VERWERKING DATA TOELICHTING SCHALEN

Transcriptie

1 VERWERKING DATA TOELICHTING SCHALEN 1

2 Voor de verwerking van de data gebruiken we niet de individuele antwoorden bij elk item. We werken met somscores waarbij je een gemiddelde neemt van alle items van één schaal (= items die inhoudelijk samen horen). De somscores (telkens de laatste kolommen in elk Excel-bestand) zijn reeds aangemaakt in de Excel-bestanden. Dit betekent dat de gemiddelde scores per schaal automatisch berekend worden als jullie alle gegevens hebben ingegeven. Als jullie het Excelbestand openen zal je zien dat in de kolommen van de somscoresschalen een foutmelding wordt gegeven. Deze melding geeft aan dat de cellen nog niet zijn ingevuld en dat er bijgevolg nog geen gemiddelde berekend kan worden. Van zodra alle gegevens zijn ingevuld zal deze melding verdwijnen en zullen de somscores automatisch berekend worden. In de laatste rij word er per schaal het gemiddeld van alle leerlingen weergegeven. In dit document worden de verschillende schalen toegelicht. Dit is ook aan bod gekomen tijdens de les van 26 februari. In totaal zijn er 11 schalen, deze schalen zijn geordend in 3 hoofdclusters, namelijk: wat doet een zelfregulerende leerling VOOR, TIJDENS en NA het maken van schoolwerk. Per schaal wordt ook een overzicht gegeven van de corresponderende items in de verschillende vragenlijsten. 2

3 VOOR TAAKANALYSE PLANNING MOTIVATIE-ORIËNTATIE SELF-EFFICACY TIJDENS LEERSTRATEGIEËN MOTIVATIE- STRATEGIEËN DOORZETTINGS- VERMOGEN STUDIEOMGEVING MONITORING NA ZELFEVALUATIE ATTRIBUTIE 3

4 TAAKANALYSE Voor een leerling effectief start aan een opdracht, leest de leerling goed de opdracht zodat hijzij weet wat verwacht wordt van hemhaar. Na het verkennen van de taak, activeert de leerling zijnhaar voorkennis en dit zowel op inhoudelijk vlak (wat weet ik hier al over?) als strategisch vlak (Herken ik dit soort opdracht? Hoe heb ik het toen aangepakt, wat ging goed, wat minder goed? ). Naast het activeren van voorkennis gaat de leerling binnen deze stap ook na wat hijzij vind over de taak en stelt hijzij concrete doelen op. - Voor ik begin aan mijn schoolwerk, lees ik goed de Voor ik begon aan mijn taken, heb ik goed de Alvorens te starten aan opdrachten, leest de leerling of opdracht. [TK001] opdracht gelezen. [NTK001] luistert hijzij aandachtig naar de instructies, zodat Voor ik begin aan mijn schoolwerk, zorg ik dat ik goed Voor ik begon aan mijn taken, heb ik ervoor gezorgd hijzij goed weet wat verwacht wordt. [LTK01] weet wat ik moet doen. [TK002] dat ik goed wist wat ik moest doen. [NTK002] Voor ik begin aan mijn schoolwerk, vraag ik me af: Waarover gaat het? Wat weet ik er al over?. [TK003] Voor ik begon aan mijn taken, heb ik me afgevraagd: Waarover gaat het? Wat weet ik hier al over?.[ntk003] Alvorens te starten aan opdrachten, activeert de leerling zijnhaar relevante voorkennis (Wat weet ik hier al over?). [LTK02] Voor ik begin aan mijn schoolwerk, vraag ik me af: Herken ik dit soort opdracht?. [TK004] Voor ik begon aan mijn taken, heb ik me afgevraagd: Herken ik dit soort opdracht?. [NTK004] De leerling benut spontaan vroegere ervaringen om opdrachten aan te pakken. [LTK03] Als ik een opdracht moet doen die ik al eens gedaan heb, vraag ik me af: Hoe heb ik het toen gedaan? Was dat een goede manier?. [TK005] Voor ik begin aan mijn schoolwerk, vraag ik me af: Wat vind ik er van (leuk, moeilijk, interessant, )?. [TK006] Voor ik begin aan mijn schoolwerk, vraag ik me af: Zal het mij lukken?. [TK007] Voor ik begin aan mijn huiswerk, kijk ik in mijn agenda wat ik allemaal moet doen en tegen wanneer. [TK008] Voor ik begin aan mijn schoolwerk, kijk ik wat ik allemaal moet doen. [TK009] Ik had al eens eerder zo n taken gedaan en heb me afgevraagd: Hoe heb ik het toen gedaan? Was dat een goede manier?. [NTK005] Voor ik begon aan mijn taken, heb ik nagedacht wat ik er van vond (leuk, moeilijk, interessant, ). [NTK006] Voor ik begon aan mijn taken, heb ik me afgevraagd: Zal het mij lukken?. [NTK007] Voor ik begon aan mijn taken, heb ik gekeken wat ik allemaal moest doen. [NTK008] Alvorens te starten aan opdrachten, kijkt de leerling wat hijzij allemaal moet doen en tegen wanneer. [LTK04] 4

