BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN REIMERSWAAL

Transcriptie

1 BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN REIMERSWAAL Aan: Lenger Seafoods Industrieweg LA Yerseke Kenmerk: Afdeling: W-MWP150041/ Vergunningverlening Datum: 24 december 2015 Onderwerp: Besluit tot maatwerkvoorschriften op grond van de artikel van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Samenvatting besluit Wij hebben besloten om maatwerkvoorschriften vast te stellen ten aanzien van geur voor de inrichting Lenger Seafoods aan de Industrieweg 35 te Yerseke. 1

2 Inhoud: 1. BESLUIT MAATWERK Onderwerp Besluit Ondertekening en verzending In werkingtreding Bezwaar/beroep Afschriften 3 2. MAATWERKVOORSCHRIFTEN MILIEU Geur 4 3. OVERWEGINGEN Gegevens inrichtinghouder Bevoegd gezag Procedure (regulier) Toetsingscriteria Inhoudelijke overwegingen 5 W-MWP

3 1. BESLUIT MAATWERK 1.1 Onderwerp Sinds 1 januari 2013 valt de inrichting aan de Industrieweg 35 te Yerseke onder het Activiteitenbesluit milieubeheer. De vergunning is hierdoor van rechtswege komen te vervallen. In het kader van het overgangsrecht zijn de vergunningvoorschriften nog van kracht tot 1 januari Daarna zijn alle artikelen (inclusief de standaardgrenswaarden) uit het Activiteitenbesluit milieubeheer van kracht. In dit besluit worden enkele voorschriften uit de milieuvergunning van 12 september 2000 vertaald in maatwerkvoorschriften. 1.2 Besluit Wij besluiten voor de inrichting aan de Industrieweg 35 te Yerseke maatwerkvoorschriften vast te stellen ten aanzien van geur op grond van artikel van het Activiteitenbesluit milieubeheer. 1.3 Ondertekening en verzending College van burgemeester en wethouders van Reimerswaal, namens dezen, hoofd afdeling Vergunningen mevr. mr. ing. I. Jansen 1.4 In werkingtreding De beschikking treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. In dit geval is dat de dag na de datum van verzending. 1.5 Bezwaar/beroep Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en bevat tenminste naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt en de gronden van het bezwaar. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders van Tholen, Postbus 51, 4690 AB Tholen. Wij wijzen u erop dat het bezwaar niet de werking van het besluit schorst. U kunt een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht). U richt het verzoek aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West Brabant, locatie Breda, team bestuursrecht, Postbus 90006, 4800 PA Breda. Voor de behandeling van het verzoek is griffierecht verschuldigd. 1.6 Afschriften Een afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan:

4 - Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reimerswaal. 2. MAATWERKVOORSCHRIFTEN MILIEU 2.1 Geur De voorzieningen (waaronder de bestaande schoorsteen en anderen uit het geuronderzoek (kenmerk: GERE99A2, d.d. december 1999)) dienen op een correcte wijze te worden gebruikt, bediend en onderhouden De in het geuronderzoek (kenmerk: GERE99A2, d.d. december 1999) en brief (kenmerk: 0616goud, d.d. 16 juni 2000) genoemde randvoorwaarden (productiehoeveelheden, draaiuren etc.) dienen te worden nageleefd De in het geurrapport (kenmerk: GERE99A2, d.d. december 1999) opgenomen geurcontouren mogen niet overschreden worden. W-MWP

