Besprekingsverslag Commissie Watersysteem

Transcriptie

1 Besprekingsverslag Commissie Watersysteem Datum 8 mei 2012 Aanwezig Vallei & Eem: G.C. Boot (Water Natuurlijk), J.G.M. van den Breemer (AWP), E.N.F. van Duikeren (VVD), T.A. van Dijk (CristenUnie), W.G. van Ginkel (ongebouwd), J. Hendriks (KvK), F. van Hierden (CDA), H.J. van der Wind (SGP) Veluwe: J.H.J. van Blommestein (VVD), G.S.W. te Bokkel (CDA), G.B. Ekelmans (CristenUnie), Y.H.P. de Graaf (Water Natuurlijk), J. van der Kolk (Veluws Water), A. Lok (SGP), E.H. van der Meulen (AWP), A.D. Schipper (Bedrijfsgebouwd), F.Th. Verhagen (Terreinbeheerders), A. van Wijhe (Ongebouwd) Afwezig J.W.E. Gutteling (PvdA), A.G. van Malenstein (PvdA), D.J. Veldhuizen (LTO Noord) Heemraden G.J. van den Brandhof (ChristenUnie)(voorzitter), G. Verwolf, M.S. Brouwer (Water Natuurlijk), A.H. Nooteboom (LTO Noord) Secretaris K. Blokland Secretaris-directeur P. Spaan Ambtelijk aanwezig R. Eisenga, J. van den Boomgaard, J. Ter Harmsel, J. Meyberg, R. Moolenaars, M. Nieuwenhuis, - Inspreker dhr. Breukink, mw. Wijma-Breukink Kopie aan Aan- en afwezigen Opgemaakt door J. Lieferink Volgende vergadering 14 juni Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering om uur en heet iedereen van harte welkom op deze 1 e commissievergadering Watersysteem in gezamenlijk verband. Een unicum wat mooi aansluit op de eerder op de dag uitstekend verlopen openingsfestiviteiten van de Nereda zuiveringsinstallatie te Epe waarbij Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Willem Alexander aanwezig was. De heer van Blommestein sluit hierop aan om een groot compliment te geven voor de gehele entourage van deze dag en dit ook door te geven aan de afdeling voorlichting. 2. Introductie op de werkwijze Commissie Watersysteem door de Heemraden Het D&H heeft zich gebogen over het voorzitterschap van de Commissievergadering. De heemraden Watersysteem zullen roulerend als voorzitter van de commissie optreden. Vanavond is de heer Veldhuizen met kennisgeving afwezig. Mevrouw Brouwer en de heer Nooteboom zijn als technische leden aanwezig evenals de heer Verwolf (specifiek voor agendapunt 4 Ruimte voor de Rivier). Deelname in de commissie vanuit de fracties is nog niet bij alle partijen bekend. De heren Gutteling en van Malenstein zijn beiden met kennisgeving afwezig. Niet alle fracties zijn vanuit beide waterschappen vertegenwoordigd, dit is aan de fracties zelf hoe ze de bezetting invullen.

