A. Samenvatting van het dossier

Transcriptie

1 ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur Onderdelen van de Grote Eenheid Natuur Provincie Vlaams-Brabant Gemeenten Leuven en Rotselaar Wijgmaalbroek A. Samenvatting van het dossier A.1 Situering Deze herbestemming van het gebied Wijgmaalbroek draagt bij tot het realiseren van voldoende omvangrijke en samenhangende gebieden, het met elkaar verbinden van deze gebieden en het bufferen van deze gebieden tegen externe invloeden. Plan 1 - Gebied 1 Wijgmaalbroek (Leuven, Rotselaar) Het gebied dat opgenomen wordt in dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan vormt een ruimtelijkfunctioneel samenhangend onderdeel van de Dijlevallei tussen Wijgmaal en Rotselaar. Het grootste deel van dit gebied heeft reeds een natuurbestemming. Een aantal onderdelen binnen dit gebied hebben op het gewestplan de bestemming agrarisch gebied of agrarisch gebied met ecologisch belang, maar vormen een essentieel onderdeel van dit ruimtelijk samenhangend gebied en worden om die redenen herbestemd. Het is gebied is gelegen in een habitatrichtlijngebied en wordt in het noordelijke deel doorkruist door een bestaande leidingstraat (aardgas). In het zuidelijke deel is de aanleg van een hoogspanningslijn voorzien op het gewestplan. A.2 Ruimteboekhouding Reservaat en Natuur Overig Groen Wonen Landbouw Gewestplan -75,7 ha -2,9 ha -0,4 ha -45,4 ha RUP 124,3 ha 0, ha 0 0,0 ha 0,0 ha A.3 Openbaar onderzoek Het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan werd onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 60 dagen van 1 april 2003 tot 30 mei Dit openbaar onderzoek resulteerde in 17 bezwaarschriften, waarvan 10 laattijdig. Hiervan werden er 4 laattijdig ingediend door de bezwaarindiener en 6 laattijdig bezorgd door de gemeente Rotselaar. (cfr uittreksel databank in bijlage). Laattijdige bezwaren worden conform Art. 42 van het DRO niet behandeld. A.4 Adviezen Vlacoro ontving geen adviezen. B. Advies van Vlacoro B. 1 Antwoord op de adviezen Vlacoro ontving geen adviezen. 1

2 B. 2 Antwoord op de bezwaren en opmerkingen 1. De eigenaars van 2 woningen die niet opgenomen zijn in het RUP [137B1], vragen dat dit zo behouden blijft. Zodoende kunnen zij opgenomen worden in het ruimtelijk structuurplan van Leuven, zodat voor hen dezelfde regels zullen kunnen gelden als voor andere zonevreemde woningen, nl. verbouwen en uitbreiden tot 850m². De woningen bevinden zich in de afbakening, maar zijn niet opgenomen in het plangebied. Dit is te rechtvaardigen omdat het een cluster vormt van vier woningen en omwille van de situering nabij de rand van het plangebied. Vlacoro treedt de vraag van de indieners van het bezwaarschrift bij. 2. Natuurpunt Leuven [137B2] is verheugd over het RUP en ziet er de erkenning in van het ecologisch belang van de Dijlevallei stroomafwaarts Leuven. De vereniging wijst verder ook op de kansen voor integraal waterbeheer, de mogelijkheden voor duurzame landbouw en de kansen voor de uitbouw van de reservaten Wijgmaalbroek en Kwellenberg. Het statuut VEN kadert tevens in de doelstellingen van het habitatrichtlijngebied. Het gebied heeft ook een steeds groter belang voor recreanten en is een groene long in het dichtbevolkte Vlaams-Brabant. Vlacoro neemt akte van de positieve waardering voor het voorliggende RUP door de betrokken organisatie. 3. De VZW Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud [137B3] drukt haar appreciatie uit en kan akkoord gaan met de perimeter zoals die nu voorligt, met uitzondering van de afbakening ter hoogte van de Jezuïetenhoeve die onlogisch lijkt (plan bijgevoegd) Enkele percelen zijn niet opgenomen hoewel ze ecologisch niet verschillen van de aangrenzende percelen en integraal deel uitmaken van dezelfde ruimtelijke eenheid. Het gaat om grasland op natte gronden in het natuurlijk overstromingsgebied van de Dijle. Omdat, wat de waterhuishouding betreft, alle percelen uit het gebied nauw met elkaar verbonden zijn, zullen wijzigingen in het waterpeil, in het kader van integraal waterbeheer, invloed hebben op het gehele gebied. Het feit dat een kleine zone in dit gebied een landbouwbestemming zonder randvoorwaarden naar de genoemde waterthematiek behoudt, kan tot gevolg hebben dat een ecologisch optimaal waterpeilbeheer in het Wijgmaalbroek mogelijk niet realiseerbaar wordt. De percelen maken overigens deel uit van het habitatrichtlijngebied. Vlacoro neemt akte van de positieve waardering van het voorliggende RUP door de betrokken organisatie. Vlacoro stelt zich de vraag waarom het door de bezwaarschriftindiener beschreven perceel niet is opgenomen in de afbakening van het plangebied, te meer omdat dit zou samenvallen met de grens van de habitatrichtlijn. 4. Een traditionele natuurgebruiker [137B4] vraagt om zijn activiteiten ongehinderd te mogen blijven uitoefenen, nl. jagen (jachtgebied in een erkend WBE), bosbouw (volgens goedgekeurde gegroepeerde bosbeheerplannen) en traditionele landbouw. Vlacoro stelt dat deze natuurgebruiker die activiteiten kan blijven uitoefenen die niet in strijd zijn met de beperkingen die worden opgelegd in de stedenbouwkundige voorschriften en voor zover deze activiteiten in overstemming zijn met het principieel goedgekeurde maatregelenbesluit 5. a. Het Leuvense schepencollege [137B5] (dat een plan bijvoegt) vraagt om de opname in de afbakening van twee percelen achter de Jezuïetenhoeve (perceelnummers 195 en196). Dit is permanent weiland dat beneden de oeverwal ligt, wat dus deel uitmaakt van de vallei en van het ecologisch systeem van het beekdal. 2

