Artikel 2:195 lid 7 BW De wenselijkheid van ontheffing op grond van art. 2:195 lid 7 BW met betrekking tot de toedeling uit een gemeenschap en de

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Artikel 2:195 lid 7 BW De wenselijkheid van ontheffing op grond van art. 2:195 lid 7 BW met betrekking tot de toedeling uit een gemeenschap en de"

Transcriptie

1 Artikel 2:195 lid 7 BW De wenselijkheid van ontheffing op grond van art. 2:195 lid 7 BW met betrekking tot de toedeling uit een gemeenschap en de afgifte van een legaat. Stevie Post mei

2 Inhoudsopgave Pagina Hoofdstuk 1. Inleiding en onderwerp Hoofdstuk 2. De nalatenschap als gemeenschap De gemeenschap De verdeling van de onverdeelde gemeenschap Het verschil tussen een overdracht en een overgang van de goederen van de nalatenschap door verdeling en levering? Waarom verplicht een verdeling tot levering en niet tot overdracht? Hoe verdeelt men de nalatenschap? Hoofdstuk 3. Het legaat Uitleg van het legaat Hoofdstuk 4. De blokkeringsregeling De blokkeringsregeling en kwaliteitseisen in het nieuwe B.V. recht Twee soorten blokkeringsregelingen Hoofdstuk 5. De verdeling van geblokkeerde aandelen De blokkeringsregeling en erfrecht. Een erfrechtelijke blokkade Hoofdstuk 6. Wat is de gedachtegang van de wetgever achter het zevende lid van art. 2:195 BW? Wat is het belang van het zevende lid van art. 2:195 BW? Hoofdstuk 7. Het belang van art. 2:195 lid 7 BW voor de toedeling uit de gemeenschap Wat is het belang van art. 2:195 lid 7 voor de toedeling uit de gemeenschap? Hoofdstuk 8. Het belang van art. 2:195 lid 7 BW in geval van afgifte van een legaat Het legaat en de blokkeringsregeling De hoedanigheid van de erfgenaam Het belang van art. 2:195 lid 7 BW voor de erfgenaam niet aandeelhouder die met het legaat is belast

3 8.4 Is de erfgenaam- tevens aandeelhouder bevoegd te reflecteren op de aandelen waarop het legaat betrekking heeft? Het belang van art. 2:195 lid 7 BW voor het legaat Hoofdstuk 9. Wat is de gedachte achter art. 2:195 lid 7 BW? Parlementaire geschiedenis; evenwicht tussen flexibiliteit en bescherming De Nederlands-Antilliaanse B.V Hoofdstuk 10. Conclusie Art. 2:195 lid 7 BW en de toedeling uit de gemeenschap Art. 2:195 lid 7 BW en de afgifte van een legaat Afsluitende conclusie Literatuurlijst

4 Hoofdstuk 1. Inleiding en onderwerp Met ingang van 1 oktober 2012 traden de op 12 juni 2012 door de Eerste Kamer aangenomen wetsvoorstellen 1 omtrent het nieuwe B.V. recht in werking. De wijzigingen ten opzichte van het voormalige B.V. recht zijn legio, maar de rode draad is flexibilisering. De benaming werd derhalve de Flex-B.V. Het wetsvoorstel maakte de regels voor de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid eenvoudiger en flexibeler. Deze flexibilisering en vereenvoudiging bleek om verschillende redenen wenselijk. Veel wettelijke bepalingen in de voorgaande B.V. regeling werden als star en onnodig belastend ervaren voor zowel aandeelhouders als bestuurders. Daarnaast dwongen Europese ontwikkelingen de nationale wetgever tot het aanbieden van een rechtsvorm die in internationaal verband meer concurrerend is. 2 De hoofd doeleinden waren meer vrijheid van inrichting en een evenwichtiger systeem van crediteurenbescherming. Daarnaast werd er oog gehouden voor de bescherming van de minderheidsaandeelhouders en andere belanghebbenden. Zo ondervond ook artikel 2:195 BW een belangrijke verandering. Met de afschaffing van de verplichte blokkeringsregeling kwam een belangrijk deel van het besloten karakter van de B.V. te vervallen. 3 Vennootschappen kunnen vanaf nu kiezen voor de krachtens de wet geldende aanbiedingregeling (art. 195 lid 1 BW), voor een statutaire beperking (art. 195 leden 3 en 4 BW), of hebben de mogelijkheid om in de statuten te bepalen dat in het geheel geen beperking voor de overdraagbaarheid van aandelen gelden. Dit brengt ons bij de bijzondere regeling van art. 2:195 lid 7 BW voortkomend uit het wetsvoorstel. 4 Art. 2:195 lid 7 geeft de rechter de bevoegdheid de blokkeringsregeling alsmede de statutaire bepalingen omtrent de overdraagbaarheid van de aandelen in de B.V., die in de weg staan aan een executoriaal beslag, faillissement, een schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, de afgifte van een legaat of de toedeling uit de gemeenschap, op Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van de regeling voor besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht); en Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht (Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht). 2 W. Bosse, Flex-B.V. tekst en toelichting, Zaandam: Berghauser Pont Publishing 2012 p.1. 3 Tweede Kamer , , nr. 3, p Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van de regeling voor besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht); en Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht (Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht). 5

5 verzoek van een belanghebbende geheel of gedeeltelijk buiten toepassing te verklaren. Deze regeling is overgenomen uit de Antilliaanse B.V. regeling (art. 211 lid 3 NA BW). 5 De ontheffing kan worden verleend aan de toedeling uit de gemeenschap en de afgifte van het legaat. Dat is opmerkelijk en deze toepasselijkheid verdient nadere uitleg en onderzoek. Het is de vraag of een ontheffing van de blokkeringsregeling of de statutaire verplichting wenselijk, redelijk en noodzakelijk is in het geval van toedeling uit de gemeenschap of de afgifte van een legaat. Daarbij richt ik mijn onderzoek op de toedeling uit de gemeenschap van de nalatenschap van een erflater. Zodoende werd ik geboeid door art. 2:195 lid 7 BW. Wat is de gedachtegang van de wetgever geweest achter de toepasselijkheid van art. 2:195 lid 7 BW op de toedeling uit de gemeenschap en de afgifte van een legaat? Deze bepaling geeft de mogelijkheid tot ontheffing van de blokkeringsregeling of de statutaire verplichting in geval van de toedeling uit de gemeenschap en de afgifte van het legaat. Zij bedenkt zowel een onderwerp uit het vennootschaprecht als een onderwerp uit het erfrecht.. Beide essentiële rechtsgebieden binnen het notariaat, beide urgent en interessant binnen mijn studie notarieel recht. Helder is dat ik hiermee een uitmuntend onderwerp had gevonden, waarbij ik mijn interesses zou kunnen laten blijken voor zowel het vennootschapsrecht als het erfrecht. In deze scriptie zal worden onderzocht of het huidige art. 2:195 lid 7 BW toepasbaar is op de toedeling uit de gemeenschap en de afgifte van het legaat. Bovendien zal ik de wenselijkheid, redelijkheid en noodzakelijkheid van deze ontheffing kritisch benaderen en analyseren. Het onderwerp van mijn scriptie luidt dientengevolge: Artikel 2:195 lid 7 BW De wenselijkheid van ontheffing op grond van art. 2:195 lid 7 BW met betrekking tot de toedeling uit een gemeenschap en de afgifte van een legaat. 5 Zie ook M.F. Murray, De Parlementaire geschiedenis van het Nederlands Antilliaanse (nieuw) burgerlijk wetboek Nijmegen: Wolf Legal Publishers,