2 Blad 2 van 7 Voor wat betreft agendapunt 4 Ruimte voor de Rivier geeft de voorzitter aan dat de informatievoorziening bewust voor beide besturen wordt gegeven. De besluitvorming hierover zal plaats vinden in het bestuur van Veluwe. Alleen de leden van het bestuur van Veluwe zal daarom een advies voor behandeling in het AB worden gevraagd. Mevrouw Brouwer vraagt aandacht voor het weer actief maken van de denktank ecologische verbindingszones zoals deze tot voor kort vanuit Vallei & Eem heeft gefunctioneerd met vanuit alle fracties één afgevaardigde. Vanuit de ambtelijke organisatie was René Eisenga contactpersoon. Mevrouw Brower stelt voor de denktank bijeen te roepen om bij te praten en stelt voor ook leden van waterschap Veluwe uit te nodigen. De uitnodiging is met name om bij te praten over de ontwikkelingen. Met dit voorstel wordt ingestemd. 3. Mededelingen In beginsel bestaat de mogelijkheid om aansluitend aan de gezamenlijke commissie Watersysteem om de Veluwse commissie Water te laten vergaderen voor specifiek Veluwse onderwerpen. Het voornemen is hier zo weinig mogelijk gebruik van te maken. Zo ook deze avond. Voor de volledigheid wordt voorgesteld het verslag van de laatste cie Water naar de betreffende leden te sturen.de nog openstaande actie Bestuur informeren met een tussenbericht van de Zomerbedverlaging zal worden uitgevoerd. De heer Verwolf geeft aan dat dit gelet op de voortgang op dit onderwerp dit nog wel even kan duren. 3a. Inspraak Mevrouw Wijma-Breukink van de Stichting Cortenoever maakt gebruik van haar spreekrecht en reageert op agendapunt 4 (ROK Veessen-Wapenveld en Cortenoever- Voorsterklei) waarbij zij verzoekt tot transparantie en oproept tot het niet uitbrengen van een mandaat. Zie bijlagen brief Stichting Cortenoever en Motie Ja-Maar! Gemeente Brummen, dossiernr. RD De heer van Blommestein reageert hierop dat er vandaag alleen een mogelijk mandaat zal worden verleend voor het ROK Veessen-Wapenveld en niet over het gebied in de gemeente Brummen (Cortenoever-Voorsterklei). De voorzitter merkt op dat vandaag zowel de ROK Veessen-Wapenveld als de ROK Cortenoever-Voorsterklei op de agenda staan. 4. Realisatie overeenkomst Veessen Wapenveld en Cortenoever-Voorsterklei De heer Meyberg geeft een presentatie over de realisatie van beide projecten en gaat in het bijzonder in op het risicomanagement. Naar aanleiding van deze presentatie, worden in de eerste ronde informatieve vragen gesteld. De heer Schipper en mevrouw van der Meulen vragen zich af wat te doen als we zaken doen met een aannemer die failliet gaat. De heer Meyberg antwoordt hierop dat we de zaken bij, veelal grote, zo betrouwbaar mogelijke partners aanbesteden en indien dit desondanks toch voorkomt we dan met zijn/haar curator tot een zo goed mogelijke schikking proberen te komen.

3 Blad 3 van 7 De heer van Blommestein geeft aan er procedureel verschil is tussen beide projecten. Cortenoever-Voorsterklei zal via de gemeentelijke bestemmingsplanprocedure worden ingericht en het project Veessen-Wapenveld via een rijksinpassingsplan. De heer van Blommestein aarzelt of dit verschil maakt voor de beoogde mandatering aan de dijkgraaf. De heren Verwolf en Meijberg geven aan dat voor beide projecten geldt dat eerst de zogenaamde SNIP 3 besluiten moeten zijn genomen voordat de ROK s getekend worden maar dat daarna er geen verschil is voor wat betreft de mandatering. De heer van Wijhe verwijst naar de risicoparagraaf van 7,5%. Hij vraagt zich af of er wellicht een regel is toe te passen waarmee we ons risico kunnen uitsluiten door nalatigheid. De heer Verwolf geeft aan dat er veel risico s zijn afgedekt en altijd sprake is van zeer goed monitoren op de projecten om deze risico s (zoveel mogelijk) te verkleinen. Er is altijd sprake van een zeker risico, hiervoor wordt dan ook goed en professioneel risicomanagement uitgevoerd. De heer Lok vraagt of er, naar aanleiding van de motie van de gemeente Brummen via het inspraakrecht, al contact met de gemeente hierover is geweest. De heer Verwolf geeft aan dat er maandelijks bilaterale bestuurlijke overleggen met de gemeenten is. De heer van der Kolk concludeert dat veel grote rijksprojecten hun budget overschrijden en vraagt of dit hier onbeperkt geldt? De heer Meyberg licht toe dat in iedere fase er een kostenraming wordt gemaakte en deze ook onderdeel uitmaakt van de rapportage naar de 2 e Kamer. Dit komt uiteindelijk terug via de staatssecretaris met het definitieve budget. Als extra toelichting bij deze begrotingscijfers vermeld de heer Meyberg nog dat men voor een nauwkeurigere wijze van calculatie van het meerwerk inmiddels is gestart met een andere manier van werken. Betrokken medewerkers zijn specifiek geselecteerd op ervaring en worden daarnaast ook permanent opgeleid om dit goed in de hand te houden Ook is er intensief contact met vergelijkbare projecten elders in het land. Tot slot vraag de heer van der Kolk wat er bij deze projecten op de borden komt qua huisstijl aangezien dit over het nieuwe jaar ( ) heen zal stijgen. De heer Verwolf geeft aan de borden t.z.t. ook worden aangepast met het nieuwe logo. Op pagina 65/71 van de meegezonden bestuursovereenkomst staat punt omgeving/communicatie in het rood. Dit lijkt verontrustend. Echter kan de heer van den Brandhof melden dat het hier om een modelrapportage betreft. Mevrouw van der Meulen heeft een aantal vragen van financiële aard. 1. Als wij geld vooraf krijgen van Rijkswaterstaat; wat doen wij tussentijds met het geld? Zo ook met schadevergoeding. 2. Er zullen meerdere waterschappen soortgelijke ervaringen hebben; worden die ook onderling uitgewisseld, gedeeld? 3. Wat is de inbreng van de betrokken boeren / burgers in het gebied? De heer Meyberg geeft als volgt antwoorden op de bovengestelde vragen: 1. Begin van het jaar wordt dit overgemaakt op basis van een planning. De rente is ten gunste van het waterschap. Schaderegeling worden door Rijkswaterstaat en niet door het waterschap geregeld.

