Hartfalen in de dagelijkse praktijk: patiëntenkenmerken, diagnostiek en behandeling*

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hartfalen in de dagelijkse praktijk: patiëntenkenmerken, diagnostiek en behandeling*"

Transcriptie

1 14 Wong SL, Edwards MJ, Chao C, Tuttle TM, Noyes RD, Woo C, et al. Predicting the status of the nonsentinel axillary nodes: a multicenter study. Arch Surg 2001;136: Chu KU, Turner RR, Hansen NM, Brennan MB, Bilchik A, Guiliano AE. Do all patients with sentinel node metastasis from breast carcinoma need complete axillary node dissection? Ann Surg 1999;229: Turner RR, Chu KU, Qi K, Botnick LE, Hansen NM, Glass EC, et al. Pathologic features associated with nonsentinel lymph node metastases in patients with metastatic breast carcinoma in a sentinel lymph node. Cancer 2000;89: Kamath VJ, Giuliano R, Dauway EL, Cantor A, Berman C, Ku NN, et al. Characteristics of the sentinel lymph node in breast cancer predict further involvement of higher-echelon nodes in the axilla. Arch Surg 2001;136: Rahusen FD, Torrenga H, Diest PJ van, Pijpers RJ, Wall E van der, Licht J. Predictive factors for metastatic involvement of nonsentinel nodes in patients with breast cancer. Arch Surg 2001;136: Fisher ER, Swamidoss S, Lee CH, Rockette H, Redmond C, Fisher B. Detection and significance of occult axillary node metastases in patients with invasive breast cancer. Cancer 1978;42: Trojani M, de Mascarel I, Bonichon F, Coindre JM, Delsol G. Micrometastases to axillary lymph nodes from carcinoma of the breast: detection by immunohistochemistry and prognostic significance. Br J Cancer 1987;55: De Mascarel I, Bonichon F, Coindre JM, Trojani M. Prognostic significance of breast cancer axillary lymph node micrometastases assessed by two special techniques. Br J Cancer 1992;66: Aanvaard op 19 maart 2003 Oorspronkelijke stukken Hartfalen in de dagelijkse praktijk: patiëntenkenmerken, diagnostiek en behandeling* m.j.lenzen, j.p.ottervanger, w.j.m.scholte op reimer, c.m.h.b.lucas, m.l.simoons en e.boersma Hartfalen hangt samen met een hoge morbiditeit en sterfte en is een van de belangrijkste redenen voor ziekenhuisopname, met name bij ouderen. 1-3 De belangrijkste oorzaken voor het ontstaan van hartfalen zijn ischemische hartziekte en hypertensie. 4 Vooral de verbeterde behandeling van het hartinfarct heeft door een relatief lage vroege sterfte de incidentie en prevalentie van hartfalen doen toenemen. 3 Zowel in Europa als in Nederland zijn richtlijnen met betrekking tot diagnostiek en behandeling opgesteld, die voornamelijk zijn gebaseerd op de resultaten van klinisch-wetenschappelijk onderzoek. 5-8 Patiënten die in dergelijk onderzoek werden bestudeerd, kunnen wat betreft kenmerken en uitkomsten echter in belangrijke mate afwijken van patiënten uit de dagelijkse praktijk. 9 Om de behandeling van patiënten met hartfalen in de dagelijkse praktijk te bestuderen is de EuroHeart survey on heart failure ontwikkeld, als onderdeel van het EuroHeart survey-programma, waarin onder andere wordt bestudeerd in hoeverre bestaande richtlijnen in *Dit onderzoek werd deels eerder gepubliceerd in European Heart Journal met als titels The EuroHeart failure survey programme a survey on the quality of care among patients with heart failure in Europe. Part 1: patient characteristics and diagnosis (2003;24:442-63) en The EuroHeart failure survey programme a survey on the quality of care among patients with heart failure in Europe. Part 2: treatment (2003;24:464-74). Erasmus Medisch Centrum, Thoraxcentrum, afd. Cardiologie, H554, Dr. Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam. Hr.drs.M.J.Lenzen, gezondheidswetenschapper; mw.dr.w.j.m.scholte op Reimer, gezondheidswetenschapper-epidemioloog; hr.prof.dr.m.l. Simoons, cardioloog; hr.dr.ir.e.boersma, klinisch epidemioloog. Isala Klinieken, afd. Cardiologie, Zwolle. Hr.dr.J.P.Ottervanger, cardioloog. Academisch Ziekenhuis, afd. Cardiologie, Maastricht. Mw.dr.C.M.H.B.Lucas, cardioloog (thans: Rijnland Ziekenhuis, afd. Cardiologie, Leiderdorp). Correspondentieadres: hr.drs.m.j.lenzen (m.lenzen@erasmus.mc.nl). samenvatting Doel. Inventarisatie van algemene kenmerken, diagnostiek en behandeling van patiënten met hartfalen. Vergelijking van patiënten in de dagelijkse praktijk met die opgenomen in geneesmiddelenonderzoek. Evaluatie van de toepassing van bestaande richtlijnen betreffende de diagnostiek en de behandeling van hartfalen. Opzet. Observationeel onderzoek. Methode. Gegevens werden verzameld van patiënten met hartfalen die waren opgenomen in een ziekenhuis in de periode 1 maart-31 augustus Inclusiecriteria waren: de klinische diagnose hartfalen of behandeling met een lisdiureticum om een andere reden dan nierfalen. Dit onderzoek maakte deel uit van de EuroHeart survey on heart failure, die plaatsvond in 115 Europese ziekenhuizen (24 landen), waarvan 2 in Nederland. Resultaten. In Nederland werden gegevens verzameld van 101 patiënten en in geheel Europa van patiënten. In de Nederlandse groep was de gemiddelde leeftijd 68 jaar en 43% was vrouw. Ischemisch hartlijden had 71% van de patiënten, kleplijden 49% en 35% van de patiënten was bekend wegens hypertensie. Bij 90% van de patiënten werden ECG, thoraxfoto en echocardiogram gemaakt. Echocardiografie werd minder vaak verricht bij oudere patiënten en bij patiënten op een niet-cardiologische afdeling. Bij 64% was er een systolische linkerventrikel(lv)-disfunctie. Diuretica werden gebruikt door 87%, angiotensineconverterend-enzym(ace)-remmers door 68%, bètablokkers door 32%, digitalis door 50%, calciumantagonisten door 25% en spironolacton door 7% van de patiënten. Nederlandse patiënten vertoonden grote overeenkomsten met patiënten elders uit Europa. Tussen de populatie uit dit onderzoek en uit gerandomiseerde klinische studies bestonden belangrijke verschillen, onder andere in leeftijd, geslacht en systolische LV-disfunctie. Conclusie. Hoewel de verrichte diagnostiek bij patiënten met hartfalen vaak conform de richtlijnen was, werd een belangrijk deel van de patiënten slechts gedeeltelijk volgens de richtlijnen behandeld. Patiënten met hartfalen in de dagelijkse praktijk verschilden van patiënten in klinische studies. Ned Tijdschr Geneeskd mei;148(19) 943

