Marktinformatie meo-heo door afdeling IBO, team Arbeidsmarktonderzoek

Transcriptie

1 12 Marktinformatie meo-heo 2006 door afdeling IBO, team Arbeidsmarktonderzoek

2 Colofon Datum aanmaak Versie Status Kenmerk Bestand Auteur juni 2007 definitief Meo-heo arbeidsmarktinformatie rapportage 2006 afdeling IBO, team Arbeidsmarktonderzoek ECABO 2007 Overname voor eigen gebruik is toegestaan onder bronvermelding. Marktinformatie meo-heo /21

3 Inhoud Inleiding 4 1 Aantal deelnemers 5 2 Aantal diploma s 7 3 Doorstroom van het meo naar het heo 9 4 Instroom in het heo 10 5 Uitval in het hbo 12 6 Aantal diploma s in het heo 13 7 De ECABO Marktmonitor 14 8 Arbeidsmarktperspectieven voor middelbaar en hoger opgeleiden 18 9 Samenvatting 21 Marktinformatie meo-heo /21

4 Inleiding Het Landelijk Platform Meo-Heo biedt een landelijke overlegstructuur voor de verbetering van de doorstroom van het middelbaar economisch beroepsonderwijs ( meo ) naar het hoger economisch beroepsonderwijs ( heo ). Inhoudelijke aspecten van de aansluiting kunnen hier aan de orde komen. Daarnaast vervult het platform een regiefunctie en heeft het een adviserende en informerende functie ten aanzien van de ontwikkelingen rond de doorstroom meo-heo. Dit rapport geeft inzicht in de kengetallen rond de doorstroom van het mbo naar het hbo en de behoefte aan diverse categorieën opgeleiden in het meo-heo domein op de arbeidsmarkt. De eerste drie hoofdstukken geven een beeld van de deelnemeraantallen, het aantal gediplomeerden en het aantal meo schoolverlaters van niveau 4 opleidingen dat doorstroomt naar het hbo. De hoofdstukken 4, 5 en 6 geven deelnemeraantallen, de uitval en het aantal behaalde diploma s in het heo. Hoofdstuk 7 en 8 gaan in op de vraag op de arbeidsmarkt naar meo- en heo-opgeleiden. Het laatste hoofdstuk is een samenvatting. Marktinformatie meo-heo /21

5 1. Aantal deelnemers Volgens het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zijn er in leerlingen in het mbo. Hiervan volgt 37 een opleiding in de sector economie, 30 een opleiding binnen de sector techniek en 33 in de sector dienstverlening en gezondheidszorg. Hieronder volgt een overzicht van de deelnemeraantallen van mbo-opleidingen in het meo-domein. De opleidingen maken deel uit van de kwalificaties van drie kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven. Deze zijn KC Handel, Kenwerk en ECABO. Tabel 1: Aantal deelnemers vanaf schooljaar in het meo-domein naar kenniscentrum KBB opleidingsniveau ECABO assistentopleiding niveau ,4-37,2-28,8 basisberoepsopleiding niveau ,1-13,8 1,9 vakopleiding niveau ,6-5,8-7,8 specialistenopleiding niveau ,3 6,1-0,5 totaal ECABO ,6-2,9 KC Handel assistentopleiding niveau ,5-1,9-18,4 basisberoepsopleiding niveau ,5-5,7 0,4 vakopleiding niveau ,6 2,6 specialistenopleiding niveau ,3 12,3 1,8 totaal KC Handel ,6 0,9 0,0 Kenwerk assistentopleiding niveau ,3-7,2-24,4 basisberoepsopleiding niveau ,8-1,4-0,7 vakopleiding niveau ,5 5,5 0,5 specialistenopleiding niveau ,5 7,6 4,1 totaal Kenwerk ,7 3,8 0,6 TOTAAL ,6-2,1-1,4 Het diploma van een middelbare beroepsopleiding op niveau 4 biedt toegang tot het hbo. In totaal zijn er in het schooljaar bijna deelnemers die een opleiding in het meo-domein op niveau 4 volgen. In het schooljaar waren dat er ongeveer Bij de drie kenniscentra heeft opleidingsniveau 4 de meeste deelnemers. Bij ECABO is het aantal deelnemers ongeveer gelijk aan dat van het vorig jaar, bij Kenwerk (voorheen LOB HTV) is sprake van een toename en bij KC Handel is er ook sprake van een toename, maar die is niet zo groot. Op de volgende bladzijde worden deze cijfers grafisch weergegeven. Ontwikkeling tov Ontwikkeling tov Ontwikkeling tov Marktinformatie meo-heo /21