6 In deze scriptie zal worden onderzocht of art. 2:195 lid 7 BW toegepast kan worden op de toedeling uit een gemeenschap en de afgifte van een legaat. Daarnaast zal ik kijken of art. 2:195 lid 7 wenselijk, redelijk en noodzakelijk is in voornoemde gevallen. Om deze hoofdvraag te kunnen beantwoorden zal worden ingegaan op de volgende onderwerpen en deelvragen. Om een helder beeld te geven van het onderwerp van mijn scriptie zal ik in het tweede hoofdstuk de nalatenschap als gemeenschap behandelen. Hierbij zal ik onderscheid maken tussen overdracht en overgang van de goederen van de nalatenschap en zal ik de verdeling nader belichten. In het derde hoofdstuk zal ik aandacht besteden aan het begrip legaat, opvolgend zal ik in het vierde hoofdstuk de blokkeringsregeling behandelen. Het is noodzakelijk door middel van deze hoofdstukken een draagvlak te leggen voor de verdere voortgang van mijn onderzoek. Een goede kennis van deze basis elementen is van belang voor een beter begrip van mijn scriptie. Voortbouwend op deze hoofdstukken onderzoek ik in hoofdstuk vijf wat de verdeling van geblokkeerde aandelen inhoudt en behandel ik de algemene achterliggende gedachte bij art. 2:195 lid 7 BW. In hoofdstuk zes kom ik toe aan het eerste knelpunt, het belang van art. 2:195 lid 7 BW voor de toedeling uit de gemeenschap. In hoofdstuk zeven behandel ik het belang van art. 2:195 lid 7 BW in geval van afgifte van een legaat. Daarbij maak ik onderscheid tussen de erfgenaam welke is belast met de uitvoering van het legaat die géén aandeelhouder is, tegenover de erfgenaam- tevens aandeelhouder die wél aandelen in de B.V. houdt. Daarbij speelt het reflectierecht van de erfgenaam-aandeelhouder een belangrijke rol. In hoofdstuk acht behandel ik tot slot wat de gedachte van de wetgever is geweest achter art. 2:195 lid 7 BW. Daarbij belicht ik de parlementaire geschiedenis en de toelichting. Tevens kom ik in hoofdstuk acht toe aan de bespreking van de verwijzing naar de Nederlands Antilliaanse B.V. Of art. 2:195 lid 7 BW met betrekking tot de toedeling uit de gemeenschap en de afgifte van het legaat goed doordacht door de Flex-B.V. wetgever komt in de conclusie aan bod. Is de gedachtegang van de wetgever duidelijk? Is het artikellid wenselijk en redelijk? Of blijkt het een onnauwkeurig verwoorde bepaling? Is wellicht een herziening van dit artikel noodzakelijk? 7

7 Hoofdstuk 2. De nalatenschap als gemeenschap. 2.1 De gemeenschap. Een gemeenschap is aanwezig wanneer een of meer goederen toebehoren aan twee of meer deelgenoten gezamenlijk, aldus art. 3:166 BW. De bepalingen van titel 7 van boek 3 gelden voor gemeenschappen die voor verdeling vatbaar zijn. De bepalingen hebben betrekking op verschillende gemeenschappen. Men denke aan de ontbonden huwelijksgemeenschap of de gemeenschap gevormd door het vermogen van een ontbonden vennootschap. Ook de nog onverdeelde nalatenschap van de erflater met meer dan één erfgenaam vormt een gemeenschap die onder deze titel valt. Omdat ik het onderwerp van mijn scriptie wil richten op het erfrecht, zal ik mij in mijn onderzoek beperken tot de onverdeelde gemeenschap van de nalatenschap. De nalatenschap waartoe meer erfgenamen gerechtigd zijn wordt vaak een ontbonden gemeenschap genoemd, hoewel deze benaming fout is. Bij de ontbonden gemeenschap gaat het om een gemeenschap die eerder gebonden was aan een rechtsfiguur, zoals een huwelijk. Zolang de gebondenheid aan deze figuren bestaat, is titel 3.7 niet van toepassing. Een dergelijke gebondenheid is niet aan de orde bij een ervengemeenschap, een gemeenschap met erfgenamen als deelgenoten, omdat deze nooit aan een rechtsfiguur gebonden was. Titel 3.7 is hier dus direct op van toepassing. 6 Er is bij deze gemeenschap sprake van een onverdeelde nalatenschap. Titel 3.7 onderscheidt twee soorten gemeenschappen. De eenvoudige gemeenschap ; dit is een gemeenschap van een of meer goederen en de bijzondere gemeenschap ; dit is een gemeenschap van bepaalde algemeenheden van goederen. Deze gemeenschap kan ook schulden omvatten. De term eenvoudige gemeenschap treft men niet aan in de wet, maar wordt vaak gebruikt in de parlementaire stukken van titel 3.7. Deze gemeenschap kan meer dan één goed omvatten. Tot de eenvoudige gemeenschap kunnen geen schulden behoren zoals bij de bijzondere gemeenschap, aldus art. 3:192 BW. Dit behoren tot moet worden onderscheiden van het voor rekening van de gemeenschap komen van bepaalde schulden. 7 Schulden kunnen wel voor rekening van de eenvoudige gemeenschap komen. Gedacht kan worden aan, bijvoorbeeld, schulden die het gevolg zijn van beheershandelingen als bedoeld in art. 3:170 6 M.J.A. Van Mourik, Gemeenschap. Monografieën BW, Deventer: Kluwer 2011, p Zie de uitdrukking: voor rekening van de gemeenschap in art. 3:174 lid 1 BW, 178 lid 2 BW, 179 lid 1 BW. 8

8 lid 1 BW. De eenvoudige gemeenschap van een of meer afzonderlijke goederen vormt geen afgescheiden vermogen. Van enige verhaalsexclusiviteit voor gemeenschapscrediteuren boven eigen schuldeisers van de deelgenoten kan geen sprake zijn. De uitdrukking dat de schuld voor rekening van de gemeenschap komt, betekent dat de schuld moet worden gedelgd uit de waarde van de goederen van gemeenschap. 8 Het betreft de draagplicht tussen de deelgenoten onderling. Uit de rechtsverhouding tussen de deelgenoten vloeit voort dat bepaalde schulden door de deelgenoten gezamenlijk moeten worden gedragen. Wanneer een van de deelgenoten opdracht geeft aan een derde, tot het verrichten van een handeling welke valt onder een beheershandeling en daarbij zijn mede-deelgenoten vertegenwoordigd, dan hoeft de derde zich voor zijn verhaal niet te beperken tot het aandeel van zijn opdrachtgever in de gemeenschap. Hij kan zich verhalen op de gezamenlijke aandelen van de deelgenoten. Daarbij sluit art. 3:176 lid 3 BW aan. De eerste afdeling van titel 3.7 bevat algemene bepalingen die in beginsel voor iedere gemeenschap gelden. De tweede afdeling geeft voor de bijzondere gemeenschap extra bepalingen. Het betreft, blijkens art. 3:189 lid 2 BW onder meer de gemeenschap van een nalatenschap en de ontbonden huwelijksgemeenschap. Deze bijzondere gemeenschap zoals is bedoeld in afdeling 2 van titel 3.7, vormt een afgescheiden vermogen. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat een dergelijk gemeenschappelijk vermogen gezien dient te worden als een afzonderlijk vermogen waarbij het gerechtvaardigd is de schuldeisers van die gemeenschap in bescherming te nemen tegen de schuldeisers van de afzonderlijke deelgenoten. 9 Dit houdt een exclusieve verhaalspositie in voor de schuldeisers wier vorderingen corresponderen met de tot de gemeenschap behorende schulden. De tot de gemeenschap behorende schulden kunnen op de goederen van de nalatenschap worden verhaald. Er is sprake van een door de wet toegelaten inbreuk op de hoofdregel dat schuldeisers concurrente verhaalsrechten hebben, aldus art. 3:277 BW. 10 Art. 3:192 BW leidt ertoe dat de betrokken schuldeiser zich, ook als het een deelbare schuld betreft, voor het geheel kan verhalen op alle goederen die tot de gemeenschap behoren. Een eigen privéschuldeiser van een deelgenoot kan zich daarop niet verhalen. Art. 4:184 BW bepaalt voor het erfrecht dat schuldeisers van de nalatenschap hun vorderingen op de goederen van de nalatenschap kunnen verhalen. 8 M.J.A. VVan Mourik, Gemeenschap. Monografieën BW, Deventer: Kluwer 2011, p Art. 3:192 BW, Parl. Gesch., p Zie voor wat het erfrecht betreft ook artikel 184 van Boek 4 BW. 9

