VERSLAG VAN DE RAADSVERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN PAPENDRECHT GEHOUDEN OP 1 FEBRUARI 2018 OM UUR IN HET GEMEENTEHUIS TE PAPENDRECHT.

Transcriptie

1 VERSLAG VAN DE RAADSVERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN PAPENDRECHT GEHOUDEN OP 1 FEBRUARI 2018 OM UUR IN HET GEMEENTEHUIS TE PAPENDRECHT. Een integrale geluidsopname van deze vergadering van de raad is te beluisteren op Aanwezig: De heer A.J. Moerkerke, voorzitter; De dames: T.C. van Es (D66), S.H. de Keizer (VVD), A.J. van der Matten-Spek (CDA), K.E. Middelkoopvan den Adel (CDA), C. van Veen-Hak (PAB) en D. Yildiz-Karso (PvdA); de heren: A.P.J. den Dekker (ChristenUnie), W. Goudriaan (SGP), M. de Haas (VVD), L. J. van Hal (D66), J.H. Hoogeveen (PAB), A.M.J.M. Janssen (PAB), A.J. Kosten (SGP), heer R. Lammers (Onafhankelijk Papendrecht), E.B.A. Lichtenberg (CDA), H.A. Nieuwstraten (VVD), C. de Ruijter (ChristenUnie), E.J. Schotting (PvdA), A. Stremler (PAB), M. van der Valk (VVD) en M.H.A. Verweij (PAB). Voorts aanwezig: mevrouw A.J. van Eekelen (VVD), mevrouw J.R. Reuwer-Verheij (D66), de heer C. Koppenol (CDA) en de heer M.C. Hoogland (SGP), wethouders; de heer Van Netten, gemeentesecretaris; Afwezig met kennisgeving: de heren R.V. van Engelen (GroenLinks) en F. den Hartog (PAB). Publieke tribune: ca. 5 personen. De heer A.H. Schouten, raadgriffier; Verslaglegging: J. van Prehn. 01. Opening. De VOORZITTER opent de vergadering, roept de afwezigen af en heet de raad hartelijk welkom. Hij merkt op dat het de laatste raadsvergadering is van de tijdelijk griffier de heer Schouten. Ook staat hij stil bij het feit dat het vandaag 65 jaar geleden is dat de watersnood ramp ook in Papendrecht heeft plaatsgevonden en dat er bij de families Veth en Kraal 2 dodelijke slachtoffers zijn gevallen. 02. Vaststelling van de agenda. De heer LICHTENBERG zou graag gezien de actualiteit inzake agendapunt 10, de zienswijze meerjarenbegroting, het woord willen voeren. Er wordt aldus besloten. De heer LAMMERS wenst een motie Vreemd aan de orde van de dag in te dienen. Ook mevrouw MIDDELKOOP wenst een motie inzake agendapunt 6 Vreemd aan de orde van de dag in te dienen. De VOORZITTER merkt op dat dat deze punten als agendapunt 17a en 17b zullen worden toegevoegd. De agenda wordt aldus aangepast en vastgesteld. 03. Vragenkwartier. De heer HOOGEVEEN merkt op dat in recentelijke persberichten duidelijk is geworden dat in het hoofdwinkelcentrum de Meent bakker Uljer en de Versmarkt gaan verdwijnen en dat er mogelijk een Aldi komt. Hij begrijpt dat het college hier nog geen uitspraken over gaat doen, maar vindt het interessant te horen wat men gaat doen als de Aldi zich daar wil vestigen. In de Koersnotitie Detailhandel Papendrecht die op 27 februari 2014 is vastgesteld staat dat na uitbreiding met de AH in de Wilgendonk en het realiseren van de MCD in het Land van Matena er geen marktruimte meer resteert voor de dagelijkse sector, zoals een supermarkt. Er is dan al 350 m2 te veel. Hij vraagt de mening van het college ten opzichte van een mogelijke komst van de Aldi in de Meent, dat ingaat tegen het vastgestelde beleid. Als de plannen concreet gaan worden, gaat het college hier dan een stokje voor steken? 1

2 Wethouder VAN EEKELEN bevestigt dat het college inderdaad geen uitspraken kan doen over wat daar gevestigd wordt. Verder staat het de pandeigenaar vrij dit te doen volgens de ruimte die er is in het bestemmingsplan. Zij zal de koersnotitie (die al een tijd geleden is vastgesteld) hierop naslaan. Als wethouder Economie is zij van het goed contact houden met de markt en heeft ook met de eigenaar gesproken. Verder staan er in de artikelen helaas enige onwaarheden, zij heeft begrepen dat het wat genuanceerder ligt. Het is mooi dat men nu met elkaar de bedrijfsinvesteringszone heeft, waar onlangs daadwerkelijk de meerderheid van de ondernemers mee heeft ingestemd. Hij is opgericht en gaat in werking: de BIZ is stap 1 en de corporatie stap 2: het gezamenlijk aansturen van het centrum, tussen de gemeente, vastgoedeigenaren en winkeliers. Op dat moment heeft men een steviger middel in handen om een gezamenlijk overleg te hebben over wat wel en niet kan. Op vragen wat zij gaat doen als dan, misschien iets gaat gebeuren en welke middelen ze daarvoor heeft, kan en wil zij geen antwoord geven. De heer HOOGEVEEN merkt op dat het staand beleid is, ook als het 4 jaar geleden is vastgesteld door de raad. De heer LAMMERS heeft bij de Lijst van ingekomen stukken een brief van de gemeente Sliedrecht gezien, waarin men de (oud)inwoners 2 gratis bloedtests (checktest PFOA) ter beschikking stelt. Hij vraagt waarom de gemeente Papendrecht dat niet doet, ondanks het feit dat men samenwerkt met Dordrecht en Sliedrecht. Waarom heeft men niet zelfde regeling? Verder vraagt hij hoeveel mensen de test hebben gedaan en hoeveel er nog in behandeling zijn en wat het Papendrechts aandeel daarin is. Wethouder KOPPENOL bevestigt dat Dordrecht, Sliedrecht en Papendrecht gezamenlijk optreden in dit dossier. Dit laat echter onverlet dat elke gemeente haar eigen accenten legt, zoals in dit geval. Papendrecht heeft welwillend aan het bloedonderzoek meegewerkt, maar kiest er niet voor ook deze checktest aan te bieden. Inzake de vergoeding aan inwoners geeft hij aan dat er 385 aanvragen zijn ingediend, waarvan er 255 zijn toegewezen en 130 afgewezen, alle aanvragen zijn afgehandeld. De reden voor de afwijzing is dat men niet in het contourgebied woont/heeft gewoond en bij de werkgever een bloedtest kan vragen. De staatssecretaris heeft deze beperking opgenomen. Mevrouw MIDDELKOOP vraagt zich namens het CDA af waarom er inzake het parkeerbeleid is afgeweken van de plannen zoals vermeld in het raadsvoorstel van juni 2017, waarin wordt gesproken over 3 uur gratis parkeren en niet over 2 uur. Deze 3 uur is een onderdeel van de onderhandelingen geweest. Zijn vraagt zich af of er nog meer onderdelen uit het raadsvoorstel zijn gewijzigd (de bijdragen van pandeigenaren, winkeliers, etc.). Verder is zij benieuwd naar het aantal (bovenop de reeds bestaande 60) extra personeelsvergunningen in de parkeergarage. Wethouder HOOGLAND zegt dat er over de wijziging van 3 naar 2 uur een raadsinformatiebrief (onder C.b Lijst van ingekomen stukken) is verstuurd. In het besluit van 29 juni was men in de veronderstelling dat de winkeliers, vastgoedeigenaren en supermarkten samen ,- zouden opbrengen ten gunste van de gemeente voor de 3 uur gratis parkeren. In de aanloop naar het gratis parkeren werd echter duidelijk dat de supermarkten het toegezegde aandeel van ,- niet zou betalen. 1 Supermarkt wilde er zelfs mee stoppen. Met veel moeite is het gesprek weer verder gegaan, waardering hiervoor voor alle betrokkenen en met dank aan de supermarkten en is het gezamenlijk bedrag in plaats van , ,- geworden ,- van de vastgoedeigenaren en winkeliers en ,- van de supermarkten. Op 29 juni heeft de raad een budgettair kader meegegeven, wat inhield dat de gemeente slechts ,- tot ,- zou inbrengen. Nadat de berekening is gemaakt is gebleken dat het resultaat 2 uur gratis parkeren werd. 3 Uur gratis parkeren kan niet gezien het budgettair kader en uit hoofde van oneigenlijke bevoordeling van de supermarkten. Uiteindelijk zijn alle betrokken partijen content met 2 uur en het budgettaire plaatje sluit, zoals verwoord in de raadsinformatiebrief. Ondernemers in het centrum geven het publiek 2 uur gratis parkeren, hulde hiervoor aan de ondernemers. 2

