voertuigen, dus ook voor buurtbussen. Buurbussen behoeven geen displays met reisinformatie te bevatten. De gedachte is dat in dergelijke kleine voertuigen de communicatie tussen de chauffeur en reiziger eenvoudiger kan plaatsvinden Wat zijn de eisen voor de buurtbus? In 6.3.2c is opgenomen dat voor auto's de minimum norm van Euro 5 geldt. 65

76 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Buurtbusvereniging Barneveld-Nijkerk Ik blijf dat onwerkbaar vinden en niet realistisch. De tekst is aangepast Bussen, Buurtbussen en Taxibussen beschikken over ruimte voor ten minste één (elektrische) rolstoel. Deze ruimte is voorzien van een rolstoelbevestigingssysteem waarmee de Reizigers met een rolstoel zichzelf zonder tussenkomst van andere personen moeten kunnen vastzetten, een beugel ter voorkoming van het zijwaarts verplaatsen in bochten, een vanuit de rolstoel bereikbare stopknop en een aanduiding van de rolstoelplaats Buurtbusvereniging Barneveld-Nijkerk Productformule Buurtbus. Wat is dat? Hiermee wordt bedoeld de uitstraling (merknaam, subnaam en kleurstelling) van voertuigen die worden ingezet op buurtbuslijnen Buurtbusvereniging Barneveld-Nijkerk Buurtbusvereniging Rijk van Nijmegen Buurtbusvereniging Rijk van Nijmegen Buurtbusvereniging Rijk van Nijmegen Buurtbusvereniging Rijk van Nijmegen Buurtbusvereniging Rijk van Nijmegen Buurtbusvereniging Rijk van Nijmegen Is dat alles? Daar kan en moet veel meer over geschreven worden. Veel eisen genoemd in het PvE gelden ook voor buurtbussen-buurtbuslijnen. Artikel 3.5 is uitgebreid. Ook is het Buurtbusprotocol OV Oost van toepassing op deze concessie waarin afspraken tussen Concessiehouder, Concessieverlener en uitvoerende buurtbusorganisatie zijn opgenomen c Waarom alleen eisen aan communicatiesysteem voor Buurtbussen en niet voor ALLE voertuigen? In c is het volgende opgenomen: (voertuigen zijn voorzien van) een communicatiesysteem waarmee het Personeel en bestuurders van Buurtbussen te allen tijde contact kunnen opnemen met de Verkeersleiding van de Concessiehouder. Hiermee worden alle voertuigen binnen de concessie bedoeld Dodehoekspiegel alleen voor Voertuigen geëist; dus niet voor Buurtbussen. Correct? Onder voertuigen worden zowel bussen als auto's verstaan. De eis voor dodehoekspiegel geldt overigens niet voor personenauto's Geen emissie-eisen aan Buurtbussen? In 6.3.3c is opgenomen dat voor auto's de minimum norm van Euro 5 geldt Display-eis en automatische halteomroep ook bij Buurtbussen? Er is een onderscheid: geldt voor alle voertuigen, geldt voor de grote bussen (displays, omroepsysteem en camera's) Elektrische oprijplaat ook in Buurtbus? Genoemde eis geldt voor alle voertuigen die voor uitvoering van de concessie IJssel-Vecht worden ingezet Waarom alleen bij Buurtbussen WÉL reclame toegestaan (mede gelet op vervuiling van Deze uitzondering volgt uit een bestuurlijke toezegging die aan een aantal de uitstraling en de zeer beperkte financiële opbrengst)? buurtbusverenigingen is gedaan. In de brandguide van het nieuwe Merk zullen wel kaders worden gesteld waaraan de reclame-uitingen moeten voldoen. 3.5Buurtbuslijnen De verantwoordelijkheden van buurtbusverenigingen en de Concessiehouder bij de uitvoering van buurtbuslijnen staan beschreven in het Protocol Buurtbus OV Oost. De Concessiehouder neemt bij de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht het bepaalde in het Protocol Buurtbus OV Oost in acht De buurtbusvereniging draagt onder andere zorg voor: a. Werven van vrijwilligers; b. Betrouwbaar uitvoeren van de Dienstregeling van de buurtbuslijn De Concessiehouder draagt in ieder geval zorg voor: a. Faciliteren buurtbusvereniging; b. Training en opleiding buurtbuschauffeurs; c. Het periodiek organiseren van de medische keuring en rijvaardigheidstest voor alle chauffeurs door een deskundige organisatie. Vanaf hun 75e levensjaar dienen chauffeurs ten minste één keer per twee jaar gekeurd te worden. De Concessiehouder houdt van alle keuringen een administratie bij zodat de Concessieverleners desgewenst kunnen controleren of deze keuringen en rijvaardigheidstesten regelmatig zijn uitgevoerd; d. Het afsluiten van diverse verzekeringen ten behoeve van de buurtbusvoertuigen en buurtbuschauffeurs (Wettelijke Aansprakelijkheid Motorvoertuigen, Ongevallenverzekering, Wettelijke Aansprakelijkheid Personen en Rechtsbijstand); e. Registratie van de KPI s genoemd in artikel De Concessiehouder neemt alle in Bijlage 5 genoemde buurtbuslijnen op in het Vervoerplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving Na overleg met de Concessiehouder, de betreffende buurtbusvereniging en betrokken gemeenten, kunnen de Concessieverleners besluiten om gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht buurtbuslijnen toe te voegen of te beëindigen De Concessiehouder stelt jaarlijks in overleg met de betreffende buurtbusvereniging de Dienstregeling voor buurtbuslijnen op en legt deze, als onderdeel van het Vervoerplan, ter vaststelling voor aan de Concessieverleners. 66

77 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Cleantechregio Wij zijn in onze regio bezig met C-ITS toepassingen. Die hebben ook betrekking op de communicatie tussen OV (bus) en een verkeerslicht. Ik neem aan dat hierbij in de aanbesteding rekening wordt gehouden? Dat aanbieders uitgenodigd worden om prioriteitsaanvragen doen via de ITS toepassingen die ontwikkeld zijn? Overigens zou het ook een idee kunnen zijn om voertuiggegevens te vragen van de aanbieders (bv stops/files, gladheid, noodstops). Mijn vraag is: jullie nemen dit mee in de programma s van eisen? Het PvE is uitgebreid De Concessieverleners zien de gebruikerstoepassing "geconditioneerde coöperatieve OV prioriteit" als een belangrijke toepassing voor bevordering van de doorstroming bij kruispunten. Implementatie van deze coöperatieve toepassing (via cellulaire techniek) vraagt aanpassingen van bestaande verkeersregelinstallaties. De Concessiehouder werkt vanuit zijn eigen rol en mogelijkheden actief aan deze aanpassingen mee, onder meer door ervoor te zorgen dat de Voertuigen geschikt zijn voor het uitvoeren van C-ITSprioritering bij de betreffende verkeersregelinstallaties. De Concessiehouder en zijn Voertuigen voldoen aan de eisen en afspraken zoals deze zijn en worden vastgelegd binnen het partnership Talking Traffic (zie ook het document OV besteksteksten mbt C-ITS prioritiering Concept 0.2 ). Uiterlijk twee maanden voor aanvang van de Concessie toont de Concessiehouder aan dat hij aan deze eisen voldoet (zie ook artikel 6.2.3) D66 Transitie ZE: andere manier van rijden/exploitatie. Vraagt mogelijk om andere opzet van het netwerk; nu wordt sterk uitgegaan van het huidige aanbod Wij bedanken u voor uw opmerking Gemeente Apeldoorn De positie van mensen met een fysieke beperking baart ons zorgen. Als C opties verdwijnen gaan basisrechten verloren. Wij pleiten voor toegankelijke alternatieven zodat mensen zo lang mogelijk mee kunnen doen zonder indicatie. Hoewel dit niet direct in de scope van het PVE valt, speelt het wel degelijk een rol in de te maken keuzes over C-lijnen en alternatieven Gemeente Apeldoorn 6 nvt De energietransitie en duurzaamheid zijn een van de belangrijkste opgaven van de stad de komende jaren. Eerder is de suggestie gewekt dat de stadslijnen vanaf de start zero emissie zouden zijn. Hetgeen wij zeer positief hebben ontvangen. In de huidige voorstellen geldt dit niet voor C-lijnen. Dit is voor ons een zorgelijke ontwikkeling die wij niet ondersteunen. Wij roepen u op ervoor te zorgen dat C-lijnen zo duurzaam als mogelijk worden gereden (bij voorkeur direct zero emissie), bijvoorbeeld door dit mee te nemen als belangrijk punt in de gunning. De eisen uit het PvE bieden de Concessiehouder optimale ontwikkelruimte om het aanbod op de mobiliteitsbehoeften van reizigers af te stemmen, ook voor lijnen uit de C- categorie. Ook de toegankelijkheidseisen gelden conform PvE voor het totale OV aanbod. Daarnaast wordt er in het PvE vanuit gegaan dat bij de transitie van lijnen uit de C- categorie naar andere vormen van mobiliteit gemeenten en regio's ook een grote rol vervullen en zij ook initiatieven hiertoe kunnen nemen. Bij de start van de Concessie IJssel-Vecht dan wel het moment dat een betreffende Concessiedeel aan de Concessie IJssel-Vecht wordt toegevoegd zet de Concessiehouder op de stadslijnen in Apeldoorn, Lelystad en Zwolle behorend tot de categorieën A en B Zero-Emissievoertuigen in. Deze eis geldt niet voor lijnen uit de C-categorie omdat hiervoor de ontwikkelruimte ruim is en mogelijk transitie naar andere vormen van mobiliteit gaat plaatsvinden. Het staat de concesiehouder overigens vrij om in het kader van het aan te bieden transitiepad naar emmissieloos openbaar vervoer ook op lijnen uit de C-categorie zero emissievoertuigen aan te bieden. Het transitiepad uit zijn bieding is onderdeel van de gunning Gemeente Hardenberg 6 nvt Transitie naar emissievrij Openbaar Vervoer In dit kader wil het college van Hardenberg aangeven uiteraard voorstander te zijn van deze ontwikkeling en stimuleert bij deze dan ook de toepassing en invoering van emissievrij Openbaar Vervoer Gemeente Kampen De eisen voor duurzaamheid en de transitie naar zero emissie vervoer zijn afgestemd op de landelijke afspraken. Wij vragen ons af of het PvE daar voldoende ruimte voor geeft. 5.1 In het PvE worden alleen eisen gesteld aan tank-to-wheel ( emissievrij bij de uitlaat ). Gechargeerd zou dit kunnen betekenen dat er elektrische bussen komen te rijden waarbij de benodigde stroom opgewekt wordt door kolencentrales. Dit is niet onwaarschijnlijk aangezien grijze stroom goedkoper kan uitpakken voor de inkopende partij, in dit geval de concessiehouder. Zodoende wordt de lokale uitstoot weliswaar aanzienlijk verminderd, maar de globale uitstoot (CO2) mogelijk aanzienlijk vergroot. Hiermee zouden we aan onze gezamenlijk gestelde duurzaamheidsdoelen voorbij schieten. Daarom zien we graag terug in het PvE dat duurzame brandstoffen én aandrijving geëist worden, oftewel van well-to-wheel. Wij bedanken u voor uw opmerking. Omdat de transitie naar emissievrij openbaar vervoer budget neutraal dient te gebeuren, achten wij de huidige omschrijving in 6.3 van het PvE het meest realistisch. Wij nemen uw advies derhalve niet over. 67

78 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Kampen Door alleen in te zetten op 100% elektrische voertuigen met laden aan de wal om aan de duurzaamheidsambities tegemoet te komen mist de concessieverlener mogelijk een goed alternatief: waterstof. Voor een goede TCO (Total Cost of Ownership) vergelijking tussen traditionele brandstoffen en aandrijvingen en waterstof zouden de kosten van de waterstof vulpunten buiten de vergelijking gehouden moeten worden. De provincie zou samen met de andere wegbeheerders kunnen verkennen waar strategisch waterstofvulpunten gerealiseerd kunnen worden. Zodoende wordt de concessiehouder ondersteund in het realiseren van een betere bedrijfsvoering en dienstverlening (grotere actieradius en daarmee omloop, minder wisselen van voertuig), maar worden ook andere doelen bereikt zoals werkgelegenheid in de waterstof economie, evenals een goed opslagmedium van groen opgewekte stroom om pieken en dalen in energieaanbod en vraag op te vangen. Hetgeen in 6.3 van het PvE is opgenomen over de transitie naar emissievrij openbaar vervoer sluit het gebruik van waterstof-electrische bussen niet uit Gemeente Lelystad Algemeen: U legt de verantwoordelijkheid voor de keuze voor het materieel bij de concessiehouder. Dit wijkt af van de huidige concessie Lelystad, waarin we eisen opgenomen hebben om te voorkomen dat we dit via RVV-bebording moeten regelen. In het bestuurlijk overleg van 27 augustus hebben wij met u afgesproken dat u de potentiële inschrijvers verplicht tijdens de offertefase met de gemeente Lelystad in overleg te treden over het materieel. Wij adviseren u (#18) deze afspraak in het PvE op te nemen. Wij zullen tijdens ons overleg met de potentiële inschrijvers als wegbeheerder de volgende technische eisen inbrengen: stadsbussen Lelystad wielbasis max. 5,0m, breedte max. 2,50m en lengte max. 10,0m. Om te voorkomen dat bussen tijdens vervoerpieken met veel in- en uitstappers te lang stil staan en achteropkomend verkeer hinderen, zullen we inschrijvers adviseren op de lijnen 1, 2/12, 3 en 4 en tijdens de (scholieren)spitsen ook op lijn 5 bussen in te zetten met minimaal 20 zitplaatsen (inclusief klapstoelen), minimaal 2 deurpartijen en een voldoende hoogte voor staande en naar de uitgang lopende passagiers. Wij nemen uw advies over en zullen de voorgestelde verplichting in het PvE opnemen Gemeente Lelystad Technische eisen: Vanwege de opkomst van de ivri adviseren we u (#19) de volgende bepaling toe te voegen, die overeenstemt met de nieuwe concessie Airportshuttle: De concessiehouder is voor de bussen (in Lelystad) verplicht om een contract af te sluiten met een cluster 2 partij Talking Traffic. Deze cluster 2 partij moet ervoor zorgen dat de aanmelding van de bus (SRM signal request message) via internet via het landelijke dataplatform (TLEX) terecht komt bij de juiste RIS (RoadSideUnit) van de ivri. De bus zal vervolgens een SSM (signal state message) ontvangen met het bericht of de bus de gevraagde prioriteit krijgt (en eventueel onder welke condities). De buschauffeur moet dit bericht in de bus kunnen waarnemen. Het PvE is uitgebreid De Concessieverleners zien de gebruikerstoepassing "geconditioneerde coöperatieve OV prioriteit" als een belangrijke toepassing voor bevordering van de doorstroming bij kruispunten. Implementatie van deze coöperatieve toepassing (via cellulaire techniek) vraagt aanpassingen van bestaande verkeersregelinstallaties. De Concessiehouder werkt vanuit zijn eigen rol en mogelijkheden actief aan deze aanpassingen mee, onder meer door ervoor te zorgen dat de Voertuigen geschikt zijn voor het uitvoeren van C-ITSprioritering bij de betreffende verkeersregelinstallaties. De Concessiehouder en zijn Voertuigen voldoen aan de eisen en afspraken zoals deze zijn en worden vastgelegd binnen het partnership Talking Traffic (zie ook het document OV besteksteksten mbt C-ITS prioritiering Concept 0.2 ). Uiterlijk twee maanden voor aanvang van de Concessie toont de Concessiehouder aan dat hij aan deze eisen voldoet (zie ook artikel 6.2.3) Gemeente Lelystad 6 nvt Overige onderwerpen materieel: Tijdens het bestuurlijk overleg van 27 augustus hebben wij met u afgesproken dat op de bussen in Lelystad Lelystad geeft lucht gevoerd kan blijven worden, mits deze eis niet te dogmatisch gehanteerd wordt bij bijvoorbeeld versterkingsritten. Wij adviseren u (#20) deze afspraak ook aan potentiële inschrijvers kenbaar te maken in het PvE. Tevens hebben wij met u afgesproken dat ook Lelystad gebruik kan (blijven) maken van het recht om gratis reclame op de bussen te plaatsen voor publieke campagnes, bijvoorbeeld op het gebied van verkeersveiligheid. Wij hechten veel waarde aan deze afspraak Gemeente Ommen 6 nvt Transitie naar emissievrij Openbaar Vervoer Het college is voorstander van emissievrij Openbaar Vervoer. Zij onderschrijft dan ook de ambitie in het Programma van Eisen over de genoemde transitie naar emissievrij rijden. In artikel staat dat Concessieverleners eventuele regio-specifieke elementen bepalen. Artikel biedt onzes inziens ruimte om reclame voor publieke campagnes (via de provincie) mogelijk te maken. Wij bedanken u voor uw opmerking. 68

79 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE paragraaf Gemeente Zwolle 6 nvt Duurzaamheid Het transitiepad naar emmissieloos openbaar vervoer zoals nu onder 6.3 opgenomen in De gemeente Zwolle juicht verduurzaming van het wagenpark toe. Verduurzaming van het PvE, gaat er vanuit dat deze transitie budget neutraal verloopt. Ten aanzien van concessies is vanuit reizigersperspectief echter niet het belangrijkste punt. Het is mogelijk laadinfrastructuur overwegen de Concessieverleners om deze voor een deel zelf te gunstig voor het imago van het OV. financieren en realiseren. Door in het O-PvE de eisen van verduurzaming in combinatie met opbrengst verantwoordelijkheid neer te leggen bij de concessiehouder wordt verduurzaming een financieel risico. Omdat onder andere het voor de vervoerder moeilijker wordt een sluitende businesscase te maken door de gewijzigde afschrijvingstermijnen van het materieel. En de vervoerder tevens verantwoordelijk is voor de financiering, realisatie en proces rondom laadinfrastructuur. Als concessieverlener en uiteindelijk concessiehouder is het gewenst om de ambitie te hebben meer reizigers te trekken door het OV aantrekkelijker te maken. Dat is van belang vanuit duurzaamheidsoogpunt. De gemaakte afspraken op landelijk niveau over verduurzaming van het OV zal mogelijk sneller gaan dan het reguliere autopark. In het kader van de verduurzaming is het daarom zaak een verschuiving te bewerkstelligen van automobiliteit naar OV-mobiliteit. De gemeente Zwolle ambieert dat in de nieuwe concessies dit transitieproces een plek krijgt Gemeente Zwolle 6 nvt De provincie kiest voor met de in het O-PvE opgenomen eisen dieselbussen en overige Omdat de transitie naar emissievrij openbaar vervoer budget neutraal dient te gebeuren, voertuigen op diesel op de weg houden. Met de huidige technologieën is het mogelijk om achten wij de huidige omschrijving in 6.3 van het PvE het meest realistisch. Wij nemen uw het (openbaar) vervoer volledig emissievrij of emissie-arm te laten rijden. Daarmee kan advies derhalve niet over. een grote slag geslagen worden in de vermindering van de luchtvervuiling in de provincie en de verbetering van de gezondheid. Juist hybride bussen, die nu al op de markt beschikbaar zijn, kunnen goed worden ingezet voor streekvervoer. Deze ritten beginnen en eindigen in de stad en kunnen die stukken door dichtbewoond gebied emissievrij uitvoeren. Als tussenstap kiest u voor de veel schonere EuroVI bussen. De gemeente Zwolle zou graag meer ambitie zien in verduurzaming van het OV. En in de concessie in te zetten op de inzet van emissievrij vervoer in de stad door inzet van hybrideof waterstofbussen voor het streekvervoer en emissievrij busvervoer in de stad Gemeente Zwolle 6 nvt toegankelijkheid De Gemeente Zwolle is vindt toegankelijkheid erg belangrijk. Ook voor het openbaar vervoer. In het kader van het formuleren van de eisen is het van belang inzicht te hebben in doelgroep, verwachtingen, wensen en landelijke richtlijnen. Het is van belang dat in het O-PvE voldoende ingegaan wordt in de toegankelijkheid van het materieel voor rolstoelers, rollator en kinderwagen. Dit geldt ook voor vervangend vervoer en versterkingsritten. Wij zien in het O-PvE niet terug de verplicht voor chauffeurs om te helpen bij instappen? Zonder hulp is het voor sommige mensen niet mogelijk om goed gebruik te maken van het OV (bijvoorbeeld hulp bij vastzetten). Ook wordt in het kader van aanbod in relatie met toegankelijk niet ingegaan op bestemmingen die altijd bediend dienen te worden met openbaar vervoer, ook bij lage reizigersaantallen. Hierbij denken wij aan belangrijke bestemmingen zoals winkelcentra, begraafplaatsen, doktersposten, bejaardentehuizen, etc. Advies De Gemeente Zwolle en de Stichting Toegankelijkheid ontvangen veel klachten over de toegankelijkheid van het openbaar vervoer en het gedrag van chauffeurs. Zij beleven het openbaar vervoer anders dan de reguliere reiziger. In het kader van monitoring van de klantbeleving adviseren wij deze specifieke doelgroepen uit te lichten. Ook adviseren wij minimaal een instructie door ervaringsdeskundigen op te nemen in het eisenpakket. Tenslotte adviseren wij in het vervolg de kennis en expertise van belangenorganisaties zoals Rover en Toegankelijk Zwolle te betrekken. De toegankelijkheid van voertuigen is beschreven in 6.4. Artikel is aangescherpt Bussen, Buurtbussen en Taxibussen beschikken over ruimte voor ten minste één (elektrische) rolstoel. Deze ruimte is voorzien van een rolstoelbevestigingssysteem waarmee Reizigers met een rolstoel zichzelf zonder tussenkomst van andere personen moeten kunnen vastzetten, een beugel ter voorkoming van het zijwaarts verplaatsen in bochten, een vanuit de rolstoel bereikbare stopknop en een aanduiding van de rolstoelplaats. 69

80 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Greijdanus Meppel 6 nvt De in paragraaf t/m voorgenomen besluiten, dan wel acties door de concessiehouder, hebben mij doen besluiten het volgende onder uw aandacht te brengen. Met als doel om goed leerlingvervoer voortgezet onderwijs in de regio naar Meppel te waarborgen. Greijdanus is een school met een onderscheidende identiteit die valt onder artikel 23 bijzonder onderwijs. Greijdanus kent vier vestigingen met een brede regionale werking. Veel van onze leerlingen zijn dan ook afhankelijk van adequaat openbaar vervoer. Voor de vestiging in Meppel gaat het specifiek om de lijnen 70, 71, 79 en 40. Wij bedanken u voor uw opmerking Greijdanus Meppel 6 nvt We merken dat de genoemde buslijnen steeds meer onder druk komen te staan. In het kader vindt u een specifiek voorbeeld van gevolgen voor onze leerlingen: Binnen de kaders van het PvE geeft de Inschrijver in zijn bieding aan op welke wijze hij het aanbod heeft afgestemd op de mobiliteitsbehoeften van de reizigers. Daarnaast dient hij Leerlingen uit Sint Jansklooster reizen met de bus naar hun school voor VO in Meppel. Dat in zijn vervoerkundige strategie in te gaan op aansluitingen tussen diverse gaat momenteel als volgt: lijn 71 van Sint Jansklooster > Zwartsluis. Dan overstap 71>70 naar Wanneperveen. Dan overstap 70>79 naar Meppel. Los van de onmogelijke omweg mobiliteitsvormen en worden onder 3.8 nog concrete eisen aan aansluitingen gesteld. In het kader van de ontwikkelvrijheid dient de Concessiehouder ook gedurende de looptijd als gevolg van de nieuwe dienstregeling, blijken de bussen 71 en 70 in Zwartsluis bij enige van de concessie blijvend het aanbod op de mobiliteitsbehoeften van reizigers af te regelmaat niet op elkaar te wachten, terwijl zij volgens de regeling op elkaar zouden stemmen. moeten aansluiten. Mijn leerlingen zien soms lijn 71 voor hun neus vertrekken. Het gevolg is een uur lang wachten op het busstation in Zwartsluis Pitpoint a De Nederlandse vervoersautoriteiten hebben zich in het energietransitievraagstuk niet onbetuigd gelaten en zijn medio 2016 tot een bestuursakkoord gekomen. Vanaf 2025 zijn alle nieuwe bussen in het openbaar vervoer vrij van schadelijke uitlaatgassen. Bestaande bussen zullen vanaf genoemde datum gaan rijden op een hernieuwbare energie. Klimaatverandering wacht niet, daarom moeten we alles wat we nu al kunnen doen zo snel mogelijk in praktijk brengen. Waarom wachten als het nu al operationeel en financieel verantwoord is de stap naar hernieuwbare energie te maken? Het rijden op diesel, dat is iets van vroeger. In uw concept Programma van Eisen zet u de juiste stappen in drie stedelijke agglomeraties. Wij vinden het echter een gemiste kans dat u niet direct doorpakt in de gebieden waar een groot gedeelte van uw bevolking woont. Ook deze inwoners hebben recht op gezonde lucht. Omdat voor deze streeklijnen een elektrische oplossing nog niet passend is, kun u ook de bewoners van deze gebieden tegemoet komen door hier te kiezen voor hernieuwbare energie. Bij gebruik van hernieuwbare energie stijgen de kosten van het Openbaar Vervoer. Eisen op het gebied van hernieuwbare energie kunnen daardoor ten koste gaan van de transitie naar volledig emissievrij Openbaar Vervoer. Omdat de drie provincies de ambitie hebben deze transitie zo snel mogelijk te realiseren, hebben wij niet gekozen voor een model waarin geïnteresseerde vervoerders een afweging kunnen maken tussen de inzet van emissievrije voertuigen en gebruik van hernieuwbare energie Pitpoint a Aanbeveling 1: Kies direct bij de start voor gebruik van hernieuwbare energie daar waar een elektrische Wij nemen uw aanbeveling niet over. Bij gebruik van hernieuwbare energie stijgen de kosten van het Openbaar Vervoer. Eisen op het gebied van hernieuwbare energie kunnen oplossing operationeel en/of financieel nog niet passend is. De richtlijn duurzaam inkopen daardoor ten koste gaan van de transitie naar volledig emissievrij Openbaar Vervoer. OV stelt dat een CO2-plafond een doelgericht en kosteneffectief instrument is om toe te passen als gunningscriterium voor duurzaamheid. Omdat de drie provincies de ambitie hebben deze transitie zo snel mogelijk te realiseren, hebben wij niet gekozen voor een model waarin geïnteresseerde vervoerders een afweging kunnen maken tussen de inzet van emissievrije voertuigen en gebruik van hernieuwbare energie Pitpoint a Aanbeveling 2: Neem in het definitieve PvE doelgerichte gunningscriteria op voor het reduceren van de CO2-uitstoot en verbetering van de luchtkwaliteit. Doelgericht betekent in dit verband de cumulatieve uitstoot over de gehele concessie periode, te starten in jaar 1, berekend conform de objectieve Europese afspraken welke zijn vastgelegd in de RED (Renewable Energy Directive). Deze criteria moeten gezamenlijk voor minimaal 20% gewicht hebben in de gunningsweging van alle criteria Pitpoint c Voor auto's wordt nu verwezen naar Euro 5. De Euronorm is echter geen norm voor CO2- uitstoot en geeft dus ook geen invulling aan klimaatdoelstellingen. Aanbeveling 3: Neem strengere voertuigeisen op in het definitieve PvE. Sorteer voor op In te zetten buurtbussen en personenvoertuigen dienen gebruik te maken van een hernieuwbare energie. Waardeer de eerdere inzet van hernieuwbare energie en dus CO2-reductie, in de gunning. Wij nemen uw aanbeveling niet over. Bij gebruik van hernieuwbare energie stijgen de kosten van het Openbaar Vervoer. Eisen op het gebied van hernieuwbare energie kunnen daardoor ten koste gaan van de transitie naar volledig emissievrij Openbaar Vervoer. Omdat de drie provincies de ambitie hebben deze transitie zo snel mogelijk te realiseren, hebben wij niet gekozen voor een model waarin geïnteresseerde vervoerders een afweging kunnen maken tussen de inzet van emissievrije voertuigen en gebruik van hernieuwbare energie. Wij zijn ons bewust van het feit dat de Euro 5-norm geen norm voor CO2-uitstoot omvat. In eis 6.3.4b stellen wij echter als eis dat alle Voertuigen, dat wil zeggen auto's en bussen, vanaf 2030 emissievrij moeten zijn. Wij nemen uw aanbeveling niet over. Bij gebruik van hernieuwbare energie stijgen de kosten van het Openbaar Vervoer. Eisen op het gebied van hernieuwbare energie kunnen daardoor ten koste gaan van de transitie naar volledig emissievrij Openbaar Vervoer. Omdat de drie provincies de ambitie hebben deze transitie zo snel mogelijk te realiseren, hebben wij niet gekozen voor een model waarin geïnteresseerde vervoerders een afweging kunnen maken tussen de inzet van emissievrije voertuigen en gebruik van hernieuwbare energie. 70

81 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE PSP' Kan worden toegelicht waarom het niet mogelijk is om de OV-chipkaart op te laden in de Praktijkervaring elders leert dat van opladen in de bus nauwelijks gebruik wordt gemaakt, bus zelf? Er kan worden gepind en er kan worden betaald met een OV-chipkaart, maar het waardoor de kosten niet opwegen tegen de opbrengsten. Wij schrijven deze mogelijkheid opladen van de chipkaart kan niet. daarom niet voor, maar het staat de Concessiehouder vrij dit wel aan te bieden Regio FoodValley Onder wordt gesteld dat de concessiehouder het materiaal ten alle tijden afstemt op We nemen uw suggestie niet over. Het is de taak van de vervoerder om studie te maken de capaciteit en beperkingen van de voor het Openbaar Vervoer beschikbare infrastructuur. Waarom vindt hierop geen toetsing plaats vanuit de concessieverlener? van de beschikbare infrastructuur en bij de aanschaf van materieel daar rekening mee te houden. Wij adviseren om specifiek aandacht te vragen voor hoogtebeperkingen, zoals bij de spooronderdoorgang bij station Veenendaal-De Klomp. Het verleden heeft uitgewezen dat het niet tijdig bestellen van tunnelbussen voor de nodige problemen zorgt Regio FoodValley Wij vinden het positief dat u wilt voorkomen dat de huidige groen-gasbussen worden vervangen door dieselbussen in de twee jaar van de concessie IJssel-Vecht. Wij wijzen u erop dat het hier echter niet alleen gaat om de stadsbussen, maar ook om de lijnen 84 en 88 naar Wageningen (Valleilijn). Wij hebben naar aanleiding van uw opmerking een voetnoot bij de betreffende bepaling toegevoegd. Het is overigens nog de vraag of genoemde lijnen deel zullen uitmaken van de concessie IJssel-Vecht. De provincie Gelderland onderzoekt met het oog op de realisatie van de Rijnlijn de mogelijkheid om deze lijnen, evenals lijn 86, in december 2020 over te dragen naar de concessie Arnhem-Nijmegen Regio FoodValley Wij vragen u om een toe te voegen met daarin een verwijzing naar een pilot rijden op waterstof, conform brief van gemeente Ede gericht aan GS met zaaknummer van Wij bedanken u voor uw opmerking. Indien u de brief aangaande de betreffende pilot heeft aangeleverd als achtergrondinformatie voor het PvE, dan zal deze in de daarvoor bestemde informatieportaal worden opgenomen. In artikel is opgenomen dat de Concessiehouder zijn medewerking verleent aan de uitvoering van beleid en initiatieven/pilots van of namens de Concesieverleners gericht op een verdere verduurzaming van de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht, waaronder pilots met waterstofbussen Regio FoodValley b Kunt u onder 6.3.1b. verwijzen naar type eisen omtrent emissies (regelgeving)? Wij vinden het niet relevant om vigerende regelgeving op te nemen in het PvE Regio FoodValley b Wij vragen u om bij 6.3.2b de tekst toe te voegen; voor de periode totdat deze lijnen overgaan in de RijnWaal concessie Regio FoodValley Ook is het positief dat bussen uitgerust worden met een elektrisch uitschuifbare oprijplaat. Dit is niet alleen noodzakelijk voor rolstoel gebruikers, maar ook voor reizigers met rollator, stok of op krukken ROCOV's Oost Directe communicatie tussen bussen (kort verkeer), zowel tussen eigen bussen als bussen van andere vervoerders, als eis opnemen (KAR daarvoor te gebruiken?) ROCOV's Oost Zet hierbij ook in op de verantwoordelijkheid van de vervoerder voor een succesvolle uitrol van de emissievrije voertuigen en stel sancties op als deze uitrol (te veel) uitval veroorzaakt. De eis grenoemd onder b geldt voor de periode dat betreffende lijnen deel uit maken van de concessie Ijssel-Vecht. Voor de concessie Rijn-Waal wordt te zijner tijd een nieuw PvE gemaakt met weer specifieke milieueisen. Wij bedanken u voor uw opmerking. Artikel 6.2.1c (een communicatiesysteem waarmee het Personeel en bestuurders van Buurtbussen te allen tijde contact kunnen opnemen met de Verkeersleiding van de Concessiehouder;) voorziet in uw opmerking. Wij bedanken u voor uw opmerking. De Financiële paragraaf bevat een boetetabel die hierin voorziet. De volgende voetnoot is toegevoegd bij artikel 6.3.4b: Deze eis geldt ook voor de huidige Lijnen 84 en 88 wanneer deze Lijnen in de eerste jaren deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht. 71

82 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf ROCOV's Oost Er staat een aantal duidelijke uitgangspunten voor toegankelijk materieel in het PvE. Naast een verwijzing naar de Europese wet wordt een elektrische oprijplaat genoemd (zelfs voor buurtbus en taxibus) en ook de plicht aan de chauffeur om assistentie te verlenen. En op de halte de hoogte van de dienstregeling en de plek van de haltepaal. Toch willen we graag een aanscherping van het begrip Vervoersplicht met dat het gaat om reizigers (met een beperking) die zelfstandig bij de bushalte kunnen komen. Verder is een reis een keten maar ook een keten van handelingen. Eén schakel van beide kettingen blokkeert OV gebruik. Zo wordt b.v. de opstelplek voor de rolstoel beschreven maar de route van deur tot opstelplek niet (manoeuvreerruimte inclusief b.v. in- en uitcheck en betalen via bankpas). Bestaande bussen halen niet het maximum van 0,05m hoogteverschil tussen vloer en halte. Ook is de oprijplaat vaak zolang dat er op smalle haltes onvoldoende ruimte is voor een haakse bocht als men de oprijplaat heeft verlaten. Dit zal bij de vlootschouw een kritische houding van de provincies vragen. Wel of geen toegang rollators, scootmobiel, kinderwagen? Toegankelijkheid kan beter gespecificeerd worden per type voertuig, zoals bijvoorbeeld minimaal 2 rolstoelplaatsen per 12- meterbus. Deze ruimte is voorzien van een rolstoelbevestigingssysteem Hoe wordt hier per vervoersmiddel over gedacht? In de huidige situatie is er een enorm groot verschil over het vastzetten van een (duw)rolstoel in de lijnbussen. In een taxibusje worden rolstoelers compleet vastgesnoerd, terwijl er in de lijnbussen situaties bestaan waar een rolstoeler moet vertrouwen op zijn eigen remmen. In de huidige situatie staan (nagenoeg) alle stoelen in bussen in de rijrichting, terwijl een (elektrische) rolstoel juist niet in de rijrichting staat. Zou er dan voor deze specifieke gebruikers een apart reisinformatiescherm komen? Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Toegankelijkheid van fietsen (op aanhanger) op recreatief belangrijke lijnen en in seizoen (experimenteel). Vlak over de grens in Dld heel gebruikelijk in populaire fietsgebieden. De bussen moeten uitgerust zijn met een elektrische plank. De rolstoelplek in de bus moet een afmeting hebben van 1 meter bij 2 meter; dan kunnen de elektrische rolstoelen er in. Naast een elektrische plank is een handplank gewenst zodat er een back-up is indien de ROCOV's Oost Per lijnsoort (HOV, a, B, C, buurtbus, auto) of voor alle voertuigen zoveel mogelijk identiek? ROCOV's Oost Geen zicht-beperkende opschriften, reclame e.d. op de zijruiten (zowel buiten- als binnenzijde van de zijruiten). Al het materieel maakt deel uit van één merk. Om dit zichtbaar te houden mag er op de bussen alleen ov-gerelateerde reclame op de achterzijde. De buurtbussen zijn hierop een uitzondering. Waarom? Ze maken toch ook deel uit van dat ene merk? 6.5.8: Naar onze mening dienen de concessieverleners zeer terughoudend te zijn met het maken van reclame in of op de bussen over hun organisatie en beleids- en uitvoeringsprogramma s ROCOV's Oost Dit punt is te vrijblijvend geformuleerd. Vooral het zitcomfort is voor de reizigers een belangrijk punt. Het spreekt vanzelf dat dit goed moet zijn. Het gaat er nu juist om dat in deze alinea aangegeven wordt hoe groot de afstand tussen de stoelen minimaal moet zijn en aan welke afmetingen en zitkwaliteit de stoelen minimaal moeten voldoen om het vereiste goede zitcomfort te realiseren. De ROCOV s willen graag betrokken worden bij het testen van het zitcomfort tijdens de gebruikelijke wagenshow van de aanbieders en later de winnaar van de concessie Vervoerder Naar aanleiding van de inhoud van van het PvE stellen wij voor om in ieder geval onderscheid te maken in de voertuigeisen voor bussen en auto s. Ook tussen A-, B- en C- lijnen vinden wij onderscheid in voertuigeisen wenselijk. Dit vergroot de mogelijkheden voor inschrijvers om creatief om te gaan met nieuwe mobiliteitsoplossingen. Bijvoorbeeld halte-omroep, displays en camera s in auto s werken sterk kostenverhogend, terwijl de toegevoegde waarde voor reizigers gering is. Reizigers zijn in geval van maatwerk meer gebaat bij creativiteit en extra reismogelijkheden, die gerealiseerd kunnen worden als de kosten voor de voertuigen niet te hoog zijn. De Concessieverleners delen uw mening niet dat de eisen op het gebied van toegankelijkheid moeten worden aangescherpt. Experimenten op het gebied van het meenemen van fietsen kunnen op initiatief van de stakeholders worden uitgevoerd, indien zij hierover overeenstemming bereiken. De voertuigen dienen herkenbaar te zijn zoals dit wordt voorgeschreven in de nog op te stellen brandguide. Dat zal ruimte bieden voor verschillen tussen productformules (zoals HOV en buurtbus), zonder dat dit ten koste gaat van de herkenbaarheid van het openbaar vervoer. Reclame vormt voor de buurtbusverenigingen een inkomstenbron. Hen wordt daarom meer vrijheid geboden. Ook reclame op buurtbussen mag niet ten koste gaan van de herkenbaarheid van het openbaar vervoer. De plekken op de buurtbus waar reclame mag worden aangebracht zal worden voorgeschreven in de brandguide van het nieuwe merk. De Concessieverleners verwachten dat de Concessiehouder vanwege zijn opbrengstverantwoordelijkheid de reizigers een goed zitcomfort willen bieden. Daarom worden geen eisen gesteld aan de afmetingen en zitkwaliteit, overeenkomstig uw visie dat zitcomfort vanzelfsprekend goed moet zijn. Wij hebben uw voorstel overgenomen in de zin dat is aangegeven dat de eisen ten artikel geldt alleen voor Bussen. aanzien van camera's, (automatische halteomroepsysteem en displays alleen voor Bussen gelden. 72

83 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Vervoerder U heeft in uw concept PvE geen keuzes rond mogelijke financiering voor elektrische bussen opgenomen. Wij adviseren om mogelijke financiering in het PvE op te nemen en herkennen twee vormen in de markt: 1. De concessieverleners bieden in de aanbesteding de mogelijkheid dat de concessiehouder bij de concessieverleners tegen normale marktcondities geld leent tegen een aantal voorwaarden, vooral gericht op het onderpand. Duidelijk is dat in dat geval de opdrachtgever zelf geld dient te hebben of zelf uit de markt dient te halen. 2. De concessieverleners kunnen op diverse manieren extra zekerheden bieden aan banken waardoor die op hun beurt sneller geneigd zijn geld te lenen aan de concessiehouder. Dit vanwege een lager risicoprofiel. In dit geval hoeven de concessieverleners hier geen geld voor vrij te maken of uit de markt te halen. Dit kan bijvoorbeeld door de subsidies aan opdrachtnemers te splitsen in een deel dat rechtstreeks naar de kredietverlener gaat als rente en aflossing van de aangegane lening en de rest van de subsidie gaat dan naar de opdrachtnemer. Maar er zijn ook ander vormen van garanties en zekerheidsstellingen mogelijk. Dit onderwerp komt terug in de Financiele Bepalingen, onderdeel van de aanbestedingsdocumenten Vervoerder Complicatie De manier waarop de aanbestedende dienst in de definitieve publicatie het gunningscriterium duurzaamheid invult heeft invloed op de flexibiliteit van de toekomstige concessiehouder. Ons voorstel Specificeer de het gunningscriterium duurzaamheid als volgt, om flexibiliteit te waarborgen: Wij bedanken u voor uw opmerking. De gunningscriteria zijn opgenomen in het Beschrijvend Document en als gebruikelijk vertrouwelijk tot aan publicatie van de aanbesteding. stromen naar andere concessies. Een voorbeeld is de stadsdienst van Deventer, waar een mogelijke investering in elektrische bussen vanaf december 2020 alleen aantrekkelijk is als zekerheid bestaat over een overnameregeling voor de periode na december gebied zijn nu nog zeer beperkt en vormen daardoor een risico voor inschrijvers, maar ook een kans om te onderscheiden. Flexibiliteit is daarbij een randvoorwaarde, bijvoorbeeld waar het gaat om voertuiginzet: elektrische 8-persoonsbussen bijvoorbeeld mogen door het batterijgewicht vaak niet meer door een bestuurder met alleen een B-rijbewijs bestuurd worden Vervoerder In Eis schrijft u een elektrische oprijplaat voor ten behoeve van rolstoelgebruikers. Daarmee kunnen deze reizigers zonder assistentie het voertuig in en uit gaan. De bestuurder zal in elk geval assistentie verlenen bij het vastzetten van de rolstoel en dient daartoe toch zijn plek achter het stuur te verlaten. Tot voor kort bracht dat het risico met zich mee dat zijn geldlade onbeheerd achter bleef. Echter, sinds de introductie van het cashloos rijden is dat niet meer aan de orde. Een belangrijk nadeel van de handbediende oprijplaat is daarmee vervallen, terwijl de voordelen (gewichtsbesparing, energiebesparing, kostenbesparing) onverminderd groot zijn. Wij adviseren deze eis te veralgemeniseren tot een oprijplaat Vervoerder In Eis stelt u dat buurtbussen geschikt zijn om bestuurd te worden door chauffeurs die in het bezit zijn van een rijbewijs-b. Zoals bekend is hieraan een gewichtsbeperking van het voertuig gekoppeld van kg. Elektrische 8-persoons bussen zijn vanwege het gewicht van de batterij zwaarder. Een verruiming van deze norm naar kg door aanpassing van Europese regelgeving is op korte termijn niet realistisch gebleken. Wij verzoeken u hier rekening mee te houden bij het opstellen van eisen aan ZE-rijden met kleine voertuigen. Wij nemen uw suggestie niet over. Wij hebben bewust gekozen om in dit artikel aan te sluiten bij geldende wet- en regelgeving Buurtbusvereniging Rijk van Nijmegen Buurtbusvereniging Rijk van Nijmegen Alle overige bepalingen in 7.4 zijn dus niet van toepassing op Buurtbussen?! De buurtbussen worden niet voorzien van een verlichte aanduiding aan de rechterzijde van het voertuig en ook niet van displays met dynamische reisinformatie Lijn en Eindbestemming bij Buurtbussen alleen aan voorzijde? De term Voertuig (met Bij een buurtbus alleen een verlichte aanduiding aan de voorzijde. hoofdletter) past niet bij Buurtbus en Taxibus, moet voertuig (met kleine letter) zijn. 73

84 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Apeldoorn Wij achten het van groot belang dat de informatievoorziening voor de reiziger op orde is. De reiziger dient informatie te kunnen krijgen over de vervolgreis, ook als dit geen openbaar vervoer is maar een vorm van Andere Mobiliteit. Aangezien de OV-vervoerder niet persé de aanbieder is van de vervolgreis in de keten, achten wij het van groot belang om met de OV-vervoerder goede afspraken te maken over informatievoorziening over deze vormen van mobiliteit. Bij voorkeur wordt deze reisinformatie opgenomen in de (online) kanalen/planners van de vervoerder of dient de vervoerder hier in ieder geval aan mee te werken zolang er nog geen ontwikkeld MaaS-initiatief is. De Concessiehouder dient volgens 7.2.1g up-to-date te verwijzen naar lokale en regionale aanbieders van Andere mobiliteitsdiensten. Ook dient hij data over zijn eigen dienstverlening ter beschikking te stellen ten behoeve van de ontwikkeling van Andere mobiliteitsdiensten, bijvoorbeeld MaaS-aanbieders (13.1.3) Gemeente Apeldoorn Wij vragen informatievoorziening over andere mobiliteit bij de halte als eis op te nemen, bijvoorbeeld ruimtereservering bij een halte zodat daar aanvullende initiatieven kunnen worden beschreven. De tekst is aangepast De Concessiehouder maakt met de concessiehouders van de aangrenzende en inliggende Concessies en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten afspraken over tijdige wederzijdse aanlevering van reisinformatie over alle lijnen die een Halte aandoen en over tijdelijke omleidingen als gevolg van werkzaamheden Gemeente Lelystad in Lelystad wordt een balk met nieuwsflitsen onderop het reisinformatiescherm getoond, en dat moet in de nieuwe concessie niet onmogelijk gemaakt worden Provincie Utrecht 7 nvt Bij de reisinformatie wordt niet gesproken over reisinformatie van aangrenzende concessies. Zo lijkt het ons nuttig te eisen dat lijnen van andere concessies ook op de lijnennetkaart opgenomen worden en dat overstapinformatie gegeven wordt inclusief informatie van aangrenzende vervoerders. De Concessieverleners zien voor de reizigers geen meerwaarde van nieuwsflitsen in het kader van de informatievoorziening van de Concessiehouder richting de klant. Artikel 7.2.1a. is aangepast Een actuele deur-tot-deur reisplanner (met de reële vertrek- en aankomsttijden en vermeldingen van storingen) voor ten minste het Openbaar Vervoer (Bus en trein) en de Dienstregeling op halte- en lijnniveau, inclusief overstapmogelijkheden en informatie over Aansluitingen, ook naar aangrenzende Concessies Provincie Utrecht 7 nvt Er wordt in uw PvE niet gesproken over gedrukte reisinformatie. Als er niet om gevraagd wordt dan komt het er waarschijnlijk ook niet. Er zijn nog verschillende doelgroepen die dankbaar gebruik maken van gedrukte reisinformatie. Wij geven u in overweging om vanaf de start gedrukte lijnenfolders te eisen. Deze eis laten vallen in een later stadium kan altijd nog Provincie Utrecht 7 nvt Er worden geen eisen gesteld aan haltes die een haltekast hebben met ruimte voor bijvoorbeeld een lijnennetkaart of andere informatie. Is dat vanuit reizigersbelang niet gewenst? Artikel is aangepast De Concessiehouder stelt gratis de reisinformatie ter beschikking zonder dat Reizigers een account of een equivalent hiervan hoeven aan te maken of persoonlijke gegevens moeten achterlaten. Op verzoek van de reiziger stelt de concessiehouder reisinformatie schriftelijk (dat wil zeggen op papier) beschikbaar. De teskt is aangepast De Concessiehouder voorziet elke Halte van een haltebord met de haltenaam en een Haltevertrekstaat en elke Halte met een abri van een Halteposter. In het Informatieportaal zijn voorbeelden opgenomen van Haltevertrekstaten en Halteposters die als vertrekpunt dienen voor het aanbod van de Concessiehouder. Het aanbod van de Concessiehouder dient minimaal gelijkwaardig te zijn; dit naar het oordeel van de Concessieverleners. De informatie op het voorbeeld dient tenminste op de poster van de concessiehouder komen te staan PSP' Het gaat hierbij om alle mogelijke verbindingen en alle mogelijk zijnde overstappen / aansluitingen. Hierbij moet de reiziger kunnen kiezen tussen voorkeur op snelheid van de rit of op kortere afstanden (dus goedkope prijs). Dit is niet altijd hetzelfde. Ook wanneer het nodig is om even een straat over te steken bij een overstap moet dit aangegeven zijn als optie. Bij het Vraagafhankelijk Vervoer moet er een directe link te vinden zijn waar de rit aan te vragen is ROCOV's Oost Ook reisinformatie laten aanbieden van collega vervoerbedrijven die diensten rijden binnen de concessie (7.3.3 voorziet slechts deels hierin). Evenals reisinformatie over Andere Mobiliteitsdiensten moet expliciet ook gelden voor evenementen en tijdens werkzaamheden moet voor reisinfo het uitgangspunt zijn. Deze moet doorontwikkeld worden kent iedereen in Nederland. Daarin zou ook al het aanvullend vervoer moeten worden opgenomen. Eigen apps van vervoerder worden volgens mij door mensen van buiten niet gebruikt. Vaak weet men niet eens met welke vervoerder men reist. Geen versnippering in reisinformatie! Overeenkomstig de artikelen bij 3.4 en 3.8 dient de Concessiehouder te zorgen voor een goede aansluiting op en afstemming met andere vervoervormen. De Concessieverleners hebben geen voorkeur voor een specifieke reisplanner (zoals 9292) maar bieden met dit programma van eisen ruimte aan de Concessiehouder om hier invulling aan te geven. De artikelen 7.2.1a en zijn aangepast om meer duidelijkheid te creëren voor zowel reizen van/naar aangrenzende concessies als met Andere mobiliteitsdiensten. De bepaling in artikel geldt in alle gevallen, dus ook bij een gewijzigde dienstregeling in het geval van werkzaamheden en evenementen waarbij de eisen voor het bieden van reisinformatie bij verstoringen en evenementen zijn uitgebreid in het PVE (zie artikel b) a. Een actuele deur-tot-deur reisplanner (met de reële vertrek- en aankomsttijden en vermeldingen van storingen) voor ten minste het Openbaar Vervoer (Bus en trein) en de Dienstregeling op halte- en lijnniveau, inclusief overstapmogelijkheden en informatie over Aansluitingen, ook naar aangrenzende Concessies b Actuele reisinformatie en informatie over wijzigingen zoals (ongeplande) omleidingen en evenementen, Rituitval en verstoringen met vermelding van oorzaak, duur, reisalternatieven en einde van de wijziging;) De Concessiehouder maakt met de concessiehouders van de aangrenzende en inliggende Concessies en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten afspraken over tijdige wederzijdse aanlevering van reisinformatie over alle lijnen die een Halte aandoen en over tijdelijke omleidingen als gevolg van werkzaamheden. 74

85 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf ROCOV's Oost Voor reizigers die dat wensen moet reisinformatie op papier beschikbaar blijven. Voor hen die niet beschikken over internet of hiermee niet kunnen omgaan is het belangrijk dat reizigersinformatie ook op papier beschikbaar blijft. Vervoerders moeten een busboekje blijven uitgeven en het verkopen tegen de in de concessiebesluiten vastgelegde prijzen bij de eigen info- en servicepunten en bij de wederverkopers van de OV-Chipkaarten. Digitale reisinformatie moet beschikbaar zijn in het veel gebruikte PDF-formaat en ook op papier, dus busboekjes, maar ook papieren lijnennetkaarten (zoals nu bijvoorbeeld bij Breng). Bij paragraaf lid a staat beschreven: 'een actuele deur-tot deur reisplanner'; moet dat in de vorm van een smartphone applicatie, een reisplanner via internet, etc? Er zou meer landelijke eenheid moeten komen in de indeling van de sites; eenzelfde structuur bij alle vervoerders maakt het voor de reiziger makkelijk om de juiste info te vinden en de juiste bestelling te doen a en b: De informatie moet naast actueel en volledig ook goed vindbaar zijn op de site en die site moet gebruikersvriendelijk zijn (dat is nu niet altijd het geval). Dit graag aanscherpen in het PvE. Om de volledigheid en gebruikersvriendelijkheid te testen is het aan te bevelen de ROCOV s mee te laten testen in het ontwikkelingsstadium a en b De informatie op de websites dient bij voorkeur eveneens in het Engels en Duits beschikbaar te zijn. Dit mede om te bevorderen dat buitenlandse toeristen ook meer gebruik van het OV gaan maken e: Bij dit punt meenemen hoe vorm moet worden gegeven aan de telefonische bereikbaarheid van de klantenservice. Daarbij komen ook zaken als telefoonkosten voor de bellende klanten aan de orde en acceptabele wachttijden. Het is wenselijk dienaangaande in het PvE normen op te nemen. Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Artikel is aangepast, de Concessiehouder moet ook schriftelijke reisinformatie beschikbaar stellen. De vorm waarin hij deze en digitale reisinformatie beschikbaar stelt, wordt niet voorgeschreven. De eisen zijn functioneel geformuleerd. De reisinformatie moet door de Concessiehouder ook worden ontsloten op het platform voor het nieuwe merk. Daarmee bevorderen de Concessieverleners dat in ieder geval voor Oost-Nederland de reizigers een vergelijkbare presentatie ontvangen zodra ook de concessies Berkel- Dinkel en Rijn-Waal zijn aangesloten. In artikel sub d wordt van de Concessiehouder gevraagd aan te geven hoe hij reizigers informeert die niet de Nederlandse taal beheersen. De wijze van uitwerking laten wij over aan de Concessiehouder. Artikel is aangescherpt De Concessiehouder stelt gratis de reisinformatie ter beschikking zonder dat Reizigers een account of een equivalent hiervan hoeven aan te maken of persoonlijke gegevens moeten achterlaten. Op verzoek van de reiziger stelt de concessiehouder reisinformatie schriftelijk (dat is op papier) beschikbaar De klantenservice is 24/7 bereikbaar via , de website en een mobiele applicatie, en telefonisch bereikbaar vanaf een half uur voordat de eerste Rit vertrekt tot en met een half uur na aankomst van de laatste Rit op het eindpunt. Reizigers betalen voor telefonisch contact geen opslag en dus niet meer dan de gebruikelijke telefoonkosten. De Concessiehouder zorgt ervoor dat informatie over de bereikbaarheid van de klantenservice en duidelijke antwoorden op veel gestelde vragen 24/7 eenvoudig en snel te vinden zijn ROCOV's Oost Op een DRIS verwijzen naar een app is weinig zinvol voor reizigers die bij de DRIS niet beschikken over een smartphone of tablet. Bij DRIS willen de lijnen die te veel vertraagd zijn vaak van het display afvallen. Hierdoor weet je als reiziger niet of de bus nog wel of niet komt. Haltes gebruikt door meer dan één concessiehouder dienen niet te wijzen op slechts één concessiehouder. In ieder geval een DRIS toepassen in geval van haltes binnen de bebouwde kom of binnen een straal van 25 meter van de kom. Neem voor plaatsbepaling ook postcode op. De DRIS-panelen maken geen onderdeel uit van de Concessie ROCOV's Oost Lijnnummer en bestemming verlicht en leesbaar op 100 meter afstand. Waarom geen lijnnummer op linkerzijde bus? Het liefst zie ik dat alles dat geen reisinformatie is, op schermen in een bus op een apart tweede scherm geprojecteerd in plaats van door de informatie heen (zoals bij EBS in Waterland) ROCOV's Oost De displays in de bussen zijn vooral bedoeld voor het aangeven van haltes, aankomsttijden, aansluitingen op knooppunten en het melden van vertragingen. Deze informatie mag niet te lijden hebben van onderbreking door reclame van de vervoerder. De ervaring leert dat dit dikwijls wel het geval is. Daarom verdient het de voorkeur reclame op displays in de bussen te verbieden. Wij hebben bij toegevoegd dat het lijnnummer en de eindbestemming verlicht dienen te zijn. De Concessiehouder voorziet Bussen van een verlichte aanduiding van het Lijnnummer en De rechterzijde is uitgevraagd vanwege de herkenbaarheid op de haltes. Informatie op de de Eindbestemming aan de voor- en rechterzijde van de Bus en een aanduiding van het linkerzijde van de bus voegt niet veel toe. Lijnnummer aan de achterzijde van de Bus. Volgens het PvE mag de Concessiehouder alleen OV-gerelateerde boodschappen alterneren met de reisinformatie. Wij eisen hiervoor geen tweede scherm.voor toets bij Eric uitgezet: Leesbaarheid op afstand hangt in de regel meer af van de visuele (on)mogelijkheden van de kijker dan de omvang van de letters. De rechterzijde is uitgevraagd vanwege de herkenbaarheid op de haltes. Informatie op de linkerzijde van de bus voegt niet veel toe. Volgens het PvE mag de Concessiehouder alleen OV-gerelateerde boodschappen alterneren met de reisinformatie. Wij eisen hiervoor geen tweede scherm. De Concessieverleners zien de mogelijkheid om via de displays informatie te tonen ter promotie van het Openvaar Vervoer, als meerwaarde voor Reizigers, Concessieverleners en Concessiehouder. Andere reclame-uitingen zijn niet toegestaan ROCOV's Oost Op welke wijzen komt reisinformatie beschikbaar (papier; website; smartphone; etc.)? Het is niet duidelijk of er ook een Regionale kaart van alle lijnen binnen de concessie IJssel- Vecht moet/zal worden opgesteld. Communicatie bij flexibel vervoer: Bij de begrippen snel, comfortabel, betrouwbaar en betaalbaar van A naar B van de staatssecretaris uit 2015 speelt de communicatie een essentiële rol. De reiziger stelt zich communicatief op. Maar de communicatie van het vervoer schiet daarin nogal eens tekort. Een reiziger wil van het Limburgse Susteren naar het Overijsselse Scheerwolde. Is de app 9292 altijd betrouwbaar? Biedt de app van de Limburgse vervoerder die mogelijkheid? Welke andere app. is geschikt? Bij laaggeletterdheid is dat nog belangrijker. Een reiziger zit in de trein. Heeft aansluitend flexibel vervoer geregeld op het tijdstip dat de trein aankomt. Hij deed dit daar er geen bus meer aansluit op zijn aankomsttijd. De trein heeft vertraging, een kwartier. Wat doet de aansluitende aanbieder van flexibel vervoer? In elk geval voelt de reiziger in de trein zich niet comfortabel in een dergelijke situatie. In hoofdstuk 7 staat omschreven waar de inhoud van de reisinformatie aan moet voldoen. Hoofdstuk 10.3 stelt eisen aan de begrijpelijkheid en toegankelijkheid. Wijzigingsvoorstellen van communicatiekanalen en middelen moeten worden voorgelegd aan het ROCOV en worden door de Concessieverleners getoetst. O.a. of het bereik onder Reizigers minstens vergelijkbaar is. (artikel ) Artikel wordt uitgebreid met: Op verzoek van de reiziger stelt de Concessiehouder reisinformatie schriftelijk beschikbaar. In lijn met de aanvang van dit artikel is deze service gratis. Op meerdere plekken in het PvE wordt de vervoerder gevraagd samen te werken met aanbieders van Andere mobiiteit. Welke service geboden wordt door mobiliteitsdiensten bij vertragingen in de keten is een verantwoordelijkheid van deze aanbieders. De communicatie met de reiziger hierover (over en weer) maakt onderdeel uit van hun product en is daarmee geen onderdeel van deze concessie tenzij de aanbieder hierover afspraken maakt met de Concessiehouder. Artikel De Concessiehouder legt een voorstel voor structurele wijzigingen in, uitbreiding van of inperking van de communicatiekanalen en -middelen voor advies aan Consumentenorganisaties voor. 75

86 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE ROCOV's Oost Breng is bezig met nieuwe kaarten en ook Arriva doet dat voor het hele land. Prima. Maar Het Programma van Eisen gaat niet op de landelijke eenheid aangaande reisinformatie. het zou goed zijn als er wat dat betreft meer landelijke eenheid komt, zodat mensen zich Daarvoor zijn overlegtrajecten opgezet die parallel lopen aan deze aanbesteding. niet hoeven te oriënteren op de werkwijze, de legenda van de diverse soorten kaarten. Met name van belang daar waar diverse concessiehouders gezamenlijk een halte hebben. Meer eenheid in de indeling van de reisinformatie van de diverse concessiehouders Vervoerder invullen van onze rol als opbrengstverantwoordelijke lijkt het ons logisch en wenselijk dat de concessiehouder wel eigen (goedgekeurde) reisproducten mag promoten op de displays; Onder de promotie van het openbaar vervoer verstaan we ook het promoten van eigen, goedgekeurde reisproducten Vervoerder 1 7 Onze ervaring is dat vooraf duidelijk moet zijn wie de regisseur van de mobiliteitsketen is. Mede door de verschillende concessieverleners is er in IJssel-Vecht belang bij een platform, geleid door een regisseur, om te komen tot een mobiliteitssysteem waarin de verschillende vormen van vervoer naadloos op elkaar aansluiten. Deze vraag heeft op meerdere onderdelen betrekking. 1. Regie op merk en uitstraling mobiliteitsketen (overheid). Concessieverleners bepalen of een productformule onderscheidend genoeg is om eigen productnaam te krijgen of dat vervoeder een formule met anderen in geheel Oost in de markt kan zetten (om wildgroei en onduidelijkheid te voorkomen) 2. Alle verschillende productformules onder het Merk dienen opgenomen te kunnen worden in website, app, enz. Concessieverleners controleren dat afspraken hierover zijn vastgelegd en worden nageleefd. 3. Concessieverleners zien toe dat dienstverleners van verschillende mobiliteitsvormen met elkaar in overleg gaan, en samen kijken hoe mobiliteitssyssteem als geheel positief in de markt komt te staan. 4. Concessieverleners zien toe dat data van verschillende dienstverleners beschikbaar komt voor reisinfo en betaling vervoer. Het is een utopie dat verschillende vormen van vervoer naadloos op elkaar afsluiten. Dat zie je nu al bij trein - bus. Als treinen vanuit verschillende richtingen verspreid in de tijd aankomen, dan kan bus maar op één naadloos aansluiten Flevoland 8 nvt Aangepast tarief daluren tbv doelgroepen Deze opmerking nemen we voor kennisgeving aan Flevoland 8 nvt Aangepaste abonnementenstructuur Deze opmerking nemen we voor kennisgeving aan Buurtbusvereniging Barneveld-Nijkerk Hier wordt niets gezegd over buurtbustarieven. Is dat bewust of onbewust? Blijft het verschil wat er nu is in stand. Dat hoop ik trouwens van harte. Ook trajectabonnementen In het Programma van Eisen wordt bewust niets gezegd over de buurtbustarieven. Deze tarieven worden jaarlijks door de Concessieverleners vastgesteld. zouden voor het product buurtbus interessant kunnen zijn Buurtbusvereniging Rijk van Nijmegen Gratis overstap binnen 35 minuten van/naar Buurtbussen dient toegevoegd te worden; geldt m.i. in het gehele OV (dus ook in Buurtbus). Buurtbussen vallen onder het begrip 'auto' D66 De inschrijvers wordt gevraagd om combi-abonnementen aan te bieden met bus, trein en Wij bedanken u voor deze opmerking. andere vormen van vervoer. D66 ziet graag dat ook het maatwerk dat een deel van de C- lijnen gaat vervangen ook gebruikt kan worden met zo n combi-abonnement D66 98% inwoners moet binnen 5 km een verkooppunt hebben. D66 vraagt zich af of dit realistisch is en of het mogelijk is om de verkoop (opladen van de OV-chipkaart, ophalen abonnementen) in de bus te laten plaatsvinden. Deze eis sluit aan op de huidige praktijk. Daarom zien de Concessieverleners dit als realistisch. Praktijkervaring elders leert dat van opladen in de bus nauwelijks gebruik wordt gemaakt, waardoor de kosten niet opwegen tegen de opbrengsten. Wij schrijven deze mogelijkheid daarom niet voor, maar het staat de Concessiehouder vrij dit wel aan te bieden Gemeente Almere Wij onderschrijven de intentie van dit artikel, namelijk dat reizigers geen nadeel moeten ondervinden van concessiegrenzen. Tegelijkertijd vinden wij dit artikel erg algemeen geformuleerd en voor meerdere uitleggen vatbaar. Wij stellen voor om de acceptatie van het concessiegrens overschrijdende Randstad Noord Zone Abonnement (RNZA) als expliciete eis op te nemen. Tevens verzoek wij u de acceptatie van de allgo abonnementen op de lijnen van de Concessie IJssel-Vecht binnen de gemeentegrens van Almere als expliciete eis op te nemen. Toelichting: Het RNZA is op dit moment het enige regionale abonnement dat geldig is in zowel de aangrenzende zones van IJsselmond als in Almere. Deze expliciete eis is gewenst om de mogelijkheid van concessiegrens overschrijdende abonnementsreizen tussen de concessies IJssel-Vecht en Almere te waarborgen. De huidige acceptatie van de allgo abonnementen op de lijnen 159 en 160 werkt drempelverlagend voor het reizen tussen deze lijnen van de concessie IJsselmond en de rest van het busnetwerk in Almere. De eis is algemeen gesteld omdat de eis en het effect 10 jaar mee moet gaan. Het expliciet opnemen van deze abonnementen zou de werking van het artikel beperken tot wat nu en alleen in dit gebied geldig is. 76

87 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Amersfoort We zijn verheugd om te lezen dat u aangeeft dat reizigers geen nadeel (financieel of anderszins) mogen ondervinden van het feit dat zij tijdens hun reis de grenzen van het concessiegebied IJssel-Vecht overschrijden. Ook voor de consumentenorganisaties die wij regelmatig spreken is dit punt belangrijk. Acceptatie van elkaars reisproducten is voor reizigers die meerdere concessiegebieden aandoen van groot belang. De tekst is aangepast De Concessiehouder draagt zorg dat Reizigers geen nadeel (financieel of anderszins) ondervinden wanneer zij met een Reisproduct dat geldig is in de Concessie IJssel-Vecht dan wel een aangrenzende Concessie tijdens hun reis de grens van het Concessiegebied IJssel-Vecht overschrijden. De Concessiehouder maakt hierover tijdens de implementatie en gedurende de gehele looptijd van de Concessie IJssel-Vecht afspraken met concessiehouders uit aangrenzende en inliggende concessies. Deze afspraken hebben betrekking op de acceptatie van elkaars Reisproducten en een rechtvaardige verdeling tussen concessiehouders van de Reizigersopbrengsten en derving als gevolg van deze afspraken. De Concessieverleners stellen afspraken over de geldigheid van grensoverschrijdende Tarieven vast volgens de procedure voor het Tarievenplan. De Concessiehouder zorgt ervoor dat Reizigers op eenvoudige wijze begrijpelijke informatie over deze afspraken kunnen vinden en krijgen Gemeente Apeldoorn In alle gevallen dienen tarieven zo laag mogelijk te zijn en daarmee geen drempel voor gebruik te vormen Gemeente Apeldoorn Een fysiek steunpunt van de vervoerder, zoals dat tot voorkort op station Apeldoorn aanwezig was, wordt op prijs gesteld Gemeente Lelystad 8 nvt Op 27 augustus hebben we in bestuurlijk overleg gezamenlijk geconstateerd dat het niet redelijk is als reizigers in Lelystad geconfronteerd worden met hogere tarieven door het vervallen van huidige reistarieven. Inmiddels hebben we vernomen dat ook de drie provincies eigen tarieven willen kunnen blijven voeren, en dat de reistarieven dus niet concessiebreed gelijk getrokken worden. Dit betekent dat het mogelijk is ook in het perceel Lelystad eigen reisproducten en -tarieven te hanteren. Wij hebben een overzicht van de geldende producten/tarieven als bijlage toegevoegd. Deze opmerking nemen we voor kennisgeving aan. Het is aan de Concessiehouder om een fysiek steunpunt al dan niet op te zetten. De afspraken over de tarieven in de verschillende concessiedelen worden gemaakt in het Tarievenhuis Oost Provincie Utrecht Tariefintegratie / tariefafspraken. Paragraaf is voor wat betreft het raakvlak met onze concessie op gebied van tarieven een relevante bepaling. Op dit moment zijn er tariefafspraken tussen Syntus-Utrecht en Syntus-Gelderland ten aanzien van de buslijnen die gezamenlijk worden geëxploiteerd (lijn 5-85 Syntus- Gelderland en lijn 83 Syntus- Utrecht). Voor deze lijnen gelden dat elkaars tarieven worden geaccepteerd. Wij verzoeken u dit ook in het PvE te betrekken / op te nemen, met inachtneming van hetgeen wij hierboven hebben benoemd onder het kopje lijnkoppeling. De eis is algemeen gesteld omdat de eis en het effect 10 jaar mee moet gaan. Het expliciet opnemen van deze abonnementen zou de werking van het artikel beperken tot wat nu en alleen in dit gebied geldig is PSP' De PSP'92 is vanuit haar verkiezingsprogramma voorstander van gratis openbaar vervoer. Wij bepleiten een algemene mobiliteitsbelasting voor iedereen, zodat iedereen meebetaald aan het openbaar vervoer. De Nederlander kennende gaat deze dan ook gebruik maken van de bus, want 'ik betaal belasting!'. Deze opmerking nemen we voor kennisgeving aan Regio FoodValley 8 inleiding U geeft aan reizigers te willen voorzien van nog meer betaalgemak. In dit kader wijzen wij u op de mogelijkheid in het PvE op te nemen dat reizigers via I-deal de OV-chipkaart op kunnen laden Regio FoodValley 8 nvt Internationalisering is aan de orde van de dag. Grote aantallen buitenlandse bezoekers en studenten komen dagelijks naar Regio FoodValley. Hoe worden zij gefaciliteerd in het aanschaffen van een opgeladen OV-chipkaart? Vooral nu niet meer contant betaald kan worden in de bus Regio FoodValley 8 nvt Wij vragen u als eis op te nemen dat met abonnementen en kortingskaartjes wordt gezorgd voor een goede afstemming met andere vervoerders die in hetzelfde gebied OV aanbieden (gedooglijnen) ROCOV's Oost De leessnelheid van de CiCo apparatuur van sommige huidige vervoerders is veel te traag. Dit is reistijd verlengend. Leessnelheid CiCo als eis opnemen. Wat te doen als zowel CiCo als betaalapparatuur niet werken? In versterkingsbussen/vervangende bussen de zelfde apparatuur als in de standaardvoertuigen. Als de in- en uitcheck apparatuur en/of de betaalapparatuur niet werken is het altijd: gratis reizen. Omdat verwacht wordt dat het aantal betaalmogelijkheden de komende jaren zal groeien, verwachten de provincies dat de Concessiehouder vanuit zijn opbrengstverantwoordelijkheid zal streven naar (meer) betaalgemak. Reizigers kunnen pinnen in de bus en op verschillende locaties OV-chipkaarten kopen. Ten aanzien van de distributie van de OV-chipkaart verandert er vooralsnog niets. Artikel voorziet hierin. Vanwege het functionele karakter van het PvE en de opbrengstverantwoordelijkheid die bij de Concessiehouder ligt, heeft deze partij zelf alle belang bij het goed functioneren van CiCo-apparatuur en betaalapparatuur. Artikel geeft aan dat de Concessiehouder een verzoek kan doen voor ontheffing van de voertuigeisen. De Concessieverleners moet hiermee instemmen en kunnen zo van het PvE afwijkende eisen toestaan. Artikel regelt dat de Reiziger niet duurder uit mag zijn als gevolg van het niet functioneren van de CICO-apparatuur en/of betaalapparatuur als hij zou zijn geweest met zijn reisproduct. 77

88 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE ROCOV's Oost De ROCOV s zijn geen voorstander van een hoger tarief bij bijvoorbeeld HOV-lijnen. Deze lijnen bieden wel meer snelheid en comfort, maar zijn voor de concessiehouder niet duurder in exploitatie door de hogere gemiddelde snelheid, waardoor een HOV-rit minder DRU s kost. De mogelijkheid om met HOV-lijnen meer passagiers te trekken moet niet om zeep gebracht worden door de toch al hoge tarieven nog eens extra te verhogen. Deze opmerking nemen we voor kennisgeving aan ROCOV's Oost Kaartverkoop < 5 km op de Veluwe nog niet gerealiseerd. Hoe zit het met functionaliteiten van automaten bij distributiepunten? Zouden kassa s supermarkten niet zodanig kunnen worden ingericht dat kaartjesverkoop daarmee simpel mogelijk is? ROCOV's Oost 8 nvt (hoofdstuk 8). Het LTK en het THO moeten leidend zijn. Er dient te worden voorkomen dat daarnaast nog een wirwar aan specifieke tarieven ontstaat. Het tarievenstelsel moet transparant en eenvoudig te begrijpen zijn ROCOV's Oost 8 nvt Het is onduidelijk wat het beleid is ten aanzien van de kilometertarieven. Normaliter geldt in de hele concessie het zelfde kilometertarief. Alleen bij provinciegrensoverschrijdende lijnen is er vaak sprake van twee kilometertarieven. Transparantie vraagt om één tarief per kilometer. Hierover is echter niets te vinden in het ontwerp PvE. Er moet wel duidelijkheid komen over de keuzes die worden gemaakt in deze kwestie. Wij wijzen tariefdifferentiatie tussen de drie provincies niet bij voorbaat af, maar grote verschillen tussen de kilometerprijzen van de provincies achten wij ongewenst. Dat is niet transparant en doet afbreuk aan de homogeniteit van de concessie. Het distributienetwerk van de Concessiehouder is primair zijn verantwoordelijkheid, binnen de kaders die de Concessieverleners in het programma van eisen hebben meegegeven. De functionaliteiten van automaten en het al dan niet verkopen van vervoerbewijzen via kassa's worden daarom aan de Concessiehouder overgelaten. Deze opmerking nemen we voor kennisgeving aan. De afspraken over de tarieven in de verschillende concessiedelen worden gemaakt in het Tarievenhuis Oost ROCOV's Oost 8 nvt De laatste jaren zijn de (kilometer)tarieven flink gestegen bij een lage inflatie. Vooral incidentele reizigers en reizigers die gebruik maken van kortingsproducten of bepaalde soorten abonnementen ondervinden daarvan de nadelen. Dat kan zo niet doorgaan als je de concurrentiepositie niet ernstige schade wilt toebrengen. Er is dus alle reden de jaarlijkse tariefaanpassingen niet hoger te doen zijn dan de LTI. Een aanbieder die dat als uitgangspunt neemt zou daarvoor met extra punten bij de beoordeling van de gunning beloond kunnen worden, mits het aangeboden voorzieningenniveau ook goed scoort. Deze opmerking nemen we voor kennisgeving aan Vervoerder uitmaken van Tarievenhuis Oost. In het belang van de reizigers, voor een betere beheersbaarheid én voor eenduidige profilering van één concessie IJssel-Vecht achten we het wenselijk dat Tarieven stadsvervoer Lelystad in het definitieve PvE integraal onderdeel uitmaken van Tarievenhuis Oost; De gesprekken tussen de gemeente Lelystad en de provincies over dit onderwerp lopen nog Vervoerder Zowel hier als ook op andere plekken staat dat 'na voorafgaande toestemming van concessieverleners'. Hoe ziet een dergelijk traject eruit met een drietal opdrachtgevers? Gemandateerde ambtelijke opdrachtgever? Drie bestuurlijke trajecten? Kunt u dit verduidelijken? Vervoerder Het tarievenplan moet worden voorgelegd aan de ROCOV's. Geven de ROCOV's afzonderlijke adviezen of moeten ze gezamenlijk komen tot één advies? Wij raden dat laatste aan omdat het anders een onwerkbare situatie wordt voor de concessiehouder. Voor de Concessiehouder is de beheerorganisatie (het beheeroverleg) het eerste aanspreekpunt als het gaat om productdragers, tarieven en distributie. In het beheeroverleg wordt bepaald of het verzoek past binnen het mandaat van het beheerteam en zo nee welke procedure, overlegvormen nodig zijn. Indien drie provincies geraadpleegd moeten worden is dit allereerst aan de beheerorganisatie om dit uit te zetten. De ROCOV's hebben zelf geen belang bij tegengestelde adviezen. De Concessieverleners zullen daarom adviseren dat zij hun adviezen op elkaar afstemmen Vervoerder De in Eis genoemde dichtheid van het distributienetwerk van 98% van de inwoners in het concessiegebied lijkt ons erg hoog. Wij adviseren voor te schrijven dat de inschrijver in ieder geval de omvang van het huidige distributienetwerk handhaaft en voor eventuele verhoging van de dichtheid van het distributienetwerk gunningspunten krijgt toegekend bij een goede onderbouwing van deze verhoging. Het huidige distributienetwerk sluit aan op deze eis Buurtbusvereniging Barneveld-Nijkerk Buurtbusvereniging Rijk van Nijmegen Gelden al die eisen ook voor buurtbuschauffeurs? De eisen aan buurtbuschauffeurs staan in het Protocol Buurtbus. Formeel vallen zij niet onder het Personeel omdat het vrijwilligers betreft Betekent dit en verbod op radio s in alle voertuigen, dus ook in Buurtbussen? Of wordt De tekst is aangepast gedoeld op mobiele geluidsapparatuur? Het Personeel rookt niet, luistert niet naar voor reizigers hoorbare muziek en maakt, tenzij dit voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is, geen gebruik van een mobiele telefoon in of in de onmiddellijke nabijheid van het Voertuig. 78

89 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE CNV Vakmensen d peildatum vaststellen voor overzicht betrokken personeel op datum ingang concessie. De zittende vervoerders hebben een personeelsopgave opgeleverd over het huidige personeel (stand ). De stand bij de start van de concessie is niet op te geven omdat de Concessiehouder nu nog niet weet op welke wijze zijn personeelsbetand gaat wijzigen tot einde van de huidige concessie. De overzichten worden aan de Inschrijvers verstrekt. Op basis van deze overzichten voeren zittende en nieuwe Concessiehouders het overleg over het over te nemen personeel CNV Vakmensen g trainen levensreddend handelen geschied nu vrij weinig en het gebruik van AED's, wij Het trainen van personeel is voor rekening van de Concessiehouder. De controle hierop vinden dit een goede ontwikkeling, maar verzoeken u dit goed te controleren en uiteraard wordt onderdeel van het dagelijkse beheer van de concessie door de Concessieverlener. financiën hiervoor beschikbaar te stellen CNV Vakmensen wij verzoeken u toe te staan, dat er een chauffeursradio in de chauffeursruimte aanwezig is. Naast dat deze een functie kan hebben bij calamiteiten is bewezen dat muziek voor de chauffeur minder stress oplevert en bijdraagt aan werkplezier. Binnen meerdere concessies is een radio in de bus op dit moment en dat levert geen noemenswaardige problemen op CNV Vakmensen 9 inleiding In alinea 2 schrijft u dat de concessiehouden "in alle redelijkheid" de cao, richtlijnen vanuit Rijtijdenbesluit worden nageleefd. In alle redelijkheid moet er natuurlijk uit. Deze wettelijke bepalingen moeten worden nageleefd, hierover geen discussie lijkt ons. Goed dat u beschrijft dat de geplande pauzes moeten kunnen worden genoten door de chauffeurs en wij verzoeken u dan ook hierop goed te letten bij de ingediende offertes. De werkdruk moet in balans blijven Gemeente Apeldoorn 9 nvt De gemeente pleit voor ruimte tussen en tijdens diensten die normale pauzes mogelijk maken. Hierbij dient lucht te worden geschapen met de komende tien jaar in het achterhoofd. Met de jaren zullen kleine infrastructuur aanpassingen toch reeds omlooptijden beïnvloeden. De kans op onvrede met interrupties van de dienstregeling als gevolg dient waar mogelijk te worden voorkomen ROCOV's Oost De Concessiehouder zou naast de informatie over het aantal reizigers ook een zogenaamde Formatie bezettingen overzicht openbaar moeten maken. Waaruit de voor het rijden van het aantal DRU s benodigde aantal chauffeurs blijkt. In het bezettingsoverzicht staan dan de aantallen in dienst zijne personeelsleden bij vervoerder of onderaannemer. Te vaak horen we de laatste tijd van rituitval veroorzaakt door personeelstekorten. Die zijn niet nodig als op tijd wordt ingegrepen door de concessieverlener ROCOV's Oost Biedt hulp aan niet alleen aan rolstoelers maar ook aan alle reizigers met een beperkte mobiliteit. Bij storing dient de plank ook met de hand bedienbaar te zijn. Mijn ervaring is dat buschauffeurs vaak slecht op de hoogte zijn met de dienstregeling, de routes en aansluitingen van andere lijnen dan waar zij zelf op rijden. Voor de reizigers is het ook van belang dat de chauffeurs ook weten hoe de aangrenzende concessies werken qua aansluitingen en dienstregelingen en lijnen. Meer aandacht hiervoor. Punt item I omschrijft: "voor zover het Personeel betreft dat van en naar Lelystad airport rijdt"; maar dit is toch onderdeel van de shuttle (welke apart wordt aanbesteed)? Punt omschrijft: "tenzij dit voor uitvoering werkzaamheden noodzakelijk is geen gebruik van een mobiele telefoon"; hier toevoegen dat er zeker niet met de mobiele telefoon wordt gebeld tijdens het vervoeren van reizigers. Punt omschrijft: "het personeel ziet erop toe dat reizigers zich aan de huisregels houden"; nog onduidelijk is om welke huisregels het hier gaat. De tekst is aangepast Het Personeel rookt niet, luistert niet naar voor reizigers hoorbare muziek en maakt, tenzij dit voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is, geen gebruik van een mobiele telefoon in of in de onmiddellijke nabijheid van het Voertuig. De tekst is aangepast. De tekst voorziet in een dienstregeling die past bij de behoefte van het personeel en biedt de ruimte deze gedurende de concessieperiode aan te passen indien de Concessieverlener en -houder dit nodig achten. De Concessieverleners laten het maken van roosters en inplannen van personeel over aan de Concessiehouder als zijn operationele verantwoordelijkheid. Via de rapportages over rituitval waarbij de Concessiehouder dient aan te geven als deze wordt veroorzaakt door het ontbreken van personeel kan de Concessieverlener de Concessiehouder aanspreken en/of een boete opleggen. De Concessieverleners zien de buschauffeur als visitekaartje van het OV, wat betekent dat wij verwachten dat hij de reizigers op adequate wijze van informatie kan voorzien. Het is niet uitgesloten dat op termijn een busverbinding uit de OV-concessie IJssel-Vecht op zijn route Lelystad Airport gaat aandoen. Dat is de reden om 9.2.2i op te nemen in het programma van eisen. De Concessiehouder en dus ook de chauffeur dient zich ten alle tijde te houden aan de wet, wat betekent dat hij de mobiele telefoon niet mag vasthouden (handheld bellen) als hij het voertuig bestuurt. In wordt verwezen naar de huisregels van de Concessiehouder. De tekst is aangepast. Inleiding Dat betekent onder meer dat de Concessiehouder ervoor zorgt dat de chauffeursdiensten zodanig worden ontworpen, dat afspraken over rij- en rusttijden zoals deze in het Rijtijdenbesluit en de CAO Openbaar Vervoer zijn vastgelegd, worden nageleefd en dat geplande pauzes moeten in de praktijk daadwerkelijk kunnen worden genoten Het Personeel ziet erop toe dat Reizigers zich aan de huisregels en reisvoorwaarden van de concessiehouder houden SP Werkgeverschap is belangrijk. Een goed aanbestedingsresultaat mag niet ten koste van het personeel gaan. Er staan in het PvE wel passages over betaalde chauffeurs, niet over vrijwilligers voor buurtbus Gemeente Apeldoorn De gemeente stelt een toets van het te kiezen beeldmerk en naamgeving op prijs voordat deze aan een breed publiek wordt voorgelegd. Dit is slechts om iedere kans op onverwachte negatieve lokale connotaties te voorkomen Gemeente Hardenberg 10 nvt Marketing en promotie Het college vraagt in dit kader voldoende aandacht voor het totale OV product en niet alleen deze concessie. Als voorbeeld wordt het Blauwnet genoemd. Wij bedanken u voor deze opmerking. Het beeldmerk en de naam worden getoetst onder een breed publiek bestaande uit inwoners van de drie provincies en daarnaast vindt ook een juridisch plaats. De Concessiehouder wordt gevraagd het nieuwe Merk te positioneren en te laden: dit omvat het gehele OV. 79

90 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Hardenberg 10 nvt Daarnaast vraagt het college zich af of reclame-uitingen op de voertuigen niet mogelijk moet zijn. Naar onze mening wordt een vorm van verdienmodel zo op voorhand bij de concessiehouder weggehaald. Het college is benieuwd of via reclame-uitingen op de bus Reclame op de bussen is terwille van de herkenbaarheid van het OV alleen toegestaan op de achterzijde van de bus. Dit onder de voorwaarde dat de Reclame aan het Openbaar Vervoer gerelateerd is en niet ten koste gaat van de herkenbaarheid van (specifieke geen inkomsten gegenereerd kunnen worden die weer ingezet kunnen worden voor meer elementen van) de Voertuigen en/of verstrekte reisinformatie in of op de Voertuigen openbaar vervoer mogelijkheden. (artikel 6.5.7). Hoe de Concessiehouder inkomsten hieruit inzet is zijn eigen verantwoordelijkheid en vrijheid Gemeente Ommen 10 nvt Marketing en promotie Het college vraagt in dit kader voldoende aandacht voor het totale OV product en niet alleen deze concessie. Als voorbeeld wordt het Blauwnet genoemd Gemeente Ommen 10 nvt Daarnaast vraagt het college zich af of reclame-uitingen op de voertuigen niet mogelijk moet zijn. Naar onze mening wordt een vorm van verdienmodel zo op voorhand bij de concessiehouder weggehaald. Het college is benieuwd of via reclame-uitingen op de bus geen inkomsten gegenereerd kunnen worden die weer ingezet kunnen worden voor meer openbaar vervoer mogelijkheden Provincie Utrecht U vermeldt dat de concessiehouder varianten op de opgelegde productformule mag verzinnen. Het is te overwegen in het PvE op te nemen dat de rechten op deze varianten ter beschikking worden gesteld van een volgende concessiehouder. Als een dergelijke variant succesvol is, dan is het goed als deze voortgezet kan worden over het einde van de concessieperiode heen. De Concessiehouder wordt gevraagd het nieuwe Merk te positioneren en laden: dit omvat het gehele OV. Reclame op de bussen is terwille van de herkenbaarheid van het OV alleen toegestaan op de achterzijde van de bus. Dit onder de voorwaarde dat de Reclame aan het Openbaar Vervoer gerelateerd is en niet ten koste gaat van de herkenbaarheid van (specifieke elementen van) de Voertuigen en/of verstrekte reisinformatie in of op de Voertuigen (artikel 6.5.7). Hoe de Concessiehouder inkomsten hieruit inzet is zijn eigen verantwoordelijkheid en vrijheid. De tekst is uitgebreid. Artikel Indien de Concessieverleners dit wensen kunnen door de Concessiehouder geïntroduceerde nieuwe productformules worden voorgeschreven in andere en/of de opvolgende Concessies. De Concessiehouder staat in dat geval zijn rechten af. Hierbij geldt dat de productvoorwaarden van gelijke productformules in de verschillende concessies hetzelfde moeten zijn Provincie Utrecht In paragraaf / vermeldt u het ontwikkelen van twee platforms om die vervolgens weer samen te voegen. Is het niet makkelijker en beter te begrijpen voor De tekst van artikel is herschreven. Het platform Ervaar het OV (EHOV) wordt door de Concessiehouder(s) van de nieuwe concessie(s) (eerst alleen IJssel-Vecht, later ook Rijnreizigers om direct met één platform te beginnen? Dan weten reizigers voor nu en voor de Waal en Berkel-Dinkel) doorontwikkeld tot een vernieuwd platform. Totdat dit toekomst waar ze terecht kunnen. gerealiseerd is, wordt voor het Merk een 'platte' website ingericht waarop wordt verwezen naar de juiste webpagina's van EHOV ROCOV's Oost Marketing en promotie van openbaar vervoer is een belangrijk onderdeel van de nieuwe concessie. Een andere huisstijl voor hoogwaardig openbaar vervoer is echter geen wens van het ROCOV. Dit omdat het de flexibiliteit en inzetbaarheid van voertuigen en de herkenbaarheid van één merk zou kunnen verminderen. Een andere huisstijl voor hoogwaardige ov voertuigen zou mogelijk wel de herkenbaarheid van één merk kunnen verminderen. Het is aan de Concessiehouder om de herkenbaarheid van het nieuwe merk te vergroten en voorstellen te doen voor het onderscheidend vermogen van productformules ROCOV's Oost Vraag: Wat wordt bedoeld met een analoog communicatiekanaal? De tekst is aangepast De Concessiehouder zorgt voor een diversiteit aan communicatiekanalen en -middelen (analoog en digitaal online en offline, interactief en niet-interactief), afgestemd op de situatie en op behoeften van Reizigers ROCOV's Oost Dit onderdeel had ook in hoofdstuk 7 gepast. Bij reisinformatie ook rekening houden met laaggeletterden ROCOV's Oost Hier ontbreekt de research nodig om nieuwe reizigers te winnen. Bij voorbeeld: meedenken in vervoersoplossingen en voor een automobilist en met goede alternatieven komen. P+R terreinen met een aantrekkelijke verbinding met de steden komt nog veel te weinig voor in de marketing Vervoerder het is ons niet geheel duidelijk wat u beoogt met Een platform van de Concessiehouder voor de communicatie en promotie van alle door hem gevoerde productformules Vervoerder Bij artikel in combinatie met de voetnoot 24 stellen wij ons de vraag wekle visie de provincie hanteert met betrekking tot het nieuwe merk en de reeds lopende concessies in de provincies, die nu onder de vlag van Ervaar het OV acties doen. Gaan de lopende concessies ook participeren in het nieuwe merk en hoe ziet de provincie dit voor zich? In het definitieve PvE helpt het partijen een duidelijke visie te schetsen over één platform, de timing van het inzetten van één platform, de aanpak zoals de provincies deze zich voorstelt en wie heeft de regie in deze? De tabel 'Begrijpelijke, toegankelijke informatie' is verplaatst naar hoofdstuk 7 (artikel ). De informatie moet begrijpelijk zijn voor alle Reizigers, inclusief Reizigers die laaggeletterd zijn. Daarom is als richtniveau B1 gekozen. Het is aan de Concessiehouder om manieren te bedenken om nieuwe Reizigers te trekken. De ontwikkeling van bijvoorbeeld P+R terreinen is niet alleen de verantwoordelijkheid van de Concessiehouder maar kan wel ter sprake komen in de samenwerking met de stakeholders (10.3.1d). De tekst is aangepast. EHOV wordt door de Concessiehouder(s) van de nieuwe concessie(s) (eerst alleen IJssel-Vecht, later ook Rijn-Waal en Berkel-Dinkel) doorontwikkeld tot een vernieuwd platform. Tot dat dit gerealiseerd is, wordt voor het Merk een 'platte' website ingericht waarop wordt verwezen naar de juiste webpagina's van EHOV. De tekst is aangepast. Het platform Ervaar het OV (EHOV) wordt door de Concessiehouder(s) van de nieuwe concessie(s) (eerst alleen IJssel-Vecht, later ook Rijn- Waal en Berkel-Dinkel) doorontwikkeld tot een vernieuwd platform. Tot dat dit gerealiseerd is, wordt voor het Merk een 'platte' website ingericht waarop wordt verwezen naar de juiste webpagina's van EHOV. 80

