., l,,ll.. - ll l hl l T l hlll' l - l - l ll

Transcriptie

1 Centrum Publieksparticipatie PHS GON Postbus GH 'S-GRAVENHAGE., l,,ll.. - ll l hl l T l hlll' l - l - l ll uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum verzending 22 mei 2013 IENM/BSK-2013/ UIT04285 contactpersoon doorkiesnummer J. Wissink info@borne.nl onderwerp Zienswijze Milieueffectrapportage 1e fase, onderdeel van Milieueffectrapportage Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Goederenroute Oost- Nederland bijlagen geen Geachte heer, mevrouw, Na in maart 2012 onze zienswijze te hebben ingediend op de ontwerp notitie Reikwijdte en Detailnivea (R&D) met betrekking tot de milieueffectrapportage (MER) Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Goederenroutering Oost Nederland (GON) willen we nu gebruik maken van de mogelijkheid om onze inspraakreactie op de Milieueffectrapportage 1 e fase MER PHS GON te geven. Met deze inspraak willen we u in staat stellen een goede keuze te maken tussen de in de MER beschreven varianten. In uw ontwerp-mer 1 e fase (MER PHS GON) worden vier tracé varianten, tussen Zutphen en Hengelo, met elkaar vergeleken voor wat betreft hun effecten op; de mensen, de omgeving en de economie. Een MER die duidelijk is opgezet en waar een goede structuur in zit. Helaas zijn de verschillen op deze thema's minimaal en verschillen ze met name in de kosten. Echter, zien we zeker verschillen voor Borne die we graag in deze inspraak willen voorleggen. Wij vinden het belangrijk dat u uit de vier varianten een keuze maakt en dat u een duidelijke planning geeft over de uitvoering van de tweede fase MER en de te nemen maatregelen. Keuze maken Wij vragen u expliciet wel een keuze te maken. Dit kan na de eerste fase MER of direct na uitvoeren van de tweede fase MER. Hiervoor is het noodzakelijk om direct na de eerste fase MER ook de tweede fase MER uit te voeren. Juist door dit proces te volgen zullen maatregelen genomen worden die de leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid in Borne moeten verbeteren. Op 12 september vindt er een bestuurlijk overleg plaats tussen Landsdeel Oost en de staatssecretaris, in dit gesprek vragen wij aandacht voor het keuze moment en planning voor het uitvoeren van de maatregelen. In het hoofdstuk Referentie 2030 wordt hier verder op ingegaan. Op het moment dat u geen keuze gaat maken zal er nog lange tijd onduidelijkheid onder de bevolking bestaan over de toekomstige leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid en zullen maatregelen ten aanzien Rheineplein DG Postbus AE Borne Telefoon fax info@borne.nl

2 van bijvoorbeeld geluid, in Borne, niet worden uitgevoerd. De leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid in de gemeenten langs het spoor is nu al zorgelijk en zullen tot 2030, door de enorme groei van het goederenvervoer over spoor in grote mate verslechteren. Wij verwachten van u, conform de notitie R&D, dat u één van de vier varianten gaat kiezen welke in de toekomst als Goederenroute Oost Nederland zal worden gebruikt. Planning Wij vragen u duidelijk te zijn over de planning bij de uitvoering van de tweede fase MER en de te nemen maatregelen die nodig zijn om de variant uit te voeren. Dit zal voor de bewoners langs het spoor meer vertrouwen geven omdat ze dan weten wanneer de maatschappelijke en wettelijk noodzakelijke maatregelen genomen worden. Wij ondersteunen de algemene inspraakreactie welke is ingebracht door de Regio Twente, door de Veiligheidsregio Twente, de GGD en Landsdeel Oost. Bij de samenstelling van deze inspraakreacties is intensief samengewerkt om een eenduidige inspraak te krijgen. Voor de gemeente Borne willen we, na het beschrijven van de referentie 2030, dieper ingaan op de effecten ten aanzien van; 1 Economische thema's 2 Mensengerichte thema's 3 Omgevingsgerichte thema's REFERENTIE 2030 In de MER