VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN PAPENDRECHT GEHOUDEN OP 08 MAART 2018 OM UUR IN HET GEMEENTEHUIS TE PAPENDRECHT.

Transcriptie

1 VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN PAPENDRECHT GEHOUDEN OP 08 MAART 2018 OM UUR IN HET GEMEENTEHUIS TE PAPENDRECHT. Een integrale geluidsopname van deze vergadering van de raad is te beluisteren op Aanwezig: De heer A.J. Moerkerke, voorzitter; De dames: T.C. van Es (D66), S.H. de Keizer (VVD), A.J. van der Matten-Spek (CDA), K.E. Middelkoopvan den Adel (CDA), C. van Veen-Hak (PAB) en D. Yildiz-Karso (PvdA); de heren: A.P.J. den Dekker (ChristenUnie) (tot uur), R.V. van Engelen (GroenLinks), W. Goudriaan (SGP), L. J. van Hal (D66), F. den Hartog (PAB), A.M.J.M. Janssen (PAB), A.J. Kosten (SGP), R. Lammers (Onafhankelijk Papendrecht), E.B.A. Lichtenberg (CDA), H.A. Nieuwstraten (VVD), C. de Ruijter (ChristenUnie), A. Stremler (PAB), M. van der Valk (VVD) en M.H.A. Verweij (PAB). Voorts aanwezig: mevrouw A.J. van Eekelen (VVD), mevrouw J.R. Reuwer-Verheij (D66), de heer C. Koppenol (CDA) en M.C. Hoogland (SGP), wethouders; de heer Van Netten, gemeentesecretaris; Afwezig met kennisgeving: de heren M. de Haas (VVD), J.H. Hoogeveen (PAB) en E.J. Schotting (PvdA). Publieke tribune: ca. 20 Mevrouw C.G.M. Bus, raadgriffier; Mevrouw N.M. van Dijk, griffiemedewerker; Verslaglegging: J. van Prehn. 01. Opening. De VOORZITTER opent de laatste reguliere vergadering van deze raad, roept de afwezigen af en heet de raad en nieuwe griffier hartelijk welkom. Bert Schouten wordt namens het college en de raad sterkte gewenst. 02. Vaststelling van de agenda. De heer LAMMERS wenst, met de goedkeuring van de raad, een motie Vreemd aan de orde van de dag in te dienen. De heer LICHTENBERG heeft hier om 2 redenen bezwaar tegen. Ten eerste een juridische reden: het ter zijde schuiven van een aantal vastgestelde regels, dit kan niet bij een motie. De tweede reden is dat duidelijk is dat een politiek onderwerp behandeld moet worden, waar de heer Lammers aangeeft dat hij tekort wordt gedaan door anderen en dat het college hem de mogelijkheid wil ontnemen campagne te voeren. Zijn fractie vindt dit kwalijk en vindt het niet acceptabel dat dit als laatste agendapunt van de laatste raadsvergadering wordt behandeld en stemt tegen dit voorstel. Mevrouw DE KEIZER sluit zich hierbij aan. Het orde voorstel wordt in stemming gebracht en met 11 stemmen vóór en 9 stemmen tegen wordt dit agendapunt toegevoegd aan de agenda. Mevrouw VAN ES stelt voor dit als eerstvolgende agendapunt te behandelen. De raad gaat hiermee akkoord en de motie wordt geagendeerd als agendapunt 6a. De agenda wordt aldus aangepast en vastgesteld. 03. Beëdiging mevrouw C.G.M. Bus tot griffier. De VOORZITTER verzoekt eenieder te gaan staan en leest de eed voor. Ik zweer dat ik, om tot griffier benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer en beloof dat ik, om iets uit dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als wethouder naar eer en geweten zal vervullen. Mevrouw BUS verklaart en belooft dit. Haar wordt een mooi boeket bloemen overhandigd. 1

2 04. Vragenkwartier. Mevrouw MIDDELKOOP verwijst naar de vergadering Samenleving van 22 februari jl. waar insprekers hebben gesproken inzake de vestiging van het jongerencentrum. Aansluitend is door de wethouder een toezegging gedaan, inzake een gesprek met de betrokkenen en informatievoorziening aan omwonenden. De CDA-fractie is benieuwd hoe het gesprek met omwonenden is verlopen. Wethouder REUWER antwoordt dat afgelopen maandag een gesprek met 4 bewoners heeft plaatsgevonden. Van dit gesprek is uiteraard een verslag gemaakt dat, nadat dit door aanwezigen is gelezen, aan de raad zal worden verstrekt. De communicatie met de buurt staat gepland op 3 april as. Mevrouw MIDDELKOOP vraagt of de gesprekken positief zijn verlopen. Wethouder REUWER bevestigt dit, er is uitgelegd hoe het gesprek had moeten lopen en hoe het gelopen is en wat men van de gemeente kan verwachten. Mevrouw VAN DER MATTEN informeert naar de stand van zaken Dupont-Chemours. Wethouder KOPPENOL geeft aan dat Papendrecht in dit dossier gezamenlijk optrekt met de gemeenten Dordrecht en Sliedrecht. De gemeenten hebben Dupont-Chemours aansprakelijk gesteld voor de schade t.g.v. de emissie van PFOA en Gen-x. Hierover heeft men de raad een raadsinformatiebrief gestuurd, waarin deze informatie is gedeeld. Bijgevoegd was ook de brief van het advocatenkantoor Pels-Rijker, die de aansprakelijkheid verder uitwerkt. Verder geeft hij aan dat de aansprakelijkstelling toeziet op de toekomst en dat er op korte termijn een gesprek met beide bedrijven zal worden gevoerd. Het moestuinonderzoek was vandaag volop in het nieuws, tevens is een persbericht en raadsinformatiebrief naar de raad gestuurd. Het persbericht en de brief aan de moestuinders zijn door hen goed ontvangen. De essentie van het moestuinonderzoek is goed weergegeven in de krant. Het doel van het onderzoek was het achterhalen of men de gewassen uit de tuinen in de buurt van Dupont- Chemours veilig kon eten. Resultaat heeft uitgewezen dat men adviseert binnen 1 km van de fabriek het eten uit eigen tuin te matigen. De in Papendrecht onderzochte moestuinen liggen buiten deze zone. De conclusie is dat men veilig uit eigen tuin kan blijven eten. Aanstaande maandag zal er in Sliedrecht een inloopavond zijn. Inzake de vergunningen merkt hij op dat men met name inzake de publicatie van de aanvragen van de revisievergunningen van Dupont-Chemours oplet dat de vermindering van de emissies, die men tot nu toe heeft bereikt, terugkomt in de revisievergunningen. Men blijft erop hameren dat de emissies nog verder terug moeten. Mevrouw VAN ES heeft afgelopen dinsdag in de Drechtraad de vraag gesteld aangaande de uitvoering van het besluit van december 2017, inzake de locatiekeuze vergaderingen Drechtstedendinsdag in Hierin staat dat in 2018 Dordrecht en Papendrecht aan zet zijn om vergaderlocaties te leveren. Hierin is duidelijk geworden dat Papendrecht bereid is 5 vergadering te organiseren. De regiogriffie die dit had moeten regelen heeft dit echter niet gedaan, er staan 4 vergaderingen in Zwijndrecht gepland. Op haar schriftelijk gestelde vragen heeft zij inmiddels een interessant (maar niet bevredigend) antwoord