Beschikkingsonbevoegdheid over aandelen op naam in het erfrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beschikkingsonbevoegdheid over aandelen op naam in het erfrecht"

Transcriptie

1 Beschikkingsonbevoegdheid over aandelen op naam in het erfrecht Een onderzoek naar de gevolgen van de levering van aandelen in een BV door een beschikkingsonbevoegde, van wie de onbevoegdheid voortvloeit uit het erfrecht, voor de positie van derde-verkrijgers Justine Dreijer Masterscriptie Notarieel recht Mei 2016 Prof. dr. S. Perrick

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Onderwerp Probleemstelling en onderzoeksvragen Begrenzing van het onderzoek 8 2. Beschikkingsonbevoegdheid in het erfrecht Inleiding Slechts met medewerking of toestemming van een ander beschikkingsbevoegd Gemeenschap van nalatenschap Erfrechtelijke functionaris in functie Vruchtgebruik in het erfrecht Onbevoegde erfgenaam Wijziging van de familierechtelijke betrekking Onwaardigheid Ongedaanmaking wettelijke verdeling Nietige en vernietigbare uiterste wilsbeschikkingen Beschikkingsonbevoegde erfrechtelijke functionaris Niet rechtsgeldig benoemde erfrechtelijke functionaris Bewindvoerder in beginsel niet zelfstandig beschikkingsbevoegd Nietige of vernietigbare uiterste wilsbeschikkingen Gevolgen voor de positie van derden Inleiding Specifieke derdenbeschermingsbepalingen Gevolgen wijziging van de familierechtelijke betrekkingen Onwaardigheid Ongedaanmaking wettelijke verdeling Bewind De algemene derdenbeschermingsbepalingen Artikel 3:88 BW Artikel 3:36 BW 26 2

3 3.4. Vereisten voor goede trouw Verklaring van erfrecht Het aandeelhoudersregister Bekrachtiging (convalescentie) Beschikkingsonbevoegd door het ontbreken van toestemming of medewerking Onbevoegde erfgenaam of erfrechtelijke functionaris Interne rechtsvergelijking Inleiding Ratio artikel 3:88 BW Artikel 3:86 BW Registergoederen De fideicommissaire erfstelling Tijdvak voorafgaand aan de vervulling van de voorwaarde Overgang op de verwachter Aanbevelingen Conclusie 43 Geraadpleegde literatuur 46 Geraadpleegde jurisprudentie 50 Bijlage

4 1. Inleiding 1.1. Onderwerp Aan het Burgerlijk Wetboek ligt het onderscheid tussen het personenrecht (waaronder het vennootschapsrecht) en het vermogensrecht ten grondslag. Dit onderscheid dient als uitgangspunt, in zijn algemeenheid is dit namelijk te rigide. Dit komt uitdrukkelijk naar voren in dit onderzoek bij de bespreking van (overdracht van) aandelen in een BV. Daarvoor is naast kennis van het vennootschapsrecht kennis van het algemeen vermogensrecht onontbeerlijk. Aandelen in een vennootschap zijn namelijk goederen in de zin van artikel 3:1 BW. Voor de basisregels voor overdracht van aandelen dient op de eerste plaats Boek 3 BW geraadpleegd te worden. Aan de hand van de bepalingen van Boek 3 BW dient onder meer de vraag beantwoord te kunnen worden wie beschikkingsbevoegd is over de aandelen. Bij de overdracht van een aandeel gaat echter niet alleen het aandeel als vermogensrecht over op de verkrijger. De verkrijger komt tevens in een vennootschapsrechtelijke rechtsverhouding te staan tot de vennootschap. Naast de basisregels uit Boek 3 BW bevat Boek 2 BW nadere vereisten voor de overdracht van aandelen, zoals bijvoorbeeld de wijze van levering en de overdraagbaarheid van aandelen. Voorts kunnen bepalingen uit Boek 1 en Boek 4 BW van belang zijn ten aanzien van de bevoegdheid van de individuele aandeelhouder. Alvorens in te gaan op de vereisten die gelden voor de overdracht van aandelen is het van belang het aandeel als rechtsfiguur juridisch te duiden. Voor aandelen in een BV hanteert de wet een negatieve omschrijving, namelijk: rechten die stemrecht noch aanspraak op uitkering van winst of reserves omvatten, worden niet als aandeel aangemerkt. 1 In de wet is geen bevredigende definitie voor het begrip aandeel geformuleerd. Gezien het hybride karakter van het aandeel als rechtsfiguur is een definitie dan ook niet eenvoudig te formuleren. 2 Enerzijds duidt de term aandeel op de vennootschapsrechtelijke verhouding tussen de vennootschap en de aandeelhouder. Deze rechtsverhouding wordt ook wel aangeduid als een lidmaatschapsverhouding of het aandeelhouderschap. Uit onder meer de wet en de statuten van de vennootschap kunnen verschillende rechten en verplichtingen voortvloeien voor de aandeelhouder. Deze rechten kunnen onderscheiden worden in enerzijds zeggenschapsrechten, zoals het vergaderrecht en het stemrecht, en anderzijds financiële 1 Artikel 2:190 BW. 2 Oosterink 2013, p

5 rechten, zoals het recht op dividend. 3 Bij wettelijke verplichtingen kan gedacht worden aan de verplichting van de aandeelhouder zich te gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd en de verplichting tot volstorting van de door hem gehouden aandelen. Anderzijds is het aandeel een vermogensrecht in de zin van artikel 3:6 BW, en daarmee een goed in de zin van artikel 3:1 BW. Aandelen vallen onder de drie in artikel 3:6 BW genoemde varianten van vermogensrechten: aandelen zijn in beginsel overdraagbaar 4, strekken ertoe de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen en worden doorgaans om die reden verkregen. Het recht van aandeel is geen zaak omdat het niet kwalificeert als een voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object. 5 Voorts zijn aandelen op naam geen registergoederen. Voor de levering van aandelen op naam is inschrijving van de notariële akte in een daartoe bestemd openbaar register niet vereist. 6 Bovendien dient het aandeel te worden onderscheiden van een (gewoon) vorderingsrecht, omdat het aandeel in tegenstelling tot het vorderingsrecht naast de vermogensrechtelijke rechtsverhouding ook een vennootschapsrechtelijke rechtsverhouding omvat. 7 Tevens dient het aandeel te worden onderscheiden van een zakelijk recht omdat de inhoud van zakelijke rechten slechts bepaald wordt door de wet, terwijl bij aandelen dit mede bepaald wordt door de vennootschapsrechtelijke verhouding. 8 Het aandeel wordt dan ook aangeduid als een vermogensrecht van eigen aard. 9 Alvorens de vereisten voor overdracht te bespreken, dient eerst de vraag beantwoord te worden of aandelen voor overdracht vatbaar zijn. 10 De vraag naar overdraagbaarheid van aandelen duidt op een kwaliteit van het rechtsobject: is een aandeel voor overdracht vatbaar? Blijkens artikel 2:175 BW zijn aandelen op naam in beginsel overdraagbaar. Indien de statuten niet anders bepalen, geldt de wettelijke aanbiedingsregeling op grond van artikel 2:195 BW. De statuten kunnen ook een andere overdrachtsbeperking inhouden of de overdraagbaarheid voor een bepaalde duur uitsluiten. Regelingen die aan de overdracht van een aandeel in de weg kunnen staan, worden aangeduid als blokkeringsregelingen. Aandelen 3 Van Schilfgaarde 2013, nr Artikel 3:83 lid 3 BW jo. artikel 2:175 lid 1 BW jo. artikel 2:195 lid 5 BW. 5 Onderscheid dient gemaakt te worden tussen het recht van aandeel en het aandeelbewijs. 6 Artikel 2:196 BW stelt inschrijving van de notariële akte in de openbare registers niet als constitutief vereiste voor de levering. Bovendien worden aandeelhoudersregisters niet door de overheid ingesteld en beheerd, waardoor zij niet gelden als openbaar registers in de zin van artikel 3:16 BW, zie: Hoge Raad 21 september 2012, NJ 2012/534, r.o Kamerstukken II 2008/2009, , nr. 6, p Oosterink 2013, p Kamerstukken II 2008/2009, , nr. 6, p Met betrekking tot aandelen zie artikel 3:83 lid 3 BW. 5

6 waarvoor een dergelijke blokkeringsregeling geldt, zijn slechts voor overdracht vatbaar indien deze wordt nageleefd. Overdracht is het rechtsgevolg van het voldoen aan de in artikel 3:84 lid 1 BW genoemde vereisten, namelijk: de levering van een voor overdracht vatbaar goed krachtens geldige titel door iemand die bevoegd is over het goed (lees: het aandeel) te beschikken. Artikel 3:94 BW bepaalt dat rechten op naam in beginsel worden geleverd door middel van een akte. In artikel 2:196 BW wordt voor een geldige levering van aandelen op naam als enig constitutief vereiste gesteld dat deze geschiedt door een daartoe bestemde ten overstaan van een in Nederland standplaats hebbende notaris verleden akte waarbij de betrokkenen partij zijn. De eerder genoemde rechten die zijn verbonden aan het aandeel kunnen echter pas worden uitgeoefend nadat de vennootschap de levering heeft erkend of de notariële akte aan de vennootschap is betekend, tenzij de vennootschap zelf partij was bij deze rechtshandeling. 11 Bovendien kan de vennootschap de levering erkennen door inschrijving daarvan in het aandeelhoudersregister. Het bestuur van de BV is verplicht een aandeelhoudersregister bij te houden. 12 Naast de gegevens van de aandeelhouders bevat het register ook de gegevens van vruchtgebruikers en pandhouders. Levering van aandelen zonder een daarop aansluitende wijziging van het aandeelhoudersregister is geldig. De levering kan echter in dat geval niet aan de vennootschap of anderen die te goeder trouw de in het aandeelhoudersregister ingeschreven persoon als aandeelhouder hebben beschouwd, worden tegengeworpen. 13 De inschrijving van de levering in het aandeelhoudersregister is dan ook geen constitutief vereiste voor de levering van aandelen op naam. De meest voorkomende titel voor overdracht is koop. In deze scriptie zal dan ook voornamelijk de koopovereenkomst als titel gebezigd worden. Ten slotte dient de levering van aandelen krachtens geldige titel te worden verricht door iemand die bevoegd is over de aandelen te beschikken. De bevoegdheid tot beschikken omvat de bevoegdheid het goed te vervreemden en met beperkte rechten te bezwaren. 14 Beschikkingsbevoegdheid is een kwaliteit van het rechtssubject. 15 Als uitgangspunt geldt dat de rechthebbende van een goed ten aanzien van dat goed beschikkingsbevoegd is. De aandeelhouder is in beginsel bevoegd beschikkingshandelingen te verrichten ten aanzien van de door hem gehouden aandelen. Bewust gaat het hier om in beginsel : de nemo plus-regel, de wet of een rechtshandeling 11 Asser/Maeijer, Van Solinge & Nieuwe Weme 2-II* 2009, nr Artikel 2:194 BW. 13 Artikel 2:196a lid 3 BW. 14 Pitlo/Reehuis Heisterkamp 2012, nr Oosterink 2013, p

