Rapportage arbeidsmarkten onderwijsinformatie Sector Recreatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rapportage arbeidsmarkten onderwijsinformatie Sector Recreatie"

Transcriptie

1 Rapportage arbeidsmarkten onderwijsinformatie Sector Recreatie Zoetermeer, december 2008

2 Kenwerk, Zoetermeer December 2008 Samengesteld door: Drs. M.R. Bakker Drs. Y.M. Hoogeveen Kenwerk Maria Montessorilaan Postbus AP Zoetermeer Telefoon Fax Het gebruik van cijfers en teksten is toegestaan mits de bron daarbij duidelijk wordt vermeld. Drukfouten en/of andere onvolkomenheden voorbehouden.

3 Voorwoord Kenwerk slaat een brug tussen onderwijs en bedrijfsleven en zet zich ervoor in dat bedrijven over adequaat opgeleid personeel beschikken en dat jongeren kunnen kiezen voor een beroep met perspectief op een baan. We doen dat door het leveren van kwalificatiedossiers, door de begeleiding van leerbedrijven, door onze zorg voor maatschappelijk geaccepteerde examens en door projectuitvoering op het raakvlak van opleiden en arbeidsmarkt. Daarbij speelt Kenwerk een essentiële rol in het leveren van informatie over de onderwijs- en arbeidsmarkt voor horeca, bakkerij, reizen, recreatie en facilitaire dienstverlening. Nu het economisch wat minder lijkt te gaan, is het des te belangrijker goed te monitoren welke ontwikkelingen zich voordoen op de arbeidsmarkt en tijdig op veranderingen in te spelen. Net als alle andere kenniscentra geeft Kenwerk ieder jaar een Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie uit. De rapportage voorziet onderwijs en bedrijfsleven van kwantitatieve informatie. Op basis daarvan weten scholen naar welke beroepsopleidingen de meeste vraag is nu en in de toekomst. Beleidsmakers en sociale partners kunnen de informatie gebruiken bij het ontwikkelen en implementeren van arbeidsmarktbeleid. Voor het bedrijfsleven is het een hulpmiddel voor het aanscherpen van het personeelsbeleid. Kortom, met de resultaten van het arbeidsmarktonderzoek kunnen partijen concreet aan de slag. Niet alleen vanuit het eigen perspectief van onderwijs of bedrijfsleven, maar vooral ook vanuit dat gezamenlijk perspectief. Ook nu weer slaat Kenwerk de brug tussen onderwijs en bedrijfsleven. Alien Cnossen algemeen directeur Kenwerk

4 INHOUDSOPGAVE 1 SAMENVATTING INLEIDING Inhoud Doel en doelgroepen Leeswijzer BESCHRIJVING ARBEIDSMARKT Aantal bedrijven verblijfsrecreatie, zwembaden en buitensport Aantal werknemers verblijfsrecreatie, zwembaden en buitensport Karakteristieken werknemers verblijfsrecreatie, zwembaden en buitensport Aantal bedrijven en werknemers watersport Karakteristieken werknemers watersport BESCHRIJVING ONDERWIJSMARKT Aantal vmbo leerlingen Aantal leerlingen voortgezet onderwijs Aantal vmbo leerlingen naar sector Aantal leerlingen en scholen examenprogramma s gericht op recreatie Doorstroom vmbo naar mbo Aka leerlingen Vooropleiding mbo leerlingen Aantal mbo leerlingen Aantal mbo leerlingen Aantal mbo leerlingen per kwalificatie en per CWI district Aantal mbo leerlingen per kwalificatie en leerweg Mutaties aantal mbo leerlingen per kwalificatie en leerweg Aantal mbo scholen per kwalificatie en per CWI-district Aantal mbo diploma s Vervolgonderwijs Verantwoording BESCHRIJVING MARKT PRAKTIJKLEREN Leerbedrijven vmbo Leerbedrijven aka Leerbedrijven mbo Praktijkbegeleiders PERSPECTIEVEN MARKT PRAKTIJKLEREN Prognoses leerplaatsen per CWI-district en mbo kwalificatie Verantwoording ARBEIDSMARKTPERSPECTIEVEN Arbeidsmarktontwikkelingen algemeen Arbeidsmarktperspectieven naar beroepsgroep Bedrijfssectoren Vraag naar nieuwe arbeidskrachten Toekomstige knelpunten Vooropleidingen Arbeidsmarktperspectieven naar opleidingstype Beroepsgroepen Bedrijfssectoren Vraag naar nieuwe arbeidskrachten Aanbod van nieuwe arbeidskrachten Vraag en aanbod vergeleken Arbeidsmarktpositie van schoolverlaters Concurrentie van andere opleidingen Arbeidsmarktperspectieven per CWI-district en mbo kwalificatie Verantwoording CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Conclusies Aanbevelingen LITERATUURLIJST BIJLAGEN Overzicht CWI-districten Kwalificaties Kenwerk Aantal bedrijven verblijfsrecreatie en zwembaden Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

5 10.4 Functieverdeling watersportindustrie Aantal vmbo leerlingen en vestigingen naar provincie Assistentenopleiding mbo in het vmbo Vmbo leerwerktrajecten Leerwegondersteunend onderwijs Vooropleiding mbo leerlingen Aantal mbo leerlingen per kwalificatie en CWI-district Aantal mbo leerlingen per kwalificatie en leerweg Mutaties aantal mbo leerlingen per kwalificatie en leerweg t.o.v Aantal mbo scholen per kwalificatie en CWI-district Aantal mbo diploma's per kwalificatie en leerweg Mutaties aantal mbo diploma's per kwalificatie en leerweg 2007 t.o.v Aantal studenten hbo toerisme en recreatie Aantal diploma s hbo toerisme en recreatie Mbo instroom in hbo toerisme en recreatie Aantal leerbedrijven vmbo leerwerktrajecten Aantal leerbedrijven vmbo stage Erkende leerbedrijven vmbo leerwerktrajecten en stage per CWI-district Aantal erkende mbo leerbedrijven binnenland Aantal erkende mbo leerbedrijven binnenland per kwalificatie en CWI-disctrict Aantal mbo leerbedrijven met bbl leerplaatsen binnenland Aantal erkende mbo leerbedrijven buitenland Belangrijkste beroepsgroepen per type opleiding Belangrijkste bedrijfssectoren per type opleiding Opleidingstypen waarvan op de markt sterke concurrentie wordt ondervonden Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

6 1 SAMENVATTING Rapport Jaarlijks geeft Kenwerk een rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie uit. De rapportage verschaft kwantitatieve informatie over beroepsopleidingen, het leren in de praktijk en de aansluiting op de arbeidsmarkt voor de sectoren waarop Kenwerk zich richt: horeca, bakkerij, reizen, recreatie en facilitaire dienstverlening. De rapportage is vooral bedoeld voor onderwijsinstellingen, bedrijfsleven, sociale partners en organisaties gericht op arbeidsvoorziening. Recreatiebedrijven en werknemers Het totaal aantal recreatiebedrijven dat aangesloten is bij SFR bedraagt in In dit jaar wordt het totaal aantal werknemers in recreatiebedrijven aangesloten bij de SFR geschat op exclusief seizoenswerkers. Inclusief seizoenswerkers komt het aantal werknemers op Een kwart van de werknemers in de sector recreatie is dus seizoenskracht. In de recreatie werken veel vrouwen (60%). Tevens is de recreatie een jonge branche. In de recreatie werken weinig mensen met een allochtone afkomst. Het opleidingsniveau op middelbaar niveau ligt in de recreatie hoger dan landelijk gemiddeld. Het totaal aantal bedrijven in de watersportbranche bedraagt in Over de periode 2002 tot en met 2005 is het aantal bedrijven toegenomen. Het aantal werkzame personen in de watersport is i in Ook het aantal werkzame personen is toegenomen over de periode 2002 tot en met De meeste mensen in de watersportindustrie werken in de bouw en afbouw van schepen en in algemene functies. In de watersportindustrie is het aandeel ouderen de afgelopen jaren toegenomen. De branche dient rekening te houden met de gevaren van vergrijzing. Recreatieleerlingen Tweederde van de leerlingen mbo recreatie heeft een vmbo vooropleiding. Het totaal aantal mbo leerlingen is de afgelopen jaren gestegen van in schooljaar naar in schooljaar Het aantal leerlingen binnen mbo recreatie is eveneens gestegen, van leerlingen in het schooljaar naar in schooljaar Ten opzichte van schooljaar is het aantal leerlingen nagenoeg gelijk gebleven. De meeste leerlingen volgen de kwalificatie Leisure & hospitality host (2.012) en Leisure & hospitality executive (1.792). 35% van de recreatieleerlingen volgt de mbo recreatieopleiding in Zuidoost-Nederland. Over het gehele mbo opleidingsaanbod recreatie is de verhouding bbl (korte stages) bol (werkend leren), 5,5%-94,5%. Dit wijkt in grote mate af van het landelijk gemiddelde waar de verhouding 31%-69% is. Scholen 36 van de in het totaal 72 ROC s bieden een of meer mbo recreatieopleidingen aan. Het aantal scholen dat een recreatie kwalificatie aanbiedt, staat in redelijke verhouding tot het aantal leerlingen dat de betreffende kwalificaties volgt. Diploma s Het aantal diploma s mbo recreatie bedraagt in schooljaar Na een stijging in schooljaar is het aantal gedaald waarna het ongeveer gelijk is gebleven. Vervolgonderwijs Het aantal studenten hbo toerisme en recreatie is gestegen van in 2003 naar in In 2006 zijn diploma s hbo toerisme en recreatie afgegeven. Dit is een stijging van ruim een kwart vergeleken met In 2007 bedraagt de mbo instroom naar hbo toerisme en recreatie 684. Na een stijging in 2005 is de mbo instroom weer iets afgenomen. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

7 Leerplaatsen In 2008 zijn 1041 mbo leerbedrijven erkend voor de sector recreatie. Sinds 2006 is het aantal erkende leerbedrijven toegenomen met 44%. Het aantal leerbedrijven met bbl leerplaatsen is de laatste jaren gelijk gebleven op 70. Het aantal mbo leerbedrijven met bbl leerplaatsen is ongeveer 7% van het aantal erkende mbo leerbedrijven. Er zijn 578 erkende buitenlandse leerbedrijven recreatie. De prognoses voor leerplaatsen voor een mbo recreatieopleiding zijn goed, vooral voor de kwalificaties Informatiemedewerker en Medewerker watersportindustrie. Voor de kwalificaties Leisure & hospitality host en Aqua & leisure host zijn de vooruitzichten op leerplaatsen respectievelijk ruim voldoende en voldoende, waar die voor de kwalificaties Leisure & hospitality executive en Hoofd informatie overwegend matig tot gering zijn. Dit komt doordat relatief veel leerlingen de opleiding op niveau 4 volgen, terwijl de recreatiebranche niet zozeer behoefte heeft aan managers op niveau 4, maar juist aan uitvoerende werknemers op niveau 3. Arbeidsmarktperspectieven algemeen Tot voor kort waren de arbeidsmarktverwachtingen heel positief. Echter in het najaar van 2008 is Nederland in de ban van een mondiale kredietcrisis. Op het moment van het samenstellen van deze rapportage zijn de gevolgen van deze crisis op de arbeidsmarkt nog niet goed te voorspellen. De Raad voor Werk en Inkomen geeft aan dat werkgelegenheidsontwikkeling vertraagd reageert op het verloop van de economische groei. Dat betekent dat de huidige krapte op de arbeidsmarkt nog enige tijd zal voortduren, ook wanneer de conjunctuur het laat afweten. Bij vrij snel herstel is weinig reden om de optimistische prognoses omtrent de kansen op werk voor diverse opleidingscategorieën ingrijpend te herzien. Zet echter een negatieve trend door, dan komen ook mensen met beroepen waarvoor nu nog grote tekorten gelden in de problemen. Aangezien de beroepsgroep zweminstructeurs en de mbo opleiding toerisme en recreatie als respectievelijk erg laag en laag conjunctuurgevoelig worden aangeduid (ROA, 2007), is de verwachting dat de gevolgen van de economische teruggang voor deze beroepsgroep en opleiding minimaal zullen zijn. Arbeidsmarktperspectieven recreatie Voor de sector recreatie blijken de arbeidsmarktperspectieven voldoende tot ruim voldoende. Vooral voor de kwalificatie Aqua & leisure host komen de arbeidsmarktperspectieven als ruim voldoende tot goed naar voren (Kenwerk, 2008). Dit komt overeen met een grote vraag naar nieuwkomers op de arbeidsmarkt voor de beroepsgroepen zwem- en sportinstructeurs. Conclusies en aanbevelingen Er is veel vraag naar zweminstructeurs. Naar de andere beroepen waarvoor het recreatieonderwijs opleidt, is in mindere mate behoefte, maar zijn nog steeds voldoende arbeidsmarktperspectieven. Ook vinden veel gediplomeerden een baan buiten de sector recreatie. Naast monitoring van de ontwikkelingen op de arbeidmarkt, is het van belang te blijven inzetten op instroom vanuit het recreatieonderwijs naar de recreatieve branche. Een uitdaging hierbij is de seizoensgebondenheid van de branche. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

8 2 INLEIDING 2.1 Inhoud Jaarlijks geeft Kenwerk een rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie uit. De rapportage verschaft kwantitatieve informatie over beroepsopleidingen, het leren in de praktijken en de aansluiting op de arbeidsmarkt voor de sectoren waarop Kenwerk zich richt: horeca, bakkerij, reizen, recreatie en facilitaire dienstverlening. Wat de informatie over beroepsopleidingen betreft, is in de rapportage onder andere te vinden hoeveel mbo leerlingen de binnen de sectoren aangeboden opleidingen volgen en succesvol afronden, welke vooropleiding deze leerlingen hebben en hoeveel leerlingen doorstromen naar het hbo onderwijs. Er wordt dus informatie verschaft over de gehele beroepskolom. Met betrekking tot het leren in de praktijk biedt de rapportage onder andere inzicht in het aantal binnen- en buitenlandse leerbedrijven en het aantal leerlingen dat bij een leerbedrijf in dienst is. Tevens is in de rapportage te lezen of er al dan niet voldoende aanbod is van leerbedrijven voor de opleidingen. Betreffende de arbeidsmarkt is in het rapport een beschrijving te vinden van de sectoren qua aantal en omvang van bedrijven en het aantal werkzame personen. Daarnaast wordt inzicht verschaft in de vooruitzichten op een baan in de richting waarvoor men is opgeleid. De gegevens worden zoveel mogelijk regionaal gepresenteerd. Daarbij wordt de indeling van de CWI-districten gevolgd. Een overzicht van de indeling naar CWI-districten is te vinden in bijlage 1. Deze rapportage onderscheidt zich van andere arbeidsmarktrapportages in deze sectoren door het detailniveau waarop de informatie ter beschikking wordt gesteld. Zo wordt gerapporteerd over alle kwalificaties waarop opleidingen worden aangeboden in de sectoren horeca, bakkerij, reizen, recreatie en facilitaire dienstverlening. Onder andere komt op kwalificatieniveau aan de orde hoeveel leerlingen de desbetreffende opleiding volgen dan wel een diploma behalen en hoeveel een leerplaats hebben. Tevens worden op kwalificatieniveau prognoses gegeven over de markt van het praktijkleren en over de arbeidsmarkt. Rapportage op kwalificatieniveau is mogelijk aangezien Kenwerk als kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven beschikt over unieke gegevensbronnen. Zo kan Kenwerk via Colo, de vereniging van de kenniscentra voor beroepsonderwijs bedrijfsleven, informatie bewerken uit databestanden van het ministerie van Onderwijs. Voorts heeft Kenwerk inzicht in het aantal erkende leerbedrijven via het register erkende leerbedrijven. Tot slot zijn bij Kenwerk adviseurs werkzaam die beschikken over jarenlange kennis en ervaring van de markt van praktijkleren en de arbeidsmarkt in de sectoren horeca, bakkerij, reizen, recreatie en facilitaire dienstverlening. De gegevens worden in een breder perspectief geplaatst door ze te vergelijken met gegevens die ter beschikking worden gesteld door onder andere de HBO-raad, het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) en brancheorganisaties. 2.2 Doel en doelgroepen Kenwerk verzorgt de rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie in het kader van haar wettelijke taak. In de Wet Educatie Beroepsonderwijs is geformuleerd dat kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven bijdragen aan het ontwikkelen en onderhouden van een landelijke kwalificatiestructuur, gericht op de aansluiting tussen het aanbod van beroepsonderwijs en de maatschappelijke behoeften daaraan, mede in het licht van de arbeidsmarktperspectieven voor afgestudeerden. Daarnaast dragen deze kenniscentra bij aan de beschikbaarheid van voldoende leerbedrijven van voldoende kwaliteit. Allerhande partijen binnen het beroepsonderwijs en bedrijfsleven kunnen informatie uit de rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie gebruiken ter vormgeving en onderbouwing van hun beleid. De doelstelling is afstemming van het onderwijsaanbod op de arbeidsmarktbehoefte, nationaal en regionaal. Met name waar sprake is van overschotten dan wel tekorten is beleidsmatige sturing van belang. Kenwerk vervult hierin een brugfunctie als kenniscentrum met als uiteindelijke doel een goede aansluiting tussen onderwijs- en bedrijfsleven in de betreffende sectoren. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

