1 Inleiding. 1 Algemeen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Inleiding. 1 Algemeen"

Transcriptie

1 1 Algemeen De rechtsfiguur zaaksvervanging komt in vele verschillende contexten in de wet voor en is door de wetgever niet systematisch doordacht. In de civielrechtelijke handboeken over het algemene goederenrecht wordt het onderwerp niet uitgebreid en in zijn algemeenheid en zeker niet volledig behandeld. Zie Asser/Bartels & Van Mierlo 3-IV 2013/75 waar het verschijnsel uitsluitend wordt behandeld in het kader van de algemeenheid van goederen die daar wordt opgevat als een afzonderlijk vermogen. Als voorbeeld van een algemeenheid van goederen noemt dit werk de nalatenschap; uit de context blijkt dat daaronder de nalatenschap met één erfgenaam wordt begrepen. Hierna zal blijken dat onder bepaalde omstandigheden de nalatenschap met één erfgenaam een afgescheiden vermogen vormt. Pitlo/Reehuis en Heisterkamp, Goederenrecht 2012 wijden geen algemene beschouwingen aan het onderwerp en behandelen de specifieke regelingen van zaaksvervanging bij, in het bijzonder, vruchtgebruik, pand en hypotheek. Snijders/Rank-Berenschot, Goederenrecht 2011, nr. 295, merken op dat de substitutie zich in dat boek niet leent voor een uitvoerige, generale bespreking. Volstaan wordt met de opsomming van een aantal gevallen. Uit deze opsomming, waarbij onder meer het door artikel 6:90 BW bestreken geval wordt genoemd, mag worden opgemaakt dat deze schrijvers een ruim begrip van het verschijnsel voorstaan. Men vatte de constatering dat de civielrechtelijke handboeken het verschijnsel niet in zijn algemeenheid behandelen niet als kritiek op; de lezer zal na lezing van deze monografie, verwacht ik, begrip kunnen opbrengen voor deze benadering. Zij onderstreept mijn belangrijkste conclusie die ook voor de praktijk van belang is, dat men bij de beantwoording van de vraag of er in een concreet geval van zaaksvervanging sprake is eerst te rade dient te gaan bij de specifieke wettelijke bepaling en het commentaar daarop of, indien zich mogelijkerwijs een geval van buitenwettelijke zaaksvervanging voordoet, bij de doctrine en de jurisprudentie. Ik kom voorts tot de slotsom dat het in een aantal gevallen nuttig is te onderzoeken of voor een bepaald type zaaksvervanging gemeenschappelijke regels gelden dan wel of de regels die voor een specifiek geval van zaaksvervanging gelden, naar analogie mogen worden toegepast op een ander geval van zaaksvervanging. 19

2 Zaaksvervanging Het gegeven dat de rechtsfiguur zaaksvervanging in vele verschillende contexten in de wet voorkomt en duidelijk niet systematisch is doordacht door de wetgever, gebiedt de doctrine voorzichtig te zijn met het formuleren van algemene, voor alle vormen van zaaksvervanging geldende regels. Volgt men de door mij aangeraden weg, dan blijkt dat de wetgever op het microniveau van de afzonderlijke gevallen weinig heeft gedaan aan interne rechtsvergelijking. Zie voor voorbeelden nr. 22 en 30. Sterker nog: de wetgever heeft onvoldoende aan interne rechtsvergelijking gedaan. De proefschriften van G.E. Langemeijer (Leiden 1927) en A. Hammerstein (Nijmegen 1977) over zaaksvervanging dateren van vóór de invoering van het NBW waarbij opmerking verdient dat Hammerstein wel kennis heeft kunnen nemen van het ontwerp NBW naar de stand van zaken van rond De meest recente dissertatie is van de hand van J.B. Spath (Nijmegen 2010). Haar proefschrift bevat een schat aan informatie. Mede door de weergave van citaten van door haar aangehaalde auteurs en door de prettige en trefzekere schrijfstijl is het boek gemakkelijk te lezen. Het voorziet zonder twijfel in een behoefte van de rechtspraktijk en de rechtswetenschap. Bij de behandeling van een aantal bestaande Nederlandsrechtelijke toepassingen van zaaksvervanging vergelijkt Spath ook met het Duitse en Belgische recht. Het is daarom begrijpelijk dat ik relatief frequent naar dit werk verwijs. Het vorenstaande neemt niet weg dat ik het, zoals hierna zal blijken, met de meeste van haar stellingen met een algemene strekking oneens ben. 2 Korte aanduiding van het verschijnsel en de ratio ervan Langemeijer, diss. 1927, p. 5 verdedigt dat zaaksvervanging is: het treden van een zaak in een rechtsbetrekking, op grond dat haar ontstaan of haar verkrijging door een bepaalde persoon onmiddellijk samenhangt met het verlies van een andere zaak, die zich tevoren in een gelijke rechtsbetrekking bevond. Ik meen dat de definitie van Langemeijer nog steeds goed bruikbaar is om te toetsen of er sprake is van zaaksvervanging. Voor zaak zal men onder het huidige BW moeten lezen goed. De rechtsbetrekking waarin een goed treedt, kan bepaald worden door eigendom 20

3 of een (beperkt) recht, het kan ook een andere rechtsbetrekking zijn, zoals bewind of het behoren tot een afgescheiden vermogen. Ik versta het verschijnsel daarmee als meeromvattend dan Spath, diss. 2010, nr. 191 doet: Zaaksvervanging is een op de wet gebaseerde originaire verkrijging van vervangende rechten met absolute kenmerken op goederen, die zijn verkregen op een wijze die causaal samenhangt met het buiten toedoen van de rechthebbende (gedeeltelijk) tenietgaan van rechten op het oorspronkelijke goed, met als doel het behoud van de vermogensrechtelijke verhoudingen tussen verschillende (rechts)personen en daarmee het voorkomen van ongerechtvaardigde verrijking. Daardoor is n.m.m. ook de door Spath, diss gegeven ratio van zaaksvervanging te beperkt. Een belangrijk onderdeel van de ratio is volgens Spath, diss. 2010, nr. 94 dat zaaksvervanging beoogt ongewenste aantasting van goederenrechtelijke posities te voorkomen en daarmee bescherming te bieden aan rechthebbenden van rechten met absolute kenmerken. Zaaksvervanging heeft in mijn benadering een ruimere strekking dan het bieden van bescherming aan rechthebbenden van (absolute) rechten. Als voorbeeld noem ik hier reeds het eerste geval van zaaksvervanging dat in de gemeenschapstitel wordt geregeld en dat in nr. 27 uitgebreider wordt behandeld. Zaaksvervanging beoogt in dat geval onder meer schuldeisers van een (bijzondere) gemeenschap te beschermen. Overigens past Spath haar definitie met coulance toe. Zo wordt in geval van bewind de bewindvoerder niet zelf rechthebbende van de onder bewind gestelde goederen, maar hij wordt wel beschikkingsbevoegd en dit is volgens Spath een uitgesproken goederenrechtelijke bevoegdheid. Zij meent dat daarmee kan worden voldaan aan het door haar gestelde vereiste dat uitsluitend aanspraken met een goederenrechtelijk karakter voor bescherming door middel van zaaksvervanging in aanmerking komen. Zie Spath, diss. 2010, nr. 63 en 185. Zie ook hierna nr Ik plaats bij Spaths motivering voor coulance in dit geval wel de kanttekening dat de bewindvoerder beheersbevoegd is en in beginsel niet zelfstandig beschikkingsbevoegd. Zie voor het testamentaire bewind artikel 4:169 BW. Volgens Spath dient er voorts sprake te zijn van een aanvullende rechtvaardiging. Daarvan is in haar benadering van het verschijnsel sprake indien de verarming en de verrijking 21