7 bepaalt namelijk of de rechthebbende daadwerkelijk beschikkingsbevoegd is. 16 Het is immers mogelijk dat een ander dan de aandeelhouder bevoegd is over de door de aandeelhouder gehouden aandelen te beschikken. In bepaalde gevallen kan het onduidelijk zijn wie er bevoegd is over de aandelen te beschikken of kan zich de situatie voordoen dat de beschikkingsbevoegdheid van de aandeelhouder beperkt is. De aandeelhouder kan bijvoorbeeld niet (zelfstandig) bevoegd zijn over het aandeel te beschikken, of een ander dan de rechthebbende kan beschikkingsbevoegd zijn. In beginsel heeft levering door een beschikkingsonbevoegde tot gevolg dat geen rechten overgaan op diens wederpartij - er vindt geen geldige overdracht plaats. Maar is dat gerechtvaardigd als de derde-verkrijger erop mocht vertrouwde dat hij van een beschikkingsbevoegde heeft verkregen? Wanneer kun je daar eigenlijk op vertrouwen? De wetgever heeft op verschillende plaatsen in de wet aandacht besteed aan de positie van derde-verkrijgers te goeder trouw. Voor de rechten van derden zijn de algemene beschermingsbepalingen in Boek 3 BW van belang. Bovendien zijn op verschillende plaatsen in het Burgerlijk Wetboek specifieke beschermingsbepalingen opgenomen Probleemstelling en onderzoeksvragen De beschikkingsonbevoegdheid over aandelen in de BV en de gevolgen daarvan voor de rechten van derden staat in deze masterscriptie centraal. Daartoe zal ik enkel de beschikkingsonbevoegdheid behandelen die voortvloeit uit het erfrecht. Dit leidt tot de volgende onderzoeksvraag: Wat zijn de gevolgen van de levering van aandelen in een BV door een beschikkingsonbevoegde, van wie de onbevoegdheid voortvloeit uit het erfrecht, voor de positie van derde-verkrijgers? Teneinde een antwoord op deze probleemstelling te vinden zullen de volgende deelvragen beantwoord dienen te worden: - Welke gevallen van beschikkingsonbevoegdheid kunnen zich voordoen in het erfrecht, dan wel voortvloeien uit het erfrecht? 16 Het meest sprekende voorbeeld is het faillissement van de rechthebbende, artikel 23 Fw. Voorts worden in het volgende hoofdstuk verschillende situaties uiteengezet waarbij de rechthebbende beschikkingsonbevoegd is of een ander dan de rechthebbende beschikkingsbevoegd is. Beschikkings(on)bevoegdheid op basis van een rechtshandeling wordt in dit onderzoek niet behandeld. Een voorbeeld daarvan deed zich voor in: Hoge Raad 14 januari 2011, JOR 2012/34 m. nt. B.A. Schuijling (Mesdag) r.o

8 - Wat zijn de gevolgen van de beschikkingsonbevoegdheid van de vervreemder voor derde-verkrijgers? Hierbij besteed ik aandacht aan de verschillende derdenbeschermingsbepalingen en de mogelijkheid tot bekrachtiging. - Worden derde-verkrijgers (al dan niet te goeder trouw) van aandelen op naam voldoende beschermd? Daartoe zal ik hun positie in het bijzonder vergelijken met de positie van derde-verkrijgers van registergoederen Begrenzing van het onderzoek In dit onderzoek staat de beschikkingsonbevoegdheid over aandelen in de BV centraal. Met betrekking tot de beschikkingsonbevoegdheid wordt enkel de onbevoegdheid besproken die voortvloeit uit het erfrecht. Voor het begrip beschikken is het door de wetgever gemaakte onderscheid tussen beheers- en beschikkingshandelingen van belang. Er is sprake van beschikken wanneer het goed wordt vervreemd of met een beperkt recht wordt bezwaard. Als beschikkingshandelingen kunnen alle handelingen worden begrepen die niet als beheershandelingen in de zin van artikel 3:170 lid 2 BW kwalificeren. Deze begrippen vormen echter geen zuivere tegenstellingen. 17 Ten aanzien van aandelen is het belangrijk om op te merken dat het uitoefenen van stemrecht wordt aangemerkt als een daad van beheer, ongeacht waarover gestemd wordt. 18 In dit onderzoek wordt enkel de bevoegdheid tot beschikken over aandelen besproken. De omstandigheid dat een beheershandeling een beschikking kan inhouden, wordt in dit schrijven buiten beschouwing gelaten. Voorts is het besloten karakter van de BV van belang 19, dit komt in het bijzonder tot uiting door de eigenschap dat aandelen in een BV altijd op naam zijn gesteld. In dit schrijven wordt enkel de beschikkingsonbevoegdheid over aandelen op naam besproken. Tevens komt het besloten karakter tot uitdrukking in de mogelijkheid tot beperking van de overdracht van de aandelen. In dit onderzoek wordt ervan uitgegaan dat de blokkeringsregeling is nageleefd. 2. Beschikkingsonbevoegdheid in het erfrecht 17 Asser/Perrick 3-V 2015, nr. 23, een beheershandeling kan namelijk tevens het beschikken over het desbetreffende goed inhouden. 18 Rechtbank Den Haag 17 maart 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:2871, r.o In geval van vruchtgebruik kan voor de uitoefening van stemrecht geen onderscheid gemaakt worden naar bepaalde categorieen besluiten. 19 Hoewel door de invoering van de Wet Flex-BV op 1 oktober 2012 de regels voor BV s flexibeler zijn geworden, heeft de BV haar besloten karakter, weliswaar in beperktere mate, behouden. 8

9 2.1. Inleiding In dit hoofdstuk worden de verschillende gevallen van beschikkingsonbevoegdheid in het erfrecht besproken. Het betreft hier telkens de beschikkingsonbevoegdheid over aandelen in een BV. Alvorens de verschillende gevallen van beschikkingsonbevoegdheid in het erfrecht te bespreken zal ik toelichten wie in beginsel bevoegd is over aandelen in een BV te beschikken. Als uitgangspunt geldt dat de rechthebbende op een goed met betrekking tot dat goed beschikkingsbevoegd is. Beschikkingsbevoegdheid heeft betrekking op de goederenrechtelijke relatie tussen een bepaalde persoon en een bepaald goed, in dit geval aandelen op naam. 20 Beschikkingsbevoegdheid is aldus een kwaliteit van het rechtssubject. In beginsel is de aandeelhouder exclusief beschikkingsbevoegd over zijn aandelen. Elke nietrechthebbende is in beginsel dan ook niet bevoegd te beschikken over deze aandelen. Een belangrijke rol speelt hierbij het nemo plus-beginsel, dat inhoudt dat in beginsel niemand meer rechten kan overdragen dan hij zelf heeft ten aanzien van dat goed. Het vorenstaande geldt slechts als uitgangspunt. In een aantal gevallen tast de wet namelijk de beschikkingsbevoegdheid van de rechthebbende (lees: de aandeelhouder) aan. Tevens kent de wet gevallen waarin een ander dan de rechthebbende bevoegd is over zijn goederen (lees: aandelen) te beschikken. Bij de bespreking van de verschillende gevallen van beschikkingsonbevoegdheid over aandelen onderscheid ik drie verschillende categorieën van beschikkingsonbevoegdheid die zich kunnen voordoen in het erfrecht. In paragraaf 2.2. zet ik allereerst de situatie uiteen dat de aandeelhouder slechts met medewerking of toestemming van een ander bevoegd is over de aandelen te beschikken. Met andere woorden: de aandeelhouder is zonder medewerking of toestemming van die ander beschikkingsonbevoegd. In het erfrecht kan die ander een deelgenoot in de gemeenschap van nalatenschap, een erfrechtelijke functionaris of in geval van vruchtgebruik de hoofdgerechtigde 21 zijn. Deze gevallen komen afzonderlijk aan bod in de volgende paragraaf. Vervolgens besteed ik in paragraaf 2.3. aandacht aan de situatie waarbij er sprake is van een onbevoegde erfgenaam en er geen erfrechtelijke functionaris fungeert. Hierbij licht ik verschillende situaties toe waarbij de erfgenaam onbevoegd blijkt te zijn. Ten slotte staat in paragraaf 2.4. de beschikkingsonbevoegde erfrechtelijke functionaris centraal. 20 Oosterink 2013, p In geval van een fideicommis kan voor hoofdgerechtigde verwachter worden gelezen. 9

10 2.2. Slechts met medewerking of toestemming van een ander beschikkingsbevoegd Gemeenschap van nalatenschap Een gemeenschap is aanwezig wanneer tenminste één goed aan twee of meer personen (deelgenoten) gezamenlijk toebehoort. Op grond van artikel 3:189 lid 2 BW zijn op de gemeenschap van nalatenschap de bepalingen voor bijzondere gemeenschappen van toepassing. 22 Indien er geen erfrechtelijke functionaris fungeert, zijn de deelgenoten van een gemeenschap van nalatenschap slechts met toestemming van de overige deelgenoten bevoegd te beschikken over hun aandeel in een tot de gemeenschap behorend goed. 23 Met andere woorden: de wet verbiedt een deelgenoot in een gemeenschap van nalatenschap zelfstandig te beschikken over zijn aandeel in de tot de gemeenschap behorende aandelen in een BV. 24 Opgemerkt dient te worden dat deelgenoten het genot, het gebruik en het beheer van de gemeenschappelijke goederen kunnen regelen in een beheersregeling. De beheersregeling kent een privatief karakter, de beheerder is met uitsluiting van de (andere) deelgenoten bevoegd beheershandelingen te verrichten. Deelgenoten kunnen bij een dergelijke beheersregeling de beheerder echter niet bevoegd maken beschikkingshandelingen te verrichten. 25 De deelgenoten zijn dan ook zelfstandig beschikkingsonbevoegd Erfrechtelijke functionaris in functie In de situatie dat de aandelen behoren tot de gemeenschap van nalatenschap en er een erfrechtelijke functionaris fungeert, heeft dit gevolgen voor de beschikkingsbevoegdheid van de erfgenamen over de nagelaten aandelen. Het feit dat een erfrechtelijke functionaris fungeert wordt om die reden dan ook in de verklaring van erfrecht vermeld. Voor de gevolgen voor de beschikkingsbevoegdheid van de erfgenamen en de erfrechtelijke functionarissen maak ik onderscheid tussen het testamentaire bewind, executele en vereffening. Deze rechtsfiguren zal ik niet uitputtend behandelen. De focus ligt op de gevolgen voor de 22 De eerste afdeling van titel 3.7 is tevens van toepassing op de gemeenschap van nalatenschap, tenzij daarvan in de tweede afdeling wordt afgeweken. 23 Artikel 3:190 lid 1 BW. 24 De strekking van artikel 3:190 BW is om het een deelgenoot onmogelijk te maken zonder toestemming van de overige deelgenoten de gemeenschap in kleinere gemeenschappen op te lossen. Hierdoor zouden oorspronkelijke deelgenoten tegenover andere medegerechtigden komen te staan - dit zou de verdeling van de gemeenschap lastiger kunnen maken. Ratio van artikel 3:190 BW strekt niet verder dan het voorgaande, zie: Hoge Raad 28 november 2008, r.o Asser/Perrick 3-V 2015, nr