eerste fase worden de vier varianten vergeleken ten opzichte van de referentie situatie. De referentie situatie is de situatie waarbij PHS niet wordt uitgevoerd maar de goederentreinen via Amersfoort -Apeldoorn - Deventer-Almelo -Borne richting Oldenzaal blijven rijden. Deze route rijden de goederentreinen nu ook. In de referentie is er geen nieuwe route, zoals in de vier varianten beschreven, nodig omdat er voldoende ruimte op het spoor tussen Amersfoort en Oldenzaal aanwezig is. In de referentie 2030 rijden er maar liefst 56 goederentreinen en 222 reizigerstreinen per dag door Borne. Nu zijn dat ertussen de 12 goederentreinen. In de MER eerste fase staat dat er bij deze aantallen treinen (totaal 278 per dag excl. "overige treinen") de wettelijke normen, voor bijvoorbeeld geluid, niet worden overschreden. Er zijn dus geen wettelijke maatregelen in Borne nodig om deze treinen te faciliteren. Bij de drie varianten waarbij een andere route, met één extra goederenpad via Elst-Deventer I Bathmen zal rijden, neemt het aantal goederentreinen ten opzichte van de referentie met 6 toe naar 62 per dag. Pas als een van die drie varianten gekozen wordt zullen er in Borne wel wettelijke maatregelen nodig zijn. Echter is aangegeven dat de maatregelen pas worden genomen als deze wettelijk verplicht zijn. Met andere woorden, de bewoners van Borne krijgen eerst te maken met een enorme toename van goederentreinen (van 12 naar 56) zonder dat er extra maatregelen nodig zouden zijn. Pagina 2

3 De gemeente Borne vindt het onacceptabel dat de leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid zo zal verslechteren. Nu al ervaren de bewoners veel geluid- en trillingshinder en vormt het spoor een grote barrière waardoor onveilige situaties ontstaan. De gemeente Borne wil weten wat u gaat doen, alvorens de wettelijke normen worden overschreden, in het kader van de leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid in Borne. Bent u voornemens de noodzakelijke maatregelen, met in achtneming van de maatschappelijke normen, te nemen? In het bestuurlijk overleg op 12 september is dit een belangrijk agenda punt. Wat houdt de referentie situatie in voor de steden die ten westen van Deventer liggen, kunnen de aantallen goederentreinen - zonder maatregelen - door deze steden? In de MER is daar geen aandacht voor geweest. De gemeente Borne vindt dan ook dat dit beter in beeld gebracht moet worden en bij de definitieve keuze meegewogen moet worden. Om die reden zou het beter zijn na de tweede fase MER de uiteindelijke keuze te maken. 1 ECONOMISCHE THEMA'S (robuustheid: toekomstvastheid, gebruikswaarde) Robuustheid: toekomstvastheid De gemeente Borne zet grote vraagtekens bij het feit dat u de groei van 12 goederentreinen in 2011 (huidige situatie) naar 56 goederentreinen (referentie 2030) als autonome groei betiteld. De groei van het goederentransport over spoor is bijna allemaal rechtstreeks het gevolg van de ontwikkeling van de 2 de Maasvlakte. Bij de aanleg van de 2 de Maasvlakte was in 2005 de doelstelling, met betrekking tot goederenomslag, een model split verschuiving in 2033 te behalen, nl.; boot-weg van 47 0 Zo naar 35 0 Zo, boot - water van 40 o Zo naar 45 0 Zo en boot - spoor van 13 0 Zo naar 20 0 Zo. Bij nieuwe ontwikkelingen als woonwijken en bedrijventerrein in Borne, wordt wel degelijk rekening gehouden met mogelijke uitbreiding c.q. aanpassing van infrastructuur. Wij verwachten dat ook bij een ontwikkeling als de 2 d e Maasvlakte waar miljarden wordt geïnvesteerd een betere ontsluitingsstructuur voor de weg, water en spoor wordt verzorgt. De gemeente Borne wil weten of er bij de aanleg van de 2 de Maasvlakte rekening is gehouden met bovengenoemde doelstelling. Hoe wordt er rekening gehouden met de gevolgen van deze groei, en de daartoe noodzakelijke ontsluitingsstructuur voor bijvoorbeeld het spoor in