AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Transcriptie

1 Vlaamse Regering AMV/ /1000 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel , 3, van titel II van het VLAREM ingediend door de bvba DTN Team, Bisschopslaan 88, 2340 Beerse, voor een tankstation gelegen op hetzelfde adres. DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2016; Pagina 1 van 7

2 Gelet op de aanvraag, ingediend door de bvba DTN Team, Bisschopslaan 88, 2340 Boerse, exploitant van een tankstation gelegen te 2340 Beerse, Bisschopslaan 88, op het kadastraal perceel, afdeling 1, sectie C, perceelnr. 294w, tot afwijking van het artikel , 3, van titel II van het VLAREM, luidende: ""De afstand tussen de houder en de grenzen van de percelen van derden bedraagt ten minste drie meter. De afstand tussen de houder en de kelderruimte van eigen bedrijfsgebouwen, bedraagt ten minste twee meter. De afstand tussen de houder en de muur van eigen bedrijfsgebouwen bedraagt ten minste 0,75 m. De onderlinge afstand tussen de houders bedraagt ten minste 0,5 m. De afstand tussen de houder voor gevaarlijke vloeistoffen van groep 2 die geen deel uitmaken van een verdeelinstallatie, en de grenzen van de percelen van derden bedraagt ten minste een meter.", Gelet op het feit dat de afwijkingsaanvraag werd ontvangen op 24 februari 2016 en ontvankelijk werd verklaard op 13 april 2016; Gelet op de volgende motivering van de afwijkingsaanvraag aangehaald door de aanvrager: - de houders liggen reeds 15 jaar op de huidige locatie, alleen de tank van 20,000 l diesel ligt op ca. 2,3 m van de rooilijn, zijnde de openbare weg (Lindendreef); - de tanks liggen niet conform de bouw-/milieuvergunning door een afwijkende uitvoering van de damwand; - door deze uitvoering en de aanwezigheid van nutsleidingen zijn de tanks en de koolwaterstofscheider op het rechter deel van het perceel geplaatst; - nabij deze tank liggen nog twee andere tanks (respectievelijk gecompartimenteerde l brandstoffen voor het tankstation en l gasolie, niet gekoppeld aan de pompen) beide op 0,5 m afstand van de betreffende tank; het ontgraven van deze tank zou de stabiliteit van de overige tanks in het gedrang brengen; - verplaatsen onder de piste is niet mogelijk wegens de plaatsing van de damwand, de aanwezigheid van de pompen, de luifel en de afstand van de tank tot de rooilijn/bisschopslaan; - verplaatsen onder de klinkerverharding aan de zijde van de Bisschopslaan richting aanpalend perceel op nummer 90 houdt in dat de vloeistofdichte piste moet worden opengebroken voor de heraanleg van de ondergrondse leidingen, aanleg nieuwe ontluchting, heraanleg kathodische bescherming, aanpassing lekdetectiesystemen,.,.; - tijdens deze werkzaamheden zal het tankstation niet kunnen worden geëxploiteerd, evenals de shop en de fietsenwinkel; - bovenstaande punten geven aan dat een verplaatsing van de tank in de praktijk niet realistisch is; Pagina 2 van 7

3 Gelet op de volgende alternatieve maatregelen aangehaald door de aanvrager: - het hele station beschikt over een ondertekend zoneringsplan (2006/2007) waarbij de risicozones van de mangaten en de tanks op ruime afstand van de openbare weg liggen; - de tanks worden volgens de wettelijke termijnen gekeurd, het recentste beperkt onderzoek dateert van juli 2015 en januari 2016 (groene labels); het corrosiviteitsonderzoek in 2000 gaf aan dat de bodem matig corrosief is waardoor kathodische bescherming niet verplicht is; de tanks zijn echter allen uitgerust met kathodische bescherming; tijdens het meest recente onderzoek (juli 2015 en januari 2016) werd een potentiaal gemeten van mv; - kathodische bescherming wordt eveneens volgens de wettelijke termijnen gecontroleerd; - de terreinen zijn niet in waterwingebied of in overstromingsgevoelig gebied gelegen; de tanks zijn van dubbelwandig staal, gebouwd in 2000, uitgerust met een lekdetectie, elektronische oven/ulbeveiliging en kathodische bescherming; Gelet op het besluit van de deputatie van de provincie van Antwerpen van 17 juni 1999 waarbij vergunning wordt verleend voor een termijn verstrijkend op 17 juni 2019 voor het verder exploiteren en uitbreiding van een tankstation omvattende l benzine en l diesel, l lichte stookolie, l afvalolie, 7 verdeelslangen, lozen van 100 m3/jaar huishoudelijk afvalwater, 468 m3/jaar bedrijfsafvalwater, 2 koolwaterafscheiders, een werkplaats, een carwash en een persluchtcompressor 2,5 kw; Gelet op de ligging van de inrichting in woongebied volgens het gewestplan 'Turnhout', vastgesteld bij het koninklijk besluit van 30 september 1977; Gelet op de stukken waarbij wordt geattesteerd dat de afwijkingsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 1,2.2ter.2, 1, van titel II van het VLAREM; Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek waaruit blijkt dat geen bezwaarschriften werden ingediend; Gelet op het gunstige advies van 21 juni 2016 van de afdeling Milieuvergunningen van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie; Pagina 3 van 7