11 beschikkingsbevoegdheid van de rechthebbenden (lees: erfgenamen) en de nietrechthebbenden (lees: de erfrechtelijke functionarissen). Testamentair bewind Ten aanzien van de rechtsgevolgen van het testamentaire bewind maakt de wet onderscheid al naar gelang de strekking van het bewind. 26 De strekking van het bewind is dus bepalend voor de vraag wie beschikkingsbevoegd is over de aandelen. Op de eerste plaats onderscheidt de wet het bewind dat uitsluitend in het belang van de rechthebbende (lees: aandeelhouder) is ingesteld. De aandeelhouder is in dat geval slechts met medewerking of toestemming van de bewindvoerder beschikkingsbevoegd ten aanzien van de onder bewind gestelde aandelen. Voorts onderscheidt de wet het bewind dat is ingesteld ten behoeve van een ander dan de rechthebbende en het bewind dat is ingesteld ten behoeve van een gemeenschappelijk belang. Bij een dergelijke strekking van het bewind is de aandeelhouder slechts beschikkingsbevoegd onder voorbehoud van het bewind. 27 Tot slot is het mogelijk dat het bewind zowel in het belang van de rechthebbende als van één of meer ander(en) of in een gemeenschappelijk belang is ingesteld. De aandeelhouder is slechts met medewerking of toestemming van de bewindvoerder én onder voorbehoud van het bewind bevoegd tot het verrichten van beschikkingshandelingen. Beschikkingshandelingen door of jegens de aandeelhouder die in strijd zijn met deze voorschriften zijn in beginsel ongeldig. De bewindvoerder is in beginsel niet zelfstandig bevoegd over de onder bewind staande aandelen te beschikken. 28 Hij is slechts met toestemming van de rechthebbende of met een vervangende machtiging van de kantonrechter beschikkingsbevoegd. Op grond van artikel 4:171 lid 1 BW kan de erflater de bevoegdheden en verplichtingen van de bewindvoerder echter ruimer of beperkter vaststellen. Met betrekking tot de beschikkingsbevoegdheid van de bewindvoerder is het van belang op te merken dat de erflater de bewindvoerder bevoegd kan verklaren zelfstandig beschikkingshandelingen te verrichten. 29 Executele 26 In bijlage I zijn de verschillende strekkingen van het bewind schematisch weergegeven met de bijbehorende gevolgen voor de beschikkingsbevoegdheid van de rechthebbende en de bewindvoerder. 27 De rechthebbende kan in beginsel niet meer rechten aan een ander overdragen dan hij zelf heeft. Dit vloeit voort uit het nemo plus-beginsel. De verkrijger van de onder bewind staande aandelen is als nieuwe aandeelhouder aan het bewind gebonden. Door Perrick wordt dit treffend aangeduid met het zaaksgevolg van het bewind, Perrick 2016, p Artikel 4:169 jo. 4:167 BW. 29 Asser/Perrick , nr

12 De erflater kan in zijn uiterste wil een executeur benoemen. 30 De taken van de executeur zijn limitatief in de wet opgesomd. 31 De executeur ontleent zijn bevoegdheid over de aandelen te beschikken aan zijn taak de schulden van de nalatenschap te voldoen. 32 Voor de beschikkingsbevoegdheid van de erfgenamen en de executeur is het van belang op te merken dat de executeur privatief vertegenwoordigingsbevoegd is. 33 Dit houdt in dat de executeur tijdens zijn beheer de erfgenamen in en buiten rechte vertegenwoordigt. De executeur kan zijn taken verrichten zonder medewerking van de erfgenamen. Voor de erfgenamen heeft executele tot gevolg dat zij niet zonder de medewerking van de executeur over de goederen van de nalatenschap kunnen beschikken. 34 Bij de kantonrechter kan een vervangende machtiging worden gevraagd indien de toestemming van de executeur ontbreekt. Met andere woorden: de erfgenamen zijn zonder toestemming van de executeur of vervangende machtiging van de kantonrechter beschikkingsonbevoegd met betrekking tot de goederen (lees: aandelen) van de nalatenschap. 35 Vereffening De vereffenaar ontleent de bevoegdheid over de aandelen te beschikken aan zijn taak om de nalatenschap te vereffenen. 36 De vereffenaar is net als de executeur privatief vertegenwoordigingsbevoegd. De erfgenamen zijn zonder medewerking van de vereffenaar of machtiging van de kantonrechter niet bevoegd over de nagelaten aandelen te beschikken Vruchtgebruik in het erfrecht De wettelijke voorschriften betreffende het vruchtgebruik worden in verschillende erfrechtelijke bepalingen van overeenkomstige toepassing verklaard. In beginsel zijn 30 Degene die is aangewezen wordt pas executeur nadat hij zijn benoeming heeft aanvaard, aldus artikel 4:143 lid 1 BW. 31 Blijkens artikel 4:144 BW is de executeur belast met het beheer van de nalatenschap, het voldoen van de schulden van de nalatenschap die opeisbaar zijn bij het openvallen van de nalatenschap of gedurende het beheer en alle bevoegdheden die nodig zijn om testamentaire lasten uit te voeren indien deze zijn opgelegd. 32 Artikel 4:215 BW. 33 Van Mourik e.a. 2016, p Deze vertegenwoordiging is niet gebaseerd op volmacht. 34 Executele blokkeert de bevoegdheid van de erfgenamen, zelfs in de periode dat de aangewezen persoon zijn executeurstaak nog niet heeft aanvaard, Asser/Perrick , nr Indien dit niet het geval zou zijn, zouden de erfgenamen de taak van de executeur kunnen frustreren. Executele heeft immers geen zaaksgevolg zoals bewind in bepaalde gevallen wel heeft. 35 Op deze manier wordt voorkomen dat de erfgenamen de goederen achter de executeur zijn rug om kunnen vervreemden. De executeur heeft immers de goederen van de nalatenschap nodig om de schulden te voldoen. 36 Perrick 2014, p

13 vruchtgebruikbepalingen van overeenkomstige toepassing op het door de langstlevende voorbehouden vruchtgebruik in geval van uitoefening van een wilsrecht in de zin van artikel 4:19 en 4:21 BW. 37 Tevens zijn deze voorschriften in beginsel van overeenkomstige toepassing op de onderlinge rechtsverhouding tussen de vruchtgebruiker en de hoofdgerechtigde bij het verzorgingsvruchtgebruik uit hoofde van artikel 4:30 BW. 38 De vruchtgebruikbepalingen zijn ook van toepassing indien de erflater een legaat van vruchtgebruik (van aandelen) toekent aan de legataris. 39 Tenslotte zijn de wettelijke voorschriften betreffende het vruchtgebruik op grond van artikel 4:138 lid 2 BW van overeenkomstige toepassing op de interne verhouding tussen de bezwaarde en de verwachter bij fideicommissaire erfstellingen. 40 Alvorens aandacht te besteden aan de fideicommissaire erfstellingen zal ik de algemene wettelijke voorschriften betreffende het vruchtgebruik toelichten. Bij de bespreking daarvan staat de bevoegdheid van de vruchtgebruiker en de hoofdgerechtigde om te beschikken over de met vruchtgebruik belaste aandelen op naam centraal. Als uitgangspunt geldt dat de vruchtgebruiker niet bevoegd is afzonderlijk te beschikken over de met vruchtgebruik belaste goederen. De vruchtgebruiker is in beginsel slechts met toestemming van de hoofdgerechtigde of machtiging van de kantonrechter 41 bevoegd over de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen te beschikken. 42 Op dit uitgangspunt bestaan belangrijke uitzonderingen. 43 Op grond van artikel 3:212 lid 2 BW kan bij de vestiging van het vruchtgebruik aan de vruchtgebruiker de bevoegdheid worden toegekend over het met vruchtgebruik belaste goed (lees: de aandelen) te beschikken. De meeste ingrijpende uitzondering is te vinden in artikel 3:215 BW, waarin wordt bepaald dat bij de vestiging van het vruchtgebruik of daarna aan de vruchtgebruiker de bevoegdheid kan worden toegekend tot 37 In beginsel, op grond van artikel 4:23 BW geldt als hoofdregel dat de vruchtgebruikbepalingen van overeenkomstige toepassing zijn, maar gelet op het bijzondere karakter van het vruchtgebruik in het kader van de wettelijke verdeling worden er in artikel 4:23 BW uitzonderingen gemaakt. 38 Op grond van artikel 4:31 BW jo. artikel 4:23 BW. Aan het vruchtgebruik op de woning en de inboedel in de zin van artikel 4:29 BW wordt in deze scriptie geen aandacht besteed. Dit vruchtgebruik kan immers niet gevestigd worden op aandelen in een BV. 39 Een voorbeeld hiervan vormt deze uitspraak: Rechtbank Den Haag 17 maart 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016: Dit geldt zolang de voorwaarde niet is vervuld. De bezwaarde wordt tot die tijd jegens derden als uitsluitend rechthebbende tot de goederen van de nalatenschap aangemerkt. 41 Voor het afgeven van deze machtiging dient de kantonrechter rekening te houden met zowel het belang van de hoofdgerechtigde als met het belang van de vruchtgebruiker. Beider belangen moeten met de vervreemding of bezwaring gediend zijn, Rechtbank Leeuwarden 4 maart 1994, KG 1994/ Artikel 3:212 lid 3 BW. 43 Artikel 3:212 lid 1 BW vormt één van deze uitzonderingen. Gezien het feit dat aandelen niet kwalificeren als goederen die bestemd zijn om vervreemd te worden, wordt aan deze bepaling in deze scriptie geen aandacht besteed. 13