2 de praktijk toegepast worden, of er belangrijke verschillen bestaan tussen patiënten in de dagelijkse praktijk en in klinisch-wetenschappelijk onderzoek en of er een relatie is tussen het al of niet volgen van richtlijnen en uitkomsten van behandeling. 910 In dit artikel beschrijven wij de diagnostiek en de behandeling van Nederlandse en Europese patiënten die in dit onderzoek participeerden. methode De EuroHeart survey on heart failure werd in Nederland uitgevoerd in twee ziekenhuizen: het Medisch Centrum Rotterdam-Zuid, locatie Zuider (voorheen Zuiderziekenhuis) en het Erasmus Medisch Centrum (voorheen Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt). Goedkeuring voor uitvoering werd verkregen van de medisch-ethische toetsingscommissies van beide ziekenhuizen. In Europa namen 115 ziekenhuizen, verdeeld over 24 landen deel aan het onderzoek. Gedurende een aaneengesloten periode van 6 weken, tussen 1 maart-31 augustus 2000, werden alle ontslagen patiënten die opgenomen waren op een interne, geriatrische, cardiologische of cardiochirurgische afdeling gescreend op hartfalen. Patiënten kwamen voor inclusie in aanmerking wanneer tenminste één van de volgende criteria in het medisch dossier was vermeld: een diagnose hartfalen tijdens de huidige opname, een diagnose hartfalen in de voorgaande 3 jaar gesteld, of een behandeling met een lisdiureticum om een andere reden dan nierfalen binnen 24 uur vóór ontslag. Met behulp van het medisch dossier werd een veelheid aan gegevens, waaronder medische voorgeschiedenis, reden van opname, diagnostiek en behandeling, geregistreerd. Drie maanden na ontslag werd nagegaan of patiënten nog in leven waren en of zij opnieuw waren opgenomen, waarna deze patiënten werden uitgenodigd voor een interview. Bij het analyseren werd voornamelijk gebruikgemaakt van beschrijvende statistiek. Voor de vergelijking van de onderzoekspopulatie met patiënten die deelnamen aan gerandomiseerde geneesmiddelenstudies werd een selectie gemaakt van de grotere geneesmiddelenstudies waarnaar in de richtlijnen verwezen wordt TABEL 1. Patiëntenkenmerken en prognose van patiënten met hartfalen; vermeld zijn aantallen (%), tenzij anders aangegeven Nederland overig Europa (n = 101) (n = ) gemiddelde leeftijd in jaren (SE) 68 (1,0) 71 (0,13) leeftijd 80 jaar 20 (20) (27) vrouwen 43 (43) (47) gemiddelde BMI in kg/m 2 (SE) 27 (0,6) 27 (0,05) ischemisch hartlijden 72 (71) (60) hartkleplijden 49 (49) (29) mitraalkleplijden 40 (82) (65) atriumfibrilleren 50 (50) (42) hypertensie 35 (35) (53) diabetes mellitus 26 (26) (27) totaalcholesterolconcentratie 5,0 mmol/l* 34 (52) (52) nierinsufficiëntie: creatinineconcentratie 7 (7) 664 (7) 220 µmol/l longziekte, zoals chronisch obstructieve 35 (35) (35) longziekte (COPD) opname op afdeling Cardiologie 67 (66) (43) ziekenhuissterfte 7 (7) 732 (7) heropname binnen 12 weken 34 (34) (20) SE = standard error ; BMI = body mass index. *Percentage van het aantal patiënten van wie de waarden bekend zijn. Inclusief Coronary care unit en Cardiochirurgie. resultaten In de deelnemende Europese centra werden in totaal patiënten geïncludeerd, van wie 101 uit Nederland. De belangrijkste kenmerken worden weergegeven in tabel 1. Bij 90% stond de diagnose hartfalen expliciet vermeld in het medisch dossier. Het gebruik van een lisdiureticum was bij 4% het enige inclusiecriterium. Nederlandse patiënten waren iets jonger dan patiënten elders in Europa. Een hoge prevalentie van ischemisch hartlijden, kleplijden (met name van de mitralisklep), atriumfibrilleren, hypertensie en hypercholesterolemie werd zowel in Nederland als elders in Europa waargenomen. Overigens is onbekend in hoeverre dit kleplijden de primaire oorzaak dan wel het gevolg van hartfalen was. In vergelijking met de overige Europese patiënten hadden Nederlandse patiënten vaker ischemisch hartlijden en/of kleplijden, maar minder vaak hypertensie. Nederlandse patiënten waren vaker op een cardiologische afdeling opgenomen. Er was geen verschil tussen Nederlandse en Europese patiënten wat betreft ziekenhuissterfte (beide 7%). Wel was er een verschil tussen de sterfte (berekend over de totale populatie) op een cardiologische en een niet-cardiologische afdeling: 4,6 versus 8,6% (p 0,001). Nederlandse patiënten werden vaker heropgenomen (34 versus 20%). Tabel 2 laat het klinisch beeld bij opname en de gebruikte diagnostiek zien. Acute dyspnoe was het meest voorkomende symptoom, terwijl cardiogene shock bij 1% voorkwam. Bij de meeste patiënten, zowel in Neder- TABEL 2. Klinisch beeld en diagnostiek bij (%) patiënten met hartfalen Nederland overig Europa (n = 101) (n = ) klinisch beeld bij opname acute dyspnoe 40 (40) (41) cardiogene shock 1 ( 1) 97 (1) toename hartfalen 21 (21) (31) acuut coronair syndroom 13 (13) (10) atriumfibrilleren 17 (17) (14) andere ritme- en/of geleidingsstoornis 6 (6) 283 (3) diagnostiek ECG 95 (94) (94) thoraxröntgenfoto 87 (86) (79) echocardiografie* 93 (92) (63) bepaling linkerventrikelejectie* 40 (40) (51) coronairangiografie* 42 (42) (31) *Verricht tijdens initiële opname of hieraan voorafgaand. 944 Ned Tijdschr Geneeskd mei;148(19)

3 land als elders in Europa, werden een elektrocardiogram (ECG) en een thoraxfoto gemaakt. Vrijwel alle Nederlandse patiënten (98%) bij wie een thoraxfoto was gemaakt, hadden cardiomegalie en/of overvulling van het longvaatbed. In totaal werd bij 92% voorafgaand aan of tijdens de initiële opname een echocardiogram gemaakt, welk percentage bij patiënten elders in Europa aanzienlijk lager was (61%). In de Europese populatie werden met name bij oudere patiënten ( 71 jaar) minder echo s gemaakt (55 versus 74%). Bij patiënten die op een cardiologische afdeling waren opgenomen werden vaker een ECG en coronairangiogram gemaakt dan bij patiënten die op een andere afdeling waren opgenomen. Ook echocardiografie werd vaker verricht bij opname op een cardiologische afdeling (82%) dan op een niet-cardiologische afdeling (49%; p 0,001). Van de Nederlandse patiënten bij wie een echocardiogram was gemaakt had 64% een systolische disfunctie van het linker ventrikel (LV). In de overige Europese landen was dit bij 50% van deze patiënten het geval. De LV-ejectiefractie was in Nederland gemiddeld 35%, terwijl 28 patiënten (70%) een ejectiefractie lager dan 40% hadden. In Europa was de gemiddelde ejectiefractie 43%. Tabel 3 geeft een overzicht van gebruikte cardiovasculaire medicatie. Patiënten met een aangetoonde systolische LV-disfunctie gebruikten aanzienlijk vaker angiotensineconverterend-enzym(ace)-remmers en bètablokkers dan patiënten met een behouden systolische functie. Ruim 80% van deze patiënten werd behandeld met een ACE-remmer of angiotensine-ii-remmer, en bijna de helft met een bètablokker. Calciumantagonisten werden vaker verstrekt aan patiënten bij wie geen systolische LV-disfunctie was aangetoond. De combinatie diuretica en ACE-remmer, zoals aanbevolen in de richtlijnen voor alle (a)symptomatische patiënten met hartfalen, werd in 68% van de gevallen toegepast. Nederlandse patiënten die met een ACE-remmer werden behandeld, gebruikten meestal captopril (43%), gevolgd door enalapril (20%). Minder dan 25% van de patiënten gebruikte de aanbevolen dosering ACEremmer en ruim 50% minder dan de helft. De in de richtlijnen aanbevolen dosering werd bij bètablokkers in de praktijk vrijwel niet bereikt. Tabel 4 laat zien dat er verschillen bestaan tussen de onderzoekspopulatie en patiënten die meededen aan klinische geneesmiddelenstudies. Zo was de onderzoekspopulatie aanzienlijk ouder en betrof deze vaker vrouwen. De gemiddelde LV-ejectiefractie van patiënten in de klinische geneesmiddelenstudies was lager dan in de onderzoekspopulatie. Comorbiditeit, veelal uitgesloten bij geneesmiddelenonderzoek, werd in de dagelijkse praktijk regelmatig gezien (bijvoorbeeld nierfunctiestoornissen 7%, maligniteiten 14% en hartkleplijden 49%). beschouwing Patiënten met hartfalen uit de dagelijkse praktijk waren ouder, waren vaker vrouw en hadden meer comorbiditeit dan patiënten die deelnemen aan wetenschappelijk TABEL 3. Farmacologische behandeling van (%) patiënten met hartfalen Nederland overig systolische linker- (n = 101) Europa ventrikel- (n = ) disfunctie (n = 3 473)* diuretica 88 (87) (87) (87) ACE-remmers 69 (68) (62) (78) bètablokkers 32 (32) (37) (46) digitalis 50 (50) (36) (41) angiotensine-ii(aii)- remmers 11 (11) 470 (4) 209 (6) ACE- en/of AII-remmers 75 (74) (65) (83) spironolacton 7 (7) (21) (29) nitraten 44 (44) (47) (50) calciumantagonisten 25 (25) (21) 538 (16) acetylsalicylzuur 82 (81) (87) (54) inotropica 10 (10) 757 (7) 373 (11) statinen 24 (24) (19) 905 (26) diuretica + ACE 61 (60) (54) (68) diuretica + ACE + bètablokkers 22 (22) (21) (31) ACE = angiotensineconverterend enzym. *Systolische linkerventrikeldisfunctie betreft zowel patiënten uit Nederland als overige Europese landen. geneesmiddelenonderzoek. Verrichte diagnostiek bleek overwegend conform de richtlijnen plaats te vinden, hoewel echocardiografie bij bepaalde patiënten minder vaak werd toegepast. Bij de medicamenteuze behandeling leek er onderbehandeling te bestaan, zowel voor wat betreft het soort medicijnen als de dosering. Kenmerken en behandeling van Nederlandse patiënten vertoonden grote overeenkomsten met die van overige Europese patiënten. Diagnostiek. Bij de diagnostiek werd een echocardiogram minder vaak vervaardigd dan zou mogen worden verwacht, met name bij oudere patiënten of bij patiënten op niet-cardiologische afdelingen. De richtlijnen benadrukken het belang van echocardiografie om aard (systolische LV-disfunctie versus behouden functie) en oorzaak van het hartfalen te achterhalen en eventuele mogelijkheden tot behandeling te onderzoeken Het is voor de klinische praktijk van belang dat men ook bij patiënten op niet-cardiologische afdelingen niet terughoudend dient te zijn met echocardiografie. TABEL 4. Kenmerken van patiënten in gerandomiseerde geneesmiddelenstudies en in de EuroHeart survey on heart failure klinische studies aantal gemid- vrouwen gemiddelde patiënten delde (in %) linkervenleeftijd trikelejectie- (in jaren) fractie (in %) totaal klinische studies* EuroHeart survey on heart failure Nederland overig Europa *In de richtlijnen vermelde grote (n 250) geneesmiddelenstudies Bekend bij circa 45% van de geïncludeerde patiënten. Ned Tijdschr Geneeskd mei;148(19) 945