5 PLANNING Een tweede belangrijke stap binnen het zelfregulerend leren is het plannen van het schoolwerk. Rekening houdend met de informatie verzameld in de eerste stap, plant de leerling zijnhaar schoolwerk. De leerling maakt hierbij zowel een tijdsplanning (wanneer ga ik mijn schoolwerk maken?) als een ruimteplanning (waar ga ik mijn schoolwerk maken?) en denkt na HOE hijzij het schoolwerk kan aanpakken. Voor ik begin aan mijn schoolwerk, plan ik wanneer ik de verschillende taken ga doen. [PL010] De leerling maakt een planning voor zijnhaar Voor ik begin aan mijn schoolwerk, kijk ik wat ik eerst ga doen en wat ik daarna ga doen. [PL011] Voor ik begon aan de taken, heb ik gekeken wat ik eerst ging doen en wat ik daarna ging doen. [NPL009] schoolwerk. [LPL05] Als ik mijn schoolwerk moeilijk vind, plan ik er meer tijd voor. [PL012] Voor de moeilijkste taak, heb ik meer tijd gepland. [NPL010] De leerling houdt rekening met de taakkenmerken (moeilijkheidsgraad, hoeveelheid, ) om te bepalen hoeveel tijd hijzij zal nodig hebben om opdrachten te maken. [LPL06] Bij een grote taak of les, begin ik enkele dagen vooraf en doe ik elke dag een stukje. [PL013] De leerling denkt vooruit en spreidt grote taken of lessen over verschillende dagen. [LPL07] Voor ik begin aan mijn schoolwerk, kijk ik hoelang ik zal werken. [PL014] Voor ik begon aan de taken, heb ik gekeken hoelang ik zou werken. [NPL011] Voor ik begin aan mijn schoolwerk, denk ik na hoe ik te werk kan gaan en kies dan de beste manier. [PL015] Voor ik begin aan mijn schoolwerk, leg ik klaar wat ik nodig heb. [PL016] Voor ik begin aan mijn schoolwerk, denk ik na waar ik mijn schoolwerk ga maken. [PL017] Ik begin te laat aan mijn schoolwerk waardoor ik me moet haasten. [PL018] Ik hou mijn boekentas, lessenaar en mappen netjes. [PL019] Voor ik begon aan de taken, heb ik nagedacht over hoe ik te werk kon gaan en heb dan de beste manier gekozen. [NPL012] Voor ik begon aan de taken, heb ik klaargelegd wat ik nodig had. [NPL013] De leerling denkt na hoe hijzij zijnhaar schoolwerk zal aanpakken en kiest dan de beste manier. [LPL09] De leerling houdt zijnhaar boekentas, lessenaar en mappen ordelijk. [LPL08] 5

