EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 672/2004, ingediend door Eufrosini Georgulea (Griekse nationaliteit), over het niet erkennen in Griekenland van Britse diploma's van beroepsopleidingen 1. Samenvatting van het verzoekschrift Nadat indienster een driejarige lerarenopleiding in een opleidingscentrum van een Griekse vrije universiteit had gevolgd, vervolgde zij haar opleiding aan de Universiteit van Londen. Daar haalde ze in 1999 een diploma voortgezette pedagogiek en in 2001 een Master of Arts in pedagogiek (voor jonge kinderen). Indienster werkte vervolgens als kleuterleidster in Londen. Nadat de Griekse instantie DIKATSA haar aanvraag tot erkenning van haar hogeronderwijsdiploma's (met het oog op het in Griekenland kunnen uitoefenen van haar beroep) had verworpen, heeft indienster zich tot het Europees Parlement gewend om te achterhalen waarom zij verhinderd wordt haar beroep in Griekenland uit te oefenen, gezien het feit dat zij beschikt over de kwalificaties die in het Verenigd Koninkrijk vereist zijn om als kleuterleidster aan de slag te gaan. 2. Ontvankelijkheid Ontvankelijk verklaard op 14 maart De Commissie is om inlichtingen verzocht (artikel 192, lid 4 van het Reglement). 3. Antwoord van de Commissie, ontvangen op 12 juli CM\ doc PE /rev.IIv04-00 Externe Vertaling

2 Indienster haalde aan de Universiteit van Londen in het Verenigd Koninkrijk een diploma voortgezette pedagogiek nadat ze de eenjarige voltijdse opleiding hiervoor had gevolgd (academiejaar 1998/1999). Daarna haalde ze op 1 november 2001 een Master of Arts in pedagogiek (voor jonge kinderen) na nog een jaar een voltijdse opleiding te hebben gevolgd (academiejaar 1999/2000) en een half jaar een deeltijdse opleiding (2000/2001). Ze deed zeven maanden praktijkervaring op in een kleuterschool in Queensbridge en werkte tussen half oktober 2000 en juli 2001 kortere en langere periodes als kleuterleidster in enkele Londense basisscholen. Voor ze in het Verenigd Koninkrijk ging studeren, heeft indienster een driejarige lerarenopleiding aan de vrije universiteit (AKPES) in Griekenland gevolgd. Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, heeft indienster een aanvraag tot erkenning van haar hogeronderwijsdiploma s en beroepsopleiding ingediend bij de Griekse instantie DIKATSA, het Interuniversitair Centrum voor de erkenning van buitenlandse diploma s van het Ministerie van Onderwijs en Godsdienst. De procedure is nog hangende. De Commissie wil graag de volgende juridische opmerkingen maken: Het is de bevoegdheid van elke afzonderlijke lidstaat om te bepalen welke instellingen in aanmerking komen voor een bepaalde academische graad. De Commissie is hiervoor niet bevoegd en kan derhalve geen standpunt innemen betreffende de geldigheid van academische diploma s van de Griekse vrije universiteiten. Wat de erkenning van beroepsopleidingen betreft, is Richtlijn 89/48/EEG, aangevuld met Richtlijn 92/51/EEG, van toepassing waardoor een lidstaat die de toegang tot een beroep afhankelijk stelt van bepaalde voorwaarden de toegang tot dat beroep in beginsel niet kan weigeren aan een communautaire onderdaan die in het bezit is van het diploma dat in zijn lidstaat van herkomst is voorgeschreven om toegang te krijgen tot hetzelfde beroep. Indienster heeft kennelijk alle diploma s om in het Verenigd Koninkrijk als kleuterleidster te werken, waar deze activiteit niet is gereglementeerd. In Griekenland wordt dezelfde activiteit beschouwd als een gereglementeerd beroep, namelijk Nipiagogos (kleuterleidster) of Vrefonipiokomos (baby- en kinderverzorgster). Voor de uitoefening van deze activiteit is in Griekenland het bewijs van een diploma in de betekenis van Richtlijn 89/48/EEG vereist. Aangezien de bevoegde Griekse instantie nog geen beslissing heeft genomen over de aanvraag van indienster, kan de Commissie geen voortijdig oordeel vellen over de bevoegde Griekse instanties betreffende de aanvraag van indienster tot erkenning van haar hogeronderwijsdiploma s en beroepsopleidingen. Wat de erkenning betreft van in een andere lidstaat opgedane beroepservaring met het oog op het verkrijgen van toegang tot een baan in de publieke sector, zijn de diensten van de Commissie van mening dat, volgens de jurisprudentie van het Hof 1, artikel 39 EG en artikel 3 van Verordening 1612/68, eerdere vergelijkbare beroepservaring van werknemers van de 1 Arrest van in zaak C-419/92 (Scholz), Jurispr. 1994, I-00505; arrest van in zaak C-278/03 (Commissie tegen Italië), nog niet verschenen. PE /rev.IIv /5 CM\ doc

