LONEN EN ARBEIDSVOORWAARDEN GEZINSZORG

Transcriptie

1 LONEN EN ARBEIDSVOORWAARDEN GEZINSZORG

2 INHOUDSTAFEL 4 Lonen en premies 7 Arbeidsvoorwaarden 12 Brugpensioen 13 Opzegtermijnen 16 Syndicale vertegenwoordiging 17 Verlof om dwingende redenen en klein verlet

3 3 GEZINSZORG (PC ) LOON- EN ARBEIDSVOORWAARDEN VOOR WERKNEMERS IN DE GEZINSZORG De diensten voor gezinszorg worden gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. Samen met een aantal andere sectoren vormen ze de Vlaamse social profit. De loon- en arbeidsvoorwaarden in deze sectoren worden vastgelegd in het Vlaams Intersectoraal Akkoord (VIA). In het VIA maken de Vlaamse regering, de vakbonden en de werkgevers afspraken voor een periode van vijf jaar. Het laatste VIA geldt voor de periode De belangrijkste verwezenlijkingen voor de gezinszorg zijn: - Verhoging van de eindejaarspremie - Verhoging van de vergoeding voor verplaatsingskosten Dit VIA voldoet op één punt echter niet aan onze verwachtingen. Onze leden en militanten waren niet te spreken over de ongelijke behandeling van de doelgroepwerknemers van de sociale en beschutte werkplaatsen. Hun eindejaarspremie gaat minder sterk vooruit dan die van de andere werknemers. Intussen worden de afspraken uit dit VIA wel uitgevoerd. En die ongelijke eindejaarspremie dan? Die moet wat ons betreft nog altijd opgelost worden! De dienstenchequewerknemers worden niet gesubsidieerd door de Vlaamse overheid en vallen dus niet onder het VIA. Voor hen zijn dan ook enkele afwijkende loon- en arbeidsvoorwaarden van toepassing. Als dit het geval is vermelden we dit apart in elk hoofdstuk. N.B.: In deze brochure vind je de minimale loon- en arbeidsvoorwaarden voor de sector. In jouw dienst kunnen echter voordeliger voorwaarden van kracht zijn.

4 4 LONEN EN PREMIES 1.1 LONEN Het loon hangt af van je functie en je anciënniteit. De belangrijkste arbeiderfuncties zijn: verzorgende (barema B2B) logistieke hulp (barema B4) werknemers tewerkgesteld in een tewerkstellings- of doorstromingsprogramma (barema D1) dienstenchequewerknemers (barema DB4) Neem contact op met je vakbondsafgevaardigde of plaatselijk ABVV-kantoor of surf naar voor een volledig overzicht van alle lonen per barema. In het VIA werd afgesproken om een nieuwe functieclassificatie op te maken tegen Haard- of standplaatstoelage Deze toelagen bestaan enkel voor barema s B2B, B4 en D1. De haardtoelage wordt toegekend aan werknemers die effectief samenwonen met een partner tenzij die partner reeds een haardtoelage ontvangt OF minstens 1 kind ten laste hebben De standplaatstoelage wordt toegekend aan werknemers die geen haardtoelage ontvangen. De haard- of standplaatstoelage wordt samen met je loon uitbetaald.

5 5 Anciënniteit Bij indiensttreding zal bepaald worden hoeveel jaar anciënniteit je kan overnemen. Indien je ervoor al werkte in de sector, wordt je anciënniteit overgenomen. Indien je uit een instelling/organisatie uit de Vlaamse social profit komt wordt een deel van je anciënniteit overgenomen (van 25% tot de volledige overname). 1.2 LOONINDEXERING De lonen worden regelmatig aangepast aan de stijging van de prijzen. Telkens wanneer de indexgrens wordt overschreden stijgen de lonen met 2%. De laatste indexaanpassing dateert van 1 januari ONREGELMATIGE PRESTATIES Er bestaat een systeem van continue dienstverlening voor verzorgenden waardoor je ook moet werken op zondagen, feestdagen, s avonds tussen 20u en 22u en s nachts. Je hebt daarvoor recht op een toeslag: - 30% extra voor werk op zaterdag, s avonds en s nachts - 60% extra voor werk op een feestdag - 100% extra voor werk op een zondag In de loop van 2013 zal de werknemer de keuze krijgen om de toeslag te laten uitbetalen of te compenseren via inhaalrust. In het VIA werd ook afgesproken om het maximale aantal uren onregelmatige prestaties op te trekken tot 3,5% van het urencontingent. De sector wil daarmee inspelen op de vergrijzing en de veranderende zorgnoden. Ouderen kiezen immers minder voor het rusthuis, maar hebben dan uiteraard thuiszorg nodig, ook buiten de normale werkuren.