6 MOTIVATIE-ORIËNTATIE Binnen deze schaal staat volgende vragen centraal: Waarom maak jij jouw schoolwerk?, Waarom doe jij jouw best?. Volgens de zelfdeterminatie-theorie (ZDT) kunnen er 4 vormen van motivatie worden onderscheiden. Overeenkomstig met deze 4 vormen bevat deze schaal 4 subschalen. In het Excel-bestand zijn ook deze 4 subschalen aangemaakt. Bij extrinsieke motivatie voeren de leerlingen hun taken uit om aan externe vereisten te voldoen, om een beloning te verkrijgen of een straf te vermijden. Geïntrojecteerde motivatie betekent dat de leerling zichzelf onder druk zet om een bepaalde activiteit uit te voeren. De druk en de controle komen dus niet van buitenuit, maar uit zichzelf. Geïdentificeerd gemotiveerde leerlingen doen hun schoolwerk omdat ze de taak of leerstof persoonlijk zinvol of relevant vinden. Intrinsiek gemotiveerde leerlingen maken een taak omdat ze de taak op zich interessant of boeiend vinden. Deze 4 vormen kunnen dus op een continuüm gezet worden gaande van extrinsieke motivatie naar intrinsieke motivatie. Binnen de ZDT wordt intrinsieke en geïdentificeerde motivatie gezien als autonome motivatie, en extrinsieke en geïntrojecteerde motivatie als gecontroleerde motivatie. Volgens de ZDT heeft autonome (versus gecontroleerde) motivatie positieve effecten op het leerproces, op de leerprestaties en op het volhouden van studiegedrag. Binnen de vragenlijst voor de leerkracht zijn er geen items opgenomen met betrekking tot deze schaal omdat het moeilijk is voor een leerkracht in te schatten door welke redenen een leerling voornamelijk gemotiveerd is. Extrinsieke motivatie omdat anderen (ouders, juf, meester, ) dat van mij verwachten.[emt075] omdat anderen (ouders, juf, meester, ) dat van mij verwachtten. [NEMT055] omdat ik dat moet doen van anderen (ouders, juf, omdat ik dat moest doen van anderen (ouders, juf, meester, ). [EMT076] meester, ). [NEMT056] omdat anderen (ouders, juf, meester, ) me omdat anderen (ouders, juf, meester, ) me verplicht verplichten om dat te doen. [EMT077] hebben om dat te doen. [NEMT057] omdat anderen (ouders, juf, meester, ) me dwingen omdat anderen (ouders, juf, meester, ) me dat te doen. [EMT078] gedwongen hebben dat te doen. [NEMT058] omdat ik dan een beloning krijg van anderen (ouders, omdat ik dan een beloning krijg van anderen (ouders, juf, meester, ). [EMT079] juf, meester, ). [NEMT059] omdat ik goede punten zou hebben. [EMT080] omdat ik goede punten zou hebben. [NEMT060] omdat anderen (ouders, juf, meester, ) niet boos omdat anderen (ouders, juf, meester, ) niet boos 6

7 zouden zijn op mij. [EMT081] zouden zijn op mij. [NEMT061] Geïntrojecteerde motivatie omdat ik me schuldig zou voelen als ik niet mijn best omdat ik me schuldig zou voelen als ik niet mijn best zou doen. [INMT082] zou gedaan hebben. [NINMT062] omdat ik me zou schamen als ik niet mijn best zou omdat ik me zou schamen als ik niet mijn best zou doen. [INMT083] gedaan hebben. [NINMT063] omdat ik wil dat anderen (ouders, vrienden, juf, omdat ik wil dat anderen (ouders, vrienden, juf, meester, ) denken dat ik slim ben. [INMT084] meester, ) denken dat ik slim ben. [NINMT064] omdat ik aan anderen (ouders, vrienden, juf, meester, ) wil tonen dat ik een goede leerling ben. [INMT085] omdat ik aan anderen (ouders, vrienden, juf, meester, ) wil tonen dat ik een goede leerling ben. [NINMT065] Geïdentificeerde motivatie omdat ik nieuwe dingen wil bijleren. [IDMT086] omdat ik nieuwe dingen wil bijleren. [NIDMT066] omdat ik dat belangrijk vind voor later. [IDMT087] omdat ik dat belangrijk vind voor later. [NIDMT067] omdat ik dat nuttig vind voor mezelf. [IDMT088] omdat ik dat nuttig vind voor mezelf. [NIDMT068] omdat ik dat zelf belangrijk vind. [IDMT089] omdat ik dat zelf belangrijk vind. [NIDMT069] Intrinsieke motivatie omdat ik het interessant vind. [IMT090] omdat ik de taken interessant vond. [NIMT070] omdat ik het boeiend vind. [IMT091] omdat ik de taken boeiend vond. [NIMT071] omdat ik het leuk vind. [IMT092] omdat ik de taken leuk vond. [NIMT072] omdat ik dat heel graag doe. [IMT093] omdat ik de taken heel graag deed. [NIMTT073] 7

