Hoofdstuk 5 Sprekend Verleden 2e fase VWO

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk 5 Sprekend Verleden 2e fase VWO"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 5 Sprekend Verleden 2e fase VWO Industrialisatie van het Westen (vanaf 1800) 5.1 Het ontstaan van een industriële samenleving Toen de mensen overgingen van jagen en verzamelen overgingen op akkerbouw en veeteelt als belangrijkste middelen van bestaan, bracht dit grote veranderingen in de samenleving met zich mee. Dat was ook zo toen in West Europa steeds meer mensen van de landbouw als middel van bestaan over gingen naar de industrie. We spreken van de industriële revolutie. Hoewel een revolutie altijd snel plaatsvindt, is dat hier niet het geval. In werkelijkheid gaat het om een langdurig proces dat in Europa begon en dat in de wereld nog steeds plaatsvindt. En de veranderingen betroffen niet alleen de industrie maar ook de landbouw en de dienstensector. Door de Industriële Revolutie ontstond er een industriële samenleving. Met een industriële samenleving bedoelen we een samenleving waarin de meeste goederen in fabrieken worden gemaakt en waarin de meeste mensen in steden wonen. Als een agrarische samenleving door het toenemen van het aantal industrieën verandert in een industriële samenleving, wordt deze verandering industrialisatie genoemd. In Engeland ontstond het eerst een industriële samenleving halverwege de 18e eeuw. Op het vasteland volgde rond 1800 eerst België en later in de 19e eeuw ook de andere West Europese landen en de Verenigde Staten. Aan het einde van de 19e eeuw begon ook de industrialisatie in Oost Europa en Japan. In de 20e eeuw kwam de industrialisatie in de andere landen van de wereld op gang maar is daar nog steeds niet het belangrijkste middel van bestaan. In het koloniale tijdperk waren de koloniën belangrijke leveranciers van grondstoffen en afzetgebieden voor de westerse industrieën. Ook na de onafhankelijkheid van de koloniën bleef dat vaak zo. 5.2 Veranderingen in het gebruik van arbeid Pas de laatste tweehonderd jaar maakt de mens, op grote schaal, gebruik van machines. Pas in die tijd zijn mensen gebruik gaan maken van gas, olie, elektriciteit en atoomenergie. Dat werd pas mogelijk door een groot aantal uitvindingen vanaf het einde van de 18e eeuw. Aan die uitvindingen is nog steeds geen einde gekomen. De uitvindingen maakten het ontstaan van industrieën mogelijk. Maar daar was meer voor nodig: energiebronnen: zoals gas, olie, elektriciteit en atoomenergie. grondstoffen: deels uit Europa deels uit de koloniën. zeer veel kapitaal: werd in de beginperiode verschaft door rijke kooplieden en banken. voldoende arbeidskrachten: vanaf de 18e eeuw groeide de bevolking sneller dan voorheen en door uitvindingen waren er in de landbouw steeds minder arbeidskrachten nodig. De groei van de fabrieken werd ook mogelijk door massaproductie, waarbij gebruik werd gemaakt van arbeidsverdeling en de lopende band. Massaproductie is een productiesysteem waarmee grote aantallen van

2 precies hetzelfde product worden gemaakt. Arbeidsverdeling is het maken van producten in verschillende stappen. Een lopende band brengt een product in wording van arbeider naar arbeider, zodat elke arbeider zijn handeling zonder tijdverlies kan verrichten. Nadelen massaproductie: het werk werd veel eentoniger. er kwamen meer spanningen want iedereen moest aan een bepaald tempo voldoen. veel minder aandacht voor de arbeider als mens. Voordelen massaproductie: er kon sneller en goedkoper worden geproduceerd. massaproducten werden nu betaalbaar voor veel mensen. kapotte onderdelen van producten konden nu worden vervangen. Een verdergaande automatisering en robotisering van het productieproces werd in de tweede helft van de 20e eeuw mogelijk. 5.3 Veranderingen in het gebruik van de natuur De natuur wordt benut voor nieuwe vormen van energie Tot in de 18e eeuw werd het meeste werk door middel van de handen verricht. Tevens benutte men de kracht van trekdieren, stromend water en wind. Als brandstof gebruikte men vooral hout, houtskool en turf. Daarna ging men steenkool gebruiken, gebruikte stoom (opgewekt door verbranding van steenkool of hout) en verbranding van olie en gassen, elektriciteit en kernenergie. Het was James Watt die omstreeks 1770 een bestaande stoommachine verbeterde waardoor deze voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Uitvindingen maken uitbreiding van de mijnbouw mogelijk De mijnbouw had met twee grote problemen te maken: het grondwater en het mijngas. Voor het wegpompen van het mijnwater vond men in het begin van de 18e eeuw een stoommachine uit. Voor het mijngas vond men pas een eeuw later een oplossing, de veiligheidslamp. In Engeland nam de productie van steenkool in de periode toe van 6 miljoen ton per jaar tot 57 miljoen, die van ijzer van ton tot 3,8 miljoen. Elektriciteit wordt een nieuwe bron van energie Pas in de 19e eeuw slaagden uitvinders erin elektriciteit te benutten als bron van energie. De uitvinding van de dynamo door de Duitser Siemens maakte het mogelijk grote hoeveelheden elektrische energie op te wekken. De eerste elektriciteitscentrale in Nederland werd in 1883 in Rotterdam geopend. De gloeilamp was een belangrijke toepassing van elektriciteit, uitgevonden door de Amerikaan Edison (1879). Anton Philips begon in 1891 in Nederland met de massaproductie. De toepassing van elektriciteit als energiebron breidde zich daarna uit.

3 Nieuwe 'grondstoffen' uit aardolie en steenkool Proeven met aardolie en steenkool leidde tot de uitvinding van o.a. plastic en nylon. Plastic en kunststofvezels worden gebruikt in zeer veel producten. Door het feit dat men in 1859 ontdekte (Amerikaan Edwin L. Drake) dat aardolie in grote hoeveelheden kon worden ontgonnen door middel van boorinstallaties, ontstonden nieuwe mogelijkheden voor toepassing als brandstof en grondstof voor andere producten en nieuwe industrieën. 5.4 Veranderingen in het gebruik van de techniek Naast de vervaardiging van machines waren er ook technische ontwikkelingen bij de communicatiemiddelen en bij het vervoer. Mensen kunnen veel sneller contact met elkaar krijgen Het overdragen van berichten tussen mensen (communicatie) is voor de economie heel belangrijk. Tot in de 18e eeuw regelde men zaken mondeling of men schreef brieven. Het vervoer van berichten gebeurde te voet, per paard en wagen of per schip. Door de industrialisatie kreeg men behoefte tot snellere communicatie. Communicatie uitvindingen: Samuel Morse vond in 1837 de telegraaf uit. In de VS werd in 1844 de eerste lijn aangelegd. In 1865 kwam er een telegraaflijn tussen de VS en Europa; Alexander Graham Bell vond in 1876 de telefoon uit. Mogelijkheden om te amuseren en informeren nemen enorm toe De grammofoon werd uitgevonden, Marconi ontwierp de draadloze telegrafie en de volgende stap was de draadloze radio. Rond 1900 werd de film voor het eerst aan het grote publiek vertoond. eerst stomme films, later met geluid. Televisie werd in de 20 eeuw uitgevonden. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd de TV een massaproduct. Computer en internet integreren bestaande mogelijkheden tot communicatie en breiden deze uit Vanaf 1955 deden computers hun intrede bij grote bedrijven en instellingen. De pc deed vanaf 1980 zijn intrede. Door de steeds toenemende technologische revolutie is men in staat chips steeds kleiner te produceren, en daardoor met meer mogelijkheden. De informatietechnologie is niet meer uit onze samenleving weg te denken, zoals internet en mailverkeer. En denk maar eens aan deze site De site trekt honderdduizenden bezoekers per jaar en miljoenen hits. Nieuwe vervoermiddelen: spoorwegen, stoomboten, auto's en vliegtuigen. In vergelijking met nu verliep het vervoer vroeger traag. Ook de hoeveelheid goederen en het aantal mensen dat vervoerd kon worden, was in vergelijking met nu zeer beperkt. Het zoeken naar steeds nieuwe markten vroeg om een oplossing. Daarvoor was verbetering van de vervoersmiddelen een noodzaak. Vanaf het midden van de 18e eeuw werden bestaande verkeerswegen uitgebreid en nieuwe aangelegd. Bovendien werden allerlei nieuwe vervoermiddelen in gebruik genomen en telkens verbeterd. Het verkeer te land, ter zee en te water breidde zich in de 19e eeuw enorm uit. In de 20e eeuw kwam daar het luchtverkeer nog bij. Dit alles droeg sterk bij tot het toenemen van de productie in landbouw en industrie. Spoorwegnetten werden aangelegd; vanaf de tweede helft van de 19e eeuw ontstonden vooral in West-Europa en de VS dichte spoornetten. De stoomboot wordt langzaam ontwikkeld in de loop van de 19e eeuw. Deze maakten het mogelijk dat - zware en omvangrijke goederen - over grote afstanden konden worden vervoerd; overal waar grondstoffen werden gevonden of afzetgebieden waren, kwamen havensteden tot grote bloei; het contact tussen verschillende werelddelen nam toe. De auto werd vanaf eind 19e eeuw het vervoermiddel over de weg doordat de eerste benzinemotor eind 19e eeuw werd ontwikkeld. In de 20e eeuw werd de auto een massaproduct.