6 ECABO Figuur 1: Ontwikkeling van het aantal deelnemers in het meo-domein vanaf schooljaar assistentopleiding niveau basisberoepsopleiding niveau 2 vakopleiding niveau 3 specialistenopleiding niveau KCHandel assistentopleiding niveau 1 basisberoepsopleiding niveau vakopleiding niveau 3 specialistenopleiding niveau KENWERK assistentopleiding niveau 1 basisberoepsopleiding niveau vakopleiding niveau 3 specialistenopleiding niveau Marktinformatie meo-heo /21

7 2. Aantal diploma s Tabel 2: Aantal diploma s vanaf 2001 in het het meo-domein KBB Opleidingsniveau ECABO assistentopleiding niveau ,1-43,3-29,4 basisberoepsopleiding niveau ,6 62,1 5,3 vakopleiding niveau ,7 31,1-11,1 specialistenopleiding niveau ,5-8,7 7,8 totaal ECABO ,2 3,6-0,3 KC Handel assistentopleiding niveau ,0 17,5 3,5 basisberoepsopleiding niveau ,2 3,7-13,1 vakopleiding niveau ,2-26,2-7,2 specialistenopleiding niveau ,6-13,2-0,5 totaal KC Handel ,7-9,8-5,6 Kenwerk assistentopleiding niveau ,4-15,8-7,2 basisberoepsopleiding niveau ,5 13,4-13,1 vakopleiding niveau ,9-7,0 3,1 specialistenopleiding niveau ,7 15,1 18,2 totaal Kenwerk ,7 4,9 0,0 TOTAAL ,9-0,7-1,9 In 2005 waren er ruim leerlingen die het mbo verlieten met een diploma in het meo-domein op niveau 4. Ruim de helft hiervan is afkomstig van een opleiding binnen een kwalificatierichting van ECABO. Bij ECABO komt het aantal diploma s in 2005 ongeveer uit op het niveau van 2001 en 2002, na een inzinking in Bij Kenwerk is vanaf 2002 jaarlijks sprake van een tamelijk grote toename. Bij KC Handel vertoont het aantal diploma s een daling tot 2004, vanaf 2005 is er sprake van een stabilisering van het aantal diploma s. Op de volgende bladzijde worden deze cijfers grafisch weergegeven tov tov tov 2004 Marktinformatie meo-heo /21

8 Figuur 2: Ontwikkeling van het aantal diploma s in het meo-domein vanaf 2001 ECABO assistentopleiding niveau basisberoepsopleiding niveau 2 vakopleiding niveau 3 specialistenopleiding niveau KCHandel assistentopleiding niveau 1 basisberoepsopleiding niveau vakopleiding niveau 3 specialistenopleiding niveau KENWERK assistentopleiding niveau basisberoepsopleiding niveau 2 vakopleiding niveau 3 specialistenopleiding niveau Marktinformatie meo-heo /21

9 3. Doorstroom van het meo naar het heo Van de totale groep mbo-ers verlaat in het reguliere onderwijs. Dit percentage vertoont sinds 2001 een dalende lijn. 11 van de uitstromers gaat door naar het hbo. De meesten van deze groep hebben een voltijd-bol opleiding (niveau 4). Ongeveer de helft van deze voltijd-bol leerlingen gaat verder in het hbo. In 2006 heeft Bureau Toppen Onderzoek & Beleid net als in 2005 in opdracht van ECABO onderzoek uitgevoerd onder mbo-gediplomeerden. Ten behoeve van dit onderzoek werden deze mboschoolverlaters een half jaar na het behalen van het diploma met een vragenlijst benaderd. Tabel 3: Doorstroom naar het hbo van mbo schoolverlaters met een BOL opleiding niveau ECABO gediplomeerden KC Handel gediplomeerden Kenwerk gediplomeerden? Bron: Toppen Onderzoek & Beleid BV, Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO, Het aandeel mbo-gediplomeerden dat doorstroomt naar het hbo vertoont een stijgende lijn sinds In 2004 stromen KC-Handel gediplomeerden vaker door naar het hbo dan ECABO gediplomeerden. Uit cijfers van voorgaande jaren blijkt dat dit geen trend is. In 2003 waren het ECABO gediplomeerden die vaker doorstroomden. Tabel 4: Doorstroom naar het hbo per kwalificatierichting ECABO Secretarieel Bedrijfsadministratief Commercieel Bank- en verzekeringswezen Logistiek Juridisch Orde en veiligheid Ict administratief Totaal ECABO Totaal landelijk Bron: Toppen Onderzoek & Beleid BV, Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO, In 2004 maken gediplomeerden Commercieel en gediplomeerden Juridisch vaker de overstap naar het hbo. Vooral de gediplomeerden Secretarieel blijven achter, Bedrijfsadministratief en ICT-administratief vormen de middenmoot. Ditzelfde gold in de voorgaande jaren. Marktinformatie meo-heo /21