4 Zaaksvervanging direct met elkaar samenhangen, terwijl de vermogensverschuiving ook meer algemeen moet worden gerechtvaardigd. De basis hiervoor kan volgens haar worden gevonden in de ongewenstheid van de aantasting van (absolute) rechten zonder dat de rechthebbende hierop direct invloed heeft. Ik kan Spath hierin in het algemeen volgen, waarbij het in mijn benadering van het verschijnsel, zoals ik reeds opmerkte, niet steeds gaat om het redresseren van de aantasting van (absolute) rechten. Ik schrijf bewust in het algemeen, want Spath neemt, en n.m.m. terecht, ook aan dat zaaksvervanging plaatsvindt in gevallen dat de rechthebbende direct invloed heeft op de aantasting van absolute rechten. Zie Spath, diss. 2010, nr. 35 waar zij terecht aanneemt dat in geval van een gemeenschap op grond van artikel 3:167 BW ook zaaksvervanging plaatsvindt indien de algemene regels van goederen- en vertegenwoordigingsrecht worden nageleefd. Op de aantasting van de rechten hebben de rechthebbenden dan directe invloed. Ik merk hier reeds op dat n.m.m. in dit geval zaaksvervanging uitsluitend plaatsvindt indien de regels van goederen- en vertegenwoordigingsrecht zijn nageleefd. Een ander principieel probleem dat ik met de definitie van Spath heb, is dat de, door haar aangenomen originaire, verkrijging op de wet gebaseerd dient te zijn. Dat is een aanzienlijk te strenge eis zoals hierna op een aantal plaatsen zal blijken. Deze eis vindt ook geen steun in de rechtspraak. 3 Eigenlijke en oneigenlijke zaaksvervanging Bij het zoeken naar een antwoord op de vraag wanneer in een concreet geval zaaksvervanging plaatsvindt en wat daarvan de gevolgen zijn, ben ik tot de conclusie gekomen dat het door Hammerstein, diss gemaakte onderscheid tussen eigenlijke en oneigenlijke zaaksvervanging mij niet echt hielp bij het doorgronden van de problematiek die bij zaaksvervanging aan de orde is en bij het vinden van een antwoord op de vraag wanneer dat verschijnsel zich voordoet en wat dat betekent. Zaaksvervanging in eigenlijke zin omschrijft Hammerstein, diss. 1977, p. 97, als volgt: Het van rechtswege in de plaats treden van een goed als object van een recht voor een goed dat als object van datzelfde recht is verdwenen op grond dat het nieuwe goed is verkregen als vergoeding voor het verlies van de vermogenswaarde van het oorspronkelijke goed en met als doel te voorkomen dat het betreffende recht door het verdwijnen van het oorspronkelijke goed teniet gaat. 22

5 Onder zaaksvervanging in oneigenlijke zin verstaat Hammerstein, diss. 1977, p. 97: Het toerekenen van een goed aan een bepaald vermogen op grond dat dit goed is verkregen in de plaats van een oorspronkelijk tot dat vermogen behorend goed. De belangrijkste toepassingen van oneigenlijke zaaksvervanging worden volgens Hammerstein aangetroffen in het huwelijksvermogensrecht, bij bewind en bij gemeenschap. Het cruciale verschil tussen beide typen zaaksvervanging is volgens Hammerstein gelegen in het al dan niet van rechtswege in de plaats treden van een goed voor een ander goed. Volgens Hammerstein leent het recht van eigendom zich het minst van alle subjectieve rechten voor toepassing van (oneigenlijke) zaaksvervanging. Hammerstein ziet grote bezwaren tegen toepassing van de zaaksvervanging als wijze van eigendomsverkrijging. In ons recht moet eigendomsverkrijging van rechtswege uitzondering blijven. Vooral wanneer aan de eigendomsverkrijging bepaalde formele vereisten worden gesteld, zoals bij registergoederen, is zulk een verkrijging volgens Hammerstein onwenselijk. In zijn algemeenheid kan ik Hammerstein hierin volgen. De ontwikkeling die ik in dit opzicht heb doorgemaakt, is ook waar te nemen in mijn artikel Zaaksvervanging en de regels van het goederenrecht in WPNR 2008/6753, waarin ik een belangrijk aspect dat bij zaaksvervanging speelt, heb getracht te verduidelijken. N.m.m. is in het huwelijksgoederenrecht ook ten aanzien van eigendom sprake van zaaksvervanging die eerder eigenlijk dan oneigenlijk is. Zie nr. 13. Zie voor kritiek op het door Hammerstein gemaakte onderscheid ook Asser/De Boer 1* 2010/448. Waar het n.m.m. op aankomt, is vast te stellen in welke gevallen de wet, of eventueel het recht, zaaksvervanging aanvaardt. Bij ieder van die gevallen dient onder ogen te worden gezien aan welke voorwaarden moet zijn voldaan, wil men mogen aannemen dat zich zaaksvervanging heeft voorgedaan. Daarbij spelen de regels van het goederenrecht niet steeds dezelfde rol. Ten slotte zal ten aanzien van ieder geval van zaaksvervanging dienen te worden onderzocht wat zaaksvervanging in het desbetreffende geval inhoudt, met andere woorden wat daarvan de gevolgen zijn. Bij oneigenlijke zaaksvervanging is kenmerkend dat de substituutgoederen dienen ter vervanging van goederen die tot een gemeenschap of een ander geoormerkt of zelfs afgescheiden vermogen behoren. Ook (eigendoms)rechten kunnen in deze gevallen door zaaksvervanging worden verkregen. Anders 23