ontvangen. Haar vervolgvraag aan de portefeuillehouder is, om gehoor te geven aan de mogelijkheid om de openstaande vergaderingen van september en november toch in Papenrecht te plannen. Dit hangt volgens de portefeuillehouder van het Drechtstedenbestuur af van de verkiezingen en de grootte van de Drechtraad na de verkiezingen. Volgens mevrouw VAN ES moet dit echter afhangen van wat er in het besluit staat. Zij verzoekt de portefeuillehouder van het Drechtstedenbestuur een nieuwe poging te doen en hierover in gesprek te gaan. Wethouder VAN EEKELEN vindt het jammer dat er verschillende lezingen bestaan tussen de regiogriffie en de Papendrechtse organisatie. Papendrecht is zeer bereid alle Drechtstedendinsdagen te organiseren. Er is een verzoek gedaan aan Papendrecht om er 3 in te plannen, dat heeft men gedaan. Tevens heeft men het aanbod gedaan er hier meer van te maken. Gezien de lezingen van het ontvangen antwoord nogal uiteenlopen, heeft zij de regiosecretaris gevraagd met de regiogriffier en medewerkers hier in gesprek te gaan over het ontstaan van dit misverstand en dit voor de toekomst op te lossen. Het aanbod van Papendrecht staat en Papendrecht wil met alle liefde en plezier de Drechtstedendinsdagen organiseren. De heer STREMLER vraagt, namens een bewoner, waarom er geen energielabel aan de voorgevel het gemeentehuis hangt. Hij vraagt of men op de hoogte is van het feit dat dit verplicht is en waarom het er 2

3 nog niet hangt. Wethouder VAN EEKELEN heeft dit nog niet uit kunnen zoeken en komt hier schriftelijk op terug. 05. Vaststelling van het verslag van de openbare vergadering van 01 februari Het verslag wordt zowel inhoudelijk als tekstueel ongewijzigd vastgesteld. 06. Ingekomen en ter inzage gelegde stukken. I. het voorstel om de onder categorie I ingekomen stukken voor kennisgeving aan ten nemen (de betreffende stukken zijn al als ingekomen stuk te boek gesteld en aan de orde geweest in de vergaderingen van de raadscommissies): de raad gaat hiermee akkoord. II. Het voorstel om de onder categorie II ingekomen stukken (die hierbij rechtstreeks te boek worden gesteld ten behoeve van de onderhavige vergadering van de gemeenteraad) als volg t te behandelen: II.A. De ingekomen stukken (afkomstig van derden) voor kennisgeving aan te nemen; A3. De heer VAN ENGELEN wenst het college en de ambtenaren te complimenteren inzake de aansprakelijkheidstelling van Dupont-Chemours en de goede onderlinge samenwerking. Verder gaat de raad akkoord met de voorgestelde wijze van afdoening. II.B. De ingekomen stukken (afkomstig van derden) in handen te stellen van het college; de raad gaat akkoord met de voorgesteld wijze van afdoening. II.C. De ter inzage gelegde stukken (afkomstig van het college van burgemeester en wethouders) voor kennisgeving aan te nemen; de heer LAMMERS leidt vanuit de beantwoording van de gestelde vragen inzake C.g inzake de kindpas af, dat de gemeente Papendrecht onvoldoende middelen beschikbaar heeft om een kindpas in te voeren. Hij stelt voor hier een andere keer op terug te komen. De heer VAN ENGELEN complimenteert het college inzake C-i.: de bijen, dat het zo opgepakt wordt, dat er wordt gestreefd het predicaat bij vriendelijke gemeente binnen te halen en dat de gemeente meewerkt de bijenhotels voor elkaar te krijgen. Er wordt veel gedaan om dit voor elkaar te krijgen. Hij roept op dit te blijven doen. Zijn fractie is blij dat er onder C-j. goed wordt doorgepakt op de Energiestrategie. Tevens is men bijzonder verheugd dat het college heeft besloten de Statiegeldalliantie (C-l.) te ondersteunen. Hulde en dank. De raad gaat verder met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord. II.D. Kennis te nemen van de stand van zaken betreffende aangehouden en aangenomen moties; de raad gaat hiermee akkoord. II.E. Kennis te nemen van de stand van zaken Lange Termijn Agenda; de raad gaat hiermee akkoord. II.F. - II.G. Kennis te nemen van de collegebesluiten; de raad gaat hiermee akkoord. Voor het overige zijn er geen bijzonderheden en wordt dit agendapunt afgesloten. 06.a. Motie Vreemd aan de orde van de dag. De plv. voorzitter de heer VAN ENGELEN geeft het woord aan de heer Lammers. De heer LAMMERS merkt op dat in andere gemeenten goed zichtbaar is dat de verkiezingen er aankomen. In Papenrecht is dit echter niet het geval. Hij vindt dit geen goede zaak, het is belangrijk de opkomstbevordering te stimuleren en vindt dat men daar als politieke partijen een rol in moet spelen. In 2014 heeft zijn fractie sandwichborden geplaatst en men wil dat dit jaar ook weer doen. Hij wil mensen er van overtuigen dat er verkiezingen aan komen, dit is ook het geval voor het referendum. Dit zijn belangrijke zaken. Het plaatsen van deze borden doet de OP-fractie gratis, men heeft de borden van 2014 gerecycled voor Zijn fractie vindt dat de politieke partijen in Papendrecht te weinig mogelijkheden ter beschikking hebben om van zich te doen laten horen. 3

4 Door de motie die zijn fractie zo in zal dienen wil men toestemming vragen deze borden alsnog neer te mogen zetten, om de kans te baat te nemen mensen in kennis te stellen dat de verkiezingen er aankomen. Het is in een iedere belang dat deze mogelijkheden bestaan. Juridisch heeft men inmiddels uiteengezet dat het standpunt van de gemeente niet houdbaar is. Tevens heeft zijn fractie overwogen een kortgeding te voeren, maar dat is ook weer zo iets. Als politieke partij wil men in staat gesteld worden om 2 weken voor de verkiezingen te laten zien dat men de verkiezingen serieus neemt en zichtbaar wil zijn in de openbare ruimte. Aansluitend dient hij de motie Verkiezingsborden (M1) in (Een afschrift van de motie is aan het verslag gehecht). De plv. VOORZITTER merkt op dat de motie in voldoende mate is ondertekend en deel uitmaakt van de beraadslagingen. Eerste termijn van de raad De heer VAN DER VALK wijst er op dat er voldoende mogelijkheden bestaan om gebruik te maken van de gemeentelijke borden, de media, het huren van borden langs de weg, etc.. Komende week zullen er ca. 30 borden geplaatst worden, alleen niet zoals de heer Lammers dit zou willen. Sommige gemeenten doen dit wel, anderen niet. In Papendrecht zijn hier afspraken over gemaakt, het is goed zich aan deze afspraak te houden. Op de laatste vergadering een motie indienen lijkt