4 Het vliegtuig werd in de 20e eeuw steeds belangrijker. Pas na de Eerste Wereldoorlog kreeg het vliegtuig economische betekenis. Het werd aanvankelijk vooral gebruikt als vervoer voor post en goederen van beperkte omvang. Vanaf ongeveer 1930 bouwde men grotere vliegtuigen en werd het vervoer van personen belangrijk. 5.5 Verandering in het Kapitalisme: Van Handelskapitalisme naar Industrieel Kapitalisme Sinds de Late Middeleeuwen ontwikkelde zich een nieuwe vorm van economie, het kapitalisme. We noemen het tot in de 18e eeuw Handelskapitalisme. In die tijd waren de ondernemingen in hoofdzaak: Handels- en nijverheidsbedrijven. Deze waren in handen van meesters of van koopliedenondernemers; Min of meer grote landbouwbedrijven, grotendeels in handen van grootgrondbezitters. Ontstaan van het industrieel kapitalisme In de 19e eeuw maakte het handelskapitalisme plaats voor het industrieel kapitalisme. Kenmerken industrieel kapitalisme: Fabrieken en mijnen worden de belangrijkste bedrijven; de huisnijverheid verdween; De productie komt in handen van fabrikanten en grootindustriëlen. Aanvankelijk waren de fabrikanten ook de eigenaars van de fabrieken. Vanaf 1870 kwam daar verandering in. Men kon door middel van het kopen van aandelen mede eigenaar worden. Grootindustriëlen bleven er wel zoals enkele voorbeelden In Nederland Frits Philips, in Duitsland Alfred Krupp en in de VS John D. Rockefeller en William Randolph Hearst. Deze hadden grote invloed op de samenleving. Vanaf 1870 waren de meeste ondernemingen n. V s. Tot omstreeks 1870 waren de meeste ondernemingen nog in handen van één eigenaar. Dat veranderde door de groei van het aantal NV s. In een NV (Naamloze vennootschap) bezitten mensen gezamenlijk een bedrijf door een of meer aandelen in dat bedrijf te kopen. Het was een goede manier om aan geld voor investeringen te komen. De groot - industriëlen kregen grote invloed op de samenleving. Vooral ook omdat ze de prijzen van hun producten zelf vast konden stellen. Ze beïnvloeden ook verkiezingen, kochten kranten waardoor die schreven wat de grootindustriëlen wilden. Vanaf eind 19e eeuw inmenging van de overheid op beperkte schaal Oorspronkelijk vond men, onder invloed van het liberalisme, dat de overheid zich afzijdig moest houden van de economie. Op het einde van de 19e eeuw kwam men tot het inzicht dat de overheid ook in een kapitalistische samenleving bepaalde taken op zich moest nemen. 5.6 Veranderingen in de gelaagdheid en het bezit van mensen Rond 1800 was de bevolking in West Europa in drie lagen verdeeld: Een kleine bovenlaag van zeer rijke mensen, de bourgeoisie en de adel. Een kleine middenlaag van mensen met enig bezit, de kleine burgerij. De onderste laag van arme boeren, landarbeiders en arbeiders in de steden. Door de opkomst van het industrieel kapitalisme traden er in de gelaagdheid veranderingen op: Opkomst van rijke kapitalisten: de fabrikanten, rijke bankiers en groothandelaars. Zij werden de belangrijkste groep van de bovenlaag. Minder landarbeiders, meer fabrieksarbeiders Door de opkomst van de industrie konden de landarbeiders en zij die afkomstig waren van de huisnijverheid naar de industrie. De middenlaag breide zich sterk uit. Personeel in de dienstensector nam sterk toe. De mensen in de dienstensector 'maken' niets. Zij verrichten diensten voor andere mensen. Het zijn mensen als dokters, verpleegsters, leraren, ambtenaren.

5 Sterke uitbreiding van de middelste laag van de bevolking. Er kwamen steeds meer arbeiders werken in de fabrieken die steeds groter werden. Fabrikanten konden het werk nu niet meer alleen af. Men nam toen mensen in dienst die meer verdienden dan de arbeiders, maar minder dan de rijke bovenlaag. Ook in de dienstensector nam het aantal beter betaalde werknemers toe. Grotere mogelijkheden om van de ene laag in de andere laag terecht te komen. Tijdens de Industriële revolutie kwamen er veel nieuwe beroepen bij. De indeling van de samenleving in bevolkingslagen werd minder duidelijk. Het ging nu niet meer om afkomst en bezit, maar ook om wat men presteerde. Men begon arbeiders en werknemers naar prestatie te belonen. Veel hardwerkende mensen uit de beneden laag slaagden erin zich op te werken naar de middenlaag. Omgekeerd kon het nu ook. Men maakte veel meer kans dan vroeger om in een lagere bevolkingsgroep terecht te komen. 5.7 Snelle groei van de bevolking en van de steden Productie in de landbouw nam sterk toe Door de stijging van de productie van de landbouw, sinds de tweede helft van de 18e eeuw steeg de Europese bevolking. Toch waren er soms ook problemen zoals de aardappelziekte in de jaren 1845 en Pas omstreeks 1880 werd het voedselprobleem voor West-Europa volledig opgelost door de mechanisering en het gebruik van kunstmest. Ook werd er meer grond in gebruik genomen. Men sprak van een agrarische revolutie. In de niet-westerse wereld zijn er nog steeds voedselproblemen. Grote vooruitgang in de geneeskunde Heel belangrijk was het ontdekken van ziekteverwekkers en de wijze waarop die konden worden bestreden. Zo ontdekte de Engelse arts Jenner in 1796 de inenting tegen pokken. Die ziekte zorgde in 1750 voor dat er in Europa 12 tot 15 % van de mensen er aan stierven. De Fransman Louis Pasteur ontdekte in 1864 dat bacteriën ziekten veroorzaakten. Het belang van een goede hygiëne werd nu vooropgesteld. Er vond ook een uitbreiding van het aantal ziekenhuizen plaats en er kwamen betere verdovings - en ontsmettingsmiddelen. De overheid had hierin ook een taak. De invloed van de bevolkingsgroei op de industrialisatie De toename van de bevolking leidde tot grotere afzetmogelijkheden als gevolg van de stijgende vraag naar producten. Om aan de vraag te kunnen voldoen gingen fabrikanten zoeken naar snellere productiemethoden (mechanisatie). Door een overaanbod van arbeidskrachten konden de fabrikanten de lonen laag houden. De hoge winsten boden ruime investeringsmogelijkheden en droegen zo bij tot de groei van de industrialisatie. Snelle groei van steden In 1750 leefde in Engeland ongeveer 15% van de bevolking in de steden. Honderd jaar later was dat ruim 50%. Zie onderstaand voorbeeld van de ontwikkeling van de steden Liverpool en Manchester Liverpool Manchester De woonomstandigheden waren bijzonder slecht. Er was geen toilet, geen waterleiding en men leefde soms met twaalf personen in één kamer. Water haalde men uit pompen, rivieren en beken in de omgeving. Deze werden ook als open riool gebruikt. Ook de onveiligheid in de steden was groot. In de loop van de 19e eeuw kwam er een geleidelijke verbetering: er kwam straatverlichting, eerst gas later elektriciteit, en openbaar vervoer. er kwamen meer uitgaansmogelijkheden. er kwam een ondergronds riolenstelsel.

6 er werden waterleidingen aangelegd. er kwam meer politie. het aantal scholen, ziekenhuizen en bibliotheken werd uitgebreid. de arbeiders gingen eigen activiteiten organiseren. 5.8 Discussies over de 'sociale kwestie' Met de 'sociale kwestie' wordt de vraag bedoeld hoe een einde moest worden gemaakt aan de armoede van een groot deel van de bevolking. Lange tijd vond men dat het gewoon dat arme mensen door particulieren werden geholpen. Maar de industrialisatie ging lange tijd gepaard met grote armoede onder een deel van de bevolking in de steden. Sociale kwestie leidt tot sociale wetgeving De vraag was of de overheid een taak had in de verbetering van de leefomstandigheden. De liberalen waren lange tijd tegen een rol van de overheid. Radicale liberalen veranderden echter eind 19e eeuw van mening. De aan het eind van de 19e eeuw ontstane confessionele partijen waren ook voorstanders van gematigd overheidsingrijpen. Daarentegen vonden de socialistische partijen dat de overheid een sturende rol op zich moest nemen. In de meeste West-Europese landen werden er aan het eind van de 19e eeuw wetten aangenomen die de kinderarbeid en werktijden beperkten. Pas vanaf 1900 kwamen er maatregelen voor verbetering van het onderwijs, ziektegeld, betaalde vakantie en uitkeringen in geval van werkloosheid. Arbeiders organiseren zich in vakverenigingen en politieke partijen De eerste sociale wetten losten niet alle problemen op. Arbeiders en anderen besloten daarom zelf voor de belangen van de arbeiders op te komen. Zij richtten vakverenigingen op om zo het lot van de arbeiders te verbeteren. Deze vakverenigingen werden eerst door de regeringen verboden. Aan het einde van de 19e eeuw werden de wetten tegen de vakverenigingen in enige West-Europese staten ingetrokken en mocht men weer stakingen organiseren. Staken is het weigeren te werken om een bepaalde eis af te dwingen. In het begin weigerden de werkgevers met de vakverenigingen te onderhandelen maar tenslotte zagen ook de werkgevers in dat ze niet langer om de vakverenigingen heen konden. Voortaan sloot men overeenkomsten voor een bepaalde periode. Zo'n overeenkomst wordt een CAO (collectieve arbeidsovereenkomst) genoemd. Sommige arbeiders vonden vakverenigingen niet voldoende. Zij wilden ook invloed kunnen uitoefenen op het bestuur van een land en besloten politieke partijen op te richten. Zij streefden naar een nieuwe en rechtvaardige samenleving. 5.9 Het modern Imperialisme Wat is Imperialisme? De ontdekkingsreizen en hun gevolgen wordt wel eens de eerste fase van de kolonisatie of kolonialisme genoemd. Daarmee wordt bedoeld het streven van Europese landen om in andere werelddelen gebieden te veroveren. In de tweede helft van de 19e eeuw begon de tweede fase van het West-Europese kolonialisme, meestal imperialisme genoemd. Een imperium is een groot rijk dat is ontstaan door andere volken te onderwerpen. Met imperialisme wordt bedoeld: het streven van een staat om een groot rijk op te bouwen door al het land van andere volken te veroveren. In korte tijd werden grote delen van Azië en bijna geheel Afrika tot koloniën van Europese staten gemaakt.

