ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING. Aanvraag Planologisch Attest N&W Verlee Oosterzele. Inleiding

Transcriptie

1 ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Aanvraag Planologisch Attest N&W Verlee Oosterzele Inleiding Het planologisch attest is een document waarin de bevoegde overheid aangeeft of een bestaand bedrijf al dan niet behouden kan worden op de plaats waar het gevestigd is (DRO art. 145ter). Het planologisch attest kan enkel aangevraagd worden door en voor een bedrijf waarvoor het maken of wijzigen van een ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg moet overwogen worden om de uitbreiding of het herbouwen van het bedrijf mogelijk te maken. Het bedrijf N&W Verlee heeft op 30 januari 2006 een aanvraag tot planologisch attest ingediend bij de gewestelijk planologisch ambtenaar. De planologisch ambtenaar heeft de aanvraag volledig en ontvankelijk bevonden op 9 maart De Vlaamse regering kan, als bevoegde overheid, dit attest pas verlenen na adviezen ter zake vanwege VLACORO en vanwege de planologisch ambtenaar. Op basis van de ligging, de aard van de activiteiten en de geplande uitbreidingen besliste de planologisch ambtenaar dat de aanvraag van N&W Verlee bvba moet beoordeeld worden op Vlaams niveau. Op basis van uitbreidingsbehoefte voor ontginning en het gegeven dat Vlaanderen de processen voert omtrent ruimte voor oppervlaktedelfsstoffen kan geoordeeld worden dat de aanvraag moet beoordeeld worden op Vlaams niveau. A. Samenvatting van het dossier A.1. Ruimtelijke situering van het bedrijf De site van het bedrijf is gelegen ten westen van de Geraardbergse Steenweg-N42 net ten zuiden van het gehucht Leegbracht/Berg en ten oosten van Balegem. Langs de aanvraag zijn enkele woningen gelegen en zowel ten noorden als ten zuiden van de aanvraag zijn kleinere natuurgebieden gelegen. De ruime omgeving is voornamelijk agrarisch gebied met open en glooiend landschap. A.2. Kenmerken van het bedrijf Het bedrijf N&W Verlee bvba bestaat uit de ontginning zand en de ontginning en bewerking van de Balgemse/Lediaanse steen en daarnaast de handel en levering van zand en andere materialen zoals grint, porfiersteenslag, rivier- en zeezand. Op de locatie zelf wordt voornamelijk zand in open lucht gewonnen. Voor realisatie van de nabestemming worden de groeves opgevuld met klasse-iii materialen. De ontginning is op deze locatie actief sinds eind jaren zestig. Voor de ontginning werd in de loop van de jaren stedenbouwkundige vergunningen verleend alsook voor de weegbrug en het bureau. Het bedrijf ontstond uit een eenmanszaak voor transport en handel in bouwmaterialen. Op de site zijn 7 personen tewerkgesteld. Het bedrijf heeft een omzet van meer dan euro en een milieuvergunning. 1

2 N&W Verlee bvba ontsluit de site rechtstreeks op de N42 naar de E40. Voor de ontginning en voor de opvulling worden per dag 20 vrachtwagenbewegingen geschat. De overige leveringen met vrachtwagen worden per week op 20 bewegingen geschat. Dit maakt voor vrachtwagens een 220 bewegingen per week. Voor personeel zijn er gemiddeld per week maximaal 70 personenwagenbewegingen te verwachten. A.3. Korte- en langetermijnbehoefte Op korte termijn wenst men uit te breiden en de ontginning van perceel 974a verder te zetten alsook de percelen 988e en 989a te ontginnen. De diepte van de ontginning wordt beperkt tot 10m (na afgraving teelaarde en tussenliggende klei/leemlagen). Het bedrijf beoogt daarbij tot 0,5m boven de grondwatertafel te blijven zodat droog wordt ontgonnen. De aanvraag omvat enkel de winning van een volume van m³ voorzien als behoefte voor de komende 2 jaar. De in de aanvraag opgenomen terreinen hebben daarbij een theoretische mogelijkheid van m³ (rekening houdend met afstandsvoorwaarden ed.). Op middellange termijn wenst het bedrijf op de site de volledige ontginning uit te voeren. In de aanvraag wordt expliciet gesteld dat deze behoefte in het kader van het bijzonder oppervlaktedelfstoffenplan dient onderzocht worden en geen deel uitmaakt van de aanvraag voor het planologisch attest Bij maximaal ontginningsvolume van m³ per jaar zal het aantal vrachtwagenbewegingen toenemen met ongeveer 16 vrachtwagenbewegingen per werkdag. Voor personenauto s wordt een toename verwacht van 6 bewegingen per werkdag omwille van 3 bijkomende personeelsleden. A.4. Planologische context Het bedrijf is gelegen in het gewestplan Gentse en Kanaalzone (K.B. 14 september 1977) gelegen in ontginningsgebied met nabestemming gebied agrarisch gebied, landschappelijk waardevol agrarisch gebied en grenst aan natuurgebied. Het bedrijf is gelegen in Oosterzele een gemeente in het buitengebied. De ontginningsbehoefte van het bedrijf is onderdeel van het onderzoeksproces voor de opmaak van het Bijzonder Oppervlaktedelfstoffenplan voor zand. Het bedrijf realiseert een ontginningsvolume van ongeveer m³ per jaar. Volgens de aanvrager houdt dit reeds een beperking in omwille van het gebrek aan ontginningsgronden en is de werkelijke ontginningsvraag m³. De startnota voor het gemeentelijk ruimtelijk structuurplanningsproces Oosterzele werd in september 2003 op een structureel overleg besproken. In het gebied van de aanvraag loopt de buurtweg n 7 en de voetweg n 92. Langs de aanvraag loopt noordelijk de voetweg n 89. A.5. Openbaar onderzoek De aanvraag voor planologisch attest werd onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 30 dagen van 19 maart 2007 tot 18 april Vlacoro dient hierover te adviseren binnen de 60 dagen na het afsluiten van het openbaar onderzoek, i. c. voor 17 juni Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek ontving Vlacoro één bezwaarschrift. 2

