MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST"

Transcriptie

1 MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0084 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0132/M Verzoekende partij de heer Pascal FEYS, wonende te 8340 Damme, Bekofstraat 1 Verwerende partij het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, ten verzoeke van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw vertegenwoordigd door advocaat Bart BRONDERS met woonplaatskeuze op het kantoor te 8400 Oostende, Archimedesstraat 7 I. BESTREDEN BESLISSING De verzoekende partij vordert met een aangetekende brief van 10 augustus 2016 de vernietiging van de beslissing van de gewestelijke entiteit van 30 juni 2016, gekend onder nummer 14-AMMC- 669-M. De bestreden beslissing legt aan de verzoekende partij een alternatieve bestuurlijke geldboete op van 738 euro (123 euro verhoogd met de opdeciemen) wegens schending van artikel 13 4, 1 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (hierna: Natuurdecreet) en van artikel 8 2, 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (hierna: Natuurbesluit). Aan de verzoekende partij wordt verweten dat zij herbiciden heeft gebruikt in een grasberm gelegen in natuurgebied, zonder de vereiste natuurvergunning. II. VERLOOP VAN DE RECHTSPLEGING De verwerende partij dient een antwoordnota en het administratief dossier in. De verzoekende partij dient geen wederantwoordnota in. De verwerende partij dient geen laatste nota in. De kamervoorzitter behandelt de vordering tot vernietiging op de openbare zitting van 4 mei Advocaat Stijn VAN HULLE loco advocaat Bart BRONDERS voert het woord voor de verwerende partij. De verzoekende partij, hoewel behoorlijk opgeroepen, verschijnt niet ter zitting. Het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet) en het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (Procedurebesluit) zijn toegepast. 1

2 III. FEITEN 1. Op 12 april 2014 bemerken de natuurinspecteurs van het Agentschap Natuur en Bos in de Bekofstraat (zijstraat langs de Damse Vaart) een tractor met aangekoppeld sproeitoestel. De verzoekende partij is op dat moment bezig met het sproeien van de grasberm die langs de Bekofstraat loopt. Ze stellen vast dat de uitgestrekte sproeiarm van de sproei-installatie ook tot boven de sloot hangt die bij de grasberm hoort. Tevens merken de inspecteurs twee lege flessen van de herbicide Bofix op. Tijdens de vaststellingen geeft de verzoekende partij aan dat zij eerst meerdere hectare van haar grasland in landbouwgebied heeft gesproeid en nadien de tank heeft hervuld met water om deze te spoelen. Het is dit spoelwater met zeer verdunde concentratie sproeistof dat in de tank zat. De verzoekende partij gebruikt het product Bofix voor de bestrijding van netels en distels. In een navolgend verhoor op 12 mei 2014 geeft de verzoekende partij aan dat enkel het deel van de sproeier gebruikt werd dat over de grasberm hing. De verzoekende partij brengt tijdens dit verhoor foto s bij. De inspecteurs stellen op foto vast dat de sproeinevel uit gans de sproeiarm sproeit. Echter stellen de inspecteurs ook vast dat er nog planten zichtbaar zijn op de foto, o.a. Smeerwortel en Fluitekruid. De Pinksterbloemen die in grote getale aanwezig waren in de grasberm op het moment van de controle zijn niet meer zichtbaar op de foto s en mogelijks afgestorven. De verzoekende partij geeft aan te sproeien met spoelwater en een zeer lage concentratie aan sproeistof, tijdens de interventie is niet nagegaan hoeveel vloeistof er in de sproeitank zat. De percelen waarop de feiten betrekking hebben, zijn gelegen te Damme, Bekofstraat en hebben als kadastrale omschrijving afdeling 3, sectie B, nummers 562, 603 en sloot. De percelen waarop de feiten werden vastgesteld liggen volgens de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan Brugge-Oostkust, vastgesteld met koninklijk besluit van 7 april 1977 in natuurgebied. De betrokken grasberm betreft eveneens een klein landschapselement. Op 22 mei 2014 meldt de procureur des Konings dat hij niet zal overgaan tot strafrechtelijke vervolging. Met een brief van 26 juni 2014 brengt de gewestelijke entiteit de verzoekende partij op de hoogte van haar voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming, op te leggen en nodigt zij de verzoekende partij uit om schriftelijk haar verweer mee te delen. De verwerende partij ontvangt het schriftelijk verweer van de verzoekende partij op 5 maart De gewestelijke entiteit legt op 30 juni 2016 de vermelde bestuurlijke geldboete op. Deze beslissing wordt aan de verzoekende partij betekend met een aangetekende brief van 14 juli De verwerende partij motiveert haar beslissing als volgt: 4. Beoordeling ( ) 4.1. De toerekenbaarheid aan de overtreder 2