7 Zie bijvoorbeeld Afrika in het begin van de twintigste eeuw. Het moderne imperialisme kwam voort uit politieke, economische en culturele motieven Politieke motieven: Kenmerk van macht en het nationalisme speelde daarbij ook een rol een groot koloniaal rijk droeg sterk bij tot nationale trots. Economische motieven: Er was veel voordeel te behalen. Grondstoffen en afzetgebieden. 'Beschavingsopdracht' als motief. Veel Europeanen dachten dat zij de taak hadden om in de rest van de wereld beschaving te brengen. Zij beschouwden dat als vooruitgang. Het sloot aan bij de Europese superioriteitsgedachte. In veel Europese ogen waren de niet westerse volken onontwikkeld en primitief.

8 Hoofdstuk 6 Sprekend Verleden 2e fase VWO Democratie en Ismen: begrippen blijven, hun inhoud verandert 6.1 Wat is democratie? Democratie is als begrip al 2500 jaar oud. Pas in de 20e eeuw zijn echte democratieën ontstaan. En alleen in een klein aantal landen. In die landen zijn burgers toch niet tevreden omdat ze te weinig invloed hebben op de politiek. Deze paragraaf behandelt de volgende vragen: Wat was en is democratie precies? Wat wilden en wat willen democraten? Wat wordt verstaan onder parlementaire democratie en democraten? Het woord democratie is van oorsprong Grieks (demos = volk en kratos = macht) en betekent 'de macht aan het volk'. Democratie is een regeringsvorm waarbij mensen de macht hebben hun eigen regering te kiezen en hun staat naar eigen inzicht in te richten. Essentiële kenmerken van een parlementaire democratie zijn: Degenen die macht uitoefenen ontlenen de macht aan het volk en zijn daarom verantwoording schuldig aan het volk (volkssoevereiniteit); De macht van de regering wordt beperkt doordat zij zich moet houden aan bepaalde grondrechten die zijn vastgelegd in de grondwet. Daarop wordt toegezien door onafhankelijke rechters; Iedere burger heeft het recht om mee te beslissen. Er zijn geen voorwaarden aan verbonden. Iedere kiesgerechtigde mag zijn stem uitbrengen. Democraten zijn mensen die ervan overtuigd zijn dat een juiste toepassing van de kenmerken van de democratie de beste manier is om politieke problemen op te lossen. De woorden democratie en democraten worden zowel zelfstandig als in samenhang gebruikt. Ze hebben in de loop van de geschiedenis een andere inhoud gekregen. Aanvullende kenmerken van een parlementaire democratie Vrijheid om uiting te geven aan alles wat men denkt, gelooft, meent of weet Vrijheid van godsdienstkeuze en beleving; Vrijheid van meningsuiting op allerlei manieren. Dit laat onverlet dat men een ander niet vals mag beschuldigen of beledigen; In een democratie moeten burgeres zich een oordeel kunnen vormen over wat er in de staat gebeurt. Dat houdt journalistieke vrijheid in en geen censuur. Elke bevolkingsgroep heeft gelijke kansen om hun mening kenbaar te maken. Iedereen is voor de wet gelijk ongeacht afkomst, geslacht, seksuele geaardheid of politieke overtuiging. Iedereen wordt op gelijke wijze bestraft en mag vanaf een bepaalde leeftijd kiezen of gekozen worden. Recht op bescherming privé leven of bezit. Men kan niet zonder rechtszaak worden vastgezet, behalve bij een voorlopige hechtenis in afwachting van een strafzaak. De rechtsprekende macht is onafhankelijk van de overheid. Vrije verkiezingen in een twee- of meerpartijenstelsel; In westerse democratieën wordt het als noodzakelijk gezien dat er meer dan één politieke partij is. Anders is er ook niet echt sprake van een democratie. Recht op een menswaardig bestaan; Grote verschillen in inkomsten en bezit dienen door de overheid door sociale grondrechten te worden verminderd.

9 Naast de voorgaande grondrechten heeft een parlementaire democratie nog twee kenmerken: Bereidheid compromissen te sluiten en rekening te houden met groepen die in de minderheid zijn; Vertrouwen van de bevolking in de parlementaire democratie. Vormen van democratie Directe en indirecte (representatieve) democratie. o Hierbij worden de beslissingen genomen door alle burgers samen. Is alleen mogelijk met een beperkt aantal burgers. Bij indirecte (representatieve) democratie kiezen de burgers vertegenwoordigers die de beslissingen nemen. Gemengde democratie o In sommige staten is een mengvorm van directe en indirecte democratie toegestaan. Bijvoorbeeld in Zwitserland. Evenredige vertegenwoordiging en districtenstelsel o Bij evenredige vertegenwoordiging worden alle uitgebrachte stemmen bij elkaar opgeteld. Dat wordt dan gedeeld door het aantal zetels in het parlement. De uitkomst van deze deling noemt men de kiesdeler. Dat is het aantal stemmen dat nodig is om een zetel te behalen. o Bij een districtenstelsel wordt het land verdeeld in kiesdistricten. Er zijn evenveel districten als Kamerzetels. Per district wordt een persoon afgevaardigd. Deze heeft de meeste stemmen gekregen. Ook in een democratie is de macht ongelijk verdeeld. Er is ongelijkheid op verschillende gebieden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid en de wil om macht uit te oefenen. De democraten raken verdeeld over verschillende stromingen en partijen In de 19e eeuw raakten de democraten verdeeld over verschillende politieke stromingen en partijen. Dat kwam door de industriële revolutie, de Franse revolutie en het ontstaan van nationale staten. Men verschillende onderling op welke wijze men de democratie in praktijk moest brengen. Zo ontstonden verschillende stromingen: conservatisme, liberalisme, socialisme, communisme en feminisme. Ook wel aangeduid als de 'ismen'. De namen zijn in onze tijd hetzelfde gebleven, alleen de inhoud is veranderd. 6.2 Conservatisme en radicalisme In 1815 kwamen de overwinnende volken bijeen in Wenen, waar het Wener Congres werd gehouden ( ), om over de toekomst van Europa te beslissen. De vorsten besloten de oude toestand van vóór de Franse Revolutie grotendeels te herstellen.

10 Maar de meeste vorsten werden geen absolute vorsten meer. Zij moesten zich houden aan de constitutie(grondwet) en waren dus constitutionele vorsten. Veel mensen hadden kritiek op de Franse Revolutie en er ontstond een stroming die wilde voorkomen dat zoiets nog eens zou gebeuren: het conservatisme. Conservatisme is het proberen om veranderingen langzaam en voorzichtig door te voeren. Zodat alles wat van waarde is, bewaard blijft. De aanhangers van deze ideeën werden conservatieven genoemd('conserveren' betekent 'bewaren'). Conservatieven die iedere verandering afwijzen en alleen maar terug willen naar het verleden, worden meestal ultraconservatieven of reactionairen genoemd. Conservatieven hebben een pessimistische kijk op de mens. Zij geloven niet dat de mens van nature goed is en dat er een ideale samenleving zal ontstaan als de mens meer vrijheid heeft (de liberale visie) of gelijkheid (de socialistische visie). De conservatieven gaan van het volgende uit: De mensen hebben zowel het goede als het kwade in zich. De overheid moet het algemeen belang beschermen. Als de beneden laag in armoede leeft, dan moet de overheid te hulp komen. Kiesrecht moet er alleen zijn voor de bovenlaag. Het is gewoon dat de mensen ongelijk zijn en dat de inkomens van de mensen verschillen. Het is goed dat de samenleving verdeeld is in bevolkingslagen. Grote en snelle veranderingen zijn verkeerd. Conservatieven in de 19e eeuw In de eerste helft van de 19e eeuw was in veel landen de vraag: moet de macht in handen zijn van de vorst of van het parlement. De conservatieven verdedigden de macht van de vorst, de liberalen van het parlement. In de tweede helft van de negentiende eeuw werden twee andere kwesties belangrijk: de uitbreiding van het kiesrecht en de sociale kwestie. Liberalen en socialisten waren voor uitbreiding van het kiesrecht. De conservatieven waren van mening dat het gezag 'van boven' (God) kwam en dus zo moest blijven.