de rest van Nederland, waaronder Twente? De goederentreinen prognoses zijn tussen 2010 en 2013 naar beneden bijgesteld. De groei is 20 0 Zo minder ten opzichte van de eerste prognoses in 2010 welke in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau waren opgenomen. Niets zegt ons echter dat deze prognoses niet na 2030 toch nog gehaald worden. De gemeente Borne wil weten wat u doet op het moment dat de prognoses weer op het oude niveau terecht komen. Uit de lange termijn studie blijkt dat de capaciteit van het spoor dan niet voldoende is voor reizigerstreinen en goederentreinen. Hoe gaat u hiermee om? Het goederenvervoer over het bestaande spoor, dwars door alle kernen samen met de reizigerstreinen, zal niet passen. Hoe toekomstvast is het bestaande spoor? Pagina 3

4 ~ 2 JULI 2013 De gemeente Borne wil weten wie er in de toekomst voorrang gaat krijgen, zijn dat de reizigerstreinen of zijn dat de goederentreinen? De gemeente Borne adviseert u nu al een zo robuust mogelijk netwerk te maken en in te zetten op een dedicated spoor in Oost Nederland, hoe gaat u hiermee om? Gebruikswaarde Drie van de varianten gaan vanuit Zutphen via Deventer I Bathmen en de Twentelijn naar Oldenzaal, één variant gaat van Zutphen via de Twentekanaallijn naar Oldenzaal. Deze laatste route is aanzienlijk korter, en kost de vervoerder daardoor minder tijd en energie. De gemeente wil graag weten hoe zwaar dit thema in uw afweging meeweegt en of vervoerders ook gevraagd worden om een voor keursroute uit te spreken. 2 MENSGERICHTE THEMA'S (geluid, trillingen, barrière en externe veiligheid) Geluid In de MER wordt aangegeven dat de varianten in de beoordeling weinig van elkaar verschillen. Op gebied van geluid wordt aangegeven dat de effecten overwegend neutraal zijn, omdat geluid beperkende maatregelen worden toegepast. Bij alle varianten is het aantal gehinderde omwonenden daardoor lager dan de referentiesituatie 2030 met 56 goederentreinen per dag. De gemeente Borne vraagt zich af of u van plan bent om tot aan de wettelijke normen, het Geluids Productie Plafond (GPP), het spoor te belasten. De gemeente Borne wil dat u al eerder de maatschappelijke normen in acht neemt om de leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid in Borne te verbeteren. Het GPP wordt nu eerst "gevuld" voordat u maatregelen gaat nemen. Voor de bewoners van Borne betekent dit dat de leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid eerst sterk gaat afnemen (met 56 goederentreinen in plaats van 12 betekent dit meer geluidsbelasting, piekbelastingen, trillingen en een groter wordende barrière van het spoor door langere dichtligtijden met grote gevolgen voor de veiligheid) voordat u maatregelen gaat nemen. De gemeente Borne vraagt u de maatregelen eerder te nemen, doet u dat? Gaat u deze noodzakelijke en maatschappelijk verantwoorde investering naar voren halen om de leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid in Borne te verbeteren? Op het moment dat u kiest om één extra goederenpad via Eist - Deventer over de Twentelijn te laten lopen er in de toekomst in Borne geluidsmaatregelen nodig zijn. Met andere woorden voor 56 goederentreinen per dag zijn geen maatregelen nodig, voor 62 goederentreinen wel. De gemeente Borne wil graag weten wanneer u dan deze maatregelen gaat nemen. Wanneer, waar en welke maatregelen zijn dat in Borne? Pagina 4