9 Let wel, een afgescheiden vermogen wordt overwegend aangetroffen in gemeenschapsverband. Maar ook als een gemeenschap ontbreekt, kan een afgescheiden vermogen zich voordoen. Bijvoorbeeld bij een nalatenschap waartoe slechts één erfgenaam gerechtigd is. Een executeur kan het afgescheiden karakter accentueren. Deze boedelmenging wordt tevens voorkomen door beneficiair te aanvaarden. Daardoor wordt men gevrijwaard voor verhaal op eigen vermogen als de nalatenschap niet toereikend is om de schulden van de nalatenschap te voldoen. 11 Voorts kunnen tengevolge van de vereffening volgens de wet, privé-schuldeisers van de erfgenaam zich wel verhalen op goederen van de nalatenschap. Indien er sprake is van zuivere aanvaarding, kan een schuldeiser van de nalatenschap zijn verhaalspositie beschermen door een verzoek bij de rechtbank in te dienen, dat deze een vereffenaar benoemt, zoals is vermeld op de gronden van art. 4:204 lid 1 BW. Daardoor zorgt de schuldeiser bij een nalatenschap met één erfgenaam ervoor dat er een scheiding ontstaat tussen de goederen van de nalatenschap en de goederen van de erfgenaam zelf. Die scheiding bestond niet voordat hij een verzoek deed een vereffenaar te benoemen, omdat er daarvoor slechts één erfgenaam was en deze zuiver had aanvaard en dus zowel de nalatenschaps- als de privé-schuldeisers zich op het geheel konden verhalen. Tot slot heeft titel 7 van boek 3 nog een derde afdeling met algemene bepalingen, met opschrift nietige en vernietigbare verdelingen. Deze afdeling is zowel van toepassing op de verdeling van een eenvoudige gemeenschap als op de verdeling van een bijzondere gemeenschap. Art. 3:195 lid 1 BW bepaalt dat een verdeling waaraan niet allen wier medewerking vereist was hebben deelgenomen, nietig is. Tenzij zij is geschied bij notariële akte, in welk geval zij slechts kan worden vernietigd op vordering van degene die niet aan de verdeling heeft deelgenomen. Deze rechtsvordering verjaart door verloop van één jaar nadat de verdeling te zijner kennis is gekomen. 12 Een vernietiging kan dus slechts geschieden op vordering van degene die niet aan de verdeling heeft deelgenomen. Art. 3:50 BW, de algemene bepaling omtrent vernietiging van rechtshandelingen is hierop tevens van toepassing. Lid 2 van art. 3:195 BW bepaalt dat indien iemand heeft deelgenomen die niet gerechtigd was tot de gemeenschap, of een deelgenoot opkwam voor een groter aandeel dan hem toekwam, het ten onrechte uitgekeerde ten behoeve van de gemeenschap kan worden teruggevorderd. Ook de schuldeiser van een deelgenoot die geen verhaalsrechten kan uitoefenen op de goederen van de gemeenschap kan door de verdeling worden geschaad in zijn belang. 11 Zie ook Asser-Perrick 4* 2009 nr. 60 e.v., en Asser/Van Olffen 7-VII* 2010, nr Art. 3:195 lid 1 BW. 10

10 Samenspanningen van de deelgenoten kunnen ertoe leiden dat de deelgenoot met minder genoegen zal moeten nemen dan waarop hij recht had. Dat kan het verhaal van de schuldeiser op hetgeen de erfgenaam wordt toegedeeld, ernstig schaden. 13 Een verdeling is voorts vernietigbaar op de algemene voor vernietiging van rechtshandelingen geldende gronden. 14 Een verdeling is tevens vernietigbaar wanneer een deelgenoot omtrent de waarde van een of meer te verdelen goederen en schulden heeft gedwaald en daardoor voor meer dan een vierde gedeelte is benadeeld, aldus art lid 1 BW. De zogenaamde laesio enormis. De goederen en schulden worden gewaardeerd op het tijdstip van de verdeling. De rechtsvordering tot vernietiging omtrent dwaling vervalt wanneer de andere deelgenoten aan de benadeelde opleggen hetgeen aan diens aandeel ontbrak. Voor de verdeling van nalatenschappen worden er tevens in boek 4 aanvullende regels gegeven, vergelijk hiervoor art. 4:227 BW en verder. De onverdeeldheid van de nalatenschap kan gezien worden als een overgangstoestand, de nalatenschap zal vroeg of laat worden verdeeld. 2.2 De verdeling van de onverdeelde gemeenschap. De verdeling is een rechtshandeling die ertoe strekt geheel of ten dele een einde te maken aan de overgangstoestand. De verdeling maakt een einde aan de onverdeelde gemeenschap die bestond tussen de erfgenamen. Volgens art. 3:182 BW is een verdeling een rechtshandeling waaraan alle deelgenoten meewerken en krachtens welke een of meer van hen, een of meer tot de gemeenschap behorende goederen met uitsluiting van de overige deelgenoten verkrijgen. Deze verdeling stelt een overeenkomst voor. 15 De verdeling is in het algemeen niet aan een vorm gebonden. De toescheiding alleen doet de erfgenaam aan wie het aandeel wordt toegescheiden, in geval van een nalatenschap bestaande uit aandelen, aandeelhouder zijn. 16 De verdeling verplicht de deelgenoten tot levering van het toegedeelde, op dezelfde wijze als een overdracht van de goederen vereist, aldus art. 3:186 BW. Let wel, er is geen sprake van een overdracht, maar van een overgang. Deze levering heeft goederenrechtelijk effect ten aanzien van de onverdeelde gemeenschap. De onverdeeldheid wordt daardoor geheel of gedeeltelijk ten aanzien van teminste één van de aandelen van één van de deelgenoten opgeheven. 13 M.J.A. VVan Mourik, Gemeenschap. Monografieën BW, Deventer: Kluwer 2011, p Zie art. 3:44 BW waaruit blijkt dat een vernietiging op grond van dwaling niet mogelijk is. Zie hierover art. 3:196 lid 1 BW. 15 M.J.A. Van Mourik, Verdeling in de Notariële praktijk. Preadvies KNB, Den Haag: SDU 2012, p Zie ook E.J.J. van der Heijden bewerkt door W.C.L. van der Grinten Handboek voor de naamloze en de besloten vennootschap, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink 1992, nr. 183 e.v. 11

11 De verdeling is vormvrij, zolang zij wier medewerking vereist is, allen het vrije beheer over hun goederen hebben. In andere gevallen moet de verdeling geschieden bij een notariële akte, met in sommige gevallen de goedkeuring van de kantonrechter, aldus art. 3:183 lid 1 BW. Alle deelgenoten en degene wier medewerking is vereist moeten aan de verdeling hebben meegewerkt, anders is de verdeling nietig op grond van art. 3:195 BW. Indien de verdeling al reeds bij notariële akte is geschied, is zij vernietigbaar op vordering van degene die niet aan de verdeling heeft mee gewerkt. Voor de overgang van het aan ieder der deelgenoten toegedeelde is een levering vereist op dezelfde wijze als voor overdracht is voorgeschreven. Uitvoering van de verdeling houdt, zoals gezegd, geen overdracht in. Art. 3:186 lid 1 heeft het niet over overdracht, maar over overgang. De onverdeeldheid van de nalatenschap is dus een overgangstoestand. Art. 3:178 BW bepaalt dat iedere deelgenoot de bevoegdheid heeft ten allen tijde verdeling van de nalatenschap te vorderen. Zie meer hierover in paragraaf 4 van hoofdstuk 2. Zoals eerder aan bod gekomen, vormt de onverdeelde nalatenschap een afgescheiden vermogen. Dat betekent dat privéschuldeisers van deelgenoten zich niet op het aandeel in een tot de gemeenschap behorend goed afzonderlijk van deze deelgenoot kunnen verhalen. Een schuldeiser kan op grond van art. 3:180 BW daarom ook verdeling vorderen, doch niet verder dan nodig is voor het verhaal van zijn vordering. Na de verdeling is verhaal op de aan de deelgenoot toebedeelde goederen door de privé-schuldeisers wel mogelijk. 2.3 Het verschil tussen een overdracht en overgang van de goederen van de nalatenschap door verdeling en levering. Er is bij de effectuering van de verdeling geen sprake is van een overdracht, maar van een overgang van de goederen van de nalatenschap. Dit verschil wil ik hier belichten. De verdeling als zodanig, heeft geen goederenrechtelijk effect. De verdeling verplicht niet tot een overdracht. De overgang van het toebedeelde geschiedt door middel van een levering. Een koop verplicht tot een overdracht, een verdeling verplicht tot een levering. Anders dan bij koop ontstaat bij de verdeling dus geen verbintenis tot overdracht. De deelgenoten gaan bij de verdeling geen enkele inhoudelijke verbintenis aan, zie hierover meer in paragraaf 4 van hoofdstuk 2. Van een wederkerige overeenkomst kan bij een verdeling niet worden gesproken. De wet merkt bepaalde rechtshandelingen aan als verdeling en indien in 12