10 4. Instroom in het heo Tabel 5: Aantal inschrijvingen in het heo en hbo (totaal) groei aandeel heo ,9 35 hbo ,7 100 Bron: Het hbo ontcijferd, In het studiejaar 2005/ 06 is het totaal aantal inschrijvingen in het hbo en dat van het wo Van deze hbo ers volgen studenten een opleiding aan het heo. De groei in het heo is iets groter dan de groei van het totale hbo-bestand. Het heo is verreweg de grootste sector binnen het hbo. In 2005 heeft het Hoger Pedagogisch Onderwijs (hpo) een deelnemersaantal van , het Hoger Sociaal-agogisch Onderwijs (hsao) en het Hoger Technisch en Natuurwetenschappelijk Onderwijs (htno) De hoogste groei laat de sector Hoger Gezondheidszorg Onderwijs (hgzo) zien met 6,3. Tabel 6: Instroom in het heo en hbo (totaal), groei aandeel heo ,3 34 hbo ,5 100 Bron: Het hbo ontcijferd, Tabel 7: Vooropleiding van de instroom in het heo en hbo (totaal), heo havo mbo vwo ho overig hbo havo mbo vwo ho overig Bron: Het hbo ontcijferd, Marktinformatie meo-heo /21

11 Ongeveer een kwart van de deelnemers dat het hbo instroomt is afkomstig van het mbo. De meeste deelnemers, bijna de helft, komt van het havo. Dat geldt ook voor de heo-instroom. Uit het onderzoek van Bureau Toppen blijkt dat 57 van de instromers in het heo een opleiding heeft gedaan binnen het domein van ECABO. De meerderheid van hen heeft een opleiding gedaan binnen de richtingen Commercieel en Bedrijfsadministratie. Daarna hebben de meeste instromers een diploma van een opleidingsrichting van KC Handel (17) en dan volgen LOB HTV (12) en Kenteq (6). Marktinformatie meo-heo /21

12 5. Uitval in het hbo Van de totale instroom in het hbo in 2005 valt 31,6 van de mbo-ers uit na één jaar. Onder havisten is dit aandeel groter; van hen valt 36,8 uit in het eerste jaar. Tabel 8: Instroom en uitval in het hbo na 1 jaar naar hoogst genoten vooropleiding instroom 2005 uitval na 1 jaar in opleidingsrichtingen ECABO domein mbo havo totaal mbo havo totaal accountancy bedrijfskundige informatica commerciële economie communicatie facility management informatica int business and management studies juridische opleiding opleiding voor management. economie en recht personeel en arbeid small business en retail management sociaal juridische dienstverlening Bron: HBO-raad, mei 2007 In het schooljaar schreven bijna studenten met een mbo vooropleiding zich in voor een hbo-opleiding in het verlengde van het ECABO-domein. In dit schooljaar stroomden bijna havisten in. Binnen de groep mbo-ers valt 26 tot 45 na het eerste jaar uit, tegenover 30 tot 51 van de havisten. Bij bijna alle hbo-opleidingen is het uitvalpercentage onder mbo-ers lager. Uitzonderingen zijn Commerciële economie en Facility management. De verschillen zijn echter gering. Marktinformatie meo-heo /21