3 A.6. Adviezen De bevoegde overheid, de gewestelijke planologisch ambtenaar, heeft op 9 maart 2007 het advies ingewonnen van de instanties bedoeld in artikel 6, 1 van het besluit van Vlaamse regering van 4 juni 2004, houdende nadere regels voor het planologisch attest en heeft deze verzocht binnen 30 dagen na ontvangst van het dossier hun advies te laten geworden aan de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening. Er werden 6 tijdige adviezen bezorgd aan Vlacoro. B. Advies van Vlacoro De nummers tussen [ ] verwijzen naar de bezwaarschriften en adviezen zoals zij opgenomen zijn in de databank. B.1. Bespreking van de bezwaren en opmerkingen 1. [B1] Een bezwaarindiener stelt dat de zandwinningszones zijn vastgelegd en niet meer gewijzigd kunnen worden. Ook wordt gesteld dat de uitgravingen, na wederopvulling niet meer terug voor landbouwdoeleinden gebruikt worden. Verder wordt bezwaar geuit tegen het wegpompen van grondwater door Verlee en tegen de algemene overlast. Vlacoro weerlegt deze bezwaren met volgende argumenten : Het bedrijf beperkt de aanvraag op korte termijn tot percelen (974A en 972A) die in eigendom zijn van het bedrijf en die gelet op de omvang toelaten om uitgegraven te worden. Deze percelen sluiten aan bij de bestaande ontginning en zouden naderhand normaliter deel uitmaken van het ontginningsgebied voorzien in het bijzonder oppervlaktedelfstoffenplan. De percelen die het voorwerp uitmaken van deze aanvraag van een planologisch attest bevinden zich in landschappelijk waardevol agrarisch gebied en zullen uitgegraven worden boven de grondwaterstand zodat er geen effect te verwachten is op de stand van het grondwater en dus op de kwel van de Kottembeek die onder de Habitatrichtlijn valt. Verder stelt Vlacoro dat de nabestemming agrarisch gebied uitdrukkelijk vooropgesteld wordt. Eveneens dient opgemerkt dat ook de lange termijn visie aangegeven wordt, dat het bedrijf op lange termijn nog bijkomende ontginningsmogelijkheden wenst buiten het huidige ontginningsgebied, dat in de aanvraag tot planologisch attest duidelijk gesteld wordt dat dit geen deel uitmaakt van het planologisch attest, maar dat deze visie verder dient bestudeerd te worden in het kader van de opmaak van het bijzonder oppervlaktedelfstoffenplan; B.2. Bespreking van de adviezen 1. Provincie Oost-vlaanderen Dienst waterlopen [A1] Er wordt gesteld dat er geen bezwaren zijn. 3