6 6 1.4 EINDEJAARSPREMIE Eén van de belangrijkste verwezenlijkingen van dit VIA is de verhoging van de eindejaarspremie. In 2012 wordt een eerste stap gezet, vanaf 2013 volgt dan een tweede stap. De eindejaarspremie bestaat uit 2 delen: - een vast geïndexeerd gedeelte - een percentage van je jaarloon Vast geïndexeerd deel ,51 4,61% ,15 7,57% ,15 7,57% ,15 7,57% % van jaarloon Via deze berekening bedraagt de eindejaarspremie gemiddeld ongeveer 95% van een maandloon. Bijna een volwaardige 13 de maand. De eindejaarspremie van de dienstenchequewerknemers bestaat uit 3 delen: - Een vast geïndexeerd gedeelte ( 328,81) - Een vast niet-geïndexeerd gedeelte ( 55,08) - 2,5% van het jaarloon 1.5 SYNDICALE PREMIE De werkgever bezorgt ten laatste 15 februari een attest aan alle werknemers. Met dit attest kan je bij je vakbond de syndicale premie laten uitbetalen. Bedrag: 86,76 ( 7,23 per gewerkte maand)

7 7 ARBEIDSVOORWAARDEN 2.1 VERPLAATSINGSKOSTEN Verzorgende / logistieke hulp Door de stijgende brandstofprijzen lopen de kosten voor de werknemers steeds hoger op. De verhoging van de verplaatsingsonkosten was dan ook één van de belangrijkste eisen van de werknemers uit de gezinszorg. De verplaatsingsonkosten worden stapsgewijs verhoogd in de loop van dit VIA. Verplaatsingen met de wagen van thuis naar de cliënt en tussen 2 cliënten worden vanaf 1 april 2012 vergoed aan 0,26 per kilometer. Dit bedrag wordt jaarlijks verhoogd: - Vanaf 1 januari 2013: 0,29 - Vanaf 1 januari 2014: 0,31 - Vanaf 1 januari 2015: 0,32 Verplaatsingen met de wagen in opdracht van de cliënt worden vergoed aan 0,3456 per kilometer. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd op 1 juli. Werknemers die zich verplaatsen met de fiets, motor of bromfiets krijgen een vergoeding van 0,15 per kilometer. Dienstenchequewerknemer Verplaatsingen met de wagen van thuis naar de cliënt en tussen 2 cliënten worden vergoed aan 0,22 per kilometer. Werknemers die zich verplaatsen met de fiets, motor of bromfiets krijgen een vergoeding van 0,15 per kilometer.

8 8 Als ABVV eisen we voor de dienstenchequers een zelfde verhoging van de verplaatsingsonkosten als voor de verzorgenden en logistieke hulpen. De prijs aan de pomp is immers voor iedereen dezelfde. De verzorgenden en logistieke hulpen worden gesubsidieerd door de Vlaamse regering en vallen dus onder het VIA. Ook de verhoging van de verplaatsingsonkosten wordt dus gefinancierd door de Vlaamse regering. De dienstenchequers vallen niet onder het VIA. En daarom willen de werkgevers hun verplaatsingsonkosten niet verhogen. Want we krijgen daarvoor geen subsidies, zeggen ze. Dat klopt. Maar dit betekent volgens ons niet dat ze het niet kunnen betalen. Ons standpunt is duidelijk: reken die kosten door aan de klanten. 2.2 CARENZDAG De carenzdag is afgeschaft. Dit betekent dat ook voor arbeiders de 1 ste dag ziekte door de werkgever wordt betaald. 2.3 VAKANTIE Het aantal dagen wettelijke vakantie is afhankelijk van het aantal dagen dat men het jaar voordien heeft gewerkt. Wie een volledig jaar heeft gewerkt heeft recht op 20 betaalde vakantiedagen. Anciënniteitsverlof Werknemers die een bepaalde anciënniteit in de sector hebben krijgen bovenop de wettelijke vakantie 1 of 2 dagen anciënniteitsverlof:

9 9 Anciënniteit 5jaar Extra verlof 1dag 10 jaar 2 dagen Dienstenchequewerknemers krijgen 1 dag extra verlof vanaf 5 jaar anciënniteit. 2.4 VRIJSTELLING VAN ARBEIDSPRESTATIES: BIJKOMENDE VAKANTIEDAGEN VOOR OUDERE WERKNEMERS Verzorgende / logistieke hulp Bovenop de 20 wettelijke vakantiedagen en anciënniteitsdagen zijn er een aantal extra vakantiedagen voor oudere werknemers: Vanaf 35 jaar 5 dagen 45 jaar 12 dagen 50 jaar 24 dagen 55 jaar 36 dagen Voor deeltijdse werknemers wordt het aantal dagen berekend in verhouding tot de werkelijke arbeidsduur. Iemand die halftijds werkt heeft vanaf 45 jaar dan recht op 6 dagen vakantie. Dienstenchequewerknemer De dienstenchequewerknemers die op 31 december 2005 in dienst waren en ten laatste op 31 december jaar werden hebben recht op 5 extra vakantiedagen voor oudere werknemers.

10 10 De werknemers die 45 jaar of ouder waren op 31/12/2005 en al recht hadden op 12 of 14 dagen behouden deze dagen. Werknemers die na 31/12/2005 in dienst kwamen met een dienstenchequeovereenkomst hebben geen extra verlofdagen voor oudere werknemers. 2.5 KLEDIJVERGOEDING De werkgever stelt één of meerdere uniformen ter beschikking. Voor elke begonnen werkdag wordt een vergoeding van 0,1 betaald voor het onderhoud van het uniform. 2.6 TIJDSKREDIET Tijdskrediet is een systeem om tijdelijk minder te werken of een bepaalde periode niet te werken. Je ontvangt dan een uitkering van de RVA. In sommige gevallen heb je ook recht op een extra premie van de Vlaamse overheid. Er bestaan verschillende stelsels in het tijdskrediet: algemeen stelsel: voor iedereen landingsbaan: voor oudere werknemers ouderschapsverlof: voor de zorg van kinderen medische bijstand: voor de zorg van een ziek familielid palliatief verlof: voor de zorg van persoon met een terminale ziekte

11 11 In de verschillende stelsels bestaan verschillende voorwaarden en regels. De federale overheid heeft recent de regels en voorwaarden aangepast en beperkingen aangebracht. Het ABVV heeft geprotesteerd tegen deze eenzijdige aanpassingen. We zijn er ook in geslaagd om de hervormingen voor een deel terug te schroeven. De nieuwe regels vind je terug in de nieuwe brochure van het ABVV. Deze kan je downloaden op In het voorjaar 2013 wil de Vlaamse regering een discussie starten over de bijkomende premies die bovenop de RVA-premies worden gegeven. Door het succes van o.a. de landingsbanen is de globale factuur van deze premies zwaar gestegen. Teveel zegt de Vlaamse regering. Voor ons zijn die bijkomende premies broodnodig om o.a. langer te kunnen blijven werken. Afbouw hiervan is dus geen optie voor ons. We houden je op de hoogte. Wil je weten of je persoonlijk in aanmerking komt voor één van de stelsels en op welke premie je dan recht hebt? Neem contact op met je plaatselijk ABVV-kantoor of je delegee.

12 12 BRUGPENSIOEN Werknemers die tussen 1 januari 2011 en 31 december jaar worden, kunnen nog op 58 jaar met brugpensioen gaan. Na 2014 heeft de federale regering opgelegd dat brugpensioen sowieso pas kan vanaf 60 jaar. Bedrag van de vergoeding Naast een werkloosheidsvergoeding ontvang je ook een tussenkomst van je werkgever. Dit bedrag bedraagt de helft van het verschil tussen het netto-referteloon (dat is het jaarloon gedeeld door twaalf) en de normale werkloosheidsuitkering. Als je in de jaren voor je op brugpensioen gaat al minder werkte (bijvoorbeeld door een landingsbaan of deeltijds brugpensioen, ) dan wordt je brugpensioen berekend op basis van je gemiddelde arbeidsritme in de 10 jaar voor je minder begon te werken. Wil je weten of je persoonlijk in aanmerking komt voor het brugpensioen en je vergoeding laten bereken? Neem contact op met het plaatselijk ABVV-kantoor of je delegee.

13 13 OPZEGTERMIJNEN In geval van vrijwillig vertrek of ontslag, neem steeds contact op met je plaatselijk ABVV-kantoor of je delegee om de duur van de opzegtermijn, de wijze van betekening, de ingeroepen redenen, en je rechten ( eindejaarspremie, sociale documenten, recht op werkloosheid ) te laten controleren. De duur van de opzeggingstermijn wordt berekend op basis van je anciënniteit in de onderneming. OPGELET! Vanaf 1 januari 2012 is de nieuwe wet op de opzegtermijnen van kracht. Deze nieuwe wet is van toepassing op alle contracten die vanaf 1 januari 2012 afgesloten zijn.