13 6 Aantal diploma s in het heo Tabel 9: Aantal diploma s in het heo en hbo (totaal) groei aandeel heo ,1 30 hbo ,3 100 Bron: HBO-Monitor Uit de cijfers blijkt dat in 2004 het heo-diplomabestand bijna een derde vormt van het totale hbodiplomabestand. Dit was in voorgaande jaren ook zo. Net als bij het aantal inschrijvingen is de groei van het aantal gediplomeerden in het heo iets groter dan de groei in het totale hbo. Tabel 10: Afgestudeerden heo en hbo (totaal) naar vooropleiding heo havo mbo vwo overig totaal (=100) hbo totaal havo mbo vwo overig totaal (=100) Bron: HBO-Monitor van de afgestudeerden aan het heo heeft een vooropleiding binnen het mbo gevolgd. Het totale aandeel van mbo-ers in de instroom was 23 (hoofdstuk 4). Voor het gehele hbo zijn deze percentages iets hoger, namelijk 23 en 26. Marktinformatie meo-heo /21

14 7 De ECABO marktmonitor ECABO gebruikt voor het bijhouden van ontwikkelingen op de arbeidsmarkt de ECABO Marktmonitor. Dit instrument wordt jaarlijks ingezet bij leerbedrijven. Het heeft een kwantitatieve en een kwalitatieve variant. In de kwantitatieve variant wordt informatie ingewonnen over verwachte baanopeningen en verwachte ontwikkelingen in omvang van het personeelsbestand op middellange termijn. 1 Figuur 3. Aantal baanopeningen in ECABO-beroepen in 2006 en ,00 1,00 2,00 3,00 4,00 landbouw en visserij industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer en communicatie financiële instellingen zakelijke dienstverlening openbaar bestuur onderwijs gezondheidszorg en welzijn cultuur en overige dienstverlening Totaal (met en zonder werknemers Totaal (met werknemers) gemiddeld aantal baanopeningen in 2006 (meting 2005) gemiddeld aantal baanopeningen in 2007 (meting 2006) In de ECABO Marktmonitor is geïnventariseerd hoeveel baanopeningen de leerbedrijven in 2006 en 2007 verwachtten. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de eerste helft van Het gaat hierbij om baanopeningen die gesignaleerd zijn bij aan ECABO verwante beroepen. Door de gemiddeldes met elkaar te vergelijken krijgen we een indruk van de arbeidsmarktperspectieven op mbo-functieniveau. In 2006 werden gemiddeld bijna twee baanopeningen per leerbedrijf verwacht met een uitschieter binnen de Zakelijke dienstverlening van gemiddeld ruim drie baanopeningen. Uit herhaalde metingen blijkt het gemiddeld aantal baanopeningen in ECABO-beroepen vrij constant te zijn: in 2004 werd bij bijna bedrijven een gemiddeld aantal baanopeningen voor het jaar erop verwacht van 1,76 en voor 2007 treffen we ongeveer hetzelfde gemiddelde (1,66) aan bij bijna leerbedrijven. In beide jaren werden gemiddeld de meeste baanopeningen verwacht binnen Zakelijke dienstverlening (een gemiddelde van ruim 3 baanopeningen). Dit wordt vooral veroorzaakt door het grote aantal 1 ECABO-Marktmonitor 2005 en 2006 Marktinformatie meo-heo /21

15 baanopeningen binnen de richting Orde en veiligheid (gemiddeld bijna 15 baanopeningen per leerbedrijf.) Figuur 4: Verwachte ontwikkeling in aantal werknemers in een ECABO-beroep tot 2010 naar bedrijfstak (n=1.007) ECABO marktmonitor landbouw en visserij industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer en communicatie financiële instellingen zakelijke dienstverlening afname stabiel toename openbaar bestuur onderwijs gezondheidszorg en welzijn cultuur en overige dienstverlening Totaal In bovenstaande figuur is op basis van de Marktmonitor ECABO 2006 per bedrijfssector de verwachte ontwikkeling aangegeven in de werkgelegenheid binnen de ECABO-beroepen tot We zien, dat bij deze laatste meting vooral een daling werd verwacht in het aantal werknemers binnen Openbaar bestuur. Een stabiele situatie voor wat betreft het aantal werknemers wordt vooral verwacht in de Bouwnijverheid, Industrie, en Cultuur en overige dienstverlening. Een stijging wordt vooral verwacht bij Zakelijke dienstverlening en Financiële instellingen. Aantal baanopeningen per kwalificatie In de onderstaande tabel is het aantal baanopeningen weergegeven per onderscheiden kwalificatie. Hierbij is het aantal ingevulde vragenlijsten (6.123) opgehoogd tot het maximaal aantal vragenlijsten (10.223), dat in totaal ingevuld had kunnen worden. Hierdoor wordt bij het gemiddelde (gecorrigeerd) ook rekening gehouden met de bedrijven waar de betreffende werknemer(s) niet in dienst waren. Het gemiddelde komt hiermee net als vorig jaar uit op 0,52. Marktinformatie meo-heo /21