4 Medicatie. De mate waarin de richtlijnen met betrekking tot de medicamenteuze behandeling werden gevolgd, dient met de nodige voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd. Niet alle contra-indicaties werden geregistreerd. Zo werden ACE-remmers aan ruim tweederde van de patiënten voorgeschreven, terwijl in eerder onderzoek ongeveer 30% van de patiënten met hartfalen op basis van contra-indicaties en mogelijke bijwerkingen geen ACE-remmer kreeg voorgeschreven. 23 Wat betreft bètablokkers lijkt er wel onderbehandeling, immers, bij alle (a)symptomatische patiënten met systolische LV-disfunctie is een bètablokker volgens de richtlijnen geïndiceerd, terwijl in ons onderzoek slechts 46% een bètablokker gebruikte. Spironolacton lijkt, gezien het beperkte aantal patiënten dat hiermee werd behandeld, geen prominente plaats in te nemen bij de behandeling van patiënten met hartfalen, mogelijk doordat de wetenschappelijke onderbouwing eigenlijk gebaseerd is op slechts één grote klinische studie. 11 Opvallend is dat calciumantagonisten relatief vaak gebruikt werden: door 21% van de totale populatie en 13% van de patiënten met aangetoonde systolische LV-disfunctie. De meeste geneesmiddelen uit deze groep werken negatief inotroop, en het gebruik hiervan wordt dan ook afgeraden bij patiënten met systolisch LV-hartfalen. 7 De voorgeschreven doseringen waren vaak lager dan in de gerandomiseerde onderzoeken en in de richtlijnen. Het is dan ook de vraag of de gunstige effecten die waargenomen werden in de onderzoeken ook in de dagelijkse praktijk zullen worden teruggevonden. Met het onderzoek konden de oorzaken van de lagere doseringen niet worden bestudeerd. Optimalisering van doseringen lijkt echter wel van belang. In hoeverre (extra) controles op hartfalenpoliklinieken hierbij waardevol zijn, wordt momenteel in een aantal Nederlandse ziekenhuizen onderzocht. Ook gespecialiseerde verpleegkundigen zouden hierbij een rol kunnen spelen Richtlijnen. Het moge duidelijk zijn dat diagnostiek en behandeling zoveel mogelijk conform de bestaande richtlijnen dienen te worden verricht. Richtlijnen zijn echter vooral gebaseerd op resultaten van (gerandomiseerd) klinisch onderzoek. 7 8 Wanneer de patiënten in deze onderzoeken in belangrijke mate verschillen van patiënten uit de dagelijkse praktijk, roept dit de vraag op in hoeverre aanbevelingen op basis van deze onderzoeken generaliseerbaar zijn. Evenals in andere observationele studies waren de patiënten in het huidige onderzoek ouder en betrof het vaker vrouwen dan in gerandomiseerde geneesmiddelenonderzoeken. Ook comorbiditeit (bijvoorbeeld nierfunctiestoornissen, diabetes, chronisch obstructieve longziekte (COPD) of maligniteiten) en oorzaken die aan het hartfalen ten grondslag kunnen liggen (onder andere acuut coronair syndroom, kleplijden of ritmestoornissen) komen in de dagelijkse praktijk vaker voor. Verder bevestigde deze observatie eerdere schattingen van het hoge aantal patiënten (30-50%) met een behouden systolische LVfunctie, een groep patiënten voor wie geen evidencebased therapie voorhanden is De verschillen tussen patiënten in de dagelijkse praktijk en participanten in geneesmiddelenonderzoek maken duidelijk dat meer (observationeel) onderzoek dient te worden gedaan naar de effecten van behandeling in subpopulaties, met name in patiëntengroepen die vaak worden uitgesloten van gerandomiseerd onderzoek. Beperkingen. Het huidige onderzoek heeft enkele belangrijke beperkingen. Het is bij observationeel onderzoek, zeker wanneer er geen internationaal erkende definitie voorhanden is, moeilijk te voorkomen dat er misclassificatie optreedt, evenals selectiebias, gezien de vrijwillige deelname van ziekenhuizen en het feit dat alleen klinische patiënten werden bestudeerd. 28 Voor wat betreft de Nederlandse populatie is het de vraag of twee ziekenhuizen representatief zijn voor de behandeling van hartfalen in alle Nederlandse ziekenhuizen; wij hebben echter geen gegevens van andere ziekenhuizen om mee te vergelijken. Het is onbekend of de verschillen tussen de Nederlandse en de Europese patiënten niet werden veroorzaakt door verschillen in de organisatie van zorg of vergoeding van diagnostiek en behandeling. Ondanks deze beperkingen is het huidige onderzoek waarschijnlijk het meest representatieve onderzoek onder Europese patiënten met hartfalen tot dusver. Een inhoudelijke bijdrage of hulp bij de dataverzameling werd geleverd door: dr.m.j.de Boer (De Weezenlanden, Zwolle); prof.dr.h.j.crijns (Academisch Ziekenhuis Maastricht); dr. J.W.Deckers (Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam); dr. D.C.A.van Hoogenhuyze (Medisch Centrum Rijnmond Zuid, locatie Zuider, Rotterdam); dr.t.jaarsma (Academisch Ziekenhuis Groningen); Chr.Jansen (Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam); N.Lencer (Academisch Ziekenhuis Maastricht); P.E.J.van Pol (Reinier de Graafziekenhuis, Delft); P.J.M. Vantrimpont (Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam); prof. dr.d.j.van Veldhuisen (Academisch Ziekenhuis Groningen); dr.j.vos (Amphia Ziekenhuis, Breda). Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: Nederlandse Hartstichting (projectnr: 2000Z001). abstract Heart failure in daily practice: patient characteristics, diagnosis and treatment Objective. To describe the general characteristics, diagnosis and treatment of patients with heart failure, to compare patients in daily practice with participants in clinical trials, and to evaluate the application of the existing guidelines for the diagnosis and treatment of heart failure. Design. Observational study. Method. Data were collected from patients with heart failure who were admitted to a hospital in the period from 1 March to 31 August The inclusion criteria were: a clinical diagnosis of heart failure or treatment with a loop diuretic for any reason other than renal failure. This study was part of the Euro- Heart survey on heart failure (115 European hospitals (24 countries), including 2 in the Netherlands). Results. Data were collected from a total of 101 patients in the Netherlands and 10,701 patients in all of Europe. The mean age in the Dutch group was 68 years and 43% were women. Ischaemic heart disease was present in 71%, valvular heart disease in 49% and hypertension in 35%. An ECG, chest X-ray and echocardiography were done in 90% of the patients. Echocardiography was performed less often in older patients 946 Ned Tijdschr Geneeskd mei;148(19)