3 Het herbicidengebruik vond plaats in natuurgebied. Conform artikel 2.6 van het Natuurdecreet zijn kleine landschapselementen lijn-of puntvormige elementen, met inbegrip van de bijhorende vegetaties waarvan het uitzicht, de structuur of de aard al dan niet resultaat zijn van menselijk handelen en die deel uitmaken van de natuur zoals bermen. De grasberm in casu betreft aldus een klein landschapselement. Conform artikel 13, 4.1 van het Natuurdecreet is het wijzigen van de vegetatie of het geheel of gedeeltelijk wijzigen van kleine landschapselementen of de vegetatie ervan in natuurgebied, voor zover de Vlaamse regering die wijzigingen niet verbiedt, afhankelijk gemaakt van het verkrijgen van een vergunning; conform artikel 8, 2.2 van het Natuurbesluit is het wijzigen van de vegetatie horende bij kleine landschapselementen in natuurgebied vergunningsplichtig. Concreet erkende vermoedelijke overtreder herbiciden te hebben gebruikt op de grasberm in kwestie; hij beschikte hiertoe evenwel niet over de vereiste natuurvergunning. Het herbicidengebruik in de sloot ontkende hij dan weer ten stelligste. Hij stelde dat hoewel de sproei-arm over de sloot ging, deze niet in gebruik was. Gelet op deze verklaring acht AMMC het herbicidengebruik in de sloot daarom onvoldoende bewezen en zal dit niet aan hem ten laste worden gelegd. Vermoedelijke overtreder stelde een verdunde concentratie aan herbiciden te hebben gebruikt. In casu betrof het een spuitrest 15 liter t.o.v. 200 liter water die weinig tot geen natuurschade zou hebben veroorzaakt. Hoewel het inderdaad klopt dat een verdunde concentratie minder schadelijke gevolgen teweeg brengt, bevat dergelijk mengsel nog voldoende schadelijke recipiënten om een zekere impact t.a.v. fauna en flora, grondwater, ed. te genereren. Dit blijkt ook uit het opzet van vermoedelijke overtreder om het mengsel te gebruiken bij het bestrijden van netels en distels. Het gebruik van het verdunde herbicidenmengsel is bijgevolg eveneens onderhevig aan de vergunningsplicht. Vermoedelijke overtreder verklaarde tevens niet op de hoogte te zijn dat voor het herbicidengebruik een natuurvergunning was vereist. Deze vermeende onwetendheid doet echter geen afbreuk aan het bestaan van het milieumisdrijf. Van ieder normaal zorgvuldig persoon mag immers worden verwacht dat hij zich afdoende informeert over het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in de natuur. Van enige rechtsdwaling kan er aldus geen sprake zijn. ( ) 4.2. De hoogte van de geldboete Bij de bepaling van de hoogte van de geldboete wordt rekening gehouden met de ernst van de gepleegde feiten, de frequentie en de omstandigheden waarin de feiten gepleegd of beëindigd zijn De ernst van de feiten Het beleid inzake natuurbehoud en de vrijwaring van het natuurlijk milieu is gericht op de bescherming, de ontwikkeling, het beheer en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu, op de handhaving of het herstel van de daartoe vereiste milieukwaliteit. Het beleid is gericht op het nemen van alle maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van internationale overeenkomsten of verdragen betreffende het natuurbehoud of van 3

4 akten betreffende het natuurbehoud, met inbegrip van Europese richtlijnen, vastgesteld op grond van internationale verdragen. De Vlaamse regering neemt alle nodige maatregelen ter aanvulling van de bestaande regelgeving om over het gehele grondgebied van het Vlaamse Gewest de milieukwaliteit te vrijwaren die vereist is voor het behoud van de natuur en om het standstill-beginsel toe te passen zowel wat betreft de kwaliteit als de kwantiteit van de natuur. Het herbicidengebruik vond plaats in natuurgebied. Kleine landschapselementen zijn erg belangrijk voor de migratie van dieren en planten; er wordt een beleid gevoerd gericht op het bewaren en verbeteren van deze verbindingsfunctie; dit bevordert de biodiversiteit. De grasberm is, gelet op de definitie bepaald in artikel 2.6 van het Natuurdecreet, een klein landschapselement. Concreet werd de grasberm, over een lengte van ongeveer 250 m, met herbiciden behandeld. Conform de natuurregelgeving is het wijzigen/vernietigen van de vegetatie van een grasberm door het gebruik van chemische middelen onderhevig aan het verkrijgen van een natuurvergunning. In casu beschikte overtreder niet over de vereiste natuurvergunning. Door het niet naleven van betreffende regelgeving werden voormelde beleidsdoelstellingen gehypothekeerd. Herbiciden zijn schadelijk voor de gezondheid en voor de natuur. Ze vervuilen de bodem, het water en de lucht en maken planten en dieren ziek. Zodra die herbiciden in het milieu terechtkomen, zijn ze nog moeilijk te verwijderen. De feiten zijn voldoende ernstig om te worden gesanctioneerd met een alternatieve bestuurlijke geldboete De frequentie Het betreft een eenmalige schending. Er zijn minstens geen indicaties die erop wijzen dat bij overtreder reeds eerder vergelijkbare feiten werden vastgesteld. Het criterium frequentie geeft derhalve geen aanleiding tot een hogere geldboete De omstandigheden Uit de foto's van de overtreder, die aan het verslag van verhoor d.d. 12/05/2014 waren gevoegd en die 1 maand na de feiten waren genomen, blijkt dat er sprake was van natuurlijk herstel van de grasberm. Dit wordt meegenomen als verzachtende omstandigheid, wat aanleiding geeft tot een verlaging van de geldboete. AMMC ging per schrijven van 26/06/2014 over tot kennisgeving van het voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming. Artikel DABM voorziet dat AMMC een boetebeslissing moet nemen binnen een termijn van honderdtachtig dagen na deze kennisgeving. Deze termijn van 180 dagen is een termijn van orde, waarvan de overschrijding niet gesanctioneerd wordt. 4