16 Tabel 11: Aantal baanopeningen per kwalificatie in 2007 Maximaal Aantal aantal baanvragenlijsten kwalificatierichting kwalificatie openingen Gemiddelde Secretarieel Administratief Assistent ,18 Managementassistent ,15 Secretaresse ,26 Secretarieel Medewerker ,28 Totaal ,22 Bedrijfsadministratief Administrateur ,28 Bedrijfsadministratief Medewerker ,14 Boekhoudkundig Medewerker ,12 Totaal ,18 Commercieel Commercieel Medewerker Binnendienst ,59 Contactcenter Medewerker ,72 Medewerker Marketing en Communicatie ,06 Totaal ,46 ICT Applicatie-ontwikkelaar ,20 ICT-beheerder ,10 Medewerker Beheer ICT ,21 Medewerker ICT ,14 Netwerkbeheerder ,45 Particulier Digitaal Rechercheur ,01 Totaal ,19 Juridisch Juridisch Medewerker ,28 Soc.jur. mdw Arbeidsvoorz. & pers.werk ,25 Totaal ,27 Informatiedienstverlening Archiefmdw Hist. Documentatiecentrum ,27 Informatieverzorger ,47 Totaal ,37 Orde en veiligheid Assistent Toezichthouder ,00 Beveiliger ,12 Coördinator Beveiliging ,69 Medewerker Stadstoezicht ,00 Totaal ,20 Bank- en verzekeringswezen Com. mdw. Bank- en Verzekeringswezen ,25 totaal met en zonder werknemers ,33 totaal met werknemers ,03 Bron:ECABO-marktmonitor 2006 Marktinformatie meo-heo /21

17 Het gemiddeld aantal baanopeningen is binnen Orde en Veiligheid het hoogst. Oorzaak hiervan is het hoge gemiddelde bij de functie Beveiliger. Hogere verwachtingen komen ook voor binnen de kwalificatierichting Commercieel, met name bij de functie Contactcenter Medewerker en Commercieel Medewerker Binnendienst. Marktinformatie meo-heo /21

18 8 Arbeidsmarktperspectieven voor middelbaar en hoger opgeleiden Voor een indruk van de arbeidsmarktperspectieven na het mbo en hbo is een aantal landelijke bronnen geraadpleegd. Dat zijn de publicaties van het ROA: Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2004 (2005) en De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2010 (2005), het CBS en het RWI Arbeidsmarktanalyse De komende jaren neemt de werkgelegenheid in Nederland toe. Zowel de prognoses van het CBS als die van het CPB bevestigen dit. De groei van de werkgelegenheid zal met name plaatsvinden in de vorm van werkgelegenheid voor hoger opgeleiden en voor de hoogste niveaus van het mbo. Niet alleen de werkgelegenheid, maar ook het arbeidsaanbod neemt toe. In een aantal sectoren verandert de structuur van de werkgelegenheid. In de publieke sector en de financiële dienstverlening zal de groei met name komen voor functies voor hoger opgeleiden. Middelbaar opgeleiden kunnen met name terecht in de zakelijke dienstverlening, de zorg, bouw, horeca en handel. Technologische ontwikkelingen leiden ertoe dat bepaald productiewerk overbodig raakt. Niet alleen in de industrie, maar ook voor administratief werk geldt deze trend. Het werk verandert van aard. Machines worden complexer, hetgeen hogere eisen stelt aan diegene die ze bedient. De werkgelegenheid voor middelbaar opgeleiden krimpt sterk bij de overheid, in het onderwijs, het verzekeringswezen en het bankwezen. Hiervoor in de plaats komen functies voor hoger opgeleiden. In deze sectoren neemt het aandeel hoger opgeleiden flink toe. Het aanbod van hoger opgeleiden in de beroepsbevolking is de laatste jaren sterk toegenomen. Van de totale bevolking van jaar had in een hogere opleiding. De participatiegraad van deze groep is hoog, 80. Toename van het aantal vacatures blijkt vooral voor te komen bij sectoren met een hogere algemene werkgelegenheidsontwikkeling. In de zakelijke dienstverlening neemt het aantal vacatures het meest toe. Vooralsnog blijkt dat dit niet het geval is in sectoren met een groot aantal oudere werknemers. In algemene zin is 30 van de bij het CWI aangemelde vacatures moeilijk vervulbaar. Arbeidsmarktperspectieven Het ROA verwacht in de periode tot 2010 goede perspectieven voor gediplomeerden van o.a. het hbo onderwijs, hbo paramedisch, wo medisch en wo techniek. In deze meting werd geregistreerd dat schoolverlaters van mbo ICT en hbo informatica met een verslechterde arbeidsmarktsituatie te kampen hadden. Marktinformatie meo-heo /21