14 gehele of gedeeltelijke vervreemding en vertering van de met het vruchtgebruik belaste goederen. 44 Het antwoord op de vraag of de vruchtgebruiker bevoegd is om over de in vruchtgebruik gegeven aandelen te beschikken, is dan ook op de eerste plaats afhankelijk van de vraag of aan de vruchtgebruiker deze bevoegdheid is toegekend. Vervolgens is het van belang of de vruchtgebruiker afzonderlijk bevoegd is over het met vruchtgebruik belaste goed te beschikken. 45 Opgemerkt dient te worden dat de beschikkingsbevoegdheid van de vruchtgebruiker is afgeleid van de beschikkingsbevoegdheid van de hoofdgerechtigde. De hoofdgerechtigde behoudt zijn bevoegdheid om over het (bloot) eigendom van de met vruchtgebruik belaste goederen te beschikken. Fideicommissaire erfstellingen Bij een fideicommissaire erfstelling is de bezwaarde onder ontbindende voorwaarde tot de goederen van de nalatenschap gerechtigd, de verwachter is onder een corresponderende opschortende voorwaarde tot de goederen van de nalatenschap gerechtigd. De bezwaarde wordt als uitsluitende rechthebbende aangemerkt met betrekking tot de vermaakte goederen voor zover het door en tegen derden uit te oefenen rechten en rechtsvorderingen betreft, aldus artikel 4:138 lid 1 BW. Vervolgens bepaalt het tweede lid van deze bepaling dat zolang de vervulling van de desbetreffende voorwaarde onzeker is, voor het overige de wettelijke voorschriften betreffende het vruchtgebruik van overeenkomstige toepassing zijn. 46 De bezwaarde kan in beginsel slechts over de aandelen op naam beschikken met toestemming van de verwachter of een machtiging van de kantonrechter. 47 Hoewel de bezwaarde jegens derden als uitsluitend rechthebbende wordt aangemerkt, is hij niet jegens derden bevoegd over de aandelen te beschikken indien hij daartoe in de verhouding tot de verwachter niet zonder diens toestemming bevoegd is. Dit wordt door Brinkman in zijn proefschrift treffend verwoord door te stellen dat de interne bevoegdheid externe werking heeft. 48 Indien de bezwaarde slechts met toestemming van de verwachter of een machtiging van de kantonrechter bevoegd is over een fideicommissair goed te beschikken en de bezwaarde 44 Blijkens artikel 3:215 lid 2 BW. 45 Op grond van artikel 3:215 lid 2 BW kan bij de verlening van de bevoegdheid tot vervreemden en verteren immers worden bepaald dat daarvoor de toestemming van een of meer personen nodig is. 46 Voor de toepassing van deze voorschriften dient de bewaarde als vruchtgebruiker te worden aangemerkt en de verwachter als hoofdgerechtigde. 47 Aandelen zijn geen goederen die op grond van artikel 3:212 lid 1 BW bestemd zijn om te worden vervreemd. 48 Brinkman, diss. 2014, p

15 zonder de vereiste toestemming of machtiging over een dergelijke goed beschikt, is hij beschikkingsonbevoegd. De erflater kan echter aan de bezwaarde de bevoegdheid hebben verleend om over de nagelaten aandelen te beschikken. 49 Bij een fideicommis de residuo zal de erflater de bevoegdheid tot gehele of gedeeltelijke vervreemding en vertering aan de bezwaarde willen toekennen. 50 Bovenstaande zal zich dan ook met name voordoen bij het gewone fideicommis, het fideicommis dat niet als een fideicommis de residuo kan worden aangemerkt Onbevoegde erfgenaam Er zijn verschillende gevallen denkbaar dat een erfgenaam onbevoegd blijkt te zijn over de nagelaten goederen te beschikken, terwijl er geen erfrechtelijke functionaris fungeert. Een eenvoudig voorbeeld om dit te illustreren: B koopt van de enig erfgenaam bij versterf (A) aandelen in een BV. Een aantal jaren later wordt de uiterste wilsbeschikking van de erflater ontdekt waaruit blijkt dat A geen erfgenaam is. 51 B heeft in dat geval de aandelen verkregen van een beschikkingsonbevoegde. 52 In deze paragraaf wordt dit eenvoudige voorbeeld aangevuld met andere voorbeelden Wijziging van de familierechtelijke betrekking Ontkenning van het vaderschap, vernietiging van de erkenning en gerechtelijke vaststelling van het ouderschap hebben met elkaar gemeen dat zij elk tot gevolg hebben dat de familierechtelijke betrekking tussen het kind en de desbetreffende ouder met terugwerkende kracht wijzigt. In de eerste twee gevallen staat de desbetreffende ouder niet langer in familierechtelijke betrekking tot het kind terwijl in het laatste geval de desbetreffende ouder juist in een familierechtelijke betrekking tot het kind komt te staan. Deze bepalingen hebben telkens terugwerkende kracht: de wijziging werkt terug tot de geboorte van het kind. De terugwerkende kracht van deze bepalingen kan gevolgen hebben voor de erfopvolging. Uit de terugwerkende kracht van dergelijke bepalingen kan voortvloeien dat de vermeende 49 Op grond van artikel 3:212 lid 2 BW. 50 Op grond van artikel 3:215 BW. Zie ook: Perrick 2016, p Voorbeeld ontleent aan Asser/Perrick , nr In het volgende hoofdstuk wordt besproken wat het gevolg is van de omstandigheid dat B is afgegaan op de verklaring van erfrecht waar A als enig erfgenaam werd vermeld. 15

16 erfgenaam niet langer (enig) erfgenaam is. Aan de hand van een voorbeeld dat ontleend is aan een arrest van de Hoge Raad zal ik het vorenstaande verduidelijken. 53 Erflater A heeft een natuurlijk kind (X) dat niet door hem erkend is. A overlijdt zonder bij uiterste wil over zijn nalatenschap te hebben beschikt. Neef B is enig versterf erfgenaam van de erflater. X verzoekt na verloop van tijd de rechtbank vast te stellen dat A zijn biologische vader is. De Hoge Raad oordeelde dat als gevolg van de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap X enig erfgenaam van A is. Als zoon (eerste parentele) verdringt X immers neef B (of diens rechtsopvolgers) in een lagere parentele. X kan de goederen der nalatenschap opvorderen van B nu hij de goederen van de nalatenschap na de vaststelling van het ouderschap zonder recht houdt. 54 Dit heeft tot gevolg dat B als pseudo-erfgenaam met terugwerkende kracht beschikkingsonbevoegd is ten aanzien van de nagelaten goederen. 55 In het geval dat neef B de nagelaten aandelen reeds heeft geleverd aan C, heeft deze de aandelen verkregen van een beschikkingsonbevoegde Onwaardigheid Het geval kan zich ook voordoen dat een erfgenaam, legataris, lastbevoordeelde of legitimaris onwaardig is om uit de nalatenschap voordeel te trekken. 56 De onwaardigheid werkt van rechtswege. 57 Het is mogelijk dat de onwaardigheid aan de dag treedt nadat de (onwaardige) erfgenaam al geërfd heeft. Dit doet zich bijvoorbeeld voor in de situatie dat B van erfgenaam A aandelen koopt en achteraf blijkt dat A de uiterste wilsbeschikking van de erflater heeft verduisterd. Door de verduistering is A van rechtswege onwaardig. Hierdoor ontvalt de grond aan de erfrechtelijke bevoordeling van A. 58 Anderen kunnen afgifte verlangen van het erfdeel 53 Hoge Raad 19 februari 2010, NJ 2010/295, m. nt. S. Perrick. 54 Middels een beroep op de heredidatis petitio van artikel 4:183 BW. Anders: Luijten 2004, p Luijten meent dat de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap geen goederenrechtelijke terugwerkende kracht heeft en stelt dat de zoon slechts een persoonlijke vordering heeft tot terugbetaling van hetgeen hem ontgaan is. 55 Een ander voorbeeld is de vererving van de vaderlijke nalatenschap aan twee zoons, A en B. Na het overlijden van de erflater wordt overeenkomstig artikel 1:207 BW vastgesteld dat C ook zijn zoon is. In dit geval zijn de kinderen tezamen de erfgenamen van de vader. Erfrechtelijke beschikkingsonbevoegdheid kan zich dan voordoen indien de nalatenschap reeds is verdeeld door A en B, zonder de medewerking van C. Indien C de verdeling met succes vernietigt, zijn A en B beschikkingsonbevoegd met betrekking tot die goederen. Om tegemoet te komen aan de gelijkheid tussen kinderen die buiten en binnen het huwelijk zijn geboren, dient de zoon als gevolg van de vaststelling als volwaardig erfgenaam te worden aangemerkt. Zie Reinhartz 2010, p In artikel 4:3 lid 1 BW worden de verschillende gronden voor onwaardigheid uiteengezet. 57 Doordat de onwaardigheid van rechtswege werkt is de onwaardige erfgenaam een onrechtmatige bezitter van de nagelaten goederen, zie Asser/Perrick , nr Van Mourik e.a. 2016, p