11 In de sociale kwestie stonden de conservatieven ook tegenover de liberalen en om andere redenen tegenover de socialisten. De conservatieven vonden dat de overheid de arbeiders in bescherming diende te nemen door voor 'hen te zorgen' (paternalisme. Niet door hun rechten te geven. De maatschappijhervorming van de socialisten wees men af. Conservatieven in onze tijd Ze hebben nog steeds dezelfde opvattingen Maar ten aanzien van verschillende ontwikkelingen in de samenleving hebben de conservatieven hun opvattingen in de 20e eeuw gewijzigd: Zij vinden de parlementaire democratie nu waardevol. De macht moet bij het parlement berusten; Zij zijn ook voorstanders van het algemeen kiesrecht; Zij erkennen de rechten van de arbeiders. Maar daaraan koppelen zij het begrip 'verantwoordelijkheid'. Radicalisme Tegenover het conservatisme staat het radicalisme. Onder radicalisme wordt verstaan het streven snel en grondig veranderingen aan te brengen als de ontwikkelingen in de samenleving daar aanleiding toe geven. Radicalisme kan zich naar twee zijden uiten. Ontwikkelingen in de samenleving stimuleren of zich er fel tegen keren. Het radicalisme komt voort uit een sterk ongenoegen over wat er in de samenleving gaande is. Radicalen zijn weinig bereid tot compromissen, maar werken binnen democratische kaders. Er zijn ook ultraradicalen. Zij geloven niet in de democratie. 6.3 Liberalisme Er waren mensen die de ideeën van de 18e-eeuwse Verlichters wel goed vonden. Op economisch gebied was het liberalisme een reactie op het mercantilisme van de 17e eeuw en 18e eeuw. Maar er waren tijdens de Franse Revolutie ook fouten gemaakt. Maar dat wilde niet zeggen dat de ideeën op zichzelf verkeerd waren: ze waren alleen niet goed uitgevoerd. Ze waren het dus niet eens met de besluiten van het Congres van Wenen. Ze wilden vooral meer macht en vrijheden voor de burgers. Onder hen waren veel rijke burgers. Op politiek terrein was het voornaamste liberale principe volkssoevereiniteit. Het liberalisme werd in de loop van de 19e eeuw de belangrijkste stroming. Liberalisme is het streven naar vrijheid voor het individu op alle gebieden. De overheid moest zich dus zo weinig mogelijk met de burgers bemoeien. De aanhangers worden liberalen genoemd. Belangrijkste liberale ideeën: 1. De overheid moet maar weinig, beperken tot vier, taken hebben: De burgers beschermen tegen buitenlandse vijanden. Zorg voor rust en veiligheid in het land. Openbare werken uitvoeren. Zorgen voor de rechten van de mens 2. Politieke vrijheid voor steeds meer mensen: De organisatie van de staat en de rechten van de mens moeten in een grondwet worden vastgelegd. Niet een koning maar een parlement moet de macht hebben. De burgers moeten dat parlement kunnen kiezen.

12 3. Grote economische vrijheid: Vrijheid van handel, productie en arbeid. Afschaffen beperkende regels. Verschillen in inkomsten zijn normaal want als iedereen even veel verdient, doen mensen hun best niet meer 4. Volledige vrijheid van godsdienst: De staat mag zich niet met de godsdienst bemoeien. Een scheiding tussen Kerk en Staat. 5. Ook vrijheid op elk ander gebied: Vrijheid van Onderwijs. Vrijheid van meningsuiting. Onderzoekers moeten kunnen onderzoeken wat zij willen. Persoonlijke vrijheid voor iedereen, dus afschaffing van slavernij. Liberalisme valt na 1870 uiteen in conservatief en radicaal liberalisme Na 1870 ging een deel van de liberalen voor een aanpassing van de liberale ideeën voelen. Zo ontstonden er twee groepen: de radicale liberalen en de conservatieve liberalen Meningsverschillen over staatszaken De slechte gevolgen van de industriële revolutie werden steeds meer merkbaar. Het liberale principe van vrijheid op economisch gebied bleek te leiden tot uitbuiting en armoede van arbeiders. Binnen de liberalen kregen steeds meer mensen de overtuiging dat de overheid hier de helpende hand moest bieden door middel van zekere vormen van sociale wetgeving. Meningsverschillen over het kiesrecht Liberalen vonden dat alleen mensen die verstand van politiek hadden, kiesrecht moesten krijgen. Het was echter onmogelijk te bepalen wie dan wel verstand had van politiek. Daarom vonden de meeste liberalen dat iemands schoolopleiding de doorslag moest geven of iemand kiesrecht kreeg. Conservatieve en radicale liberalen verschilden van mening over de mate waarin en de snelheid waarmee het kiesrecht moest worden

13 uitgebreid. In de 19e eeuw had men alleen bij een bepaald inkomen kiesrecht (Censuskiesrecht) en dan alleen de mannen. Conservatieven en radicale liberalen in onze tijd Beide zien dat de overheid een rol heeft ten aanzien van de zwakke groepen in de samenleving. Alleen de radicalen vinden dat de burgers meer gewezen moet worden op de eigen verantwoordelijkheid. Radicale liberalen vrezen dat dat ten koste zal gaan van de zwakke groepen. Zij hebben ook meer oog voor de milieuproblematiek en de verantwoordelijkheid van de rijke landen ten opzichte van de arme landen. 6.4 Socialisme Wat is socialisme? Sommigen vonden dat het kapitalisme vervangen moest worden door het socialisme. Dat was een stroming die vooral gelijkheid belangrijk vond. En die wilde dat alle productiemiddelen in handen van alle mensen kwamen. Met productiemiddelen bedoelde men: alles wat nodig was om te kunnen produceren. Wat was daar dan voor nodig? Fabrieken, machines, maar ook grondstoffen als ijzererts of katoen. Om de machines te laten werken was er bovendien steenkool of olie nodig. En om dat alles aan te schaffen was er veel kapitaal(geld) nodig. Los daarvan waren er nog landbouwproducten waarvoor men grond en landbouwwerktuigen nodig had. Marxisme en de geschiedenis Het Marxisme is genoemd naar de man die het heeft bedacht: Karl Marx ( ). Marx bestudeerde de geschiedenis van allerlei landen en volken. Hij constateerde dat overal en altijd een bepaalde bevolkingsgroep de productiemiddelen in handen had en dat die groep ook de macht had in de samenleving(economische verhoudingen bepalen de samenleving). De hele geschiedenis door bepaalde het bezit de verhoudingen tussen bevolkingsgroepen(historisch materialisme). Marx noemde de groep die de productiemiddelen bezat de heersende klasse en die liet de rest van de bevolking voor zich werken. Die noemde hij de onderdrukte klasse. Vaak was er in de loop van de geschiedenis een strijd tussen deze twee klassen de klassenstrijd. Het tweede belangrijkste uitgangspunt van Marx was: als de economische verhoudingen veranderen, ontstaat er een klassenstrijd en komt er een nieuwe samenleving. Daarom omschreef Marx het kapitalisme als het economische systeem waarbij de productiemiddelen in handen zijn van de bourgeoisie en waarbij de arbeiders de onderdrukte klasse(het proletariaat) vormen. Marx boek heet dan ook 'Das Kapital'. Het marxisme en de toekomst Marx voorspelde een klassenstrijd tussen de bourgeoisie en het proletariaat.

14 1) Er zullen steeds minder kapitalisten komen(concentratie) die steeds rijker worden(cumulatie). 2) De arbeiders zullen het steeds slechter krijgen(verehlendung). 3) Dat zal dan uitlopen op een revolutie die de arbeiders zullen winnen. 4) De productiemiddelen zullen dan in handen komen van alle mensen(de gemeenschap). 5) Er ontstaat een nieuwe samenleving: de communistische. 6) Het proletariaat moet in die communistische samenleving eerst een dictatuur vestigen om de tegenstanders her op te voeden. 7) Uiteindelijk ontstaat dan een klasseloze samenleving waarin een ieder krijgt wat hij nodig heeft. 'Het Communistisch Manifest' Marx noemde zijn leer zelf niet marxisme, maar communisme. In 1848 schreef hij samen met zijn vriend Friederich Engels een pamflet met als titel 'Het Communistisch Manifest'. Daarin schreef hij dat de communistische revolutie tegelijk over de hele wereld zou kunnen gebeuren. Maar dan moesten de arbeiders zich wel internationaal organiseren. De marxisten vallen uiteen in socialisten en communisten Alle marxistische partijen in Europa dachten dat het zo zou gaan als Marx voorspeld had. Het liep echter anders. Tegen het einde van de 19e zagen de marxisten twee mogelijkheden: De eerste mogelijkheid was gebruik te maken van de democratie door de meerderheid proberen te halen in het parlement. Deze verandering in de leer van Marx wordt revisionisme(herziening) genoemd. Evolutie(langzame verandering) in plaats van revolutie. De aanhangers worden socialisten genoemd. In Nederland heette hun partij Sociaal - Democratische Arbeiders Partij(SDAP in 1894 opgericht). Na de 2e wereldoorlog PvdA. De tweede mogelijkheid was een revolutie organiseren. Dat moest natuurlijk in het geheim gebeuren. De marxisten zouden de regering afzetten en het socialisme invoeren. Slechts een kleine minderheid van de marxisten koos voor deze tweede mogelijkheid. In Rusland wist die minderheid, onder leiding van Lenin door een revolutie de macht in handen te krijgen. Zij gingen hun partij communistische partij noemen en de leer van hun partij marxisme-leninisme. Het marxistisch-leninisme Kenmerken marxisme -leninisme; De revolutie zou niet zelf ontstaan zoals Marx had geschreven, maar moest worden gemaakt; Er moet geen massapartij komen zoals Marx wilde, maar een kleine goed georganiseerde partij; Volgens Marx zouden de kapitalisten hun producten door de 'Verehlendung' niet kwijt kunnen. Maar volgens Lenin bood het imperialisme de kapitalisten uitstel. De onderdrukte koloniale volken zouden onder leiding van de marxisten-leninisten een einde maken aan het kapitalisme.