3 Inmiddels heeft dit er voor gezorgd dat de gemiddelde bezettingsgraad 40% is gestegen, een positief effect van het gratis parkeren. De ondernemers doen wat geheimzinnig over de omzetstijging, maar hij gaat er vanuit dat deze er is. Het aantal ontheffingen voor werknemers voor 2018 is ongeveer 80 voor de blauwe zone. Hij verwacht dat dit aantal aanzienlijk zal stijgen, omdat men zal inzetten op promotie van de werknemersvergunning. Verder zijn er geen andere zaken veranderd in het voorstel. De heer LICHTENBERG heeft ruim een jaar geleden geïnformeerd naar de parkeerplaats van de Marktmeester. Bewoners kunnen hier nog steeds niet parkeren. Hij quote uit een brief (die is ondertekend door burgemeester en wethouders en namens Woonkracht10) die hij vandaag van de bewoners heeft ontvangen, waarin wordt gesteld dat de gemeente Papendrecht en Woonkracht10 de afgelopen maanden hebben bekeken hoe de afspraken met bewoners het beste vorm gegeven kunnen worden. Deze afspraken kunnen per bewoner verschillen, afhankelijk van een huur of koopcontract. Tevens is er onduidelijkheid in hoeverre de afspraken aanpassing behoeven. Hierdoor (en door onderlinge afstemming) duurt het langer dan gebruikelijk. Men streeft er naar uiterlijk in april de afspraken definitief te hebben. De bewoners zijn diep teleurgesteld/woedend over deze brief, het duurt veel te lang en geeft geen enkele duidelijkheid. Het roept de vraag op of het ooit geregeld gaat worden. Het is een brief van de gemeente en Woonkracht10, wie heeft de verantwoordelijkheid om dit te regelen? Er staan wel auto's in de parkeergarage en ook wordt de parkeerplaats gebruikt door de Wieken en voor de Meent. Maar bewoners van de Marktmeester kunnen hier niet parkeren. Wie is nalatig en in gebreken en komt de afspraken niet na? Wethouder VAN EEKELEN begrijpt de woede en het ongeduld heel goed. Het lastige van een gezamenlijke brief is dat men het gezamenlijk eens moet zijn over de tekst van de brief en het is lastig als dat niet het geval is. Inmiddels heeft men overlegd met Woonkracht10 over hoe dit kan. Hier zit een lange geschiedenis aan vast, ooit was het plan dat de gemeente de exploitatie en verhuur van de parkeerplaats zou doen. Dit is echter op verzoek van Westwaard Wonen veranderd en zou de corporatie de parkeervoorziening kopen. Hier zijn afspraken over gemaakt, maar er is aan beide kanten verzuimd om het koopcontract aan te passen. Vervolgens is Westwaard Wonen overgegaan naar Woonkracht10 en geeft Woonkracht10 aan geen commerciële activiteiten te mogen ondernemen en kan men deze afspraak niet gestand doen. Er is nu sprake van een gezamenlijk probleem waar men een gezamenlijke oplossing voor gaat verzinnen. Omdat het college deze zaak zwart op wit wil hebben, heeft men één en ander voorgelegd aan de autoriteit Woningcorporaties, degene die iets kan verbieden of toestaan in deze sector. Dit probleem wordt voorgelegd, met een mogelijk (tijdelijke) oplossing, om het vervolgens te verkopen aan de bewoners. Dit duurt een aantal weken en kan niet morgen opgelost worden. Het college kan nu ook niet toestaan om gratis te parkeren en daar over een maand geld voor te vragen. De slagboom moet nu in gebruik worden genomen, zodat het terrein gesloten kan worden en illegaal parkeren voorkomen kan worden. Er moet (door Woonkracht10) worden geïnventariseerd wat er in de koop en huurcontracten staat en welke verwachtingen daar zijn gewekt. Men hoopt op een snelle uitspraak van de autoriteit en stuurt op een snelle (tijdelijke) oplossing. De wethouder wil gezien de geschiedenis goed gewaarborgde afspraken en de zaak zo spoedig mogelijk oplossen. De heer LICHTENBERG constateert dat de gemeente ook verzuimd heeft. Hij vraagt of er een gezamenlijk voorstel wordt voorgelegd aan de autoriteit of een geschil? Waarom is er voor die autoriteit gekozen, in plaats van een rechter? Wethouder VAN EEKELEN zegt dat de reden daarvoor is dat Woonkracht10 zegt niet te kunnen kopen en de autoriteit Woningcorporaties de bevoegde instantie is om te verbieden of toe te staan. Het college legt de situatie samen met Woonkracht10 voor, zodat men ook kan meekijken en kan zorgen dat de bevoegde instantie tot een goede uitspraak komt. 3