5 and in patients on non-cardiology wards. A systolic left-ventricle (LV) dysfunction was diagnosed in 64% of patients. Diuretics were used by 87%, angiotensin converting enzyme (ACE) inhibitors by 68%, beta-blockers by 32%, digitalis by 50%, calcium antagonists by 25% and spironolactone by 7%. The patients who were included in the Netherlands were comparable to patients included in the rest of Europe. There were important differences between the survey population and the participants in randomised clinical trials, for example in age, gender, and systolic LV dysfunction. Conclusion. Although the diagnostic procedures carried out in most heart failure patients were often in accordance with the guidelines, a significant proportion of the patients was treated only partly according to the guidelines. Considerable differences were observed between heart failure patients in daily practice and their counterparts in clinical trials. literatuur 1 Cowie MR, Mosterd A, Wood DA, Deckers JW, Poole-Wilson PA, Sutton GC, et al. The epidemiology of heart failure. Eur Heart J 1997;18: Stewart S, MacIntyre K, Hole DJ, Capewell S, McMurray JJ. More malignant than cancer? Five-year survival following a first admission with heart failure. Eur J Heart Fail 2001;3: Cleland JG, Gemmell I, Khand A, Boddy A. Is the prognosis of heart failure improving? Eur J Heart Fail 1999;1: Lip GY, Gibbs CR, Beevers DG. ABC of heart failure: aetiology. BMJ 2000;320: The Task Force on Heart Failure of the European Society of Cardiology. Guidelines for the diagnosis of heart failure. Eur Heart J 1995;16: Remme WJ, Swedberg K. Guidelines for the diagnosis and treatment of chronic heart failure. Eur Heart J 2001;22: Task Force of the Working Group on Heart Failure of the European Society of Cardiology. The treatment of heart failure. Eur Heart J 1997;18: Nederlandse Vereniging voor Cardiologie. Multidisciplinaire richtlijn chronisch hartfalen. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden Communications; Cleland JG, Swedberg K, Follath F, Komajda M, Cohen-Solal A, Aguilar JC, et al. Study Group on Diagnosis of the Working Group on Heart failure of the European Society of Cardiology. The EuroHeart failure survey programme a survey on the quality of care among patients with heart failure in Europe. Part 1: patient characteristics and diagnosis. Eur Heart J 2003;24: Komajda M, Follath F, Swedberg K, Cleland J, Aguilar JC, Cohen- Solal A, et al. Study Group on Diagnosis of the Working Group on Heart failure of the European Society of Cardiology. The EuroHeart failure survey programme a survey on the quality of care among patients with heart failure in Europe. Part 2: treatment. Eur Heart J 2003;24: The Randomized Aldactone Evaluation Study [RALES]. Effectiveness of spironolactone added to an angiotensin-converting enzyme inhibitor and a loop diuretic for severe chronic congestive heart failure. Am J Cardiol 1996;78: The CONSENSUS Trial Study Group. Effects of enalapril on mortality in severe congestive heart failure. Results of the Cooperative North Scandinavian Enalapril Survival Study (CONSENSUS). N Engl J Med 1987;316: The SOLVD Investigators. Effect of enalapril on survival in patients with reduced left ventricular ejection fractions and congestive heart failure. N Engl J Med 1991;325: Pfeffer MA, Braunwald E, Moye LA, Basta L, Brown jr EJ, Cuddy TE, et al. Effect of captopril on mortality and morbidity in patients with left ventricular dysfunction after myocardial infarction. Results of the survival and ventricular enlargement trial. The SAVE Investigators. N Engl J Med 1992;327: Kober L, Torp-Pedersen C, Carlsen JE, Bagger H, Eliasen P, Lyngborg K, et al. Trandolapril Cardiac Evaluation (TRACE) Study Group. A clinical trial of the angiotensin-converting-enzyme inhibitor trandolapril in patients with left ventricular dysfunction after myocardial infarction. N Engl J Med 1995;333: The Digitalis Investigation Group. The effect of digoxin on mortality and morbidity in patients with heart failure. N Engl J Med 1997;336: Pitt B, Segal R, Martinez FA, Meurers G, Cowley AJ, Thomas I, et al. Randomised trial of losartan versus captopril in patients over 65 with heart failure (Evaluation of Losartan in the Elderly Study, ELITE). Lancet 1997;349: Randomised Intervention Trial in Congestive Heart Failure (MERIT-HF). Effect of metoprolol CR/XL in chronic heart failure: Metoprolol CR/XL. Lancet 1999;353: The Cardiac Insufficiency Bisoprolol Study II (CIBIS-II): a randomised trial. Lancet 1999;353: Packer M, Coats AJ, Fowler MB, Katus HA, Krum H, Mohacsi P, et al. Effect of carvedilol on survival in severe chronic heart failure. Carvedilol Prospective Randomized Cumulative Survival Study Group. N Engl J Med 2001;344: Dargie HJ. Effect of carvedilol on outcome after myocardial infarction in patients with left-ventricular dysfunction: the CAPRICORN randomised trial. The CAPRICORN Investigators. Lancet 2001;357: Gillespie ND, McNeill G, Pringle T, Ogston S, Struthers AD, Pringle SD. Cross sectional study of contribution of clinical assessment and simple cardiac investigations to diagnosis of left ventricular systolic dysfunction in patients admitted with acute dyspnoea. BMJ 1997; 314: Cohen-Solal A, Desnos M, Delahaye F, Emeriau JP, Hanania G. A national survey of heart failure in French hospitals. The Myocardiopathy and Heart Failure Working Group of the French Society of Cardiology, the National College of General Hospital Cardiologists and the French Geriatrics Society. Eur Heart J 2000; 21: Stewart S, Marley JE, Horowitz JD. Effects of a multidisciplinary, home-based intervention on unplanned readmissions and survival among patients with chronic congestive heart failure: a randomised controlled study. Lancet 1999;354: Stromberg A. Educating nurses and patients to manage heart failure. Eur J Cardiovasc Nurs 2002;1: Cleland JG, Cohen-Solal A, Aguilar JC, Dietz R, Eastaugh J, Follath F, et al. Management of heart failure in primary care (the (IMPROVEMENT of Heart Failure Programme): an international survey. IMPROVEMENT of Heart Failure Programme Committees and Investigators. Improvement programme in evaluation and management. Study Group on Diagnosis of the Working Group on Heart Failure of the European Society of Cardiology. Lancet 2002; 360: Banerjee P, Banerjee T, Khand A, Clark AL, Cleland JF. Diastolic heart failure: neglected or misdiagnosed? J Am Coll Cardiol 2002; 39: Davis RC, Hobbs FD, Lip GY. ABC of heart failure. History and epidemiology. BMJ 2000;320: Aanvaard op 11 december 2003 Ned Tijdschr Geneeskd mei;148(19) 947

Hoe hartfalen te herkennen. Mark Valk, huisarts onderzoeker

Hoe hartfalen te herkennen. Mark Valk, huisarts onderzoeker Hoe hartfalen te herkennen Mark Valk, huisarts onderzoeker vroegdiagnostiek hartfalen Leusden 24 april 2012 2 Disclosure Geen belangenverstengeling Komt het vaak voor? 0,8% tussen de 55 en 64 jaar 3% tussen

Nadere informatie

De oudere patiënt met comorbiditeit

De oudere patiënt met comorbiditeit De oudere patiënt met comorbiditeit Dr. Arend Mosterd cardioloog Meander Medisch Centrum, Amersfoort Dr. Irène Oudejans klinisch geriater Elkerliek ziekenhuis, Helmond Hartfalen Prevalentie 85 plussers

Nadere informatie

LTA Hartfalen, perspectief vanuit de huisarts

LTA Hartfalen, perspectief vanuit de huisarts LTA Hartfalen, perspectief vanuit de huisarts Mark M. J. Valk, huisarts-onderzoeker Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde Huisarts in Amersfoort 1 Wie wil dat huisartsen

Nadere informatie

BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN

BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN ehealth bij hartrevalidatie: meer deelnemers, minder terugval, beter eindresultaat? KNMG ehealth congres Donderdag 28 juni 2018 Evoluon

Nadere informatie

Nurse Specialist in Hartfalen: What s in a name

Nurse Specialist in Hartfalen: What s in a name BWGCVN Nurse Specialist in Hartfalen: What s in a name Jan Vercammen Hartfalenverpleegkundige ZOL Genk Voorzitter Belgian Heart Failure Nurses Wat is hartfalen Definitie: The inability of the heart to

Nadere informatie

Dosering: dosisaanpassing is nodig bij ouderen: begindosering 6,25 12,5 mg 1 2 per dag.