4 2.Departement Landbouw en Visserij - Afd. Duurzame Landbouwontwikkeling [A2] De afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling verstrekt een voorlopig ongunstig advies voor een uitbreiding van het ontginningsgebied. Er kan pas een gunstig advies verstrekt worden voor het gevraagde onder de volgende voorwaarden: - alle percelen in ontginningszone moeten eerst ontgonnen worden, vooraleer men kan overgaan tot het ontginnen van landbouwpercelen in het (landschappelijk waardevol) agrarisch gebied - de resultaten van het oppervlaktedelfstoffenplan moeten eerst bekend zijn, vooraleer men bestemmingswijzigingen van percelen in (landschappelijk waardevol) agrarisch gebied naar ontginningsgebied kan realiseren. - de percelen die reeds ontgonnen zijn in ontginningsgebied moeten zo snel weer gevuld worden en gebruiksklaar gemaakt worden voor landbouwactiviteiten VLACORO neemt akte van dit voorlopig ongunstig advies. Vlacoro kan dit advies niet bijtreden aangezien : Het gegeven dat het bedrijf sedert 2005 al is moeten overgaan naar een regime van verminderde zandexploitatie om te vermijden dat het bedrijf zou stilvallen en nadien heropgestart zou moeten worden (wat bedrijfseconomisch een te vermijden scenario is), toont aan dat de motivatie van bedrijfscontinuïteit om een planologisch attest aan te vragen hier als een zeer reëel argument kan worden beschouwd. Het bedrijf beperkt de aanvraag op korte termijn tot percelen (974A en 972A) die in eigendom zijn van het bedrijf en die gelet op de omvang toelaten om uitgegraven te worden. Deze percelen sluiten aan bij de bestaande ontginning. De percelen die het voorwerp uitmaken van deze aanvraag van een planologisch attest bevinden zich in landschappelijk waardevol agrarisch gebied en zullen uitgegraven worden boven de grondwaterstand zodat er geen effect te verwachten is op de stand van het grondwater en dus op de kwel van de Kottembeek die onder de Habitatrichtlijn valt. Verder stelt Vlacoro dat de nabestemming agrarisch gebied uitdrukkelijk vooropgesteld wordt. 3. Bestendige Deputatie Oost-Vlaanderen [A3]!" "#!! 4

5 Vlacoro stelt dat het Vlaams Gewest bezig is met de opmaak van de oppervlaktedelfstoffenplannen, dat o.a. een bijzonder oppervlaktedelfstoffen-plan voor zand in Oost-Vlaanderen zal opgemaakt worden, dat dit plan ertoe strekt te komen tot een visie en een afbakeningsproces voor ontginningsgebieden, waarbij ook een programmatie van winning zal vastgesteld worden in concreet vastgelegde ontginningsgebieden, dat deze opties tevens zullen vertaald worden in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, dat dit evenwel op korte termijn nog niet zal afgerond zijn; Bovendien strekt het planologisch attest ertoe om aan de bevoorradingsproblematiek op korte termijn een oplossing te kunnen geven, dat gevraagd wordt op korte termijn een deel van een aanpalend perceel (in eigendom) met een oppervlakte van ca 1 ha te kunnen ontginnen, dat dit perceel gelegen is in het landschappelijk waardevol agrarisch gebied, grenzend aan het ontginningsgebied, dat enkel een droge ontginning voorgesteld wordt, dat dit betekent dat men zal ontginnen over een diepte tot 10 m, dat gesteld wordt dat hiermee aan de behoefte op korte termijn kan voldaan worden en dat de bevoorrading en continuïteit van de zandproductie binnen het bedrijf hierdoor gegarandeerd zouden zijn, dat als nabestemming agrarisch gebied vooropgesteld wordt; Vlacoro sluit zich ook aan bij het gunstig advies, gelet op volgende overwegingen : Overwegende dat ook de lange termijn visie aangegeven wordt, dat het bedrijf op lange termijn nog bijkomende ontginningsmogelijkheden wenst buiten het huidige ontginningsgebied, dat in de aanvraag tot planologisch attest duidelijk gesteld wordt dat dit geen deel uitmaakt van het planologisch attest, maar dat deze visie verder dient bestudeerd te worden in het kader van de opmaak van het bijzonder oppervlaktedelfstoffenplan; Overwegende dat het bedrijf ontsloten wordt via Berg, een lokale weg die op ca 200 m van de ontginning rechtstreeks aantakt op de N42, dat de N42 in het RSV geselecteerd is als primaire weg type II, dat de site bijgevolg behoorlijk ontsloten is. Overwegende dat de bedrijfssite gelegen is nabij het habitatrichtlijn-gebied Kottembos, dat bij het planologisch attest een passende beoordeling gevoegd is, dat in deze nota besloten wordt dat de ontginning van zand boven het grondwaterniveau (droge ontginning) geen invloed zal hebben op het habitatrichtlijngebied; Overwegende dat de bedrijfssite omgeven wordt door hoofdzakelijk agrarisch gebied, dat na de ontginning terug landbouw als nabestemming zal gerealiseerd worden; Overwegende dat de bedrijfssite volgens het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan gelegen is in het zuidelijk openruimtegebied, dat het beleid voor deze deelruimte er in eerste instantie op gericht is deze deelruimte leefbaar te maken als openruimtegebied en verdere verstedelijking te voorkomen, dat ter hoogte van de bedrijfssite en specifiek ter hoogte van het perceel dat het bedrijf op korte termijn bijkomend wenst te ontginnen geen specifieke open ruimte selecties voorkomen in het PRS, dat de aanvraag bijgevolg niet strijdig is met het PRS; 4. Agentschap Economie Entiteit ruimtelijke economie [A4] Het Agentschap Economie geeft een gunstig advies voor het verlenen van een planologisch attest aan het bedrijf N&W Verlee BVBA te Oosterzele (Balegem). Het bedrijf startte de procedure van een aanvraag van een planologisch attest om de bedrijfscontinuïteit te waarborgen in afwachting van de opname van bijkomend ontginningsgebied via een bijzonder oppervlaktedelfstoffenplan. De bestemmingswijziging op basis van dit oppervlaktedelfstoffenplan zou immers niet voor eind 2008 verwacht worden. 5