op een publiciteitsstunt en aandacht vragen. De VVD-fractie gaat hier niet mee akkoord. De heer LICHTENBERG merkt op dat er net wordt gedaan of het college op het laatste moment de regels verandert. Dit is echter al jaren in de APV vastgesteld, zoals bij de heer Lammers bekend is. De heer Lammers heeft 4 jaar geleden borden van Centrecom gehuurd en weet heel goed hoe dit moet. Tevens weet hij dat men in het verleden voor driehoek borden een vergunning moest aanvragen en legeskosten moest betalen. Dit is hij ineens vergeten. Het lijkt allemaal Pietje Bell gedrag, maar de heer LICHTENBERG vindt het een kwalijke zaak als een raadslid willens en wetens de bekende regels overtreedt en borden op gevaarlijke plaatsen neerzet. Ook is het een kwalijke zaak dat hij in mailwisselingen het college van integriteitsproblemen beticht. Dit is buiten proporties en ver gaan boven het Pietje Bell gedrag. Inzake de gemeenten die het wel vrij laten (bv. Rotterdam), merkt hij op dat het daar verkeersgevaarlijk en chaotisch is. Hij is blij dat Papendrecht destijds heeft gezegd dit zo niet te willen. Mevrouw VAN ES merkt op dat verkiezingsborden niet vanzelfsprekend onder de reclameverordening hoeven te vallen. Maar afspraken zijn hierover gemaakt en zijn ons bekend. D66 is hier niet per definitie blij mee, omdat men een plakoorlog best leuk vindt en alles al zo gereguleerd is. Men heeft zich er echter bij neergelegd, omdat de meerderheid er zo over denkt. Er zijn vele andere mogelijkheden die men kan benutten. Zij is er niet op tegen om hier na de verkiezingen nog over te spreken (posters van de fracties in het gemeentehuis, gratis borden om te plakken, etc.). Op dit moment zijn er verkiezingsborden geplaatst door de gemeenten, waar men kan plakken en men kan borden afhuren. Waarom men er op tegen is om dit alsnog te doen, is omdat D66 enorme kosten heeft gemaakt. Landelijk vertegenwoordigde partijen krijgen niet veel geld om lokaal campagne te voeren (vorig jaar heeft D66 hiervoor van het landelijk bureau 85,- ontvangen). Men spaart 4 jaar om dit te bekostigen. Als men middenbermboden of abri s wil hebben, is dit heel duur. Als het zo zou zijn geweest dat borden om lantaarnpalen wel zouden mogen, zou de D66-fractie dat ook hebben gedaan. Maar men kan ze niet zomaar plaatsen. 20 borden x 9 fractie = 180 borden. Daarom heeft haar fractie destijds gedacht: dat wordt te veel en te gevaarlijk. Zij vindt dat het nu niet meer kan. Men zou dan ook alle andere fracties benadelen. Toen het college in januari heeft benadrukt dat dit de regels waren, heeft zij de heer Lammers hier niet over gehoord. (Toen was het ook al te laat, omdat enkele fracties toen ook al geld hadden uitgegeven). Zij zou het heel unfair vinden naar andere partijen en inwoners, die hier niet op zitten te wachten. Het is niet om mensen te herinneren dat er verkiezingen zijn, dat weet men. Zij vraagt de portefeuillehouder wat er zou gebeuren wanneer de heer Lammers de borden de 19 e toch zou plaatsen. Hoe lang krijgt hij dan om ze te verwijderen, wanneer hij 48 uur krijgt om ze te verwijderen staan ze er nog tot de verkiezingen. De heer KOSTEN heeft namens zijn fractie ingestemd met het bespreken van de motie, omdat hij vindt dit niet te kunnen weigeren, maar het stuit hen behoorlijk tegen de borst. Zijn fractie is het eens met het 4

5 betoog van de heer Lichtenberg en vindt deze motie niet sympathiek om een viertal redenen.: 1. Er staan onwaarheden in, met name aangaande de bekostiging van de campagne, ook zijn fractie spaart 4 jaar om dit te kunnen bekostigen. Men krijgt geen financiële ondersteuning van de landelijke partij. 2. Tijdens de wedstrijd veranderen we de spelregels niet. 3. Er is genoeg ruimte om zich (positief) te profileren. De heer Lammers doet of de inwoners in de middeleeuwen leven. Ze zijn prima in staat om te signaleren dat er verkiezingen zijn en om zelfstandig een keuze te maken. 4. Het stuit tegen de borst hoe het college wordt weggezet, zo gaan we niet met elkaar om. Zijn fractie peinst er niet over hiermee in te stemmen. Eerste termijn van het college Burgemeester MOERKERKE is het niet eens met de opmerking dat het niets kost om deze motie toe te staan: het kost een fikse boete omdat Centrecom een concessie heeft met de gemeente. Er zijn duidelijke afspraken met Centrecom, dat er geen sandwichborden en driehoek borden in de gemeente geplaatst kunnen worden buiten die concessie om, zij regelen het. In de vorige periode heeft de gemeente Zwijndrecht een boete van ,- geriskeerd. Zij zijn er uiteindelijk onderling uitgekomen, maar de opmerking het kost niemand iets klopt niet. Inzake de juridische houdbaarheid zijn er 2 zaken: de richtlijnen buitenreclame (handelsreclame en de ideële reclame), zijn inziens valt dit onder ideële reclame. Waarom niet onder vrije meningsuiting? Omdat OP lijst 7 geen mening is, het is een handelsmerk/merknaam/nummer en valt onder de buitenreclame. Als dit niet het geval zou zijn, is er nog steeds de APV, de beheersverordening, het onderdeel kladden en plakken, waarin duidelijk staat weergegeven dat het gaat om het aanbrengen van handelsreclame zonder vergunning, als mede voor meningsuitingen en bekendmaking. Als het niet onder buitenreclame valt, dan valt het zeer zeker wel onder de beheersverordening. Rest er nog 1 vraag: wat als er toch borden worden neergezet? Als er borden worden neergezet is er meteen handhaving. Tweede termijn van de raad De heer LAMMERS denkt dat men het over de feitelijkheden niet eens wordt. Hij heeft de Kiesraad gebeld, die stelt dat verkiezingsborden niet onder commerciële handelsreclame kunnen worden gezien. De gemeente maakt hier dus een fout. Dat is goed om te weten, zodat men er komende jaren aan kan werken om betere afspraken te maken over de verkiezingsperiode. De suggestie dat zijn fractie de borden weer zou plaatsen vindt hij een beetje flauw. Destijds heeft men de borden op 20 februari geplaatst, een half uur voor het RTV interview is hij door de burgemeester gebeld, waarop hij heeft toegezegd deze weg te zullen halen. Dit heeft hij diezelfde avond gedaan en hiermee direct de sommatie van de burgemeester opgevolgd. Hij was hiermee om 2 uur s nachts klaar. Mevrouw VAN ES vraagt per interruptie de toezegging dat hij de borden niet neer zal zetten. De heer