14 14 De opzegtermijnen voor contracten van voor 1 januari 2012 bedragen: anciënniteit gegeven door werkgever duur van de opzeggingstermijn gegeven door werknemer < 6 maanden 28 kalenderdagen 14 kalenderdagen 6 maand 5 jaar 28 kalenderdagen 14 kalenderdagen 5 6 jaar 35 kalenderdagen 14 kalenderdagen 6-7jaar 42 kalenderdagen 14 kalenderdagen 7-8jaar 49 kalenderdagen 14 kalenderdagen 8-9 jaar 56 kalenderdagen 14 kalenderdagen 9-10 jaar 63 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 70 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 77 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 84 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 91 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 98 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 105 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 112 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 119 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 126 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 133 kalenderdagen 14 kalenderdagen 20 jaar en meer 140 kalenderdagen 28 kalenderdagen

15 15 De opzegtermijnen voor contracten vanaf 1 januari 2012 bedragen: anciënniteit gegeven door werkgever duur van de opzeggingstermijn gegeven door werknemer < 6 maanden 28 kalenderdagen 14 kalenderdagen 6 maand 5 jaar 40 kalenderdagen 14 kalenderdagen 5 6 jaar 48 kalenderdagen 14 kalenderdagen 6-7jaar 48 kalenderdagen 14 kalenderdagen 7-8jaar 49 kalenderdagen 14 kalenderdagen 8-9 jaar 56 kalenderdagen 14 kalenderdagen 9-10 jaar 63 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 70 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 77 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 84 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 91 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 98 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 105 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 112 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 119 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 126 kalenderdagen 14 kalenderdagen jaar 133 kalenderdagen 14 kalenderdagen 20 jaar en meer 140 kalenderdagen 28 kalenderdagen

16 16 SYNDICALE VERTEGENWOORDIGING In elke dienst voor gezinszorg met minstens 20 werknemers kan een vakbondsafvaardiging worden opgericht. De vakbondsafvaardiging is de vertegenwoordiger van het personeel en overlegt met de werkgever over problemen, de arbeidsorganisatie, loon- en arbeidsvoorwaarden.. De vakbondsafvaardiging (je delegee) kan je ook bijstaan als je individuele problemen hebt op het werk.

17 17 VERLOF OM DWINGENDE REDENEN EN KLEIN VERLET 4.1 VERLOF OM DWINGENDE REDENEN Bij bepaalde gebeurtenissen zoals bijvoorbeeld ziekte, ongeval of hospitalisatie van een kind, de echtgenoot, of een brand in de woning, een natuurramp, heb je het recht om van het werk afwezig te zijn wegens dwingende redenen, gedurende maximaal 10 dagen per jaar. Deze afwezigheden worden niet betaald. 4.2 KLEIN VERLET Voor bepaalde familiegebeurtenissen of verplichtingen kan je, met behoud van loon, op het werk afwezig blijven. Dit zijn de meest voorkomende: Huwelijk van de werknemer : 2 dagen. Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgenoot, van een broer, een zuster, een schoonbroer, een schoonzuster, van de vader, de moeder, de schoonvader, de stiefvader, van de schoonmoeder, de stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer: de dag van het huwelijk Geboorte van een kind van de werknemer indien de afstamming van het kind vaststaat (vaderschapsverlof): 10 dagen naar keuze van de

18 18 werknemer binnen de 30 dagen na de bevalling (3 dagen betaald door de werkgever, 7 dagen betaald door het ziekenfonds). (*) Wettelijk samenwonenden en gehuwden worden gelijkgesteld. Overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind, van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer : 3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter die bij de werknemer inwoont : 2 dagen door de werknemer te kiezen in de periode van twaalf dagen die begint met de dag van het overlijden. Idem... die niet bij de werknemer inwoont : de dag van de begrafenis Plechtige communie van een kind van de werknemer of van zijn echtgenoot of deelname van een kind van de werknemer aan het feest van de vrijzinnige jeugd: de dag van de plechtigheid of een gewone activiteitsdag onmiddellijk voor of na de gebeurtenis indien die samenvalt met een zondag, een feestdag of een dag waarop gewoonlijk niet gewerkt wordt Adoptie van een kind: maximaal 6 weken als het kind minder dan 3 jaar is en maximaal. 4 weken als het kind ten minste 3 jaar is. Eerste 3 dagen met behoud van loon, de overige dagen ziekteverzekering. ) Dit zijn de meest voorkomende redenen voor klein verlet. Daarnaast bestaan er nog een hele reeks omstandigheden met recht op klein verlet. Voor meer informatie : neem contact op met je plaatselijk ABVVkantoor of je delegee.