5 Deze beslissingstermijn is inmiddels verstreken. AMMC is in casu van oordeel dat de feiten voldoende ernstig zijn om alsnog een bestuurlijke geldboete op te leggen. Wegens het overschrijden van de beslissingstermijn wordt het boetebedrag evenwel verlaagd met één vijfde rekening houdend met de termijn die verstreken is sedert de start van de bestuurlijke boeteprocedure. Ten slotte zijn er, wat dit milieumisdrijf betreft, geen verdere bijzondere omstandigheden die in rekening worden genomen bij het bepalen van de hoogte van de boete. Dit is de bestreden beslissing. IV. ONTVANKELIJKHEID VAN DE VORDERING TOT VERNIETIGING Uit het dossier blijkt dat de vordering tijdig en regelmatig is ingesteld. Er worden geen excepties opgeworpen. V. ONDERZOEK VAN DE MIDDELEN TOT VERNIETIGING ENIG MIDDEL Standpunt van de partijen 1. De verzoekende partij voert in een enig middel aan dat artikel , 1 DABM geschonden is. Zij stelt dat de boete waarvan sprake in het tweede deel van het artikel niet is gedefinieerd in het DABM. Overeenkomstig de spraakgebruikelijke betekenis van het woord moet er van uitgegaan worden dat een boete een geldstraf is, zij het geen strafrechtelijke sanctie maar wel een administratieve sanctie. Zij stelt voorts dat landbouwers in toepassing van Verordening (EG) 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunregeling aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers ( )(hierna: Verordening(EG) 73/2009) en van Verordening (EG) 1122/2009 van de Europese Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordening 73/2009 van de Raad (hierna: Verordening(EG) 1112/2009) inkomenssteun kunnen ontvangen. Indien de landbouwer de milieuwetgeving overtreedt, worden ze gesanctioneerd via een korting van hun Europees landbouwerinkomen. Dit is een geldstraf. Deze sanctionering gebeurt ex post indien de landbouwer hetzij nalatig of met opzet heeft gehandeld. De verzoekende partij voegt in haar stukken het controlerapport toe van het Departement Landbouw en Visserij waarin de huidig ten laste gelegde feiten worden beschreven. In een schrijven van 7 mei 2015 geeft het Departement aan de verzoekende partij te kennen dat de overtreding van de milieuwetgeving in het kader van de randvoorwaarden als een opzettelijke overtreding wordt beschouwd met een sanctie van 20% op de zoogkoeienpremies met name een boete van 1493,80 euro. De verzoekende partij is dan ook van mening dat artikel , 1 DABM geschonden is, aangezien de wijze waarop de korting van 20% wordt bepaald quasi identiek is aan deze van de 5