4 Mevrouw VAN ES verwijst naar de vastgestelde motie inzake het Rekenkamercommissie onderzoek naar de overschrijding van de vernieuwbouw gemeentehuis. Er is inmiddels een bureau uitgekozen dat hier nu mee aan de slag is gegaan. Zij verzoekt de raadsleden de enquête, die nog wordt gehouden onder de huidige raadsleden, ondanks de drukte direct in te vullen. Het is belangrijk dat de huidige raad deze invult. De resultaten komen echter pas tegen de zomer bij de nieuwe raad. 04. Vaststelling van de verslagen van de openbare vergaderingen van: a. 14 december 2017: Pag. 1-7: de heer LAMMERS merkt op dat op pagina 6, in de tweede termijn van het college wordt gesteld dat hij m.b.t. tot de toezegging van de raadsinformatiebrief de wethouder in overweging wil geven de brief van OP 14 oktober 2017 aan het college, inzake de handhaving van het parkeerbeleid Beukenlaan, Lisdreef, Rietdreef en slimmere plaatsing laadpalen hier bij te betrekken. Dit kwam die avond aan de orde en er is door de wethouder een toezegging gedaan de raad hierover middels een raadsinformatiebrief toe te lichten. Hij wenst het college hier aan te herinneren. De heer NIEUWSTRATEN heeft bij het voorstel voor het Oranjecomité gezegd over 2 jaar naar de financiën te kijken en indien noodzakelijk het ambitieniveau in plaats van het budget bij te stellen. Er staat echter 'of steeds het budget bij te stellen'. De VOORZITTER geeft aan dat dit gewijzigd zal worden. Pagina 8-14: de heer STREMLER merkt op dat het verslag geen paginanummers bevat. Hij wenst een opmerking te maken inzake de procedure van het op pagina 10 genoemde voorstel 17. Zijn fractie was zeer verrast dat er tijdens de raadsvergadering een ander raadsvoorstel op tafel lag, dan hetgeen in de commissievergadering was doorgeleid naar de raad. Hij heeft de band van de commissievergadering meerdere malen afgeluisterd, waaruit bleek dat het voorstel niet hetgeen is dat is doorgeleid vanuit de commissie. Wat bleek was dat het voorgenomen amendement (dat in de raad ingediend zou worden) hier reeds in verwerkt was. Daarnaast is dit aangepaste voorstel niet in het Presidium geweest en ook niet in het college behandeld. Dit roept vraagtekens op en zijn fractie wil graag van de burgemeester weten wat voor procedure hier gevolgd is. Hij heeft nog nooit eerder meegemaakt dat het amendement reeds in een voorstel verwerkt was (de D66 fractie was hierover ook verrast). De VOORZITTER stelt de heer Stremler voor hierover artikel 40 vragen te formuleren. Inzake pagina 12, direct van het gas los, gaf de wethouder in commissie tot 2 keer toe zeer stellig aan het voorstel direct van gas af te gaan niet over te willen nemen, omdat dit problemen zou opleveren met de regelgeving voor het Land van Matena. De heer STREMLER vraagt wat er is veranderd in het Land van Matena dat deze problemen er niet meer zijn. Dit staat niet duidelijk in het verslag. Burgemeester MOERKERKE geeft aan dat men het verslag niet aan kan passen aan zaken die al dan niet gezegd zijn. Wethouder REUWER geeft aan dat er 2 discussies door elkaar liepen: de nieuwbouw kan van gas los, maar er waren (met het winkelcentrum) al afspraken gemaakt waar men niet op terug kan komen. Dat was het verschil. Voor woningen kan het wel, maar voor de rest niet. De heer STREMLER zag het voorzieningencentrum ook als nieuwbouw. Wethouder REUWER zegt dat daar al afspraken voor zijn gemaakt. De heer STREMLER merkt n.a.v. het overgenomen amendement op dat dit in strijd is met de gaswet, waarin de netbeheerder verplicht is te voldoen aan een verzoek voor een gasaansluiting. Inzake de nieuwe gaswet, waarin deze verplichting anders ligt, stelt de adviesafdeling van de Raad van State dat het ongewenst is dat totaal gasaansluitingen verboden worden. Gemeentes zouden de mogelijkheid moeten hebben (voor het geval er geen warmtenet is en andere mogelijkheden niet mogelijk zijn) toch gasaansluitingen te creëren. Helemaal los van gas zal ook in de nieuwe gaswet niet opgenomen worden, dus zoals het nu in het raadsvoorstel staat is het juridisch niet houdbaar. 4

5 Mevrouw VAN ES merkt op dat de heer Stremler de hele discussie opnieuw wil doen aan de hand van de notulen en stelt voor dit gesprek af te sluiten. De VOORZITTER is het hier mee eens en gaat er vanuit dat de wethouder de wijze woorden van de heer Stremler meeneemt. En mocht er iets niet kloppen dat de wethouder hier op terugkomt. De heer STREMLER geeft aan één en ander in art. 40 vragen aan de orde te stellen, maar deze discussie is het gevolg van de confrontatie met een ander raadsvoorstel dan hetgeen is doorgeleid vanuit de commissie. Mevrouw MIDDELKOOP merkt op dat op pagina 9 bij de beantwoording van het college in de tweede termijn staat: afvalbrengstation, terwijl dit gemeentewerf moet zijn. Wethouder Koppenol gaat over de gemeentewerf. Dit wordt aangepast. Het verslag wordt aldus aangepast en vastgesteld. b. 08 januari 2018: De heer LAMMERS merkt op dat op pagina 2, agendapunt 4 staat de heer Lammers kan namens zijn fractie niet met dit voorstel instemmen en over de reden hiervoor kan hij niets zeggen. Dit heeft hij gezegd n.a.v. de opmerking van de voorzitter dat er over de inhoud zelf niets gezegd kan worden. Natuurlijk kan hij er wel wat over zeggen, maar hij heeft er toen voor gekozen niet het debat te zoeken.. Het verslag wordt aldus vastgesteld. 05. Ingekomen en ter inzage gelegde stukken. I. het voorstel om de onder categorie I ingekomen stukken voor kennisgeving aan ten nemen (de betreffende stukken zijn al als ingekomen stuk te boek gesteld en aan de orde geweest in de vergaderingen van de raadscommissies): de raad gaat hiermee akkoord. II. Het voorstel om de onder categorie II ingekomen stukken (die hierbij rechtstreeks te boek worden gesteld ten behoeve van de onderhavige vergadering van de gemeenteraad) als volg te behandelen: II.A. De ingekomen stukken (afkomstig van derden) voor kennisgeving aan te nemen; de raad gaat akkoord met de voorgesteld wijze van afdoening. De heer HOOGEVEEN wenst de brief van de VNG onder A.2 inzake wonen en ondergrond, inzake de sterke relatie met de Omgevingswet, aan het dossier Omgevingswet toe te voegen. Deze brief zal aan het dossier worden toegevoegd. Voor het overige gaat de raad met de voorgesteld wijze van afdoening akkoord. II.B. De ingekomen stukken (afkomstig van derden) in handen te stellen van het college; de raad gaat akkoord met de voorgesteld wijze van afdoening. II.C. De ter inzage gelegde stukken (afkomstig van het college van burgemeester en wethouders) voor kennisgeving aan te nemen: De heer HOOGEVEEN wenst de raadsinformatiebrief onder C.b. inzake het parkeren te agenderen voor de commissie Ruimte, zodat zijn fractie hier aanvullende vragen over kan stellen. Voor het overige gaat de raad met de voorgesteld wijze van afdoening akkoord. II.D. Kennis te nemen van de stand van zaken betreffende aangehouden en aangenomen moties; de raad gaat hiermee akkoord. II.E. Kennis te nemen van de stand van zaken Lange Termijn Agenda; de raad gaat hiermee akkoord. 5

