ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING. Aanvraag Planologisch Attest Thierry van Kan voor D Ieteren NV Gemeente Drogenbos.

Transcriptie

1 ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Aanvraag Planologisch Attest Thierry van Kan voor D Ieteren NV Gemeente Drogenbos Inleiding Het planologisch attest is een document waarin de bevoegde overheid aangeeft of een bestaand bedrijf al dan niet behouden kan worden op de plaats waar het gevestigd is (DRO art. 145ter). In geval van behoud worden de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden op korte en op lange termijn medegedeeld. Het planologisch attest kan enkel aangevraagd worden door en voor een bedrijf waarvoor het maken of wijzigen van een ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg moet overwogen worden om de uitbreiding of het herbouwen van het bedrijf mogelijk te maken. Voor het betreffende bedrijf D Ieteren NV werd op 21 oktober 2008 een aanvraag tot planologisch attest ingediend bij de gewestelijke planologisch ambtenaar. De gewestelijke planologisch ambtenaar heeft de aanvraag volledig en ontvankelijk bevonden op 25 november Hierbij heeft de planologisch ambtenaar geoordeeld dat de aanvraag moet behandeld worden op gewestelijk niveau. De Vlaamse regering kan, als bevoegde overheid, dit attest pas verlenen na adviezen ter zake vanwege VLACORO en vanwege de gewestelijke planologisch ambtenaar. Met huidige aanvraag tot het bekomen van een planologisch attest wordt een uitbreiding van de activiteiten ten behoeve van het automerk Porsche te Drogenbos beoogd. A. Samenvatting van het dossier A.1. Situering Het met de aanvraag voorgestelde plangebied voor de uitbreiding, alsook het gevestigde bedrijf D Ieteren, situeren zich in de gemeente Drogenbos. Het braakliggend terrein waarop de uitbreiding van het bedrijf wordt gepland is gelegen langs de Grote Baan (gemeenteweg). Er zijn geen Europese beschermingszones van toepassing. De gemeente Drogenbos beschikt op heden nog niet over een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. De gevraagde zone voor uitbereiding van het bedrijf situeert zich wel binnen het plangebied van het goedgekeurd BPA Kuikenpad. Betreffend terrein maakt daarin deel uit van een zone voor sport- en speelvelden. Op 19 november 2008 werd een ontwikkelde herziening van dit BPA goedgekeurd, waarbij evenwel de voor het terrein voorgestelde wijziging naar een zone voor dienstverlenende bedrijven werd uitgesloten. Reden voor deze uitsluiting was, dat volgens het decreet geen afwijkend BPA meer kon worden opgesteld en ook dat een mogelijke uitbreiding van de industriezone bekeken dient te worden binnen de context van de afbakening van het Vlaams Hoofdstedelijk gebied rond Brussel. 1/8

2 A.2. Kenmerken van het bedrijf De firma D Ieteren bestaat reeds meer dan 200 jaar en behoort tot de autosector. Het bedrijf is een auto-importeur, -distributeur, -verkoper en -verhuurder van personenwagens. Tevens staat het bedrijf in voor vervanging van voertuigbeglazingen. Een uitbreiding van de gebouwen is volgens de aanvrager een strikte noodzaak voor het behoud van specifiek de Porsche-activiteiten in Drogenbos. Dieteren NV is de officiële vertegenwoordiger in België van dit automerk. Een toename van het aantal modellen en de groei van het gamma aan producten, alsook de uitbreiding van het aantal ingeschreven voertuigen, noodzaakt de gevraagde uitbreiding. De bedrijfsactiviteiten alsook de historiek van het bedrijf worden uitvoerig weergegeven in de begeleidende toelichtingnota. Sinds jaren kent dit bedrijf een sterke groei. Voor de bestaande constructies werden passende stedenbouwkundige vergunningen verstrekt. Het bedrijf beschikt over een milieuvergunning. A.3. Korte- en langetermijnbehoefte Met dit planologisch attest wenst de aanvrager op korte termijn de volgende activiteiten te ontwikkelen: een uitbreiding van het bedrijfsterrein met een bruto oppervlakte van 9422 m² (gebouw + verhardingen + groenvoorziening); een uitbreiding van de bedrijfsbebouwing met een oppervlakte van 3024 m² (1bouwlaag met ondergrondse parking); Met dit planologisch attest wenst de aanvrager op lange termijn de volgende activiteiten te ontwikkelen: uitbreiden van het bouwvolume van het op de korte termijn voorziene bedrijfsgebouw met een tweede bouwlaag (geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte); gedeeltelijke inname van de groenzone t.b.v. verharding (asfalt) voor bijkomende parking. A.4. Planologische context Het betreffende terrein waarop de gevraagde uitbreiding wordt gepland situeert zich planologisch in een door het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (KB 07 maart 1977) vastgelegd recreatiegebied, alsook in het plangebied van het goedgekeurde BPA Kuikenpad. A.5. Openbaar onderzoek De aanvraag voor planologisch attest werd onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 30 dagen van 8 december 2008 tot 7 januari Vlacoro dient hierover te adviseren binnen de 60 dagen na het afsluiten van het openbaar onderzoek. Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek ontving Vlacoro 3 tijdig ingediende bezwaarschriften. Er werden geen laattijdige bezwaarschriften ontvangen. A.6. Adviezen De gedelegeerde planologisch ambtenaar heeft op 25 november 2008 het advies ingewonnen van de instanties bedoeld in artikel 6, 1 van het besluit van Vlaamse regering van 4 juni 2004, houdende nadere regels voor het planologisch attest en heeft deze verzocht binnen 30 dagen na ontvangst van het dossier hun advies te laten geworden aan de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening. Er werden 4 adviezen tijdig gezonden aan Vlacoro. Er werden geen laattijdige adviezen ontvangen. 2/8