5 3. OVERWEGINGEN 3.1 Gegevens inrichtinghouder De activiteiten die binnen de inrichting worden uitgevoerd zijn het verwerken van schelpdieren. De verwerking betreft het sorteren, koken en verpakken. Voor deze activiteit is op 12 september 2000 een milieuvergunning verleend (kenmerk: 2000/012). Sinds 1 januari 2013 valt de inrichting onder het Activiteitenbesluit milieubeheer. De milieuvergunning is hierdoor van rechtswege komen te vervallen. De activiteiten vallen onder de werking van het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. In het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling zijn voor verschillende activiteiten die binnen de inrichting plaats vinden algemene voorschriften opgenomen. De inrichting wordt aangemerkt als een type-b inrichting als bedoeld in artikel 1.2 van het Activiteitenbesluit milieubeheer. 3.2 Bevoegd gezag Gelet op het bepaalde in artikel 1.2 van het Activiteitenbesluit en artikel 8.42, lid 1 van de Wet milieubeheer, is het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal het bevoegd gezag om maatwerkvoorschriften te stellen. 3.3 Procedure (regulier) Deze beschikking is voorbereid op basis van afdeling van de Algemene wet bestuursrecht. 3.4 Toetsingscriteria Bij het stellen van deze voorschriften hebben wij in ieder geval betrokken: De bestaande toestand van het milieu, voor zover de inrichting daarvoor gevolgen kan veroorzaken; De gevolgen voor het milieu, die de inrichting kan veroorzaken, mede in hun onderlinge samenhang bezien; De met betrekking tot de inrichting en de omgeving daarvan redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu; De mogelijkheden tot bescherming van het milieu, door de nadelige gevolgen voor het milieu, die de inrichting kan veroorzaken, te voorkomen, dan wel zoveel mogelijk te beperken, voor zover zij niet kunnen worden voorkomen; De voor onderdelen van het milieu, waarvoor de inrichting gevolgen kan hebben, geldende milieukwaliteitseisen, vastgesteld krachtens of in overeenstemming met artikel 5.1 of bij Bijlage 2 Wet milieubeheer; De redelijkerwijs te verwachten technische, financiële en economische gevolgen van het voorschriften. 3.5 Inhoudelijke overwegingen Sinds 1 januari 2013 valt de inrichting onder het Activiteitenbesluit. De milieuvergunning is hierdoor komen te vervallen. In het kader van het overgangsrecht blijven de geluidsvoorschriften uit de milieuvergunning gelden tot 1 januari Daarna moet voldaan worden aan de geluidsvoorschriften uit het Activiteitenbesluit. Het Activiteitenbesluit kent naast standaardgrenswaarden ook de mogelijkheid tot het vaststellen van maatwerkvoorschriften. Middels deze maatwerkvoorschriften kunnen hogere of lagere grenswaarden worden vastgesteld dan de standaardgrenswaarden. Ook kunnen andere beoordelingspunten worden aangewezen dan geluidsgevoelige objecten, voorzieningen en gedragsregels worden vastgesteld om te bereiken dat aan de geluidgrenswaarden wordt voldaan en voorschriften worden vastgesteld om indirecte hinder te voorkomen op grond van de zorgplichtbepaling uit het Activiteitenbesluit. W-MWP

6 Geluid Bij de aanvraag van de vergunning uit 2000 is een akoestisch onderzoek overgelegd. Daarin is de geluidsbelasting berekend ter plaatse van: a. twee recreatiewoningen, b. een punt op 50 m van de inrichting, c. de grens van het nabijgelegen milieubeschermingsgebied. Hierover concluderen we in relatie tot het activiteitenbesluit het volgende: - recreatiewoningen zijn geen geluidgevoelige objecten, zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit. N.B. De in het Omgevingsplan Zeeland opgenomen bepaling dat in het kader van de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder recreatiewoningen dezelfde geluidsbescherming genieten als woningen, gaat niet op voor het Activiteitenbesluit. Het Activiteitenbesluit biedt niet de mogelijkheid om naast de in de Wet geluidhinder genoemde geluidgevoelige objecten nog ander objecten als geluidgevoelig aan te merken. - een punt op 50 m van de inrichting is niet relevant ingevolge het Activiteitenbesluit, omdat hier geen sprake is van een bedrijf op een gezoneerd industrieterrein. - de grens van het milieubeschermingsgebied komt overeen met kaart uit de PMV. Wat echter niet meer overeenkomt is de gehanteerde richtwaarde. Destijds gold een richtwaarde van 40 db(a) voor de oever van het milieubeschermingsgebied. Nu geldt een richtwaarde van 48 db(a). De grenswaarden uit de vergunning zijn hoger dan de berekende waarden. Men heeft in de vergunning de zgn. standaardwaarden van 50, 45, 40 db(a) voor woningen gehanteerd. Verder staat in de vergunning dat de geluidsbelasting op de oever, zijnde het begin van het milieubeschermingsgebied, maximaal 40 db(a) mag bedragen. In het akoestisch onderzoek werd een geluidsbelasting van 41 db(a) op de oever berekend. Het bedrijf heeft om die reden een aantal maatregelen moeten treffen. Nu wordt ruimschoots voldaan aan de richtwaarde en is een maatwerkvoorschrift hieromtrent niet langer nodig. Geur In de vergunning uit 2000 zijn een aantal paragrafen opgenomen met betrekking tot de overlast van geur. Geuroverlast wordt bij dergelijke bedrijven voornamelijk veroorzaakt door het koken van de producten en de opslag van schelpen (waar resten in achtergebleven zijn). Deels kan overlast voorkomen worden door good-house-keeping. Hierbij valt te denken aan het schoonhouden van het terrein. Dit is geregeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Het bewerken van de producten geeft eveneens kans op geuremissie. Dit is beschreven in het geuronderzoek. Hierin zijn ook maatregelen beschreven om de geur te beperken. Op basis hiervan is de vergunning uit 2000 afgegeven. Klachten uit de periode zijn bij ons niet bekend. In onderhavig besluit zijn maatwerkvoorschriften opgenomen om de werking van de inrichting uit te voeren binnen de (rand- )voorwaarden uit het geuronderzoek. Conclusie Ten aanzien van geluid wordt geen maatwerk noodzakelijk geacht. Met betrekking tot de opgelegde maatwerkvoorschriften voor geur worden geen nadelige gevolgen verwacht voor het milieu en de directe leefomgeving ten opzichte van de huidige situatie. W-MWP