6 Zaaksvervanging Hammerstein, diss. 1977, p. 101 die aandacht besteedt aan het volgende geval van zaaksvervanging dat hij als oneigenlijk aanmerkt. Hij meent dat het bij de toepassing van artikel 1:124 lid 2 BW (oud) niet juist is aan zaaksvervanging zakenrechtelijke werking toe te kennen omdat zaaksvervanging hier slechts de regels van het huwelijksgoederenrecht en niet die van het zakenrecht doorbreekt. Doorbreking van een hoofdregel van het huwelijksgoederenrecht, namelijk dat een goed in de wettelijke gemeenschap valt, heeft n.m.m. goederenrechtelijke werking namelijk dat het goed aan één der echtgenoten in privé toebehoort. 4 Niet steeds originaire verkrijging Mijn kennis van en inzicht in het verschijnsel is verder vergroot door kennisneming van de dissertatie van Spath en mijn recensie daarvan in WPNR 2011/6872. Deze verdere studie heeft bij mij het hiervoor reeds vermelde inzicht vergroot dat zaaksvervanging een rechtsfiguur is die in vele verschillende contexten in de wet voorkomt en die door de wetgever niet systematisch is doordacht. Daaruit moet n.m.m. volgen, dat de opvatting dat zaaksvervanging altijd aan hetzelfde kenmerk zal voldoen en dezelfde gevolgen zal hebben, onhoudbaar is. En voorts dat de door Spath verdedigde opvatting dat er bij zaaksvervanging steeds sprake zou zijn van een originaire verkrijging, geen geldend recht weergeeft. In WPNR 2011/6872 heb ik onder 5 aan de hand van vier gevallen van zaaksvervanging aangetoond dat er in deze gevallen geen sprake is van originaire verkrijging. Het betreft de eerste en tweede zaaksvervangingsregel bij gemeenschap, artikel 1:124 lid 2 BW (oud) en zaaksvervanging bij de fideicommissaire erfstelling. Ik verwijs voor de eerste in artikel 3:167 BW neergelegde zaaksvervangingsregel bij gemeenschap naar nr. 27 waar ik tot de conclusie kom dat zaaksvervanging hier geen wijze van eigendomsverkrijging is. In nr. 28 interpreteer ik de tweede zaaksvervangingsregel van artikel 3:177 lid 1 BW aldus dat deze aangeeft wat het bestaande, derivitatief verkregen, recht omvat als zich een bepaald feit heeft voorgedaan. In nr. 42 behandel ik de vraag aan welke voorwaarden moet zijn voldaan wil bij een fideicommissaire erfstelling een registergoed als substituut kunnen fungeren. Dat is een goede plaats om tevens duidelijk te maken dat het vervangende recht door de verwachter in beginsel niet originair wordt verkregen. Aannemen dat er steeds sprake is van originaire verkrijging vergroot ook niet het inzicht in het verschijnsel in zijn verschillende verschijningsvormen en de verklaring van de gevolgen ervan. 24

7 Het onderscheid tussen derivatief en originair verkrijgen is in het bijzonder van belang voor de omvang van de rechten die worden verkregen. In het geval van originaire verkrijging wordt een geheel nieuw recht verkregen dat in beginsel niet is onderworpen aan beperkingen die door een vorige rechthebbende zijn aangebracht. Bij derivatieve verkrijging gaat het recht op de verkrijger over in de omvang waarin het bij de vorige rechthebbende berustte. Aldus Asser/Bartels & Van Mierlo 3-IV 2013/203. Als men, zoals Spath, diss doet, de originaire verkrijging van rechten op het vervangende goed voor de bepaling van de kenmerken van het originair verkregen recht, zoals de rangorde daarvan: zie Spath, diss. 2010, nr. 166 e.v., laat teruggrijpen op de titel die ten grondslag lag aan het oorspronkelijke recht, wordt in ieder geval duidelijk dat de originaire verkrijging de gevolgen van het verschijnsel zaaksvervanging op zichzelf niet verklaart. Dan kan men ook opmerken, zoals Hammerstein, MvV 2011, p. 21 e.v. doet, dat het per saldo niet veel uitmaakt of zaaksvervanging een originaire wijze van rechtsverkrijging is. Overigens spreekt de juridische constructie van originaire verkrijging Hammerstein minder aan, omdat het verband tussen het verlies van een zaak waarvoor een andere zaak in de plaats komt min of meer in de lucht komt te hangen. Hammerstein merkt in dat verband op dat bij het voortbestaan van een recht dat recht zo veel mogelijk in stand blijft wat zijn omvang en overige kenmerken betreft en dat bij originaire verkrijging die kenmerken op het nieuwe recht moeten worden overgebracht. Hierna zal blijken dat dat soms ook zal moeten plaatsvinden in de gevallen dat zaaksvervanging als een derivatieve verkrijging dient te worden aangemerkt. 5 Zaaksvervanging kan zich ook voordoen buiten de in de wet geregelde gevallen Ik verschil ook overigens op principiële punten met Spath van mening. Zo meen ik dat het verschijnsel zaaksvervanging zich ook kan voordoen buiten de gevallen dat de wet dat met zoveel woorden bepaalt. Sterker: ik ben ervan overtuigd dat mijn opvatting geldend Nederlands recht weergeeft. Ook Snijders/Rank-Berenschot, Goederenrecht 2011, nr. 294 menen dat er, gezien het gesloten systeem van goederenrechtelijke rechten, voor elke substitutie een wettelijke grondslag dient te bestaan. Zij gaan niet in op de vraag of de wetsbepaling die in een bepaald geval de grondslag voor zaaksvervanging is op bepaalde andere gevallen analogisch mag worden toegepast dan wel extensief mag worden geïnterpreteerd zodat zij op andere gevallen van toepassing is. 25

8 Zaaksvervanging Zie daarover ook nr. 91 en Zaaksvervanging doet zich ook voor bij andere gevallen dan verkrijging van vervangende rechten met absolute kenmerken Ten slotte zal blijken dat mijn begrip van zaaksvervanging nauw aansluit bij de definitie van Langemeijer in zijn dissertatie. Het verschijnsel doet zich ook voor, en dient ook dan verklaard te worden, buiten de gevallen van verkrijging van vervangende rechten met absolute kenmerken op goederen, welk citaat ik ontleen aan Spath, diss. 2010, nr Ik noem hier onder meer de eerste zaaksvervangingsregel bij gemeenschap en het (testamentaire) bewind. 7 Rechtssystematische grenzen In hoofdstuk 6 van haar proefschrift verdedigt Spath dat rechtssystematische grenzen dienen te worden getrokken. In een geval dat de door haar aangebrachte grenzen zouden worden overschreden, kan naar haar mening geen zaaksvervanging plaatsvinden. Een belangrijke rechtssystematische grens is volgens haar dat een registergoed bij zaaksvervanging slechts een surrogaat kan zijn als het vervangende recht onmiddellijk, direct dan wel indirect, kenbaar is uit de openbare registers. Zie Spath, diss. 2010, nr Deze stelling die niet op de wet is gebaseerd, is onhoudbaar en vindt ook geen steun in de rechtspraak. Ik zal mijn opvatting hierna in hoofdstuk 14 onderbouwen en daarbij steun vinden in een aantal door mij behandelde gevallen van zaaksvervanging. 8 Het (beperkte) nut van algemene beschouwingen en interne rechtsvergelijking Het verschijnsel zaaksvervanging is in zijn algemeenheid moeilijk te doorgronden. Om meer duidelijkheid te verkrijgen, bestaat er n.m.m. behoefte aan algemene beschouwingen en interne rechtsvergelijking over het verschijnsel in zijn verschillende verschijningsvormen en in het bijzonder ook, waar dat van belang is, aan een vergelijking van de verschillende gevallen waarin zich zaaksvervanging voordoet. Zonder deze algemene beschouwingen en interne rechtsvergelijking zou ik niet de hiervoor reeds vermelde conclusie hebben 26