17 van A omdat zij krachtens erfrecht (bij plaatsvervulling of als gevolg van aanwas) gerechtigd blijken te zijn Ongedaanmaking wettelijke verdeling De langstlevende kan binnen drie maanden vanaf de dag waarop de nalatenschap is opengevallen de wettelijke verdeling overeenkomstig artikel 4:18 BW ongedaan maken. Gelet op de mogelijkheid van ongedaanmaking gedurende een termijn van drie maanden, kan een verklaring van erfrecht gedurende die termijn niet onvoorwaardelijk worden afgegeven. De ongedaanmaking werkt terug tot het tijdstip van het openvallen van de nalatenschap. Als gevolg van de ongedaanmaking is de langstlevende niet langer onbeperkt beschikkingsbevoegd ten aanzien van de tot de nalatenschap behorende goederen, waaronder bijvoorbeeld aandelen. De erfgenamen worden met terugwerkende kracht geacht deelgenoot te zijn in een onverdeelde nalatenschap. De gevolgen daarvan voor de beschikkingsbevoegdheid van de deelgenoten zijn reeds in paragraaf aan bod gekomen Nietige en vernietigbare uiterste wilsbeschikkingen Een uiterste wilsbeschikking is een ongerichte eenzijdige rechtshandeling. De situatie kan zich voordoen dat een vermeend erfgenaam achteraf geen erfgenaam blijkt te zijn omdat de uiterste wilsbeschikking nietig of vernietigbaar is. 60 Hoewel vernietigbaarheid van een uiterste wilsbeschikking een minder vergaande sanctie is dan nietigheid van een uiterste wilsbeschikking 61, bestaat er na een geslaagd beroep op vernietiging geen verschil tussen een nietige en vernietigde uiterste wilsbeschikking. 62 In beide gevallen bestaat de uiterste wilsbeschikking juridisch gezien niet en heeft die ook nooit bestaan. 63 Als gevolg hiervan is de pseudo-erfgenaam onbevoegd om over de aandelen te beschikken. In het onderstaande worden verschillende voorbeelden gegeven wanneer een uiterste wilsbeschikking nietig dan 59 Asser/Perrick , nr Bij vernietigbaarheid is de uiterste wilsbeschikking geldig totdat een beroep wordt gedaan op de vernietigbaarheid. Bij een nietige uiterste wilsbeschikking is er nooit sprake geweest van een geldige uiterste wilsbeschikking, zonder dat daar een beroep op gedaan hoeft te worden. 61 In geval van een vernietigbare uiterste wil wordt slechts aan enkele personen de bevoegdheid toegekend om zich op het gebrek te beroepen en is een beroep op dit gebrek beperkt in tijd. De artikelen 3:49 e.v. BW zijn van toepassing op de vernietiging van een uiterste wilsbeschikking voor zover Boek 4 BW, in het bijzonder artikel 4:54 BW, niet daarvan afwijkt, Asser/Perrick , nr Van Es, p Vernietiging heeft immers terugwerkende kracht. 17

18 wel vernietigbaar is. Daartoe maak ik onderscheid tussen de vereisten met betrekking tot de persoon van de erflater, het afleggen van de wilsverklaring en de inhoud van de wilsverklaring. Ten aanzien van de persoon van de erflater bepaalt artikel 4:55 BW wie testeerbevoegd is. Een uiterste wilsbeschikking die wordt gemaakt door een persoon die niet testeerbevoegd is, is nietig. Met betrekking tot het afleggen van de wilsverklaring is op de eerste plaats het vertegenwoordigingsverbod op grond van artikel 4:42 lid 3 BW van belang. Een uiterste wilsbeschikking die niet persoonlijk door de erflater is gemaakt, is nietig. Op de tweede plaats is in de wet een aantal vormvoorschriften opgenomen voor het opstellen van een uiterste wilsbeschikking. 64 Al naar gelang van het gewicht van het voorschrift is de uiterste wilsbeschikking nietig dan wel vernietigbaar. Voorts wordt conformiteit van de wil en verklaring verondersteld: een uiterste wilsbeschikking is nietig indien deze is gemaakt door een geestelijk gestoorde erflater. 65 Tevens zijn in beginsel de regels over wilsgebreken van artikel 3:44 BW van toepassing op uiterste wilsbeschikkingen. Het eerste lid van artikel 4:43 BW bepaalt dat een wilsbeschikking echter niet vernietigbaar is indien deze tot stand is gekomen door misbruik van omstandigheden. Tevens voorziet artikel 4:43 lid 2 BW in een eigen regeling voor het leerstuk van de dwaling. De uiterste wilsbeschikking is derhalve vernietigbaar wanneer zij door dwaling, bedreiging of bedrog tot stand is gekomen. Ten slotte kan een uiterste wilsbeschikking nietig zijn indien de inhoud van de uiterste wilsbeschikking, of de beslissende beweegreden tot het maken ervan, in strijd is met de goede zeden of de openbare orde. 66 Naast de onwaardigheid heeft de wet een aantal personen onbevoegdheid verklaard om uit een nalatenschap voordeel te genieten. Dit zijn personen die op het tijdstip van testeren in een bijzondere relatie tot de erflater hebben gestaan. Hierbij kan gedacht worden aan een uiterste wilsbeschikking ten gunste van een voogd, een leermeester, een beoefenaar van de gezondheidszorg, de notaris en getuigen en de tussenbeide komende persoon. 67 De uiterste wilsbeschikking ten gunste van een van deze personen is vernietigbaar Beschikkingsonbevoegde erfrechtelijke functionaris 64 Artikel 4:93 e.v. BW. 65 Artikel 3:33 en 3:34 BW. 66 Artikel 4:44 lid 1 en 2 en artikel 4:45 lid 1 BW. Opgemerkt dient te worden dat de desbetreffende beschikking nietig is, niet de gehele uiterste wilsbeschikking, Van Mourik e.a. 2016, p Artikel 4:57 tot en met artikel 4:62 BW. 18

19 Niet rechtsgeldig benoemde erfrechtelijke functionaris Er zijn tevens verschillende gevallen denkbaar dat een derde aandelen in een BV verkrijgt van een onbevoegde erfrechtelijke functionaris. De situatie kan zich voordoen dat aandelen verkregen worden van een erfrechtelijke functionaris die niet rechtsgeldig benoemd blijkt te zijn. Aan de hand van een interessante casus die een aantal jaren geleden aan Van Mourik werd voorgelegd zal ik dit verduidelijken. 68 Erflater heeft notaris A of diens rechtsopvolger, in zijn uiterste wil tot executeur benoemd. Ten tijde van het overlijden van erflater was notaris A opgevolgd door notaris B. Notaris A heeft zijn benoeming aanvaard en vervolgens een ander ( X ) in zijn plaats gesteld. Notaris B heeft een verklaring van executele opgemaakt waarin staat dat de in-de-plaats-gestelde executeur X als executeur is benoemd. Vervolgens ondertekent de in-de-plaats-gestelde executeur X de akte van levering van een registergoed aan V. Vooropgesteld kan worden dat notaris A niet rechtsgeldig tot executeur benoemd is. 69 Daarenboven, zelfs als A rechtsgeldig zou zijn benoemd, kon hij geen ander in de plaats stellen omdat deze bevoegdheid niet uitdrukkelijk in de uiterste wilsbeschikking is verleend. 70 Van Mourik behandelt deze kwestie vanuit de optiek van onbevoegde vertegenwoordiging door de in-de-plaats-gestelde executeur X. Perrick heeft echter op de bijdrage van Van Mourik gereageerd en uiteengezet dat het hier de beschikkingsonbevoegdheid van de in-deplaats-gestelde executeur X betreft. Voor de gevolgen van deze overdracht voor de beoogde verkrijger is het belangrijk te bepalen vanuit welke optiek deze problematiek behandeld dient te worden. Perrick betoogt terecht- dat Van Mourik deze problematiek ten onrechte heeft behandeld vanuit de vertegenwoordigingsoptiek. Executele ontspringt immers bij de erflater, niet bij de erfgenamen. 71 De executeur wordt benoemd door de erflater krachtens uiterste wilsbeschikking, deze benoeming is derhalve vormgebonden. Zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid wordt vervolgens door de wet en de uiterste wilsbeschikking bepaald, niet door de erfgenamen. Voor de benoeming van een executeur 68 Van Mourik 2013, p Hoewel het in deze kwestie een executeur betrof, kan een soortgelijke situatie zich ook voordoen bij de benoeming van bewindvoerders of vereffenaars. Te denken valt aan de situatie dat onduidelijk is of de vereffenaar rechtsgeldig benoemd is. Tevens heeft deze casus betrekking op een registergoed, dit is echter voor de vraag naar de beschikkingsbevoegdheid van de desbetreffende executeur niet van belang. In het volgende hoofdstuk zal duidelijk worden dat het object van de verkrijging wél relevant is voor de toepassing van derdenbeschermingsbepalingen. 69 Notaris A is in zijn hoedanigheid als notaris benoemd als executeur door de erflater. Nu hij niet langer als notaris werkzaam is, is notaris A niet tot executeur benoemd, Van Mourik 2013, p Dit staat in de casus niet ter discussie. 70 Artikel 4:142 lid 1 BW. 71 Perrick 2013, p

20 speelt eventuele opgewekte schijn door de erfgenamen daarom geen enkele rol. Als gevolg van de beschikkingsonbevoegdheid van de schijnexecuteur is de overdracht in beginsel dan ook ongeldig Bewindvoerder in beginsel niet zelfstandig beschikkingsbevoegd In tegenstelling tot de executeur en de vereffenaar is de testamentaire bewindvoerder niet privatief vertegenwoordigingsbevoegd. Indien de erflater niet op grond van artikel 4:171 lid 1 BW de bevoegdheden van de bewindvoerder heeft uitgebreid, is de bewindvoerder met betrekking tot beschikkingshandelingen slechts bevoegd met toestemming van de rechthebbende, dan wel met toestemming van een ander in wiens belang het bewind is ingesteld. Indien toestemming niet wordt verleend kan de kantonrechter vervangende machtiging verlenen. Zonder deze toestemming(en) of machtiging is de bewindvoerder niet bevoegd over de onder bewind staande goederen te beschikken, ongeacht de strekking van het testamentaire bewind Nietige of vernietigbare uiterste wilsbeschikkingen In paragraaf heb ik reeds de verschillende gronden voor nietigheid of vernietigbaarheid van uiterste wilsbeschikkingen besproken. Om dezelfde reden kunnen erfrechtelijke functionarissen als gevolg van een nietige of vernietigbare uiterste wilsbeschikking niet beschikkingsbevoegd blijken te zijn. 3. Gevolgen voor de positie van derden 3.1. Inleiding 72 In het volgende hoofdstuk komt de vraag aan bod wat de gevolgen zijn voor de geldigheid van de overdracht indien de derde-verkrijger is afgegaan op een verklaring van erfrecht waar notaris A als executeur vermeld stond. 20