4 Gelet op het gunstige subadvies van 21 juni 2016 van de afdeling Gebieden en Projecten van het departement Ruimte Vlaanderen; Gelet op het gunstige advies van 28 juni 2016 van de gewestelijke milieuvergunningscommissie; Overwegende dat de exploitatie zich situeert binnen de afbakening van het bij ministerieel besluit van 4 juni 2004 goedgekeurde gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan "afbakening regionaalstedelijk gebied Turnhout"; dat deze geen nadere bestemming geeft; dat de gewestplanbestemming woongebied, van toepassing blijft; dat de locatie gelegen is op de hoek van de N132 (Bisschopslaan) met de Lindendreef; Overwegende dat de gevraagde afwijking betrekking heeft op de ligging van een ondergrondse tank van l diesel; dat deze tank niet conform de bouw- en milieuvergunning van 1999 werd geplaatst; dat de tank op slechts 2,3 m van de perceelgrens ligt terwijl artikel , 3, van titel II van het VLAREM een afstand van minimaal 3 m voorschrijft; Overwegende dat de afwijkingsaanvraag van deze hoofdzakelijk vergunde infrastructuur geen ruimtelijke weerslag heeft; dat een duurzame ruimtelijke ordening, conform artikel VCRO, niet in het gedrang komt; Overwegende dat vanuit het oogpunt van de stedenbouwkundige en ruimtelijke aspecten gesteld kan worden dat de exploitatie van de inrichting die het voorwerp van de voormelde afwijkingsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat de houders reeds 15 jaar op de huidige locatie liggen; dat alleen de tank van l diesel op circa 2 m van de rooilijn, zijnde de openbare weg (Lindendreef), ligt; Overwegende dat de tanks niet conform de bouw-/milieuvergunning liggen door een afwijkende uitvoering van de damwand; Pagina 4 van 7

5 Overwegende dat door deze uitvoering en de aanwezigheid van nutsleidingen de tanks en de koolwaterstofscheider op het rechterdeel van het perceel zijn geplaatst; Overwegende dat nabij deze tank nog twee andere tanks (respectievelijk gecompartimenteerde l brandstoffen voor het tankstation en l gasolie, niet gekoppeld aan de pompen) op 0,5 m afstand van de betreffende tank liggen; Overwegende dat het ontgraven van deze tank de stabiliteit van de overige tanks in het gedrang zou brengen; Overwegende dat het verplaatsen van de tank onder de klinkerverharding aan de zijde van de Bisschopslaan richting aanpalend perceel op nummer 90 inhoudt dat de vloeistofdichte piste moet worden opengebroken voor de heraanleg van de ondergrondse leidingen, de aanleg van nieuwe ontluchting, de heraanleg van kathodische bescherming en de aanpassing van de lekdetectiesystemen; Overwegende dat de tanks dubbelwandig zijn en uitgerust zijn met een lekdetectie, een elektronische overvulbeveiliging en een kathodische bescherming; Overwegende dat de exploitant het verslag van het beperkt onderzoek en het verslag van de controle op de kathodische bescherming bijvoegt; dat de houders en installaties van het tankstation voldoen aan de onderzochte criteria van titel II van het VLAREM; dat de houders inzake kathodische bescherming conform zijn; Overwegende dat het aangewezen lijkt om de frequentie van het periodieke beperkte onderzoek op de ondergrondse tanks te verhogen naar jaarlijks in plaats van tweejaarlijks; dat dit wordt opgelegd als bijzondere voorwaarde; Overwegende dat de ondergrondse tank van l op meer dan 3 m van de openbare riolering ligt; Pagina 5 van 7

6 Overwegende dat de exploitant de gemeente moet informeren van de ligging van de ondergrondse dieseltank van l op 2 m van de perceelgrens met het oog op mogelijke werken aan de Lindendreef, die de stabiliteit van de ondergrondse dieseltank in het gedrang zouden kunnen brengen; Overwegende dat de maatregelen die worden voorgesteld, gelijkaardige waarborgen bieden voor de bescherming van mens en milieu als de bepaling(en) waarvan gevraagd wordt te mogen afwijken; dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de afwij ki ngsaan vraag in te willigen, BESLUIT: Artikel 1. De vraag van de bvba DTN Team, Bisschopslaan 88, 2340 Beerse, exploitant van een tankstation gelegen te 2340 Beerse, Bisschopslaan 88, tot afwijking van artikel , 3, van titel U van het VLAREM, luidende: "De afstand tussen de houder en de grenzen van de percelen van derden bedraagt ten minste drie meter. De afstand tussen de houder en de kelderruimte van eigen bedrijfsgebouwen bedraagt ten minste twee meter. De afstand tussen de houder en de muur van eigen bedrijfsgebouwen bedraagt ten minste 0,75 m. De onderlinge afstand tussen de houders bedraagt ten minste 0,5 m. De afstand tussen de houder voor gevaarlijke vloeistoffen van groep 2 die geen deel uitmaken van een verdeelinstallatie, en de grenzen van de percelen van derden bedraagt ten minste een meter.", wordt ingewilligd. Art. 2. De afwijking is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden: - de frequentie van het periodiek beperkt onderzoek op de ondergrondse tanks wordt verhoogd naar jaarlijks in plaats van tweejaarlijks; - de ondergrondse tank ligt op meer dan 3 meter van de openbare riolering; in geval de riolering herlegd wordt, blijft de afstand van 3 meter van de ondergrondse tank tot de openbare riolering gelden; - de exploitant informeert de gemeente van de ligging van de ondergrondse dieseltank van l op 2 meter van de perceelgrens met het oog op mogelijke werken aan de nutsleidingen van de Lindendreef, die de stabiliteit van de ondergrondse dieseltank in het gedrang zouden kunnen brengen. Pagina 6 van 7

7 Art. 4. De afwijking doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Brussel, ^ ^ ^,^. <)^g U i1''' 5, fwu 'li 'j De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, i/n// //( Joke ^/^U^LIEGE f Pagina 7 van 7