91 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Vervoerder Kunt u in het definitieve PvE aangeven wat de kosten zijn voor het Platform Ervaar het OV die u onder deze eis beschrijft, zodat inschrijvers allemaal met dezelfde kosten rekening houden? Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Het contract EHOV IV loopt in april 2020 af, met de optie om 2 x met een jaar te verlengen. Het huidige budget is Waarvan is gealloceerd voor onderhoud, beheer en doorontwikkeling communicatiekanalen en databases en voor marketingcampagnes De verdeelsleutel op dit moment is 50% voor rekening van de Concessieverleners en 50% voor rekening van de Concessiehouders. De Concessiehouders hebben onderling zelf bepaald hoe zij hun bijdrage van onderling verdelen. Of het contract na 20 april wordt verlengd en zo ja, met welke kostenverdeling is nog niet bekend. Voor de concessie IJssel Vecht schatten wij dat de jaarlijkse bijdrage tot 20 april 2020 tussen de en ligt. Onze inschatting is dat de Concessiehouder IJssel-Vecht rekening moet houden met ca p/j als bijdrage van de concessie IJssel Vecht aan EHOV IV. Aan dit bedrag kunnen geen rechten worden ontleent omdat de Concessiehouders hier onderling afspraken over maken Vervoerder In Eis eist u dat de concessiehouder gebruikmaakt van zowel een eigen platform voor communicatie en promotie, als van het regionale platform Ervaar het OV. In Eis stelt u dat deze zo spoedig mogelijk samengevoegd moeten worden. Om onnodige investeringen en inspanningen te voorkomen, adviseren we u de eis van het eigen platform te laten vervallen in het definitieve Programma van Eisen. De tekst is aangepast. EHOV wordt door de Concessiehouder(s) van de nieuwe concessie(s) (eerst alleen IJssel-Vecht, later ook Rijn-Waal en Berkel-Dinkel) doorontwikkeld tot een vernieuwd platform. Tot dat dit gerealiseerd is, wordt voor het Merk een 'platte' website ingericht waarop wordt verwezen naar de juiste webpagina's van EHOV PSP' De ideeën etc. worden gebundeld en voorzien van reactie aangeboden aan de Provincies. Wij nemen deze opmerking voor kennisgeving aan PSP' Wij zijn niet tegen de tekst onder dit punt, maar wensen een bredere verspreiding op een bepaald moment van 0V-plannen zodat reizigers hun mening en zienswijze kunnen indienen. Dit moet op een moment dat de plannen klaar zijn, maar nog wel gewijzigd kunnen worden. Provinciale Staten dienen 0V-plannen altijd te kunnen bespreken, zodoende dat het relevant is qua vaststelling PvdA Ingediend via motie 1. In het Programma van Eisen, Vervoerplannen en uitwerking van mobiliteitsalternatieven de positie van de Rocov s helder te beschrijven; 2. Gezamenlijk met concessiehouder en Rocov s te verkennen op welke wijze reizigersvertegenwoordiging wordt georganiseerd bij mobiliteitsalternatieven die niet onder de WP2000 vallen. Toegezegd is dat PS van de provincies het vervoerplan ter informatie ontvangen nadat het door GS is vastgesteld. Advisering door reizigers is geborgd via de Rocov's. Ten slotte vragen wij aan de Inschrijvers aan te geven hoe zij relevante stakeholders tijdens het opstellen van hun plannen betrekken. Vraag 1: De positie van de ROCOV s is vastgelegd in de Wet personenvervoer. In het Programma van Eisen is de positie van de ROCOV s en de beoogde samenwerking met hen explicieter aangegeven door een opsomming van de onderwerpen te geven waarbij de Concessiehouder de ROCOV s in ieder geval moet betrekken (artikel 2.2.5). Daarnaast moeten Inschrijvers in hun Inschrijving een plan opnemen dat betrekking heeft op de invulling van hun ontwikkelrol. Daarbij zal expliciet aandacht worden gevraagd voor de beoogde samenwerking met de ROCOV s. Vraag 2: Vanuit hun adviesrol bij het vervoerplan kunnen de ROCOV s advies geven over voor voorstellen om OV te vervangen door andere mobiliteitsalternatieven. Wanneer dergelijke initiatieven spontaan ontstaan zonder betrokkenheid van de vervoerder en/of provincie, biedt de wet geen mogelijkheden aan de provincie om bij de initiatiefnemer advies door de reizigersvertegenwoordiging af te dwingen. Bij de huidige subsidieregeling nieuwe mobiliteit worden initiatiefnemers wel altijd gewezen op de noodzaak van goede kennis over de wensen van de klant De Concessiehouder verstrekt aan de Consumentenorganisaties verenigd in de ROCOV s Flevoland, Gelderland en Overijssel tijdig en regelmatig informatie over de Concessie IJssel-Vecht zodat zij hun adviesrol adequaat kunnen uitvoeren. De Concessiehouder maakt met de ROCOV s afspraken over de onderwerpen waarover hij de ROCOV s om advies vraagt en de procedures die hij daarbij volgt. De adviesrol omvat in ieder geval de volgende plannen en voorstellen: Vervoerplan (bijlage 9: procedure Vervoerplan) Tarievenplan (artikel ) Voorstellen voor nieuwe productformules (artikel en ) Voorstellen voor het toevoegen en verwijderen van distributiekanalen (artikel ) Voorstellen voor structurele wijzigingen in, uitbreiding van of inperking van de communicatiekanalen en middelen (artikel ) De Concessiehouder geeft in de plannen en voorstellen die hij ter vaststelling of toetsing aan de Concessieverleners voorlegt, aan hoe hij het advies van de ROCOV s heeft verwerkt ROCOV's Oost Telefonische bereikbaarheid 24/7 lijkt me enigszins overdreven. Zou beperkt kunnen blijven tot exploitatie-uren plus een tijdspanne ervoor en erna ROCOV's Oost Laat een integrale aanpak bestaan binnen deze en de andere twee concessies, dan opereert het merk voor de reiziger ook meer als echt een enkel merk. De tekst is aangepast De klantenservice is 24/7 beschikbaar via , de website, een mobiele applicatie en telefonisch vanaf een half uur voordat de eerste Rit vertrekt tot en met een half uur na aankomst van de laatste Rit op het eindpunt. Onderhavige programma van eisen zal als basis dienen voor de aanbestedingen van Rijn- Waal en Berkel-Dinkel. Dat zal nadat deze concessies zijn aanbesteed, leiden tot een integrale aanpak. 81

92 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE ROCOV's Oost In het PvE staan twee van de drie "spelers" in de OV-driehoek, consequent benoemd als "concessiehouder" en "concessieverlener". Voor de resultaten van het Openbaar Vervoer achten wij het van belang dat ook de 3e speler in deze driehoek: de reizigersvertegenwoordiging, consequent de (betrokken) "ROCOV's" genoemd worden. Het is zinvol om deze driehoek in een aparte alinea/hoofdstuk nader toe te lichten. Om haar adviserende rol goed te kunnen vervullen zouden de concessiehouders bij adviesaanvragen inzake dienstregelingen onderliggende informatie zoals aantal reizigers/instappers aan de betreffende ROCOV s dienen te verstrekken. De reizigersbetrokkenheid bij voorkeur via de ROCOV s laten lopen. In elke geval bij bestaande en nieuwe productformules het instellen van doelgroepgerichte klantenpanels, waarbij reizigers kunnen meedenken over bijvoorbeeld dienstregeling, reisinformatie, tarieven etc. Neem de kwaliteit van de informatieverstrekking mee als een punt voor de voortgang/evaluatie van de concessie. Zodoende wordt gehandhaafd dat de reizigers inspraak ook soepel kan lopen dankzij tijdig aangeleverde en volledig uitgewerkte informatie. De Concessieverleners staan positief tegenover het optimaal en tijdig informeren van de ROCOV's. De ROCOV's zijn de gesprekspartner voor de Concessiehouders als het gaat om de reizigersvertegenwoordiging. Ook van de Concessiehouders wordt verwacht dat hij actief meewerkt aan het faciliteren van de ROCOV's bij hun adviserende taak namens Reizigers. In artikel is de rol van ROCOV nader omschreven De Concessiehouder verstrekt aan de Consumentenorganisaties verenigd in de ROCOV s Flevoland, Gelderland en Overijssel tijdig en regelmatig informatie over de Concessie IJssel-Vecht zodat zij hun adviesrol adequaat kunnen uitvoeren. De Concessiehouder maakt met de ROCOV s afspraken over de onderwerpen waarover hij de ROCOV s om advies vraagt en de procedures die hij daarbij volgt. De adviesrol omvat in ieder geval de volgende plannen en voorstellen: Vervoerplan (bijlage 9: procedure Vervoerplan) Tarievenplan (artikel ) Voorstellen voor nieuwe productformules (artikel en ) Voorstellen voor het toevoegen en verwijderen van distributiekanalen (artikel ) Voorstellen voor structurele wijzigingen in, uitbreiding van of inperking van de communicatiekanalen en middelen (artikel ) De Concessiehouder geeft in de plannen en voorstellen die hij ter vaststelling of toetsing aan de Concessieverleners voorlegt, aan hoe hij het advies van de ROCOV s heeft verwerkt Vervoerder 1 11 Hoe kan het overleg met drie ROCOV s efficiënt en doelmatig ingericht worden, zodat de concessiehouder niet met drie partijen separaat hoeft te overleggen en mogelijke tegenstrijdigheden tussen de wensen van ROCOV s ontstaan (paragraaf )? Onze suggestie is dat één ROCOV-vertegenwoordiging voor IJssel-Vecht gesprekspartner is voor de concessiehouder. Het is aan de ROCOV's hoe zij hun adviezen op deze concessie willen uitbrengen. De Concessieverlener is bereid om met de nieuwe Concessiehouder in de implementatieperiode hier gezamenlijk afspraken over te maken. Immers alle partijen hebben belang bij een transparant adviestraject Vervoerder Kunt u motiveren waarom u een 24/7 (telefonische) bereikbaarheid van de klantenservice wenselijk acht in deze concessie? De tekst is aangepast De klantenservice is 24/7 beschikbaar via , de website, een mobiele applicatie en telefonisch vanaf een half uur voordat de eerste Rit vertrekt tot en met een half uur na aankomst van de laatste Rit op het eindpunt CNV Vakmensen wij verzoeken de formatie BOA's met 15% te verhogen ten opzichte van het huidige aantal BOA's binnen de concessie. De huidige aantallen incidenten en de signalen uit de samenwerking tussen de Concessiehouders, politie en Concessieverleners geven geen aanleiding om meer toezichthouders te eisen. Wel eisen de Concessieverleners dat alle toezichthouders BOAbevoegd zijn. Artikel wordt hiertoe verduidelijkt De Concessiehouder zet voor de Concessie IJssel-Vecht ten minste een vergelijkbaar aantal fte aan toezichthouders in als in de huidige Concessies, zoals dit volgt uit de personeelsopgaven voor deze Concessies. De Concessiehouder zorgt ervoor dat alle toezichthouders BOA-bevoegd zijn en maakt in dat kader afspraken met de huidige concessiehouders over een soepele overgang van en te verwachten mutaties in het BOA-bevoegde personeel dat naar de Concessie IJssel-Vecht overgaat, met als bespreekpunten het eventueel verlopen van BOA-bevoegdheden en nog te volgen opleidingen Gemeente Amersfoort Wij staan open voor overleg over beschikbaarheid van infrastructuur, ook bij evenementen en calamiteiten. Dat doen wij graag ook in afstemming met de vervoerder die in onze stad het openbaar vervoer verzorgt Provincie Utrecht In paragraaf staat 'in principe'. Wat wordt hiermee bedoeld? Een partij is wel of niet verantwoordelijk. Wij missen het aspect veiligheid vanuit reizigers. Er wordt wel de personeelsmonitor aangehaald, maar in dit verband niet de klantenbarometer Provincie Utrecht In relatie tot paragraaf melden wij u het volgende. De categoriale beschikking tot BOA bevoegdheid loopt na een x aantal jaar af. Wij hebben in het verleden de ervaring gehad bij een van onze vervoerders dat er enige tijd geen BOA s bevoegd waren, omdat de beschikking was verlopen en de vervoerder dit niet tijdig had verlengd. Te overwegen is om hier aan te geven dat de verantwoordelijkheid voor het tijdig verlengen van de categoriale beschikking bij de vervoerder ligt. Van uw aanbod nemen wij met waardering kennis. De tekst is aangepast. De veiligheidsbeleving van de reiziger is zeker ook van belang (art De Concessiehouder neemt alle maatregelen die ingevolge van wet- en regelgeving vereist zijn, en daarnaast alle maatregelen die redelijkerwijs van hem verlangd kunnen worden om de Sociale Veiligheid van Reizigers en Personeel, voor zover dit onder zijn verantwoordelijkheid valt, te waarborgen.) De maatregelen in het jaarplan Sociale Veiligheid hebben altijd tot doel de veiligheid van de medewerkers èn de reizigers te vergroten. Wij beschouwen het als een vanzelfsprekendheid dat het aan de Concessiehouder is dat bevoegdheden tijdig worden verlengd. Om omissies te voorkomen is artikel uitgebreid met het voorschrijven van een overleg tussen de Concessiehouders om te zorgen voor een soepele overgang. De Concessieverleners onderkennen echter dat een periode van 'niet BOA-bevoegd-zijn' onvermijdelijk is als gevolg van de landelijke regelgeving. Namelijk dat een toezichthouder moet worden 'ingezworen' bij de vervoerder waar hij in dienst is De Concessiehouder is in principe verantwoordelijk voor de veiligheid in de Voertuigen; de Wegbeheerder voor de veiligheid op de Haltes De Concessiehouder zet voor de Concessie IJssel-Vecht ten minste een vergelijkbaar aantal fte aan toezichthouders in als in de huidige Concessies, zoals dit volgt uit de personeelsopgaven voor deze Concessies. De Concessiehouder zorgt ervoor dat alle toezichthouders BOA-bevoegd zijn en maakt in dat kader afspraken met de huidige concessiehouders over een soepele overgang van en te verwachten mutaties in het BOA-bevoegde personeel dat naar de Concessie IJssel-Vecht overgaat, met als bespreekpunten het eventueel verlopen van BOA-bevoegdheden en nog te volgen opleidingen. 82

93 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Provincie Utrecht Paragraaf : wordt hier BOA's en/of toezichthouders zonder BOA-bevoegdheid Het is aan de Concessiehouders te bepalen of deze stewards BOA-bevoegd moeten zijn bedoeld? Bij evenementen e.d. is het niet noodzakelijk dat alle stewards BOA-bevoegd zijn. De tekst De Concessiehouder mag met andere Stakeholders samenwerken in bijzondere situaties, is hiertoe verduidelijkt. Ook merken we hierbij op dat hier ook juridische beperkingen gelden omdat de BOA-bevoegdheid is gekoppeld aan het bedrijf waar de toezichthouder in dienst is. bijvoorbeeld bij veel ziekteverzuim of grote Evenementen, om tijdelijk andere of extra stewards in te schakelen. De Concessiehouder bepaalt per situatie of deze stewards BOA-bevoegd dienen te zijn en stemt dit af met de Concessieverleners, andere Concessiehouders en politie Provincie Utrecht Paragraaf : het op aanvraag beschikbaar stellen' is breed geformuleerd. Te overwegen is om ook 'aan stakeholders' in het kader van de privacywet dit nader te omschrijven ROCOV's Oost Mooi dat dit opgenomen wordt maar als er al snel overschreven wordt heb je er niets aan. Bewaarperiode vaststellen. Formuleer exact wie bevoegd zijn tot de inzage van camerabeelden. Komt er cameratoezicht bij alle busstations en drukke haltes? Dat is toch een taak voor de verschillende gemeenten en niet van de concessiehouder? ROCOV's Oost Ook bekend met calamiteit procedures bij uitlopers zoals in Meppel, Coevorden, Almere, Veenendaal of Amersfoort. Alle omringende concessies. De Concessiehouder dient zich aan de AVG-wetgeving te houden. Hij zal dus niet zomaar de camerabeelden ter beschikking mogen stellen aan alle Stakeholders zoals gedefinieerd in de begrippenlijst. Voor de bewaartermijn dient de Concessiehouder zich aan de wetgeving te houden. Cameratoezicht bij busstations en haltes is inderdaad de verantwoordelijkheid van de wegbeheerder. De tekst van het PvE wordt derhalve niet aangepast. Doordat de Concessiehouder in de implementatieperiode al meedoet in de samenwerking met andere Concessiehouders en politie raakt hij bekend met de procedures in aangrenzende concessiegebieden SP Verzoeken GS: Om te zorgen dat vervoerders elkaar niet hoeven te beconcurreren op het onderwerp In plaats van een kwantitatieve (evenveel als nu) een kwalitatieve eis Sociale Veiligheid op sociale veiligheid wordt het aantal toezichthouders kwantitatief voorgeschreven. De te nemen in het PvE en een minimum bezetting per vervoerssoort en/of regio en/of treinverbinding op te nemen. concessie IJssel-Vecht is een busconcessie. Daarom eisen wij niet een toezichthouder per voertuig zoals dat in de treinconcessies Vechtdallijnen en Enschede-Zwolle wel is gedaan. De buschauffeur is als gastheer op de bus ook verantwoordelijk voor het toezicht en de kaartcontrole. Een extra toezichthouder voegt in reguliere situaties niets toe. Toezichthouders hebben een rol in de veiligheid, controle op zwartrijden is niet hun primaire taak De Concessiehouder is opbrengstverantwoordelijk. Als hij van oordeel is dat hij extra menskracht nodig heeft om kaartcontrole uit te voeren dan is dat aan hem om te beoordelen. Dat valt niet onder de noemer sociale veiligheid. De toezichthouders worden ingezet als de veiligheid in het geding is. Flexibiliteit is en blijft mogelijk Het PvE biedt ruimte aan de Concessiehouder om in bijzondere situaties als bij evenementen, ziekteverzuim extra stewards in te schakelen (artikel ). Hier hebben wij bijvoorbeeld ervaring mee opgedaan in de concessie Vechtdallijnen Vervoerder U stelt in dit artikel dat de concessiehouder één jaar voor de start van de concessie IJssel- Vecht een visie Sociale Veiligheid aanbiedt ter toetsing aan de concessieverleners. Kunt u bevestigen dat deze visie en sociale veiligheid in algehele zin geen onderdeel uitmaakt van de gunning zoals afgesproken in het Convenant Sociale veiligheid openbaar vervoer? Wij bevestigen dat dat de visie sociale veiligheid en sociale veiligheid in algehele zin geen onderdeel uitmaken van de gunning Monitoring: worden ook cijfers van Flevoland apart in beeld gebracht? Krijgen we ook inzicht in effecten van tarieven? (Bijv. klanttevredenheid) Vanuit de data van de OV-klantenbarometer kunnen voor de Concessie IJssel-Vecht vergelijkbare inzichten worden gedeeld als nu het geval is Buurtbusvereniging Barneveld-Nijkerk Een implementatie-overleg o.i.d. met de betreffende buurtbusverenigingen wordt meer dan op prijs gesteld en is m.i. zelfs noodzakelijk. De Concessiehouder moet bij zijn bieding een Implementatieplan indienen. Hij moet daarin aandacht geven aan het overleg dat hij met de buurtbusverenigingen gaat voeren in de implementatieperiode Gemeente Apeldoorn Met het mogelijk vanaf begin concessie afschaffen van C lijnen, pleit de gemeente voor een overlegstructuur waarbij reeds vanaf bekend worden aanbieder gezamenlijk met De Concessiehouder moet bij zijn bieding een Implementatieplan indienen. Hij moet daarin aandacht geven aan het overleg dat hij met de o.a. ROCOV's en gemeenten gaat concessie verlener en lokale partijen wordt bezien welke alternatieven al dan niet kunnen voeren in de implementatieperiode. Bovendien moet hij een Vervoerplan opstellen voor worden ingezet. De structuur zoals die na jaar 1 wordt voorgesteld dient derhalve ook voor jaar 0 te gelden. jaar 1 van de Concessie. Dit Vervoerplan dient met de relevante Stakeholders als gemeenten te worden afgestemd Gemeente Kampen In het PvE worden geen eisen gesteld aan communicatie met de gemeente. Opgenomen is dat concessieverlener op verzoek van concessiehouder bij actief deelneemt aan overleggen van en bij diverse partijen. Om miscommunicatie (met gemeente) te voorkomen, omdat het communicatietraject veelal via de concessieverlener/concessiehouder loopt, zien we graag dat de concessiehouder aan moet geven hoe zij hun stakeholders (gemeente) betrekken. De Concessiehouder moet bij zijn bieding in een apart plan zijn strategie weergeven voor de doorontwikkeling van de Concessie en en aangeven hoe hij gaat samenwerken met Stakeholders als gemeenten Gemeente Kampen In de gemeente Kampen zijn verschillende initiatieven vanuit de samenleving ontstaan. Wij vinden het van belang dat potentiële concessiehouders in gesprek gaan met de betreffende partijen om dit als kansen in de nieuwe concessie te benutten en zien dit graag opgenomen worden in het PvE. De Concessiehouder moet bij zijn bieding in een apart plan zijn strategie weergeven voor de doorontwikkeling van de Concessie en en aangeven hoe hij gaat samenwerken met Stakeholders als gemeenten. 83

94 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Gemeente Lelystad Gegevenslevering: Wij adviseren u (#21) op te nemen dat de concessiehouder desgevraagd aan wegbeheerders informatie moet verstrekken over de gemiddelde rijsnelheid per dagdeel op trajecten in congestiegevoelige gebieden, en over het aantal instappers en uitstappers per halte op werkdagen, zaterdagen en zon- en feestdagen. Artikelen voorziet erin dat de betrokken partijen met de Concessieverlener afspraken kunnen maken over het delen van data. I Gemeente Lelystad Monitoren : Wij hechten er sterk aan om ook in de toekomst te weten hoe het busvervoer Vanuit de data van de OV-klantenbarometer kunnen voor de Concessie IJssel-Vecht in Lelystad gewaardeerd wordt, zeker in relatie tot de inzet van zero-emissievoertuigen. vergelijkbare inzichten worden gedeeld als nu het geval is. De OV-klantenbarometer bevat daarnaast ook informatie die in onze rol als wegbeheerder relevant is. We adviseren u (#22) daarom om Lelystad als aparte rapportage in de OV-klantenbarometer te behouden (en bij voorkeur ook de steden Apeldoorn en Zwolle als vergelijking), zonder onderscheid in lijncategorieën voor de stadsrapportage. De enquetegegevens kunnen tevens benut worden voor de door u gewenste rapportages voor Flevoland en de verschillende lijncategorieën op concessieniveau Provincie Utrecht Paragraaf : hier wordt gesproken over Operationalisatie MIPOV Te overwegen is om dit document in elk geval als bijlage bij het PvE voegen, zodat misverstanden worden voorkomen Provincie Utrecht Paragraaf en : wellicht ook zinvol om op lijn- en uurblokniveau te werken. Wanneer op ritniveau gewerkt wordt, moet in elk geval ook een consequente ritnummering voorgeschreven worden. Wanneer MIPOV2018 uitgaat van data per rit en niet meer van data per lijn, is een voorschrift voor ritnummering zeker van belang, omdat het anders bij wijzigingen in de dienstregeling lastig wordt om ritten te vergelijken. In het hoofdstuk monitoren wordt wel weer over lijnen in plaats van ritten gesproken. Rapportage van reizigersinkomsten uit landelijk (te verdelen) producten zoals het Studentenreisproduct of Holland Travel Ticket, kortingsabonnementen, niet verchipte producten zoals betalingen per app of papieren tickets staan kunnen wellicht scherper worden omschreven. Het document Operationalisatie MIPOV 2020 zal via het informatieportaal ter beschikking worden gesteld aan de Inschrijvers. In de bijlage operationalisatie MIPOV 2020 staat uitgewerkt hoe de Concessiehouder moet rapporteren zodat uitsnedes op lijn- en uurblokniveau mogelijk zijn. De Concessiehouder mag dit niet onmogelijk / ingewikkeld maken door het hanteren van onpraktische ritnummers. Artikel wordt daarom uitgebreid. De operationalisatie gaat tevens in op het detailniveau waarop de opbrengsten moeten worden uitgesplitst en dit wordt conform artikel f in de implementatieperiode uitgewerkt PVV 13 Wat zijn de indicatoren voor monitoring? De monitoring richt zich volgens artikel in ieder geval op: - rituitval, - punctualteit, - reizigerstevredenheid, - gebruik van het OV (aantallen reizigers(kilometers), - reiizgersopbrengsten - incidenten en klachten - zero-emissie rijden De Concessiehouder hanteert bij de levering van deze gegevens de unieke haltenummers zoals opgenomen in het NDOV Centraal Halte Bestand of diens opvolger(s). De Concessiehouder hanteert ook een logische ritnummering waaruit onomstotelijk de rijrichting (oneven / even), ritvolgorde en dag of het dagtype valt af te leiden, zodat de Concessieverleners bijvoorbeeld eenvoudig uitsnedes kunnen maken op uurblok- of lijnniveau Regio FoodValley Welke gegevens worden onder bedoeld? Kan hier een verwijzing naar worden opgenomen? Regio FoodValley In relatie tot vragen wij u om in de tekst op te nemen dat ook gegevens over herkomst en bestemmingen worden gedeeld met concessieverlener en betrokken partijen. Welke gegevens de Concessiehouder moet leveren staat elders in hoofdstuk 13 beschreven. Dit artikel beoogt dat de diverse leveringen moeten voldoen aan deze algemene eisen. Artikel voorziet erin dat de betrokken partijen hierover met de Concessieverlener afspraken kunnen maken voor zover dit past binnen de regelgeving van AVG. Bovendien zijn herkomst en bestemmingen nodig voor het plannen, boeken en betalen van een Reis Regio FoodValley 13 nvt Hoe komen de gemeente aan de bezetting en CICO-gegevens van de buslijnen en bushaltes in hun gemeente? Artikel voorziet erin dat de betrokken partijen hierover met de Concessieverlener afspraken kunnen maken voor zover dit past binnen de regelgeving van AVG ROCOV's Oost Verstrekken van gegevens aan de ROCOV s ter onderbouwing adviesaanvragen en verbeteren mogelijkheden ROCOV s hun adviesfunctie goed te kunnen uitvoeren. Bij staat omschreven "concessieverleners mogen alle gegevensbestanden binnen de kaders van wet en regelgeving als open data bewerken"; waarom wil de concessieverlener de data bewerken? Als data wordt bewerkt dan is deze niet meer correct. Het kan vanwege wetgeving noodzakelijk zijn dat data moet worden bewerkt. Onder bewerken kan ook worden verstaan dat de data wordt gepresenteerd in een leesbare tabel, hierdoor wordt de data niet incorrect maar wel beter begrijpbaar ROCOV's Oost Wat wordt bedoeld met het Protocol Sturing? Kunnen de provincies daarin bijsturen met bijvoorbeeld financiële prikkels, zoals een bonus-malus en boeteregeling? Zo niet, dan moet dat in het PvE worden opgenomen ROCOV's Oost 13 nvt De ROCOV s dienen eveneens de beschikking en/of inzage te krijgen in de kwartaalrapportages van de concessiehouder Vervoerder U vraagt om onbewerkte gegevens uit het gebruik van de OV-Chipkaart. Houdt u rekening met de wettelijke kaders (AVG) wanneer u deze gegevens opvraagt en gebruikt? Het Protocol Sturing is een bijlage van de Financiele Bepalingen en geeft het proces weer voor de situatie als de Concessiehouder niet (tijdig) de kwaliteit levert welke in de concessiedocumenten is bepaald. Met het Protocol Sturing kunnen de Concessieverleners o.a. met financiële prikkels (boeteregeling) sturen op de samenwerking met de Concessiehouder. Artikel voorziet erin dat de ROCOV's hierover met de Concessieverlener afspraken kunnen maken. Vanzelfsprekend dienen ook de Concessieverleners rekening te houden met de wettelijke kaders bij het opvragen van gegevens. 84

95 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE Vervoerder Hoe vaak worden deze tellingen per jaar uitgevoerd en wie draagt de kosten voor de tellingen? Tellingen vinden incidenteel plaats. De Concessiehouder dient volgens artikel namelijk al maandelijks gegevens te leveren over aantallen in/uitstapper ongeacht de productdrager (dus niet alleen OV-chipkaart-reizigers). Indien de Concessieverleners het nodig achten om ook een keer 'live te tellen' treedt artikel (nummering aangepast) in werking. De telling komt financieel voor rekening van de Concessiehouder. Tellen kan in persoon, maar kan ook geautomatiseerd met technieken als infra-rood Vervoerder U heeft het hier over de Wet bescherming persoonsgegevens in plaats van de nieuwe AVG. Kunt u dit aanpassen? B Buurtbusvereniging Barneveld-Nijkerk bijlage 15 Half jaarlijks overleg met buurtbusverenigingen hierin opnemen. Wij hebben ervoor gekozen om deze bijlage (nu bijlage 13) te beperken tot de overleggen waarbij de Concessieverleners zelf betrokken zijn. Inschrijvers moeten in hun Inschrijving een plan opnemen dat betrekking heeft op de invulling van hun ontwikkelrol. Daarbij zal expcliet aandacht worden gevraagd voor de beoogde samenwerking met de buurtbusverenigingen. De tekst is aangepast Als de Concessiehouder naar het oordeel van de Concessieverleners overtuigend aantoont dat verstrekking van bepaalde gegevens op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) niet is toegestaan, is de Concessiehouder niet gehouden de desbetreffende gegevens aan de Concessieverleners of Derden te verstrekken. B Buurtbusvereniging Barneveld-Nijkerk B Buurtbusvereniging Rijk van Nijmegen bjilage 1 bijlage 1 Het begrip buurtbus. Een buurtbus is geen taxibus want wij rijden met een normaal geel (ipv een blauw) kenteken. Mijns inziens is de volgende tekst een goede weergave: een motorvoertuig ingericht voor het vervoer van acht passagiers, bestuurt door een vrijwilliger en ingezet op een buurtbuslijn. Auto: ten hoogste 8 personen (excl. Bestuurder) Buurtbus: Taxibus ingezet op een buurtbuslijn Personenauto: ten hoogste 6 personen (excl. Bestuurder) Taxibus: vervoer van 7 tot 8 personen (excl. Bestuurder) Voertuig: Auto of Bus De begrippenlijst is volledig nagelopen en waar nodig zijn onduidelijkheden weggenomen. De begrippenlijst is volledig nagelopen en waar nodig zijn onduidelijkheden weggenomen. De gebruikte terminologie voor voertuigen is niet consistent. Op basis van bovenstaande in het concept gehanteerde begrippen kan bijv. een Buurtbus onder alle (m.u.v. Personenauto) categorieën vallen. En daarmee kunnen alle bepalingen ook die, welke niet voor Buurtbussen bedoeld zijn daarop van toepassing verklaard worden. Zijn het CVV Automaten of CCV Automaten? Volgens mij het laatste! (Computer Centrum vd Velde) B Buurtbusvereniging Rijk van Nijmegen bijlage 13 B Cleantechregio bijlage 12 Wat ons betreft wordt het belang van het ontwikkelen van knooppunten (met samenkomst van meerdere vervoersmodaliteiten en transfermogelijkheden) onderbelicht. Wij missen in het overzicht van de knooppunten in ieder geval: station Deventer station Apeldoorn de Maten en station Apeldoorn Osseveld. Daarnaast zijn, afhankelijk van ontwikkelingen in het lijnaanbod, aanvullende knooppunten nodig waar de overstap naar Andere Mobiliteit gefaciliteerd wordt. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan transferia en centrale punten in wijken of dorpen. Deze (multimodale) knooppuntontwikkeling maakt wat ons betreft deel uit van het overleg waarin de transitie van OV naar Andere Mobiliteit wordt besproken. Het lijkt ons verstandig de knooppunten en bijbehorende eisen niet in beton te gieten. Wij denken graag mee over knooppuntontwikkeling als onderdeel van het bredere gesprek over transitie. De titel van bijlage 11 is aangepast. De knooppunten uit bijlage 10 zijn vanuit de huidige concessie opgenomen als zijnde punten waar overstap relaties zijn tussen diverse vormen van openbaar vervoer. De door u genoemde stations Deventer, De Maten en Osseveld zijn aan de lijst toegevoegd. Overigens is onder opgenomen dat gedurende de looptijd van de concessie er, afhankelijk van ontwikkelingen, knooppunten kunnen bijkomen of kunnen vervallen. Bijlage 11 - Overzicht CCV automaten 85

96 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE B Cleantechregio bijlage 15 U heeft een overzicht van de huidige overleggen opgenomen als bijlage bij het Programma van Eisen. Dit is niet de samenwerking die wij voor ogen hebben. onze optiek vraagt de transitie op het gebied van openbaar vervoer en Andere Mobiliteit om een veel intensiever samenwerkingsproces waarin we met elkaar vanuit onze eigen rollen en verantwoordelijkheden werken aan betere mobiliteit. Hierbij dienen afspraken gemaakt te worden over ieders rol, inbreng, financiële kaders en het besluitvormingsproces. Hierbij speelt ook de in samenspraak met de provincie opgezette regionale organisatie Plus OV een rol. Wat ons betreft wordt daarbij geen kunstmatig onderscheid meer gemaakt tussen OV concessie en Andere Mobiliteit, maar kijken we integraal naar het mobiliteitssysteem als geheel. Ook andere partners, zoals bedrijfsleven en recreatiesector (zie ook reactie VeluweBoard) dienen nadrukkelijker betrokken te worden bij de invulling van mobiliteit. Omdat zij inzicht hebben in de vraag(ontwikkeling) en/of deze kunnen sturen. Door met hen samen te werken of een coalitie te vormen kan beter/slimmer richting en invulling gegeven worden aan de mobiliteit van de toekomst. De doorontwikeling van het netwerk zal altijd gebeuren in overleg met de Concessieverleners, gemeenten en andere stakeholders. Op de wijze waarop de toekomstige Concessiehouder deze samenwerking vorm geeft, moet hij in zijn bieding een voorstel doen. Bijlage 13 heeft 'slechts' als functie de bestaande overlegstructeren weer te geven. B Gemeente Almere bijlage 12 Almere ontbreekt als OV-knooppunt in Bijlage 12 Bijlage 12 OV-knooppunten Wij verzoeken u Almere Station Almere Centrum ook als OV-knooppunt op te nemen. NB: Ook andere stations aan uitlopers buiten het concessiegebied IJssel-Vecht (Meppel, Hoogeveen, Amersfoort) zijn als OV-knooppunten opgenomen. Station Almere Centrum is toegevoegd aan de lijst van OV-knooppunten (bijlage 10). Station Almere Centrum B Gemeente Amersfoort Bijlage 2 nvt Overigens hebben wij met provincie Gelderland een afspraak dat deze buslijn door Laak 3 in Vathorst gaat rijden. In dat bouwplan (ten noordoosten van station Vathorst) legt Ontwikkelingsbedrijf Vathorst in opdracht van gemeente Amersfoort momenteel een bussluis en haltevoorzieningen aan. We zouden graag zien dat deze route wordt voorgeschreven als verplichte rijroute. Uw opmerking is correct. De tekst is aangepast in bijlagen 1 en 4. Bijlagen 1 en 4: 101 Harderwijk - Putten - Laak 3 - Amersfoort Vathorst B Gemeente Amersfoort bijlage 2 Over de uitlopers schrijft u in bijlage 2 dat u voorschrijft dat lijn 101 rijdt tussen Nijkerk en station Schothorst. Dit bijt met de afspraken zoals deze gemaakt zijn in het Programma van Eisen Europese aanbesteding openbaarvervoer concessie provincie Utrecht , vastgesteld door GS op 3 februari Zie ook deze link. Daarin is aangegeven dat lijn 103 (Nijkerk- Amersfoort) tot uiterlijk het einde van de concessie Veluwe (voorzien in 2020), daarna niet meer gedoogd tussen station Amersfoort Vathorst en Amersfoort Centraal. Zoals u bekend is is enkele jaren geleden het lijnnummer 103 vervangen door 101. De lijn uit Nijkerk mag dus niet verder rijden dan station Amersfoort Vathorst. Uw opmerking is correct. De eindbestemming van lijn 101 is aangepast in bijlagen 1 en 4. Bijlagen 1 en 4: 101 Harderwijk - Putten - Laak 3 - Amersfoort Vathorst B Gemeente Lelystad bijlage 1 definitie OV-infrastructuur: mag ook gebruikt worden door onderhoudsdiensten en eventueel nader door de wegbeheerder te bepalen voertuigcategorieën, zoals taxi's. B Gemeente Lelystad bijlage 1 definitie sociale veiligheid: betreft niet alleen de openbare ruimte, maar ook in het voertuig B Gemeente Lelystad bijlage 1 definitie wegebeheerder: het is de Wet Herverdeling (niet Herziening) wegenbeheer, maar deze wet gaat juist uitdrukkelijk niet over private wegbeheerders, en die horen hier wel ook benoemd te worden. De tekst is aangepast. De tekst is aangepast. De tekst is aangepast. B Gemeente Lelystad bijlage 13 hier staan adressen dubbel genoemd. Dubbele adressen zijn verwijderd. AVMO Busstation Marknesse AVMO Busstation Urk AVMO Busstation Zeewolde Boekhandel Nick de Negro Bruna De Kajuit Bruna Zeewolde zijn eenmalig verwijderd. B Gemeente Lelystad bijlage 15 Plancyclus: In bijlage 15 staan de bestaande overlegstructuren benoemd. Hierbij ontbreekt het bestuurlijke en ambtelijke overleg dat wij als huidig (gedelegeerd) concessieverlener met de concessiehouder voeren. We adviseren u (#5) dit overleg toe te voegen, opdat het de toekomstige concessiehouder duidelijk is dat wij nu een actieve rol vervullen, en dit willen blijven doen. In bijlage 13 is opgenomen dat jaarlijks, als onderdeel van de vervoerplanprocedure, een bestuurlijk overleg plaats vindt met de gemeenten Apeldoorn, Lelystad en Zwolle. Weginfrastructuur die uitsluitend door Openbaar Vervoer, hulpdiensten, onderhoudsdiensten en eventueel nader door de wegbeheerder te bepalen voertuigcategorieën, zoals taxi's mag worden gebruikt. De mate waarin Reizigers en Personeel beschermd zijn en zich beschermd voelen tegen incidenten in de openbare ruimte en het Voertuig, waaronder lastig vallen, pesten, bedreigen, diefstal en mishandeling. De privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie(s) die belast zijn met de aanleg, het beheer, onderhoud en beschikbaar stellen van weginfrastructuur. B Gemeente Lelystad bijlage 3 In bijlage 3 staat vermeld dat de Airportshuttle in de tweede helft 2019 gaat rijden; dat moet op basis van het PvE/bestek voor deze verbinding zijn: maart De tekst is aangepast. Naar verwachting gaat de AIRportshuttle in 2020 rijden. 86

97 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE B Gemeente Lelystad nvt Bijlage 5 en bijlage 9: we gaan er vanuit dat routevariant 164 van lijn 163 per ongeluk als categorie B benoemd is, terwijl lijn 163 in categorie C ingedeeld is. De tekst is aangepast, lijn 163 is ingedeeld in categorie B (zie bijlagen 1 en 4). Bijlagen 1 en 4: lijn 163 is ingedeeld in categorie B en lijn 164 is ingedeeld in categorie C. B Gemeente Raalte bijlage 10 Buurtbuslijn 513 is niet opgenomen in bijlage 10. Graag corrigeren. Het is correct dat buurtbus 513 Nijverdal - Raalte niet is opgenomen in de bijlage, deze lijn zal onderdeel zijn van de Concessie Berkel-Dinkel. B Provincie Utrecht bijlage 2 Harderwijk - Amersfoort Schothorst (regiolijn 101). U schrijft voor dat lijn 101 rijdt tussen Nijkerk en station Schothorst. Wij hebben destijds in ons Programma van Eisen Europese aanbesteding openbaarvervoer concessie provincie Utrecht (door GS vastgesteld) de afspraak gemaakt dat lijn 103 (Nijkerk- Amersfoort) tot uiterlijk het einde van de concessie Veluwe (voorzien in 2020), daarna niet meer gedoogd wordt tussen station Amersfoort Vathorst en Amersfoort Centraal. Wij verzoeken dit ook op te nemen in uw PvE. Het lijnnummer 103 is overigens inmiddels vervangen door 101. Uw opmerking is correct. De eindbestemming van lijn 101 is aangepast in bijlagen 1 en 4. Bijlagen 1 en 4: 101 Harderwijk - Putten - Laak 3 - Amersfoort Vathorst B Provincie Utrecht bijlage 3 In gesprekken met Amersfoort en provincie Gelderland hebben wij gezamenlijk de Wij hebben de omschrijving van deze Uitloper naar aanleiding van uw opmerking afspraak gemaakt dat buslijn 101 door Laak 3 in Vathorst gaat rijden. In dat bouwplan (ten aangepast. noordoosten van station Vathorst) legt Ontwikkelingsbedrijf Vathorst in opdracht van gemeente Amersfoort momenteel een bussluis en haltevoorzieningen aan. Wij verzoeken in uw PvE op te nemen dat deze route wordt voorgeschreven als verplichte rijroute. Voor nadere informatie hierover adviseren wij u contact op te nemen met de gemeente Amersfoort (mw. Astrid van den Aker). Bijlagen 1 en 4: 101 Harderwijk - Putten - Laak 3 - Amersfoort Vathorst B Provincie Utrecht bijlage 3 Ten aanzien van de te gedogen lijnen / uitlopers uit de Utrechtse concessie hebben wij geen opmerkingen. Zoals u terecht vermeld zal per december 2019 nachtlijn N8 gaan rijden op vrijdag- en zaterdagnacht op het traject Utrecht Driebergen Veenendaal Rhenen Wageningen. Vooralsnog als pilot. U kunt deze opnemen in het PvE. B Provincie Utrecht bijlage 4 Bij de overige uitlopers concessie IJssel-Vecht merken wij op dat Buurtbus 509 (ook rijdend als Kolibri) een rol heeft in de ontsluitende functie in het zuidelijk deel van Leusden Centrum. Wij verzoeken u deze buurtbuslijn + huidige route in Leusden in het PvE op te nemen en voor te schrijven. Wij bedanken u voor deze opmerking. Wij nemen uw verzoek niet over. U is eerder gevraagd ontwikkelingen binnen de provincie kenbaar te maken zodat deze als achtergrondinformatie bij de aanbesteding kan worden meegenomen. Deze informatie is al aan potentiele Inschrijvers beschikbaar gesteld. In de beoordeling wordt meegewogen in hoeverre Inschrijvers met deze informatie rekening hebben gehouden en op welke wijze zij hierop heben ingespeeld. B PSP'92 nvt In bijlagen 2 en 3 willen wij graag de Friese spelling voor Fryslân, Lemmer en Heerenveen in het stuk zien. Hattem is met een e. B Regio FoodValley bijlage 2 Wat wordt bedoeld met Tot aanbesteding RijnWaal? Moet dat niet Na aanbesteding RijnWaal zijn? B Regio FoodValley bijlage 3 We missen sommige lijnen in de lijst en vragen ons af of dat terecht is. Het gaat onder andere over 106, 107, 108. B Regio FoodValley bjilage 6 In de bijlage missen we een verwijzing naar en bediening van de wijk Corlaer in Nijkerk. Wij vragen u om deze verbindingen op te nemen. Wij nemen uw suggestie voor de Friese namen niet over. De naam van Hattem is aangepast (bijlagen 1 en 4). Hiermee wordt bedoeld dat genoemde lijnen tot de start van de Concessie Rijn-Waal onderdeel zijn van de concessie Ijssel-Vecht maar doorlopen in de huidige concessie Arnhem-Nijmegen en derhalve als uitlopers gelden. Wij hebben ter verdeuidelijking de tekst aangepast naar "tot start Concessie Rijn-Waal". De lijnen 106, 107 en 108 zijn reeds opgenomen in bijlage 2. Bijlagen 1 en 4: Apeldoorn NS - Hattum Hattem - Zwolle Bijlagen 1, 2, 4, 5 en 6. "Tot aanbesteding Rijn-Waal" is aangepast in "tot start Concessie Rijn-Waal". Uw suggestie is niet overgenomen. Wensen van gemeenten voor nieuwe verbindingen kunnen worden opgenomen in de achtergrondinformatie die de gemeenten hebben ingediend en aan de potentiële Inschrijvers ter beschikking wordt gesteld. B Regio FoodValley bjilage 6 We missen lijn 679 in het overzicht. Volgens bijlage 5 gaat deze lijn naar RijnWaal. Uw opmerking is correct. Deze lijn is opgenomen in bijlage 6. Bijlage 6: 679 Wekerom - Harskamp - Kootwijkerbroek - Amersfoort Hoornbeeck College B ROCOV's Oost bijlage 1 CVV-automaat en Protocol van Sturing ontbreken. Dat moet alsnog toegevoegd worden want niet iedereen zal deze termen op de juiste wijze doorgronden. De begrippen zijn toegevoegd aan de begrippenlijst. Scholierenlijn CCV-automaat: Een voorziening waar Reizigers (i) alle in genoemde Reisproducten kunnen afhalen, verlengen en beëindigen (ii) Saldo laden op hun OV-chipkaart of Productdrager met vergelijkbare functionaliteit en (iii) hun reisgeschiedenis inzien (minimaal de laatste 10 transacties). Protocol sturing: Bijlage bij de Financiële Bepalingen met een stappenschema voor het geval de Concessiehouder niet of niet tijdig de gewenste kwaliteit levert (niet voldoen aan de normen en eisen uit het PvE en/of de Inschrijving). B ROCOV's Oost bijlage 12 Klopt het dat Almere Centrum in deze lijst ontbreekt? Station Almere Centrum is toegevoegd aan de lijst van OV-knooppunten (bijlage 11). Station Almere Centrum B ROCOV's Oost bijlage 12 Het knooppunt Ede ontbreekt ook al gaat dat t.z.t. naar de concessie Rijn-Waal. Station Ede-Wageningen is toegevoegd aan de lijst van OV-knooppunten (bijlage 11). Station Ede-Wageningen B ROCOV's Oost bijlage 13 In deze bijlage van CVV automaten komt Deventer niet voor. Dat moet dus alsnog worden Een aantal locaties in Deventer zijn aan het overzicht toegevoegd. aangevuld. B ROCOV's Oost bijlage 14 Kan dit niet geïntegreerd worden bij Allgo of NS in Almere? Moet er geen verkooppunt ritkaartjes bij AZC Luttelgeest? De Concessiehouder mag met voorstellen komen om het distributienetwerk aan te passen. De bijlage geeft de huidige situatie aan. B ROCOV's Oost bijlage 14 Waarom geen verkooppunten in Epe, Ermelo en Putten? De verkooppunten in Ermelo en Putten zijn niet van de huidige vervoerder. In Epe zijn inderdaad geen verkooppunten. De Concessiehouder mag met voorstellen komen om het distributienetwerk aan te passen. De bijlage geeft de huidige situatie aan. 87

98 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE B ROCOV's Oost bijlage 3 Concessie Friesland Noord - Zuidwest Bij lijn Groningen - 'Heereveen' - Emmeloord (nu Qliner 315) staat Heerenveen onjuist De tekst is aangepast. De lijn 324 is opgenomen in bijlage 2. Lijn Groningen-Heerenveen-Emmeloord (nu Qliner 315). Deze lijn wordt in de late uren (in het weekend) uitgevoerd als Qliner 324 (via Drachten). gespeld. Daarnaast wordt deze lijn in de late uren (in het weekend) uitgevoerd als Qliner 324 (via Drachten). B ROCOV's Oost bijlage 3 Lijn 80 / X 80 (Scherpenzeel, De Klomp) en buurtbus 503 komen niet voor in de lijst van De tekst is aangepast. De lijn 80/x80 is opgenomen in bijlage 2. Buurtbus 503 is reeds Bijlage 2: Lijn Amersfoort Scherpenzeel Rhenen (nu regiolijn 80/80x) concessiegrens overschrijdende lijnen. onderdeel van bijlage 2. B ROCOV's Oost bijlage 5 Lijn 91 Apeldoorn Arnhem heeft een snellere route dan lijn 231 en doet een belangrijk kantorencomplex in het zuiden van Apeldoorn aan. Reden om A status aan lijn 91 geven! Uw suggestie is overgenomen. Lijn 91 Apeldoorn - Beekbergen - Arnhem is ingedeeld in categorie A (zie bijlagen 1 en 4). B ROCOV's Oost bijlage 5 Door de verdeling in A, B, en C lijnen bestaat de mogelijkheid dat grote wijken in Apeldoorn niet meer van OV voorzien worden. Dit treft dan ook voorzieningen zoals ziekenhuis, bejaardenhuizen, zwembad, winkelcentra. Ook nieuw te bouwen stadswijken krijgen geen OV waardoor een tweede auto snel is aangeschaft. Het is duidelijk dat sommige bussen niet erg vol zijn. Een herontwerp van het stadsnet van Apeldoorn heeft daarom prioriteit boven schrappen van lijnen. Mede naar aanleiding van uw reactie over de frequentie van lijnen is de tekst in paragraaf 3.2 aangepast. B ROCOV's Oost bijlage 5 De Veluwe is een relatief dunbevolkt gebied. De vervoersvraag m.n. op zondag kan laag Uw verzoek om een vraagafhankelijke invulling van het aanbod voor te schrijven sluit niet zijn vanwege de levensovertuiging. Daarnaast is de Veluwe een populair toeristisch gebied aan bij de uitgangspunten van de nieuwe concessies om de Concessiehouder de ruimte te en wordt ook door veel wandelaars bezocht. Er lopen 6 langeafstandspaden over de Veluwe. Zowel voor thuiskomst garantie als voor toeristische doeleinden dient een vraagafhankelijke service zoals Kolibrie in de rustige uren (na en op zondag) bieden zijn aanbod optimaal af te stemmen op de vervoerbehoeften van Reizigers en de mogelijkheid te creëren om weinig gebruikte Lijnen te kunnen vervangen door Andere mobiliteitsdiensten. verplicht aangeboden te worden als het schrappen van lijnen echt niet meer te voorkomen is. B ROCOV's Oost bijlage 5 De ziekenhuizen in Apeldoorn en Zutphen heten Gelre ziekenhuis. Het ziekenhuis in Ede heet Gelderse Vallei. De tekst is aangepast in bijlage 4. Bijlage 4: Ede Station Centrum - Zkh Gelderse Vallei - Station Ede-Wageningen - Gelderhorst B Vervoerder 1 Bijlage 4 In Bijlage 4 wordt een Reizigersplan genoemd als onderdeel van de bieding. Dit plan komt De tekst van bijlage 3 is aangepast. verder in het PvE niet voor. Kunt u dit verduidelijken? B Vervoerder 1 Bijlage 5 In Bijlage 5 van het PvE zijn alle lijnen opgenomen die bij de start van de concessie deel uitmaken van IJssel-Vecht. Dit impliceert dat er wel vanaf 26 augustus 2020 sprake is van lijnen die deel uitmaken van de concessie en dat er vanaf die datum een dienstregeling moet worden uitgevoegd. Hierin zijn ook lijnen van IJsselmond opgenomen, die volgens hoofdstuk 2 pas in 2023 wordt toegevoegd. De lijnen van Lelystad, die in 2021 worden toegevoegd zijn in een aparte bijlage (Bijlage 7) opgenomen. De concessies Midden-Overijssel en Veluwe worden per december 2020 onderdeel van IJssel-Vecht. De concessie Lelystad wordt per september 2021 onderdeel van IJssel-Vecht en de concessie Ijsselmond per 10 december B Vervoerder 3 Bijlage 5 Waarom maken de lijnen van de huidige concessie IJsselmond deel uit van dit overzicht (en daarmee de start van de concessie IJssel-Vecht), terwijl de lijnen pas in december 2023 worden toegevoegd aan de concessie IJssel-Vecht? De concessie IJsselmond wordt per 10 december 2023 onderdeel van IJssel-Vecht. B Vervoerder 3 Bijlage 5 Waarom maken de lijnen van de huidige concessie Lelystad geen onderdeel uit van Bijlage De concessie Lelystad wordt per september 2021 onderdeel van IJssel-Vecht. 5? B Vervoerder 3 Databestan den In de map databestanden-concessiegebieden zijn cijfers geleverd over o.a. instappers en reizigerskilometers. Om goede prognoses te maken, voor zowel kosten als opbrengsten, is meer data benodigd. Zeker nu vervoerders opbrengstverantwoordelijk worden, is goed inzicht in reizigersstromen cruciaal. Daarom verzoeken wij u inzicht te geven in de volgende zaken (o.b.v. ov-chipkaartdata): 1) het aantal gemaakte reizen, van halte naar halte, per maand, voor 2017 en de eerste 9 maanden van 2018; 2) de bezetting per halte op ritniveau voor de dagsoorten maandag-vrijdag, zaterdag en zondag zowel de gemiddelde als maximale ritbezettingen voor de periode 5 maart t/m 31 maart 2018); 3) het totale aantal reizigers per halte, daggemiddeld, voor 2017 en de eerste 9 maanden van 2018; 4) de opbrengsten per lijn, per dagsoort (ma-vr, za, zo), gediffentieerd naar productsoorten, voor de periode jan 2017 t/m sep 2018 ; 5) de aantal reizigers per lijn, per dagsoort (ma-vr, za, zo), gedifferentieerd naar productsoorten, voor de periode jan 2017 t/m sep 2018 Na vrijgave van het ontwerp-programma van Eisen hebben de Concessieverleners via het informatieportaal aanvullende, meer gedetailleerde gegevens over het gebruik van het openbaar vervoer beschikbaar gesteld. In januari is gedetailleerde informatie over opbrengsten en productsoort gebruik per lijn vrijgegeven. In februari staan de leveringen gepland die betrekking hebben op B Vervoerder 5 Bijlage 1 Wilt u het begrip HOV in de deze lijst opnemen? De term HOV is toegevoegd aan de begrippenlijst. De begrippenlijst is nu een separate bijlage bij de aanbestedingsdocumenten. Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV): Openbaar Vervoer dat voldoet aan hoge eisen op het gebied van de beschikbaarheid (bedieningstijden en frequenties), betrouwbaarheid, snelheid, informatievoorziening (in het Voertuig en op de Halte) en/of comfort. B Vervoerder 5 Bijlage 5 Wij nemen aan dat deze bijlage nog wordt geactualiseerd naar aanleiding van de dienstregeling per 9 december 2018, aangezien meerdere (B-)lijnen bij gebrek aan reizigers (deels) uit de dienstregeling worden geschrapt. De bijlagen zijn aangepast naar de situatie dienstregeling

99 Reactienr. Indiener Hoofdstuk Bepaling/ paragraaf Opmerking indiener Reactie Nieuwe tekst PvE B Vervoerder 5 Nvt Wij verzoeken u in het definitieve Programma van Eisen de bijlagen te actualiseren naar de laatste stand van zaken in de huidige concessies, omdat daarin soms nog aanzienlijke wijzigingen plaatsvinden. De bijlagen zijn aangepast naar de situatie dienstregeling

100 Samenwerkingsovereenkomst Aanbesteding OV-concessie IJssel-Vecht Gedeputeerde Staten van Flevoland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. Fackeldey, gedeputeerde openbaar vervoer, handelende ter uitvoering van het besluit van het college van gedeputeerde staten van 29 januari 2019, hierna te noemen Flevoland, Gedeputeerde Staten van Gelderland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw C.Bieze, gedeputeerde mobiliteit, handelende ter uitvoering van het besluit van het college van gedeputeerde staten van [datum], hierna te noemen Gelderland, Gedeputeerde Staten van Overijssel, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer E. Boerman, gedeputeerde mobiliteit, water en sociaal, handelende ter uitvoering van het besluit van het college van gedeputeerde staten van [datum], hierna te noemen Overijssel, hierna gezamenlijk te noemen Partijen. Overwegende dat: a. Partijen bij het aangaan van de Bestuursovereenkomst Aanbesteding OV-concessies IJssel- Vecht, Berkel-Dinkel en Rijn-Waal & Beheer en Ontwikkeling van het Openbaar Vervoer onder andere hebben afgesproken de afspraken uit die overeenkomst nader uit te werken in een samenwerkingsovereenkomst voor de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht BESLUITEN: de volgende afspraken over Samenwerking aan te gaan. Pagina 1 van 10

101 HOOFDSTUK 1, ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1, Begripsbepalingen In deze Overeenkomst wordt verstaan onder: a. Openbaar Vervoer: openbaar vervoer als bedoeld in artikel 1 van de Wet personenvervoer 2000; b. Concessie: Concessie IJssel-Vecht, zijnde een concessie als bedoeld in artikel 1 van de Wet personenvervoer 2000; c. Concessiehouder: de vervoerder aan wie de Concessie wordt verleend; d. Bestuurlijk Overleg: het overleg tussen de bestuurlijke vertegenwoordigers van de Partijen; e. Opdrachtgeversoverleg: een afstemmingsorgaan dat bestaat uit de voor de Concessie ambtelijke opdrachtgevers van de Partijen; f. Kernteam: het projectteam dat namens de Provincies belast is met de voorbereiding en uitvoering van de aanbesteding van de Concessie; g. Penvoerder: Provincie die in het kader van de aanbestedingsprocedure van de Concessie namens Partijen optreedt; h. Samenwerkingsovereenkomst beheer en ontwikkeling Concessie: samenwerkingsovereenkomst tussen Partijen waarin afspraken over het beheer en de ontwikkeling van de Concessie zijn vastgelegd; i. Provincie: één van de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel; j. Overeenkomst: de samenwerkingsovereenkomst Aanbesteding OV-concessie IJssel-Vecht ; k. ONS: Shared Service Center ONS, zijnde de gezamenlijke inkooporganisatie van de provincie Overijssel, gemeente Zwolle en gemeente Kampen; l. Samenwerking: de samenwerking van de partijen die is bedoeld om te komen tot een succesvolle aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht; m. Aanbestedingsdocumenten: het aanbestedingsreglement, het programma van eisen, concessiebeschikking (inclusief financiële bepalingen), bijlagen, Nota s van Inlichtingen; n. Beheerorganisatie: OV Oost, zijnde het Openbaar Vervoer uitvoeringscluster Oost-Nederland van Gelderland en Overijssel; o. Beoordelingsprotocol: ambtelijk document, dat gebaseerd is op de gunningcriteria en bedoeld is als interne leidraad om inschrijvingen te beoordelen. p. Herverdeeleffect: de wijzigingen in o.a. kwaliteit, aanbod, prijs die kunnen ontstaan vanwege het gezamenlijk aanbesteden en het wijzigen van de concessiegebieden. Artikel 2, Algemene bepalingen 1. Tenzij de context anders vereist, hebben de woorden met een hoofdletter in deze Overeenkomst de betekenis die daaraan in de Overeenkomst is toegekend. Tenzij de context anders vereist, omvatten de woorden die in het enkelvoud zijn gedefinieerd ook het meervoud en omgekeerd. 2. De in de considerans vermelde overwegingen vormen een integraal onderdeel van de Overeenkomst. 3. Deze Overeenkomst regelt de samenwerking tot en met de gunning van de Concessie IJssel- Vecht aan de Concessiehouder. 4. De implementatie en het beheer van de Concessie wordt geregeld in de Samenwerkingsovereenkomst beheer en ontwikkeling Concessie en uitgevoerd door de Beheerorganisatie. Pagina 2 van 10

102 Pagina 3 van 10

103 HOOFDSTUK 2, ORGANISATIE Artikel 3, Penvoerder 1. De provincie Overijssel treedt namens de Partijen in de aanbestedingsprocedure op als Penvoerder. 2. De Penvoerder is namens de Partijen verantwoordelijk voor: a. publicatie van de Aanbestedingsdocumenten, b. beschikbaar stellen van achtergrondinformatie met betrekking tot de Concessie, c. communicatie met geïnteresseerde Vervoerders tijdens de aanbestedingsprocedure, d. ontvangst en beantwoording van vragen naar aanleiding van de Aanbestedingsdocumenten, e. publicatie van de Nota s van Inlichtingen, f. ontvangst en opening biedingen, g. organisatie van de beoordeling van de biedingen, waaronder het opstellen van het beoordelingsprotocol, h. voorbereiding van het besluit van de Partijen tot verlening van de Concessie aan de winnende Vervoerder, i. verzending van het concessiebesluit en de afwijzingsbrieven aan inschrijvers, j. organisatie van afwijzingsgesprekken, k. behandeling van eventuele bezwaren naar aanleiding van het concessiebesluit, en l. communicatie met overige partijen, naast de geïnteresseerde Vervoerders. 3. Namens de Penvoerder treedt ONS op als aanspreekpunt voor geïnteresseerde Vervoerders. 4. Alle Aanbestedingsdocumenten en de daarop betrekking hebbende vergaderstukken worden gearchiveerd ten kantore van de Penvoerder, volgens het daar gehanteerde officiële archiefsysteem. Na gunning draagt de Penvoerder afschriften van deze stukken over aan de provincies Flevoland en Gelderland. Artikel 4, Projectorganisatie 1. Ten behoeve van de voorbereiding en de uitvoering van het aanbestedingstraject richten de Partijen een projectorganisatie in, bestaande uit een Bestuurlijk Overleg, een Opdrachtgeversoverleg en een Kernteam. 2. De entiteiten binnen de projectorganisatie hebben, behoudens mandaat, volmacht of machtiging door een bevoegd orgaan van de Partijen, geen beslissings- of handelingsbevoegdheid. Partijen bevorderen dat de bedoelde entiteiten en functionarissen de bevoegdheden verkrijgen die benodigd zijn om de benodigde werkzaamheden met de gewenste voortgang te kunnen uitvoeren. 3. Vergaderingen van de entiteiten binnen de projectorganisatie zijn niet openbaar. Vergaderstukken worden niet openbaar gemaakt, behoudens verplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving. 4. Vergaderstukken van de entiteiten binnen de projectorganisatie en kopieën van de gevoerde correspondentie worden gearchiveerd ten kantore van de Penvoerder, volgens het daar gehanteerde officiële archiefsysteem. 5. Partijen spreken de intentie uit te komen tot een efficiënte wijze van uitwisseling en archivering van informatie die ten grondslag ligt aan de door hen te nemen besluiten over de vaststelling van de Aanbestedingsdocumenten, de nota's van inlichtingen en de gunningsbesluiten ten behoeve van de Concessie IJssel-Vecht. Pagina 4 van 10

104 Artikel 5, Bestuurlijk Overleg 1. Het Bestuurlijk Overleg bestaat uit één bestuurlijke vertegenwoordiger van ieder van de Partijen. 2. De voorzitter van het Bestuurlijk Overleg wordt gekozen door en uit de leden van het Bestuurlijk Overleg. 3. Het Bestuurlijk Overleg wordt ondersteund door de secretaris van het Opdrachtgeversoverleg. 4. Het Bestuurlijk Overleg komt minimaal een keer per kwartaal bijeen op uitnodiging van de voorzitter of op verzoek van ten minste twee leden. 5. Vergaderingen van het Bestuurlijk Overleg zijn toegankelijk voor leden van het Bestuurlijk Overleg, hun vervangers en genodigden. Het Bestuurlijk Overleg kan deskundigen uitnodigen haar vergaderingen bij te wonen voor het geven van informatie en advies. 6. Het Bestuurlijk Overleg stemt voorstellen aan de betrokken bestuursorganen van de Partijen rond besluitvorming ten behoeve van de aanbesteding af. Artikel 6, Opdrachtgeversoverleg 1. Het Opdrachtgeversoverleg bestaat uit de ambtelijke opdrachtgevers namens iedere Partij. 2. De voorzitter van het Opdrachtgeversoverleg is de ambtelijk opdrachtgever namens de provincie Gelderland. 3. Het Opdrachtgeversoverleg wordt ondersteund door de secretaris van het Kernteam. 4. Het Opdrachtgeversoverleg komt in principe maandelijks bijeen dan wel vaker op uitnodiging van de voorzitter of op verzoek van ten minste twee leden. 5. Vergaderingen van het Opdrachtgeversoverleg zijn toegankelijk voor leden van het Opdrachtgeversoverleg, hun vervangers en genodigden. Het Opdrachtgeversoverleg kan deskundigen uitnodigen haar vergaderingen bij te wonen voor het geven van informatie en advies. 6. Het Opdrachtgeversoverleg besluit over praktische zaken rond de planning en de voortgang, de aanpak van de knelpunten en de voorbereiding van voorstellen aan de betrokken bestuursorganen van de Partijen over de aanbesteding. 7. Ieder lid van het Opdrachtgeversoverleg heeft in de vergadering één stem. 8. Besluiten over de in deze Overeenkomst aan het Opdrachtgeversoverleg opgedragen taken worden genomen op basis van unanimiteit. Als de stemmen staken wordt advies gevraagd aan het Bestuurlijk Overleg. Artikel 7, Kernteam 1. Het Kernteam bestaat uit een voorzitter tevens projectleider van de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht, een (project)secretaris, een penvoerder van de aanbestedingsdocumenten, een vervoerkundige en twee concessiebeheerders, dan wel een door één der Partijen aangewezen vervanger. 2. Het Kernteam heeft als taken: a. de voorbereiding en uitvoering van besluiten van het Opdrachtgeversoverleg en de besluitvorming in de bestuursorganen; en b. de afstemming en terugkoppeling van alle zaken die verband houden met de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht met de ambtelijke organisaties (provincies en gemeenten) en andere belanghebbenden (onder andere de ROCOV s). 3. Het Kernteam: Pagina 5 van 10

105 a. is belast met het voorbereiden en (doen) opstellen van de aanbestedingsdocumenten, de nota s van inlichtingen, de concept-concessiebeschikking en het gunningadvies; b. geeft adviezen en doet voorstellen aan de betrokken bestuursorganen van de Partijen over de te volgen advies- en inspraakprocedures, (de vaststelling van) de aanbestedingsdocumenten, de gunning van de Concessie IJssel-Vecht aan de Concessiehouder; c. is belast met de organisatie van de aanbestedings- en gunningsprocedure gericht op het verlenen van de Concessie IJssel-Vecht; d. bewaakt de voortgang van en coördineert de aanbestedingsprocedure de bestuurlijke afstemming en het besluitvomingsproces; e. levert de secretaris van het Bestuurlijk Overleg en het Opdrachtgeversoverleg; f. is belast met het opstellen van een communicatieplan als bedoeld in artikel 9; g. is belast met de overdracht aan de Beheerorganisatie en is de Beheerorganisatie behulpzaam met het ontwikkelen van kaders voor het beheer van de Concessie. Artikel 8, Projectkosten 1. Alle kosten voortvloeiend uit of verband houdend met de personele inzet door Partijen bij de voorbereiding en uitvoering van de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht zijn voor rekening van de Partij bij wie dit personeel werkzaam is. 2. Voor de externe kosten stellen Partijen vooraf een projectbegroting op en keuren deze goed. Partijen houden elkaar schriftelijk op de hoogte van de te maken externe kosten en mogelijk meerwerk. 3. De externe kosten voor advies en uitvoering van de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht worden door Partijen volgens de volgende verdeelsleutel gedragen: a. Provincie Flevoland: 10% b. Provincie Gelderland: 60% c. Provincie Overijssel: 30% HOOFDSTUK 3, COMMUNICATIE Artikel 9, Interne en externe communicatie 1. Partijen leggen in een communicatieplan afspraken vast over de interne en externe communicatie rond de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht. 2. In de externe communicatie wordt tot uitdrukking gebracht dat de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht namens Partijen wordt uitgevoerd. HOOFDSTUK 4, FINANCIEN Artikel 10, Exploitatiesubsidie 1. De exploitatiesubsidie voor de Concessie IJssel-Vecht bedraagt maximaal de som van de exploitatiesubsidies die Partijen op dit moment beschikbaar stellen voor de huidige Concessies Midden-Overijssel, Veluwe, Lelystad en IJsselmond. 2. Elke Partij beheert de exploitatiesubsidie die zij zelf voor de Concessie IJssel-Vecht beschikbaar stelt. Pagina 6 van 10

106 3. Verdeling van de exploitatiesubsidies die Partijen beschikbaar stellen over de verschillende concessiedelen binnen de Concessie IJssel-Vecht, waaronder de concessiedelen die gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht overgaan naar de Concessie Rijn-Waal of de Concessie Berkel-Dinkel, geschiedt op basis van een toedeling van huidige lijnen aan de Concessies IJssel- Vecht, Berkel-Dinkel en Rijn-Waal, waarbij de reizigersopbrengsten en exploitatiesubsidie per lijn zo nauwkeurig mogelijk worden ingeschat. 4. Partijen kunnen onder meer in het kader van de transitie naar emissievrij Openbaar Vervoer of de transitie van Openbaar Vervoer naar Andere mobiliteitsdiensten of met een beroep op de meer- en minderwerkregeling in de voorbereiding respectievelijk na afronding van de aanbestedingsprocedure besluiten een hogere of lagere exploitatiesubsidie voor de Concessie IJssel-Vecht beschikbaar te stellen, in welk geval de verhoging of verlaging ten gunste respectievelijk ten laste van het concessiedeel van de betreffende Partij zal komen, voor zover de aanbestedingsregels dit toelaten. 5. De Beheerorganisatie zorgt gedurende de concessieperiode voor één financieel overzicht van het hele concessiegebied IJssel-Vecht en de onderverdeling naar de afzonderlijke provincies. Op deze manier weten Partijen van elkaar welke kosten door de Concessiehouder in rekening worden gebracht. 6. Op de exploitatiesubsidie zijn de financiële bepalingen bij de Aanbestedingsdocumenten zijn van toepassing. Artikel 11, Beperken herverdeeleffecten 1. Partijen hebben afgesproken om herverdeeleffecten als gevolg van de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht zoveel mogelijk te voorkomen. 2. Partijen onderkennen dat tal van factoren, waaronder verwachtingen van vervoerders ten aanzien van opbrengsten, kansen en risico s en het strategisch belang van een Concessie voor vervoerders, ertoe kunnen leiden dat de exploitatiesubsidie per dienstregelinguur die een Partij aan het Openbaar Vervoer bijdraagt, en daarmee de totale omvang van het aanbod gegeven de exploitatiesubsidie, na de aanbesteding van een Concessie wijzigt (= aanbestedingseffect). 3. Partijen erkennen dat vanwege mogelijke aanbestedingseffecten herverdeeleffecten bij de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht niet volledig zijn uit te sluiten. Om eventuele herverdeeleffecten te beperken, zijn Partijen de volgende werkwijze overeengekomen: Partijen hebben elk een eigen budgetplafond (subsidie + opbrengsten). Bij de aanbesteding van de Concessie wordt één (bruto) prijs per dienstregelinguur (DRU) uitgevraagd die voor alle concessieverleners gelijk is. Uitgangspunt is dat de prijs per dienstregeling uur niet veel verschilt per concessiegebied. Het vervoersaanbod per concessieverlener wordt bepaald door het eigen budgetplafond (per concessieverlener) te delen door het aangeboden (bruto) DRU tarief. Deze verdeling doet recht aan de inbreng per concessieverlener in de concessie IJssel-Vecht. Na een vooraf vastgestelde referentieperiode, worden vervolgens de reizigersopbrengsten verminderd op de (bruto)subsidie. Hiermee ontstaat een (netto) DRU tarief. Dit (netto) DRU tarief kan per concessieverlener anders zijn op basis van de kostendekkingsgraad van de Concessie. HOOFDSTUK 4, OVERIGE BEPALINGEN Artikel 11, Looptijd, opzegging en beëindiging Pagina 7 van 10

107 1. Deze Overeenkomst treedt in werking de dag nadat de Gedeputeerde Staten van de laatste Partij de overeenkomst heeft vastgesteld eindigt op het moment dat het besluit om de Concessie IJssel-Vecht aan de Concessiehouder te verlenen (= gunningsbesluit) onherroepelijk is. 2. Geen van de Partijen kan de Samenwerking zoals in deze Overeenkomst is omschreven tussentijds eenzijdig opzeggen. 3. Van de Overeenkomst kan alleen worden afgeweken indien alle Partijen schriftelijk hebben ingestemd met de inhoud van de afwijking. Artikel 12, Onvoorziene omstandigheden 1. Partijen zullen elkaar op de hoogte houden van elke van wezenlijke betekenis zijnde ontwikkeling, onvoorziene omstandigheid of gebeurtenis, die zou kunnen leiden tot onvolledige, niet tijdige of kwalitatief onvolkomen nakoming van de verplichtingen op grond van deze Overeenkomst. 2. De in het vorige lid bedoelde ontwikkelingen, omstandigheden en gebeurtenissen leiden er primair toe dat Partijen onverwijld met elkaar in overleg treden om te onderzoeken of een aanpassing en/of wijziging van de Overeenkomst benodigd en mogelijk is waardoor het oorspronkelijke doel van de Overeenkomst, al of niet in gewijzigde vorm of met een of meer andere partijen, toch kan worden gerealiseerd. Subsidiair kunnen bedoelde ontwikkelingen, omstandigheden en gebeurtenissen ertoe leiden dat de Overeenkomst wordt ontbonden. 3. Indien de Overeenkomst wordt ontbonden wegens onvoorziene omstandigheden, plegen Partijen goed overleg over een financiële afwikkeling, die voor alle Partijen redelijk is. Artikel 13, Geschillen Indien een geschil ontstaat over de uitleg van de Overeenkomst of de uitvoering ervan, treden Partijen in goed overleg met elkaar om het geschil in der minne te beslechten. Eerst wanneer het overleg niet heeft geleid tot een minnelijke regeling, kan een Partij, indien zij niet wenst te berusten, besluiten het geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter in het arrondissement van de gedaagde Partij. Artikel 14, Ontbinding na verzuim 1. Elke Partij is gerechtigd deze Overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden wanneer een andere Partij in verzuim is om haar verplichtingen uit deze Overeenkomst na te komen. Er is sprake van verzuim als een in een schriftelijke ingebrekestelling vermelde termijn tot nakoming is verstreken. 2. Een Partij gaat niet over tot het uitbrengen van een ingebrekestelling dan nadat zij met de andere Partijen overleg heeft gevoerd om nakoming te verwezenlijken. 3. Indien deze Overeenkomst geheel of gedeeltelijk wordt ontbonden omdat een Partij in verzuim is om haar verplichtingen na te komen, vergoedt deze Partij de schade die de andere Partijen als gevolg daarvan lijden. Artikel 15, Slotbepalingen Pagina 8 van 10

108 Indien tussentijds blijkt dat een of meer doelstellingen als bedoeld in deze Overeenkomst niet, niet tijdig of niet volledig worden gehaald, treden Partijen in overleg om te bezien op welke wijze die doelstellingen kunnen worden gerealiseerd of aanpassing behoeven. (handtekeningenpagina volgt op de volgende pagina) Pagina 9 van 10

109 Ondertekening Aldus overeengekomen en in drievoud opgemaakt en ondertekend door Partijen op (datum) Gedeputeerde Staten van Flevoland Voor deze: J. Fackeldey Gedeputeerde Staten van Gelderland, Voor deze: C. Bieze Gedeputeerde Staten van Overijssel, Voor deze: Pagina 10 van 10

110 Beschrijvend document Aanbesteding Concessie IJssel-Vecht Zaaknr.: Doc. Nr.: 2019/ Datum: Versie: 1.0 Status: Definitief Concept

111 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 1 - Inleiding Inhoudsopgave 2 1. Inleiding 5 Inhoudsopgave 1.1 Wettelijk kader Algemene instructie Definities Opbouw van het Beschrijvend document Intellectueel eigendom aanbestedingsdocumenten Achtergrond, onderwerp en doelstelling van de aanbesteding Achtergrond van de aanbesteding Onderwerp van de aanbesteding Doelstelling van de aanbesteding Hoofdkeuzes Concessieverleners Samenwerking Concessieverleners Concessiehouder - Stakeholders Financiën Overname bestaande Bussen en Overname Zero-Emissiebussen en bijbehorende Laadinfrastructuur Overname personeel Aanbestedingsprocedure Beschikbaarstelling Planning Stopzetten van de aanbesteding/niet gunnen Contactpersonen en correspondentie Vragen en Nota s van Inlichtingen Onvolkomenheden of tegenstrijdigheden in het Beschrijvend document, standaardformulieren en/of bijlagen Wijzigingen Van derden ontvangen gegevens Sluitings-/inschrijfdatum en inleverlocatie Opening van de Inschrijving Beoordelingsprocedure op hoofdlijnen Concessieverlening Bezwaar en beroep Wachtkamer Klachtenprocedure Eisen aan de Inschrijving Inschrijven conform Beschrijvend document Vorm van de Inschrijving Blz. 2 / 89

112 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 1 - Inleiding 4.3 Overzicht in te leveren documenten Ondertekening Taal Gestanddoeningstermijn en prijsbasis Eén Inschrijving per INschrijver Varianten Inschrijving op een gedeelte van de Concessie IJssel-Vecht Combinatievorming en onderaanneming Kostenvergoeding Intellectueel eigendom van de Inschrijving Vertrouwelijkheid Eisen aan de Inschrijver Overzicht eisen aan de Inschrijver Algemene eisen Uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen Uitsluitingsgronden Geschiktheidseisen Toetsing van de Inschrijving Inleiding Akkoord voorwaarden Concessie IJssel-Vecht (T1) Financieel economische onderbouwing (T2) Implementatieplan (T3) Beoordeling van de Inschrijving Inleiding Beoordelingsmethode G1: Marketingplan G2.1: Vervoerplan G2.2: Vervoeromvang (Dienstregelinguren) G3.1: Transitiepad Zero-Emissie G3.2: Personeelsplan G3.3: Circulariteit G4.1: Kwaliteitsplan: uitvoeringskwaliteit en reisinformatie G4.2: Materieelplan G5: Organisatiemodel Ontwikkelrol Standaardformulieren bij Beschrijvend document Concessie IJssel-Vecht Standaardformulier 1: Checklist Standaardformulier 2: Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) Standaardformulier 3: Akkoordverklaring Blz. 3 / 89

113 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 1 - Inleiding Standaardformulier 4: Verificatiematrix Standaardformulier 5: Verklaring anticollusie Standaardformulier 6: Artikelen 23 en 62 Wp Standaardformulier 7: Medewerking onderzoek Standaardformulier 8: Combinatievorming Verklaring dagelijkse leiding en gevolmachtigd penvoerder Standaardformulier 9: Bereidverklaring tot bakangarantie Standaardformulier 10: Bankgarantie aanbesteding Concessie IJssel-Vecht Standaardformulier 11: Referentie inzake kerncompetentie TB 1 en TB Standaardformulier 12: Derdenverklaring Technische Bekwaamheid Standaardformulier 13: Financieel economische onderbouwing Standaardformulier 14: Toelichting financieel economische onderbouwing Standaardformulier 15: opgave dienstregelinguren Standaardformulier 16: Ritdata Standaardformulier 17: Transitiepad ZERO-EMissie Standaardformulier 18: Circulariteit Standaardformulier 19: Standaardformulier vragen t.b.v. Nota van Inlichtingen Bijlagen bij Beschrijvend document Concessie IJssel-Vecht Bijlage 1 Concept Concessiebeschikking IJSSEL-VECHT Bijlage 2 Begrippenlijst Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 4 Financiële Bepalingen Bijlage 5 Controle protocol ten behoeve van de subsidieontvanger Bijlage 6 Overnameregeling Zero-emissievoertuigen en laadinfrastructuur 88 Bijlage 7 Overnamebebepalingen 8 Capacity L bussen Bijlage 8 Personeelsopgave Bijlage 9 Specificatie geografisch bestand Bijlage 10 Voorbeeldberekening Gunningscriteria Bijlage 11 Geheimhoudingsovereenkomst dataportal aanbesteding Concessie IJssel-Vecht Bijlage 12 Rekenvoorbeeld exploitatiesubsidie Blz. 4 / 89

114 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 1 - Inleiding 1. Inleiding 1.1 WETTELIJK KADER Voor u ligt het Beschrijvend document behorende bij de openbare Europese aanbesteding van het Openbaar Vervoer per Bus en Auto in het Concessiegebied IJssel-Vecht inclusief Uitlopers ( Concessie IJssel -Vecht ). Op het verlenen van de Concessie IJssel-Vecht na aanbesteding zijn de Wet personenvervoer 2000 (Wp2000) en het Besluit personenvervoer 2000 (Bp2000) van toepassing. Dit Beschrijvend document geldt daarbij als een aanbestedingsreglement in de zin van artikel 50 van de Wp2000. Op grond van artikel 37, eerste lid van het Bp2000 zijn op deze aanbesteding de aldaar genoemde artikelen van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao) van overeenkomstige toepassing. Het Bao is evenwel per 1 april 2013 komen te vervallen en vervangen door de Aanbestedingswet 2012 (die per 1 juli 2016 ingrijpend is gewijzigd). Daarom wordt in deze leidraad verwezen naar de bepalingen uit (Hoofdstuk 2 van) de vigerende Aanbestedingswet 2012 die corresponderen met de in artikel 37, eerst lid, van het Bp2000 genoemde artikelen van het Bao. Verwijzing naar artikelen uit de Aanbestedingswet 2012 betekent uitdrukkelijk niet dat die wet in zijn geheel van toepassing is op deze aanbesteding. De Concessie IJssel-Vecht zal worden gegund op basis van het gunningscriterium beste prijskwaliteitverhouding (beste PKV, voorheen: economisch meest voordelige inschrijving). De Inschrijvingen worden beoordeeld op de gunningscriteria zoals uitgewerkt in hoofdstuk 7 van het Beschrijvend document. De Exploitatiesubsidie staat vast. De Inschrijver die voor deze prijs de beste kwaliteit biedt, is de winnaar van de aanbesteding 1.2 ALGEMENE INSTRUCTIE Het Beschrijvend document bevat de belangrijkste kenmerken van de Concessie IJssel-Vecht. De Inschrijver dient zich te verdiepen in het Beschrijvend document inclusief bijlagen om zich een goed beeld te vormen van hetgeen de Concessieverleners van de Concessiehouder verlangen. De Inschrijver dient zijn Inschrijving te baseren op het Beschrijvend document inclusief bijlagen en Nota s van Inlichtingen. De Inschrijver kan daarnaast gebruik maken van de door de Concessieverleners via Pleio (zie hieronder) ten behoeve van de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht beschikbaar gestelde achtergrondinformatie. Opgemerkt wordt daarbij dat de Inschrijver behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding bij het doen van zijn Inschrijving geen rechten kan ontlenen aan (beleids)documenten van de Concessieverleners die als achtergrondinformatie beschikbaar zijn gesteld omdat zij ten grondslag hebben gelegen aan de besluitvorming met betrekking tot het Beschrijvend document. Voor zover onderdelen uit deze (beleids)documenten relevant zijn voor de Inschrijving, zijn deze onderdelen reeds nader uitgewerkt in het Beschrijvend document. In het Beschrijvend document is aangegeven op welke wijze de Inschrijver antwoorden op vragen en informatie aan de Concessieverleners moet opleveren. Om de beoordeling van de Inschrijvingen zo soepel mogelijk te laten verlopen, dient de Inschrijver de instructies in het Beschrijvend document op te volgen en (waar aangegeven) gebruik te maken van de bijgevoegde standaardformulieren. Vragen naar aanleiding van het Beschrijvend document inclusief bijlagen kunnen gesteld worden conform de wijze beschreven in paragraaf 3.5 van het Beschrijvend document. De provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel bedanken u hartelijk voor uw medewerking en wensen u veel succes bij het doen van uw Inschrijving. Blz. 5 / 89