19 19

20 20 DE ALGEMENE CENTRALE ABVV WIE ZIJN WIJ LEDEN MILITANTEN 40 SECTOREN 17 GEWESTELIJKE AFDELINGEN De Algemene Centrale ( AC) telt zo n leden, in 17 gewestelijke afdelingen. De AC is actief in de bouwnijverheid, de industrie, de dienstensectoren en de social profit. Zo verenigen we arbeiders en arbeidsters uit wel 40 verschillende sectoren. Andere centrales zijn BBTK (bedienden), ABVV-metaal, ACOD (openbare diensten), TKD (textiel, kleding en diamant), BTB (transport) en Voeding (voeding en horeca). Het ABVV is de optelsom van deze centrales, samen goed voor 1,4 miljoen leden. VAKBONDSWERK De AC werd opgericht in Al meer dan 100 jaar spelen we een hoofdrol in het sociaal overleg, én in de sociale strijd. Veel is veranderd, maar fundamenteel is onze opdracht nog steeds dezelfde: de rechten van de werknemers verdedigen en verbeteren. Met militanten en bijna 100 vakbondssecretarissen zetten we ons daar elke dag voor in.

21 21 Onze vakbondsafgevaardigden geven het beste van zichzelf in de syndicale delegaties, in de ondernemingsraden en in de comités voor preventie en bescherming op het werk. Zij overleggen met de directie, zij informeren de collega s, en als het nodig is organiseren zij acties. ONZE DIENSTVERLENING Bij onze afdelingen kun je terecht met alle vragen die van ver of nabij met je job te maken hebben. Over je loon- en arbeidsvoorwaarden natuurlijk, maar ook over zaken zoals brugpensioen, kinderbijslag, tijdkrediet, arbeidsongevallen of jaarlijkse vakantie. In grotere bedrijven zijn de vakbondsafgevaardigden hiervoor jouw contactpersoon. Een conflict met je werkgever? Je kunt op ons rekenen voor advies en ondersteuning. In het uiterste geval gaan we met je dossier naar de arbeidsrechtbank. En bij tijdelijke of volledige werkloosheid staat het ABVV voor je klaar met een professionele service.

22 22 Op onze website vind je: - de meest actuele informatie over jouw sector; - de recentste lonen; - vakbondsnieuws heet van de naald; - al onze brochures.

23 23 ADRESSEN GEWESTELIJKE AFDELINGEN ANTWERPEN - WAASLAND Van Arteveldestraat 17, 2060 Antwerpen 6-03/ Vermorgenstraat 11, 9100 Sint-Niklaas - 03/ ac.antwerpen@accg.be BRIO (BRUGGE - ROESELARE - IEPER - OOSTENDE) Zilverstraat 43, 8000 Brugge 050/ J.Peurquaetstraat 27, 8400 Oostende - 059/ Zuidstraat 22 bus 22, 8800 Roeselare - 051/ Korte Torhoutstraat 27, 8900 Ieper 057/ Brio@accg.be BRUSSEL - VLAAMS BRABANT St Jansstraat 4, 1000 Brussel 02/ / Maria Theresiastraat 113, 3000 Leuven 016/ / accg.bxl-vlaamsbrabant@accg.be OOST VLAANDEREN Steendam 44, 9000 Gent 09/ Dijkstraat 59,9200 Dendermonde 052/ Houtmarkt 1, 9300 Aalst 053/ Stationstraat 21, 9600 Ronse 055/ ac.oostvlaanderen@accg.be KORTRIJK Conservatoriumplein 9, 8500 Kortrijk - 056/ ac.kortrijk@accg.be LIMBURG Gouverneur Roppesingel 55, 3500 Hasselt - 011/ ac.limburg@accg.be MECHELEN + KEMPEN Nieuwstraat 102, 2440 Geel 014/ Grote Markt 48, 2300 Turnhout 014/ / Lierseweg 54, 2200 Herentals 014/ Lichtstoetstraat 4, 2400 Mol 014/ Zakstraat 16, 2800 Mechelen 015/ Dr. Persoonslaan 15 E, 2830 Willebroek Tel. 03/ ac.m+k@accg.be

24 24 NOTA S

25 NOTA S 25

26 26 NOTA S

27

28 Verantwoordelijke uitgever Alain Clauwaert Algemene Centrale Hoogstraat Brussel Januari 2013