19 Tabel 12: Uitbreidingsvraag naar opleidingscategorie, in aantal en als percentage van de werkgelegenheid in 2004, prognose Opleidingscategorie Aantal in 2004 Bron: ROA, De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2010, Prognose Prognose Totaal in 2010, gemiddeld jaarlijks in vmbo economie ,8 mbo economie ,2 hbo economie ,0 totaal (alle opleidingscategorieën) ,0 Tabel 13: Vervangingsvraag naar opleidingscategorie, in aantal en als percentage van de werkgelegenheid in 2004, prognose Opleidingscategorie Aantal in 2004 Prognose Totaal Prognose Gemiddeld jaarlijks vmbo economie ,9 mbo economie ,0 hbo economie ,4 totaal (alle opleidingscategorieën) ,9 Bron: ROA, De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2010, Tabel 14: Baanopeningen naar opleidingscategorie, in aantal en als percentage van de werkgelegenheid in 2004, prognose Opleidingscategorie Aantal in 2004 Prognose Totaal Prognose Gemiddeld jaarlijks vmbo economie ,7 mbo economie ,1 hbo economie ,3 totaal (alle opleidingscategorieën) ,8 Bron: ROA, De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2010, Ook deze cijfers bevestigen een eerder gesignaleerde trend. Naarmate het opleidingsniveau stijgt, neemt de uitbreidingsvraag in de economische opleidingscategorieën toe. De voorkeur van werkgevers gaat bij uitbreiding vooral uit naar hoog opgeleiden. Bij de vervangingsvraag zien we het omgekeerde. De vervangingsvraag is de vraag naar nieuwe arbeidskrachten die ontstaat doordat arbeidsplaatsen vrijkomen van werkenden die met pensioen gaan, arbeidsongeschikt worden of zich (tijdelijk) terugtrekken van de arbeidsmarkt. Naast de uitstroom als gevolg van pensioen, vervroegde uittreding en arbeidsongeschiktheid speelt bij de vervangingsvraag naast opleiding ook de mobiliteit van werkenden die doorleren een belangrijke rol. In de groep die met pensioen gaat, zitten relatief veel laagopgeleiden en laagopgeleiden stromen via bijscholing naar een hoger opleidingsniveau, waardoor de hoge vervangingsvraag ontstaat op de lage opleidingsniveaus. Vanwege het grote aandeel van de vervangingsvraag ten opzichte van de uitbreidingsvraag zien we dat het aantal baanopeningen afneemt naarmate het opleidingsniveau in de economische opleidingscategorieën stijgt. (ROA, De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2010, Maastricht 2005). Marktinformatie meo-heo /21

20 Tabel 15: Instroom op de arbeidsmarkt naar opleidingscategorie, in aantal en als percentage van de werkgelegenheid in 2004, prognose Opleidingscategorie Aantal in 2004 Prognose Prognose 2010 totaal in gemiddeld jaarlijks in Vmbo economie ,9 Mbo economie ,9 Hbo economie ,2 Totaal (alle opleidingscategorieën) ,5 Bron: ROA, De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2010, Ten opzichte van het aantal werkenden is de verwachte arbeidsmarktinstroom van gediplomeerde schoolverlaters van vmbo-economie het grootst. Ook voor de economische opleidingen op mbo- niveau en vooral hbo-niveau is de verwachte arbeidsmarktinstroom bovengemiddeld groot. Marktinformatie meo-heo /21