15 De 20e eeuw liep anders dan de socialisten hadden verwacht Het belangrijkste idee dat niet uit kwam was dat het kapitalisme zelf zijn eigen ondergang zou veroorzaken. De arbeiders kregen het langzamerhand iets beter in plaats van slechter; De kleine middengroep is niet in armoede vervallen en opgegaan in het proletariaat is zelfs groter geworden; Socialisten gingen deel uitmaken van regeringen; Revoluties braken niet uit in het geïndustrialiseerde Europa, maar juist in staten die in hoofdzaak agrarisch waren; De economie speelde niet zo'n hoofdrol als Marx had aangegeven. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bleek van solidariteit tussen de arbeiders geen sprake. Men koos voor de eigen natie; Marx had geen rekening ermee gehouden dat zijn leer later misbruikt zou worden door leiders die verantwoordelijk werden voor miljoenen doden. Mao en Stalin; Daar waar communisten de alleenheerschappij verwierven slaagden ze er niet in een succesvol communistisch bewind te vestigen. 6.5 Confessionalisme Ontstaan van confessionele partijen In de eerste helft van de 19e eeuw hadden de Kerken nauwelijks behoefte aan een eigen politiek. De conservatieven zorgden ervoor dat de belangen van de confessionelen werden verdedigd. In de tweede helft van de 19e eeuw kreeg het conservatisme minder aanhangers. Daarentegen kwam steeg de aanhang van het liberalisme en socialisme. Als reactie daarop ontstonden tegen het eind van de 19e eeuw in een aantal landen confessionele partijen. Ze werden zo genoemd omdat ze zich baseerden op een bepaalde geloofsovertuiging (confessie). Confessionalisme vóór de Tweede Wereldoorlog De pausen van de Katholieke Kerk veroordeelden het liberalisme als een 'dwaling'. In de encycliek (pauselijke rondzendbrief) Rerum Novarum van Paus Leo XIII stelde hij dat de rijken en armen niet elkaars vijanden waren. Men had elkaar nodig. De paus drong aan op het oprichten van katholieke vakverenigingen. De staat moest zich altijd schikken naar de belangen van de bevolking. De pauselijke richtlijnen bevatten echter ook onderdelen die niet overeenkwamen met democratische kenmerken in onze tijd. Tot die richtlijnen behoorden: De overheid ontleende haar macht niet aan het volk, maar aan God. Daarmee werd de volkssoevereiniteit verworpen; De hele maatschappij moest doortrokken worden van christelijke opvattingen. Een belangrijk middel daartoe was het onderwijs. Dat leidde tot de schoolstrijd in Nederland. Men eiste het recht op eigen scholen te stichten op kosten van de staat;

16 De pauselijke opvattingen over de maatschappij werden nader uitgewerkt door Paus Pius XI in zijn encycliek Quadragesimo Anno ( 'Na veertig jaar") de maatschappij moest bestaan uit 'organische gemeenschappen' die in solidariteit (saamhorigheid) met elkaar samenleefden. In een corporatistische structuur van werknemers en werkgevers. Dus geen klassenstrijd. Iedereen had zijn vaste plaats in de gemeenschap, met vaste rechten en plichten, maar geen gelijke rechten en plichten. Dus geen stemrecht voor vrouwen. Confessionalisme / christendemocratie na de Tweede Wereldoorlog Er vonden een aantal belangrijke veranderingen plaats: Katholieke partijen maakten zich geleidelijk los van het kerkelijk gezag; Katholieken en protestanten versmolten tot één algemeen christelijke partij in Duitsland en Nederland; De benaming christendemocraten werd veel meer gebruikt. Dat gaf aan dat men nu wel principieel voorstander van de democratie was; In de dagelijkse politieke praktijk nemen de christendemocratische partijen gewoonlijk een middenpositie in tussen liberalen en socialisten. 6.6 Feminisme en andere emancipatiebewegingen Socialisme, confessionalisme en feminisme waren emancipatiebewegingen. Emancipatie is het verkrijgen van gelijke rechten en/of het inhalen van een achterstand door bepaalde bevolkingsgroepen. Feminisme Tot rond 1900 hadden de vrouwen op veel gebieden van hun leven weinig in te brengen. De meeste mannen vonden vrouwen weinig intelligent, maar uitstekend geschikt om het huishouden en eenvoudig fabriekswerk te doen. Vrouwen kregen vooral ongeschoold werk en lagere functies. Voor het huishouden en lagere functies hoefde je weinig te leren dus was de basisschool genoeg. De mannen vreesden dat de gezinnen uit elkaar zouden vallen, als men de vrouwen gelijke rechten zou geven. Waar haalden mannen het recht vandaan vrouwen geen gelijke kansen te geven? Dat vroegen steeds meer vrouwen zich af en besloten te gaan strijden voor gelijke rechten. Zo ontstond het feminisme als stroming. De aanhangers zijn feministen. Femina betekent vrouw. In Nederland werden Aletta Jacobs en Wilhelmina Drucker de bekendste strijders voor de rechten van de vrouw. Ze streden op allerlei terreinen. Voorbeelden: Wilhelmina Drucker richtte in 1889 de Vrije Vrouwenvereniging op en Aletta Jacobs leidde de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (1894). Belangrijkste feministische ideeën: Gelijke rechten in het gezin. Voor meisjes dezelfde mogelijkheden voor onderwijs als voor jongens. Voor vrouwen dezelfde beroepen als voor mannen. Voor vrouwen hetzelfde loon als mannen voor hetzelfde werk. Kiesrecht ook voor vrouwen. Had het feminisme succes? Er kwam een langzame vooruitgang. In de meeste West-Europese landen zijn wetten gekomen die het toestonden dat vrouwen bezit hadden(in Nederland in 1956). Ook werd overal kiesrecht voor vrouwen ingevoerd. Vanaf de jaren '60 in de twintigste eeuw werd het normaal dat vrouwen studeerden. Hoewel veel vrouwen hetzelfde werk doen als mannen worden ze nog vaak niet hetzelfde beloond. Links verkiezingsaffiche KVP 1946

17 Abolitionisme Abolitionisme was eind 18e eeuw in Engeland ontstaan als een beweging die ijverde voor de afschaffing van de slavenhandel. Na het verbod op de slavenhandel aan het begin van de 19e eeuw richtten de abolitionisten hun aandacht op de afschaffing van de slavernij. Socialisme en confessionalisme als emancipatiebewegingen De socialisten streefden naar emancipatie van de arbeiders; o.a. via algemeen kiesrecht en verbetering van de arbeidsomstandigheden en hogere lonen. De confessionelen voelden zich achtergesteld bij de liberalen en de katholieken weer achtergesteld in vergelijking met de protestanten. Door middel van het oprichten van politieke partijen, vakverenigingen, kranten en tijdschriften probeerde men het doel te bereiken. 6.7 Voortschrijdende democratisering In de 19e eeuw, toen overal liberalen aan de macht kwamen, bestond er een vorm van censuskiesrecht. Alleen de rijkste burgers konden zo stemmen. In Nederland werd dat in de grondwet van 1848 vastgelegd. In 1887 en 1896 werd het censuskiesrecht uitgebreid. Pas aan het einde van de Eerste Wereldoorlog werd in de meeste Europese landen algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen ingevoerd. 6.8 Nationalisme Het ontstaan van nationalisme De staatsgrenzen in de wereld zijn de laatste twee eeuwen drastisch gewijzigd. In Europa zijn maar weinig landen die nog dezelfde grenzen hebben. Met nationalisme wordt bedoeld het gevoel van saamhorigheid van een groep mensen die samen een staat vormen, of willen vormen. Voor dat gevoel van saamhorigheid zijn enkele voorwaarden noodzakelijk: Het besef over gemeenschappelijke ervaringen te beschikken; Het besef gemeenschappelijke belangen te hebben In de Middeleeuwen ontstonden de staten Engeland en Frankrijk. In die staten groeide het nationalisme vooral toen deze landen onderling de tachtigjarige oorlog bevochten. Eerder dan in andere landen slaagden de koningen van Engeland en Frankrijk erin van hun land een eenheid te maken. Vanaf de tweede helft van de 16e eeuw ontstonden ook nationale gevoelens in de Republiek, waar de oorlog tegen Spanje een gemeenschappelijke ervaring werd. Maar men was op de eerste plaats inwoner van een gewest. Nationalisme groeit sterk in de eerste helft van de 19e eeuw In het begin van de 19e eeuw groeide in Europa het nationalisme sterk, doordat Napoleon veel landen veroverde en overheerste. Een nationale staat is een staat waarin de mensen zich saamhorig voelen. En zich anders voelen dan in andere staten. Het gevoel van saamhorigheid kan ontstaan als een dergelijk volk veel overeenkomsten heeft. Bijvoorbeeld dezelfde taal, godsdienst, dezelfde belangen en ervaringen. Aanhangers zijn nationalisten. Met chauvinisme bedoelen we een overdreven liefde voor het eigen volk. Uit chauvinisme ontstond vaak haat tegen andere volken of etnische groepen met als gevolg oorlogen en moordpartijen. Het toenemen van nationale gevoelens sloot aan bij een nieuwe stroming die eind 18e eeuw was ontstaan, de Romantiek. Belangrijke nationalistische ideeën:

18 Het zelfbeschikkingsrecht. Ieder volk moet het recht hebben een eigen staat te kunnen vormen. Het Congres van Wenen had de staten ingedeeld zoals de vorsten het wilden en niet zoals de volken (zie de kaart van Europa 1815). De volkssoevereiniteit. De nationalisten vonden ook dat ieder volk het recht had zijn eigen bestuur te kiezen. Het nationalisme in het Turkije Rijk nam sterk toe. Op de Balkan waren de eigen talen en de godsdienst van groot belang voor het nationalisme. Staatsnationalisme. In de eerste helft van de 19e eeuw slaagden slechts twee volken erin een eigen nationale staat te vormen: de Grieken en de Belgen. Later in de eeuw ontstonden er twee nieuwe nationale staten: Italië (1870) en het Duitse keizerrijk (1871). Met staatsnationalisme wordt het streven van staten bedoeld om een nationaal gevoel bij de bevolking van hun staat tot stand te brengen. Bijvoorbeeld door één taal verplicht te stellen of een bepaalde kijk op de geschiedenis in het geschiedenisonderwijs.