21 Voor de totstandkoming van een geldige overdracht van aandelen is levering krachtens een geldige titel door een beschikkingsbevoegde vereist. 73 In ons rechtssysteem geldt een causaal stelsel voor overdracht. 74 Dit wil zeggen dat door het ontbreken van een geldige titel voor overdracht de rechtsgeldigheid van die overdracht wordt belemmerd. Dit geldt in beginsel ook in geval van levering door een beschikkingsonbevoegde. In de wet zijn echter bepalingen opgenomen die de onwenselijke gevolgen van dit causale stelsel voor derde-verkrijgers trachten op te heffen. Deze bepalingen hebben tot gevolg dat ondanks het ontbreken van de beschikkingsbevoegdheid van de vervreemder, toch een geldige overdracht tot stand komt. Het betreft telkens de volgende (vereenvoudigde) situatie: A draagt zijn aandelen in een BV over aan B zonder aan alle vereisten van artikel 3:84 BW te voldoen. Hierdoor vindt geen overdracht plaats, B is geen aandeelhouder geworden. De beschikkingsonbevoegde B draagt vervolgens op zijn beurt de aandelen over aan C. In beginsel is C niet aandeelhouder geworden, hij heeft immers de aandelen verkregen van een beschikkingsonbevoegde. Echter, de in artikel 3:84 BW vervatte eis van beschikkingsbevoegdheid van de vervreemder wordt in bepaalde gevallen opgeheven ter bescherming van de derde-verkrijger (C). Dit houdt in dat ondanks de beschikkingsonbevoegdheid van B een geldige overdracht tussen B en C tot stand is gekomen. Op de eerste plaats zijn er in het Burgerlijk Wetboek verschillende wettelijke derdenbeschermingsbepalingen opgenomen. Bij de bespreking van deze verschillende beschermingsbepalingen maak ik onderscheid tussen enerzijds de specifieke beschermingsbepalingen die in paragraaf 3.2. worden besproken en anderzijds de algemene beschermingsbepalingen in Boek 3 BW welke in paragraaf 3.3. aan bod komen. Voor de toepassing van de beschermingsbepalingen in Boek 3 BW wordt onderscheid gemaakt al naar gelang het object van de verkrijging. De kwalificatie van het aandeel is dan ook van belang voor de toepasselijkheid van de te onderscheiden algemene derdenbeschermingsbepalingen. Om bescherming te kunnen ontlenen aan de verschillende beschermingsbepaling is in de meeste gevallen vereist dat de derde-verkrijger te goeder trouw is. In paragraaf 3.4. zal ik stil staan bij het te goeder trouw vereiste en de betekenis van de verklaring van erfrecht. Een andere mogelijkheid om de ongeldige overdracht te helen is door bekrachtiging. De mogelijkheid daartoe op grond van artikel 3:58 BW in geval van een ongeldige overdracht als 73 Artikel 3:84 BW. 74 Hoge Raad 5 mei 1950, NJ 1951/1 (Damhof/Staat). In dit arrest oordeelde de Hoge Raad onder meer dat Nederland met betrekking tot overdracht een causaal stelsel kent. 21

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid Eenmanszaak Maatschap VOF (CV) Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid (2:3 BW) BV NV (vereniging, coöperatie, OWM, stichting)

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

ERFRECHT EN SCHENKING

ERFRECHT EN SCHENKING MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT ERFRECHT EN SCHENKING BEWERKT DOOR MR. S. PERRICK ADVOCAAT EN NOTARIS TE AMSTERDAM DERTIENDE DRUK KLUWER - DEVENTER - 2002

Nadere informatie

Erfrecht en schenking

Erfrecht en schenking Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht Erfrecht en schenking Veertiende druk Bewerkt door: Mr. S. Perrick Advocaat te Amsterdam Voorheen deel 6A en 6B a Wolters

Nadere informatie

De positie van stiefkinderen die door de stiefouder in de wettelijke verdeling worden betrokken "Wederkerige uiterste wilsbeschikking Fideicommis

De positie van stiefkinderen die door de stiefouder in de wettelijke verdeling worden betrokken Wederkerige uiterste wilsbeschikking Fideicommis De positie van stiefkinderen die door de stiefouder in de wettelijke verdeling worden betrokken "Wederkerige uiterste wilsbeschikking Fideicommis Werkstuk in het kader van het vak erfrecht I Maart 2008

Nadere informatie

Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken XIX XXVII XXIX Hoofdstuk 1 - Inleiding en algemene bepalingen. Belang onderscheid eenvoudige en bijzondere

Nadere informatie

Procederen ten behoeve van de gemeenschap van nalatenschap

Procederen ten behoeve van de gemeenschap van nalatenschap Procederen ten behoeve van de gemeenschap van nalatenschap Prof. dr. S. Perrick* 1 Inleiding In de praktijk komt het regelmatig voor dat een erfgenaam procedeert ten behoeve van de gemeenschap van een

Nadere informatie

Inhoud. 2.1 Uiterste wilsbeschikkingen in het algemeen 69 2.1.1 Het karakter van de uiterste wilsbeschikking 69. Maklu 5

Inhoud. 2.1 Uiterste wilsbeschikkingen in het algemeen 69 2.1.1 Het karakter van de uiterste wilsbeschikking 69. Maklu 5 Inhoud Hoofdstuk 1 Versterferfrecht 13 1.1 Inleiding 13 1.1.1 Achtergrond 13 1.1.2 Terminologie 15 1.1.3 Geschiedenis 16 1. 2 Algemene bepalingen 20 1.2.1 Erfopvolging 20 1.2.2 Commoriënten 20 1.2.3 Onwaardigheid

Nadere informatie

Bij de eerste druk 13 Bij de tweede druk 14. Hoofdstuk 1. Versterferfrecht 15

Bij de eerste druk 13 Bij de tweede druk 14. Hoofdstuk 1. Versterferfrecht 15 Voorwoord 13 Bij de eerste druk 13 Bij de tweede druk 14 Hoofdstuk 1. Versterferfrecht 15 1.1 Inleiding 15 1.1.1 Achtergronden 15 1.1.2 Terminologie 17 1.1.3 Geschiedenis 19 1.2 Algemene bepalingen 22

Nadere informatie

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de STATUTEN Naam en zetel Artikel 1 1. De vennootschap draagt de naam: [ ]. 2. De vennootschap heeft haar zetel in de gemeente [ ]. Doel Artikel 2 De vennootschap heeft ten doel: a. [ ]; b. het oprichten

Nadere informatie

Erfrechtjournaal. 16 januari 2015

Erfrechtjournaal. 16 januari 2015 Erfrechtjournaal 16 januari 2015 Items Gewijzigde familieverhoudingen Defiscalisatie in het erfrecht Machtiging kantonrechter voor het doen van schenking? Gewijzigde familieverhoudingen Eindejaarspeiling

Nadere informatie

VRUCHTGEBRUIK OP AANDELEN

VRUCHTGEBRUIK OP AANDELEN VRUCHTGEBRUIK OP AANDELEN Over de grenzen van goederenrecht, erfrecht en vennootschapsrecht Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de rechtsgeleerdheid PROEFSCHRIFT Ter verkrijging van de graad

Nadere informatie

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Situaties: 1. Overdracht onder voorwaarde 2. Overdracht onder eigendomsvoorbehoud 3. Overdracht toekomstige goederen 4. Overdracht onder tijdsbepaling

Nadere informatie

Bewindvoerderschap. Curatele, bewind en mentorschap

Bewindvoerderschap. Curatele, bewind en mentorschap Bewindvoerderschap Het kan voorkomen dat een erflater van mening is dat zijn erfgenamen (nog) niet de volledige verantwoording kunnen dragen van het door hen geërfde vermogen. Dit kan te maken hebben met

Nadere informatie

TESTAMENT HERROEPING ERFGENAMEN WETTELIJKE VERDELING OPVULLEGAAT

TESTAMENT HERROEPING ERFGENAMEN WETTELIJKE VERDELING OPVULLEGAAT 1 TESTAMENT De verschenen persoon verklaart: 1. HERROEPING Ik herroep alle uiterste wilsbeschikkingen vóór heden door mij gemaakt. 2. ERFGENAMEN Ik wijk niet af van de wettelijke erfopvolging of van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 428 Beschikking van de Minister van Justitie van 16 augustus 2002, houdende plaatsing in het Staatsblad van de vernummerde tekst van de wet van

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de zevende druk / V. Voorwoord bij de zesde druk / VI. Enige afkortingen en symbolen / XV

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de zevende druk / V. Voorwoord bij de zesde druk / VI. Enige afkortingen en symbolen / XV INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de zevende druk / V Voorwoord bij de zesde druk / VI Enige afkortingen en symbolen / XV Enige verkort aangehaalde werken / XVII HOOFDSTUK I Inleiding / 1 1 Erfrecht / 1 2 De

Nadere informatie

Juridische begrippen in begrijpelijke taal

Juridische begrippen in begrijpelijke taal Juridische begrippen in begrijpelijke taal Aanverwanten De (groot)ouders, ooms, tantes, broers en zussen van uw partner zijn uw aanverwanten, ofwel de aangetrouwden, ook wel de koude kant. Akte Een akte

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 229 Wet van 18 april 2002 tot vaststelling van de Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte

Nadere informatie

A D M I N I S T R A T I E V O O R W A A R D E N

A D M I N I S T R A T I E V O O R W A A R D E N A D M I N I S T R A T I E V O O R W A A R D E N van: Stichting Jubileumfonds 1948 en 2013 voor het Concertgebouw statutair gevestigd te Amsterdam d.d. 1 september 2011 Definities. Artikel 1. In deze administratievoorwaarden

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 297 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Aandelen in de BV in het erfrecht Perrick, S.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Aandelen in de BV in het erfrecht Perrick, S. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Aandelen in de BV in het erfrecht Perrick, S. Published in: Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

BEWIND -1- M:\brochures\bewind.docx 22/6/2015

BEWIND -1- M:\brochures\bewind.docx 22/6/2015 BEWIND Zodra een kind meerderjarig is (18 jaar) mag het zelf over zijn of haar eigen vermogen beschikken. Dat is meestal geen probleem, als dat vermogen niet groot is en één van beide ouders of beide ouders

Nadere informatie

Notariële M&A issues. Notariële aspecten van een M&A-traject 8 november 2018

Notariële M&A issues. Notariële aspecten van een M&A-traject 8 november 2018 Notariële M&A issues Notariële aspecten van een M&A-traject 8 november 2018 Vanuit de praktijk en praktisch 4 Welke onderwerpen? Voor de closing ontbrekende verkrijgingstitels missende of incomplete aandeelhoudersregisters

Nadere informatie

LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP

LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP In deze leidraad vind je een aantal praktische wenken met betrekking tot de juridische gang van zaken bij je vennootschap. Deze leidraad is niet diepgaand. In het voorkomende

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE 1-1-2010 Bij deze algemene voorwaarden horen: - Koopovereenkomst Grond voor eengezinshuizen, versie 1-1-2010 Definities

Nadere informatie

Monografieèn Privaatrecht. Nieuw erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. Vierde druk

Monografieèn Privaatrecht. Nieuw erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. Vierde druk Monografieèn Privaatrecht Nieuw erfrecht Prof. mr. M.J.A. van Mourik Vierde druk Deventer - 2004 Inhoud Enige afkortingen en symbolen XV Enige verkort aangehaalde werken XVI I. INLEIDING 1 1. Erfrecht

Nadere informatie

BENOEMING EN AANVAARDING EXECUTELE (Quasiovereenkomst. of VERKLARING VAN ERFRECHT (Art. 4:188 BW) <(met comparitie executeur)>

BENOEMING EN AANVAARDING EXECUTELE (Quasiovereenkomst. of VERKLARING VAN ERFRECHT (Art. 4:188 BW) <(met comparitie executeur)> Hoewel de nodige zorg aan dit stuk is besteed, aanvaarden de makers geen enkele aansprakelijkheid voor het gebruik hiervan in de praktijk. Het stuk dient ter bepaling van de gedachte tijdens de cursus.