4 Blad 4 van 7 2. Diverse teamleden op verschillende disciplines zitten regelmatig bij elkaar om ervaringen uit te wisselen, juist ook met andere projecten in het land. 3. Er is een proces geweest aan inspraak en bestuurlijk teruggekoppeld. In de tweede ronde is het voorstel van de voorzitter om in te stemmen met de Bestuursovereenkomst Veessen-Wapenveld en Cortenoever Voorsterkklei en het AB te adviseren de dijkgraaf te mandateren voor ondertekening van beide ROK s. Akkoord tijdens deze vergadering zijn: 1) De heer van Wijhe 2) De heer van Blommestein 3) De heer Ekelmans 4) De heer Boot 5) De heer Lok 6) De heer van de Kolk 7) De heer Schipper 8) De heer Verhagen 9) Mevrouw van der Meulen Hiermee zijn alle aanwezige leden accoord. Na vragen over de invulling van de juiste bedragen op de begroting wordt toegezegd dat deze zover mogelijk worden ingevuld alvorens deze in de AB vergadering verschijnt. De commissie Watersysteem stelt voor dit onderwerp als hamerstuk te agenderen in de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur. De heer Meyberg wordt hartelijk bedankt voor zijn presentatie en toelichting De presentatie van de heer Meijberg wordt digitaal beschikbaar gesteld aan de leden. 5. Werkwijze en ervaringen opstellen peilplannen en besluiten Het op- en vaststellen van peilenplannen en besluiten is een wettelijk taak van het waterschap. Voor niet wettelijk verplichte gebieden worden streefpeilenplannen opgesteld. Om dit onderwerp onder de aandacht te brengen van het bestuur en bij voorliggende toekomstige besluiten voorzien te zijn van informatie is besloten dat de heer Nieuwenhuis een informatieve presentatie geeft over bovengenoemd onderwerp. De voorzitter dankt de heer Nieuwenhuis voor zijn heldere presentatie en uitleg en zegt alle aanwezigen toe de beide presentaties digitaal toegezonden te krijgen. De heer van Ginkel stelt de vraag wat er wordt bedoeld met gebiedskennis? Hiermee doelt men op zoveel mogelijk kennis van en beheerders en partners in het veld te benutten. De heer van der Kolk vraagt zich af hoe de burgers er tegenaan kijken; hoe worden zij geïnformeerd; ook nadat er een (peil) besluit is genomen. Als antwoord wordt hierop gegeven dat er diverse overall vragen van burgers zijn opgenomen in een rapport (ook die geen relatie tot een peilbesluit hebben) in overleg met afdeling Beheer. De heer van den Brandhof merkt hierbij nog extra op dat de gemeenten de taak hebben te ontwateren en het waterschap zorgt voor de afwatering. Goede communicatie hierover is van groot belang.