9 Naast dat Kenwerk arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie mede gebruikt ten behoeve van eigen beleidsontwikkeling voor de sectoren horeca, bakkerij, reizen, recreatie en facilitaire dienstverlening, is de rapportage vooral bedoeld voor onderwijsinstellingen, bedrijfsleven, sociale partners en organisaties gericht op arbeidsvoorziening. Onderwijsinstellingen kunnen de arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie raadplegen bij de afweging nieuwe opleidingen te starten, bestaande opleidingen aan te passen dan wel op te heffen. Werkgevers kunnen mede gebruik maken van de arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie bij het vormgeven van het personeelsbeleid. Arbeidsvoorzieningsorganisaties kunnen de informatie gebruiken bij het nader invullen van het omscholingsbeleid. Daarnaast zijn met name de prognoses van belang voor mensen die aan een opleiding willen beginnen, die voornemens zijn een vervolgopleiding te volgen en mensen die zich willen oriënteren op de arbeidsmarkt bij het zoeken van een baan dan wel bij het veranderen van werkomgeving. De informatie is ook interessant voor mensen die bovengenoemden willen voorlichten, zoals studiekeuze- en loopbaanadviseurs. In samenwerking met Colo verschijnt de prognostische informatie eveneens op en Leeswijzer De rapportage valt uiteen in vijf sectorrapportages, voor elke sector waarop Kenwerk zich richt: horeca, bakkerij, reizen, recreatie en facilitaire dienstverlening. Deze deelrapportage richt zich op de sector recreatie. Elke sectorrapportage is overeenkomstig de verenigingsafspraken van de kenniscentra opgesteld. Het sectorrapport begint met een beschrijving van de arbeidsmarkt (hoofdstuk 3). Voorts wordt de onderwijsmarkt beschreven (hoofdstuk 4). Daarna komt de markt van het praktijkleren aan bod, waarbij eerst in hoofdstuk 5 een beschrijving wordt gegeven dan deze markt, waarna in hoofdstuk 6 de perspectieven van de markt van het praktijkleren worden uiteengezet. In hoofdstuk 7 komen de arbeidsmarktperspectieven aan de orde. Tot slot volgen in hoofdstuk 8 conclusies en aanbevelingen. De sectorrapportages zijn onafhankelijk van elkaar te lezen. Indien men een vergelijking wenst te maken tussen de verschillende sectoren is dit mogelijk aangezien de rapportages zoveel mogelijk parallel zijn opgebouwd. Het dossier Frontofficemedewerker wordt deels gerapporteerd in het rapport voor de sector horeca en deels in het rapport voor de sector recreatie. Voor deze indeling is gekozen aangezien de kwalificaties van dit dossier voornamelijk gericht zijn op deze sectoren. De kwalificatie Receptionist zal aan de orde worden gesteld in de sectorrapportage horeca en de kwalificaties Informatiemedewerker en Hoofd informatie komen aan bod in de sectorrapportage recreatie. In de rapportage komen alleen kwalificaties aan bod waarop daadwerkelijk inschrijvingen zijn en/of scholen bestaan die de kwalificaties aanbieden. Daarbij worden de kwalificaties steeds aangeduid met de meest recente termen. Voor een vergelijk met de eerder gebruikte termen wordt verwezen naar bijlage 2. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

10 3 BESCHRIJVING ARBEIDSMARKT In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de arbeidsmarkt voor de sector recreatie. Onder de CAO Recreatie vallen de branches verblijfsrecreatie, zweminrichtingen en buitensportondernemingen. Van deze branches richt Kenwerk zich met name op verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. Voor de volledigheid wordt hierna ook een beeld gegeven van de arbeidsmarkt van buitensportondernemingen. Daarnaast richt Kenwerk zich op de watersportsector. Deze sector is apart georganiseerd in de HISWA. Hierna wordt eerst ingegaan op de branches verblijfsrecreatie, zwembaden en buitensport. Voorts wordt ingegaan op de watersport. Achtereenvolgens wordt voor beide onderdelen beschreven: o het aantal bedrijven; o het aantal werknemers; o de karakteristieken van de werknemers zoals leeftijd, geslacht en opleidingsniveau. 3.1 Aantal bedrijven verblijfsrecreatie, zwembaden en buitensport Volgens het CBS zijn er op 1 januari bedrijven in de branche verblijfsrecreatie; 325 in de zwembadenbranche en 120 in de buitensport. In navolgende tabel is dit nader gespecificeerd. Aantal bedrijven verblijfsrecreatie, zwembaden en buitensport per 1 januari 2007 SBI-code Omschrijving Aantal bedrijven 552 Kampeerterreinen en overige voorzieningen voor recreatief verblijf 5521 Jeugdherbergen, kamphuizen e.d Kampeerterreinen Vakantiehuisjes, -bungalowparken en overige voorzieningen voor recreatief verblijf Totaal Zwembaden Exploitatie van zwembaden Zwem- en onderwatersport 25 Totaal zwembaden Buitensportondernemingen 120 Bron: CBS (2008) In bijlage 3 is een overzicht te vinden van het aantal bedrijven in de deelsectoren verblijfsrecreatie en zwembaden over Aangezien het CBS per 1 juli 2006 haar Algemene bedrijfsregister ingrijpend heeft gewijzigd, zijn de gegevens over het aantal vestigingen op 1 januari 2007 niet meer vergelijkbaar met de gegevens van voor deze peildatum. Over de jaren is een lichte daling van het aantal bedrijven in de verblijfsrecreatie te zien van op 1 januari 2002 naar op 1 januari De kampeerterreinen zijn verreweg de grootse subsector met bedrijven in Voor de deelsector zwembaden is over de jaren een stijging van het aantal bedrijven te zien van 400 op 1 januari 2002 naar 455 op 1 januari 2006 CBS ( ). Volgens opgave van het Sociaal Fonds Recreatie (SFR) komt het totaal aantal recreatiebedrijven dat aangesloten is bij SFR op bedrijven, zoals blijkt uit onderstaande tabel. Qua bedrijfsgrootte is te zien dat de subbranche bungalowparken verreweg gemiddeld de meeste werknemers heeft, gevolgd door de zwembaden (Research voor Beleid, 2007). In 2007 is de Arbeidsmarktmonitor recreatie voor het eerst uitgevoerd. Het is daarom nog niet mogelijk om trends over de afgelopen jaren aan te geven. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

11 Aantal recreatiebedrijven aangesloten bij SFR Camping Gemengd bedrijf Totaal Schatting aantal SFR-aangeslotenen met werknemers Gemiddeld aantal werknemers (excl. seizoenswerkers) 9,0 63,5 9,0 20,1 27,5 17,0 22,2 Bron: Research voor Beleid (2007) Voor de zwembadenbranche is het goed om te weten dat naast de zwembaden die aangesloten zijn bij SFR, er tevens gemeentelijken zwemaccommodaties zijn. Volgens de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) zijn er momenteel badinrichtingen in Nederland. In de volgende tabel is het aantal baden per categorie weergegeven. Van deze baden zijn er 808 publiek toegankelijk. Overige baden kennen restricties voor bezoek. Voorbeelden zijn te vinden in de hotelsector, campings en attractieparken waarbij de zwembaden vaak alleen toegankelijk zijn voor eigen gasten. Dit geldt in veel gevallen ook voor verzorgingstehuizen, revalidatiecentra en ziekenhuizen (VSG, 2008). Aantal badinrichtingen in Nederland Soort bad Aantal Overdekte zwembaden 861 Openlucht zwembaden 553 Combi zwembaden 179 Totaal Bron: VSG (2008) 3.2 Aantal werknemers verblijfsrecreatie, zwembaden en buitensport Het totaal aantal werknemers in recreatiebedrijven aangesloten bij de SFR wordt geschat op exclusief seizoenswerkers. Inclusief seizoenswerkers komt het aantal werknemers op Een kwart van de werknemers in de recreatie is dus seizoenskracht. Relatief gezien is het percentage seizoenswerkers in gemengde bedrijven, campings en buitensport het hoogst, namelijk respectievelijk 44%, 39% en 28%. In de bungalowparken, zwembaden en groepsaccommodaties is dit percentage lager, namelijk 16%, 15% en 13% (Research voor Beleid, 2007). Aantal werknemers recreatie naar bedrijfstype Camping Gemengd bedrijf Bungalowpark Groepsaccommodatie Zwembad Buitensport Bungalowpark Groepsaccommodatie Zwembad Buitensport Totaal Gemiddeld aantal werknemers (excl. 9,0 63,5 9,0 20,1 27,5 17,0 22,2 Seizoenswerkers) Gemiddeld aantal seizoenswerkers 5,1 9,5 1,3 13,4 3,0 5,8 5,7 Schatting aantal werknemers excl seizoenswerkers Schatting aantal werknemers incl. seizoenswerkers Bron: Research voor Beleid (2007) Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

12 3.3 Karakteristieken werknemers verblijfsrecreatie, zwembaden en buitensport In deze paragraaf worden gegevens gerapporteerd die betrekking hebben op bedrijven aangesloten bij de SFR. De gegevens zijn afkomstig van de Arbeidsmarktmonitor Recreatie In de recreatie werken veel vrouwen. Volgens het CBS is gemiddeld landelijk van het aantal werkenden 45% vrouw en 55% man. De recreatie ligt met 60% vrouwelijke werknemers hier ruim boven. Ook is de recreatie een jonge branche. Landelijk gezien is 11% van de werknemers volgens CBS tussen de 15 en 24 jaar oud, in de recreatie is dit gemiddeld 31%. Hierna is geslacht en leeftijdsopbouw naar bedrijfstype aangegeven. Totaal Geslacht Man Vrouw Leeftijd 15 t/m t/m en ouder Bron: Research voor Beleid (2007) In de recreatie werken weinig mensen met een allochtone afkomst, ongeveer 2,4% van de werknemers heeft een buitenlandse nationaliteit. Hierna is dit per bedrijfstype aangegeven. Geslacht en leeftijdsopbouw personeel naar bedrijfstype (in procenten) Groeps- Camping Bungalowparaccommodatie Gemengd bedrijf Zwembad Buitensport Werknemers met een niet Nederlandse nationaliteit (in procenten) Groeps- Bungalowparmodatie bedrijf bad accom- Gemengd Zwem- Camping Werknemers met buitenlandse nationaliteit Bron: Research voor Beleid (2007), Werkgeversenquête SFR Buitensport Totaal 1,7 3,6 3,7 1,8 1,4 0,6 2,4 Het opleidingsniveau in de recreatie wordt in onderstaande tabel weergegeven. Het opleidingsniveau op middelbaar niveau ligt in de recreatie hoger dan landelijk gemiddeld. Voor hoger onderwijs ligt het percentage lager dan gemiddeld in Nederland. Opleidingsniveau werknemers (in procenten) Verblijfsrecreatie Zwembaden Totaal Nederland Laag Middelbaar Hoog Bron: Research voor Beleid (2007) Onderstaande tabel geeft het aandeel beroepsopgeleiden weer. Vanwege de veiligheid in en rond het zwembad is een diploma essentieel en daarom het aandeel beroepsopgeleiden in zwembaden erg groot. In de verblijfsrecreatie is vooral het aandeel werknemers met een bijbaan hoog. Deze mensen zijn in de recreatie vrijwel uitsluitend jonger dan 30 jaar. Werknemers naar aandachtsgroepen (in procenten) Verblijfsrecreatie Zwembaden Beroepsopgeleiden Overigen hoofdbaan Overigen bijbaan Totaal Bron: Werknemersonderzoek Bedrijfschap Horeca en Catering in: Research voor Beleid (2007) Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

13 3.4 Aantal bedrijven en werknemers watersport De gegevens over de watersportbranche zijn afkomstig uit de Monitor Maritieme Arbeidsmarkt 2006 (SNML, 2007). In deze monitor wordt onder watersportindustrie het volgende verstaan: De watersportindustrie heeft betrekking op de bouw en het gebruik van jachten en de pleziervaart. Hieronder vallen jachtbouw, de groothandel, de detailhandel, de jachthavengerelateerde dienstverlening, de scheepsgerelateerde dienstverlening en de recreatiegerelateerde dienstverlening (SNML, 2007). De gegevens hebben dus betrekking op een ruimer geheel dan alleen het domein van de recreatiegerelateerde dienstverlening waar de kwalificatie Medewerker watersport onder valt. Volgens de telling van 2005 bedraagt het totaal aantal bedrijven in de watersportbranche Ondanks de matige economische conjunctuur van de jaren hiervoor is het aantal bedrijven in de watersport toegenomen met 250 (6%) in de periode 2002 tot en met In onderstaande tabel is dit verder weergegeven. Deze groei van de watersportindustrie heeft vooral te maken met de toename van vrije tijd enerzijds en de stijging van de aantrekkelijkheid van de watersport als vrijetijdsbesteding anderzijds (SNML, 2007). Het aantal werkzame personen in de watersport is (telling 2005). Dit is in vergelijking met het jaar 2002 een toename van ongeveer 5%. Aantal bedrijven en werkzame personen in de watersportindustrie 1997, 2002, 2005 Gemiddeld aantal Aantal bedrijven Aantal werkzame personen werkzame personen per bedrijf Bron: Policy Research, 1999, 2003, 2006 (in: SNML, 2007) 3.5 Karakteristieken werknemers watersport De meeste mensen in de watersportindustrie werken in de bouw en afbouw van schepen en in algemene functies. Specifieke recreatiefuncties maken 4% uit van de totale werkgelegenheid in de watersportindustrie (SNML, 2007). In bijlage 4 is de functieverdeling in de watersportbranche nader weergegeven. Het personeelsbestand in de watersportindustrie is volgens de Monitor Maritieme Arbeidsmarkt redelijk in lijn met de totale Nederlandse beroepsbevolking. In vergelijking met de meting in 1998 en 2002 is het aandeel ouderen fors toegenomen zoals te lezen is in onderstaande tabel. Tegenover de toename van het aandeel ouderen staat de afname van het aandeel jongeren (van 15% in 1998 naar 10% in 2006). De branche dient volgens het rapport derhalve rekening te houden met de gevaren van vergrijzing, het verdwijnen van kennis uit de branche en moeilijkheden bij het vervullen van vacatures (SNML, 2007). Aantal bedrijven en werkzame personen in de watersportindustrie 1997,2002, 2005 Jonger dan tot 45 jaar 45 jaar en ouder Bron: SNML (2007) Qua opleidingsniveau van personeel in de watersport is het aandeel arbeidskrachten met een vwo/havo diploma ondervertegenwoordigd. In onderstaande tabel is te lezen dat, ten opzichte van eerdere metingen, een lichte verschuiving waarneembaar is van algemeen opgeleide werknemers met vmbo/lbo niveau, naar mbo niveau 3 en 4. Dit past volgens de Monitor Maritieme Arbeidsmarkt in een landelijke trend waarbij de complexiteit van uitvoerende technische functies toeneemt. Het aandeel werknemers op hbo/wo niveau neemt niet toe. Vanuit de branche wordt aangegeven dat het aandeel werknemers op dit niveau wel zal moeten toenemen wanneer de branche haar positie op internationaal terrein wil behouden (SNML, 2007). Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