8 SELF-EFFICACY Binnen deze schaal peilen we in welke mate de leerlingen zichzelf competent achten om zelfregulerende vaardigheden uit te voeren (taakanalyse, plannen, motiveren, doorzetten, monitoring, evalueren en gebruik maken van leerstrategieën). Ook omtrent deze schaal zijn er in de vragenlijst van de leerkracht geen items opgenomen aangezien het gaat om een persoonlijke inschatting van de eigen competenties. Ik ben goed in Het is gelukt om opdrachten begrijpen.[se094] de opdrachten goed te begrijpen. [NSE080] mijn schoolwerk op tijd afwerken. [SE095] de taken op tijd af te werken. [NSE081] vooraf nadenken op welke manier ik mijn schoolwerk vooraf na te denken op welke manier ik de taken ging ga aanpakken. [SE096] aanpakken. [NSE082] vooraf mijn schoolwerk plannen. [SE097] vooraf de taken te plannen. [NSE083] mezelf motiveren om aan mijn schoolwerk te beginnen. [SE098] mezelf motiveren om mijn schoolwerk af te werken. [SE099] mijn schoolwerk maken, ook al vind ik het saai of moeilijk. [SE100] aandachtig werken tijdens mijn schoolwerk. [SE101] mezelf te motiveren om de taken te maken. [NSE084] mezelf te motiveren om de taken af te werken. [NSE085] aandachtig te blijven werken tijdens het maken van de taken. [NSE086] er voor zorgen dat er me geen dingen afleiden op de plaats waar ik mijn schoolwerk maak. [SE102] volhouden tijdens het maken van mijn schoolwerk. vol te houden tijdens het maken van de taken. [NSE087] [SE103] weten wat belangrijk en minder belangrijk is tijdens te weten wat belangrijk en minder belangrijk was. [NSE088] het leren. [SE104] dingen onthouden. [SE105] de belangrijkste dingen te onthouden. [NSE089] belangrijke dingen aanduiden tijdens het leren. [SE106] het verband leggen tussen iets nieuws dat ik leer en wat ik al weet van vroeger. [SE107] een schema of mind map (woordenspin) maken tijdens het leren. [SE108] belangrijke dingen aan te duiden tijdens het leren. [NSE090] het verband te leggen tussen de tekst spinnen en wat ik al wist van vroeger. [NSE091] een schema of mind map (woordenspin) te maken tijdens het leren van de tekst spinnen. [NSE092] 8

9 mijn manier van werken veranderen als iets niet goed gaat tijdens mijn schoolwerk. [SE109] doen wat ik gepland heb. [SE110] te doen wat ik gepland had. [NSE093] mijn schoolwerk zelf controleren. [SE111] de taken zelf te controleren. [NSE094] leren uit mijn fouten. [SE112] te leren uit wat fout ging tijdens de taken. [NSE095] 9