5 " 2 JüU 2013 geluidsmetingen In de gemeente Borne zijn één jaar lang (van december 2011 t/m december 2012) op drie punten langs het spoor geluidsmetingen uitgevoerd. Deze geluidsmetingen laten zien dat de gemeten waarden iets hoger zijn dan de berekende waarde. De gemeten waarden zijn op twee punten 1 en 2 db hoger en op één punt 4 db lager (Mogelijke oorzaken kunnen zijn: verschil van afscherming vanwege het perron tussen werkelijkheid en het rekenvoorschrift, andere rijsnelheden optrekkende en remmende treinen, afwijkende railruwheid of aanwezigheid van vegetatie). De geluidswetgeving SWUNG richt zich op de etmaalgemiddelde geluidsbelasting ten opzicht van de GPP's. Uit de geluidsberekeningen valt op, dat een vergelijking met de formele GPP's blijkt dat de GPP's 6dB afwijken van de gemeten waarden (metingen zijn hoger). Deze formele GPP's zijn echter berekend met een vereenvoudigd rekenmodel en geven daardoor geen goed beeld van de werkelijke geluidsbelasting. De gemeente Borne vraagt zich af hoe u in de toekomst de GPP's en de gemeten waarden gaat vergelijken. Het GPP rekenmodel gaat uit van een situatie zonder bebouwing waardoor een vergelijking eigenlijk niet mogelijk is, toch vergelijkt u met de GPP's, is dit dan wel correct? Het RIVM heeft onlangs een aantal meetpunten buiten bebouwd gebied ingericht om daar de GPPwaarden te verifiëren. Wat zijn daar de resultaten van? De gemeente Borne heeft nu, naast de etmaalgemiddelde geluidsbelasting, ook inzicht in de piekbelastingen waar de bewoners langs het spoor aan bloot worden gesteld. Uit de metingen blijkt dat van de ruim 200 treinen die dagelijks door Borne rijden, gemiddeld 65 treinen een piekbelasting van 75 db(a) of hoger veroorzaken. En zelfs 30 treinen een piekbelasting van 80 db(a) of hoger. Vergelijken we de hoge piekbelastingen met de wetgeving op bedrijventerreinen. Op bedrijventerreinen mogen overdag geen piekgeluiden van boven de 75 db(a), in de avondperiode niet boven de 70 db(a) en 's nachts zelfs niet boven de 65 db(a) geproduceerd worden. U snapt dus waarom wij meer aandacht willen hebben voor deze piekbelastingen waarbij in de nacht zelfs 90 db(a) wordt gemeten. De gemeente Borne wil dan ook bij wet aandacht voor deze piekgeluiden en niet alleen een norm voorde etmaal gemiddelde geluidsbelasting. Met name de piekgeluiden veroorzaken (ernstige) slaapverstoring, hoge bloeddruk en hartstoornissen (bron: onderzoek van de GGD, zie ook hun inspraakreactie). Wat gaat u doen aan deze geluidshinder die elke dag zo vaak wordt waargenomen en in de toekomst nog meer de leefbaarheid zal aantasten? In het gezondheidsrapport van de MER wordt de nachtelijke geluidsbelasting Lnight genoemd. Echter wordt er aangegeven dat de Lden-contour maatgevend is en het aantal personen binnen de Lnightcontouren niet is bepaald. Dat kan zo zijn, maar het wordt niet met getallen aangetoond. Kunt u dit onderbouwen? Daarnaast missen we de verandering van Lnight ten opzichte van de huidige situatie, dit is niet in beeld gebracht. Waarom niet? Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat de bewoners in Borne straks in de nacht niet nog meer hinder krijgen? Pagina 5

6 Uit de MER blijkt dat het aantal geluidsgehinderden aan de Twentelijn ca, 9500 inwoners bedraagt. Het aantal geluidsgehinderden aan de Twentekanaallijn is ca De gemeente Borne wil graag weten in hoeverre het aantal geluidsgehinderden deel uit maakt van de variantkeuze. Uit enkele steekproefmetingen, welke tijdens de geluidsmetingen zijn uitgevoerd, blijkt dat goederentreinen met een snelheid boven de 100 km/h door Borne rijden. In de geluidsberekeningen wordt ervan uitgegaan dat goederentreinen 85 km/h rijden. De uitgangspunten waarop de etmaalgemiddelde geluidsbelasting door het Ministerie worden berekend zijn dus niet correct. Hoe harder de treinen rijden hoe hoger de geluidsbelasting. Feitelijk is deze bij 100 km/h dus hoger dan berekend bij 85 km/h. De gemeente Borne wil graag weten hoe u omgaat met deze verkeerde uitgangspunten bij de huidige geluidsmetingen. En hoe gaat u om met de in de toekomst berekende GPP's als er sneller wordt gereden en de uitgangspunten niet overeenkomstig de gereden situatie op het spoor betreft? De gemeente Borne wil dat de goederentreinen zich aan de snelheid van 85 km/h gaan houden! Daarnaast blijkt uit de geluidsberekeningen