6 alternatieve bestuurlijke geldboete, immers wordt ook rekening gehouden met opzet of nalatigheid, ernst en omvang van de overtreding en eventuele herhaling. 2. De verwerende partij voert aan dat het geen vaststaand gegeven is dat landbouwers spontaan inkomstenssteun ontvangen in toepassing van Verordening (EG) 73/2009 en Verordening (EG) 1122/2009. Overeenkomstig artikel 19 van de Verordening (EG) 73/2009 moet een landbouwer die inkomenssteun wenst te ontvangen daartoe jaarlijks een steunaanvraag indienen. Het ontvangen van inkomenssteun is aan voorwaarden verbonden. In artikel 4 van voormelde verordening wordt gesteld dat de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen in acht dienen te worden genomen. Indien aan deze beheerseisen niet wordt voldaan, kan men gesanctioneerd worden. Echter valt deze sanctie niet te vereenzelvigen met een bestuurlijke beboeting die voortvloeit uit het overtreden van strafrechtelijke bepalingen. De inhouding van de inkomenssteun vormt geen strafrechtelijke sanctie maar een administratieve sanctie die geen repressief karakter heeft. Voorts geeft de verwerende partij aan dat de bestuurlijke geldboete een punitief karakter heeft, terwijl de vermindering van de inkomenssteun dit niet heeft. De noodzakelijke voorwaarde opdat van een bestraffende sanctie sprake zou zijn is immers leedtoevoeging. Leedtoevoeging wordt geenszins beoogd met het verlagen of uitsluiten van inkomenssteun. Het loutere gevolg van de verlaging of uitsluiting bestaat erin dat de landbouwer het vooruitzicht op het ontvangen van de aangevraagde steun gedeeltelijk of geheel verliest, hetgeen inhoudt dat de normale situatie wordt hersteld en het beheer van de middelen van de Unie wordt beschermd door een gedeeltelijke of gehele tijdelijke uitsluiting van een steunontvanger die niet aan de voorwaarden voldoet. Deze facetten zijn reeds meermaals bijgetreden door het Hof van Justitie in het kader van diverse regelingen inzake landbouwsteun. Het Hof heeft reeds meermaals geoordeeld dat de sancties van de uitsluiting of verlaging van inkomenssteun zich alleen richten tot personen die er zelf voor hebben geopteerd om beroep te doen op de bij de verordening ingestelde steunmaatregel, en dat het geen strafrechtelijke sancties zijn, maar administratieve sancties die geen repressief karakter hebben, doch een integrerend bestanddeel uitmaken van de steunregelingen, welke een eigen, niet-repressief doel hebben, namelijk in essentie de bescherming van het beheer van de middelen van de Unie door de tijdelijke uitsluiting van een steunontvanger die niet aan de voorwaarden voldoet, en onafhankelijk van eventuele strafrechtelijke sancties kunnen worden toegepast. Hierbij citeert de verwerende partij verschillende arresten van het Hof van Justitie. Zij besluit dan ook door te stellen dat van enige dubbele bestraffing geen sprake kan zijn en dat de inkorting van inkomenssteun ten belope van 20% niet als een geldstraf kan worden beschouwd. Beoordeling door het College 1. Artikel , 1 DABM bepaalt het volgende: Een bestuurlijke geldboete kan niet worden opgelegd als : 1 voor het feit in kwestie al eerder, hetzij een bestuurlijke geldboete overeenkomstig dit decreet, hetzij een door een ander hiertoe bevoegde persoon of overheid bepaalde boete werd opgelegd; 2. Uit de memorie van toelichting (Parl. St. Vl. Parl , stuk 1249, nummer 1, 59) van het betrokken artikel blijkt het volgende: 6

7 Een bestuurlijke geldboete is een sanctie. In drie gevallen vervalt uitdrukkelijk de mogelijkheid tot het opleggen van een bestuurlijke geldboete. Als voor hetzelfde milieumisdrijf of dezelfde milieu-inbreuk ( voor het feit in kwestie ) reeds vroeger een bestuurlijke geldboete werd opgelegd, kan niet opnieuw een bestuurlijke geldboete worden opgelegd (1 ). Ook als de strafrechter voor het betrokken feit reeds eerder een strafrechtelijke veroordeling heeft uitgesproken, kan achteraf niet opnieuw een bestuurlijke geldboete worden opgelegd (2 ). Ten slotte zal evenmin een bestuurlijke geldboete kunnen opgelegd worden als het feit in kwestie reeds geresulteerd heeft in een vrijspraak, in een eenvoudige schuldverklaring zonder straf, in een opschorting van de uitspraak van de veroordeling of in een minnelijke schikking (3 ). Al deze gevallen sluiten volledig aan bij het non bis in idem -beginsel, zoals is vastgelegd in internationale mensenrechtenverdragen (EVRM-BUPO). Hieruit valt af te leiden dat de alternatieve bestuurlijke geldboete niet meer kan worden opgelegd indien reeds een andere bestuurlijke geldboete werd opgelegd voor dezelfde feiten in het verleden. Een alternatieve bestuurlijke geldboete heeft immers tot doel om gedragingen, in strijd met een voorschrift dat wordt gehandhaafd met toepassing van titel XVI DABM en waarop overeenkomstig deze titel een straf is gesteld, te voorkomen en te bestraffen. Het is een sanctie met een overwegend repressief karakter. Als gevolg van haar punitief karakter betreft het opleggen van dergelijke boete volgens de kwalificatiecriteria van het EHRM een strafvervolging in de zin van artikel 6, lid 1 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). 3. Er dient derhalve te worden onderzocht of de sanctie die aan de verzoekende partij werd opgelegd in uitvoering van de Verordening (EG) 73/2009 eveneens als een punitieve sanctie kan worden beschouwd. Het Europees Hof van Justitie heeft met betrekking tot dit vraagstuk reeds meerdere malen volgend standpunt ingenomen: En eveneens: 41 Om de aard van de ten laste gelegde inbreuken te verduidelijken heeft het Hof meermaals beklemtoond dat de overtreden regels uitsluitend golden voor marktdeelnemers die er in alle vrijheid voor hadden gekozen een beroep te doen op een landbouwsteunregeling (zie in die zin reeds aangehaalde arresten Maizena, punt 13, en Duitsland/Commissie, punt 26). In het kader van een communautaire steunregeling, waarin aan de toekenning van de steun noodzakelijk de voorwaarde wordt verbonden dat de rechthebbende alle waarborgen van eerlijkheid en betrouwbaarheid biedt, is de sanctie die wordt opgelegd indien niet aan deze voorwaarde wordt voldaan, een specifiek administratief instrument, dat een bestanddeel van de steunregeling vormt en een goed financieel beheer van de openbare middelen van de Gemeenschap moet verzekeren. ( ) 43 Ten slotte moet worden opgemerkt dat de sanctie van artikel 11, lid 1, eerste alinea, sub a, van verordening nr. 3665/87 bestaat in de betaling van een bedrag dat wordt bepaald naar rato van het bedrag dat de marktdeelnemer ten onrechte zou hebben ontvangen indien de bevoegde autoriteiten geen onregelmatigheid hadden ontdekt. De sanctie vormt dus een integrerend bestanddeel van het betrokken stelsel van uitvoerrestituties en is niet strafrechtelijk van aard. (Arrest van 11 juli 2002, Käserei Champignon Hofmeister, C-210/00, EU:C:2002:440, punt 41 en 43) 7