12 materieel opzicht van een verdeling sprake is, zijn de regels van titel 3.7 van toepassing. 17 In beginsel is een verdeling niet aan vormvereisten onderworpen, ook niet als het object van de verdeling een onroerende zaak is. 18 Een verdeling verschilt van een koop, nu er bij een koop wel sprake is van een wederkerige overeenkomst, namelijk de verplichting tot overdracht en de verplichting tot betaling van de koopsom. Een overgang krachtens verdeling geschiedt enkel door een levering. 2.4 Waarom verplicht een verdeling tot levering niet tot overdracht? De wetgever sloot in 1992 aan bij het rechtskarakter van de boedelscheiding uit het BW van De onverdeeldheid van de boedel van de erflater, werd gezien als een ongelukkige periode. Het was een onvermijdelijke overgangstoestand die door een boedelscheiding met een levering werd beëindigd. Zie hierover ook E.J.J. van der Heijden bewerkt door W.C.L. van der Grinten Handboek voor de naamloze en de besloten vennootschap met een uitgebreide uitleg van het beëindigen van de boedelgemeenschap ingevolge het Oud BW. 20 Het feit dat voor de overgang van het toegedeelde een levering vereist is, maakt de verdeling zelf als zodanig niet translatief. Een verdeling vereist een levering, pas dan is er sprake van een verandering en van een overgang. 21. Asser-Perrick kwalificeren verdelen als toedelen, zoals in art. 3:186 lid 2 BW staat vermeld. Van Mourik schrijft in het preadvies van de KNB dat de overeenkomst van verdeling doorgaans meer inhoudt dan enkel toedeling die geheel of gedeeltelijk een einde maakt aan de onverdeeldheid. 22 Ik sluit mij hierbij aan, immers het goederenrechtelijke effect, de opheffing van de onverdeeldheid, wordt omringd met allerlei afspraken van verbintenisrechtelijke aard. Zo kunnen er bij de verdeling bijvoorbeeld afspraken worden gemaakt omtrent een onderbedelingsvordering of omtrent dwaling. Door obligatoire afspraken te maken over dwaling vangt men eventuele problemen bij de toepassing van art. 3:44 en art. 3:196 lid 4 BW op. De wetgever heeft in art. 3:44 lid 1 BW bepaald dat een rechtshandeling vernietigbaar is wanneer zij door bedreiging, bedrog of door misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen. Art. 3:196 BW voegt hieraan toe dat behalve op deze algemene voor vernietiging van rechtshandelingen geldende gronden, een verdeling ook vernietigbaar is wanneer een 17 M.J.A. Van Mourik, Gemeenschap. Monografieën BW, Deventer: Kluwer 2011, p Vgl. art. 3:183 BW dat een notariële akte verlangt als niet alle deelgenoten en zij wier medewerking aan de verdeling vereist is, het vrije beheer over hun vermogen hebben. 19 M.J.A. Van Mourik, Verdeling in de notariële praktijk. Preadvies KNB, Den Haag: SDU 2012, p E.J.J. van der Heijden bewerkt door W.C.L. van der Grinten Handboek voor de naamloze en de besloten vennootschap, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink Asser-Perrick 3-V*, 2011, nr M.J.A. Van Mourik, Verdeling in de notariële praktijk. Preadvies KNB, Den Haag: SDU 2012, p

13 deelgenoot omtrent de waarde van een of meer der te verdelen goederen en schulden heeft gedwaald en daardoor voor meer dan een vierde gedeelte is benadeeld. Dit is de eerder aan bod gekomen laesio enormis. Deze benadeling van meer dan een vierde dient de deelgenoot te bewijzen en niet bewust hebben aanvaard. De verdeling van titel 3.7 BW zelf is dus geen obligatoire overeenkomst, maar alle afspraken die daar omheen worden gemaakt wel. Vroeger sprak men van boedelscheiding, thans spreekt men van verdeling. Onder huidig recht brengt de verdeling geen goederenrechtelijke wijzigingen in vermogensrechtelijke verhoudingen. De verdeling zelf beëindigt de gemeenschap niet. Zij strekt ertoe de gemeenschap te beëindigen. Zij kan gezien worden als de rechtvaardiging, de titel. De overgang van het aan ieder der deelgenoten toegedeelde, vereist een levering. De levering betekent het einde van de verdeeldheid en zodoende zorgt de levering voor een wijziging in de vermogensrechtelijke verhoudingen. Men kan concluderen dat er een onverdeeldheid van de nalatenschap van erflater bestaat, totdat de verdeling en de levering van de goederen plaatsvindt. De verdeling is niet de titel waaronder de deelgenoot gaat houden. De deelgenoot verkrijgt krachtens verdeling en hij houdt krachtens erfopvolging. Art. 3:186 lid 2 BW bepaalt dat hetgeen een deelgenoot verkrijgt, hij houdt onder dezelfde titel als waaronder de deelgenoten dit tezamen vóór de verdeling hielden. Men houdt dus krachtens erfopvolging. 2.5 Hoe verdeelt men de nalatenschap? Art. 3:178 BW bepaalt dat iedere deelgenoot de bevoegdheid heeft ten allen tijde verdeling van de nalatenschap te vorderen, het recht hierop verjaart niet. Art. 3:306 BW is niet van toepassing, evenmin art. 3:307 BW. Verjaring past niet bij het principe van de wetgever inhoudend dat een deelgenoot in beginsel te allen tijde verdeling van de gemeenschap kan vorderen. 23 In beginsel want de wetgever maakt een enkele uitzondering hierop door aan te geven dat een deelgenoot te allen tijde verdeling van een gemeenschap kan vorderen, tenzij uit de aard van gemeenschap of uit de leden 2, 3 en 5 van art. 3:178 BW anders voortvloeit. De zin van het voorbehoud betreffende de aard van de gemeenschap moet worden gezocht in de wens van de minister de rechter een zekere vrijheid te laten ten aanzien van gemeenschappen die in beginsel wel vatbaar zijn voor verdeling, maar die zich op grond van hun aard aansluiten bij de vóór hun ontbinding niet voor verdeling vatbare gemeenschappen M.J.A. Van Mourik Gemeenschap. Monografieën BW, Deventer: Kluwer 2011, p M.J.A. Van Mourik Gemeenschap. Monografieën BW, Deventer: Kluwer 2011, p. 75. Vergelijk Parl. Gesch., p