14 Opleidingsniveau personeel watersport (percentages van totale personeelsbestand) Mbo/ Basisonderwijs Vmbo/ lbo / mavo leerlingstelsel Havo/vwo Hbo/ universitair Bron: SNML (2007) In 2002 is het aandeel medewerkers in de watersport met een nautische opleiding 37% en het aandeel werknemers met een maritieme opleiding 40%. Onder een nautische opleiding wordt een opleiding verstaan waarin de deelnemer het navigeren met schepen of de bediening en het onderhoud van de aan boord aanwezige machinerieën wordt geleerd (SNML, 2007). Van een maritiem georiënteerde opleiding is sprake indien de opleiding geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op kennis over schip, bemanning of de transportfunctie van schepen, inclusief financiering, verzekering, bevrachting, ladingbehandeling en dergelijke (SNML, 2007). Medewerker watersportindustrie valt onder deze laatste categorie. Daarnaast stelt het rapport het hebben van een maritieme of nautische opleidingsachtergrond niet automatisch betekent dat de aansluiting met de arbeidsmarkt goed is (SNML 2007). In de watersportindustrie wordt relatief weinig gebruik gemaakt van flexibele arbeid. Toch wordt in de watersport vaker flexibele arbeid ingezet dan landelijk. Volgens het CBS bedraagt het landelijk gemiddelde 4% in 2002, waar het is gestegen naar 6% in 2006 (CBS, 2006). In tegenstelling tot de landelijke trend is het aandeel flexibele arbeid niet toegenomen voor de watersportindustrie, maar blijft dit nagenoeg gelijk in vergelijking met Naar de toekomst toe wordt wel een toename van ingehuurd personeel verwacht: een stijging van bijna 50% in 2010 ten opzichte van 2006 (SNML, 2007). Aard van dienstverbanden in watersportindustrie (in procenten) Ingehuurd Eigen dienst Waarvan in vaste dienst Waarvan in tijdelijke dienst Bron: SNML (2007) Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

15 4 BESCHRIJVING ONDERWIJSMARKT Dit hoofdstuk gaat in op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) in de sector recreatie. Daarnaast geeft het de doorstroom in de beroepskolom aan, van vmbo naar mbo en van mbo naar hbo. Wat het mbo onderwijs betreft, wordt het aantal mbo leerlingen, diploma s en scholen belicht: per kwalificatie, per regio en over een aantal jaar heen. Betreffende de beroepskolom komen de voor- en vervolgopleidingen van mbo leerlingen aan bod. Achtereenvolgens worden behandeld: o Aantal vmbo leerlingen (paragraaf 4.1) o Aantal leerlingen arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (aka) (paragraaf 4.2) o Vooropleiding mbo leerlingen (paragraaf 4.3) o Aantal mbo leerlingen (paragraaf 4.4) o Aantal mbo scholen per kwalificatie en per CWI-district (paragraaf 4.5) o Aantal mbo diploma s (paragraaf 4.6) o Vervolgonderwijs (paragraaf 4.7) Het hoofdstuk eindigt met een verantwoording (paragraaf 4.8). 4.1 Aantal vmbo leerlingen In deze paragraaf komt aan de orde hoeveel vmbo leerlingen zich richten op recreatieonderwijs. Allereerst wordt het aantal leerlingen voortgezet onderwijs over behandeld (paragraaf 4.1.1). Vervolgens worden het aantal vmbo leerlingen naar sector behandeld over (paragraaf 4.1.2). Voorts wordt het aantal leerlingen en scholen voor de vmbo examenprogramma s gericht op recreatie behandeld over (paragraaf 4.1.3). Tot slot komt de doorstroom van vmbo naar mbo aan bod (paragraaf 4.1.4) Aantal leerlingen voortgezet onderwijs Zoals in onderstaande tabel is af te lezen, is in het voortgezet onderwijs de afgelopen jaren een stijgende trend te zien in het aantal leerlingen. In het schooljaar is deze stijging afgezwakt en is het aantal leerlingen ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van schooljaar Aantal leerlingen voortgezet onderwijs Aantal leerlingen voortgezet onderwijs Bron: Ministerie van OCW (2008) Aantal vmbo leerlingen naar sector Het vmbo begint, net als alle soorten voortgezet onderwijs, met de onderbouw. Deze duurt voor het vmbo twee jaar en voor havo/vwo 3 jaar. In de onderbouw volgen leerlingen een breed vakkenpakket dat in principe voor iedereen hetzelfde is. In 2007 nemen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs ongeveer leerlingen deel. Aan het einde van de tweede klas kiezen de leerlingen in het vmbo een leerweg en een sector. De sectoren in het vmbo zijn Economie, Zorg & Welzijn, Techniek en Landbouw. Het vmbo kent vier leerwegen: de basisberoepsgerichte leerweg, de gemengde leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg en de theoretische leerweg. Elke leerweg biedt andere doorstroommogelijkheden naar het mbo. De basisberoepsgerichte leerweg leidt op naar mbo opleidingen op niveau 2. De kaderberoepsgerichte, gemengde en theoretische leerwegen bereiden leerlingen voor op mbo opleidingen op niveau 3 en 4. De theoretische leerweg valt niet onder een sector, maar is te vergelijken met de vroegere mavo. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

16 De volgende tabel geeft het aantal leerlingen weer in de periode Daarnaast wordt het aantal leerlingen vermeld dat een intersectoraal programma 1 volgt en het aantal leerlingen dat de theoretische leerweg volgt. In het cursusjaar volgen leerlingen het 3 e en 4 e leerjaar van het vmbo, waarvan de theoretische leerweg. De cijfers van 2007 zijn moeilijk te vergelijken met de jaren daarvoor, vanwege de invoering van intersectorale programma s. De recreatiesector valt in het vmbo onder de afdeling Consumptieve Technieken in de sector Economie. Per 1 oktober 2007 bedraagt het aantal leerlingen in de sector Economie Aantal vmbo leerlingen 3 e en 4 leerjaar per sector Sectoren Economie Landbouw Techniek Zorg en Welzijn Intersectorale programma s Theoretische Leerweg Totaal Bron: CFI ( ) Aantal leerlingen en scholen examenprogramma s gericht op recreatie De examenprogramma s vmbo die het meest relevant zijn voor de recreatiesector zijn de examenprogramma s vmbo Consumptieve Technieken (CT) en vmbo Consumptieve Technieken- Breed Intrasectoraal Programma (CB-ISP). Het aantal leerlingen dat de opleidingen CT en CB-ISP volgt en het aantal scholen (vestigingen) dat deze opleidingen aanbiedt is weergegeven in onderstaande tabel. In het schooljaar volgen leerlingen deze richtingen. Dit is ongeveer 16% van het totaal aantal leerlingen in de sector Economie in het 3 e en 4 e leerjaar. Ten opzichte van vorig jaar is het aantal leerlingen van de richtingen CT en CB-ISP met 10% gedaald. Het aantal vestigingen met een opleiding vmbo CT of CB-ISP is in vergelijking met het vorig jaar gedaald. Aantal vmbo leerlingen en vestigingen CT en CB-ISP Aantal leerlingen Aantal vestigingen Gemiddeld aantal leerlingen per vestiging Bron: CFI ( ) In bijlage 5 is de verdeling van het aantal scholen met de opleidingen CT en CB-ISP naar provincie weergegeven en vergeleken met voorgaand schooljaar. In de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Noord-Brabant bevinden zich de meeste leerlingen. Vooral in de provincies Groningen en Limburg is het aantal leerlingen afgenomen, respectievelijk met 36% en 35 %. In Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Gelderland zijn de leerlingenaantallen het minst gedaald met percentages tussen de 3% en 7%. Het gemiddelde aantal leerlingen per vestiging in Nederland is iets gedaald van 61 naar 59. Per provincie varieert dit echter sterk. 1 De volgende intersectorale programma s werden aangeboden in het schooljaar : Dienstverlening en Commercie ICT-route Sport, dienstverlening en veiligheid Technologie en commercie Technologie en dienstverlening Technologie Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

17 In de volgende tabel wordt het aantal leerlingen in het 3 e en 4 e leerjaar vmbo naar leerweg weergegeven voor de opleidingen CT en CB-ISP, per 1 oktober Uit de tabel blijkt dat het grootste gedeelte van de leerlingen de basisberoepsgerichte leerweg volgt en de kaderberoepsgerichte leerweg. Alleen het aantal leerlingen in de assistentenopleiding is gestegen. De overige leerwegen hebben allemaal in meer of mindere mate te maken met dalende leerlingaantallen. Aantal vmbo leerlingen CT en CB-ISP per leerweg Leerweg Mutatie 2007 t.o.v (%) Assistenten opleiding Basisberoeps erichte leerweg Gemengde leerweg Kaderberoeps gerichte leerweg Leerwerktraject Totaal Bron: CFI ( ) Per 1 augustus 2005 kan door vmbo scholen een mbo assistentenopleiding (niveau 1) worden verzorgd. De leerinhoud van de assistentenopleiding in het vmbo is gelijk aan die in het mbo. De examens worden afgenomen onder verantwoordelijkheid van het mbo. De leerling ontvangt een mbo diploma niveau 1 naast het reguliere vmbo diploma. Sinds augustus 2001 heeft het Ministerie van OCW aan 56 scholen licenties afgegeven om een leerwerktraject (LWT) CT te mogen verzorgen. De assistentenopleiding en het leerwerktraject worden nader belicht in respectievelijk bijlage 6 en bijlage 7. Naast het reguliere vmbo is er leerwegondersteunend onderwijs (lwoo). Dit onderwijs is bestemd voor leerlingen die voldoende capaciteiten hebben om een vmbo diploma te halen, maar die leerachterstanden of gedragsproblemen hebben. Lwoo leerlingen volgen onderwijs in een van de vier leerwegen, maar krijgen daarnaast extra ondersteuning. Meer cijfermatige informatie over het lwoo is te vinden in bijlage Doorstroom vmbo naar mbo Uit gegevens van het ROA blijkt dat 48% van de leerlingen met een opleiding CT in het vmbo kiest voor een vervolgopleiding. Het ROA kwalificeert dit percentage als hoog (ROA, 2007). 4.2 Aka leerlingen Per 1 augustus 2004 is in het mbo gestart met het aka kwalificatieprofiel. In het schooljaar bieden 48 onderwijsinstellingen de experimentele aka opleiding aan, met in totaal aka leerlingen. Bij Kenwerk zijn 58 aka leerlingen ingeschreven in het schooljaar , in zijn dat 43 deelnemers. Met dit kwalificatieprofiel krijgen instellingen ruimte om voor een bepaalde categorie jongeren maatwerk en flexibiliteit te bieden en voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Het doel van de opleiding is jongeren een arbeidsmarktkwalificatie mee te geven waardoor hun perspectief op werk breder wordt in eigen stad of regio, ze in hun eigen onderhoud kunnen voorzien en functioneren in het maatschappelijk leven. Het grootste gedeelte van de aka gediplomeerden (60%) stroomt uit in een mbo niveau 2 opleiding. Van de ongediplomeerde aka deelnemers die uitstromen is van 43% onbekend waar ze naartoe gaan (Herontwerp mbo, 2007). 4.3 Vooropleiding mbo leerlingen In 2006 heeft twee derde van de mbo recreatieleerlingen een vmbo vooropleiding, waarvan 29% een vooropleiding vmbo theoretische leerweg, de voormalige mavo. In bijlage 9 wordt een uitgebreider overzicht gegeven van de vooropleiding van leerlingen binnen mbo recreatie in de periode Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

18 4.4 Aantal mbo leerlingen In deze paragraaf komt aan de orde hoeveel mbo leerlingen recreatieonderwijs volgen. Allereerst wordt het aantal leerlingen over behandeld (paragraaf 4.2.1). Vervolgens worden de aantallen over het schooljaar nader uitgesplitst per kwalificatie en CWI-district (paragraaf 4.2.2). Tot slot wordt het aantal leerlingen per kwalificatie en leerweg besproken over het schooljaar en wordt een vergelijking gemaakt met het voorafgaande schooljaar (paragraaf en 4.2.4) Aantal mbo leerlingen Het mbo onderwijs is opgedeeld in vier sectoren, te weten Economie, Techniek, Zorg en Welzijn en Landbouw. Het aantal leerlingen is de afgelopen jaren gestegen. In het schooljaar volgen een mbo opleiding, in ruim en in zijn dit er Binnen het mbo onderwijs recreatie is een stijgende lijn merkbaar van het aantal leerlingen, van leerlingen in het schooljaar tot in schooljaar Dit is een stijging van ongeveer 16% in 4 jaar. Van schooljaar naar is het aantal leerlingen nagenoeg gelijk gebleven. Het mbo onderwijs heeft twee verschillende leerwegen of leerroutes, te weten de beroepsopleidende leerweg (bol) 2 en de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) 3. Het aantal bol leerlingen recreatie bedraagt in het schooljaar Ten opzichte van schooljaar is het aantal bol leerlingen recreatie iets afgenomen. Wanneer schooljaar als referentiepunt wordt genomen, blijkt er een stijging te zijn van ongeveer 17%. Het aantal bbl leerlingen recreatie is gestegen van 321 in het schooljaar naar 331 in het schooljaar Een volledig overzicht van het aantal mbo leerlingen recreatie over de periode uitgesplitst naar leerweg, is te vinden in onderstaande grafiek. 2 Deelnemers van een bol opleiding hebben tijdens hun opleiding één of meerdere stageperiodes. De beroepspraktijkvorming vormt bij een bol opleiding minimaal 20% en maximaal 60%. 3 Een bbl opleiding bestaat voor minimaal 60 procent uit praktijk. Mensen die een bbl opleiding volgen, werken met een arbeidsovereenkomst in een leerbedrijf en gaan meestal één dag in de week naar school voor de theoretische onderbouwing. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

19 Aantal mbo leerlingen recreatie Bol Bbl Totaal Bron: CFI ( ) Aantal mbo leerlingen per kwalificatie en per CWI district Ten behoeve van het recreatieonderwijs zijn verschillende kwalificaties ontwikkeld. Regionale Opleidingscentra (ROC s) stellen op basis van de kwalificaties een opleiding samen die een enigszins andere benaming kan hebben. Voor de eenduidigheid wordt in dit rapport steeds gesproken over kwalificaties. Bij nadere beschouwing van de kwalificaties, valt op dat de meeste leerlingen zijn ingeschreven op de kwalificatie Leisure & hospitality host en Leisure & hospitality executive. Respectievelijk en leerlingen volgen deze kwalificatie in schooljaar (CFI, 2007). Op de kwalificatie Aqua & leisure host zijn de minste inschrijvingen. Het betreft een nieuwe kwalificatie die alleen nog in experimentele zin wordt aangeboden. Het schooljaar wordt deze kwalificatie breder aangeboden. Tussen de verschillende CWI-districten is te zien dat in de regio Zuidoost-Nederland het leerlingenaantal voor een mbo opleiding recreatie het hoogst is. In deze regio volgen met name veel leerlingen de kwalificaties Leisure & hospitality host en executive. In bijlage 10 is een volledig overzicht te vinden van het aantal mbo leerlingen per kwalificatie en CWI-district. Sommige kwalificaties worden in bepaalde districten niet aangeboden. In paragraaf 6.1 is na te lezen om welke districten en kwalificaties dit gaat Aantal mbo leerlingen per kwalificatie en leerweg Over het gehele mbo opleidingsaanbod recreatie is te melden dat de verhouding bbl-bol 5,5%-94,5% is. Dit wijkt in grote mate af van het landelijk gemiddelde waar de verhouding 31%-69% is. Wanneer de verdeling bbl en bol nader wordt bezien over de verschillende kwalificaties, valt op dat alleen Aqua & leisure host, Medewerker watersportindustrie en Leisure & hospitality host door een aantal leerlingen in de bbl variant worden gevolgd. Het volledige overzicht van het aantal mbo leerlingen recreatie per kwalificatie en leerweg is te lezen in bijlage Mutaties aantal mbo leerlingen per kwalificatie en leerweg Bij nadere analyse betreffende de mutaties van het aantal leerlingen recreatie in schooljaar ten opzichte van , wordt duidelijk dat het aantal mbo leerlingen recreatie in het schooljaar met 50 is toegenomen ten opzichte van het schooljaar Wanneer de kwalificaties nader bekeken worden, valt op dat de stijging voornamelijk wordt veroorzaakt door een stijging van 362 leerlingen bij de kwalificatie Leisure & hospitality host, waar Hoofd informatie een daling laat zien van 371. Een uitgebreid overzicht is te zien in bijlage Aantal mbo scholen per kwalificatie en per CWI-district 36 van de in totaal 72 ROC s bieden een of meer mbo opleidingen recreatie aan. In Oost- en Zuidoost-Nederland zijn de meeste scholen, te weten 10 en 8, hetgeen in verhouding staat tot het hoog aantal leerlingen in deze districten. In Middenwest-Nederland bieden 3 scholen de opleiding aan, wederom in verhouding tot het aantal leerlingen. Bijlage 13 bevat het volledige overzicht. 4.6 Aantal mbo diploma s Het aantal diploma s mbo recreatie bedraagt in schooljaar Na een stijging in schooljaar is het aantal gedaald waarna het ongeveer gelijk is gebleven. Dit is hierna grafisch weergegeven. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