19 Hoofdstuk 7 Sprekend Verleden 2e fase VWO De Eerste Wereldoorlog : Oorzaken, verloop en gevolgen Dieper liggende oorzaken 1) Nationalisme - In de 19 e eeuw was het nationalisme sterk gegroeid. Daardoor werden andere landen snel als concurrenten gezien. Nationalisme is het streven van een volk naar een eigen nationale staat. Enkele voorbeelden: - Slavische volken op de Balkan streefden naar een eigen staat; - Frankrijk wilde van Duitsland Elzas- Lotharingen terug dat het in de verloren oorlog met Duitsland ( ) aan Duitsland af had moeten staan. 2) Imperialisme - Frankrijk en Duitsland wilden zich niet neerleggen bij het Engelse overwicht in de niet-westerse wereld. Er ontstond een wedloop om zoveel mogelijk koloniaal grondgebied in Afrika te verwerven(zie kaart Afrika einde hoofdstuk 6). Voorbeeld: - Duitsland wilde een grote plaats onder de zon. Dat wil zeggen het maakte aanspraak op koloniën. Andere landen bijv. Engeland en Frankrijk hadden die wel; - De Duitse keizer Wilhelm II steunde de sultan van Marokko in zijn verzet tegen de onderwerping door Frankrijk; - De Duitse Keizer versterkte de Duitse marine. De Engelsen waren daar niet blij mee.

20 3) Militarisme - Toenemend militarisme vergrootte de kans op een oorlog. Generaals hadden een grote invloed op de politiek in Frankrijk en Duitsland. Oorlog werd gezien als een middel om macht en invloed veilig te stellen. Daarbij was een leger een noodzaak. Militairen stonden in hoog aanzien. 4) Bewapeningswedloop - Voor het nationalisme, imperialisme en militarisme was een sterk leger een noodzaak. Regeringen gingen daarom steeds meer uitgeven aan bewapening. Dat leidde tot een wedloop. 5) Bondgenootschappen vergroten de kans op conflicten - Door alle hiervoor genoemde dieperliggende oorzaken nam de angst voor elkaar onder de Europese leiders toe. Tegen het einde van de 19 e eeuw sloten veel staten bondgenootschappen met één of enkele andere staten. Dat deed men omdat men dacht dat bondgenootschappen de kans op een oorlog zouden verkleinen: geen land zou dan een oorlog durven te beginnen. Maar in 1914 bleek die gedachte niet te kloppen. Het ene land sleepte de bondgenoot mee in de oorlog. Zie het kaartje van de Triple Entente en de Triple Alliantie. 6) Vergissingen van politieke leiders - Politieke leiders dachten dat ze, net als hun voorgangers, elk conflict in de hand te kunnen houden. Enkele voorbeelden: - Ze dachten dat ze met het sluiten van bondgenootschappen geen angst hoefden ten hebben voor het ontstaan van een oorlog. Dat bleek uiteindelijk niet zo te zijn; - Ze dachten dat een eventuele oorlog niet lang zou duren, dat de verliezen beperkt zouden zijn en dat de burgerbevolking erbuiten zou blijven. - De directe oorzaak (aanleiding) van de Eerste Wereldoorlog - In 1914 werd de troonopvolger van het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije, aartshertog Frans- Ferdinand, samen met zijn vrouw in Sarajewo (Bosnië) vermoord door Servische nationalisten. Deze nationalisten wilden verschillende Slavische volken op de Balkan (Zuidoost Europa) in een grote nationale staat verenigen. - Oostenrijk-Hongarije had in 1878 Bosnië veroverd en in 1908 als provincie ingelijfd. Servië was al onafhankelijk. De moord leidt tot een Wereldoorlog Als reactie op de moord stelde Oostenrijk-Hongarije een ultimatum aan Servië. Toen Servië op dit ultimatum niet reageerde verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië (28 juli 1914). Doordat veel Europese landen verbonden waren door middel van bondgenootschappen (Triple Entente en de Triple Alliantie) werden binnen enkel dagen veel Europese landen bij deze oorlog betrokken. De bondgenootschappen kregen nieuwe

21 namen. Duitsland en Oostenrijk-Hongarije heetten nu: de Centralen. Hierbij sloten zich het Ottomaanse (=Turkse) rijk en Bulgarije aan. Hun tegenstanders, de Entente-landen Frankrijk, Rusland en Engeland met hun bondgenoten, werden nu de Geallieerden genoemd. Italië koos in 1915 de kant van de Geallieerden. Het hoopte de Italiaanssprekende gebieden van Oostenrijk-Hongarije op die manier in handen te krijgen. Bij de Geallieerden kwam nog een hele rij landen, waaronder Italië, Japan en de Verenigde Staten. Nederland bleef neutraal. 7.2 Verloop van de Eerste Wereldoorlog Alle betrokkenen gaan enthousiast de oorlog in - Iedereen voelde zich overrompeld, maar de aanvankelijke schrik maakte snel plaats voor enthousiasme. Daartoe aangemoedigd door regeringsleiders en pers. Hoe valt dit enthousiasme te verklaren? - Nationalisme en militarisme hadden de vaderlandsliefde en de strijdlust aangewakkerd; - Elk land was overtuigd van de eigen superioriteit. Men dacht met kerstmis weer thuis te zijn. - Duits leger onderdrukt Belgisch verzet op wrede wijze De onverwachte sterke tegenstand van de Belgen ergerde het Duitse opperbevel. Daarnaast had men angst voor francs-tireurs (burgers die op soldaten schieten). Als strafmaatregelen besloot het Duitse opperbevel tot brandstichting, deportatie en doodschieten van burgers. Het Stadje Visé, vlak over de grens bij Maastricht, werd volledig in brand gestoken en 700 burgers werden gedeporteerd. In totaal werden enkele duizenden burgers gedood. Belgen vluchten massaal naar Nederland Bijna een miljoen Belgen vluchten naar Nederland. Ongeveer Belgen bleven de hele oorlog in Nederland. Belgische burgers werden opgevangen in barakkenkampen in Nunspeet, Ede en Uden. De Belgische militairen werden opgesloten in interneringskampen. Meer soldaten, meer volken en op meer plaatsen in de wereld dan ooit De meeste strijd vond in West- en Oost-Europa plaats. Maar veel Europese landen - waaronder Nederland - deden niet mee. Buiten Europa werd er slechts in weinig gebieden gevochten. Toch werd er door meer soldaten, meer volken en op meer plaatsen in de wereld gevochten dan ooit tevoren. Koloniën en dominions vechten mee: Veel soldaten uit de koloniën en dominions vochten mee aan de zijde van de koloniale overheerser; Ook Italië, Roemenië, Griekenland en Bulgarije gaan meedoen: Italië, Griekenland en Roemenië aan de kant van de Geallieerden, Bulgarije aan de kant van de Centralen. In mei 1915 begon Italië een oorlog tegen Oostenrijk-Hongarije. Ook niet Europese landen nemen deel: Turkse Rijk, VS en Japan. In november 1914 verklaarde de Turkse regering de oorlog aan Rusland en dus ook aan de bondgenoten van Rusland Frankrijk en Engeland. De VS verklaarden in april 1917, wegens de onbeperkte duikbotenoorlog, de

Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Ontstaan industriële samenleving goederen in fabrieken gemaakt en mensen wonen in steden.

Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Ontstaan industriële samenleving goederen in fabrieken gemaakt en mensen wonen in steden. Samenvatting door C. 1104 woorden 30 oktober 2014 5 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Verandering van landbouw tot

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5 Samenvatting door Sven 1427 woorden 12 april 2018 7,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Paragraaf 3.1 In de wereld van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 1 t/m 9

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 1 t/m 9 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 1 t/m 9 Samenvatting door een scholier 3000 woorden 6 oktober 2009 6 2 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 1. Voor industrie was nodig: energiebronnen. grondstoffen.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis H3

Samenvatting Geschiedenis H3 Samenvatting Geschiedenis H3 Samenvatting door een scholier 2621 woorden 10 mei 2017 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1. Industrialisatie. -Uitvindingen sinds het einde van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting door Edo 2719 woorden 30 juni 2014 4,1 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Par. 1 Pas de laatste 200 jaar maken we gebruik van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9 Samenvatting door een scholier 2091 woorden 24 april 2006 6,9 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 2. Kenmerken van de industriële

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie. Onderzoeksvraag: Waardoor ontstonden het liberalisme en het socialisme, en hoe dachten liberalen en socialisten over de sociale kwestie? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek maatschappelijke

Nadere informatie

heel veel was er nodig.

heel veel was er nodig. Samenvatting door Leonie 2033 woorden 26 maart 2015 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1: Kenmerken van de industriële samenleving Machines spelen in ons leven een grote rol.