9 kunnen bereiken dat het niet nuttig is om te trachten algemene regels te formuleren ten aanzien van het verschijnsel zaaksvervanging. Het is mijn ambitie om de (praktijk)jurist, die met een vraag betreffende zaaksvervanging in een concreet geval te maken heeft, de weg te wijzen naar de toepasselijke rechtsregels en, mede door verwijzing naar relevante literatuur, aan te geven welke vragen over de toepassing daarvan kunnen rijzen en hem zo veel mogelijk te helpen bij de beantwoording van die vragen. Deze doelstelling en mijn reeds vermelde opvatting dat zaaksvervanging in de gevallen dat dit verschijnsel zich voordoet niet steeds aan hetzelfde kenmerk zal voldoen en dezelfde gevolgen zal hebben, verklaren mijn keuze om gevallen van zaaksvervanging onder te verdelen in verschillende categorieën. 9 Plan van behandeling Wat betreft het plan van behandeling heb ik gemeend dat de praktijk, in aanmerking genomen dat zaaksvervanging niet steeds hetzelfde kenmerk en dezelfde rechtsgevolgen heeft, niet alleen belang heeft bij algemene beschouwingen over dit verschijnsel, maar ook, en zelfs nog meer, gediend is met een behandeling van de belangrijkste gevallen waarin, al dan niet op basis van een wetsbepaling, zaaksvervanging plaatsvindt. Het is daarbij niet mijn bedoeling elk geval van zaaksvervanging te behandelen en zeker niet uitputtend. Bij de behandeling van de belangrijkste gevallen van zaaksvervanging verwijs ik zo veel mogelijk naar de meest relevante literatuur waar de geïnteresseerde lezer verwijzingen naar verdere literatuur kan vinden. Ik heb ervoor gekozen om in de hoofdstukken 2 tot en met 11 de belangrijkste in het BW voorkomende gevallen waarin zich, volgens mijn definitie van het verschijnsel, zaaksvervanging voordoet, te beschrijven. Ik besteed geen aandacht aan de zaaksvervangingsregels die in geval van beslag gelden. Ook niet waar deze in het BW zijn opgenomen zoals in artikel 5:114 leden 1 en 2 BW en artikel 5:146 BW waarover nr. 67. Ik verwijs naar artikel 455a, 494 en 507a Rv en artikel 31 lid 1 Wge. Ten aanzien van ieder van deze gevallen beschrijf ik aan welke voorwaarden moet zijn voldaan wil er van zaaksvervanging sprake zijn en wat zaaksvervanging in dat geval betekent, dat wil zeggen wat de rechtsgevolgen daarvan zijn. Tussen de verschillende gevallen doen zich nader te beschrijven relevante verschillen voor ten aanzien van de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan, wil er sprake zijn van zaaksvervanging alsmede ten aanzien van de gevolgen. Deze benadering is gerechtvaardigd omdat in beginsel voor ieder geval van zaaksvervanging andere voorwaarden en andere gevolgen gelden. Het belang van deze 27

10 Zaaksvervanging monografie is n.m.m. mede in deze conclusie gelegen. Wel zie ik onder ogen of een wettelijke regel betreffende een bepaald geval, bijv. de voorwaarde voor toepasselijkheid, ook mag worden toegepast op een of meer andere gevallen. Ik vermijd in dit verband bij voorkeur de door Spath, diss in hoofdstuk 5 gebezigde term toepassingsvoorwaarden. Zij komt aan de toepassingsvoorwaarden eerst toe nadat zij in hoofdstuk 4 met als opschrift Methode het standpunt heeft ingenomen dat zaaksvervanging steeds een originaire verkrijging is. Zoals vermeld meen ik dat deze opvatting onhoudbaar is. Ik zal dat hierna op een aantal plaatsen toelichten, onder meer bij de behandeling van de eerste zaaksvervangingsregel bij de wettelijke gemeenschap van goederen. In mijn opvatting is zaaksvervanging niet steeds een originaire verkrijging. Ook niet in de gevallen dat zaaksvervanging valt onder de enge definitie die Spath, diss. 2010, nr. 191 van het verschijnsel geeft. Zie mijn bespreking van Spath, diss in WPNR 2011/6872. Er is dus niet slechts één wijze waarop zaaksvervanging tot handhaving van beschermenswaardige rechtsposities leidt. Ik zal bij iedere categorie gevallen onder ogen zien op welke wijze zaaksvervanging plaatsvindt. Ik behandel die methode als onderdeel van de voorwaarden. Aan het slot van hoofdstuk 12 kom ik tot een voorlopige verdeling van de verschillende gevallen van zaaksvervanging in afzonderlijke categorieën. In hoofdstuk 13 besteed ik aandacht aan een aantal gevallen waarin de wet niet aangeeft dat er sprake is van zaaksvervanging en onderzoek ik of al dan niet op grond van een analogische toepassing dan wel een extensieve interpretatie van een wetsbepaling, aangenomen mag worden dat er sprake is van zaaksvervanging. Ik sta niet afwijzend tegen analogische toepassing van zaaksvervangingsregels, ook niet indien het gaat om de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan wil zaaksvervanging plaatsvinden en de gevolgen van zaaksvervanging. Bij de behandeling van een aantal gevallen van zaaksvervanging zal blijken dat niet uit de openbare registers betreffende registergoederen blijkt dat zich zaaksvervanging heeft voorgedaan, dat wil zeggen dat het vervangende goed, hierna ook wel te noemen het surrogaat, een registergoed is terwijl uit de openbare registers van de zaaksvervanging niet blijkt. Het is voor de praktijk en doctrine regelmatig een probleem dit gegeven te aanvaarden. Daarom acht ik het van belang in hoofdstuk 14 de belangrijkste gevallen waarin dit verschijnsel zich kan voordoen en waarmee de praktijk rekening dient te houden, te vermelden. In hoofdstuk 15 sluit ik af met enkele algemene conclusies. 28