6 Het gegeven dat het bedrijf sedert 2005 al is moeten overgaan naar een regime van verminderde zandexploitatie om te vermijden dat het bedrijf zou stilvallen en nadien heropgestart zou moeten worden (wat bedrijfseconomisch een te vermijden scenario is), toont aan dat de motivatie van bedrijfscontinuïteit om een planologisch attest aan te vragen hier als een zeer reëel argument kan worden beschouwd. Het bedrijf beperkt de aanvraag op korte termijn tot percelen (974A en 972A) die in eigendom zijn van het bedrijf en die gelet op de omvang toelaten om uitgegraven te worden. Deze percelen sluiten aan bij de bestaande ontginning en zouden naderhand normaliter deel uitmaken van het ontginningsgebied voorzien in het bijzonder oppervlaktedelfstoffenplan. De percelen die het voorwerp uitmaken van deze aanvraag van een planologisch attest bevinden zich in landschappelijk waardevol agrarisch gebied en zullen uitgegraven worden boven de grondwaterstand zodat er geen effect te verwachten is op de stand van het grondwater en dus op de kwel van de Kottembeek die onder de Habitatrichtlijn valt. Vlacoro neemt akte van dit gunstig advies. Vlacoro onderschrijft de stelling dat vanuit bedrijfs-economisch standpunt de continuïteit van de productie een prioritaire aangelegenheid is. 5. Agentschap voor Natuur en Bos [A5] Het agentschap geeft gunstig advies aangezien de ontginning van zand boven het grondwaterniveau geen invloed zal hebben op het Habitatrichtlijngebied. 6. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie [A6] Voor het bedrijf is het van belang om voor een voldoende lange termijn over de nodige grondstoffen te kunnen beschikken. De opeenvolging van de geschetste initiatieven in het verleden tonen immers aan dat zij maar een oplossing op zeer korte termijn boden en dat er een structurele oplossing voor de langetermijnvisie moet gezocht worden. Er is dan ook een bijzonder oppervlaktedelfstoffenplan, conform het oppervlaktedelfstoffendecreet, in voorbereiding. Het voorontwerp bijzonder oppervlaktedelfstoffenplan is echter onvoldoende ver gevorderd om op korte termijn een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op te starten. De aanvraag voor het planologisch attest is wel degelijk verantwoord om te kunnen blijven ontginnen in afwachting van een beslissing betreffende de lange-termijn-visie voor het samenhangend delfstoffengebied van zanden in Oost-Vlaanderen. Het departement Leefmilieu, Natuur en Energie geeft bijgevolg een gunstig advies voor het verlenen van het planologisch attest. 6

7 B.3. Eigen opmerkingen VLACORO Geen B.4. Besluit VLACORO geeft gunstig advies voor de aanvraag planologisch attest van N&W Verlee uit Oosterzele, voor de korte termijnbehoefte mits voldaan is aan de voorwaarden en opmerkingen hierboven geformuleerd. Verleend te Brussel op 29 mei 2007, De vaste secretaris, De voorzitter, Lieve Reenaers Filiep Loosveldt Bijlage: lijst met bezwaarindieners en adviserende instanties 7