Nadere informatie

7,3. Samenvatting door een scholier 4078 woorden 22 februari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

7,3. Samenvatting door een scholier 4078 woorden 22 februari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden Samenvatting door een scholier 4078 woorden 22 februari 2009 7,3 328 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1: Kenmerken van de industriële samenleving Machines spelen in ons leven

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting door een scholier 3179 woorden 4 april 2010 4 29 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 3 Paragraaf 6: veranderingen

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

Democratie en ismen; begrippen blijven, hun inhoud verandert

Democratie en ismen; begrippen blijven, hun inhoud verandert Democratie en ismen; begrippen blijven, hun inhoud verandert Wat is democratie? In de 20e eeuw ontstonden er in een paar landen democratieën, burgers waren echter niet tevreden. Te weinig invloed op de

Nadere informatie

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT Wie zei: Het is mijn taak om dit land goed te besturen. Maar al die ministers moeten zich er niet mee bemoeien. 1. koning Willem I 2. koning Willem II 3. koning

Nadere informatie

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 Tijdvak Jagers en boeren; van de eerste mensen 3000 v. C. prehistorie; van de eerste mensen - 3000 v.c. Samenlevingstype: eerst jagers/verzamelaars,

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis HST 5 - De Industrialisatie van het Westen

Samenvatting Geschiedenis HST 5 - De Industrialisatie van het Westen Samenvatting Geschiedenis HST 5 - De Industrialisatie van het Westen Samenvatting door een scholier 2473 woorden 16 november 2011 7,1 42 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1 Het

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw

Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw Tijdvakken Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 1900) / 19 e eeuw K.A. * De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving * De moderne vorm van imperialisme

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting door Larissa 665 woorden 18 januari 2016 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Hoofdstuk 8: Tijd van

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april 2017 7,5 7 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Russische Revolutie Meeste mensen zijn boeren/boerinnen in Rusland Ze waren straatarm, ze wisten niks en ze gingen

Nadere informatie

5,4. Politiek. Wat is democratie? Aanvullende kenmerken van een parlementaire democratie. Samenvatting door een scholier 2462 woorden 1 april 2006

5,4. Politiek. Wat is democratie? Aanvullende kenmerken van een parlementaire democratie. Samenvatting door een scholier 2462 woorden 1 april 2006 Samenvatting door een scholier 2462 woorden 1 april 2006 5,4 23 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Sprekend verleden hfst 5 Hoofdstuk 5 Democratie en de ismen: begrippen blijven,

Nadere informatie

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen Tijdvak 8 Toetsvragen 1 In Nederland was de eerste belangrijke politieke stroming het liberalisme. Welke politieke doelen wilden liberalen bereiken? A Zij wilden een eenheidsstaat met een grondwet en vrijheid

Nadere informatie

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 1830 1870: Javaanse boer werkt voor Nederlandse staat: - cultuurstelsel - Herendiensten van verliespost naar wingewest Vanaf 1870: modern imperialisme particuliere bedrijven

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis H6 -ismen en democratie

Samenvatting Geschiedenis H6 -ismen en democratie Samenvatting Geschiedenis H6 -ismen en democ Samenvatting door een scholier 4158 woorden 20 januari 2013 6,7 25 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1 democ Democ als begrip bestaat

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting door M. 804 woorden 17 juni 2013 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Bronnen Samenvatting geschiedenis Hoofdstuk 6 Burgers en stoommachines,

Nadere informatie

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20 Burgers en Stoommachines Tot 1:20 Wat gaan we leren? 1. Welke gevolgen de technische uitvindingen hadden. 2. Wat er in de grondwet van 1848 stond. 3. Welke groepen minder rechten hadden dan andere groepen.

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw Werkstuk door een scholier 2435 woorden 22 januari 2005 6 108 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inhoud: Hoofdvragen: 1: Wat veranderde er in de 19e Eeuw met

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie gelijkheid voor iedereen

Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie gelijkheid voor iedereen Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie 1848-53 gelijkheid voor iedereen Samenvatting door een scholier 2412 woorden 8 mei 2010 6,4 20 keer beoordeeld Vak Geschiedenis

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

3,2. Verslag door Lotte 1992 woorden 19 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines. Periode:

3,2. Verslag door Lotte 1992 woorden 19 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines. Periode: Verslag door Lotte 1992 woorden 19 juni 2017 3,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines Periode: 1800-1900 https://www.scholieren.com/verslag/108551

Nadere informatie

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 1 woensdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 35 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Paragraaf 1 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Paragraaf 1 t/m 6 Samenvatting Maatschappijleer Paragraaf 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1683 woorden 21 juni 2005 7 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Paragraaf 1: Industriele revoltutie à de grote verandering

Nadere informatie

BASISVRAGEN TV 7-8 (KA 27-36)

BASISVRAGEN TV 7-8 (KA 27-36) BASISVRAGEN TV 7-8 (KA 27-36) TV 7 (DEEL A) (let op, er zit wat overlap in met TV 6, voor de zekerheid heb ik alle vragen er maar ingezet) 33 a Welke twee belangrijke Europese vorsten voelden zich tot

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting door M. 1255 woorden 6 mei 2015 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Grondwet

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 Samenvatting door een scholier 2342 woorden 16 maart 2003 7,4 33 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Geschiedenis, 5 Democratie en de ismen:

Nadere informatie

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2012-2013. Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen.

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2012-2013. Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen. SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2012-2013 Staat en Natie Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen. In de 17 e en de 18 e eeuw ontstond er in Europa een politieke en filosofische stroming,

Nadere informatie

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen Tijdvak 7 Toetsvragen 1 In de Tijd van Pruiken en Revoluties hielden kooplieden uit de Republiek zich bezig met de zogenaamde driehoekshandel. Tussen welke gebieden vond deze driehoekshandel plaats? A

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis H5

Samenvatting Geschiedenis H5 Samenvatting Geschiedenis H5 Samenvatting door een scholier 1826 woorden 26 juni 2017 8,8 38 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Samenvatting Geschiedenis H5 5.1 Elektrisch licht De ondernemer

Nadere informatie

Kenmerkend aspect 31: de Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor de industriële samenleving

Kenmerkend aspect 31: de Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor de industriële samenleving Samenvatting door C. 1695 woorden 28 mei 2016 7 12 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Tijdvak VIII: tijd van burgers en stoommachines (19 de eeuw, moderne tijd) Kenmerkend aspect 31: de Industriële

Nadere informatie

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00. 1 SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I GESCHIEDENIS 31 oktober 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit 38 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4, Een tijd van revoluties

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4, Een tijd van revoluties Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4, Een tijd van revoluties Samenvatting door een scholier 1395 woorden 5 februari 2006 6,6 18 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Par. 1 Revolutie:

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving Samenvatting door Amy 673 woorden 19 maart 2017 6,6 8 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1 de industriële samenleving

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk De samenleving moest op dezelfde manier worden onderzocht

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Industriele revolutie

Samenvatting Geschiedenis Industriele revolutie Samenvatting Geschiedenis Industriele revolutie Samenvatting door een scholier 2131 woorden 17 januari 2005 6 264 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Samenvatting Industriële revolutie paragraaf 1tm 6 1750

Nadere informatie

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie 1. De levenswijze van jager-verzamelaars. 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. 3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Nadere informatie

31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legt voor een industriële samenleving.

31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legt voor een industriële samenleving. Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 8 Samenvatting door M. 1868 woorden 20 februari 2016 7,1 10 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis tijdvak 8. stoommachines 1800-1900 Moderne tijd

Nadere informatie

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode? DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848 ACHTERGRONDINFORMATIE PERIODE 1815-1848 DE EERSTE JAREN VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN Tussen 1795 en 1813 was Nederland overheerst geweest door de Fransen. In

Nadere informatie

Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis

Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis Koning en parlement 1813-> Willem 1 kwam aan op het strand in Scheveningen, hij werd begroet door een enthousiaste menigte. Deze mensen hoopten dat Willem 1 rust en vrede

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis De Tweede Wereldoorlog

Samenvatting Geschiedenis De Tweede Wereldoorlog Samenvatting Geschiedenis De Tweede Wereldoorlog Samenvatting door Cas 1253 woorden 2 april 2018 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding. Waarom ik voor dit onderwerp heb gekozen. Ik heb voor dit

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari 2005 7 334 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1 Wat is een revolutie? Een grote verandering in de samenleving in een korte

Nadere informatie

De 1 e Wereldoorlog. inleiding (9.1) HC onderdelen: conferentie van Berlijn (1884-85) + vlootwet (1898)

De 1 e Wereldoorlog. inleiding (9.1) HC onderdelen: conferentie van Berlijn (1884-85) + vlootwet (1898) De 1 e Wereldoorlog inleiding (9.1) HC onderdelen: conferentie van Berlijn (1884-85) + vlootwet (1898) Onderzoeksvraag: Wat waren de oorzaken van de 1 e Wereldoorlog en wat maakte deze oorlog uniek in

Nadere informatie

Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5

Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5 Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5 Proef door een scholier 1758 woorden 13 juni 2018 5,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks SAMENVATTING HOOFDSTUK 5: Samenvatting De Industriële Revolutie Vanaf

Nadere informatie

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen. Tussen welke twee landen is de Eerste Wereldoorlog begonnen? 1. Engeland en Frankrijk 2. Duitsland en Frankrijk 3. Duitsland en Engeland Nederland blijft neutraal. Wat betekent dat? 1. Nederland kiest

Nadere informatie

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting Samenvatting door een scholier 1776 woorden 11 december 2007 7,2 240 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Geschiedenis samenvatting Hoofdstuk 2; Wetenschappelijke revolutie, verlichting