8 34 Uit punt 2 van de considerans van verordening nr. 146/2008 blijkt dat de vereenvoudiging van de toegang tot de rechtstreekse betalingen de landbouwers in staat stelt gemakkelijker een beroep te doen op landbouwsteun. Bovendien brengt punt 3 van de considerans van verordening nr. 73/2009 in herinnering dat aan steunverlening de voorwaarde is verbonden dat de ontvanger van steun de voorschriften inzake de randvoorwaarden naleeft. 35 Bijgevolg is de sanctie bij niet-naleving van die voorwaarden een specifiek administratief instrument dat integraal deel uitmaakt van de landbouwsteunregelingen en de naleving van die voorwaarden moet bevorderen. 36 In dat verband heeft het Hof er herhaaldelijk op gewezen dat de overtreden regels uitsluitend gelden voor marktdeelnemers die er in alle vrijheid voor hebben gekozen een beroep te doen op een landbouwsteunregeling ( ). (Arrest van 13 december 2012, Maatschap L. A. en D. A. B. Langestraat en P. Langestraat- Troost, C-11/12, EU:C:2012:808, punt 34-36) Inderdaad blijkt uit artikel 19 van Verordening (EG) 73/2009 het vrijwillig karakter van de deelname aan de steunaanvragen: 1. Een landbouwer dient elk jaar een aanvraag voor rechtstreekse betalingen in waarin, voor zover van toepassing, worden vermeld: ( ) Tevens wordt in artikel 23 van voormelde verordening de verlaging of uitsluiting van betalingen bij niet-naleving van de voorschriften inzake de randvoorwaarden als volgt gekaderd: 1. Wanneer de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen of de eisen inzake goede landbouw- en milieuconditie op om het even welk moment in een bepaald kalenderjaar (hierna het betrokken kalenderjaar genoemd) niet worden nageleefd ten gevolge van een handelen of nalaten dat rechtstreeks kan worden toegeschreven aan de landbouwer die de steunaanvraag in het betrokken kalenderjaar heeft ingediend, wordt het totaalbedrag van de rechtstreekse betalingen die na toepassing van de artikelen 7, 10 en 11 aan die landbouwer worden of moeten worden toegekend, verlaagd of uitgesloten overeenkomstig de op grond van artikel 24 vastgestelde uitvoeringsbepalingen. De verordening (EG) nummer 1122/2009 van de Commissie van 30 november 2009, sluit ten overvloede niet uit dat alsnog andere sancties kunnen opgelegd worden krachtens de nationale regelgeving. Overweging. nr. 98 en artikel 77, 2e lid van vermelde verordening bepalen immers expliciet: De verlagingen en uitsluitingen waarin de onderhavige verordening voorziet, moeten worden toegepast onverminderd verdere sancties op grond van welke andere bepalingen van communautair of nationaal recht dan ook. (overweging nummer 78) De in de eerste alinea bedoelde verlagingen en uitsluitingen worden overeenkomstig artikel 78, lid 2, toegepast onverminderd verdere sancties op grond van andere bepalingen van communautair of nationaal recht. (artikel 77, tweede lid) Hieruit vloeit voort dat de kortingen en uitsluitingen waarin de verordening voorziet mogen gecumuleerd worden met alternatieve bestuurlijke geldboeten, opgelegd overeenkomstig titel XVI DABM. 8