10 LEERSTRATEGIEËN Leerstrategieën verwijst naar de strategieën die leerlingen gebruiken bij het leren van leerstof. Er worden in het algemeen 4 soorten leerstrategieën onderscheiden: Herhalingsstrategieën verwijzend naar memoriseren, van buiten leren, enz. Elaboratiestrategieën waarbij leerlingen verbanden, analogieën, maken tussen verschillende leerinhouden of voorkennis Organisatiestrategieën waarbij leerlingen strategieën gebruiken om leerstof te ordenen enof te structureren Begrijpen verwijzend naar de wil om leerstof echt te begrijpen en niet zomaar vanbuiten leren. In het Excel-bestand zijn ook deze 4 subschalen aangemaakt. Herhalingstrategieën Tijdens het leren heb ik Als ik iets moet leren, kijk ik naar titels of prenten om te weten waarover het gaat. [LSH020] gekeken naar de titels of prenten om te weten waarover de tekst ging. [NLSH014] Tijdens het leren, lees of zeg ik alles opnieuw tot ik het ken. [LSH021] alles opnieuw gelezen of opgezegd tot ik het kende. [NLSH015] Tijdens het leren, schrijf ik alles opnieuw tot ik het ken. alles opnieuw geschreven tot ik het kende. [NLSH016] Als de leerling iets moet instuderen, leert hijzij de [LSH022] leerstof vooral uit het hoofd. [LLSH10] Tijdens het leren, dek ik een deel van de les af en probeer ik het op te zeggen. [LSH023] een deel van de tekst afgedekt en heb ik geprobeerd het op te zeggen. [NLSH017] Tijdens het leren, herhaal ik het tot ik het helemaal ken. [LSH024] het herhaald tot ik het helemaal kende. [NLSH018] Elaboratiestrategieën Tijdens het leren, probeer ik wat ik moet leren na te vertellen in mijn eigen woorden. [LSE025] geprobeerd de tekst in mijn eigen woorden na te vertellen. [NLSE019] Tijdens het leren, maak ik een samenvatting. [LSE026] een samenvatting gemaakt. [NLSE020] Tijdens het leren, gebruik ik geheugensteuntjes of trucjes om iets beter te onthouden. [LSE027] geheugensteuntjes of trucjes gebruikt om iets beter te kunnen onthouden. [NLSE021] De leerling legt verbanden tussen nieuwe leerstof en zijnhaar voorkennis. [LLSE11] Als ik iets nieuws leer, leg ik het verband met wat ik al van vroeger weet. [LSE028] een verband gelegd tussen de tekst spinnen en wat ik al van vroeger weet. [NLSE022] Ik zoek voorbeelden bij wat ik moet leren. [LSE029] voorbeelden gezocht. [NLSE023] 10

11 Ik maak zelf vraagjes en na het leren los ik deze vraagjes op. [LSE030] Tijdens het leren, maak ik een schema of een mind map (woordenspin). [LSO031] Tijdens het leren, duid ik de belangrijkste dingen aan of schrijf ik ze op. [LSO32] Tijdens het leren, kijk ik wat belangrijk en wat minder belangrijk is. [LSO033] Tijdens mijn schoolwerk, gebruik ik een kladschrift of kladblad. [LSO034] Tijdens het leren, zoek ik naar de betekenis van moeilijke woorden. [LSB035] Tijdens het leren, zorg ik ervoor dat ik alles begrijp. [LSB036] Als ik iets niet begrijp, herlees ik het nog eens. [LSB037] vraagjes gemaakt en na het leren heb ik ze opgelost. [NLSE024] Organisatiestrategieën een schema of mind map (woordenspin) gemaakt. [NLSO025] de belangrijkste dingen aangeduid of opgeschreven. [NLSO026] gekeken wat belangrijk en wat minder belangrijk was. [NLSO027] een kladschrift of kladblad gebruikt. [NLSO028] Begrijpen naar de betekenis van moeilijke woorden gezocht. [NLSB029] ervoor gezorgd dat ik alles begreep. [NLSB030] De leerling structureert de leerstof (aanduiden kernwoorden, titels, schema maken, samenvatting,...) bij het doornemen van leerstof. [LLSO12] De leerling maakt een onderscheid tussen hoofd- en bijzaken bij het doornemen van leerstof. [LLSO13] Bij het doornemen van leerstof, tracht de leerling de leerstof echt te begrijpen. [LLSB14] 11