3 b. Het schepencollege vraagt tevens de opname van een klein perceel in het uiterste noorden van Leuven vlakbij de Dijle, wat momenteel landbouwgebied is op het gewestplan (perceelnummers 1f, 1g, 1h). Dit gebied lijkt hen essentieel in het natuurlijk systeem van de komgronden en de Dijle. c. In het voorstel van RUP worden een aantal percelen met woningen in Wijgmaalbroek uit de afbakening gehouden, wat anders is dan in het GRS Leuven (waarin de Haverstraat de grens vormt). Het college stelt voor om de Haverstraat als grens te nemen en de woningen als geïsoleerde woningen in de open ruimte te beschouwen. Ook de laatste rij van 4 huizen langs Wijgmaalbroek wordt best opgenomen in het RUP. Het niet opnemen geeft een onduidelijk signaal. De huizen liggen nu reeds in natuurgebied zodat het niet selecteren de bewoners niet meer "bescherming" of rechtszekerheid biedt dan een opname. Indien het gewest de bedoeling heeft de woningen uit het natuurgebied te halen dan kan dit best door de huizen op te nemen en dan een woonbestemming te geven. d. Het college stelt ook voor om de afbakening van de huizen aan de westkant van Wijgmaalbroek af te stemmen op het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. e. Het college vraagt om een klein perceel nabij het oude kerkhof van Wijgmaal (perceelnummer 99h) uit het RUP te laten om een toekomstige ontsluiting van het woonreservegebied Weduwenrij niet te hypothekeren. f. De percelen landbouwgrond bovenop de oeverwal worden beter niet opgenomen. Zij hebben een economisch belang voor de landbouw, zijn goed ontsloten en voldoende groot. Het beperken van het RUP tot de echte vallei, dus tot aan de oeverwal maakt dat de argumentatie beter onderbouwd is, dat het RUP beter kan aanvaard worden door de landbouwsector en creëert een groter draagvlak voor andere ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied. g. Het college vraagt tenslotte om de categorisering van het gebied aan te passen aan deze van het voorontwerp GRS zodat in een deel van het gebied natuur en landbouw nevengeschikt zijn. De opdeling maakt de uitbouw van het natuurgebied Wijgmaalbroek mogelijk en houdt toch nog de nodige ruimte open voor samenwerking tussen landbouw en natuur. a. Vlacoro treedt het bezwaarschrift bij en stelt zich de vraag waarom de beschreven percelen niet zijn opgenomen in de afbakening van het plangebied aangezien het plangebied aldus zou samenvallen met de grens van de habitatrichtlijn. b. Vlacoro treedt het bezwaarschrift bij en stelt zich de vraag waarom het beschreven perceel niet is opgenomen in de afbakening van het plangebied, te meer omdat dit zou samenvallen met de grens van de habitatrichtlijn. c. Vlacoro treedt het bezwaarschrift niet bij. Vlacoro adviseert dat woningen die aan de rand liggen uit het plangebied worden gehouden (cfr. algemeen advies rechtszekerheid omtrent de bedrijfsvoering). d. Vlacoro merkt op dat het GRS Leuven nog niet is goedgekeurd en dat aanpassing van het structuurplan aan het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nog mogelijk is. e. Vlacoro treedt de vraag van de bezwaarschriftindiener bij om de toegankelijkheid tot het woonreservegebied te vrijwaren, temeer daar dit kleine gebied niet werd opgenomen in het habitatrichtlijngebied. f. Het is voor Vlacoro onduidelijk welke percelen uit de bestaande afbakeningslijn zouden moeten worden weerhouden. De indiener van het bezwaarschrift geeft geen opsomming van de perceelsnummers. Vlacoro treedt echter wel de argumentatie van deze indiener en de indiener van het gelijkaardige bezwaar van kader 7 alinia b. bij, en is van mening dat de westelijke afbakeningslijn best zou samenvallen met de begrenzing van het habitatrichtlijngebied. De percelen 113w3, 116, 121, 146d, 158, 159c, 160a, 162x, 162w, 166, 167, 143a, 141a, 144, 143, 146,147, 148a zouden bijgevolg uit het plangebied moeten worden geweerd. g. Vlacoro treedt het bezwaarschrift niet bij. In alle RUP s GEN komt landbouw als ondergeschikte functie voor. Het beoefenen van landbouw blijft hierdoor mogelijk. 3

