Bescherming van de omwonenden tegen de geluidsoverlast van de HSL-Zuid

Transcriptie

1 HSL REGIO BREDA Bescherming van de omwonenden tegen de geluidsoverlast van de HSL-Zuid Aan: Vaste Commissie voor Infrastructuur en Milieu van de Tweede Kamer Van: Stichting Geen Gehoor HSL Regio Breda Datum: 6 februari 2012 Geachte leden van de Commissie, De nieuwe geluidswetgeving Swung geeft ons aanleiding opnieuw Uw aandacht te vragen voor de bescherming van de omwonenden tegen de geluidsoverlast van de HSL-Zuid. U hebt een groot aantal vragen aan de Minister van Infrastructuur en Milieu gesteld naar aanleiding van de 28 e Voortgangsrapportage van de HSL-Zuid, waaronder vraag 77. Daarin vraagt U het volgende (zie ook bijlage A): Bent u, gezien de overlast die bewoners ervaren, van mening dat de oude geluidsnormen te ruim zijn en dat de noodzaak bestaat deze oude normen aan te scherpen? Het antwoord van de Minister luidt: Nee, ik ben niet van mening dat de geluidsnormen te ruim zijn. De huidige en toekomstige (indien het wetsvoorstel SWUNG van kracht wordt) normering bieden bewoners voldoende bescherming tegen spoorweggeluid, maar zullen niet leiden tot een dusdanig geluidsniveau dat omwonenden geen enkele hinder van spoorwegen meer kunnen ervaren. In onze brief van 16 augustus 2011 aan Uw Commissie laten wij U weten, dat de omwonenden geenszins om een normering vragen, waarbij zij geen enkele hinder van spoorwegen ondervinden. Zij vragen om een norm voor het piekgeluid om een aanvaardbaar leefmilieu mogelijk te maken. Het huidige geluid van een passerende hogesnelheidstrein is vergelijkbaar met het geluid van een laag overvliegende straaljager. Het is dit type geluid, waartegen de omwonenden van de HSL-Zuid van Hoofddorp tot aan de Belgische grens zoveel bezwaar maken. De Minister geeft in haar antwoord aan, dat de normering volgens het wetsvoorstel Swung bewoners voldoende bescherming tegen spoorweggeluid biedt. Die normering betreft het gemiddelde geluidsniveau per etmaal. Er wordt een voorkeurswaarde van 55 db [voorheen 57dB(A)] voor spoorwegen aangehouden. Deze kan tot maximaal 70 db verhoogd worden. Zelfs indien het gemiddelde geluidsniveau boven 70 db uitkomt, kunnen volgens Swung maatregelen tegen de geluidsoverlast uitblijven op grond van het doelmatigheidscriterium.

2 2 Deze wetgeving biedt de overheid zoveel ontsnappingsmogelijkheden, dat ze geen enkele rechtsbescherming aan de omwonenden biedt. De Minister demonstreert zelf, dat zij, zo nodig, van deze ontsnappingsmogelijkheden gebruik wil maken, gezien de beantwoording van Uw vragen 15, 16 en 32 naar aanleiding van de 29 e Voortgangsrapportage van de HSL-Zuid (zie bijlage B). De Minister stelt bijvoorbeeld in haar beantwoording van vraag 32: Het normenstelsel bevat kort gezegd een voorkeurswaarde en een maximale waarde. Het is op basis van de wet- en regelgeving niet zo dat er geen geluidsbelastingen mogen zijn die hoger liggen dan de voorkeurswaarde. Ik heb toegezegd dat ik de waarden uit het Tracébesluit respecteer met betrekking tot de eindsituatie. Echter, indien er aanvullende maatregelen nodig zouden zijn om hieraan te kunnen voldoen, hoort daar wat mij betreft wel een doelmatigheidstoets bij. Als bijvoorbeeld blijkt dat de maatregelen deze doelmatigheidstoets niet doorstaan en de effecten op de geluidbelastingen beperkt zijn, kan dit er toe leiden dat de matregelen uiteindelijk niet getroffen worden. Conclusie Uit de antwoorden van de Minister op Uw vragen 15, 16 en 32 blijkt, dat de Minister de neiging heeft de gemakkelijkste weg te kiezen, namelijk een verhoging van de voorkeurswaarde tot de maximale waarde en zo nodig de aanwending van het doelmatigheidscriterium om geen maatregelen tegen de geluidsoverlast te hoeven treffen. De nieuwe geluidswetgeving Swung biedt de Minister de middelen daartoe, terwijl de burger elke rechtzekerheid ontbeert. Verzoek De Stichting Geen Gehoor HSL Regio Breda vertegenwoordigt 80 % van de huishoudens in Effen en Overa in de gemeente Breda en vele donateurs in de Bredase wijken Princenhage, Prinsenbeek en Haagse Beemden. Geen Gehoor HSL Regio Breda dringt er bij U, leden van de Vaste Commissie, op aan te bewerkstelligen, dat de nieuwe wetgeving Swung zodanig wordt aangevuld, dat ze de omwonenden daadwerkelijk rechtsbescherming biedt tegen de geluidsoverlast van wegen en spoorwegen, in het bijzonder van de HSL-Zuid. Gebeurt dat niet, dan rijst de vraag, welke zin de nieuwe geluidswetgeving voor de burgers heeft. Met vriendelijke groet, Floris van de Vooren Vz. Stichting Geen Gehoor HSL Regio Breda Dr. F.W.C.J. van de Vooren Oude Rijsbergsebaan BJ Breda Tel.: fwcjvandevooren@planet.nl