6 II.F. - II.G. Kennis te nemen van de collegebesluiten; de raad gaat hiermee akkoord. Voor het overige zijn er geen bijzonderheden en wordt dit agendapunt afgesloten. 06. Voorstel tot het vaststellen van het Integraal Beleid Leefbaarheid en Veiligheid Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 07. Voorstel tot het bekrachtigen van de geheimhouding op de informatie over het aandeelhouderschap Eneco d.d. 12 januari De VOORZITTER wijst de raad er op dat in een vorige vergadering een deel van de geheimhouding is bekrachtigd en dat deze geheimhouding inhoudelijk geldt en men het dus niet over de inhoud maar wel over de procedure kan hebben. De heer JANSSEN vraagt of portefeuillehouder nog steeds reden ziet om de per 12 januari verstrekte informatie geheim te houden. De heer LAMMERS merkt op dat volgens zijn fractie openbaarheid de regel is en geheimhouding de uitzondering. Om over te gaan tot geheimhouding moeten er door het college zeer zwaarwegende redenen worden aangegeven. Hij vindt echter dat de motivatie hiervoor niet is gegeven, nog dat dit helder wordt omschreven. Een bestuursorgaan moet terughoudend zijn met het opleggen van geheimhouding en alleen in heel bijzondere gevallen af te wijken van openbaarheid. Is dit het geval? Er wordt door het college verwezen naar artikel 10.1 sub c, wet openbaarheid van bestuur. Maar feitelijk wordt er pas een besluit inzake verkoop van aandelen genomen door een nieuwe raad na de verkiezingen. Dus opportuniteit hiervan ontgaat zijn fractie. De aandeelhouderscommissie meet zich volgens zijn fractie een rol aan die er niet is en heeft hier geen formele status. Verder zijn er heel veel gemeenten die nog niet op deze lijn van verkoop zitten en niet aan geheimhouding doen. Dit betekent dat de eigenaren van Eneco verdeeld zijn over de vraag of geheimhouding moet worden opgelegd aan raadsleden. Eerder is gesteld dat onderzoeksjournalisten achter informatie zouden kunnen komen als gemeenteraden niet aan geheimhouding zouden doen. Hij merkt op dat zij dan contact op zouden kunnen nemen met gemeenten zoals bijvoorbeeld Den Haag of Amstelveen, waar men niet aan geheimhouding doet. Waarom geheimhouding? Zijn fractie heeft een amendement opgesteld om het voorgestelde besluit te veranderen in 'we gaan geheimhouding niet bekrachtigen'. Aansluitend dient hij dit amendement in (een afschrift van dit amendement is aan het verslag gehecht). De VOORZITTER geeft aan dat het amendement voldoende is ondertekend en deel uitmaakt van de beraadslagingen. Beantwoording door het college Wethouder VAN EEKELEN vindt het lastig om te spreken over de reden van de geheimhouding, juist omdat deze inhoud geheim is. Degenen die de stukken ingezien hebben zullen begrijpen waarom deze stukken geheim zijn. Over de rest kan gewoon gesproken worden. Verder is met alle gemeenten afgesproken deze stukken geheim te houden. De heer Lammers stelt dat andere gemeenten geen geheimhouding hebben, zij heeft dit echter niet kunnen verifiëren. Verder merkt zij op dat het college graag zo veel mogelijk openbaar en transparant is (de laatste brief is ook openbaar doorgestuurd), maar voor informatie waar geheimhouding op ligt vindt het college het juist (omdat dit met andere gemeenten in afgesproken en Eneco discretie op prijs stelt) om daar ook geheimhouding op te leggen. Inzake de inhoud merkt zij op dat dit een belangrijk dossier is, waarover via de krant ruzie wordt gemaakt en waarover het college de raad zoveel mogelijk op de hoogte wil brengen. Inmiddels loopt er een mediation traject (niet iets waarvan men in het openbaar een tussenstand geeft). Wanneer hierover iets te 6

7 melden valt, zal de wethouder dit uiteraard doen. Zij kan echter niet altijd alle informatie geven. Verder had het college er ook voor kunnen kiezen om dit niet met de gemeenteraad te delen, maar heeft dit wel gedaan en doet het voorstel de geheimhouding te bekrachtigen. De raad in tweede termijn De heer JANSSEN merkt op dat hij precies dit stuk inhoud niet had willen noemen, maar de wethouder heeft bevestigd dat er sprake is van ruzie en bemiddeling. In het tweede ter inzage gelegde stuk staat niets anders dan door wethouder naar voor is gebracht. Als deze informatie al bekend is, waarom moet men het dan geheim houden? De heer LAMMERS vraagt wie er heeft besloten iets geheim te maken. Die vraag moet worden beantwoord. De gemeenteraad heeft een mandaat van de inwoners van Papendrecht en men moet alle informatie transparant krijgen, zodat de burgers kunnen volgen wat er gebeurt. Als de raad instemt met geheimhouding, kan men hier niet over praten. Het gaat er niet om wat anderen doen, wij doen het niet. De vraag is wie tot geheimhouding heeft besloten: is het de aandeelhouderscommissie en hoe is dit tot stand gekomen? Zijn er zaken aan de orde volgens de WOB art sub c.? Nee, die komen pas aan de orde tijdens besluitvorming over verkoop in de zomerperiode. De nieuwe raad zal hier over gaan. Hij kan zich best voorstellen dat men op enig moment (bij de verkoop) tot geheimhouding overgaat, maar het is daar nu veel te vroeg voor. Dit is een voorverkennende fase, geheimhouding is prematuur. Hij wenst er voor te pleiten dat het bestuursorgaan van Papendrecht hier niet in mee gaat. De heer KOSTEN vraagt per interruptie waarom de heer Lammers, in plaats van een amendement in te dienen, niet gewoon tegen het raadsvoorstel stemt. De heer LAMMERS merkt op dat in het amendement een aantal overwegingen wordt aangegeven. De heer KOSTEN vraagt zich af of zijn mondelinge vaardigheden niet goed genoeg zijn om zijn mening kenbaar te maken. De heer LAMMERS antwoordt dat zijn fractie zal tegen stemmen, maar dat het ook goed is om hier over te spreken. Wat vindt men er als volksvertegenwoordiger van? Wat heeft dit voor betekenis, waarom is het geheim, waarom nu en wie heeft hiertoe besloten? Stukken mogen geheim gehouden worden, maar motivatie is vereist. Dat is een voorwaarde die de wet stelt, deze motivatie wordt niet gegeven. Hij wenst hier nadere informatie over. De heer KOSTEN vindt het betoog van de portefeuillehouder, per interruptie, glashelder. De heer JANSSEN merkt per interruptie op dat de wethouder zojuist heeft aangegeven waarom geheimhouding nodig is, dit is de afspraak die is gemaakt tussen een aantal gemeenten. Het college in tweede termijn Wethouder VAN EEKELEN merkt op dat Papendrecht de aandeelhouderscommissie heeft gemandateerd om het verkoopproces in te richten. De aandeelhouderscommissie heeft in dat proces 2 keer een stuk gedeeld met het college en heeft het verstandig geacht dit met geheimhouding te doen. Degenen die de stukken hebben ingezien begrijpen waarom, zij kan de reden niet in het openbaar toelichten. Verder is dit met alle gemeenten afgesproken en kent zij geen gemeente waar deze geheimhouding op deze 2 zaken niet bekrachtigd is. Het heeft in de krant gestaan dat men dat wel heeft geprobeerd, maar dat is niet gebeurd. De heer JANSSEN merkt per interruptie op dat het uit de eerste set stukken duidelijk is waarom iets geheim moet worden gehouden, bij het tweede set stukken begrijp hij dit echter niet. De wethouder heeft een aantal zaken die daarin staan zelf genoemd. Daarom heeft hij een probleem met dit geheim te houden. Wethouder VAN EEKELEN probeert juist deze verwarring op te lossen, het tweede stuk is een reactie op het eerste stuk en het derde stuk (dat openbaar is gestuurd) is de reactie waarin het college aangeeft dat Eneco na de aandeelhoudersvergadering in de krant heeft gezet een onafhankelijke bemiddelaar te willen 7