Nadere informatie

De 1 e Wereldoorlog inleiding (9.1)

De 1 e Wereldoorlog inleiding (9.1) De 1 e Wereldoorlog inleiding (9.1) Onderzoeksvraag: Wat waren de oorzaken van de 1 e Wereldoorlog en wat maakte deze oorlog uniek in de geschiedenis tot dan toe? Kenmerkende aspecten: * Het voeren van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door D. 971 woorden 31 mei 2013 5,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 1848 Censuskiesrecht Grondrechten Ministeriele verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tijdvak II. november 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak II. november 2013 8: 30-10:00. SCHOOLONDERZOEK Tijdvak II GESCHIEDENIS november 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2005

Examen VMBO-GL en TL 2005 Examen VMBO-GL en TL 2005 tijdvak 1 woensdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 38 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Van de oogst van hun land en van hun dieren Jagers & boeren Wat

Nadere informatie

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES Hoofdstuk 4 PARAGRAAF 4.1 Pruikentijd Standenmaatschappij De verlichting VERVAL EN RIJKDOM In de 17 e eeuw was Nederland het rijkste land ter wereld Van stilstand komt achteruitgang

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Politiek Samenvatting Maatschappijleer Politiek Samenvatting door een scholier 1031 woorden 22 juni 2007 7,7 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Maatschappijleer samenvatting 1. Democratie Wetten:

Nadere informatie

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland Hoofdstuk 3 Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland Waarom NL? Nederland was een neutraal land. Bleef in NL tot aan zijn dood. Vrede van Versailles Vs, Eng, Fra winnaars. Duitsland als enige schuldig

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Examenopgaven VMBO-KB 2003 Examenopgaven VMBO-KB 2003 tijdvak 1 woensdag 21 mei 09.00-11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING VBO-MAVO-C Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2004 Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING VBO-MAVO-C Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit

Nadere informatie

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Terugkijken: Bij de ene revolutie ontstaat een nieuw en onafhankelijk land. Vrijheid is voor de inwoners

Nadere informatie

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren Partij van de Arbeid (PvdA) Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) Christen-democratisch Appèl (CDA) Democraten

Nadere informatie

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014. Historisch Overzicht

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014. Historisch Overzicht SO 1 Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014 Historisch Overzicht 1. Welke doelstelling had Wilhelm II bij zijn aantreden als Keizer van Duitsland? 2. Welk land behoorde niet tot de Centralen tijdens de Eerste

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting door een scholier 1332 woorden 26 maart 2006 10 1 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis module 5 Hoofdstuk 1 1918, Troelstra wilde een revolutie

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk door een scholier 1970 woorden 12 oktober 2005 6,7 72 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag: Hoe beschrijven en verklaren we

Nadere informatie

Naam:.. Fotokopie begrippen

Naam:.. Fotokopie begrippen Tl3_begrippen.doc Naam:.. Fotokopie begrippen 1. Het communisme + vragen 2. Rusland rond 1917 + vragen 3. Stalin 4. West-Europa in de tijd van de Industriële Revolutie + vragen 5. De sociale kwestie en

Nadere informatie

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen?

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Kenmerkende aspect: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Ro Samenvatting door S. 1180 woorden 29 maart 2016 6,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 5 De Ro Paragraaf 1 t/m 7 1 Van dorp

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 1184 woorden 8 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1 De staat kan wetten maken, regels die voor alle

Nadere informatie

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvak 1: Tijd van Jagers en Boeren. Periode: Prehistorie 1 De levenswijze van jagers-verzamelaars (Hoe zag deze samenleving eruit?) 2 Het ontstaan van landbouw en

Nadere informatie

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! I.I De geboorte van de Europese Unie Zoals jullie waarschijnlijk wel weten zijn er de vorige eeuwen veel oorlogen in Europa geweest. Vooral de Eerste en de Tweede Wereldoorlog

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.1 De Industriële Revolutie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.1 De Industriële Revolutie Onderzoeksvraag: Hoe droegen veranderingen in de productiemethoden bij aan het ontstaan van een industriële en verstedelijkte samenleving? Kenmerkend aspect: De Industriële Revolutie die in de westerse

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1155 woorden 5 februari 2006 6,4 37 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Nadere informatie

Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 1874 is dat anders. Kinderen. Waarom vinden mensen het goed dat kinderen werken?

Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 1874 is dat anders. Kinderen. Waarom vinden mensen het goed dat kinderen werken? Werkblad Ω Een halve eeuw vooruitgang Werkblad Ω Les : Kinderarbeid Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 874 is dat anders. Kinderen Kinderarbeid moeten hun ouders helpen om geld te verdienen.

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.2 Het moderne imperialisme

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.2 Het moderne imperialisme Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Kenmerkende aspect: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland Gebruik bron 1 en 2. 1p 1 De twee bronnen hebben te maken met de constitutionele monarchie. Welke

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting H3+4

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting H3+4 Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting H3+ Samenvatting door een scholier 1611 woorden 26 november 2001 5,5 29 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis stof voor eerste rep (maatschappijleerboek

Nadere informatie

Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 1874 is dat anders. Kinderen. Waarom vinden mensen het goed dat kinderen werken?

Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 1874 is dat anders. Kinderen. Waarom vinden mensen het goed dat kinderen werken? Werkblad Ω Een halve eeuw vooruitgang Werkblad Ω Les : Kinderarbeid Tegenwoordig werken jonge kinderen niet. Tot 874 is dat anders. Kinderen Kinderarbeid moeten hun ouders helpen om geld te verdienen.

Nadere informatie

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming. Samenvatting door L. 1165 woorden 13 januari 2013 4,8 12 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie Paragraaf 1 t/m 4 1; Wat is politiek? Deelvraag: Wat

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie Samenvatting door Sander 1530 woorden 18 april 2013 7,1 458 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk 3: De Industriële Revolutie

Nadere informatie

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN STUDIONLINE JAARGANG 2, NR. 10 ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN DL 2 D O M I N E E O N L I N E. O R G Vierhonderd jaar geleden vergaderde de synode in Dordrecht. Je weet inmiddels wat een synode is: een

Nadere informatie

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7 Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7 Hierbij treft u een toelichting aan bij de beelden die in de tijdbalk van Argus Clou Geschiedenis groep 7 zijn opgenomen. Inhoud Thema 1 Boze

Nadere informatie

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder)

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder) Samenvatting door M. 1033 woorden 15 juni 2015 6,7 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 7.1 De verlichting Verlichting is het gevolg van de wetenschappelijke revolutie uit hoofdstuk/tijdvak

Nadere informatie

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Examen VMBO-KB 2006 tijdvak 2 dinsdag 20 juni 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 36 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 52 punten

Nadere informatie

DINGEN DIE JE MOET WETEN

DINGEN DIE JE MOET WETEN 50 Maar wat gebeurde er precies? Welke landen en mensen waren belangrijk? Dit boek staat vol met weetjes, landkaarten en foto s over een tragische periode in de wereldgeschiedenis. JIM ELDRIDGE ISBN 978

Nadere informatie

HONDERD JAAR GELEDEN. Nieuws uit de krant van 10 tot 15 maart 1913

HONDERD JAAR GELEDEN. Nieuws uit de krant van 10 tot 15 maart 1913 HONDERD JAAR GELEDEN aflevering 12 Nieuws uit de krant van 10 tot 15 maart 1913 Een vast onderwerp waaraan in de kranten aandacht werd besteed, was de oorlog op de Balkan. Turkije was er bij betrokken

Nadere informatie

Historische context. Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es

Historische context. Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es Historische context Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es 1650 1848 Kenmerkende aspecten 23. Het streven van vorsten naar absolute macht 26. Wetenschappelijke revolu/e 27. Ra/oneel op/misme en

Nadere informatie

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Examen VMBO-KB 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje Dit examen bestaat uit 38 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK

GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK Inhoudsopgave 8 Nederland 1900-191 Module 1 Nederland en Indonesië HET CULTUURSTELSEL NEDERLAND BREIDT ZIJN INVLOED UIT HET NATIONALISME 6 50

Nadere informatie

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. De Tien Tijdvakken Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. KA1: De levenswijze van jagersverzamelaars KA2: Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen KA3: Het ontstaan van de eerste stedelijke

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2 Samenvatting door Y. 1162 woorden 6 september 2012 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 2.1 In Frankrijk regeerde absolute vorsten. Rond

Nadere informatie

S.O. 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2014-2015

S.O. 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2014-2015 S.O. 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2014-2015 Dit S.O. bestaat uit 41 vragen. Je schrijft met een blauwe of zwarte pen. Schrijf netjes en duidelijk. Indien bij een vraag een verklaring wordt gevraagd en de verklaring

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Op welke gebieden wilden de Verlichtingsfilosofen de bestaande maatschappij veranderen? Rationalisme = het gebruiken van gezond verstand (rede/ratio) waarbij kennis gaat boven tradities

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland 1p 1 In 1848 werd de grondwet in Nederland veranderd. Dit had gevolgen voor de machtsverhouding tussen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1669 woorden 17 januari 2005 5,6 10 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 3: de Franse Revolutie. Paragraaf 1: het oude Koninkrijk.

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Dit hoofdstuk gaat over opstand in Amerika, Frankrijk en Nederland. Deze opstanden noemen we revoluties. Opstand in Amerika (1775). De

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-14-1-b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-14-1-b Bijlage VMBO-KB 2014 tijdvak 1 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje KB-0125-a-14-1-b Staatsinrichting van Nederland bron 1 Een politieke prent over een biddende fabrikant (1907): Onderschrift

Nadere informatie