115 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 1 - Inleiding Pleio Voor de beschikbaarstelling van de achtergrondinformatie hebben de Concessieverleners een Dataportaal ingericht. Ondernemers kunnen via de berichtenmodule met als onderwerp 'Toegang Dataportaal aanbesteding Concessie IJssel-Vecht' bij de Concessieverleners een verzoek indienen om toegang tot het Dataportaal te krijgen. Voorwaarde hiervoor is dat zij de geheimhoudingsverklaring (bijlage 11 Geheimhoudingsovereenkomst dataportal aanbesteding OV-Concessie IJssel-Vecht.pdf) hebben ingevuld, rechtsgeldig hebben ondertekend en een gescande kopie als bijlage bij hun verzoek hebben gevoegd. 1.3 DEFINITIES In het Beschrijvend document hebben gedefinieerde begrippen de betekenis die daaraan in bijlage 2 (Begrippenlijst) worden toegekend. Gedefinieerde begrippen zijn met een hoofdletter beschreven. 1.4 OPBOUW VAN HET BESCHRIJVEND DOCUMENT Het Beschrijvend document is verder als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 2: Achtergrond, onderwerp en doelstelling aanbesteding Hoofdstuk 2 beschrijft de algemene context, waaronder de achtergrond, het onderwerp en de doelstellingen, van de aanbesteding. Hoofdstuk 3: Aanbestedingsprocedure Hoofdstuk 3 bevat een algemene beschrijving van de aanbestedingsprocedure, waaronder op hoofdlijnen de wijze waarop de Inschrijving door de Concessieverleners worden getoetst en beoordeeld. Hoofdstuk 4: Eisen aan de Inschrijving Hoofdstuk 4 bevat de eisen (uitgangspunten en voorwaarden) waaraan de Inschrijving dient te voldoen. Hoofdstuk 5: Eisen aan de Inschrijver Hoofdstuk 5 bevat een overzicht van de in te dienen (algemene) informatie met betrekking tot de algemene eisen, de uitsluitingsgronden en de geschiktheidseisen, alsmede de wijze waarop de Concessieverleners deze informatie zullen toetsen. Hoofdstuk 6: Toetsing van de Inschrijving Hoofdstuk 6 bevat een overzicht van de door de Inschrijver in te dienen informatie ten behoeve van de toetsing van zijn Inschrijving aan de toetsingscriteria. Hoofdstuk 7: Beoordeling van de Inschrijving Hoofdstuk 7 beschrijft de wensen van de Concessieverleners ten aanzien van de Concessie IJssel-Vecht. Deze wensen zijn uitgewerkt in (sub)gunningscriteria. Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de door de Inschrijver in te dienen informatie ten behoeve van de beoordeling van zijn Inschrijving aan de hand van de (sub)gunningscriteria. De mate van invulling van de wensen wordt meegenomen in de beoordeling van de (sub)gunningscriteria. Als onderdeel van het Beschrijvend document is een aantal bijlagen toegevoegd, waaronder de concept Concessiebeschikking, het Programma van Eisen en de Financiële bepalingen. De bijlagen maken integraal deel uit van het Beschrijvend document. Hoewel in het Beschrijvend document niet expliciet naar alle bijlagen wordt verwezen, wordt de Inschrijver geacht kennis te hebben genomen van alle informatie in de bijlagen alvorens in te schrijven op de Concessie IJssel-Vecht. Indien in het Beschrijvend document wordt verwezen naar een bijlage wordt hiermee één van de bijlagen bij het Beschrijvend document bedoeld, tenzij dit expliciet anders is vermeld (bijvoorbeeld: een bijlage bij het Programma van Eisen). Blz. 6 / 89

116 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 1 - Inleiding 1.5 INTELLECTUEEL EIGENDOM AANBESTEDINGSDOCUMENTEN Het intellectueel eigendom van het Beschrijvend document inclusief standaardformulieren en bijlagen berust bij de Concessieverleners. Behoudens uitzonderingen door wet- en of regelgeving gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de Concessieverleners niets uit het Beschrijvend document, de standaardformulieren en bijlagen worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt anders dan ten behoeve van het doen van een Inschrijving. Blz. 7 / 89

117 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 2 Achtergrond, onderwerp en doelstelling aanbesteding 2. Achtergrond, onderwerp en doelstelling van de aanbesteding Dit hoofdstuk beschrijft de (algemene) kenmerken van de aanbesteding van de Concessie IJssel- Vecht, te weten: Achtergrond van de aanbesteding (paragraaf 2.1) Onderwerp van de aanbesteding (paragraaf 2.2) Doelstelling van de aanbesteding (paragraaf 2.3) Hoofdkeuzes van de Concessieverleners (paragraaf 2.4) Samenwerking Concessieverleners Concessiehouder Stakeholders (paragraaf 2.5) Financiën (paragraaf 2.6) Overname bestaande Bussen en overname en financiering Zero-Emissiebussen en bijbehorende Laadinfrastructuur (paragraaf 2.7) Overname personeel (paragraaf 2.8) 2.1 ACHTERGROND VAN DE AANBESTEDING De provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel werken voor het beheer van de door hen verleende concessies al langere tijd samen binnen het Cluster OV Oost. In 2020 en daaropvolgende jaren eindigen de meeste van de huidige concessies. Dit betekent dat de komende periode een groot deel van het Openbaar Vervoer in de provincies opnieuw moet worden aanbesteed. De provincies zien dit gegeven als belangrijke kans om de doelen die zij met het Openbaar Vervoer nastreven te realiseren, maar hiervoor zijn veranderingen in de organisatie van het Openbaar Vervoer noodzakelijk. Op 23 en 30 mei 2018 hebben Provinciale Staten van de drie provincies de Nota van Uitgangspunten 1 voor de komende aanbesteding(en) vastgesteld. Eén van de uitgangspunten is een herindeling van de huidige concessies in drie gebiedsconcessies: de concessies IJssel- Vecht, Rijn-Waal en Berkel-Dinkel. Deze Europese aanbesteding heeft betrekking op de provinciegrensoverschrijdende Concessie IJssel-Vecht, een samenvoeging van delen van de huidige concessies Midden-Overijssel en Veluwe en de huidige concessies Lelystad en IJsselmond (zie ook paragraaf 2.2). Tijdens de voorbereiding van deze aanbesteding hebben de provincies een marktconsultatie georganiseerd. De aankondiging van deze marktconsultatie en de marktconsultatiedocumenten zijn gepubliceerd op het aanbestedingsplatform Negometrix ( en via dit platform automatisch doorgeplaatst naar Tenderned ( en Tenders Electronic Daily (TED) op 14 juli Een samenvatting van de uitkomst van de marktconsultatie is opgenomen in Pleio. Daarnaast is het ontwerp-programma van Eisen voor de Concessie IJssel- Vecht op 8 september 2018 via Negometrix voor marktpartijen vrijgegeven. Geïnteresseerde marktpartijen konden vanaf dat moment ook toegang krijgen tot Pleio voor achtergrondinformatie over de Concessie IJssel-Vecht. De herindeling van de huidige concessies in drie gebiedsconcessies, waarvan twee de provinciegrenzen overschrijden, is mede aanleiding om de samenwerking tussen provincies binnen het Cluster OV Oost te intensiveren, zodat bij het beheer van de nieuwe concessies optimaal gebruik kan worden gemaakt van de kennis en expertise die binnen de provincies aanwezig is. Om van de nieuwe concessies een succes te maken is het daarnaast belangrijk dat de Concessieverleners en concessiehouders ieder vanuit hun eigen invalshoek intensief samenwerken en daarbij de afstemming met Stakeholders zoeken. Daarbij hebben de Concessieverleners als taak publieke belangen, waaronder de bereikbaarheids- en sociale 1 Nota van Uitgangspunten Concessies IJssel-Vecht, Rijn-Waal en Berkel-Dinkel, zoals op 23 mei 2018 vastgesteld door Provinciale Staten van de provincie Overijssel en op 30 mei 2018 door Provinciale Staten van de provincies Flevoland en Gelderland. Blz. 8 / 89

118 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 2 Achtergrond, onderwerp en doelstelling aanbesteding functie van het Openbaar Vervoer, te bewaken en daarbij de provinciale beleidsdoelen ten aanzien van het Openbaar Vervoer te realiseren. De Concessiehouder is verantwoordelijk voor de dagelijkse uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht op zodanige wijze dat de continuïteit en doorontwikkeling van het Openbaar Vervoer geborgd is. 2.2 ONDERWERP VAN DE AANBESTEDING Deze Europese aanbesteding heeft betrekking op de Concessie IJssel-Vecht, zoals gedefinieerd in hoofdstuk 2 van het Programma van Eisen (zie bijlage 3). Onderstaande kaart geeft het Concessiegebied IJssel-Vecht weer. De Concessie IJssel-Vecht wordt verleend voor een periode van 10 jaar, te beginnen op 13 december 2020 en eindigend in december 2030 op de wijzigingsdatum van de Dienstregeling van het hoofdrailnet dan wel op een nader door de Concessieverleners te bepalen zondag in december Om in te kunnen spelen op veranderingen gedurende deze concessieperiode, is na 5 jaar een Midterm Review voorzien. In het kader hiervan gaan de Concessieverleners na in hoeverre de afspraken zoals vastgelegd in de Concessie IJssel-Vecht nog aansluiten bij de ontwikkelingen op de mobiliteitsmarkt en voldoende ruimte voor de Concessiehouder bieden om nieuwe/herziene plannen ten aanzien van het Openbaar Vervoer per Bus en Auto tijdens het tweede deel van de concessieperiode te realiseren. Gedeputeerden Staten van de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel treden op als Concessieverleners. De Concessieverleners besteden de Concessie IJssel-Vecht aan in de vorm van één perceel, waarop iedere Inschrijver één Inschrijving kan doen en zullen aan maximaal één Inschrijver de Concessie IJssel-Vecht verlenen. De Concessieverleners kiezen ervoor de opdracht niet op te splitsen in meerdere percelen wegens de volgende redenen: De Concessieverleners wensen één samenhangend en als zodanig herkenbaar Openbaar Vervoer-netwerk binnen het gehele Concessiegebied IJssel-Vecht dat is afgestemd op de vervoerbehoeften van Reizigers in het Concessiegebied IJssel-Vecht; Bij één perceel is er een doelmatiger overlegstructuur tussen de Concessieverleners en de Concessiehouder; Blz. 9 / 89

119 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 2 Achtergrond, onderwerp en doelstelling aanbesteding De keuze voor één perceel zal naar het oordeel van de Concessieverleners geen (nadelige) gevolgen hebben voor de toegang voor het midden- en kleinbedrijf tot de Concessie IJssel- Vecht, omdat op de markt voor Openbaar Vervoer per Bus en Auto geen midden- en kleinbedrijven als hoofdaannemer actief zijn. Hoewel de Concessie IJssel-Vecht in de vorm van één perceel wordt aanbesteed, verlenen de Concessieverleners ieder afzonderlijk een Concessiebeschikking voor hun deel van de Concessie IJssel-Vecht, namelijk: Concessiedeel Flevoland: De door Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland te verlenen Concessiebeschikking voor het Concessiedeel Flevoland betreft het Openbaar Vervoer per Bus en Auto in de provincie Flevoland met uitzondering van het grondgebied van de gemeente Almere. Het Concessiedeel Flevoland beslaat per 4 september 2021 het grondgebied van de gemeente Lelystad. Per 10 december 2023 beslaat het concessiegebied Flevoland tevens het grondgebied van de gemeenten Dronten, Noordoostpolder, Urk en Zeewolde. Concessiedeel Gelderland: De door Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland te verlenen Concessiebeschikking voor het Concessiedeel Gelderland betreft het Openbaar Vervoer per Bus en Auto in het noordelijke gedeelte van de provincie Gelderland. Het Concessiedeel Gelderland beslaat per 13 december 2020 het grondgebied van de gemeenten Apeldoorn, Barneveld, Brummen, Ede, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Scherpenzeel, Voorst, Wageningen en Zutphen (uitsluitend de wijk De Hoven). Per 11 december 2022 gaat het Concessiedeel Veluwe-Zuid dat het grondgebied van de gemeenten Barneveld, Ede, Scherpenzeel en Wageningen beslaat over naar de Concessie Rijn-Waal. Per 10 december 2023 gaat het Concessiedeel Deventer e.o. dat binnen de provincie Gelderland het grondgebied van de gemeente Brummen en Zutphen (uitsluitend de wijk De Hoven) beslaat over naar de Concessie Berkel-Dinkel. Concessiedeel Overijssel: De door Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel te verlenen Concessiebeschikking voor het Concessiedeel Overijssel betreft het Openbaar Vervoer per Bus en Auto in het westelijke deel van de provincie Overijssel. Het Concessiedeel Overijssel beslaat per 13 december 2020 het grondgebied van de gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst en Zwolle. Per 10 december 2023 beslaat het Concessiedeel Overijssel tevens het grondgebied van de gemeenten Kampen en Zwartewaterland en het deel van de gemeente Steenwijkerland ten westen van de A32, maar gaat het Concessiedeel Deventer e.o. dat binnen de provincie Overijssel het grondgebied van de gemeente Deventer beslaat over naar de Concessie Berkel-Dinkel. De Concessiebeschikking die door iedere Concessieverlener wordt verleend is afgezien van de beschrijving van het Concessiedeel en afwijkende startmomenten identiek en wordt aangehaald als de Concessiebeschikking IJssel-Vecht. Mogelijke wijzigingen scope Concessie IJssel-Vecht Zoals in paragraaf 2.1 van het Programma van Eisen is aangegeven lopen nog de volgende onderzoeken ten aanzien van de scope van de Concessie IJssel-Vecht: De provincie Overijssel onderzoekt de mogelijkheid om het lijndeel Meppel-Steenwijk van Lijn 40 over te dragen aan OV-bureau Groningen-Drenthe en het lijndeel Ommen-Balkbrug van Lijn 31 over te nemen van het OV-bureau Groningen-Drenthe. De Inschrijver kan voor zijn Inschrijving uitgaan van de huidige situatie. Indien tot uitruil van beide lijndelen wordt besloten zullen de gevolgen van dit besluit op basis van het gewogen tarief per Dienstregelinguur verrekend worden met de Concessiehouder (zie artikel 12 lid 1 en artikel 15 lid 1 van de Financiële bepalingen). De provincie Gelderland onderzoekt de mogelijkheid om de Lijnen 84, 86 en 88 op 13 december 2020 over te laten gaan naar de concessie Arnhem-Nijmegen in plaats van op 11 december 2022 naar de concessie Rijn-Waal, waarvan de concessie Arnhem- Nijmegen onderdeel wordt. Blz. 10 / 89

120 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 2 Achtergrond, onderwerp en doelstelling aanbesteding De Inschrijver moet er rekening mee houden dat hier op korte termijn een besluit over genomen gaat worden. Indien dat het geval is zal dat leiden tot een aantal wijzigingen waaronder: - Een verlaging van de exploitatiesubsidie voor het Concessiedeel Veluwe-Zuid met ,00. - Wijzing van de aandelen van de Concessiedelen in het aantal aangeboden gewogen Dienstregelinguren (tabel 6 in paragraaf 7.5) - Wijziging in de personeelsopgave voor de concessie Veluwe Vooralsnog kan de Inschrijver voor zijn Inschrijving uitgaan van de huidige situatie. Mocht op korte termijn tot de vervroegde overgang van de Lijnen 84, 86 en 88 besloten worden dan wordt dit besluit zo snel mogelijk gedeeld. Mocht het besluit hierover niet op korte termijn genomen worden, dan zal dit omwille van de resterende inschrijftermijn buiten de scope van de aanbesteding worden gehouden. 2.3 DOELSTELLING VAN DE AANBESTEDING De provincies hebben gelijkluidende OV-visies waarin zij de volgende hoofdopgaven voor de komende concessieverleningen voorzien: Bereikbaarheid verbeteren Het Openbaar Vervoer integreren in de reisketens van Reizigers, waarbij de nadruk verschuift van aanbodgericht Openbaar Vervoer naar flexibele, vraaggerichte (openbaar) vervoersvormen met goede Aansluitingen voor een betaalbare deur-tot-deur reis. Kansen in de regio s benutten Economische kerngebieden verbinden met snelle, frequente Lijnen (Hoogwaardig Openbaar Vervoer) en regionale centra en middelgrote steden ontsluiten om de regionale economie te versterken. Duurzaamheid verhogen Landelijk is afgesproken dat het Openbaar Vervoer per Bus vanaf 2030 volledig emissievrij bij de uitlaat is en dat dit voor nieuwe Bussen die in een concessie instromen al vanaf 2025 geldt 2. De ambities van de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel op het gebied van duurzaamheid gaan verder dan de landelijke afspraken. Zo hebben de provincies afgesproken dat toekomstvaste stadslijnen in Apeldoorn, Lelystad en Zwolle vanaf de start van de Concessie IJssel-Vecht emissievrij bij de uitlaat moeten zijn, met daarbij de verwachting dat vervoerders in hun Inschrijving toezeggingen zullen doen om een substantieel deel van het streekvervoer met Zero-emissievoertuigen uit te voeren. De provincies beschouwen de transitie naar emissievrij Openbaar Vervoer daarbij als belangrijke stap binnen de totale energieopgave waarvoor zij zich gesteld zien en onderzoeken in dat kader verschillende mogelijkheden om deze transitie te versnellen. Gegeven de hoofdopgaven hebben de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel in de Nota van Uitgangspunten voor de nieuwe concessies de volgende doelstellingen geformuleerd: 1. De concessies geven zo goed mogelijk invulling aan veranderende vervoerbehoeften en kwaliteitseisen van Reizigers in de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel; 2. De concessies beogen de kern van het Openbaar Vervoer-netwerk, zijnde een sterk en voor Reizigers en provincies betaalbaar Hoofdnetwerk, verder te versterken om de toekomstvastheid van het Openbaar Vervoer te kunnen waarborgen; 3. De concessies bieden ruimte voor de ontwikkeling en uitvoering van nieuwe vervoervormen/mobiliteitsdiensten, om in veranderende vervoerbehoeften te kunnen blijven voorzien; 4. De concessies maken het mogelijk landelijk overeengekomen afspraken over verdere verduurzaming van het Openbaar Vervoer (waar mogelijk) versneld te realiseren om de leefomgeving in de provincies verder te verbeteren. 2 Deze opgave volgt uit het Bestuursakkoord Zero Emissie Busvervoer. Blz. 11 / 89

121 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 2 Achtergrond, onderwerp en doelstelling aanbesteding 2.4 HOOFDKEUZES CONCESSIEVERLENERS Bij iedere aanbesteding van een concessie moeten keuzes gemaakt worden als het gaat om de eisen waaraan de concessiehouder moet voldoen. Veel van de keuzes in het kader van de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht zijn business as usual; voor aanbestedingen van eerdere concessies zijn vergelijkbare keuzes gemaakt. Zoals in paragraaf 1.4 van het Programma van Eisen is toegelicht, verschillen de gemaakte keuzes op de volgende punten van eerdere aanbestedingen: Samenvoeging en herindeling concessies Samenwerking Flevoland, Gelderland en Overijssel (zie ook paragraaf 2.5) Opbrengstverantwoordelijkheid concessiehouder (zie ook paragraaf 2.6) Flexibiliteit en tussentijdse bijstelling Introductie van een nieuw merk 2.5 SAMENWERKING CONCESSIEVERLENERS CONCESSIEHOUDER - STAKEHOLDERS Met het besluit tot verlening van de Concessie IJssel-Vecht start een circa elf jaar durende (implementatie- en concessieperiode) samenwerking tussen de provincies als Concessieverleners en de vervoerder als Concessiehouder. Om van de Concessie IJssel-Vecht een succes te maken is het belangrijk dat de rolverdeling tussen Concessieverleners en Concessiehouder en daarmee hun taken en verantwoordelijkheden duidelijk zijn. Voor de Concessiehouder moet het speelveld duidelijk zijn waarbinnen hij moet opereren (= ontwikkelruimte binnen de kaders uit het Programma van Eisen), terwijl de Concessieverleners moeten kunnen beschikken over de informatie en sturingsinstrumenten om naleving van eisen en toezeggingen te monitoren en indien nodig af te kunnen dwingen. Belangrijk daarbij is om tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht steeds een goede balans te vinden tussen de belangen van Reizigers, Concessiehouder en Concessieverleners. Met het oog op deze balans verwachten de Concessieverleners van de Concessiehouder dat hij niet alleen intensief met de drie Concessieverleners samenwerkt, maar ook met gemeenten, Consumentenorganisaties, concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessiegebieden en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten en/of van niet tot de Concessie IJssel-Vecht behorend Openbaar Vervoer. 2.6 FINANCIËN Opbrengstverantwoordelijkheid bij Concessieverlener Binnen de Concessie IJssel-Vecht is de Concessiehouder opbrengstverantwoordelijk. De Concessieverleners zijn overtuigd dat de opbrengstverantwoordelijkheid de Concessiehouder stimuleert om zich maximaal in te spannen om de kwaliteit, het OV-gebruik en daarmee de Reizigersopbrengsten te verhogen. Exploitatiesubsidie De Concessiehouder ontvangt van iedere Concessieverlener een Exploitatiesubsidie. De Exploitatiesubsidie bestaat uit de volgende onderdelen: Exploitatiesubsidie lijnbussen Exploitatiesubsidie Buurtbuslijnen Aftrek niet besteed marketingbudget Hieronder zijn de verschillende onderdelen op hoofdlijnen. De uitwerking is opgenomen in de Financiële bepalingen. Exploitatiesubsidie lijnbussen De Concessieverleners hebben ieder per Concessiedeel een eigen budget beschikbaar voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht. Door de toevoeging en overgang van Concessiedelen wijzigt de hoogte van het budget per Concessieverlener gedurende de overgangsfase totdat de uiteindelijke samenstelling van het Concessiegebied IJssel-Vecht eind 2023 is bereikt. Met ingang van 2024 bedraagt het totale budget voor de Exploitatiesubsidie lijnbussen van de Concessie IJssel-Vecht maximaal ,- per kalenderjaar (prijspeil 2019). De Blz. 12 / 89

122 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 2 Achtergrond, onderwerp en doelstelling aanbesteding Exploitatiesubsidie lijnbussen is allesomvattend. De Inschrijver dient alle kosten en risico s te verwerken die noodzakelijk zijn ter uitvoering en doorontwikkeling van de Concessie IJssel-Vecht op het door de Concessieverleners uitgevraagde kwaliteitsniveau zoals dit is opgenomen in de aanbestedingsdocumenten. De Inschrijver doet in de Inschrijving een opgave van het aantal gewogen Dienstregelinguren dat hij per (standaard) Dienstregelingsjaar aanbiedt in de fictieve situatie waarin de huidige concessies Midden-Overijssel, Veluwe, Lelystad en IJsselmond in hun geheel het Concessiegebied IJssel-Vecht vormen. De Inschrijver is verplicht hierbij het aanbod volgens een vaste verhouding te verdelen over de afzonderlijke Concessiedelen (tabel 6 in paragraaf 7.5). Deze verhoudingen zijn door de Concessieverleners bepaald op basis van de huidige omzet per Concessiedeel (Exploitatiesubsidie lijnbussen + Reizigersopbrengsten), waarbij is verondersteld dat de kostprijs per Dienstregelingsuur in het hele Concessiegebied IJssel-Vecht gelijk is. Hiermee zijn alle Concessiedelen verzekerd van een aanbod in Dienstregelinguren dat past bij de bijbehorende omzet. Het beschikbare budget per Concessiedeel wordt gedeeld door het aantal aangeboden Dienstregelinguren van het betreffende Concessiedeel. Ieder Concessiedeel heeft hiermee een eigen tarief per Dienstregelinguur. Het werkelijke aantal Dienstregelinguren per Concessiedeel vermenigvuldigd met het tarief per Dienstregelinguur voor het betreffende Concessiedeel in combinatie met de vermenigvuldigingsfactoren voor type Voertuigen, spits/dal en vast- of vraagafhankelijk Openbaar Vervoer bepaald de uiteindelijke Exploitatiesubsidie lijnbussen in enig kalenderjaar. Meer- en Minderwerk lijnbussen Het aantal door de Concessiehouder te leveren Dienstregelinguren kan gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht op verzoek van één of meer van de Concessieverleners worden aangepast. Alleen bij een wijziging van het aantal Dienstregelinguren op verzoek en na goedkeuring van een Concessieverlener wordt de Exploitatiesubsidie lijnbussen die de Concessiehouder van de betreffende Concessieverlener ontvangt verhoogd of verlaagd. Niet gereden Dienstregelinguren worden niet vergoed. Exploitatiesubsidie Buurtbuslijnen Voor iedere Buurtbuslijn ontvangt de Concessiehouder een vast bedrag per jaar: de Exploitatiesubsidie Buurtbuslijnen. De Exploitatiesubsidie Buurtbuslijnen dient voor de aanschaf en exploitatie van de Buurtbussen en de kosten voor ondersteuning van de buurtbusverenigingen. Vrijwilligersvergoedingen vallen niet onder de Exploitatiesubsidie Buurtbuslijnen en zijn voor rekening van de Concessieverleners. De Concessiehouder komt alleen voor de Exploitatiesubsidie buurtbuslijnen in aanmerking wanneer de betreffende Concessieverlener vooraf goedkeuring heeft verleend voor de uitvoering van een Buurtbuslijn. De Inschrijver dient voor zijn Inschrijving uit te gaan van de Buurtbuslijnen zoals opgenomen in bijlage 3 bij het Programma van Eisen. Aftrek niet besteed Marketingbudget In de financieel economische onderbouwing van zijn Inschrijving (paragraaf 6.3) geeft de Inschrijver aan wat zijn jaarlijkse marketingbudget is. Het marketingbudget wordt bekostigd door de Concessiehouder. De Concessieverleners passen een aftrek toe voor niet besteed marketingbudget. 2.7 OVERNAME BESTAANDE BUSSEN EN OVERNAME ZERO-EMISSIEBUSSEN EN BIJBEHORENDE LAADINFRASTRUCTUUR Overnamemogelijkheid Mercedes-Benz Capacity L-bussen De Inschrijver heeft de mogelijkheid om bij start van de Concessie IJssel-Vecht acht (8) Mercedes-Benz Capacity L-bussen (bouwjaar 2017/2018) over te nemen. Het betreft Bussen die op dit moment door de concessiehouder Midden-Overijssel worden ingezet op lijn 9 naar Deltion Campus; dit vanwege de extreem grote vervoervraag. Een beschrijving van de Mercedes-Benz Capacity L-bussen en de overname- en gebruiksvoorwaarden zijn opgenomen in bijlage 7. Blz. 13 / 89

123 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 2 Achtergrond, onderwerp en doelstelling aanbesteding Overnamemogelijkheid Zero-Emissiebussen en bijbehorende Laadinfrastructuur bij einde Concessie IJssel-Vecht Zero-Emissiebussen en bijbehorende Laadinfrastructuur die worden ingezet voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht kunnen aan het einde van de Concessie IJssel-Vecht in aanmerking komen voor overname door de opvolgende concessiehouder. De criteria en voorwaarden voor de overname zijn opgenomen in bijlage 6 (Overnameregeling Zero- Emissievoertuigen en Laadinfrastructuur ). 2.8 OVERNAME PERSONEEL Op grond van artikel 37 van de Wp2000 gaat door de overgang van een concessie het personeel van de huidige concessiehouder(s) dat betrokken is bij de concessie van rechtswege over op de Concessiehouder. De personeelsopgaven die betrekking hebben op de Concessie IJssel-Vecht, voorzien van een deskundigenverklaring zoals bedoeld in artikel 39 van de Wp2000, zijn opgenomen in bijlage 8. De overgang van personeel is een zaak van de huidige concessiehouders en de Concessiehouder. De Concessieverleners zijn hierin geen partij. Blz. 14 / 89

124 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 3 Aanbestedingsprocedure 3. Aanbestedingsprocedure 3.1 BESCHIKBAARSTELLING Deze aanbesteding is op 6 februari 2019 gepubliceerd op het aanbestedingsplatform Negometrix ( en via dit platform automatisch doorgeplaatst naar Tenderned ( en Tenders Electronic Daily (TED) ( Het Beschrijvend document, standaardformulieren, bijlagen en Nota s van Inlichtingen worden via dit platform ter beschikking gesteld. De volledige aanbestedingsprocedure, waaronder de communicatie met de Concessieverleners, zal via dit platform verlopen tenzij anders wordt aangegeven door de Concessieverleners (zie ook paragraaf 3.4). 3.2 PLANNING Op 21 juni 2018 hebben de Concessieverleners via Negometrix, Tenderned en TED een Aankondiging van het voornemen tot openbare aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht met het nummer verzonden ter publicatie in het Supplement op het Publicatieblad van de Europese Unie. Tabel 1 geeft de algemene planning van de aanbestedingsprocedure weer. De Concessieverleners behouden zich het recht voor om de planning eenzijdig aan te passen (met inachtneming van wettelijk vastgestelde termijnen). Hetzelfde geldt voor alle andere in het Beschrijvend document genoemde data en tijdstippen die betrekking hebben op de planning van de aanbesteding. De Concessieverleners zullen Geïnteresseerden tijdig via de Nota s van Inlichtingen over een wijziging van de planning informeren. Aan onderstaande planning kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Fase Datum Verzending Aankondiging Woensdag 6 februari 2019 Eerste mogelijkheid tot stellen van vragen Woensdag 20 februari 2019, uur Publicatie 1e Nota van Inlichtingen Woensdag 6 maart 2019 Tweede mogelijkheid tot stellen van vragen Woensdag 13 maart 2019, uur Publicatie 2e Nota van Inlichtingen Woensdag 27 maart 2019 Derde mogelijkheid tot stellen van vragen Woensdag 3 april 2019, uur Publicatie 3e Nota van Inlichtingen Woensdag 17 april 2019 Vierde en laatste mogelijkheid tot stellen van Woensdag 1 mei april 2019, uur vragen Publicatie 4e Nota van Inlichtingen Woensdag 15 mei 2019 Sluitings-/inschrijfdatum (Inleverdatum Woensdag 5 juni, voor uur Inschrijvingen) uiterlijk Openen Inschrijvingen Woensdag 5 juni, 11:05 uur Concessieverlening en bekendmaking Dinsdag 27 augustus 2019 Einde bezwaartermijn / Start implementatie Concessie IJssel-Vecht Vanaf de bekendmaking tot 9 oktober 2019 Start Concessie IJssel-Vecht 13 december 2020 Tabel 1: Planning aanbesteding Concessie IJssel-Vecht Blz. 15 / 89

125 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 3 Aanbestedingsprocedure 3.3 STOPZETTEN VAN DE AANBESTEDING/NIET GUNNEN De Concessieverleners zijn vrij zonder tot enige vorm van schadevergoeding of vergoeding van gemaakte kosten jegens Geïnteresseerde(n)/Inschrijver(s) gehouden te zijn de aanbesteding te allen tijde, tijdelijk of definitief, te stoppen dan wel de Concessie IJssel-Vecht niet te gunnen, bijvoorbeeld: a. wegens het niet beschikbaar hebben van voldoende financiële middelen; b. wegens het ontbreken van (formeel) positieve besluitvorming aangaande de concessieverlening; c. indien door wijziging van regelgeving of overheidsbeleid de inhoud van de aanbesteding aangepast dient te worden; d. indien een (dreigende) juridische procedure en/of rechterlijk oordeel daartoe aanleiding geeft. Deze opsomming is niet limitatief. 3.4 CONTACTPERSONEN EN CORRESPONDENTIE Voor de uitvoering van de aanbesteding maken de Concessieverleners gebruik van het Shared service centrum ONS, team Inkoop en Contractmanagement (hierna te noemen ONS). Binnen ONS zijn de inkoopafdelingen (de adviseurs) van de gemeente Kampen, gemeente Zwolle en provincie Overijssel ondergebracht. ONS voert taken uit in opdracht van de deelnemende organisaties in dit geval de provincie Overijssel, mede namens de provincies Flevoland en Gelderland. Contactpersoon Contactpersoon voor deze aanbesteding is de heer A. Medema, Senior Inkoopadviseur, van het Shared Service Center team inkoop en contractmanagement (SSC team I&C). Alle contacten in het kader van deze aanbestedingsprocedure verlopen uitsluitend via bovenstaande contactpersoon of diens vervanger. Alle communicatie tussen Geïnteresseerden en de Concessieverleners gebeurt via de berichtenmodule van Negometrix. Aan mondelinge uitlatingen van medewerkers en/of adviseurs van de Concessieverleners kunnen geen rechten worden ontleend. Informatie uitwisseling met Negometrix Geïnteresseerden kunnen voor technische vragen over Negometrix telefonisch terecht bij: servicedesk@negometrix.com +31 (0) VRAGEN EN NOTA S VAN INLICHTINGEN De Concessieverleners bieden Geïnteresseerden de mogelijkheid tot het indienen van vragen naar aanleiding van het Beschrijvend document, standaardformulieren en/of bijlagen, zodat zij een Inschrijving kunnen indienen die zo goed mogelijk aansluit op de vraag van de Concessieverleners. Alle vragen dienen via de berichtenmodule van Negometrix, middels het uploaden van een ingevuld Standaardformulier 19 gesteld te worden; telefonisch of mondeling gestelde vragen worden niet in behandeling genomen om duidelijkheid en transparantie te waarborgen. Geïnteresseerden dienen bij iedere vraag duidelijk aan te geven op welk document (Beschrijvend document, standaardformulier of bijlage) de vraag betrekking heeft en daarbij te verwijzen naar de hoofdstuk-, paragraaf- en/of artikel- of bladzijdenummers van het betreffende document. Alle vragen worden geanonimiseerd en vervolgens beantwoord en verwerkt in een Nota van Inlichtingen. Nota van Inlichtingen 1 Vragen die uiterlijk 20 februari 2019 voor 12:00 uur zijn ontvangen via de berichtenmodule van Negometrix worden, voor zover mogelijk, beantwoord in de Nota van Inlichtingen 1 die zal worden gepubliceerd op of rond 6 maart Blz. 16 / 89

126 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 3 Aanbestedingsprocedure Nota van Inlichtingen 2 Vragen die uiterlijk 13 maart 2019 voor 12:00 uur zijn ontvangen via de berichtenmodule van Negometrix worden, voor zover mogelijk, beantwoord in de Nota van Inlichtingen 2 die zal worden gepubliceerd op of rond 27 maart Nota van Inlichtingen 3 Vragen die uiterlijk 3 april 2019 voor 12:00 uur zijn ontvangen via de berichtenmodule van Negometrix worden, voor zover mogelijk, beantwoord in de Nota van Inlichtingen 3 die zal worden gepubliceerd op of rond 17 april Nota van Inlichtingen 4 Vragen die uiterlijk 1 mei 2019 voor 12:00 uur zijn ontvangen via de berichtenmodule van Negometrix worden, voor zover mogelijk, beantwoord in Nota van Inlichtingen 4 die zal worden gepubliceerd op of rond 15 mei Na laatstgenoemde sluitingsdatum voor het indienen van vragen is er geen gelegenheid meer tot het stellen van vragen. Vragen die niet uiterlijk 1 mei 2019 voor 12:00 uur zijn ontvangen, worden dus in beginsel niet meer beantwoord. Commerciële vertrouwelijke vragen Geïnteresseerden kunnen de Concessieverleners verzoeken om bepaalde vragen als een verzoek om een vertrouwelijke inlichting te behandelen. Bijvoorbeeld waar de vraag betrekking heeft op fabrieks- of bedrijfsgegevens die naar hun aard vertrouwelijk zijn of andere vertrouwelijke aspecten van de Inschrijving. De Geïnteresseerde dient zulks uitdrukkelijk en gemotiveerd te verzoeken bij het stellen van de desbetreffende vraag. Indien de Concessieverleners menen dat vertrouwelijke behandeling en beantwoording van de desbetreffende vraag gerechtvaardigd is, zullen de Concessieverleners het antwoord op de desbetreffende vraag niet delen met de overige Geïnteresseerden en niet opnemen in de Nota s van Inlichtingen. Indien de Concessieverleners menen dat vertrouwelijke behandeling en beantwoording van de desbetreffende vraag niet gerechtvaardigd is, zal de desbetreffende Geïnteresseerde worden verzocht binnen een door de Concessieverleners te stellen termijn per , via de berichtenmodule van Negometrix, te berichten dat hij er mee instemt dat de beantwoording van de vraag alsnog wordt opgenomen in de Nota s van Inlichtingen, bij gebreke van welke instemming de Geïnteresseerde wordt geacht de desbetreffende vraag te hebben ingetrokken. 3.6 ONVOLKOMENHEDEN OF TEGENSTRIJDIGHEDEN IN HET BESCHRIJVEND DOCUMENT, STANDAARDFORMULIEREN EN/OF BIJLAGEN De Concessieverleners hebben het Beschrijvend document, de standaardformulieren en bijlagen met zorg samengesteld. Mocht een Geïnteresseerde desondanks tegenstrijdigheden, onvolkomenheden, onduidelijkheden, gebreken en/of disproportionele eisen tegenkomen, dan wel anderszins een opmerking, klacht of bezwaar hebben met betrekking tot de aanbesteding, dan dient hij de Concessieverleners hiervan onverwijld schriftelijk op de hoogte te stellen via de berichtenmodule in Negometrix. Indien naderhand blijkt dat het Beschrijvend document, de standaardformulieren en/of de bijlagen tegenstrijdigheden en/of onvolkomenheden en/of disproportionele eisen bevatten en deze niet door de Geïnteresseerde/Inschrijver zijn gemeld aan de Concessieverleners, is de door de Concessieverleners gegeven interpretatie van het Beschrijvend document, de standaardformulieren en de bijlagen doorslaggevend. De eventuele (nadelige) gevolgen hiervan komen voor risico van de Inschrijver. De vereiste proactieve houding van de Geïnteresseerde/Inschrijver gaat verder dan alleen het stellen van vragen. Indien een Geïnteresseerde/Inschrijver meent dat de Concessieverleners een gestelde vraag onvoldoende hebben beantwoord en/of onvoldoende tegemoet komen aan geuite klachten en/of bezwaren, dient de Geïnteresseerde/Inschrijver op straffe van verval van recht vervolgacties te ondernemen (zoals het vóór inschrijving starten van een kortgedingprocedure bij de rechtbank Overijssel). Blz. 17 / 89

127 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 3 Aanbestedingsprocedure 3.7 WIJZIGINGEN De Concessieverleners behouden zich het recht voor om: in gevallen waarin dit Beschrijvend document niet voorziet, een beslissing te nemen of een regeling te treffen; het Beschrijvend document waaronder de daarin opgenomen planning en alle standaardformulieren en bijlagen tot 11 dagen vóór de sluitings-/inschrijfdatum te wijzigen en/of aan te vullen. Mededelingen van praktische/logistieke aard kunnen ook binnen deze termijn van 11 dagen plaatsvinden; en gedurende de looptijd van de aanbestedingsprocedure de voorwaarden van de aanbesteding te wijzigen al naar gelang nieuwe inzichten of ontwikkelingen daartoe aanleiding geven (niet zijnde scopewijzigingen). Deze eventuele wijzigingen zullen dan in de Nota van Inlichtingen worden opgenomen. 3.8 VAN DERDEN ONTVANGEN GEGEVENS De gegevens, waaronder vervoerkundige gegevens, zoals die in het Beschrijvend document, de Nota s van Inlichtingen en eventuele andere aanbestedingsdocumenten zijn vermeld dan wel via Pleio door de Concessieverleners beschikbaar zijn gesteld, zijn door derden aan de Concessieverleners verstrekt. De Concessieverleners staan niet in voor de juistheid van deze gegevens. De Concessieverleners zijn niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit onjuistheid en/of onvolledigheid van de gegevens 3.9 SLUITINGS-/INSCHRIJFDATUM EN INLEVERLOCATIE De Inschrijving dient uiterlijk op 5 juni 2019 om uur te zijn ontvangen in Negometrix OPENING VAN DE INSCHRIJVING De Inschrijvingen in Negometrix worden op 5 juni 2019 om uur geopend in het provinciehuis van de Provincie Overijssel, Luttenbergstraat 2 in Zwolle. Inschrijvers die bij de openingsprocedure aanwezig wensen te zijn, worden verzocht zich voor 1 juni 2019 aan te melden via de berichtenmodule van Negometrix. Er worden maximaal drie vertegenwoordigers per Inschrijver toegelaten. Ten tijde van de opening worden de Inschrijvingen via Negometrix kenbaar gemaakt, alleen de namen van de Inschrijvers worden genoemd. Er wordt geen inhoudelijke informatie aangaande de ingediende Inschrijvingen gegeven. De Concessieverleners zullen het proces-verbaal van opening op Negometrix beschikbaar stellen. Het proces-verbaal van opening vermeldt uitsluitend de namen van de Inschrijvers BEOORDELINGSPROCEDURE OP HOOFDLIJNEN Bij de beoordeling van de Inschrijvingen doorlopen de Concessieverleners de volgende stappen. 1. Toets of de Inschrijving compleet is De Concessieverleners toetsen of de ingediende Inschrijving compleet is en voldoet aan alle eisen die aan de Inschrijving zijn gesteld. Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan dit leiden tot het niet verder in behandeling nemen van de Inschrijving. Blz. 18 / 89

128 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 3 Aanbestedingsprocedure 2. Toets of de Inschrijver de voorgeschreven verklaringen rechtsgeldig ondertekend heeft en of deze inhoudelijk akkoord zijn De Inschrijver dient akkoord te gaan met en te voldoen aan de voorwaarden zoals deze zijn geformuleerd in paragraaf 5.2. Een Inschrijving die niet voldoet aan de voorwaarden van het Beschrijvend document wordt aangemerkt als een ongeldige Inschrijving. In dat geval wordt de Inschrijving niet verder in behandeling genomen (onverminderd de bevoegdheid van de Concessieverleners om een Inschrijver om verduidelijking of aanvulling te verzoeken). Het is Inschrijvers niet toegestaan in de Inschrijving voorbehouden te maken of aan de Inschrijving voorwaarden te verbinden. Al hetgeen de Inschrijver in zijn Inschrijving aanbiedt, dient realistisch en daadwerkelijk uitvoerbaar te zijn, en dient in geval van concessieverlening aan de betreffende Inschrijver ook daadwerkelijk te worden uitgevoerd. Inschrijvers die niet aan deze eisen voldoen, kunnen worden uitgesloten. NB: Indien een Inschrijver meent dat de in het Beschrijvend document gestelde eisen niet realistisch of daadwerkelijk uitvoerbaar zijn, dient hij dit vóór inschrijving aan de Concessieverleners te berichten. Door het doen van een Inschrijving stemt een Inschrijver ermee in dat alles wat in het Beschrijvend document inclusief bijlagen geëist wordt, realistisch en daadwerkelijk uitvoerbaar is. Indien een Inschrijver na Inschrijving toch meent dat een in het Beschrijvend document of bijlage gestelde eis niet realistisch en daadwerkelijk uitvoerbaar is, komt dat voor zijn eigen risico. Zie ook paragraaf Toets op uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen De Concessieverleners toetsen of op de Inschrijver geen uitsluitingsgronden, zoals genoemd in paragraaf 5.4, van toepassing zijn en of de Inschrijver voldoet aan alle in paragraaf 5.5 opgenomen geschiktheidseisen. Een Inschrijver op wie een uitsluitingsgrond van toepassing is of die niet voldoet aan een of meer geschiktheidseisen, kan van verdere deelname aan de aanbesteding worden uitgesloten. 4. Toets op toetsingscriteria De Concessieverleners toetsen of de Inschrijvingen voldoen aan de in hoofdstuk 6 opgenomen toetsingscriteria. Het niet voldoen aan één of meerdere toetsingscriteria kan uitsluiting van de Inschrijving met zich meebrengen. 5. Eindscores beoordeling gunningscriteria De Inschrijvingen worden tot slot beoordeeld op basis van de gunningscriteria zoals opgenomen in hoofdstuk 7. In paragraaf 7.2 is beschreven welke informatie Inschrijvers dienen op te leveren ten behoeve van de beoordeling op basis van de gunningscriteria en hoe deze informatie wordt beoordeeld. Resultaat van deze stap zijn eindscores voor ieder gunningscriterium. Vaststelling geschiedt unaniem door de beoordelingscommissie. 6. Opstellen rangorde De eindscores voor de gunningscriteria worden bij elkaar opgeteld. Op basis van de totale scores wordt de rangorde vastgesteld. NB: De stappen 1 t/m 6 vinden niet noodzakelijkerwijs volgtijdelijk plaats. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de Concessieverleners een Inschrijving beoordelen op basis van de gunningscriteria (stap 5) op een moment dat nog niet vaststaat of de betreffende Inschrijver de toetsen in stappen 1 t/m 4 heeft doorstaan. Dit betekent bijvoorbeeld dat een Inschrijver die een vraag ontvangt over een onderdeel van zijn Inschrijving dat wordt beoordeeld in het kader van de gunningscriteria daaraan geen rechten kan ontlenen ten aanzien van de geldigheid van zijn Inschrijving. Controleren en aanvullen van informatie Alle informatie die door de Inschrijver ter beschikking wordt gesteld, kan door de Concessieverleners op juistheid worden gecontroleerd. De Concessieverleners behouden zich het recht voor om alle gegevens die afkomstig zijn van derden op juistheid te controleren door deze derden te benaderen. Inschrijver voegt hiertoe een rechtsgeldig ondertekend Standaardformulier 7 (Medewerking onderzoek) toe aan de Inschrijving in Negometrix. In het Blz. 19 / 89

129 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 3 Aanbestedingsprocedure geval van combinatievorming dient elk van de combinanten een rechtsgeldig ondertekend Standaardformulier 7 (Medewerking onderzoek) in te dienen. Een Inschrijver die in zijn Inschrijving onjuiste informatie verstrekt kan door de Concessieverleners worden uitgesloten van (verdere) deelname aan de aanbesteding. Ook kan de Concessiebeschikking worden ingetrokken als naderhand mocht blijken dat onjuiste informatie is verstrekt. Mocht bij de beoordeling/controle van een Inschrijving blijken dat informatie ontbreekt of de Inschrijving onduidelijkheden of andere gebreken bevat, dan kunnen de Concessieverleners besluiten om het gebrek aan overgelegde gegevens te laten herstellen, afhankelijk van de ernst van het gebrek. De Concessieverleners behouden zich tevens het recht voor om aanvulling of verduidelijking van een Inschrijving of andere informatie te vragen. Of de Concessieverleners van deze mogelijkheden gebruik maken is ter uitsluitende beoordeling door de Concessieverleners. De Concessieverleners zijn daartoe op geen enkele manier verplicht. Inschrijvers dienen er in ieder geval rekening mee te houden dat naar aanleiding van de Inschrijving schriftelijk vragen gesteld kunnen worden. In dat geval dienen de schriftelijke antwoorden binnen een termijn van 3 (drie) werkdagen in het bezit van de Concessieverleners te zijn, tenzij de Concessieverleners (al dan niet op verzoek van een Inschrijver) een langere termijn vaststellen CONCESSIEVERLENING De Concessieverleners zijn voornemens de Concessie IJssel-Vecht te verlenen aan de Inschrijver met de hoogste eindscore op de Gunningscriteria; dat wil zeggen, aan de Inschrijver waarvan de Inschrijving wordt aangemerkt als de Inschrijving met de beste prijskwaliteitverhouding (beste PKV). Wanneer meerdere Inschrijvers dezelfde eindscore op de gunningscriteria hebben behaald en daarmee gelijk eindigen, zullen de Concessieverleners de procedure doorlopen zoals beschreven in paragraaf BEZWAAR EN BEROEP Alle Inschrijvers worden op dezelfde dag op de hoogte gesteld van het besluit tot verlening van de Concessie IJssel-Vecht. Inschrijvers die door het besluit rechtstreeks in hun belang geraakt worden en het niet met de inhoud van het besluit eens zijn, kunnen bezwaar maken. In dat geval dient binnen 6 (zes) weken na de dag waarop het besluit is bekendgemaakt een bezwaarschrift te worden ingediend. Vervolgens staat tegen een besluit op bezwaar beroep open bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Gelet op het belang van betrokkenen bij snelle duidelijkheid over de uitkomst van de aanbesteding, zijn de betrokken Inschrijvers verplicht medewerking te verlenen aan een versnelde behandeling van het beroep door het CBb. Het aanhangig zijn van bezwaar of beroep heeft geen schorsende werking en doet dus op geen enkele wijze afbreuk aan de verplichtingen die op grond van de Concessie IJssel-Vecht rusten op de Concessiehouder. Eventuele kosten die de Concessiehouder maakt in de periode dat het besluit tot verlening van de Concessie IJssel-Vecht niet onherroepelijk is, komen geheel voor rekening en risico van de Concessiehouder (ook als het maken van die kosten noodzakelijk is om aan de Concessie IJssel-Vecht te voldoen). Mocht een bezwaar- en/of beroepsprocedure leiden tot herroeping van de Concessie IJssel-Vecht, dan zijn de Concessieverleners niet aansprakelijk voor eventuele schade die een Inschrijver daardoor lijdt WACHTKAMER Het is denkbaar dat de Concessieverleners vóór het besluit tot verlening van de Concessie IJssel- Vecht dan wel gedurende de implementatiefase (= de periode na dit besluit, maar vóór de start van de Concessie IJssel-Vecht) om welke reden dan ook niet meer verder kunnen of willen met de Inschrijver die in aanmerking komt voor de Concessie IJssel-Vecht respectievelijk aan wie de Concessie IJssel-Vecht is verleend. Blz. 20 / 89

130 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 3 Aanbestedingsprocedure Die situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen indien de (beoogde) Concessiehouder in staat van faillissement, vereffening of surseance van betaling komt te verkeren, dan wel zijn werkzaamheden heeft gestaakt, in een andere soortgelijke toestand verkeert ingevolge een gelijkwaardige procedure van de nationale wettelijke regeling of wanneer de (beoogde) Concessiehouder niet blijkt te kunnen voldoen aan het Programma van Eisen. Ook is het denkbaar dat de (beoogde) Concessiehouder niet meer voldoet aan de gestelde geschiktheidseisen, dat een uitsluitingsgrond optreedt, dat blijkt dat hij in zijn Inschrijving onjuiste informatie heeft verstrekt, of dat tussen de Concessieverleners en de (beoogde) Concessiehouder onoverkomelijke geschillen ontstaan over bijvoorbeeld de gestelde eisen of het aanbod van de (beoogde) Concessiehouder. In gevallen als deze kunnen de Concessieverleners zich genoodzaakt zien om vóór de start van de Concessie IJssel-Vecht ofwel af te zien van het verlenen van de Concessie IJssel-Vecht aan de als eerste geëindigde Inschrijver, ofwel de reeds aan die Inschrijver verleende Concessie IJssel-Vecht in te trekken/te herroepen. Indien een dergelijke situatie zich voordoet, hebben de Concessieverleners het recht om de Inschrijvers die tijdens dit traject in de ranking op een positie staan waardoor zij aanvankelijk niet in aanmerking kwamen voor de Concessie IJssel-Vecht, alsnog in aanmerking te laten komen voor de Concessie IJssel-Vecht (op volgorde van ranking), indien zij bereid zijn hun Inschrijving (nog steeds dan wel opnieuw) gestand te doen. De Concessieverleners zijn daartoe uitdrukkelijk niet verplicht. Zij hebben ook het recht te besluiten door te gaan met de (rechtsopvolger van de) geselecteerde Inschrijver (de (beoogd) Concessiehouder), indien daartoe mogelijkheden zijn KLACHTENPROCEDURE Indien een Geïnteresseerde klachten heeft over het verloop van deze aanbestedingsprocedure, kan hij deze richten aan inkoopklacht@ssc-ons.nl. Klachten kunnen betrekking hebben op het niet naleven van wettelijke bepalingen of inbreuk op algemene aanbestedingsbeginselen. Een klacht moet schriftelijk worden ingediend en duidelijk en gemotiveerd omschrijven op welk aspect van de aanbestedingsprocedure de klacht betrekking heeft, en op welke wijze wellicht aan de klacht tegemoet kan worden gekomen. Een klacht wordt behandeld door ter zake deskundige functionarissen die niet betrokken zijn of zullen worden bij de onderhavige aanbestedingsprocedure. Een klacht wordt zo spoedig mogelijk afgehandeld; de klager wordt daarover geïnformeerd. Het indienen van een klacht zet de aanbestedingsprocedure niet stil. Deze aanbestedingsprocedure wordt uitsluitend beheerst door Nederlands recht. Ten aanzien van geschillen die niet zien op besluiten die in het kader van de Wp2000 zijn genomen, is afhankelijk van de aard van het geschil de bestuursrechter of burgerlijke rechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad bevoegd. Blz. 21 / 89

131 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 4 Eisen aan de Inschrijving 4. Eisen aan de Inschrijving 4.1 INSCHRIJVEN CONFORM BESCHRIJVEND DOCUMENT De Inschrijver dient zijn Inschrijving te baseren op dit Beschrijvend document inclusief alle standaardformulieren en bijlagen behorende bij dit Beschrijvend document, waaronder ook wijzigingen van en aanvullingen op het Beschrijvend document, zoals beschreven in de Nota s van Inlichtingen. De Concessieverleners behouden zich het recht voor de Inschrijving niet verder te beoordelen indien de Inschrijver gevraagde informatie niet, niet compleet en/of niet juist heeft aangeleverd. Onder niet juist wordt ook verstaan het wijzigen van informatie in de standaardformulieren die door de Concessieverlener bij het Beschrijvend document aan de Inschrijver zijn verschaft. Vorm van beantwoording De Inschrijver dient de in het Beschrijvend document gestelde vragen in de Inschrijving duidelijk en ondubbelzinnig te beantwoorden. De Inschrijver dient alle gevraagde informatie die vermeld is in het Beschrijvend document en de standaardformulieren en bijlagen bij het Beschrijvend document te verstrekken en gelijktijdig met de Inschrijving aan te leveren, tenzij in het Beschrijvend document anders is aangegeven. Bij de beantwoording van de vragen dient de Inschrijver daar waar van toepassing gebruik te maken van de bij dit Beschrijvend document opgenomen standaardformulieren. Deze standaardformulieren moeten op de voorgeschreven wijze worden ingevuld en ondertekend. De standaardformulieren worden digitaal beschikbaar gesteld op Negometrix. Het is Inschrijvers niet toegestaan om de vaste teksten aan te vullen en/of te wijzigen. Een standaardformulier, en daarmee de Inschrijving, kan ongeldig worden verklaard indien niet aan de voorschriften is voldaan. 4.2 VORM VAN DE INSCHRIJVING Digitaal via Negometrix Voor het digitaal indienen van de Inschrijving via Negometrix gelden de volgende eisen: 1. De Inschrijver moet zijn Inschrijving, in Negometrix, uiterlijk op 5 juni 2019 om uur indienen. Na dit tijdstip ontvangen Inschrijvingen worden niet in behandeling genomen. 2. Indien de Inschrijver een samenwerkingsverband van ondernemingen is en een standaardformulier, vragenlijst of ander document door alle deelnemers moeten worden ingevuld en ondertekend, dan dienen de betreffende documenten van alle deelnemers in Negometrix te worden aangeleverd. 3. De Inschrijving dient te worden gedaan door de vragenlijsten in Negometrix in te vullen en daarbij eventueel gevraagde documenten te uploaden. 4. Het risico van systeem- en internetstoringen ligt geheel bij de Inschrijver. Een instructie met betrekking tot digitaal inschrijven voor Inschrijvers treft u aan in de vragenlijst voorwaarden op Negometrix. De Inschrijver dient in geval van een storing bij het indienen van zijn Inschrijving dit direct kenbaar te maken bij Negometrix en hierover contact op te nemen met de contactpersoon voor deze aanbesteding zoals genoemd in paragraaf 3.4. LET OP: Zorg er tijdig voor dat u en uw onderneming juist en volledig zijn geregistreerd bij Negometrix. 4.3 OVERZICHT IN TE LEVEREN DOCUMENTEN De Inschrijving dient de documenten te bevatten in de volgorde zoals vermeld in Standaardformulier 1 (Checklist). Blz. 22 / 89

132 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 4 Eisen aan de Inschrijving 4.4 ONDERTEKENING De Inschrijving inclusief bijlagen en alle overige noodzakelijke bescheiden dienen rechtsgeldig te zijn ondertekend. Het is de Inschrijver toegestaan om digitale handtekening(en) en/of parafen te gebruiken voor de ondertekening en/of parafering van bladzijden en standaardformulieren. Voor deze aanbesteding wordt met 'rechtsgeldige ondertekening' bedoeld: ondertekening door een persoon die bevoegd is de betreffende onderneming in het kader van deze aanbesteding te vertegenwoordigen (vertegenwoordigingsbevoegde ondertekenaar). De Concessieverleners zullen zelf het meest actuele uittreksel van de (Nederlandse) Kamer van Koophandel controleren om de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de ondertekenaar vast te stellen. De Inschrijver dient daarom het KvK-nummer van zijn onderneming te vermelden op Standaardformulier 2 (Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA)). Indien de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de ondertekenaar niet blijkt uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel, dient de Inschrijver in zijn Inschrijving de nodige bewijsstukken aan te leveren (bijvoorbeeld: een toereikende volmacht die is ondertekend door een daartoe bevoegde persoon (personen), de statuten van de onderneming (bijvoorbeeld bij gezamenlijke bevoegdheid) of relevante gegevens uit een buitenlands handelsregister). De bewijsstukken dienen opgenomen te worden in de Inschrijving in Negometrix. Standaardformulier 5 (Verklaring anticollusie) dient ondertekend te worden door een tekeningsbevoegd bestuurder (of, indien meerdere bestuurders gezamenlijk bevoegd zijn, door elk van hen) van de betreffende onderneming (zie ook paragraaf 4.10). 4.5 TAAL Alle ingeleverde bescheiden dienen in de Nederlandse taal te zijn opgesteld dan wel te zijn voorzien van een vertaling in de Nederlandse taal. Correspondentie en/of stukken in een andere taal dan de Nederlandse worden niet in behandeling genomen, tenzij het bijlagen van de Inschrijving betreft die door een leverancier van Voertuigen zijn opgesteld; deze bijlagen mogen ook in het Engels of Duits zijn opgesteld. 4.6 GESTANDDOENINGSTERMIJN EN PRIJSBASIS De Inschrijving dient tot minimaal 180 kalenderdagen na de sluitings-/inschrijfdatum gestand te worden gedaan en onherroepelijk te zijn. De Inschrijving van de Inschrijver geldt gedurende deze termijn als een onherroepelijk aanbod. De Concessieverleners kunnen Inschrijvers verzoeken de gestanddoeningstermijn te verlengen. Aan een dergelijk verzoek kan de Inschrijver: geen aanspraak op verlening van de Concessie IJssel-Vecht ontlenen; geen mogelijkheid tot wijziging van de inhoud van de Inschrijving ontlenen. In de Inschrijving op te nemen financiële gegevens luiden in euro s, prijspeil 2019, exclusief btw. 4.7 EÉN INSCHRIJVING PER INSCHRIJVER Een Geïnteresseerde mag slechts eenmaal inschrijven op deze aanbesteding (hetzij als zelfstandig Inschrijver, hetzij als lid van een combinatie). Twee of meer ondernemingen die tot hetzelfde concern behoren, mogen niet afzonderlijk inschrijven op deze aanbesteding. Er is sprake van een concern wanneer een aantal ondernemingen als een economische eenheid onder een gemeenschappelijke leiding optreedt. Hierop kunnen de Concessieverleners een uitzondering toestaan indien tot eenzelfde concern Blz. 23 / 89

133 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 4 Eisen aan de Inschrijving behorende ondernemingen aantonen dat er in hun geval geen sprake is van een reëel gevaar van afstemming en/of beïnvloeding van Inschrijvingen. Inschrijvers die op deze uitzondering een beroep willen doen dienen dit verzoek uiterlijk drie weken voor de sluitings-/inschrijfdatum in te dienen bij de Concessieverleners. De Concessieverleners zijn geheel vrij in hun oordeel of een uitzondering wordt toegelaten (waarbij uiteraard het beginsel van gelijke behandeling in acht wordt genomen). 4.8 VARIANTEN Varianten zijn niet toegestaan en worden derhalve niet in aanmerking genomen. 4.9 INSCHRIJVING OP EEN GEDEELTE VAN DE CONCESSIE IJSSEL-VECHT De Concessieverleners brengen de Concessie IJssel-Vecht onder bij 1 (één) Concessiehouder (zie ook paragraaf 2.2). Inschrijving op een gedeelte van de Concessie IJssel-Vecht is niet mogelijk COMBINATIEVORMING EN ONDERAANNEMING Ondernemingen hebben de ruimte om een samenwerkingsverband te vormen, bijvoorbeeld met als doel om te voldoen aan de gestelde geschiktheidseisen en/of dat ze gezamenlijk de Concessie IJssel-Vecht kunnen uitvoeren. Dit betekent dat het indienen van de Inschrijving kan worden gedaan door een zelfstandige onderneming, een combinatie van ondernemingen of in de vorm van hoofd- en onderaannemer(s). Ieder van deze vormen wordt aangeduid als de Inschrijver. Zelfstandige onderneming De Inschrijving kan worden ingediend door een zelfstandige onderneming. Een combinatie Een combinatie houdt in dat meerdere ondernemingen gezamenlijk één Inschrijving indienen om te kunnen voldoen aan de geschiktheidseisen en/of omdat ze louter gezamenlijk de Concessie IJssel-Vecht kunnen uitvoeren (hier wordt dus niet bedoeld een hoofdaannemer met onderaannemer(s)). Alle leden van de combinatie zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van de eventueel te verlenen Concessie IJssel-Vecht. Eventueel kan een combinatie een beroep doen op een derde, met als doel om te voldoen aan de gestelde geschiktheidseisen. De Concessieverleners kunnen van een combinatie waaraan de Concessie IJssel-Vecht wordt verleend, eisen dat het vóór de start van de Concessie IJssel-Vecht een bepaalde rechtsvorm aanneemt. Door het indienen van een Inschrijving verklaren de leden van de combinatie zich daartoe bereid. De leden van de combinatie zijn te allen tijde gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk en verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht. De Inschrijver dient in zijn Inschrijving duidelijk te vermelden, conform Standaardformulier 2 (Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA)), welke activiteiten door welke van de leden van de combinatie worden uitgevoerd. De Inschrijver dient ook aan te geven wie de leiding heeft, de gemachtigde en de penvoerder is, en dus aanspreekpunt voor de Concessieverleners is tijdens de aanbesteding en de eventuele uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht. Indien een Inschrijving wordt ingediend door een combinatie, dient ieder lid van de combinatie Standaardformulier 8 (Combinatievorming Verklaring dagelijkse leiding en gevolmachtigd penvoerder) rechtsgeldig te ondertekenen en in te leveren ingevolge welke alle tot de combinatie behorende ondernemingen gezamenlijk en hoofdelijke aansprakelijkheid accepteren voor de uitvoering van de gehele Concessie IJssel-Vecht. De Inschrijver dient het ingevulde en rechtsgeldig ondertekende Standaardformulier 8 aan zijn Inschrijving toe te voegen in Negometrix. Blz. 24 / 89

134 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 4 Eisen aan de Inschrijving In paragraaf 5.3 staat met betrekking tot de uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen duidelijk vermeld: of ieder lid van de combinatie het gevraagde dient in te leveren of dat het gevraagde gezamenlijk als combinatie ingeleverd dient te worden. Na inschrijving is wijziging van de samenstelling van een combinatie uitsluitend toegestaan na voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Concessieverleners. De Concessieverleners kunnen aan een dergelijke goedkeuring voorwaarden verbinden. Hoofd-/onderaannemer Wanneer de Inschrijver bij de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht gebruik maakt van onderaannemers, geeft de Inschrijver in zijn Inschrijving expliciet aan welke onderaannemer(s) hij wil inschakelen en voor welk deel van de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht de onderaannemer(s) worden ingeschakeld (conform Standaardformulier 2). Na inschrijving mogen onderaannemers alleen worden ingeschakeld en/of vervangen na voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Concessieverleners. De Concessieverleners kunnen aan de goedkeuring voor vervanging van de onderaannemer voorwaarden verbinden. In het kader van deze aanbesteding wordt als onderaannemer slechts aangemerkt een onderneming die namens en onder verantwoordelijkheid van de Concessiehouder bepaalde concessievoorschriften uitvoert. Daaronder wordt verstaan het na concessieverlening voldoen aan eisen die in de aanbestedingsdocumenten worden gesteld aan de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht, in het bijzonder het Programma van Eisen. Daarbij zij opgemerkt dat derden niet als onderaannemers hebben te gelden, indien zij weliswaar ondersteuning bieden aan de Concessiehouder, maar daarbij uitsluitend contact hebben met de Concessiehouder en niet met Reizigers, de Concessieverleners of Stakeholders. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan toeleveranciers of adviseurs. Derden die bij de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht wel zelf in contact komen met Reizigers, de Concessieverleners of Stakeholders, worden aangemerkt als onderaannemer. Daarbij kan worden gedacht aan het verzorgen van het Openbaar Vervoer per Bus en Auto, het verstrekken van reisinformatie, rapportage aan de Concessieverleners of overleg met Consumentenorganisaties of gemeenten. In paragrafen 5.4 en 5,5 staat met betrekking tot de uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen duidelijk vermeld of een hoofdaannemer en/of onderaannemer het gevraagde dient in te leveren. De hoofdaannemer blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de uitvoering van de Concessie IJssel- Vecht. Hij is aanspreekpunt voor de Concessieverleners KOSTENVERGOEDING Inschrijvers hebben jegens de Concessieverleners geen recht op vergoeding van enigerlei kosten in het kader van deze aanbesteding INTELLECTUEEL EIGENDOM VAN DE INSCHRIJVING Het intellectueel eigendom van de Inschrijving blijft bij de Inschrijver die deze heeft ingediend, tenzij in de Inschrijving of het Beschrijvend document anders is vermeld VERTROUWELIJKHEID De informatie met betrekking tot dit Beschrijvend document en de Inschrijvingen wordt vertrouwelijk behandeld en wordt uitsluitend getoond aan de beoordelingscommissie en aan ambtenaren en adviseurs die direct bij de aanbestedingsprocedure zijn betrokken, alsmede desgewenst het college van Gedeputeerde Staten van de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel. Blz. 25 / 89

135 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 4 Eisen aan de Inschrijving Het kan voor de Concessieverleners nodig zijn bepaalde informatie in een later stadium te verstrekken aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, aan eventueel door de provincies aan te stellen bezwaarcommissies en/of aan het College van Beroep voor bedrijfsleven (CBb). In dat geval zullen de Concessieverleners de vertrouwelijkheid van de informatie richting het Ministerie, de bezwaarcommissies en het CBb benadrukken. Blz. 26 / 89

136 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 5 Eisen aan de Inschrijver 5. Eisen aan de Inschrijver 5.1 OVERZICHT EISEN AAN DE INSCHRIJVER In tabel 2 is weergegeven aan welke eisen de Inschrijver moet voldoen om voor verlening van de Concessie IJssel-Vecht in aanmerking te komen. Deze opsomming betreft slechts een globale beschrijving. De nadere uitwerking van deze eisen is leidend. Nr. Globale omschrijving Paragraaf A Algemene eisen A1 Aanbiedingsbrief 5.2 A2 Uniforme Europees Aanbestedingsdocument (UEA) 5.2 A3 Anti-collusieverklaring/Verklaring van rechtmatigheid Inschrijving 5.2 A4 Verklaring artikelen 23 en 62 Wp U Uitsluitingsgronden U1 Inschrijving in Nationale beroeps-/handelsregister 5.4 U2 Gedragsverklaring aanbesteden 5.4 U3 Verklaring van de Belastingdienst 5.4 G Geschiktheidseisen GH1 Beroepsbevoegdheid 5.5 GH2 Bewijzen van verzekering 5.5 GH3 Zekerheidsstelling; Bereidheidverklaring van de bank t.b.v. bankgarantie GH4 Technische bekwaamheid 5.5 Tabel 2: Eisen aan de Inschrijver 5.5 In de volgende paragrafen wordt aangegeven welke informatie de Inschrijver moet aanleveren zodat de Concessieverleners kunnen nagaan of de Inschrijver voldoet aan de algemene eisen en geschiktheidseisen alsmede of de uitsluitingsgronden niet van toepassing zijn. Per algemene eis, uitsluitingsgrond en geschiktheidseis is tevens aangegeven welke aanvullende informatie opgeleverd dient te worden indien de Inschrijver een beroep doet op (een) derde(n) en indien er sprake is van een Inschrijving in combinatie. De op te leveren informatie of (standaard)verklaringen moeten in de Inschrijving aanwezig zijn en moeten naar waarheid zijn ingevuld en ondertekend door de persoon/personen die bevoegd is/zijn om de Inschrijver (of in voorkomende gevallen: de betreffende derde) ter zake te vertegenwoordigen. 5.2 ALGEMENE EISEN A1 Aanbiedingsbrief De Inschrijver dient een aanbiedingsbrief bij de Inschrijving te voegen. In de aanbiedingsbrief dienen tenminste de naam van de Inschrijver en de namen van eventuele onderaannemers (indien van toepassing) te zijn opgenomen. De aanbiedingsbrief dient rechtsgeldig te zijn ondertekend door de persoon die bevoegd is de Inschrijver in dezen te vertegenwoordigen. Blz. 27 / 89

137 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 5 Eisen aan de Inschrijver A2 Uniforme Europese aanbestedingsverklaring De Inschrijver dient met betrekking tot zijn Inschrijving Standaardformulier 2 (Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA)) in. Gegevens met betrekking tot de organisatie Indien de Inschrijver onderdeel uitmaakt van een concern, dan dient in de UEA (Standaardformulier 2) duidelijk te worden vermeld of het concern inschrijft, of dat een van de onderliggende (werk)maatschappijen of dochterondernemingen inschrijft. Er is sprake van een concern/holding wanneer een aantal ondernemingen als een economische eenheid onder een gemeenschappelijke leiding optreedt. De band tussen hen komt gewoonlijk in kapitaaldeelneming tot uitdrukking. Indien een (dochter)onderneming zelf inschrijft en zich beroept op gegevens van het concern/holding of op een derde, dan dient dit te worden vermeld. Indien een combinatie een Inschrijving indient, dient o.a. in de UEA (Standaardformulier 2) te worden vermeld wie de leden van de combinatie zijn en wie de penvoerder is. Iedere deelnemer aan de combinatie dient een UEA in te dienen. A3 Anti-collusieverklaring/verklaring van rechtmatigheid Inschrijving De Inschrijver dient te verklaren dat zijn Inschrijving niet tot stand is gekomen onder invloed van een overeenkomst, besluit of gedraging in strijd met het Nederlandse of Europese mededingingsrecht en dat hij zijn Inschrijving op geen enkele wijze heeft afgestemd met een andere Inschrijver (waaronder tevens wordt begrepen het eenzijdig verstrekken of ontvangen van informatie met betrekking tot een Inschrijving). De verklaring is aan dit Beschrijvend document toegevoegd als Standaardformulier 5. De verklaring dient te worden ondertekend door een daartoe bevoegd (zoals moet blijken uit het uittreksel van de KvK) bestuurder van de Inschrijver (of, indien meerdere bestuurders gezamenlijk bevoegd zijn, door elk van hen) en aan de Inschrijving te worden toegevoegd in Negometrix. In geval van combinatievorming dient elk van de combinanten deze verklaring te ondertekenen en dienen de ondertekende verklaringen aan de Inschrijving te worden toegevoegd in Negometrix. A4 Artikel 23 en 62 Wp2000 De Inschrijver dient een verklaring conform de artikelen 23 en 62 van de Wet personenvervoer 2000 (Wp2000) aan zijn Inschrijving toe te voegen in Negometrix. De Inschrijver dient hiervoor gebruik te maken van Standaardformulier 6 dat bij dit Beschrijvend document is gevoegd. Door het ondertekenen van deze verklaring verklaart de Inschrijver dat de omstandigheden zoals bedoeld in artikel 23 en 62 van de Wp2000 niet op de onderneming van toepassing zijn. In het geval van combinatievorming dient elk van de combinanten deze verklaring in te dienen. 5.3 UITSLUITINGSGRONDEN EN GESCHIKTHEIDSEISEN Algemeen In de volgende paragrafen wordt uiteengezet aan welke eisen een Inschrijver dient te voldoen ten behoeve van de beoordeling op grond van de uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen. De Concessieverleners behouden zich het recht voor om, naast de informatie als gevraagd in de standaardformulieren, nadere bewijsstukken te verlangen. De Concessieverleners behouden zich het recht voor de financiële en economische draagkracht, en de (technische) bekwaamheid van de Inschrijver te allen tijde aan een nader onderzoek te onderwerpen. De Inschrijver verklaart geen bezwaar te hebben tegen en de volle medewerking te verlenen aan een nader onderzoek door de Concessieverleners naar de financiële economische draagkracht, vakkundigheid, efficiency, betrouwbaarheid en technische uitrusting van de Inschrijver (zie ook paragraaf 3.11). De Concessieverleners behouden zich het recht voor om in een latere fase de Inschrijver alsnog te verzoeken officiële bewijsstukken over te leggen. Dit kan bijvoorbeeld zijn alleen aan de Inschrijver die de Inschrijving met de beste PKV heeft ingediend, dit om de (administratieve) Blz. 28 / 89

138 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 5 Eisen aan de Inschrijver lasten bij zowel de (potentiële) Inschrijvers als de Concessieverlener te beperken. Indien de inhoud van deze bewijsstukken niet overeenkomt met hetgeen in de Inschrijving is opgenomen c.q. is gesteld en verklaard, kan de Inschrijver uitgesloten worden van (verdere) deelname aan de aanbestedingsprocedure. Indien blijkt dat verstrekte informatie in de Inschrijving ten aanzien van een derde of een onderaannemer onjuist blijkt, kan de Inschrijver worden uitgesloten of kunnen de Concessieverleners bepalen dat geen gebruikgemaakt mag worden van de bewuste derde of onderaannemer. Onjuiste informatie met betrekking tot een derde zal in het algemeen leiden tot uitsluiting van de aanbesteding. De gegevens die ingevolge dit hoofdstuk zijn overgelegd, maken integraal deel uit van de ingediende Inschrijving. De Inschrijvers en indien van toepassing; combinanten en onderaannemers, worden getoetst op de uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen. Beroep op derden Voor de invulling van bepaalde geschiktheidseisen kan een Inschrijver een beroep doen op de middelen/draagkracht/bekwaamheid van een derde, ongeacht de juridische aard van zijn banden met die derde. Dit kan een holding of onderaannemer zijn, maar ook enige andere natuurlijke of rechtspersoon. Hieronder staat per eis vermeld of een beroep kan worden gedaan op een derde, en zo ja, welke bewijsmiddelen in dat verband moeten worden overgelegd. Indien de Inschrijver zich in het kader van de geschiktheidseisen beroept op de middelen/ervaring van een derde, vermeldt hij dit duidelijk in de Inschrijving (zie ook Standaardformulier 12) en verstrekt hij in zijn Inschrijving de gevraagde bescheiden ten behoeve van deze geschiktheidseisen ook ten aanzien van de desbetreffende derde. Uit die bescheiden dient te blijken dat de betreffende derde (alleen of samen met de Inschrijver) voldoet aan de betreffende geschiktheidseis. 5.4 UITSLUITINGSGRONDEN In deze paragraaf worden de toepasselijke uitsluitingsgronden beschreven. De Concessieverleners hebben het recht om de Inschrijver te verzoeken nadere bewijsstukken (waaronder in ieder geval begrepen de hierna omschreven stukken) over te leggen. Verplichte en facultatieve 3 uitsluitingsgronden De bij deze aanbesteding gehanteerde uitsluitingsgronden zijn zowel de in art lid 2 Aanbestedingswet 2012 als de in art lid 1 Aanbestedingswet 2012 bedoelde uitsluitingsgronden. De Inschrijver dient door middel van het invullen en rechtsgeldig ondertekenen van de UEA (Standaardformulier 2) te verklaren dat geen van de uitsluitingsgronden op de Inschrijver van toepassing is. Indien een uitsluitingsgrond van toepassing is, dient dat in de UEA te worden vermeld en dient te worden gemotiveerd waarom zulks niet tot uitsluiting zou moeten leiden. Het is de verantwoordelijkheid van de Inschrijver dat de UEA volledig, juist en naar waarheid wordt ingevuld; eventuele onvolledigheden, onjuistheden of onwaarheden kunnen leiden tot uitsluiting. Ingeval de Inschrijver wordt aangemerkt als winnende Inschrijver en derhalve in aanmerking komt voor verlening van de Concessie IJssel-Vecht, kunnen de Concessieverleners de Inschrijver dan wel, in geval van een Inschrijving door een combinatie, ieder lid van de combinatie, verzoeken om ter controle van de ingevulde en rechtsgeldig ondertekende UEA( s) één of meerdere bewijsstukken als genoemd in artikel 2.89 en hoofdstuk 4.1 van de Aanbestedingswet 2012 aan de Concessieverleners te overleggen. De bewijsstukken die opgevraagd kunnen worden zijn in ieder geval: U1: Inschrijving in Nationale beroeps-/handelsregister 3 ) Door het toepassen van de UEA met de aangekruiste uitsluitingsgronden zijn ook in de Aanbestedingswet 2012 genoemde facultatieve uitsluitingsgronden van toepassing. Blz. 29 / 89

139 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 5 Eisen aan de Inschrijver Een verklaring, zoals bedoeld in lid 1 van artikel 2.89 van de Aanbestedingswet die maximaal 6 maanden oud is op het moment van inschrijven en op het moment van verstrekking de actuele situatie aangeeft - waaruit blijkt dat de Inschrijver volgens de eisen die gelden in het land waarin de Inschrijver is gevestigd, is ingeschreven in het nationale beroeps-/handelsregister, dan wel, indien een dergelijke verklaring in het land van vestiging niet wordt afgegeven, een verklaring of attest onder ede te verstrekken. Binnen Nederland vervult een uittreksel van Inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel deze functie. U2: Gedragsverklaring aanbesteden Een afschrift van de Gedragsverklaring aanbesteden zoals bedoeld in lid 2 van artikel 2.89 en hoofdstuk 4.1 van de Aanbestedingswet De Gedragsverklaring aanbesteden - die maximaal 24 maanden oud is op het moment van inschrijven - dient op het moment van overleggen de actuele situatie van de Inschrijver weer te geven. Indien zich na afgifte van de Gedragsverklaring aanbesteden een uitsluitingsgrond heeft voorgedaan, is de Inschrijver verplicht dat in zijn Inschrijving te vermelden (op straffe van uitsluiting). U3: Verklaring van de Belastingdienst Een Verklaring van de Belastingdienst inzake betaling van sociale zekerheidspremies en/of belastingen, zoals bedoeld in lid 3 van artikel 2.89 van de Aanbestedingswet 2012 die maximaal 6 maanden oud is op het moment van inschrijven en op het moment van verstrekking de actuele situatie weergeeft. De Inschrijver legt binnen 3 (drie) werkdagen na een daartoe strekkend verzoek van de Concessieverleners de relevante bewijsstukken, via de berichtenmodule van Negometrix, over aan de Concessieverleners. Het staat de Inschrijver vrij om bewijsstukken als genoemd in artikel 2.89 en hoofdstuk 4.1 van de Aanbestedingswet 2012 reeds toe te voegen aan zijn Inschrijving in Negometrix, teneinde het proces van de verlening van de Concessie IJssel-Vecht te versnellen. Ingeval een Inschrijver dan wel een lid van een combinatie in een andere lidstaat is gevestigd, aanvaarden de Concessieverleners overeenkomstig lid 4 van artikel 2.89 van de Aanbestedingswet 2012, ook gegevens en bescheiden uit de desbetreffende lidstaat die een gelijkwaardig doel dienen als de bovengenoemde bewijsmiddelen of waaruit blijkt dat de uitsluitingsgronden niet op de desbetreffende onderneming van toepassing zijn. Op verzoek van de Concessieverleners voorziet de Inschrijver deze documenten van een vertaling in de Nederlandse taal (zie ook paragraaf 4.5). Het staat de Concessieverleners en/of Bureau BIBOB vrij uit eigen beweging onderzoek te doen naar de toepasselijkheid van uitsluitingsgronden, en de resultaten daarvan in de toetsing te betrekken. 5.5 GESCHIKTHEIDSEISEN De geschiktheidseisen worden gebruikt om de geschiktheid van een Inschrijver te beoordelen als het gaat om de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht. Per geschiktheidseis is vermeld welke betrokkenen daaraan moeten voldoen en of al dan niet een beroep kan worden gedaan op derden. GH1 Beroepsbevoegdheid De Inschrijver dient op het moment van verlening van de Concessie IJssel-Vecht te beschikken over een op grond van de Wp2000 aan hem verstrekte communautaire vergunning, zoals bedoeld in artikel 4 van de Wp2000. Ingeval de Inschrijver wordt aangemerkt als winnende Inschrijver en derhalve in aanmerking komt voor verlening van de Concessie IJssel-Vecht kunnen de Concessieverleners de Inschrijver verzoeken om ter controle van de ingevulde en ondertekende UEA (Standaardformulier 2) op dit onderdeel de volgende bewijsstukken aan de Concessieverlener te overleggen: Blz. 30 / 89

140 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 5 Eisen aan de Inschrijver een kopie van de vergunning; dan wel een verklaring dat de Inschrijver op het moment van verlening van de Concessie IJssel- Vecht over de vergunning zal beschikken. Voornoemde verklaring dient vergezeld te gaan met alle relevante correspondentie met het bestuursorgaan dat de vergunning verleent waaruit volgt dat de Inschrijver voldoet aan alle voorwaarden om voor de vergunning in aanmerking te komen en dat de vergunning daadwerkelijk voor het geplande moment van verlening van de Concessie verleend zal worden. Ingeval een Inschrijving wordt gedaan door een combinatie dient (dienen) het lid (of de leden) van de combinatie die daadwerkelijk het Openbaar Vervoer per Bus en Auto gaat (gaan) uitvoeren op het moment van verlening van de Concessie IJssel-Vecht over de communautaire vergunning te beschikken. Indien de Inschrijver voornemens is Openbaar Vervoer te laten uitvoeren door een onderaannemer, dient ook die onderaannemer op het moment van verlening van de Concessie IJssel-Vecht over de communautaire vergunning te beschikken. De Inschrijver legt binnen 3 (drie) werkdagen na een daartoe strekkend verzoek van de Concessieverleners de hierboven omschreven bewijsstukken, via de berichtenmodule van Negometrix, over aan de Concessieverleners. Het staat de Inschrijver vrij om de bewijsstukken reeds aan de Inschrijving toe te voegen in Negometrix, teneinde het proces van de verlening van de Concessie IJssel-Vecht te versnellen. Geschiktheidseis Desgevraagd in te dienen bewijsstuk Beroepsbevoegdheid - kopie van de communautaire vergunning, dan wel - een verklaring dat de Inschrijver op het moment van verlening van de Concessie IJssel-Vecht over de communautaire vergunning zal beschikken GH2 Bewijzen van verzekering De Inschrijver zal voor verzekering van zijn aansprakelijkheid zorg dragen en deze tijdens de duur van de Concessie IJssel-Vecht in stand houden. De Inschrijver dient door middel van het invullen en ondertekenen van de UEA (Standaardformulier 2) te bevestigen dat de Inschrijver gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht zal beschikken over: een verzekering voor bedrijfsaansprakelijkheid. De verzekering dient ten minste een verzekerde som af te dekken van ,- (zegge: vijf miljoen euro) per gebeurtenis met een minimale limiet van ,- (zegge: twintig miljoen euro) per verzekeringsjaar. De minimale limiet per verzekeringsjaar als bedoeld in de vorige volzin mag eventueel voor meerdere partijen gezamenlijk gelden, onder de voorwaarden dat de Inschrijver de verzekering aanpast mochten de Concessieverleners bij de beoordeling van de verzekeringspolissen of gewaarmerkte certificaten tot de conclusie komen dat de verzekering voor bedrijfsaansprakelijkheid niet de beoogde mate van zekerheid geeft dat de aansprakelijkheidsrisico s die tijdens de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht aan de orde kunnen zijn, voldoende gedekt zijn door de verzekering van de Inschrijver; een wettelijk verplichte verzekering ter zake van aansprakelijkheid van de ten behoeve van het Openbaar Vervoer in te zetten Voertuigen; een verzekering die dekking biedt voor de wettelijke aansprakelijkheid wegens letsel of dood van Reiziger(s). Bovengenoemde verzekeringen moeten zijn of zullen worden afgesloten bij een in een OECD land gevestigde bank of verzekeringsinstelling met ten minste een A-/A3 credit rating (Moody s of Fitch respectievelijk Standard en Poors) of vergelijkbaar. Ingeval een Inschrijving wordt gedaan door een combinatie dienen alle leden van de combinatie onder de dekking van bovengenoemde verzekeringen te vallen, of dient elk lid van de combinatie een verzekering te hebben die voldoet aan de bovengenoemde eisen. Ingeval de Inschrijver wordt aangemerkt als winnende Inschrijver en derhalve in aanmerking komt voor verlening van de Concessie IJssel-Vecht, kunnen de Concessieverleners de Inschrijver Blz. 31 / 89

141 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 5 Eisen aan de Inschrijver verzoeken om ter controle van de ingevulde en ondertekende UEA (Standaardformulier 2) op dit onderdeel de volgende bewijsstukken aan de Concessieverleners te overleggen: (i) Kopieën van de originele verzekeringspolissen of gewaarmerkte certificaten van de hierboven bedoelde verzekering voor bedrijfsaansprakelijkheid, alsmede inzage in de bewijsstukken waaruit volgt dat de Inschrijver steeds tijdig de verzekeringspremies voldoet en heeft voldaan; dan wel Een schriftelijke verklaring van verzekeraar(s) waaruit onomstotelijk naar voren komt dat de Inschrijver door deze verzekeraar(s) als verzekeringsnemer zal worden geaccepteerd terzake van de bedoelde bedrijfsaansprakelijkheid; (ii) Kopieën van de originele verzekeringspolissen of gewaarmerkte certificaten van de hierboven bedoelde een wettelijk verplichte verzekering ter zake van aansprakelijkheid van de ten behoeve van het Openbaar Vervoer in te zetten Voertuigen alsmede inzage in de bewijsstukken waaruit volgt dat de Inschrijver steeds tijdig de verzekeringspremies voldoet en heeft voldaan, dan wel Een schriftelijke verklaring van verzekeraar(s) waaruit onomstotelijk naar voren komt dat de Inschrijver door deze verzekeraar(s) als verzekeringsnemer zal worden geaccepteerd terzake van de aansprakelijkheid van de ten behoeve van het Openbaar Vervoer in te zetten Voertuigen; en (iii) Kopieën van de originele verzekeringspolissen of gewaarmerkte certificaten van de hierboven bedoelde een verzekering die dekking biedt voor de wettelijke aansprakelijkheid wegens letsel of dood van Reiziger(s) alsmede inzage in de bewijsstukken waaruit volgt dat de Inschrijver steeds tijdig de verzekeringspremies voldoet en heeft voldaan, dan wel Een schriftelijke verklaring van verzekeraar(s) waaruit onomstotelijk naar voren komt dat de Inschrijver door deze verzekeraar(s) als verzekeringsnemer zal worden geaccepteerd terzake van de wettelijke aansprakelijkheid wegens letsel of dood van Reiziger(s). De Inschrijver legt binnen 3 (drie) werkdagen na een daartoe strekkend verzoek van de Concessieverleners de hierboven omschreven bewijsstukken, via de berichtenmodule van Negometrix, over aan de Concessieverleners. Het staat de Inschrijver vrij om de bewijsstukken in Negometrix reeds aan de Inschrijving toe te voegen, teneinde het proces van de verlening van de Concessie IJssel-Vecht te versnellen. De Concessieverleners behouden zich het recht voor om de door de Inschrijver ingediende bewijsstukken door een externe (verzekerings)deskundige te laten toetsen om te verifiëren of is voldaan aan de hierboven beschreven eisen. Geschiktheidseis Desgevraagd in te dienen bewijsstuk Aansprakelijkheidsverzekering - kopieën van de betreffende verzekeringspolissen dan wel verzekeringscertificaten, dan wel - verklaringen dat de Inschrijver door verzekeraar(s) als verzekeringsnemer zal worden geaccepteerd GH3 Zekerheidsstelling: Bereidverklaring tot bankgarantie Tot zekerheidstelling in de nakoming van zijn verplichtingen dient de Inschrijver bij zijn Inschrijving een ingevulde en ondertekende bereidverklaring tot bankgarantie (Standaardformulier 9) over te leggen van een in een OESO-land gevestigde financiële instelling met een long-term issue credit rating van ten minste A3/A- (Moody's respectievelijk Fitch of Standard en Poor s of een daaraan gelijkwaardige internationaal erkende onafhankelijke rating instelling) of vergelijkbaar. In dit kader volstaat ook een bereidverklaring van Nationale Borgmaatschappij N.V. en instellingen met dezelfde long-term issue credit rating en vergelijkbare kredietwaardigheid en dekking naar oordeel van de Concessieverleners. In de bereidverklaring dient te worden verklaard dat de financiële instelling in geval van verlening van de Concessie IJssel-Vecht aan de Inschrijver binnen twee maanden na het verstrekken van de Concessiebeschikking de in Standaardformulier 10 omschreven bankgarantie met een omvang van ,-, geldig vanaf het moment van afgifte tot zes maanden na start van de Concessie IJssel-Vecht (i.e. start uitvoering van de Dienstregeling) zal verstrekken. Blz. 32 / 89