Dosering: dosisaanpassing is nodig bij ouderen: begindosering 6,25 12,5 mg 1 2 per dag. Captopril C09AA0, februari 2019 Indicatie Hypertensie. Hartfalen: de behandeling van chronische decompensatio cordis met afname van de systolische ventriculaire functie, in combinatie met diuretica en,

Nadere informatie

The revised role of left ventricular dilatation and ACE-inhibition after myocardial infarction Kam, Pieter Jan de

The revised role of left ventricular dilatation and ACE-inhibition after myocardial infarction Kam, Pieter Jan de University of Groningen The revised role of left ventricular dilatation and ACE-inhibition after myocardial infarction Kam, Pieter Jan de IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version

Nadere informatie

# $% &% ' ()))* +, - "./ -.. -, 0 -- % 1.! ', ', +. - % - 2 3, 4 5# 666! " %-

# $% &% ' ()))* +, - ./ -.. -, 0 -- % 1.! ', ', +. - % - 2 3, 4 5# 666!  %- !" # $%&%'()))* +,-"./-.. -,0--%1.!', ', +.-%-2 3, 4 5# 666!"%- 7 $- 1-7,8 " 7 7 %- - - 9 - -: ;())6)))

Nadere informatie

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Kaart toenemende demografie obesitas The influence of obesity on total joint arthroplasty.

Nadere informatie

Hypertensie bij ouderen

Hypertensie bij ouderen Medisch Symposium: Geriatrie voor Huisartsen 01/10/2011 Hypertensie bij ouderen Em. Prof. R. Fagard Afdeling Hypertensie en Cardiovasculaire Revalidatie KU Leuven SBP and DBP (mmhg) Bloeddruk vs leeftijd

Nadere informatie

Oorspronkelijke stukken. e.m.van der loo, w.c.j.hop, m.a.tervoort en p.w.de graaf

Oorspronkelijke stukken. e.m.van der loo, w.c.j.hop, m.a.tervoort en p.w.de graaf Oorspronkelijke stukken Zeer geringe kans op andere kliermetastasen in de oksel bij borstkankerpatiënten met een kleine schildwachtkliermetastase zonder extranodale tumorgroei e.m.van der loo, w.c.j.hop,

Nadere informatie

Ervaring: captopril is bij een klein aantal ouderen in RCTs (indicatie myocardinfarct) bestudeerd.

Ervaring: captopril is bij een klein aantal ouderen in RCTs (indicatie myocardinfarct) bestudeerd. Captopril C09AA0, december 2017 Indicatie Hartfalen en hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt captopril door Ephor als behandeling van hypertensie geadviseerd

Nadere informatie

Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian

Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian Pruijsers-Lamers, Verpleegkundig Specialist Cardiologie

Nadere informatie

Prevalentie en impact van symptomen bij patiënten met hartfalen NYHA III/IV in een Zuid Afrikaans ziekenhuis

Prevalentie en impact van symptomen bij patiënten met hartfalen NYHA III/IV in een Zuid Afrikaans ziekenhuis Prevalentie en impact van symptomen bij patiënten met hartfalen NYHA III/IV in een Zuid Afrikaans ziekenhuis Ineke Lokker Project groep: M.E. Lokker MSc (NL), Dr L. Gwyther (UCT ZA), Professor R. Harding

Nadere informatie

HARTFALEN BEHANDELRICHTLIJNEN

HARTFALEN BEHANDELRICHTLIJNEN HRTFLEN BEHNDELRCHTLJNEN Voor meer informatie zie hartfalen.nl 2015 Novartis Pharma, oktober 2015, 1015HF466074 Wat is de definitie van hartfalen? De richtlijn van de European Society of Cardiology (ESC)

Nadere informatie

Ervaring: enalapril is bij zeer groot aantal ouderen, ook 70- en 80-plussers, bestudeerd in RCTs.

Ervaring: enalapril is bij zeer groot aantal ouderen, ook 70- en 80-plussers, bestudeerd in RCTs. Enalapril C09AA02, december 2017 Indicatie Hartfalen en hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt enalapril door Ephor als behandeling van hypertensie geadviseerd

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Gebruiksgemak: de tabletten moeten 1x daags worden ingenomen bij hypertensie en 1-2x daags bij hartfalen. De tabletten mogen worden fijngemalen.

Gebruiksgemak: de tabletten moeten 1x daags worden ingenomen bij hypertensie en 1-2x daags bij hartfalen. De tabletten mogen worden fijngemalen. Enalapril C09AA02, maart 2019 Indicatie Behandeling van hypertensie. Behandeling van symptomatisch hartfalen. Preventie van symptomatisch hartfalen bij patiënten met asymptomatische linkerventrikeldisfunctie

Nadere informatie

Decompensatio Cordis. Het hart als metafoor. Het menselijk hart. Matthieu Berenbroek. Fontys Hogeschool Verpleegkunde. Hoop & Liefde.

Decompensatio Cordis. Het hart als metafoor. Het menselijk hart. Matthieu Berenbroek. Fontys Hogeschool Verpleegkunde. Hoop & Liefde. Decompensatio Cordis Matthieu Berenbroek Fontys Hogeschool Verpleegkunde Hoop & Liefde Het hart als metafoor Ongeluk & pijn Het menselijk hart Hoop & Liefde Ongeluk & pijn 1 Heart failure: : an increasing

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Hartfalen bij verpleeghuisbewoners; waar liggen de uitdagingen?

Hartfalen bij verpleeghuisbewoners; waar liggen de uitdagingen? Hartfalen bij verpleeghuisbewoners; waar liggen de uitdagingen? Drs. Mariëlle AMJ van der Velden-Daamen Prof. Dr. Jan PH Hamers Prof. Dr. Hans Peter Brunner la Rocca Dr. Frans ES Tan Prof. Dr. Jos MGA

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Zowel beleidsmakers en zorgverleners als het algemene publiek zijn zich meer en meer bewust van de essentiële rol van kwaliteitsmeting en - verbetering in het verlenen van

Nadere informatie

Anemie en transfusies bij cardiochirurgie

Anemie en transfusies bij cardiochirurgie Anemie en transfusies bij cardiochirurgie Sanquinavond, 4 Maart 2015 Leo van de Watering Sanquin Bloedvoorziening Nederland Divisie Research, CCTR Divisie Bloedbank, UTG Anemie en transfusies bij cardiochirurgie

Nadere informatie

To screen or not to screen:

To screen or not to screen: 75 + : To screen or not to screen: that s the question Flora E van Leeuwen Netherlands Cancer Institute Introductie screening: altijd een afweging VOORDELEN Lagere sterfte Gewonnen levensjaren Betere kwaliteit

Nadere informatie

Hypertensiebehandeling bij de alleroudsten. Biology speaks loudest!

Hypertensiebehandeling bij de alleroudsten. Biology speaks loudest! Hypertensiebehandeling bij de alleroudsten Biology speaks loudest! 1 VITAAL Versus KWETSBAAR Bevolkingsopbouw Suriname en Nederland verschilt (nu) 20.000 > 65 jaar hebben hypertensie HYPERTENSIE PREVALENTIE

Nadere informatie

Voor de indicatie hartfalen met behouden ejectiefractie (HFpEF) wordt lisinopril door Ephor niet geadviseerd wegens ontbreken van effect.

Voor de indicatie hartfalen met behouden ejectiefractie (HFpEF) wordt lisinopril door Ephor niet geadviseerd wegens ontbreken van effect. Lisinopril C09AA03, april 2019 Indicatie Hypertensie en behandeling van symptomatisch hartfalen.(1,2) Standpunt Ephor en samenvatting Lisinopril wordt door Ephor als mogelijke behandeling van hypertensie

Nadere informatie

casus presentatie Rob Roudijk, Keuzecoschap intensive care 12-1-2015

casus presentatie Rob Roudijk, Keuzecoschap intensive care 12-1-2015 Ventrikel septum ruptuur casus presentatie Rob Roudijk, Keuzecoschap intensive care 12-1-2015 Casus 70 jarige man RVO: post operatief na VSR correctie en triscuspidalisplastiek Dyspneu verdenking pneumonie,

Nadere informatie

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is zeer groot.