Nadere informatie

Stichting Administratiekantoor Convectron Natural Fusion

Stichting Administratiekantoor Convectron Natural Fusion Stichting Administratiekantoor Convectron Natural Fusion Administratievoorwaarden van de Stichting Administratiekantoor Convectron Natural Fusion, gevestigd te Rotterdam, volgens de notariële akte van

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/53970

Nadere informatie

Wezep / Oldebroek Erfrecht, eigen baas met testament

Wezep / Oldebroek Erfrecht, eigen baas met testament Wezep / Oldebroek Erfrecht, eigen baas met testament Notariaat Kremer Wezep, Stationsweg 87a, tel (038) 376 00 80 Oldebroek, Beeklaan 10, (0525) 63 13 35 Wet of testament De meeste zekerheid over verdeling

Nadere informatie

College 1: Algemene inleiding:

College 1: Algemene inleiding: College 1: Algemene inleiding: Het vak goederenrecht omvat veel stof; deze kan vanwege de beschikbare tijd niet uitvoerig in de lessen behandeld worden. Ook de jurisprudentie zal niet uitvoerig aan de

Nadere informatie

TESTAMENT HERROEPING ONGEHUWD OVERLIJDEN mijn Partner

TESTAMENT HERROEPING ONGEHUWD OVERLIJDEN mijn Partner 1 TESTAMENT @ De verschenen persoon verklaart: 1. HERROEPING Ik herroep alle uiterste wilsbeschikkingen vóór heden door mij gemaakt. 2. ONGEHUWD OVERLIJDEN Voor het geval ik ten tijde van mijn overlijden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 429 Beschikking van de Minister van Justitie van 16 augustus 2002, houdende plaatsing in het Staatsblad van de vernummerde tekst van de wet van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek Boek 4, Erfrecht

Burgerlijk Wetboek Boek 4, Erfrecht (Tekst geldend op: 28-01-2014) Burgerlijk Wetboek Boek 4, Erfrecht Boek 4. Erfrecht Titel 1. Algemene bepalingen Artikel 1 1. Erfopvolging heeft plaats bij versterf of krachtens uiterste wilsbeschikking.

Nadere informatie

Monografieèn Privaatrecht. Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. Vijfde druk

Monografieèn Privaatrecht. Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. Vijfde druk Monografieèn Privaatrecht Erfrecht Prof. mr. M.J.A. van Mourik Vijfde druk Kluwer - Deventer - 2008 Inhoud Enige afkortingen en symbolen XV Enige verkort aangehaalde werken XVI I. INLEIDING 1 1. Erfrecht

Nadere informatie

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83 Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 7 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET

Nadere informatie

Executele, vereffening en bewind

Executele, vereffening en bewind Executele, vereffening en bewind 13 oktober 2015 M.J.P. (Mathieu) Schipper en mw. K van Barneveld Onderlinge verhouding Executele Voor 2003 in wet executeur testamentair, nu executeur Positie veel sterker:

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind - OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind ONDERGETEKENDEN: De heer/mevrouw, geboren op. 19 te, wonende aan de.., ( ).., hierna ook te noemen "de Schenker", en

Nadere informatie

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling 1. Inleiding Wanneer men de problematiek van aansprakelijkheid voor en verhaalbaarheid van schulden van de nalatenschap bij

Nadere informatie

15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht. EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr.

15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht. EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr. 15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr. Fons Stollenwerck Rechterlijke macht Civiele rechter Kantonrechter/Rechtbank/Hof/Hoge

Nadere informatie

Over de door de wetgever veronderstelde grens tussen makingen onder tijdsbepaling, onder voorwaarde en in vruchtgebruik. J.B.

Over de door de wetgever veronderstelde grens tussen makingen onder tijdsbepaling, onder voorwaarde en in vruchtgebruik. J.B. Over de door de wetgever veronderstelde grens tussen makingen onder tijdsbepaling, onder voorwaarde en in vruchtgebruik J.B. Vegter Over de door de wetgever veronderstelde grens tussen makingen onder tijdsbepaling,

Nadere informatie

s t-u-d i e p o c k e t s p r i v a a t r e c h t* 37 Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik 2002 Deventer KLUWER

s t-u-d i e p o c k e t s p r i v a a t r e c h t* 37 Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik 2002 Deventer KLUWER s t-u-d i e p o c k e t s p r i v a a t r e c h t* 37 Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik KLUWER 2002 Deventer Inhoud Lijst van afkortingen/verklaring van symbolen Enige verkort aangehaalde

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 430 Beschikking van de Minister van Justitie van 16 augustus 2002, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van Boek 4 en Titel 3 van

Nadere informatie

Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. zevende druk Deventer KLUWER

Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. zevende druk Deventer KLUWER s t u d i e p oc ke t s privaatrecht Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik KLUWER 2002 Deventer Inhoud Lijst van afkortingen/verklaring van Symbolen Enige verkort aangehaalde werken XV XVII

Nadere informatie

Handboek. Nieuw Erfrecht. prof. mr. M.J.A. van Mourik (red.) mr. B.M.E.M. Schols mr. F.WJ.M. Schols mr. L. C.A. Verstappen mr.b.c.m.

Handboek. Nieuw Erfrecht. prof. mr. M.J.A. van Mourik (red.) mr. B.M.E.M. Schols mr. F.WJ.M. Schols mr. L. C.A. Verstappen mr.b.c.m. Handboek Nieuw Erfrecht prof. mr. M.J.A. van Mourik (red.) mr. B.M.E.M. Schols mr. F.WJ.M. Schols mr. L. C.A. Verstappen mr.b.c.m. Waaijer W.E.J.TjeenkWillink Deventer 1998 Inhoud Lijst van afkortingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 245 Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, vierde gedeelte (aanpassing van de wetgeving aan het nieuwe

Nadere informatie

1 van 5 26-10-13 19:27

1 van 5 26-10-13 19:27 1 van 5 26-10-13 19:27 Burgerlijk Wetboek Boek 1, Titel 19 (Tekst geldend op: 24-10-2013) Titel 19. Onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen Artikel 431 Indien een meerderjarige als gevolg

Nadere informatie

Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap

Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap Mr. Elle J.T. van Gompel 1 Mr. Margriet. G. Eerenstein 2 Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap De vaststelling van het vaderschap kan ook postuum geschieden 1 Kandidaat-notaris bij Van Heeswijk

Nadere informatie

Mr. C.A. Kraan, Hoofd Notarieel Juridisch Bureau.

Mr. C.A. Kraan, Hoofd Notarieel Juridisch Bureau. Boekbespreking Auteur: Mr. C.A. Kraan, Hoofd Notarieel Juridisch Bureau. Rubriek: Artikel Publicatie: WPNR Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie Editie: 2005, 6646 Publicatiedatum: 10-12-2005

Nadere informatie

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST DE ONDERGETEKENDEN: (1) [ ] B.V., gevestigd en kantoorhoudende te [ ], hierna te noemen "[ ], ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer; (2) [ ] B.V., gevestigd en

Nadere informatie

Erfrecht algemeen. 1 Erfrecht

Erfrecht algemeen. 1 Erfrecht I Erfrecht algemeen 1 Erfrecht Wat is erfrecht? Wat is de nalatenschap? Het erfrecht treft men aan in Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en kan worden gezien als een onderdeel van het vermogensrecht

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

s t u d i e p o c k e t -s* p r i v aatrech t s 37 Erfrecht zesde druk Prof. mr. M.JA, van Mourik 1997 W.E.J. Tjeenk Willink Deventer

s t u d i e p o c k e t -s* p r i v aatrech t s 37 Erfrecht zesde druk Prof. mr. M.JA, van Mourik 1997 W.E.J. Tjeenk Willink Deventer s t u d i e p o c k e t -s* p r i v aatrech t s 37 Erfrecht zesde druk Prof. mr. M.JA, van Mourik 1997 W.E.J. Tjeenk Willink Deventer Inhoud Lijst van afkortingen/verklaring van Symbolen Enig verkort aangehaalde

Nadere informatie

ZEGGENSCHAPSRECHTEN VAN HOUDERS VAN EEN RECHT VAN PAND OF VRUCHTGEBRUIK OP AANDELEN OP NAAM. door. Mr. K.I.J. Visser

ZEGGENSCHAPSRECHTEN VAN HOUDERS VAN EEN RECHT VAN PAND OF VRUCHTGEBRUIK OP AANDELEN OP NAAM. door. Mr. K.I.J. Visser ZEGGENSCHAPSRECHTEN VAN HOUDERS VAN EEN RECHT VAN PAND OF VRUCHTGEBRUIK OP AANDELEN OP NAAM door Mr. K.I.J. Visser Kluwer - Deventer - 2004 Voorwoord Inleiding V 1 Hoofdstuk I Toekenning van stemrecht

Nadere informatie

VASTSTELLING ADMINISTRATIEVOORWAARDEN (RET N.V.)