11 10 Terminologie De term zaaksvervanging komt in de wet niet voor. Met zaaksvervanging wordt vaak, maar niet steeds, een goederenrechtelijk verschijnsel aangeduid. In de terminologie van ons huidige BW zou de term goedsvervanging in zoverre juister zijn. Ik wil dit neologisme vermijden evenals het merendeel van de literatuur dat doet. Aan de term substitutie ben ik evenmin toe. Snijders/Rank-Berenschot, Goederenrecht 2011, nr. 294 hanteert wel de term substitutie. Ook de term reële substitutie die ontleend is aan de Franse subrogation réelle, neem ik niet over. Deze term onderscheidt het verschijnsel wel van de verbintenisrechtelijke subrogatie, maar is, evenmin als zaaksvervanging overigens, geen juiste term als het verschijnsel, zoals ik meen, niet steeds goederenrechtelijk van aard is. 11 Geen algemene regeling in BW; ordening in categorieën In het BW treffen wij geen algemene bepalingen betreffende zaaksvervanging aan. Op tal van plaatsen bepaalt het BW in de Boeken 1-5 dat zaaksvervanging plaatsvindt. De wet brengt dat niet steeds met dezelfde terminologie tot uitdrukking. Ik zal in de hoofdstukken 2 tot en met 11 de belangrijkste gevallen, waarin het BW n.m.m. aangeeft dat zich zaaksvervanging voordoet in de zin waarin ik dat verschijnsel versta, analyseren en ten slotte in hoofdstuk 12 een aantal categorieën van zaaksvervanging onderscheiden. 29

Inleiding en algemene bepalingen. Belang onderscheid eenvoudige en bijzondere gemeenschap

Inleiding en algemene bepalingen. Belang onderscheid eenvoudige en bijzondere gemeenschap HOOFDSTUK 1 Inleiding en algemene bepalingen. Belang onderscheid eenvoudige en bijzondere gemeenschap 1.1 De regeling van de gemeenschap in ons wetboek. Maatschappelijk belang [1] De regeling van de gemeenschap

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/128956

Nadere informatie

Subjectieve rechten vloeien voort uit het objectieve recht. Subjectieve rechten kunnen worden onderverdeeld in de volgende subcategorieën 1.

Subjectieve rechten vloeien voort uit het objectieve recht. Subjectieve rechten kunnen worden onderverdeeld in de volgende subcategorieën 1. Introductie In dit document vind je onze uitwerking van probleem 1. Wij hopen met deze uitwerking te laten zien dat onze samenvattingen volledig en gestructureerd zijn. Daarnaast willen wij laten zien

Nadere informatie

Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis

Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus prof. mr. S.C.J.J. Kortmann, volgens

Nadere informatie

MASTER SCRIPTIE ZAAKSVERVANGING

MASTER SCRIPTIE ZAAKSVERVANGING MASTER SCRIPTIE ZAAKSVERVANGING ONDER WELKE VOORWAARDEN VINDT ER BINNEN DE WETTELIJKE GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN ZAAKSVERVANGING PLAATS EN LEIDT DE TOEPASSING VAN DE ZAAKSVERVANGINGSREGEL TOT HET GEWENSTE

Nadere informatie

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Situaties: 1. Overdracht onder voorwaarde 2. Overdracht onder eigendomsvoorbehoud 3. Overdracht toekomstige goederen 4. Overdracht onder tijdsbepaling

Nadere informatie

GIRAAL EFFECTENVERKEER EN GOEDERENRECHT

GIRAAL EFFECTENVERKEER EN GOEDERENRECHT GIRAAL EFFECTENVERKEER EN GOEDERENRECHT EEN STUDIE NAAR ENKELE GOEDERENRECHTELIJKE ASPECTEN VAN DE WET GIRAAL EFFECTENVERKEER EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT

Nadere informatie

Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken XIX XXVII XXIX Hoofdstuk 1 - Inleiding en algemene bepalingen. Belang onderscheid eenvoudige en bijzondere

Nadere informatie

Conclusie. 1. Inleiding. 2. Begripsomschrijving van het aandeel

Conclusie. 1. Inleiding. 2. Begripsomschrijving van het aandeel Conclusie 1. Inleiding De samenvatting en conclusies in deze paragraaf beperken zich hoofdzakelijk tot het laatste hoofdstuk waarin het huidige Nederlandse recht is besproken in vergelijking met de andere

Nadere informatie

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Drie stellingen M.L. Tuil Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Postdoc Erasmus Universiteit Rotterdam (tuil@law.eur.nl). 1 Abstract In dit

Nadere informatie

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling 1. Inleiding Wanneer men de problematiek van aansprakelijkheid voor en verhaalbaarheid van schulden van de nalatenschap bij

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken nr. INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1. Introductie / 1 2. Hoofdregels verhaal; gehele vermogen van de schuldenaar en gelijkheid van schuldeisers

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak Datum: 1 april 2010 Ons kenmerk: B2.1.9./1782/HD Uw kenmerk: 5637692/10/6 Onderwerp: Wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap De minister van Justitie

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/176003

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 12 DERDE NOTA

Nadere informatie

Rechtsgevolgen en functies van bezit en houderschap

Rechtsgevolgen en functies van bezit en houderschap Monografieen Nieuw BW A14 Rechtsgevolgen en functies van bezit en houderschap Mr. A.C. van Schaick Kluwer - Deventer - 2003 Inhoud LUST VAN AFKORTINGEN XIII LUST VAN VERKORT AANGEHAALDE LITERATUUR XV DEEL

Nadere informatie

DEEL 2 RECHTSGEVOLGEN EN FUNCTIES VAN BEZIT EN HOUDERSCHAP EN ASPECTEN DIE DAARBIJ VAN BELANG ZIJN

DEEL 2 RECHTSGEVOLGEN EN FUNCTIES VAN BEZIT EN HOUDERSCHAP EN ASPECTEN DIE DAARBIJ VAN BELANG ZIJN Voorwoord Lijst van afkortingen Lijst van verkort aangehaalde literatuur DEEL 1 BEZIT EN HOUDERSCHAP IN HET ALGEMEEN Hoofdstuk I Algemene opmerkingen 1 Inleiding 2 Terminologie Hoofdstuk II Begripsomschrijving

Nadere informatie

- 1 - De Curaçaose trust: een reactie mr. H.Th.M. Burgers 1

- 1 - De Curaçaose trust: een reactie mr. H.Th.M. Burgers 1 - 1 - De Curaçaose trust: een reactie mr. H.Th.M. Burgers 1 In WPNR 6926 van 14 april 2012 verscheen een tweetal artikelen over de op 1 januari 2012 op Curaçao ingevoerde trust naar Anglo-Amerikaans voorbeeld.

Nadere informatie

Voor de beantwoording van deze vraag is het van belang om het privaatrecht van het publiekrecht te onderscheiden.