LAMMERS zegt dit toe. Hij begrijpt niet dat mevrouw Van Es denkt dat hij de borden weer neer zal zetten. Er is in Papendrecht niets geregeld over de verkiezingsborden en om zaken duidelijk te krijgen moet dit beter worden geregeld. Ook toen hij de brief van 18 januari had gelezen ging er bij hem geen lichtje branden dat men de borden niet zou kunnen neerzetten. Hij heeft de richtlijnen doorgelezen en heeft hier destijds niet uit opgemaakt dat de sandwichborden niet geplaatst mochten worden. Mevrouw VAN ES vindt het per interruptie vreemd dat hij dit als enige niet zo heeft begrepen. Haar partij heeft 1.000,- aan borden uitgegeven. De heer LICHTENBERG vraagt per interruptie of de heer Lammers destijds een vergunning heeft aangevraagd en leges heeft betaald voor het plaatsen van de borden. De heer LAMMERS antwoordt dat dit in 2014 niet nodig was, misschien is dit centraal vanuit het college geregeld. Dit is ook de reden dat zijn partij dacht dit weer te mogen doen. Achterafgezien is dat misschien naïef. Men heeft geen moment gedacht dat dit niet toegestaan zou zijn. Zijn fractie heeft zich gehouden aan het aantal (19 of 20) dat men ook in 2014 neer mocht zetten. Het lijkt zijn fractie dat het nog steeds mogelijk moet zijn om verkiezingsborden te plaatsen. Op sommatie van de burgemeester heeft men de borden destijds weggehaald en gedacht op de laatste raadsvergadering toestemming aan de raad te vragen om deze borden alsnog neer te zetten. Misschien zijn er ook nog wel andere partijen die deze 5

6 borden neer willen zetten. Het doel van zijn fractie is opkomstbevordering en zorgen dat men zichtbaar is. Veel mensen vragen hem ook waarom er geen verkiezingsborden staan. De heer DE RUIJTER merkt per interruptie op dat de mensen die hij spreekt deze borden absoluut niet missen. Men weet heel duidelijk dat er verkiezingen zijn. De heer LAMMERS merkt afrondend nogmaals op de borden op eerste sommatie van de burgemeester weg te hebben gehaald en zich keurig aan de regels heeft gehouden. Toch vindt zijn fractie dat men in staat gesteld zou moeten worden deze borden te plaatsen. De heer LICHTENBERG merkt per interruptie op dat de heer Lammers 4 maal heeft gezegd deze borden direct op sommatie van de burgemeester weg te halen. Toch heeft hij een mail aan de burgemeester gestuurd waarin stond dat hij dit niet zou doen. De heer LAMMERS ontkent dit, er is veel gecommuniceerd in de uren na deze sommatie. Hij geeft nogmaals een opsomming van het verloop van deze avond. De heer VAN DER VALK merkt per interruptie op dat de meningen duidelijk zijn en vraagt over te gaan tot stemming. Mevrouw KARSO merkt per interruptie op dat men weet dat de borden niet geplaatst mogen en mochten worden. Het is duidelijk, het is niet conform de regels. Mevrouw VAN ES vraagt ter interruptie wat het inhoudt dat er direct zal worden gehandhaafd. De heer LAMMERS trekt, gezien de reacties de motie, in en stelt voor hier in een later stadium over te spreken en betere afspraken te maken, zodat deze helder zijn. Mevrouw DE KEIZER vraagt of men de volgende keer kan bekijken hoe men de grotere borden beter in vakken kan verdelen. De plv. VOORZITTER stelt voor dit na de verkiezingen te bespreken. De heer LICHTENBERG merkt op dat wanneer het waar zou zijn dat de heer Lammers geen vergunning heeft aan hoeven vragen/legeskosten heeft moeten betalen, zijn fractie is bevoordeeld door het college. Zijn fractie heef wel een vergunning moeten vragen en heeft leges moeten betalen. Hij geeft aan dat de heer Lammers als raadslid willens en wetens de wet overtreedt en onveilige borden plaatst en roept dat anderen hem dwars zitten, slachtoffergedrag wordt niet op prijs gesteld. De heer LAMMERS merkt nogmaals op dat zijn partij geen vergunning aan heeft moeten vragen en dat het zijn partij gaat om opkomstbevordering en niets anders. De heer STREMLER geeft aan dat het PAB het beleid van de burgemeester volledig volgt. De bekendmaking vanuit de gemeente inzake de verkiezingscampagne heeft op 18 januari plaatsgevonden. Onder verkiezingsborden staat 2 keer dat het niet toegestaan en verboden is. Er waren allerlei borden beschikbaar om posters te plakken en voordeeltarieven voor politieke partijen. Zijn fractie is het eens dat men verrommeling van de buitenruimte (zoals in Rotterdam) niet zou moeten willen. 4 Jaar geleden heeft ook zijn fractie leges betaald voor een vergunning. Tweede termijn van het college Burgemeester MOERKERKE geeft aan dat de nieuwe concessie is ingegaan in februari en dat een overgangsperiode met Centercom is afgesproken voor de verkiezingsperiode. Daarvoor golden inderdaad leges, maar bij wie dat wel en niet is afgerekend is hem niet bekend. Hij zal de ambtelijke organisatie daar ook niet mee belasten. Inzake de handhaving merkt hij op dat de Boa s de borden zullen weghalen en de rekening hiervoor naar de vervuiler zal worden gestuurd. De plv. VOORZITTER concludeert dat de motie is ingetrokken en geeft het woord terug aan de voorzitter, burgemeester Moerkerke. 07. Voorstel tot het bekrachtigen van de geheimhouding op de informatie over de vaststellingsovereenkomst Eneco. 6

7 Aansluitend wordt het raadsvoorstel in stemming gebracht en wordt dit met 19 stemmen vóór en 1 stem (van de heer LAMMERS) tegen aangenomen. 08. Voorstel tot het vaststellen van de Nota reserves en voorzieningen. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 09. Voorstel tot het vaststellen van de Nota waarderen en afschrijven. De heer LICHTENBERG heeft in de commissie een vraag gesteld inzake het activeren van personeelskosten, die schriftelijk door de wethouder is beantwoord. Dit gebeurt met mate. Als zijn fractie ook van de wethouder de toezegging kan krijgen dat men hier bij de begroting inzicht in kan krijgen, is men content en stemt men van harte in met het voorstel. De heer VAN HAL geeft aan dat financiering en afwaarderen van investering in vastgoed te maken heeft met een erg lange termijn, meestal 40 jaar. Niemand kan voorspellen wat er tijdens die termijn met waarden van vastgoed, kosten en inkomsten gebeurt. Door deze onzekerheden moet het uitgangspunt van het beleid zijn: het zoveel mogelijk beheersen van de financiële risico s. Dit past bij het behoudende financiële beleid dat Papendrecht heeft. D66 staat achter dit beleid en volgt