12 STUDIEOMGEVING Deze schaal verwijst naar hoe de leerling zijn leeromgeving aanpast zodat hijzij optimaal kan werken. Dit betekent dat de leerling zich ook bewust is van wat hemhaar stoort. In de taakspecifieke vragenlijst zijn er geen items opgenomen omtrent dit thema aangezien het maken van de taak in de klas gebeurde en de leerlingen minder vrijheid hadden om deze ruimte aan te passen. Ook bij de vragenlijst van de leerkracht zijn er geen items opgenomen omdat de leerkracht in de meeste gevallen niet weet hoe en waar de leerlingen zijn huiswerk maakt. Ik maak mijn schoolwerk op een plaats waar ik aandachtig kan werken. [ST038] Als ik mijn schoolwerk maak, heb ik enkel dat wat ik nodig heb bij mij. [ST039] Ik weet wat me stoort tijdens het maken van mijn schoolwerk. [ST040] 12

13 DOORZETTINGSVERMOGEN In deze schaal zijn er items opgenomen omtrent doorzettingsvermogen en concentratie tijdens het maken van schoolwerk. Ook als ik liever andere dingen wil doen, begin ik aan mijn schoolwerk. [DZ041] Ook al wou ik liever andere dingen doen, ik ben toch begonnen aan de taken. [NDZ031] Ook als een taak moeilijk is of niet goed lukt, zet de leerling door. [LDZ15] Ook als ik mijn schoolwerk moeilijk of saai vind, doe ik mijn best. [DZ042] Ook als ik liever andere dingen wil doen, werk ik mijn schoolwerk af. [DZ044] Tijdens de taken, heb ik aan andere dingen gedacht. [NDZ032] Ik hou vol tot mijn schoolwerk af is. [DZ045] Ik heb volgehouden tot de taken af waren. [NDZ033] Tijdens mijn schoolwerk, denk ik aan andere dingen. [DZ043] Tijdens mijn schoolwerk, werk ik aandachtig en laat ik me niet afleiden. [DZ046] Tijdens de taken, heb ik aandachtig gewerkt en heb ik me niet laten afleiden. [NDZ034] De leerling werkt aandachtig en geconcentreerd. [LDZ16] Als ik afgeleid ben tijdens mijn schoolwerk, probeer ik snel terug verder te werken. [DZ047] 13

14 MONITORING Tijdens het maken van schoolwerk is het belangrijk om tussendoor te controleren of alles nog goed verloopt en indien nodig bij te sturen. Deze tussentijdse controlebijsturing heeft zowel betrekking op cognitie, gedrag alsook motivatie. Tijdens mijn schoolwerk, vraag ik me af: Lukt het goed Tijdens de taken, heb ik me afgevraagd: Lukt het goed Tijdens het maken van schoolwerk, past de leerling op deze manier?. [MT048] op deze manier?. [NMT035] spontaan zijnhaar aanpak aan als iets niet goed lukt. [LMT17] Als ik merk dat iets niet lukt, probeer ik het op een andere manier aan te pakken. [MT049] Tijdens mijn schoolwerk, vraag ik me af: Begrijp ik nog alles?. [MT050] Tijdens mijn schoolwerk, vraag ik me af: Heb ik nog genoeg tijd?. [MT051] Tijdens mijn schoolwerk, kijk ik tussendoor wat ik al gedaan heb en hoeveel ik nog moet doen. [MT052] Tijdens mijn schoolwerk, volg ik mijn planning. [MT053] Tijdens mijn schoolwerk, vraag ik me af: Wat vind ik moeilijk? Wat moet ik nog eens oefenen?. [MT054] Als iets niet lukt tijdens mijn schoolwerk, vraag ik hulp aan anderen (ouders, meester, juf, vrienden, ). [MT055] Als ik iets niet goed begrijp, vraag ik hulp aan anderen (ouders, meester, juf, vrienden, ). [MT056] Tijdens de taken, heb ik me afgevraagd: Begrijp ik nog alles?. [NMT036] Tijdens de taken, heb ik me afgevraagd: Heb ik nog genoeg tijd?. [NMT037] Tijdens de taken, heb ik tussendoor gekeken wat ik al gedaan had en hoeveel ik nog moest doen. [NMT038] Tijdens de taken, heb ik mijn planning gevolgd. [NMT039] Tijdens de taken, heb ik me afgevraagd: Wat vind ik moeilijk? Wat moet ik nog eens inoefenen?. [NMT040] Tijdens het maken van schoolwerk, controleert de leerling tussendoor of hijzij alles nog begrijpt. [LMT18] Tijdens het maken van schoolwerk, bewaakt de leerling de tijd of zijnhaar planning. [LMT19] De leerling vraag enkel hulp wanneer dit nodig is. [LMT21] 14