9 Terwijl de alternatieve bestuurlijke geldboete in wezen een punitief karakter heeft, is de inkorting van de vermelde inkomenssteun een louter administratieve sanctie zonder enig repressief karakter, die zich overigens enkel richt tot wie er zelf voor geopteerd heeft om beroep te doen op de bijvermelde verordening ingestelde inkomenssteunmaatregel. Uit wat voorafgaat concludeert het College dat de verzoekende partij vrij was beroep te doen op de landbouwsteunregeling en de hieraan verbonden voorwaarden. De sanctie die aan de naleving van deze voorwaarden verbonden wordt, is hoogstens disciplinair van aard en heeft betrekking op het terugvorderen of niet-toekennen van steunmaatregelen zonder enig repressief karakter. Het middel wordt verworpen. BESLISSING VAN HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE 1. Het College verwerpt het beroep. 2. De behandeling van het beroep heeft geen kosten met zich gebracht, zodat een beslissing over de kosten van het geding zonder voorwerp is. Dit arrest is uitgesproken te Brussel in openbare zitting van 16 mei 2017 door de eerste kamer. De toegevoegd griffier, De voorzitter van de eerste kamer, Chana GIELEN Marc VAN ASCH 9

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0076 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0109/M Verzoekende partij de bvba JACQUES GHEYSENS vertegenwoordigd door advocaat Thomas BAILLEUL

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0045 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0097/M Verzoekende partij Verwerende partij Marc Broucke, met woonplaatskeuze te 8830 Hooglede,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 25 juli 2017 met nummer MHHC- M /1617/0114 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0147/M Verzoekende partij de bvba M.V.T. TRANS vertegenwoordigd door advocaat Noëlla VIAENE

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0109 van 21 april 2016 in de zaak MHHC1415/0063/M/0051 In zake: de bvba GREENERGY bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Isabelle LARMUSEAU en Alison

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/35-VK van 18 april 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Albert COPPENS, advocaat, met kantoor te 9300

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/4-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ], wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 25 juni 2019 met nummer RvVb-A-1819-1144 in de zaak met rolnummer 1718-RvVb-0447-A Verzoekende partijen de gemeente SINT-KATELIJNE-WAVER, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0047 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0099/M Verzoekende partij de bvba IMBRECHTS, met zetel te 1910 Kampenhout, Haachtsesteenweg

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/34-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 19 juni 2018 met nummer RvVb/A/1718/1022 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0396/A Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Marina VERPLANCKE, wonende te

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0113 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0065/M/0053 In zake: de nv AGROTECH BELGASIA, met zetel te 8870 Izegem, Gentse Heerweg 78 waar woonplaats wordt

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0231 in de zaak met rolnummer 1314/0771/A/2/0738 Verzoekende partij 1. de heer Tom BELMANS 2. mevrouw Christ l MAES 3.

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0092 in de zaak met rolnummer 1617-RvVb-0521-A Verzoekende partij de nv ASPIRAVI vertegenwoordigd door advocaat Gregory

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0094 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0579/SA Verzoekende partijen Verwerende partij 1. de heer William ROTTIERS

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 9 mei 2017 met nummer RvVb/A/1617/0839 in de zaak met rolnummer RvVb/1415/0697/SA/0682 Verzoekende partijen de heer Tjerk BOERSMA mevrouw Melina CRAEYBECKX

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 11 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0052 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0029/A Verzoekende partij mevrouw Gerda BORREMANS vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0085 van 31 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0022/M/0019 In zake: de gemeente WELLEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST van 9 oktober 2018 met nummer RvVb/A/1819/0155 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0701/A Verzoekende partijen 1. de heer Johan VANDEVENNE 2. mevrouw Gerda

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/3-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 4 juli 2017 met nummer MHHC/M/1617/0107 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0150/M Verzoekende partij mevrouw Catharina STEENSELS, met woonplaatskeuze te 3930 Hamont-Achel,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/49-VK van 29 mei 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC/M/1516/0030 van 26 november 2015 In de zaak van de bvba 10POND, met maatschappelijke zetel te 9770 Kruishoutem, Duifhuisstraat 21, voor en namens wie optreedt mr. Koen

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0697 van 1 maart 2016 in de zaak RvVb/1415/0538/SA/0518 In zake: het college van burgemeester en schepenen van de stad OUDENBURG bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/14-K7 van 12 maart 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 augustus 2016 met nummer RvVb/A/1516/1389 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0046/SA Verzoekende partij mevrouw Pauline PENNE vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 16 augustus 2016 met nummer RvVb/S/1516/1447 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0336/SA Verzoekende partijen 1. de heer Kristoffel VOSSEN 2. mevrouw Simonne

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de

hierna de tegen voor wie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/25-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0042 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/79-M In zake : de heer [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 12 september 2017 met nummer MHHC/M/1718/0002 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0103/M Verzoekende partij Verwerende partij de lv NELIS-CILLEN-CAYMAX vertegenwoordigd

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0091 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0137/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Marc VAN DER SMISSEN, wonende te 1730

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 20 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0066 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0069/M Verzoekende partij de bvba AURO-TECH, met woonplaatskeuze te 9111 Sint-Niklaas,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0048 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/89-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 9 oktober 2018 met nummer HHC/M/1819/0010 in de zaak met rolnummer 1718/MHHC/0020/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Eric DE SUTTER, met woonplaatskeuze te 8380