de visie van de wethouder en de conclusie van de BCA met betrekking tot annuïtair afschrijven. Als de inkomsten en uitgaven over de afschrijfperiode bekend zijn en gelijk blijven, is het verantwoord om annuïtair af te schrijven. Daarnaast zou nu overstappen van annuïtair naar lineair een te groot gat in de begroting betekenen. Dit geldt echter niet voor nieuwe investeringen, zoals bijvoorbeeld het voortgezet onderwijs, waarvoor een grote opgave in de nabije toekomst komt. Op dit moment is de rent 1% en zijn er leerlingen in Papendrecht. Het is allerminst zeker dat het over 10, 20, 30 jaar nog zo is. De rentes zijn historisch gezien extreem laag en zijn weer aan het stijgen. De prognoses laten een dalend aantal leerlingen zien. Dat was ook de reden om eventuele nieuwbouw voor het VO in een aantal kleinere gebouwen uit te voeren, zodat bij krimp gebouwen kunnen worden afgestoten. Dat kan nu bijvoorbeeld bij het Willem de Zwijgercollege niet en dat brengt hen in de problemen. Door deze 2 factoren, rente en leerlingenaantal, is eer in dit geval geen sprake van langdurige zekerheid over inkomsten en uitgaven. D66 stelt dan ook voor om het huidige beleid niet te wijzigen, maar dit aan te vullen. Om de raad de mogelijkheid te bieden om bij grote investeringen vanaf 1 miljoen euro, per investering een goed afgewogen keuze te kunnen maken, afhankelijk van de investering en situatie op dat moment. Met deze aanvulling blijft het huidige beleid in stand en houdt de raad de mogelijkheid om een afweging te maken bij grote en daardoor risicovolle investeringen. Hiervoor heeft D66 een amendement opgesteld. De heer VAN HAL leest het besluit voor en dient vervolgens het amendement in (Een afschrift van het amendement is aan het verslag gehecht). De VOORZITTER geeft aan dat het amendement (A.1) voldoende is ondertekend en deel uitmaakt van de beraadslagingen. Eerste termijn van het college Wethouder VAN EEKELEN geeft aan dat hier in meerdere gremia uitgebreid over is gesproken. Hoewel het sympathiek klinkt (zij is het echter niet met de heer Van Hal eens over het afschrijven van schoolgebouwen), is zij het niet eens met de overwegingen (3. dat de rekening altijd naar de toekomst wordt verschoven) die in het amendement staan. Zij is benieuwd wat de raad er van vindt. Het voorstel van het college is om het te doen zoals het in de nota staat beschreven. De heer Van Hal vraagt om een aanvulling om dit bij grotere investeringen anders te kunnen besluiten. Dit is wat haar betreft niet nodig en de overwegingen komen niet overeen met de discussies die hierover gevoerd zijn. Tweede termijn van de raad De heer LICHTENBERG is het eens met de portefeuillehouder, er is over gesproken en er is advies gevraagd aan de BCA. Zijn fractie staat op het standpunt dat men de bestendige gedragslijn die is afgesproken, om op deze manier met gebouwen om te gaan, annuïtair te blijven doen en ziet geen reden om naar een andere manier van afschrijven toe te gaan of naar een tussenvariant te gaan. Zijn fractie zal dit amendement niet steunen. 7

8 Mevrouw KARSO ziet namens haar fractie geen reden om af te wijken van de opgestelde regels, waar het gaat om het afschrijven en activeren. De BCA heef hier een duidelijke mening en advies over gegeven. Laten we die spelregels handhaven en te zijner tijd bij eventuele vernieuwbouw kijken of er andere spelregels gehanteerd moeten worden. De heer VAN HAL merkt per interruptie op dat dit precies is wat het voorstel inhoudt. Als er een investering komt groter dan 1 miljoen met elkaar stilstaan en kijken wat op dat moment verstandig is. Inkomsten en uitgaven blijven de komende 40 jaar niet hetzelfde. De inkomsten voor onderwijshuisvesting zijn gebaseerd op het aantal leerlingen. Op het moment dat het leerlingenaantal daalt, dalen ook de inkomsten. Op het moment dat de rente stijgt, krijgt men een heel andere grafiek dan de grafiek die men heeft gezien. Op het moment dat de rente stijgt en men annuïtair blijft afschrijven, schuift men wel degelijk de lasten naar de toekomst. Er staat ook niet dat het zo is, maar er staat mogelijk. Omdat de mogelijkheid bestaat heeft men gezegd: laten we er bij grote investeringen met de raad serieus naar kijken en onze verantwoordelijkheid nemen om te kijken wat op dat moment handig is om te doen: annuïtair of lineair of projectfinanciering. Er zijn mogelijkheden genoeg. Mevrouw KARSO vindt dat men dat op dat moment kan bepalen, dat hoeft men nu nog niet te doen. Men vindt discussie voeren over alle investeringen boven de 1 miljoen voorbarig. Komt tijd, komt raad. De heer VAN HAL vindt per interruptie dat mevrouw KARSO zichzelf tegenspreekt, als men dit amendement niet aanneemt, komt er geen raad en gaat men automatisch uit van annuïtaire afschrijving. Dan komt het niet meer naar de raad toe met de vraag annuïtair of lineair. Mevrouw KARSO is het hier niet mee eens, daar is men zelf bij, het besluit is niet onomkeerbaar. Het is niet zo dat de raad niet op een besluit terug kan komen of bedenkingen kan hebben. De heer VAN HAL merkt per interruptie op dat men in een raadsvoorstel niet hoeft te vermelden hoe de kapitaallasten zijn ingericht. Op het moment dat er een raadsvoorstel is voor de financiering van een gebouw van meer dan 1 miljoen niet staat hoe de kapitaallasten zijn samengesteld, neemt men daarover ook geen bewust besluit. Hoe deze kapitaallasten tot stand zijn gekomen weet u niet, dus kunt u daarover ook niet in debat met de wethouder. De heer VAN DER VALK vindt het voorstel zoals het er ligt uitstekend ingevuld. De wethouder en haar medewerkers hebben zich daar goed mee bezig gehouden en hij denkt het voorstel te willen accorderen. Het amendement m.b.t. de 1 miljoen nu vastleggen en op het moment dat er grote investeringen gedaan worden, komt het college met een voorstel en kan de raad daar over spreken. Als de raad dan vindt dat daar een aantal zaken in veranderd moeten worden, kan dat altijd en kan men met elkaar de beslissing nemen dit op een andere manier in te vullen. Als dit amendement wordt aangenomen, moeten alle voorstellen boven de 1 miljoen op deze manier neergezet worden. De heer DEN DEKKER merkt per interruptie op men het niet goed leest, het gaat om schoolgebouwen groter dan 1 miljoen. De heer VAN DER VALK heeft dit niet op de juiste