8 en de reactie van het college daarop. Deze brief heeft zij openbaar met de raad gedeeld. Inmiddels is dit openbaar en het feit dat mediation aan de gang is. Daar hoeft dus geen geheimhouding op te liggen. Op de eerste 2 stukken wel en omdat de tweede een reactie is op het eerste, is het verstandig hier ook geheimhouding op te leggen. Zij geeft nogmaals aan geen gemeente te kennen waar dit niet is gebeurd. De heer LAMMERS merkt per interruptie op dat hij vandaag op een symposium in Rotterdam is geweest, waar hij heeft gesproken met heel veel mensen die veel over Eneco weten (niet de eerste de beste mensen)en die deze geheimhouding ook flauwekul vinden. Er is geen helderheid over de motivatie hierachter. Wethouder VAN EEKELEN vindt het duidelijk waarom er sprake is van geheimhouding en geeft aan dat men transparant is daar waar dat mogelijk is. Zij begrijpt het amendement niet en ontraadt het. De heer JANSSEN vraagt om een korte schorsing om het amendement te beoordelen. Vóór de stemming over het amendement en het voorstel wenst hij een stemverklaring af te leggen. Aansluitend schorst de VOORZITTER de vergadering om uur en heropent deze om uur. De VOORZITER vraagt de heer Lammers of hij het amendement in stemming wil laten brengen. De heer LAMMERS bevestigt dit. Aansluitend wordt het amendement is stemming gebracht en wordt het met 1 stem vóór en 20 stemmen tegen verworpen. Stemverklaring De heer JANSSEN: tijdens de schorsing hebben wij een besloten overleg gehad, voor ons is de motivatie duidelijk geworden, de fractie van het PAB gaat dus akkoord. Ik pleit er wel voor om in de komende tijd beter bijgepraat te blijven, als het moet in een zelfde besloten overleg. Soms is dat nodig. Aansluitend wordt het raadsvoorstel in stemming gebracht en wordt dit met 20 stemmen vóór en 1 stem tegen aangenomen. 08. Voorstel tot het kennisnemen van het Normenkader rechtmatigheid Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 09. Voorstel tot het vaststellen van de Financiële Verordening gemeente Papendrecht De heer LICHTENBERG merkt op dat dit voorstel uitgebreid in de commissie is besproken, dat het college met een goede aanpassing is gekomen, waar zijn fractie zich goed in kan vinden en van harte vóór zal stemmen. De heer LAMMERS is het daar helemaal mee eens. De heer JANSSEN zegt dat het PAB tevreden is met de doorgevoerde wijzigingen, in de bestuursrapportage zijn er nu wel momenten waarop de raad geïnformeerd wordt en bij kan sturen. Wel is er de kwestie van autorisatie op taakvelden, vooral het mogelijke rechtmatigheidsprobleem als het college tussen taakvelden wil schuiven. Hij heeft de portefeuillehouder gevraagd hoe andere gemeenten hier mee omgaan en hier een mager antwoord op gekregen. Vervolgens is hij direct naar een bekende uit de commissie BBV gestapt, die nogmaals bevestigde dat als de gemeenteraad budgetten autoriseert op het niveau van de taakvelden, het college in principe de gemeenteraad toestemming moet vragen om tussen taakvelden budget over te hevelen. Dit is een logisch gevolg van de keuze om het budgetrecht van de gemeenteraad op een dieper niveau te leggen. Er worden echter in het land allerlei varianten bedacht, de meest gebruikte is: toestaan dat (met verantwoording achteraf) het college binnen de 10 thema's kan schuiven. Dit om te voorkomen dat bijvoorbeeld geld voor onderwijs wordt uitgegeven aan sport, of het budget voor veiligheid aan bestuur en ondersteuning. Het nu voorliggende voorstel lijkt ook 8

9 op deze meest gebruikte variant, maar is wel voor meerdere uitleg vatbaar. Hierover heeft hij deze week contact opgenomen met de wethouder en nodigt haar hier uit duidelijkheid te verschaffen door en public te bevestigen dat met de term programma's in het voorstel ook nadrukkelijk de 10 thema's worden bedoeld en dat het inderdaad aan de nieuwe raad is om de definitieve programma's vast te stellen. Bijvoorbeeld op basis van een coalitieakkoord of collegeprogramma. Dit heeft hij op deze manier bevestigd gekregen, maar vindt het handig dit ook en plein public bevestigd te krijgen. Uiteraard zal zijn fractie dan instemmen met het voorliggende voorstel. Mevrouw KARSO is namens haar fractie content met de aanpassing in het voorstel, om op het juiste moment de juiste informatie te ontvangen en sluit aan bij de gedachten die zijn geuit in de BCA. Het college in eerste termijn Wethouder VAN EEKELEN vindt het fijn dat er veel instemming is voor het voorstel. Zij heeft aan dat er n.a.v. het verzoek van de heer Janssen onderzoek is gedaan naar hoe anderen hier mee omgaan. Het lastige hierbij is dat heel veel gemeenten het nog niet hebben aangepast. Papendrecht is vrij vroeg, er is zelfs regelgeving uit december verwerkt. Papendrecht is één van de eerste die de financiële verordening heeft aangepast. Het is inderdaad zo bij het verschuiven binnen programma's (een groep taakvelden, sommige mensen hebben het over thema's, maar volgens de modelverordening heet het een programma en er zijn 10 thema's), dat de raad autoriseert op taakveldniveau en het college bevoegdheid heeft om binnen een thema/programma van taakveld te wisselen, waarbij dit natuurlijk inzichtelijk wordt gemaakt en de raad hier achteraf iets over te zeggen heeft. Dit om autorisatie en slagkracht in balans te brengen. Zij bevestigt hiermee wat de heer Janssen hier over zei en wellicht is Papendrecht hiermee een referentie voor andere gemeenten. Zonder verdere beraadslaging en met hoofdelijke stemming wordt vervolgens unaniem vóór het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 10. Voorstel tot het instemmen met de zienswijze op de geactualiseerde Meerjarenbegroting 2018 en de Perspectiefnota 2018 GR Drechtsteden. De VOORZITTER geeft aan dat dit op verzoek van de heer Lichtenberg een bespreekstuk is geworden en geeft hem het woord. De heer LICHTENBERG merkt op dat iedereen voor dit oorspronkelijke hamerstuk zal stemmen en dat het past in de lijn die Papendrecht heeft ingezet. Wat men niet heeft gedaan is de Drechtstedendinsdag voorbereiden, daarom vindt hij dit het moment om hierover van gedachten te wisselen. Deze zienswijze wordt dinsdag behandeld, samen met de geactualiseerde begroting en perspectiefnota van de regio. Als fractie heeft het CDA de zienswijzen van andere gemeenten gelezen en daaruit valt grosso modo de volgende lijn te destilleren: Papendrecht en Hendrik Ido-Ambacht zullen de begroting steunen, voor Sliedrecht geldt datzelfde, maar roept wel op bezuinigingsmaatregelen te zoeken. Alblasserdam heeft een beweging gemaakt om ruimte te scheppen in hun eigen begroting om deze begroting ook te steunen, maar roept op niet zover te gaan als deze begroting vraagt en in de bestuursrapportage met besparingsmogelijkheden te komen en de begroting met 1,2 miljoen naar beneden bij te stellen. Of dat gaat leiden tot een amendement uit Alblasserdam weet hij niet. Hij vond de reactie van Alblasserdam constructief en op inhoud gericht. Hardinxveld-Giessendam vindt het een mooie begroting, maar vindt dat er meer wordt gevraagd dan TrapOp TrapAf (dat men steunt) en dat wordt lastig. Hier is geen rekening mee gehouden en men vraagt dit uit te smeren over 2 jaar en besparingsmogelijkheden aan te reiken. Zijn zorg gaat over de zienswijzen van Dordrecht en Zwijndrecht (zij lijken deels zelfs letterlijk op elkaar), beide zienswijzen zeggen dat zij de nul lijn van de oorspronkelijke begroting willen en niet TrapOp TrapAf. Zij doen ook nadrukkelijk pogingen om iedereen binnen de gemeenten hier unaniem achter te krijgen en aanstaande dinsdag vanuit deze gemeentelijn te stemmen. Maandag heeft men hier binnen de Dordtse commissie toe opgeroepen en in Zwijndrecht heeft men dit ook gedaan. Kijkend naar de inhoud van de zienswijzen geeft Zwijndrecht aan de bestuurlijke besluitvorming (inclusief TrapOp TrapAf) wel te delen, maar dat men vindt dat er niet gezocht is naar besparingsmogelijkheden en men daarom toch voor de 9