3 3 Bijlage A Naar aanleiding van de 28 e Voortgangsrapportage van de HSL-Zuid: 77. Vraag van de Vaste Commissie voor Infrastructuur en Milieu Bent u, gezien de overlast die bewoners ervaren, van mening dat de oude geluidsnormen te ruim zijn en dat de noodzaak bestaat deze oude normen aan te scherpen? 77. Antwoord van de Minister Nee, ik ben niet van mening dat de geluidsnormen te ruim zijn. De huidige en toekomstige (indien het wetsvoorstel SWUNG van kracht wordt) normering bieden bewoners voldoende bescherming tegen spoorweggeluid, maar zullen niet leiden tot een dusdanig geluidsniveau dat omwonenden geen enkele hinder van spoorwegen meer kunnen ervaren. Een dergelijke normering is in Nederland onbetaalbaar. 77. Commentaar van Geen Gehoor HSL Regio Breda (uit onze brief aan de Vaste Commissie van 16 augustus 2011) De huidige en toekomstige (SWUNG) normering betreft het gemiddelde geluidsniveau per etmaal. Deze normering biedt de omwonenden onvoldoende bescherming. Zoals de Europese Richtlijn aparte normen voor de nacht en waar passend voor overdag en de avond adviseert, en speciale geluidsindicatoren in sommige gevallen, dient ook een aparte norm voor het piekgeluid bij spoorwegen van toepassing te zijn (zie Commentaar van Geen Gehoor HSL Regio Breda op vraag 73, ad b). Het begrip piekniveau van het geluid is overigens niet onbekend in de Nederlandse wetgeving. Het wordt gehanteerd in het Besluit Landbouw Milieubeheer en in het Besluit Glastuinbouw. De Handreiking Industrielawaai en Vergunningverlening merkt op: Geluiden die kortstondig optreden (maximale geluidsniveaus Lmax), worden in het algemeen als meer hinderlijk ervaren naarmate die verder boven het equivalente geluidsbeeld (de achtergrond) uitkomen. Vooralsnog (Circulaire Industrielawaai 1979) is aanbevolen 10 db als maximum verschil aan te houden bij het opstellen van voorschriften.