14 De verdeling kan ook worden tegengehouden indien een deelgenoot bij de rechter verlangt dat bepaalde opeisbare schulden worden voldaan, alvorens tot de verdeling wordt overgegaan, aldus art. 3:178 lid 2 BW. Tevens kan de rechter de verdeling uitstellen indien de door een onmiddellijke verdeling getroffen belangen van een of meer deelgenoten aanmerkelijk groter zijn dan de belangen die door de gevorderde verdeling zijn gediend, aldus art. 3:178 lid 3 BW. Daarnaast kunnen de deelgenoten zelf hun bevoegdheid verdeling te vorderen telkens voor ten hoogste vijf jaren bij overeenkomst uitsluiten, aldus art. 3:178 lid 5 BW. Men sluit dan de vordering tot verdeling over te gaan uit. Daarmee sluit men niet de verdeling zelf uit. 25 Art. 3:179 BW bepaalt dat de verdeling die wordt gevorderd, een verdeling van de gehele gemeenschap kan betreffen. De rechter kan bepalen dat er partieel wordt verdeeld indien daar gewichtige redenen voor zijn. De levering die nodig is om een goed van de nalatenschap te doen overgaan, vindt plaats op dezelfde wijze als voor overdracht van dat goed is voorschreven. De toedeling uit de gemeenschap van aandelen in een B.V. vereist een levering van aandelen op naam. 26 Afdeling 4 van Boek 2 bepaalt aan welke vereisten men voor een rechtsgeldige levering moet voldoen. Er dient een notariële akte te worden opgemaakt, deze dient aan de vennootschap te zijn betekend of er dient schriftelijke erkenning door de vennootschap te hebben plaatsgevonden. 27 Art lid 2 BW bepaalt dat Hetgeen een deelgenoot verkrijgt, houdt hij onder dezelfde titel als waaronder de deelgenoten dit tezamen vóór de verdeling hielden. Het gaat om de titel waaronder de erfgenamen het goed tezamen hielden. 28 Aldus is er in ons geval sprake van een houden krachtens de titel: erfopvolging. In geval van een nalatenschap bestaande uit aandelen uit een B.V., verkrijgt de deelgenoot deze aandelen. Hij houdt de aandelen onder dezelfde titel als waaronder de deelgenoten de aandelen vóór de verdeling hielden. Hoofdstuk 3. Het legaat. 3.1 Uitleg van het legaat. 25 Parl. Gesch. Boek 3, p Zie ook E.J.J. van der Heijden bewerkt door W.C.L. van der Grinten Handboek voor de naamloze en de besloten vennootschap, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink 1992, p Zie E.J.J. van der Heijden bewerkt door W.C.L. van der Grinten Handboek voor de naamloze en de besloten vennootschap, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink 1992, p M.J.A. Van Mourik, Verdeling in de notariële praktijk. Preadvies KNB, Den Haag: SDU 2012, p. 48. Zie ook Asser-Perrick 3-V* 2011, nr

15 Art. 4:117 BW geeft de definitie van een legaat. Een legaat is een uiterste wilsbeschikking waarin de erflater aan een of meer personen een vorderingsrecht toekent. Het gaat om het toekennen van een vorderingsrecht van de erflater aan de legataris. Maakt de erflater een legaat aan één of meer personen, dan volgt uit art. 6:15 BW of aan ieder der legatarissen een vorderingsrecht toekomt en zo ja, voor welk deel. Is de prestatie deelbaar dan heeft ieder der legatarissen een vordering voor een gelijk deel tenzij uit de uiterste wil anders voortvloeit of de vordering in een gemeenschap valt. Is de prestatie ondeelbaar of valt het recht daarop in een gemeenschap dan hebben de legatarissen gezamenlijk één vorderingsrecht. 29 Het legaat is een bron van verbintenissen, met als gevolg dat bepalingen van Boek 6 van toepassing kunnen zijn. 30 Er is sprake van opvolging onder bijzondere titel, ook indien door middel van een legaat een vordering wordt toegekend aan een erfgenaam, een zogenaamd prelegaat. 31 Er dient in een zodanig geval rekening te worden gehouden met de verschillende posities van zowel de erfgenaam als de legataris, omdat een afzonderlijke aanvaarding en verwerping mogelijk is. 32 De levering van een legaat is geen verdeling. Art. 3:182 BW sluit in de laatste zin het legaat uit, de wetgever heeft hierin bepaald: Als een verdeling wordt aangemerkt iedere rechtshandeling waartoe alle deelgenoten, hetzij in persoon, hetzij vertegenwoordigd, medewerken en krachtens welke een of meer van hen een of meer goederen der gemeenschap met uitsluiting van de overige deelgenoten verkrijgen. De handeling is niet een verdeling, indien zij strekt tot nakoming van een voor rekening van de gemeenschap komende schuld aan één of meer deelgenoten, die niet voortspruit uit een rechtshandeling als bedoeld in de vorige zin. Zolang de erflater leeft, is er geen nalatenschap, dus geen gemeenschap, dus geen verdeling. Perrick is van mening dat het aanvaarden van het legaat door het overlijden van de erflater niet een tweezijdige rechtshandeling is. Hij beaamt dat dient te worden aangenomen dat van een rechtshandeling als bedoeld in art. 3:182, eerste zin BW slechts sprake is indien de deelgenoten zelf als deelgenoten aan de rechtshandeling, in casu het legaat, meewerken. Omdat daarvan in dit geval geen sprake is, is de tweede zin, aanvangend met de handeling is niet een verdeling van toepassing. Zodoende is de levering van een legaat geen verdeling. Het legaat dient te worden uitgevoerd conform erflaters wil. Volgens art. 4:7 BW lid 1 sub h is een legataris schuldeiser van de nalatenschap, het legaat is dus een schuld van de 29 Asser-Perrick 4* 2009, nr Asser-Perrick 4* 2009, nr. 119 e.v. 31 M.J.A. Van Mourik (red.), Handboek Erfrecht, Deventer: Kluwer 2011, p Volg. HR 7 maart 2003, NJ 2005/

16 nalatenschap. In beginsel komt een vorderingsrecht ten laste van de gezamenlijke erfgenamen, aldus art. 4:117 lid 2 BW. De erflater kan bepalen dat het vorderingsrecht ten laste van een bepaalde erfgenaam komt, in een dergelijk geval is slechts de betrokken erfgenaam schuldenaar. 33 Een legaat heeft op zichzelf geen goederenrechtelijk effect en een gelegateerd goed zal, ten titel van legaat, geleverd moeten worden conform de voor het desbetreffende goed geldende leveringsvereisten. Indien de erflater een executeur heeft benoemd, heeft deze op grond van art. 4:144 BW tot taak de goederen van de nalatenschap te beheren en de schulden van de nalatenschap te voldoen. Dit betekent dat de executeur het legaat zal moeten voldoen. Op deze wijze zal worden voldaan aan de uiterste wilsbeschikking van erflater. Hoofdstuk 4. De blokkeringsregeling. 4.1 De blokkeringsregeling en kwaliteitseisen in het nieuwe B.V. recht. In het nieuwe art. 2:195 BW komt de term blokkeringsregeling niet meer voor, er wordt gesproken over beperkingen van de overdraagbaarheid van aandelen aldus lid 4. Het gaat hierbij niet alleen om de klassieke blokkeringsregelingen maar bijvoorbeeld ook om kwaliteitseisen voor aandeelhouderschap. 34 De statuten kunnen eisen stellen aan de aandeelhouders. Deze eisen worden ook wel kwaliteitseisen genoemd. 35 Kwaliteitseisen dienen te worden onderscheiden van blokkeringsregelingen. Een kwaliteitseis heeft betrekking op een aandeelhouder als zodanig, een blokkeringsregeling heeft gevolgen als een aandeelhouder zijn aandelen wil overdragen. De wettelijke regeling inzake kwaliteitseisen voor aandeelhouders hangt nauw samen met de wettelijke bepalingen inzake blokkeringsregelingen. 36 Indien kwaliteitseisen worden gesteld, behoren de statuten te regelen welke gevolgen het heeft, indien een aandeelhouder niet langer aan de gestelde eisen voldoet. Een blokkering gaat gewoonlijk gepaard met de voorziening dat de aandeelhouder op wie de aandelen onder algemene titel zijn overgegaan, tot overdracht van zijn aandelen gehouden is. Een belangrijk ander geval waarin statutaire overdrachtsverplichtingen op de aandeelhouders kunnen worden gelegd doet zich voor bij erfopvolging. Aandelen vererven volgens de regels van het erfrecht en als gevolg hiervan geldt de blokkeringsregeling dan niet. De testeervrijheid van de erflater ten aanzien van de 33 Zie S. Perrick, Over schulden van de nalatenschap onder Boek 4 NBW (I), WPNR 2001/ Chr. M. Stokkermans, Het nieuwe BV-Recht voor de praktijk. Preadvies KNB, Den Haag: SDU 2010, p Deze term blijkt uit de wetsgeschiedenis: Kamerstukken II 1998/99, , nr. 3, p. 8 en Kamerstukken II 1998/99, , nr. 5, p Art. 2:195 BW. 17