15 MOTIVATIESTRATEGIEËN Binnen zelfregulerend leren is motivatie ook een belangrijk component. In deze schaal peilen we in welke mate de leerlingen strategieën gebruiken om hun motivatie te reguleren, zoals positieve self-talk, zichzelf belonen, taken interessanter maken en het belang van de taak voor ogen houden. Tijdens mijn schoolwerk, motiveer ik mezelf om verder Tijdens de taken, heb ik mezelf gemotiveerd om verder De leerling motiveert zichzelf om taken af te werken. te werken. [MOTS057] te werken. [NMOTS041] [LMOTS20] De leerling motiveert zichzelf om aan een taak te beginnen. [LMOTS22] Als ik het niet meer leuk vind om mijn schoolwerk te maken, probeer ik er iets aan te doen. [MOTS058] Ik zeg tegen mezelf: Als ik klaar ben met mijn schoolwerk, ga ik iets leuks doen. [MOTS059] Ik bedenk een manier (spelletje, quiz, ) om mijn schoolwerk leuker te maken. [MOTS060] Tijdens mijn schoolwerk, zeg ik tegen mezelf: Nog even en je bent klaar. [MOTS061] Tijdens mijn schoolwerk, zeg ik tegen mezelf: Je kan het! Doe maar verder!. [MOTS062] Tijdens mijn schoolwerk, denk ik aan redenen waarom het belangrijk is om dit schoolwerk te doen. MOTS063] Ik heb een manier (spelletje, quiz, ) bedacht om de taken leuker te maken. [NMOTS042] Tijdens de taken, heb ik tegen mezelf gezegd: Nog even en je bent klaar. [NMOTS043] Tijdens de taken, heb ik tegen mezelf gezegd: Je kan het! Doe maar verder!. [NMOTS044] Tijdens de taken, heb ik gedacht aan redenen waarom het belangrijk was om de taken te maken. [NMOTS045] 15

16 ZELFEVALUATIE Na het voltooien van het schoolwerk, evalueert de leerling zichzelf. Deze zelfevaluatie heeft niet enkel betrekking op het eindproduct, maar de leerling blikt ook terug op het doorlopen proces. Dus zowel product- als procesevaluatie. Na mijn schoolwerk, kijk ik mijn antwoorden na.[ze064] Na het maken van de taken, heb ik mijn antwoorden nagekeken. [NZE046] Na het maken van zijnhaar schoolwerk, controleert de Na mijn schoolwerk, kijk ik of ik niets vergeten ben. [ZE065] Na het maken van de taken, heb ik nagekeken of ik niets vergeten was. [NZE047] leerling spontaan zijnhaar schoolwerk. [LZE24] Na mijn schoolwerk, kijk ik of ik alles gedaan heb wat gevraagd werd. [ZE066] Na het maken van de taken, heb ik gekeken of ik alles gedaan had wat gevraagd werd. [NZE048] Na het maken van zijnhaar schoolwerk, kijkt de leerling spontaan na of hijzij gedaan heeft wat gevraagd werd. [LZE23] Na mijn schoolwerk, vraag ik aan iemand anders (ouders, broer, zus, juf, meester, ) om het na te kijken of om mijn les op te vragen. [ZE067] Na het leren van een les, vraag ik me af: Ken ik goed mijn les? [ZE068] Na het leren van de tekst, heb ik me afgevraagd: Ken ik goed de tekst?. [NZE049] Na mijn schoolwerk, vraag ik me af: Heb ik dit op een goede manier gedaan? [ZE069] Na het maken van de taken, heb ik me afgevraagd: Heb ik dit op een goede manier gedaan?. [NZE050] Na mijn schoolwerk, vraag ik me af: Zal ik het de volgende keer op dezelfde manier doen of kies ik beter een andere manier? [ZE070] Na mijn schoolwerk, vraag ik me af: Is het goed gegaan? [ZE071] Na mijn schoolwerk, vraag ik me af: Wat vond ik ervan (leuk, moeilijk, saai, interessant, )? [ZE072] Ik ben fier als ik mijn schoolwerk heb afgewerkt. [ZE073] Als ik een toets of taak terug krijg, vraag ik me af: Welke fouten heb ik gemaakt? Hoe komt dit? [ZE074] Na het maken van de taken, heb ik me afgevraagd: Zal ik het de volgende keer op dezelfde manier doen of kies ik beter een andere manier?. [NZE051] Na het maken van de taken, heb ik me afgevraagd: Is het goed gegaan?. [NZE052] Na het maken van de taken, heb ik me afgevraagd: Wat vond ik ervan (leuk, moeilijk, saai, interessant, )?. [NZE053] Ik ben fier dat ik de taken heb afgewerkt. [NZE054] Na het maken van zijnhaar schoolwerk, evalueert de leerling spontaan zijnhaar aanpak ( Heb ik het goed aangepakt? ). [LZE25] De leerling bekijkt gecorrigeerde taken en toetsen om hieruit te leren. [LZE26] 16