142 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 5 Eisen aan de Inschrijver Een beroep op derden is in dit verband niet aan de orde. De bereidverklaring dient door de Inschrijver te worden overgelegd en in geval van een combinatie dient een bereidverklaring voor de gehele combinatie over te worden gelegd. De Inschrijver dient het ingevulde en ondertekende Standaardformulier 9 aan zijn Inschrijving toe te voegen in Negometrix. Na het besluit tot verlening van de Concessie IJssel-Vecht dient de Concessiehouder de bankgarantie daadwerkelijk binnen de genoemde termijn aan de Concessieverleners te hebben overgelegd. Het niet of niet tijdig overleggen van de bankgarantie kan leiden tot intrekking van de Concessie IJssel-Vecht. Geschiktheidseis In te dienen bewijsstuk bij Inschrijving Zekerheidsstelling - Standaardformulier 9 (Bereidverklaring tot bankgarantie) GH4 Technische bekwaamheid De Inschrijver dient aan de hand van maximaal twee referentieprojecten (één per onderstaande kerncompetentie of één voor beide kerncompetenties) aan te tonen dat hij beschikt over kerncompetenties die de Concessieverleners noodzakelijk achten voor het kunnen uitvoeren van de Concessie IJssel Vecht. Deze kerncompetenties zijn: TB 1: Het ontwikkelen van een netwerk van Openbaar Vervoer-verbindingen per Bus; en TB 2: Het uitvoeren van Openbaar Vervoer per Bus binnen de EU/EER. Voor de referentieprojecten geldt dat: 1. de Inschrijver als hoofdaannemer of, in geval van een Inschrijving door een combinatie, een lid van de combinatie verantwoordelijk is of is geweest voor de uitvoering van Openbaar Vervoer per Bus, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wp2000, 2. het gaat om Openbaar Vervoer per Bus dat wordt verricht op grond van een openbaredienstcontract als bedoeld in Verordening (EG) Nr. 1370/2007 (i.e. een concessie in de zin van de Wp2000 dan wel een vergelijkbare opdracht in een andere lidstaat), en 3. de concessie/opdracht waarop de referentie betrekking heeft (in ieder geval ten dele) niet langer geleden geëindigd mag zijn dan drie jaar voor de publicatie van de Aankondiging van onderhavige aanbesteding. De duur van de concessie/opdracht dient minimaal 12 maanden te zijn (geweest). Voor nog lopende concessies/opdrachten geldt dat de betreffende concessie/opdracht ten minste 12 maanden voor het moment van indienen van de Inschrijving van start moet zijn gegaan. De Inschrijver mag zich beroepen op de ervaring van (een) derde(n) conform het bepaalde in paragraaf 5.3. Het binnen een referentieproject uitgevoerd Openbaar Vervoer per Bus dient ten minste een gemiddelde totale (verwachte) jaaromzet van 25 miljoen exclusief BTW te vertegenwoordigen. Ingeval de Inschrijver een opdracht heeft verricht in combinatie, dan telt slechts zijn aandeel in het referentieproject mee bij de beoordeling of aan deze ervaringseis wordt voldaan. De Inschrijver dient het ingevulde en ondertekende Standaardformulier 11 (Referentie inzake kerncompetentie TB1 en TB2) aan zijn Inschrijving toe te voegen in Negometrix. Geschiktheidseis In te dienen bewijsstuk bij Inschrijving Technische bekwaamheid - Referentie(s) inzake kerncompetenties TB1 en TB2 (Standaardformulier 11) Blz. 33 / 89

143 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 6 Toetsing van de Inschrijving 6. Toetsing van de Inschrijving 6.1 INLEIDING In tabel 3 zijn de toetsingscriteria weergegeven waaraan de Inschrijving moet voldoen wil de Inschrijver voor verlening van de Concessie IJssel-Vecht in aanmerking komen. Het niet voldoen aan een toetsingscriterium betekent in beginsel uitsluiting van verdere deelname aan de aanbestedingsprocedure. In het vervolg van deze paragraaf wordt aangegeven welke informatie de Inschrijver moet aanleveren ten behoeve van de toetsing op de toetsingscriteria T1, T2 en T3 en voor zover relevant, op welke wijze de Concessieverleners deze informatie zullen toetsen dan wel beoordelen. Nr. Toetsingscriteria Paragraaf T1 Akkoord voorwaarden Concessie IJssel- 6.2 Vecht T2 Financieel economische onderbouwing 6.3 T3 Implementatieplan 6.4 Tabel 3: Toetsingscriteria 6.2 AKKOORD VOORWAARDEN CONCESSIE IJSSEL-VECHT (T1) De Inschrijver dient door middel van het invullen en ondertekenen van Standaardformulier 3 (Akkoordverklaring) te verklaren dat hij: (i) onvoorwaardelijk akkoord gaat met alle voorwaarden zoals opgenomen in het Beschrijvend document inclusief bijlagen, waaronder de (concept) Concessiebeschikking, het Programma van Eisen, de Financiële bepalingen en de in Nota s van Inlichtingen vermelde wijzigingen daarop; en (ii) alle noodzakelijke maatregelen (onder meer voor de besteksconformiteit en beschikbaarheid van de Dienstregeling, de Voertuigen, de OV-chipkaart en de op te leveren volledige en betrouwbare actuele gegevens met betrekking tot de uitvoering van de Dienstregeling) tijdig en onvoorwaardelijk zal nemen teneinde vanaf de start van de Concessie IJssel-Vecht volledig te voldoen aan de inhoud van het Programma van Eisen en de Concessiebeschikking. Tevens dient de Inschrijver middels het invullen en ondertekenen van Standaardformulier 4 (Verificatiematrix) per eis van het Programma van Eisen (i) te onderbouwen op welke wijze aan deze eis wordt voldaan of (ii) te refereren naar het onderdeel van de Inschrijving (inclusief verwijzing naar (sub)paragraafnummer) waarin de invulling van de eis wordt omschreven. De ingevulde en ondertekende Standaardformulieren 3 en 4 dienen aan de Inschrijving te worden toegevoegd in Negometrix. Door ondertekening van Standaardformulier 3 accepteert Inschrijver dat hij na inschrijving niet meer kan opkomen tegen (vermeende onrechtmatigheid van) de voorwaarden van de aanbesteding (zie ook paragraaf 3.6 over het innemen van een proactieve houding, rechtsverwerking en verval van recht). De Concessieverleners wijzen leverings-, betalings- en andere algemene voorwaarden van de Inschrijver uitdrukkelijk van de hand. Blz. 34 / 89

144 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 6 Toetsing van de Inschrijving Beoordeling T1: Akkoord voorwaarden Concessie IJssel-Vecht De Concessieverleners beoordelen of de akkoordverklaring rechtsgeldig is ondertekend. Aan de hand van de verificatiematrix toetsen de Concessieverleners of en de wijze waarop de Inschrijver invulling geeft aan de eisen uit het Programma van Eisen. 6.3 FINANCIEEL ECONOMISCHE ONDERBOUWING (T2) De Concessieverleners hechten veel waarde aan Inschrijvingen die financieel solide zijn en een gezond rendement kennen zodat de continuïteit van het Openbaar Vervoer behorend tot de Concessie IJssel-Vecht is gewaarborgd. De Concessieverleners wensen daarom zowel in het kader van de aanbestedingsprocedure als tijdens de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht inzage te krijgen in de business case van de Inschrijvers respectievelijk de Concessiehouder. Door de Inschrijver aan te leveren informatie De Inschrijver voegt aan de Inschrijving het ingevulde en ondertekende Standaardformulier 13 (Financieel economische onderbouwing) toe. Op Standaardformulier 13 geeft de Inschrijver voor de kalenderjaren 2021 tot en met 2030 (reëel, in euro's (exclusief btw), prijspeil 2019) een opgave van de verschillende (verwachte) kosten- en batenposten ter uitvoering van de Concessie IJssel- Vecht, exclusief Meer- en Minderwerk, te weten: Reizigersopbrengsten (tevens in Bijlage 14 gespecificeerd per kaartsoort), inclusief onderbouwing welke aannames de Inschrijver hanteert om op basis van de verstrekte achtergrondinformatie tot de hoogte van de Reizigersopbrengsten in het eerste jaar van de Concessie IJssel-Vecht te komen; Exploitatiesubsidie lijnbussen en Exploitatiesubsidie Buurtbuslijnen; Overige opbrengsten (indien van toepassing); Personeelskosten (zowel direct als indirect); Brandstof- en energiekosten; Materieelafschrijving; Kosten voor materieelonderhoud (inclusief salarissen monteurs, gereedschappen, huisvestingskosten en inrichtingskosten werkplaats, uitbesteed onderhoud, materiaalverbruik); Stallingskosten; Overige materieelkosten, zoals lease- en verzekeringskosten; Rentekosten; Kosten in verband met de sociale veiligheid; Marketing- en communicatiekosten; Verkoop- en servicekosten; Implementatiekosten; Overheadkosten; Overige kosten; Verwachte winst. De Inschrijver dient in de financieel economische onderbouwing alle kosten en risico s te verwerken die noodzakelijk zijn ter uitvoering en doorontwikkeling van de Concessie IJssel-Vecht op het door de Concessieverleners uitgevraagde kwaliteitsniveau zoals dit is opgenomen in de aanbestedingsdocumenten en de daarop gebaseerde Inschrijving. De informatie op Standaardformulieren 13 en 14 dient overeen te komen met de informatie op Standaardformulier 17 (Transitiepad Zero-Emissie). De Inschrijver dient de opbouw van de posten Overige opbrengsten (indien van toepassing) en Overige kosten (indien van toepassing) verder uiteen te zetten en toe te lichten op Standaardformulier 13, op zodanige wijze dat alle kosten zijn gespecificeerd. De Inschrijver dient op Standaardformulier 14 (Toelichting Financieel economische onderbouwing) de ontwikkelingen binnen een opbrengsten- of kostenposten gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht afzonderlijk toe te lichten met een verklarende tekst. Blz. 35 / 89

145 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 6 Toetsing van de Inschrijving Beoordeling T2: Financieel economische onderbouwing Aan de hand van de financieel economische onderbouwing (Standaardformulier 13) en bijbehorende toelichting (Standaardformulier 14) toetsen de Concessieverleners de (bedrijfseconomische) haalbaarheid en redelijkheid van de Inschrijving in relatie tot het bepaalde in artikel Aanbestedingswet. De Concessieverleners behouden zich het recht voor om de door de Inschrijver opgestelde financieel economische onderbouwing door een of meerdere externe (kosten)deskundigen te laten toetsen. Toetsing van de financieel economische onderbouwing van de Inschrijving door de Concessieverleners doet niets af aan de verantwoordelijkheid van de Inschrijver voor de juistheid van inschattingen wat betreft het benodigde aantal Voertuigen voor en de hoogte van de opbrengsten- en kostenposten van de uitvoering van Concessie IJssel-Vecht. 6.4 IMPLEMENTATIEPLAN (T3) De Inschrijver wordt gevraagd een Implementatieplan op te stellen dat via Negomterix ingediend moet worden. Het Implementatieplan beschrijft in de vorm van een draaiboek voorzien van een gedetailleerde planning de activiteiten die de Inschrijver tussen het moment van concessieverlening en de start van de Concessie IJssel-Vecht uit zal voeren ten einde op 13 december 2020 zonder problemen met de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht te kunnen starten. De Inschrijver dient tevens te beschrijven op welke wijze de nog toe te voegen Concessiedelen Lelystad en IJsselmond op een later tijdstip geïmplementeerd zullen worden. Om de Concessieverleners zekerheid te verschaffen over de haalbaarheid en het realiteitsgehalte van het Implementatieplan dient de Inschrijver enkele (bewijs)stukken aan te leveren ter onderbouwing van bepaalde onderdelen van het Implementatieplan. Dit is expliciet bij de desbetreffende onderdelen vermeld. In het Implementatieplan (zonder een maximum aantal pagina s) dienen in ieder geval de volgende onderwerpen in onderstaande volgorde (met onderstaande nummering) aan bod te komen: 1. Implementatieteam / projectorganisatie a. Samenstelling (functies en expertise) en omvang (aantal fte); b. Activiteiten en verantwoordelijkheden: i. Van de Concessiehouder binnen het implementatieteam (per functie); ii. Van de Concessiehouder voorafgaand aan en tijdens het in artikel van het Programma van Eisen bedoelde implementatieoverleg; iii. Verwachte acties van de Concessieverleners (met inachtneming van de in de aanbestedingsdocumenten beschreven taakverdeling). 2. Extern overleg tijdens de implementatieperiode a. Samenwerking en overleg met de Concessieverleners; b. Overleg met ROCOV s en gemeenten; c. Overleg en afstemming met aangrenzende concessiehouders; d. Overleg met buurtbusverenigingen en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten; e. Overleg met andere Stakeholders; f. Consultatie van Reizigers; g. Overleg met (eventueel nader te bepalen) overige externe partijen. 3. Invoering Dienstregeling a. Planning en een beschrijving van hoe te komen tot het Vervoerplan en de Dienstregeling voor het eerste jaar van de Concessie IJssel-Vecht en hoe te komen tot de roosterplanning van het (rijdend) Personeel; b. (indien van toepassing) Planning en een beschrijving van hoe te komen tot vergunningen voor het mogen rijden op de vluchtstrook en busbanen. 4. Werving, inzet en informatie Personeel a. Verwachte omvang van het Personeel dat nodig is voor de geoffreerde Dienstregeling in relatie tot de omvang van het beschikbare Personeel conform de personeelsopgaven in bijlage 8; Blz. 36 / 89

146 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 6 Toetsing van de Inschrijving b. Plan van aanpak voor eventuele werving van (rijdend) Personeel (planning en inzet van derden, zoals werving- en uitzendbureaus inclusief contactpersonen en contactgegevens en inclusief eventueel reeds met deze derden gesloten overeenkomsten); c. De wijze van informatieverstrekking/voorlichting aan het Personeel, in het bijzonder het Personeel dat wordt overgenomen van de huidige concessiehouders; d. De wijze waarop wordt gegarandeerd dat het Personeel bij aanvang van de Concessie IJssel-Vecht in staat en bevoegd is de Dienstregeling uit te voeren conform de gestelde eisen en de overige eisen ten aanzien van kwaliteit, overleg en invulling van de ontwikkelrol na te komen; e. Noodscenario s voor het geval het wervingsplan niet of niet tijdig het beoogde resultaat, te weten de tijdige beschikbaarheid van het extra benodigde aantal (rijdend) Personeel, heeft of dreigt te hebben dan wel wanneer er van de huidige concessiehouders minder Personeel overkomt dan uit de personeelsopgaven in bijlage 8 volgt. 5. Materieel a. (indien van toepassing) Inzet van bestaande Voertuigen, inclusief een beschrijving hoe wordt gewaarborgd dat de bestaande Voertuigen tijdig worden ingezet conform het gestelde in het Programma van Eisen; b. Aanschaf van Nieuwe Voertuigen en eventueel benodigde Laadinfrastructuur, inclusief afspraken met leverancier(s) (met toevoeging van gesloten overeenkomsten met leverancier(s) dan wel andere door de desbetreffende leverancier ondertekende documenten, waarin een tijdige levering wordt gegarandeerd). De overeenkomst(en) met en/of documenten van de leverancier(s) dienen waarborgen te bevat(ten) (bijvoorbeeld een boetebepaling) voor wat betreft de tijdige levering van de bestelde Voertuigen en eventueel benodigde Laadinfrastructuur. Indien de overeenkomst(en) zoals hiervoor bedoeld een optie, een intentieovereenkomst of een voorlopige overeenkomst betreft (betreffen), stelt de Inschrijver, indien de Concessieverleners de Concessie IJssel-Vecht aan hem verlenen, uiterlijk 2 maanden na het nemen van het besluit tot concessieverlening een kopie van de definitieve overeenkomst(en) aan de Concessieverleners beschikbaar; c. Inbouw en testen van de vereiste ICT-apparatuur en voorzieningen in Voertuigen, met daarbij specifieke aandacht voor de apparatuur die nodig is voor een betrouwbare positiebepaling van de Voertuigen, het leveren van actuele reisinformatie aan derden en het tonen van actuele reisinformatie in de Voertuigen en voorzieningen ten behoeve van de toegankelijkheid voor Reizigers met een functiebeperking; d. Inbouw en testen van OV-chipkaartapparatuur, met daarbij specifieke aandacht voor het betrouwbaar werken van de Kaartlezers; e. Een overzicht van het moment waarop een schouw en de momenten waarop testritten zijn voorzien teneinde vertegenwoordigers van de Concessieverleners en de ROCOV s een indruk te geven van het comfort van de (Nieuwe) Voertuigen in de praktijk en om hier advies over te geven; f. Noodscenario s voor het geval dat (i) benodigde Nieuwe Voertuigen en eventueel benodigde Laadinfrastructuur niet tijdig beschikbaar dreigt te zijn of zal zijn en/of (ii) uit tests blijkt dat de ICT- en/of OV-Chipkaartapparatuur (nog) niet betrouwbaar werkt. 6. Infrastructuur a. Locaties en ingebruikname van stallingen, opstelterreinen, busstations en kantoorruimten; b. Locaties, realisatie en ingebruikname van tankvoorzieningen en Laadinfrastructuur voor de Zero-Emissievoertuigen; c. Realisatie en testen van ICT- en OV-Chipkaartapparatuur buiten de Voertuigen; d. Realisatie van halteinfrastructuur als haltepalen, informatiekasten; e. Noodscenario s voor het geval voor Zero-Emissievoertuigen benodigde Laadinfrastructuur niet tijdig beschikbaar dreigt te zijn of zal zijn en/of (ii) uit tests blijkt dat de ICT- en/of OV-Chipkaartapparatuur (nog) niet betrouwbaar werkt. 7. DRIS, VETAG, KAR, ivri, communicatiemiddelen voor kort verkeer en, indien van toepassing, ASE Gedetailleerd wordt beschreven welke organisatorische en technische stappen (onder meer testtraject van de communicatie tussen Voertuigen en de Infrastructuur) worden gezet, dan Blz. 37 / 89

147 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 6 Toetsing van de Inschrijving wel al zijn geïmplementeerd, opdat voldaan wordt aan de gestelde eisen inzake DRIS, VETAG, KAR en communicatiemiddelen voor kort verkeer: a. Beschrijving van de stand van zaken op het moment van indienen van de Inschrijving wat betreft de levering van gegevens conform de eisen gesteld in paragraaf 13.1 van het Programma van Eisen; b. Overzicht van maatregelen die in de periode tot aanvang van de Concessie IJssel Vecht getroffen zullen worden om aan de eisen gesteld in paragraaf 13.1 van het Programma van Eisen te voldoen; c. Testen die uitgevoerd zullen worden om levering van gegevens conform de eisen gesteld in paragraaf 13.1 van het Programma van Eisen te kunnen garanderen; d. Noodscenario s voor het geval uit tests blijkt dat levering van gegevens conform de eisen gesteld in paragraaf 13.1 van het Programma van Eisen (nog) niet kan worden gegarandeerd. 8. OV-chipkaartsysteem en aanschaf Productdragers en Reisproducten Naast de reguliere borging opdat de OV-chipkaartapparatuur probleemloos werkt vanaf de start van de Concessie IJssel-Vecht wordt specifiek aandacht gevraagd voor de backoffice, het distributienetwerk en de informatievoorziening naar Reizigers alsmede voor de wijze waarop Reizigers een Productdrager met Reisproduct, onder meer in het Voertuig, kunnen aanschaffen en betalen. Indien de Inschrijver gebruik van andere Productdragers naast de OV-chipkaart mogelijk maakt, beschrijft hij tevens hoe hij een probleemloze werking van deze Productdragers borgt. 9. Sociale veiligheid Voor sociale veiligheid wordt gevraagd specifiek aandacht te geven aan hoe de Inschrijver meewerkt aan de gezamenlijke aanpak van sociale onveiligheid zoals beschreven in hoofdstuk 12 van het Programma van Eisen (in maximaal 2 pagina s). 10. Communicatie Communicatie over verbeteringen en wijzigingen van het Openbaar Vervoer richting Reizigers, inwoners, bedrijven, organisaties en pers. 11. Informatie Organisatie van de (management)informatiestroom aan de Concessieverleners en derden conform de eisen zoals gesteld in hoofdstuk 13 van het Programma van Eisen, met in ieder geval aandacht voor: a. Gegevenslevering aan NDOV; b. Gegevenslevering aan de Concessieverleners; c. Oplevering van plannen (Vervoerplan, Tarievenplan, Concessiejaarplan) en (kwartaal)rapportages. 12. Introductie Merk De wijze waarop de Inschrijver zorgt dat alle communicatiemiddelen voldoen aan de eisen in het kader van het Merk en er op tijd een landingswebsite voor het Merk is. De wijze waarop de Inschrijver het platform EHOV gaat uitbouwen tot een breder platform voor het Merk (hoofdstuk 10 Programma van Eisen) en daarbij zorgt dat de (klanten)databases uit te breiden zijn met meerdere concessies en overdraagbaar zijn na afloop van de Concessie IJssel-Vecht. 13. Detailplanning implementatieperiode Planning van de implementatieperiode in de vorm van een realistisch tijdschema op weekbasis, waarin de doorlooptijd en einddatum van de verschillende activiteiten is aangegeven. Het tijdschema dient vergezeld te gaan van een overzicht waarin voor de periode tussen verlening en aanvang van de Concessie IJssel-Vecht per maand mijlpalen, meetbare (sub)doelen en kritische paden zijn opgenomen aan de hand waarvan de Concessieverleners de voortgang van het implementatieproces kunnen toetsen. Tevens dient de Inschrijver in zijn planning aan te geven hoe hij rekening houdt met onzekerheden tijdens de bezwaartermijn (zoals genoemd in paragraaf 3.13). 14. Risicomanagement Risicoanalyse en bijbehorende beheersmaatregelen en/of noodscenario s. De Inschrijver beschrijft in ieder geval noodscenario s voor het geval dat: a. benodigde Voertuigen en eventueel benodigde Laadinfrastructuur niet tijdig beschikbaar dreigen te zijn of zullen zijn dan wel niet goed blijken te functioneren; b. uit tests blijkt dat de ICT- en/of OV-Chipkaartapparatuur (nog) niet tijdig betrouwbaar werkt; Blz. 38 / 89

148 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 6 Toetsing van de Inschrijving c. Wegbeheerders niet willen meewerken aan aanpassingen van de infrastructuur die nodig zijn om de geoffreerde Dienstregeling te kunnen uitvoeren dan wel deze aanpassingen vertraging oplopen. Gebrek aan overeenstemming met of vertraging veroorzaakt door een Wegbeheerder ontslaat de Concessiehouder niet van de verplichting een zo goed als mogelijk product te realiseren. 15. Overige aspecten (indien van toepassing) Eventuele aanvullende onderwerpen die bij kunnen dragen aan een succesvolle implementatie. Bijvoorbeeld indien de Inschrijver nog niet is aangesloten bij de Geschillencommissie Openbaar Vervoer, toont hij hier aan dat hij het lidmaatschap zal verwerven voor de ingangsdatum van de Concessie. Toetsing T3: Implementatieplan De Concessieverleners willen het vertrouwen hebben dat de Inschrijver zonder problemen met de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht kan starten en aannemelijk kan maken dat de projecten, activiteiten en/of maatregelen waarvan hij in zijn Inschrijving aangeeft dat hij deze na de start van Concessie IJssel-Vecht zal afronden dan wel uitvoeren realiseerbaar zijn tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht. Het Implementatieplan vormt hiervoor de basis. Het Implementatieplan wordt als voldoende beoordeeld als het voldoet aan alle onderstaande criteria: Probleemloze start: de Inschrijver heeft naar het oordeel van het beoordelingsteam aannemelijk gemaakt dat de Concessie IJssel-Vecht per 13 december 2020 overeenkomstig alle daaraan gestelde eisen en wensen, en conform zijn Inschrijving, in uitvoering zal zijn. Dat wil zeggen, het Implementatieplan bevat naar het oordeel van het beoordelingsteam voldoende waarborgen voor een probleemloze start van de Concessie IJssel-Vecht; Volledigheid en onderbouwing: alle bovenstaande voorgeschreven onderdelen (1 t/m 14) worden behandeld en onderbouwd met de gevraagde (bewijs)stukken. Het gaat hierbij om een kwalitatieve beoordeling (voldoende of onvoldoende) in de vorm van een expert opinion die gegeven wordt door een door de Concessieverleners in te stellen beoordelingsteam (zie paragraaf 7.2 voor een nadere toelichting over de wijze van beoordeling). Het beoordelingsteam kan ten behoeve van de toetsing het advies inwinnen van een of meerdere (externe) deskundigen. Blz. 39 / 89

149 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving 7. Beoordeling van de Inschrijving 7.1 INLEIDING Indien een Inschrijving voldoet aan alle toetsingscriteria en ook overigens geldig is, wordt de Inschrijving beoordeeld op de gunningscriteria zoals weergegeven in onderstaande tabel. Nr. Gunningscriterium Paragraaf Maximale score G1 Marketingplan 5,0 G2 Afstemming aanbod op de vervoerbehoeften van 45,0 Reizigers G2.1 Vervoerplan 15,0 G2.2 Vervoeromvang (DRU s) 30,0 G3 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen 28,0 G3.1 Transitiepad Zero-Emissie 20,0 G3.2 Personeelsplan (sociaal werkgeverschap) 5,0 G3.3 Circulariteit 3,0 G4 Reizigerscomfort 17,0 G4.1 Kwaliteitsplan 7,0 G4.2 Materieelplan 10,0 G5 Invulling ontwikkelrol 5,0 Totaal 100,0 Tabel 4: Gunningscriteria en de maximale score per gunningscriterium 7.2 BEOORDELINGSMETHODE Om per Inschrijver tot een totaalscore op grond van de gunningscriteria te komen, worden de volgende stappen doorlopen (zie ook paragraaf 3.11): 1. Bepalen van de ongewogen score per gunningscriterium; 2. Berekenen van de gewogen score per gunningscriterium; en 3. Berekenen van de eindscores. De drie stappen worden hieronder nader toegelicht. Aan het eind van deze paragraaf is de procedure beschreven die de Concessieverleners zullen volgen wanneer aan twee of meer Inschrijvers een gelijke en tevens hoogste eindscore is toegekend. Ad 1. Bepalen van de ongewogen score per gunningscriterium Afhankelijk van de aard van een gunningscriterium hanteren de Concessieverleners één van de volgende twee methoden om een onderdeel van de Inschrijving op basis van het betreffende gunningscriterium te beoordelen: a. Op basis van een kwantitatieve beoordeling (gunningscriteria G2.2, G3.1 en G3.3); b. Op basis van een kwalitatieve beoordeling (de overige gunningscriteria). Ad a. Kwantitatieve beoordeling Bij een kwantitatieve beoordeling geschiedt de beoordeling overeenkomstig de systematiek zoals deze in een tekstkader bij de betreffende gunningscriteria (G2.2, G3.1 en G3.3) is beschreven. De score die de Inschrijver krijgt op basis van die systematiek wordt niet afgerond (maar kan om praktische redenen in gunnings- en afwijzingsbrieven wel afgerond worden weergegeven). Blz. 40 / 89

150 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving Ad b. Kwalitatieve beoordeling De Concessieverleners willen met een kwalitatieve beoordeling bereiken dat Inschrijvers die een hoge kwaliteit bieden daarvoor worden beloond met een hogere score voor het betreffende gunningscriterium. Om de beoordeling in goede banen te leiden en zo transparant mogelijk te maken, volgt hieronder een uitgebreide beschrijving van de beoordelingsprocedure van de gunningscriteria G1, G2.1, G3.2, G4.1, G4.2 en G5. De procedure is echter geen doel op zich, maar een hulpmiddel voor het bereiken van het hiervoor benoemde doel: het belonen van door Inschrijvers aangeboden kwaliteit. Beoordelingsteam Bij een kwalitatieve beoordeling betreft de beoordeling een "expert opinion" gegeven door een beoordelingsteam. Het beoordelingsteam bestaat per kwalitatief gunningscriterium uit een voorzitter en minimaal 4 leden. De voorzitter zit de bijeenkomsten van het beoordelingsteam voor, maar is zelf geen beoordelaar. De samenstelling van het beoordelingsteam kan per gunningscriterium verschillen. Teneinde de consistentie en samenhang van de informatie die Inschrijvers in het kader van de verschillende gunningscriteria hebben ingediend te kunnen beoordelen, kent het beoordelingsteam ten minste 2 vaste leden (i.e. leden die voor elk gunningscriterium dat kwalitatief beoordeeld wordt deel uitmaken van het beoordelingsteam) die deskundig zijn op het gebied van Openbaar Vervoer. Het beoordelingsteam kan ten behoeve van de beoordeling van delen van de ingediende informatie het advies inwinnen van (een) (externe) deskundige(n). Beoordelingsklassen Het beoordelingsteam kent per gunningscriterium een beoordeling toe aan de kwaliteit van de door de Inschrijver ingediende informatie voor het betreffende gunningscriterium. Afhankelijk van de kwaliteit van het aangebodene kent het beoordelingsteam op basis van consensus aan het geheel een van de volgende oordelen toe: Beoordelingsklasse Te behalen deel van de punten Uitstekend 100% Zeer goed 90% Goed 65% Ruim voldoende 40% Voldoende 15% Minimaal 0% Tabel 5: Beoordelingsklassen kwalitatieve gunningscriteria Het beoordelingsteam kent het oordeel Minimaal toe als de Inschrijver naar het oordeel van het beoordelingsteam geen extra s biedt bovenop de eisen zoals vastgelegd in het Programma van Eisen die bijdragen aan de doelstellingen van de Concessie IJssel-Vecht. In dat geval scoort de Inschrijver geen punten op het betreffende gunningscriterium. Er worden geen negatieve scores toegekend. Documenten/gegevens en beoordelingsaspecten Vanaf paragraaf 7.3 is per kwalitatief gunningscriterium beschreven: I. welke documenten/gegevens de Inschrijver in het kader van het betreffende gunningscriterium moet aanleveren; en II. op welke aspecten het beoordelingsteam de beoordeling op het betreffende gunningscriterium in het bijzonder zal uitvoeren (per gunningscriterium zijn de beoordelingsaspecten in een tekstkader beschreven). Aan Inschrijvers wordt nadrukkelijk gevraagd om de omvang van de over te leggen informatie zoveel mogelijk te beperken (bijvoorbeeld door herhaling van eisen, toezeggingen en toelichtingen in beschrijvingen te beperken). Ad I. Aan te leveren documenten/gegevens Het beoordelingsteam zal nagaan of de Inschrijver voor het betreffende gunningscriterium alle gevraagde documenten/gegevens heeft aangeleverd. Als dat niet het geval is, kan dit leiden tot een lagere beoordeling of, in het uiterste geval, tot ongeldigheid van de Inschrijving (bijvoorbeeld indien een in te dienen document ontbreekt of de inhoud van een document zodanig Blz. 41 / 89

151 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving onnauwkeurig en/of onvolledig is dat dit gelijk kan worden gesteld aan het ontbreken van dat document). Ad II. Beoordelingsaspecten De beoordelingsaspecten die per gunningscriterium in de tekstkaders zijn weergegeven, zijn geen nadere (sub)gunningscriteria. Het betreffen aspecten waaraan de Inschrijver wordt gevraagd ten minste aandacht te besteden bij het opstellen van zijn Inschrijving. De genoemde aspecten zijn steeds in willekeurige volgorde opgenomen. Bij de beoordeling op de kwalitatieve gunningscriteria houdt het beoordelingsteam rekening met de aard en uitwerking van toegezegde maatregelen en resultaten, de wijze waarop de Inschrijver de daarbij door hem gemaakte keuzes en de te behalen effecten heeft onderbouwd en de samenhang met andere onderdelen van de Inschrijving. Daarbij kunnen bijvoorbeeld de volgende vragen aan de orde komen: Zegt de Inschrijver (ook) een concreet resultaat toe of beschrijft hij (alleen) een inspanning/maatregel die tot een resultaat kan leiden? Geeft de Inschrijver een duidelijk inzicht in de wijze en het moment waarop hij zijn toezeggingen gaat realiseren? Geeft de Inschrijver een duidelijk inzicht in zijn afwegingen? Zit er een duidelijke logica/gedachte achter de gemaakte keuzes zowel binnen het betreffende onderdeel van de Inschrijving als in samenhang met andere onderdelen van de Inschrijving? Onderbouwt de Inschrijver de haalbaarheid/het realisme van zijn toezeggingen, zowel als het gaat om resultaten als om inspanningen/maatregelen, met bijvoorbeeld bewijzen, onderzoeken of praktijkervaringen? Vermeldt de Inschrijver op welke wijze hij tijdens de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht zal aantonen dat toezeggingen worden nagekomen en de daarmee beoogde resultaten worden behaald (bijvoorbeeld door vermelding van te gebruiken meetmethodes en - momenten), zodat de Concessieverleners dit tijdens de looptijd van de Concessie IJssel- Vecht kunnen monitoren en indien nodig kunnen bijsturen? Toont de Inschrijver zich bewust van eventuele nadelen/risico s van zijn keuzes en licht hij toe waarom de voordelen van zijn keuzes tegen die nadelen opwegen? Maximaal aantal pagina s Voor een aantal gunningscriteria hebben de Concessieverleners een maximum gesteld aan de omvang van de in te dienen documenten in de vorm van een maximumaantal pagina s. Tenzij anders is aangegeven betreft dit maximumaantal pagina s de hoofdtekst en eventuele bijlagen, maar exclusief het voorblad en de inhoudsopgave. Het maximumaantal pagina s betreft altijd enkelzijdige A4-pagina s, tenzij anders is aangegeven. De tekst, met uitzondering van tekst in afbeeldingen, tabellen en voetnoten, is in lettertype Arial, minimaal een lettergrootte van 10 punten, regelafstand van minimaal 1,0 en paginamarges van minimaal 2,5 cm. Voor alle gevraagde documenten waarvoor een maximum aantal pagina s wordt gesteld, dient dit document in ieder geval in een doorzoekbaar PDF-formaat te worden aangeleverd. Indien het maximumaantal pagina s wordt overschreden, leidt dit niet tot ongeldigheid van de Inschrijving, maar zal het beoordelingsteam het teveel aan pagina s niet bij de beoordeling betrekken. Anders gezegd: als het gestelde maximum 30 pagina s bedraagt, stopt het beoordelingsteam met lezen na 30 pagina s, ook als het betreffende document nog meer pagina s bevat. Het teveel aan pagina s wordt dan als niet ingediend beschouwd. Informatie verstrekt middels URL s, video s en dergelijke is niet toegestaan, tenzij bij een gunningscriterium expliciet anders is aangegeven, en wordt niet meegenomen bij de beoordeling. Overige onderwerpen Iedere Inschrijving wordt beoordeeld op zijn eigen merites. Dat neemt niet weg dat het beoordelingsteam bij de beoordeling rekening kan houden met hetgeen is waargenomen in andere Inschrijvingen. Dat kan immers mede bepalend zijn voor het toetsingskader/ verwachtingspatroon van het beoordelingsteam. Het beoordelingsteam beoordeelt elk gunningscriterium op basis van de informatie die de Inschrijver met betrekking tot dat specifieke gunningscriterium heeft overgelegd. Indien een Blz. 42 / 89

152 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving Inschrijver meent dat voor de beoordeling van een gunningscriterium ook een ander onderdeel van zijn Inschrijving van belang is, dient hij daar expliciet (dat wil zeggen, met vermelding van paragraaf-/ paginanummers) naar te verwijzen, waarbij hij tevens aangeeft waarom de informatie waarnaar hij verwijst van belang is voor de beoordeling van het betreffende gunningscriterium. Het voorgaande laat onverlet dat het beoordelingsteam ook op eigen initiatief andere onderdelen van een Inschrijving bij de beoordeling van een gunningscriterium kan betrekken, bijvoorbeeld om de samenhang tussen onderdelen van de Inschrijving te kunnen beoordelen. Inschrijvers dienen in hun inschrijving concreet en ondubbelzinnig te beschrijven wat zij aanbieden (dus niet "we kunnen..." of "we doen mogelijk...", maar "we zullen..." of "we doen..."). Onduidelijkheden in de Inschrijving kunnen leiden tot een lagere beoordeling op de kwalitatieve gunningscriteria. Ad 2. Berekenen van de gewogen score per gunningcriterium De (als percentage weergegeven) score per gunningscriterium (zie tabel 5 en de tekstkaders bij gunningscriteria G2.2, G3.1 en G3.3) wordt vermenigvuldigd met de maximale score van het betreffende gunningcriterium (zie tabel 4 voor de maximale score per gunningscriterium), hetgeen resulteert in een gewogen score. Bijlage 10 bevat de spreadsheet met behulp waarvan de Concessieverleners de gewogen scores berekenen. De gewogen score per gunningscriterium wordt niet afgerond (maar kan om praktische redenen in gunnings- en afwijzingsbrieven wel afgerond worden weergegeven). Ad 3. Berekenen van de eindscores Nadat voor elk gunningscriterium een gewogen score is berekend, wordt voor elke Inschrijver de eindscore berekend door de gewogen scores op de gunningscriteria bij elkaar op te tellen. De eindscores worden afgerond op één decimaal. De Inschrijver met de hoogste eindscore komt als eerste voor verlening van de Concessie IJssel-Vecht in aanmerking. Procedure bij gelijke hoogste eindscores Indien na toekenning van punten op basis van de gunningscriteria twee of meer Inschrijvers een gelijke hoogste eindscore halen, dan wordt eerst gekeken naar de niet-afgeronde eindscores. Zijn ook de niet-afgeronde eindscores gelijk, dan komt de Inschrijver die, van de Inschrijvers met de gedeelde hoogste eindscore, de hoogste score op gunningscriterium G2.2 heeft behaald als eerste voor verlening van de Concessie IJssel-Vecht in aanmerking. Indien ook op gunningscriterium G2.2 door twee of meer Inschrijvers met de hoogste eindscore een gelijke score is behaald, dan komt van de betreffende Inschrijvers de Inschrijver met de hoogste score op gunningscriterium G3.1 als eerste voor verlening van de Concessie in aanmerking. Hebben twee of meer van de betreffende Inschrijvers ook op gunningscriterium G3.1 een gelijke score behaald, dan zal achtereenvolgens worden gekeken naar respectievelijk de gunningcriteria G1, G2.1, G4.1, G4.2, G3.2, G5 en als laatste G3.3. Indien ook op gunningcriterium G3.3 door twee of meer Inschrijvers met de hoogste eindscores een gelijke score is behaald, dan vindt een loting plaats tussen de betreffende Inschrijvers om te bepalen welke Inschrijver als eerste voor verlening van de Concessie IJssel-Vecht in aanmerking komt. De desbetreffende Inschrijvers mogen bij de loting aanwezig zijn. 7.3 G1: MARKETINGPLAN De Concessieverleners vinden het belangrijk om bestaande Reizigers te behouden en nieuwe Reizigers aan te trekken, met name wanneer dit bijdraagt aan een betere bereikbaarheid van het Concessiegebied IJssel-Vecht in het algemeen en van de economische kerngebieden, regionale centra en middelgrote steden in het bijzonder. De Concessieverleners verwachten van de Concessiehouder dat hij een strategie heeft waar het gaat om het creëren en vermarkten van een betrouwbaar, betaalbaar, toegankelijk en samenhangend vervoersnetwerk waarmee Reizigers zorgeloos kunnen reizen waar ze ook heen gaan. Goede bekendheid van (potentiële) Reizigers met het Openbaar Vervoer in het Concessiegebied IJssel-Vecht is daarbij een essentiële voorwaarde. De introductie van één Merk in de drie provincies moet dit ondersteunen. Blz. 43 / 89

153 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving Door de Inschrijver aan te leveren informatie De Inschrijver voegt aan de Inschrijving een Marketingplan toe (maximaal 25 pagina s, de jaarkalender niet meegerekend) waarin hij in ieder geval aandacht besteedt aan de volgende onderwerpen in onderstaande volgorde en met onderstaande nummering: 1. Marketingstrategie (maximaal 5 pagina s) Strategie van de Inschrijver voor de eerste vijf jaar van de Concessie IJssel-Vecht voor het creëren en vermarkten van een betrouwbaar, betaalbaar, toegankelijk en samenhangend OV-netwerk waarmee Reizigers zorgeloos kunnen reizen waar ze ook heen gaan. De Marketingstrategie dient in ieder geval bij te dragen aan een betere bereikbaarheid van het Concessiegebied IJssel-Vecht in het algemeen en de economische kerngebieden in het bijzonder. De Inschrijver besteedt daarbij in ieder geval aandacht aan: a. De groepen Reizigers waarop de Inschrijver zich richt (= doelgroepen zoals forenzen, scholieren en toeristen), b. De kansen die de Inschrijver per doelgroep ziet inclusief onderbouwing waarop hij deze kansen baseert, c. Eventuele productformules onder het Merk, waaronder de productformule Hoogwaardig OV, die de Inschrijver onderscheidt om zo goed mogelijk aan te sluiten op de vervoerbehoeften en kwaliteitseisen van de verschillende doelgroepen, inclusief een beschrijving waarin deze productformules zich van elkaar onderscheiden (voor een beschrijving/afbeeldingen van de Voertuigen kan de Inschrijver naar het Materieelplan verwijzen (gunningscriterium G4.2). 2. Maatregelen Concrete maatregelen die de Inschrijver tijdens de implementatie en het eerste jaar (2021) van de Concessie IJssel-Vecht treft om bekendheid met en gebruik van het OV-netwerk te vergroten, waaronder het positioneren, laden en vermarkten van het Merk en eventuele daaronder vallende productformules. Voorbeelden van maatregelen zijn promotie- en communicatieactiviteiten, Tarieven voor bijvoorbeeld specifieke doelgroepen, Reisproducten (bijvoorbeeld trajectabonnementen) en Productdragers inclusief de verkrijgbaarheid hiervan (= distributienetwerk). Maatregelen die betrekking hebben op het OV-aanbod en het comfort, de netheid en de voorzieningen van de in te zetten Voertuigen horen thuis in respectievelijk het Vervoerplan (gunningscriterium G2.1) en het Materieelplan (gunningscriterium G4.2). De Inschrijver nummert de afzonderlijke maatregelen duidelijk, bijvoorbeeld door elke activiteit in een aparte (sub)paragraaf te behandelen. Voor het overzicht neemt de Inschrijver een kalender in het Marketingplan op waarin hij aangeeft wanneer hij elke maatregel uitvoert (de jaarkalender mag maximaal 1 eenzijdig A3-pagina beslaan en telt niet mee bij het bepalen van het aantal pagina s van het Marketingplan). 3. Onderbouwing realiseerbaarheid en effecten Per toegezegde maatregel een toelichting op de keuze voor de maatregel en een onderbouwing waaruit blijkt dat de Inschrijver over de kennis en expertise beschikt om de maatregel te kunnen uitvoeren en welke meetbare effecten de maatregel heeft op: a. de bekendheid van het Openbaar Vervoer, het Merk en eventuele productformules; b. de klanttevredenheid; c. het behouden van bestaande en het aantrekken van nieuwe Reizigers, onderscheiden naar doelgroepen, en daarmee het aantal Reizigers en de bereikbaarheid van het Concessiegebied IJssel-Vecht in het algemeen en economische kerngebieden, regionale centra en middelgrote steden in het bijzonder. 4. Samenhang en doorontwikkeling in de periode De onderlinge samenhang tussen de maatregelen en de samenhang van de maatregelen met de Marketingstrategie en andere onderdelen van de Inschrijving alsmede de maatregelen die de Inschrijver voor ogen heeft om het Openbaar Vervoer, het Merk en eventuele productformules in de periode verder te vermarkten, met name in relatie tot de mutaties in de samenstelling van het Concessiegebied IJssel-Vecht tijdens de eerste vijf jaar van de Concessie IJssel-Vecht. Blz. 44 / 89

154 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving 5. Begrote kosten De hoogte van het marketingbudget onderscheiden naar maatregel en onderverdeeld naar de implementatieperiode en het kalenderjaar Let wel, het marketingbudget van de Concessiehouder in elk opvolgend kalenderjaar dient minimaal gelijk te zijn aan het marketingbudget van de Concessiehouder voor het kalenderjaar 2021 (prijspeil 2019).. Beoordeling G1: Marketingplan Het Marketingplan wordt kwalitatief beoordeeld. Bij de beoordeling kijkt het beoordelingsteam naar het totaalbeeld van het Marketingplan en de geleverde onderbouwing. Daarbij let het beoordelingsteam op de mate waarin de Inschrijver: Duidelijk en concreet inzicht geeft in de aangeboden maatregelen, de onderlinge samenhang tussen deze maatregelen en de samenhang van deze maatregelen met de Marketingstrategie en andere onderdelen van de Inschrijving, en de maatregelen die de Inschrijver voor ogen heeft voor het verder vermarkten gelet op de mutaties in het Concessiegebied IJssel-Vecht in de periode ; Door middel van een onderbouwing aannemelijk maakt dat hij de aangeboden maatregelen daadwerkelijk kan uitvoeren (bijvoorbeeld voldoende budget) en dat deze maatregelen een positief effect zullen hebben op de bekendheid en het OV-gebruik (bijvoorbeeld aan de hand van onderzoeken, effecten van vergelijkbare maatregelen onder soortgelijke omstandigheden, logica, waarbij aantoonbaar onafhankelijke en voor het beoordelingsteam verifieerbare voorbeelden, metingen en onderzoeksresultaten een positief effect op de beoordeling kunnen hebben). Gunningscriterium G1 wordt integraal beoordeeld, hetgeen betekent dat het beoordelingsteam één totaaloordeel geeft gebaseerd op de uitwerking van de verschillende onderdelen van het Marketingplan, waarbij rekening wordt gehouden met de onderbouwing. De Concessieverleners kiezen bewust voor een integrale beoordeling, omdat zij van mening zijn dat er een duidelijke relatie bestaat tussen de onderdelen van het Marketingplan, waarbij zowel inzicht in de aangeboden maatregelen als onderbouwing van de realiseerbaarheid en effecten van de maatregelen belangrijk zijn. 7.4 G2.1: VERVOERPLAN In het kader van gunningscriterium G2.1 werkt de Inschrijver een Vervoerplan uit voor een fictieve situatie waarin het Concessiegebied IJssel-Vecht in het eerste jaar van de concessie IJssel-Vecht zou bestaan uit de concessies Midden-Overijssel, Veluwe, Lelystad en IJsselmond. Anders gezegd, het betreft hier een fictieve situatie waarin ook de concessies Lelystad en IJsselmond al bij de start van de Concessie IJssel-Vecht in deze concessie opgaan en waarbij geen rekening wordt gehouden met de toekomstige overgang van de Concessiedelen Veluwe Zuid en Deventer e.o. naar respectievelijk de concessie Rijn-Waal en de concessie Berkel-Dinkel. In het Vervoerplan geeft de Inschrijver aan hoe hij zijn aanbod aan Openbaar Vervoer per Bus en Auto gaat vormgeven. De Inschrijver maakt daarbij onderscheid naar zijn aanbod voor de verschillende Concessiedelen zoals benoemd in artikel 1 van de Financiële bepalingen en geeft daarbij duidelijk aan tot welk Concessiedeel elke Lijn hoort. Het Vervoerplan uit de Inschrijving vormt de basis voor de Vervoerplannen en Dienstregelingen tijdens de overgangsfase naar de uiteindelijke concessie-indeling en de onderbouwing van de aangeboden vervoeromvang bij gunningscriterium G2.2. Let wel, gedurende de implementatieperiode moet de Concessiehouder op basis van het Vervoerplan in zijn Inschrijving een Vervoerplan en Dienstregeling voor het Dienstregelingsjaar 2021 van de Concessie IJssel-Vecht opstellen, waarbij hij de procedure doorloopt zoals beschreven in bijlage 9 bij het Programma van Eisen. Door de Inschrijver aan te leveren informatie De Inschrijver voegt aan de Inschrijving een Vervoerplan toe (maximaal 60 pagina s, de halte- en dienstregelingtabellen, lijnennetkaart en aansluitschema s niet meegerekend) waarin hij in ieder Blz. 45 / 89

155 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving geval aandacht besteedt aan de volgende onderwerpen in onderstaande volgorde en met onderstaande nummering: 1. Vervoerkundige strategie (maximaal 5 pagina s) De strategie van de Inschrijver om zijn OV-aanbod optimaal af te stemmen op de vervoerbehoeften van inwoners en bezoekers van het Concessiegebied IJssel-Vecht teneinde onder meer een bijdrage te leveren aan een verbetering van de bereikbaarheid van economische kerngebieden, regionale centra en middelgrote steden. De Inschrijver besteedt daarbij in ieder geval aandacht aan de onderwerpen zoals genoemd onder sub a. t/m g. van artikel van het Programma van Eisen. 2. Maatregelen Concrete maatregelen die de Inschrijver treft om te komen tot een kwalitatief beter OVaanbod ten opzichte van het Programma van Eisen en dat is afgestemd op de vervoerbehoeften van Reizigers. De Inschrijver maakt daarbij onderscheid naar maatregelen gericht A-, B- en C-lijnen die aansluiten bij de vervoerbehoeften van Reizigers en recht doen aan het lokale of regionale belang van de huidige Lijnen. Voorbeelden van maatregelen zijn het verkorten van reistijden, het bieden van betere aansluitingen, het minder vaak hoeven overstappen, het verbeteren van routes, het bieden van nieuwe verbindingen en het inspelen op lokale ontwikkelingen. Daarnaast besteedt de Inschrijver aandacht aan de wijze waarop hij de typen Voertuigen die hij voor de uitvoering van het Vervoerplan en de Dienstregeling inzet heeft afgestemd op: a) de (verwachte) reizigersaantallen; b) de mogelijkheden / beperkingen van de (halte)infrastructuur. Ingeval de Inschrijver op verbindingen of momenten Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer aanbiedt, besteedt hij bij de beschrijving van dit aanbod in ieder geval aandacht aan de onderwerpen zoals genoemd onder sub a. t/m d. van artikel van het Programma van Eisen. De Inschrijver nummert de afzonderlijke maatregelen duidelijk, bijvoorbeeld door elke activiteit in een aparte (sub)paragraaf te behandelen. 3. Onderbouwing realiseerbaarheid en effecten Per toegezegde maatregel een toelichting op de keuze voor de maatregel (bijvoorbeeld op basis van de door de Concessieverleners beschikbaar gestelde achtergrondinformatie in Pleio over het Concessiegebied IJssel-Vecht) en een onderbouwing waaruit blijkt dat de maatregel realiseerbaar is (bijvoorbeeld door aan te geven in hoeverre wijzigingen in de Dienstregeling haalbaar zijn gegeven de beschikbare infrastructuur en de verkeersdrukte) en welke meetbare effecten de maatregel heeft op: a) Het aantal Reizigers dat profiteert van de maatregel dan wel hier nadeel van ondervindt, onderscheiden naar doelgroepen en naar bestaande en nieuwe Reizigers; b) Het gebruik van het Openbaar Vervoer en het effect hiervan op de bereikbaarheid van economische kerngebieden, regionale centra en middelgrote steden. Bij de toelichting op de keuzes voor maatregelen besteedt de Inschrijver aandacht aan: a) Het nuttig en effectief inzetten van Dienstregelinguren op A- en B-lijnen gelet op de vervoerbehoeften van de doelgroepen waarop de Inschrijver zich richt; b) Het nuttig en effectief inzetten van Dienstregelinguren op C-lijnen afgestemd op de vervoerbehoeften op de minder drukke momenten en/of in de minder drukke gebieden; c) Het eventueel nuttig en effectief aanbieden van Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer. De Inschrijver maakt hierbij een vergelijking met de situatie op het moment van inschrijving (= de Dienstregeling 2019). De Inschrijver houdt hierbij rekening met de door Wegbeheerders verstrekte informatie over de infrastructuur die in Pleio beschikbaar is gesteld. 4. Samenhang en doorontwikkeling in de periode De samenhang tussen de maatregelen onderling en met de Vervoerkundige strategie en andere onderdelen van de Inschrijving alsmede de maatregelen die de Inschrijver voor ogen heeft als het gaat om de (door)ontwikkeling van het OV-aanbod vanuit zijn Vervoerkundige Blz. 46 / 89

156 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving strategie en de mutaties in de samenstelling van het Concessiegebied IJssel-Vecht tijdens de eerste vijf jaren van de Concessie IJssel-Vecht. Naast bovenstaande onderwerpen voegt de Inschrijver aan het Vervoerplan een lijnennetkaart met alle Lijnen en Haltes, aansluitschema s voor ieder (sub-)knooppunt per in tabel 3.1 van het Programma van Eisen onderscheiden dagsoort en dagdeel en een overzicht van Aansluitingen en aansluitgaranties, zowel op andere busverbindingen als op andere modaliteiten. De Inschrijver geeft hierbij tevens de Tijdhaltes en Knooppunten per Lijn aan die maatgevend zijn voor de beoordeling van de stiptheid van het Openbaar Vervoer per Bus en Auto. Het is de Inschrijver toegestaan om, ter toelichting op, en ter illustratie van de hiervoor genoemde lijnennetkaart en aansluitschema s een interactieve weergave aan zijn Inschrijving toe te voegen. Beoordeling G2.1: Vervoerplan Het Vervoerplan wordt kwalitatief beoordeeld. Bij de beoordeling kijkt het beoordelingsteam naar het totaalbeeld van het Vervoerplan en de geleverde onderbouwing. Daarbij let het beoordelingsteam op de mate waarin de Inschrijver: Duidelijk en concreet inzicht geeft in de aangeboden maatregelen, de onderlinge samenhang tussen deze maatregelen en de samenhang van deze maatregelen met de Vervoerkundige strategie en andere onderdelen van de Inschrijving, en de vervoerkundige doorontwikkeling in de periode ; Door middel van een onderbouwing aannemelijk maakt dat hij de aangeboden maatregelen daadwerkelijk kan uitvoeren (bijvoorbeeld gelet op beschikbare infrastructuur) en dat deze maatregelen per saldo een positief effect zullen hebben voor Reizigers (bijvoorbeeld kortere reistijden) en daarmee op het OV-gebruik en de bereikbaarheid van met name economische kerngebieden, regionale centra en middelgrote steden (bijvoorbeeld aan de hand van vervoerkundige onderzoeken, effecten van vergelijkbare maatregelen onder soortgelijke omstandigheden, logica, waarbij aantoonbaar onafhankelijke en voor het beoordelingsteam verifieerbare voorbeelden, metingen en onderzoeksresultaten een positief effect op de beoordeling kunnen hebben). Gunningscriterium G2.1 wordt integraal beoordeeld, hetgeen betekent dat het beoordelingsteam één totaaloordeel geeft gebaseerd op de uitwerking van de verschillende onderdelen van het Vervoerplan, waarbij rekening wordt gehouden met de onderbouwing. De Concessieverleners kiezen bewust voor een integrale beoordeling, omdat zij van mening zijn dat er een duidelijke relatie bestaat tussen de onderdelen van het Vervoerplan, waarbij zowel inzicht in de aangeboden maatregelen als onderbouwing van de realiseerbaarheid en effecten van de maatregelen belangrijk zijn. 7.5 G2.2: VERVOEROMVANG (DIENSTREGELINGUREN) De Concessieverleners hebben er bewust voor gekozen om niet alle bestaande Lijnen voor te schrijven en eisen aan bedieningsperioden en frequenties te stellen die lager zijn dan het huidige OV-aanbod in de concessies Midden-Overijssel, Veluwe, Lelystad en IJsselmond. Dit om de Concessiehouder ruimte te bieden om het OV-aanbod optimaal te laten aansluiten bij de vervoerbehoeften van Reizigers en tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht door te ontwikkelen. Dat laat onverlet dat de Concessieverleners waarde hechten aan het bieden van langere bedieningstijden en/of hogere frequenties (A- en B-lijnen) en een uitgebreider aanbod aan C-lijnen dan op grond van het Programma van Eisen is vereist. Dit geldt in het bijzonder voor de stadsdiensten in Apeldoorn, Lelystad en Zwolle. Daarom stimuleren de Concessieverleners de Inschrijver om meer Dienstregelinguren aan te bieden dan nodig is om te voldoen aan de vervoerkundige eisen in het Programma van Eisen. Ten behoeve van gunningscriterium G2.2 dient de Inschrijver aan te geven hoeveel gewogen Dienstregelinguren hij aanbiedt in de fictieve situatie waarin het Concessiegebied IJssel-Vecht zou bestaan uit de Concessiedelen Midden-Overijssel, Deventer e.o., Veluwe-Noord, Veluwe- Zuid, Lelystad, IJsselmond (Flevoland) en IJsselmond (Overijssel), dus zonder rekening te Blz. 47 / 89

157 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving houden met de in- en uitstroom van Concessiedelen tijdens de eerste jaren van de Concessie IJssel-Vecht (zie ook paragraaf 7.4). De Inschrijver dient daarbij de in tabel 6 opgenomen verdeling van gewogen Dienstregelinguren over Concessiedelen in acht te nemen. De percentages per provincie en per Concessiedeel betreffen minimumpercentages; dat wil zeggen, het is de Inschrijver niet toegestaan om in de fictieve situatie een lager percentage van de aangeboden gewogen Dienstregelinguren in een provincie of Concessiedeel in te zetten dan het percentage vermeld in tabel 6. Daarbij geldt dat de Inschrijver de mogelijkheid heeft om een beperkt deel van de aangeboden gewogen Dienstregelinguren (circa 1% per Concessieverlener) naar eigen inzicht in de Concessiedelen die onder de bevoegdheid van de betreffende Concessieverlener vallen in te vullen (= Vrij invulbaar). Daarnaast hechten de Concessieverleners belang aan een verdeling van de Dienstregelinguren over A-, B- en C-lijnen die zowel aansluit bij de vervoerbehoeften van Reizigers als recht doet aan het lokale of regionale belang van de huidige Lijnen, zonder dit in percentages per categorie Lijnen te willen uitdrukken. Provincie Concessiedeel Aandeel Flevoland Totaal 17,1% waarvan Lelystad 4,1% IJsselmond 12,6% Vrij invulbaar 0,4% Gelderland Totaal 49,2% waarvan Veluwe-Noord 28,1% Veluwe-Zuid 19,9% Vrij invulbaar 1,2% Overijssel Totaal 33,7% waarvan Midden-Overijssel (excl. Deventer e.o.) 20,4% Deventer e.o. 5,8% IJsselmond 6,7% Vrij invulbaar 0,8% Totaal 100% Tabel 6: Vereiste verdeling gewogen Dienstregelinguren over Concessiedelen in fictieve situatie Normalisering Dienstregelingjaar Met het oog op de vergelijkbaarheid van de Inschrijvingen dient de Inschrijver bij de berekening van het aantal Dienstregelinguren en het aantal Ritten uit te gaan van een genormaliseerd kalenderjaar dat bestaat uit 255 werkdagen, 52 zaterdagen en 58 zondagen/feestdagen. In geval van Openbaar Vervoer per Bus en Auto naar specifieke bestemmingen dat gedurende een gedeelte van een kalenderjaar wordt aangeboden (bijvoorbeeld voor de bediening van recreatieve voorziening), dient de Inschrijver echter uit te gaan van het werkelijke aantal werkdagen, zaterdagen en zondagen/feestdagen dat hij dit Openbaar Vervoer aanbiedt. Gewogen Dienstregelinguren Omdat de kosten van Openbaar Vervoer afhankelijk zijn van meerdere factoren, hanteren de Concessieverleners wegingsfactoren bij de beoordeling van de aangeboden Dienstregelinguren. Als het gaat om de typen Voertuigen waarmee Dienstregelinguren worden uitgevoerd, hanteren de Concessieverleners de volgende wegingsfactoren: Bus: 100% Auto: 60% Als het gaat om de verschillende typen Openbaar Vervoer die de Inschrijver kan aanbieden, rekenen de Concessieverleners met de volgende wegingsfactoren: Vaste Lijn: 100% Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer: 30% Blz. 48 / 89

158 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving Buurtbussen: 0% (voor Buurtbussen geldt een andere vergoedingssystematiek) Ten slotte hanteren de Concessieverleners de volgende wegingsfactoren als het gaat om de perioden waarin de Dienstregelinguren worden ingezet: Spitsperioden (werkdagen uur en uur): 115% Werkdagen buiten de spitsperioden, zaterdag en zondagen/feestdagen: 95% Rekenvoorbeeld Aantal gewogen Dienstregelinguren : Als een Inschrijver op een werkdag een Rit van een vaste Lijn met een Taxibus (= Auto) aanbiedt die om 6.15 uur bij zijn beginpunt vertrekt en om 7.15 uur bij zijn eindpunt eindigt, dan telt deze Rit mee als: 0,25 x 0,6 x 1,00 x 0,95 + 0,75 x 0,6 x 1,00 x 1,15 = 0, ,5175 = 0,66 gewogen Dienstregelinguren. Door de Inschrijver aan te leveren informatie De Inschrijver voegt aan de Inschrijving de volgende informatie toe: a. Het ingevulde en ondertekende Standaardformulier 15 (Opgave Dienstregelinguren). b. De ontwerp Dienstregeling die geldt voor de fictieve situatie waarin de huidige Concessiedelen Midden-Overijssel, Deventer e.o., Veluwe-Noord, Veluwe-Zuid, Lelystad, IJsselmond (Flevoland) en IJsselmond (Overijssel) in hun geheel het Concessiegebied IJssel-Vecht vormen, inclusief (een) eventuele vakantiedienstregeling(en). De ontwerp Dienstregeling dient alle vertrek- en aankomsttijden voor alle dagen in de week te bevatten: voor alle Lijnen; per Rit; met de belangrijkste Haltes die worden aangedaan, waaronder in ieder geval Tijdhaltes en Knooppunten; Let op, de Dienstregeling voor het Dienstregelingjaar 2021 stelt de Concessiehouder in overleg met de Concessieverleners en daar waar relevant gemeenten, onderwijsinstellingen, buurtbusverenigingen en andere relevante Stakeholders tijdens de implementatieperiode op. Daarbij is het door de Concessiehouder in zijn Inschrijving aangeboden aantal gewogen DRU s leidend, maar kan de lijnvoering op onderdelen afwijken van de in de Inschrijving opgenomen ontwerp Dienstregeling. c. De in Standaardformulier 16 (Ritdata) genoemde gegevens per Rit voor de onder a. bedoelde ontwerp Dienstregeling. d. Een digitaal geografisch bestand met alle Lijnen en Haltes, waarbij ieder onderdeel van het OV-netwerk in een aparte layer is opgenomen. Het bestand dient een Esri-shape-file (.shp) te zijn waarbij aan elke Lijn als kenmerk in ieder geval het Lijnnummer en de Haltes die door de desbetreffende Lijn worden aangedaan (als dat niet al automatisch is gespecificeerd) worden gekoppeld. Het aantal gewogen Dienstregelinguren volgens de ontwerp Dienstregeling dient overeen te komen met het aantal gewogen Dienstregelinguren dat de Inschrijver invult op Standaardformulier 15. Het door de Inschrijver geboden aantal gewogen Dienstregelinguren, zoals ingevuld op Standaardformulier 15, is leidend voor de berekening van de score voor gunningscriterium G2.2. Bij de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht geldt dat, als het in Standaardformulier 15 opgegeven aantal gewogen Dienstregelinguren afwijkt van het in de aangeboden ontwerp Dienstregeling opgenomen aantal gewogen Dienstregelinguren, het hoogste aantal gewogen Dienstregelinguren leidend is voor de Dienstregeling voor enig Dienstregelingjaar. Kortom: Indien het in Standaardformulier 15 opgegeven aantal gewogen Dienstregelinguren hoger is dan het in de aangeboden ontwerp Dienstregeling opgenomen aantal gewogen Dienstregelinguren, dan dient de Concessiehouder het in Standaardformulier 15 opgegeven hogere aantal gewogen Dienstregelinguren te rijden; en Indien het in Standaardformulier 15 opgegeven aantal gewogen Dienstregelinguren lager is dan het in de aangeboden ontwerp Dienstregeling opgenomen aantal gewogen Blz. 49 / 89

159 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving Dienstregelinguren, dan dient de Concessiehouder het in de aangeboden ontwerp Dienstregeling opgenomen hogere aantal gewogen Dienstregelinguren te rijden. NB: Dienstregelinguren waarvan de Inschrijver de vervoerkundige noodzaak en/of wenselijkheid niet ten genoegen van de Concessieverleners in het Vervoerplan (zie gunningscriterium G2.1) kan aantonen, kunnen niet alleen leiden tot een lagere score voor het Vervoerplan, maar kunnen door de Concessieverleners ook worden uitgesloten bij de berekening van de score voor gunningscriterium G2.2. Het betreft hier bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend: Dienstregelinguren ingezet voor extra Ritten op momenten dat redelijkerwijs niet te verwachten is dat een hogere frequentie dan de dalfrequentie beter aansluit op de vervoerbehoeften van Reizigers; Dienstregelinguren ingezet op Ritten tijdens de spitsperiode maar tegen de spitsrichting in (dit betreft Ritten die niet zijn opgenomen in de huidige Dienstregeling en die niet worden geëist); Dienstregelinguren ingezet op trajecten van en/of naar de garage of stalling. Let op: Ingeval de Concessie IJssel-Vecht aan de Inschrijver verleend wordt, dient de Inschrijver de Dienstregelinguren die zijn uitgesloten bij de berekening van de score voor gunningscriterium G2.2 wel uit te voeren, waarbij de Inschrijver in overleg met de Concessieverleners bepaalt waar deze Dienstregelinguren worden ingezet. Beoordeling G2.2: Aanbod Dienstregelinguren Het aangeboden aantal gewogen Dienstregelinguren (DRU s) in de fictieve situatie is bepalend voor de score voor gunningscriterium G2.2 en wordt kwantitatief beoordeeld. Op basis van het aantal aangeboden gewogen Dienstregelinguren voor de fictieve situatie wordt de score voor gunningscriterium G2.2 berekend met de volgende formule: Aangeboden gewogen DRU s Score G2.2 = 100% Het scoreverloop wordt grafisch als volgt weergegeven: Verloop Score G2.2 Score (%) Aangeboden gewogen DRU's Blz. 50 / 89

160 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving Het is de Inschrijver niet toegestaan om in de fictieve situatie minder dan gewogen Dienstregelinguren aan te bieden 4. Het is de Inschrijver toegestaan om in de fictieve situatie meer dan gewogen Dienstregelinguren aan te bieden, maar dat levert geen hogere of lagere score op dan 100%. In alle gevallen geldt dat de Inschrijver het aantal aangeboden gewogen Dienstregelinguren conform tabel 6 over de Concessiedelen moet verdelen. De score zoals die volgt uit bovenstaande formule wordt vermenigvuldigd met het maximale aantal te behalen punten voor gunningscriterium G2.2 (zie tabel 4), zijnde 30 punten, hetgeen resulteert in een gewogen score voor gunningscriterium G G3.1: TRANSITIEPAD ZERO-EMISSIE Doelstelling van de Concessieverleners is om de Concessie IJssel-Vecht zo snel mogelijk en zo volledig mogelijk met Zero-Emissievoertuigen uit te voeren. Om dit te realiseren beoordelen de Concessieverleners op jaarbasis welk deel van het Openbaar Vervoer de Inschrijver met Zero- Emissievoertuigen uitvoert/laat uitvoeren, waarbij zij extra belang hechten aan de inzet van Zero- Emissievoertuigen al tijdens de eerste vijf jaar van de Concessie IJssel-Vecht. De Inschrijver geeft ten behoeve van gunningscriterium G3.1 op Standaardformulier 17 (Transitiepad Zero-Emissie) aan welke typen Voertuigen hij voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht inzet of laat inzetten. Per type Voertuigen noemt hij het aantal, de Euronorm en per Dienstregelingjaar het aantal gewogen Dienstregelinguren dat met dit type Voertuigen wordt uitgevoerd. Anders dan bij de berekening van het aantal gewogen Dienstregelinguren ten behoeve van gunningscriterium G2.2 hanteren de Concessieverleners bij gunningscriterium G3.1 een wegingsfactor van 60% voor Dienstregelinguren uitgevoerd met Buurtbussen (= vaste Lijn uitgevoerd met een Auto). Bepalend voor de beoordeling van de milieuprestaties van de Voertuigen is de euroclassificering zoals die af-fabriek en bij afgifte kentekenbewijs deel 1 is afgegeven. Hoewel strikt genomen voor Zero-Emissievoertuigen en hybride Voertuigen geen specifieke Euronormen gelden, hanteren de Concessieverleners de term Euronorm ook voor deze technieken. Bij hybride Voertuigen maken de Concessieverleners een nader onderscheid tussen: Non-plugin hybride: een Voertuig aangedreven door een verbrandingsmotor en een elektromotor met een batterijpakket dat niet-oplaadbaar is via het elektriciteitsnet; Plugin hybride: een Voertuig vergelijkbaar met een non-plugin hybride Voertuig, maar dan met een batterijpakket dat oplaadbaar is via het elektriciteitsnet; Ebus met range extender: Bus aangedreven met elektromotoren en batterijpakket oplaadbaar via het elektriciteitsnet en met een aggregaat voor opwekken van elektriciteit aan boord. Door de Inschrijver aan te leveren informatie De Inschrijver voegt aan de Inschrijving de volgende informatie toe: Het ingevulde en ondertekende Standaardformulier 17 (Transitiepad Zero-Emissie). Voor Nieuwe Voertuigen die de Inschrijver in het eerste Dienstregelingjaar (bij start Concessie IJssel-Vecht) inzet: (de specifieke gedeelten van de) afschriften van de type toelating papieren waaruit blijkt welke Euronorm aan het (de) desbetreffende type(n) Voertuigen is toegekend (opvraagbaar bij de fabrikant). Deze eis geldt ook voor Nieuwe Voertuigen die tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht instromen. Echter, ingeval de type-toelating papieren voor deze type(n) Voertuigen op het moment van inschrijven nog niet beschikbaar zijn, dient de Inschrijver op een andere wijze aan te tonen dat de 4 NB: Dit betreft het aantal gewogen Dienstregelinguren waarvan de Inschrijver de vervoerkundige noodzaak en/of wenselijkheid ten genoegen van de Concessieverleners in het Vervoerplan (zie gunningscriterium G2.1) heeft aangetoond. Indien een Inschrijver bijvoorbeeld gewogen DIenstregelinguren aanbiedt, maar van van die gewogen Dienstregelinguren de vervoerkundige noodzaak en/of wenselijkheid niet ten genoegen van de Concessieverleners heeft aangetoond in het Vervoerplan, wordt het aangeboden aantal gewogen Dienstregelinguren aangemerkt als In dat geval is de Inschrijving ongeldig, omdat het aangeboden aantal gewogen Dienstregelinguren onder de ondergrens van gewogen Dienstregelinguren ligt. Blz. 51 / 89

161 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving aangeboden Euro classificatie of Zero Emissie verklaring zal worden behaald, bijvoorbeeld aan de hand van gevalideerde productieplannen van de fabrikant van het desbetreffende type Voertuigen, waaruit de te verwachten Euro classificatie of Zero Emissie verklaring concreet blijkt. Voor bestaande Voertuigen die de Inschrijver voor de uitvoering van de Concessie IJssel- Vecht inzet: sluitend en verifieerbaar bewijs dat (i) de uitstoot van emissies de Euro VI-norm of EEV-norm 5 (Bussen) of Euro 6-norm (Auto s) niet overschrijdt en (ii) de bestaande Voertuigen steeds aan de gestelde eisen zullen blijven voldoen en gedurende de gehele concessieduur de uitlaatgasemissies de norm van de euroclassificering bij aflevering van het Voertuig niet zal overschrijden. Dit kan bijvoorbeeld door het overleggen van een garantie van de fabrikant van het desbetreffende type Voertuigen, inclusief de voorwaarden waaronder deze garantie wordt verstrekt. Tevens dient de Inschrijver te onderbouwen hoe hij ervoor zorgt dat de staat van onderhoud, de staat en werking van de uitlaatgasnabehandelinginstallatie en de technische staat van het Voertuig (inclusief afstelling van de motor) gedurende de gehele periode van inzet ten behoeve van de Concessie IJssel-Vecht zodanig is dat hij steeds aan de gestelde eisen zal voldoen. Aan de omvang van bovengenoemde onderbouwing is geen maximum gesteld. De informatie op Standaardformulier 17 (Transitiepad Zero-Emissie) dient te corresponderen met de informatie die de Inschrijver in het kader van Gunningscriterium G2.2 op het Standaardformulier 15 (Opgave Dienstregelinguren) verstrekt. Beoordeling G3.1: Transitiepad Zero-Emissie Het aangeboden transitiepad naar Zero-Emissie wordt aan de hand van Euronormen kwantitatief beoordeeld. Het aantal punten dat aan het aangeboden transitiepad wordt toegekend, is afhankelijk van de Euronormen waaraan de in te zetten Voertuigen voldoen, waarbij de Concessieverleners aan de verschillende Euronormen de volgende scores toekennen: Euronormen Score Zero-Emissie 100% Ebus met range extender 30% Plugin hybride 20% Non-plugin hybride 10% Euro VI/Euro 6/EEV 0 De score voor Gunningscriterium G3.1 wordt als volgt bepaald: 1. Per Dienstregelingjaar wordt per Euronorm het aandeel in het totale vervoersaanbod aan de hand van de volgende formule berekend: Aandeel Euronorm X = Gewogen Dienstregelinguren Euronorm X Totaal aantal gewogen Dienstregelinguren 2. Per Euronorm wordt vervolgens een gewogen aandeel voor de tien Dienstregelingjaren berekend, waarbij het aandeel in de eerste vijf jaar van de Concessie IJssel-Vecht anderhalf keer zo zwaar wegen als het aandeel in de laatste vijf jaar van de Concessie IJssel-Vecht. 3. Op basis van de gewogen aandelen van de Euronormen wordt de score voor het transitiepad berekend met behulp van de volgende gelijk formule: Score transitiepad = Gewogen aandeel Zero-Emissie x 100% + Gewogen aandeel Ebus met range extender x 30% + Gewogen aandeel Plugin hybride x 20% + 5 Inzet van Voertuigen die voldoen aan de EEV-norm is beperkt tot de gasbussen ten behoeve van de Stadslijnen in Ede alsmede de huidige Lijnen 84 en 88 (zie artikel van het Programma van Eisen). Blz. 52 / 89

162 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving Gewogen aandeel Non-plugin hybride x 10% + Gewogen aandeel Euro VI/Euro 6 x 0% 4. De Score transitiepad wordt vermenigvuldigd met het maximale aantal te behalen punten voor gunningscriterium G3.1 (zie tabel 4), zijnde 20 punten. De Concessieverleners houden daarbij evenwel rekening met het feit dat de Concessiehouder in ieder geval de B-lijnen in Apeldoorn, Lelystad en Zwolle met Zero-Emissievoertuigen moet uitvoeren door de gewogen score voor gunningscriterium G3.1 aan de hand van de volgende formule te berekenen: Gewogen Score transitiepad = 20 x Gewogen gemiddelde score transitiepad 25% 100% 25% 7.7 G3.2: PERSONEELSPLAN Zonder op de stoel van de Concessiehouder in zijn rol van werkgever te willen gaan zitten, vinden de Concessieverleners het belangrijk dat de Concessiehouder zich als een sociale werkgever opstelt. Enerzijds verwachten de Concessieverleners dat de Concessiehouder beleid voert en maatregelen neemt op het gebied van welzijn en veiligheid van het Personeel, welke zijn gericht op een duurzame inzetbaarheid van het Personeel (zie paragraaf 9.1 van het Programma van Eisen). Anderzijds verwachten de Concessieverleners dat de Concessiehouder met zijn maatregelen een bijdrage levert aan het realiseren van een inclusieve arbeidsmarkt, waarin mensen naar vermogen participeren (= Social Return on Investment, SROI). De SROI-maatregelen bevorderen de huidige en toekomstige arbeidsmarktsituatie van mensen en omvatten drie sporen, namelijk (1) inzet van Personeel, (2) maatschappelijke activiteiten en (3) sociale inkoop (zie ook artikel van en bijlage 8 bij het Programma van Eisen). Daarmee leveren de SROI-maatregelen een bijdrage aan de realisatie van landelijke afspraken dat mensen met een arbeidsbeperking zoveel mogelijk een baan bij een gewone werkgever krijgen. De doelgroepen van de banenafspraak zijn: Mensen die onder de Participatiewet vallen en die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen; (Voormalige) leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en praktijkonderwijs (pro) die zich schriftelijk hebben aangemeld bij UWV; Mensen met een Wsw-indicatie (sociale werkvoorziening); Wajongers met arbeidsvermogen; Mensen met een Wiw-baan of ID-baan. Door de Inschrijver aan te leveren informatie De Inschrijver voegt aan de Inschrijving een Personeelsplan toe (maximaal 15 pagina s) waarin hij in ieder geval aandacht besteedt aan de volgende onderwerpen in onderstaande volgorde en met onderstaande nummering: 1. Maatregelen Concrete maatregelen die de Inschrijver tijdens de implementatie en het eerste jaar (2021) van de Concessie IJssel-Vecht treft gericht op: a) kwaliteit en duurzame inzetbaarheid van het Personeel dat de Inschrijver voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht inzet (als bedoeld in artikelen 9.1.5a, 9.1.5c en 9.1.5e van het Programma van Eisen); b) het realiseren van een inclusieve arbeidsmarkt (als bedoeld in artikel 9.1.5b en paragraaf 9.3 van het Programma van Eisen) onderscheiden naar (1) inzet van Personeel, (2) maatschappelijke activiteiten en (3) sociale inkoop. De Inschrijver nummert de afzonderlijke maatregelen duidelijk, bijvoorbeeld door elke activiteit in een aparte (sub)paragraaf te behandelen. 2. Onderbouwing realiseerbaarheid en effecten Blz. 53 / 89

163 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving Per toegezegde maatregel een toelichting op de keuze voor de maatregel en een onderbouwing waaruit blijkt dat de Inschrijver over de kennis en expertise beschikt om de maatregel te kunnen uitvoeren en welke meetbare effecten de maatregel heeft op: a) kwaliteit en duurzame inzetbaarheid van het Personeel; b) het realiseren van een inclusieve arbeidsmarkt. In aanvulling hierop onderbouwt de Inschrijver op basis van de tabel in bijlage 8 bij het Programma van Eisen wat de inspanningswaarde is van de door hem aangeboden SROImaatregelen op het gebied van inzet van Personeel (spoor 1), onderscheiden naar de drie voor de Concessie IJssel-Vecht relevante arbeidsmarktregio s, te weten Flevoland, Stedendriehoek/Noordwest-Veluwe en Zwolle. Blz. 54 / 89

164 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving 3. Samenhang en mutatie in de periode De samenhang tussen de maatregelen onderling en de samenhang met andere onderdelen van de Inschrijving alsmede de toekomstige maatregelen die de Inschrijver in het kader van zijn personeelsbeleid zal treffen gelet op de mutaties in de samenstelling van het Concessiegebied IJssel-Vecht tijdens de eerste vijf jaren van de Concessie IJssel-Vecht (als bedoeld in artikel 9.1.5d van het Programma van Eisen). Beoordeling G3.2: Personeelsplan Het Personeelsplan wordt kwalitatief beoordeeld. Bij de beoordeling kijkt het beoordelingsteam naar het totaalbeeld van het Personeelsplan en de geleverde onderbouwing. Daarbij let het beoordelingsteam op de mate waarin de Inschrijver: Duidelijk en concreet inzicht geeft in de aangeboden maatregelen, de onderlinge samenhang tussen deze maatregelen en de samenhang van deze maatregelen met andere onderdelen van de Inschrijving, en de wijze waarop de Inschrijver in zijn personeelsbeleid rekening houdt met de mutaties in het Concessiegebied IJssel-Vecht in de periode ; Door middel van een onderbouwing aannemelijk maakt dat hij de aangeboden maatregelen daadwerkelijk kan uitvoeren (bijvoorbeeld concrete afspraken met derden) en dat deze maatregelen een positief effect zullen hebben op de duurzame inzetbaarheid van Personeel en het realiseren van een inclusieve samenleving (bijvoorbeeld aan de hand van onderzoeken, effecten van vergelijkbare maatregelen onder soortgelijke omstandigheden, logica, waarbij aantoonbaar onafhankelijke en voor het beoordelingsteam verifieerbare voorbeelden, metingen en onderzoeksresultaten een positief effect op de beoordeling kunnen hebben). Gunningscriterium G3.2 wordt integraal beoordeeld, hetgeen betekent dat het beoordelingsteam één totaaloordeel geeft gebaseerd op de uitwerking van de verschillende onderdelen van het Personeelsplan, waarbij rekening wordt gehouden met de onderbouwing. De Concessieverleners kiezen bewust voor een integrale beoordeling, omdat zij van mening zijn dat er een duidelijke relatie bestaat tussen de onderdelen van het Personeelsplan, waarbij zowel inzicht in de aangeboden maatregelen als onderbouwing van de realiseerbaarheid en effecten van de maatregelen belangrijk zijn. 7.8 G3.3: CIRCULARITEIT De Concessieverleners hechten veel waarde aan circulariteit, dat wil zeggen hergebruik van producten, materialen en grondstoffen en behoud van natuurlijke hulpbronnen (= circulaire economie), bij de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht. Zij zijn in dat kader op zoek naar een vervoerder die, naast een beperking van de CO2-uitstoot (gunningscriterium G3.1), in staat is aantoonbare stappen te zetten wat betreft het besparen op primaire grondstoffen en het in kringloop houden van materialen. Voor gunningscriterium G3.3 ligt de focus van de Concessieverleners op (her)gebruik van accupakketten/batterijen ten behoeve van Zero-Emissievoertuigen. Daarnaast verwachten de Concessieverleners van de Concessiehouder dat hij gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht komt met voorstellen voor aanvullende maatregelen die hij vanuit het oogpunt van circulariteit bij de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht treft. Door de Inschrijver aan te leveren informatie De Inschrijver geeft ten behoeve van gunningscriterium G3.3 op Standaardformulier 18 (Circulariteit) met betrekking tot accupakketten/batterijen van de Zero-Emissievoertuigen die hij voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht inzet aan: 1. Wat de gegarandeerde levensduur van de accupakketten/batterijen is 2. Of sprake is van hergebruik van de accupakketten/batterijen in de vorm van een 2nd use oplossing via een Smart Grid Center (SGC) 3. Of sprake is van verantwoorde recycling van (her)gebruikte accupakketten/batterijen Blz. 55 / 89

165 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving De Inschrijver onderbouwt de aannemelijkheid van zijn aanbod (maximaal 5 pagina s), waarbij certificaten van leveranciers (punt 1) en overeenkomsten met derden (punten 2 en 3) de aannemelijkheid van zijn onderbouwing versterken. De Inschrijver voegt deze informatie aan zijn Inschrijving toe. Beoordeling G3.3: Circulariteit Gunningscriterium G3.3 Circulariteit wordt kwantitatief beoordeeld. Het aantal punten dat wordt toegekend is afhankelijk van de vraag of de Inschrijver door middel van zijn onderbouwing de eigenschappen van de accupakketten/batterijen van de Zero- Emissievoertuigen aannemelijk maakt. Daarbij worden bij een positieve beoordeling van de onderbouwing door het beoordelingsteam de volgende scores toegekend: 1. Gegarandeerde levensduur van de accupakketten/batterijen: vanaf een gegarandeerde levensduur van 5 jaar 10% per extra jaar met een maximum van 50% bij een gegarandeerde levensduur van 10 jaar of langer 2. Hergebruik accupakketten/batterijen, in de vorm van een toegestane 2nd use oplossing via SGC/Energyhouse: 30% 3. Recycling van de accupakketten/batterijen via een toegestane recycle-oplossing: 20% waarbij de scores voor de aspecten 1 t/m 3 worden opgeteld. Deze score wordt vermenigvuldigd met het maximale aantal te behalen punten voor gunningscriterium G3.3 (zie tabel 4), zijnde 3 punten, hetgeen resulteert in een gewogen score voor gunningscriterium G G4.1: KWALITEITSPLAN: UITVOERINGSKWALITEIT EN REISINFORMATIE De Concessieverleners hechten waarde aan een goede uitvoeringskwaliteit en continue verbetering daarvan gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht. Hierbij gaat het niet alleen om de meetbare kwaliteit van de uitvoering van de Dienstregeling, maar ook om de door Reizigers gepercipieerde kwaliteit van hun reis. Onderwerpen die hierbij van belang zijn, zijn onder meer: de uitvoeringskwaliteit in de normale situatie; de uitvoeringskwaliteit bij evenementen, werkzaamheden, incidenten en calamiteiten; vervoergarantie en zitplaatsgarantie; informatievoorziening zowel vooraf als tijdens de reis; samenwerking en afstemming op het gebied van informeren, boeken en betalen met andere concessiehouders en uitvoerders van Andere Mobiliteitsdiensten en MaaS-aanbieders. De Inschrijver geeft ten behoeve van gunningscriterium G4.1 aan welke maatregelen hij zal treffen om ervoor te zorgen dat hij bij de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht ten minste voldoet aan de kwaliteitsnormen zoals opgenomen in het Programma van Eisen. Het gaat daarbij om maatregelen bovenop standaardmaatregelen die nodig zijn om een Dienstregeling te kunnen opstellen (bijvoorbeeld het aanstellen van een vervoerkundige) en uitvoeren (bijvoorbeeld het hebben van een verkeersleiding). Door de Inschrijver aan te leveren informatie De Inschrijver voegt aan de Inschrijving een Kwaliteitsplan toe (maximaal 20 pagina s) waarin hij in ieder geval aandacht besteedt aan de volgende onderwerpen in onderstaande volgorde en met onderstaande nummering: 1. Maatregelen uitvoeringskwaliteit Concrete maatregelen om te waarborgen dat (i) het Openbaar Vervoer per Bus en Auto voldoet aan de eisen ten aanzien van de uitvoeringskwaliteit van de Dienstregeling en (ii) Reizigers te allen tijde goed geïnformeerd worden over de planning en uitvoering van hun Rit/reis. Dit betreft in ieder geval maatregelen gericht op: Blz. 56 / 89

166 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving a) het bieden van de vervoergarantie als bedoeld in paragraaf 5.1 van het Programma van Eisen, in het bijzonder de wijze waarop hij invulling geeft aan de eisen in artikelen en van het Programma van Eisen; b) het zoveel mogelijk beperken van rituitval, waarbij de Inschrijver minimaal voldoet aan de normen zoals opgenomen in artikel van het Programma van Eisen en bijlage 3 (Boetetabel) bij de Financiële bepalingen; c) het tijdig bieden van Vervangend Vervoer in de situaties beschreven in artikelen en van het Programma van Eisen; d) het zo stipt mogelijk uitvoeren van de Dienstregeling, waarbij de Inschrijver minimaal voldoet aan de normen voor punctualiteit zoals opgenomen in paragraaf 5.3 van het Programma van Eisen en bijlage 3 (Boetetabel) bij de Financiële bepalingen; e) het informeren van Reizigers voorafgaand aan en tijdens hun Rit/reis, zowel tijdens normale omstandigheden als bij Verstoringen; en f) het delen van informatie (statisch en/of realtime), boekings- en betaalmogelijkheden met andere concessiehouders en uitvoerders van Andere Mobiliteitsdiensten en MaaSaanbieders. Oftewel, hoe gaat de Inschrijver de aangeboden Dienstregeling en de voor de Dienstregeling relevante eisen uit het Programma van Eisen daadwerkelijk realiseren? Op welke aspecten van de uitvoeringskwaliteit zegt de Inschrijver eventueel een hogere prestatie toe dan geëist? Hoe gaat de Inschrijver tijdens de Concessie IJssel-Vecht bijsturen, bijvoorbeeld als dreigt dat hij een eis/toezegging ten aanzien van de uitvoeringskwaliteit niet gaat halen? Hoe zorgt de Inschrijver ervoor dat Reizigers hun reis zoveel mogelijk als één geheel ervaren? De Inschrijver nummert de afzonderlijke maatregelen duidelijk, bijvoorbeeld door elke activiteit in een aparte (sub)paragraaf te behandelen. 2. Onderbouwing realiseerbaarheid en effecten Per toegezegde maatregel een toelichting op de keuze voor de maatregel en een onderbouwing waaruit blijkt dat de Inschrijver over de kennis en expertise beschikt om de maatregel te kunnen uitvoeren en welke meetbare effecten de maatregel heeft op uitvoeringsaspecten als: a) de rituitval; b) de punctualiteit; c) het reizigersoordeel ten aanzien van betrouwbaarheid; d) het reizigersoordeel ten aanzien van informatievoorziening. 3. Samenhang en doorontwikkeling in de periode De samenhang tussen de maatregelen onderling en de samenhang met andere onderdelen van de Inschrijving alsmede de wijze waarop de Inschrijver bij de informatievoorziening richting Reizigers, waaronder de samenwerking en afstemming met derden, nieuwe technologische ontwikkelingen implementeert. 4. Begrote kosten De hoogte van het budget voor maatregelen ten behoeve van de uitvoeringskwaliteit en informatievoorziening, onderscheiden naar maatregel en onderverdeeld naar de implementatieperiode en het kalenderjaar Beoordeling G4.1: Kwaliteitsplan Het Kwaliteitsplan wordt kwalitatief beoordeeld. Bij de beoordeling kijkt het beoordelingsteam naar het totaalbeeld van het Kwaliteitsplan en de geleverde onderbouwing. Daarbij let het beoordelingsteam op de mate waarin de Inschrijver: Duidelijk en concreet inzicht geeft in de aangeboden maatregelen, de onderlinge samenhang tussen deze maatregelen en de samenhang van deze maatregelen met andere onderdelen van de Inschrijving, en de wijze waarop de Inschrijver rekening houdt met technologische ontwikkelingen; Door middel van een onderbouwing aannemelijk maakt dat hij de aangeboden maatregelen daadwerkelijk kan uitvoeren (bijvoorbeeld voldoende budget) en dat deze maatregelen een positief effect zullen hebben op de uitvoeringskwaliteit en Blz. 57 / 89