20 Aantal diploma's mbo recreatie Bol Bbl Totaal Bron: CFI ( ) Bij nadere bestudering van het aantal diploma s recreatie per kwalificatie en leerweg over schooljaar , is te constateren dat voor de kwalificatie Leisure & hospitality host op niveau 3 geldt dat het aantal behaalde diploma s achterblijft bij hetgeen verwacht kan worden gezien het aantal leerlingen dat deze kwalificatie volgt. De verklaring is gelegen in de vernieuwingsslag in het onderwijs, waarbij is overgestapt van de eindtermenstructuur naar het competentiegerichte onderwijs in schooljaar en De kwalificatie Leisure & hospitality host op niveau 3 heeft relatief veel leerlingen getrokken op het competentiegerichte onderwijs. Deze leerlingen zullen naar verwachting pas in 2010 en 2011 hun diploma behalen. Het overzicht in detail kan worden nagelezen in bijlage 14. Van 2006 naar 2007 is een lichte stijging waarneembaar van het aantal diploma s (1,0%). Het overzicht per kwalificatie en leerweg is te vinden in bijlage Vervolgonderwijs In vervolgonderwijs met betrekking tot recreatie worden toerisme en recreatie gecombineerd aangeboden. Derhalve wordt hieronder zowel over toerisme als over recreatie gerapporteerd waar het vervolgopleidingen betreft. Op hbo niveau worden vier opleidingen aangeboden die betrekking hebben op de recreatiesector, te weten Functiegerichte bachelor in toerisme en recreatie, Bachelor hoger toeristisch en recreatief onderwijs, Kort hoger toeristisch en recreatief onderwijs en Bachelor vrijetijdsmanagement. Daarnaast worden twee opleidingen aangeboden op Associate degree niveau, te weten Associate degree functiegerichte bachelor in toerisme en recreatie en Associate degree vrijetijdsmanagement. Ook deze opleidingen worden in dit rapport beschreven. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

21 Het aantal studenten hbo toerisme en recreatie is gestegen van in 2003 naar in Het betreft met name de opleidingen Bachelor hoger toeristisch en recreatief onderwijs en Bachelor vrijetijdsmanagement. De opleidingen Associate degree functiegerichte bachelor in toerisme en recreatie en Associate degree vrijetijdsmanagement worden sinds respectievelijk 2006 en 2007 aangeboden. Er zijn respectievelijk 142 en 10 studenten ingeschreven op deze opleidingen. De grafiek met een overzicht van de aangeboden hbo opleidingen toerisme en recreatie is te vinden in bijlage 16. Het aantal afgegeven diploma s hbo toerisme en recreatie is met ruim een kwart gestegen van in 2002 naar in Voor de grafiek wordt verwezen naar bijlage 17. Elk jaar stroomt een aantal mbo deelnemers in op de hbo opleiding toerisme en recreatie. In 2007 bedraagt deze instroom 684 deelnemers. Deze instroom is afkomstig uit een van de aangeboden mbo opleidingen op niveau 4, dus niet alleen vanuit de mbo kwalificaties recreatie op niveau 4. Na een stijging in 2005 is de mbo instroom weer iets afgenomen. In bijlage 18 is dit in een grafiek weergegeven. Volgens het ROA stroomt 45% van de leerlingen mbo toerisme en recreatie door naar een vervolgopleiding, hetgeen als hoog wordt getypeerd. Dit is niet specifiek een hbo opleiding toerisme en recreatie (ROA, 2007). 4.8 Verantwoording De geraadpleegde bronnen voor dit hoofdstuk zijn tellingen van de Centrale Financiële Instellingen (CFI), een uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Onderwijs. In dit rapport wordt alleen het aantal mbo leerlingen in kaart gebracht dat een opleiding volgt op een ROC. Tevens wordt alleen gerapporteerd over kwalificaties waarop leerlingen zijn ingeschreven. Voorts dient te worden opgemerkt dat scholen leerlingen kunnen inschrijven op een algemeen nummer binnen een van de vier niveaus, maar ook op een specifieke uitstroom van het desbetreffende niveau. Bij de inschrijving op een algemeen nummer is nog niet bekend welke uitstroom de leerling kiest. Hierdoor kan een enigszins vertekend beeld ontstaan. De gegevens met betrekking tot aantal leerlingen en aantal diploma s zijn steeds gebaseerd op tellingen per 1 oktober betreffend jaar. Om te komen tot het aantal leerlingen wordt dus aan het begin van het schooljaar geteld, waarbij geen rekening wordt gehouden met uitval. Betreffende het aantal diploma s wordt aan het eind van het kalenderjaar geteld. Bij het berekenen van het aantal leerlingen, scholen en diploma s op CWI-district is steeds de hoofdvestiging van de ROC s als uitgangspunt genomen. Aangezien ROC s meerdere vestigingen kunnen hebben, welke soms in verschillende CWI-districten gelegen zijn, kunnen kleine afwijkingen bestaan. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

22 5 BESCHRIJVING MARKT PRAKTIJKLEREN In dit hoofdstuk wordt de markt van praktijkleren voor de recreatiesector uiteengezet. Achtereenvolgens wordt ingegaan op het aantal vmbo leerbedrijven, het aantal leerbedrijven voor Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (aka), het aantal mbo leerbedrijven en het aantal praktijkbegeleiders. Waar mogelijk is de informatie regionaal weergegeven. Wat het aantal leerbedrijven mbo betreft, wordt het aantal erkende leerbedrijven gerapporteerd, maar ook het aantal leerbedrijven met bbl leerplaatsen, zowel nationaal als internationaal. Het aantal erkende leerbedrijven nationaal wordt op kwalificatieniveau gepresenteerd. De gegevens die in dit hoofdstuk gerapporteerd worden, zijn alle afkomstig uit het Register Erkende Leerbedrijven van Kenwerk. De opbouw van dit hoofdstuk is als volgt: o Leerbedrijven vmbo (paragraaf 5.1) o Leerbedrijven aka (paragraaf 5.2) o Leerbedrijven mbo (paragraaf 5.3) o Praktijkbegeleiders (paragraaf 5.4) 5.1 Leerbedrijven vmbo Het aantal vmbo leerbedrijven leerwerktrajecten is van 2004 naar 2008 gestegen van 16 naar 24. Een en ander is in een grafiek weergegeven (bijlage 19). Het aantal vmbo leerbedrijven stage is gestegen van 49 in 2004 naar 73 in De laatste jaren is het aantal ongeveer gelijk gebleven. Dit is grafisch weergegeven in bijlage 20. Als het aantal vmbo leerbedrijven per CWI-district wordt bezien, valt op dat de meeste vmbo leerbedrijven gevestigd zijn in Oost-Nederland (Kenwerk, 2008). In bijlage 21 is het volledige overzicht te vinden. 5.2 Leerbedrijven aka Het aantal erkende aka leerbedrijven recreatie bedraagt 36 in juni In juni 2007 bedroeg dit aantal 22 (Kenwerk, ). 5.3 Leerbedrijven mbo In 2008 zijn leerbedrijven erkend voor de sector recreatie. Sinds 2006 is het aantal erkende leerbedrijven toegenomen met 44% (Kenwerk, 2008). In bijlage 22 is een overzicht opgenomen. In bijlage 23 is een overzicht opgenomen van het aantal erkende mbo leerbedrijven recreatie per kwalificatie en per CWI district. Bij nadere beschouwing blijkt dat voor de kwalificatie Informatiemedewerker de meeste leerbedrijven erkend zijn. Voor Leisure & hospitality executive zijn minder leerbedrijven erkend dan, gezien het grote aantal leerlingen, verwacht is 4. Bijlage 24 geeft een overzicht van het aantal mbo leerbedrijven met bbl leerplaatsen over Het aantal is ongeveer gelijk gebleven. In 2008 bedraagt het aantal 70. Wanneer de cijfers worden vergeleken met het aantal erkende leerbedrijven, valt op dat bij 7% van het aantal erkende leerbedrijven daadwerkelijk bbl leerplaatsen zijn. Dit komt overeen met het feit dat 94,5% van de leerlingen reizen een bol opleiding volgt. In bijlage 25 is het aantal erkende leerbedrijven buitenland schematisch weergegeven. Ten opzichte van 2007 is het aantal licht toegenomen. Het aantal bedraagt in Zowel in 2007 als in 2008 zijn er twee leerbedrijven met bbl leerplaatsen, beide in België (Kenwerk, ). 4 De leerbedrijven voor Aqua en leisure host zijn vooralsnog geregistreerd onder de kwalificatie Leisure & hospitality host. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

23 5.4 Praktijkbegeleiders In onderstaande tabel is te zien dat in praktijkbegeleiders geregistreerd zijn voor de sector recreatie. Alhoewel er geen verplichting is om een leermeesterdiploma te behalen in deze sector, wordt het behalen van een diploma wel gestimuleerd in deze sector. Aantal gediplomeerde praktijkbegeleiders recreatie Recreatie N.B. Voor de sector recreatie geldt geen verplichting om een leermeester diploma te behalen Bron: Kenwerk ( ) Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

24 6 PERSPECTIEVEN MARKT PRAKTIJKLEREN In dit hoofdstuk worden de perspectieven voor de markt van praktijkleren uiteengezet. In paragraaf 6.1 worden de prognoses voor leerplaatsen over het schooljaar gerapporteerd per CWI-district en per mbo kwalificatie. In paragraaf 6.2 wordt de wijze waarop tot de prognoses is gekomen verantwoord. 6.1 Prognoses leerplaatsen per CWI-district en mbo kwalificatie Over het algemeen kan worden gesteld dat de prognoses voor leerplaatsen over het schooljaar voor mbo recreatie goed zijn. Wanneer de afzonderlijke kwalificaties nader worden beschouwd, valt op dat met name de kwalificaties Informatiemedewerker en Medewerker watersportindustrie goede vooruitzichten heeft op leerplaatsen. De vooruitzichten op leerplaatsen voor Leisure & hospitality host en Aqua & leisure host zijn respectievelijk ruim voldoende en voldoende. De kwalificatie Leisure & hospitality assistant geeft een gevarieerd beeld waarbij de perspectieven in de districten Middenwest- en Noordwest-Nederland matig zijn. De vooruitzichten op leerplaatsen voor de kwalificaties Leisure & hospitality executive en Hoofd informatie zijn overwegend matig tot gering. Een gedetailleerder overzicht is hieronder weergegeven. 6.2 Verantwoording De prognoses voor leerplaatsen is per kwalificatie berekend op basis van het aantal erkende leerbedrijven en het aantal ingeschreven leerlingen op de desbetreffende kwalificatie. De gebruikte bronnen zijn het Register Erkende Leerbedrijven van Kenwerk en de CFI-tellingen van het Ministerie van Onderwijs. Eerst is het aantal leerbedrijven met bbl leerplaatsen berekend per bbl leerling 5. Om te komen tot het aantal benodigde leerbedrijven is dit vermenigvuldigd met het totaal aantal leerlingen. Vervolgens is het aantal benodigde leerbedrijven vergeleken met het aantal erkende leerbedrijven om na te gaan of er al dan niet voldoende leerbedrijven zijn voor het jaar In een formule uitgedrukt, luidt dit als volgt: aantal leerlingen X aantal leerbedrijven met bbl leerplaatsen -/- aantal erkende leerbedrijven aantal bbl leerlingen 5 Leerling die een beroepsbegeleidende leerweg volgt. Ongeveer 80% van de opleiding wordt in een leerbaan gevolgd. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

25 Opgemerkt dient te worden dat de factor 6 is gebaseerd op bbl leerlingen. De reden hiervoor is dat voor leerlingen die een bbl leerweg volgen, bij het aangaan van leerbanen een contract wordt afgesloten en voor leerlingen die een bol leerweg 7 volgen niet. In het Register Erkende Leerbedrijven worden alleen gegevens opgenomen van leerlingen voor wie een contract is afgesloten. Dientengevolge zijn in het Register Erkende Leerbedrijven van Kenwerk alleen gegevens bekend van bbl leerlingen. Bij het aantal leerlingen, zijn zowel bbl als bol leerlingen meegenomen. Om bol leerlingen mee te nemen in de berekening, is een herberekening gemaakt waarbij bol leerlingen als 0,5 zijn opgevoerd en bbl leerlingen als 1. Op deze wijze wordt ervan uitgegaan dat een bol leerling twee korte stages loopt op jaarbasis. Er wordt hiermee voor een behoudend scenario gekozen zodat niet te snel het gevoel bestaat dat er voldoende stageplaatsen beschikbaar zijn. De berekende prognoses zijn voorts aan de regioadviseurs van Kenwerk voorgelegd ter verificatie of het beeld dat gegeven is strookt met de ervaringen in de desbetreffende regio. Waar nodig zijn kleine wijzigingen aangebracht. 6 Aantal leerbedrijven met bbl leerplaatsen gedeeld door aantal bbl leerlingen. 7 Beroepsopleidende leerweg. Ongeveer 20% van de opleiding wordt in stageverband gelopen. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