4 4 Bijlage B Naar aanleiding van de 29 e Voortgangsrapportage van de HSL-Zuid: 15. Vraag van de Vaste Commissie voor Infrastructuur en Milieu Wanneer is er volledig inzicht in wat er in Lansingerland al dan niet moet gebeuren om de geluidsbelasting van het definitieve materieel, bij volle snelheid en complete dienstregeling in overeenstemming te brengen met de voorgeschreven 57 db(a) norm ter plaatse? 15. Antwoord van de Minister Medio 2012 verwacht ik meer duidelijkheid te hebben over de verwachte effectiviteit van aanvullende maatregelen op basis van een nieuw gedetailleerd rekenmodel. Overigens wil ik nogmaals benadrukken dat er geen voorgeschreven norm van 57 db(a) bestaat. Een geluidbelasting van 57 db(a) komt overeen met de voorkeurswaarde, zoals die ten tijde van het Tracébesluit gold. Van deze norm kan op basis van de huidige wetgeving worden afgeweken door het verlenen van een hogere waarde. Dit is ook ten tijde van het Tracébesluit langs de HSL-Zuid gebeurd. In de wet- en regelgeving zijn hierover voorschriften opgenomen. Doelmatigheid speelt bij deze eventuele afwijking een belangrijke rol. 16. Vraag van de Vaste Commissie voor Infrastructuur en Milieu a. Klopt het dat de dienstregeling van 2012 nog niet volledig met V250-materieel gereden kan worden? b. Zo ja, betekent dit dat, vanwege het huidige overeengekomen geluidsplafond, de dienstregeling in 2012 in vergelijking met 2011 in de praktijk niet uitgebreid kan worden? 16. Antwoord van de Minister Zoals eerder is gemeld zal het V250-materieel in de loop van 2012 in de dienstregeling worden ingefaseerd. Het is daarbij niet zo dat de dienstregeling in 2012 niet kan worden uitgebreid. Zoals eerder toegezegd wil ik door middel van metingen inzicht hebben in de eindsituatie, zodat ik die kan vergelijken met de waarden uit het Tracébesluit. De pilot moet daarnaast ook informatie opleveren over de uitvoeringsmogelijkheden, de kosten en effectiviteit van mogelijke aanvullende geluidsmaatregelen. Een (tijdelijke) hogere geluidbelasting vind ik acceptabel. 32. Vraag van de Vaste Commissie voor Infrastructuur en Milieu a. Kunt u aangeven of er aanvullende geluidsmaatregelen worden genomen die zowel nu effectief zijn als ook voor de eindsituatie in de gemeente Lansingerland? b. Zo ja,welke maatregelen worden er genomen? c. Zo nee, waarom worden er nu geen aanvullende maatregelen genomen om geluidsoverlast die door het huidige, tijdelijke materiaal wordt veroorzaakt te reduceren, zeker nu op dit moment nog niet duidelijk is wanneer het tijdelijke treinmateriaal wordt vervangen door hetv250-materieel? d. Moet het voldoen aan wettelijke normen en afspraken niet hoe dan ook gebeuren? 32. Antwoord van de Minister

5 5 Voor het antwoord op de vragen 32a, b en c verwijs ik naar mijn beantwoording van vraag 12. Het normenstelsel bevat kort gezegd een voorkeurswaarde en een maximale waarde. Het is op basis van de wet- en regelgeving niet zo dat er geen geluidsbelastingen mogen zijn die hoger liggen dan de voorkeurswaarde. Ik heb toegezegd dat ik de waarden uit het Tracébesluit respecteer met betrekking tot de eindsituatie. Echter, indien er aanvullende maatregelen nodig zouden zijn om hieraan te kunnen voldoen, hoort daar wat mij betreft wel een doelmatigheidstoets bij. Als bijvoorbeeld blijkt dat de maatregelen deze doelmatigheidstoets niet doorstaan en de effecten op de geluidbelastingen beperkt zijn, kan dit er toe leiden dat de matregelen uiteindelijk niet getroffen worden.

6 6 Verzendlijst Vaste Commissie voor Infrastructuur en Milieu van de Tweede Kamer Minister van Infrastructuur en Milieu, mevr. drs. M.H. Schultz van Haegen Ministerie van Infrastructuur en Milieu, t.a.v. de heren Th. Vierling en T. van Tilborg Commissie Economie van de gemeenteraad van Breda Wethouder C. Meeuwis van de gemeente Breda Wethouder W.Willems van de gemeente Breda Gemeente Breda, t.a.v. de heer G.J.A.L. Rooijmans Voorzitter van de wijkraad Buitengebied Breda-Zuidwest Voorzitter van de dorpsraad Princenhage Voorzitter van de stichting Bewonerkomitee Haagse Beemden Voorzitter van de dorpsraad Prinsenbeek Stichting Geen Gehoor te Kaag en Braassem Stichting Stop Geluidsoverlast HSL te Lansingerland De heer J.J.J.M. van der Burg, lid van de gemeenteraad van Lansingerland De heer G. Bovens, lid van de gemeenteraad van Lansingerland De pers