167 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving informatievoorziening richting Reizigers (bijvoorbeeld aan de hand van onderzoeken, effecten van vergelijkbare maatregelen onder soortgelijke omstandigheden, logica, waarbij aantoonbaar onafhankelijke en voor het beoordelingsteam verifieerbare voorbeelden, metingen en onderzoeksresultaten een positief effect op de beoordeling kunnen hebben). Gunningscriterium G4.1 wordt integraal beoordeeld, hetgeen betekent dat het beoordelingsteam één totaaloordeel geeft gebaseerd op de uitwerking van de verschillende onderdelen van het Kwaliteitsplan, waarbij rekening wordt gehouden met de onderbouwing. De Concessieverleners kiezen bewust voor een integrale beoordeling, omdat zij van mening zijn dat er een duidelijke relatie bestaat tussen de onderdelen van het Kwaliteitsplan, waarbij zowel inzicht in de aangeboden maatregelen als onderbouwing van de realiseerbaarheid en effecten van de maatregelen belangrijk zijn G4.2: MATERIEELPLAN De Concessieverleners vinden het belangrijk dat Reizigers met comfortabele en nette Voertuigen kunnen reizen en dat de Voertuigen zijn uitgerust met benodigde technische voorzieningen voor betaalgemak voor Reizigers, toegankelijkheid, goede doorstroming en verkeersveiligheid. Het is aan de Concessiehouder om te kiezen welke typen Voertuigen hij voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht inzet en met welke apparatuur en voorzieningen hij deze Voertuigen uitrust. De Inschrijver beschrijft ten behoeve van gunningscriterium G4.2 in een Materieelplan welke typen Voertuigen hij voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht inzet, de (technische) voorzieningen in de Voertuigen en het onderhoud van de Voertuigen. De Inschrijver besteedt in het Materieelplan aandacht aan verschillen tussen typen Voertuigen die hij voor specifieke productformules inzet. Door de Inschrijver aan te leveren informatie De Inschrijver voegt aan de Inschrijving een Materieelplan (maximaal 10 pagina s) toe waarin hij in ieder geval ingaat op de volgende onderwerpen in onderstaande volgorde (met onderstaande nummering): 1. Maatregelen Een omschrijving per type Voertuigen met maatregelen voor het comfort en faciliteiten voor Reizigers en toegankelijkheid en onderhoud van de Voertuigen, waar relevant onderscheiden naar productformules, met in ieder geval aandacht voor: a) Klimaatbeheersing (airconditioning, ventilatie en/of verwarming); b) Inrichting van het Voertuig; c) Toegankelijkheid van het Voertuig (type rolstoelplank, inrichting, kleurstelling, contraststelling, positie reisinformatieschermen en eventuele aanvullende voorzieningen) voor Reizigers met een functiebeperking, zoals Reizigers met een mobiliteitsbeperking, Reizigers met een visuele handicap en Reizigers met een auditieve handicap; d) Geluidsniveau binnen en buiten het Voertuig; e) Zit- en stacomfort (bijvoorbeeld de ruimte tussen en het comfort van stoelen); f) Eventuele aanvullende comfortverhogende maatregelen en de wijze waarop de Inschrijver het comfort in stand houdt of verder verbetert tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht; g) Technische voorzieningen in de Voertuigen ten behoeve van reisinformatie, betalen, WIFI, verkeersveiligheid (bijvoorbeeld ISA, Intelligente SnelheidsAdaptie), en de wijze waarop de Inschrijver ervoor zorgt dat deze voorzieningen adequaat functioneren en eventuele storingen zo spoedig mogelijk verholpen worden; h) De reinheid van de Voertuigen gedurende de dag. De Inschrijver nummert de afzonderlijke maatregelen duidelijk, bijvoorbeeld door elke activiteit in een aparte (sub)paragraaf te behandelen. De Inschrijver neemt de maatregelen die betrekking hebben op het Merk en productformules, anders dan het uiterlijk en de inrichting van de Voertuigen, op in het Marketingplan (gunningscriterium G1). Blz. 58 / 89

168 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving 2. Materieeloverzicht Een materieeloverzicht met de aantallen Voertuigen per type per jaar, dat inzicht geeft in de typen Voertuigen bij start van de Concessie IJssel-Vecht alsmede de in- en uitstroom van (typen) Voertuigen tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht, onder meer gelet op de mutaties in de samenstelling van het Concessiegebied IJssel-Vecht tijdens de eerste vijf jaren van de Concessie IJssel-Vecht. Voor het materieeloverzicht maakt de Inschrijver gebruik van Standaardformulier 17 (Transitiepad Zero-Emissie). 3. Afbeeldingen Afbeeldingen (waaronder plattegronden, zijaanzichten, vooraanzichten, foto's et cetera) van het interieur van alle typen Voertuigen die ter uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht zullen worden ingezet. Afbeeldingen moeten in ieder geval voorzien zijn van: Afmetingen van het interieur en vloerhoogte(n) van elk type Voertuig; Duidelijk herkenbare weergave van de voor staanplaatsen (mits van toepassing) beschikbare delen van het interieur, voorzien van afmetingen van elk type Voertuig; Foto(bewerkingen) van het interieur en exterieur van elk type Voertuig; Technische tekeningen met daarin de hoofdmaten, de lay-out en een 3-dimensionale artist impression van elk type Voertuig in kleur. Afbeeldingen dienen zodanig gedetailleerd te zijn dat de Concessieverleners eenvoudig zelf het aantal en de ruimte tussen zitplaatsen en de voor staanplaatsen beschikbare oppervlakte kunnen bepalen per type Voertuig. Beoordeling G4.2: Materieelplan Het Materieelplan wordt kwalitatief beoordeeld. Bij de beoordeling kijkt het beoordelingsteam naar het totaalbeeld van de voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht in te zetten Voertuigen als het gaat om comfort, netheid en (technische) voorzieningen ten behoeven van de informatievoorziening, betaalgemak, toegankelijkheid en verkeersveiligheid. Daarbij let het beoordelingsteam op de mate waarin de Inschrijver: Duidelijk en concreet inzicht geeft in de aangeboden maatregelen (eventueel onderscheiden naar productformules), de onderlinge samenhang tussen deze maatregelen en de samenhang van deze maatregelen met andere onderdelen van de Inschrijving, en de wijze waarop de Inschrijver rekening houdt met de mutaties in het Concessiegebied IJssel-Vecht in de periode ; Door middel van een onderbouwing aannemelijk maakt dat hij de aangeboden Voertuigen een positief effect zullen hebben op (de beleving van Reizigers van) het comfort, de informatievoorziening, het betaalgemak, de toegankelijkheid en de verkeersveiligheid (bijvoorbeeld aan de hand van onderzoeken, effecten van vergelijkbare maatregelen onder soortgelijke omstandigheden, logica, waarbij aantoonbaar onafhankelijke en voor het beoordelingsteam verifieerbare voorbeelden, metingen en onderzoeksresultaten een positief effect op de beoordeling kunnen hebben). Gunningscriterium G4.2 wordt integraal beoordeeld, hetgeen betekent dat het beoordelingsteam één totaaloordeel geeft gebaseerd op de uitwerking van de verschillende onderdelen van het Materieelplan, waarbij rekening wordt gehouden met de onderbouwing. De Concessieverleners kiezen bewust voor een integrale beoordeling, omdat zij van mening zijn dat er een duidelijke relatie bestaat tussen de onderdelen van het Materieelplan, waarbij zowel inzicht in de aangeboden maatregelen als onderbouwing van de realiseerbaarheid en effecten van de maatregelen belangrijk zijn G5: ORGANISATIEMODEL ONTWIKKELROL De Concessiehouder is tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht verantwoordelijk voor de uitvoering van de ontwikkelrol, zoals beschreven in paragraaf 2.2 van het Programma van Eisen. De Inschrijver beschrijft ten behoeve van gunningscriterium G5 hoe hij de ontwikkelrol Blz. 59 / 89

169 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving intern gaat organiseren en bij de uitvoering de samenwerking en afstemming zoekt met Reizigers, de Concessieverleners en Stakeholders. Door de Inschrijver aan te leveren informatie De Inschrijver voegt aan de Inschrijving een organisatiemodel Ontwikkelrol (maximaal 15 pagina s) toe waarin de Inschrijver aangeeft hoe hij de ontwikkelrol gaat invullen. De Inschrijver gaat in ieder geval in op de volgende onderwerpen in onderstaande volgorde onderbouwd (met onderstaande nummering): 1. Afstemming en samenwerking De overlegstructuur die de Inschrijver voor ogen heeft (typen overleggen, samenstelling, frequentie), in hoeverre hij hierbij aansluit op bestaande overlegstructuren en hoe hij deelname en actieve inbreng van deelnemers aan de overleggen waarborgt bijvoorbeeld door actief informatie over de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht met de deelnemers te delen. Hij besteedt hierbij aandacht aan de volgende Stakeholders: a) De Concessieverleners; b) ROCOV s; c) Gemeenten, in het bijzonder de centrumgemeenten Apeldoorn, Lelystad en Zwolle, met een onderscheid naar ambtelijk en bestuurlijk niveau; d) Aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten; e) MaaS-aanbieders; f) Aangrenzende concessieverleners en -houders; g) Andere Stakeholders. De Inschrijver laat daarbij zien op welke wijze hij rekening houdt met het gegeven dat: i. de omvang van de Concessie IJssel-Vecht tijdens de overgangsfase wijzigt; ii. het Concessiegebied IJssel-Vecht in drie provincies ligt (met 32 gemeenten en 3 ROCOV s). 2. Betrekken van vrijwilligers en Reizigers De maatregelen die de Inschrijver treft met het oog op de samenwerking met vrijwilligers, zoals OV-ambassadeurs, leden van buurtbusverenigingen en vrijwillige uitvoerders van Andere Mobiliteitsdiensten, met daarbij in ieder geval aandacht voor: a) het op peil houden van de deskundigheid van vrijwilligers en in het bijzonder de rijvaardigheid van de buurtbuschauffeurs, waarbij de Inschrijver in ieder geval aangeeft met welke regelmaat hij bij buurtbuschauffeurs rijvaardigheidskeuringen afneemt of laat afnemen (uitgesplitst naar chauffeurs onder en boven de 75 jaar); b) de wijze waarop hij indien nodig nieuwe vrijwilligers werft. De wijze waarop de Inschrijver Reizigers consulteert als het gaat om de (door)ontwikkeling van het OV-aanbod, de uitvoeringskwaliteit, tarieven, informatieverstrekking en andere voor Reizigers belangrijke zaken. 3. Ontwikkelteam De samenstelling (functies en expertise per functie) en omvang (aantal fte per functie specifiek voor de Concessie IJssel-Vecht) van zijn ontwikkelteam in relatie tot de in de ogen van de Inschrijver essentiële onderdelen van de ontwikkelrol, en de wijze waarop het kwaliteitsniveau van de teamleden wordt geborgd bij personele wijzigingen. De Inschrijver hoeft in zijn Inschrijving niet de personen te benoemen die hij voor de functies gaat inzetten. Beoordeling G5: Organisatiemodel Ontwikkelrol Het organisatiemodel Ontwikkelrol wordt kwalitatief beoordeeld. Bij de beoordeling kijkt het beoordelingsteam naar het totaalbeeld van de organisatie van de ontwikkelrol bij de Inschrijver en het betrekken van en afstemmen en samenwerken met partijen buiten de Inschrijver, waaronder Reizigers, de Concessieverleners en Stakeholders. Daarbij let het beoordelingsteam op de mate waarin de Inschrijver: Duidelijk en concreet inzicht geeft in zijn ontwikkelteam en de wijze waarop hij vrijwilligers, Reizigers en andere partijen buiten zijn eigen organisatie betrekt en met hen samenwerkt bij de verdere ontwikkeling van het Openbaar Vervoer per Auto en Bus, rekening houdend met de omvang en wijzigingen in de samenstelling van de Concessie IJssel-Vecht; Blz. 60 / 89

170 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Hoofdstuk 7 Beoordeling van de Inschrijving Door middel van een onderbouwing aannemelijk maakt dat (i) hij, ook bij personele wijzigingen, gedurende de gehele looptijd van de Concessie IJssel-Vecht een ontwikkelteam inzet dat over voldoende kennis en expertise (zowel kwalitatief als kwantitatief) om de verdere ontwikkeling van het Openbaar Vervoer per Auto en Bus op een succesvolle wijze uit te voeren en (ii) daarbij sprake is van een constructieve, structurele afstemming en samenwerking met partijen buiten de Inschrijver en rekening houdend met de wensen van Reizigers. Gunningscriterium G5 wordt integraal beoordeeld, hetgeen betekent dat het beoordelingsteam één totaaloordeel geeft gebaseerd op de uitwerking van de verschillende onderdelen van het organisatiemodel Ontwikkelrol, waarbij rekening wordt gehouden met de onderbouwing. De Concessieverleners kiezen bewust voor een integrale beoordeling, omdat zij van mening zijn dat er een duidelijke relatie bestaat tussen de onderdelen van het organisatiemodel Ontwikkelrol, waarbij zowel inzicht in de interne en externe organisatie van de ontwikkelrol belangrijk zijn. Blz. 61 / 89

171 Standaardformulieren bij Beschrijvend document Concessie IJssel-Vecht

172 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 1: CHECKLIST De Inschrijving dient te worden opgebouwd conform de onderstaande structuur. De ingevulde en door een rechtsgeldige vertegenwoordiger ondertekende checklist dient aan de Inschrijving te worden toegevoegd. In de kolom Betreft vraag... wordt verwezen naar de plaats in het Beschrijvend document waar een vraag is gesteld. In de kolom Omschrijving... is een korte omschrijving van deze vraag opgenomen. In de kolom Negometrix... is aangegeven op welke plaats in de Inschrijving de desbetreffende vraag dient te zijn beantwoord. In de kolom Ingevuld dient aangegeven te worden of het betreffende document is ingediend. Betreft vraag uit Beschrijvend document en/of Standaardformulier Omschrijving vraag/gevraagde Negometrix vraagnr. Ingevuld? ja/ nee Paragraaf 4.3 Standaardformulier 1 Ingevulde checklist toegevoegd Paragraaf 3.11 Standaardformulier 7 De Inschrijver dient een medewerking onderzoek bij de Inschrijving te voegen en in van toepassing ook door combinant te laten ondertekenen Paragraaf 5.2 Paragraaf 5.2 Standaardformulier 2 Paragraaf 5.2 Standaardformulier 5 Paragraaf 5.2 Standaardformulier 6 Paragraaf 5.3 Standaardformulier 12 Paragraaf 5.5. Standaardformulier 9 Paragraaf 5.5. Standaardformulier 11 en indien van toepassing standaardformulier 12 De Inschrijver dient een aanbiedingsbrief bij de Inschrijving te voegen. Uniforme Europees Aanbestedingsdocument (UEA) Anti-collusieverklaring/Verklaring van rechtmatigheid Inschrijving Verklaring artikelen 23 en 62 Wp Indien de Inschrijver zich in het kader van de geschiktheidseisen beroept op de middelen/ervaring van een Derde, vermeldt hij dit duidelijk in de Inschrijving (zie ook standaardformulier 12) Een bereidverklaring van de bank dient door de Inschrijver te worden overgelegd en in geval van een combinatie dient een bereidverklaring voor de gehele combinatie over te worden gelegd. Inschrijver dient de Referentieformulieren voor KC 1 en KC 2 in te dienen Paragraaf 6.2 Akkoordverklaring voorwaarden te Standaardformulier 3 nemen maatregelen (T1) Paragraaf 6.2 Verificatiematrix (T1) Blz. 63 / 89

173 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren Standaardformulier 4 Paragraaf 6.3 Standaardformulier 13 en Standaardformulier 14 Paragraaf 6.4 Financieel economische onderbouwing (T2) De Inschrijver dient een Implementatieplan op te stellen en in te dienen. (T3) Paragraaf 7.3 Paragraaf 7.4 Paragraaf 7.5 Standaardformulier 15 en Standaardformulier 16 Paragraaf 7.6 Standaardformulier 17 De Inschrijver voegt aan de Inschrijving een Marketingplan toe. (G1) De inschrijver voegt aan de Inschrijving een Vervoerplan en bijlagen bij het Vervoerplan toe (G2.1) De Inschrijver geeft de vervoeromvang en ritdata aan. (G2.2) Transitiepad Zero-Emmissie (G3.1) Paragraaf 7.7 Personeelsplan (G3.2) Paragraaf 7.8 Circulariteit (G.3.3) Standaardformulier 18 Paragraaf 7.9 Kwaliteitsblad (G4.1) Paragraaf 7.10 Materieelplan (G4.2) Paragraaf 7.11 Organisatiemodel ontwikkelmodel (G.5) Datum Plaats Naam functionaris Functie Naam Inschrijver Handtekening rechtsgeldige vertegenwoordiger Blz. 64 / 89

174 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 2: UNIFORM EUROPEES AANBESTEDINGSDOCUMENT (UEA) Het document Standaardformulier 2 Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA).pdf is op Negometrix te downloaden. Blz. 65 / 89

175 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 3: AKKOORDVERKLARING Ondergetekende verklaart dat de Inschrijver : (i) onvoorwaardelijk akkoord gaat met alle voorwaarden zoals opgenomen in het Beschrijvend document inclusief bijlagen, waaronder de (concept) Concessiebeschikking, het Programma van Eisen en de Financiële bepalingen, en de in Nota s van Inlichtingen vermelde wijzigingen daarop; en (ii) alle noodzakelijke maatregelen (onder meer voor de besteksconformiteit en beschikbaarheid van de Dienstregeling, de Voertuigen, de OV-Chipkaart en de op te leveren volledige en betrouwbare actuele gegevens met betrekking tot de uitvoering van de Dienstregeling) tijdig en onvoorwaardelijk zal nemen teneinde vanaf de start van de Concessie IJssel-Vecht volledig te voldoen aan de inhoud van het Programma van Eisen en de Concessiebeschikking. Ja Naam Inschrijver: Naam vertegenwoordigingsbevoegde ondertekenaar: Functie: Handtekening: Datum: Blz. 66 / 89

176 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 4: VERIFICATIEMATRIX Het document Standaardformulier 4 Verificatiematrix.xlsx is op Negometrix te downloaden. Blz. 67 / 89

177 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 5: VERKLARING ANTICOLLUSIE Inschrijver verklaart dat zijn Inschrijving inzake de aanbesteding Concessie IJssel-Vecht niet tot stand is gekomen onder invloed van een overeenkomst, besluit of gedraging in strijd met het Nederlandse of Europese mededingingsrecht, en dat hij zijn Inschrijving op geen enkele wijze heeft afgestemd met een andere Inschrijver (waaronder tevens wordt begrepen het eenzijdig verstrekken of ontvangen van informatie met betrekking tot de Inschrijving). De gevraagde gegevens zijn naar waarheid verstrekt en aldus ingevuld namens Inschrijver rechtsgeldig ondertekend; In te vullen door de tekeningsbevoegde bestuurder(s). Naam Inschrijver: Naam vertegenwoordigingsbevoegde ondertekenaar: Functie: Handtekening: Datum: Blz. 68 / 89

178 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 6: ARTIKELEN 23 EN 62 WP2000 Ondergetekende verklaart dat hij niet is Conform artikel 23, Wet personenvervoer 2000 (Wp2000) a. een vervoeronderneming van wie een geheel of gedeeltelijke eigenaar, dan wel een bestuurder of commissaris tevens het lidmaatschap bekleedt van een algemeen vertegenwoordigend orgaan van de provincies Overijssel, Gelderland en / of Flevoland dan wel die de commissaris van de Koning is van de provincie Overijssel, Gelderland en / of Flevoland; b. een vervoeronderneming voor wie een vertegenwoordiger of adviseur werkzaam is die betrokken is bij het meedingen naar of het verwerven van de Concessie, en die tevens het lidmaatschap bekleedt van een algemeen vertegenwoordigend orgaan van de provincies Overijssel, Gelderland en / of Flevoland dan wel die de commissaris van de Koning is van de provincie Overijssel, Gelderland en / of Flevoland; Conform artikel 62, Wet personenvervoer 2000 (Wp2000) a. een vervoerder aan wie op grond van artikel 63a van de Wet personenvervoer 2000 een concessie is verleend, of een vervoerder waarop eerstgenoemde vervoerder enige invloed heeft. b. een vervoerder die gevestigd is in een andere staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, waar de wederkerigheid van de toegang tot de desbetreffende markt voor personenvervoer voor vervoerders die in Nederland zijn gevestigd niet gewaarborgd is. Naam Inschrijver: Naam vertegenwoordigingsbevoegde ondertekenaar: Functie: Handtekening: Datum: Blz. 69 / 89

179 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 7: MEDEWERKING ONDERZOEK Inschrijver verklaart geen bezwaar te hebben tegen, en de volle medewerking te verlenen aan een nader onderzoek door de Concessieverleners in het kader van het gevraagde in het Beschrijvend document en daarop door Inschrijver ingediende Inschrijving, bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, naar Inschrijvers financiële economische draagkracht, vakkundigheid, efficiency, betrouwbaarheid en technische uitrusting. Tevens verklaart Inschrijver geen bezwaar te hebben tegen, en de volle medewerking te verlenen aan, een nader onderzoek door de Concessieverleners naar Inschrijvers uitvoering van de bijlage Programma van Eisen en hetgeen geoffreerd is. Aldus ingevuld en de gevraagde gegevens naar waarheid verstrekt: Naam Inschrijver: Naam vertegenwoordigingsbevoegde ondertekenaar: Functie: Handtekening: Datum: Blz. 70 / 89

180 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 8: COMBINATIEVORMING VERKLARING DAGELIJKSE LEIDING EN GEVOLMACHTIGD PENVOERDER Hierbij verklaren alle tot de Inschrijver, zijnde een combinatie, behorende leden dat (invullen bedrijfsnaam en naam en functie penvoerder 6 ), namens Inschrijver de dagelijkse leiding heeft tijdens deze aanbestedingsprocedure voor het uitbrengen van de Inschrijving en gemachtigd is op te treden als gevolmachtigd penvoerder van de combinatie in de Europese aanbesteding Concessie IJssel-Vecht, gepubliceerd op 6 februari Naam Inschrijver (combinatie): Naam combinatielid: Naam rechtsgeldige vertegenwoordiger combinatielid 1/2/etc.*: Functie: Handtekening: Datum: * Elk lid van de combinatie dient zelfstandig deze verklaring te ondertekenen. (zie volgende bladzijde) 6 ) Moet overeenstemmen de verwijzing inparagraven 4.10 en 5.4 naar Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA). Blz. 71 / 89

181 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren 1.2 Hoofdelijke aansprakelijkheid Hierbij verklaart ondergetekende dat zijn/haar onderneming voor de hierna vermelde Inschrijver, zijnde een combinatie, hoofdelijke en gezamenlijke aansprakelijkheid aanvaardt voor de gestanddoening van de verplichtingen voortvloeiend uit de Inschrijving op de Europese aanbesteding Concessie IJssel-Vecht, gepubliceerd op 30 oktober 2014, alsmede de uitvoering van de eventueel te verlenen Concessie. Naam Inschrijver: Naam combinatielid: Naam rechtsgeldige vertegenwoordiger combinatielid 1/2/etc.*: Functie: Handtekening: Datum: * Elk lid van de combinatie dient zelfstandig deze verklaring te ondertekenen. Blz. 72 / 89

182 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 9: BEREIDVERKLARING TOT BAKANGARANTIE DE ONDERGETEKENDE, [Naam bank of financiële instelling], gevestigd te [plaats] (hierna: "Bank") IN AANMERKING NEMENDE DAT: [Naam Inschrijver], statutair gevestigd te [plaats] en kantoorhoudende te ([postcode]), [plaats] aan de [adres] (hierna: de Inschrijver ) voornemens is een Inschrijving in te dienen in het kader van de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht (hierna: Concessie ), gepubliceerd op 30januari 2019 ten behoeve van de provincie Overijssel en de regio Twente (hierna: Concessieverleners ); de Inschrijver gehouden is bij het indienen van zijn Inschrijving ten behoeve van de Concessieverleners deze bereidverklaring af te geven. VERKLAART ALS VOLGT: 1. De Bank verklaart zich bereid om na de verlening van de Concessies aan de Inschrijver een afroep ('first call') bankgarantie te (doen) stellen ter grootte van ,- tot zekerheid voor een juiste en/of volledige nakoming van de uit de Concessies voortvloeiende verplichtingen jegens de Concessieverleners, een en ander overeenkomstig het onderstaande model bankgarantie. 2. Deze bereidstellingsverklaring houdt geen garantie van de Bank ten opzichte van de Concessieverleners in. Deze verklaring is tot stand gekomen door zorgvuldige kennisneming door de Bank van de door de Inschrijver aan de Bank ter beschikking gestelde gegevens, met name ten aanzien van het voor de Concessies te verrichten openbaar vervoer en ten aanzien van de financiële situatie van [namen aandeelhouder(s) van Inschrijver]. 3. Deze bereidstellingsverklaring vervalt in ieder geval zodra de bereidstellingsverklaring wordt vervangen door een bankgarantie overeenkomstig het model, dan wel indien een besluit inzake verlening van de Concessies aan een ander dan de Inschrijver onherroepelijk is geworden. 4. Het is de Bank bekend dat deze verklaring door de Inschrijver zal worden gebruikt om te voldoen aan de door de Concessieverlener gestelde eisen voor Inschrijving op de aanbesteding van de Concessies. 5. De Bank zal de bankgarantie stellen binnen twee maanden na verlening van de Concessies door Concessieverleners aan Inschrijver. Blz. 73 / 89

183 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren Naam Inschrijver: Naam vertegenwoordigingsbevoegde ondertekenaar: Functie: Handtekening: Datum: Blz. 74 / 89

184 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 10: BANKGARANTIE AANBESTEDING CONCESSIE IJSSEL-VECHT [Naam en overige gegevens bank of financiële instelling], garantienummer [ ] DE ONDERGETEKENDE, [Naam bank of financiële instelling], gevestigd te [plaats] (hierna: "Bank") IN AANMERKING NEMENDE DAT: [Naam Inschrijver], statutair gevestigd te [plaats] en kantoorhoudende te ([postcode]), [plaats] aan de [adres] (hierna: de Inschrijver ) een Inschrijving heeft ingediend in het kader van de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht (hierna: Concessie), gepubliceerd op 6 februari 2019 ten behoeve van de provincie Overijssel, provincie Gelderland en provincie Flevoland (hierna: Concessieverleners ); De Concessieverleners op [datum] de Concessie aan de Inschrijver heeft verleend; de Inschrijver gehouden is ten behoeve van de Concessieverleners binnen twee maanden na voornoemde datum van concessieverlening een bankgarantie te doen stellen tot zekerheid voor een juiste en/of volledige nakoming van de uit de Concessie voortvloeiende verplichtingen jegens de Concessieverleners; VERKLAART ALS VOLGT: 1. De Bank stelt zich hierbij als zelfstandige verbintenis tegenover de Concessieverleners onherroepelijk en onvoorwaardelijk garant voor de verplichtingen van de Inschrijver die voortkomen uit de Concessie, die Concessieverleners op grond van de bovengenoemde aanbesteding aan Inschrijver hebben verstrekt, en wel tot en met een bedrag van ,00. Deze bankgarantie betreft een afroep ('first call') bankgarantie. De Bank komt in geen geval een beroep toe op de onderliggende rechtsverhouding tussen Concessieverleners en Inschrijver als vervat in de verleende Concessie; 2. Met het oog op het bepaalde onder 1. van deze bankgarantie, verbindt de Bank zich jegens de Concessieverleners om op eerste schriftelijk verzoek van de Concessieverleners zonder opgaaf van redenen te verlangen of nader bewijs te vragen, aan deze te zullen voldoen al hetgeen de Concessieverleners jegens de Bank verklaart uit hoofde van de voornoemde verplichtingen te vorderen, zulks met inachtneming van het onder 1. van deze bankgarantie bedoelde maximumbedrag. 3. Deze bankgarantie vervalt zes maanden na de start van de Concessie (de start is gepland op 13 december 2020) Concessiebeschikking hetgeen de Bank bij uitsluiting zal blijken uit een daartoe strekkende schriftelijke mededeling van de Concessieverleners aan de Bank; Blz. 75 / 89

185 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren 4. De verplichtingen van de Bank voortvloeiende uit deze bankgarantie en de rechten van de Concessieverlener voortvloeiende uit deze bankgarantie blijven onverminderd van kracht ingeval van surseance van betaling, faillissement of ontbinding van de Inschrijver c.q. enige wijziging in de zeggenschap van de Inschrijver c.q. enige wijziging in de onderneming van de Inschrijver in welke zin dan ook; 5. Het bedrag waarvoor deze bankgarantie geldig is, is niet aan indexering onderhevig; 6. Na verval van deze bankgarantie kan de Concessieverlener geen aanspraak meer maken jegens de Bank uit hoofde van deze bankgarantie en is de Concessieverlener op verzoek van de Bank verplicht het origineel van de bankgarantie aan de Bank terug te geven; 7. Op deze bankgarantie zijn de bepalingen van Boek 7, titel 14, afdelingen 1 en 3 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing. De Bank doet voorts afstand van alle verweermiddelen die nu of in de toekomst mogelijk door haar met betrekking tot deze garantie kunnen worden ingeroepen; 8. Op deze bankgarantie is Nederlands recht van toepassing. Alle geschillen die mochten ontstaan naar aanleiding van deze bankgarantie zullen worden beslecht door de bevoegde rechter in het arrondissement Overijssel. Deze bankgarantie dient na afloop aan de ondergetekende te worden geretourneerd. Naam Inschrijver: Naam vertegenwoordigingsbevoegde ondertekenaar: Functie: Handtekening: Datum: Blz. 76 / 89

186 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 11: REFERENTIE INZAKE KERNCOMPETENTIE TB 1 EN TB2 De Inschrijver dient door betreffende opdrachtgevers de referenties ten behoeve van de gevraagde kerncompetenties te laten beschrijven met behulp van de standaardvorm die hieronder is aangegeven (zie ook GH4). Indien voor TB1 en TB2 twee referenties benodigd zijn dient dit formulier voor elk opnieuw ingevuld te worden. Indien TB1 en TB1 door 1 referent kan worden beschreven dan hoeft dit formulier maar 1 keer ingevuld te worden. Kerncompetentie waarvoor de referentie wordt ingediend TB 1: Het ontwikkelen van een netwerk van openbaar vervoer verbindingen per Bus; en / of TB 2: Het uitvoeren van Openbaar Vervoer per Bus binnen de EU/EER. Naam organisatie concessieverlener Soort organisatie Vestigingsplaats Contactpersoon Telefoonnummer Omschrijving opdracht: Op welke organisatie heeft de ervaring betrekking? (juridische naam van de rechtspersoon 7 die de opdracht heeft uitgevoerd (concessiehouder) ) Periode van de concessie (begin- en einddatum) Omzet per jaar betaald door concessieverlener aan de Inschrijver in euro s in relatie tot de concessie. Omschrijving van de concessie waarvoor de referentie geldt. Omschrijving waarom u, als concessieverlener, van mening 7 Dit is de Inschrijver of een lid van de combinatie of een derde. Blz. 77 / 89

187 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren bent dat deze/uw referentie invulling geeft aan de gevraagde competentie. Een oordeel van de concessieverlener dat de Inschrijver over voldoende kennis en ervaring beschikt met betrekking tot het vervoer van personen per Bus, zodanig dat hieruit blijk dat Inschrijver de concessie op deze aspecten naar behoren en op vakkundige wijze en regelmatige wijze wordt/is uitgevoerd. Bijzonderheden Naam concessieverlener: Naam vertegenwoordigingsbevoegde ondertekenaar Functie (s): Handtekening (en): Datum: Blz. 78 / 89

188 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 12: DERDENVERKLARING TECHNISCHE BEKWAAMHEID Indien Inschrijver zich voor de invulling van het gevraagde in 5.5. van het Beschrijvend document beroept op de technische bekwaamheid van een derde, dient deze verklaring te worden ondertekend door de rechtsgeldig vertegenwoordiger van de betreffende derde. De tekeningsbevoegdheid van ondergetekende dient, tenzij de derde een natuurlijk persoon is, te blijken uit het in de Inschrijving opgenomen bewijs van inschrijving in het handelsregister. Hierbij verklaart ondergetekende: 1. dat hij/zij kennis heeft genomen van de Aankondiging voor deze Europese aanbesteding, zoals gepubliceerd op en in het Supplement op het Publicatieblad van de Europese Unie (hierna "Aankondiging"); 2. dat hij/zij kennis heeft genomen van het Beschrijvend document Concessie IJssel-Vecht 2018 d.d. 6 februari 2019 (hierna "Beschrijvend document"); 3. dat hij/zij onvoorwaardelijk instemt met de in de Aankondiging en het Beschrijvend document neergelegde procedure en de daarvoor geldende voorwaarden; 4. dat hij/zij begrijpt dat niet-naleving van de in de Aankondiging en het Beschrijvend document neergelegde voorwaarden kan leiden tot uitsluiting van Inschrijver van deelname aan deze aanbesteding; 5. dat alle informatie die hij/zij in het kader van deze aanbesteding aan Concessieverleners heeft verstrekt en zal verstrekken juist en volledig is en dat hij/zij zich ervan bewust is dat eventueel door Concessieverlener aan te tonen onjuistheden daarin, Concessieverleners aanleiding kunnen geven Inschrijver uit te sluiten van verdere deelname aan deze aanbesteding; 6. dat hij/zij ter zake geen overeenkomst is aangegaan, besluit heeft genomen of zich heeft gedragen in strijd met het Nederlandse of Europese mededingingsrecht, dan wel anderszins medewerking heeft verleend aan enige vorm van afstemming tussen Inschrijvers op de aanbesteding van de Concessie, waaronder tevens begrepen het (eenzijdig) verstrekken van informatie over de Inschrijving van een Inschrijver aan een andere Inschrijver dan wel aan een derde; 7. dat [naam Inschrijver] bij de uitvoering van de Concessies daadwerkelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de Concessies noodzakelijke technische middelen van [naam derde]. Naam Inschrijver: Bedrijfsnaam derde: Naam ondergetekende derde: Functie ondergetekende derde: Handtekening derde: Datum: Blz. 79 / 89

189 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 13: FINANCIEEL ECONOMISCHE ONDERBOUWING Het document Standaardformulier 13 - financieel economische onderbouwing.xlsx is op Negometrix te downloaden. Blz. 80 / 89

190 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 14: TOELICHTING FINANCIEEL ECONOMISCHE ONDERBOUWING Het document Standaardformulier 14 - Toelichting financieel economische onderbouwing.docx is op Negometrix te downloaden. Blz. 81 / 89

191 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 15: OPGAVE DIENSTREGELINGUREN Het document Standaardformulier 15 - Opgave Dienstreglinguren.xlsx is op Negometrix te downloaden. Blz. 82 / 89

192 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 16: RITDATA Het document Standaardformulier 16 - Ritdata.xlsx is op Negometrix te downloaden. Blz. 83 / 89

193 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 17: TRANSITIEPAD ZERO-EMISSIE Het document Standaardformulier 17 - Transitiepad Zero-Emissie.xlsx is op Negometrix te downloaden. Blz. 84 / 89

194 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 18: CIRCULARITEIT De Inschrijver dient in onderstaande tabel een aantal kenmerken aan te geven van de accupakketen/batterijen van de Zero-Emissievoertuigen die hij voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht inzet. Kenmerken accupakketten/batterijen van Zero-Emissievoertuigen Aanbod Inschrijver Gegarandeerde levensduur accupakketten/batterijen Hergebruik accupakketten/batterijen inde vorm van een 2nd use oplossing via een Smart Grid Center (SGC) Verantwoorde recycling van (her)gebruikte accupakketten/batterijen. jaar Ja/Nee Ja/Nee Aldus ingevuld en de gevraagde gegevens naar waarheid verstrekt: Naam Inschrijver: Naam vertegenwoordigingsbevoegde ondertekenaar: Functie: Handtekening: Blz. 85 / 89

195 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Standaardformulieren STANDAARDFORMULIER 19: STANDAARDFORMULIER VRAGEN T.B.V. NOTA VAN INLICHTINGEN GROEN gearceerde antwoorden zijn nieuw of gewijzigd sinds de laatste NvI GRIJS gearceerde antwoorden zijn niet gewijzigd NvI 1 Datum: XX-XX-2014 Datum vorige NvI: XX-XX-XXXX Vraag Hoofdstuk Artikel Pagina Onderwerp Vraag van geïnteresseerde Antwoord Opdrachtgever Blz. 86 / 89

196 Bijlagen bij Beschrijvend document Concessie IJssel-Vecht

197 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlagen De Inschrijver heeft alle bijlagen nodig om te kunnen inschrijven op de Concessie IJssel-Vecht. BIJLAGE 1 CONCEPT CONCESSIEBESCHIKKING IJSSEL-VECHT Als bijlage 1 is opgenomen de concept Concessiebeschikking voor de Concessie IJssel-Vecht. bijlage 1 wordt separaat gepubliceerd via Negometrix. BIJLAGE 2 BEGRIPPENLIJST Als bijlage 2 is de Begrippenlijst opgenomen. Deze begrippenlijst is geldig voor alle aanbestedingsdocumenten van de Concessie IJssel-Vecht. Bijlage 2 wordt separaat gepubliceerd via Negometrix. BIJLAGE 3 PROGRAMMA VAN EISEN Als bijlage 3 is het Programma van Eisen Concessie IJssel-Vecht d.d. 29 januari 2019 opgenomen. Bij het PvE zijn bijlagen gevoegd over onder vervoerkundige zaken, de samenwerking en rolverdeling tussen Concessieverleners en Concessiehouder i.r.t. laadinfrastructuur en de waardering van SORI-activiteiten. Bijlage 3 wordt separaat gepubliceerd via Negometrix. BIJLAGE 4 FINANCIËLE BEPALINGEN Bijlage 4, de Financiële Bepalingen, bevatten alle financiële bepalingen aangaande de concessie, waaronder het Protocol Sturing. Bijlage 4 wordt separaat gepubliceerd via Negometrix. BIJLAGE 5 CONTROLE PROTOCOL TEN BEHOEVE VAN DE SUBSIDIEONTVANGER Bijlage 5 bevat het controleprotocol ten behoeve van de subsidieontvanger. Bijlage 5 wordt later separaat gepubliceerd via Negometrix. De publicatie hiervan kan uiterlijk verwacht worden bij de 4 e Nota van Inlichtingen en is derhalve nog niet op de dag van publicatie beschikbaar. BIJLAGE 6 OVERNAMEREGELING ZERO-EMISSIEVOERTUIGEN EN LAADINFRASTRUCTUUR Bijlage 6 bevat de overnamebepalingen voor het materieel. Bijlage 6 wordt separaat gepubliceerd via Negometrix. BIJLAGE 7 OVERNAMEBEBEPALINGEN 8 CAPACITY L BUSSEN Bijlage 7 bevat de Beschrijving voor 8 MB cap. L-bussen en overname- en gebruiksvoorwaarden Bijlage 7 wordt separaat gepubliceerd via Negometrix. Blz. 88 / 89

198 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlagen BIJLAGE 8 PERSONEELSOPGAVE Als bijlage 8 is opgenomen: Bijlage nr Naam bijlage Bijlage 8.1 Personeelsopgave Lelystad Bijlage 8.2 Personeelsopgave IJsselmond Bijlage 8.3 Personeelsopgave Midden Overijssel en Veluwe Bijlage 8 wordt separaat gepubliceerd via Negometrix. BIJLAGE 9 SPECIFICATIE GEOGRAFISCH BESTAND Als bijlage 9 is een specificatie opgenomen waaraan het geografisch bestand met alle Lijnen en Haltes moet voldoen. Bijlage 9 wordt separaat gepubliceerd via Negometrix. BIJLAGE 10 VOORBEELDBEREKENING GUNNINGSCRITERIA Als bijlage 10 is een voorbeeldberekening van de gunningscriteria opgenomen. Dit rekenvoorbeeld is fictief en heeft geen relatie met de praktijk, noch verbeeldt het de voorkeur van de Concessieverlener. Het licht alleen de berekeningswijze van de gunningscriteria toe. Derhalve kunnen geen rechten worden ontleend aan de voorbeeldberekening. Bijlage 10 wordt separaat gepubliceerd via Negometrix. BIJLAGE 11 GEHEIMHOUDINGSOVEREENKOMST DATAPORTAL AANBESTEDING CONCESSIE IJSSEL-VECHT Als bijlage 11 is de geheimhoudingsverklaring opgenomen die een ondernemer moet tekenen om toegang tot de Dataportaal te verkrijgen. Bijlage 11 wordt separaat gepubliceerd via Negometrix. BIJLAGE 12 REKENVOORBEELD EXPLOITATIESUBSIDIE Als bijlage 12 is de voorbeeldberekening voor de exploitatiesubsidie opgenomen. Bijlage 12 wordt separaat gepubliceerd via Negometrix. Blz. 89 / 89

199 Bijlage 1 Concept Concessiebeschikking IJssel- Vecht [Overijssel][Gelderland][Flevoland] Zaaknr.: EDO Doc.nr.: EDO 2019/ Versie: Status: Concept

200 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 1 Concept Concessiebeschikking Concessiebeschikking IJssel-Vecht Gedeputeerde Staten van Overijssel [Gedeputeerde Staten van Gelderland], [Gedeputeerde Staten van Flevoland] Gelet op de Wet personenvervoer 2000 en het Besluit personenvervoer 2000, Overwegende dat: a. Gedeputeerde Staten van Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben besloten het Openbaar Vervoer in het Concessiegebied IJssel- Vecht (zie kaart in paragraaf 2.1 van het Programma van Eisen) gezamenlijk aan te besteden; b. Gedeputeerde Staten van Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben besloten het Openbaar Vervoer in het Concessiegebied IJssel- Vecht gezamenlijk te organiseren; c. Gedeputeerde Staten van Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland in de Bestuursovereenkomst Aanbesteding OV-concessies IJssel-Vecht, Berkel-Dinkel en Rijn-Waal & Beheer en Ontwikkeling van het Openbaar Vervoer afspraken hebben gemaakt over de samenwerking gedurende de aanbestedingsprocedures van genoemde concessies en deze afspraken nader hebben gespecificeerd in de Samenwerkingsovereenkomst aanbesteding OV concessie IJssel Vecht ; d. de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel voor het beheer van de door hen verleende concessies samen werken binnen het Cluster OV Oost; e. de herindeling van de huidige concessies in drie gebiedsconcessies, mede aanleiding is om de samenwerking tussen provincies binnen het Cluster OV Oost te intensiveren, zodat bij het beheer van de nieuwe concessies optimaal gebruik kan worden gemaakt van de kennis en expertise die binnen de provincies aanwezig is; f. Gedeputeerde Staten van Overijssel / Gedeputeerde Staten van Gelderland / Gedeputeerde Staten van Flevoland (hierna te noemen: de Concessieverlener) krachtens artikel 20 lid 2 van de Wet personenvervoer 2000 het bevoegde bestuursorgaan is voor het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor Openbaar Vervoer op haar grondgebied van het Concessiegebied IJssel-Vecht; g. de Concessieverlener ten behoeve van het in het Concessiegebied IJssel-Vecht verrichten van Openbaar Vervoer het Beschrijvend document, waaronder het "Programma van Eisen Concessie IJssel-Vecht " heeft vastgesteld op 8 januari 2019 h. de Concessieverlener over het Programma van Eisen advies heeft gevraa gd aan / verkregen van de Consumentenorganisaties ingevolge artikel 27 jo. 44 van de Wet personenvervoer 2000; i. de Concessieverlener het voornemen tot verlening van een Concessie heeft afgestemd met de concessieverleners van aangrenzende concessiegebieden, in het bijzonder ten aanzien van concessiegrensoverschrijdende lijnen; j. de aanbestedingsprocedure voor de Concessie IJssel-Vecht heeft plaatsgevonden in overeenstemming met de artikelen 37 en 38 van het Besluit personenvervoer 2000; k. de Concessieverlener ten behoeve van deze procedure op 6 februari 2019 het Beschrijvend document Concessie IJssel-Vecht heeft gepubliceerd; l. de Concessieverlener naar aanleiding van het Beschrijvend document op (datum) een Inschrijving heeft ontvangen van (vervoerder) voor het uitvoeren van de Concessie IJssel- Vecht; m. dat door (vervoerder) een geldige aanbieding is gedaan door middel van zijn Inschrijving; n. dat de Inschrijving op grond van het Beschrijvend document de beste prijskwaliteitsverhouding is gebleken; o. dat (vervoerder) met het uitbrengen van de Inschrijving heeft verklaard het Openbaar Vervoer in het Concessiegebied IJssel-Vecht en op de Uitlopers te verrichten conform de in deze Concessiebeschikking (inclusief de daarbij behorende Bijlagen zoals het Programma van Eisen, de Financiële bepalingen en de Inschrijving en de in het kader van de beoordeling gestelde vragen) gestelde eisen en voorwaarden;

201 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 1 Concept Concessiebeschikking p. de Concessieverlener heeft vastgesteld dat (vervoerder) beschikt over een Vergunning in de zin van artikel 4 van de Wet personenvervoer 2000; q. de Concessieverlener thans overgaat tot het verlenen van de Concessie IJssel-Vecht aan (vervoerder), die hiermee Concessiehouder wordt, BESLUIT: AAN (VERVOERDER) CONCESSIE IJSSEL-VECHT TE VERLENEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 19 / 20 WET PERSONENVERVOER 2000, ingaande op 13 december 2020 bij aanvang van de eerste ritten en vervallend op [[invoegen datum] december 2030, althans uiterlijk 1 januari 2031], AAN WELK BESLUIT DE VOLGENDE VOORWAARDEN ZIJN VERBONDEN:

202 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 1 Concept Concessiebeschikking 1. De Concessie IJssel-Vecht Artikel 1. Afbakening van de Concessie IJssel-Vecht 1. De Concessie IJssel-Vecht betreft een samenvoeging van (delen van) vier lopende concessies, te weten de concessies Midden-Overijssel (deels), Veluwe (deels), Lelystad en IJsselmond. Vanwege de verschillende einddata van deze concessies en de verschillende startdata van de Concessies IJssel-Vecht, Rijn-Waal en Berkel-Dinkel, is sprake van een overgangsperiode waarin delen aan de Concessie IJssel-Vecht worden toegevoegd dan wel overgaan naar de Concessies Rijn-Waal en Berkel-Dinkel (zie tabel in paragraaf 2.1 van en de bijlagen 4, 5 en 6 bij het Programma van Eisen). 2. De Concessie IJssel-Vecht bevat voor de provincie Overijssel het Openbaar Vervoer per Bus en Auto in het westelijke gedeelte van de provincie Overijssel zoals afgebeeld op de kaart in paragraaf 2.1 van het Programma van Eisen. Het Concessiegebied IJssel-Vecht beslaat voor de provincie Overijssel per 13 december 2020 het grondgebied van de gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst en Zwolle. Per 10 december 2023 beslaat het Concessiedeel Overijssel tevens het grondgebied van de gemeenten Kampen, Zwartewaterland en het deel van de gemeente Steenwijkerland ten westen van de A32, maar gaat het Concessiedeel Deventer dat het grondgebied van de gemeente Deventer beslaat over naar de Concessie Berkel - Dinkel. De provincie Overijssel is binnen de Concessie IJssel-Vecht als Concessieverlener verantwoordelijk voor het Openbaar Vervoer per Bus en Auto binnen het Concessiegebied IJssel- Vecht zoals genoemd in dit artikellid. 3. De Concessie IJssel-Vecht bevat voor de provincie Gelderland het Openbaar Vervoer per Bus en Auto in een groot deel van de provincie Gelderland zoals afgebeeld op de kaart in paragraaf 2.1 van het Programma van Eisen. Het Concessiegebied IJssel-Vecht beslaat per 13 december 2020 voor de provincie Gelderland het grondgebied van de gemeenten Apeldoorn, Barneveld, Brummen, Ede, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Scherpenzeel, Voorst, Wageningen en Zutphen (uitsluitend de wijk De Hoven). Per 11 december 2022 gaat het Concessiedeel Veluwe-Zuid dat het grondgebied van de gemeenten Barneveld, Ede en Wageningen beslaat over naar de Concessie Rijn-Waal. Per 10 december 2023 gaat het Concessiedeel Deventer e.o. dat binnen de provincie Gelderland het grondgebied van de gemeente Brummen en Zutphen (uitsluitend de wijk De Hoven) beslaat over naar de Concessie Berkel -Dinkel. De provincie Gelderland is binnen de Concessie IJssel-Vecht als Concessieverlener verantwoordelijk voor het Openbaar Vervoer per Bus en Auto binnen het Concessiegebied IJssel- Vecht zoals genoemd in dit artikellid. 4. De Concessie IJssel-Vecht bevat voor de provincie Flevoland het Openbaar Vervoer per Bus en Auto in een groot deel van de provincie Flevoland zoals afgebeeld op de kaart in paragraaf 2.1 van het Programma van Eisen. Het Concessiegebied IJssel-Vecht beslaat voor de provincie Flevoland per 4 september 2021 het grondgebied van de gemeente Lelystad en per 10 december 2023 tevens het grondgebied van de gemeenten Dronten, Noordoostpolder, Urk en Zeewolde. De provincie Flevoland is binnen de Concessie IJssel-Vecht als Concessieverlener verantwoordelijk voor het Openbaar Vervoer per Bus en Auto binnen het Concessiegebied IJssel-Vecht zoals genoemd in dit artikellid. 5. Naast het recht voor de Concessiehouder om Openbaar Vervoer per Bus en Auto binnen het Concessiegebied IJssel-Vecht te verrichten, omvat de Concessie IJssel-Vecht tevens het recht voor de Concessiehouder om Openbaar Vervoer per Bus en Auto naar omliggende concessiegebieden aan te bieden via de in bijlage 1 bij het Programma van Eisen genoemde routes (= de Uitlopers). Artikel 2. Het verrichten van openbaar vervoer 1. De Concessiehouder verzorgt de Concessie IJssel-Vecht inclusief alle taken, werkzaamheden en verplichtingen die noodzakelijk zijn om de Concessie IJssel-Vecht te kunnen aanbieden. 2. De Concessiehouder dient de Concessie IJssel-Vecht als een goed Concessiehouder, nauwgezet en met een niet aflatend streven naar verbetering uit te voeren. 3. De Concessiehouder dient alle verplichtingen in acht te nemen die ingevolge de toepasselijke wet- en regelgeving, waaronder in ieder geval begrepen de Wp2000, alsmede bij of krachtens de Wp2000 geldende voorschriften, op hem rusten.

203 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 1 Concept Concessiebeschikking 4. Het Beschrijvend document inclusief alle bijlagen, waaronder het Programma van Eisen en de Financiële bepalingen, en Nota's van Inlichtingen maakt integraal deel uit van de Concessie IJssel- Vecht en is daarmee onlosmakelijk verbonden. 5. De Concessiehouder verplicht zich de Concessie IJssel-Vecht uit te voeren in overeenstemming met a. De in deze Concessiebeschikking en het Beschrijvend document (met inbegrip van de bijlagen, waaronder het Programma van Eisen en de Financiële bepalingen, en Nota's van Inlichtingen) vervatte voorwaarden; b. Al hetgeen de Concessiehouder in de Inschrijving heeft aangeboden. 6. Indien er sprake is van een tegenstrijdigheid tussen de voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht relevante documenten, wordt de volgende rangorde gehanteerd: a. De onderhavige Concessiebeschikking; b. De Nota's van Inlichtingen (waarbij een latere Nota van Inlichtingen prevaleert boven een eerdere Nota van Inlichtingen); c.het Beschrijvend document inclusief alle bijlagen, waaronder het Programma van Eisen en de Financiële bepalingen; d. De Inschrijving (onverminderd de verplichting van de Concessiehouder om al hetgeen hij heeft aangeboden bovenop de verplichtingen uit het Beschrijvend document inclusief alle bijlagen, waaronder het Programma van Eisen en de Financiële bepalingen, ook daadwerkelijk uit te voeren); e. Eventuele andere relevante documenten. 7. De bepalingen van deze Concessiebeschikking dienen steeds te worden gelezen in samenhang met andere, in dit artikel genoemde documenten, ook wanneer niet expliciet naar die documenten wordt verwezen. 8. De Concessieverlener kan gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht besluiten om op onderdelen van de Concessie IJssel-Vecht ontheffing aan de Concessiehouder te verlenen. Artikel 3. Rolverdeling Concessieverlener / Concessiehouder 1. De Concessiehouder verzorgt de tot de Concessie IJssel-Vecht behorende openbaar vervoersdiensten inclusief alle taken, werkzaamheden en verplichtingen die noodzakelijk zijn om deze openbaar vervoersdiensten te kunnen aanbieden volgens Geldende Dienstregeling. 2. Concessiehouder is vanaf de start van de Concessie IJssel-Vecht opbrengstverantwoordelijk. 3. De Concessiehouder int de Reizigersopbrengsten voor de Concessieverlener en vertegenwoordigt de belangen van de Concessieverlener bij de daartoe bevoegde autoriteit(en) (zoals TLS en ONCW door tussenkomst van VSS(Vereniging Stad-en Streekvervoer)), bij de toedeling van deze opbrengsten in het Concessiegebied IJssel-Vecht als bedoeld in Artikel 1. Deze belangenbehartiging vindt plaats in afwachting van een constructie waarbij de Concessieverlener rechtstreeks met de betreffende bevoegde autoriteiten overlegt. 4. De Concessiehouder voert alle overige voorkomende werkzaamheden uit die direct of indirect behoren of kunnen behoren tot de taken van een openbaar vervoerbedrijf dat zich als ondernemer in de markt gedraagt. De Concessiehouder dient daarbij altijd het belang van Reizigers voorop te stellen. 5. De Concessieverlener kan na de Concessiehouder gehoord te hebben, in aanvulling op hetgeen is bepaald in lid 3, de Concessie IJssel-Vecht wijzigen. Artikel 4. Uitbesteden van exploitatie 1. Mits met voorafgaande schriftelijke toestemming van de Concessieverlener kan de Concessiehouder ook anderen dan de in zijn Inschrijving genoemde derden inschakelen. Voor deze derden gelden dezelfde geschiktheidseisen en uitvoeringseisen als genoemd in het Beschrijvend document en daarbij behorende bijlagen als voor de Concessiehouder. 2. De Concessiehouder is voor de Concessieverlener in alle gevallen het directe aanspreekpunt. derden die in opdracht van de Concessiehouder (delen van) de Concessie IJssel-Vecht uitvoeren, zijn nimmer formele gesprekspartner voor de Concessieverlener. 3. De volledige verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht ligt bij de Concessiehouder.

204 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 1 Concept Concessiebeschikking Artikel 5. Overdraagbaarheid van rechten en verplichtingen; verpandingsverbod 1. De Concessiehouder mag rechten of verplichtingen uit hoofde van of voortvloeiende uit deze Concessie IJssel-Vecht niet dan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de Concessieverlener overdragen aan (een) derde(n), onverminderd het bepaalde in artikel 41 van de Wet personenvervoer De Concessiehouder is behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de Concessieverlener niet bevoegd uit de Concessie IJssel-Vecht voortvloeiende rechten te bezwaren, te verpanden, te belasten met een beperkt recht of anderszins voorwerp te maken van zekerheid jegens een derde. 2. Scope van de Concessie Artikel 6. Te gedogen openbaar vervoer 1. De Concessiehouder dient de volgende vormen van Openbaar Vervoer in het Concessiegebied IJssel-Vecht te gedogen, ook in geval van een wijziging van bedieningstijden en/of frequenties: a. Openbaar Vervoer per trein, personenvervoer over water en tijdelijk Openbaar Vervoer ter vervanging van dit Openbaar Vervoer; b. Openbaar Vervoer per Bus of Auto, waaronder langeafstandsbusvervoer, waarvoor door de Concessieverleners een ontheffing krachtens artikel 29 van de Wet Personenvervoer 2000 is of wordt verleend; c. Openbaar Vervoer per Auto en Bus vanuit aangrenzende en inligge nde concessiegebieden, zoals genoemd in bijlage 2 bij het Programma van Eisen en nog te ontwikkelen Openbaar Vervoer waarover de Concessieverlener(s) met de aangrenzende concessieverleners overeenstemming hebben bereikt; d. Experimenten met Openbaar Vervoer uitgevoerd met zelfrijdende voertuigen; 2. De Concessieverleners kunnen ieder voor zich op enig moment besluiten om delen van het door de Concessiehouder te verrichten Openbaar Vervoer (de C-lijnen, zie paragraaf 3.3 van het Programma van Eisen) te vervangen door Andere Mobiliteitsdiensten, in welk geval deze Lijnen niet langer als Openbaar Vervoer worden aangemerkt en daarom niet langer deel uit maken van de Concessie IJssel-Vecht. De Concessiehouder dient hieraan zijn medewerking te verlenen Artikel 7. Concessiegrensoverschrijdende verbindingen 1. De Concessiehouder is gebonden aan de afspraken die de Concessieverlener in overleg met de Concessiehouder maakt met aangrenzende concessieverleners over concessiegrensoverschrijdende Lijnen. 2. De Concessiehouder mag binnen de Concessie IJssel-Vecht slechts buiten het Concessiegebied IJssel-Vecht Openbaar Vervoer aanbieden, voor zover het verbindingen betreft zoals weergegeven in bijlage 2 bij het Programma van Eisen. 3. Voor concessiegrensoverschrijdende Lijnen gelden de volgende voorwaarden: a. het vervoer is toegankelijk voor Reizigers binnen het Concessiegebied IJssel-Vecht en tussengelegen Haltes mogen worden aangedaan, tenzij door de Concessieverlener anders is bepaald; b. de frequentie van het lijngedeelte buiten het Concessiegebied IJssel-Vecht waartoe de Lijn behoort mag niet hoger zijn dan de frequentie van het lijngedeelte binnen het Concessiegebied IJssel-Vecht waartoe de Lijn behoort; c. de concessie-eisen van de concessie waartoe de Lijn behoort, zijn van toepassing.

205 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 1 Concept Concessiebeschikking Artikel 8. Tussentijdse aanpassingen 1. Tijdens de Concessieperiode kan de Concessieverlener besluiten tot geografische wijziging van de Concessiegebieden als bedoeld in Artikel 1 en/of wijziging van de verdeling tussen de Concessiegebieden. 2. Voorafgaand aan een besluit zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel zal de Concessieverlener het voornemen voor een dergelijk besluit ter advisering aan de Concessiehouder voorleggen. 3. Financiering en financiële aspecten Artikel 9. Financiële bepalingen 1. Op het uitvoeren van de Concessie IJssel-Vecht zijn de Financiële bepalingen (bijlage 4) van toepassing, waarin o.a. de volgende onderwerpen aan de orde komen, beschikbaar budget, indexering en BTW, Inschrijving en financiële onderbouwing, samenstelling exploitatiesubsidie, werkwijze jaarlijkse subsidieverlening, Reizigersopbrengsten, Meer- en minderwerk en boeteregeling. 2. De Inschrijving van Concessiehouder wordt beschouwd als de jaarlijkse subsidie aanvraag voor de Concessie IJssel-Vecht. De wijze van subsidieverlening is beschreven in de Financ iële bepalingen (bijlage 4). Artikel 10. Overnameregeling Zero-Emissievoertuigen en bijbehorende laadinfrastructuur Op het overnemen van Zero-Emissiebussen en bijbehorende Laadinfrastructuur zijn de bepalingen uit bijlage 6 van toepassing. 4. Overige bepalingen Artikel 11. Algemene bepalingen inzake overgang bij aflopen Concessie IJssel-Vecht 1. De Concessiehouder verstrekt op eerste verzoek van de Concessieverlener binnen twee (2) maanden alle door de Concessieverlener verzochte gegevens met betrekking tot het bij de overgang van het Openbaar Vervoer in het Concessiegebied IJssel-Vecht betrokken Personeel ingevolge de Wet personenvervoer Voor afloop of bij een tussentijdse beëindiging van de Concessie IJssel-Vecht dragen Concessiehouder en al degenen die hij bij de uitvoering van het Openbaar Vervoer heeft betrokken, op eerste verzoek van de Concessieverlener binnen een door de Concessieverlener gestelde termijn alle door de Concessieverlener relevant geachte gegevens kosteloos over aan de Concessieverlener. Deze gegevens moeten toegankelijk en leesbaar zijn voor de Concessieverlener. 3. De Concessiehouder verstrekt op eerste verzoek van de Concessieverlener binnen twee (2) maanden alle door de Concessieverlener verzochte gegevens met betrekking tot de Haltepalen voor het Openbaar Vervoer in het Concessiegebied IJssel-Vecht die de Concessiehouder na het aflopen van de Concessie IJssel-Vecht om niet zal overdragen aan de opvolgende concessiehouder(s). 4. De Concessiehouder is gehouden medewerking te verlenen aan de opvolgende concessiehouder(s) om binnen een nader door de Concessieverlener te bepalen termijn de overgang van de Concessie IJssel-Vecht mogelijk te maken. 5. Om de continuïteit van het Openbaar Vervoer binnen het Concessiegebied IJssel-Vecht bij het aflopen van de Concessie IJssel-Vecht te waarborgen, dient de Concessiehouder de beëindiging van zijn activiteiten af te stemmen met de eerste activiteiten van de opvolgende concessiehouder(s). Hiertoe dient hij de opvolgende concessiehouder(s) in staat te stellen tot het aansluitend uitvoeren van de opvolgende concessie. 6. De verplichtingen voortvloeiend uit de Concessie IJssel-Vecht ten aanzien van rapportage en verantwoording blijven ook na afloop van de Concessie IJssel-Vecht van kracht. Daarbij gelden in

206 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 1 Concept Concessiebeschikking ieder geval de in(gevolge) het Beschrijvend document gestelde termijnen voor rapportage en verantwoording. Artikel 12. Aansprakelijkheid, verzekeringen en ondernemersrisico 1. De Concessiehouder is overeenkomstig het bepaalde in de Wet personenvervoer 2000, het Besluit personenvervoer 2000 en Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, aansprakelijk voor schade die reizigers of derden lijden ten gevolge van de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht. 2. De Concessiehouder zal voor een adequate verzekering van zijn aansprakelijkheid zorg dragen en hij zal deze tijdens de duur van de Concessie IJssel-Vecht in stand houden conform de geschiktheidseis zoals opgenomen in het Beschrijvend document. 3. De Concessiehouder vrijwaart de Concessieverlener voor aanspraken van Reizigers of derden die voortvloeien uit de aansprakelijkheid van de Concessiehouder, zoals bedoeld in lid De Concessiehouder is jegens de Concessieverlener aansprakelijk voor schade die de Concessieverlener lijdt wegens het niet dan wel niet behoorlijk nakomen door de Concessiehouder van de bepalingen die zijn opgenomen in deze Concessiebeschikking, tenzij er sprake is van een overmacht situatie, zoals bedoeld in Artikel De Concessieverlener is op geen enkele wijze aansprakelijk voor schade die de Concessiehouder eventueel mocht lijden dan wel veroorzaken bij het uitoefenen van zijn taken uit hoofde van de Concessie IJssel-Vecht. De Concessieverlener is in ieder geval niet aansprakelijk voor schade aan Voertuigen die ontstaat als gevolg van vandalisme. Deze schade komt voor rekening van de Concessiehouder. Tijdens de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht komen ten minste de gebeurtenissen en hun consequenties voor rekening en risico van de Concessiehouder, die naar algemene maatstaven behoren tot het normale ondernemersrisico. Schade die ontsta at als gevolg van vertraging door congestie en ongevallen, behoort in ieder geval tot het normale bedrijfsrisico van de Concessiehouder. Artikel 13. Overmacht 1. Onder Overmacht wordt verstaan omstandigheden die de nakoming van de Concessie IJssel- Vecht verhinderen en die niet aan de Concessiehouder zijn toe te rekenen. Daarvan is sprake indien deze omstandigheden niet zijn te wijten aan de schuld van de Concessiehouder, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komen. In geval van een situatie van overmacht zal de Concessiehouder onverwijld aan de Concessieverlener mededeling doen van de aard van de overmacht en, indien mogelijk, de verwachte duur. 2. Onder overmacht wordt in ieder geval niet verstaan: gebrek aan Personeel en Materieel, staking door het Personeel, ziekte van Personeel, structurele verkeersdrukte, tekortkomingen in de nakoming van door de Concessiehouder gebruikte onderaannemers, hulppersonen en -zaken. 3. Gedurende de duur van de overmacht wordt de nakoming van verplichtingen ingevolge deze Concessiebeschikking zowel voor de Concessiehouder als voor de Concessieverlener opgeschort, echter slechts voor zover de Concessiehouder als gevolg van de overmacht verhinderd is zijn vorenbedoelde verplichtingen na te komen. De Concessiehouder dient zich te allen tijde in te spannen om de nadelige gevolgen van een situatie van overmacht zoveel mogelijk te beperken. Artikel 14. Wijziging van de Concessie 1. Indien ter zake overeenstemming bestaat tussen de Concessieverlener en de Concessi ehouder is het mogelijk de inhoud van de Concessie IJssel-Vecht te wijzigen, met inachtneming van de beperkingen die kunnen voortvloeien uit relevante wet- en regelgeving. Dergelijke wijzigingen dienen zodanig schriftelijk te worden vastgelegd, dat daaruit de overeenstemming tussen partijen blijkt. Pas na schriftelijke vastlegging en -indien door Concessieverlener dat verlangt- door middel van besluitvorming door Concessieverlener hebben de wijzigingen rechtskracht. 2. De Concessieverlener behoudt zich het recht voor om de Concessie IJssel-Vecht eenzijdig aan te passen indien (wijzigingen in) wet- en regelgeving daartoe aanleiding geven. 3. De Concessieverlener behoudt zich voorts het recht voor om conform de bepalingen in het Beschrijvend document inclusief alle bijlagen, waaronder het Programma van Eisen en de Financiële bepalingen de Concessie IJssel-Vecht te wijzigen om tijdig en adequaat te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen en omstandigheden, nieuwe initiatieven en nieuwe ontwikkelingen te initiëren en te implementeren en het ontwikkelen en uitvoeren van

207 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 1 Concept Concessiebeschikking experimenten. Tevens kan de Concessie IJssel-Vecht tussentijds worden gewijzigd bij implementatie van afspraken tussen de Concessieverlener en de Concessiehouder over de ontwikkeling van het Openbaar Vervoer en op basis van de Midterm Review onverminderd het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.. 4. In geval van een voorgenomen wijziging van de Concessie vindt voorafgaand aan het nemen van het besluit tot wijziging van de Concessie IJssel-Vecht overleg plaats tussen de Concessiehouder en de Concessieverlener over de aan te brengen wijzigingen en de gevolgen en effecten die deze wijzigingen met zich meebrengen, en wordt zo nodig advies gevraagd aan de Consumentenorganisaties. Artikel 15. Duur en expiratie van de Concessie IJssel-Vecht 1. De Concessie IJssel-Vecht gaat in op 13 december 2020 bij aanvang van de eerste Ritten in de ochtend, en loopt af op [invoegen datum] december 2030, althans uiterlijk op 1 januari De Concessieverlener kan de einddatum zodanig vaststellen dat deze overeenkomt met de einddatum van de NS-Dienstregeling in de maand december van het jaar In geval van verlenging van de Concessie IJssel-Vecht blijven de bepalingen van de Concessiebeschikking en het Beschrijvend document onvermin derd van kracht. 3. Indien de aanbesteding van de opvolgende Concessie niet heeft geleid tot concessieverlening, of indien het Openbaar Vervoer binnen de Concessie IJssel-Vecht uitvalt of dreigt uit te vallen (als bedoeld in artikel 61 lid 3 Wp2000), kan de Concessieverlener de Concessie IJssel-Vecht, onder gelijkluidende voorwaarden, met maximaal twee (2) jaar verlengen. Indien de Concessieverlener niet uiterlijk zes (6) maanden voor afloop van de Concessie IJssel-Vecht aan de Concessiehouder schriftelijk heeft aangegeven dat zij de Concessie IJssel-Vecht wenst te verlengen, wordt de Concessie IJssel-Vecht geacht niet te zijn verlengd. Artikel 16. Intrekking van de Concessie IJssel-Vecht 1. De Concessieverlener is te allen tijde bevoegd de Concessie IJssel-Vecht, met inachtneming van het bepaalde in artikel 42 en 43 van de Wet personenvervoer 2000, geheel of gedeeltelijk in te trekken indien: a. de Concessiehouder niet langer voldoet aan de in het Beschrijvend document gestelde geschiktheidseisen, dan wel op enig moment gedurende de looptijd van de Concessie IJssel- Vecht een in het Beschrijvend document gestelde uitsluitingsgrond op de Concessiehouder van toepassing is; b. de Concessiehouder zijn verplichtingen uit hoofde van de Concessie IJssel-Vecht naar het oordeel van de Concessieverlener niet, niet tijdig dan wel niet naar behoren nakomt of is nagekomen; c. de Concessiehouder redelijkerwijs niet langer in staat moet worden geacht zijn verplichtingen uit de Concessie IJssel-Vecht na te komen, zoals in het geval dat I. de nakoming door de Concessiehouder van een opeisbare verplichting uit hoofde van de Concessie IJssel-Vecht blijvend of tijdelijk onmogelijk wordt; II. op een wezenlijk deel van de activa van de Concessiehouder conservatoir of executoriaal beslag wordt gelegd; III. de Concessiehouder in staat van faillissement wordt verklaard of diens faillissement wordt aangevraagd; IV. aan de Concessiehouder, al dan niet voorlopig, surseance van betaling wordt verleend of door de Concessiehouder surseance van betaling wordt aangevraagd; V. de Concessiehouder anderszins het vrije beheer over zijn vermogen heeft verloren, verliest of zal verliezen; VI. de onderneming van de Concessiehouder wordt gestaakt en/of ontbonden en/of geliquideerd of (een wezenlijk deel van) de activiteiten van de onderneming van de Concessiehouder (wordt) worden overgedragen dan wel er een wijziging van zeggenschap plaatsvindt in het geplaatste kapitaal van de Concessiehouder; VII. op enig moment bij de Concessieverlener het ernstige vermoeden bestaat dat de positie van de Concessiehouder zodanig dreigt te worden, dat aan de continuïteit van het bedrijf of aan de overeengekomen uitvoering van de vervoersactiviteiten moet worden getwijfeld;

208 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 1 Concept Concessiebeschikking d. de Concessiehouder handelt of heeft gehandeld in strijd met enig wettelijk voorschrift dat de intrekking van de Concessie IJssel-Vecht rechtvaardigt; e. Is gebleken dat de Concessiehouder in zijn Inschrijving onjuiste informatie heeft verstrekt en die informatie van zodanige aard is dat de Concessieverlener de Concessie IJssel-Vecht niet zou hebben verleend indien hij bekend was geweest met deze onjuistheid; f. de Concessiehouder de Concessie IJssel-Vecht heeft overgedragen zonder schriftelijke toestemming van de Concessieverlener, zoals bedoeld in artikel 41 van de Wet personenvervoer 2000; g. de systematiek van financiering voor het Openbaar Vervoer, de Wet personenvervoer 2000, het Besluit personenvervoer 2000 of een ministeriële beschikking ter zake ingrijpend wordt gewijzigd; h. de vergoeding(en) van het Rijk voor het Openbaar Vervoer aan de Concessieverlener fundamenteel wordt (worden) gewijzigd; i. de Concessieverlener krachtens een rechterlijke uitspraak gehouden is de Concessie IJssel- Vecht te beëindigen(dan wel indien een dergelijke rechterlijke uitspraak redelijkerwijs te voorzien is en Concessieverlener het niet opportuun acht de uitspraak af te wachten). 2. In het geval van beëindiging op één of meer van de in lid 1, onder a tot en met f genoemde gronden, behoudt de Concessieverlener het recht op vergoeding door de Concessiehouder van kosten en schade als gevolg van de intrekking van de Concessie IJssel-Vecht. De Concessieverlener is in geval van beëindiging van de Concessie IJssel-Vecht wegens één of meer van de in lid 1 genoemde gronden in geen geval gehouden tot enige vorm van schadevergoeding jegens Concessiehouder. 3. De Concessie IJssel-Vecht vervalt van rechtswege a. op het moment dat de vergunning in de zin van artikel 4 van de Wet personenvervoer 2000 van de Concessiehouder van rechtswege is vervallen, en/of b. zodra een besluit tot intrekking van de vergunning van de Concessiehouder onherroepelijk is geworden. De Concessieverlener behoudt in die gevallen het recht op vergoeding door de Concessiehouder van kosten en schade als gevolg van het vervallen van de Concessie IJssel-Vecht, en is in die gevallen in geen geval gehouden tot enige vorm van schadevergoeding jegens Concessiehouder. Artikel 17. Hardheidsclausule 1. Indien gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht omstandigheden optreden die van dien aard zijn dat de Concessieverlener dan wel de Concessiehouder naar maat staven van redelijkheid en billijkheid geen ongewijzigde instandhouding van de Concessie IJssel-Vecht mag verwachten, treden partijen in overleg over een mogelijke aanpassing van bepalingen in deze Concessiebeschikking, die er op gericht is (zijn) om de kw aliteit van het Openbaar Vervoer dat onder de Concessie IJssel-Vecht valt, zoveel als mogelijk te behouden, en die qua aard en inhoud zoveel als mogelijk gelijk is (zijn) aan de oorspronkelijke bepaling(en). Artikel 18. Rechtskeuze en Geschillen 1. Op de Concessie IJssel-Vecht en op ieder besluit dat dan wel iedere tussen partijen te sluiten overeenkomst die daarmee rechtstreeks verband houdt, is het Nederlands recht van toepassing. 2. Tegen een op grond van de Wet personenvervoer 2000 genomen besluit, zoals een besluit strekkende tot verlening, intrekking dan wel wijziging van de Concessie IJssel-Vecht, dan wel een besluit strekkende tot of verband houdende met de toekenning van een subsidie, kunnen de Concessiehouder en/of eventuele andere belanghebbende(n) - na bezwaar te hebben gemaakt - beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. 3. Bezwaar tegen de Concessie IJssel-Vecht en/of elk ander besluit van Concessieverlener dat verband houdt met de Concessie IJssel-Vecht moet aan Concessieverlener worden gericht. 4. Mocht deze Concessiebeschikking als gevolg van een juridische procedure (waaronder bezwaar en beroep en/of een voorlopige voorziening) worden vernietigd, ingetrokken of gewijzigd, dan kan de Concessiehouder eventuele reeds gemaakte kosten of schade niet verhalen op de Concessieverlener. 5. Onverminderd het bepaalde in lid 2, worden (overige) geschillen tussen de Concessieverlener en de Concessiehouder, voortvloeiende uit de Concessie IJssel-Vecht, beslecht door de bevoegde rechter.

209 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 1 Concept Concessiebeschikking 6. Alvorens partijen een geschil voorleggen aan de in lid 2 en lid 5 genoemde gerechtelijke instanties spannen partijen zich tot het uiterste in om deze geschillen in onderling overleg op te lossen. 7. De Concessiehouder en de Concessieverlener dragen er gezamenlijk zorg voor dat, in geval van een geschil, de uitvoering van het Openbaar Vervoer in de Concessie IJssel-Vecht te allen tijde doorgang blijft vinden. 8. De uitkomst van een geschillenbeslechting ten aanzien van de Concessie IJssel-Vecht, zoals bedoeld in dit artikel, dient te allen tijde recht te doen aan het publiekrechtelijke karakter van deze Concessiebeschikking en mitsdien (ook) aan de rechtens te respecteren belangen van derden bij naleving daarvan. Artikel 19. Citeertitel Deze beschikking wordt aangehaald als: Concessiebeschikking IJssel-Vecht [Overijssel] [Gelderland][Flevoland] Gedeputeerde Staten van Overijssel, Mede namens Gedeputeerde Staten van Gelderland Mede namens Gedeputeerde Staten van Flevoland voorzitter, secretaris,

210 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 1 Concept Concessiebeschikking Rechtsmiddel Binnen 6 weken ingaand op de dag na de datum van verzending van het bijgaand besluit, kunnen belanghebbenden daartegen een bezwaarschrift indienen bij Gedeputeerde Staten van Overijssel, team Juridische Zaken, Postbus 10078, 8000 GB Zwolle (telefoon ). U kunt het bezwaarschrift desgewenst ook per fax verzenden. Het faxnummer van het Team Juridische Zaken is: Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; d. de gronden van het bezwaar. Voor de behandeling van een bezwaarschrift bij de provincie Overijssel is geen griffierecht verschuldigd. Voor inlichtingen over de bezwaarschriftprocedure kunt u zich wenden tot de provinciaal medewerker die bij het besluit is vermeld. Een ingediend bezwaarschrift schort de werking van een besluit niet op. Indien onverwijlde spoed dat vereist is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij President v an het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag (telefoon ). In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat u een bezwaarschrift heeft ingediend.