10 nullijn wil kiezen. Als raadsleden van Zwijndrecht daarop bevraagd worden, geven zij aan deels voor de groeiagenda en TrapOp TrapAf te zijn, maar niet voor zoveel. Raadsleden leggen de nullijn iets anders uit dan in de zienswijze zelf staat. Hij heeft de indruk dat ook in Dordrecht bij raadsleden bewegingsruimte aanwezig is, ook daar bestaan misverstanden of men wel of niet voor de TrapOp TrapAf methodiek is. Een aantal raadsleden onderschrijft TrapOp TrapAf wel, maar geeft aan dat Dordrecht financieel in de zorgen zit. In Dordrecht lijkt er vanuit het college gezegd te worden dat er financieel geen rekening is gehouden met TrapOp TrapAf, terwijl dit wel het geval is. In Zwijndrecht is dit echter niet gebeurd. Hij verzoekt de collega's de Papendrechtse lijn vast te houden vóór de begroting, groeiagenda en investeren en hij hoopt dat zijn collega's binnen hun eigen politieke fracties proberen hun collega's vanuit Dordrecht en Zwijndrecht te bewegen op waar hun ruimte zit. Als men allemaal tegen stemt, zou het voorstel in eerste instantie afgestemd kunnen worden en heeft men een probleem en geen vastgestelde begroting, een begroting waar Hardinxveld-Giessendam niet in zit en waar geen geld is voor de groeiagenda en waar een politiek probleem ontstaat, omdat 2 gemeenten de samenwerking aan het opblazen zijn. Dit moet men niet willen. Er moet dinsdag (naar het midden) bewogen worden. Dit betekent dat Papenrecht best het standpunt kan vasthouden, maar realistisch moet zijn en eventueel naar het midden kan bewegen en genoegen nemen met een begroting die wat minder ruimte biedt voor de Groeiagenda en er misschien naar besparingsmogelijkheden gezocht gaat worden. Men moet vooral proberen over de politieke lijnen saamhorigheid te kweken. Als men elkaar vanuit de gemeentelijnen vanuit de loopgraven blijft bevestigen,gaat het niet de goede kant op met de regio. Hij wenst deze oproep te doen en vindt het bijzonder dat Hardinxveld-Giessendam met hun zienswijze wel een goede middenweg aangeeft en wenst hen daar een compliment voor te geven. Hij hoopt dat de andere gemeenten zich daar ook naartoe zullen bewegen. Wethouder VAN EEKELEN vindt dit een mooie oproep en adviseert de raadsleden hieraan gehoor te geven. Tweede termijn van de raad De heer JANSSEN geeft aan (ook in de regio) niet met fracties te werken, maar de oproep mee te zullen nemen naar zijn lokale groep. Zonder verdere beraadslaging en met hoofdelijke stemming wordt vervolgens unaniem vóór het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 11. Voorstel tot het vaststellen van het krediet voor vervanging van de toplaag van het kunstgrasveld V.V. Drechtstreek. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 12. Voorstel tot het vaststellen van de 5e wijziging Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 13. Voorstel tot het vaststellen van de wijziging van de Verordening Beschermd Wonen en Opvang. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 14. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet om het pand Boeieraak geschikt te maken voor gebruik door het Jeugd- en Jongerenwerk. Stemverklaring 10

11 De heer DE HAAS: de VVD zal instemmen met dit raadsvoorstel maar heeft eerder gemerkt dat de communicatie vanuit de gemeente beter kon, zoals bij een aankondiging van een scholendorp in het Oostpolderpark. Toen heeft het college aangegeven dat het voorstaan beter zou moeten. Nu worden dezelfde omwonenden weer geconfronteerd met een nieuw plan in hun omgeving, waarbij het onduidelijk is wat er met de rest van de Boeieraak gaat gebeuren. Ik verwacht dat de gemeente bij het verdere verloop van dit traject de omwonenden beter gaat informeren. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 15. Initiatiefvoorstel tot het plaatsen van een beeltenis van Z.M. de Koning in de raadzaal. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel besloten. 16. Initiatiefvoorstel tot het aanbrengen van een tekst van een grondrecht uit de Grondwet in de hal van het gemeentehuis. Stemverklaring De heer STREMLER: de PAB-fractie vindt het jammer dat behalve artikel 1 ook artikel 7, betreffende de vrijheid van meningsuiting, niet zichtbaar wordt gemaakt in de hal van het gemeentehuis. Een zeer passende plek om artikel 7 zichtbaar te maken, in wat ook wel het huis van de democratie wordt genoemd. Democratie en vrijheid van meningsuiting horen bij elkaar, omdat vrij je mening kunnen uiten voorwaarde is voor een democratische samenleving. De PAB-fractie hoopt dat ooit alsnog artikel 7 naast artikel 1 getoond zal worden in de hal van het gemeentehuis. Met deze verklaring stemt men in met het voorstel. Zonder verdere beraadslaging en met hoofdelijke stemming wordt vervolgens unaniem conform het voorste besloten. 17a en 17b. Motie vreemd aan de orde van de dag van het OP inzake hondenpoep en een schoner Papendrecht zonder hondenoverlast van het CDA. De heer LAMMERS wenst een motie in te dienen die in relatie is met de motie van het CDA inzake overlast hondenpoep (een afschrift van de motie is aan het verslag gehecht). Zijn fractie is het hiermee eens en zal deze steunen. Tegelijkertijd vindt zijn fractie dat de inwoners gefaciliteerd en de goede weg gewezen moeten worden, met een idee uit de oude doos. Daarom verzoekt zijn fractie het college met een voorstel komen om een aantal hondenpoepafvalbakken met plastic zakjes te plaatsen in Papendrecht. Het valt zijn fractie op dat er heel veel hondenpoep op straat ligt en vindt dat men daar gezamenlijk wat aan moet doen. Als overheid moet men strenger worden, maar ook helpen met het opruimen hiervan: een 2 sporenbeleid. De heer STREMLER verzoekt om een schorsing om de moties te lezen. Verder is de motie van OP een vervolg op die van het CDA en dient die van het CDA eerst behandeld te worden. Aansluitend stelt de VOORZITTER een schorsing voor. Mevrouw MIDDELKOOP verzoekt ook haar motie voor de schorsing toe te lichten (een afschrift van de motie is aan het verslag gehecht). De heer LICHTENBERG vindt het juist dat de motie van het CDA (die door zijn fractie is rondgestuurd aan de fracties) eerst behandeld wordt, gevolgd door die van OP, die in reactie op de CDA motie is gekomen. De VOORZITTER neemt deze suggestie over. 11