26 7 ARBEIDSMARKTPERSPECTIEVEN In dit hoofdstuk worden de arbeidsmarktperspectieven uiteengezet. De arbeidsmarktperspectieven worden vanuit verschillende invalshoeken belicht. Eerst worden de arbeidsmarktontwikkelingen besproken voor de gehele arbeidsmarkt (paragraaf 7.1). Dan komen de arbeidsmarktperspectieven naar beroepsgroep aan de orde (paragraaf 7.2), waarna de arbeidsmarktperspectieven naar opleidingstype zullen worden toegelicht (paragraaf 7.3). Tot slot wordt ingegaan op de arbeidsmarktperspectieven per CWI-district en mbo kwalificatie (paragraaf 7.4). Bij het tot stand komen van dit hoofdstuk is gebruik gemaakt van verschillende bronnen. Zo zijn de gerapporteerde gegevens in paragraaf 7.1 tot en met 7.3 voornamelijk gebaseerd op de gegevens van het ROA. Wanneer gesproken wordt over vraag naar nieuwe arbeidskrachten, wordt steeds de vraag op de gehele arbeidsmarkt naar nieuwkomers in een bepaalde beroepsgroep dan wel met een bepaalde opleiding bedoeld. Het ROA houdt daarbij expliciet rekening met de vraag naar nieuwe arbeidskrachten als gevolg van uitstroom door bijvoorbeeld pensionering, de zogeheten vervangingsvraag. De gegevens gerapporteerd in paragraaf 7.4 zijn afkomstig van de regioadviseurs van Kenwerk. Deze gegevens zijn op kwalitatieve wijze vergaard. Dit verschil in benaderingswijze dient in het achterhoofd gehouden te worden bij de interpretatie van de resultaten. 7.1 Arbeidsmarktontwikkelingen algemeen Tot voor kort waren de arbeidsmarktverwachtingen heel positief. Zo rapporteert het ROA voor de gehele arbeidsmarkt de verwachting voor de jaren 2007 tot en met 2011 dat de krapte op de arbeidsmarkt verder zal toenemen. Hierdoor zal naar alle waarschijnlijkheid de werkloosheid verder gaan dalen. De werkgelegenheid zal als gevolg van de oplevende economie toenemen voor de bouw, handel en reparatiesector en de horeca en zakelijke dienstverlening. De werkgelegenheid neemt eveneens toe bij overheid en onderwijs en in de gezondheidszorg, maar minder dan gedurende de afgelopen jaren (ROA, 2007b). Echter, in het najaar van 2008 is Nederland in de ban van een mondiale kredietcrisis. Op het moment van het samenstellen van deze rapportage zijn de gevolgen van deze crisis op de economie, het consumentenvertrouwen en dientengevolge de arbeidsmarkt nog niet goed te voorspellen. De Raad voor Werk en Inkomen houdt in de Arbeidsmarktanalyse 2008 rekening met economische teruggang. Zo wordt aangegeven dat de werkgelegenheidsontwikkeling vertraagd reageert op het verloop van de economische groei. Dat betekent dat de huidige krapte op de arbeidsmarkt nog enige tijd zal voortduren, ook wanneer de conjunctuur het laat afweten. Indien vrij snel weer herstel optreedt, dan is er weinig reden om de optimistische prognoses omtrent de kansen op werk voor diverse opleidingscategorieën ingrijpend te herzien. Zet echter een negatieve trend door, dan komen ook mensen met beroepen waarvoor nu nog grote tekorten gelden in de problemen (RWI, 2008). Aangezien de beroepsgroep zweminstructeurs en de mbo opleiding toerisme en recreatie als respectievelijk erg laag en laag conjunctuurgevoelig worden aangeduid (ROA, 2007), is de verwachting dat de gevolgen van de economische teruggang voor deze beroepsgroep en opleiding minimaal zullen zijn. In de rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Kenwerk worden verdere ontwikkelingen geanalyseerd en gerapporteerd. 7.2 Arbeidsmarktperspectieven naar beroepsgroep In deze paragraaf wordt ingegaan op de beroepsgroepen zweminstructeurs en sportinstructeurs die het ROA onderscheidt. Deze beroepsgroepen dekken weliswaar niet de gehele sector recreatie af, echter kunnen wel een beeld geven van arbeidsmarktperspectieven binnen de sector. Achtereenvolgens worden de volgende zaken besproken: o Bedrijfssectoren waar de beroepsgroepen met name worden aangetroffen (7.2.1) o Vraag naar nieuwe arbeidskrachten per beroepsgroep (7.2.2) o Toekomstige knelpunten per beroepsgroep (7.2.3) o Vooropleidingen van mensen werkzaam in de beroepsgroepen (7.2.4) Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

27 7.2.1 Bedrijfssectoren Wat de bedrijfssectoren van de genoemde beroepsgroepen betreft, rapporteert het ROA in het arbeidsmarktinformatiesysteem (AIS) het volgende: o Van de zweminstructeurs is 60% werkzaam in de sector overige commerciële dienstverlening en 40% in andere bedrijfssectoren; o Van de sportinstructeurs werkt 55% in de overige commerciële dienstverlening, 20.6% in de sector cultuur en speur- en ontwikkelingswerk en 24,4% in andere bedrijfssectoren (ROA, 2007) Vraag naar nieuwe arbeidskrachten In onderstaande tabel is de vraag naar nieuwe arbeidskrachten weergegeven. Het betreft de uitbreidingvraag 8 en vervangingsvraag 9 van de beroepsgroepen zwem- en sportinstructeurs over de periode 2007 tot en met Tevens is het aantal baanopeningen 10 gerapporteerd. Het aantal baanopeningen voor deze beroepsgroepen is respectievelijk erg hoog en hoog. De totale vraag naar nieuwkomers op de arbeidsmarkt is dus erg groot dan wel groot. Het gaat hierbij om de vraag op de gehele arbeidsmarkt naar nieuwkomers in deze beroepsgroepen (ROA, 2007). Verwachte vraag naar nieuwe arbeidskrachten per beroepsgroep, 2007 t/m 2011 Uitbreidingsvraag (totaal %) Vervangingsvraag (totaal %) Baanopeningen (totaal %) Typering baanopeningen Zweminstructeurs (20%) (36%) (56%) erg hoog (9,3%) Sportinstructeurs (15%) (23%) (37%) Hoog (6,5%) Bron: ROA (2007) Toekomstige knelpunten Voorts meldt ROA in het AIS voor de beroepsgroep zweminstructeurs een Indicator Toekomstige Knelpunten naar Beroepsgroepen (ITKB) 11 in 2012 van 0,86. Dit houdt in dat vrijwel geen knelpunten worden verwacht voor deze beroepsgroep in Voor de beroepsgroep sportinstructeurs worden enige knelpunten verwacht in 2012 (ITKB van 0,841). In het AIS van het ROA is tevens vermeld dat de substitutiemogelijkheden 12 van de opleidingen voor de zweminstructeurs laag is en voor sportinstructeurs gemiddeld (ROA, 2007). 8 De uitbreidingsvraag betreft de vraag naar nieuwe arbeidskrachten die ontstaat door groei van de werkgelegenheid. Als er sprake is van een werkgelegenheidsdaling, is de uitbreidingsvraag negatief (ROA, 2007). 9 De vervangingsvraag is de vraag naar nieuwe arbeidskrachten die ontstaat door bijvoorbeeld pensionering, (tijdelijke) uittreding vanwege zorgtaken, arbeidsongeschiktheid, beroepsmobiliteit of doorstroom naar andere opleiding (ROA, 2007). 10 Baanopeningen zijn de totale vraag naar nieuwkomers op de arbeidsmarkt, zoals deze is bepaald door de werkgelegenheidsgroei (positieve uitbreidingsvraag) en de vervangingsvraag (ROA, 2007). 11 De Indicator Toekomstige Knelpunten naar Beroepsgroepen (ITKB) in 2012 geeft aan in welke mate het voor werkgevers mogelijk is om binnen beroepsgroepen de gewenste personeelssamenstelling naar opleidingsachtergrond te realiseren, rekening houdende met de vraag-aanbod-verhoudingen voor de verschillende opleidingstypen. De ITKB heeft een waarde tussen 0 en 1 en naarmate de indicator lager wordt, zijn de knelpunten groter voor de opleidingstypen die voor de betreffende beroepsgroep relevant zijn. Wanneer de ITKB daarentegen dichter bij 1 ligt, zullen werkgevers weinig moeite hebben de gewenste personeelssamenstelling te realiseren (ROA, 2007). 12 De indicator subsitutiemogelijkheden opleidingen geeft de mate aan waarin werkgevers voor een bepaald beroep arbeidskrachten kunnen aantrekken met een uiteenlopende opleidingsachtergrond. Een genormeerd aantal opleidingstypen waaruit werkenden in deze beroepsgroep afkomstig zijn (ROA, 2007). Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

28 7.2.4 Vooropleidingen Onderstaand is af te lezen wat de belangrijkste vooropleidingen zijn van mensen werkzaam in de beroepsgroepen. Bij de beroepsgroep zweminstructeurs heeft vrijwel iedereen een mbo opleiding gevolgd. Van de beroepsgroep sportinstructeurs heeft 61% een mbo opleiding gevolgd en 20% een hbo/wo opleiding (ROA, 2007). Belangrijkste opleidingen beroepsgroepen, gemiddelde (in procenten) Basisonderwijs Vmbo Mbo Hbo/wo Zweminstructeurs * * 81 * Sportinstructeurs * * Bron: ROA (2007) 7.3 Arbeidsmarktperspectieven naar opleidingstype In deze paragraaf wordt steeds per opleidingstype achtereenvolgens ingegaan op: o Beroepsgroepen (7.3.1) o Bedrijfssectoren (7.3.2) o Vraag naar nieuwe arbeidskrachten (7.3.3) o Aanbod van nieuwe arbeidskrachten (7.3.4) o Vraag en aanbod vergeleken (7.3.5) o Arbeidsmarktpositie van schoolverlaters (7.3.6) o Concurrentie van andere opleidingen (7.3.7). Het ROA hanteert de term mbo/hbo toerisme en recreatie. Hieronder vallen zowel de opleidingen reizen als de opleidingen recreatie. In deze paragraaf wordt steeds expliciet ingegaan op de resultaten die van toepassing zijn op de sector recreatie. Deze onderwerpen worden besproken met betrekking tot de mbo en hbo opleidingen toerisme en recreatie. Daarnaast worden deze onderwerpen ook besproken met betrekking tot de opleiding vmbo consumptieve technieken. Dit aangezien de opleiding vmbo consumptieve technieken eveneens onderwerpen van de sector recreatie behandelt Beroepsgroepen Betreffende de beroepsgroepen waarin gediplomeerden met een opleiding toerisme en recreatie komen te werken, is te melden dat van de gediplomeerden met een opleiding mbo toerisme en recreatie 3,6% werkt als activiteitenbegeleider en medewerker arbeidsbemiddeling en de rest is werkzaam in andere beroepsgroepen. Van mensen met een afgeronde opleiding hbo toerisme en recreatie is 5,8% werkzaam als medewerker sociaal-cultureel werk en personeel en arbeid en 3,6% als activiteitenbegeleider en medewerker arbeidsbemiddeling (ROA, 2007). Voor een gedetaileerder overzicht van de beroepsgroepen waarin gediplomeerden met een opleiding vmbo consumptieve technieken of mbo/hbo toerisme en recreatie werken, wordt verwezen naar bijlage Bedrijfssectoren Wat betreft de bedrijfssectoren waarin gediplomeerden met een opleiding toerisme en recreatie komen te werken, is vermeldenswaardig dat van de gediplomeerden met een mbo dan wel hbo opleiding in toerisme en recreatie, werkt respectievelijk 3,8% en 5,7% in de sector cultuur en speur- en ontwikkelingswerk. De rest is werkzaam in andere sectoren (ROA, 2007). Voor een gedetailleerder overzicht van de bedrijfssectoren waarin gediplomeerden met een opleiding vmbo consumptieve technieken of mbo/hbo toerisme en recreatie werkzaam zijn, wordt verwezen naar bijlage 27. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

29 7.3.3 Vraag naar nieuwe arbeidskrachten In onderstaande tabel is weergegeven wat de vraag naar nieuwe arbeidskrachten is per opleidingstype. Het betreft de uitbreidingvraag 13 en vervangingsvraag 14 over de periode 2007 tot en met Tevens is het aantal baanopeningen 15 gerapporteerd. Het aantal baanopeningen voor het vmbo consumptieve technieken wordt als gemiddeld getypeerd en voor mbo toerisme en recreatie en hbo toerisme en recreatie als erg laag en laag, wat betekent dat de totale vraag naar nieuwkomers op de arbeidsmarkt met een opleiding toerisme en recreatie (erg) klein is. Het gaat hierbij om de vraag op de gehele arbeidsmarkt naar nieuwkomers van de betreffende opleiding. Verwachte vraag naar nieuwe arbeidskrachten per opleidingstype, 2007 t/m 2011 Uitbreidingsvraag (totaal %) Vervangingsvraag (totaal %) Baanopeningen (totaal %) Typering baanopeningen Vmbo CT 700 (2%) 6800 (20%) 7500 (22%) gemiddeld Mbo toerisme en recreatie 900 (3%) (7%) (10%) erg laag Hbo toerisme en recreatie 800 (7%) (11%) (18%) laag Bron: ROA (2007) Aanbod van nieuwe arbeidskrachten Qua aanbod van schoolverlaters over 2007 tot en met 2011 vermeldt het ROA in het AIS dat het aanbod voor vmbo consumptieve technieken is, hetgeen ROA als erg hoog typeert. Voor mbo toerisme en recreatie is het aanbod van schoolverlaters en voor hbo toerisme en recreatie 3.400, beide getypeerd als hoog Vraag en aanbod vergeleken Wanneer gekeken wordt naar de vraag gerelateerd aan het aanbod, wordt inzicht verkregen in de mogelijke knelpunten in de personeelsvoorziening en de arbeidsmarktperspectieven. Zoals in onderstaande tabel is te zien, is uit het AIS te herleiden dat voor de opleidingen gericht op toerisme en recreatie nagenoeg geen knelpunten bestaan voor de personeelsvoorziening; de waarde van de Indicator Toekomstige Knelpunten in de Personeelsvoorziening (ITKP) 16 is respectievelijk 1,12, 1, 28 en 1,11. De arbeidsmarktperspectieven variëren van matig tot slecht aangezien er sprake is van een aanbodoverschot; de waarde van de Indicator Toekomstig Arbeidsmarktperspectief (ITA) 17 is respectievelijk 1,12, 1,28 en 1,11. De uitwijkmogelijkheden naar andere beroepsgroepen 18 wordt als gemiddeld getypeerd en die naar andere bedrijfssectoren 19 als hoog (ROA, 2007). 13 Zie voetnoot Zie voetnoot Zie voetnoot De Indicator Toekomstige Knelpunten in de Personeelsvoorziening (ITKP) in 2012 geeft de verwachte knelpunten in de personeelsvoorziening weer. Naarmate de waarde van de indicator lager wordt, zijn de verwachte knelpunten in de personeelsvoorziening groter (ROA, 2007). 17 De waarde van de Indicator Toekomstig Arbeidsmarktperspectief (ITA) geeft aan welke vraag-aanboddiscrepantie er per opleidingstype te verwachten is. Als het arbeidsaanbod kleiner is dan de vraag, en de ITA dus kleiner dan of gelijk is aan 1,00, wordt het arbeidsmarktperspectief als goed getypeerd. 18 De indicator uitwijkmogelijkheden naar beroepsgroepen geeft aan in hoeverre arbeidskrachten afhankelijk zijn van de arbeidsmarktsituatie in een bepaalde beroepsgroep, een genormeerd aantal beroepsgroepen waarin mensen met dit opleidingstype werkzaam zijn (ROA, 2007). 19 De indicator uitwijkmogelijkheden naar bedrijfssectoren geeft aan in hoeverre arbeidskrachten afhankelijk zijn van de arbeidsmarktsituatie in een bepaalde bedrijfssector, een genormeerd aantal bedrijfssectoren waarin mensen met dit opleidingstype/beroepsgroep werkzaam zijn (ROA, 2007). Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

30 Vraag en aanbod vergeleken, 2007 t/m 2011 Knelpunten Arbeidsmarktperspectieven Uitwijkmogelijk heden naar beroepsgroepen Uitwijkmogelijk heden naar bedrijfssectoren Vmbo CT vrijwel geen Matig hoog hoog Mbo toerisme & recreatie geen Slecht gemiddeld hoog Hbo toerisme & recreatie vrijwel geen Matig gemiddeld hoog Bron: ROA (2007) Arbeidsmarktpositie van schoolverlaters In onderstaande tabel is de arbeidsmarktpositie van schoolverlaters nader uiteengezet. Bij deze gegevens dient te worden opgemerkt dat in de steekproef alleen schoolverlaters zijn opgenomen die een bol opleiding hebben gevolgd. In geval van voornoemde opleidingen is zowel de werkloosheid 20 als de intredewerkloosheid laag dan wel gemiddeld. De onderbenutting 21 is gemiddeld voor vmbo consumptieve technieken en mbo toerisme en recreatie (respectievelijk 13% en 18%) en hoog voor hbo toerisme en recreatie (36%). Het aantal schoolverlaters dat een functie buiten de vakrichting uitoefent wordt als hoog getypeerd voor schoolverlaters van de opleidingen vmbo consumptieve technieken en mbo toerisme en recreatie (respectievelijk 46% en 37%) en als erg hoog voor schoolverlaters van de hbo opleiding toerisme en recreatie (57%). Het aantal schoolverlaters dat een vast dienstverband verkrijgt is laag voor schoolverlaters van mbo toerisme en recreatie (49%) en gemiddeld voor schoolverlaters hbo toerisme en recreatie. Het aantal schoolverlaters dat een deeltijdfunctie uitoefent is hoog voor vmbo consumptieve technieken en respectievelijk gemiddeld en laag voor mbo dan wel hbo toerisme en recreatie. Het gemiddelde bruto maandloon is voor schoolverlaters van vmbo consumptieve technieken gemiddeld, terwijl dit voor schoolverlaters mbo dan wel hbo toerisme en recreatie laag dan wel erg laag is. Een gemiddeld percentage schoolverlaters met een vmbo opleiding consumptieve technieken en mbo toerisme en recreatie geeft aan spijt te hebben van de gevolgde opleiding. Het percentage schoolverlaters met een hbo opleiding toerisme en recreatie dat spijt heeft daarentegen is erg hoog (35%) (ROA, 2007). Arbeidsmarktpositie schoolverlaters 2006 (alleen bol) Intredewerkloosheid Werkloosheid 4 maanden of langer Onderbenutting Functie buiten vakrichting Vmbo CT laag (1%) laag (4%) gemiddeld (13%) hoog (46%) Mbo toerisme & recreatie gemiddeld (4%) laag (4%) gemiddeld (18%) hoog (37%) Hbo toerisme & recreatie gemiddeld (4%) gemiddeld (12%) hoog (36%) erg hoog (57%) 20 Werkloosheid: percentage gemeten in procenten van de schoolverlaters die behoren tot de beroepsbevolking (ROA, 2007). 21 De indicator onderbenutting wordt bepaald op basis van het opleidingsniveau dat is vereist voor de functie (ROA, 2007). Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