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is zeer groot. Lisinopril C09AA03, januari 2018 Indicatie Hypertensie en hartfalen. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt lisinopril door Ephor als behandeling van hypertensie geadviseerd

Nadere informatie

5-jaars Follow-up van de FAME studie

5-jaars Follow-up van de FAME studie 5-jaars Follow-up van de FAME studie WCN Congres 2015, Amsterdam 20-11-2015 Drs. L.X. van Nunen namens de FAME studiegroep Potential conflicts of interest Ik, Lokien X. van Nunen, heb GEEN conflicts of

Nadere informatie

ACHIEVE expertise centrum, Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam Academisch Medisch Centrum, Cardiologie en Ouderengeneeskunde Drs.

ACHIEVE expertise centrum, Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam Academisch Medisch Centrum, Cardiologie en Ouderengeneeskunde Drs. ACHIEVE expertise centrum, Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam Academisch Medisch Centrum, Cardiologie en Ouderengeneeskunde Drs. Patricia Jepma Drs. Lotte Verweij Carvasz, 24 november 2017

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Overgebleven risico op hart-en vaatziekten in patiënten met Familiaire Hypercholesterolemia, wat nu?

Overgebleven risico op hart-en vaatziekten in patiënten met Familiaire Hypercholesterolemia, wat nu? Overgebleven risico op hart-en vaatziekten in patiënten met Familiaire Hypercholesterolemia, wat nu? Annette Galema-Boers, MANP 24-11-2017 Clinic for dyslipidemias and inherited cardiovascular diseases

Nadere informatie

Let s get organized P E J va n Po l C a rd i o l o o g, R i j n l a n d zo rg g ro e p, L e i d e rd o r p

Let s get organized P E J va n Po l C a rd i o l o o g, R i j n l a n d zo rg g ro e p, L e i d e rd o r p Let s get organized PEJ van Pol Cardioloog, Rijnland zorggroep, Leiderdorp Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring

Nadere informatie

Samen zorgen. Samen zorgen wij voor de beste zorg bij een acuut hartinfarct

Samen zorgen. Samen zorgen wij voor de beste zorg bij een acuut hartinfarct Samen zorgen Samen zorgen wij voor de beste zorg bij een acuut hartinfarct Goof Zonneveld, huisarts in Sint Pancras en kaderhuisarts HVZ Secundaire preventie Verbinding tussen 2 e en 1 e lijn NVVC-Connect

Nadere informatie

CVRM addendum (kwetsbare) ouderen

CVRM addendum (kwetsbare) ouderen CVRM addendum (kwetsbare) ouderen Prof. Dr. Majon Muller Internist-OUDGNK Hoofd sectie OUDGNK Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Voorbereiding Eindwerk

Voorbereiding Eindwerk Voorbereiding Eindwerk Dirk Devroey 29 september 2006 Lesdoelstellingen Hulp bij het maken van het eindwerk Hoe doe ik een literatuur onderzoek - Systemic review - Meta-analyse Hoe verzamel ik mijn gegevens

Nadere informatie

Terminaal hartfalen, palliatie en thuisbegeleiding. Louise Bellersen cardioloog Universitair Medisch Centrum St. Radboud Nijmegen

Terminaal hartfalen, palliatie en thuisbegeleiding. Louise Bellersen cardioloog Universitair Medisch Centrum St. Radboud Nijmegen Terminaal hartfalen, palliatie en thuisbegeleiding Louise Bellersen cardioloog Universitair Medisch Centrum St. Radboud Nijmegen Terminaal hartfalen, palliatie en thuisbegeleiding Louise Bellersen UMC

Nadere informatie

Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico

Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico Cardiovasculaire medicatie: gezondheidswinst versus valrisico Geeske Peeters Susan Tett Samantha Hollingworth Danijela Gnijdic Sarah Hilmer Annette Dobson Ruth Hubbard Richtlijn Acuut Coronair Syndroom

Nadere informatie

Het ontwikkelen en valideren van een vragenlijst

Het ontwikkelen en valideren van een vragenlijst Het ontwikkelen en valideren van een vragenlijst een praktijkvoorbeeld Dr. Marie Louise Luttik, Senior Onderzoeker Lectoraat Verpleegkundige Diagnostiek/Projectleider IWP Familiezorg, Hanzehogeschool Groningen

Nadere informatie

Quiz. Hart en Vrouw. Doel. Opzet. Juist / Onjuist? Onjuist Hart en vaatziekten als doodsoorzaak. Het herkennen van sekseverschillen in risicofactoren

Quiz. Hart en Vrouw. Doel. Opzet. Juist / Onjuist? Onjuist Hart en vaatziekten als doodsoorzaak. Het herkennen van sekseverschillen in risicofactoren Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Zie hieronder > geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Bedrijfsnamen Sponsoring Sanofi Geen Takeda Nederland BV

Nadere informatie

Inhoud. Verpleegkunde Cardiologie. Symptomen. Diagnose. Verpleegkunde Cardiologie 1. Indeling New York Heart Association (NYHA)

Inhoud. Verpleegkunde Cardiologie. Symptomen. Diagnose. Verpleegkunde Cardiologie 1. Indeling New York Heart Association (NYHA) Inhoud Verpleegkunde Cardiologie Han van der Borgh Verpleegkundige aspecten bij: Angina Pectoris Acuut coronair syndroom Prinz Metal Decompensatie cordis Cardiogene shock P.C.I./STENT/ spoed CABG in perifeer

Nadere informatie

Diabetes in ACS. Dr. M.A. Brouwer, UMC Nijmegen. No disclosures

Diabetes in ACS. Dr. M.A. Brouwer, UMC Nijmegen. No disclosures Diabetes in ACS Dr. M.A. Brouwer, UMC Nijmegen No disclosures Wat we weten van diabeten Outcome na ACS slechter dan bij niet diabeten: o Dood o Infarct o Stroke o Bloeden Korte termijn én lange termijn:

Nadere informatie

Hartfalen en Nierfunctiestoornissen

Hartfalen en Nierfunctiestoornissen Hartfalen en Nierfunctiestoornissen Dr. Kevin Damman Hartfalen Cardioloog, UMCG Groningen k.damman@umcg.nl Disclosures Geen (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties:

Nadere informatie

Heart and Soul. Cardiovasculair en Depressie

Heart and Soul. Cardiovasculair en Depressie Heart and Soul Cardiovasculair en Depressie Ten leading causes of DALY s 2030 - high income countries (in %) - Unipolar depressive disorder 9.8 Ischaemic heart disease 5.9 Alzheimer and other dementias

Nadere informatie

Cardiologie De nieuwste ontwikkelingen. Dr. S.A.J. van den Broek Thoraxcentrum/Afdeling Cardiologie UMCG

Cardiologie De nieuwste ontwikkelingen. Dr. S.A.J. van den Broek Thoraxcentrum/Afdeling Cardiologie UMCG Cardiologie De nieuwste ontwikkelingen Dr. S.A.J. van den Broek Thoraxcentrum/Afdeling Cardiologie UMCG Dhr. A, 48 jaar taxichauffeur s ochtends 06.20 uur acuut pijn op de borst met een zwaar gevoel in

Nadere informatie

Polyfarmacie in de cardiologie

Polyfarmacie in de cardiologie Polyfarmacie in de cardiologie CarVasZ congres 21 november 2014 Alina Constantinescu cardioloog Indeling Casus 1: - patient met hartfalen - belangrijkste medicatieklassen - introductie medicatie in de

Nadere informatie

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Dr. Mike Peters Internist VU medisch centrum Amsterdam mjl.peters@vumc.nl Ouderen passen niet in een richtlijn 1. Dhr S, 89 jaar,

Nadere informatie

Behandeling na een acuut coronair syndroom

Behandeling na een acuut coronair syndroom Behandeling na een acuut coronair syndroom Een nieuwe uitdaging in de ketenzorg CVRM Nascholing Stedelijke werkgroep Amsterdam 9 en 14 juni 2010 A.L.M. Bakx, cardioloog, BovenIJ Ziekenhuis SECUNDAIRE PREVENTIE