dat er ook veel "overige treinen" door Bome rijden, zoals lege personentreinen, meettreinen, locomotieven etc. De gemeente Borne wil graag weten met welke aantallen treinen u rekening houdt bij het berekenen van de geluidsbelastingen. De gemeente houdt van transparantie, haar geluidsmetingen zijn dag en nacht te volgen geweest via de website van haar gemeente. Hoe transparant bent u richting uw burgers? Gaat u ook meetpunten langs het spoor inrichten om de GPP's inzichtelijk te maken? Nu heeft het RIVM alleen een aantal meetpunten in het buitengebied geplaatst. Wij gaan ervan uit dat deze meetpunten ook in de bebouwde kom worden ingericht. Hoe bepaalt u of een GPP in de toekomst zal worden overschreden, doet u dit voordat er gereden gaat worden of nadat er gereden is? In de uitgevoerde geluidsmetingen voor 2030 gaat u uit van het feit dat er maar liefst 80 o Zo stil materieel over het spoor door Borne rijdt. De gemeente Bome wil graag weten of dit realistisch is, hoeveel procent van de goederentreinen er nu al met stil materieel rijdt, en hoe u dit in de toekomst gaat monitoren. Trillingen In de MER 1 ste fase worden trillingen geanalyseerd volgens de Beleidsregel Trillingshinder Spoor (BTS). Het gaat in de MER echter niet alleen om de toelaatbaarheid van hinder, maar je wilt een onderzoek naar de effecten van verschillende varianten als onderbouwing van een te maken keuze. Het onderzoek geeft echter geen inzicht in het aantal bewoners dat zich bevindt binnen de berekende contourafstand van de voorkeursgrenswaarde in de huidige situatie en bij de verschillende varianten. De gemeente Borne wil weten waarom dit wel bij geluid is gedaan en niet bij trillingen. Waarom is er in de MER voor de Twentekanaallijn de trillingsintensiteit (de Vper) en voor de IJssellijn en de Twentekanaallijn de trillingssterkte (Vmax) als dosismaat gehanteerd? Deze zijn Pagina 6

7 toch niet met elkaar te vergelijken en dus kan er op basis van trillingshinder geen goede vergelijking gemaakt worden? Er zijn in de loop der jaren verschillende trillingsmetingen door de provincie Overijssel uitgevoerd. Het onderzoek geeft bovendien een prognose van de afstanden tot het spoor waarbinnen in woningen met betonnen en houten vloeren de streefwaarde naar verwachting wordt overschreden. De gemeente Borne wil weten waarom er in het effectrapport niet is verwezen naar deze rapporten van de provincie Overijssel. Waarom zijn deze metingen niet gebruikt om na te gaan of de uitgangspunten van het gehanteerde model leidt tot vergelijkbare uitkomsten? In de MER wordt veel gezegd over de doelmatigheid van maatregelen. Een maatregel is doelmatig of efficiënt als de betreffende inspanningen en uitgaven daadwerkelijk bijdragen aan de realisatie van het beoogde doel en de kosten in verhouding staan tot de opbrengsten hoeveel kost een maatregel. Wat doet u als blijkt dat de maatregelen veel te duur zijn en deze niet doelmatig zijn? Barrière Uit de overweganalyse zien we dat in de 2011 situatie in Borne uitgegaan wordt van 12 personentreinen (8 sprinters en 4 intercity's) en 1 goederentrein per uur. Uit de geluidsmetingen en informatie van ProRail blijkt dat het aantal "overige treinen" per dag gelijk is aan het aantal goederentreinen. In de overweganalyse is geen rekening gehouden met "overige treinen". De gemeente Borne wil graag weten hoe u met de hierdoor ontstaande onderschatting van het probleem omgaat. Welke gevolgen heeft dit voor uw afweging? Bij de analyse wordt een minimale, maximale en gemiddelde sluitingstijd in minuten berekend, en een minimale en maximale en gemiddelde totale dichtligtijd per uur. Ook wordt gekeken naar de gemiddelde en maximale wachtrijlengte voor de overweg. Afhankelijk van de drukte op het spoor en de weg zal de wachtrij toenemen. Het verkeer in Borne verdeeld zich voornamelijk over de overwegen