4 6. De provincie Vlaams-Brabant [137B6]stemt in met de voorgestelde afbakening. Het gebied sluit aan het ontwerp VEN-afbakeningen en is niet tegenstrijdig aan het provinciaal ruimtelijk structuurplan. De opgenomen kleine deeltjes landelijk woongebied kunnen worden gerechtvaardigd vanuit de idee bij het afbakenen zoveel mogelijk de perceelsgrenzen te volgen. Vlacoro neemt akte van dit ondersteunende bezwaarschrift. 7. Voor de Bedrijfsgilde Leuven-Herent [137B7] dient de afbakening afgestemd te worden op het ontwerp ruimtelijk structuurplan Leuven. a. Gans het RUP is geselecteerd als natuurgebied waardoor een economische uitbating van de landbouwpercelen gehypothekeerd wordt. In het ontwerp GRS Leuven voorziet men in een deel van Wijgmaalbroek een gebied waar natuur en landbouw nevengeschikt zijn en beheerslandbouw mogelijk en leefbaar is. Voor dit RUP is eenzelfde categorisering gewenst. b. De bedrijfsgilde is tegen de opname van diverse landbouwpercelen, gelegen achter de huizen van de Rotselaarsesteenweg. De percelen liggen bovenop de oeverwallen hebben door hun ligging grote economische waarde voor de landbouwers. Ze behoren bovendien niet tot de vallei en zijn van geen ecologisch belang voor de komgronden van Wijgmaalbroek. Het RUP dient beperkt tot de echte vallei. a. Vlacoro treedt het bezwaarschrift niet bij en verwijst naar haar antwoord bij kader 5, paragraaf g b. Vlacoro treedt het bezwaarschrift bij temeer daar de betrokken percelen niet werden opgenomen in het habitatrichtlijngebied en verwijst ook naar haar antwoord bij kader 5, paragraaf e en f. B. 3 Opmerkingen van Vlacoro B.3.1 Algemene opmerkingen Vlacoro verwijst hier naar haar algemeen advies over 17 ontwerpen van gewestelijke ruimtelijk uitvoeringsplan in het kader van de afbakening van de agrarische en natuurlijke structuur. B.3.2 Opmerkingen over het dossier Vlacoro merkt op dat in de ontworpen verordenende stedenbouwkundige voorschriften bij gebiedsspecifieke bepalingen wonen als ondergeschikte functie toegelaten is voor zover de hoofdfunctie natuur niet in het gedrang wordt gebracht. Ten aanzien van de huidige gewestplan bestemming is dit een verruiming van de stedenbouwkundige potenties van het betreffende gebied. De vraag stelt zich of deze verruiming de goede ruimtelijke ordening van het gebied op langere termijn niet zal bezwaren en of wonen in dit gebied überhaupt wel zodanig kan voorkomen dat de hoofdfunctie natuur niet in het gedrang komt. B.4 Besluit Vlacoro geeft gunstig advies over het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Onderdeel GEN Wijgmaalbroek, Kwellenberg en Gevel mits: - wonen en verblijfsrecreatie als ondergeschikte functies uit de stedenbouwkundige voorschriften worden gehaald. - alle percelen in de westelijke rand die niet in het habitatrichtlijngebied zijn opgenomen, uit het plangebied worden geschrapt 4

5 en merkt op dat: - het wenselijk zou zijn om de percelen 195, 196, 1f, 1g, 1h, in het gebied op te nemen zodat de grenslijn samenvalt met de afbakeningslijn van het habitatrichtlijngebied. Verleend te Brussel op 16 september 2003, De vaste secretaris, De voorzitter, Lieve Reenaers Prof. dr. Boudewijn Bouckaert Bijlage : overzicht van de bezwaren 5