17 aanwijzing van erfgenamen wordt niet aangetast. Daarom kan een statutaire overdrachtsverplichting uitkomst bieden om toch de beslotenheid binnen de B.V. te behouden. Anders ligt dit met betrekking tot legaten. Het legaat is niet een wijze van eigendomsverkrijging, zoals eerder aangegeven. Een legaat is een titel tot verkrijging. De blokkering geldt daarom ook voor de overdracht aan de legataris. 37 Een aanbiedingsverplichting kan uitkomst bieden bij erfopvolging. Wie door erfopvolging een aandeel verkrijgt, is gehouden het aandeel aan te bieden. De statuten kunnen de verkrijging krachtens erfrecht niet beperken. De rechtsopvolgers onder algemene titel zijn zelf aandeelhouder. 38 Deze wettelijke regelingen bieden de mogelijkheid om het aandeelhouderschap beperkt open te stellen en om partijen die niet aan de statutaire criteria voldoen, zoveel mogelijk het aandeelhouderschap te ontzeggen. 39 Volgens Stokkermans zijn blokkeringsregelingen, overdrachtverplichtingen en kwaliteitseisen te beschouwen als statutaire verbintenissen. 40 Het voordeel van een statutaire beperking van de overdraagbaarheid boven een contractuele schuilt met name in de goederenrechtelijke werking. Overdracht in strijd met een beperking van de overdraagbaarheid is ongeldig, aldus art. 2:195 lid 3 BW. In het nieuwe B.V. recht is er meer vrijheid gegeven om deze statutaire beperkingen en verplichtingen zelf vorm te geven, of juist geen overdrachtsbeperkingen op te leggen. 4.2 Twee soorten blokkeringregelingen. Bij de opzet van de blokkeringsregeling heeft een besloten vennootschap de keus tussen twee systemen. Allereerst de goedkeuringsregeling, deze vergt goedkeuring van een vennootschapsorgaan voor een bepaalde overdracht van aandelen van de vennootschap. Het tweede systeem, de aanbiedingsverplichting, houdt in dat de aandeelhouder die de aandelen wil vervreemden deze eerst moet aanbieden aan zijn medeaandeelhouders. Deze blokkeringsregeling zorgt ervoor dat het besloten karakter van de B.V. in stand blijft. De statuten beschrijven hiervoor de procedure. Dit kan op verzoek van de aandeelhouders een verplichte aanbieding zijn, met gevolg dat als de medeaandeelhouders de aandelen niet willen 37 Zie ook HR 17 jan. 1964, NJ 1965, E.J.J. van der Heijden bewerkt door C.W.L. van der Grinten Handboek voor de naamloze en de besloten vennootschap, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink p P.J. van der Korst, Handboek ondernemer en aandeelhouder, Deventer: Kluwer 2012, p Chr. M. Stokkermans, Het nieuwe BV-recht voor de praktijk. Preadvies KNB, Den Haag: SDU 2010, p

18 kopen, de aandeelhouder de aandelen zelf mag behouden. Denk hierbij aan een erfgenaam die krachtens erfopvolging aandeelhouder is geworden. Het kan ook een niet verplichte aanbiedingsregeling zijn, waarbij de aandeelhouder die de aandelen niet aan de medeaandeelhouders kwijt kan,, deze aandelen vrijelijk mag overdragen na een tijdsverloop van 3 maanden, aldus art. 2:195 lid 1 BW. Omtrent de aard van de blokkeringsregeling bevat art. 2:195 BW voorschriften. Hoewel het besloten karakter van de B.V. door middel van het oude recht beter beschermd was, geeft art. 2:195 BW nog steeds enkele handvatten om de overdracht van aandelen van de B.V. te beperken. Een overdracht in strijd met een blokkeringsregeling is, net als onder het oude recht, nog steeds ongeldig. Op grond van art. 2:195 lid 1 BW, is de hoofdregel dat in beginsel een aanbiedingsregeling van toepassing is. Lid 1 geeft tevens de mogelijkheid tot een prijsbepalings-regeling, waarbij de aanbiedende aandeelhouder kan verlangen dat de prijs voor de aandelen door een deskundige wordt vastgesteld. Uit lid 1 blijkt niet dat men van deze prijsafspraak kan afwijken. Statutair kan wel van deze aanbiedingsregeling als geheel worden afgeweken. Er kan statutair worden bepaald dat er geheel geen blokkeringsregeling van toepassing is. De overdracht van aandelen kan ook gedurende een bepaalde termijn geheel worden uitgesloten, zoals lid 3 van art. 2:195 BW bepaalt. Ook kan er voor een andere regeling worden gekozen dan de aanbiedingsregeling. In lid 4 wordt niet bepaald welke regeling kan worden opgenomen. Aangenomen mag worden dat in een dergelijk geval veelal sprake zal zijn van een goedkeuringsregeling. Lid 4 bepaalt tevens dat op verzoek van een aandeelhouder ingeval van een alternatieve blokkeringsregeling, de waarde van de aandelen wordt vastgesteld door een of meer onafhankelijke deskundigen. Van deze prijsbepaling kan worden afgeweken, maar dit kan niet tegen de wil van de aandeelhouder worden opgenomen. Dit lid 4 biedt ook de mogelijkheid om de blokkeringsregeling van lid 1, de aanbiedingsregeling, in aangepaste vorm op te nemen door een andere prijsafspraak op te nemen volgens lid 4. Lid 5 van art. 2:195 BW bepaalt dat de blokkeringsregeling niet tot gevolg mag hebben dat de overdracht onmogelijk of uiterst bezwaarlijk is. De gekozen blokkeringsregeling moet zodanig zijn dat degene die zijn aandelen kwijt wil, dit ook kan. Maar deze beschermingsregeling van lid 5 geldt uiteraard niet indien de overdraagbaarheid al statutair is uitgesloten op grond van lid 3 of doordat er een prijsbepalings-regeling in de statuten is opgenomen. Hoofdstuk 5. De verdeling van geblokkeerde aandelen. 19