3 B. Advies van Vlacoro De nummers tussen [ ] verwijzen naar de bezwaarschriften en adviezen zoals zij opgenomen zijn in de respectievelijke databanken. B.1. Bespreking van de bezwaren en opmerkingen 1. Deputatie Vlaams-Brabant [B1] (Dit als advies geformuleerde bezwaar handelt uitsluitend over de korte termijnbehoefte) De deputatie verleent een gunstig advies voor het verlenen van een planologisch attest voor de bestendiging en de vraag tot uitbreiding op korte termijn. Zij stelt dat met deze aanvraag enkel behoeften op korte termijn worden geformuleerd en nog, dat de constructies voor het dekken van de behoeften op korte termijn voldoende zijn om ook bedrijfsactiviteiten op lange termijn te ontwikkelen. Principieel ondersteunt de deputatie deze aanvraag. Een reeds eerdere vraag in deze zin, met name de in herzieningstelling van het BPA Kuikenpad, werd door de provincie gunstig geadviseerd. De deputatie merkt op dat met deze aanvraag de discussie over de invulling van de restzone wordt open gesteld. De vragen hieromtrent dienen volgens haar in later volgend planinitiatief te worden onderzocht en beantwoord. Zij stelt tevens als voorwaarde dat een archeologische prospectie op het perceel 53k moet kunnen worden uitgevoerd vooraleer de infrastructuurwerken aanvangen. Vlacoro neemt kennis van dit positief bezwaar. Zij is van mening dat de voorwaarde, die stelt dat bij het op het planologisch attest volgend planningsinitiatief (gewestelijk RUP) aandacht en onderzoek moet worden besteed aan een voldoende brede ruimtelijke context, billijk en gerechtvaardigd is. Omtrent de voorwaarde dat een archeologische prospectie op het perceel 53k moet kunnen worden uitgevoerd vooraleer met de infrastructuurwerken wordt aanvangen, is Vlacoro van mening dat deze voorwaarde moet worden overwogen bij de evaluatie van een betreffende stedenbouwkundige aanvraag. 2. TMVW [B2] Aangezien de installaties van onze belangrijke drinkwatertoevoerleiding Ukkel-Oostende in de middenberm van de Grote Baan liggen en de garage zich bevindt achter de rooilijn van de Grote Baan hebben we geen opmerkingen aangaande deze aanvraag. Vlacoro neemt kennis van dit positief bezwaar. 3. [B3] De uitbreiding van de vestiging van Porsche zal aan de inwoners van de gemeente Drogenbos alleen maar nadelen bezorgen: - Porsche heeft geen enkele inwoner van Drogenbos als werknemer of als arbeider in dienst, en dit terwijl Drogenbos het grootste percentage aan werklozen telt van heel de provincie Vlaams- Brabant; - De natuurlijke ontwikkelde groene zone aldaar en de oppervlakte voor recreatieve zone worden door dit project verminderd; - De inwoners van de gemeente hebben nooit een vestiging van deze dealers gevraagd. Deze dealers veroorzaken sinds hun aankomst een verhoging van de verkeersdruk en verkeersopstoppingen. 3/8