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/100-VK van 5 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 20 augustus 2019 met nummer RvVb-S-1819-1323 in de zaak met rolnummer 1819-RvVb-0607-SA Verzoekende partijen 1. de heer Jules DHOOGHE 2. mevrouw Evelyne VAN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2012/0457 van 7 november 2012 in de zaak 1011/0835/A/3/0784 In zake: de heer.., wonende te.. bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert VRINTS kantoor

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 18 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0078 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0294/SA Verzoekende partijen 1. de heer Raoul DIRCKX 2. mevrouw Rose Marie

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0153 van 26 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0093/M/0082 In zake: bvba J. KRIJNEN KEUKENS bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Harry HENDRICKX kantoor

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0901 van 5 april 2016 in de zaak 1213/0305/SA/1/0295 In zake: de heer Geert STANDAERT bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Koen GEELEN

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0121 van 12 mei 2016 in de zaak MHHC/1415/0072/0061 In zake: de heer John DE GENDT, wonende te 1080 Sint-Agatha-Berchem, René Comhairelaan 1, bus 009, waar

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 3 oktober 2017 met nummer MHHC/M/1718/0014 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0034/M Verzoekende partij de heer Stijn VAN EYCK vertegenwoordigd door advocaat Robert

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0157 van 23 augustus 2016 in de zaak MHHC/1415/0086/M/0076 In zake: de heer Paul WEEMAES, wonende te 9130 Kieldrecht, Kreek 88 verzoekende partij tegen:

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/19-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/31-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1202 van 7 juni 2016 in de zaak 1213/0253/SA/8/0233 In zake: de heer David DE CORTE mevrouw Mia LEFEVRE 3. de heer Luc LEFEVRE 4. de heer Wouter

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/104-VK van 19 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. A/2013/0075 van 19 februari 2013 in de zaak 2010/0528/SA/3/0681 In zake: de nv... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2011/0162 van 9 november 2011 in de zaak 2010/0276/SA/3/0255 In zake: 1.... 2.... beiden wonende te... advocaat Gert BUELENS kantoor houdende te 2800 Mechelen,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0093 van 14 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0032/M/0024 In zake: de heer Ludwig VAN DE WEGHE, wonende te 9270 Kalken, Krimineelstraat 21a vertegenwoordigd

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 9 oktober 2018 met nummer HHC/M/1819/0013 in de zaak met rolnummer 1718/HHC/0024/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Maria VAN HOVE wonende te 2270 Herenthout,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0123 van 12 mei 2016 in de zaak MHHC/1415/0078/M/0061 In zake: de heer Jean PAUL DE COCKER, wonende te 1641 Sint-Pieters-Kapelle, Philipskouterstraat 7,

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/2-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE TIENDE KAMER ARREST nr. UDN/2015/0005 van 19 maart 2015 in de zaak RvVb/1415/0006/UDN In zake: 1. de heer Yves VANNERUM 2. mevrouw Kathleen CRABBE advocaten

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/53-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], zaakvoerder, hierna de verzoekende

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0078 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0116/M Verzoekende partij de heer Koen WINDELS vertegenwoordigd door advocaat Steven TAMSYN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1500 van 30 augustus 2016 in de zaak 1011/0774/SA/2/0731 In zake: de heer... advocaat Johan VERSTRAETEN kantoor houdende te 3000 Leuven, Vaartstraat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1294 van 28 juni 2016 in de zaak 1314/0440/A/4/0401 In zake: de heer Alain CHABEAU advocaat Dominique VERMER kantoor houdende te 1160 Brussel, Tedescolaan

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0041 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/78-M In zake : mevrouw [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0083 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0131/M Verzoekende partij de heer Jozef ROUGES, wonende te 9080 Zaffelaere, Dam 27 Verwerende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. S/2011/00007 van 9 februari 2011 in de zaak 2010/0401/SA/3/0363 In zake: 1.... 2.... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0047 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/88-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0492 van 22 juli 2014 in de zaak 2010/0393/A/3/0470 In zake: de heer..., wonende te... verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/18-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/12-K7 van 26 februari 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sarah BERNAERS, advocaat, met kantoor te 9100 SINT-NIKLAAS,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0051 van 21 januari 2016 in de zaak 14MHHC/69-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten verzoeke

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 november 2017 met nummer MHHC/M/1718/0044 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0016/M Verzoekende partij de heer Robert VAN HOORICK, wonende te 9160 Lokeren, Gentdam

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0145 van 5 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0060/M/0048 In zake: de heer Lambert HOMMERS, wonende te 3650 Dilsen-Stokkem, Brammerstraatje 44, waar woonplaats

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/82-VK van 10 oktober 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/49-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Yves TORFS, advocaat, met kantoor te 2200

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1485 van 30 augustus 2016 in de zaak 1314/0012/A/1/0008 In zake: INTERCOMMUNALE WATERLEIDINGSMAATSCHAPPIJ VAN VEURNE-AMBACHT, met zetel te 8670