211 Bijlage 3 Programma van Eisen Concessie IJssel-Vecht

212 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding Aanleiding Hoofdopgaven voor het Openbaar Vervoer Doelstellingen nieuwe concessies Nieuw in de Concessie IJssel-Vecht Uitgangspunt van het Programma van Eisen Scope Concessie IJssel-Vecht Afbakening Concessie IJssel-Vecht Ontwikkelrol bij Concessiehouder Midterm review Vervoerkundig aanbod Opbouw OV-netwerk: indeling in A-, B- en C-lijnen Minimumeisen bedieningstijden en frequenties Ontwikkelruimte Concessiehouder Vervoerkundige Strategie, Vervoerplan en Dienstregeling Buurtbuslijnen Scholierenlijnen Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer Aansluitingen Dienstregeling Infrastructuur Weginfrastructuur Haltes Laadinfrastructuur Overige infrastructurele voorzieningen Uitvoering Dienstregeling Vervoergarantie Rituitval en Vervangend Vervoer Punctualiteit Materieel Algemeen Technische eisen Duurzaamheid Toegankelijkheid Uiterlijk Voertuigen en reclame Comfort en netheid

213 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Inhoudsopgave 6.7 Buurtbussen Reisinformatie Beschikbaarheid reisinformatie Inhoud reisinformatie Reisinformatie op Haltes Reisinformatie Voertuigen Strategie reisinformatie Controle reisinformatiemiddelen Productdragers, Tarieven en distributie Algemeen Nieuwe Productdragers Reisrechten en Tarieven Distributienetwerk Personeel Concessiehouder als werkgever Personeel en Reizigers Social Return on Investment (SROI) Merk, communicatie en marketing Merk en huisstijl Communicatie Marketingstrategie en plan Promotie Klantenservice, klachtenafhandeling en Reizigersinspraak Klantenservice en klachtenafhandeling Reizigersinspraak Sociale Veiligheid Samenwerking Strategie en organisatie Sociale Veiligheid Incidentenregistratie Personeel betreffende Sociale Veiligheid Cameratoezicht Calamiteiten en terrorismebestrijding Data en monitoring Beschikbaar stellen en verstrekken van gegevens Openbaarheid en bescherming van (persoons)gegevens Relatie Concessiehouder en Concessieverlener Bijlage 1: Uitlopers Concessie IJssel-Vecht Bijlage 2: Te gedogen Lijnen uit aangrenzende concessies

214 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Inhoudsopgave Bijlage 3: Plancyclus Bijlage 4: Stads- en streeklijnen die (tijdelijk) deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht Bijlage 5: Buurtbuslijnen die deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht Bijlage 6: Scholierenlijnen die deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht. 80 Bijlage 7: Verdeling taken en verantwoordelijkheden rond Laadinfrastructuur82 Bijlage 8: Social Return on Investment Bijlage 9: Procedure Vervoerplan Bijlage 10: OV-knooppunten binnen de Concessie IJssel-Vecht Bijlage 11: Overzicht CCV Automaten Bijlage 12: Overzicht verkooppunten ritkaartjes Bijlage 13: Bestaande overlegstructuren Bijlage 14: Kenmerken huidige klantendatabase EHOV

215 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 1 - Inleiding 1. Inleiding 1.1 AANLEIDING De provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel gaan het Openbaar Vervoer 1 per Bus en deels per trein gezamenlijk aanbesteden in drie grote gebiedsconcessies: IJssel-Vecht, Rijn- Waal en Berkel-Dinkel. De vertrekpunten voor de nieuwe concessies zijn opgenomen in de Nota van Uitgangspunten (NvU) 2. De NvU is opgesteld vanuit de ambitie om het totale vervoersnetwerk in de drie provincies beter op de vervoerbehoeften en kwaliteitseisen van Reizigers te laten aansluiten. De eerste concessie die wordt aanbesteed is de Concessie IJssel-Vecht. Dit document, het Programma van Eisen (Programma van Eisen), bevat de eisen die Gedeputeerde Staten van Flevoland, Gelderland en Overijssel (verder: de Concessieverleners) aan de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht stellen. De Concessie IJssel-Vecht beschrijft primair de relaties tussen Reizigers, Concessiehouder en Concessieverleners. Een goede uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht is echter niet alleen belangrijk voor Reizigers en de Concessieverleners, maar ook voor gemeenten, concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten. 1.2 HOOFDOPGAVEN VOOR HET OPENBAAR VERVOER Het Openbaar Vervoer staat voor een aantal belangrijke opgaven die voortkomen uit de OVvisies van de drie provincies 3, het Toekomstbeeld OV , het rapport Kracht van Oost 5 over de positie van de provincies Gelderland en Overijssel en het traject Regionale kracht (in wording) van de provincie Flevoland. De provincies zien de volgende hoofdopgaven: Bereikbaarheid verbeteren Het Openbaar Vervoer integreren in de reisketens van Reizigers, waarbij de nadruk verschuift van aanbodgericht Openbaar Vervoer naar flexibele, vraaggerichte (openbaar) vervoersvormen met goede aansluitingen voor een betaalbare deur-tot-deur reis. Binnen het totale vervoersnetwerk in de provincies is voor het Openbaar Vervoer vooral een rol weggelegd op drukke verbindingen; op plaatsen en momenten waar de vervoervraag laag is, zijn er kansen voor Andere Mobiliteitsdiensten. Kansen in de regio s benutten Economische kerngebieden, zoals die volgen uit het rapport Kracht van Oost, verbinden met snelle, frequente Lijnen (Hoogwaardig Openbaar Vervoer) en regionale centra en middelgrote steden ontsluiten om de regionale economie te versterken. Met het oog op de bereikbaarheid van deze gebieden, centra en steden is versterking van de positie van het Openbaar Vervoer noodzakelijk. Duurzaamheid verhogen Landelijk is afgesproken dat het Openbaar Vervoer per Bus vanaf 2030 volledig emissievrij bij 1 Kernbegrippen, zoals Openbaar Vervoer, zijn met een hoofdletter geschreven en met een beschrijving opgenomen in de begrippenlijst. Zo is duidelijk wat de Concessieverleners onder een kernbegrip verstaan. 2 Nota van Uitgangspunten Concessies IJssel-Vecht, Rijn-Waal en Berkel Dinkel, vastgesteld door de Provinciale Staten van Flevoland, Gelderland en Overijssel op 23 en 30 mei Mobiliteitsvisie Flevoland 2030, 2016, Flevoland; OV Visie, 2014, Gelderland; Koersdocument OV, 2016, Overijssel. 4 Door de OV-sector opgesteld onder leiding van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. 5 De Kracht van Oost-Nederland, een economische geografische analyse, januari

216 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 1 - Inleiding de uitlaat is en dat dit voor nieuwe Bussen die in een concessie instromen al vanaf 2025 geldt 6. De ambities van de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel op het gebied van duurzaamheid gaan verder dan de landelijke afspraken. Zo hebben de provincies afgesproken dat toekomstvaste Stadslijnen in Apeldoorn, Lelystad en Zwolle vanaf de start van of bij toevoeging aan de Concessie IJssel-Vecht emissievrij bij de uitlaat moeten zijn (zie paragraaf 6.3), met daarbij de verwachting dat vervoerders in hun Inschrijving toezeggingen zullen doen om een substantieel deel van het streekvervoer al eerder dan in 2030 met Zeroemissievoertuigen uit te voeren. De provincies beschouwen de transitie naar emissievrij Openbaar Vervoer als belangrijke stap binnen de totale energieopgave waarvoor zij zich gesteld zien. 1.3 DOELSTELLINGEN NIEUWE CONCESSIES Gegeven de hoofdopgaven hebben de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel in de NvU de volgende doelstellingen voor de nieuwe gebiedsconcessies geformuleerd: 1. De concessies geven zo goed mogelijk invulling aan veranderende vervoerbehoeften en kwaliteitseisen van Reizigers in de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel; 2. De kern van de concessies, zijnde een sterk en voor Reizigers en provincies betaalbaar Hoofdnetwerk, verder versterken om de toekomstvastheid van het Openbaar Vervoer te kunnen waarborgen; 3. De concessies bieden ruimte voor de ontwikkeling en uitvoering van nieuwe vervoervormen/mobiliteitsdiensten, om in veranderende vervoerbehoeften te kunnen blijven voorzien; 4. De concessies maken het mogelijk landelijk overeengekomen afspraken over verdere verduurzaming van het Openbaar Vervoer (waar mogelijk) versneld te realiseren om de leefomgeving in de provincies verder te verbeteren. 1.4 NIEUW IN DE CONCESSIE IJSSEL-VECHT Bij iedere aanbesteding van een concessie moeten veel keuzes gemaakt worden als het gaat om de eisen waaraan de vervoerder moet voldoen. Veel van de keuzes voor de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht zijn business as usual; bij de aanbesteding van eerdere concessies zijn vergelijkbare keuzes gemaakt. Op een aantal punten verschillen de gemaakte keuzes echter van eerdere aanbestedingen. Samenvoeging concessies Om beter aan te kunnen sluiten op de vervoerbehoeften van Reizigers is gekozen om de concessies Midden-Overijssel (deels), Veluwe (deels), Lelystad en IJsselmond samen te voegen tot de nieuwe Concessie IJssel-Vecht. Net als bij de lopende concessies gaat het bij de Concessie IJssel-Vecht om een zogeheten gebiedsconcessie 7. Hiervoor is gekozen omdat stads- en streeklijnen zo makkelijker zijn te integreren, veranderingen in het lijnennet eenvoudiger zijn door te voeren en de Concessiehouder beter invulling kan geven aan zijn ontwikkelrol. Samenwerking Flevoland, Gelderland en Overijssel De provincies kiezen voor een gezamenlijke aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht. Belangrijkste reden hiervoor is dat de provincies het belang van Reizigers voorop willen stellen door de vervoerbehoeften van Reizigers en niet de provinciegrenzen als vertrekpunt te nemen voor de concessie-indeling. Ook hebben de provincies vergelijkbare OV-visies en werken ze al 6 Deze opgave volgt uit het Bestuursakkoord Zero Emissie Busvervoer. 7 De provincies benoemen een gebied waarin de Concessiehouder het Openbaar Vervoer uitvoert. Dit in tegenstelling tot een netwerkconcessie, waarbij de provincies precies vastleggen welke Lijnen de Concessiehouder moet aanbieden. Overigens worden de inliggende spoorlijnen apart aanbesteed. 6

217 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 1 - Inleiding jarenlang samen 8. Van de Concessiehouder wordt verwacht dat hij niet alleen intensief met de drie Concessieverleners samenwerkt, maar ook met gemeenten, ROCOV s, concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessiegebieden en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten. Opbrengstverantwoordelijkheid Concessiehouder Binnen de Concessie IJssel-Vecht is de Concessiehouder opbrengstverantwoordelijk. Een belangrijke overweging bij deze keuze is dat de opbrengsten voor een groot deel bestaan uit de vergoeding voor het Studenten-OV-product. Hierover maakt de Concessiehouder samen met andere vervoerders die in Nederland Openbaar Vervoer uitvoeren, afspraken met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (MinOCW); de Concessieverleners hebben hier geen invloed op. Daarnaast hebben geïnteresseerde vervoerders tijdens een marktconsultatie 9 aangegeven bij voorkeur zelf de opbrengstverantwoordelijkheid te dragen. Deze verantwoordelijkheid past ook bij hun positie als commerciële marktpartij. Deze keuze vereist wel dat de Concessiehouder voldoende ontwikkelruimte krijgt, zodat hij zijn expertise kan aanwenden om het Openbaar Vervoer optimaal te laten aansluiten op de vervoerbehoeften en kwaliteitseisen van Reizigers. Flexibiliteit en tussentijdse bijstelling De Concessie IJssel-Vecht betreft alle vormen van Openbaar Vervoer per Bus en Auto die onder de wettelijke definitie van Openbaar Vervoer vallen. Voor andere vervoersvormen geldt dat de Concessieverleners aan marktpartijen en niet-commerciële organisaties ruimte bieden voor het ontwikkelen en aanbieden van Andere Mobiliteitsdiensten in aanvulling op of ter vervanging van vormen van Openbaar Vervoer (= flexibiliteit). Tegelijkertijd willen de Concessieverleners Reizigers en de Concessiehouder zekerheid bieden over de omvang van het Openbaar Vervoer. Een goede balans tussen flexibiliteit en zekerheid is belangrijk. De Concessie IJssel-Vecht biedt daarom begrensde ruimte voor tussentijdse bijstelling en ontwikkeling. De Concessiehouder kan in zijn ontwikkelplan (zie paragraaf 2.2) en Vervoerplan (zie paragraaf 3.4) voorstellen doen voor de ontwikkeling van drie categorieën busverbindingen (zie paragraaf 3.1). Zo blijft het vervoeraanbod afgestemd op de vervoerbehoeften van Reizigers. Introductie van een nieuw Merk De Concessieverleners kiezen ervoor om het Openbaar Vervoer in de drie provincies onder een nieuwe merknaam 10 en de daarbij behorende huisstijl in de markt te zetten, te beginnen met de Concessie IJssel-Vecht. Eén merknaam voor al het Openbaar Vervoer draagt bij aan de herkenbaarheid voor Reizigers. Omdat de Concessieverleners eigenaar van het Merk zijn, wordt voorkomen dat Reizigers bij een wisseling van Concessiehouder aan een andere merknaam moeten wennen. Wel bieden merknaam en huisstijl ruimte voor productformules waarmee de Concessiehouder zich kan onderscheiden. 1.5 UITGANGSPUNT VAN HET PROGRAMMA VAN EISEN Uitgangspunt voor het Programma van Eisen is een ademende concessie die de Concessiehouder stimuleert om steeds zo goed mogelijk in de vervoerbehoeften van Reizigers te voorzien. Met functioneel omschreven eisen krijgt de Concessiehouder de ruimte om ten minste de (vervoer)kwaliteit die de Concessieverleners beogen te leveren en waar mogelijk te verbeteren. De Concessieverleners dagen de Concessiehouder uit het Openbaar Vervoer te versterken en voor Reizigers aantrekkelijk te houden. In de hiernavolgende hoofdstukken worden de gestelde eisen per onderdeel van het Programma van Eisen toegelicht. 8 Op het gebied van concessieverlening werken Flevoland en Overijssel al samen. Het cluster OV Oost verzorgt al jaren het concessiebeheer van Flevoland, Gelderland en Overijssel. 9 Aanbesteding OV-concessies Flevoland/Gelderland/Overijssel 2020 e.v., Samenvatting Marktconsultatie 10 Omdat onderzoek naar de beoogde merknaam ten tijde van vaststelling van het Programma van Eisen nog niet afgerond was, wordt in het Programma van Eisen over Merk gesproken. 7

218 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 2 - Scope Concessie IJssel-Vecht 2. Scope Concessie IJssel-Vecht De Concessie IJssel-Vecht betreft het recht, maar ook de plicht om met uitsluiting van anderen Openbaar Vervoer per Bus en Auto te verrichten in het Concessiegebied IJssel-Vecht. Naast de afbakening van het Concessiegebied IJssel-Vecht en de Uitlopers, beschrijft dit hoofdstuk welke vormen van Openbaar Vervoer de Concessiehouder binnen het Concessiegebied IJssel-Vecht moet gedogen. Alle vormen van vervoer die niet onder de wettelijke definitie van Openbaar Vervoer per Bus en Auto vallen, waaronder Andere Mobiliteitsdiensten, behoren niet tot de Concessie IJssel-Vecht. Zoals in het vorige hoofdstuk aangegeven komt de ontwikkelrol bij de Concessiehouder te liggen. In paragraaf 2.2 is aangegeven wat de Concessieverleners in het kader van de ontwikkelrol van de Concessiehouder verwachten. Een belangrijk element hierbij zijn de plannen die de Concessiehouder in zijn Inschrijving heeft opgenomen en het ontwikkelplan dat hij halverwege de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht indient (artikel 2.2.7). 2.1 AFBAKENING CONCESSIE IJSSEL-VECHT Begin- en einddatum Begin- en einddatum Concessie IJssel-Vecht De Concessie IJssel-Vecht start op 13 december De Concessie IJssel-Vecht eindigt in december 2030 op de wijzigingsdatum van de Dienstregeling van het hoofdrailnet (= trein) dan wel op een nader door de Concessieverleners te bepalen zondag in december Concessiegebied IJssel-Vecht De Concessie IJssel-Vecht betreft een samenvoeging van (delen van) vier lopende concessies, te weten de concessies Midden-Overijssel (deels), Veluwe (deels), Lelystad en IJsselmond. Vanwege de verschillende einddata van deze concessies en de verschillende startdata van de concessies IJssel-Vecht, Rijn-Waal en Berkel-Dinkel, zal sprake zijn van een overgangsperiode waarin delen aan het Concessiegebied IJssel-Vecht worden toegevoegd dan wel overgaan naar de concessiegebieden Rijn-Waal en Berkel-Dinkel. Onderstaande tabel geeft de verschillende overgangsmomenten tijdens deze periode weer. Figuur 2.1 toont het Concessiegebied IJssel- Vecht zoals dat uiteindelijk resulteert. Overgangsperiode Concessie IJssel-Vecht Toevoegen concessie Midden-Overijssel (Gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst en Zwolle) Toevoegen concessie Veluwe (Gemeenten Apeldoorn, Barneveld, Brummen, Ede, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Voorst, Wageningen en de wijk Zutphen-De Hoven) Toevoegen concessie Lelystad (Gemeente Lelystad) 11 De provincie Overijssel onderzoekt de mogelijkheid om het lijndeel Meppel-Steenwijk van Lijn 40 over te dragen aan OV-bureau Groningen-Drenthe en het lijndeel Ommen-Balkbrug van Lijn 31 over te nemen van het OV-bureau Groningen-Drenthe. 8

219 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 2 - Scope Concessie IJssel-Vecht Overgang Concessiedeel Veluwe-Zuid naar concessie Rijn-Waal (Gemeenten Barneveld, Ede en Wageningen) Overgang Concessiedeel Deventer e.o. naar concessie Berkel-Dinkel (Gemeenten Brummen, Deventer en de wijk Zutphen-De Hoven) Toevoegen concessie IJsselmond (Gemeenten Dronten, Kampen, Noordoostpolder, Urk, Zeewolde en Zwartewaterland en het deel van de gemeente Steenwijkerland ten westen van de A32) Vanaf 10 december 2023 tot december 2030 omvat het Concessiegebied IJssel-Vecht derhalve het grondgebied van de gemeenten Apeldoorn, Dalfsen, Dronten, Elburg, Epe, Ermelo, Hardenberg, Harderwijk, Hattem, Heerde, Kampen, Lelystad, Nijkerk, Noordoostpolder, Nunspeet, Oldebroek, Olst-Wijhe, Ommen, Putten, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland (het deel ten westen van de A32), Urk, Voorst, Zeewolde (met uitzondering van de wijk Oosterwold), Zwartewaterland en Zwolle. Figuur 2.1 Concessiegebied IJssel-Vecht zoals dat uiteindelijk resulteert (egaal blauw). 12 De provincie Gelderland onderzoekt de mogelijkheid om de Lijnen 84, 86 en 88 op 13 december 2020 over te laten gaan naar de concessie Arnhem-Nijmegen in plaats van op 11 december 2022 naar de concessie Rijn-Waal, waarvan de concessie Arnhem-Nijmegen onderdeel wordt. 9

220 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 2 - Scope Concessie IJssel-Vecht Uitlopers Concessiegebied IJssel-Vecht Naast het recht om Openbaar Vervoer per Bus en Auto binnen het Concessiegebied IJssel-Vecht te verrichten, omvat de Concessie IJssel-Vecht tevens het recht om de in bijlage 1 genoemde Lijnen aan te bieden (= de Uitlopers). Gedoogplicht De Concessiehouder gedoogt de volgende vormen van Openbaar Vervoer in het Concessiegebied IJssel-Vecht, ook in geval van een wijziging van bedieningstijden en/of frequenties: a. Openbaar Vervoer per trein, personenvervoer over water alsmede tijdelijk Openbaar Vervoer ter vervanging van het hiervoor genoemde Openbaar Vervoer; b. Openbaar Vervoer per Bus en Auto vanuit aangrenzende en inliggende concessiegebieden, zoals genoemd in bijlage 2, en nog te ontwikkelen Openbaar Vervoer waarover de Concessieverleners met de aangrenzende concessieverleners overeenstemming hebben bereikt of op enig moment zullen bereiken; c. experimenten met Openbaar Vervoer, bijvoorbeeld uitgevoerd met Zelfrijdende voertuigen; d. Openbaar Vervoer per Bus, waaronder langeafstandsbusvervoer, waarvoor door de Concessieverleners een ontheffing krachtens artikel 29 van de Wet personenvervoer 2000 is of wordt verleend. Andere Mobiliteitsdiensten De Concessie IJssel-Vecht omvat niet het ontwikkelen en aanbieden van Andere Mobiliteitsdiensten De Concessieverleners kunnen op enig moment besluiten om delen van het door de Concessiehouder te verrichten Openbaar Vervoer (de C-lijnen, zie paragraaf 3.3) te vervangen door Andere Mobiliteitsdiensten, in welk geval deze Lijnen niet langer als Openbaar Vervoer worden aangemerkt en daarom niet langer deel uit maken van de Concessie IJssel-Vecht. De Concessiehouder dient hieraan zijn medewerking te verlenen De Concessiehouder werkt nauw samen met aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten als aanvulling op of ter vervanging van Openbaar Vervoer per Bus en Auto. Deze samenwerking omvat onder meer de onderlinge afstemming van het Openbaar Vervoer per Bus en Auto en Andere Mobiliteitsdiensten (zie artikel 3.4.1d), het uitwisselen van informatie (zie artikel 7.3.3) en het beschikbaar stellen van deze informatie aan Reizigers (zie artikelen 7.2.1g en 7.4.6). 10

221 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 2 - Scope Concessie IJssel-Vecht 2.2 ONTWIKKELROL BIJ CONCESSIEHOUDER Ontwikkelrol De Concessiehouder is binnen de kaders zoals vastgelegd in de Concessiebeschikking en het Beschrijvend document inclusief bijlagen (waaronder het Programma van Eisen en de Financiële bepalingen) verantwoordelijk voor de (door)ontwikkeling van alle aspecten van het Openbaar Vervoer per Bus en Auto behorend tot de Concessie IJssel-Vecht Vanuit zijn ontwikkelrol monitort de Concessiehouder continu (nieuwe) trends en eventuele knelpunten en betrekt hij deze bij de (door)ontwikkeling van de Concessie IJssel-Vecht teneinde het Openbaar Vervoer behorend tot de Concessie IJssel-Vecht optimaal af te stemmen op de behoeften van Reizigers en Stakeholders De Concessiehouder werkt bij de (door)ontwikkeling van het Openbaar Vervoer behorend tot de Concessie IJssel-Vecht intensief samen met de Concessieverleners, gemeenten (waaronder in geval van Uitlopers ook de betrokken gemeenten in aangrenzende concessiegebieden), ROCOV s, concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten De Concessiehouder houdt bij de organisatie en uitvoering van zijn ontwikkelrol rekening met het gegeven dat het Concessiegebied IJssel-Vecht in drie provincies ligt alsmede met het grote aantal gemeenten en andere Stakeholders. De Concessiehouder geeft in zijn Inschrijving aan op welke wijze hij de ontwikkelrol in samenwerking en afstemming met de Concessieverleners, gemeenten en andere Stakeholders invult, zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau. Met de centrumgemeenten Apeldoorn, Lelystad en Zwolle stemt de Concessiehouder in ieder geval jaarlijks op ambtelijk en bestuurlijk niveau het Vervoerplan voor het komende Dienstregelingjaar af De Concessiehouder verstrekt aan de Consumentenorganisaties verenigd in de ROCOV s Flevoland, Gelderland en Overijssel tijdig en regelmatig informatie over de Concessie IJssel-Vecht zodat zij hun adviesrol adequaat kunnen uitvoeren. De Concessiehouder maakt met de ROCOV s afspraken over de onderwerpen waarover hij de ROCOV s om advies vraagt en de procedures die hij daarbij volgt. De Concessiehouder vraagt aan de ROCOV s in ieder geval advies over de volgende plannen en voorstellen: Vervoerplan (bijlage 9: procedure Vervoerplan); Tarievenplan (artikel ); Voorstellen voor nieuwe productformules (artikel en ); Voorstellen voor het toevoegen en verwijderen van distributiekanalen (artikel ); Voorstellen voor structurele wijzigingen in, uitbreiding van of inperking van de communicatiekanalen en middelen (artikel ). De Concessiehouder geeft in de plannen en voorstellen die hij ter vaststelling of toetsing aan de Concessieverleners voorlegt, aan hoe hij het advies van de ROCOV s heeft verwerkt. 11

222 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 2 - Scope Concessie IJssel-Vecht Plancyclus De Concessiehouder vult zijn ontwikkelrol in conform de plannen en het organisatiemodel Ontwikkelrol in zijn Inschrijving Uiterlijk 1 november 2024 biedt de Concessiehouder ter vaststelling aan de Concessieverleners een ontwikkelplan voor de laatste vijf jaar van de Concessie IJssel-Vecht aan De Concessiehouder beschrijft in zijn ontwikkelplan : a. De uitvoering en effecten van de plannen die onderdeel zijn van zijn Inschrijving en de wijze waarop hij deze ervaringen meeneemt bij de doorontwikkeling van het Openbaar Vervoer in de periode ; b. De kansen die hij ziet om met de doorontwikkeling van het Openbaar Vervoer per Bus en Auto in de periode bij te dragen aan verdere realisatie van de doelstellingen die de Concessieverleners met de Concessie IJssel- Vecht nastreven. Deze kansen kunnen onder meer liggen op het vlak van marketing, waaronder Tarieven, Reisproducten, Productdragers en distributienetwerk, vervoerkundig aanbod, communicatie met Reizigers, duurzaamheid, waaronder circulariteit, c. De effecten die hij met de uitvoering van het ontwikkelplan verwacht te bereiken en hoe deze effecten zich verhouden tot de doelen die de Concessieverleners met de Concessie IJssel-Vecht nastreven; d. Zijn ervaringen met en eventuele verbetervoorstellen voor de samenwerking met en het betrekken van vrijwilligers, zoals OV-ambassadeurs, leden van buurtbusverenigingen en niet-commerciële aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten, waaronder het op peil houden van de deskundigheid van deze vrijwilligers en de wijze waarop hij indien nodig nieuwe vrijwilligers werft; e. Hoe hij de belangen van Reizigers, de Concessieverleners en Stakeholders combineert met zijn eigen doelstellingen voor de periode ; f. Zijn ervaringen met en eventuele verbetervoorstellen voor de organisatie van zijn ontwikkelrol, rekening houdend met de aard en omvang van het Concessiegebied IJssel-Vecht en de diversiteit aan Stakeholders; g. De samenhang tussen de bovengenoemde onderdelen a tot en met f; h. Eventuele nieuwe onderwerpen die zich tijdens de eerste periode van de Concessie IJssel-Vecht aandienen en die naar het oordeel van de Concessiehouder dan wel de Concessieverleners een plek moeten krijgen in het ontwikkelplan Jaarlijks stelt de Concessiehouder als nadere invulling van onder andere de plannen die onderdeel zijn van zijn Inschrijving en het ontwikkelplan de volgende plannen op: Vervoerplan (zie artikel en bijlage 9); Tarievenplan (zie paragraaf 8.3); Jaarplan Sociale Veiligheid (zie hoofdstuk 12); Concessiejaarplan (zie artikel ) De Concessiehouder biedt de plannen genoemd in uiterlijk op het in bijlage 3 genoemde moment ter vaststelling of ter toetsing aan de Concessieverleners aan. Dit geldt ook voor de plannen voor het eerste jaar van de Concessie IJssel-Vecht die deel uitmaken van de Inschrijving. 12

223 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 2 - Scope Concessie IJssel-Vecht De Concessiehouder biedt jaarlijks vóór 1 oktober het Concessiejaarplan voor het volgende jaar ter toetsing aan de Concessieverleners aan. De Concessiehouder gaat in het Concessiejaarplan in ieder geval in op: a. De bereikte resultaten in het lopende en voorgaande jaren met in ieder geval aandacht voor de ontwikkeling in het OV-gebruik (reizigersaantallen en - kilometers), de klanttevredenheid onder Reizigers (zie artikel d), de Reizigersopbrengsten, en de uitvoeringskwaliteit in termen van Punctualiteit, Rituitval en uitval van met Zero emissie voertuigen geplande Ritten, klachten en incidenten; b. De doelen voor het komende jaar in relatie tot onder meer zijn Marketingstrategie; c. De voortgang in de uitvoering van de plannen uit zijn Inschrijving respectievelijk het ontwikkelplan en de onderdelen die hij het komende kalenderjaar gaat realiseren. Hij sluit hierbij aan op de planning uit zijn Inschrijving respectievelijk het ontwikkelplan ; d. Hoe hij het komende jaar de uitvoeringskwaliteit van de Dienstregeling verder gaat verbeteren (waarbij aandacht voor de bijsturing bij Evenementen en wegwerkzaamheden); e. Voor welke marketingactiviteiten hij zijn marketingbudget (zijnde ten minste het bedrag dat is opgenomen in het Marketingplan en de financieel economische onderbouwing behorende bij zijn Inschrijving) het komende jaar gaat inzetten; f. De voortgang op Social Return on Investment (SROI) (zie paragraaf 9.3) en geplande activiteiten op het gebied van circulariteit (zie artikel en verder); g. De samenhang tussen het Concessiejaarplan en het Vervoerplan, Tarievenplan en Jaarplan Sociale Veiligheid. 2.3 MIDTERM REVIEW Midterm review De Concessiehouder verleent zijn medewerking aan een Midterm Review in 2025, waarbij de Concessieverleners na gaan in hoeverre afspraken tussen de Concessiehouder en de Concessieverleners nog aansluiten bij de ontwikkelingen op de mobiliteitsmarkt In het kader van de Midterm Review beoordelen de Concessieverleners in ieder geval de volgende zaken: a. De ontwikkeling in de klanttevredenheid (OV-klantenbarometer), op kwartaalbasis het OV-gebruik (reizigersaantallen en -kilometers) en de Reizigersopbrengsten per Lijn, per provincie en per productformule; b. Het ontwikkelplan als genoemd in artikel 2.2.7; c. De uitvoeringskwaliteit, in het bijzonder het voldoen aan de gestelde normen voor aspecten die zijn opgenomen in de boeteregeling: Punctualiteit (zie paragraaf 5.3); Rituitval (zie paragraaf 5.2); reisinformatie (zie hoofdstuk 7); en informatieverstrekking (zie hoofdstuk 13). 13

224 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 2 - Scope Concessie IJssel-Vecht d. De wijze van doorontwikkeling van de Concessie IJssel-Vecht door de Concessiehouder en de samenwerking met Stakeholders, in het bijzonder met concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies, aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten, de ROCOV s en gemeenten; e. De realisatie door de Concessiehouder van de in zijn Inschrijving aangeboden producten en diensten; f. De kwartaalrapportages en jaarlijks op te leveren plannen als het Concessiejaarplan, het Vervoerplan, het Tarievenplan en het Jaarplan Sociale Veiligheid; g. De invloed van externe ontwikkelingen op de realisatie van de KPI s en eventuele suggesties voor bijstelling van de KPI s; h. De effectiviteit van de Boeteregeling; Op basis van de uitkomsten van de Midterm Review kunnen de Concessieverleners besluiten afspraken zoals vastgelegd in de Concessiebeschikking, het Programma van Eisen, de Financiële Bepalingen en bijlagen bij deze documenten, na overleg met de Concessiehouder, te wijzigen, toe te voegen dan wel te laten vervallen dan wel maatregelen te treffen om naleving van bestaande afspraken (alsnog) af te dwingen (conform het Protocol Sturing). 14

225 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 3 - Vervoerkundig aanbod 3. Vervoerkundig aanbod Een belangrijk uitgangspunt voor de eisen aan het toekomstige OV-netwerk is de keuze om de bestaande Lijnen in drie categorieën in te delen 13. Reden voor deze driedeling is de flexibiliteit die de Concessieverleners zoeken om tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht het OV-netwerk aan te kunnen passen aan gewijzigde vervoerbehoeften, terwijl zij tegelijkertijd zekerheden aan Reizigers, de Concessiehouder, gemeenten en andere Stakeholders willen bieden wat betreft de opzet en omvang van het toekomstige OV-netwerk. Door drie categorieën Lijnen te onderscheiden waaraan verschillende eisen worden gesteld, worden beide doelstellingen bereikt. Op straat merken Reizigers overigens niets van deze driedeling. Zij reizen met Bus (of Auto), waarbij de ene Bus iets langer of vaker rijdt dan een andere, net als nu al het geval is. Wel kan de Concessiehouder onderscheid binnen het OV-netwerk aanbrengen door onder het Merk meerdere productformules te voeren met ieder hun eigen kenmerken. De flexibiliteit moet ruimte bieden voor vernieuwingen in het aanbod aan vervoervormen/ mobiliteitsdiensten die (nog meer) vanuit de vervoerbehoeften van Reizigers zijn opgezet (van aanbod- naar vraaggericht). Mede hierdoor kunnen de best passende vervoervormen/ mobiliteitsdiensten er anders uitzien dan Reizigers tot nu toe gewend zijn. De Concessieverleners verwachten in dat kader van de Concessiehouder dat hij een OVnetwerk aanbiedt dat zo goed mogelijk aansluit bij de vervoerbehoeften van Reizigers: vaste Lijnen met op de vervoerbehoeften afgestemde frequenties op verbindingen/momenten waar veel vraag is, en passend, flexibel, vraaggericht Openbaar Vervoer op verbindingen/momenten waar minder vraag is. Belangrijk hierbij is een goede afstemming van het OV-netwerk met Andere Mobiliteitsdiensten. Dit hoofdstuk bevat de minimumeisen waaraan het OV-netwerk en de Dienstregeling in ieder geval moeten voldoen. Op basis van deze eisen stelt de Concessiehouder een concreet OVnetwerk en Dienstregeling op waarmee zoveel mogelijk inwoners en bezoekers van het Concessiegebied IJssel-Vecht snel en gemakkelijk naar hun bestemming kunnen reizen. 3.1 OPBOUW OV-NETWERK: INDELING IN A-, B- EN C-LIJNEN De Concessieverleners hebben de huidige Lijnen die (tijdelijk) tot de Concessie IJssel-Vecht gaan behoren in drie categorieën ingedeeld, te weten: A-lijnen: Sterke busverbindingen die samen met de treindiensten in de drie provincies (Hoofdrailnet en regionale treindiensten) en de sterke busverbindingen in de concessiegebieden Rijn-Waal en Berkel-Dinkel een hoofdnetwerk binnen de drie provincies (gaan) vormen dat de belangrijkste economische kerngebieden met elkaar verbindt. De A-lijnen blijven in principe tijdens de gehele looptijd van de Concessie IJssel- Vecht onderdeel van het OV-netwerk. B-lijnen: Busverbindingen waarmee op dit moment zoveel mensen reizen dat de Concessieverleners verwachten dat deze busverbindingen gedurende de gehele looptijd van Concessie IJssel-Vecht in een substantiële vervoervraag zullen blijven voorzien. C-lijnen: Busverbindingen die: o nu niet optimaal aansluiten op de vervoerbehoeften van Reizigers waardoor deze Lijnen op dit moment minder intensief gebruikt worden, o beleidsmatig gezien een minder belangrijke functie binnen het OV-netwerk vervullen, en/of 13 Nota van Uitgangspunten Concessies IJssel-Vecht, Rijn-Waal en Berkel Dinkel, vastgesteld door de Provinciale Staten van Flevoland, Gelderland en Overijssel op 23 en 30 mei

226 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 3 - Vervoerkundig aanbod o op voorstel van de Concessiehouder dan wel op verzoek van de Concessieverleners aan het OV-netwerk worden toegevoegd (= nieuwe verbindingen). Bijlage 4 bevat de indeling van de huidige Stads- en streeklijnen in respectievelijk A-, B- en C- lijnen, terwijl bijlagen 5 en 6 een overzicht van de huidige buurtbuslijnen en scholierenlijnen (allen C-lijnen) bevatten. Deze indeling vormt het uitgangspunt voor de eerste vijf jaar van de Concessie IJssel-Vecht. In het kader van de Midterm Review kunnen de Concessieverleners besluiten de indeling van Lijnen op basis van het ontwikkelplan aan te passen. Zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven maken enkele Concessiedelen, waaronder de stadsdiensten in Deventer en Ede, tijdelijk deel uit van de Concessie IJssel-Vecht, totdat zij overgaan naar de concessie Rijn-Waal of de concessie Berkel-Dinkel. Daarnaast is er een beperkt aantal Lijnen dat gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht vanuit andere concessies dan genoemd in hoofdstuk 2 aan de Concessie IJssel-Vecht wordt toegevoegd. bijlagen 4 tot en met 6 tonen op welk moment huidige Lijnen in of uitstromen. De Inschrijver dient, als onderdeel van zijn Inschrijving, een Vervoerplan in voor al het Openbaar Vervoer dat (een gedeelte van de looptijd) deel uitmaakt van de Concessie IJssel-Vecht. Dit Vervoerplan vormt de basis voor het Vervoerplan en de Dienstregeling die de Concessiehouder voor ieder Dienstregelingjaar opstelt. 3.2 MINIMUMEISEN BEDIENINGSTIJDEN EN FREQUENTIES Voor iedere categorie Lijnen stellen de Concessieverleners minimumeisen ten aanzien van bedieningstijden en frequenties (zie tabel 3.1). De minimumeisen gelden voor zowel de heenals de terugrichting en per Rit of logisch deel van een Rit binnen genoemde tijdvensters en in ieder geval bij start van de Concessie IJssel-Vecht. Bij de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht dagen de Concessieverleners geïnteresseerde vervoerders uit om, uitgaande van de beschikbare subsidie, de bedieningstijden en frequenties op de vervoerbehoeften van Reizigers af te stemmen en zo veel mogelijk extra s aan te bieden bovenop de minimumeisen. De Concessieverleners hebben daarbij de ambitie om in ieder geval op de hoofdassen tussen de economische kerngebieden Openbaar Vervoer met een extra wervende uitstraling in termen van bijvoorbeeld frequenties, reissnelheid en comfort te bieden (Hoogwaardig Openbaar Vervoer, HOV) en dit als productformule met een door de Concessieverleners bepaalde productnaam in de markt te zetten. De Concessiehouder wordt gevraagd aan te geven welke A- lijnen en eventueel B-lijnen hij onder deze productformule wil brengen, waarbij voor de HOVlijnen ten minste dezelfde minimale bedieningstijden als voor A-lijnen gelden en de HOV-lijnen tijdens de spits ten minste 4 keer per uur en op andere momenten ten minste 2 keer per uur rijden. Daarnaast vragen de Concessieverleners aandacht voor een goed op de vervoerbehoeften van Reizigers afgestemd aanbod aan Stadslijnen in Apeldoorn, Lelystad en Zwolle. 16

227 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 3 - Vervoerkundig aanbod Tabel 3.1: Minimumeisen voor de bedieningstijden en frequenties per lijn per uur per richting Werkdag Zaterdag Zondag Categorie Spits u en u Dal u en u Avond 20.00u u Overdag u Avond 20.00u u Dag u A 2x 2x 1x 1x 1x 1x B 2x 1x C Ingeval de minimumeisen in tabel 3.1 hoger zijn dan de frequenties op de betreffende busverbinding op het moment van aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht, zoals bijvoorbeeld bij een aantal spitslijnen het geval is, dan geldt de huidige frequentie als minimumeis voor de betreffende busverbinding bij de aanbesteding (in bijlage 4 zijn de Lijnen waarvoor deze uitzondering geldt aangegeven middels een voetnoot). Dit geldt niet voor Lijnen die de Concessiehouder als HOV-lijnen wil positioneren. Naast de minimumeisen ten aanzien van bedieningstijden en frequenties stellen de Concessieverleners bij de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht eisen wat betreft de verdeling van het totale aanbod over de provincies en Lijncategorieën. Deze eisen die zijn opgenomen in het Beschrijvend document moeten ongewenste herverdeeleffecten voorkomen. 3.3 ONTWIKKELRUIMTE CONCESSIEHOUDER De ruimte die de Concessiehouder krijgt om zijn aanbod op de vervoerbehoeften van Reizigers af te stemmen verschilt per categorie Lijnen. Ontwikkelruimte A-lijnen De kaders die de Concessieverleners aan de Concessiehouder meegeven zijn voor de A-lijnen het meest strak, waardoor de vervoerkundige ontwikkelruimte bij deze categorie het kleinst is. Deze verbindingen zijn namelijk (door middel van kaarten) in detail beschreven in beleidsdocumenten van de provincies, waardoor routes, Haltes en bedieningsperioden in verregaande mate vastliggen. De ontwikkelruimte van de Concessiehouder bestaat binnen deze categorie met name uit aanpassingen van bedieningstijden en frequenties van de A-lijnen, zolang hij voldoet aan de minimumeisen ten aanzien van bedieningstijden en frequenties zoals opgenomen in tabel 3.1 en het koppelen van A-lijnen aan andere Lijnen. Ontwikkelruimte B-lijnen Voor de B-lijnen geldt het huidige Lijnennet als referentie voor het eerste jaar van de Concessie IJssel-Vecht. Dit betekent dat de Concessiehouder alle verbindingen tussen kernen/wijken die door één of meerdere B-lijnen geboden worden, moet blijven bieden, maar dat hij, met inachtneming van het bepaalde in paragraaf 4.1, deze verbindingen anders mag invullen (bijvoorbeeld combineren en/of koppelen van Lijnen, andere routes of andere locaties van Haltes) om beter aan te sluiten bij de vervoerbehoeften van Reizigers. Bij de aanbesteding wordt aan Inschrijvers gevraagd op verbindingsniveau een OV-aanbod te doen dat zo goed mogelijk aansluit op de vervoerbehoeften van Reizigers en voldoet aan de minimumeisen zoals opgenomen in tabel 3.1. Vervolgens kan de Concessiehouder jaarlijks in het Vervoerplan voorstellen opnemen voor aanpassingen van de geboden verbindingen. Ontwikkelruimte C-lijnen De eisen die de Concessieverleners aan C-lijnen stellen, zijn beperkt. Alleen voor buurtbuslijnen en scholierenlijnen geldt een verplichting om deze Lijnen in ieder geval in het eerste jaar van de Concessie IJssel-Vecht aan te bieden en dat de Concessiehouder het 17

228 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 3 - Vervoerkundig aanbod aanbod op deze Lijnen tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht alleen na overleg met buurtbusverenigingen en onderwijsinstellingen en na goedkeuring door de betreffende Concessieverlener mag aanpassen (zie paragrafen 3.5 en 3.6). Bij de aanbesteding wordt aan Inschrijvers gevraagd aan te geven welke C-lijnen zij nog meer aanbieden naast deze verplichte C-lijnen en hoe zij verwachten met eventueel vernieuwende concepten beter aan te sluiten op de vervoerbehoeften van Reizigers die op dit moment of in de toekomst van deze C-lijnen gebruik maken. Tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht krijgt de Concessiehouder volop mogelijkheden voor de doorontwikkeling van het aanbod aan C-lijnen. Daarbij zijn verschillende ontwikkelrichtingen denkbaar: 1. De Concessiehouder slaagt erin een C-lijn beter aan te laten sluiten op de vervoerbehoeften van Reizigers, in welk geval deze Lijn onderdeel blijft van de Concessie IJssel-Vecht. Dit kan bijvoorbeeld door: a. van een C-lijn een sterke vaste Lijn te maken (en daarmee mogelijk een B-lijn) of; b. op een C-lijn een toekomstvaste vraagafhankelijke vorm van Openbaar Vervoer te bieden. 2. Andere Mobiliteitsdiensten lijken beter op de vervoerbehoeften van Reizigers aan te sluiten dan een vaste Lijn of niet-lijngebonden en/of vraagafhankelijke vorm van Openbaar Vervoer. De betreffende Concessieverlener kan in dat geval besluiten het aanbieden van Andere Mobiliteitsdiensten te stimuleren, in welk geval marktpartijen en niet commerciële organisaties een aanbod kunnen doen. 3. Op een verbinding valt de vervoervraag (vrijwel) weg, bijvoorbeeld door de sluiting van een school. In dat geval kan de betreffende Concessieverlener besluiten de C-lijn op te heffen zonder dat hiervoor Andere Mobiliteitsdiensten in de plaats komen. Met name voor de ontwikkelingen genoemd onder punt 2 en 3 geldt dat de regie hierop tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht bij de Concessieverleners ligt. Concreet betekent dit dat een besluit tot transitie of opheffing van een C-lijn door de betreffende Concessieverlener genomen wordt. Bij een besluit over een eventuele transitie naar Andere Mobiliteitsdiensten zullen de belangen van en samenwerking met Stakeholders nadrukkelijk worden meegewogen. 3.4 VERVOERKUNDIGE STRATEGIE, VERVOERPLAN EN DIENSTREGELING Vervoerkundige strategie en Vervoerplan De Concessiehouder werkt als onderdeel van het Vervoerplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving en het ontwikkelplan een Vervoerkundige strategie ten aanzien van de invulling van de vervoerbehoeften in het Concessiegebied IJssel-Vecht uit, in het bijzonder ten aanzien van: a. De invulling van A-, B- en C-lijnen en daarbinnen eventuele HOV-lijnen, waaronder de locaties van OV-knooppunten en Tijdhaltes (minimaal één per door een Lijn bediende Kern/wijk), en mogelijke ontwikkelrichtingen om deze Lijnen (nog) beter op de vervoerbehoeften van Reizigers af te stemmen; b. De afstemming van Lijnen met en aansluiting op het Hoofdrailnet, regionale treinverbindingen en buslijnen behorend tot andere concessies; c. Het moment waarop de vervoerbehoeften van Reizigers beter ingevuld kunnen worden met Andere Mobiliteitsdiensten dan met C-lijnen; d. De afstemming van het Openbaar Vervoer op (nieuwe) Andere Mobiliteitsdiensten en de rol van de Concessiehouder hierin; e. De aansluiting van het Openbaar Vervoer op auto en fiets; f. Ontwikkelingen in het aanbod van Lijnen die tijdelijk deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht en Lijnen die later aan de Concessie IJssel-Vecht 18

229 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 3 - Vervoerkundig aanbod worden toegevoegd en de wijze waarop betreffende gemeenten en andere Stakeholders bij deze veranderingen worden betrokken 14 ; g. Openbaar Vervoer in bijzondere omstandigheden, zoals Evenementen (niet zijnde speciaal evenementenvervoer), extreme weersomstandigheden of overmacht (protocollen); Op basis van zijn Vervoerkundige strategie ontwikkelt de Concessiehouder gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht het OV-netwerk door. Hij betrekt daarin ten minste de volgende aspecten: a. Beoordeling van het OV-netwerk als het gaat om aantallen Reizigers, routevoering van Lijnen, Aansluitingen en uitvoering van de Dienstregeling; b. Nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen en aanpassingen in de (weg)infrastructuur; c. De wensen van de Concessieverleners en Stakeholders De Concessiehouder dient jaarlijks in het kader van de (door)ontwikkeling van het OV-netwerk en als uitwerking van de Vervoerkundige strategie een Vervoerplan ter vaststelling bij de Concessieverleners in. Het Vervoerplan bevat in ieder geval de volgende onderdelen: a. Een concreet Lijnennet en bijbehorende Dienstregeling voor het betreffende Dienstregelingjaar; b. De wijzigingen die hij in het OV-aanbod wil doorvoeren als het gaat om lijnvoering, te bedienen Haltes, OV-knooppunten en Tijdhaltes, frequenties, bedieningstijden, en wijzigingen in de in te zetten typen Voertuigen en hun capaciteit, en de afstemming met en aansluiting op het Hoofdrailnet, regionale treindiensten, te gedogen buslijnen zoals bedoeld in artikelen 2.1.4b en 2.1.4d, Andere Mobiliteitsdiensten, auto en fiets. c. B bij iedere wijziging de verwachte effecten als het gaat om de aansluiting op de vervoerbehoeften van Reizigers, de inzet van Dienstregelinguren en Dienstregelingkilometers en het gebruik van het Openbaar Vervoer De Concessiehouder volgt bij het opstellen van zijn jaarlijkse Vervoerplan de procedure zoals beschreven in bijlage 9, waarbij het Vervoerplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving als vertrekpunt dient. 3.5 BUURTBUSLIJNEN Buurtbuslijnen De verantwoordelijkheden van buurtbusverenigingen en de Concessiehouder bij de uitvoering van buurtbuslijnen staan beschreven in het Protocol Buurtbus OV Oost. De Concessiehouder neemt bij de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht het bepaalde in het Protocol Buurtbus OV Oost in acht De buurtbusvereniging draagt onder andere zorg voor: a. Werven van vrijwilligers; b. Betrouwbaar uitvoeren van de Dienstregeling van de buurtbuslijn. 14 De wijze waarop Stakeholders betrokken worden, wordt in het kader van de Inschrijving beschreven als onderdeel van de organisatie van de ontwikkelrol. 19

230 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 3 - Vervoerkundig aanbod De Concessiehouder draagt in ieder geval zorg voor: a. Faciliteren buurtbusvereniging; b. Training en opleiding buurtbuschauffeurs; c. Het periodiek organiseren van de medische keuring en rijvaardigheidstest voor alle chauffeurs door een deskundige organisatie. Vanaf hun 75e levensjaar dienen chauffeurs ten minste één keer per twee jaar gekeurd te worden. De Concessiehouder houdt van alle keuringen een administratie bij zodat de Concessieverleners desgewenst kunnen controleren of deze keuringen en rijvaardigheidstesten regelmatig zijn uitgevoerd; d. Het afsluiten van diverse verzekeringen ten behoeve van de buurtbusvoertuigen en buurtbuschauffeurs (Wettelijke Aansprakelijkheid Motorvoertuigen, Ongevallenverzekering, Wettelijke Aansprakelijkheid Personen en Rechtsbijstand); e. Registratie van de KPI s genoemd in artikel De Concessiehouder neemt alle in bijlage 5 genoemde buurtbuslijnen op in het Vervoerplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving Na overleg met de Concessiehouder, de betreffende buurtbusvereniging en betrokken gemeenten, kunnen de Concessieverleners besluiten om gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht buurtbuslijnen toe te voegen of te beëindigen De Concessiehouder stelt jaarlijks in overleg met de betreffende buurtbusvereniging de Dienstregeling voor buurtbuslijnen op en legt deze, als onderdeel van het Vervoerplan, ter vaststelling voor aan de Concessieverleners. 3.6 SCHOLIERENLIJNEN Scholierenlijnen De Concessiehouder neemt alle in bijlage 6 genoemde scholierenlijnen op in het Vervoerplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving Na overleg met de Concessiehouder, betreffende onderwijsinstelling en betrokken gemeenten, kunnen de Concessieverleners besluiten om gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht scholierenlijnen toe te voegen of te beëindigen De Concessiehouder stelt jaarlijks in overleg met de betreffende onderwijsinstelling de Dienstregeling voor scholierenlijnen op en legt deze, als onderdeel van het Vervoerplan, ter vaststelling voor aan de Concessieverleners. 20

231 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 3 - Vervoerkundig aanbod 3.7 VRAAGAFHANKELIJK OPENBAAR VERVOER Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer Met uitzondering van de A-lijnen, mag de Concessiehouder Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer 15 aanbieden om aan de eisen in dit hoofdstuk te voldoen. De Concessiehouder doet in dat geval een voorstel voor een onderscheidende productnaam voor de productformule Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer. De Concessieverleners toetsen de voorgestelde productformule aan de merkarchitectuur en bepalen of de Concessiehouder deze productformule kan gaan voeren of een ander voorstel moet doen. De productformule is / wordt eigendom van de Concessieverleners Bij de introductie van of bij wijzigingen van Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer onderbouwt de Concessiehouder in het Vervoerplan dat (een wijziging in) de opzet van het Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer aansluit bij de vervoerbehoeften en kwaliteitseisen van Reizigers (laagdrempelig en klantvriendelijk) en gaat daarbij ten minste in op: a. de aanmeldtijd: tot welk moment voor de vertrektijd van een Rit kunnen Reizigers zich aan- of afmelden; b. de wijze van aanmelden: via welke kanalen Reizigers zich voor een Rit kunnen aan- of afmelden en hoe past de Concessiehouder deze kanalen aan nieuwe ontwikkelingen gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht aan; c. de wijze van betalen: welke betaalmiddelen en Tarieven hanteert de Concessiehouder (met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 8); d. extra service: bijvoorbeeld het bevestigen van de aan- of afmelding voor een Rit en informatie bij vertragingen De Concessiehouder zorgt ervoor dat Reizigers vraagafhankelijke Ritten ook via (MaaS-)platforms kunnen boeken. 3.8 AANSLUITINGEN Aansluitingen De Concessiehouder biedt op voor Reizigers logische overstappunten, waaronder in ieder geval de in bijlage 10 benoemde OV-knooppunten, Aansluitingen tussen Lijnen behorend tot de Concessie IJssel-Vecht, lijnen vanuit aangrenzende en inliggende concessies, het Hoofdrailnet en regionale treindiensten en vermeldt deze Aansluitingen in de Dienstregeling De Concessiehouder geeft in de Dienstregeling aan welke Aansluitingen hij garandeert, waaronder in ieder geval de laatste Aansluiting tussen twee Lijnen die tot de Concessie IJssel-Vecht behoren en Aansluitingen van de Lijnen die tot de Concessie IJssel-Vecht behoren op de trein en vice versa, en geeft daarbij aan waaruit deze garantie bestaat Na overleg met de Concessiehouder kunnen de Concessieverleners gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht OV-knooppunten toevoegen of laten vervallen. 15 Binnen het Concessiegebied IJssel-Vecht rijdt nu één vraagafhankelijke openbaar vervoerconcept: Kolibrie. 21

232 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 3 - Vervoerkundig aanbod 3.9 DIENSTREGELING Eisen aan de Dienstregeling Op basis van het door de Concessieverleners vastgestelde Vervoerplan stelt de Concessiehouder in ieder geval jaarlijks een Dienstregeling op waarvan de ingangsdatum samenvalt met de ingangsdatum van de nieuwe Dienstregeling van het Hoofdrailnet, de zogenaamde UIC-datum De Concessiehouder mag tijdens de herfstvakantie, kerstvakantie, voorjaarsvakantie, meivakantie en zomervakantie van de middelbare scholen in de regio Noord of Midden een aangepaste Dienstregeling aanbieden om zo beter te kunnen aansluiten op de vervoerbehoeften van Reizigers, in het bijzonder scholieren, studenten en toeristen, tijdens die vakantie; dit onder de voorwaarde dat de aangepaste Dienstregeling voldoet aan de minimumeisen ten aanzien van bedieningstijden en frequenties zoals opgenomen in tabel De Concessiehouder mag op Tweede Paasdag, Bevrijdingsdag (indien dit een landelijke feestdag is), Hemelvaartsdag en de vrijdag daarna, Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag en met Oud en Nieuw een aangepaste Dienstregeling hanteren, bijvoorbeeld de Dienstregeling op zaterdag of zondag; dit onder de voorwaarde dat de aangepaste Dienstregeling voldoet aan de minimumeisen ten aanzien van bedieningstijden en frequenties, zoals opgenomen in tabel 3.1. Op Koningsdag is een dienst als op zaterdag toegestaan (zie tabel 3.1). Voor Oudjaarsavond kan de Concessiehouder besluiten de diensten na 20:00 uur te beëindigen De Concessiehouder geeft in zijn informatie aan Reizigers duidelijk aan in welke periode(n) een aangepaste Dienstregeling geldt. 22

233 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 4 - Infrastructuur 4. Infrastructuur Reizigers bouwen hun reis op zekerheden. Haltes en routes markeren een aantal zekerheden die het Openbaar Vervoer aan Reizigers kan bieden. De Concessiehouder, Concessieverleners en Wegbeheerders hebben bij het uitvoeren van de Concessie verantwoordelijkheden in het creëren van zekerheid omtrent de infrastructuur. De eisen hieronder en het Convenant Gebruik Infrastructuur 16 verschaffen duidelijkheid in de plichten en verantwoordelijkheden en daarmee de ontwikkelruimte die de Concessiehouder heeft. 4.1 WEGINFRASTRUCTUUR (Weg)infrastructuur De Concessiehouder gebruikt voor de uitvoering van de Concessie IJssel- Vecht de voor Openbaar Vervoer beschikbare infrastructuur. Bij de start van de Concessie IJssel-Vecht betreft dit de bestaande infrastructuur alsmede infrastructuur waarvan de beschikbaarheid op basis van de in het kader van de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht verstrekte informatie als bekend mag worden verondersteld De Concessiehouder maakt gebruik van aanwezige OV-infrastructuur, zowel bestaande als nieuw aan te leggen, tenzij de Concessieverleners hiervoor op verzoek van de Concessiehouder op vervoerkundige of andere gronden ontheffing hebben verleend De Concessiehouder stelt een vertegenwoordiger aan die als vaste contactpersoon voor de Wegbeheerders fungeert. Deze contactpersoon is ter zake kundig, beschikbaar en aanspreekbaar en is gemachtigd om namens de Concessiehouder afspraken met de Concessieverleners en Wegbeheerders te maken over gebruik en aanpassingen van de voor Openbaar Vervoer beschikbare infrastructuur Bij voorstellen voor wijzigingen in de lijnvoering, waaronder het aanbieden van nieuwe Lijnen, gaat de Concessiehouder zoveel mogelijk uit van de voor Openbaar Vervoer beschikbare infrastructuur, waaronder bestaande Haltes, teneinde benodigde investeringen in aanpassingen van bestaande en aanleg van nieuwe infrastructuur tot een minimum te beperken. Als aanpassingen toch nodig blijken, licht de Concessiehouder nut en noodzaak van deze aanpassingen gemotiveerd aan de Concessieverleners en de betreffende Wegbeheerder(s) toe. De Concessiehouder kan bij het doen van zijn voorstellen er niet van uitgaan dat Wegbeheerder(s) deze aanpassingen in alle gevallen zullen realiseren. De Inschrijver mag in zijn Inschrijving alleen uitgaan van de in artikelen en bedoelde infrastructuur en Haltes De Concessiehouder stemt een wijziging in het type Voertuigen dat hij op bepaalde Lijnen inzet, vooraf met de betreffende Wegbeheerder(s) af. Als voor de inzet van een (ander) type Voertuigen aanpassingen van infrastructuur nodig zijn waartoe de Wegbeheerder(s) niet bereid is (zijn), zet de Concessiehouder een type Voertuig op de Lijn(en) in waarvoor geen aanpassingen van de infrastructuur nodig zijn of neemt hij in zijn Vervoerplan een voorstel tot wijzigingen van de route van de Lijn(en) op. 16 De Concessieverleners zijn voornemens met de Wegbeheerders in het Concessiegebied IJssel-Vecht afspraken te maken ten aanzien van beschikbaarheid van infrastructuur voor het Openbaar Vervoer, zowel in de standaardsituatie als bij Evenementen en wegwerkzaamheden. 23

234 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 4 - Infrastructuur Ingeval de Concessiehouder en betreffende Wegbeheerder(s) geen overeenstemming kunnen bereiken over (aanpassingen van) de voor Openbaar Vervoer beschikbare infrastructuur, stelt de Concessiehouder de betreffende Concessieverlener daarvan op de hoogte, waarna deze Concessieverlener tracht te bemiddelen. Indien deze bemiddeling niet succesvol is, kunnen de Concessieverleners de Concessiehouder een aanwijzing geven ten aanzien van het gebruik van de infrastructuur. Wegomleidingen Wanneer het handhaven van een route niet mogelijk is als gevolg van wegomleidingen bij werkzaamheden of Evenementen, mag de Concessiehouder Openbaar Vervoer via een alternatieve route verrichten. In voorkomende gevallen licht de Concessiehouder vooraf, of indien dit niet mogelijk is zo snel mogelijk achteraf, zijn keuze voor de alternatieve route toe aan de Concessieverleners De Concessiehouder zorgt ervoor dat Reizigers zo min mogelijk overlast van routewijzigingen ondervinden Extra rijtijd als gevolg van wegomleidingen en de daarmee gepaard gaande meerkosten zijn voor rekening en risico van de Concessiehouder De Concessiehouder kan de meerkosten als gevolg van wegomleidingen mogelijk op de betreffende Wegbeheerder(s) verhalen, overeenkomstig het voorstel voor het Convenant Gebruik Infrastructuur. Ingeval de Concessiehouder en Wegbeheerder(s) geen overeenstemming bereiken over compensatie van de meerkosten, kan de Concessiehouder de Concessieverleners vragen hierin een bemiddelende rol te vervullen. De Concessieverleners beoordelen in voorkomende gevallen de redelijkheid en billijkheid van het verzoek van aan de betreffende Wegbeheerder(s) tot compensatie van de meerkosten Het is de Concessiehouder niet toegestaan om bij langere routes als gevolg van wegomleidingen hogere Tarieven/reiskosten bij Reizigers in rekening te brengen. 4.2 HALTES Haltes De Wegbeheerder is verantwoordelijk voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van Haltes Met uitzondering van DRIS-panelen en andere namens de Concessieverleners of Wegbeheerders aangebrachte voorzieningen voor het tonen van reisinformatie, is de Concessiehouder verantwoordelijk voor plaatsing en onderhoud/reiniging van Haltepalen inclusief halteborden (L3-formaat, conform de huisstijl van het Merk) en informatiekasten (met uitzondering van de informatiekasten die onderdeel uitmaken van de abri) op de Haltes in het Concessiegebied IJssel-Vecht waar Lijnen van de Concessiehouder halteren De Concessiehouder neemt de bestaande Haltepalen om niet over van de huidige concessiehouders dan wel de Wegbeheerders. 24

235 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 4 - Infrastructuur De Concessiehouder (ver)plaatst geen Haltepalen zonder voorafgaande schriftelijke instemming van de betreffende Wegbeheerder De Concessiehouder zorgt er bij (ver)plaatsing van Haltepalen voor dat Reizigers, waaronder Reizigers in een rolstoel, geen hinder van de Haltepaal ondervinden en neemt hierbij de aanwijzingen van de betreffende Wegbeheerder in acht Op Haltes zonder abri bevestigt de Concessiehouder de informatiekast op zodanige hoogte op de Haltepaal dat de informatie in de informatiekast voor zowel Reizigers in een rolstoel als andere Reizigers goed leesbaar is De Concessiehouder gaat voor de benamingen en nummering van Haltes uit van de haltenamen en haltenummers uit het Centraal Halte Bestand (CHB) van het NDOV De Concessiehouder verwijdert na voorafgaande schriftelijke instemming van de betreffende Wegbeheerder(s) Haltepalen bij Haltes in het Concessiegebied IJssel-Vecht waar niet langer Lijnen van de Concessiehouder of Lijnen van concessiehouders van aangrenzende of inliggende concessies halteren De Concessiehouder draagt de Haltepalen aan het eind van de Concessie IJssel-Vecht om niet over aan de opvolgende concessiehouder, tenzij hij met de opvolgende concessiehouder anders overeenkomt Bovenstaande eisen gelden ook ingeval de Concessiehouder kiest voor flexhaltes tussen de vaste Haltes van een Lijn. De Concessiehouder ziet er in dat geval op toe dat Reizigers daadwerkelijk bij flexhaltes kunnen in- en uitstappen. 4.3 LAADINFRASTRUCTUUR Laadinfrastructuur Ten aanzien van de verdeling van taken en verantwoordelijkheden rond de Laadinfrastructuur inclusief basisvoorzieningen ten behoeve van de energielevering (netaansluiting, kabels en transformatorhuizen, e.d.) maken de Concessieverleners onderscheid tussen: (i) Aangewezen locaties: De Concessieverleners zorgen op deze locaties voor de basisvoorzieningen ten behoeve van de energielevering. De Concessiehouder is verantwoordelijk voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van de Laadinfrastructuur. In bijlage 7 is een overzicht opgenomen van de aangewezen locaties en is de verdeling van taken en verantwoordelijkheden voor deze locaties nader uitgewerkt. De Concessiehouder is voor het gebruik van de basisvoorzieningen een gebruiksvergoeding 17 verschuldigd. (ii) Overige locaties 18 : De Concessiehouder is verantwoordelijk voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van de Laadinfrastructuur inclusief basisvoorzieningen ten behoeve van de energielevering. 17 In geval van positieve besluitvorming in de drie provincies, zijn de Concessieverleners voornemens om de gebruiksvergoeding op 0 vast te stellen; anders zullen zij een kostendekkende gebruiksvergoeding van de Concessiehouder vragen. 18 De Concessieverleners hebben een verkenning van potentiële locaties voor Laadinfrastructuur in het Concessiegebied IJssel-Vecht laten uitvoeren waarbij per locatie de benodigde investeringen in basisvoorzieningen en de bereidheid bij betreffende gemeente, beheerder van de infrastructuur en 25

236 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 4 - Infrastructuur De Concessiehouder kan er niet vanuit gaan dat bij de start van de Concessie IJssel-Vecht bij het OV-knooppunt Station Ede-Wageningen Laadinfrastructuur inclusief basisvoorzieningen ten behoeve van Zero-emissievoertuigen gerealiseerd kan worden (zie ook artikel 6.3.3b). Vanwege de verplaatsing van het treinstation is dit naar verwachting pas bij de start van de concessie Rijn- Waal mogelijk Tenzij de Concessiehouder naar het oordeel van de betreffende Concessieverlener aannemelijk maakt dat dit ten koste van de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht gaat, reageert de Concessiehouder positief op verzoeken van concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies om (ten hoogste tegen een kostendekkende gebruiksvergoeding) gebruik te mogen maken van door hem gerealiseerde Laadinfrastructuur. De Concessiehouder doet in voorkomende gevallen binnen de grenzen van wat redelijk is vanuit het oogpunt van het garanderen van de eigen dienstverlening de betreffende concessiehouder een passend aanbod. Indien de Concessiehouder geen overeenstemming met de betreffende concessiehouder kan bereiken, kunnen de Concessieverleners aan de Concessiehouder een aanwijzing voor een passend aanbod geven. 4.4 OVERIGE INFRASTRUCTURELE VOORZIENINGEN Overige infrastructurele voorzieningen De Concessiehouder is verantwoordelijk voor het beschikbaar hebben en beheer en onderhoud van voldoende stallingen/remises, werkplaatsen en pauzevoorzieningen (zoals genoemd in Artikel 19, lid 6c van de cao openbaar vervoer) voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht. netbedrijf om hieraan mee te werken in kaart is gebracht. De Concessiehouder kanaan de verkenning geen rechten ontlenen. 26

237 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 5 - Uitvoering dienstregeling 5. Uitvoering Dienstregeling Voor Reizigers is een reis met het Openbaar Vervoer geen doel, maar een middel om op hun gewenste bestemming te komen. Reizigers hechten daarbij aan betrouwbaarheid, zekerheid, veiligheid en comfort van het Openvaar Vervoer. Betrouwbaar Openbaar Vervoer uit zich in een punctueel uitgevoerde Dienstregeling met zo weinig mogelijk Rituitval. Voldoende (zit)plaatsen in Voertuigen en een goede dienstverlening bij bijzondere omstandigheden geven Reizigers zekerheid dat zij altijd op een veilige en comfortabele manier kunnen reizen. Deze uitgangspunten vormen het vertrekpunt voor de eisen die de Concessieverleners stellen aan vervoergarantie, Rituitval en Punctualiteit. De normen die de Concessieverleners daarbij hanteren zijn afgestemd op de prestaties van de huidige concessiehouders: ambitieus maar haalbaar. 5.1 VERVOERGARANTIE Vervoergarantie De Concessiehouder heeft een vervoerplicht: hij vervoert alle Reizigers die bij een Halte aanwezig zijn met de eerstkomende Rit die in de Geldende Dienstregeling is opgenomen De vervoerplicht zoals genoemd in artikel geldt ook bij Evenementen Het is niet toegestaan dat Reizigers meer dan 30 minuten moeten staan tijdens een Rit. Het is ongewenst dat Reizigers moeten staan op wegen waar de maximumsnelheid 80 km/h of hoger is Bij een te voorziene extra vervoervraag zet de Concessiehouder extra capaciteit in om te voorkomen dat Reizigers niet meekunnen of langer dan 30 minuten moeten staan Bij een niet te voorziene extra vervoervraag zet de Concessiehouder zo spoedig mogelijk extra Rit(ten) in, zodat Reizigers niet langer dan 30 minuten op een Halte hoeven te wachten op het eerstvolgende Voertuig. 5.2 RITUITVAL EN VERVANGEND VERVOER Rituitval en Vervangend Vervoer De Concessiehouder spant zich maximaal in om Rituitval te voorkomen Ongeacht de vraag of sprake is van verwijtbaarheid, bedraagt de Rituitval in enige kalendermaand niet meer dan 0,2% per maand van het totaal aantal Ritten en niet meer dan 1,0% van het aantal Ritten van een Lijn volgens de Geldende Dienstregeling Als een Rit geheel of gedeeltelijk uitvalt, spant de Concessiehouder zich maximaal in om de overlast voor Reizigers tot een minimum te beperken door hen te informeren over gewijzigde vertrektijden en alternatieve reismogelijkheden (ook buiten het Openbaar Vervoer) Ingeval Reizigers bij Rituitval geen alternatieve reismogelijkheden met het Openbaar Vervoer hebben, zet de Concessiehouder uiterlijk één uur nadat de eerste Rit is uitgevallen Vervangend Vervoer in. Het Vervangend Vervoer is als zodanig herkenbaar en biedt voldoende capaciteit om alle Reizigers naar een 27

238 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 5 - Uitvoering dienstregeling nabijgelegen Halte te vervoeren vanaf waar Reizigers hun reis kunnen vervolgen zonder daarbij ver om te hoeven reizen Als de laatste Rit van een Lijn uitvalt, zet de Concessiehouder Vervangend Vervoer in waarmee Reizigers in ieder geval naar de gewenste Halte van de betreffende Lijn kunnen reizen De Concessiehouder hoeft geen Vervangend Vervoer aan te bieden wanneer: a. het vanuit veiligheidsoverwegingen niet mogelijk is om met Vervangend Vervoer te rijden (bijvoorbeeld bij extreme weersomstandigheden); b. Haltes en/of wegen niet bereikbaar met Openbaar Vervoer zijn en de Concessiehouder niet kan uitwijken naar alternatieve routes; De Concessiehouder informeert de Concessieverleners binnen 30 minuten na aanvang van de Rituitval teneinde zich op de in artikel genoemde situaties te kunnen beroepen. 5.3 PUNCTUALITEIT Punctualiteit De Concessiehouder spant zich maximaal in om Ritten op tijd te laten vertrekken en te laten arriveren Ritten vertrekken nooit eerder vanaf Tijdhaltes dan de vertrektijd zoals opgenomen in de Geldende Dienstregeling Van alle Ritten van een Lijn arriveert in iedere kalendermaand ten minste 85% binnen 120 seconden na de aankomsttijd zoals vermeld in de Geldende Dienstregeling op Tijdhaltes van de betreffende Rit Artikelen tot en met gelden niet voor buurtbuslijnen. 19 Voor het monitoren van de Uitvoeringskwaliteit is vanwege systeembeperkingen een afwijking van maximaal 30 seconden vóór de geplande vertrektijd in de Dienstregeling toegestaan. 28

239 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 6 - Materieel 6. Materieel Reizigers en Personeel voelen zich prettig wanneer de Voertuigen waarin ze reizen en werken veilig, toegankelijk, comfortabel en netjes zijn. De keuze voor en het onderhoud van Voertuigen draagt daarmee bij aan een positieve waardering van het Openbaar Vervoer. Dit hoofdstuk bevat de eisen waaraan de Voertuigen die de Concessiehouder voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht inzet of laat inzetten minimaal moeten voldoen. Dit betreffen zowel algemene technische eisen als functionele eisen ten aanzien van veiligheid, toegankelijkheid, comfort en netheid. De Concessieverleners laten de keuze wat betreft de typen Voertuigen die voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht worden ingezet, aan de Concessiehouder. Inschrijvers wordt gevraagd om in hun Inschrijving een Materieelplan op te nemen waarin zij hun keuze toelichten en onderbouwen dat de in te zetten typen Voertuigen aan de eisen in dit hoofdstuk voldoen. 6.1 ALGEMEEN Algemeen De eisen ten aanzien van het Materieel gelden voor Voertuigen die de Concessiehouder zelf voor de uitvoering van de Concessie IJssel- Vecht inzet en Derden in opdracht van de Concessiehouder voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht inzetten Voor alle typen Voertuigen, zowel Bussen als Auto s, gelden dezelfde eisen, tenzij in dit hoofdstuk anders is aangegeven Op verzoek van de Concessiehouder kunnen de Concessieverleners ontheffing verlenen voor eisen aan het Materieel, voor zover het Voertuigen betreft die de Concessiehouder uitsluitend inzet op Versterkingsritten, bij Calamiteiten en Evenementen en als Vervangend Vervoer. De Concessiehouder zorgt ervoor dat deze Voertuigen in ieder geval beschikken over check-in-check-out-apparatuur en betaalapparatuur en stelt gegevens over het gebruik (in reizigersaantallen en -kilometers) en de Reizigersopbrengsten van de Ritten uitgevoerd met deze Voertuigen aan de Concessieverleners beschikbaar (zie ook hoofdstuk 13). Wanneer de milieuprestaties van deze Voertuigen minder goed zijn dan die van de Voertuigen die hij standaard voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht inzet, zorgt de Concessiehouder ervoor dat hij deze Voertuigen zo min mogelijk inzet op Ritten van en naar locaties waar sprake is van problemen op het gebied van luchtkwaliteit In alle gevallen stemt de Concessiehouder de aantallen en kenmerken van de Voertuigen die hij voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht inzet, af op: het verwachte aantal Reizigers en de capaciteit (bijvoorbeeld het aantal beschikbaar halteplaatsen) en beperkingen (o.a. qua lengte, breedte, draaicirkel, afstand bodem tot het wegdek, toegestane aslast en aandrijving) van de voor het Openbaar Vervoer beschikbare infrastructuur. 29

240 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 6 - Materieel De Concessiehouder gaat bij het opstellen van het Vervoerplan bij de Wegbeheerders na of de typen Voertuigen die hij op een Lijn wil inzetten aansluiten bij de capaciteit en beperkingen van de betreffende infrastructuur (zie ook paragraaf 4.1). 6.2 TECHNISCHE EISEN Technische Eisen Voertuigen zijn in ieder geval voorzien van de volgende apparatuur: a. een voertuigvolgsysteem (VVS), onder meer ten behoeve van de levering van actuele gegevens zoals bedoeld in paragraaf 13.1; b. een KAR- en VETAG/VECOM-systeem dat voldoet aan de eisen in de publicatie Korte Afstand Radio (CROW, rekening houdend met nieuwe ontwikkelingen); c. een communicatiesysteem waarmee het Personeel en bestuurders van Buurtbussen te allen tijde contact kunnen opnemen met de Verkeersleiding van de Concessiehouder; d. Vaste check-in-check-out-apparatuur en betaalapparatuur Bussen zijn in ieder geval ook voorzien van: a. displays voor het tonen van reisinformatie (zie artikel 7.4.4); b. een (automatisch) halteomroepsysteem (zie artikel 7.4.7); c. camera s ten behoeve van de Sociale Veiligheid (zie paragraaf 12.6) De Concessiehouder zorgt dat alle apparatuur in de Voertuigen goed werkt en test de werking van de apparatuur in ieder geval voor aanvang van de Concessie IJssel-Vecht en bij instroom/vervanging van Voertuigen en vervanging van apparatuur tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht. De Concessiehouder verstrekt uiterlijk twee maanden voor de start van de Concessie IJssel-Vecht en voor de instroom/vervanging van (apparatuur in) Voertuigen aan de Concessieverleners een rapport waaruit blijkt dat de apparatuur in de Voertuigen aan de eisen voldoet Voertuigen zijn voorzien van een dodehoekspiegel De Concessieverleners zien de gebruikerstoepassing "geconditioneerde coöperatieve OV prioriteit" als een belangrijke toepassing voor bevordering van de doorstroming bij kruispunten. Implementatie van deze coöperatieve toepassing (via cellulaire techniek) vraagt aanpassingen van bestaande verkeersregelinstallaties. De Concessiehouder werkt vanuit zijn eigen rol en mogelijkheden actief aan deze aanpassingen mee, onder meer door ervoor te zorgen dat de Voertuigen geschikt zijn voor het uitvoeren van C-ITS-prioritering bij de betreffende verkeersregelinstallaties. De Concessiehouder en zijn Voertuigen voldoen aan de eisen en afspraken zoals deze zijn en worden vastgelegd binnen het partnership Talking Traffic (zie ook het document OV bestekteksten mbt C-ITS prioritering Concept 0.2 ). Uiterlijk twee maanden voor aanvang van de Concessie IJssel-Vecht toont de Concessiehouder aan dat hij aan deze eisen voldoet (zie ook artikel 6.2.3). 6.3 DUURZAAMHEID 30

241 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 6 - Materieel Duurzaamheid De Concessiehouder streeft bij de uitvoering van het Openbaar Vervoer blijvend naar: a. beperking van het energieverbruik; b. zoveel mogelijk gebruik van Hernieuwbare energie of brandstof, waarbij nieuwe Bussen die vanaf 2025 instromen in ieder geval volledig van Hernieuwbare energie of brandstof gebruikmaken; c. minimalisatie van de uitstoot van schadelijke stoffen, geluids- en trillingshinder, emissie van zware metalen en chemisch afval De Hernieuwbare energie of brandstof waarvan de Concessiehouder gebruik maakt is met het oog op economische ontwikkeling zoveel mogelijk regionaal opgewekt Bij de start van de Concessie IJssel-Vecht dan wel het moment dat een Concessiedeel aan de Concessie IJssel-Vecht wordt toegevoegd zet de Concessiehouder Voertuigen in die qua milieuprestaties ten minste voldoen aan de volgende normering: a. Stadslijnen in Apeldoorn, Lelystad en Zwolle behorend tot de categorieën A- lijnen en B-lijnen: Zero-Emissievoertuigen; b. Stadslijnen in Ede 20 : Voertuigen die ten minste voldoen aan de EEV-norm met Groen Gas als energiebron; c. Overige Lijnen: Bussen die ten minste voldoen aan de Euro VI-norm dan wel Auto s die ten minste voldoen aan de Euro 6-norm Tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht gelden de volgende aanvullende eisen ten aanzien van de milieuprestaties van Voertuigen: a. Nieuwe Bussen die vanaf 2025 instromen, al dan niet ter vervanging van Voertuigen: Zero-Emissievoertuigen. b. Alle Voertuigen die vanaf 2030 voor de uitvoering van de Concessie IJssel- Vecht worden ingezet: Zero-Emissievoertuigen Tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht zet de Concessiehouder Voertuigen in die qua milieuprestaties en qua inzet gemeten in Dienstregelinguren ten minste voldoen aan het transitiepad in zijn Inschrijving. Het is de Concessiehouder niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Concessieverleners minder Dienstregelinguren met Zeroemissievoertuigen uit te voeren dan hij in zijn Inschrijving heeft aangeboden. De Concessieverleners zijn nimmer verplicht om hiervoor goedkeuring te verlenen De norm emissievrij zoals bedoeld in artikelen en omvat niet de apparatuur ten behoeve van Klimaatbeheersing in de Voertuigen, zoals standkachels of airconditioning. Ingeval deze apparatuur niet emissievrij is, maakt de Concessiehouder voor deze apparatuur gebruik van duurzame biobrandstoffen De Concessiehouder verleent zijn medewerking aan de uitvoering van beleid en initiatieven/pilots van of namens de Concessieverleners gericht op een verdere verduurzaming van de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht, 20 Deze eis geldt ook voor de huidige Lijnen 84 en 88 wanneer deze Lijnen in de eerste jaren deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht. 31

242 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 6 - Materieel waaronder pilots met waterstofbussen en smart grid centres. De extra kosten ten opzichte van de Inschrijving komen in dat geval voor rekening van de Concessieverleners. De Concessiehouder stelt hiertoe een business case op overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 van de Financiële bepalingen. Circulariteit De Concessiehouder streeft bij de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht blijvend naar maximalisatie van hergebruik van producten, materialen en grondstoffen en behoud van natuurlijke hulpbronnen (= circulaire economie) De Concessiehouder geeft in zijn Inschrijving in de vorm van een maatregelpakket Circulariteit in ieder geval aan welke maatregelen hij vanuit het oogpunt van circulariteit treft als het gaat om (her)gebruik van accupakketten/batterijen, banden en smeer- en koelmiddelen Tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht neemt de Concessiehouder jaarlijks in het Concessiejaarplan (zie artikel f) ten minste één aanvullende maatregel die hij vanuit het oogpunt van circulariteit in het komende kalenderjaar gaat uitvoeren De Concessiehouder levert uiterlijk drie maanden na afloop van een kalenderjaar aan de Concessieverleners als onderdeel van de kwartaalrapportages (zie artikel ) een overzicht van de resultaten van de maatregelen op het gebied van circulariteit in het afgelopen kalenderjaar. 6.4 TOEGANKELIJKHEID Toegankelijkheid Voertuigen voldoen aan de op het moment van aanschaf geldende wet- en regelgeving ten aanzien van toegankelijkheid, zoals onder meer vastgelegd in het Besluit toegankelijkheid van het openbaar vervoer en de Verordening (EG) Nr. 661/ Voertuigen voldoen aan de richtlijnen inzake de inrichting, kenmerken en toegankelijkheid zoals opgenomen in de publicatie Toegankelijkheid collectief personenvervoer Bussen (CROW-publicatie 219c) dan wel de publicatie Toegankelijkheid collectief personenvervoer Taxi s (CROW-publicatie 219b) of diens opvolger(s) Bussen en Buurtbussen beschikken over ruimte voor ten minste één (elektrische) rolstoel. Deze ruimte is voorzien van een rolstoelbevestigingssysteem waarmee Reizigers met een rolstoel zichzelf zonder tussenkomst van andere personen moeten kunnen vastzetten, een beugel ter voorkoming van het zijwaarts verplaatsen in bochten, een vanuit de rolstoel bereikbare stopknop en een aanduiding van de rolstoelplaats De Concessiehouder zorgt ervoor dat vanaf de rolstoelplek ten minste één display voor het tonen van (actuele) reisinformatie goed zichtbaar is en de automatische halteomroep goed hoorbaar is Bussen, Buurtbussen en Taxibussen zijn voorzien van een (gedeeltelijk) lage vloer en een elektrische oprijplaat zodat Reizigers met een rolstoel vanaf een halteperron zonder assistentie de Voertuigen in en uit kunnen gaan. 6.5 UITERLIJK VOERTUIGEN EN RECLAME 32

243 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 6 - Materieel Uiterlijk Voertuigen Alle Voertuigen voldoen qua kleurstelling, naamgeving en inrichting aan de eisen zoals die voortvloeien uit de Brandguide Ingeval de Concessiehouder bepaalde Lijnen als HOV-lijnen aanbiedt (zie paragraaf 3.2), zet de Concessiehouder op deze Lijnen Voertuigen in die qua Merk, productnaam en kleurstelling voldoen aan de eisen voor de productformule Hoogwaardig OV die onderdeel is van de Brandguide. De Concessiehouder geeft in het Materieelplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving aan hoe de uitvoering van deze Voertuigen bijdraagt aan een extra wervende uitstraling naar Reizigers toe (zie ook artikel ) Voertuigen die de Concessiehouder ten behoeve van Buurtbuslijnen beschikbaar stelt voldoen qua Merk, productnaam en kleurstelling aan de eisen voor de productformule Buurtbus die onderdeel is van de Brandguide Ingeval de Concessiehouder tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht voorstellen doet voor aanvullende productformules voor (een deel van de) Lijnen, niet zijnde HOV-lijnen of Buurtbuslijnen, als bedoeld in , dan legt hij deze voorstellen voor advies aan de ROCOV s en ter vaststelling aan de Concessieverleners voor. De Concessiehouder geeft daarbij aan in hoeverre de Voertuigen die hij op deze Lijnen inzet zich qua productnaam en kleurstelling onderscheiden van de overige Voertuigen Ingeval de Concessieverleners, naast de productformules Hoogwaardig OV en Buurtbus, een aanvullende productformule voor (een deel van de) Lijnen vaststellen, zorgt de Concessiehouder ervoor dat de Voertuigen die hij op deze Lijnen inzet, binnen zes maanden na een daartoe strekkend verzoek van de Concessieverleners, qua kleurstelling, naamgeving en inrichting zijn uitgevoerd overeenkomstig de eisen die hieraan vanuit deze productformule worden gesteld. De extra kosten ten opzichte van de Inschrijving komen in dat geval voor rekening van de Concessieverleners. De Concessiehouder stelt hiertoe een business case op overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 van de Financiële bepalingen De Concessiehouder mag, wanneer er geen (reserve)voertuigen, uitgevoerd conform een specifieke productformule of met een regionaal accent beschikbaar zijn, andere Voertuigen op Ritten van Lijnen vallend onder de betreffende productformule/regio inzetten voor de uitvoering van versterkingsritten of tijdelijk ter vervanging van een defect Voertuig. Reclame Het is de Concessiehouder niet toegestaan reclame aan te brengen op de Voertuigen, anders dan op de achterzijde (exclusief ruiten) van de Voertuigen. Dit onder de voorwaarde dat de reclame aan het Openbaar Vervoer gerelateerd is en niet ten koste gaat van de herkenbaarheid van (specifieke elementen van) de Voertuigen, het Merk en/of verstrekte reisinformatie in of op de Voertuigen (zie paragraaf 7.4). Voor de Buurtbussen geldt dat uitsluitend de buurtbusverenigingen de mogelijkheid hebben om, in afstemming met de betreffende Concessieverlener en binnen de kaders van de Brandguide, reclame aan te (laten) brengen aan de binnen- en buitenzijde van de Buurtbussen. De opbrengsten van de reclame op of in de Buurtbussen komen toe aan de betreffende buurtbusvereniging (zie ook het Protocol Buurtbus OV Oost) Op verzoek van de Concessieverleners plaatst, onderhoudt en verwijdert de Concessiehouder gratis reclame voor de Concessieverleners op en/of in door 33

244 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 6 - Materieel de Concessieverleners aangegeven Voertuigen tijdens een door de Concessieverleners aangegeven periode. De reclame kan betrekking hebben op de organisatie van de Concessieverleners of op beleids- en uitvoeringsprogramma s waarbij de Concessieverleners betrokken zijn. 6.6 COMFORT EN NETHEID Comfort en netheid De Concessiehouder zorgt voor geluids- en trillingsarme Voertuigen met voldoende schokbreking en vering, een goed zitcomfort, voldoende bagageruimte, goede voorzieningen voor Reizigers die onverhoopt moeten staan, en andere voorzieningen en diensten die het verblijf in de Voertuigen veraangenamen Voertuigen zijn voorzien van goed werkende apparatuur ten behoeve van de Klimaatbeheersing, zodanig dat Personeel en Reizigers bij alle weersomstandigheden aangenaam in alle delen van de Voertuigen kunnen verblijven Voertuigen zijn voorzien van een goed werkend, gratis wifi-netwerk met voldoende snelheid voor normaal internetgebruik, waarvan Reizigers gebruik kunnen maken zonder dat zij zich daarvoor hoeven te registreren De Concessiehouder zorgt ervoor dat het interieur en exterieur van Voertuigen minimaal voor aanvang van de eerste Rit van de dag schoon, heel en vrij zijn van graffiti en schade die afbreuk doet aan de veiligheid en uitstraling van het Openbaar Vervoer Voertuigen zijn voorzien van een goede cabine-ergonomie (goede instelbare stoel met voldoende zijdelingse steun en/of steun in de onderrug, verstelbaar stuur, eenvoudig te bedienen) zodanig dat het Personeel haar taken goed kan uitvoeren. 6.7 BUURTBUSSEN Buurtbussen De Concessiehouder stelt Buurtbussen beschikbaar voor door de Concessieverleners vastgestelde buurtbuslijnen in het Concessiegebied IJssel-Vecht en onderhoudt deze Buurtbussen. De Concessiehouder zorgt voor extra Buurtbussen ten behoeve van onderhoud en Versterkingsritten De Buurtbussen zijn geschikt om bestuurd te worden door chauffeurs die in het bezit van een rijbewijs B zijn De Concessiehouder voorziet de Buurtbussen van huisregels waaronder de regel dat het verplicht is als Reiziger een veiligheidsgordel te dragen. 34

245 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 7 - Reisinformatie 7. Reisinformatie Reizigers verplaatsen zich met uiteenlopende vervoervormen. Ze werken, studeren of recreëren op verschillende plaatsen en op verschillende tijdstippen. Ze pakken de ene keer de fiets of de eigen auto, de ander keer het Openbaar Vervoer of een andere mobiliteitsoplossing. Reizigers maken niet elke dag meer dezelfde reis. Goede reisinformatie van deur tot deur is voor Reizigers dan ook onmisbaar. Reizigers willen volledige en juiste reisinformatie kunnen raadplegen om hun reis voorafgaand te plannen. En tijdens hun reis willen Reizigers over actuele reisinformatie kunnen beschikken. De Concessiehouder brengt Reizigers op de hoogte van de oorzaak en duur van verstoringen en alternatieve reismogelijkheden. Op basis daarvan kunnen Reizigers hun route aanpassen. Daarnaast verbreedt de dienstverlening zich van informeren over naar compleet faciliteren van een reis: plannen, boeken en betalen. De Concessiehouder stelt daartoe gegevensbestanden beschikbaar aan andere partijen, zoals aanbieders van Mobility as a Service (MaaS), en houdt zich aan landelijke standaarden en afspraken om bij te dragen aan deze ontwikkelingen. 7.1 BESCHIKBAARHEID REISINFORMATIE Beschikbaarheid reisinformatie De Concessiehouder stelt aan Reizigers gratis reisinformatie ter beschikking zonder dat Reizigers een account of een equivalent hiervan hoeven aan te maken of persoonlijke gegevens hoeven achter te laten. Op verzoek van Reizigers stelt de Concessiehouder reisinformatie schriftelijk (dat wil zeggen op papier) beschikbaar De Concessiehouder informeert Reizigers en relevante Stakeholders ten minste 4 weken voor de ingangsdatum over relevante wijzigingen, in ieder geval ten aanzien van de Dienstregeling en de Tarieven De Concessiehouder neemt voor zijn aanbod aan reisinformatie in enig Dienstregelingjaar het aanbod in het voorafgaande Dienstregelingjaar als uitgangspunt De Concessiehouder kan in het Concessiejaarplan voorstellen opnemen voor een andere inhoud, vormgeving, uitvoeringsvorm en/of verspreidingsvorm van reisinformatie. Voorwaarde hierbij is dat de beschikbaarheid en kwaliteit voor de verschillende doelgroepen van de reisinformatie ten minste vergelijkbaar blijft; dit ter beoordeling van de Concessieverleners De Concessiehouder biedt Reizigers die proactief reisinformatie willen ontvangen, de mogelijkheid om via bijvoorbeeld een account persoonlijke reisinformatie op maat te ontvangen. Begrijpelijke, toegankelijke informatie De Concessiehouder zorgt dat alle reisinformatie begrijpelijk en toegankelijk is voor alle Reizigers, waaronder Reizigers met een visuele of auditieve beperking Als norm voor de begrijpelijkheid van reisinformatie geldt niveau B1 van het Europees Referentiekader voor de talen Als norm voor de toegankelijkheid van reisinformatie op websites dan wel apps geldt het waarmerk Drempelvrij niveau AA (zie 35

246 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 7 - Reisinformatie De Concessiehouder zorgt dat drie maanden voor start van de Concessie IJssel-Vecht de websites dan wel apps gecertificeerd zijn (zie en voldoen waar relevant aan de Europese standaard EN INHOUD REISINFORMATIE Inhoud van de (digitale) reisinformatie De reisinformatie omvat in ieder geval: a. Een actuele deur-tot-deur reisplanner (met de reële vertrek- en aankomsttijden en vermeldingen van storingen) voor ten minste het Openbaar Vervoer en de Dienstregeling op halte- en lijnniveau, inclusief overstapmogelijkheden en informatie over Aansluitingen, ook naar aangrenzende concessies; b. Actuele reisinformatie en informatie over wijzigingen zoals (ongeplande) omleidingen en evenementen, Rituitval en verstoringen met vermelding van oorzaak, duur, reisalternatieven en einde van de wijziging; c. Actuele informatie over verstoringen met vermelding van oorzaak, verwachte duur en reisalternatieven (ook buiten het OV), zo spoedig mogelijk na het optreden van de verstoring. De Concessiehouder zorgt ervoor dat Reizigers zoals bedoeld in artikel desgevraagd deze informatie over door hen aangegeven reizen of trajecten ontvangen. d. Informatie over Tarieven, (verkrijgbaarheid van) Reisproducten en (verkrijgbaarheid van) Productdragers, waarbij de Concessiehouder ervoor zorgt dat Reizigers op basis van deze informatie, bij voorkeur met vermelding van geldige aanbiedingen, eenvoudig kunnen bepalen welk Reisproduct het beste past bij de wensen. e. Informatie over Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer, voor zover aangeboden door de Concessiehouder, waaronder de wijze waarop Reizigers een reis kunnen boeken en betalen; f. Informatie over de bereikbaarheid van de klantenservice en klachtenlijn, inclusief vermelding van alle wijzen waarop de klantenservice bereikbaar is. g. Een verwijzing naar de websites van aangrenzende en inliggende concessiehouders en NS en naar lokale en regionale aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten. De Concessiehouder houdt de verwijzingen gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht up-to-date. h. Adres en telefoonnummer van: het OV-loket of een opvolger hiervan; de Geschillencommissie Openbaar Vervoer. 7.3 REISINFORMATIE OP HALTES Reisinformatie op de Haltes De Concessiehouder voorziet elke Halte van een haltebord met de haltenaam en een Haltevertrekstaat en elke Halte met een abri van een Halteposter. In het Informatieportaal zijn voorbeelden opgenomen van Haltevertrekstaten en Halteposters die als vertrekpunt dienen voor het aanbod van de Concessiehouder. Het aanbod van de Concessiehouder dient minimaal gelijkwaardig te zijn; dit naar het oordeel van de Concessieverleners. De 36

247 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 7 - Reisinformatie informatie op het voorbeeld dient tenminste op de poster van de concessiehouder komen te staan Als er geen Halteposter in een abri bij de Halte hangt, vermeldt de Concessiehouder zijn contactgegevens op de Haltevertrekstaat De Concessiehouder maakt met de concessiehouders van de aangrenzende en inliggende concessies en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten afspraken over tijdige wederzijdse aanlevering van reisinformatie over alle lijnen die een Halte aandoen en over tijdelijke omleidingen als gevolg van werkzaamheden Als een Halte tijdelijk vervalt en/of een Lijn tijdelijk vanaf een andere Halte vertrekt, geeft de Concessiehouder op de betreffende Halte aan hoe lang de betreffende Halte niet beschikbaar is. De Concessiehouder informeert Reizigers met een kaart van de omgeving van de betreffende Halte en een routebeschrijving over: de dichtstbijzijnde Halte van de betreffende Lijn, de tijdelijke route van de Lijn als gevolg van werkzaamheden en relevante informatie over eventuele Andere Mobiliteitsdiensten waarvan zij gebruik kunnen maken. 7.4 REISINFORMATIE VOERTUIGEN Informatie in en op de Voertuigen De Concessiehouder voorziet Bussen van een verlichte aanduiding van het Lijnnummer en de eindbestemming aan de voor- en rechterzijde van de Bus en een aanduiding van het Lijnnummer aan de achterzijde van de Bus De Concessiehouder voorziet Buurtbussen en Taxibussen van een verlichte aanduiding van het Lijnnummer en de eindbestemming aan de voorzijde van het Voertuig De Concessiehouder vermeldt in de Voertuigen de contactmogelijkheden voor Reizigers met de Concessiehouder De Concessiehouder voorziet de Bussen van werkende displays met voor de Reiziger juiste en actuele reisinformatie (zie artikel 7.2.1b) De reisinformatie op de displays zoals bedoeld in artikel is vanaf elke plek in het Voertuig voldoende lang zichtbaar en leesbaar voor Reizigers, waaronder Reizigers die minder snel kunnen lezen De Concessiehouder gebruikt de displays alleen voor het tonen van reisinformatie en, na goedkeuring van de Concessieverleners, informatie ter promotie van het Openvaar Vervoer en Andere Mobiliteitsdiensten die met de Concessieverleners is afgestemd De Concessiehouder zorgt voor automatische omroepberichten in de Voertuigen, waarbij ten minste de eerstvolgende Halte en de belangrijkste overstapmogelijkheden vanaf de eerstvolgende Halte worden genoemd. De omroepberichten zijn juist, relevant, tijdig en verstaanbaar Indien de automatische omroep niet werkt, verzorgt het Personeel de omroepen zoals genoemd in artikel

248 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 7 - Reisinformatie 7.5 STRATEGIE REISINFORMATIE Strategie op (doorontwikkeling van) reisinformatie De Concessiehouder werkt in zijn Kwaliteitsplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving en in het ontwikkelplan een strategie ten aanzien van de (door)ontwikkeling van reisinformatie uit met daarbij ten minste de aandacht voor de volgende punten: a. toekomstige ontwikkelingen op het gebied van reisinformatie die de Concessiehouder voorziet en hoe hij hierop inspeelt; b. welke veranderingen de Concessiehouder in de reisinformatie doorvoert bij aanvang en tijdens de Concessie IJssel-Vecht; c. de wijze waarop de Concessiehouder informatie en data levert aan derden die reisinformatie willen aanbieden en reizen willen verkopen; d. hoe hij Reizigers snel, correct en desgewenst persoonlijk en proactief informeert over verstoringen. 7.6 CONTROLE REISINFORMATIEMIDDELEN Controle reisinformatiemiddelen De Concessiehouder zorgt ervoor dat de reisinformatiekanalen adequaat functioneren en dat de geleverde informatie aan de hierboven genoemde eisen voldoet. De Concessieverleners voeren op Haltes en in Voertuigen regelmatig kwaliteitscontroles uit. 38