31 Arbeidsmarktpositie schoolverlaters 2006 vervolg (alleen bol) Vast dienstverband Deeltijd Gemiddeld bruto maandloon Spijt gevolgde opleiding Vmbo CT gemiddeld (60%) hoog (65%) gemiddeld voor vmbo (790) gemiddeld (18%) Mbo toerisme & recreatie laag (49%) gemiddeld (27%) laag voor havo/ vwo/mbo (1390) gemiddeld (21%) Hbo toerisme & recreatie gemiddeld (54%) laag (12%) erg laag voor hbo (1730) erg hoog (35%) Bron: ROA (2007) Concurrentie van andere opleidingen Wanneer gekeken wordt naar andere opleidingen, komt naar voren dat de gediplomeerden van de opleiding vmbo consumptieve technieken in 2006 met name concurrentie ondervinden op de arbeidsmarkt van degenen die het basisonderwijs of vmbo (uiterlijke) verzorging afgerond hebben (concurrentie-index 22 is respectievelijke 0,82 en 0,67). Schoolverlaters met een opleiding mbo toerisme en recreatie ervaren in 2006 met name concurrentie van degenen die een opleiding mbo administratie en logistiek, havo/vwo, hbo toerisme en recreatie of mbo facilitaire dienstverlening hebben gevolgd (concurrentie-index van respectievelijk 0,88, 0,88, 0,83 en 0,81). Afgestudeerden vanuit de hbo opleiding toerisme en recreatie ervaren in 2006 met name concurrentie van afgestudeerden uit opleidingen hbo commerciële economie, hbo bedrijfskunde en mbo toerisme en recreatie (concurrentie-index van respectievelijk 0,84, 0,84 en 0,83) (ROA, 2007). Voor een uitgebreider overzicht van de opleidingstypen waarvan gediplomeerden van de opleidingen vmbo consumptieve technieken en mbo/hbo toerisme en recreatie op de markt sterke concurrentie ondervinden, wordt verwezen naar bijlage Arbeidsmarktperspectieven per CWI-district en mbo kwalificatie De sector recreatie heeft te maken met seizoenswisselingen, waarbij de perspectieven in de zomer beter zijn dan in de winter. Over het algemeen kan worden gesteld dat de arbeidsmarktperspectieven tot 2012 voor mbo recreatie gediplomeerden over alle CWI-districten voldoende tot ruim voldoende zijn. Indien de kwalificaties nader worden beschouwd, kan worden aangegeven dat de arbeidsmarktperspectieven voor Aqua & leisure host ruim voldoende tot goed zijn. Er is vraag op de arbeidsmarkt naar deze kwalificatie, maar onvoldoende aanbod. Voor Leisure & hospitality host zijn de arbeidsmarktperspectieven vooralsnog voldoende tot ruimvoldoende. Wel zijn er geluiden uit de arbeidsmarkt dat men het dossier te smal vindt ten opzichte van de meer allround kwalificatie recreatiemedewerker. Voor informatiemedewerkers zijn de arbeidsmarktperspectieven vooralsnog voldoende. Er lijkt een trend op de arbeidsmarkt te zijn dat afnemers van opgeleide informatiemedewerkers - bungalowparken en ANWB-punten een grotere behoefte krijgen aan medewerkers die meer verkoopgeoriënteerd zijn. Indien nader wordt gekeken naar de verschillende regio s, valt op dat met name in de regio s Noord en Oost de vooruitzichten ruim voldoende zijn. Opvallend is voorts dat voor Medewerker watersportindustrie in Noord-, Noordwest- en Middenwest-Nederland de arbeidsmarktperspectieven goed zijn en in Zuidoost-Nederland matig. De reden is de aanwezigheid dan wel afwezigheid van plassen en meren. Voor Leisure en hospitality executive en Hoofd informatie worden de arbeidsmarktperspectieven als matig aangeduid in de regio s Middenwest en Zuidwest. Hier geldt dat bungalowparken vooral behoefte hebben aan uitvoerend personeel en mensen in de sector recreatie zich over het algemeen binden aan de sector waardoor minder behoefte is aan nieuwe managers. Een gedetailleerder overzicht is hierna weergegeven. 22 Deze index geeft aan hoe groot de kans is dat personen met een verschillende opleidingsachtergrond in dezelfde beroepsgroep werkzaam zijn. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

32 7.4.1 Verantwoording Teneinde inzicht te verkrijgen in de arbeidsperspectieven op het niveau van kwalificaties en uitstromen in de sector recreatie, is gebruik gemaakt van de kennis en ervaring van de regioadviseurs van Kenwerk. Zij hebben intensief contact met het bedrijfsleven en onderwijs en kunnen op basis hiervan een algemene indicatie geven over de arbeidsperspectieven per kwalificatie in de desbetreffende regio. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

33 8 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 8.1 Conclusies Er zijn ongeveer recreatiebedrijven in Nederland waarin bijna mensen werkzaam zijn. Een kwart van deze werknemers is seizoenskracht. Over het algemeen is de sector recreatie een jonge bedrijfstak. De watersportbranche dient daarentegen rekening te houden met de gevaren van vergrijzing gezien de toename van het aantal werkzame ouderen. Tweederde van de leerlingen mbo recreatie heeft een vmbo vooropleiding. Bijna alle leerlingen volgen een bol opleiding. Een hoog percentage van de leerlingen mbo toerisme en recreatie stroomt door naar een vervolgopleiding. De prognoses voor leerplaatsen over het schooljaar voor mbo recreatie zijn goed, met name voor de kwalificaties Informatiemedewerker en Medewerker watersportindustrie. Voor de kwalificaties Leisure & hospitality host en Aqua & leisure host zijn de vooruitzichten op leerplaatsen respectievelijk ruim voldoende en voldoende, waar die voor Leisure & hospitality executive en Hoofd informatie overwegend matig tot gering zijn. De kwalificatie Leisure & hospitality assistant geeft een gevarieerd beeld waarbij de perspectieven in Middenwest- en Noordwest-Nederland matig zijn. Voor de sector recreatie blijken de arbeidsmarktperspectieven voldoende tot ruim voldoende. Vooral voor de kwalificatie Aqua & leisure host komen de arbeidsmarktperspectieven ruim voldoende tot goed naar voren. Dit komt overeen met een grote vraag naar nieuwkomers op de arbeidsmarkt voor de beroepsgroepen zwem- en sportinstructeurs. Naar de andere beroepen waarvoor het recreatieonderwijs opleidt, is in mindere mate behoefte, maar zijn nog steeds voldoende arbeidsmarktperspectieven. Ook vinden veel gediplomeerden een baan buiten de sector recreatie. 8.2 Aanbevelingen Aangezien tweederde van de mbo leerlingen recreatie een vmbo vooropleiding heeft, is het wenselijk te bezien of gestimuleerd kan worden dat meer leerbedrijven vmbo en aka erkend kunnen worden. Daarnaast is het zinvol voorlichtingsinitiatieven met betrekking tot de aansluiting van het mbo recreatieonderwijs op de arbeidsmarkt mede te richten op het vmbo onderwijs. Daarnaast wordt onderzoek onder schoolverlaters aanbevolen om inzicht te krijgen in de motieven van gediplomeerden mbo recreatie om aan een vervolgopleiding te beginnen. Aangezien er een tekort aan leerplaatsen wordt verwacht voor de kwalificaties Leisure & hospitality executive en Hoofd informatie, is extra inspanning aan te bevelen op het erkennen van leerbedrijven op niveau 4. Hetzelfde geldt voor de opleiding Leisure & hospitality assistant in de districten Middenwest- en Noordwest-Nederland. Naast monitoring van de ontwikkelingen op de arbeidmarkt, is het van belang te blijven inzetten op instroom vanuit het recreatieonderwijs naar de recreatie branche. Het samenwerkingsverband Ruim baan voor Recreatie is in dit kader een mooi initiatief. Hierbij zetten onderwijs en bedrijfsleven zich gezamenlijk in om extra werknemers in de branche op te leiden via de beroepsbegeleidende leerweg. Een uitdaging hierbij is de seizoensgebondenheid van de branche. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

34 9 LITERATUURLIJST CBS - Centraal Bureau voor Statistiek ( ). Statline databank. Den Haag CFI - Centrale Financiële Instellingen ( ). Oktobertelling. Den Haag HBO-raad (2008). Feiten en cijfers. Telling juni Den Haag Herontwerp mbo (2007). Activiteitenverslag Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent. Nijmegen Kenwerk ( ). Register Erkende Leerbedrijven. Telling juni Zoetermeer Ministerie van OCW - het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2008). Kerncijfers OCW Ministerie van OCW: Den Haag Research voor Beleid (2007). Arbeidsmarktmonitor recreatie De branche in beeld. Research voor Beleid: Leiden ROA - Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (2007). Arbeidsmarktinformatiesysteem Universiteit Maastricht: Maastricht ROA - Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (2007). Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Universiteit Maastricht: Maastricht RWI - Raad voor Werk en Inkomen (2008). Arbeidsmarktanalyse Den Haag SNML - Stichting Nederland Maritiem Land (2007). Monitor Maritieme Arbeidsmarkt Ecorys: Rotterdam VSG - Vereniging Sport en Gemeenten (2008). Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

35 10 BIJLAGEN 10.1 Overzicht CWI-districten CWI- District RPA-gebied 1, Noord 1 Noord Groningen 2 Oost-Groningen 3 Centraal-Groningen 4 Friesland 5 Zuid-Drenthe 2, Oost 6 IJssel Vecht 7 Twente 8 Noordwest-Veluwe 9 Stedendriehoek 10 Valleiregio 11 Arnhem 12 Achterhoek 13 Nijmegen 14 Rivierenland 3, Middenwest 15 Flevoland 16 Gooi & Vechtstreek 17 Eemland 18 West-Utrecht 21 Rijnstreek 22 Haaglanden 4, Noordwest 19 Noord-Holland Noord 20 Zuidelijk Noord-Holland 5, Zuidwest 23 Rijnmond 24 Zeeland 25 West-Brabant 6, Zuidoost 26 Midden-Brabant 27 Noordoost-Brabant 28 Zuidoost-Brabant 29 Noord-Limburg 30 Weert 31 Roermond 32 Westelijke Mijnstreek 33 Parkstad Limburg 34 Maastricht Mergelland Terug Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

36 10.2 Kwalificaties Kenwerk Recreatie Naam kwalificatie Crebo Oude benamingen Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Medewerker recreatie Niveau 3 Aqua & leisure host Medewerker watersportindustrie Leisure & hospitality host Zelfstandig werkend medewerker recreatie Informatiemedewerker Zelfstandig werkend medewerker toeristische informatie Niveau 4 Leisure & hospitality executive Middenkaderfunctionaris recreatie Hoofd informatie Middenkaderfunctionaris toeristische informatie N.B. Kwalificaties die betrekking hebben op eindtermen onderwijs en kwalificaties betreffende het competentiegerichte onderwijs zijn samengenomen waar de kwalificaties enigszins met elkaar te vergelijken zijn. Dit om de leesbaarheid te vergroten. Terug 10.3 Aantal bedrijven verblijfsrecreatie en zwembaden Aantal bedrijven verblijfsrecreatie en zwembaden Aantal Verblijfsrecreatie Zwembaden Totaal Jaar Aantal bedrijven recreatie Verblijfsrecreatie Zwembaden Totaal Bron: CBS ( ) Terug Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

37 10.4 Functieverdeling watersportindustrie 2006 Functieverdeling watersportindustrie 2006 (in procenten) 2006 Functiecluster Bouw en afbouw (met name hout, metaal, installaties, tuigage (alle 18%), maar ook motoren, schilderwerk (beide 10%), kunststof (7%) 28 Alg. ondersteunend (46%), administratief en leidinggevend (beide 27%) 26 Groothandel en detailhandel 15 Reparatie & Onderhoud 9 Makelaardij (75%) en Expertise (25%) 4 Havens 4 Recreatie (verhuur (75%) en zeilvaartschool (25%)) 4 Ontwerp 3 Export 0 Anders 7 Totaal 100 Bron: SNML ( 2007) Terug 10.5 Aantal vmbo leerlingen en vestigingen naar provincie CT en CB-ISP Provincie Aantal leerlingen Aantal vestigingen Gemiddeld aantal leerlingen per vestiging Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Totaal Bron: CFI ( ) Terug 10.6 Assistentenopleiding mbo in het vmbo In het gehele vmbo volgen 988 leerlingen de assistentenopleiding in het schooljaar Dit is in onderstaande tabel af te lezen. Daarvan volgen 276 leerlingen de opleiding binnen de sector Economie, 50 daarvan volgen de assistentenopleiding CT en CB-ISP. Meer in het algemeen is te zien dat het aantal leerlingen dat een mbo assistentenopleiding in het vmbo volgt flink is gestegen sinds deze constructie in 2005 mogelijk gemaakt is. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

38 Aantal leerlingen assistentenopleiding AO Leerlingen AO gehele vmbo Leerlingen AO sector Economie Leerlingen AO CT en CB-ISP Bron: CFI ( ) In onderstaande tabel is het aantal vmbo scholen en leerlingen assistentenopleiding CT en CB-ISP per provincie weergegeven. In leerjaar bieden 5 scholen de assistentenopleiding aan voor CT of CB-ISP. In leerjaar is dit aantal gestegen naar 7 scholen. In het leerjaar is dit aantal hetzelfde gebleven, maar in Noord-Holland is er één school minder die de assistentenopleiding aanbiedt en in de provincie Utrecht is er een school bijgekomen. In onderstaande tabel is te lezen in welke provincies deze scholen te vinden zijn. Aantal vmbo scholen en leerlingen assistentenopleiding CT en CB-ISP per provincie, 2007 Provincie Aantal scholen Aantal leerlingen Drenthe 1 1 Limburg 1 1 Noord-Brabant 1 18 Noord-Holland 1 4 Utrecht 1 21 Zuid-Holland 2 5 Totaal 7 50 Bron: CFI (2007) Terug 10.7 Vmbo leerwerktrajecten In het jaar volgen 100 leerlingen een leerwerktraject (LWT) in de richtingen CT en CB-ISP (3 e en 4 e leerjaar), waarvan 32 in het vmbo en 68 in het lwoo. Ten opzichte van schooljaar is het aantal LWT-leerlingen met 24% gedaald. In dat jaar waren er 131 leerlingen LWT CT en CB-ISP (38 vmbo, 93 lwoo). Aantal vmbo leerlingen CT en CB-ISP leerwerktraject Leerweg Mutatie 2007 t.o.v (%) Vmbo LWT Lwoo LWT Totaal Bron: CFI ( ) Terug 10.8 Leerwegondersteunend onderwijs Vergeleken met andere richtingen in het vmbo is het aandeel lwoo leerlingen voor de programma s CT en CB-ISP relatief hoog, namelijk 41%. Voor de totale sector Economie ligt dit percentage op 29%. Voor het gehele vmbo ligt dit aandeel op ongeveer 22%. In onderstaande grafiek is het aantal leerlingen CT en CB-ISP aangegeven per leerweg voor het leerjaar Hierbij is onderscheid gemaakt naar reguliere vmbo en lwoo leerlingen. Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