Nadere informatie

Geïndividualiseerde behandeling van oudere patiënten met borstkanker. Dr. N.A. de Glas

Geïndividualiseerde behandeling van oudere patiënten met borstkanker. Dr. N.A. de Glas Young Investigator Award 2018 Geïndividualiseerde behandeling van oudere patiënten met borstkanker Dr. N.A. de Glas AIOS Interne geneeskunde & Postdoc geriatrische oncologie LUMC Geen (potentiële) belangenverstengeling

Nadere informatie

University of Groningen. BNP and NT-proBNP in heart failure Hogenhuis, Jochem

University of Groningen. BNP and NT-proBNP in heart failure Hogenhuis, Jochem University of Groningen BNP and NT-proBNP in heart failure Hogenhuis, Jochem IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check

Nadere informatie

Behandeling van atrium fibrilleren op de IC. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC

Behandeling van atrium fibrilleren op de IC. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC Behandeling van atrium fibrilleren op de IC Mirjam Wikkerink, ANIOS IC AF op IC 15% van de patiënten, meestal in de eerste 72 uur na ontstaan van sepsis Verminderde atriale contractie, hoge ventriculaire

Nadere informatie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een

Nadere informatie

De behandeling van hartfalen bij de oudere patiënt. Loes Klieverik WES 11-03-2010

De behandeling van hartfalen bij de oudere patiënt. Loes Klieverik WES 11-03-2010 De behandeling van hartfalen bij de oudere patiënt Loes Klieverik WES 11-03-2010 Wat is oud?? Definitie Hartfalen Tekortschieten van de pompwerking van het hart en veranderingen in de neurohumorale activatie

Nadere informatie

Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren. Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG

Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren. Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG Epidemiologie van atriumfibrilleren (AF) Meest voorkomende ritmestoornis in de westerse wereld Gemiddeld

Nadere informatie

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors Gender differences in heart disease Dr Danny Schoors Women are meant to be loved, not to be understood Oscar Wilde (1854-1900) 2 05/01/16 Inleiding Cardiovasculaire ziekte 7 tot 10 jaar later dan bij mannen

Nadere informatie

CBO RICHTLIJN. Multidisciplinaire richtlijn Hartfalen 2010. Ad Bakx, cardioloog BovenIJ Ziekenhuis Amsterdam SAHO 28 juni 2011

CBO RICHTLIJN. Multidisciplinaire richtlijn Hartfalen 2010. Ad Bakx, cardioloog BovenIJ Ziekenhuis Amsterdam SAHO 28 juni 2011 CBO RICHTLIJN HARTFALEN Multidisciplinaire richtlijn Hartfalen 2010 Ad Bakx, cardioloog BovenIJ Ziekenhuis Amsterdam SAHO 28 juni 2011 ESC guidelines Richtlijn is gebaseerd op de ESC Guidelines for the

Nadere informatie

Rapid Access Raadpleging. Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA

Rapid Access Raadpleging. Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA Rapid Access Raadpleging Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA 1 Waarom een rapid access raadpleging? Wat zal de toekomst brengen? - Vergrijzing van de bevolking aantal 65 plussers x2 aantal

Nadere informatie

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling Is de NHG-Standaard nog up-to-date? MONITORING VAN ONDERBEHANDELING! Simon Verhoeven en Daniel Tavenier MAAR HOE ZIT HET MET OVERBEHANDELING? Sterfte

Nadere informatie

Hartfalen: kunnen we het beter doen?

Hartfalen: kunnen we het beter doen? Hartfalen: kunnen we het beter doen? Dr. Irène Oudejans, klinisch geriater 17 Maart 2015 Inhoud Wat is hartfalen? Wanneer aan hartfalen denken? Hoe stel je de diagnose? Hartfalen Onderzoek GERiatrie Wat

Nadere informatie

INTERACT-in-HF. Improving knowldege To Efficaciously RAise level of Contemporary Treatment in Heart Failure. A European Heart Failure Network

INTERACT-in-HF. Improving knowldege To Efficaciously RAise level of Contemporary Treatment in Heart Failure. A European Heart Failure Network INTERACT-in-HF Improving knowldege To Efficaciously RAise level of Contemporary Treatment in Heart Failure A European Heart Failure Network RECAP - Regional Care Portals InterReg IVB, e-ucare, WP2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD Schrik om het hart! Center of Research on Psychology in Somatic diseases Promotoren: Peter de Jonge, PhD Johan Denollet, PhD Dr. Annelieke Roest Anxiety and Depression In Coronary Heart Disease: Annelieke

Nadere informatie

Hartfalen: Wat is de optimale samenwerking voor de patient?

Hartfalen: Wat is de optimale samenwerking voor de patient? Hartfalen: Wat is de optimale samenwerking voor de patient? Arend Mosterd VITHas symposium Leusden 11 oktober 2013 VITHaS VITHaS Vereniging van Invasief Technische Hartstimulatie Specialisten Hartfalen

Nadere informatie

Chronisch Atriumfibrilleren

Chronisch Atriumfibrilleren Chronisch Atriumfibrilleren Wanneer terugverwijzen naar de huisarts? Dr. C.J.H.J. Kirchhof, cardioloog Alrijne Zorggroep, Leiderdorp Disclosure potential conflicts of interest Geen Atriumfibrilleren 165

Nadere informatie

Updates in hartfalen: Epidemiologie en diagnose. Bert Vaes, MD, PhD IRSS UCL ACHG KUL

Updates in hartfalen: Epidemiologie en diagnose. Bert Vaes, MD, PhD IRSS UCL ACHG KUL Updates in hartfalen: Epidemiologie en diagnose Bert Vaes, MD, PhD IRSS UCL ACHG KUL 1. Definitie 2. Epidemiologie 3. Diagnose 4. Take home messages 1. Definitie hartfalen A - acute onset - slow onset

Nadere informatie

HARTFALEN achtergronden casusschetsen

HARTFALEN achtergronden casusschetsen HARTFALEN achtergronden casusschetsen 1 Voorstel wijzigingen bij herziening werkafspraak kunnen op de laatste pagina worden genoteerd. Achtergronden casusschetsen Hartfalen INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Nadere informatie

Polyfarmacie bij ouderen

Polyfarmacie bij ouderen Polyfarmacie bij ouderen J O R I S S C H A K E L I N T E R N I S T- K L I N I S C H G E R I AT E R S T. E L I S A B E T H H O S P I TA A L 2 6 F E B R U A R I 2 0 1 2 Inhoud presentatie Deel 1: Achtergrondinformatie

Nadere informatie

Medicatie bij Hartfalen Synchroon/Bernhoven

Medicatie bij Hartfalen Synchroon/Bernhoven Medicatie bij Hartfalen 24-11-2016 Synchroon/Bernhoven NHG: Voorlichting en leefstijlinterventies Vermijd het gebruik van NSAID s zoveel mogelijk. Adviseer dagelijks te wegen. Instrueer patiënt met betrekking

Nadere informatie

CHECK-HF: Hartfalenbehandeling in Nederland. Dr. G.C.M. Linssen, cardioloog Ziekenhuisgroep Twente (ZGT) Almelo en Hengelo

CHECK-HF: Hartfalenbehandeling in Nederland. Dr. G.C.M. Linssen, cardioloog Ziekenhuisgroep Twente (ZGT) Almelo en Hengelo CHECK-HF: Hartfalenbehandeling in Nederland Dr. G.C.M. Linssen, cardioloog Ziekenhuisgroep Twente (ZGT) Almelo en Hengelo Nationale Hartfalendag 29 september 2017 Dr. Gerard Linssen, cardioloog, ZGT Disclosure

Nadere informatie

De patient centraal in de acute zorg

De patient centraal in de acute zorg De patient centraal in de acute zorg Drs. Marjolein Kremers, promovenda acute geneeskunde/internist acute geneeskunde i.o. Dr. Prabath Nanayakkara, internist acute geneeskunde, Amsterdam UMC, lok. VU Prof.