19 In het huidige erfrecht is geen bepaling te vinden die aandacht schenkt aan de situatie dat tot een nalatenschap aandelen behoren. Het erfrecht gaat niet in op de mogelijke samenstellingen van de nalatenschap, zij schenkt geen aandacht aan bepaalde goederen of zaken die tot de nalatenschap kunnen behoren. Derhalve noemt Burgerhart het erfrecht blind voor de samenstelling van de nalatenschap De blokkeringsregeling en erfrecht. Een erfrechtelijke blokkade. Uit het voorgaande blijkt dat een blokkeringsregeling betrekking heeft op de overdracht van aandelen aan anderen, immers art. 2:195 lid 1 BW spreekt over overdracht, en niet over overgang van aandelen. Van overgang van aandelen is sprake wanneer aandelen onder algemene titel overgaan naar een ander vermogen zonder dat daarvoor een leveringshandeling vereist is. 42 De gevallen van overgang van vermogensbestanddelen onder algemene titel zijn limitatief opgesomd in art. 3:80 lid 2 BW. Men denke aan de door de aandeelhouder gehouden aandelen, die na diens overlijden krachtens erfrecht worden verkregen door diens erfgenamen. 43 Van overdracht van aandelen onder bijzondere titel is sprake indien aandelen krachtens levering bij notariële akte door een beschikkingsbevoegde vervreemder overgaan op een verkrijger. Bij een legaat is er sprake van een verkrijging krachtens bijzondere titel. Zie voor uitleg van het legaat hoofdstuk 3 van deze scriptie. Het is mogelijk in de statuten van een B.V. te bepalen dat in geval van overgang van de aandelen krachtens verdeling er een plicht tot aanbieding aan de medeaandeelhouders geldt. 44 Dit betreft geen blokkeringsregeling, omdat deze overgang niet onder de regeling van de blokkeringsregeling van art. 2:195 lid 1 BW valt. Maar op deze manier wordt toch de controle over de beslotenheid van de B.V. gewaarborgd. Bij vererving van de aandelen gaan de aandelen van rechtswege over op de erfgenamen, dit noemt men de saisine. 45 Een aanbiedingsverplichting is in dat geval het meest voor de hand liggende, waarbij de 41 W. Burgerhart, Nieuw erfrecht en, Nieuw erfrecht en vennootschapsrecht, 36 e Landelijk Notarieel Studentencongres, Deventer: Kluwer Art. 80 lid 2 BW: Men verkrijgt goederen onder algemene titel door erfopvolging, door boedelmenging, door fusie als bedoelt in artikel 309 van Boek 2, door splitsing als bedoeld in artikel 334a van Boek 2 en door de goedkeuring van een overdrachtsplan als bedoeld in de artikelen 3:159l, 3:159p en 3:159s van de Wet op het financieel toezicht. 43 M. van Olffen, H.J. de Kluiver, M.H. Legein, Flex-bv en Wet bestuur en toezicht, een praktische handleiding, De Brauw Blackstone Westbroek N.V. Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2012, p P. van Schilfgaarde, Van de BV en de NV, Deventer: Kluwer 2009, p Zie art. 4:182 BW voor overgang van rechtswege op de erfgenamen. 20

20 aanbiedingsplicht op de erfgenamen rust. In een dergelijk geval pleegt men in de statuten een verplichting tot aanbieding en overdracht te hanteren. 46 Een statutaire bepaling van deze aard is te beschouwen als een aanvulling op de blokkering van aandelen welke de mogelijkheid tot vrije overdracht van aandelen beperkt. 47 Er is dus niet sprake van een blokkeringsregeling. De erfgenamen verkrijgen de aandelen uit de nalatenschap. Deze gerechtigden tot de aandelen zullen de aandelen aan de overige aandeelhouders te koop aan moeten bieden. 48 Ook in de memorie van toelichting bij het ontwerp van wet op de besloten vennootschap 49 wordt de opmerking van de Commissie vennootschapsrecht weergeven 50 : Overgang van aandelen anders dan door overdracht bijvoorbeeld ten gevolge van erfrecht is in beginsel mogelijk. Het staat echter vrij bij de statuten te bepalen dat de verkrijgers, de erfgenamen, de aandelen moeten aanbieden aan hun medeaandeelhouders, c.q. personen welke door de vennootschap worden aangewezen. Wanneer de overige aandeelhouders het aanbod niet aanvaarden, zullen de erfgenamen de aandelen zelf mogen behouden. De wet biedt voor de erfgenaam niet de mogelijkheid de aandelen na een tijd van drie maanden vrijelijk over te dragen, zoals art. 2:195 lid 1 BW wel deze mogelijkheid voor een andere aandeelhouder, niet erfgenaam opent, die zijn aandelen vrijwillig wil overdragen. Art. 2:195 lid 1 BW bepaalt in de laatste zin: Indien vaststaat dat niet al de aandelen waarop het aanbod betrekking heeft tegen contante betaling worden gekocht, zal de aanbieder de aandelen binnen drie maanden na die vaststelling vrijelijk mogen overdragen. Deze regeling geldt niet voor erfgenamen op wie een aanbiedingsverplichting rust, nu art 2:195 BW betrekking heeft op een voorgenomen vrijwillige overdracht. De erfgenaam zal de aandelen zelf moeten behouden. Aanvullend kunnen de statuten bepalen dat zolang een aandeelhouder een statutaire verplichting, zoals de aanbiedingsverplichting, niet nakomt of niet aan de statutaire eis voldoet, het stemrecht, het recht op uitkeringen of het vergaderrecht dat verbonden is aan de aandelen, zal worden opgeschort. 51 Aan de clausule kan anderzijds worden toegevoegd dat aanbieding niet hoeft te geschieden indien overgang op de erfgenamen van rechtswege wordt goedgekeurd door het daartoe aangewezen vennootschapsorgaan. Of indien de aandelen binnen een bepaald tijdvak na overlijden worden toebedeeld aan bepaalde erfgenamen, 46 Asser/Maeijer/Van Solinge & Nieuwe Weme 2-II*2009 nr Zie ook: Rb Utrecht 16 februari 1989, KG 1989, 156 (Krijn/Bredero). 48 B. Wessels, C.A. Schwarz, Praktijkvragen rechtspersonenrecht. Stichting tot bevordering der Notariële Wetenschap, Deventer: Kluwer Bijlage Hand. Tweede Kamer nr. 4 p C.A. Schwarz, Blokkering van aandelen, Deventer: Kluwer 1986, p P. van Schilfgaarde, Van de BV en de NV, Deventer: Kluwer 2009, p. 129 en art. 2:192 lid 1 BW. 21

21 bijvoorbeeld bepaalde verwanten van erflater. In dat geval is er wel sprake van een goedkeuringsregeling. Het vennootschapsorgaan gaat er mee akkoord dat de aandelen van rechtswege zijn overgegaan op de erfgenamen, en dat de erfgenamen deze aandelen mogen behouden. Aandelen verkregen door uitoefening van een wilsrecht zoals bedoeld in art. 4:19-4:22 BW worden weliswaar verkregen krachtens erfrecht, maar niet door erfopvolging. De normale blokkeringsregeling is derhalve daarop wel van toepassing. 52 De betreffende bepaling in de statuten is dus gemaakt voor de erfgenamen van de nalatenschap die verkrijgen door erfopvolging. De verdeling vindt plaats wanneer de onverdeelde gemeenschap, waarin de nalatenschap verkeert, verdeeld wordt tussen de erfgenamen. Zie over de verdeling van de gemeenschap hoofdstuk 2 van deze scriptie. Voor nadere informatie en toelichting inzake deze kwestie verwijs ik naar Van der Heijden - Van der Grinten, blz Verdelingsbeperkingen pakken anders uit dan overdrachtsbeperkingen. 54 Als voor verdeling een aanbiedingsverplichting geldt, kunnen reflecterende medeaandeelhouders voorkomen dat de verdeling überhaupt plaatsvindt. Er kan dan discussie ontstaan over de vraag of de verplichting uiterst bezwaarlijk is. Stokkermans 55 meent dat het ongepast is wanneer deelgenoten gedwongen worden hun onderlinge verdelingsproblemen aan de medeaandeelhouders ter toetsing voor te leggen. Dat een beperking in de verdeelbaarheid van de nalatenschap niet mogelijk is, levert geen problemen op nu het besloten karakter van de vennootschap kan worden gewaarborgd met een statutaire aanbiedingsplicht bij overlijden van de erflater die aandeelhouder is. Art. 2:195 BW geeft een voorziening inzake de overdracht van aandelen. Art. 2:195 BW geeft de mogelijkheid om de overdracht van aandelen aan een statutaire blokkeringsregeling te onderwerpen. Let wel, het betreft de overdracht van aandelen, inzake de overgang van aandelen krachtens erfrecht wordt niets bepaald. Hoofdstuk 6. De gedachtegang van de wetgever achter het zevende lid van art. 2:195 BW. 6.1 Wat is het belang van het zevende lid van art. 2:195 BW? 52 Zie M.J.A. Van Mourik (red.), Handboek Erfrecht, Deventer: Kluwer 20011, p. 96 en Wetgevingsoverleg, , nr.27, p. 22, Parl. Gesch. Inv., p en p Zijn Handboek voor de vennootschap naar Nederlands recht, is nog steeds richtinggevend in de Nederlandse rechtspraktijk. 54 Chr. M. Stokkermans, Het nieuwe BV-Recht voor de praktijk, Preadvies KNB. Den Haag: SDU 2010, p Chr. M. Stokkermans, Het nieuwe BV-Recht voor de praktijk, Preadvies KNB. Den Haag: SDU 2010, p