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0524 van 5 augustus 2014 in de zaak 1213/0539/A/2/0507 In zake: de heer Marc ALLOING verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. S/2013/0153 van 4 juni 2013 in de zaak 1213/0289/SA/3/0268 In zake: 1. de heer Freddy VANDENBRUWANE, wonende te 8820 Torhout,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 4 juli 2017 met nummer RvVb/A/1617/1019 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0083/A Verzoekende partij Verwerende partij de heer Jozef RUTTEN, met woonplaatskeuze

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 november 2017 met nummer MHHC/M/1718/0043 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0008/M Verzoekende partij de heer Filip VAN DE VYVER, wonende te 9160 Lokeren, Gentdam

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 20 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0068 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0072/M Verzoekende partij de heer Bart HUYSMANS, met woonplaatskeuze te 2930 Brasschaat,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0314 van 1 december 2015 in de zaak RvVb/1415/0609/A/0602 In zake: de heer Bart DEVOS bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Greg JACOBS

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr. 231.949 van 14 juli 2015 in de zaak A. 213.352/VII-39.196.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr. 231.949 van 14 juli 2015 in de zaak A. 213.352/VII-39.196. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VIIe KAMER A R R E S T nr. 231.949 van 14 juli 2015 in de zaak A. 213.352/VII-39.196. In zake : de VZW HUBERTUSVERENIGING VLAANDEREN bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 maart 2018 met nummer HHC/I/1718/0080 in de zaak met rolnummer 1617-MHHC-0086-I Verzoekende partij mevrouw Annemie ROEFS, wonende te 2340 Beerse, Bisschopslaan 46 de heer

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST van 16 januari 2018 met nummer RvVb/S/1718/0444 in de zaak met rolnummer RvVb/1415/0466/SA/0443 Verzoekende partijen 1. de heer Jeroen DEVENYN 2. de heer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 11 december 2018 met nummer RvVb-A-1819-0410 in de zaak met rolnummer 1718-RvVb-0057-A Verzoekende partij Verwerende partij de heer Maurice CLEMENS, met woonplaatskeuze

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0149 van 12 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0070/M/0067 In zake: de heer Rik VERSTRAETE, wonende te 8792 Desselgem, Meelstraat 88 verzoekende partij tegen:

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0135 van 16 juni 2016 in de zaak 14/MHHC/98-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMS GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten verzoeke

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 maart 2018 met nummer HHC/M/1718/0072 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0076/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Stephan VANDENWIJNGAERT, met woonplaatskeuze

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/50-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2015/0008 van 13 januari 2015 in de zaak 1314/0021/A/2/0050 In zake: 1. de heer Albert VRANKEN 2. mevrouw Marie-Joanna BRABANTS bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0559 van 12 augustus 2014 in de zaak 1213/0593/A/4/0569 In zake: 1. de heer Albert DIELS 2. mevrouw Rita DERWAEL bijgestaan en vertegenwoordigd door:

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr. 232.747 van 29 oktober 2015 in de zaak A. 211.970/VII-39.075.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr. 232.747 van 29 oktober 2015 in de zaak A. 211.970/VII-39.075. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VIIe KAMER A R R E S T nr. 232.747 van 29 oktober 2015 in de zaak A. 211.970/VII-39.075. In zake : de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0601 van 16 februari 2016 in de zaak RvVb/1415/0481/A/0466 In zake: de heer Theodoor GORISSEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Antoon

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T nr. 201.488 van 4 maart 2010 in de zaak A. 185.318/XII-5232. In zake : Mario DE VILLA, die woonplaats kiest bij advocaat G. Vanhoucke, kantoor

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 maart 2018 met nummer HHC/M/1718/0079 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0085/M Verzoekende partij de nv EUROGAS BELGIUM vertegenwoordigd door advocaat Theo MARCOURS met

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE TUSSENARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE TUSSENARREST HANDHAVINGSCOLLEGE TUSSENARREST van 26 maart 2019 met nummer HHC-M-1819-0035 in de zaak met rolnummer 1718-HHC-0042-M Verzoekende partij de bvba R & N RABOUT vertegenwoordigd door advocaat Paul QUIRYNEN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 29 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0360 in de zaak met rolnummer RvVb/1415/0334/A/0323 Verzoekende partij de heer Walter SLACHMUYLDERS vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 mei 2017 met nummer RvVb/A/1617/0811 in de zaak met rolnummer RvVb/1415/0648/A/0644 Verzoekende partijen 1. het college van burgemeester en schepenen van

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0090 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0136/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Diane REMMERIE, met woonplaatskeuze te

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0050 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0026/M Verzoekende partij mevrouw Negar MEHDIPOURYAN, wonende te 9250 Waasmunster, Wareslagestraat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1491 van 30 augustus 2016 in de zaak RvVb/1415/0506/A/0495 In zake: de bvba MONDY bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Jan FERLIN, Peter

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0256 in de zaak met rolnummer 1415/0122/A/6/0092 Verzoekende partij Verwerende partij Tussenkomende partijen de heer

Nadere informatie