4 De voorgestelde uitbreiding toelaten zal de verdere urbanisatiedruk op deze oude voetbalterreinen vergroten. De recreatieve bestemming van dit terrein moet behouden blijven en ontwikkeld worden t.b.v. de inwoners van Drogenbos. Dit project zou het volgende kunnen zijn: Deze zone voor dagrecreatie zou kunnen dienen als inplantingsplaats voor een nieuwe sporthal met tennisterreinen in de directe omgeving. Dit nieuwe complex kan omgeven worden door een klein park. Aldus zouden de sportactiviteiten van de gemeente op één plaats kunnen gehergroepeerd worden. De huidige sporthal voldoet niet meer aan de huidige milieunormen. De modernisering van deze bestaande sporthal zal meer dan ,00 kosten. Deze bestaande sporthal kan de turnzaal worden voor de beide gemeentescholen. Op de parking naast de huidige sporthal kan een nieuwe school gebouwd worden. Dit geheel kan dan Campus Drogenbos zijn. Het complex van de huidige Franstalige basisschool kan dan geïntegreerd worden in het project Masterplan, dat de gemeente sinds 2001 tracht op te stellen. Men moet een visie op lange termijn hebben voor onze kleine gemeente, die gelegen is nabij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De nodige tijd moet uitgetrokken worden om na te denken over de mogelijke bestemming van dit terrein. Deze bestemming mag het sociale leven van onze gemeente niet hypothekeren. Vlacoro kan dit bezwaar niet bijtreden. Vlacoro is van mening dat de ruimtelijke ordening in een voldoende brede ruimtelijke context moet worden belicht. Wel is zij van oordeel dat in het op dit planologisch attest volgend planningsinitiatief (gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan) de garanties voor een verantwoorde en duurzame ruimtelijke ontwikkeling, in een effectief voldoende ruime context, dienen te worden ingebouwd. Het betreffende planologisch attest vertrekt volgens Vlacoro terecht van de feitelijkheid van de aldaar gevestigde bedrijvigheid die rechtmatig is tot stand gekomen. De met het bezwaar geformuleerde voorstellen en alternatieven van plaatselijke ordening zijn volgens Vlacoro hier niet aan de orde. Vlacoro merkt op dat vragen daaromtrent met eventuele voorstellen en suggesties, in het op gemeentelijk vlak nog volop aan de gang zijnde ontwikkeling van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, dienen te worden bekeken en desgevallend te worden overwogen. Vlacoro kan zich niet aansluiten bij de mening van bezwaarindiener, die stelt dat met huidige aanvraag tot het bekomen van een planologisch attest ten behoeve van het bedrijf D Ieteren het sociale leven van de gemeente Drogenbos, wordt gehypothekeerd. B.2. Bespreking van de adviezen 4. Agentschap Economie Entiteit Ruimtelijke economie [A1] GUNSTIG Uit het aanvraagdossier blijkt dat het bedrijf inspeelt op de marktgroei en op de vereisten opgelegd door het buitenlandse leveringsbedrijf. Het is daardoor genoodzaakt om het huidige gebruiksperceel uit te breiden of zal bij gebrek hieraan verplicht zijn een andere locatie te zoeken. De aangetoonde bedrijfsstrategie legt een duidelijke link tussen de behoefte op korte termijn en deze op langere termijn waaraan de voorgestelde uitbreiding tegemoet komt. Gezien het perceel dat hiervoor in aanmerking komt grotendeels verscholen ligt tussen de huidige gebruikte kavel en de achterliggende woonpercelen lijkt de voorgestelde uitbreiding geen inbreuk te plegen op de omgeving. Dit wordt nog versterkt doordat het bedrijf ingebed ligt tussen verschillende gelijkwaardige bedrijven aan de Grote Baan te Drogenbos. De gevolgen van de uitbreiding zullen bijgevolg minimaal zijn. Dit geldt ook voor de teweeggebrachte mobiliteit. Vlacoro neemt akte van dit gunstig advies. 5. Toerisme Vlaanderen [A2] GUNSTIG 4/8