wijze ingevoerd, hij heeft dit wel gelezen. Hij denkt ook dat men ook met andere op een zodanige wijze geïnformeerd worden, dat men er dan een goed besluit over kan nemen. Zijn fractie gaat niet akkoord met dit amendement. Mevrouw VAN ES vraagt om een schorsing, omdat blijkt dat er niet goed gelezen is. De VOORZITTER stelt voor deze termijn eerst af te maken, er was in eerdere instantie geen behoefte aan een leespauze. De heer VAN ENGELEN zou graag de reactie van het college horen. Hij vraagt de heer Van Hal waarom het alleen gaat om schoolgebouwen en niet om andere gebouwen. Ook andere gebouwen zouden op deze manier bekeken kunnen worden. Hij ziet niet in dat men de manier van afschrijven onrecht aandoet. Iedere keer dat een voorstel wordt voorgelegd kijkt men er naar of dit een goede manier van afschrijven is, ook ten opzichte van andere manieren van afschrijven. Het is binnen een organisatie (afhankelijk van de verschillende soorten van activa) heel normaal dat er verschillende manieren van afschrijven worden gehanteerd. Hij ziet hier wel ruimte is en is nieuwsgierig of de ruimte om anders af te schrijven bekend is bij de overheid. Gebeurt dit wel vaker, of is het not done politiek? Als de gemeente er beter van wordt, is zijn fractie hier voor. De heer DEN DEKKER vraagt de portefeuillehouder wat er misgaat wanneer dit amendement wordt aangenomen. 8

9 De heer JANSSEN heeft uit de eerdere discussie begrepen dat deze manier van afschrijven bij andere gemeenten wel gepleegd wordt. De heer VAN HAL merkt per interruptie op dat alle gemeenten (tientallen) waar hij heeft gewerkt schoolgebouwen lineair worden afgeschreven. Om antwoord te geven op de vraag van de heer Van Engelen geeft hij aan dat schoolgebouwen, omdat er geen handel is schoolgebouwen is, geen economische waarde hebben. Een schoolgebouw heeft de waarde van de grond, minus de sloopkosten. De heer JANSSEN heeft gehoord dat er gemeenten zijn die wel op andere wijzen en ook lineair afschrijven voor andere gebouwen dan scholen. Hij is benieuwd hoe de wethouder en de ambtelijke organisatie hier over denkt. Wanneer er wel op andere wijze afgeschreven kan worden, wordt zijn fractie op een ander been gezet. De heer VAN HAL merkt per interruptie op dat D66 niet voorstelt alle nieuwe schoolgebouwen lineair af te gaan schrijven. Het voorstel is dat, op het moment dat een investering wordt gedaan, de raad in positie is om bij nieuwe gebouwen boven een miljoen deze mogelijkheid te bekijken. De raad de mogelijkheid te geven in de toekomst een besluit te kunnen nemen. Dit is ook wat de heer JANSSEN had begrepen. De vraag is nu: wat gaat er mis en is het een mogelijkheid die interessant is voor de toekomst, of moet men vasthouden aan het voorliggende voorstel? De heer VAN ENGELEN verduidelijkt per interruptie zijn vraag, of het voorkomt dat er door 1 overheidsorganisatie op 2 (of meerdere) verschillende manieren tegelijkertijd wordt afgeschreven. De heer VAN HAL bevestigt dit. Men kan er ook voor kiezen om een projectfinanciering te doen. Normaal gesproken leent men geld in het algemeen en is een lening niet gekoppeld aan een gebouw. Men kan er ook voor kiezen om specifiek voor 1 gebouw een lening af te sluiten. Dan heeft men wel degelijk de zekerheid over de inkomsten en uitgaven van dat gebouw. Daarom lijkt het zijn fractie verstandig om die discussie te voeren, op het moment dat het aan de orde is. Tweede termijn van het college Wethouder VAN EEKELEN geeft aan dat het niet erg is en dat er ook niets mis gaat. Het is nooit erg als de raad iets wil afwegen. Zij is het echter niet eens met het derde punt: dat bij annuïtair afschrijven de rekening naar de toekomst mogelijk verschoven wordt. Hierover is al uitgebreid gediscussieerd en deze technische discussie wenst zij niet opnieuw te voeren. Eerder in de commissie zijn ook de andere modellen die bij gemeenten worden toegepast al besproken. De heer VAN HAL licht per interruptie de rekening naar de toekomst toe. Als de eerste 20 jaar bijna niet wordt afgeschreven (en dat gebeurt als de rente gaat stijgen en die is aan het stijgen) en men moet na 20 jaar een deel van het gebouw afstoten, zit er een zodanig hoge boekwaarde op, dat men op dat moment dat boekwaardeverlies moet nemen. Dat is de rekening naar de toekomst schuiven. Hij kent andere gemeenten en andere projecten, waarbij een gebouw volledig afgeschreven is en waar nog tonnen aan boekwaarde op zitten. Dan moet het college en de raad op dat moment deze tonnen als verlies pakken. Dat is het naar de toekomst schuiven van kosten en daarom is het beter om in sommige gevallen lineair af te schrijven. Dat geeft in de toekomst speelruimte om wat met het gebouw te doen. Men ziet ook met het gebouw van de bibliotheek, dat de boekwaarde die nu op dat gebouw zit, de gemeente met de handen bindt voor mogelijke oplossingen. Wethouder VAN EEKELEN geeft nogmaals aan dat er veel verschillende manieren van afschrijven zijn. De heer DEN DEKKER heeft per interruptie nog geen antwoord gekregen op de vraag wat er mis gaat wanneer dit amendement wordt aangenomen. Wethouder VAN EEKELEN antwoordt dat er niets mis gaat als dit amendement wordt aangenomen en het is prima alles te heroverwegen. Wel heeft zij moeite met de argumentatie, omdat zij daarover van mening verschilt met de heer Van Hal. Omdat er nog heel veel andere manieren van afschrijven zijn, waar ze het nu niet over wil hebben. Waar zij op vertrouwt (soms kiest men een andere manier omdat het ander politiek niet haalbaar is omdat het te hoge lasten in de begroting geeft), De heer VAN HAL vraagt per interruptie of de wethouder zich wel in het voorstel kan vinden als punt 3 wordt verwijderd. De heer DE RUIJTER had per interruptie dezelfde vraag, als de argumentatie er niet zou staan zou de wethouder zich er dan wel in kunnen vinden? 9