Voor de beantwoording van deze vraag is het van belang om het privaatrecht van het publiekrecht te onderscheiden. Bijlage bij DB/ AB-voorstel project Duikwrak Grevelingen In de vergadering van 1 juli 2010 heeft het DB van het Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen kennis genomen van de voortgang van het project

Nadere informatie

Procederen ten behoeve van de gemeenschap van nalatenschap

Procederen ten behoeve van de gemeenschap van nalatenschap Procederen ten behoeve van de gemeenschap van nalatenschap Prof. dr. S. Perrick* 1 Inleiding In de praktijk komt het regelmatig voor dat een erfgenaam procedeert ten behoeve van de gemeenschap van een

Nadere informatie

Publicaties vanwege het CENTRUM VOOR NOTARIEEL RECHT. Waarde en Erfrecht

Publicaties vanwege het CENTRUM VOOR NOTARIEEL RECHT. Waarde en Erfrecht Publicaties vanwege het CENTRUM VOOR NOTARIEEL RECHT Waarde en Erfrecht Beschouwingen over de waarde van een onderneming in het erfrecht en enige verwante wetten door Mr. W. Burgerhart Kluwer a Wolters

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 13 juli 2009 ADVIES 2009-42 De interpretatie van het begrip bestuursdocument (CTB/2009/06) 2 1.

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind - OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind ONDERGETEKENDEN: De heer/mevrouw, geboren op. 19 te, wonende aan de.., ( ).., hierna ook te noemen "de Schenker", en

Nadere informatie

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding F.E.J. Beekhoven van den Boezem KLUWER Deventer-2003 INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen Lijst van verkort aangehaalde literatuur XV XIX INLEIDING

Nadere informatie

Beperkte rechten in de overdrachtsbelasting

Beperkte rechten in de overdrachtsbelasting Beperkte rechten in de overdrachtsbelasting Hoe worden rechtshandelingen met betrekking tot beperkte rechten in de heffing van overdrachtsbelasting betrokken? Mike Rib, studentnummer 5933382 Scriptie master

Nadere informatie

Inhoud. Relatievormen. Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen. Vindplaatsen relatievermogensrecht

Inhoud. Relatievormen. Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen. Vindplaatsen relatievermogensrecht Inhoud I 1 2 II 3 4 5 6 7 III 8 9 10 IV 11 12 Relatievormen Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen Vindplaatsen relatievermogensrecht Boek 1 en Boek 3 Burgerlijk Wetboek Pensioenwetgeving

Nadere informatie

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Successiewet en de verkrijging van aandelen in houdstervennootschappen

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Successiewet en de verkrijging van aandelen in houdstervennootschappen Mr. Almer M.A. de Beer 1 De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Successiewet en de verkrijging van aandelen in houdstervennootschappen Wanneer is een houdstervennootschap beleidsbepalend? 1 Werkzaam bij Arenthals

Nadere informatie

LOWI Advies 2014, nr. 11

LOWI Advies 2014, nr. 11 LOWI Advies 2014, nr. 11 Advies van 28 november 2014 van het LOWI ten aanzien van de klacht van Verzoeker, ingediend op 2014 en gericht tegen het besluit van het Bestuur van 2014. 1. De klacht De klacht

Nadere informatie

INHOUD. Property Law Series... v Woord vooraf... vii Dankwoord... ix

INHOUD. Property Law Series... v Woord vooraf... vii Dankwoord... ix INHOUD Property Law Series.................................................... v Woord vooraf......................................................... vii Dankwoord..........................................................

Nadere informatie

N.C. van Oostrom-Streep, 'De kwalitatieve verplichting' Woord vooraf Lijst van afkortingen

N.C. van Oostrom-Streep, 'De kwalitatieve verplichting' Woord vooraf Lijst van afkortingen Inhoudsopgave Woord vooraf Lijst van afkortingen v xv Hoofdstuk 1 Inleiding op het onderwerp, presentatie van de onderzoeksvraag 1 1.1 Inleiding 1 1.2 De mogelijkheden 2 1.3 De vraag 4 1.4 De methode 5

Nadere informatie

VRUCHTGEBRUIK OP AANDELEN

VRUCHTGEBRUIK OP AANDELEN VRUCHTGEBRUIK OP AANDELEN Over de grenzen van goederenrecht, erfrecht en vennootschapsrecht Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de rechtsgeleerdheid PROEFSCHRIFT Ter verkrijging van de graad

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Probleemanalyse Winstafdracht conform art. 6:104 BW geeft de benadeelde, die schade lijdt als gevolg van een onrechtmatige daad of tekortkoming in de nakoming van een verbintenis,

Nadere informatie

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek Schenk- en erfbelasting. Overdrachtsbelasting. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/ Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit

Nadere informatie

REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI)

REACTIE OP HET FISCALE BODEMRECHT VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) mr. R.M. Bottse* I n AJV-Nieuwsbrief no.1, 2016 (januari) verscheen een bijdrage van de hand van mr. R. Rosaria

Nadere informatie

3.1 Goederenrecht. Kay Horsch 18 januari 2011

3.1 Goederenrecht. Kay Horsch 18 januari 2011 3.1 Kay Horsch 18 januari 2011 Taak 1 Verbintenissenrecht 1. Absoluut (!!!) 2. Exclusief 3. Zaaksgevolg (Droit de Suite) 4. Prioriteit 5. Separatisme Boek 3, Titel 1, Afdeling 1 Bijvoorbeeld Goederen :

Nadere informatie

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Symposium Omkering van bewijslast 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Wettelijk vermoeden en omkering van de bewijslast Daan Asser 1 1. Feiten en recht Rechtsfeit is het feit of het

Nadere informatie

Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht

Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht Mr. L.RA. Steffens 1997 Kluwer - Deventer INHOUDSOPGAVE LUST VAN AFKORTINGEN XVI INLEIDING 1 1 Algemeen 1 2 Het object

Nadere informatie

III. Een kwart eeuw. Privaatrechtelijke opstellen, aangeboden aan prof. mr. H.J. Snijders ter gelegenheid van zijn emeritaat

III. Een kwart eeuw. Privaatrechtelijke opstellen, aangeboden aan prof. mr. H.J. Snijders ter gelegenheid van zijn emeritaat III Een kwart eeuw Privaatrechtelijke opstellen, aangeboden aan prof. mr. H.J. Snijders ter gelegenheid van zijn emeritaat Deventer 2016 313 Vruchtgebruik met vervreemdingsen verteringsbevoegdheid: een

Nadere informatie

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid Eenmanszaak Maatschap VOF (CV) Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid (2:3 BW) BV NV (vereniging, coöperatie, OWM, stichting)

Nadere informatie

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten INLEIDING...1 HET ZAKENRECHT GESITUEERD BINNEN HET VERMOGENSRECHT...1 HET BELANG VAN HET ZAKENRECHT...2 BEGRIPPEN ZAAK GOED VERMOGEN...3 HOOFDSTUK 1: DE LEER VAN

Nadere informatie

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 987 Voorstel van wet van de leden Berndsen-Jansen, Recourt en Van Oosten tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet

Nadere informatie

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). KlRz 041/2013 RAPPORT inzake de klacht van [Verzoeker ] tegen een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). - 2-1. Inleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 7 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET

Nadere informatie

Wijzen waarop goederen (zaken en vermogensrechten) worden verkregen:

Wijzen waarop goederen (zaken en vermogensrechten) worden verkregen: Korte handleiding bijeenkomst 4. Wijzen waarop goederen (zaken en vermogensrechten) worden verkregen: Onder algemene titel (opvolging in een geheel vermogen of een deel hiervan): erfopvolging, boedelmenging

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

1 Huurrecht is burgerlijk recht

1 Huurrecht is burgerlijk recht 1 Huurrecht is burgerlijk recht 1.1 Personen Om het huurrecht goed te kunnen positioneren, is het van belang vast te stellen dat huurrecht onderdeel uitmaakt van het burgerlijk recht. Grof gezegd bestaat

Nadere informatie

DE TRUST. Beschouwingen over invoering van de trust in het Nederlandse recht EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID

DE TRUST. Beschouwingen over invoering van de trust in het Nederlandse recht EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID DE TRUST Beschouwingen over invoering van de trust in het Nederlandse recht EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

Contractsduur, uitvoering en wijziging overeen-komst

Contractsduur, uitvoering en wijziging overeen-komst artikel 1. Algemeen 1.1 Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding, offerte en overeenkomst tussen Juncto juridisch advies en training, hierna te noemen: Juncto, en een Opdrachtgever waarop

Nadere informatie

WOORD VOORAF. S.C.J.J. Kortmann februari 2017 N.E.D. Faber

WOORD VOORAF. S.C.J.J. Kortmann februari 2017 N.E.D. Faber WOORD VOORAF Beperkte rechten vormen een belangrijk onderdeel van het goederenrecht. De wet regelt het ontstaan van beperkte rechten alsmede het tenietgaan van beperkte rechten. In art. 3:81 lid 2 BW wordt

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige Afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 Hoofdstuk 2 - Onderscheidingen van vermogensrechten

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting DEEL I Deel I van dit proefschrift staat in het teken van de vraag naar het wenselijke toepassingsgebied van de kwaliteitsrekening met vermogensafscheiding. Hoofdstuk 2 In een obiter dictum

Nadere informatie

WPNR 2015(7059) Reactie op Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! van mr. L.W. Kelterman in WPNR (2015) 7049

WPNR 2015(7059) Reactie op Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! van mr. L.W. Kelterman in WPNR (2015) 7049 WPNR 2015/7059 Reactie mr. J.D.M. Schoonbrood en mr. drs. T.J.C. Klein Bronsvoort op publicatie: Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! van mr. L.W. Kelterman in WPNR (2015) 7049 & WPNR 2015(7059)

Nadere informatie

NETHERLANDS INSTITUTE FOR LAW AND GOVERNANCE KOUDE UITSLUITING

NETHERLANDS INSTITUTE FOR LAW AND GOVERNANCE KOUDE UITSLUITING NETHERLANDS INSTITUTE FOR LAW AND GOVERNANCE KOUDE UITSLUITING Materiële problemen en onbillijkheden na scheiding van in koude uitsluiting gehuwde echtgenoten en na scheiding van ongehuwd samenlevende

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

De huwelijksgemeenschap bij echtscheiding De omvang, ontbinding en verdeling door de rechter

De huwelijksgemeenschap bij echtscheiding De omvang, ontbinding en verdeling door de rechter VRIJE UNIVERSITEIT De huwelijksgemeenschap bij echtscheiding De omvang, ontbinding en verdeling door de rechter ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad Doctor aan de Vrije Universiteit Amsterdam,

Nadere informatie

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen GEDRAGSCODE Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen Het College gerechtelijk deskundigen, met inachtneming van artikel 51k, eerste lid van de Wet deskundige in strafzaken (Stb. 2009, 33; hierna de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 912 Aanpassing van de Auteurswet 1912 ter implementatie van richtlijn nr. 2001/84/EG van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37012

Nadere informatie

College van Toezicht collectieve beheersorganisaties

College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Stichting de Thuiskopie T.a.v. het Bestuur Postbus 3060 2130 KB HOOFDDORP Postadres: Postbus 15072 1001 MB Amsterdam Bezoekadres: Herengracht 566 1017 CH Amsterdam Telefoon: 020 30 30 261 Internet: www.cvta.nl

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2006 (OR. en) 12131/6/06 REV 6 ADD 1. Interinstitutioneel Dossier: 2006/0005 (COD) ENV 429 CODEC 826

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2006 (OR. en) 12131/6/06 REV 6 ADD 1. Interinstitutioneel Dossier: 2006/0005 (COD) ENV 429 CODEC 826 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 november 2006 (OR. en) Interinstitutioneel Dossier: 2006/0005 (COD) 12131/6/06 REV 6 ADD 1 ENV 429 CODEC 826 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Gemeenschappelijk standpunt

Nadere informatie

1 De gemeenschap van goederen

1 De gemeenschap van goederen 1 De gemeenschap van goederen De gemeenschap van goederen is het stelsel dat de wet aan het huwelijk verbindt ter regeling van de vermogensrechtelijke verhouding van de echtgenoten, indien daar niet bij

Nadere informatie

VERMOGENSRECHT. Tekst & Commentaar

VERMOGENSRECHT. Tekst & Commentaar VERMOGENSRECHT Tekst & Commentaar INHOUD Voorwoord Auteurs Lijst van afkortingen V VII XVII BOEK 3. VERMOGENSRECHT IN HET ALGEMEEN 1 Titel 1. Algemene bepalingen (art. 1-31) 3 Afdeling 1. Begripsbepalingen

Nadere informatie

15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht. EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr.

15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht. EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr. 15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr. Fons Stollenwerck Rechterlijke macht Civiele rechter Kantonrechter/Rechtbank/Hof/Hoge

Nadere informatie

DISCLAIMER. Pagina 1 van 5. verkoop van registergoederen van de Stichting Kenter Jeugdhulp DE ONDERGETEKENDE(N):

DISCLAIMER. Pagina 1 van 5. verkoop van registergoederen van de Stichting Kenter Jeugdhulp DE ONDERGETEKENDE(N): Pagina 1 van 5 DE ONDERGETEKENDE(N): DISCLAIMER verkoop van registergoederen van de Stichting Kenter Jeugdhulp Naam rechtspersoon: Plaats statutaire zetel: Kantooradres: Nummer Kamer van Koophandel: e-mailadres:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:214

ECLI:NL:RBNNE:2017:214 ECLI:NL:RBNNE:2017:214 Instantie Datum uitspraak 23-01-2017 Datum publicatie 25-01-2017 Zaaknummer LEE 15/2902 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1 Deel I. Privaatrechtelijke aspecten..... 1 Hoofdstuk 1. Wettelijk kader van het samenwonen.... 3 1. Wet inwerkingtreding......... 5 2. Civielrechtelijk begrip wettelijke samenwoning..... 5 3. Verklaring