5 Na een analyse van de aanvraag van een planologisch attest voor de Porsche garage in Drogenbos door D Ieteren n.v., heeft Toerisme Vlaanderen geen opmerkingen en gaat bijgevolg akkoord met de voorliggende aanvraag. Vlacoro neemt akte van dit gunstig advies. 6. LNE - Milieu-, Natuur en Energiebeleid [A3] VOORWAARDELIJK GUNSTIG Als volgt vindt u onze opmerkingen: Het voorliggende planologisch attest bevat te weinig milieuinformatie om een beoordeling op vlak van milieu te voltrekken. Indien er bij een eventueel gunstig planologisch attest voor geopteerd zou worden het bedrijf op de aangegeven locatie uit te breiden, willen we de initiatiefnemer er op wijzen dat bij de opmaak van een RUP een MER of een screeningsnota dient toegevoegd te worden die op voldoende wijze aantoont dat de geplande uitbreiding geen aanzienlijke milieu-effecten kan hebben. Dit om in overeenstemming te zijn met de nieuwe plan-m.e.r.-regelgeving van het decreet van 27 april 2007, die vereist dat minstens één van deze twee documenten wordt opgesteld voor elk RUP. Een RUP kan anders dus niet rechtsgeldig vastgesteld worden. Zie ook bijlage voor verdere informatie. Bijlage bij LNE advies De dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen kan u bijstaan in deze keuze te starten met de opmaak van een screeningsdocument of een plan-mer. Een goedgekeurd plan-mer of een beslissing over het screeningsdocument moet voorhanden zijn uiterlijk op het moment van de voorlopige vaststelling van het RUP. In bijlage vindt u een meer gedetailleerde uitleg over de planm.e.r.-verplichtingen. Om te bepalen of u een screeningsdocument dan wel een plan-mer dient op te stellen, kan u best de hieronder opgesomde stappen doorlopen. A. Is het RUP van rechtswege plan-m.e.r.-plichtig? Twee categorieën Vooreerst dient u zich de vraag te stellen of uw RUP van rechtswege plan-m.e.r.-plichtig is. Een RUP is enkel van rechtswege plan-m.e.r.-plichtig in de volgende twee gevallen: indien er een passende beoordeling vereist is voor het RUP; en/of indien het RUP (a) het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlagen I en II van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, én (b) niet het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging 1 inhoudt. Passende beoordeling Indien (het Agentschap voor Natuur en Bos beslist dat) er voor het RUP een passende beoordeling opgesteld moet worden, dan moet er sowieso ook een plan-mer opgesteld worden. Kadervormend voor bijlage I of bijlage II project Indien u vaststelt dat het voorliggende RUP het kader vormt voor een bijlage I of bijlage II project, dan zijn er twee mogelijke hypotheses: Indien u kan aantonen dat uw RUP het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau of u kan aantonen dat het RUP slechts een kleine wijziging inhoudt, dan bent u vooralsnog niet van rechtswege plan-m.e.r.-plichtig! Indien u het bovenstaande niet kan aantonen, dan bent u wel van rechtswege plan-m.e.r.-plichtig. Besluit Indien uw RUP onder één van de twee bovenstaande categorieën valt, dan dient u sowieso een plan- MER op te maken voor uw RUP. Wij raden u in dat geval aan om onmiddellijk ofwel (1) het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een RUP te volgen zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse regering van 18 april 2008, ofwel (2) de generieke plan-m.e.r.-procedure op te starten volgens hoofdstuk II van Titel IV van het D.A.B.M. B. Is het RUP screeningsgerechtigd? 1 In de omzendbrief van 3 december 2007 horende bij het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 vindt u meer uitleg terug over de begrippen klein gebied op lokaal niveau en kleine wijzigingen. De omzendbrief is terug te vinden op de webstek 5/8