249 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 8 - Productdragers, Tarieven en distributie 8. Productdragers, Tarieven en distributie Reizigers verlangen betaalbaar en toegankelijk Openbaar Vervoer met bijbehorende zekerheid en gemak. De Concessieverleners werken samen met de Concessiehouder aan een overzichtelijk assortiment van Productdragers, Reisproducten en Tarieven. Op dit moment is de OV-chipkaart de belangrijkste Productdrager. Nieuwe initiatieven, zoals reizen met de mobiele telefoon of bankpas, worden in de toekomst hieraan toegevoegd of gaan de OV-chipkaart vervangen. Om Reizigers optimaal te faciliteren, zorgt de Concessiehouder voor (meer) betaal- en reisgemak en een op de behoeften van Reizigers afgestemd aanbod van Productdragers en distributiekanalen. Reizigers kunnen gebruikmaken van aantrekkelijke abonnementen en kortingsproducten. Het Tarievenhuis Oost vormt hiervoor de basis. Reizigers kunnen op dit moment korting krijgen door ver, vaak of buiten de spitstijden te reizen. Als opbrengstverantwoordelijke mag de Concessiehouder, binnen de kaders van het Tarievenhuis Oost, voorstellen doen voor nieuwe Reisproducten en Tarieven die bijdragen aan de aantrekkelijkheid en het gebruik van het Openbaar Vervoer. De Concessieverleners kunnen na start van de Concessie IJssel-Vecht, bijvoorbeeld binnen de samenwerking rond het Tarievenhuis Oost, een traject starten om tot één kilometertarief voor het gehele Concessiegebied IJssel-Vecht te komen. 8.1 ALGEMEEN Algemeen De Concessiehouder vervoert alle Reizigers die beschikken over een Productdrager met een voor de Concessie IJssel-Vecht geldig Reisproduct Bij disfunctioneren van check-in-check-out-apparatuur en/of betaalapparatuur in Voertuigen zorgt de Concessiehouder ervoor dat Reizigers niet meer voor hun reis hoeven te betalen dan wanneer zij gebruik zouden maken van hun Reisproduct De Concessiehouder beschikt over een restitutieregeling waarmee Reizigers te veel geïncasseerde gelden terug kunnen krijgen. De Concessiehouder legt een voorstel voor (aanpassing van) de restitutieregeling ter vaststelling voor aan de Concessieverleners. De Concessiehouder conformeert zich daarbij aan afspraken in het kader van het Landelijk Tarievenkader (LTK), waarin onder meer de hoogte van de restitutie is bepaald De Concessiehouder zorgt ervoor dat Reizigers automatisch op vooraf afgesproken momenten (bijvoorbeeld per maand) of op aanvraag via een website, per mail of per post eenvoudig een gratis overzicht van hun reisgeschiedenis inclusief bijbehorende kosten kunnen verkrijgen Reizigers ontvangen van de Concessiehouder bericht als hun Reisproduct bijna is verlopen en een aanbod tot verlengen of opzeggen van hun Reisproduct. 8.2 NIEUWE PRODUCTDRAGERS Nieuwe Productdragers De Concessiehouder vervult een actieve rol bij, staat open voor en werkt constructief mee aan de ontwikkeling en implementatie van nieuwe Productdragers in aanvulling op of ter vervanging van de OV-chipkaart. 39

250 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 8 - Productdragers, Tarieven en distributie Het is de Concessiehouder alleen toegestaan nieuwe Productdragers te introduceren of bestaande Productdragers te wijzigen of uit te faseren na voorafgaande toestemming van de Concessieverleners. De Concessieverleners beoordelen een daartoe strekkend verzoek van de Concessiehouder op basis van de mate waarin de mogelijkheden van de nieuwe/gewijzigde Productdrager en de variatie in Productdragers aansluiten op de behoeften en kwaliteitseisen van Reizigers De Concessiehouder zorgt ervoor dat de introductie van nieuwe Productdragers of de wijziging/uitfasering van bestaande Productdragers niet ten koste gaat van: a. de mogelijkheid voor Reizigers om een overzicht van reisgeschiedenis en kosten op te vragen zoals bedoeld in 8.1.4; b. de verdeling van en verantwoording over Reizigersopbrengsten; c. de levering van gegevens aan de Concessieverleners zoals beschreven in hoofdstuk De ontwikkeling, invoering, instandhouding, uitbreiding, vernieuwing en vervanging van en de dienstverlening omtrent Productdragers, inclusief achterliggende systemen, zijn voor rekening en risico van de Concessiehouder, tenzij de Concessieverleners hierover in landelijk verband andere afspraken hebben gemaakt. 8.3 REISRECHTEN EN TARIEVEN Reisrechten en Tarieven De Concessiehouder conformeert zich aan het Landelijk Tarievenkader (LTK) of diens opvolger(s) en neemt actief deel aan de Uitvoeringscommissie Landelijk Tarievenkader (UC LTK) of diens opvolger(s) De Concessiehouder accepteert alle landelijk geldende Reisproducten op alle Voertuigen Reizigers betalen bij een overstap binnen 35 minuten tussen twee Ritten van regionale treinen, Bussen of Auto s één keer het opstaptarief De Concessiehouder conformeert zich aan de uitgangspunten van en werkwijze rond het Tarievenhuis Oost De Concessiehouder hanteert alleen Reisproducten en Tarieven die landelijk of door de Concessieverleners zijn vastgesteld, waarbij de Concessieverleners de maximumtarieven bepalen De Concessiehouder neemt actief deel aan het Tarievenoverleg Oost waarin afstemming plaatsvindt tussen de Concessiehouder, andere concessiehouders en de Concessieverleners over onder meer de Tarieven voor Ritkaarten, vraagafhankelijk vervoer en abonnementen, de kortingspercentages voor abonnementen en 21 Het Tarievenhuis Oost betreft momenteel de concessies binnen Flevoland (met uitzondering van de concessies Lelystad en Almere), Gelderland en Overijssel. Met het oog op de nieuwe concessie-indeling onderzoeken de Concessieverleners nog de wenselijkheid en mogelijkheden om de Tarieven zoals die voor het stadsvervoer in Lelystad gelden een plek in het Tarievenhuis Oost te geven. 40

251 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 8 - Productdragers, Tarieven en distributie de variatie in abonnementen. De deelname aan het Tarievenoverleg Oost start direct na de gunning van de Concessie IJssel-Vecht De Concessiehouder neemt in het Tarievenplan (zie artikelen en ) jaarlijks een voorstel op voor correctie van de Tarieven met maximaal het landelijk overeengekomen percentage (= de Landelijke Tariefindex (LTI) of diens opvolger(s)) De Concessiehouder mag een rituitrijdkaart introduceren om zwartrijden tegen te gaan. De Concessiehouder stemt het Tarief voor de rituitrijdkaart af met concessiehouders van inliggende en aangrenzende concessies en legt een voorstel daartoe ter vaststelling aan de Concessieverleners voor De Concessiehouder neemt in ieder geval in het Tarievenplan voor het eerste jaar van de Concessie IJssel-Vecht een voorstel op voor de opzet en prijs van trajectabonnementen De Concessiehouder draagt zorg dat Reizigers geen nadeel (financieel of anderszins) ondervinden wanneer zij met een Reisproduct dat geldig is in de Concessie IJssel-Vecht dan wel een aangrenzende concessie tijdens hun reis de grens van het Concessiegebied IJssel-Vecht overschrijden. 22 De Concessiehouder maakt hierover tijdens de implementatie en gedurende de gehele looptijd van de Concessie IJssel-Vecht afspraken met concessiehouders uit aangrenzende en inliggende concessies. Deze afspraken hebben betrekking op de acceptatie van elkaars Reisproducten en een rechtvaardige verdeling tussen concessiehouders van de Reizigersopbrengsten en derving als gevolg van deze afspraken. De Concessieverleners stellen afspraken over de geldigheid van grensoverschrijdende Tarieven vast volgens de procedure voor het Tarievenplan. De Concessiehouder zorgt ervoor dat Reizigers op eenvoudige wijze begrijpelijke informatie over deze afspraken kunnen vinden en krijgen De Concessiehouder mag voorstellen voor gratis Openbaar Vervoer doen, mits hij ten genoegen van de Concessieverleners aantoont dat de kosten/gederfde Reizigersopbrengsten niet voor rekening komen van de Concessieverleners en Reizigers die niet in aanmerking komen voor het gratis Openbaar Vervoer Ingeval de Concessiehouder extra service/kwaliteit op een Lijn biedt, mag hij hiervoor geen hoger Tarief bij Reizigers in rekening brengen wanneer deze Reizigers geen andere reismogelijkheden tussen Haltes van de betreffende Lijn met Openbaar Vervoer voor het gangbare vastgestelde Tarief hebben De Concessiehouder werkt op verzoek van de Concessieverleners mee aan de introductie en uitvoering van 'loyalty'-systemen De Concessiehouder biedt derden die in opdracht van de Concessieverleners onderzoek doen in het Openbaar Vervoer (bijvoorbeeld reizigerstellingen en kwaliteitsonderzoek), de mogelijkheid om gratis met het Openbaar Vervoer te reizen De Concessiehouder werkt in het Marketingplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving en in het ontwikkelplan een strategie ten aanzien van Tarieven en Reisproducten uit, waarbij hij in ieder geval ingaat op: 22 Voorbeelden van huidige afspraken zijn: acceptatie van grensoverschrijdende sterabonnementen vanuit Drenthe en Friesland in Overijssel; acceptatie van abonnementen uit de concessie Almere op buslijnen naar Zeewolde en Lelystad. 41

252 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 8 - Productdragers, Tarieven en distributie a. De kansen die hij ziet om met nieuwe/aangepaste Tarieven en Reisproducten beter in te spelen op de vervoerbehoeften van Reizigers; b. De introductie van het trajectabonnement zoals genoemd in artikel c. De manier waarop de Concessiehouder de LTI zoals genoemd in artikel verwerkt in de Tarieven; d. De wijze waarop de Concessiehouder de hoogte van de Tarieven berekent die hij jaarlijks in het Tarievenplan aan de Concessieverleners zal voorstellen De Concessiehouder stelt jaarlijks een Tarievenplan op met voorstellen voor in het volgende kalenderjaar te hanteren Tarieven en Reisproducten Alvorens hij het Tarievenplan ter vaststelling aan de Concessieverleners aanbiedt, legt de Concessiehouder het Tarievenplan ter advisering voor aan de ROCOV s. De Concessiehouder voegt het ROCOV-advies en de wijze waarop hij met dit advies is omgegaan, toe aan het verzoek tot vaststelling van het Tarievenplan. 8.4 DISTRIBUTIENETWERK Distributienetwerk De Concessiehouder is verantwoordelijk voor een werkend distributienetwerk voor de aanschaf van Reisproducten en eventueel Productdragers. De Concessieverleners stellen distributievoorzieningen 23 die bij aanvang van de Concessie IJssel-Vecht hun eigendom zijn om niet beschikbaar aan de Concessiehouder De Concessiehouder stelt alle landelijke Reisproducten (met uitzondering van Reisproducten waarop de betreffende aanbieder alleenrecht van verkoop heeft) en alle regionale Reisproducten beschikbaar voor aanschaf aan alle Reizigers De Concessiehouder biedt een beslissingsondersteunend systeem (BOS) aan, waarmee Reizigers eenvoudig het Reisproduct kunnen kiezen dat het beste aansluit op hun vervoerbehoeften De Concessiehouder zet zijn distributienetwerk bij start van de Concessie IJssel-Vecht zo op dat 98% van de inwoners in het Concessiegebied IJssel- Vecht binnen een straal van 5 kilometer van hun woonadres toegang hebben tot een door de Concessiehouder zelf of een Derde geëxploiteerd fysieke voorziening (zoals AVM- en CCV-automaten zie ook bijlage ). Het netwerk van verkooppunten in het Concessiegebied IJssel-Vecht per 1 juli 2018 geldt daarbij als referentienetwerk en kan na één jaar worden geëvalueerd. De Concessiehouder mag met een voorstel komen voor een eigen invulling, waarbij de Concessiehouder in ieder geval de voorzieningen in de provincie Flevoland handhaaft zoals opgenomen in bijlage Bij de voorzieningen zoals bedoeld in artikel kunnen Reizigers 23 In bijlage 11 is een lijst opgenomen met de punten waar nu automaten staan die eigendom zijn van de Concessieverleners (Flevoland en Overijssel) of de huidige Concessiehouder (Concessie Veluwe). 24 De distributievoorzieningen in het concessiegebied IJsselmond stromen al bij de start in de Concessie IJssel-Vecht in. Dit is dus onafhankelijk van het moment van instromen van de concessie IJsselmond in de Concessie IJssel-Vecht. 42

253 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 8 - Productdragers, Tarieven en distributie alle in artikel bedoelde Reisproducten afhalen, verlengen en beëindigen Saldo laden op hun OV-chipkaart of Productdrager met vergelijkbare functionaliteit en hun reisgeschiedenis inzien (minimaal de laatste 10 transacties) De Concessiehouder voorziet (kaart)automaten die hij in het kader van de Concessie IJssel-Vecht inzet van een voor Reizigers begrijpelijke gebruiksaanwijzing Reizigers kunnen in alle Voertuigen een vervoerbewijs kopen voor ten minste de betreffende reis De Concessiehouder mag het betalen met contant geld op de Voertuigen uitsluiten onder de voorwaarde dat hij Reizigers die niet over een pinpas willen of kunnen beschikken of geen gebruik kunnen maken van nog te introduceren betaalmogelijkheden, een alternatief biedt dat past bij de mogelijkheden en beperkingen van deze doelgroep. In het Marketingplan geeft de Concessiehouder aan hoe hij dit gaat organiseren De Concessiehouder werkt in het Marketingplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving en in het ontwikkelplan een strategie ten aanzien van het distributienetwerk uit waarbij hij ten minste beschrijft: a. welke distributiekanalen hij gaat bieden en hoe deze aansluiten op de behoeften van Reizigers; b. welke kansen hij ziet met betrekking tot het netwerk van verkooppunten als bedoeld in artikel 8.4.1; c. welke mogelijkheden Reizigers hebben bij de verschillende distributiekanalen (bijvoorbeeld Reisproducten, opladen OV-chipkaart en mogelijkheid tot contant betalen); d. hoe hij zorgt voor een goede voorziening voor Reisproducten zoals genoemd in artikel 8.4.4; e. de rol van andere partijen zoals MaaS-aanbieders en de samenwerking met andere concessiehouders en de Concessieverleners; f. welke alternatieven hij Reizigers biedt wanneer betalen met contant geld op de Voertuigen niet mogelijk is als bedoeld in artikel De Concessiehouder stuurt desgevraagd een aanvraagformulier voor en informatie over een OV-chipkaart en andere Productdragers, abonnementen, groepsreizen en Reisproducten naar het huisadres van de Reizigers zonder dat hier voor Reizigers kosten aan verbonden zijn De Concessiehouder heeft een backoffice waar Reizigers storingen aan voorzieningen en andere klachten over het distributienetwerk kunnen melden en vragen kunnen stellen De Concessiehouder rapporteert in het Concessiejaarplan over het functioneren van het distributienetwerk en kan daarbij voorstellen doen voor vernieuwingen of verbeteringen. Kosten van vernieuwingen of verbeteringen van het distributienetwerk zijn voor rekening van de Concessiehouder, tenzij hierover landelijk andere afspraken zijn gemaakt De Concessiehouder legt een voorstel voor toevoegen en verwijderen van distributiekanalen, fysieke voorzieningen en verkooppunten voor advies aan ROCOV s voor. De Concessiehouder biedt het (aangepaste) voorstel 43

254 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 8 - Productdragers, Tarieven en distributie vervolgens als onderdeel van het Concessiejaarplan ter toetsing aan de Concessieverleners aan De Concessiehouder werkt desgevraagd actief mee aan de verkoop en betaling van Reisproducten via derden, zoals MaaS-aanbieders, waarbij hij bij deze derden ten hoogte de prijs in rekening brengt die Reizigers betalen wanneer zij het betreffende Reisproduct bij de Concessiehouder aanschaffen. 44

255 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 9 - Personeel 9. Personeel Het Personeel vormt het visitekaartje van het Openbaar Vervoer en het gezicht van de Concessiehouder richting Reizigers. Een hartelijk welkom, prettige rijstijl en behulpzame houding dragen bij aan een positieve beleving van het Openbaar Vervoer door Reizigers. De Concessiehouder heeft er daarom belang bij dat hij beschikt over deskundig Personeel dat gemotiveerd is om Reizigers zo goed mogelijk van dienst te zijn. De Concessieverleners verwachten ook van de Concessiehouder dat hij oog heeft voor het welzijn en de veiligheid van het Personeel. Dat betekent onder meer dat de Concessiehouder ervoor zorgt dat de chauffeursdiensten zodanig worden ontworpen, dat afspraken over rij- en rusttijden zoals deze in het Rijtijdenbesluit en de CAO Openbaar Vervoer zijn vastgelegd, worden nageleefd en dat geplande pauzes in de praktijk daadwerkelijk kunnen worden genoten. De Concessieverleners creëren hiervoor de randvoorwaarden, onder meer door realistische punctualiteiteisen te stellen. Ten slotte verwachten de Concessieverleners dat de Concessiehouder investeert in opleiding en beleid gericht op duurzame inzetbaarheid van Personeel met kansen voor mensen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt (social return); dit vanuit het oogpunt van sociaal werkgeverschap (Concessiehouder) en opdrachtgeverschap (Concessieverleners). 9.1 CONCESSIEHOUDER ALS WERKGEVER Concessiehouder als werkgever De Concessiehouder zorgt dat hij gedurende de gehele looptijd van de Concessie IJssel-Vecht over voldoende Personeel beschikt om, ook bij een wijziging in de (vervoer)omvang, de Concessie IJssel-Vecht goed uit te kunnen voeren De Concessiehouder voert een personeelsbeleid gericht op bevordering van de vitaliteit van medewerkers, leidend tot beperking van ziekteverzuim en duurzame inzetbaarheid van het Personeel De Concessiehouder faciliteert het Personeel zodanig dat zij hun taken goed kunnen uitvoeren door in ieder geval aandacht te besteden aan opleiding, aansturing en (het gevoel van) veiligheid De Concessiehouder laat vanaf de start van de Concessie IJssel-Vecht jaarlijks een medewerkerstevredenheidsonderzoek uitvoeren door een onafhankelijke externe partij. De Concessiehouder bespreekt de onderzoeksmethodiek en vraagstelling vooraf met de Concessieverleners en de reguliere personeelsvertegenwoordiging. De Concessiehouder deelt de uitkomsten van het onderzoek met de Concessieverleners en geeft daarbij aan welke aanpassingen hij naar aanleiding van deze uitkomsten in zijn personeelsbeleid doorvoert De Concessiehouder neemt in het Concessiejaarplan een personeelsparagraaf op, waarin hij ingaat op: a. De manier waarop hij zich als zorgvuldig werkgever opstelt, waarbij hij zijn inspanningen weergeeft om ervoor te zorgen dat het Personeel het werk op een veilige, aangename en gezonde manier kan uitvoeren; b. Het betrekken van mensen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt; 45

256 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 9 - Personeel c. De opleiding volgens de verplichting Code 95 (of opvolgende kaders) en eventueel aanvullende trainingen en opleidingen, onder andere gericht op een duurzame inzetbaarheid van het Personeel; d. De manier waarop hij de personeelsomvang aanpast bij het toevoegen en uitstromen van Concessiedelen van de Concessie IJssel-Vecht. e. De verwachtingen die hij heeft van het Personeel richting Reizigers, onder meer als het gaat om klantvriendelijk optreden, een prettige rijstijl en een behulpzame houding, en hoe de Concessiehouder hiervoor zorgt en erop toeziet dat het Personeel deze verwachtingen waar maakt en waar kan blijven maken De Concessiehouder hanteert het Personeelsplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving als basis voor de personeelsparagraaf in het Concessiejaarplan. 9.2 PERSONEEL EN REIZIGERS Personeel en Reizigers Het Personeel is betrokken, klantgericht en klantvriendelijk Personeel dat in direct, persoonlijk contact met de Reiziger staat: a. heeft kennis van het Concessiegebied IJssel-Vecht en de Uitlopers, het lijnennet, de Dienstregeling, Andere Mobiliteitsdiensten in het Concessiegebied en het assortiment Reisproducten en Tarieven, zodat het vragen van Reizigers kan beantwoorden en Reizigers gevraagd en ongevraagd kan adviseren; b. is bij Verstoringen en vertragingen duidelijk zichtbaar en aanspreekbaar en informeert Reizigers over de oorzaak en duur, de gevolgen voor Aansluitingen en, indien van toepassing, alternatieve reismogelijkheden waaronder de eventuele inzet van Vervangend Vervoer; c. is herkenbaar en representatief gekleed in de huisstijl van het Merk; d. beheerst de Nederlandse taal goed; e. beheerst de Engelse taal voldoende om vragen in het Engels te kunnen beantwoorden; f. is getraind in het omgaan met agressie en het beheersend en de-escalerend optreden; g. is getraind in het verrichten van levensreddende handelingen en het gebruik van AED s; h. is bekend met de te volgen procedures en te nemen maatregelen in geval van calamiteiten en is in staat Reizigers en zichzelf in risicovolle situaties in veiligheid te brengen; i. Personeel dat van en naar Lelystad Airport rijdt, neemt deel aan veiligheidstrainingen gericht op bewustwording met betrekking tot terrorisme en veiligheidsaspecten, behorend bij een internationale luchthaven Het Personeel controleert of Reizigers over een geldig Reisrecht beschikken Chauffeurs hanteren een prettige rijstijl Chauffeurs halteren zo dicht mogelijk langs de halteperrons, zodat Reizigers eenvoudig in en uit het Voertuig kunnen stappen. Desgevraagd verlenen 46

257 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 9 - Personeel chauffeurs assistentie aan Reizigers in een rolstoel bij het betreden en verlaten van het Voertuig Het Personeel rookt niet, luistert niet naar voor Reizigers hoorbare muziek en maakt, tenzij dit voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is, geen gebruik van een mobiele telefoon in of in de onmiddellijke nabijheid van het Voertuig Het Personeel ziet erop toe dat Reizigers zich aan de huisregels en reisvoorwaarden van de Concessiehouder houden De Concessieverleners toetsen de kwaliteit van de dienstverlening door het Personeel via onderzoek met mystery guests. De mystery guests letten op onder andere de bejegening van de Reiziger, het gebruik van de radio, de rijstijl, het al dan niet roken en gebruik mobiele telefoon door het Personeel. 9.3 SOCIAL RETURN ON INVESTMENT (SROI) Social Return on Investment (SROI) De Concessiehouder voert personeelsbeleid dat een bijdrage levert aan het realiseren van een inclusieve arbeidsmarkt, waarin iedereen participeert naar vermogen (= Social Return on Investment, SROI). De SROI-maatregelen van de Concessiehouder bevorderen de huidige of toekomstige arbeidsmarktsituatie van mensen en zijn gericht op drie sporen (zie ook bijlage 8): 1. inzet van Personeel, 2. maatschappelijke activiteiten, en 3. sociale inkoop De inspanningswaarde van de SROI-maatregelen van de Concessiehouder in spoor 1 zoals berekend volgens de bouwblokkenmethode (zie bijlage 8), bedraagt ten minste per kalenderjaar De Concessiehouder neemt in het Personeelsplan dat onderdeel is van de Inschrijving een plan van aanpak op met de SROI-maatregelen die hij in het eerste jaar van de Concessie IJssel-Vecht gaat uitvoeren De Concessiehouder zorgt ervoor dat de door of namens hem getroffen SROImaatregelen: nieuwe maatregelen betreffen die direct zijn toe te rekenen aan de Concessie IJssel-Vecht; uitsluitend door de Concessiehouder worden opgevoerd om te voldoen aan SROI-verplichtingen in het kader van de Concessie IJssel-Vecht Uiterlijk één maand na gunning van de Concessie IJssel-Vecht neemt de Concessiehouder contact met het ESR op om nadere afspraken te maken over de uitvoering van de SROI-maatregelen die zijn opgenomen in het Personeelsplan dat onderdeel is van de Inschrijving Tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht stelt de Concessiehouder jaarlijks na overleg met het ESR als onderdeel van het Concessiejaarplan (zie artikel f) een plan van aanpak op met SROI-maatregelen die hij in het komende kalenderjaar gaat uitvoeren De Concessiehouder levert uiterlijk drie maanden na afloop van een kalenderjaar aan de Concessieverleners en het ESR als onderdeel van de kwartaalrapportages (zie artikel ) een overzicht van de resultaten van de 47

258 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 9 - Personeel SROI-maatregelen in het afgelopen kalenderjaar en toont daarin aan dat hij aan de norm zoals genoemd in artikel heeft voldaan. 48

259 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 10 Merk, communicatie en marketing 10. Merk, communicatie en marketing Om de doelstellingen van de Concessie IJssel-Vecht (zie paragraaf 1.3) te realiseren, willen de Concessieverleners de bekendheid onder en het gebruik van het Openbaar Vervoer door alle Reizigers verder vergroten. Marketing en communicatie moeten hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Met het oog op de herkenbaarheid hebben de Concessieverleners één Merk voor alle modaliteiten in het Openbaar Vervoer ontwikkeld voor alle toekomstige concessies. Het Merk straalt betrouwbaar, toegankelijk en samenhangend Openbaar Vervoer uit. De Concessieverleners kunnen het Merk beschikbaar stellen voor andere modaliteiten als deelfiets en deelauto ongeacht de aanbieder van deze Andere Mobiliteitsdiensten. De Concessieverleners verwachten van de Concessiehouder dat hij het Merk consequent toepast, adequaat in de markt positioneert en laadt voor verschillende doelgroepen. De Concessieverleners bieden de Concessiehouder daarbij ruimte om onder de noemer van het Merk onderscheidende productformules te voeren. De productnaam in combinatie met merknaam voor de productformules Hoogwaardig OV en Buurtbus schrijven de Concessieverleners voor. Voor deze productformules stellen zij kaders. Concessiehouders die in opdracht van de Concessieverleners Openbaar Vervoer verrichten kunnen zelf bepalen of het wenselijk is dat reguliere bussen en treinen een eigen productnaam onder het Merk of alleen de naam van het Merk voeren. Voor Reizigers komt er één Platform waar alle informatie over de Concessie IJssel-Vecht te vinden is. Dit Platform is een uitbreiding van het bestaande Ervaar het OV-platform (EHOV). De Concessiehouder van de Concessie IJssel-Vecht start met de uitbreiding en doorontwikkeling van het Platform. Met de andere concessiehouders die onder het Merk Openbaar Vervoer gaan verrichten (concessies Rijn-Waal, Berkel-Dinkel, enzovoort) gaat hij samenwerken om van dit Platform een succes te maken zodat Reizigers volop profiteren van overzichtelijke en relevante informatie en aantrekkelijke acties. De Concessiehouder werkt binnen het Platform samen met de andere concessiehouders aan de communicatie over en promotie van productformules die in meerdere concessies worden aangeboden (bijv. de productformule Hoogwaardig OV ) om zo de bekendheid en gebruik bij Reizigers te vergroten. Aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten kunnen voor de communicatie over deze mobiliteitsdiensten ook gebruik maken van het Platform. Hierbij hebben de Concessieverleners het volgende beeld voor ogen: Tijdelijke landingssite: Merk verantwoordelijkheid concessiehouders Merk Platform Merk (uitbouw platform EHOV) Ervaar het OV Bestaand afsprakenkader. Alle concessie-specifieke informatie vanuit het Merk als reisinformatie, klantenservice. Verantwoordelijkheid Concessiehouder van de Concessie IJssel-Vecht (vanaf implementatie van de concessie Rijn-Waal is dit een gedeelde verantwoordelijkheid). Andere Mobiliteitsdiensten OV- Ambassadeurs Tarievenhuis 49

260 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 10 Merk, communicatie en marketing 10.1 MERK EN HUISSTIJL Merk, huisstijl en productformules De Concessiehouder volgt bij het gebruik van het Merk de Brandguide met kaders voor naamgeving, huisstijl en branding van het Merk. De uitwerking van de productformules Hoogwaardig OV en Buurtbus 25 staat hierin ook omschreven. Eventuele regio-specifieke elementen bepalen de Concessieverleners Voor de lijnen die de Concessiehouder onder de productformule Hoogwaardig OV in de markt gaat zetten (zie paragraaf 3.2), zorgt de Concessiehouder voor een extra wervende uitstraling van deze productformule naar Reizigers toe. In het Marketingplan en het Materieelplan die onderdeel zijn van zijn Inschrijving geeft de Concessiehouder aan op welke wijze deze productformule zich onderscheidt van andere productformules en de basisuitvoering van het Merk De Concessiehouder kan aan de Concessieverleners voorstellen doen voor andere productformules met bijbehorende productnaam die in woord en beeldmerk gerelateerd zijn aan het Merk. Dit onder de voorwaarde dat zijn voorstellen voldoende onderscheidend zijn ten opzichte van andere productformules De Concessiehouder werkt de productformules en bijbehorende huisstijl, onder meer uit voor de in te zetten Voertuigen, de te dragen bedrijfskleding en de te gebruiken communicatiekanalen. Dit gebeurt in afstemming met de Concessieverleners en de Concessiehouder legt zijn voorstel ter vaststelling voor aan de Concessieverleners. Deze voorstellen legt de Concessiehouders voor advies aan de ROCOV s voor. De Concessiehouder voegt het ROCOVadvies en de wijze waarop hij met dit advies is omgegaan, toe aan het verzoek tot vaststelling van de productformule Indien de Concessieverleners dit wensen kunnen door de Concessiehouder geïntroduceerde nieuwe productformules worden voorgeschreven in andere en/of de opvolgende concessies. De Concessiehouder staat in dat geval zijn rechten af. Hierbij geldt dat de productvoorwaarden van gelijke productformules in de verschillende concessies hetzelfde moeten zijn COMMUNICATIE Communicatiekanalen en -middelen De Concessiehouder beschrijft in het Kwaliteitsplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving en in het ontwikkelplan zijn strategie ten aanzien van de communicatie met Reizigers en besteedt daarbij in ieder geval aandacht aan: a. Verschillende doelgroepen waarop hij zich richt en de wijze waarop informatieaanbod, acties, communicatiekanalen en -middelen zijn afgestemd op hun situatie en behoeften; b. Tijdig en juist informeren van Reizigers; c. De gehanteerde servicenormen, waaronder reactietijden bij de verschillende communicatiekanalen en bij Verstoringen; d. Het informeren van Reizigers die de Nederlandse taal niet beheersen; 25 De namen van deze productformule zijn nog niet bepaald. 50

261 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 10 Merk, communicatie en marketing e. Zichtbaarheid van de Concessiehouder naar Reizigers, ook bij Verstoringen; f. Ontwikkelingen op het gebied van communicatie die de Concessiehouder voorziet en de wijze waarop hij hierop inspeelt De Concessiehouder zorgt voor een diversiteit aan informatieaanbod en communicatiekanalen en -middelen (offline en online, interactief en nietinteractief), afgestemd op de situatie en behoeften van Reizigers Alle communicatiekanalen en -middelen voldoen aan de huisstijl van het Merk zoals vastgelegd in de Brandguide of zijn uitgevoerd in de huisstijl van EHOV zolang dit Platform nog actief is. Afwijkingen zijn alleen toegestaan na voorafgaande toestemming van de Concessieverleners De Concessiehouder evalueert jaarlijks de effectiviteit van de communicatiekanalen en -middelen en doet in het Concessiejaarplan voorstellen ter verbetering van de communicatie in het volgende jaar De Concessiehouder legt een voorstel voor structurele wijzigingen in, uitbreiding van of inperking van de communicatiekanalen en -middelen voor advies aan ROCOV s voor. De Concessiehouder biedt het (aangepaste) voorstel vervolgens als onderdeel van het Concessiejaarplan ter toetsing aan de Concessieverleners aan. De Concessieverleners toetsen het voorstel op: de relatie tussen de voorgestelde wijzigingen en de strategie van de Concessiehouder ten aanzien van communicatie; de (gewijzigde) mogelijkheden voor Reizigers om aan informatie te komen; responstijd van de Concessiehouder op vragen van Reizigers onderscheiden naar de verschillende communicatiekanalen; het bereik onder verschillende groepen Reizigers (van (ouders van) kinderen tot senioren, van incidentele tot frequente Reizigers en Reizigers met een beperking). Het is aan de Concessiehouder om aan te tonen dat alle groepen Reizigers voldoende bereikt blijven worden. Platform Merk en EHOV De Reiziger hoeft geen account of een equivalent hiervan aan te maken of persoonlijke gegevens achter te laten om toegang te krijgen tot het Platform en (reis)informatie Bij start en in de eerste jaren van de Concessie IJssel-Vecht maakt de Concessiehouder gebruik van (en breidt uit): a. Een landingswebsite voor het Merk. Voor de minimale functionaliteiten van deze website geldt de website van Blauwnet.nl als voorbeeld. Vanuit deze website moet de Reiziger met één klik bij gezochte informatie (bijvoorbeeld reisinformatie, acties) op het Platform komen. De website van het Merk is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Concessiehouder en concessiehouders die in opdracht van de Concessieverleners Openbaar Vervoer onder het Merk verrichten. b. Het door de Concessiehouders van het Merk uit te bouwen communicatieplatform Ervaar het OV (EHOV) met een diversiteit aan communicatiekanalen 26 voor: 26 Huidige communicatiekanalen EHOV: website, mobiele app, Facebook pagina, helpdesk die per mail of telefonisch bereikbaar is, nieuwsbrief. 51

262 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 10 Merk, communicatie en marketing (i) het geven van overzicht van alle (marketing)acties van de Concessiehouder en de andere concessiehouders die in opdracht van de Concessieverleners Openbaar Vervoer verrichten; (ii) geven van actuele informatie over het Openbaar Vervoer (zie paragraaf 7.2); (iii) het verkopen van alle voor de Concessie IJssel-Vecht beschikbare Reisproducten als abonnementen en actiematige tickets, tenzij een andere Concessiehouder het alleenrecht op de verkoop heeft; (iv) plannen, boeken en betalen van Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer; (v) communicatie en promotie van alle productformules onder het Merk en contactgegevens van de betreffende concessiehouder; (vi) het op verzoek geven van informatie over diensten van derden gerelateerd aan het (promoten van het) Openbaar Vervoer, zoals OV-ambassadeurs; (vii) het op verzoek bieden van een communicatieplatform binnen EHOV en het Merk aan derden als aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten (eventueel onder het Merk), zoals pagina s met informatie over en activiteiten dan deze derden op site en app. De Concessiehouder biedt deze derden daarnaast gelegenheid hun diensten te promoten via alle communicatiekanalen van EHOV en het Merk. De Concessiehouder vervult hierbij een faciliterende rol; over de financiering hiervan maken de Concessieverleners aparte afspraken met deze derden. (viii) het onderbrengen van een klantendatabase van Reizigers die zich bijvoorbeeld hebben ingeschreven voor de nieuwsbrief, deel hebben genomen aan een actie of een Reisproduct hebben besteld. De Concessiehouder staat toe dat hiervoor de bestaande klantendatabase van EHOV wordt uitgebreid. De Concessiehouder is samen met de beheerder van de database en eventuele derden verantwoordelijk dat de opbouw van de klantendatabase een logisch geheel blijft. In bijlage 14 staat een overzicht van de kenmerken van de huidige database De Concessiehouder werkt proactief en constructief mee aan en investeert waar nodig in de realisatie van een webwinkel als onderdeel van het Platform voor de verkoop van abonnementen, kaartsoorten en actiematige tickets binnen de relevantie communicatiekanalen. De Concessieverleners nemen de initiële kosten voor de ontwikkeling en implementatie van deze webwinkel voor hun rekening. De Concessiehouder neemt in deze fase de kosten voor de koppeling van de webwinkel met zijn eigen systemen voor zijn rekening en zorgt ervoor dat uiterlijk één maand voor de start van de Concessie IJssel- Vecht de koppeling met de webwinkel goed functioneert. Na implementatie van de webwinkel wordt deze overgedragen aan de beheerder van het Platform. Vanaf dat moment nemen de Concessiehouder en andere concessiehouders die in opdracht van de Concessieverleners Openbaar Vervoer onder het Merk verrichten de kosten voor onderhoud, beheer en doorontwikkeling van de webwinkel voor hun rekening De kosten van de communicatiekanalen en het daarbij behorende Platform, waaronder het beheer en onderhoud en de (door)ontwikkeling, zijn voor rekening van de Concessiehouder en andere concessiehouders die in opdracht van de Concessieverleners Openbaar Vervoer verrichten De Concessiehouder en andere concessiehouders die in opdracht van de Concessieverleners Openbaar Vervoer onder het Merk verrichten voegen de communicatiekanalen van EHOV en het Merk en het daarbij behorende Platform samen op een voor Reizigers en inwoners van de drie provincies begrijpelijk moment tijdens de eerste twee jaar na de start van de concessie Berkel-Dinkel De Concessiehouder draagt de (klanten)databases, functionele en technische ontwerpen en broncodes van het (de) Platform(s) en daarbij behorende communicatiekanalen, voor zover het eigendom bij hem rust, over aan 52

263 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 10 Merk, communicatie en marketing opvolgende concessiehouders en/of de Concessieverleners; met inachtneming van de AVG. De Concessieverleners bepalen aan wie deze zaken worden overgedragen. Doel is dat Reizigers niets merken van de concessieovergang en dat de continuïteit van het Merk en de daarbij behorende communicatiekanalen, klantendatabase, loyaliteitsprogramma s enzovoorts wordt gewaarborgd MARKETINGSTRATEGIE EN PLAN Marketingstrategie en Marketingplan In het Marketingplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving en in het ontwikkelplan werkt de Concessiehouder zijn Marketingstrategie uit, waarbij hij in ieder geval aandacht besteedt aan: a. Zijn strategie voor het creëren en vermarkten van een betrouwbaar, toegankelijk en samenhangend vervoersnetwerk waarmee Reizigers zorgeloos kunnen reizen, waar ze ook heen gaan. b. Zijn doelstellingen voor het positioneren, laden en vermarkten van het Merk, de productformules Hoogwaardig OV, Buurtbus, eventueel andere productformules en voor de lijnen die niet onder een productformule vallen. Hij besteedt hierbij aandacht aan: de wijze waarop de Concessiehouder inzicht heeft gekregen en gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht inzicht zal krijgen in de marktpotentie van de verschillende productformules; de verschillende doelgroepen waarop hij zich richt; de wijze waarop de Concessiehouder zijn doelstellingen wil realiseren. c. Samenwerking met de andere concessiehouders die Openbaar Vervoer verrichten in de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel op het gebied van marketing en communicatie; d. Betrekken van Stakeholders zoals aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten, aanbieders van MaaS-platforms en gemeenten bij de marketing van het Openbaar Vervoer; e. De besteding van het jaarlijkse marketingbudget zoals opgenomen in de financieel economische onderbouwing behorende bij de Inschrijving en de verdeling van dit budget over de productformule(s) en andere marketingactiviteiten De Concessiehouder neemt jaarlijks in het Concessiejaarplan een marketingparagraaf op met een uitwerking van de Marketingstrategie in concrete marketingacties voor het komende jaar, inclusief planning en verdeling van het aangeboden marketingbudget over de marketingacties. De Concessieverleners toetsen de inhoud van de marketingparagraaf aan (i) de toezeggingen die de Concessiehouder in zijn Inschrijving heeft gedaan, waaronder de hoogte van het marketingbudget zoals opgenomen in de financieel economische onderbouwing behorende bij de Inschrijving, en (ii) in hoeverre de Concessiehouder inspeelt op bijvoorbeeld maatschappelijke, technische en politieke ontwikkelingen. Samenwerking met andere Concessiehouders De doorontwikkeling van het Platform is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Concessiehouder, andere concessiehouders die 53

264 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 10 Merk, communicatie en marketing in opdracht van de Concessieverleners Openbaar Vervoer onder het Merk verrichten en de bij Blauwnet betrokken concessiehouders Voor de samenwerking in het platform EHOV sluit de Concessiehouder aan bij de bestaande werkwijze. Deze werkwijze kan in overleg met de betrokken partijen gedurende de komende periode wijzigen De Concessiehouder participeert in het marketingoverleg Oost. In dit overleg: stemmen de concessiehouders in ieder geval het marketingbeleid en de uitvoering hiervan af voor de productformule HOV-lijnen en andere productformules die in meerdere door de Concessieverleners verleende concessies gevoerd worden, waarbij het uitgangspunt is dat acties voor deze productformules in alle concessies geldig zijn; worden afspraken gemaakt over (de doorontwikkeling van) het Platform en over de werkwijze en afspraken rond EHOV. Aan dit overleg doen alle concessiehouders mee die in opdracht van de Concessieverleners Openbaar Vervoer verrichten alsmede de Concessieverleners in ieder geval zolang zij nog opbrengstverantwoordelijk zijn voor één of meerdere concessies De Concessiehouder stelt zich proactief en coöperatief op tijdens dit overleg en richt zich daarbij op het bereiken van een maximaal voordeel voor de Reiziger als het gaat om de vindbaarheid en proactief onder de aandacht brengen van informatie en acties Tijdens de implementatie van de concessies Rijn-Waal en Berkel-Dinkel overlegt de Concessiehouder met de Concessieverleners en de betreffende concessiehouders over de noodzaak tot aanpassing van zijn Marketingstrategie als gevolg van toezeggingen die door deze concessiehouders zijn gedaan De Concessiehouder zorgt samen met de andere concessiehouders die in opdracht van de Concessieverleners Openbaar Vervoer verrichten dat het platform en alle communicatiekanalen gekoppeld aan het Platform door een onafhankelijke partij worden beheerd. De Concessiehouder maakt voor het uitgebouwde Platform (huidige EHOVplatform) en eventueel ondersteunende platforms met de andere concessiehouders afspraken over: de inhoud van een nieuw contract voor het beheer, onderhoud en de doorontwikkeling; de kosten(verdeling); en de partij(en) waarmee ze dit willen realiseren. De afspraken waarborgen dat Reizigers voor hen relevante marketingacties en (reis)informatie ontvangen, dat nieuwe concessies en Andere Mobiliteitsdiensten eenvoudig aan het Platform kunnen worden toegevoegd en dat communicatiekanalen en klantgegevens, met inachtneming van de AVG, overdraagbaar zijn naar een nieuwe beheerder van het Platform. 54

265 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 10 Merk, communicatie en marketing 10.4 PROMOTIE Promotie Promotie van marketingactiviteiten vinden zoveel mogelijk plaats vanuit het Merk met daarbij behorende huisstijl, waarbij voor meer informatie, bestellen, enz. wordt verwezen naar EHOV of diens opvolger 27. Concessie-overstijgende marketingactiviteiten zoals promotie en verkoop van kaartsoorten en abonnementen die in meerdere door de Concessieverleners verleende concessies geldig zijn, vindt plaats in huisstijl en communicatiekanalen van EHOV. Waar de communicatiemiddelen dit toelaten wordt het logo van het Merk samen met de logo s van de betreffende concessiehouders getoond Een deel van de concessie-overstijgende marketingactiviteiten vindt plaats binnen de samenwerkingsovereenkomst EHOV IV die de Concessieverleners met een marketingbureau hebben afgesloten. De overeenkomst voorziet in het verzorgen van een aantal brede marketingcampagnes in de drie provincies gericht op werven van meer Reizigers met sociaal of recreatief reismotief, hen vaker te laten reizen en hen in te zetten als werver voor nieuwe Reizigers. De samenwerkingsovereenkomst loopt tot 1 mei 2020 met een optie om het contract twee keer met een jaar te verlengen De kaders en richtlijnen voor de huisstijl van communicatiemiddelen en uitingen van Ervaar het OV, Tarievenhuis Oost en de OV-ambassadeurs zijn opgenomen in het huisstijlhandboek EHOV De Concessiehouder neemt actief deel aan het project OV-ambassadeurs van de Concessieverlener. De Concessiehouder informeert OV-ambassadeurs tijdig over relevante wijzigingen van nieuwe diensten en/of Reisproducten. Daarnaast voorziet de Concessiehouder hen kosteloos van benodigde materialen (bijvoorbeeld bestelformulieren, actiefolders en informatiemateriaal). Op verzoek van de OV-ambassadeurs ondersteunt de Concessiehouder bij de organisatie van bijeenkomsten en/of is hij hierbij aanwezig. De Concessiehouder biedt de OV-ambassadeurs een communicatieplatform binnen EHOV en het Merk (zie artikel 10.2.). 27 Het is nog niet duidelijk hoe lang de titel Ervaar het OV gevoerd blijft worden. De Concessieverleners bepalen dit op een later tijdstip gezamenlijk met de betrokken concessiehouders. 55

266 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 10 Merk, communicatie en marketing 11. Klantenservice, klachtenafhandeling en Reizigersinspraak Tevredenheid van Reizigers staat voorop in de Concessie IJssel-Vecht. Reizigers moeten eenvoudig in contact kunnen komen met de Concessiehouder. Om dit mogelijk te maken beschikt de Concessiehouder over een klantenservice waar Reizigers met hun vragen terecht kunnen en stelt de Concessiehouder Reizigers op de hoogte van hun mogelijkheden en rechten in het Openbaar Vervoer. Reizigers kunnen hun wensen en klachten melden bij de klantenservice en kunnen via door de Concessiehouder in te richten vormen van reizigersinspraak hun mening over het Openbaar Vervoer geven. De Concessiehouder handelt klachten netjes af en neemt suggesties van Reizigers ter harte om de uitvoering van het Openbaar Vervoer continu te verbeteren. Daarnaast onderhoudt de Concessiehouder een constructieve relatie met de ROCOV s. De Concessiehouder informeert hen tijdig, vraagt hun op gezette momenten om advies en laat bij de uitvoering zien de adviezen te hebben verwerkt. Terugkoppeling en inspraak van Reizigers helpen de Concessiehouder de kwaliteit van het Openbaar Vervoer te verbeteren en de verwachtingen van Reizigers te overtreffen KLANTENSERVICE EN KLACHTENAFHANDELING Klantenservice en klachtenafhandeling De Concessiehouder beschikt over een klantenservice waar Reizigers terecht kunnen met vragen, opmerkingen, wensen en klachten De klantenservice is 24/7 bereikbaar via , de website en een mobiele applicatie, en telefonisch bereikbaar vanaf een half uur voordat de eerste Rit vertrekt tot en met een half uur na aankomst van de laatste Rit op het eindpunt. Reizigers betalen voor telefonisch contact geen opslag en dus niet meer dan de gebruikelijke telefoonkosten. De Concessiehouder zorgt ervoor dat informatie over de bereikbaarheid van de klantenservice en duidelijke antwoorden op veel gestelde vragen 24/7 eenvoudig en snel te vinden zijn De Concessiehouder biedt individuele Reizigers en Stakeholders de mogelijkheid om ideeën en suggesties met betrekking tot het Openbaar Vervoer in het Concessiegebied kenbaar te maken. De Concessiehouder geeft op ieder idee of suggestie een adequate inhoudelijke reactie De Concessiehouder maakt aan Reizigers kenbaar waar en hoe zij vragen, opmerkingen, wensen en klachten kunnen indienen en hoe en binnen welke termijn de Concessiehouder deze afhandelt De Concessiehouder biedt Reizigers de mogelijkheid om een afspraak te maken voor een persoonlijk gesprek De Concessiehouder is aangesloten bij het OV-Loket en de onafhankelijke Geschillencommissie Openbaar Vervoer In de beantwoording van klachten verwijst de Concessiehouder naar de mogelijkheid voor Reizigers om zich te wenden tot het OV-loket of de Geschillencommissie Openbaar Vervoer of opvolgers hiervan De Concessiehouder informeert de Concessieverleners ten minste twee keer per jaar via de kwartaalrapportages over de door Reizigers en Stakeholders ingebrachte vragen, opmerkingen, wensen en klachten, over zijn reactie daarop en over de resultaten hiervan. 56

267 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 10 Merk, communicatie en marketing 11.2 REIZIGERSINSPRAAK Reizigersinspraak Reizigers worden vertegenwoordigd door de Consumentenorganisaties verenigd in het ROCOV Flevoland, het ROCOV Gelderland en het ROCOV Overijssel. De drie ROCOV s zijn de gesprekspartner van de Concessiehouder en adviseren de Concessiehouder in ieder geval over de in de Wet personenvervoer 2000 en het Besluit personenvervoer 2000 genoemde onderwerpen (zie ook artikel 2.2.5) De Concessieverleners dagen de Concessiehouder uit om naast de advisering door de ROCOV s Reizigers op andere wijze(n) te betrekken bij het ontwikkelen van strategieën ten aanzien van aspecten als uitvoeringskwaliteit, Dienstregeling, Tarieven, Reisproducten en Productdragers, informatieverstrekking en klantvriendelijkheid. De Concessiehouder beschrijft bij de invulling van de organisatie van zijn ontwikkelrol zoals dat onderdeel is van zijn Inschrijving de opzet en inhoud van deze vorm(en) van reizigersbetrokkenheid. 57

268 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 12 - Sociale Veiligheid 12. Sociale Veiligheid Binnen OV Oost werken de Concessiehouder, andere concessiehouders, de Concessieverleners, de politie, NS, gemeenten en andere Stakeholders aan een sociaal veilig Openbaar Vervoer voor Reizigers en Personeel. Ze overleggen op vaste tijden, maken gezamenlijk plannen en voeren deze uit. De Concessiehouder en de Concessieverleners werken daarnaast samen met de andere Stakeholders aan het voorkomen en bestrijden van calamiteiten en terrorisme. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande afspraken en overlegstructuren ALGEMEEN Algemeen De Concessiehouder is verantwoordelijk voor de veiligheid in de Voertuigen; de Wegbeheerder voor de veiligheid op de Haltes De Concessiehouder neemt alle maatregelen die ingevolge van wet- en regelgeving vereist zijn, en daarnaast alle maatregelen die redelijkerwijs van hem verlangd kunnen worden om de Sociale Veiligheid van Reizigers en Personeel, voor zover dit onder zijn verantwoordelijkheid valt, te waarborgen De Concessiehouder conformeert zich aan afspraken zoals vastgelegd in het Convenant sociale veiligheid openbaar vervoer Oost-Nederland, het Convenant samenwerkingsverband politie-eenheid Midden-Nederland en regionale openbaarvervoerbedrijven en het Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer of diens opvolger(s) SAMENWERKING Samenwerking De Concessiehouder overlegt met de Wegbeheerder en andere Stakeholders, zoals onderwijsinstellingen, Lelystad Airport en toezichthouders/beheerorganisaties op bedrijventerreinen hoe de veiligheid op Haltes waar nodig kan worden verbeterd De Concessiehouder neemt deel aan de overleggen op strategisch, tactisch en operationeel niveau, zoals benoemd in het Jaarplan Sociale Veiligheid 28. De Concessiehouder neemt ten minste vanaf één jaar voor de start van de Concessie IJssel-Vecht deel aan deze overleggen Namens de Concessiehouder stelt de coördinator Sociale Veiligheid (zie ook artikel ) samen met de coördinatoren Sociale Veiligheid van de Concessieverleners en andere concessiehouders jaarlijks het Jaarplan Sociale Veiligheid op. Op nader te bepalen momenten stellen zij een eventueel volgend Meerjarenplan Sociale Veiligheid op De Concessiehouder evalueert maatregelen, projecten en nieuw beleid in het Jaarplan Sociale Veiligheid STRATEGIE EN ORGANISATIE SOCIALE VEILIGHEID 28 Het huidige Jaarplan Sociale Veiligheid met als titel Sociale Veiligheid 2018 / OV Oost 2018 Plan van aanpak vormt het vertrekpunt voor de Concessie IJssel-Vecht. 58

269 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 12 - Sociale Veiligheid Strategie en organisatie Sociale Veiligheid De Concessiehouder biedt voor 1 december 2019 voor de Concessie IJssel- Vecht zijn strategie ten aanzien van Sociale Veiligheid ter toetsing aan de Concessieverleners aan, waarbij hij in ieder geval aandacht besteedt aan: a. de aanpak van Sociale Veiligheid en welke kansen en ontwikkelingen de Concessiehouder voorziet; b. de wijze waarop de Concessiehouder de aandacht voor Sociale Veiligheid inbedt in zijn organisatie; c. bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden van de coördinator Sociale Veiligheid namens de Concessiehouder; d. de samenwerking met andere bij de waarborging van de Sociale Veiligheid betrokken partijen en de bijdrage die de Concessiehouder zal leveren INCIDENTENREGISTRATIE Incidentenregistratie De Concessiehouder ordent en registreert de incidenten correct en compleet volgens de landelijk afgesproken ABC-systematiek of diens opvolger(s) en eventuele regionale afspraken hierover De Concessiehouder levert correct, compleet en op tijd gegevens over incidenten aan de database Transparant Risicobeheersing & Incidenten Analyse Systeem (TRIAS) of diens opvolger(s) PERSONEEL BETREFFENDE SOCIALE VEILIGHEID Personeel betreffende Sociale Veiligheid De Concessiehouder beschikt over een coördinator Sociale Veiligheid die gekwalificeerd, beschikbaar en aanspreekbaar is in de samenwerking met de andere concessiehouders, de Concessieverleners, politie en andere Stakeholders en mandaat heeft om namens de Concessiehouder afspraken te maken De Concessiehouder zet voor de Concessie IJssel-Vecht ten minste een vergelijkbaar aantal fte aan toezichthouders in als in de huidige concessies, zoals dit volgt uit de personeelsopgaven voor deze concessies. De Concessiehouder zorgt ervoor dat alle toezichthouders BOA-bevoegd zijn en maakt in dat kader afspraken met de huidige concessiehouders over een soepele overgang van en te verwachten mutaties in het BOA-bevoegde personeel dat naar de Concessie IJssel-Vecht overgaat, met als bespreekpunten het eventueel verlopen van BOA-bevoegdheden en nog te volgen opleidingen De Concessiehouder mag met andere Stakeholders samenwerken in bijzondere situaties, bijvoorbeeld bij veel ziekteverzuim of grote Evenementen, om tijdelijk andere of extra stewards in te schakelen. De Concessiehouder bepaalt per situatie of deze stewards BOA-bevoegd dienen te zijn en stemt dit af met de Concessieverleners, andere concessiehouders en politie De Concessiehouder verleent medewerking aan de Personeelsmonitor of andere onderzoeken naar het veiligheidsgevoel van het Personeel en spant zich in voor een grote respons van het Personeel. 59

270 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 12 - Sociale Veiligheid 12.6 CAMERATOEZICHT Cameratoezicht De Concessiehouder is verantwoordelijk voor het cameratoezicht in de Voertuigen De Voertuigen zijn voorzien van werkende camera s die het interieur van het gehele Voertuig en de instapzone direct buiten het Voertuig afdekken en geluid opnemen De Voertuigen zijn voorzien van frontcamera s De kwaliteit van de beeldopnamen maakt persoonsherkenning mogelijk en voldoet aan de eisen die de politie stelt De Concessiehouder volgt bij vervanging van camerasystemen de nieuwste richtlijnen De Concessiehouder stelt de beeldopnames op aanvraag beschikbaar aan bevoegde Stakeholders CALAMITEITEN EN TERRORISMEBESTRIJDING Calamiteiten en terrorismebestrijding De Concessiehouder maakt afspraken over terrorismebestrijding met de Concessieverleners en andere concessiehouders die in de drie provincies actief zijn, tenzij op landelijk niveau al afspraken zijn gemaakt, en neemt deze afspraken op in een Calamiteitenplan. Het Calamiteitenplan is een bijlage bij zijn Sociale Veiligheidsplan De Concessiehouder draagt er zorg voor dat de chauffeurs op de hoogte zijn van ontruimingsmaatregelen die gelden voor de voor Openbaar Vervoer beschikbare infrastructuur in het Concessiegebied IJssel-Vecht De Concessiehouder verleent zijn medewerking aan door de betrokken en/of verantwoordelijke autoriteiten geïnitieerde oefeningen ten behoeve van de veiligheid, waaronder begrepen maar niet uitsluitend oefeningen en praktijkproeven ter beheersing en verbetering van calamiteiten- en terrorismebestrijding. Deze medewerking kan onder meer het beschikbaar stellen van Bussen omvatten De Concessiehouder maakt in het Calamiteitenplan onderscheid tussen preventieve maatregelen die hij te allen tijde zal treffen en aanvullende maatregelen die hij zal treffen indien daadwerkelijk sprake is van een calamiteit of terrorismedreiging. Tevens geeft de Concessiehouder in het Calamiteitenplan aan welke maatregelen hij zal nemen wanneer zich, al dan niet als gevolg van doelbewuste acties van derden, incidenten of ongevallen voordoen. Het Calamiteitenplan omvat in ieder geval een risicoanalyse voor de infrastructuur waarvan de Concessiehouder gebruik maakt, een inventarisatie van locaties in het Concessiegebied IJssel-Vecht inclusief Uitlopers waarvoor specifieke ontruimingsmaatregelen gelden, en samenwerking met andere bij calamiteiten- en terrorismebestrijding betrokken partijen. 29 Op dit moment zijn de meest recente kaders van 'excellent cameratoezicht' ( van toepassing. 60

271 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 13 - Data en monitoring 13. Data en monitoring Een goede uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht zorgt voor tevredenheid bij Reizigers en andere Stakeholders. Monitoring van en sturing op de uitvoeringskwaliteit dragen hieraan bij. Goede informatie over de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht zijn hiervoor een noodzakelijke voorwaarde. Deze informatie dient meerdere doelen: inzicht geven in de uitvoeringskwaliteit van de Concessie IJssel-Vecht; analyseren van trends en afwijkingen om te kunnen bijsturen; informeren van Stakeholders, zoals Provinciale Staten, ROCOV s, gemeenten; ontwikkelen van kennis; ontwikkelen en aanbieden van diensten door de Concessiehouder of andere partijen; verzamelen van informatie voor volgende aanbestedingen. Naast complete, juiste en tijdig beschikbare informatie, draagt goed en regelmatig overleg tussen de Concessieverleners en de Concessiehouder eraan bij dat de Concessiehouder de Concessie IJssel-Vecht kwalitatief goed kan uitvoeren binnen de door de Concessieverleners gestelde kaders. Samen zetten de Concessieverleners en de Concessiehouder zich in voor een constructieve samenwerking, gericht op realisatie van de doelen die de Concessieverleners met de Concessie IJssel-Vecht nastreven, met oog voor de belangen van Reizigers en andere Stakeholders BESCHIKBAAR STELLEN EN VERSTREKKEN VAN GEGEVENS Beschikbaar stellen en verstrekken van gegevens De Concessiehouder stelt gegevens die hij uit hoofde van de Concessie IJssel- Vecht moet leveren tijdig, correct, compleet en volgens voorgeschreven (landelijke) standaarden beschikbaar De verplichting tot het verstrekken van gegevens over de Concessie IJssel- Vecht geldt tot één kalenderjaar na afloop van de Concessie De Concessiehouder conformeert zich en werkt onvoorwaardelijk mee aan het, binnen de kaders van wet- en regelgeving, om niet beschikbaar stellen van gegevens in de vorm van open data voor onderzoek en aan aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten en MaaS-aanbieders. De Concessiehouder stelt aan deze aanbieders daarnaast gegevens beschikbaar die nodig zijn voor het plannen, boeken en betalen van een reis, zonder dat hij daarvoor een opslag op de door de Concessieverleners vastgestelde Tarieven in rekening brengt De Concessiehouder beroept zich niet op zijn eigendomsrecht ten aanzien van door hem verstrekte en ontvangen gegevens De Concessieverleners mogen alle gegevensbestanden binnen de kaders van wet- en regelgeving als open data bewerken, delen en publiceren. 30 De Concessieverleners zullen in een later stadium hiervoor voorschriften verstrekken. 61

272 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 13 - Data en monitoring Gegevenslevering aan NDOV De Concessiehouder levert tijdig volledige en juiste gegevens met betrekking tot de planning en uitvoering van de Dienstregeling, waaronder Rituitval, rechtstreeks aan de NDOV-loketten en de NDOV Uitvoeringsorganisatie conform het bepaalde in het document Concessiebijlage NDOV of diens opvolger(s) De Concessiehouder hanteert bij de levering van deze gegevens de unieke haltenummers zoals opgenomen in het NDOV Centraal Halte Bestand of diens opvolger(s). De Concessiehouder hanteert ook een logische nummering van Ritten waaruit onomstotelijk de rijrichting (oneven / even), ritvolgorde en dag of het dagtype valt af te leiden, zodat de Concessieverleners bijvoorbeeld eenvoudig uitsneden kunnen maken op uurblok- of lijnniveau De Concessiehouder zorgt voor een sluitende ritregistratie, waarin in ieder geval de in de Geldende Dienstregeling opgenomen en werkelijke vertrek- en aankomsttijden vanaf de Tijdhaltes en de Rituitval zijn vastgelegd De Concessiehouder levert, binnen één jaar nadat hierover door de Concessieverleners dan wel landelijk afspraken zijn gemaakt, gewijzigde en/of aanvullende gegevens over de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht aan de NDOV-loketten en de NDOV Uitvoeringsorganisatie beschikbaar conform (gewijzigde) standaarden Als de Concessiehouder in aanvulling op de aanlevering conform de gevraagde BISON-koppelvlakken (andere) data beschikbaar stelt aan enig afnemer van reisinformatiediensten of ten behoeve van eigen reisinformatie publiceert, dan stelt hij deze data om niet gelijktijdig en volledig gedocumenteerd aan de NDOV-loketten en de NDOV Uitvoeringsorganisatie ter beschikking. Gegevenslevering aan de Concessieverleners De Concessiehouder verstrekt aan de Concessieverleners alle gegevens met betrekking tot de Concessie IJssel-Vecht die naar het oordeel van Concessieverleners nodig zijn voor: (i) (ii) het monitoren van en sturen op de uitvoering en ontwikkeling van de Concessie IJssel-Vecht; de aanbesteding van de opvolgende concessie of van een aangrenzende of inliggende concessie De Concessiehouder verstrekt aan de Concessieverleners veelal maandelijks dan wel bij (tussentijdse) wijzigingen van de Dienstregeling in ieder geval alle gegevens over de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht zoals benoemd en conform de voorschriften in het document Operationalisatie MIPOV 2020 of diens opvolger(s). Voor het leveren van gegevens aan de Concessieverleners zijn de definities uit dit document leidend indien en voor zover zij afwijken van de definities in de Begrippenlijst De Concessiehouder levert op verzoek van de Concessieverleners binnen de gevraagde termijn onbewerkte gegevens uit het gebruik van de OV-Chipkaart in het uitgevraagde format aan de Concessieverleners. De Concessiehouder spant zich daarnaast maximaal in om de uit het gebruik van de OV-chipkaart voortvloeiende gegevens ook na de wettelijke bewaartermijn van 18 maanden in (minimaal) geaggregeerde en toegankelijke vorm beschikbaar te stellen aan de Concessieverleners. 62

273 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 13 - Data en monitoring Als de Concessiehouder gebruik maakt of gaat maken van een andere Productdrager dan de OV-Chipkaart en/of van een andere betaalmethode, dan levert de Concessiehouder vergelijkbare onbewerkte gegevens in een vergelijkbaar format, voortkomend uit het gebruik van deze Productdrager en/of betaalmethode aan de Concessieverleners De Concessiehouder levert gegevens over het aantal in- en uitstappers, ongeacht gebruikte Productdrager, voor alle Haltes per Rit per richting, inclusief de bezettingen na vertrek van iedere Halte. Uit de gegevens blijkt duidelijk met welk Reisproduct is gereisd en is per Reisproduct het aantal afgelegde reizigerskilometers af te leiden De Concessiehouder stelt de gegevens over de uitvoering, kwaliteit en gebruik van het Openbaar Vervoer behorend tot de Concessie IJssel-Vecht door middel van een actueel online dashboard met analyse- en exportfunctie (op halte- en ritniveau) conform door de Concessieverleners al dan niet op voorstel van de Concessiehouder vastgestelde standaarden en lay-out aan de Concessieverleners beschikbaar. De Concessiehouder zorgt er daarbij voor dat: de Concessieverleners via dat online dashboard op elk moment gegevens en rapportages kunnen downloaden en analyses op deze gegevens kunnen uitvoeren; de gegevens en rapportages tijdens de Concessie IJssel-Vecht beschikbaar zijn voor de Concessieverleners; en alle gegevens en rapportages na afloop van de Concessie IJssel-Vecht worden overgedragen aan de Concessieverleners De Concessiehouder toont uiterlijk drie maanden voor de start van de Concessie IJssel-Vecht naar tevredenheid van de Concessieverleners aan dat hij de gegevens kan leveren conform de vastgestelde standaarden en lay-out en dat het online dashboard genoemd in artikel naar tevredenheid van de Concessieverleners functioneert De door de Concessiehouder te leveren gegevens zijn vanaf de start tot ten minste een jaar na afloop van de Concessie IJssel-Vecht te raadplegen via het online dashboard De Concessiehouder levert op verzoek operationele, tactische en strategische gegevens vanuit de klantendatabase van het Platform bijvoorbeeld: (i) bij de evaluatie van marketing- of andere communicatieacties, (ii) ter onderbouwing van (markt)onderzoek, (iii) om inzicht te geven in klantprofielen. Ook stelt de Concessiehouder gegevens beschikbaar over het bezoek aan het Platform (bijvoorbeeld aantal unieke gebruikers, surfgedrag). Na afloop van de Concessie IJssel-Vecht levert de Concessiehouder deze informatie aan de opvolgende concessiehouder De Concessiehouder verstrekt op verzoek van de Concessieverleners binnen de gevraagde termijn gegevens over het gebruik van de Laadinfrastructuur. Uit deze gegevens blijkt duidelijk hoeveel elektriciteit wanneer aan welk laadpunt is afgegeven en hoeveel elektriciteit wanneer van welk inkoopstation is afgenomen. De Concessieverleners zijn bevoegd deze informatie te delen met de netbeheerders om te zorgen voor optimale benutting van de netaansluitingen en te waken voor overbelasting van het net. 63

274 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 13 - Data en monitoring Meewerken aan audits en externe onderzoeken De Concessiehouder verleent op verzoek van de Concessieverleners volledige medewerking aan controles van geleverde gegevens (door derden), door inzicht te geven in zijn interne processen, systemen en keuzes met betrekking tot het verzamelen, opslaan, bewerken en delen van gegevens. De Concessiehouder zorgt in dat kader voor volledige en toegankelijke archivering van gegevens en rapportages over de uitvoering van de Concessie De Concessieverleners zijn bevoegd de juistheid en authenticiteit van door de Concessiehouder geleverde gegevens te (laten) controleren. Deze bepaling is onverminderd van kracht na het verstrijken van wettelijke bewaartermijnen De Concessiehouder werkt actief mee aan de organisatie en uitvoering van de OV-klantenbarometer of diens opvolger(s) en eventuele aanvullende landelijk of regionaal overeengekomen onderzoeken op het gebied van Openbaar Vervoer Op verzoek van de Concessieverleners voert de Concessiehouder representatieve tellingen van het aantal Reizigers tijdens een Rit uit. De Concessiehouder stelt de resultaten van deze tellingen binnen twee weken na afloop van de telperiode aan de Concessieverleners beschikbaar De Concessiehouder informeert de Concessieverleners wanneer derden (bijvoorbeeld onderzoekers, stagiaires, andere overheden) gegevens over de Concessie IJssel-Vecht opvragen OPENBAARHEID EN BESCHERMING VAN (PERSOONS)GEGEVENS Openbaarheid en bescherming van (persoons)gegevens Als de Concessiehouder naar het oordeel van de Concessieverleners overtuigend aantoont dat verstrekking van bepaalde gegevens op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) niet is toegestaan, is de Concessiehouder niet gehouden de desbetreffende gegevens aan de Concessieverleners of derden te verstrekken De Concessieverleners mogen gegevens die de Concessiehouder op grond van de Concessiebeschikking dan wel bij of krachtens de Wp2000 aan de Concessieverleners moet verstrekken, openbaar maken, tenzij het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het belang van het voorkomen van onevenredige benadeling van de Concessiehouder. Gelet op het publieke karakter van het Openbaar Vervoer zal van een dergelijke onevenredige benadeling niet snel sprake zijn De Concessiehouder voegt zich naar afspraken die landelijk zijn en worden gemaakt over het leveren van gegevensbestanden en informatie, conform (bijzondere) wettelijke bepalingen inzake privacy. Deze afspraken betreffen onder meer gegevensbestanden en informatie over reizigersaantallen, verplaatsingen, reizigerskilometers, klachten en incidenten Indien en voor zover gegevensbestanden persoonsgegevens bevatten, voldoet de Concessiehouder aan de verplichtingen zoals de voortvloeien die de AVG en daaraan gerelateerde regelgeving stelt. Het is de verantwoordelijkheid van de Concessiehouder om ervoor te zorgen dat tijdig alle maatregelen worden genomen die nodig zijn om deze gegevens aan de Concessieverleners en eventuele derden te kunnen verstrekken. De Concessiehouder zorgt voor passende technische en organisatorische maatregelen om de gegevens goed te beveiligen, zoals bedoeld in artikel 32 van de AVG. De maatregelen zijn er mede op gericht onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen. De Concessiehouder beschikt hiertoe over 64

275 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 13 - Data en monitoring en handelt conform een normenkader voor informatiebeveiliging en legt de afspraken rondom AVG thema s vast in een verwerkersovereenkomst 31. De Concessiehouder is aansprakelijk voor alle schade of nadeel, voortvloeiende uit het niet-nakomen van, of in strijd handelen met de bij of krachtens de AVG gegeven voorschriften, onverminderd de aanspraken op grond van wettelijke regels. De Concessiehouder is aansprakelijk voor schade of nadeel voor zover ontstaan bij de verwerking van de persoonsgegevens, waaronder alle schade of nadeel voortvloeiende uit de ontstane inbreuken op de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen De Concessiehouder en het Personeel houden de persoonsgegevens waar zij kennis van nemen en mee werken geheim, tenzij er een wettelijke uitzondering is. De Concessiehouder verleent de Concessieverleners bijstand bij het doen nakomen van de verplichtingen uit hoofde van de artikelen 32 t/m 36 van de AVG. Voorts garandeert de Concessiehouder, rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten van de tenuitvoerlegging, een passend beveiligingsniveau, gelet op de risico s en de aard van de te beschermen persoonsgegevens. De maatregelen zijn er mede op gericht onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen. De Concessiehouder beschikt hiertoe over en handelt conform een normenkader voor informatiebeveiliging te hebben en te gebruiken. Indien de Concessiehouder op grond van een wettelijke verplichting persoonsgegevens dient te verstrekken, informeert hij de Concessieverleners onmiddellijk, en zo mogelijk voorafgaand aan de verstrekking De Concessieverleners zijn gerechtigd om de gegevens (bijvoorbeeld gegevensbestanden en informatie over aantallen instappers, aantallen reizigerskilometers, aantallen klachten en aantallen incidenten) die de Concessiehouder op grond van de Concessiebeschikking en/of bij of krachtens de Wp2000 aan de Concessieverleners moet verstrekken, openbaar te maken. De openbaar te maken gegevens zullen noch direct noch indirect herleidbaar zijn tot natuurlijke personen RELATIE CONCESSIEHOUDER EN CONCESSIEVERLENER Overleggen De Concessieverleners onderscheiden de volgende overleggen met de Concessiehouder: a. Implementatieoverleg, waarin de Concessiehouder de Concessieverleners ten minste maandelijks aan de hand van voortgangsrapportages informeert over de uitvoering van de plannen uit zijn Inschrijving, waaronder het Implementatieplan dat beoogt dat hij op 13 december 2020 zonder problemen met de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht kan starten. Het eerste implementatieoverleg vindt binnen twee weken plaats nadat de gunning van de Concessie IJssel-Vecht onherroepelijk is; b. Beheeroverleg, waarin de Concessiehouder de Concessieverleners ten minste na afloop van ieder kwartaal informeert over de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht. Tijdens het beheeroverleg komen in ieder geval de volgende onderwerpen aan de orde: de uitvoering van het lopende Concessiejaarplan, Vervoerplan, andere plannen en eventuele verbeterplannen; ontwikkelingen in KPI s ten aanzien van uitvoeringskwaliteit, gebruik en Reizigersopbrengsten, aan de hand van kwartaalrapportages; eventuele bijzonderheden tijdens de uitvoering; 31 Een concept verwerkersovereenkomst is opgenomen in het informatieportaal. 65

276 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 13 - Data en monitoring afstemming en samenwerking met Stakeholders; het Vervoerplan, het Tarievenplan en het Concessiejaarplan voor het komende Dienstregelingjaar/kalenderjaar. Het eerste beheeroverleg vindt binnen één maand na start van de Concessie IJssel-Vecht plaats. De Concessieverleners houden de mogelijkheid open om de frequentie van het beheeroverleg aan te passen of overleggen over andere onderwerpen te organiseren. c. Sociale-veiligheidsoverleg (zie paragraaf 12.2). Het eerste socialeveiligheidsoverleg vindt uiterlijk één jaar voor start van de Concessie IJssel- Vecht plaats; d. Tarievenoverleg Oost (zie artikel 8.3.6). Het eerste Tarievenoverleg Oost vindt plaats direct na gunning van de Concessie IJssel-Vecht; e. Marketingoverleg (zie artikel ). Het eerste marketingoverleg vindt plaats direct na gunning van de Concessie IJssel-Vecht In aanvulling op het bepaalde in artikel kunnen de Concessieverleners in het kader van de uitvoering van projecten een apart projectoverleg instellen, in welk geval de Concessiehouder actief aan het betreffende overleg deelneemt Op verzoek van de Concessieverleners neemt de Concessiehouder actief deel aan overleggen met ROCOV s, Wegbeheerders en andere Stakeholders en aan samenwerkingsverbanden tussen de Concessieverleners en kenniscentra en/of onderwijsinstellingen De Concessiehouder vaardigt naar de in artikel genoemde overleggen gekwalificeerde vertegenwoordigers af die gemachtigd zijn om namens hem afspraken te maken en toezeggingen te doen. Monitoren De Concessiehouder stelt vier keer per jaar een kwartaalrapportage op die aansluit op de opbouw van het Concessiejaarplan en waarin hij ten minste de voortgang van de uitvoering van de aangekondigde plannen en (marketingacties) en de ontwikkelingen in het aanbod, de uitvoeringskwaliteit, het gebruik en de Reizigersopbrengsten van het Openbaar Vervoer behorend tot de Concessie IJssel-Vecht beschrijft en duidt De Concessiehouder besteedt in de kwartaalrapportages in ieder geval aandacht aan de ontwikkelingen in de volgende KPI s en maakt daarbij onderscheid naar Concessieverleners en Lijnen (het detailniveau van de rapportage wordt in de implementatiefase afgestemd): a. Rituitval: de mate waarin de Lijnen behorend tot de Concessie IJssel-Vecht voldoen aan de gestelde norm in paragraaf 5.2; b. Transitiepad Zero emissie: aandeel dienstregelingsuren dat wordt gereden met Zero emissie Voertuigen als onderdeel van totaal aangeboden Dienstregelinguren dat gereden wordt met Zero emissie Voertuigen; c. Punctualiteit: de mate waarin de Lijnen behorend tot de Concessie IJssel- Vecht voldoen aan de gestelde normen in paragraaf 5.3; d. Reizigerstevredenheid: de Concessiehouder analyseert de uitkomsten van de OV-klantenbarometer of diens opvolger(s). Hij streeft er daarbij naar om de klantwaardering minimaal gelijk te laten blijven en bij voorkeur te laten 66

277 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Hoofdstuk 13 - Data en monitoring verbeteren ten opzichte van de klantwaardering volgens de OVklantenbarometer In zijn Concessiejaarplan laat hij zien hoe hij met dit klantoordeel rekening houdt en hoe hij zich inspant om het oordeel te verbeteren; e. OV-gebruik in termen van reizigersaantallen en reizigerskilometers; f. Reizigersopbrengsten uitgesplitst in hoofdstromen zoals in de implementatiefase door de Concessieverleners zal worden aangegeven; g. Aantallen klachten en aantallen incidenten. h. Eventuele aanvullende KPI s Het rapporteren over de ontwikkelingen in de in artikel genoemde KPI s geldt onverminderd wanneer de Concessiehouder Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer aanbiedt In alle gevallen zorgt de Concessiehouder ervoor dat de cijfers die hij in de kwartaalrapportage opneemt aansluiten op en herleidbaar zijn uit de gegevens die de Concessiehouder aan de Concessieverleners en derden verstrekt De Concessieverleners monitoren ook zelf de uitvoeringskwaliteit, onder andere via mystery guests. De Concessiehouder ontvangt een rapportage van de monitoring. Bijsturen De Concessiehouder streeft continu naar een verbetering van de uitvoeringskwaliteit Ingeval de prestaties van de Concessiehouder ten aanzien van een KPI achterblijven bij de overeengekomen norm, volgen de Concessieverleners het Protocol Sturing Ingeval de Concessiehouder (delen van) een plan en/of (marketing)acties niet of niet tijdig uitvoert en/of gegevensbestanden, documenten of rapportages niet, niet volledig of met onvoldoende kwaliteit oplevert, volgen de Concessieverleners het Protocol Sturing. 32 De Concessieverleners laten onderzoek doen naar de klanttevredenheid. Op dit moment is dat het onderzoek voor de landelijke OV-klantenbarometer. Tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht kan dit wijzigen in een ander onderzoek. De Concessieverleners zijn voornemens om voor de Concessie IJssel-Vecht een klantoordeel per provincie en per lijncategorie (A/B/C) en/of productformule te bepalen. 67

278 Bijlagen bij Programma van Eisen

279 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 1 - Uitlopers Concessie IJssel-Vecht Bijlage 1: Uitlopers Concessie IJssel-Vecht Onderstaande tabel bevat een overzicht van de Uitlopers die vanaf de start van de Concessie IJssel-Vecht permanent dan wel tijdelijk tot de Concessie IJssel-Vecht behoren 33. Concessiedeel Lijnnummer Herkomst-bestemming Provincie Midden Overijssel 29 Zwolle - Coevorden Overijssel Midden Overijssel 30 Hardenberg - Hoogeveen Overijssel Midden Overijssel 40 Zwolle - Meppel (- Steenwijk) Overijssel Midden Overijssel 161 Deventer - Wijhe - Zwolle Overijssel Midden Overijssel 592 Meppel - De Wijk - IJhorst Overijssel Midden Overijssel 640 Zwolle - Lichtmis - Rouveen - Overijssel Staphorst - Meppel Veluwe 101 Harderwijk - Putten - Laak 3 - Gelderland Amersfoort Vathorst Veluwe 102 Apeldoorn - Voorthuizen - Gelderland Amersfoort Veluwe 171 Twello - Deventer Gelderland Veluwe 509 Nijkerk - Hoevelaken - Barneveld Gelderland Veluwe 620 Harderwijk - Amersfoort GSG Guido Gelderland de Brès Veluwe 653 Renkum - Wageningen - Ede - Otterlo - Apeldoorn Fruytierschool Gelderland Veluwe 674 Harderwijk - Putten - Nijkerk - Amersfoort Hoornbeeck College Gelderland Veluwe 676 Elspeet - Uddel - Voorthuizen - Van Gelderland Lodestein College - Amersfoort Hoornbeeck College Tot start concessie Rijn-Waal Veluwe-Zuid 43 Apeldoorn - Dieren - Arnhem Gelderland Veluwe-Zuid 85 Veenendaal Station - Ede- Gelderland Wageningen Station Veluwe-Zuid 91 Apeldoorn - Beekbergen - Arnhem Gelderland Veluwe-Zuid 105 Barneveld - Otterlo - Arnhem Gelderland Veluwe-Zuid 231 Apeldoorn - De Maten - Arnhem Gelderland Veluwe-Zuid 293 Apeldoorn - HAN - Arnhem Gelderland Veluwe-Zuid 505 Overberg - Wekerom Gelderland Veluwe-Zuid 511 Barneveld - De Glind - Gelderland Scherpenzeel Veluwe-Zuid 679 De Valk - Wekerom - Harskamp - Gelderland Kootwijkerbroek - Amersfoort Hoornbeeck College Tot start concessie Berkel-Dinkel Deventer e.o. 504 Eerbeek - Zutphen Gelderland Deventer e.o. 515 Leuvenheim - Zutphen Gelderland Deventer e.o. 660 Deventer - Bathmen - Holten Overijssel 33 Voor Uitlopers die tijdelijk deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht en in de huidige situatie gezamenlijk met de aangrenzende concessiehouder wordt geëxploiteerd, geldt dat Inschrijvers voor hun Inschrijving uit dienen te gaan van de huidige verdeling van Ritten tussen de betrokken concessiehouders. 69

280 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 1 - Uitlopers Concessie IJssel-Vecht Onderstaande tabel bevat een overzicht van de Uitlopers die op een later moment aan de Concessie IJssel-Vecht worden toegevoegd. Concessiedeel Lijnnummer Herkomst-bestemming Provincie Bij toevoeging concessie IJsselmond IJsselmond 76 Emmeloord - Marknesse Flevoland Oldemarkt Steenwijk IJsselmond 77 Emmeloord - Lemmer Flevoland IJsselmond 159 Harderwijk - Zeewolde - Almere Flevoland IJsselmond 160 Zeewolde- Almere Flevoland IJsselmond 674 Hoogeveen/Staphorst - Lichtmis - Overijssel Kampen Pieter Zandt IJsselmond 679 Meppel - Blauwe Hand Overijssel Na start concessie Rijn-Waal Veluwe-Zuid 103 Apeldoorn - Barneveld Gelderland Veluwe-Zuid 112 Wittenberg - Nunspeet Gelderland Veluwe-Zuid 205 Harderwijk - Barneveld Gelderland Veluwe-Zuid 501 Garderen - Horst Gelderland Veluwe-Zuid 650 Wekerom - Harskamp - Stroe - Gelderland Wittenberg - Apeldoorn Fruytierschool Veluwe-Zuid 651 Ede-Wageningen Station - Gelderland Wekerom - Harskamp - Apeldoorn Fruytierschool - Erasmusstraat Veluwe-Zuid 652 Wekerom - Harskamp - Otterlo - Gelderland Apeldoorn Fruytierschool Veluwe-Zuid 657 Barneveld - Kootwijkerbroek - Stroe Gelderland - Apeldoorn Fruytierschool Veluwe-Zuid 660 Lunteren - Harskamp - Apeldoorn Gelderland Fruytierschool Veluwe-Zuid 687 Nijkerk Station - Barneveld Gelderland Na start concessie Berkel-Dinkel Deventer e.o. 109 Apeldoorn - Eerbeek Gelderland Deventer e.o. 165 Deventer - Raalte Overijssel Deventer e.o. 517 Deventer - Heeten Overijssel Deventer e.o. 656 Doetinchem - Velswijk - Hengelo - Zutphen - Voorst - Apeldoorn Fruytier Gelderland 70

281 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 2 - Te gedogen Lijnen uit aangrenzende concessies Bijlage 2: Te gedogen Lijnen uit aangrenzende concessies Te gedogen Lijnen uit aangrenzende concessies 34 Concessie Friesland Noord-Zuidwest (na overgang concessie IJsselmond) Lijn Groningen Heerenveen Emmeloord (nu Qliner 315) Lijn Groningen Drachten Heerenveen Emmeloord (nu Qliner 324) Concessie Friesland Zuidoost (na overgang concessie IJsselmond) Lijn Noordwolde Frederiksoord Steenwijk (nu regiolijn 19) Concessie Groningen-Drenthe Lijn Hoogeveen Zuidwolde Ommen (nu regiolijn 31) Lijn Hoogeveen Balkbrug (nu regiolijn 131) Concessie Publiek Vervoer Groningen-Drenthe (na overgang concessie IJsselmond) Lijn Beilen Steenwijk (nu regiolijn 35) Lijn Havelte Steenwijk (nu regiolijn 48) Lijnconcessie Lelystad Station Centrum Airport Lelystad (Airportshuttle) (na overgang Lelystad) De AIRportshuttle betreft een non-stop OV-shuttle tussen Station Lelystad Centrum en Lelystad Airport Terminal. Naar verwachting gaat de AIRportshuttle in 2020 rijden. De route gaat lopen via de Middenweg-Laserdreef v.v. Mogelijke toekomstige ontwikkelingen rond de AIRportshuttle zijn: Aanleg van een busbaan voor de AIRportshuttle die mogelijk ook door ander Openbaar Vervoer kan worden gebruikt; en Uitbreiding van de AIRportshuttle met een verbinding van Harderwijk naar Lelystad Airport Terminal. Concessie Noord-Holland Noord (na overgang concessie Lelystad) Lijn Enkhuizen - Lelystad (nu scholierenlijn 650) Concessie Utrecht Lijn Eemdijk Nijkerk (nu buurtbuslijn 503) Lijn Eemdijk Pontveer Nijkerk Corlaer College (nu scholierenlijn 603) Concessie Utrecht (tot overgang Concessiedeel Veluwe-Zuid) Lijn Utrecht Driebergen Veenendaal Rhenen Wageningen (vanaf 2019 nachtlijn N8) Lijn Utrecht Wageningen (nu regiolijn 50) Lijn Amersfoort Scherpenzeel Rhenen (nu regiolijn 80/80x) 34 Voor te gedogen Lijnen die tijdelijk deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht en in de huidige situatie gezamenlijk met de aangrenzende concessiehouder wordt geëxploiteerd, geldt dat Inschrijvers voor hun Inschrijving uit dienen te gaan van de huidige verdeling van Ritten tussen de betrokken concessiehouders. 71

282 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 2 - Te gedogen Lijnen uit aangrenzende concessies Concessie IJsselmond (na overgang concessie Lelystad, tot overgang concessie IJsselmond) Lijn Emmeloord Lelystad (nu regiolijn 140) Lijn Lelystad Swifterbant (nu regiolijn 145) Lijn Lelystad Harderwijk (nu regiolijn 148) Lijn Lelystad Dronten (nu regiolijn 163) Lijn Lelystad - Runderweg Swifterbant (nu regiolijn 164) Concessie Achterhoek-Rivierenland (tot aanbesteding concessie Rijn-Waal) Lijn Tiel Maurik Rhenen Wageningen (nu regiolijn 44 en nachtvlinder 844) Lijn Tiel Rhenen Wageningen (nu regiolijn 45) Concessie Achterhoek-Rivierenland (tot start concessie Berkel-Dinkel) Lijn Borculo Deventer (nu regiolijn 56) Lijn Zutphen Deventer (nu regiolijn 81) Concessie Arnhem-Nijmegen (tot start concessie Rijn-Waal) Rijnlijn Arnhem Wageningen - Ede (samenvoeging van huidige regiolijnen 84, 86 en 88 en regiolijn 352) Concessie Rijn-Waal (na overgang Concessiedeel Veluwe-Zuid) Lijn Apeldoorn Dieren Arnhem (nu regiolijn 43) Lijn Apeldoorn Beekbergen Arnhem (nu regiolijn 91) Lijn Otterlo Hoge Veluwe Hoenderloo (nu regiolijn 106) Lijn Ede - Harskamp Putten (nu regiolijn 107) Lijn Apeldoorn Ede Wageningen NS (nu sneldienst 108) Lijn Apeldoorn-Arnhem CS (nu sneldienst 231) Lijn Apeldoorn-Arnhem Kleefse Waard (nu regiolijn 293) Concessie Berkel-Dinkel (na overgang Concessiedeel Deventer e.o.) Lijn Nieuw Heeten Deventer (nu buurtbuslijn 590) Concessie Twente of na aanbesteding concessie Berkel-Dinkel Lijn Almelo Hardenberg (nu regiolijn 80) Lijn Ommen Westerhaar (nu regiolijn 81) Lijn Raalte Nijverdal (nu buurtbuslijn 513) 72