Nadere informatie

ERFRECHT EN SCHENKING

ERFRECHT EN SCHENKING MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT ERFRECHT EN SCHENKING BEWERKT DOOR MR. S. PERRICK ADVOCAAT EN NOTARIS TE AMSTERDAM DERTIENDE DRUK KLUWER - DEVENTER - 2002

Nadere informatie

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 VII Inhoudsopgave VOORWOORD 00 INLEIDING 00 HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 Afdeling 1 Roerende en onroerende goederen 00 1/ Belang van deze indeling 00 2/ Onroerende goederen 00

Nadere informatie

2009 -- Overdrachtsbelasting -- Deel 1

2009 -- Overdrachtsbelasting -- Deel 1 Overdrachtsbelasting les 1 programma Inleiding overdrachtsbelasting Verkrijgingen Maatstaf van heffing Verandering in beperkt recht Hoe bij gezamenlijk eigendom Vrijstellingen Heffing en teruggaaf Object

Nadere informatie

De wet aanpassing gemeenschap van goederen

De wet aanpassing gemeenschap van goederen Dr. mr. B. Breederveld 1 De wet aanpassing gemeenschap van goederen 16 Op 1 januari 2012 is in werking getreden de Wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen tot wijziging van de titels 6, 7 en

Nadere informatie

Aanloop tot wetswijziging

Aanloop tot wetswijziging De nieuwe Opstalwet FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Wet van 10 januari 1824 over het recht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 297 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting -- Deel 1

Overdrachtsbelasting -- Deel 1 Overdrachtsbelasting les 1 programma Inleiding overdrachtsbelasting Verkrijgingen Maatstaf van heffing Verandering in beperkt recht Hoe bij gezamenlijk eigendom Vrijstellingen Heffing en teruggaaf Object

Nadere informatie

Masterclass Beperkte Gemeenschap van Goederen. 22 maart Drs. J.O. Horsthuis MFP RFEA (Jasper)

Masterclass Beperkte Gemeenschap van Goederen. 22 maart Drs. J.O. Horsthuis MFP RFEA (Jasper) Masterclass Beperkte Gemeenschap van Goederen 22 maart 2017 Drs. J.O. Horsthuis MFP RFEA (Jasper) 1 Wetsvoorstel beperking gemeenschap van goederen Initiatief Wetsvoorstel 33 987 Swinkels (D66) / Recourt

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Stichting Salvage

Algemene voorwaarden Stichting Salvage Algemene voorwaarden Stichting Salvage 30 augustus 2010 ALGEMENE VOORWAARDEN Stichting Salvage, Prins Willem Alexanderlaan 701, 7311 ST Apeldoorn Artikel 1 Toepasselijkheid 1.1 Deze voorwaarden zijn van

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/166595

Nadere informatie

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker Sanne Taekema (Tilburg) Sanne Taekema, The concept of ideals in legal theory (diss. Tilburg), Tilburg: Schoordijk Instituut 2000, vii + 226 p.; Den Haag: Kluwer Law International 2002, ix + 249 p. Idealen

Nadere informatie

Inhoud. 1.5 Materieel en formeel recht 16 1.6 Samenvatting 17

Inhoud. 1.5 Materieel en formeel recht 16 1.6 Samenvatting 17 Inhoud 1 Basisbegrippen in het burgerlijk recht 13 1.1 Inleiding 13 1.2 De plaats van het burgerlijk recht 13 1.3 Bronnen van het burgerlijk recht 15 1.4 Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

LEASING EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT

LEASING EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT LEASING EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT NIJMEGEN, VOLGENS BESLUIT VAN HET COLLEGE

Nadere informatie

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11 INHOUD I. VERMOGENSRECHTEN / 1 1.1. Inleiding / 1 1.1.1 Goed, zaak, registergoed / 1 1.2. Eigendom en vorderingsrecht / 2 1.2.1 Absolute en relatieve rechten / 2 1.2.2 Zakelijke en persoonlijke rechten

Nadere informatie

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83 Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 229 Wet van 18 april 2002 tot vaststelling van de Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte

Nadere informatie

AFWIKKELING VAN DE FAILLISSEMENTSBOEDEL

AFWIKKELING VAN DE FAILLISSEMENTSBOEDEL AFWIKKELING VAN DE FAILLISSEMENTSBOEDEL EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT NIJMEGEN,

Nadere informatie

MEMORANDUM. Dit advies is daarom zo onpraktisch omdat voldoende duidelijkheid nooit zal worden verkregen.

MEMORANDUM. Dit advies is daarom zo onpraktisch omdat voldoende duidelijkheid nooit zal worden verkregen. MEMORANDUM AAN: PLATFORM VAN: TOON KASDORP BETREFT: VRAGEN EFFECTEN DATUM: 06-11-2000 1) Advies Fransen vd Putte Het advies van vd Putte over wat te doen met het effectengeld luidt kort samengevat: Keer

Nadere informatie

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort Concubinaat De buitenhuwelijkse tweerelatie Patrick Senaeve (ed.) Met bijdragen van: Eric Dirix Jacques Herbots Walter Pintens Jan Roodhooft Patrick Senaeve Acco Leuven / Amersfoort INHOUD Patrick Senaeve

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 065 Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk

Nadere informatie

Ons tenmert z

Ons tenmert z Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014)

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend in overeenstemming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan

Nadere informatie

Handboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract...

Handboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract... Inhoudsopgave Handboek Estate Planning Bijzonder Deel..................... Voorwoord.............................................. De auteurs............................................... i iii v DEEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Invoeringswet Boeken 3-6 nieuw B.W. eerste gedeelte bevattende wijzigingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en de

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 12 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1796/RO Uw kenmerk: 5644863/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

Beschikkingsonbevoegdheid over aandelen op naam in het erfrecht

Beschikkingsonbevoegdheid over aandelen op naam in het erfrecht Beschikkingsonbevoegdheid over aandelen op naam in het erfrecht Een onderzoek naar de gevolgen van de levering van aandelen in een BV door een beschikkingsonbevoegde, van wie de onbevoegdheid voortvloeit

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

Het einde van de wettelijke mandeligheid. 1. Inleiding. nr. 9 - september 2005 (/docs/articles/2005/september[1])

Het einde van de wettelijke mandeligheid. 1. Inleiding. nr. 9 - september 2005 (/docs/articles/2005/september[1]) nr. 9 - september 2005 (/docs/articles/2005/september[1]) BR 2005/170 Het einde van de wettelijke mandeligheid mevr. mr. O.H. Laan 1. Inleiding Tijdens de parlementaire behandeling van titel 5.5 BW heeft

Nadere informatie