VASTSTELLING ADMINISTRATIEVOORWAARDEN (RET N.V.) 1 HJP/cm/5125039/40036078 2623783-v6 VASTSTELLING ADMINISTRATIEVOORWAARDEN (RET N.V.) Op tweeduizend acht zijn voor mij, mr. Hendrikus Johannes Portengen, notaris met plaats van vestiging Rotterdam, verschenen:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 70 Wet van 25 februari 2008, houdende regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten,

Nadere informatie

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK WETTELIJKE SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK BOEK III TITEL Vbis WETTELIJKE SAMENWONING Artikel 1475 Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven

Nadere informatie

Algemene regeling Versie 2.0

Algemene regeling Versie 2.0 Hoewel de nodige zorg aan dit stuk is besteed, aanvaarden de makers geen enkele aansprakelijkheid voor het gebruik hiervan in de praktijk. Het betreft slechts een cursusmodel dat dient voor de discussie

Nadere informatie

Seminar De Europese Erfrechtverordening. Europese Erfrechtverklaring. Grensoverschrijdende nalatenschappen. De Europese verklaring van erfrecht

Seminar De Europese Erfrechtverordening. Europese Erfrechtverklaring. Grensoverschrijdende nalatenschappen. De Europese verklaring van erfrecht Seminar De Europese Erfrechtverordening De Europese verklaring van erfrecht Prof. mr. Tea Mellema Kranenburg 28 juni 2013 1 Europese Erfrechtverklaring niet in de plaats van de nationale verklaring van

Nadere informatie

Erfrecht van de langstlevende echtgenoot

Erfrecht van de langstlevende echtgenoot Monografieen BW B19 Erfrecht van de langstlevende echtgenoot Mr. P.C. van Es Universitair hoofddocent notarieel recht, Universiteit Leiden Kluwer - Deventer - 2009 Inhoud VOORWOORD V LUST VAN AFKORTINGEN

Nadere informatie

Artikel 4:194a BW In het concept wetsvoorstel luidde artikel 4:194a BW als volgt:

Artikel 4:194a BW In het concept wetsvoorstel luidde artikel 4:194a BW als volgt: Van : Adviescommissie Familie- en Jeugdrecht Datum : 31 augustus 2015 Betreft : 34 224 Wijziging van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek om erfgenamen beter te beschermen tegen schulden van de erflater (Wet

Nadere informatie

LEIDRAAD SPAAR BV. 4. Certificering

LEIDRAAD SPAAR BV. 4. Certificering LEIDRAAD SPAAR BV In deze leidraad vind je een aantal praktische wenken met betrekking tot de juridische gang van zaken bij je vennootschap. Deze leidraad is niet uitputtend. In het voorkomende geval kun

Nadere informatie

OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT

OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT Sinds 1 januari 2003 is de wetgeving met betrekking tot het erfrecht gewijzigd. Het grootste deel van de wijzigingen in het erfrecht heeft betrekking op gehuwden (of geregistreerde

Nadere informatie

FORMULIER AANDELENOVERDRACHT. 2. Achternaam : Burgerlijke staat : gehuwd / ongehuwd / geregistreerd partner *

FORMULIER AANDELENOVERDRACHT. 2. Achternaam : Burgerlijke staat : gehuwd / ongehuwd / geregistreerd partner * FORMULIER AANDELENOVERDRACHT blad 1 De ondergetekenden: 1. Achternaam Voorna(a)m(en) voluit Adres Postcode/woonplaats E-mail adres Geboortedatum en -plaats Houder van : paspoort / rijbewijs / identiteitskaart

Nadere informatie

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11 INHOUD I. VERMOGENSRECHTEN / 1 1.1. Inleiding / 1 1.1.1 Goed, zaak, registergoed / 1 1.2. Eigendom en vorderingsrecht / 2 1.2.1 Absolute en relatieve rechten / 2 1.2.2 Zakelijke en persoonlijke rechten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 300 Wet van 3 juni 1999, houdende invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, eerste gedeelte (wijziging van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 15-09-2010 Datum publicatie 29-10-2010 Zaaknummer 127472 - HA ZA 06-1116 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Op 15 juli tweeduizendzeven, verscheen voor mij, mr. Jacob de Groot, notaris te Utrecht: De heer Jan Bos, geboren te Schiedam, op veertien augustus

Op 15 juli tweeduizendzeven, verscheen voor mij, mr. Jacob de Groot, notaris te Utrecht: De heer Jan Bos, geboren te Schiedam, op veertien augustus Op 15 juli tweeduizendzeven, verscheen voor mij, mr. Jacob de Groot, notaris te Utrecht: De heer Jan Bos, geboren te Schiedam, op veertien augustus negentienhonderdachtenveertig, wonende te 3523 VJ Utrecht,

Nadere informatie

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht Zoek regelingen op overheid.nl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27ste april 2005 tot wijziging van de Boeken 5 en

Nadere informatie

Artikel 2:195 lid 7 BW De wenselijkheid van ontheffing op grond van art. 2:195 lid 7 BW met betrekking tot de toedeling uit een gemeenschap en de

Artikel 2:195 lid 7 BW De wenselijkheid van ontheffing op grond van art. 2:195 lid 7 BW met betrekking tot de toedeling uit een gemeenschap en de Artikel 2:195 lid 7 BW De wenselijkheid van ontheffing op grond van art. 2:195 lid 7 BW met betrekking tot de toedeling uit een gemeenschap en de afgifte van een legaat. Stevie Post mei 2013 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Erfrecht Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Erfrecht Algemeen Wettelijke verdeling Legitieme portie Samenwoners 2-Trapsmaking Zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding,

Nadere informatie

Samenvatting Ondernemingsrecht R10343

Samenvatting Ondernemingsrecht R10343 Samenvatting Ondernemingsrecht R10343 Auteur: Dick Tillema Datum: 18 januari 2016 Opleiding: OU Bachelor Bedrijfskunde Ondernemingsrecht OU DT, januari juni 2016 Pag. 1 Hoofdstuk 1. Inleiding Nav Dorresteijn

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 17 141 Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, eerste gedeelte (wijziging van Boek 4) Nr. 21 VIJFDE NOTA

Nadere informatie

Begripsbepaling H OOFDSTUK

Begripsbepaling H OOFDSTUK H OOFDSTUK Begripsbepaling I 1. WETTELIJKE DEFINITIE Artikel 1075 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek (hierna BW) bepaalt: De vader, de moeder en andere bloedverwanten in de opgaande lijn kunnen hun goederen

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-600 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, W.H.G.A. Filott mpf. en mr. J.W.M. Lenting, leden en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris ) Klacht

Nadere informatie

Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per

Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per 1-1-2018 Artikel 1:93 BW Bij huwelijkse voorwaarden kan uitdrukkelijk of door de aard der bedingen worden afgeweken van bepalingen van deze titel, behalve voor

Nadere informatie

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2015:5579

ECLI:NL:RBZWB:2015:5579 ECLI:NL:RBZWB:2015:5579 Instantie Datum uitspraak 20-08-2015 Datum publicatie 21-08-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/02/297897 / HA RK 15-74 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Compendium van het personenen familierecht

Compendium van het personenen familierecht Mevr. prof. mr. S.F.M. Wortmann Mevr. mr. J. van Duijvendijk-Brand Compendium van het personenen familierecht Elfde druk Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2012 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Hoofdstuk

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 6 Landsverordening van de 9 de januari 2014 tot vaststelling van Boek 4 en titel 7.3 van het Burgerlijk Wetboek (Landsverordening erfrecht en schenking)

Nadere informatie

Wijzigingen: AB 2009 no. 75; AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) ====================================================================== Artikel 1

Wijzigingen: AB 2009 no. 75; AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) ====================================================================== Artikel 1 Intitulé : Landsverordening op stichtingen Citeertitel: Landsverordening op stichtingen Vindplaats : AB 1999 no. GT 3 Wijzigingen: AB 2009 no. 75; AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) Artikel 1 1. Een

Nadere informatie

Anders (met vruchtgebruik)

Anders (met vruchtgebruik) Testament: Anders (met vruchtgebruik) Datum Naam testateur Geslacht testateur Man Vrouw Partner Kinderen Herroeping Alles Met uitzondering van Rechtskeuze Nederlands recht (huidige nationaliteit) Geen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal

Nadere informatie

Subjectieve rechten vloeien voort uit het objectieve recht. Subjectieve rechten kunnen worden onderverdeeld in de volgende subcategorieën 1.

Subjectieve rechten vloeien voort uit het objectieve recht. Subjectieve rechten kunnen worden onderverdeeld in de volgende subcategorieën 1. Introductie In dit document vind je onze uitwerking van probleem 1. Wij hopen met deze uitwerking te laten zien dat onze samenvattingen volledig en gestructureerd zijn. Daarnaast willen wij laten zien

Nadere informatie

BOEK 4 NIEUW BURGERLIJK WETBOEK VAN SURINAME. Boek 4 Erfrecht. Titel 1 Algemene bepalingen. Artikel 1

BOEK 4 NIEUW BURGERLIJK WETBOEK VAN SURINAME. Boek 4 Erfrecht. Titel 1 Algemene bepalingen. Artikel 1 BOEK 4 NIEUW BURGERLIJK WETBOEK VAN SURINAME Boek 4 Erfrecht Titel 1 Algemene bepalingen Artikel 1 1. Erfopvolging heeft plaats bij versterf of krachtens uiterste wilsbeschikking. 2. Van de erfopvolging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 21 155 Wijziging van de regeling van de overdracht van aandelen op naam in naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid.

Nadere informatie

Datum. Naam testateur. Man. Vrouw. Man. Vrouw. Gehuwd. Alles. Met uitzondering van. Geen rechtskeuze. Niet van toepassing. Hard.

Datum. Naam testateur. Man. Vrouw. Man. Vrouw. Gehuwd. Alles. Met uitzondering van. Geen rechtskeuze. Niet van toepassing. Hard. Wettelijke verdeling Datum Naam testateur Geslacht testateur Man Vrouw Geslacht partner Man Vrouw Burgerlijke staat testateur Gehuwd Geregistreerd als partner Kinderen Herroeping Alles Met uitzondering

Nadere informatie

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht Burgerlijk recht Het burgerlijk recht, ook wel aangeduid als privaatrecht of civiel recht, regelt de juridische betrekkingen tussen burgers onderling.

Nadere informatie

Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg

Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg Te behandelen uitspraken: ECLI:NL:GHSHE:2014:4672 (facultatief verrekenbeding) ECLI:NL:HR:2015:1297 (gemeenschap)

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 224 Wijziging van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek om erfgenamen beter te beschermen tegen schulden van de erflater (Wet bescherming erfgenamen

Nadere informatie

Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen

Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober 2015 12.30-13.30 uur Mr A.A.M. Ruys-van Essen Gerechtshof s-hertogenbosch, 24 september 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3736 EERDERE SCHENKINGEN GEEN

Nadere informatie

A 2011 N 68 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 68 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 68 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15 de december 2011 tot vaststelling van Boek 4 en titel 7.3 van het Burgerlijk Wetboek Landsverordening erfrecht en schenking) IN NAAM DER KONINGIN!

Nadere informatie

Vruchtgebruik met wettelijke verdeling als basis

Vruchtgebruik met wettelijke verdeling als basis Vruchtgebruik met wettelijke verdeling als basis Datum Naam testateur Geslacht testateur Man Vrouw Geslacht partner Man Vrouw Burgerlijke staat testateur Gehuwd Geregistreerd als partner Kinderen Herroeping

Nadere informatie