3 Gemeenschap in de publieke sector in een andere lidstaat door de Griekse overheid moet worden meegerekend met het oog op het verkrijgen van toegang tot een baan in de Griekse publieke sector en dit op dezelfde manier als geldt voor in de Griekse publieke sector opgedane ervaring. Tot slot wil de Commissie indienster verzoeken informatie te verschaffen over de datum van indiening van haar aanvraag tot erkenning van haar beroepsopleidingen bij de Griekse instanties en over alle verdere correspondentie hierover. Hierdoor kan de Commissie bepalen of de maximumtermijn van vier maanden, die ingaat als alle documenten in verband met de aanvraag zijn ingediend en gedurende welke de Griekse instanties een beslissing over haar aanvraag moeten nemen, al dan niet is nageleefd. 4. Aanvullend antwoord van de Commissie, ontvangen op 28 maart 2006 I. Achtergrond/Samenvatting van de feiten/geschiedenis Indienster heeft een aanvraag ingediend tot erkenning in Griekenland van haar in het VK behaalde beroepskwalificaties als kleuterleidster. Ze stelt dat de Griekse autoriteiten weigeren het diploma van 1998/99 te erkennen van haar opleiding aan de Universiteit van Londen, die een franchiseovereenkomst met de "vrije universiteit" (AKPES) in Griekenland had gesloten. Het dossier bevat geen bewijs dat de Griekse autoriteiten over de aanvraag van indienster een definitieve beslissing hebben genomen. De Commissie heeft het Parlement in de zomer van 2005 een eerste schriftelijke mededeling voorgelegd, waarin het indienster verzocht details te geven over de chronologische afwikkeling van de procedure voor de aanvraag tot erkenning, alsook enige verdere correspondentie. De Commissie heeft op 10 oktober 2005 in de Commissie verzoekschriften verslag uitgebracht over de stand van zaken. Omdat de Commissie geen enkele informatie van indienster had ontvangen, richtte ze zich op 7 november 2005 rechtstreeks tot indienster. Indienster werd: - verzocht informatie te geven over de stand van zaken in de procedure betreffende haar aanvraag tot erkenning, - meegedeeld dat de voormalige bevoegde Griekse instantie voor de erkenning van beroepskwalificaties was ontbonden en vervangen door DOATAP, een instituut dat tot taak heeft aanvragen snel en op professionele wijze te behandelen, - verzocht de Commissie te informeren indien de Griekse autoriteiten een officieel standpunt innemen ten aanzien van het diploma dat zij via de "vrije universiteit" heeft behaald, en - op de hoogte gesteld van het feit dat de Commissie Griekenland in juli 2005 voor het Europees Hof van Justitie heeft gedaagd in verband met de franchiseovereenkomst voor het beroep van ingenieur. CM\ doc 3/5 PE /rev.IIv04-00

4 II. Reactie van de Commissie op de argumenten van indienster Aangezien de bevoegde Griekse autoriteiten nog geen besluit over de aanvraag van indienster hebben genomen, kan de Commissie niet vooruit lopen op enige mogelijke toekomstige beslissing inzake de aanvraag tot erkenning van academische en beroepskwalificaties van de indienster. Wat de wettigheid van de franchiseovereenkomsten betreft, de Commissie heeft in juli 2005 een zaak aangespannen voor het Europees Hof van Justitie en wacht op de uitspraak van het Hof. III. Conclusie De Commissie wacht op het antwoord van indienster op haar schrijven van 7 november Aanvullend antwoord van de Commissie, ontvangen op 19 december In maart 2007 stuurde het Parlement de Commissie de reactie van indienster op haar verzoek om aanvullende informatie van 7 november Uit de verstrekte informatie leidt de Commissie af dat indienster in Griekenland een baccalaureaatsgraad in de pedagogiek heeft behaald aan de particuliere vrije universiteit AKPES. Deze graad werd in het Verenigd Koninkrijk gelijkwaardig geacht aan de kwalificatie die nodig is voor het volgen van een studie voor het diploma voortgezette pedagogiek aan de Universiteit van Londen, haar tweede graad. Uiteindelijk behaalde ze een MA in pedagogiek (jonge kinderen), eveneens aan de Universiteit van Londen. Indienster werkte vervolgens iets meer dan een jaar op basisscholen in Noord-Londen. De reden waarom de Griekse autoriteiten weigeren de kwalificaties van indienster te erkennen, is dat ze als voorbereiding op haar studie voor het diploma voortgezette pedagogiek, in Griekenland aan een particuliere onderwijsinstelling heeft gestudeerd. Particuliere onderwijsinstellingen worden volgens de Griekse grondwet niet erkend. Tijdens de hoorzitting van de Commissie verzoekschriften in juni 2006 gaf de Commissie aan dat ze nog steeds in afwachting was van het arrest van het Hof van Justitie in de zaak C- 275/05, Commissie vs. Griekenland, waarin de kwestie van franchiseovereenkomsten eveneens aan de orde is gesteld. Het nieuwe pakket informatie dat de Commissie van indienster heeft ontvangen, bevat geen stukken waaruit blijkt dat indienster in het Verenigd Koninkrijk onderwijsbevoegdheid heeft. Ze heeft trouwens ook nergens te kennen gegeven dat ze die bevoegdheid heeft en dus de Qualified Teacher Status (QTS) bezit, een kwalificatie die wordt toegekend aan leraren die hebben aangetoond dat ze voldoen aan de beroepsnormen die worden gesteld voor het les geven in gesubsidieerde scholen of niet-gesubsidieerde bijzondere scholen. Zonder QTS kan een leraar zich niet inschrijven op de General Teaching Council for England en bijgevolg niet worden aangesteld als bevoegd leraar in bovengenoemde scholen. Aangezien indienster niet volledig bevoegd lijkt, kan ze niet eisen dat haar Britse kwalificaties in Griekenland worden erkend en haar toegang verschaffen tot het beroep van PE /rev.IIv /5 CM\ doc

5 leraar, dat in Griekenland een gereglementeerd beroep is. De Commissie beschikt niet over bewijs dat in deze zaak inbreuk op het EU-recht is gepleegd. CM\ doc 5/5 PE /rev.IIv04-00