10 Wethouder VAN EEKELEN zegt dat zij erop vertrouwt dat welke wethouder er ook zal zitten, hij/zij de meest verstandige manier van financieren en afschrijven zal kiezen. Zij vindt ook dat de raad hier op kan vertrouwen en anders is er altijd nog de BCA om anders te adviseren. Tevens komt een voorstel voor een investering altijd naar de raad, met een financiële paragraaf. Op dat moment is het aan de raad om te zeggen hoe het afgeschreven moet worden. Zij vindt het amendement niet nodig, omdat de raad altijd besluit hoe het wordt gefinancierd en afgeschreven. En omdat zij er vanuit gaat dat degene die op deze post zit altijd de meest verstandige oplossing zal voorstellen en zo niet, gaat zij er vanuit dat de raad daarin een correctie aanbrengt. De heer DEN DEKKER merkt per interruptie op dat de raad verantwoordelijk is om het college te controleren. Wanneer dit amendement wordt aangenomen heeft men daar een mogelijkheid toe. Prima argument. Verder vertrouwt de wethouder er op dat de nieuwe wethouder het wel goed zal doen. Zijns inziens is vergissen menselijk en lijkt het hem verstandig dit amendement aan te nemen. De heer LICHTENBERG merkt per interruptie op dat hij geïnteresseerd is in het antwoord van de portefeuillehouder en daar graag goed naar wil kunnen luisteren. Hij merkt dat er verbaal en non-verbaal in de zaal allerlei andere geluiden plaatsvinden. Hij vindt dit jammer en vindt dit geen recht doen aan de manier waarop men normaliter probeert te luisteren naar argumenten over en weer. Als hij het goed begrepen heeft is er niets op tegen om dit amendement aan te nemen, maar er is ook niets vóór. Het amendement doet in zichzelf niets. De raad is het hoogste orgaan van deze gemeente en elk investeringsvoorstel komt hier langs en staat het de raad vrij elk investeringsvoorstel (inclusief de manier van afschrijven) te bediscussiëren en te bekijken. Zijn fractie is er voor om dit amendement niet aan te nemen, om daarmee rare discussies op voorhand te voorkomen, maar een bestendige gedragslijn te volgen. Hij hoort graag van de wethouder of het amendement iets toevoegt of niet. De heer DEN DEKKER merkt per interruptie op dat wanneer het klopt wat de heer Lichtenberg zegt, dit amendement overbodig is. Dat heeft hij de wethouder niet horen zeggen. Wethouder VAN EEKELEN heeft de woorden niet nodig gebruikt, hetgeen niet hetzelfde is als overbodig, maar feitelijk wel op hetzelfde neerkomt. Zij kan het betoog van de heer Lichtenberg onderstrepen: zij gaat er bij iedere investering vanuit dat het beste financieringsvoorstel op tafel komt en de raad altijd de mogelijkheid heeft dit te wijzigen. Op het moment dat voor allebei de vormen wat te zeggen is, gaat zij er vanuit dat het voorstel met beide vormen aan de raad wordt voorgelegd. In die zin vindt zij het niet nodig, maar ook niet schadelijk. Tot slot zegt zij toe dat er uiteraard inzicht in de toerekening van de personeelskosten kan worden gegeven. Het streven is inderdaad niet om dit hoger te laten worden, maar juist lager. De heer VAN ENGELEN vraagt zich per interruptie over de laatste zin van het besluit: waarover de raad alsdan besluit hoe zal worden gefinancierd en afgeschreven af of hij dit goed begrijpt, te weten: dat doen we altijd. Maar wanneer het amendement wordt aangenomen er altijd meerdere varianten nodig zijn om erin te zetten, terwijl er normaal gesproken maar één in gezet wordt. Hij vraagt zich af of dat het verschil is. Wordt de raad bewuster gemaakt en met de neus op de feiten gedrukt? De heer VAN HAL onderstreept wat de heer Den Dekker zegt: vertrouwen is goed, controle is beter. Voor zover hij zich herinnert is de afschrijving van de investering van het gemeentehuis (onder een andere wethouder) niet aan de raad voorgelegd. Hetzelfde geldt voor de investering in het Erasmusplein. Wat de raad voorgelegd krijgt zijn de kapitaallasten en het totaalbedrag, maar de wijze van totstandkoming is bij grote investeringen in gebouwen nog nooit aan de raad voorgelegd. Het lijkt zijn fractie beter om dit wel te doen. Dat een volgende wethouder dit wellicht wel gaat doen zou kunnen, maar in dat opzicht vindt hij het beter met elkaar vast te stellen dat men dat in de toekomst daadwerkelijk gaat doen. Bij het gemeentehuis en Erasmusplein is dit niet gedaan en volgens hem zijn er nog meer investeringen waar dit niet is gedaan. Wethouder VAN EEKELEN merkt op dat de voorbeelden die de heer Van Hal aandraagt op dit punt niet relevant zijn, omdat dit amendement alleen gaat over schoolgebouwen. Als er in de Nota waarderen en afschrijven staat hoe het afgeschreven gaat worden, krijgt de raad voorstellen waarin die bepaalde manier wordt opgeschreven. De raad heeft deze nota immers vastgesteld. Dit amendement zegt dat, 10

11 wanneer er schoolgebouwen zijn van meer dan een miljoen, het college verplicht is de raad meerdere varianten voor te leggen zodat men deze afweging ter plekke kan maken. In het andere geval is het zo, dat het college deze nota als uitganspunt neemt en de raad er op kan vertrouwen dat altijd de meest verstandige wijze wordt voorgelegd. Op het moment dat het financieel veel verstandiger is iets anders te doen dan in de nota met de raad is afgesproken, zal het college dat altijd benoemen. Aansluitend wordt de vergadering om uur op verzoek van de fractie van D66 geschorst en om uur heropent. De heer VAN HAL merkt op dat enkele raadsleden de wens hebben uitgesproken schoolgebouwen te willen wijzigen in gebouwen en de derde overweging (dat de rekening naar de toekomst wordt geschoven) wensen te schrappen. Hij vraagt of de andere fracties het daar ook mee eens zijn. De VOORZITTER vindt dit een derde termijn worden. Het voorstel voor het amendement is schoolgebouwen te veranderen in gebouwen en de derde overweging te schrappen. De heer VAN HAL bevestigt dit. De VOORZITTER vraagt of de rest van de raadsleden zich in deze tekstuele wijziging kan vinden. De heer JANSSEN heeft er voor gepleit schoolgebouwen te verlaten, als het als methode interessant is deze overweging te maken. Het PAB kan na deze wijziging met dit amendement leven. De VOORZITTER merkt op dat amendement A.1 wordt veranderd in die zin dat overweging 3 wordt geschrapt en dat bij het besluit schoolgebouwen wordt veranderd in gebouwen. Mevrouw KARSO vindt het belangrijk dat de wethouder op deze wijziging reageert. Wat is de meerwaarde van dit besluit en is dit wel of niet overbodig? Wethouder VAN EEKELEN vindt dat dit amendement overbodig blijft, de wijze van afschrijven wordt in de financiële paragraaf toegelicht. Bij het krediet vernieuwbouw heeft het college zelf aan de raad voorgesteld af te wijken van de Nota. Het blijft overbodig. De VOORZITTER brengt aansluitend het gewijzigde amendement (A.1) in stemming. Alvorens