Oonksweg, Azelosestraat en Deldensestraat. Wat is de spreiding van de sluitingstijd? Er moet volgend de gemeente Bome meer rekening gehouden worden met juist de lange dichtligtijden want deze veroorzaken de grote problemen. Hoe gaat u met deze lange dichtligtijden om en hoe vaak komen deze per uur voor? In Borne is in januari 2013 een O-meting gedaan op de 5 overwegen in de kern. De verschillende overwegen zijn nu al tussen de 13 en 22 minuten per uur gesloten. Uit onze O-meting van enkele dagen blijkt dat de dichtligtijden van de overwegen hoger zijn dan de berekende dichtligtijden in de overweganalyse van de MER. Dit betekent ook een onderschatting van het probleem in de uitgevoerde analyse de dichtligtijden in de varianten met de extra goederentreinen. De aangegeven problemen worden dus nog groter dan nu is berekend. De spoorbomen blijven langer gesloten en de wachtrijen voor het spoor zullen nog langer worden. Kruispunten lopen vol en lossen niet meer op. Pagina 7

8 -1 JULI 2013 In de eerste fase MER is aangegeven dat u in de tweede fase van de MER, voor Borne, meer op detail naar de overwegen op het tracé in Borne gaat kijken. Kunt u aangeven hoe u dit gaat doen? En is het niet wenselijk dit al voor de tweede fase uit te voeren? Met videobeelden hebben we op 12 juli 2012 minister Schultz het gedrag van de weggebruikers in Borne laten zien. Al nadat de bomen één minuut gesloten zijn gaan mensen al onder de gesloten spoorbomen door. Een gedrag dat is ontstaan door de vele storingen die, ondanks de intensieve samenwerking van ProRail, zich nog steeds boven gemiddeld in Borne voordoen. Op het moment dat er meer goederentreinen gaan rijden en de dichtligtijden toenemen gaan mensen, nog sneller dan nu, onder de spoorbomen door. In deze MER wordt niet gesproken over dit veiligheidsaspect. Voor de gemeente Borne, het ministerie en ProRail is de spoorwegveiligheid zeer belangrijk. De gemeente Borne wil graag weten hoe u deze problemen gaat oplossen en hoe u dit gaat meenemen in uw afweging. Daarnaast zien we nu al regelmatig dat bij een vertraging van enkele treinen de spoorbomen in Borne langer dan 5 minuten achter elkaar dicht liggen. Met als gevolg dat de spoorwegovergang in storing gaat en treinen "op zicht" door Borne moeten rijden met alle gevolgen van dien. De gemeente Borne wil graag weten hoe u ervoor gaat zorgen dat op het moment dat er nog meer treinen gaan rijden dit probleem niet een alledaags probleem gaat worden. De huidige methodiek welke bij de overweganalyse voor de MER eerste fase is uitgevoerd, is goed genoeg om de verschillende varianten in de MER te kunnen vergelijken. In de beoordeling tellen alle overwegen even zwaar mee. Er is dus geen prioritering aangegeven, terwijl deze er wel is. De gemeente Borne wil graag weten waarom er geen prioritering is toegepast en hoe u dit alsnog in uw afweging gaat meenemen. In Borne zijn de twee overwegen direct naast het station vaak onnodig lang dicht. De trein is nog niet eens gestopt op het station of de spoorbomen achter het station gaan al dicht. Mensen moeten nog eerst uit- en instappen en de conducteur wacht nog even tot de laatste reiziger, die eraan komt rennen, binnen is. Dit alles is niet meegenomen in de analyse waardoor er een onderschatting van de probleemanalyse ontstaat. De gemeente Borne wil graag weten hoe u omgaat met deze onderschatting welke grote invloed heeft op de vergelijking. Uit de overweganalyse blijkt dat in de referentie de overwegen op de Bornerbroeksestraat, Azelosestraat, Deldensestraat en Jupiterstraat de streefwaarde (gemiddelde wachttijd van 1 minuut) overschrijdt. Er ontstaan knelpunten met alle gevolgen van dien. Als het gemiddelde al zo hoog is, betekent dit dat er regelmatig langere wachttijden voor het spoor ontstaan met alle gevolgen voor de veiligheid en bereikbaarheid. Ook de hulpdiensten krijgen met een hoge mate van vertraging te maken, helemaal als kruispunten vast gaan lopen en mensen niet meer kunnen uitwijken. Uit de overweganalyse blijkt dat de voertuigverliesuren per uur op de drie belangrijkste overwegen in Borne; de Oonksweg, Azelosestraat en de Deldensestraat in de referentie 2030 meer dan 1 ;30:00 uur bedraagt. Op het moment dat er nog meer goederentreinen gaan rijden zullen deze voertuigverliesuren verder toenemen. Mensen zullen vluchtgedrag vertonen en andere routes gaan rijden. Hierdoor ontstaan op Pagina 8