12 Mevrouw MIDDELKOOP licht de motie van de CDA-fractie toe. Hondenoverlast staat bovenaan de lijst van ergernissen, zoals men heeft kunnen lezen in het integraal beleid leefbaarheid en veiligheid. Om deze reden dient haar fractie deze motie in: een schoner Papendrecht zonder hondenoverlast. Honden maken deel uit van onze samenleving en veel inwoners beleven er dagelijks veel plezier aan. Als we klagen over honden heeft dit meestal te maken met uitwerpselen of loslopen, dat heeft meer te maken met hondenbezitters dan met de honden zelf. De honden mogen hun behoefte niet doen in de openbare ruimte binnen de bebouwde kom. Het gebeurt echter veelvoudig. Als zij hun kleinkinderen uit school halen moeten zij eerst de schoenen van de kleinkinderen controleren voor zij naar binnen kunnen. Hondenbezitters zijn verplicht de uitwerpselen van hun hond op te ruimen. Omdat blijkt dat veel gemeenten goede ervaringen hebben met de regel dat inwoners die hun hond uitlaten een opruimmiddel bij zich moeten hebben en dat dit het opruimgedrag stimuleert en het vastgestelde beleid beter handhaafbaar maakt. Om deze reden zou haar fractie graag zien dat dit punt van de APV hierop aangepast wordt. Aansluitend schorst de VOORZITTER de vergadering om uur en heropent de vergadering om uur. De beide moties zijn ingediend, voldoende ondertekend en maken deel uit van de beraadslagingen. De raad in eerste termijn De heer VERWEIJ heeft 2 opmerkingen over de tekst van de motie van het CDA: er wordt gesproken over hondenoverlast, waarbij hij meer denkt aan zwerfhonden die in Roemenie op straat lopen, dit is niet correct verwoord. En bij constaterende dat honden hun behoefte niet in de openbare ruimte mogen doen. Zij mogen dit wel doen, maar dit moet opgeruimd worden. Inhoudelijk vindt zijn fractie dit een lastige zaak die tot willekeur leidt. Er moet gehandhaafd worden op het neergooien van rommel waar het niet hoort. Dit lukt niet altijd en in tegenstelling tot in de algemene zin openbaar rommel gooien, wordt het toegespitst op hondenbezitters. Verder vindt zijn fractie het vreemd dat alleen hondenbezitters een deugdelijke opruimmiddel moeten hebben. Hij zou graag zien dat mensen die roken hun peuken opbergen in een zakje of kinderen die blikjes in een plastic zakje opruimen. Verder kan het voorkomen dat hondenbezitters hun plastic zakje al gebruikt hebben en alsnog beboet worden als hun hond toevallig nog een keer poept en zij geen zakje meer hebben. Hij vindt hij dat deze betuttelende extra regel mensen uitnodigt om een plastikzakje aan de riem te doen, die ze daar het hele jaar laten zitten en de hondenpoep niet op te ruimen. De afspraak is dat men opruimt wanneer de hond poept. Als men dat niet doet krijgt men een boete. Ga hier geen regel voor verzinnen, voordat men deze kan overtreden. Het gaat om het opruimen van de uitwerpselen, niet over het bij zich hebben van een plastikzakje. De heer LAMMERS geeft aan dat met deze moties gepoogd is de ernst van de situatie aan te geven. Iedereen ergert zich aan rommel in de openbare ruimte. Er zijn een honderdtal zappers in de gemeente, maar het gaat nu om hondenpoep. Het is goed als men met elkaar dit signaal uit de samenleving oppakt en het college oproept met een goed voorstel te komen. Uiteraard kan men daar altijd in de commissies nog over te spreken en iets van te vinden. De moties zijn een signaal aan het college dit op te pakken. De motie van het CDA zet meer in op de APV, misschien meer Boa's om de handhaving goed te doen. De motie van OP roept aan de ene kant op iets strenger te zijn op het handhaven en aan de andere kant bewoners in staat te stellen plastikzakjes te pakken bij een hondenpoepbak. Als raad moet men aan de samenleving laten zien dat men hun klachten serieus neemt. Hij hoopt dat beide moties worden aangenomen, zodat het college in staat wordt gesteld met een voorstel te komen richtig de raad. De heer DE HAAS vindt namens zijn fractie dat iedereen zijn eigen rommel moet opruimen. De VVD heeft veelvoudig gepleit om het aantal regels te verminderen in de APV en een extra regel verandert niet het gedrag van mensen. Feit blijft dat hondenpoep een grote ergernis is en opgeruimd dient te worden. Maak gebruik van het beleidsplan Leefbaarheid en Veiligheid en handhaaf. 12