wenst de heer LICHTENBERG een stemverklaring af te leggen: ik had in het debat al aangegeven dat mijn fractie hier geen behoefte aan had, omdat het overbodig geworden is. Maar nu op het laatste moment het voorstel gewijzigd is, heb ik daar nog meer de behoefte aan, om duidelijk te maken dat we hier tegen zijn. Het is duidelijk dat er een verschil van inzicht bestaat tussen de heer Van Hal/D66 en het college over de wijze van afschrijven. Dat komt bij het gewijzigde amendement buitengewoon goed naar voren: het gaat nu om elke investering van meer dan 1 miljoen Euro. Dat moet het college met een ander systeem inzichtelijk maken. We hadden een BCA die een duidelijk advies heeft uitgebracht en ik vind het jammer dat dit in het debat wat minder aan de orde is gekomen. Het mag duidelijk zijn dat wij tegen zijn. En nu helemaal. Vervolgens wordt met 13 stemmen vóór en 7 stemmen tegen het amendement aangenomen. Aansluitend wordt het raadsvoorstel in stemming gebracht en wordt dit met 20 stemmen vóór unaniem aangenomen. 10. Voorstel tot het vaststellen van de Beheersverordening Papendrecht. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 11. Voorstel tot het instemmen met de uitvoering van de aanbevelingen van het bedrijfsplan De Papenhoeve. De heer NIEUWSTRATEN heeft de wethouder in de commissie gevraagd naar het voornemen te kijken de exploitatie van de kinderboerderij onder te brengen bij Drechtwerk. De werkgeversfunctie (het runnen van een basisboerderij) onder te brengen bij een professionele partij. Hierbij heeft hij de wethouder aangegeven dat er ook nog een tweede professionele partij is, te weten Gemiva. En gevraagd naar deze partij te kijken. De wethouder heeft hierop geantwoord dat Gemiva alleen zorgboerderijen heeft en dat Drechtwerk kinderboerderijen runt. Hij heeft dit echter op de website van Drechtwerk niet terug kunnen 11

12 vinden. Gemiva daarentegen runt 2 kinderboerderijen, in Oostvoorne en Gouda. De informatie die de wethouder gaf klopt niet helemaal, zij runnen wel degelijk kinderboerderijen. Hij vraagt de wethouder te verduidelijken welke kinderboerderijen Drechtwerk runt. Tevens vraagt hij de wethouder het gesprek aan te gaan met Gemiva, de raad hiervan op de hoogte te stellen en hen een keuzemogelijkheid te geven, met daarin 2 voorstellen. Het voorstel hoe Drechtwerk het zou doen en hoe Gemiva een kinderboerderij zou runnen. Dit omdat hij wil dat de raad een keuzemogelijkheid heeft en hij wil weten welke van de partijen de beste zou zijn. De heer DEN HARTOG had in de commissie iets meer snelheid verwacht, zeker gezien de uitgestelde informatieverstrekking. Het voorliggende document geeft de richting aan waar het college met de kinderboerderij denkt toe te gaan. Optie 3 moet verder uitgevoerd worden, daar is zijn fractie het helemaal mee eens. De keuzemogelijkheden van dit stuk komen in een volgende raadsperiode op de agenda. Zijn fractie is het ook eens met de uitgangspunten, maar wenst ook een twee uitgangspunten toe te voegen. Zijn fractie heeft hiervoor een amendement voorbereid. In het raadsbesluit staat dat het binnen de huidige financiële kaders gaat en dat er een partij gezocht gaat worden. Zijn fractie vindt het van belang dat de gemeente de partijen een duidelijk kader meegeeft. Niet alleen het financiële kader, maar ook dat de openingstijden gehandhaafd worden. Als tweede uitgangspunt noemt hij het verkrijgen en (het op de gevel) tonen van een keurmerk (Stichting Keurmerk Kinderboerderij Nederland). Met deze 2 uitgangspunten hoopt zijn fractie op de steun van de raad en de wethouder. Waarom de wethouder? Bij aanvang van het op afstand zetten van de kinderboerderij waren de openingstijden en het keurmerk speerpunten van de wethouder, die men in dit bedrijfsplan echter niet terugvindt. Zijn fractie vindt dit wel van belang en wenst hier middels een amendement aandacht voor te vragen. Aansluitend leest hij het amendement voor en overhandigt deze aan de voorzitter. Amendement A.2. is voldoende ondertekend en maakt deel uit van de beraadslagingen. (Een afschrift van het amendement is aan het verslag gehecht). Mevrouw MIDDELKOOP merkt op dat de Papenhoeve de raad en de wethouder de laatste jaren druk heeft bezig gehouden. Er waren zorgen die niet zomaar opgelost konden worden, ook niet met een zak geld. Een interim bestuurder werd aangesteld en voor ligt nu een degelijk bedrijfsplan. Een basisboerderij De Papenhoeve, waarbij de werkgeversfunctie ondergebracht wordt bij een professionele partij, met daarnaast de stichting vrienden van de Papenhoeve. De toezicht functie en sturingsrol blijft bij de gemeente Papendrecht. Het is belangrijk dat het bedrijfsplan snel handen en voeten gaat krijgen. Het is nu aan de raad om het startschot te geven. De CDA-fractie is blij met het raadsvoorstel en complimenteert het college. De heer VAN HAL heeft in de commissie al aangegeven blij te zijn met de heldere analyse van de interim bestuurder. D66 deelt de conclusie met voorkeurscenario 3. Wat er voorligt is nog geen bedrijfsplan, het zijn goede uitgangspunten die moeten worden uitgewerkt tot een bedrijfsplan. Wat men ook bij de verzelfstandiging van het sportcentrum en theater heeft gedaan. De wethouder heeft in de commissie toegezegd dit te zullen gaan doen en de heer VAN HAL verwacht in deze vergadering wederom deze toezegging en stelt voor dat hij de uitgangspunten van het PAB mee te nemen in de uitwerking van het bedrijfsplan. De heer DEN DEKKER stemt namens zijn fractie in met de uitvoering van de aanbeveling van dit bedrijfsplan. Hij is blij dat Drechtwerk in aanmerking komt om mensen te leveren, waarvoor zijn fractie ook bij andere gelegenheden heeft gepleit. De opmerkingen van het PAB beluisterend, denkt zijn fractie hier mee in te kunnen stemmen. De heer VAN ENGELEN geeft aan dat ook GroenLinks kan instemmen met het voorliggende stuk. Zijn fractie is blij dat het tot iets is gekomen waar men de toekomst mee in kan. Het lijkt hem een goed idee de door het PAB genoemde randvoorwaarden aan de voorkant mee te geven. De heer LAMMERS kan hier namens zijn fractie ook mee instemmen. Hij vraagt de portefeuillehouder in te gaan op de opmerking van de VVD-fractie inzake een andere derde partij, bv. Gemiva, in plaats van Drechtwerk Groen (die geen kinderboerderij beheert). 12