39 Aantal reguliere en lwoo leerlingen CT en CB-ISP per leerweg 2007 Deelname reguliere vmbo- en lwoo-leerlingen CT en CB-ISP per leerweg Aantal deelnemers Assistentenopleiding Basisberoepsgerichte leerweg Gemengde leerweg Leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Leerwerktrajecten 2244 Totaal LWOO VMBO Bron: CFI (2007) Terug 10.9 Vooropleiding mbo leerlingen Recreatie (%, afgerond op hele procenten) Inschrijf Jaar Basisonderwijs Basis vorming Vmbo Vmbo tl Mbo Havo/ Vwo Hbo/ Wo Bron: CFI ( ) Terug Aantal mbo leerlingen per kwalificatie en CWI-district Recreatie Naam kwalificatie Midden - west CWI districten Noord -west Zuid -west Zuid - oost Totaal Niveau 2 Noord Oost Leisure & hospitality assistant Niveau 3 Aqua & leisure host Medewerker watersportindustrie Leisure & hospitality host Informatiemedewerker Niveau 4 Leisure & hospitality executive Hoofd informatie Bron: CFI (2007) Terug Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

40 10.11 Aantal mbo leerlingen per kwalificatie en leerweg Recreatie Naam kwalificatie Bbl Bol Totaal Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Niveau 3 Aqua & leisure host Medewerker watersportindustrie Leisure & hospitality host Informatiemedewerker Niveau 4 Leisure & hospitality executive Hoofd informatie ,5% 94,5% Ter vergelijk: verhouding bbl-bol van alle in het land aangeboden mbo opleidingen Bron: CFI (2007) 31% 69% Terug Mutaties aantal mbo leerlingen per kwalificatie en leerweg t.o.v Recreatie in absolute aantallen Naam kwalificatie Bbl Bol Totaal Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Niveau 3 Aqua & leisure host Medewerker watersportindustrie Leisure & hospitality host Informatiemedewerker Niveau 4 Leisure & hospitality executive Hoofd informatie Totaal ,4% -0,9% 0,8% Bron: CFI ( ) Terug Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

41 10.13 Aantal mbo scholen per kwalificatie en CWI-district Recreatie Naam kwalificatie CWI districten Niveau 2 Noord Oost Midden -west Noord -west Zuid -west Zuid -oost Totaal Leisure & hospitality assistant Niveau 3 Aqua & leisure host Medewerker watersportindustrie Leisure & hospitality host Informatiemedewerker Niveau 4 Leisure & hospitality executive Hoofd informatie Totaal Gemiddeld aantal mbo leerlingen recreatie per school Bron: CFI (2007) Terug Aantal mbo diploma's per kwalificatie en leerweg 2007 Recreatie Naam kwalificatie Bbl Bol Bbl en bol Extraneus Totaal Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Niveau 3 0 Aqua & leisure host Medewerker watersportindustrie Leisure & hospitality host Informatiemedewerker Niveau 4 0 Leisure & hospitality executive Hoofd informatie Bron: CFI (2007) Terug Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

42 10.15 Mutaties aantal mbo diploma's per kwalificatie en leerweg 2007 t.o.v Recreatie in absolute aantallen Naam kwalificatie Bbl Bol Totaal Niveau 2 Leisure & hospitality assistant Niveau 3 0 Aqua & leisure host Medewerker watersportindustrie Leisure & hospitality host Informatiemedewerker Niveau 4 Leisure & hospitality executive Hoofd informatie Bron: CFI ( ) ,6% 1,9% 1,0% Terug Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

43 10.16 Aantal studenten hbo toerisme en recreatie Aantal studenten hbo toerisme en recreatie Opleiding Associate degree functiegerichte bachelor in toerisme en recreatie Associate degree vrijetijdsmanagement 10 Functiegerichte bachelor in toerisme en recreatie Bachelor hoger toeristisch en recreatief onderwijs Kort hoger toeristisch en recreatief onderwijs Bachelor vrijetijdsmanagement Totaal Bron: HBO-raad (2008) Terug Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

44 10.17 Aantal diploma s hbo toerisme en recreatie Aantal diploma's hbo toerisme en recreatie Opleiding Associate degree functiegerichte bachelor in toerisme en recreatie 8 Functiegerichte bachelor in toerisme en recreatie Bachelor hoger toeristisch en recreatief onderwijs Bachelor vrijetijdsmanagement Kort hoger toeristisch en recreatief onderwijs Totaal Bron: HBO-raad (2008) Terug Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

45 10.18 Mbo instroom in hbo toerisme en recreatie Mbo instroom in hbo toerisme en recreatie Opleiding Associate degree functiegerichte bachelor in toerisme en recreatie Associate degree vrijetijdsmanagement 5 Functiegerichte bachelor in toerisme en recreatie Bachelor hoger toeristisch en recreatief onderwijs Kort hoger toeristisch en recreatief onderwijs 65 Bachelor vrijetijdsmanagement Totaal Bron: HBO-raad (2008) Terug Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

46 10.19 Aantal leerbedrijven vmbo leerwerktrajecten Aantal leerbedrijven vmbo LWT recreatie Recreatie Bron: Kenwerk (2008) Terug Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

47 10.20 Aantal leerbedrijven vmbo stage Aantal leerbedrijven vmbo stage recreatie Recreatie Bron: Kenwerk (2008) Terug Erkende leerbedrijven vmbo leerwerktrajecten en stage per CWI-district 2008 Recreatie Noord Oost Midden -west Noord -west Zuidwest Zuid -oost Totaal Leerbedrijven LWT Leerbedrijven stage Bron: Kenwerk (2008) Terug Aantal erkende mbo leerbedrijven binnenland Recreatie Recreatie Bron: Kenwerk (2008) Terug Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Recreatie

Rapportage arbeidsmarkten onderwijsinformatie Sector Reizen

Rapportage arbeidsmarkten onderwijsinformatie Sector Reizen Rapportage arbeidsmarkten onderwijsinformatie 2008-2009 Sector Reizen Zoetermeer, december 2008 Kenwerk, Zoetermeer December 2008 Samengesteld door: Drs. M.R. Bakker Drs. Y.M. Hoogeveen Kenwerk Maria Montessorilaan

Nadere informatie

Rapportage arbeidsmarkten onderwijsinformatie Sector Horeca

Rapportage arbeidsmarkten onderwijsinformatie Sector Horeca Rapportage arbeidsmarkten onderwijsinformatie 2008-2009 Sector Horeca Zoetermeer, december 2008 Kenwerk, Zoetermeer December 2008 Samengesteld door: Drs. M.R. Bakker Drs. Y.M. Hoogeveen Kenwerk Maria Montessorilaan

Nadere informatie

Rapportage arbeidsmarkten onderwijsinformatie Sector Facilitaire dienstverlening

Rapportage arbeidsmarkten onderwijsinformatie Sector Facilitaire dienstverlening Rapportage arbeidsmarkten onderwijsinformatie 2008-2009 Sector Facilitaire dienstverlening Zoetermeer, december 2008 Kenwerk, Zoetermeer December 2008 Samengesteld door: Drs. M.R. Bakker Drs. Y.M. Hoogeveen

Nadere informatie

Barometer arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Kenwerk 2008-2009

Barometer arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Kenwerk 2008-2009 Barometer arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Kenwerk 2008-2009 Barometer arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie 2008-2009 Op welke uitdagingen en knelpunten moeten we vanuit onderwijs- en arbeidsmarktperspectief

Nadere informatie

Erkend leerbedrijf. dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening

Erkend leerbedrijf. dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening Erkend leerbedrijf dáár wordt het vak geleerd horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening Waarom erkend leerbedrijf? Jonge mensen wegwijs maken in de sector: dat is de taak van een leerbedrijf.

Nadere informatie

Colo-barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt

Colo-barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt Colo-barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt Een inventarisatie door Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, verenigd in Colo, peiling mei 2007. Het aantal door kenniscentra erkende leerbedrijven

Nadere informatie

Voorwoord. Alien Cnossen algemeen directeur Kenwerk

Voorwoord. Alien Cnossen algemeen directeur Kenwerk Voorwoord In het nieuwe regeerakkoord lezen we dat de regering inzet op betere vakmensen voor de 21 e eeuw. In het beroepsonderwijs zal het moeten gaan over ondernemerschap en het versterken van de arbeidsmarkt

Nadere informatie

De praktijk... dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening

De praktijk... dáár wordt het vak geleerd. horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening De praktijk... dáár wordt het vak geleerd horeca bakkerij reizen recreatie facilitaire dienstverlening Verbinding tussen bedrijfsleven en onderwijs Kenwerk is het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven

Nadere informatie

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 Sectorrapport Waterbouw Ruud van der Aa Jenny Verheijen 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijkste uitkomsten 4 1. Samenstelling werkgelegenheid 5 2. Verwachte

Nadere informatie

Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen

Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen ECABO Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen Dit document vormt een korte samenvatting van de belangrijkste bevindingen uit de Monitor arbeidsmarkt

Nadere informatie

Februari 2010. Brancheschets Horeca

Februari 2010. Brancheschets Horeca Februari 2010 Brancheschets Horeca Brancheschets Horeca Afdeling Arbeidsmarktinformatie Redactie: Rob de Munnik, Marijke Oosterhuis & Niek Veeken 10-2-2010 Landelijk Bedrijfsadviseur Horeca Patricia Oosthof

Nadere informatie

KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS

KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS - editie 2007 KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS REGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT - Samenvatting - Een initiatief van index Technocentrum Midden- en West-Brabant index Technocentrum Mozartlaan

Nadere informatie

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 Sectorrapport Scheepsbouw Ruud van der Aa Jenny Verheijen 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijkste uitkomsten 4 1. Samenstelling werkgelegenheid 5 2. Verwachte

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999- ROA Colofon Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden verveelvoudigd zonder voorafgaande

Nadere informatie

index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant

index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant Inhoudsopgave 1. Mbo Techniek... 3 1.1 Deelnemers mbo techniek... 3 1.1.1 Onderwijsinstellingen... 3 1.1.2

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

Kengetallen ECABO Bijlage bij jaarverslag 2010

Kengetallen ECABO Bijlage bij jaarverslag 2010 Kengetallen ECABO Bijlage bij jaarverslag 2010 Aantal erkende leerbedrijven in ARTUS 46.269* Aantal geregistreerde leerplaatsen 83.412 Aantal deelnemers ECABO 2009-2010 85.667 Aantal BOL-deelnemers 76.307

Nadere informatie

Aantal deelnemers paardensport 2013-2014: 293. Meest gevolgde niveau: 4

Aantal deelnemers paardensport 2013-2014: 293. Meest gevolgde niveau: 4 PAARDENSPORT Onderwijs 2013-2014 Deze factsheet bevat specifieke informatie over het middelbaar beroepsonderwijs voor de paardensport. Onderwerpen die aan bod komen zijn: aantal deelnemers, aantal gediplomeerden

Nadere informatie

Facts & Figures Overijssel

Facts & Figures Overijssel 2017 2019 2021 2023 2025 2027 2029 2031 2033 2035 2037 Facts & Figures Overijssel Prognose van leerlingaantallen In Overijssel wordt er een krimp verwacht van het totale leerlingenaantal op het vmbo. Dit

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Leeswijzer

Inhoudsopgave. Leeswijzer Inhoudsopgave Leeswijzer... 2 Deel I: Deelnemers mbo... 3 Deelnemers mbo Zorg... 3 Deelnemers mbo Welzijn... 4 Nieuwe instromers mbo Welzijn... 7 Deel III: Gediplomeerden mbo... 8 Gediplomeerden mbo Welzijn...

Nadere informatie

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant Factsheetrapportage sector onderwijs De provincie Noord-Brabant heeft door Etil het onderzoek 'Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant' laten uitvoeren. Om het menselijk

Nadere informatie

Facts & Figures Drenthe

Facts & Figures Drenthe Facts & Figures Drenthe Prognose van leerlingaantallen In Drenthe wordt er een krimp verwacht van het totale leerlingenaantal op het vmbo. Dit gaat over de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte, theoretische-

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Facts & Figures Flevoland

Facts & Figures Flevoland Facts & Figures Flevoland Prognose van leerlingaantallen In Flevoland wordt er een krimp verwacht van het totale leerlingenaantal op het vmbo. Dit gaat over de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte,

Nadere informatie

Arbeidsmarkt- en Onderwijsinformatie Onderzoek Sector Uiterlijke Verzorging

Arbeidsmarkt- en Onderwijsinformatie Onderzoek Sector Uiterlijke Verzorging Arbeidsmarkt- en Onderwijsinformatie Onderzoek Sector Uiterlijke Verzorging 214-218 Colofon Al meer dan 65 jaar is KOC Nederland het kenniscentrum voor de sector Uiterlijke Verzorging (kapper, schoonheidsspecialist,

Nadere informatie

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum)

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum) Emancipatie en opleidingskeuze A uteur(s): Grip, A. de (auteur) Vlasblom, J.D. (auteur) Werkzaam bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. (auteur) Een

Nadere informatie

1. Teller UZS in RMC Regio Utrecht

1. Teller UZS in RMC Regio Utrecht Voorblad bij Rapportage UzS oktober 2014 t/m 1 okt 2015 RMC Regio Utrecht 1. Teller uitschrijvingen zonder startkwalificatie 2. Leeswijzer 3. Conclusies en aanbevelingen 1. Teller UZS in RMC Regio Utrecht

Nadere informatie

Colo-barometer. van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt

Colo-barometer. van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt Colo-barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt Een inventarisatie door Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, verenigd in Colo, peiling augustus 2007 Meer leerbedrijven nodig om de toekomstige

Nadere informatie

A fbouw. Ontwikkeling aantal leerlingen Afbouw 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1. Datum: januari 2014 Auteur: Sanne Saalbrink

A fbouw. Ontwikkeling aantal leerlingen Afbouw 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1. Datum: januari 2014 Auteur: Sanne Saalbrink A fbouw Ontwikkeling aantal leerlingen Afbouw 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1 Datum: januari 2014 Auteur: Sanne Saalbrink Colofon Savantis is een kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven

Nadere informatie

OVER DE KWALIFICATIES VOOR DE BLOEMEN- EN GROENE DETAILHANDEL

OVER DE KWALIFICATIES VOOR DE BLOEMEN- EN GROENE DETAILHANDEL BLOEMEN- EN GROENE DETAILHANDEL Onderwijs 2013-2014 Deze factsheet bevat specifieke informatie over het middelbaar beroepsonderwijs voor de bloemen- en groene detailhandel. Onderwerpen die aan bod komen

Nadere informatie

Facts & Figures Zeeland

Facts & Figures Zeeland Facts & Figures Zeeland Prognose van leerlingaantallen In Zeeland wordt er een krimp verwacht van het totale leerlingenaantal op het vmbo. Dit gaat over de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte, theoretische-

Nadere informatie

Sectorkamer Mobiliteit, transport, logistiek en maritiem

Sectorkamer Mobiliteit, transport, logistiek en maritiem Resultaten Kans op werk 2019 Sectorkamer Mobiliteit, transport, logistiek en maritiem SBB, 31 januari 2019 190131 Resultaten Kans op werk 2019 MTLM 1 Inhoudsopgave blz Inleiding 3 1 Toelichting 4 2 Vergelijking

Nadere informatie

FIGURES, FACTS & TRENDS

FIGURES, FACTS & TRENDS FIGURES, FACTS & TRENDS Scholingstrajecten voor immigranten, groep gemotiveerde, vaak hoog opgeleide statushouders INSTROOM VANUIT MEERDERE PERSPECTIEVEN Reguliere instroom vanuit VMBO naar BOL-opleidingen

Nadere informatie

Districtsrapportage. NOORDWEST -Noord-Holland-Noord -Zuidelijk Noord-Holland

Districtsrapportage. NOORDWEST -Noord-Holland-Noord -Zuidelijk Noord-Holland Districtsrapportage NOORDWEST - - 21 INHOUDSOPGAVE Pagina ACHTERGRONDINFORMATIE 3 1 WERKGELEGENHEID 4 2 VACATURES 5 3 ECABO ENQUETE 6 4 LEERLINGEN 7 5 GEDIPLOMEERDEN 8 7 PERSPECTIEVEN WERKGEVERS 1 8 ARBEIDSMARKTPERSPECTIEVEN

Nadere informatie

De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein

De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein Afdeling arbeidsmarktonderzoek Odile Sondermeijer Maart 2014 14 03 13 De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein 1 14 03 13 De behoefte aan Ad-opleidingen

Nadere informatie

In februari 2014 stelt de minister de nieuwe dossiers vast. Vanaf cohort 2014-2015 kunnen leerlingen ingeschreven worden op de nieuwe dossiers.