17 ATTRIBUTIE Attributie verwijst naar gedachten en gevoelens die men toeschrijft aan het eigen succes of falen. Of met andere woorden: Hoe verklaren leerlingen hun succes of falen?. Binnen deze schaal onderscheiden we 2 subschalen: interne en externe attributie. Van externe attributie is er sprake als de oorzaken voor succes of falen gezien worden als liggend buiten de betrokkene (moeilijkheidsgraad, geluk hebben, enz.). Er is sprake van interne attributie als de oorzaken voor succes of falen gezien worden als liggend binnen de betrokkene (aanleg, inspanning, enz). In het Excel-bestand zijn ook deze 2 subschalen aangemaakt. Interne attributie Als mijn schoolwerk niet goed lukte, is het... Het is gelukt omdat ik niet zo een goede leerling ben. [IA113] omdat ik slim ben. [NSIA096] + [NTIA110] omdat ik niet hard genoeg mijn best gedaan heb. omdat ik goed mijn best gedaan heb. [NSIA097] + [IA114] [NTIA111] omdat ik het niet op een goede manier heb aangepakt. omdat ik het op een goede manier heb aangepakt. [IA115] [NSIA098] + [NTIA112] Als mijn schoolwerk goed lukte, is het omdat ik slim ben. [IA120] omdat ik goed mijn best gedaan heb. [IA121] omdat ik het op een goede manier heb aangepakt. [IA122] omdat ik niet zo een goede leerling ben. [NSIA103]+ [NTIA118] omdat ik niet hard genoeg mijn best gedaan heb. [NSIA104] + [NTIA119] omdat ik het niet op een goede manier heb aangepakt. [NSIA105] + [NTIA120] Externe attributie Als mijn schoolwerk goed lukte, is het Het is gelukt omdat ik een goede dag had. [EA123] omdat ik een goede dag heb. [NSEA099] + [NTEA113] omdat het gemakkelijk was. [EA124] omdat het gemakkelijk was. [NSEA100] + [NTEA114] omdat er me iemand geholpen heeft. [EA125] omdat er me iemand geholpen heeft. [NSEA101] + [NTEA115] omdat ik geluk heb gehad met de vragen. [EA126] omdat ik geluk had. [NSEA102] + [NTEA116] Als mijn schoolwerk goed lukte, is het Het is niet gelukt omdat ik een slechte dag had. [EA116] omdat ik een slechte dag heb. [NSEA106] + [NTEA121] 17

18 omdat het te moeilijk was. [EA117] omdat het te moeilijk was. [NSEA107] + [NTEA122] omdat niemand me geholpen heeft. [EA118] omdat niemand me geholpen heeft. [NSEA108] + [NTEA123] omdat ik geen geluk heb gehad met de vragen. [EA119] omdat ik pech had. [NSEA109] + [NTEA124] 18