9 22 mei ENM/BSK-2013/ UIT04285 erftoegangswegen weer andere problemen. Daarnaast zal frustratie voor minder oplettendheid zorgen en meer ongelukken veroorzaken op kruispunten net na een overweg. De gemeente Borne wil graag weten hoe u juist op deze belangrijke overwegen de voertuigverliesuren gaat reduceren en hoe u ervoor gaat zorgen dat de overschrijding van de streefwaarden gaat reduceren. In de MER eerste fase wordt gesproken over het verkeerscirculatieplan van de gemeente Borne en dat deze in de tweede fase MER moet worden geoptimaliseerd. Deze circulatie is al onderzocht, in Borne hebben we in het centrum twee drukke overwegen (Azelosestraat en Deldensestraat) en een drukke overweg in het noordwesten (Oonksweg). Uit onderzoek van de gemeente Borne blijkt dat het optimaliseren van de verkeersstromen in Borne erg moeilijk is in te passen. Enerzijds omdat het spoor midden in het dorp ligt, en anderzijds het inpassen van onderdoorgangen in het stedelijk gebied door de beperkte fysieke ruimte wordt bemoeilijkt. De gemeente Borne wil graag weten wat u in de tweede fase MER voor Borne gaat uitvoeren en wat het ministerie voor de gemeente Borne gaat doen om de barrière van het spoor op te lossen waardoor de veiligheid sterk wordt verbeterd. Externe veiligheid De Veiligheidsregio Twente gaat in haar inspraakreactie in op de externe veiligheid. De gemeente Borne sluit zich daarbij aan. In het kader van risicocommunicatie spoor voert de gemeente Borne samen met de Veiligheidsregio Twente een pilot uit. Deze is met name gericht op de zelfredzaamheid van burgers op het moment dat er een calamiteit plaats vindt. We zullen ProRail en het Ministerie vragen om zitting te nemen in de projectgroep of klankbordgroep. 3 OMGEVINGSGERICHTE THEMA'S De omgevingsgerichte thema's hebben met name betrekking op nieuw aan te leggen infra. In de MER is geen variant opgenomen waarbij er een nieuwe spoor om Borne wordt aangelegd zoals rondom Bathmen en de extra sporen op de Twentekanaallijn. Met betrekking tot ruimtelijke effecten willen we aangeven dat geluidsschermen hoger dan 2 meter in Borne niet wenselijk zijn! Tot slot U leest in onze inspraakreactie dat wij nog veel willen weten en dat nog niet alles gedetailleerd is uitgewerkt. De gemeente Borne weet dat er pas in de tweede fase MER op bestemmingsplanniveau verder wordt ingegaan op bepaalde thema's. Toch verwachten we van u dat u een weloverwogen keuze gaat maken tussen de vier varianten die in de MER eerste fase uitvoering zijn uitgewerkt. We verwachten van u dat u zich niet alleen aan de wettelijke normen gaat houden voor bijvoorbeeld de geluidsbelasting, maar dat u ook de leefbaarheid in Borne verbeterd. De maatschappelijke normen en de beleving van mensen vormen een niet te onderschatten thema. Nu al ondervinden de burgers veel hinder Pagina 9

10 van het spoor. Dit zal bij intensivering van het spoor alleen nog maar toenemen. Wij weten dat u zich als een "goede buur" wilt opstellen en gaan er dan ook van uit dat u uw verantwoordelijkheid neemt om de leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid in Bome te verbeteren. Wij gaan er vanuit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Graag ontvangen wij een reactie op onze ingebrachte inspraakreactie. 1 Hoogachtend, de secretaris, J.i.H.R. Baveld G. Weiten Cc: Raad Pagina 10