In februari 2014 stelt de minister de nieuwe dossiers vast. Vanaf cohort 2014-2015 kunnen leerlingen ingeschreven worden op de nieuwe dossiers. Doel van het memo De paritaire commissie wil haar achterban graag op een heldere en eenduidige manier informeren. Daarom zal er na elke PC vergadering, als de besluitvorming daarom vraagt, een memo opgesteld

Nadere informatie

Facts & Figures Friesland

Facts & Figures Friesland Facts & Figures Friesland Prognose van leerlingaantallen In Friesland wordt er een krimp verwacht van het totale leerlingenaantal op het vmbo. Dit gaat over de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte,

Nadere informatie

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom In het Nederlands onderwijsbestel moeten kinderen op jonge leeftijd belangrijke keuzes maken die de rest van hun loopbaan beïnvloedt. De

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Ontwikkeling aantal leerlingen en gediplomeerden Reclame, Presentatie en Communicatie 2014 RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE

Ontwikkeling aantal leerlingen en gediplomeerden Reclame, Presentatie en Communicatie 2014 RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE Ontwikkeling aantal leerlingen en gediplomeerden Reclame, Presentatie en Communicatie 2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1 en 2 Datum: 4 december 2014 Colofon Savantis

Nadere informatie

Facts & Figures Limburg

Facts & Figures Limburg 2017 2019 2021 2023 2025 2027 2029 2031 2033 2035 2037 Facts & Figures Limburg Prognose van leerlingaantallen In Limburg wordt er een krimp verwacht van het totale leerlingenaantal op het vmbo. Dit gaat

Nadere informatie

Vakantiewerk in het mkb 2004

Vakantiewerk in het mkb 2004 Vakantiewerk in het mkb 2004 Koninklijke Vereniging MKB-Nederland Delft, 3 augustus 2004 Contactpersoon: dhr. drs. A. van Delft : 015 21 91 255, e-mail: delft@mkb.nl Copyright Koninklijke Vereniging MKB-Nederland,

Nadere informatie

KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS

KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS - editie 2006 KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS REGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT - Samenvatting - Een initiatief van index Technocentrum Midden- en West-Brabant index Technocentrum Mozartlaan

Nadere informatie

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant Arbeidsmarktanalyse HCA Factsheetrapportage sector bouw De provincie heeft door Etil het onderzoek 'Arbeidsmarktanalyse HCA ' laten uitvoeren. Om het menselijk kapitaal in de regio te behouden en te vergroten

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999-4Middelbaar BeroepsOnderwijs ROA De cijfers in deze publicatie zijn gebaseerd op de jaarlijkse schoolverlatersonderzoeken van het Researchcentrum voor

Nadere informatie

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant Factsheetrapportage sector zorg De provincie Noord-Brabant heeft door Etil het onderzoek 'Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant' laten uitvoeren. Om het menselijk

Nadere informatie

Trends & cijfers. facilitaire dienstverlening

Trends & cijfers. facilitaire dienstverlening Trends & cijfers facilitaire dienstverlening Zicht op arbeidsmarkt en onderwijs 2012-2013 Colofon Uitgave Kenwerk Maria Montessorilaan 11-17 2719 DB Zoetermeer Telefoon: 079 360 14 00 Website: www.kenwerk.nl

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Midden-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F

Nadere informatie

AGRARISCH ZORGBEDRIJF

AGRARISCH ZORGBEDRIJF AGRARISCH ZORGBEDRIJF Onderwijs 2013-2014 Deze factsheet bevat specifieke informatie over het middelbaar beroepsonderwijs voor agrarische zorgbedrijven. Onderwerpen die aan bod komen zijn: aantal deelnemers,

Nadere informatie

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant Factsheetrapportage sector Life sciences en Medische technologie De provincie Noord-Brabant heeft door Etil het onderzoek 'Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant' laten

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant Cijfermatige ontwikkelingen in West- Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F 088 144 40

Nadere informatie

ECABO - Trends binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen

ECABO - Trends binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen ECABO - Trends binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen Dit document vormt een korte samenvatting van de belangrijkste bevindingen uit de Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Leeswijzer

Inhoudsopgave. Leeswijzer Inhoudsopgave Leeswijzer... 2 Deel I: Deelnemers mbo... 3 Deelnemers mbo Welzijn... 4 Deel II: Nieuwe instromers mbo... 6 Nieuwe instromers mbo Welzijn... 7 Deel III: Gediplomeerden mbo... 9 Gediplomeerden

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant Onderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant Cijfermatige ontwikkelingen in Noordoost-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F 088

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Zuidoost-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40

Nadere informatie

30RM Stichting ROC TOP. MBO Factsheet. Convenantjaar 2013-2014 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers Uitgave: maart 2015

30RM Stichting ROC TOP. MBO Factsheet. Convenantjaar 2013-2014 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers Uitgave: maart 2015 30RM Stichting ROC TOP MBO Factsheet Convenantjaar 2013-2014 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers Uitgave: maart 2015 Dit document bevat gedetailleerde cijferinformatie over Stichting

Nadere informatie

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 Sectorrapport Maritieme Toeleveringsindustrie Ruud van der Aa Jenny Verheijen 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijkste uitkomsten 4 1. Samenstelling werkgelegenheid

Nadere informatie

30RM Stichting ROC TOP MBO Factsheet Convenantjaar 2013-2014 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: november 2015

30RM Stichting ROC TOP MBO Factsheet Convenantjaar 2013-2014 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: november 2015 30RM Stichting ROC TOP MBO Factsheet Convenantjaar 2013-2014 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: november 2015 Dit document bevat gedetailleerde cijferinformatie

Nadere informatie

Stage Erkenning Floriade 2012. 11-10-2011, Venlo

Stage Erkenning Floriade 2012. 11-10-2011, Venlo Stage Erkenning Floriade 2012 11-10-2011, Venlo Inhoudsopgave: BPV Protocol Erkenning leerbedrijf Introductie Kenniscentra Betrokken Kenniscentra Introductie Stagebegeleiders Afsluiting BPV Protocol Waarom?

Nadere informatie

ECABO Kans op werk en stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen

ECABO Kans op werk en stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen ECABO Kans op werk en stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen Dit document vormt een korte samenvatting van de belangrijkste bevindingen uit de Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs

Nadere informatie

30RM Stichting ROC TOP. MBO Factsheet. Convenantjaar 2012-2013 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers Uitgave: oktober 2014

30RM Stichting ROC TOP. MBO Factsheet. Convenantjaar 2012-2013 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers Uitgave: oktober 2014 30RM Stichting ROC TOP MBO Factsheet Convenantjaar 2012-2013 Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers Uitgave: oktober 2014 Dit document bevat gedetailleerde cijferinformatie over Stichting

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Werkgelegenheidsonderzoek 2010 2010 pr ov i nc i e g r oni ng e n Wer kgel egenhei dsonder zoek Eenanal ysevandeont wi kkel i ngen i ndewer kgel egenhei di nde pr ovi nci egr oni ngen Werkgelegenheidsonderzoek 2010 Werkgelegenheidsonderzoek

Nadere informatie

SCHOONMAAK EN GLAZENWASSEN. Leerlingcijfers. Sector Schoonmaak en Glazenwassen. Datum: 16 februari 2015 Auteur: Savantis

SCHOONMAAK EN GLAZENWASSEN. Leerlingcijfers. Sector Schoonmaak en Glazenwassen. Datum: 16 februari 2015 Auteur: Savantis SCHOONMAAK EN GLAZENWASSEN Leerlingcijfers Sector Schoonmaak en Glazenwassen Datum: 16 februari 2015 Auteur: Savantis Colofon Savantis is het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor de sectoren

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Facts & Figures Groningen

Facts & Figures Groningen 217 219 221 223 225 227 229 231 233 235 237 Facts & Figures Groningen Prognose van leerlingaantallen In Groningen wordt er een krimp verwacht van het totale leerlingenaantal op het vmbo. Dit gaat over

Nadere informatie

Ontwikkeling aantal leerlingen Reclame, Presentatie en Communicatie 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1

Ontwikkeling aantal leerlingen Reclame, Presentatie en Communicatie 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1 R eclame, P resentatie en C ommunicatie Ontwikkeling aantal leerlingen Reclame, Presentatie en Communicatie 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1 Datum: februari 2014 Auteur: Sanne Saalbrink Colofon

Nadere informatie

RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE. Gediplomeerden 2013/2014. Sector Reclame Presentatie en Communicatie. Datum: maart 2015 Auteur: Savantis

RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE. Gediplomeerden 2013/2014. Sector Reclame Presentatie en Communicatie. Datum: maart 2015 Auteur: Savantis RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE Gediplomeerden 2013/2014 Sector Reclame Presentatie en Communicatie Datum: maart 2015 Auteur: Savantis Colofon Savantis is het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven

Nadere informatie

Facts & Figures Utrecht

Facts & Figures Utrecht Facts & Figures Utrecht Prognose van leerlingaantallen In provincie Utrecht wordt er een krimp verwacht van het totale leerlingenaantal op het vmbo. Dit gaat over de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte,

Nadere informatie

Behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein

Behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein Behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein Afdeling arbeidsmarktonderzoek, Maart 2011 ECABO Disketteweg 6 Postbus 1230 3821 RA AMERSFOORT Telefoon 033 450 46 46 Fax 033 450 46 66 info@ecabo.nl www.ecabo.nl

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein

De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein Afdeling arbeidsmarktonderzoek Odile Sondermeijer Juni 2013 13 06 26 De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein 1 13 06 26 De behoefte aan Ad-opleidingen

Nadere informatie

De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein

De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein Afdeling arbeidsmarktonderzoek Odile Sondermeijer Juni 2013 13 06 26 De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein 1 13 06 26 De behoefte aan Ad-opleidingen

Nadere informatie

Facts & Figures Utrecht

Facts & Figures Utrecht Facts & Figures Utrecht Prognose van leerlingaantallen In Utrecht wordt er een krimp verwacht van het totale leerlingenaantal op het vmbo. Dit gaat over de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte, theoretische-

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen

Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen ECABO Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen Dit document vormt een korte samenvatting van de belangrijkste resultaten van het jaarlijkse arbeidsmarktonderzoek

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt : een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt Harry Bierings en Robert de Vries Direct nadat zij school hadden verlaten, maar ook nog vier jaar daarna, hebben voortijdig naar verhouding vaak geen baan. Als

Nadere informatie

VERSHANDEL, LOGISTIEK EN TRANSPORT

VERSHANDEL, LOGISTIEK EN TRANSPORT VERSHANDEL, LOGISTIEK EN TRANSPORT Onderwijs 2013-2014 Deze factsheet bevat specifieke informatie over het middelbaar beroepsonderwijs voor vershandel, logistiek en transport. Onderwerpen die aan bod komen

Nadere informatie

Trends & cijfers recreatie

Trends & cijfers recreatie + Trends & cijfers recreatie Zicht op arbeidsmarkt en onderwijs 2014-2015 Colofon Uitgave Kenwerk Maria Montessorilaan 11-17 2719 DB Zoetermeer Telefoon: 079 360 14 00 Website: www.kenwerk.nl Auteurs Marije

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Samenvatting. Doorstroomatlas vmbo. De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht

Samenvatting. Doorstroomatlas vmbo. De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht Samenvatting Doorstroomatlas vmbo De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht Samenvatting Doorstroomatlas vmbo De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht 2012 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2009

Werkgelegenheidsonderzoek 2009 Werkgelegenheidsonderzoek 2009 Werkgelegenheidsonderzoek 2009 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof 21 januari 2010 1 Inhoud Werkgelegenheidonderzoek 2009 1 Inhoud 2 Inleiding 3

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Gelderland, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek

Nadere informatie

Figuur 1: Totaal aantal deelnemers groen mbo

Figuur 1: Totaal aantal deelnemers groen mbo Onderwijscijfers groen mbo-onderwijs Het deelnemersaantal voor het groene mbo-onderwijs is nog altijd stijgend. Met 27.134 deelnemers maakt het groene mbo-onderwijs ruim 5% uit van het totale mbo-onderwijs

Nadere informatie

Marktinformatie meo-heo door afdeling IBO, team Arbeidsmarktonderzoek

Marktinformatie meo-heo door afdeling IBO, team Arbeidsmarktonderzoek 12 Marktinformatie meo-heo 2006 door afdeling IBO, team Arbeidsmarktonderzoek Colofon Datum aanmaak Versie Status Kenmerk Bestand Auteur juni 2007 definitief Meo-heo arbeidsmarktinformatie rapportage 2006

Nadere informatie

Twente: (ook) op zoek naar vervanging Arbeidsmarktprognoses

Twente: (ook) op zoek naar vervanging Arbeidsmarktprognoses Twente: (ook) op zoek naar vervanging Arbeidsmarktprognoses 2017-2022 De groei van de economie vertaalt zich in aanhoudende vraag naar personeel en steeds meer krapte op de arbeidsmarkt. Recent opgestelde

Nadere informatie

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Groot Amsterdam - Gooi en Vechtstreek

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Groot Amsterdam - Gooi en Vechtstreek Regiorapportage Mobiliteitsbranche Groot Amsterdam - Gooi en Vechtstreek Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs in de motorvoertuigen- en tweewielerbranche in de regio Groot Amsterdam -

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Gediplomeerden 2015 SOMA College

Gediplomeerden 2015 SOMA College Gediplomeerden 2015 SOMA College Samenvattende rapportage van de uitkomsten van het onderzoek onder gediplomeerden van het SOMA College Utrecht, september 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven

Nadere informatie

25LV SG De Rooi Pannen. MBO Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: oktober 2016

25LV SG De Rooi Pannen. MBO Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: oktober 2016 LV SG De Rooi Pannen MBO Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers versie Uitgave: oktober LV SG De Rooi Pannen Dit document bevat gedetailleerde cijferinformatie over

Nadere informatie

25LV SG De Rooi Pannen. MBO Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters voorlopige cijfers

25LV SG De Rooi Pannen. MBO Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters voorlopige cijfers 25LV SG De Rooi Pannen MBO Factsheet Convenantjaar 2012-2013 Nieuwe voortijdige schoolverlaters voorlopige cijfers Dit document bevat gedetailleerde cijferinformatie over SG De Rooi Pannen. De tabellen

Nadere informatie

Ondernemend onderwijs voor een groene toekomst. Groen is overal en voor iedereen

Ondernemend onderwijs voor een groene toekomst. Groen is overal en voor iedereen Ondernemend onderwijs voor een groene toekomst Groen is overal en voor iedereen AOC s geven een breed scala aan opleidingen op het gebied van voedsel, natuur en leefomgeving. Zij verzorgen vmbo, mbo en

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon

Nadere informatie

Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen

Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen ECABO Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen Dit document vormt een korte samenvatting van de belangrijkste bevindingen uit de Monitor arbeidsmarkt

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant MBO

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant MBO Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant MBO 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Mbo Zorg en Welzijn Noord-Brabant... 4 2.1 Instromers... 5 Algemeen... 5 Benchmark Nederland...

Nadere informatie

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Bijlage 1 Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Landelijk beeld Algemeen beeld: Lichte daling jeugdwerkloosheid De afgelopen maanden is sprake van een lichte daling van de jeugdwerkloosheid

Nadere informatie