13 Mevrouw VAN ES geeft aan dat D66 in hun vorige verkiezingsprogramma heeft opgenomen dat de hondenbelasting werd afgeschaft. Dat is inmiddels ook gebeurd en daarmee is de reden die men noemde (ik betaal er toch voor) om hondenpoep niet op te ruimen weggevallen. Er ligt een grotere verantwoordelijkheid bij mensen zelf om hun eigen rommel op te ruimen. Als zij het goed begrepen heeft (en zou hier van het college graag een antwoord op krijgen) is het aantal klachten over hondenpoep afgenomen. Wat wil de samenleving? Een aantal mensen dat haar hierover heeft benaderd geeft aan graag met de gemeente in gesprek te gaan, om tips en aanvullende wensen (inzake hondenuitlaatplekken) kenbaar te maken. Zij vindt het een goed idee om met mensen in gesprek te gaan en uiteindelijk een gedragsverandering te stimuleren. Inzake de motie van OP en de gevolgen hiervan: wanneer men bakken neerzet met plastikzakjes zal dit er in resulteren dat de verantwoordelijkheid wordt verschoven van de individuele hondenbezitter naar de gemeente. De gemeente moet zorgen voor de bakken en zakjes en de reden om niet op te ruimen zal ook bij de gemeente worden gelegd: geen zakjes of geen bak. Haar fractie vindt dat dit een slecht signaal afgeeft en zal deze motie niet steunen. Ook in de motie van het CDA, meer regels en vooraf handhaven, gelooft haar fractie niet. Wat men wil is dat mensen zich zelf verantwoordelijk voelen, elkaar er op aanspreken en alle tips die zij zelf hebben gebruikt worden om het beleid aan te scherpen of communicatie te verbeteren. Zij krijgt graag de toezegging van het college dat dit op deze manier wordt opgepakt. Haar fractie stemt tegen de motie van het CDA. De heer DEN DEKKER daagt de heer Verweij uit een blikje en hondenpoep met blote handen op te pakken, zodat hij begrijpt waarom er voor hondenpoep een zakje nodig is. Zijn fractie zal de motie van het CDA steunen, in heel veel gemeente is deze regel al ingevoerd. Verder noemt hij het afschaffen van de hondenbelasting en de verantwoordelijkheid en normaal sociaal gedrag dat men van hondenbezitters mag verwachten. De motie van OP vindt zijn fractie wel vreemd: overal bakken neerzetten met plastikzakjes. Eerst verbieden en dan plastic zakjes geven om het mogelijk te maken is hetzelfde als met een scholier mee te lopen met een afvalzak, zodat deze zijn blikje weg kan gooien. Zijn fractie steunt deze motie niet. De heer SCHOTTING vindt het geweldige moties, ware het niet dat er binnen de APV afspraken zijn: men wordt geacht op te ruimen. In hoeverre wil men mensen gaan dwingen om zakjes mee te nemen en hier extra regels voor maken. Het gaat vooral over opruimen, men moet hierin niet over de top gaan. Gisteren heeft hij nog meegemaakt dat er iemand beboet werd. Hoe ver moet je gaan? De motie van het CDA: zijn fractie is heel erg voor opruimen en handhaven, maar hoe ver wil je daarin gaan? Niet zo ver als deze motie vraagt. De motie van OP vindt zijn fractie geen slecht idee (meer bakken plaatsen), maar de reden om deze motie niet te steunen is, dat er in Nederland in supermarkten geen plastikzakjes meer gegeven worden en men nu geen bakken met plastikzakjes kan plaatsen, omdat dit ten opzichte van het milieu geen goede zaak is. Het college ter beantwoording Burgemeester MOERKERKE geeft aan dat het een dilemma is: hij snapt het gevoel, hondenpoep is één van de grootste ergernissen van inwoners. In het verleden heeft men een aantal pogingen gedaan, waaronder het gratis hondenpoepzakjes ophalen, waar nauwelijks gebruik van is gemaakt. Deze proef is in ieder geval gestrand. Ook is er het beleid dat hondenpoepzakjes in iedere prullenbak gedeponeerd mogen worden en zijn er extra prullenbakken voor dat doel neergezet. Alleen is de hondenbelasting afgeschaft, dat het middel was om deze extra bakken te kunnen plaatsen. Er is geen budget om dit extra te doen. Verder is het een lastige discussie: moet een eigenaar beboet wanneer hij wordt betrapt of moet met dit d.m.v. zakjes doen? Hier zijn heel veel verschillende meningen over, moet je het met één zakje doen en wat als je ene zakje op is? Dit blijft een lastige discussie. Een middel om de gedragsverandering voor elkaar te krijgen is er eigenlijk niet. Hij stelt voor het anders aan te pakken: door 2 x per jaar een week waarin extra voorlichting wordt gegeven, met daaraan vast 1 handhavingsdag. De eerste week zal ook een aantal vragen worden gesteld aan hondenbezitters over een eventuele oplossing (waarbij deze 2 13

14 onderdelen meegenomen worden). Hij stelt voor nog geen beslissing te nemen op het voorstel dat hier ligt, maar hier na de eerste week op terug te komen en ook de Boa's om input te vragen. Hij legt het voorstel voor om zich nog niet op de oplossing zelf te richten, maar op de input hiervan van de inwoners en Boa's. Tweede termijn van de raad De heer STREMLER is het namens zijn fractie eens met het voorstel van de voorzitter. De heer VERWEIJ merkt op dat plastic zakjes voor blikjes met restvocht een goede oplossing zijn. De heer LAMMERS kan niet instemmen met het voorstel van de voorzitter. Het probleem is dat de zaken vooruit geschoven gaan worden. Als men eerst nog ergens naar gaat kijken, is de kans groot dat er over een jaar nog niets is gebeurd. Polderen is echt Nederlands, daarom komt er ook weinig van de grond. Deze moties geven een signaal af vanuit de samenleving naar het college, om met een voorstel te komen dat concreter is dat het inventariseren bij inwoners en Boa's. Het is eigenlijk al bekend wat zij er van vinden. Hij adviseert de moties aan te nemen en het het college de mogelijkheid te geven met een voorstel te komen, zodat één en ander concreter wordt en men richting de samenleving beter uit kan leggen dat men er echt wat aan wil doen. Mevrouw MIDDELKOOP geeft aan dat zij dit bij de bespreking van het integraal beleid leefbaarheid in de commissie ook al heeft aangekaart. De voorzitter sprak daar ook over de 2 handhavingsdagen, de enige plus die er gekomen was, ondanks het feit dat het zo hoog op de lijst stond. Handhavers zeggen zelf dat het een lastige zaak is om mensen te betrappen. Verder is zij het niet eens met het betoog van de heer Verweij dat hondenpoep geen deel uitmaakt van hondenoverlast. De heer VERWEIJ is het hier per interruptie niet mee eens, hij heeft gezegd dat de hondenpoep opgeruimd moet worden, maar dat het gaat om hondenpoepoverlast en niet om hondenoverlast (zwerfhonden door de gemeente, bijtincidenten, etc.). Mevrouw MIDDELKOOP vindt hondenpoep overlast. Ook scholen kampen met dit probleem en kinderen kunnen niet in het gras spelen, er moet iets aan gebeuren. Op deze manier komt er geen oplossing. De heer VERWEIJ zegt per interruptie dat er een oplossing komt wanneer er gehandhaafd wordt. Hij heeft in zijn omgeving in heel 2017 nog niet 1 handhaver gezien die een overtreder aansprak. Geen nieuwe regels verzinnen als er niet wordt gehandhaafd. Mevrouw MIDDELKOOP geeft aan dat mensen zich niet makkelijk laten betrappen. Veel gemeenten hebben deze regel ingesteld en het blijkt dat het preventief werkt. De heer VERWEIJ merkt per interruptie op dat het blijft willekeur blijft en tot discussies blijft leiden. Er moeten mogelijkheden gegeven worden om goed en meer te handhaven. Hij geeft nogmaals aan in heel 2017 nog niet 1 handhaver in zijn buurt te hebben gezien. Mevrouw MIDDELKOOP snapt dat de VVD er geen regels bij wil, maar soms zijn er extra regels nodig. Zij geeft ook aan er nog nooit getuigen van te zijn geweest dat iemand beboet is. Zij is benieuwd naar het antwoord van de wethouder inzake het aantal klachten genoemd door mevrouw Van Es. Mevrouw VAN ES heeft begrepen dat het aantal klachten over hondenpoep is afgenomen. Zij vraagt of dit klopt. Zij is blij met de informatie/handhavingsdagen en de vraag naar inbreng van de hondeneigenaren. De heer LAMMERS vindt het per interruptie logisch dat de meldingen afnemen wanneer het beleid faalt. Mevrouw VAN ES vindt dat het (afnemen van het) aantal klachten wel iets zegt. Zij merkt op dat de gemeenteraad er is om besluiten te nemen, maar wanneer men een gedragsverandering wil binnen een bepaalde groep, is deze groep de expert op dit gebied en is participatie een goed idee. 14