283 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 3 - Plancyclus Bijlage 3: Plancyclus SCHEMATISCH OVERZICHT 35 MOMENT VAN AANBIEDEN (A) EN VASTSTELLEN (V) OF TOETSEN (T) 36 Inschrijving Implementatie jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 Bieding: q1 q2 q3 q4 q1 q2 q3 q4 q1 q2 q3 q4 q1 q2 q3 q4 q1 q2 q3 q4 Implementatieplan A Marketingplan A Vervoeraanbod A Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen A Reizigerscomfort A Invulling Ontwikkelrol A Ontwikkelplan jaar 6-10 (aanbieden voor 1 november 2024, artikel e.v.) A 37 V Jaarlijks: Plan / act Vervoerplan (procedure bijlage 9) A+V A V A V A V A V Tarievenplan (paragraaf 8.3) A+V A V A V A V A V Concessiejaarplan (artikel , aanbieden voor 1 oktober X-1) Sociale Veiligheid (samenwerking Oost), jaarplan en een keer per drie jaar een meerjarenplan (hoofdstuk 12) Do: maandelijks leveren data en op afgesproken momenten informeren Concessieverlener Check: Kwartaalrapportage (artikel e.v.) T A T A T A T A T A T x x x x x x format x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x 35 De cyclus is uitgewerkt voor jaar 1 tot 6 van de concessie. Jaar 6-10 zijn gelijk behalve voor het ontwikkelplan. 36 Vaststellen (V)= bestuurlijke besluitvorming, Toetsen (T) = toetsen aan het Programma van Eisen, de bieding, compleetheid, deugdelijkheid van de onderbouwing e.d. De deadlines worden in het beheeroverleg of de specifieke overleggen (overleg sociale veiligheid, marketingoverleg, overleg tarievenhuis Oost e.d.) bepaald. 37 Voor jaar

284 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 4 - Stads- en streeklijnen die (tijdelijk) deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht Bijlage 4: Stads- en streeklijnen die (tijdelijk) deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht Onderstaande tabel bevat een overzicht van de Stads- en streeklijnen die vanaf de start van de Concessie IJssel-Vecht permanent dan wel tijdelijk tot de Concessie IJssel-Vecht behoren, inclusief aanduiding van de lijncategorie waartoe zij behoren. Midden Overijssel Midden Overijssel Midden Overijssel Midden Overijssel Midden Overijssel Midden Overijssel Midden Overijssel Concessiedeel Lijnnum mer Herkomst-bestemming Provincie Type OV Categorie 1 Stadshagen - Holtenbroek - Overijssel Stadsdienst B Centrum - Zwolle Station Zwolle 2 Holtenbroek - Centrum - Overijssel Stadsdienst B Zwolle Station Zwolle 3 Berkum - Diezerpoort - Overijssel Stadsdienst B Centrum - Zwolle Station Zwolle 4 Aa-landen - Diezerpoort - Overijssel Stadsdienst B Station Zwolle Zwolle 5 Zwolle Station - Centrum - Overijssel Stadsdienst B Veerallee - Westenholte 6 Ittersumerbroek - Ittersumerlanden - Oldenelerlanden - Schellerlanden - Station Zwolle 8 Ittersumerbroek - Oldenelerbroek - Ittersum - Gerenlanden - Schellerhoek - Station Zwolle Overijssel Overijssel Zwolle Stadsdienst Zwolle Stadsdienst Zwolle Midden 11 Oosterenk - Zwolle Station Overijssel Stadsdienst B Overijssel Zwolle Midden 12 Zwolle Station - Centrum - Overijssel Stadsdienst C Overijssel Zwartewaterallee Zwolle: Spitslijn Midden 29 Zwolle - Coevorden Overijssel Streeklijn B Overijssel Midden 30 Hardenberg - Hoogeveen Overijssel Streeklijn B Overijssel Midden 40 Zwolle - Meppel (- Steenwijk) Overijssel Streeklijn B⁷ Overijssel Midden 83 Zwolle - Dedemsvaart Overijssel Streeklijn A Overijssel Midden 161 Deventer - Wijhe - Zwolle Overijssel Streeklijn B Overijssel Midden 165 Deventer - Raalte Overijssel Streeklijn A² Overijssel Midden 166 Zwolle - Raalte Overijssel Streeklijn B Overijssel Midden 167 Ommen - Zwolle Overijssel Streeklijn B Overijssel Midden 267 Zwolle - Ommen Overijssel Spitslijn C Overijssel Veluwe 1 Apeldoorn Station - Gelre Gelderland Stadsdienst B ZHS Lukas Apeldoorn Veluwe 2 Apeldoorn Station - Rijkskantoren - Apenheul - Apeldoorn Station Gelderland Stadsdienst Apeldoorn B B B 74

285 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 4 - Stads- en streeklijnen die (tijdelijk) deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht Veluwe 3 Apeldoorn Station - Matenhoeve - Matenveld - Apeldoorn Station Veluwe 4 Apeldoorn Station - Matenveld - Matenhoeve - Apeldoorn Station Veluwe 5 Apeldoorn Station - Osseveld - Woudhuis - Apeldoorn Station Veluwe 6 Apeldoorn Station - Rijkskantoren - Orden - Apeldoorn Station Veluwe 7 Apeldoorn Station - Orden - Driehuizen - Apeldoorn Station Veluwe 8 Apeldoorn Station - Anklaar - Zuidbroek Veluwe 9 Apeldoorn Station - Anklaar - Fauststraat - Zuidbroek Veluwe 10 Apeldoorn Station - Kerschoten - Apeldoorn Station Veluwe 11 Apeldoorn Station - Stadhoudersmolen Gelderland Gelderland Gelderland Gelderland Gelderland Gelderland Gelderland Gelderland Stadsdienst Apeldoorn Stadsdienst Apeldoorn Stadsdienst Apeldoorn Stadsdienst Apeldoorn Stadsdienst Apeldoorn Stadsdienst Apeldoorn Stadsdienst Apeldoorn Stadsdienst Apeldoorn Gelderland Stadsdienst Apeldoorn Veluwe 12 Apeldoorn Station - Ugchelen Gelderland Stadsdienst Apeldoorn Veluwe 14 Apeldoorn Station - Gelderland Stadsdienst Malkenschoten - Apeldoorn Apeldoorn Station Veluwe 15 Apeldoorn Station - Teuge - Twello Veluwe 16 Apeldoorn Station - Berg en Bos - Apeldoorn Station Veluwe 17 Apeldoorn Station - Sprenkelaar - Apeldoorn Station Veluwe 18 Apeldoorn Station - Rivierenkwartier - Apeldoorn Station Veluwe 19 Apeldoorn Station - Componistenkwartier - Apeldoorn Station Veluwe 1 Harderwijk Station - Frankrijk - Wittenhagen - Harderwijk Station Gelderland Gelderland Gelderland Gelderland Gelderland Gelderland Stadsdienst Apeldoorn Stadsdienst Apeldoorn Stadsdienst Apeldoorn Stadsdienst Apeldoorn Stadsdienst Apeldoorn Stadsdienst Harderwijk Veluwe 100 Nunspeet - Zwolle Gelderland Streeklijn A Veluwe 101 Harderwijk - Putten - Laak 3 - Gelderland Streeklijn B* Amersfoort Vathorst Veluwe 102 Apeldoorn - Voorthuizen - Gelderland Streeklijn B¹ Amersfoort Veluwe 103 Apeldoorn - Barneveld Gelderland Streeklijn C Veluwe 104 Harderwijk - Uddel - Gelderland Streeklijn B¹ ³** Apeldoorn Veluwe 109 Apeldoorn - Eerbeek Gelderland Spitslijn B⁶ Veluwe 111 Harderwijk - Nunspeet Gelderland Streeklijn B* Veluwe 112 Wittenberg - Nunspeet Gelderland Streeklijn B¹** B B B B B B B³ B B C B³ B¹** C B B B C*** 75

286 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 4 - Stads- en streeklijnen die (tijdelijk) deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht Veluwe 170 Twello - Epe Gelderland Streeklijn C*** Veluwe 171 Twello - Deventer Gelderland Streeklijn C Veluwe 200 Nunspeet - Zwolle Gelderland Spitslijn B⁶ Veluwe 201 Apeldoorn - Zwolle Gelderland Streeklijn A⁵ Veluwe 202 Apeldoorn - Vaassen - Zwolle Gelderland Streeklijn A⁵ Veluwe 203 Apeldoorn - Hattem - Zwolle Gelderland Streeklijn A⁵ Veluwe 204 Apeldoorn - Vaassen - Hattem Gelderland Streeklijn - Zwolle A⁵ Veluwe 205 Harderwijk - Barneveld Gelderland Streeklijn B Tot start concessie Rijn-Waal Veluwe-Zuid 1 Station Ede-Wageningen - Rietkampen - Veldhuizen - Station Ede-Wageningen Veluwe-Zuid 2 Ede-Wageningen Station - Veldhuizen - Rietkampen - Ede-Wageningen Station Veluwe-Zuid 5 Ede-Wageningen Station - Kernhem - Veenendaal De Klomp Veluwe-Zuid 6 Ede Centrum Station - Ede- Wageningen Station - Gelderse Vallei - Gelderhorst Gelderland Gelderland Gelderland Gelderland Stadsdienst Ede Stadsdienst Ede Stadsdienst Ede Stadsdienst Ede Veluwe-Zuid 43 Apeldoorn - Dieren - Arnhem Gelderland Streeklijn A Veluwe-Zuid 84 Ede-Wageningen Station - Gelderland Streeklijn A Wageningen Veluwe-Zuid 85 Veenendaal Station - Ede- Gelderland Streeklijn B Wageningen Station Veluwe-Zuid 86 Ede-Wageningen Station - Gelderland Streeklijn B Bennekom - Wageningen Veluwe-Zuid 88 Ede-Wageningen Station - Gelderland Streeklijn A Gelderse Vallei - Wageningen Veluwe-Zuid 91 Apeldoorn - Beekbergen - Gelderland Streeklijn A Arnhem Veluwe-Zuid 105 Barneveld - Otterlo - Arnhem Gelderland Streeklijn B Veluwe-Zuid 106 Otterlo - Nationaal Park De Gelderland Streeklijn C Hoge Veluwe - Hoenderloo Veluwe-Zuid 107 Ede - Wittenberg - Putten Gelderland Streeklijn B* Veluwe-Zuid 108 Apeldoorn - Otterlo - Ede- Gelderland Streeklijn B Wageningen Station Veluwe-Zuid 231 Apeldoorn - De Maten - Gelderland Streeklijn B³ Arnhem Veluwe-Zuid 293 Apeldoorn - HAN - Arnhem Gelderland Spitslijn B⁶ B B B C** Tot start concessie Berkel-Dinkel Deventer e.o. 1 Deventer Station - Rivierenwijk - Snipperling - Colmschate - Blauwenoord Snipperling - Rivierenwijk - Deventer Station Deventer e.o. 2 Deventer Station - Keizerslanden - Borgele (- Platvoet) Deventer e.o. 3 Deventer Station - Zwolse Wijk - Zandweerd - Platvoet Overijssel Overijssel Overijssel Stadsdienst Deventer Stadsdienst Deventer Stadsdienst Deventer B B¹ B 76

287 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 4 - Stads- en streeklijnen die (tijdelijk) deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht Deventer e.o. 4 Deventer Station - Overijssel Stadsdienst B Europaplein - Schalkhaar Deventer Deventer e.o. 5 Deventer Station - Ziekenhuis Overijssel Stadsdienst B - De Vijfhoek - Colmschate Deventer Deventer e.o. 6 Deventer Station Overijssel Stadsdienst B Snipperling - Colmschate Zuid - Handelspark - Het Bramelt - Snipperling - Deventer Station Deventer Deventer e.o. 7 Deventer Station - Bergweide Overijssel Stadsdienst B - Hanzepark - Kloosterlanden Snipperling - Deventer Station Deventer: Spitslijn Deventer e.o. 160 Deventer - Bathmen Overijssel Streeklijn B * Rijdt in de avond onder de noemer Kolibrie. ** Rijdt in de avond en op zondag onder de noemer Kolibrie. *** Rijdt in de avond en op zaterdag en op zondag onder de noemer Kolibrie. ¹ Rijdt 1x/u in de Spits. ² Rijdt 1x/u tussen 18h en 20h. ³ Rijdt niet tussen 18h en 20h. ⁴ Voor lijn 142 geldt in de Avond en in het Weekend geen minimumfrequentie, wanneer lijn 144 het traject Harderwijk - Zeewolde bedient met de minimumfrequentie van Categorie A. ⁵ Voor lijnen 201, 202 en 203 geldt in de Avond en in het Weekend geen minimumfrequentie, wanneer lijn 204 bediend wordt met de minimumfrequentie van Categorie A. ⁶ De minimumfrequenties gelden alleen in de Spits. ⁷ Voor het traject Meppel - Steenwijk gelden de minimumfrequenties alleen in de Spits. ⁸ Rijdt alleen wanneer Walibi Holland is geopend. Onderstaande tabel bevat een overzicht van de Stads- en Streeklijnen die op een later moment aan de Concessie IJssel-Vecht worden toegevoegd, inclusief aanduiding van de lijncategorie waartoe zij behoren. Concessied eel Lijnnum mer Herkomst-bestemming Provincie Type OV Categorie Bij toevoeging concessie Lelystad Lelystad 1 Lelystad Haven - Lelystad Station - Lelycentre Lelystad 2 Duinbeek - Lelystad Station - Kustwijk Lelystad 3 Duinbeek - Bingerden - Lelystad Station - Batavia Stad Lelystad 5 Warande - Lelystad Station - Lelycentre Lelystad 7 Lelystad Airport - WKC Kempenaar Flevoland Flevoland Flevoland Flevoland Flevoland Stadsdienst Lelystad Stadsdienst Lelystad Stadsdienst Lelystad Stadsdienst Lelystad Stadsdienst Lelystad B B B B C Bij toevoeging concessie IJsselmond IJsselmond 21 Dronten Station - Centrum - Manege - Dronten Centrum Flevoland IJsselmond 22 Dronten Station - Manege - Flevoland Centrum -Dronten Centrum IJsselmond 71 Emmeloord - Zwolle Flevoland/ IJsselmond 75 Emmeloord - Marknesse Blokzijl Steenwijk Overijssel Flevoland/ Overijssel Stadsdienst Dronten Stadsdienst Dronten Streeklijn Streeklijn B B A C 77

288 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 4 - Stads- en streeklijnen die (tijdelijk) deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht IJsselmond 76 Emmeloord - Marknesse Flevoland/ Streeklijn C Oldemarkt Steenwijk Overijssel IJsselmond 77 Emmeloord - Lemmer Flevoland Streeklijn B IJsselmond 140 Emmeloord - Lelystad Flevoland Streeklijn A IJsselmond 141 Kampen - Emmeloord - Urk Flevoland/ Streeklijn A Overijssel IJsselmond 142 Nijkerk - Zeewolde - Flevoland Streeklijn B Harderwijk IJsselmond 143 Kampen - Dronten Flevoland/ Streeklijn B Overijssel IJsselmond 144 Harderwijk - Zeewolde Flevoland Streeklijn A IJsselmond 145 Lelystad - Swifterbant Flevoland Streeklijn B IJsselmond 146 Emmeloord - Dronten Flevoland Streeklijn B IJsselmond 147 Harderwijk - Dronten Flevoland Streeklijn A IJsselmond 148 Lelystad - Harderwijk Flevoland Streeklijn A IJsselmond 149 Urk - Nagele Flevoland Streeklijn C IJsselmond 159 Harderwijk - Zeewolde - Flevoland Streeklijn B Almere IJsselmond 160 Zeewolde- Almere Flevoland Streeklijn C IJsselmond 163 Lelystad - Dronten Flevoland Spitslijn C IJsselmond 164 Lelystad - Runderweg - Flevoland Spitslijn C Swifterbant IJsselmond 11 Kampen Station - Flevowijk - Overijssel Stadsdienst B Station Zuid Kampen IJsselmond 70 Zwolle - Zwartsluis - Steenwijk Overijssel Streeklijn B IJsselmond 74 Zwolle - Hasselt - Genemuiden Overijssel Streeklijn B - Kampen IJsselmond 171 Zwolle - Vollenhove Overijssel Spitslijn C IJsselmond 270 Steenwijk - Blauwe Hand Overijssel Streeklijn C IJsselmond 247 Walibi World - Biddinghuizen - (Harderwijk) Overijssel Seizoens Streeklijn B*** *** Rijdt in de avond en op zaterdag en op zondag onder de noemer Kolibrie. 78

289 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 5 - Lijnen die gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht uitstromen naar de concessie Rijn- Waal of Berkel-Dinkel Bijlage 5: Buurtbuslijnen die deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht Onderstaande tabel bevat een overzicht van de Buurtbuslijnen die vanaf de start van de Concessie IJssel-Vecht permanent dan wel tijdelijk tot de Concessie IJssel-Vecht behoren. Concessiedeel Lijnnummer Herkomst-bestemming Provincie Midden Overijssel 503 Zwolle - Lierderholthuis - Heino Overijssel Midden Overijssel 516 Olst - Heeten - Raalte Overijssel Midden Overijssel 517 Deventer - Heeten Overijssel Midden Overijssel 563 Raalte - Wijhe Overijssel Midden Overijssel 568 Dalfsen - Vilsteren - Ommen Overijssel Midden Overijssel 591 Dalfsen - Oudleusen - Nieuwleusen Overijssel Midden Overijssel 592 Meppel - De Wijk - IJhorst Overijssel Midden Overijssel 597 Hardenberg - Beerze - Beerzerveld Overijssel Midden Overijssel 598 Hardenberg - Bruchterveld Overijssel Midden Overijssel 599 Hardenberg - De Krim Overijssel Veluwe 501 Garderen - Horst Gelderland Veluwe 502 Vorchten - Wezep Gelderland Veluwe 506² Twello - Ecofactory - Apeldoorn Omnisport Gelderland - Thermen - Twello Veluwe 507² Twello - Voorst Gelderland Veluwe 508² Twello - Thermen - Apeldoorn Omnisport - Gelderland Ecofacotry - Twello Veluwe 509 Nijkerk - Hoevelaken - Barneveld Gelderland Veluwe 510 Loenen - Oosterhuizen - Apeldoorn Gelderland Veluwe 513 Harderwijk - Bouw en Infrapark - Ermelo Gelderland Veluwe 514 't Harde - Wezep Gelderland Tot start concessie Rijn-Waal Veluwe-Zuid 505 Overberg - Wekerom Gelderland Veluwe-Zuid 505 Overberg - Wekerom Gelderland Tot start concessie Berkel-Dinkel Deventer e.o. 590 Deventer - Nieuw Heeten Overijssel Deventer e.o. 503 Brummen - Eerbeek Veluwe Deventer e.o. 504 Eerbeek - Zutphen Veluwe Deventer e.o. 515 Leuvenheim - Zutphen Veluwe ²Rijdt 's avonds en op zondag onder de noemer Kolibrie Onderstaande tabel bevat een overzicht van de Buurtbuslijnen die op een later moment worden toegevoegd aan de Concessie IJssel-Vecht. Concessiedeel Lijnnummer Herkomst-bestemming Provincie Bij toevoeging concessie Lelystad Lelystad 9 Parkhaven - Buitenhof Flevoland Lelystad 10 Lelystad Station - Buitenhof Flevoland Bij toevoeging concessie IJsselmond IJsselmond 506 Wilsum - Kampen - Hattem Overijssel 79

290 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 6 - Scholierenlijnen die gedurende de looptijd van de concessie IJssel-Vecht instromen vanuit de concessie Lelystad Bijlage 6: Scholierenlijnen die deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht Onderstaande tabel bevat een overzicht van de scholierenlijnen die vanaf de start van de Concessie IJssel-Vecht permanent dan wel tijdelijk tot de Concessie IJssel-Vecht behoren. Concessiedeel Lijnnummer Herkomst-bestemming Provincie Midden-Overijssel 7 Zwolle - Oosterenk Overijssel Midden-Overijssel 9 Zwolle - Deltion Campus Overijssel Midden Overijssel 629 Dedemsvaart - Hardenberg Overijssel Midden Overijssel 649 Zwolle - Dedemsvaart Overijssel Midden Overijssel 664 Lemelerveld - Heino - Zwolle Overijssel Midden Overijssel 668 Zwolle - Herfte Overijssel Midden Overijssel 640 Zwolle - Lichtmis - Rouveen - Staphorst Overijssel - Meppel Veluwe 650 Wekerom - Harskamp - Stroe - Gelderland Wittenberg - Apeldoorn Fruytierschool Veluwe 651 Ede-Wageningen Station - Wekerom - Gelderland Harskamp - Apeldoorn Fruytierschool - Erasmusstraat Veluwe 652 Wekerom - Harskamp - Otterlo - Gelderland Apeldoorn Fruytierschool Veluwe 657 Barneveld - Kootwijkerbroek - Stroe - Gelderland Apeldoorn Fruytierschool Veluwe 660 Lunteren - Harskamp - Apeldoorn Gelderland Fruytierschool Veluwe 687 Nijkerk station - Barneveld Gelderland Veluwe 620 Harderwijk - Amersfoort GSG Guido de Gelderland Brès Veluwe 653 Renkum - Wageningen - Ede - Otterlo - Gelderland Apeldoorn Fruytierschool Veluwe 674 Harderwijk - Putten - Nijkerk - Gelderland Amersfoort Hoornbeeck College Veluwe 676 Elspeet - Uddel - Voorthuizen - Van Gelderland Lodestein College - Amersfoort Hoornbeeck College Veluwe 600 Nunspeet - Elburg - Zwolle Deltion Gelderland Campus Veluwe 601 Apeldoorn - Zwolle Deltion Campus Gelderland Veluwe 602 Epe - Zwolle Deltion Campus Gelderland Veluwe 609 Zwolle Station - Deltion Campus - Gelderland Heerde Transferium Veluwe 654 Ermelo - Elspeet - Uddel - Apeldoorn Gelderland Fruytierschool Veluwe 658 Nunspeet - Elspeet - Uddel - Apeldoorn Gelderland Fruytierschool - Erasmusstraat Veluwe 685 Nunspeet - Elburg - Kampen GSG Gelderland Pieter Zandt Veluwe 686 Elburg - Oldebroek - Kampen GSG Gelderland Pieter Zandt Tot start concessie Rijn-Waal Veluwe-Zuid 611 Barneveld - Scherpenzeel Gelderland 80

291 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 6 - Scholierenlijnen die gedurende de looptijd van de concessie IJssel-Vecht instromen vanuit de concessie Lelystad Veluwe-Zuid 679 De Valk - Wekerom - Harskamp - Gelderland Kootwijkerbroek - Amersfoort Hoornbeeck College Tot start concessie Berkel-Dinkel Deventer e.o. 660 Deventer - Bathmen - Holten Overijssel Onderstaande tabel bevat een overzicht van de scholierenlijnen die op een later moment worden toegevoegd aan de Concessie IJssel-Vecht. Concessiedeel Lijnnummer Herkomst-bestemming Provincie Bij toevoeging concessie Lelystad Lelystad 612 Lelystad Haven - Herman Bekius - De Rede Flevoland Bij toevoeging concessie IJsselmond IJsselmond 625 Zeewolde De Verbeelding - Amersfoort Flevoland GSG Arnhemseweg IJsselmond 641 Zwolle - Kampen - Emmeloord - Urk Flevoland/ Overijssel Flevoland/ Overijssel IJsselmond 663 Lelystad - Dronten - Kampen Pieter Zandt IJsselmond 681 Urk Kampen Pieter Zandt Flevoland/ Overijssel IJsselmond 679 Meppel - Blauwe Hand Overijssel IJsselmond 674 Hoogeveen/Staphorst - Lichtmis - Kampen Pieter Zandt Tot start concessie Berkel-Dinkel Achterhoek 656 Doetinchem - Velswijk - Hengelo - Zutphen - Voorst - Apeldoorn Fruytier Overijssel Gelderland 81

292 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 7 Verdeling taken en verantwoordelijkheden rond Laadinfrastructuur Bijlage 7: Verdeling taken en verantwoordelijkheden rond Laadinfrastructuur B7.1 UITGANGSPUNTEN LAADINFRASTRUCTUUR Uitgangspunt bij de realisatie van Laadinfrastructuur ten behoeve van Zero-Emissievoertuigen is dat de Concessiehouder eindverantwoordelijk is voor het tijdig realiseren en beheren van de ondergrondse en bovengrondse Laadinfrastructuur. De Concessieverleners willen de Concessiehouder daarbij helpen. Om realisatie mogelijk te versnellen ondernemen de Concessieverleners gedeeltelijk parallel aan de aanbesteding een aantal voorbereidende acties tot aan het moment van verlening van de Concessie IJssel-Vecht. Dit gebeurt op kosten van de Concessieverleners, die hiervoor een budget hebben vastgesteld. Hierbij wordt uitgegaan van de inzet van opportunity charging ; Bussen die laden op Knooppunten (busstations). Onderzoek laat zien dat met deze techniek de transitie naar zero-emissie busvervoer het meest kosteneffectief kan gebeuren. De studies zijn beschikbaar via het Informatieportaal. 38 Elk Knooppunt heeft een energievoorziening en Laadinfrastructuur die bestaat uit een systeemketen volgens onderstaand schema. B7.2 LAADLOCATIES CONCESSIE IJSSEL-VECHT Onder voorbehoud van goedkeuring van het aangevraagde budget door Provinciale Staten van de provincies, bereiden de Concessieverleners op in totaal 20 locaties voor zover als mogelijk is de benodigde energievoorzieningen voor tot het moment van verlening van de Concessie IJssel-Vecht. Afhankelijk van de locatie omvat deze voorbereiding al gedeeltelijke of gehele realisatie van het inkoopstation en de kabeltracés tussen inkoopstation & verdeelstation en tussen verdeelstation & laadlocatie. Na verlening van de Concessie IJssel-Vecht wordt het eigendom van al datgene dat gerealiseerd is overgedragen aan de Concessiehouder, behoudens datgene dat onder verantwoordelijkheid van de netbeheerder valt. De Concessieverleners maken daarbij onderscheid tussen de volgende categorieën locaties: A. Aangewezen locaties (Al): locaties die de Concessiehouder moet benutten en waar door de Concessieverleners in ieder geval ruimten en tracés voor laadvoorzieningen zullen worden voorbereid en deels gerealiseerd. 38 ZEB studie Staak/Witteveen+Bos; TCO studie Significant. 82

293 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 7 Verdeling taken en verantwoordelijkheden rond Laadinfrastructuur Al-categorie (aangewezen locatie = verplicht) Nr. Laadlocatie op de weg / (station) 1 Zwolle 2 Apeldoorn 3 Lelystad 4 Ede-Wageningen 39 B. Voorlopig aangewezen locaties (Val): locaties waarvoor vanwege het tijdsbeslag en/of complexiteit van de locaties in opdracht van de Concessieverleners Programma s van Eisen Laadlocaties infrastructuur opgesteld worden, netaansluitingen aangevraagd en vergunningstrajecten opgestart worden, en energieaansluitingen (inclusief inkoopstation en verdeelstation) en grondwerk van kabeltracés voorbereid, maar nog niet aangelegd worden. Mocht tijdige realisatie van laadvoorzieningen op deze locaties onder druk komen te staan dan kunnen de Concessieverleners evenwel besluiten om voor verlening van de Concessie IJssel-Vecht met de realisatie van de energieaansluiting, kabeltracés, inkoopstation en verdeelstation aan te vangen. De betreffende locaties worden dan een aangewezen locatie die de Concessiehouder moet overnemen en benutten. Dit laat onverlet dat de Concessiehouder verantwoordelijk blijft voor een tijdige oplevering van de laadvoorzieningen. Val-categorie (voorlopig aangewezen locatie = optioneel) Nr. Laadlocatie op de weg / (station) 5 Arnhem 6 Dedemsvaart 7 Deventer 8 Dronten 9 Urk 10 Barneveld 11 Harderwijk 12 Nunspeet C. Optionele locatie (Ol): locatie waar zo veel als mogelijk met de realisatie van het inkoopstation en ondergrondse kabeltracés gewacht wordt tot na de verlening van de Concessie IJssel-Vecht, zodat de Concessiehouder hier eigenstandig keuzen in kan maken. Voor deze locaties laten de Concessieverleners Programma s van Eisen Laadinfrastructuur opstellen die beschikbaar worden gesteld aan de Concessiehouder. Ook zullen de Concessieverleners de aanvraag netaansluiting bij de netbeheerders verzorgen en het vergunningentraject met de gemeenten opstarten. Ol-categorie (optionele locatie = optioneel) Nr. Laadlocatie op de weg / (station) 13 Emmeloord 14 Hardenberg 15 Kampen 16 Ommen 17 Raalte 18 Steenwijk 19 Zeewolde 20 Zwartsluis D. Potentiële laadlocaties: locaties die uit onderzoek 40 in opdracht van de drie provincies als geschikte laadlocaties naar voren kwamen, maar waarvoor het uitgangspunt is dat de 39 De laadlocatie bij station Ede-Wageningen zal vanwege de nieuwbouw en herinrichting van het station pas bij de start van concessie Rijn-Waal beschikbaar komen. 40 EVConsult, Potentiële laadlocaties Concessie IJssel-Vecht. Witteveen+Bos, PvE laadinfrastructuur Spoorzone Zwolle d.d. 17 augustus

294 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 7 Verdeling taken en verantwoordelijkheden rond Laadinfrastructuur Concessiehouder, als deze daar gebruik van wil maken, zelf de realisatie moet voorbereiden en uitvoeren. De Concessiehouder bepaalt uiteindelijk welke locaties hij naast de aangewezen locaties gaat gebruiken. Het is mogelijk dat de Concessiehouder laadlocaties kiest die niet als voorlopig aangewezen of optionele locatie zijn aangewezen. In dat geval is de Concessiehouder zelf geheel verantwoordelijk voor realisatie van deze laadlocaties. Dat geldt ook voor laadlocaties gelegen buiten de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel en voor overnight charging voorzieningen in stallingen/op busremises. B7.3 VERDELING TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEID REALISATIE LAADINFRASTUCTUUR 1. Opstellen Programma s van Eisen Laadinfrastructuur Voor 19 locaties laten de Concessieverleners Programma s van Eisen opstellen voor aanleg van Laadinfrastructuur (PvE s Laadinfrastructuur). De PvE s Laadinfrastructuur omvatten de volgende onderdelen: 1. De inpasbaarheid: Ruimtelijke en stedelijke inpasbaarheid (eigendom, omgevingskenmerken, vergunningstrajecten herinrichtingsplannen, instemming grondeigenaar); Technische inpasbaarheid: Inpassing in infrastructuur netbeheerder, afwezigheid van obstakels, geen hinder voor reizigers, geen hinder voor wegverkeer, bestrating. 2. De energievoorziening: Aansluitpunt met voltage in kv en vermogen in MVA. Mogelijke toepassing van een smart grid centre. Inkoopstation waar het aansluitpunt binnenkomt en de energie wordt beveiligd en doorgezet naar een eventueel verdeelstation. Fysieke ruimtes die hier voor nodig zijn. Kabeltracé( s): veelal één tracé van het inkoopstation naar verdeelstation. Dit betreft zowel de mantelbuis als de kabel zelf, geschikt voor het transport van het aangeboden vermogen. 3. De Laadinfrastructuur: Indien noodzakelijk een verdeelstation dat zodanig bouwkundig is ingericht dat directe plaatsing van de benodigde laadinfrastructuur (laadunits, verdeelkasten en trafo s) mogelijk is; Een kabeltracé van het verdeelstation naar de kabeltrekputten en de montagepunten op de laadlocatie. De kabeltrekputten op de laadlocatie van waaruit voor elke laadpaal twee mantelbuizen (voor datacommunicatie en laadstroom) zijn aangelegd. Deze mantelbuizen zijn aangelegd tot op de locatie van de laadpaal. Per voorgenomen halte/locatie twee mantelbuizen per laadpaal. Voorbereiding tot montage van een laadpaal van een vast type waarbij de verbinding met de bus tot stand komt via een bewegende pantograaf op het dak van de elektrische bus. Aan de laadpalen worden eisen gesteld t.a.v. vormgeving, positie en constructie. De vormgevingseisen zullen in het eerste kwartaal van 2019 bekend worden gemaakt. Bij het opstellen van de PvE s Laadinfrastructuur betrekken de Concessieverleners de relevante lokale Stakeholders, zoals de gemeente, grondeigenaren en anderen. De PvE s Laadinfrastructuur worden in principe uiterlijk bij publicatie van de derde Nota van Inlichtingen ten behoeve van de aanbesteding van de Concessie IJssel-Vecht beschikbaar gesteld. 2. Voorbereiding energieaansluiting De Concessieverleners starten in overleg met de netbeheerders in het Concessiegebied IJssel- Vecht de aanvraagprocedures voor netaansluitingen op de 19 locaties. Dit gebeurt in het besef dat mogelijk niet op alle locaties daadwerkelijk de netaansluiting benut zal worden. 3. Realisatie energieaansluiting en inkoopstation en ondergrondse kabeltracés 84

295 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 7 Verdeling taken en verantwoordelijkheden rond Laadinfrastructuur De Concessieverleners geven de realisatie van de energieaansluitingen en het inkoopstation voor de aangewezen locaties in opdracht bij de netbeheerders. De ondergrondse kabeltracés worden in opdracht van de Concessieverleners door installatiebedrijven gerealiseerd. Indien de verlening van de Concessie IJssel-Vecht eerder plaatsvindt dan de opdrachtverlening aan de netbeheerders en installatiebedrijven dan gaat de verantwoordelijkheid voor de realisatie over naar de Concessiehouder. De kosten voor realisatie komen in beide gevallen voor rekening van de Concessieverleners. De eisen die worden gesteld aan het inkoopstation (één ruimte of twee ruimten inkoop- en klantruimte) zijn afhankelijk van het gevraagde vermogen. Bij grotere vermogens wordt één ruimte voor het inkoopstation voorzien, energieverdeling vindt plaats op basis van 10kV verdelers, de uitgaande spanning naar het verdeelstation(s) is ook 10kV. Het beheer van de ruimte blijft onder verantwoordelijkheid van de netbeheerder, Bij kleinere vermogens bestaat het inkoopstation uit twee gescheiden ruimten, naast de 10kV ruimte bestaat er een klantruimte waarin de spanning met een transformator omlaag wordt gebracht en groepen worden beveiligd, geschikt voor het voeden van de laadunits in het verdeelstation. Het beheer van deze klantruimte wordt overgedragen aan de Concessiehouder. De Concessieverleners wensen dat de aansluitingen als potentiële multimodale laadhubs worden gezien, bijvoorbeeld in de vorm van smart grid centres, energy houses of bufferopslag waar vermogenspieken worden opgevangen, en waar ook meerdere gebruiksmogelijkheden zijn om zodoende het maatschappelijk rendement op deze locaties te maximaliseren. Het belang van de netbeheerder hierbij is mogelijke verlaging van extra capaciteitsverzwaring. De PvE s Laadinfrastructuur zullen worden uitgewerkt met deze toepassing voor ogen. De Concessiehouder is verplicht medewerking te verlenen aan de uitvoering van provinciaal beleid gericht op de exploitatie van multimodale laadhubs. 4. Realisatie verdeelstation en kabeltracé van verdeelstation tot laadlocatie De Concessieverleners zullen het verdeelstation (bouwkundige voorziening, exclusief technische installatie) en het ondergrondse kabeltracé van verdeelstation naar laadlocatie voorbereiden en zo veel mogelijk realiseren, tenzij de verlening van de Concessie IJssel-Vecht eerder plaatsvindt dan het moment van opdrachtverlening aan het installatiebureau, in welk geval dit gebeurt door de Concessiehouder. De kosten voor realisatie komen in beide gevallen voor rekening van de Concessieverleners. 5. Grondeigendom De Concessieverleners dragen, in overleg met de gemeenten en grondeigenaren, zorg voor het ter beschikking stellen van de noodzakelijke gronden voor de aanleg van de Laadinfrastructuur. 6. Eigendom installaties Het eigendom van de door de Concessieverleners gerealiseerde installaties wordt, voor zover deze niet eigendom van de netbeheerder zijn, overgedragen aan de Concessiehouder. De Concessiehouder is eigenaar van de door hem zelf aangelegde installaties. 7. Aanleg, beheer en onderhoud Laadinfrastructuur Aanleg, beheer en onderhoud van de Laadinfrastructuur en dientengevolge de beschikbaarheid van de Laadinfrastructuur behoren tot de verantwoordelijkheid van de Concessiehouder. De Concessiehouder bepaalt het herstelregime en beschikbaarheidspercentage van de Laadinfrastructuur. Het is aan de Concessiehouder om deze af te stemmen op de bedrijfsvoering en beschikbaarheid van de Zero-Emissiebussen. Ingeval de Concessiehouder gebruik wenst te maken van de overnameregeling voor Zero- Emissiebussen en bijbehorende Laadinfrastructuur, moet de Concessiehouder de Laadinfrastructuur zodanig onderhouden dat de Laadinfrastructuur aan het einde van de Concessie IJssel-Vecht in dermate goede staat is dat alle onderdelen daarvan operationeel zijn voor de dan nog resterende afschrijvingsperiode. 85

296 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 7 Verdeling taken en verantwoordelijkheden rond Laadinfrastructuur 8. Tabel met verantwoordelijkheden Onderdelen 0 Voorbereiding - pve - voorbereiding aanvraag netbeheerder - voorbereiding vergunningen gemeente Netbeheerder (in opdracht van Concessieverlener) 1 Aansluiting netbeheerder X Provincies X Vervoerder 2 Inkoopstation X Al, Val* Ol, Val* 3 Kabeltracé naar verdeelstation, Al, Val* Ol, Val* inclusief bekabeling 4 Verdeelstation locatie/gebouw Al, Val* Ol, Val* 5 Kabeltracé van verdeelstation Al, Val* Ol, Val* naar laadlocatie/laadplatform, exclusief bekabeling 6 Installatie laadunits, inclusief X alle andere installatieonderdelen 7 Bekabeling van verdeelstation X naar laadlocatie/laadplatform door bestaand kabeltracé 8 Fundering laadpaal X 9 Installatie laadpaal X 10 Bedrijfsvaardig testen en opleveren van de gehele systeemketen X Al = aangewezen locatie, Val = voorlopig aangewezen locatie, Ol = optionele locatie * Bij categorie Val zijn de verantwoordelijkheden afhankelijk van de door de Concessieverleners waargenomen situatie per Knooppunt ten tijde van het opstellen van het PvE Laadinfrastructuur. Naar bevinden kunnen de Concessieverleners besluiten om al een aanvang te maken met de daadwerkelijke realisatie van de infrastructuur genoemd onder punten 2 tot en met 5 indien de betreffende Concessieverlener oordeelt dat naar haar mening de situatie en de complexiteit van de infrastructuur dit rechtvaardigt. Indien de Concessieverlener daartoe besluit dan wordt deze locatie daarna gecategoriseerd als Al (aangewezen locatie) en is de Concessiehouder daarna verplicht deze locatie te gebruiken. Dit laat onverlet da de Concessiehouder eindverantwoordelijk is voor een tijdige realisatie. B7.4 AANVULLENDE BEPALINGEN LAADINFRASTRUCTUUR SPOORZONE ZWOLLE Voor busstation Zwolle heeft het afgelopen jaar al een vergaande voorbereiding plaatsgevonden. De publieke ruimte in het Spoorzone-gebied is complex, en er is sprake van een substantiële hoeveelheid laadvoorzieningen. Derhalve is de provincie Overijssel hier al verder met voorbereidingen treffen dan op andere laadlocaties in het Concessiegebied IJssel- Vecht. Er is een PvE opgesteld, de energieaanvraag is ingediend, vergunningen zijn voorbereid, locatie voor verdeelstations zijn bekend en de mantelbuizen en verdeeldozen zijn aangebracht op het busplatform. Informatie met betrekking tot deze laadlocatie is opgenomen in het informatieportaal. 1. Algemene bepalingen De systeemketen bestaat uit (zie onderstaande schema, nadere specificatie zie onder specifieke technische bepalingen): 86

297 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 7 Verdeling taken en verantwoordelijkheden rond Laadinfrastructuur Energievoorziening Aansluitpunt 10kV Enexis met een vermogen van 6MVA. Inkoopstation waar het aansluitpunt binnenkomt en de energie wordt beveiligd en gesplitst naar 2 verdeelstations. Twee kabeltrace s: van het inkoopstation naar beide verdeelstations. Dit betreft zowel de mantelbuizen als de kabels zelf, geschikt voor het transport van het aangeboden vermogen van 6MVA. Laadinfrastructuur Twee verdeelstations (driehoek en kelder Schellepoort gebouw) die zodanig bouwkundig worden voorbereid (ontwerp) dat directe realisatie van de verdeelstations en installatie van de benodigde laadinfrastructuur (laadunits, verdeelkasten en trafo s) mogelijk is. Realisatie van de verdeelstations gebeurt in nader overleg met de Concessiehouder. Een kabeltracé van het verdeelstation Schellepoort gebouw respectievelijk het verdeelstation Driehoek naar de kabeltrekputten op het busplatform wordt voorbereid (ontwerp) en de mantelbuizen voor de kabels worden aangelegd in overleg met de Concessiehouder. De kabeltrekputten op het busplatform en de mantelbuizen (voor datacommunicatie en laadstroom van deze putten naar elke laadpaal ) zijn aangelegd tot op de locatie van de laadpaal. Elke halte is voorzien van twee mantelbuizen voor de laadpaal. De laadpaal is van een vast type waarbij de verbinding met de bus tot stand komt via een bewegende pantograaf op het dak van de elektrische bus. Onderstaande specifieke bepalingen zijn aanvullend op het PvE laadinfrastructuur Zwolle d.d. 17 augustus Voor zover er bepalingen tegenstrijdig zijn gaan bepalingen in dit document boven de eisen vernoemd in het PvE laadinfrastructuur. Concessieverlener en gemeente werken in de eerste helft van 2019 nog aan ontwerpen voor de ruimtelijke voorzieningen en de laadinfra. Daaruit voortvloeiende aanvullende en meer gedetailleerde eisen worden meegeven aan de Concessiehouder. Het beschikbare PvE voor de laadinfra Spoorzone Zwolle (beschikbaar via de portal) moet ten aanzien van de realisatie van de laadinfrastructuur als eerste uitgangspunt worden gezien. 2. Specifieke technische bepalingen Systeemketen 1. De Concessieverlener draagt zorg voor het gereed maken van de fysieke ruimte voor het inkoopstation van Enexis. De Concessieverlener draagt tevens zorg voor de voorbereiding en mogelijk deels realisatie van de beide verdeelstations waarin alle apparatuur voor het laden van E-bussen wordt geplaatst (o.a. de laadunits) én de mantelbuizen tussen deze ruimtes en het busstation. Inclusief kabels tussen inkoopstation en beide verdeelstations. Dit alles gebeurt in nauwe samenwerking met de gemeente Zwolle. De Concessiehouder moet deze ruimtes en tracés gebruiken om de laadinfra voor de elektrische bussen te 87

298 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 7 Verdeling taken en verantwoordelijkheden rond Laadinfrastructuur installeren. De werkzaamheden van de realisatie van de verdeelstations en de kabeltracés hiervan naar het busstation moet met de Concessiehouder in de beginfase nog nader worden afgestemd. Er moet nog met de Concessiehouder worden afgesproken welk deel van deze realisatie werkzaamheden de Concessiehouder gaat uitvoeren. 2. De Concessiehouder is eindverantwoordelijk voor het installeren en bedrijfsvaardig opleveren van alle noodzakelijke laadapparatuur voor het laden van de E-bussen in beide verdeelstations, het plaatsen van de laadpalen, en de bekabeling tussen beide verdeelstations en laadpalen op het busstation. Dit gebeurt, gezien deze specifieke situatie in Zwolle, onder regie van de Concessieverlener met nauwe betrokkenheid van de gemeente Zwolle. (zie toelichting schema paragraaf Eisen projectaanpak). 3. Specifiek Stadsvervoer: a. OC op het busstation Zwolle. b. In de verdeelstations is ruimte voor 7 laadunits (tot 450kW). c. Op het busplatform is ruimte op de stadsbushaltes voor 6 laadpalen. d. Op het busplatform is eveneens ruimte voor 2 laadpalen op de 2 reserve/uitwijklocaties. 4. Specifiek Streekvervoer: a. OC op het busstation Zwolle b. In de verdeelstations is ruimte voor 8 laadunits (tot 450kW). c. Op het busplatform is ruimte op de streekbushaltes voor 11 laadpalen. 5. Optimalisatie van de keten: a. De Concessieverlener heeft een systeemvalidatie uitgevoerd voor de stadsdienst van Zwolle. Hiermee is plausibel gemaakt dat het uitvoeren van de stadsdienst met het ontworpen laadconcept (OC) en de bijbehorende laadinfra (zie PvE) mogelijk is. Deze systeemvalidatie is beschikbaar in de portal. 41 Energievoorziening 1. Inkoopstation a. Voor het laden van de elektrische stadsbussen wordt door de Concessieverlener een elektrisch vermogen beschikbaar gesteld van 6MVA; b. Dit vermogen is beschikbaar vanaf het inkoopstation waarin de verdeling van de energie plaatsvindt, deze energie wordt via twee kabeltrace s aangevoerd tot in de verdeelstations; c. Locatie inkoopstation wordt nader bepaald, er is nu een voorkeurslocatie (zie PvE Laadinfrastructuur). d. Het is niet mogelijk dat alle laadpieken op hetzelfde moment gevraagd worden. Door een kleine spreiding van de laadpieken in het laadregime over een periode van 5 à 10 minuten kan peakshaving plaatsvinden. Daarmee is het beschikbare vermogen van 6MVA voldoende. 2. Kabeltrace s van het inkoopstation naar beide verdeelstations Geen eisen voor de Concessiehouder. Laadinfrastructuur 1. Twee verdeelstations (driehoek en kelder Schellepoort gebouw) a. Een verdeelstation omvat alle benodigde laadinfrastructuur en bestaat uit: Energieaansluiting 10kV middenspanningsverdeelinrichting 10kV Laadunits transformatoren tbv de laadunits transformator tbv 400V/230V AC laagspanning services Laagspanningsverdeelinrichting tbv services als verlichting, besturing en beveiliging van laadunits Laadmanagement systeem 41 Witteveen+Bos, Systeemvalidatie elektrisch busvervoer stadsdienst Zwolle

299 Concessie IJssel-Vecht Beschrijvend document Bijlage 3 Programma van Eisen Bijlage 7 Verdeling taken en verantwoordelijkheden rond Laadinfrastructuur Opstelling in de buitenlucht en/of bouwkundige voorzieningen b. Doordat de afstand tussen verdeelstations en laadpalen een maximum (ca. 200m) kent zijn niet alle potentiële laadlocaties op het busplatform vanuit deze twee verdeelstations aansluitbaar. De maximum afstand is leveranciersafhankelijk. Daardoor kan een 3e verdeelstation noodzakelijk worden. De locatie hiervoor is nog niet bepaald. Bovendien zijn het laadregime en de dienstregeling voor streekvervoer van de nieuwe vervoerder nog niet bekend. Dat kan dus ook betekenen dat een 3e verdeelstation niet nodig is. c. Zie verder uitgangspunten PvE laadinfrastructuur busstation Zwolle. 2. Kabeltracé van het verdeelstations naar de kabeltrekputten op busplatform Zie uitgangspunten PvE laadinfrastructuur busstation Zwolle. 3. Het busplatform Zie uitgangspunten PvE laadinfrastructuur busstation Zwolle. 4. De laadpalen op het busplatform a. locaties van laadpalen voor stad- en streekvervoer zijn definitief bepaald. b. Aan de laadpalen worden eisen gesteld t.a.v. vormgeving, positie en constructie, aansluitend bij de beeldkwaliteit van het busplatform. De vormgevingseisen zullen eerste kwartaal 2019 bekend worden gemaakt. c. Zie verder uitgangspunten PvE laadinfrastructuur busstation Zwolle. 5. Elektrische Bussen Zie verder uitgangspunten PvE laadinfrastructuur busstation Zwolle. 3. Eisen projectaanpak De Concessiehouder zal onderstaande projectaanpak moeten volgen waarbij ten aanzien van de regie voor de realisatie van de Laadinfrastructuur ligt bij de Spoorzone organisatie en de betreffende Concessieverlener (Overijssel): 1. De Concessiehouder zal het spoor D (Realisatie E-installatie laadinfrastructuur) moeten realiseren. Dit betreft het stadsvervoer en streekvervoer op het busstation in Zwolle. 2. Op moment van verlening van de Concessie IJssel-Vecht zijn de laatste vorderingen van spoor C uitgangspunt voor de Concessiehouder. Hij maakt op basis hiervan een gedetailleerde planning voor spoor D en geeft aan welke te realiseren delen van spoor C ondergebracht moeten worden binnen spoor D. Afstemming tussen de sporen C en D moet op initiatief van de Concessiehouder 4 wekelijks plaatsvinden om de realisatiesporen C en D goed op elkaar te laten aansluiten. 89

Reactienota n.a.v. ontwerp- Programma van Eisen. Concessie IJssel-Vecht

Reactienota n.a.v. ontwerp- Programma van Eisen. Concessie IJssel-Vecht Reactienota n.a.v. ontwerp- Programma van Eisen Concessie IJssel-Vecht Datum: 5 februari 2019 Versie: 1.0 Status: Definitief Concessie IJssel-Vecht Reactienota ontwerp-programma van Eisen 5 februari 2019

Nadere informatie

Bijlage 3 Programma van Eisen Concessie IJssel-Vecht

Bijlage 3 Programma van Eisen Concessie IJssel-Vecht Bijlage 3 Programma van Eisen Concessie IJssel-Vecht Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 5 1.1 Aanleiding... 5 1.2 Hoofdopgaven voor het Openbaar Vervoer... 5 1.3 Doelstellingen

Nadere informatie

Ontwerp Programma van Eisen IJssel-Vecht

Ontwerp Programma van Eisen IJssel-Vecht Ontwerp Programma van Eisen IJssel-Vecht Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 5 1.1 Aanleiding... 5 1.2 Hoofdopgaven voor het Openbaar Vervoer... 5 1.3 Doelstellingen Concessies...

Nadere informatie

Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel. Concept Nota van Uitgangspunten

Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel. Concept Nota van Uitgangspunten Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel Concept Nota van Uitgangspunten Doelstellingen nieuwe concessies Op basis van OV-visies volgende doelstellingen voor de nieuwe concessies

Nadere informatie

Presentatie intermodale aanbesteding concessie Rivierenland. Provincie Gelderland Stadsregio Arnhem / Nijmegen

Presentatie intermodale aanbesteding concessie Rivierenland. Provincie Gelderland Stadsregio Arnhem / Nijmegen Presentatie intermodale aanbesteding concessie Rivierenland Provincie Gelderland Stadsregio Arnhem / Nijmegen Vervoerkundige presentatie Toelichting Programma van Eisen Plaats van het PvE in totale proces

Nadere informatie

Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus

Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH Sjoerd, Bosman, Directeur Openbaar Vervoer Vervoersautoriteit MRDH 16 november 2016 Concessie Stand van zaken OV-concessies

Nadere informatie

Concessie Exploitatie Treindiensten Zwolle Enschede en Zwolle - Kampen

Concessie Exploitatie Treindiensten Zwolle Enschede en Zwolle - Kampen Concessie Exploitatie Treindiensten Zwolle Enschede en Zwolle - Kampen Marktconsultatiedocument ZWENZWOKA 2018 Zwolle, 2 mei 2014 Intern documentnummer: EDO 2014/0120754/MC Intern zaaknummer: EDO 2630044

Nadere informatie

1 5 MEI 2013 ^ Onderwerp Nota van Uitgangspunten concessie treindienst Alphen aan den Rijn - Gouda 2016

1 5 MEI 2013 ^ Onderwerp Nota van Uitgangspunten concessie treindienst Alphen aan den Rijn - Gouda 2016 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie pjqlland ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-389891839 {DOS-2013-0000336) Datum vergadering Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

BELEIDSKADER OPENBAAR VERVOER DAV IN VOGELVLUCHT

BELEIDSKADER OPENBAAR VERVOER DAV IN VOGELVLUCHT BELEIDSKADER OPENBAAR VERVOER DAV IN VOGELVLUCHT September 2016 1 Beleidskader openbaar DAV in vogelvlucht Het openbaar vervoer in de regio Drechtsteden / Alblasserwaard- Vijfheerenlanden (DAV) wordt opnieuw

Nadere informatie

1

1 Geachte voorzitter, Hierbij zend ik u mijn antwoorden op de vragen van de leden Middendorp en Remco Dijkstra (beiden VVD) over de aanpassing van de dienstregeling van het treinverkeer in het Rivierengebied

Nadere informatie

Kerntaak/plandoel: regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Kerntaak/plandoel: regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer STATENBRIEF Onderwerp: Nota van Uitgangspunten concessies openbaar vervoer Portefeuillehouder: Bieze Kerntaak/plandoel: regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Doel van deze brief: De Nota

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten verzoeken de leden van Provinciale Staten om: - de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht)

Gedeputeerde Staten verzoeken de leden van Provinciale Staten om: - de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht) Statenbrief Datum Onderwerp Wijzigingen in de dienstregeling 2019 per concessie in Gelderland Inlichtingen P. v.d. Boogaard 026 359 8511 post@gelderland.nl 1 van 6 Portefeuillehouder Conny Bieze Kerntaak

Nadere informatie

Vervoersvoorziening in de regio IJssel- Vecht+ Maatwerkvervoer

Vervoersvoorziening in de regio IJssel- Vecht+ Maatwerkvervoer Vervoersvoorziening in de regio IJssel- Vecht+ Maatwerkvervoer Marktconsultatiedocument Zwolle, 15 januari 2016 Status: Definitief Versie: 1.0 Marktconsultatiedocument pagina 1 van 9 Inhoud 1. Inleiding

Nadere informatie

ROCOV Gelderland. Ben Mouw Voorzitter

ROCOV Gelderland. Ben Mouw Voorzitter ROCOV Gelderland Ben Mouw Voorzitter 20 jaar OV consumentenplatform De stem van de reiziger Toevoeging Stadsregio Arnhem Nijmegen ROCOV Gelderland Start platform WP 2000 Start ROCOV Gelderland Stadsregio

Nadere informatie

Reactienota OV-visie Flevoland

Reactienota OV-visie Flevoland Reactienota OV-visie Flevoland 1630855 Ingekomen reacties 1.1 Dorpsbelangen Swifterbant Dorpsbelangen is positief over het proces waarbij belanghebbenden hebben mogen meedenken over het openbaar vervoer

Nadere informatie

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland - Voor de OV Visie - Voor de OV-Concessie Zuid-Holland Noord Fred van der Blij 14 februari 2018 OV Visie is gezamenlijk proces Vanuit 19 gemeenten afspraak om OV

Nadere informatie

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland Integratie doelgroepenvervoer en Openbaar Vervoer Fred van der Blij 14 maart 2018 Waarom OV en Doelgroepenvervoer integreren? Demografische en maatschappelijke

Nadere informatie

mermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Ruimtelijke Ontwikkeling W. Thon

mermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Ruimtelijke Ontwikkeling W. Thon mermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Cluster Contactpersoon Telefoon

Nadere informatie

Openbaar Vervoer in Brabant Vraaggericht, Verbindend en Verantwoord

Openbaar Vervoer in Brabant Vraaggericht, Verbindend en Verantwoord Openbaar Vervoer in Brabant Vraaggericht, Verbindend en Verantwoord Ruud van Heugten Gedeputeerde Mobiliteit & Financiën Presentatie Land van Cuijk 18 september 2013 Vormen van OV in Brabant Rol en Taakverdeling

Nadere informatie

Intentieverklaring. Platform voor Overleg, Samenwerking en Besluitvorming. OV-Chipkaart

Intentieverklaring. Platform voor Overleg, Samenwerking en Besluitvorming. OV-Chipkaart Intentieverklaring Platform voor Overleg, Samenwerking en Besluitvorming OV-Chipkaart 1. De minister van Infrastructuur en Milieu, handelend als bestuursorgaan; 2. De gedeputeerde staten van de provincies

Nadere informatie

Openbaar vervoer Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee Gemeenteraad Korendijk 27 mei Erik van der Kooij & Marcel Scheerders

Openbaar vervoer Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee Gemeenteraad Korendijk 27 mei Erik van der Kooij & Marcel Scheerders Openbaar vervoer Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee Gemeenteraad Korendijk 27 mei 2014 Erik van der Kooij & Marcel Scheerders Programma 1. Context 2. Beleid OV HWGO 3. Nota van Uitgangspunten OV-concessie

Nadere informatie

Vervoersconcessie Midden Overijssel 2018

Vervoersconcessie Midden Overijssel 2018 Vervoersconcessie Midden Overijssel 2018 Marktconsultatiedocument Zwolle, 12 februari 2016 Status: definitief Versie: 1.0 Marktconsultatiedocument Midden Overijssel 2016 Def. 1.0.docx blz. 1/8 Inhoud 1.

Nadere informatie

Nota van B&W. onderwerp Convenant beschikbare wegen Portefeuilehouder dr. Derk Reneman

Nota van B&W. onderwerp Convenant beschikbare wegen Portefeuilehouder dr. Derk Reneman gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W onderwerp Convenant beschikbare wegen 2018 Portefeuilehouder dr. Derk Reneman Collegevergadering 14 juni 2016 inlichtingen W. Thon (0900-1 852) Registratienummer 2016.0027733

Nadere informatie

Samenvatting reizigersconsultatie 2018 Maxim Meijers Syntus Utrecht

Samenvatting reizigersconsultatie 2018 Maxim Meijers Syntus Utrecht Maxim Meijers Syntus Utrecht 07-05-2018 Inleiding In 2018 heeft Syntus Utrecht voorafgaand aan het schrijven van het vervoerplan de Utrechtse reizigers en inwoners gevraagd om mee te denken over het OV

Nadere informatie

Samenvatting ONTWERP Programma van eisen

Samenvatting ONTWERP Programma van eisen Samenvatting ONTWERP Programma van eisen Concessie OV Gooi en Vechtstreek Provincie Noord-Holland Maart 2019 Jordy van Slooten, j.vanslooten@regiogv.nl 1 Inhoud Vervoerplan Fase 1, fase 2 & fase 3 (hoofdstuk

Nadere informatie

OV-bureau: begroting 2019, dienstregeling 2019, motie waardering buschauffeurs en voorlopige gunning

OV-bureau: begroting 2019, dienstregeling 2019, motie waardering buschauffeurs en voorlopige gunning OV-bureau: begroting 2019, dienstregeling 2019, motie waardering buschauffeurs en voorlopige gunning Menno Oedekerk De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN 06 5277 4743 3 7048921 -

Nadere informatie

Vragen en antwoorden bij het ontwerp Programma van Eisen van de aanbesteding OV-concessie Gooi en Vechtstreek

Vragen en antwoorden bij het ontwerp Programma van Eisen van de aanbesteding OV-concessie Gooi en Vechtstreek Vragen en antwoorden bij het ontwerp Programma van Eisen van de aanbesteding OV-concessie Gooi en Vechtstreek Maart 2019 0 13 Toelichting De provincie Noord-Holland is opdrachtgever van de openbaar vervoer

Nadere informatie

Rondetafelgesprek Andere mobiliteit

Rondetafelgesprek Andere mobiliteit Rondetafelgesprek Andere mobiliteit Maikel Bracun Ontwikkelmanager Oost Nederland Arriva Nederland 5-sep 2018 Inleiding De OV-visies die in de afgelopen jaren zijn vastgesteld in de provincies Flevoland,

Nadere informatie

Openbaar Vervoer in Noordoostpolder Stand van zaken. Datum: Door: Hans Cnossen

Openbaar Vervoer in Noordoostpolder Stand van zaken. Datum: Door: Hans Cnossen Openbaar Vervoer in Noordoostpolder Stand van zaken Datum: 12-02- 18 Door: Hans Cnossen Agenda Ontwikkelingen in het OV en de rol van Noordoostpolder Beeld OV OV visie 2014 Coalitieakkoord provincie 2015

Nadere informatie

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND ^ gemeente Roermond VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND datum indiening: 24 maart 2014 datum/agendapunt B&Wvergadering: 010414/A07 afdeling: Stedelijice Ontwikkeling Onderwerp:

Nadere informatie

Aanbesteding OV-concessies Flevoland/Gelderland/Overijssel 2020 e.v. Marktconsultatiedocument

Aanbesteding OV-concessies Flevoland/Gelderland/Overijssel 2020 e.v. Marktconsultatiedocument Aanbesteding OV-concessies Flevoland/Gelderland/Overijssel 2020 e.v. Marktconsultatiedocument Status: Definitief 14 juli 2017 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en context... 3 1.2 Eerste stap:

Nadere informatie

Afschrift aan: Provincie Gelderland

Afschrift aan: Provincie Gelderland Syntus T.a.v. de heer T. Naberhuis Postbus 17 7000 AA DOETINCHEM Uw kenmerk: - Uw datum: 7 november 2011 Ons Kenmerk: RGS257 Onderwerp: advies Veluwe Afschrift aan: Provincie Gelderland Bijlagen: ROCOV

Nadere informatie

OPENBAAR VERVOER CONCESSIE DAV

OPENBAAR VERVOER CONCESSIE DAV OPENBAAR VERVOER CONCESSIE DAV Hoofdlijnen Definitief Programma van Eisen 4 april 2017 Hooflijnen Programma van Eisen Dav concessie 1 Het openbaar vervoer in de regio Drechtsteden/Alblasserwaard- Vijfheerenlanden

Nadere informatie

Kerntaak/plandoel: Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Kerntaak/plandoel: Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer STATENBRIEF Onderwerp: Wijzigingen per concessie voor de dienstregeling 2017 Portefeuillehouder: Conny Bieze Kerntaak/plandoel: Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Het college van Gedeputeerde

Nadere informatie

Openbaar vervoer concessie

Openbaar vervoer concessie Openbaar vervoer concessie Gemeenteraad Jordy van Slooten, fysiekdomein@regiogv.nl Januari 2019 1 2 3 Opgave en inzet Gooi en Vechtstreek MIRT Bereikbaarheid per weg en spoor staat onder druk. OV is onvoldoende

Nadere informatie

Mededeling. Onderwerp Moties en toezeggingen Openbaar Vervoer

Mededeling. Onderwerp Moties en toezeggingen Openbaar Vervoer PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Moties en toezeggingen Openbaar Vervoer Kern mededeling: Uw Staten hebben op 29-10-2014 en op 12-11-2014 een drietal moties ingediend die betrekking hebben op het

Nadere informatie

Bestuursovereenkomst Aanbesteding OV-concessies IJssel-Vecht, Berkel-Dinkel en Rijn-Waal & Beheer en Ontwikkeling van het Openbaar Vervoer

Bestuursovereenkomst Aanbesteding OV-concessies IJssel-Vecht, Berkel-Dinkel en Rijn-Waal & Beheer en Ontwikkeling van het Openbaar Vervoer Bestuursovereenkomst Aanbesteding OV-concessies IJssel-Vecht, Berkel-Dinkel en Rijn-Waal & Beheer en Ontwikkeling van het Openbaar Vervoer Gedeputeerde Staten van Flevoland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd

Nadere informatie

Statenvoorstel. Beleidskader Openbaar Vervoer Drechtsteden / Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.

Statenvoorstel. Beleidskader Openbaar Vervoer Drechtsteden / Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 27 september 2016 Geheim: nee Portefuillehouder: F. Vermeulen Uiterlijke beslistermijn: 9 november 2016 Behandeld ambtenaar : J.C. Wassens E-mailadres: jc.wassens@pzh.nl

Nadere informatie

Thema-avond D66. OV concessie / A7 corridor 4 februari 2019

Thema-avond D66. OV concessie / A7 corridor 4 februari 2019 Thema-avond D66 OV concessie / A7 corridor 4 februari 2019 1 Agenda 1. Opening/mededelingen 2. Kennismaking 3. OV concessie aanbesteding Zaanstreek-Waterland 4. A7 corridor: opties en gevolgen voor Purmerend

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. De belangrijkste wijzigingen staan per lijn onderstaand weergegeven.

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. De belangrijkste wijzigingen staan per lijn onderstaand weergegeven. PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Dienstregeling OV concessie IJsselmond 2017 Kern mededeling: Provinciale Staten worden geïnformeerd over de jaarlijkse wijzigingen in de dienstregeling van het

Nadere informatie

Leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland Postbus AB LELYSTAD. Geachte leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland,

Leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland Postbus AB LELYSTAD. Geachte leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland, gemeente Leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Uw brief van Onderwerp resultaten Stuurgroep Standpuntbepaling Provinciale Herindeling Uw kenmerk Bijlagen 1 Ons

Nadere informatie

Bijlage D.9 Opties Huidige Dienstregeling en Pluspakket

Bijlage D.9 Opties Huidige Dienstregeling en Pluspakket Bijlage D.9 Opties Huidige Dienstregeling en Pluspakket In deze bijlage worden de volgende opties beschreven: Optie Huidige Dienstregeling; Opties Pluspakket. Optie Huidige Dienstregeling De inschrijver

Nadere informatie

Mobiliteitsvisie Barneveld

Mobiliteitsvisie Barneveld Mobiliteitsvisie Barneveld Veilig op weg naar de toekomst CROW Utrecht 16 november 2017 28-11-2017 1 Inhoud presentatie Trends in Mobiliteit Ontwikkelingen Mobiliteitsvisie Lokale MO-behoefte Draagvlak

Nadere informatie

Curriculum Vitae Ron Muller

Curriculum Vitae Ron Muller Prins Hendrikkade 170- II T 020 423 13 23 E mail@inno- V.nl 1011 TC Amsterdam F 084 221 7006 I www.inno- V.nl Curriculum Vitae Ron Muller Adviseur inno- V (1971). Inhoudelijk OV- deskundige met een sterke

Nadere informatie

OPENBAAR VERVOER CONCESSIE DAV

OPENBAAR VERVOER CONCESSIE DAV OPENBAAR VERVOER CONCESSIE DAV Hoofdlijnen Ontwerp Programma van Eisen 31 januari 2017 Hooflijnen Programma van Eisen Dav concessie 1 Het openbaar vervoer in de regio Drechtsteden/AlblasserwaardVijfheerenlanden

Nadere informatie

Holland Rijnland, PHO Sociale Agenda en Verkeer & Vervoer. 7 maart 2014, Erik van der Kooij

Holland Rijnland, PHO Sociale Agenda en Verkeer & Vervoer. 7 maart 2014, Erik van der Kooij Holland Rijnland, PHO Sociale Agenda en Verkeer & Vervoer 7 maart 2014, Erik van der Kooij Programma vandaag 1. Visie Ruimte en Mobiliteit & Ontwerpprogramma Mobiliteit 2. Proces Hoeksche Waard / Goeree-Overflakkee

Nadere informatie

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 E-mail: informatie@mrdh.nl Internet: www.mrdh.nl KvK nummer: 62288024 Retouradres:

Nadere informatie

Februari 2013 Jaargang 10 Nummer 2

Februari 2013 Jaargang 10 Nummer 2 Fractiebulletin Februari 2013 Jaargang 10 Nummer 2 INHOUD 1. Randstadprovincie: het vervolg! 2. Uitnodiging Openbare Vergadering met minister Plasterk 3. Nieuwe Natuur in Flevoland 4. Herijking beleid

Nadere informatie

BEHEERSPROTOCOL VOOR HET TOEZICHT DOOR HET OV-BUREAU GRONINGEN DRENTHE OP DE CONCESSIEHOUDERS

BEHEERSPROTOCOL VOOR HET TOEZICHT DOOR HET OV-BUREAU GRONINGEN DRENTHE OP DE CONCESSIEHOUDERS BEHEERSPROTOCOL VOOR HET TOEZICHT DOOR HET OV-BUREAU GRONINGEN DRENTHE OP DE CONCESSIEHOUDERS 21 oktober 2005 Het OV-bureau Groningen Drenthe ontwikkelt, organiseert en beheert het openbaar vervoer en

Nadere informatie

Concessie Rail Gemeenteraad Den Haag Gertjan Nijsink, projectleider concessieverleningen Vervoersautoriteit MRDH 2 september 2015

Concessie Rail Gemeenteraad Den Haag Gertjan Nijsink, projectleider concessieverleningen Vervoersautoriteit MRDH 2 september 2015 Concessie Rail 2016 Gemeenteraad Den Haag Gertjan Nijsink, projectleider concessieverleningen Vervoersautoriteit MRDH 2 september 2015 Context Twee railconcessies: Rail Rotterdam: Tram en Metro (inclusief

Nadere informatie

Samenvatting ONTWERP Programma van eisen

Samenvatting ONTWERP Programma van eisen Samenvatting ONTWERP Programma van eisen Concessie OV Gooi en Vechtstreek Provincie Noord-Holland 28 maart 2019 Jordy van Slooten/ Erik Verkerk 1 Inhoud Voorgeschiedenis Vervoerplan fase 1, fase 2 & fase

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. MededeMng

PROVINCIE FLEVOLAND. MededeMng PROVINCIE FLEVOLAND MededeMng Onderwerp Kamerbrief milieueffectrapport en geluidberekeningen Lelystad Airport Kern mededeling: Middels deze mededeling informeren wij u over de belangrijkste aspecten en

Nadere informatie

Concept agenda woordvoerdersoverleg thema Mobiliteit 23 februari 2018

Concept agenda woordvoerdersoverleg thema Mobiliteit 23 februari 2018 Concept agenda woordvoerdersoverleg thema Mobiliteit 23 februari 2018 Opening en mededelingen 1. Bespreekpunten A. Doorkijk Lange termijn planning GS, met een concrete blik op de komende zes maanden Stand

Nadere informatie

B en W Adviesnota ADVIES. Raadsinformatiebrief motie samenwerking gemeente met Arriva

B en W Adviesnota ADVIES. Raadsinformatiebrief motie samenwerking gemeente met Arriva B en W Adviesnota Onderwerp Raadsinformatiebrief motie samenwerking gemeente met Arriva Zaaknummer 388191 Teammanager Ernst-Jan Meerbeek B & W datum 3 september 2018 Afdeling/Team Stad Dorpen en Wijken/Maatschappelijke

Nadere informatie

Voorstel aan Stadsregioraad nr

Voorstel aan Stadsregioraad nr Voorstel aan Stadsregioraad nr. 2008.023 datum 20 november 2008 portefeuillehouder(s) J. Walraven beleidsterrein(en) Openbaar vervoer onderwerp Programma van Eisen aanbesteding openbaar busvervoer periode

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. Besluit OV SAAL middellange termijn

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. Besluit OV SAAL middellange termijn PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling onderwerp Besluit OV SAAL middellange termijn 1527727 Resistratienummer Datum 29 augustus 2013 Doel van deze mededeling: Auteur Provinciale Staten te informeren over het

Nadere informatie

Vragenuurtje over de uitgangspunten nieuwe aanbestedingen openbaar vervoer

Vragenuurtje over de uitgangspunten nieuwe aanbestedingen openbaar vervoer Vragenuurtje over de uitgangspunten nieuwe aanbestedingen openbaar vervoer Op woensdag 25 februari is een vragenuurtje georganiseerd voor technische vragen over de statennotitie uitgangspunten nieuwe aanbestedingen

Nadere informatie

Openbaar vervoer en gemeenten

Openbaar vervoer en gemeenten Openbaar vervoer en gemeenten Inhoud Het functioneren van het OV-systeem Rol en verantwoordelijkheid Provincie gemeenten/regio Recente ontwikkelingen in het busvervoer Twee functies OV Sociale functie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus 123 2000 MD Haarlem Haarlem, 2 mei 2016. Onderwerp: Regionaal openbaar vervoer & inter-concessie stroomlijnen Geachte

Nadere informatie

Plan van aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland

Plan van aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland Plan van aanpak Projectnaam/ onderwerp: Status: vastgesteld, DB 12 december 2013 Naam auteur(s): Claudia de Kort en Iris de Bruyne 1. Inleiding/ aanleiding Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland heeft

Nadere informatie

Radenbijeenkomst Alblasserwaard Vijfheerenlanden 18 mei 2016

Radenbijeenkomst Alblasserwaard Vijfheerenlanden 18 mei 2016 Radenbijeenkomst Alblasserwaard Vijfheerenlanden 18 mei 2016 Programma 1 e sessie: 19.30 20.30 Opening wethouder Hans Freije, (regionaal portefeuillehouder Verkeer & Vervoer) Openbaar Vervoer in de Alblasserwaard-

Nadere informatie

B en W. nr d.d

B en W. nr d.d B en W. nr. 13.0175 d.d. 5-3-2013 Onderwerp Schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders van het raadslid E. Krijgsman (D66) d.d. 28 januari 2013 inzake het cameratoezicht bij station

Nadere informatie

Gewijzigd voorstel van het college inzake Zienswijze op de ontwerp kadernota Openbaar Vervoer MRDH

Gewijzigd voorstel van het college inzake Zienswijze op de ontwerp kadernota Openbaar Vervoer MRDH Datum 18 september 2017 Registratienummer RIS297417 Gewijzigd voorstel van het college inzake Zienswijze op de ontwerp kadernota Openbaar Vervoer MRDH Op 17 mei 2017 heeft de MRDH het ontwerp van de Kadernota

Nadere informatie

Marktconsultatie aanbesteding openbaar vervoer Haarlem-IJmond

Marktconsultatie aanbesteding openbaar vervoer Haarlem-IJmond Marktconsultatie aanbesteding openbaar vervoer Haarlem-IJmond 2016-2025 Opgesteld door: A.M.M. Weijers Vastgesteld door: R. Postma, Directie Beleid, sector Verkeer en Vervoer Referentie: PNH 264871 Datum:

Nadere informatie

BESLUIT OPSCHRIFT. Vergadering van 11 juni Onderwerp Raadsmededelingen: toegankelijkheid OV ouderen - Besluitvormend

BESLUIT OPSCHRIFT. Vergadering van 11 juni Onderwerp Raadsmededelingen: toegankelijkheid OV ouderen - Besluitvormend BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 11 juni 2013 nummer: 2013_BW_00359 Onderwerp Raadsmededelingen: toegankelijkheid OV ouderen - vormend Beknopte samenvatting Zie onderwerp Bevoegd portefeuillehouder: Karin

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN EISEN VASTGESTELD DOOR GEDEPUTEERDE STATEN OP 3 FEBRUARI 2015 PROVINCIE-UTRECHT.NL

PROGRAMMA VAN EISEN VASTGESTELD DOOR GEDEPUTEERDE STATEN OP 3 FEBRUARI 2015 PROVINCIE-UTRECHT.NL PROGRAMMA VAN EISEN europese aanbesteding openbaar vervoer CONCESSIE PROVINCIE utrecht 2016-2023 VASTGESTELD DOOR GEDEPUTEERDE STATEN OP 3 FEBRUARI 2015 PROVINCIE-UTRECHT.NL Inhoud Pagina 1 Inleiding

Nadere informatie

Concessieverlening Openbaar Vervoer Amstelland Meerlanden 2018

Concessieverlening Openbaar Vervoer Amstelland Meerlanden 2018 Concessieverlening Openbaar Vervoer Amstelland Meerlanden 2018 Informatiebrochure ontwerp Programma van Eisen Concessie Amstelland-Meerlanden 2018 Februari 2016 INHOUD 1. Inleiding 2. Resultaten en trends

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. raadsvergadering: 21 september 2011 Aanbesteding Masterplan Anna's Hoeve. datum: 12 september 2011 gemeenteblad I nr.: 68 agenda nr.

RAADSVOORSTEL. raadsvergadering: 21 september 2011 Aanbesteding Masterplan Anna's Hoeve. datum: 12 september 2011 gemeenteblad I nr.: 68 agenda nr. RAADSVOORSTEL raadsvergadering: 21 september 2011 onderwerp: Aanbesteding Masterplan Anna's Hoeve bijlage: ontwerp-besluit datum: 12 september 2011 gemeenteblad I nr.: 68 agenda nr.: 9 Aan de gemeenteraad,

Nadere informatie

MEMO Ontwerp Programma van Eisen Concessie Zuidoost Brabant

MEMO Ontwerp Programma van Eisen Concessie Zuidoost Brabant MEMO Voor : Gemeenteraad Someren Van : Richard de Ruiter Kopie : College van burgemeester en wethouders Afdeling : RBO Betreft : Aanbesteding Openbaar Vervoer Zuidoost Brabant Datum : 02 april 2015 Ontwerp

Nadere informatie

0.1.1 Inkomend

0.1.1 Inkomend ik 0.1.1 Inkomend - 94075 ïïifidïg Businesscase Uit de businesscase blijkt dat de gezamenlijke aanbesteding en uitvoering van Publiek Vervoer, ondersteund door voorwaarclenscheppende contracten, per eelrslo

Nadere informatie

OV, hoe werkt het? (in de MRDH) Ivo van der Linden Adviescommissie VA, 10 oktober 2018

OV, hoe werkt het? (in de MRDH) Ivo van der Linden Adviescommissie VA, 10 oktober 2018 OV, hoe werkt het? (in de MRDH) Ivo van der Linden Adviescommissie VA, 10 oktober 2018 Inhoudsopgave 1 2 3 4 1. Wettelijk kader en context Wettelijk kader en begrippen Wet Lokaal Spoor (WLS) Aanleg, beheer,

Nadere informatie

Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. Vergadering Dagelijks Bestuur d.d. 1 oktober 2012. Agendapunt :

Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. Vergadering Dagelijks Bestuur d.d. 1 oktober 2012. Agendapunt : Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Vergadering Dagelijks Bestuur d.d. 1 oktober 2012 Agendapunt : Portefeuille Onderwerp : Mobiliteit, coördinatie MIRT / gebiedsontwikkeling Midden en Oost, Gulbergen

Nadere informatie

Beleidsontwikkeling Voorlopige gunning gebiedsondersteuningsnetwerk. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Beleidsontwikkeling Voorlopige gunning gebiedsondersteuningsnetwerk. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Beleidsontwikkeling Voorlopige gunning gebiedsondersteuningsnetwerk De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 60 37 25-7-2018 Geachte heer, mevrouw, Tijdens de vergadering van

Nadere informatie

Afschrift: Besturen en secretariaten ROCOV s in Oost Bijlage: Overzicht alle reacties ROCOV s in Oost

Afschrift: Besturen en secretariaten ROCOV s in Oost Bijlage: Overzicht alle reacties ROCOV s in Oost Provincie Overijssel Eenheid Ruimte en Bereikbaarheid t.a.v. de heer J.A. Sytsma Brief per e-mail Uw kenmerk: 2018/0432870 Uw datum: 4 september 2018 Ons kenmerk: RGS726 Afschrift: Besturen en secretariaten

Nadere informatie

Nota van Uitgangspunten aanbesteding OV Rondetafel 24 januari 2018 BOC. Prof. dr, Henk Meurs Radboud Universiteit

Nota van Uitgangspunten aanbesteding OV Rondetafel 24 januari 2018 BOC. Prof. dr, Henk Meurs Radboud Universiteit Nota van Uitgangspunten aanbesteding OV Rondetafel 24 januari 2018 BOC Prof. dr, Henk Meurs Radboud Universiteit 1. Keuze grootte concessiegebieden Relevante factoren: - Aansluiten bij vervoerstromen reizigers

Nadere informatie

Vervoersaanbod Syntus Gelderland 2018 op hoofdlijnen. Alegemen. Vervoersaanbod Syntus Gelderland 2018 op hoofdlijnen. Arent Jan Speulman

Vervoersaanbod Syntus Gelderland 2018 op hoofdlijnen. Alegemen. Vervoersaanbod Syntus Gelderland 2018 op hoofdlijnen. Arent Jan Speulman Alegemen Vervoersaanbod Syntus Gelderland 2018 op hoofdlijnen Arent Jan Speulman oktober 2017 1 Op 10 december 2017 start de nieuwe dienstregeling van de bussen van Syntus Gelderland. In deze notitie worden

Nadere informatie

ORGANISATIE OV-CONCESSIEMANAGEMENT PROVINCIE NOORD-BRABANT

ORGANISATIE OV-CONCESSIEMANAGEMENT PROVINCIE NOORD-BRABANT ORGANISATIE OV-CONCESSIEMANAGEMENT PROVINCIE NOORD-BRABANT 1. Context De provincie Noord-Brabant is concessieverlener voor het openbaar vervoer in zijn gebied, m.u.v. het SRE-gebied. De provincie is voornemens

Nadere informatie

Mededeling. Onderwerp Schriftelijke mededeling over Tarievenhuis OV Oost

Mededeling. Onderwerp Schriftelijke mededeling over Tarievenhuis OV Oost PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Schriftelijke mededeling over Tarievenhuis OV Oost Kern mededeling: Samen met de provincies Gelderland en Overijssel denken Gedeputeerde Staten na over een gezamenlijk

Nadere informatie

Specificatie bestedingsplan Decentralisatie-uitkering Verkeer en Vervoer 2017

Specificatie bestedingsplan Decentralisatie-uitkering Verkeer en Vervoer 2017 Bijlage bij Statenbrief - zaaknummer 2016-012800 Specificatie bestedingsplan Decentralisatie-uitkering Verkeer en Vervoer 2017 In deze bijlage worden de bestedingen in het bestedingsplan DU 2017 gespecificeerd.

Nadere informatie

Statenmededeling. 1. De provincie Noord-Brabant onderschrijft de doelen uit de notitie Contouren Toekomstbeeld OV 2040.

Statenmededeling. 1. De provincie Noord-Brabant onderschrijft de doelen uit de notitie Contouren Toekomstbeeld OV 2040. Statenmededeling Onderwerp Contourennota Toekomstbeeld OV 2040 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van De landelijke Contouren Toekomstbeeld OV, een belangrijk vervolgdocument in het

Nadere informatie

Marktconsultatiedocument Uitnodiging voor de schriftelijke marktconsultatie Voorbereiding op de inkoop jeugdhulp 2018 tot en met 2020

Marktconsultatiedocument Uitnodiging voor de schriftelijke marktconsultatie Voorbereiding op de inkoop jeugdhulp 2018 tot en met 2020 Marktconsultatiedocument Uitnodiging voor de schriftelijke marktconsultatie Voorbereiding op de inkoop jeugdhulp 2018 tot en met 2020 Datum: 03-03-2017 Versie: 1.0 Inleiding Een marktconsultatie is een,

Nadere informatie

Intentieverklaring. Platform voor Overleg, Samenwerking en Besluitvorming. OV-Chipkaart

Intentieverklaring. Platform voor Overleg, Samenwerking en Besluitvorming. OV-Chipkaart Partijen: Intentieverklaring Platform voor Overleg, Samenwerking en Besluitvorming OV-Chipkaart 1. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, handelend als bestuursorgaan, mevrouw W.J. Mansveld;

Nadere informatie

* * Onderwerp Ontwerp-luchthavenbesluit Lelystad Airport

* * Onderwerp Ontwerp-luchthavenbesluit Lelystad Airport Mededeling *1638434* Onderwerp Ontwerp-luchthavenbesluit Lelystad Airport Doel van deze mededeling: U te informeren over het proces rond het ontwerp-luchthavenbesluit Lelystad Airport. Toezegging/motie/amendement:

Nadere informatie

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening Datum 15 december 2011 Betreffende

Nadere informatie

Beantwoording schriftelijke vragen SP over nieuwe dienstregeling Breng

Beantwoording schriftelijke vragen SP over nieuwe dienstregeling Breng Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen SP over nieuwe dienstregeling Breng Programma Mobiliteit BW-nummer Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting De heer Van Hunnik van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 23 645 Openbaar vervoer Nr. 391 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Betreft: Uw memo d.d. 26 mei 2014: frequentieverlaging lijn 31; routewijziging lijn 412

Betreft: Uw memo d.d. 26 mei 2014: frequentieverlaging lijn 31; routewijziging lijn 412 Qbuzz U-OV t.a.v. de heer D. Vervoort Europalaan 2a 3526 KS Utrecht Betreft: Uw memo d.d. 26 mei 2014: frequentieverlaging lijn 31; routewijziging lijn 412 Utrecht, 29 juli 2014 Geachte heer Vervoort,

Nadere informatie

Aanbesteding Amstelland Meerlanden 2018: Q&A Ontwerp-PvE ALGEMEEN

Aanbesteding Amstelland Meerlanden 2018: Q&A Ontwerp-PvE ALGEMEEN Aanbesteding Amstelland Meerlanden 2018: Q&A Ontwerp-PvE ALGEMEEN 1. Waar gaat de aanbesteding van de concessie Amstelland-Meerlanden over? Een concessie is een recht van een vervoerbedrijf om als enige

Nadere informatie

Aanbesteding OV-concessies Flevoland/Gelderland/Overijssel 2020 e.v. Samenvatting Marktconsultatie

Aanbesteding OV-concessies Flevoland/Gelderland/Overijssel 2020 e.v. Samenvatting Marktconsultatie Ing. 6 november 2017 PS2017-655 2017-014798 PS 31 januari 2018 Aanbesteding OV-concessies Flevoland/Gelderland/Overijssel 2020 e.v. Samenvatting Marktconsultatie Status: Definitief 26 oktober 2017 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel

Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel 1 Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel Concept Nota van Uitgangspunten In 1998 werd het opdrachtgeverschap voor het stads- en streekvervoer gedecentraliseerd van de rijksoverheid

Nadere informatie

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017 Oplegvel 1. Onderwerp Plan van aanpak OV-visie Holland Rijnland Midden Holland en wijze van uitvoering 2. Rol van het Platformtaak volgens gemeente samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang

Nadere informatie

Mededeling. 17 december J. van der Perk. Onderwerp Oosterwold, betrokkenheid provincie bij initiatieven in het gebied.

Mededeling. 17 december J. van der Perk. Onderwerp Oosterwold, betrokkenheid provincie bij initiatieven in het gebied. Mededeling Oosterwold, betrokkenheid provincie bij initiatieven in het gebied. Doel van deze mededeling: Uw Staten te informeren over de brief die mede naar aanleiding van uw besluit op 27 november 2013

Nadere informatie

Eerste evaluatie Lijnennet Leusden

Eerste evaluatie Lijnennet Leusden Eerste evaluatie Lijnennet Leusden 30 maart 2017 Maxim Meijers vervoerkundige 1 Inhoudsopgave Start concessie 11 december Wijzigingen per 5 maart Analyse lijnennet Leusden na wijzigingen Samenvatting bevindingen

Nadere informatie

Aan de leden van Provinciale Staten. Nr.: d/50/A.43, VV Groningen, 12 december 2003

Aan de leden van Provinciale Staten. Nr.: d/50/A.43, VV Groningen, 12 december 2003 Aan de leden van Provinciale Staten Nr.: 2003-21.922d/50/A.43, VV Groningen, 12 december 2003 Behandeld door : H. Froentjes Telefoonnummer : (050) 316 4350 Antwoord op : Bijlage : Onderwerp : gunning stads-

Nadere informatie

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: STATENBRIEF Onderwerp: verkenning vraagstukken aanbestedingsronde openbaar vervoer Portefeuillehouder: Conny Bieze Kerntaak/plandoel: 1. kwaliteit en gebruik bestaande (fysieke) netwerken; 2. bereikbaarheid

Nadere informatie

"^&& groningen 1/) CC UJ 2 5 MEI 2011. Aan Provinciale Staten. Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail Antwoord op

^&& groningen 1/) CC UJ 2 5 MEI 2011. Aan Provinciale Staten. Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail Antwoord op "^&& groningen bezoekadres: Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten postadres: Postbus 610 9700 AP Groningen algemeen telefoonnr: 050 316 49 II algemeen faxnr.: 050 316 49 33 www.provinciegroningen.nl

Nadere informatie

Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 21 november 2017

Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 21 november 2017 Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 21 november 2017 1 Onderwerp: Financiële afronding N50 Ens-Emmeloord Lodders, J. 1. Kennis te nemen van de verslagen van het Bestuurlijk overleg N50 (Emmeloord-Ens)

Nadere informatie

Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 8 januari 2019

Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 8 januari 2019 Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 8 januari 2019 1 Onderwerp: Gemandateerde begrotingswijziging van de programmabegroting 2018 ten behoeve van Duurzaam Door en Jong Leren Eten. Fackeldey, J.A.

Nadere informatie

J.Gossen. Aard voorstel: Strategisch > Politiek gevoelig Regelgeving Risico s:

J.Gossen. Aard voorstel: Strategisch > Politiek gevoelig Regelgeving Risico s: Onderwerp: Aanbestedingsprocedure kleinschalig openbaar vervoer en doelgroepenvervoer Voorgesteld besluit: 1. Instemmen met het ontwerp- Programma van Eisen 2. Het ontwerp-programma van Eisen voor een

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2009MME12-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 8 september 2009 Nummer PS : PS2009MME12 Afdeling : MOB Commissie : MME Registratienummer : 2009int247334 Portefeuillehouder : Ekkers

Nadere informatie