6 Vermoeden van geen aanzienlijke milieueffecten Indien u als initiatiefnemer van het RUP vastgesteld hebt dat uw RUP niet van rechtswege plan-m.e.r.- plichtig is én uzelf van mening bent te kunnen aantonen dat het RUP geen aanzienlijke milieueffecten teweeg kan brengen, dan raden wij u aan om zo snel mogelijk te starten met het onderzoek tot milieueffectrapportage (i.e. screeningsprocedure). Deze procedure vindt u terug in artikel tot van D.A.B.M. 2 en in artikel 3 tot 6 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma s van 12 oktober Kort samengevat houdt dit in dat u een screeningsdocument ( verzoek tot raadpleging ) opstelt dat voldoet aan de inhoudelijke vereisten van artikel 4, 2 van het plan-m.e.r.-besluit van 12 oktober In dit document dient u aan te tonen dat uw plan geen aanzienlijke milieueffecten kan veroorzaken. U dient dit screeningsdocument dan voor advies voor te leggen aan een aantal instanties. Tenslotte bezorgt u het screeningsdocument, de adviezen en de andere info vereist door artikel 4.2.6, 1 van het D.A.B.M. aan de dienst MER, die dan binnen de 30 dagen een beslissing zal nemen inzake de noodzaak tot opmaak van een plan-mer. Indien de dienst MER uw mening deelt dat het plan geen aanzienlijke milieueffecten kan veroorzaken, dan beslist zij dat u inderdaad geen plan-mer dient op te maken en dan zijn er in het kader van het RUP geen verdere plan-m.e.r.-verplichtingen meer. Indien de dienst MER echter van mening is dat u niet (voldoende) hebt aangetoond dat het RUP geen aanzienlijke milieueffecten kan hebben, dan zal er vooralsnog een plan-mer opgemaakt moeten worden! Vermoeden van aanzienlijke milieueffecten Indien uw RUP niet van rechtswege plan-m.e.r.-plichtig is, maar u vermoedt dat u niet kan aantonen in een screeningsdocument dat het RUP geen aanzienlijke milieueffecten kan genereren, dan raden wij u aan om onmiddellijk te starten met de plan-m.e.r.-procedure en geen tijd en middelen te verspillen met de screeningsprocedure. C. Besluit Wij raden u daarom aan om te starten met de opmaak van een screeningsdocument of een plan- MER. De dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen kan u bijstaan in deze keuze. Een goedgekeurd plan-mer of een beslissing over het screeningsdocument moet voorhanden zijn uiterlijk op het moment van de voorlopige vaststelling van het RUP. Vlacoro neemt akte van dit advies waarin wordt gesteld dat bij de opmaak van een RUP een MER of een screeningsnota dient toegevoegd te worden. Vlacoro brengt dit advies onder de bijzondere aandacht van de ontwerper. 7. LNE - Dienst Veiligheidsrapportering [A4] Ter uitvoering van art. 12 van de Seveso II-richtlijn dient in het beleid inzake ruimtelijke ordening rekening gehouden te worden met de noodzaak om op lange-termijn-basis voldoende afstand te laten bestaan tussen Seveso-inrichtingen enerzijds en aandachtsgebieden anderzijds. Deze doelstelling wordt verwezenlijkt door het houden van toezicht op de vestiging van nieuwe Seveso-inrichtingen, op wijzigingen van bestaande Seveso-inrichtingen en op nieuwe ontwikkelingen rond bestaande Sevesoinrichtingen. Voorliggende PA betreft het uitbreiden van de activiteiten van de Porsche garage en verdeelcentrum in het achterliggend recreatiegebied. Uit de bij de Dienst VR bekende gegevens en de gegevens verstrekt in de toelichtende nota (bijlage 4) blijkt dat dit bedrijf geen Seveso-inrichting is, zoals bedoeld in art. 3 1 van het Samenwerkingsakkoord. Gelet op deze informatie vraagt de Dienst VR bijgevolg geen ruimtelijk veiligheidsrapport in het kader van dit PA. Vlacoro neemt akte van dit advies waarin gesteld wordt dat een ruimtelijk veiligheidsrapport hier niet aan de orde is. 2 Decreet Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, zoals recent aangepast door het plan-m.e.r.-decreet van 27 april B.S. 7 november /8

7 B.3. Eigen opmerkingen VLACORO Geen opmerkingen. B.4. Besluit VLACORO geeft een gunstig advies over de aanvraag planologisch attest voor het bedrijf D Ieteren NV (Thierry van Kan), te Drogenbos, mits rekening wordt gehouden met de hiervoor gestelde opmerkingen en bedenkingen. Verleend te Brussel op 20 mei 2009, De vaste secretaris, De voorzitter Lieve Reenaers Filiep Loosveldt Bijlage: lijst met bezwaarindieners en adviserende instanties 7/8

8 8/8