21 9 Samenvatting Dit rapport geeft een overzicht van de groep deelnemers in het meo domein die de overstap naar het hbo kan maken, dit zijn de niveau 4 deelnemers in het mbo. Allereerst is de omvang van de groep deelnemers en de groep gediplomeerden beschreven. Daarna wordt ingegaan op de doorstroom naar het hbo, de instroom in het heo, de omvang van de groep deelnemers heo, de uitval en het aantal gediplomeerden in het heo. Na deze cijfermatige overzichten gaat het rapport in op de arbeidsmarktperspectieven van de gediplomeerden in dit meo-heo domein. In het meo-domein hebben de opleidingen op niveau 4 de meeste deelnemers. Daarvan zitten de meeste deelnemers bij ECABO. De afgelopen jaren neemt bij Kenwerk het aantal deelnemers in niveau 4 iets sterker toe dan bij ECABO. Het jaarlijks aantal diploma s niveau 4 ligt bij ECABO op ongeveer , bij KC Handel op bijna en bij Kenwerk stijgt het aantal diploma s tot bijna in Na afloop van het mbo stroomt iets meer dan de helft van de niveau 4 gediplomeerden (ECABO en KC Handel) door naar het hbo. Van de gediplomeerden van Kenwerk is dit niet bekend. De instroom in het heo-domein beslaat ruim een derde van de totale hbo-instroom. Ten opzichte van het vorige jaar is de instroom in heo sterker toegenomen dan de totale hbo-instroom. Van die instroom komt zowel bij heo als bij de totale hbo-instroom ongeveer een kwart van het mbo. Een kwart van de hbo-studenten komt van het mbo, bij hbo-economie ligt dit iets lager. Iets minder dan een derde van het aantal hbo-diploma s is een heo-diploma. Mbo-ers doen het relatief beter in het heo dan havisten. Over praktisch de gehele linie zijn de uitvalpercentages onder mbo-ers lager dan die van havisten. Daarbij zien we dat bijna een kwart van het aantal hbo-diploma s is behaald door een mbogediplomeerde. Bij het heo gaat het om iets minder dan een op de vijf met een mbo-diploma. Met betrekking tot de arbeidsmarktperspectieven van ECABO-gediplomeerden geeft de Marktmonitor ECABO aan dat die perspectieven vooral gunstig zijn bij de Zakelijke dienstverlening. De komende jaren zal de arbeidsmarkt in het teken staan van herstel van de conjunctuur. ROA verwacht dat de verschillen in arbeidsmarktpositie tussen de opleidingsniveaus de komende jaren niet groter worden. Over het algemeen geldt voor de middellange termijn dat technische opleidingen betere perspectieven bieden dan agrarische, economische en ICT-opleidingen. De ECABO Marktmonitor laat op mbo-kwalificatieniveau het volgende beeld zien: Het aantal baanopeningen is relatief hoog binnen de kwalificatierichting Commercieel, dit geldt met name voor de kwalificatie Contactcenter medewerker. Binnen Secretarieel valt op, dat er relatief veel baanopeningen zijn voor de Administratief medewerker, maar nauwelijks voor de Directiesecretaresse / managementassistent. Daarnaast zijn er baanopeningen voor de kwalificaties Bedrijfsadministratief medewerker, bij de Commercieel administratief medewerker, de Logistiek medewerker fysieke distributie, de Servicemedewerker ICT, bij de Sociaal-juridisch medewerker - arbeidsvoorziening en personeel en bij de Medewerker Informatiedienstverlening Bibliotheken. Het gemiddelde bij de Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen is relatief hoog ten opzichte van het totaalgemiddelde. Onderzoek onder schoolverlaters (ROA) laat een redelijk stabiel beeld zien. De kansen op werk zijn gunstiger naarmate het opleidingsniveau stijgt. Binnen de economische opleidingscategorie zullen vooral functionarissen met een lager opleidingsniveau uitstromen, terwijl de voorkeur van werkgevers bij uitbreiding vooral gaat naar hoger opgeleiden. Marktinformatie meo-heo /21