Nadere informatie

Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS

Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS Invasieve beademing bij longfibrose Liselotte Boerman, ANIOS Casus Man, 82 jaar, Opname ivm respiratoire insufficiëntie, DD: 1. Acute exacerbatie Idiopathische Pulmonale Fibrose (IPF) 2. overvulling cardiaal

Nadere informatie

St. Thomas's Risk Assessment Tool In Falling Elderly Inpatients

St. Thomas's Risk Assessment Tool In Falling Elderly Inpatients St. Thomas's Risk Assessment Tool In Falling Elderly Inpatients (STRATIFY) Oliver, D., Britton, M., Seed, P., Martin, F. C., and Hopper, A. H. (1997) "Development and Evaluation of Evidence Based Risk

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 198 Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de effectiviteit van clopidogrel en tirofiban in patiënten met een acuut hart infarct verwezen voor een spoed dotter behandeling. In hoofdstuk 1 werd

Nadere informatie

Wat zeggen de guidelines 2016 over hartfalen en comorbiditeit

Wat zeggen de guidelines 2016 over hartfalen en comorbiditeit Wat zeggen de guidelines 2016 over hartfalen en comorbiditeit Prof. dr. H.P. Brunner-La Rocca Hoofd Divisie Structurele Hartziekte Waarnemend Hoofd Cardiologie Maastricht UMC+ Changes in Comorbidities

Nadere informatie

Trombosezorg in het DOACtijdperk. nationale antistollingsdag 4 oktober 2017 sander van doorn

Trombosezorg in het DOACtijdperk. nationale antistollingsdag 4 oktober 2017 sander van doorn Trombosezorg in het DOACtijdperk nationale antistollingsdag 4 oktober 2017 sander van doorn Disclosure potential conflicts of interest Geen (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk

Nadere informatie

TELE-MONITORING en tele-begeleiding van de patiënt met hartfalen

TELE-MONITORING en tele-begeleiding van de patiënt met hartfalen TELE-MONITORING en tele-begeleiding van de patiënt met hartfalen Nationale Hartfalendag 31 october 2008 Aggie H.M.M. Balk Thoraxcentrum, Erasmus MC, Rotterdam Chronisch hartfalen: begeleiding op afstand

Nadere informatie

Klinische implicaties van de EVOLVE studie

Klinische implicaties van de EVOLVE studie ASN Review 2012 Klinische implicaties van de EVOLVE studie Marc Vervloet, internist-nefroloog VU medisch centrum Associatie PTH met mortaliteit Kalantar-Zadeh, Kidney Int 2007 Welke evidence? Associatie

Nadere informatie

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald

Nadere informatie

Atriumfibrilleren, je zou er hartkloppingen van krijgen!

Atriumfibrilleren, je zou er hartkloppingen van krijgen! Atriumfibrilleren, je zou er hartkloppingen van krijgen! ATRIUMFIBRILLEREN EN ANTISTOLLING RECENTE ONTWIKKELINGEN WETENSCHAPPELIJKE BIJEENKOMST 2012 Drs. S Rutten- de Jong, cardioloog Elkerliek ziekenhuis

Nadere informatie

Pharmacotherapie. Introductie- COIG-cursus. Prof. Dr. T. van Gelder (Teun) Internist klinisch farmacoloog Erasmus MC Rotterdam

Pharmacotherapie. Introductie- COIG-cursus. Prof. Dr. T. van Gelder (Teun) Internist klinisch farmacoloog Erasmus MC Rotterdam Pharmacotherapie Introductie- COIG-cursus Prof. Dr. T. van Gelder (Teun) Internist klinisch farmacoloog Erasmus MC Rotterdam vanaf 9.15 uur registratie en koffie/thee 10.00 10.15 uur opening en inleiding

Nadere informatie

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Prof Dr Johan De Su.er Universiteit Gent AZ Maria Middelares Gent Sta:ne gebruikers in België : 2005-2015 CM rapport 2015 ZIV uitgaven voor sta:nes: 2005-2015

Nadere informatie

Connect Hartfalen Protocol 2: Diagnostiek en medicamenteuze behandeling in 1 e en 2 e lijn

Connect Hartfalen Protocol 2: Diagnostiek en medicamenteuze behandeling in 1 e en 2 e lijn Connect Hartfalen Protocol 2: Diagnostiek en medicamenteuze behandeling in 1 e en 2 e lijn Patiënten met bewezen hartfalen: Patiënten die geen baat hebben bij begeleiding/diagnostiek en/of behandeling

Nadere informatie

first chapter chapter 2 Chapter 3

first chapter chapter 2 Chapter 3 Summary Heart failure (HF) is an important health care problem in Western countries. The prevalence of HF increases with age. It is a growing problem as the population ages and survival rates after cardiovascular

Nadere informatie

Familieparticipatie in de postoperatieve zorg

Familieparticipatie in de postoperatieve zorg Familieparticipatie in de postoperatieve zorg Het Mantelzorgproject Marthe Schreuder, afdeling chirurgie AMC Patients at home receive care by their loved ones, patients in hospitals are surrendered to

Nadere informatie

Hartfalen : diagnose en definities

Hartfalen : diagnose en definities Hartfalen : diagnose en definities Dr. Flor Kerkhof Dr. Stefan Verstraete Dr. Filip De Vlieghere Cardiologie AZ Zeno hartfalensymposium Brugge 17/1/2019 Groei van hartfalen in Europa Prevalentie in Europa

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Cardiologie. Verder na het hartinfarct.

Cardiologie. Verder na het hartinfarct. Cardiologie Verder na het hartinfarct. Machiel van de Wetering Sylvia de Waal 18-3-2014 presentatie 1 inleiding 2 Richtlijn/protocol aan de hand van voorbeelden 3 samenvatting / discussie inleiding - Informatieoverdracht

Nadere informatie

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard

Nadere informatie

Polikliniek atriumfibrilleren

Polikliniek atriumfibrilleren P.J. Musters, verpleegkundig specialist Thoraxcentrum Erasmus MC Rotterdam Disclosure Geen potentiële belangenverstrengeling Eigen route voor specifieke doelgroepen Doelgroep-polikliniek Uniforme diagnostiek

Nadere informatie

Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2. Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3. VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1

Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2. Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3. VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1 Functionele mitrale regurgitatie VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1 Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2 Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3 Hartfalen is een aandoening die wereldwijd

Nadere informatie

Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde

Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde SHELLEY METSELAAR AIOS SOZG Achtergrond Incidentie - 5-11 per 1000 per jaar 1 Diagnose - Combinatie kliniek, lab, X-thorax Sensitiviteit X-thorax 2 - Pneumonie +/-

Nadere informatie

De medicamenteuze behandeling van VKF. Do s & Don ts. Dr. Guy Lenders, MD Cardioloog Interventiecardioloog Afdelingshoofd cathlab AZ Monica

De medicamenteuze behandeling van VKF. Do s & Don ts. Dr. Guy Lenders, MD Cardioloog Interventiecardioloog Afdelingshoofd cathlab AZ Monica De medicamenteuze behandeling van VKF Do s & Don ts Dr. Guy Lenders, MD Cardioloog Interventiecardioloog Afdelingshoofd cathlab AZ Monica 1 Voorkamerfibrillatie 2 Meest voorkomende aritmie wereldwijd Immense

Nadere informatie

Hartfalen: medicatie in de 1 e lijn en interacties

Hartfalen: medicatie in de 1 e lijn en interacties Hartfalen: medicatie in de 1 e lijn en interacties Disclosure Bart Kremers Werkzaam bij Apotheek Ravenstein en GIC-helpdesk van de KNMP Geen contacten/belangen mbt farmaceutische industrie Hartfalen-medicatie

Nadere informatie

LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY GENERAL PRACTICE

LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY GENERAL PRACTICE LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE A.W. Graffelman LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE

Nadere informatie

Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken. Cindy Kenis. Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige

Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken. Cindy Kenis. Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige Cindy Kenis Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige UZ Leuven, België Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken Introductie (1) Definitie Comprehensive Geriatric

Nadere informatie

Landelijk Diabetes Congres 2016

Landelijk Diabetes Congres 2016 Landelijk Diabetes Congres 2016 Insuline Pompen, zelfcontrole en sensoren, need to know Thomas van Bemmel, Internist Gelre Ziekenhuis Apeldoorn Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling zie hieronder

Nadere informatie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013 Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma-3151398 11 februari 2013 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io CVRM kwetsbare ouderen Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Versie juni

Versie juni HARTFALEN Apeldoornse/Zutphen TWA Inleiding Hartfalen is een veel voorkomende aandoening. Tussen 20 en 30% van de bevolking krijgt te maken met hartfalen, meestal als zij ouder zijn dan 70 jaar. Momenteel

Nadere informatie