5 Blad 5 van 7 De heer Ekelmans heeft twee punten om over na te denken voor de toekomst. Allereerst heeft hij donderdag a.s. (10 mei) overleg over deltaprogramma zoetwater. In dat kader vraagt hij zich of peilbesluiten rekening houden met klimaatverandering (en in het bijzonder gericht op droogte). De heer Nieuwenhuis en Blokland geven aan dat het waterschap intensief betrokken is bij het deltaprogramma en ook in kader van de zelf op te stellen Lange Termijn Visie Water Ruimte en Klimaat nadenkt over gevolgen van klimaatverandering. In de huidige peilenplannen komt dit nog niet direct tot uiting met uitzondering van de flexibilisering van de peilen waardoor de beheerder beter kan inspelen op natte en droge situaties. Ten tweede noemt de heer Ekelmans het punt bodemdalen; nemen wij maatregelen die geen bodemdaling tot gevolg hebben. De heer Nieuwenhuis geeft aan dat wij de strakke richtlijnen van de provincie volgen. Het gebied van ons waterschap geeft geen aanleiding om aanvullend op dit beleid extra maatregelen te nemen zoals deze op somming plaatsen in hetr westelijk veengebied van Holland wel nodig zijn. De heervan de Breemer vraagt naar de omvang van bodemdaling Arkemheen. De geconstateerde maximale bodemdaling hier is 25 cm. De heer van Blommestein stelt een vraag over de verhoudingen van de verticale ten opzichte van de horizontale waterstand en waar het peilbesluit betrekking op heeft. De heer Nieuwenhuis geeft aan dat het alleen op horizontale standen gaat De Noordelijke IJsselvallei is niet opgenomen in de verordening. Hier komt nog meer informatie over. De heer van Wijhe vraagt wat daadwerkelijk het verschil is tussen zomer, winter, minimum en maximum peil waarover tijdens de presentatie wordt gesproken. In de nieuwe peilenplannen wordt uitgegaan van een minimum en maximumpeil. De beheerder kan dan sneller inspelen op weersomstandigheden. Het gebied wat op niveau is gehouden is het peilbesluit. De heer van Wijhe is blij met deze mogelijkheid. 6. W.v.t.t.k. De heer Lok refereert aan een brief de Algemene Waterschapspartij en vraagt of hier vanuit het waterschap een reactie op komt. De heer Spaan licht toe dat de Unie momenteel coördineert richting de politieke partijen vanuit de Waterschappen via de contactpersonen van verschillende lijsten. Van de leden van de 2 e kamer ontvangen we naar verwacht voor hun reces een brief. De voorkeur van de heer Lok voor een noodwet is reeds tijdens het FBA overleg van 7 mei aan de orde geweest. Verder vraagt de heer Lok aandacht voor het beschikbare geld van de overstort Nunspeet (wanneer terug te komen in de vergadering?) Perceptie bewoners lijkt anders dan er voor staat. Dit wordt ook geagendeerd op de AB vergadering van 30 mei a.s. De heer Boot geeft dat naar aanleiding van eerdere opmerkingen in het AB over de Halveradsbeek, de heer van Oort in het veld is wezen kijken en geschrokken is van de situatie die door Staatsbosbeheer wordt ingericht. Mevrouw Brouwer geeft aan dat het onderwerp haar aandacht heeft en dat zij zich zelf ook zal laten informeren en dinsdag a.s. in het D&H op de agenda zal behandelen.

6 Blad 6 van 7 Als laatste punt geeft de heer Boot aan zich te storen aan de wijze van uiten van een aantal aanwezigen tijdens de vergadering. Hij vraagt zich af of sommige vragen/opmerkingen wel thuis horen in dit soort overleg. Mevrouw de Graaf noemt dat er naast de reeds besproken denktank ook al een innovatiegroep is geweest. Mogelijk kan dit ook worden meegenomen? De denktank is al bestaand (zoals vermeld). Moet alleen weer nieuw leven in worden geblazen. Vanuit Water Natuurlijk is er een persbericht de deur uit over landbouwgif (limida). Dit ter kennisgeving. De heer van den Breemer vraagt of de aard van de commissie vergadering is besluitvormend? De voorzitter geeft aan: het D&H zorgt voor de agenda van de commissie. De onderwerpen zijn meningsvormend en / of adviserend richting het AB. De heer van Blommestein vind het een probleem dat de volgende vergaderingen van de commissies Keten en Systeem op 14 juni tegelijk plaats vinden in verband met zijn gewenste deelname aan beide commissies. Ditzelfde geldt voor mevrouw van der Meulen. Splitsing naar 13 juni is geen optie in verband met de voetbalwedstrijd NL-Dui. Dit ongenoegen wordt meegenomen naar het komende D&H van 15 mei a.s. Mevrouw de Graaf doet de suggestie om per partij één afgevaardigde naar één commissie te sturen. De heer van Wijhe verzoekt om zo gering mogelijk wijzigingen in de A, B en C watergangen aan te brengen om zo achteraf veel onrust en ellende te voorkomen. Dit punt wordt behandeld in het informatieve AB op 12 juni. 7. Rondvraag & Sluiting De voorzitter dankt alle aanwezigen en sluit de vergadering om uur. Actielijst Nr. Datum afspraak Actie Door Vóór/op Afgerond Denktank ecologische verbindingszones formeren Nazenden verslag laatste cie Water Veluwe overleg M. Brouwer Secretariaat Notitie bestuur informeren besluitvorming van de Zomerbedverlaging K. Blokland Bespreken data volgende Commissies in D&H P. Spaan

7 Blad 7 van 7