ERFRECHT EN SCHENKING

ERFRECHT EN SCHENKING MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT ERFRECHT EN SCHENKING BEWERKT DOOR MR. S. PERRICK ADVOCAAT EN NOTARIS TE AMSTERDAM DERTIENDE DRUK KLUWER - DEVENTER - 2002

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 283 Wet van 22 juni 2000 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 277 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting en wijzigingen van

Nadere informatie

A D M I N I S T R A T I E V O O R W A A R D E N

A D M I N I S T R A T I E V O O R W A A R D E N A D M I N I S T R A T I E V O O R W A A R D E N van: Stichting Jubileumfonds 1948 en 2013 voor het Concertgebouw statutair gevestigd te Amsterdam d.d. 1 september 2011 Definities. Artikel 1. In deze administratievoorwaarden

Nadere informatie

Inhoud. 2.1 Uiterste wilsbeschikkingen in het algemeen 69 2.1.1 Het karakter van de uiterste wilsbeschikking 69. Maklu 5

Inhoud. 2.1 Uiterste wilsbeschikkingen in het algemeen 69 2.1.1 Het karakter van de uiterste wilsbeschikking 69. Maklu 5 Inhoud Hoofdstuk 1 Versterferfrecht 13 1.1 Inleiding 13 1.1.1 Achtergrond 13 1.1.2 Terminologie 15 1.1.3 Geschiedenis 16 1. 2 Algemene bepalingen 20 1.2.1 Erfopvolging 20 1.2.2 Commoriënten 20 1.2.3 Onwaardigheid

Nadere informatie

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling 1. Inleiding Wanneer men de problematiek van aansprakelijkheid voor en verhaalbaarheid van schulden van de nalatenschap bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur

Nadere informatie

Wet Flex-BV in vogelvlucht

Wet Flex-BV in vogelvlucht Wet Flex-BV in vogelvlucht Van Wim Eikendal en Janou Briaire Plaats/Datum Maastricht, 20 juni 2012 Op 1 oktober 2012 treedt de wetgeving inzake de vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht in

Nadere informatie

Studentnummer: 6033571

Studentnummer: 6033571 De wenselijkheid afdeling 3 van titel 6 van boek 4 BW van overeenkomstige toepassing te verklaren op de vereffening van de ontbonden gemeenschap van maatschap. Een onderzoek naar de positie van schuldeisers

Nadere informatie

Erfrecht en schenking

Erfrecht en schenking Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht Erfrecht en schenking Veertiende druk Bewerkt door: Mr. S. Perrick Advocaat te Amsterdam Voorheen deel 6A en 6B a Wolters

Nadere informatie

Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken XIX XXVII XXIX Hoofdstuk 1 - Inleiding en algemene bepalingen. Belang onderscheid eenvoudige en bijzondere

Nadere informatie

Bij de eerste druk 13 Bij de tweede druk 14. Hoofdstuk 1. Versterferfrecht 15

Bij de eerste druk 13 Bij de tweede druk 14. Hoofdstuk 1. Versterferfrecht 15 Voorwoord 13 Bij de eerste druk 13 Bij de tweede druk 14 Hoofdstuk 1. Versterferfrecht 15 1.1 Inleiding 15 1.1.1 Achtergronden 15 1.1.2 Terminologie 17 1.1.3 Geschiedenis 19 1.2 Algemene bepalingen 22

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Aandelen in de BV in het erfrecht Perrick, S.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Aandelen in de BV in het erfrecht Perrick, S. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Aandelen in de BV in het erfrecht Perrick, S. Published in: Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 152 Wet van 14 maart 2002 tot wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 554 Wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 428 Beschikking van de Minister van Justitie van 16 augustus 2002, houdende plaatsing in het Staatsblad van de vernummerde tekst van de wet van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 229 Wet van 18 april 2002 tot vaststelling van de Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte

Nadere informatie

VRUCHTGEBRUIK OP AANDELEN

VRUCHTGEBRUIK OP AANDELEN VRUCHTGEBRUIK OP AANDELEN Over de grenzen van goederenrecht, erfrecht en vennootschapsrecht Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de rechtsgeleerdheid PROEFSCHRIFT Ter verkrijging van de graad

Nadere informatie

1 De gemeenschap van goederen

1 De gemeenschap van goederen 1 De gemeenschap van goederen De gemeenschap van goederen is het stelsel dat de wet aan het huwelijk verbindt ter regeling van de vermogensrechtelijke verhouding van de echtgenoten, indien daar niet bij

Nadere informatie

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid Eenmanszaak Maatschap VOF (CV) Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid (2:3 BW) BV NV (vereniging, coöperatie, OWM, stichting)

Nadere informatie

1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen

1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen Overdrachtsbelasting. Belastbaar feit Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 29 juni 2011, nr. BLKB2011/137M, Staatscourant 7 juli 2011, nr. 12049 De staatssecretaris

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 297 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 7 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET

Nadere informatie

Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment?

Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment? Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment? Mr. C.H.M. Fiévez * 1. Inleiding De vraag tot welk moment cumulatief beslag op aandelen nog mogelijk is veronderstelt dat elk beslagobject, en dus

Nadere informatie

Omzetting van personenvennootschappen

Omzetting van personenvennootschappen Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker Omzetting van personenvennootschappen Inleiding De nieuwe wettelijke regeling inzake personenvennootschappen (Titel

Nadere informatie

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83 Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd

Nadere informatie

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST DE ONDERGETEKENDEN: (1) [ ] B.V., gevestigd en kantoorhoudende te [ ], hierna te noemen "[ ], ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer; (2) [ ] B.V., gevestigd en

Nadere informatie

Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon?

Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon? Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon? MR. MARGRIET G. EERENSTEIN 1 De minister van Financiën heeft op 23 november

Nadere informatie

Mr. C.A. Kraan, Hoofd Notarieel Juridisch Bureau.

Mr. C.A. Kraan, Hoofd Notarieel Juridisch Bureau. Boekbespreking Auteur: Mr. C.A. Kraan, Hoofd Notarieel Juridisch Bureau. Rubriek: Artikel Publicatie: WPNR Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie Editie: 2005, 6646 Publicatiedatum: 10-12-2005

Nadere informatie

s t u d i e p o c k e t -s* p r i v aatrech t s 37 Erfrecht zesde druk Prof. mr. M.JA, van Mourik 1997 W.E.J. Tjeenk Willink Deventer

s t u d i e p o c k e t -s* p r i v aatrech t s 37 Erfrecht zesde druk Prof. mr. M.JA, van Mourik 1997 W.E.J. Tjeenk Willink Deventer s t u d i e p o c k e t -s* p r i v aatrech t s 37 Erfrecht zesde druk Prof. mr. M.JA, van Mourik 1997 W.E.J. Tjeenk Willink Deventer Inhoud Lijst van afkortingen/verklaring van Symbolen Enig verkort aangehaalde

Nadere informatie

Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. zevende druk Deventer KLUWER

Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. zevende druk Deventer KLUWER s t u d i e p oc ke t s privaatrecht Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik KLUWER 2002 Deventer Inhoud Lijst van afkortingen/verklaring van Symbolen Enige verkort aangehaalde werken XV XVII

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/85190

Nadere informatie

Inleiding en algemene bepalingen. Belang onderscheid eenvoudige en bijzondere gemeenschap

Inleiding en algemene bepalingen. Belang onderscheid eenvoudige en bijzondere gemeenschap HOOFDSTUK 1 Inleiding en algemene bepalingen. Belang onderscheid eenvoudige en bijzondere gemeenschap 1.1 De regeling van de gemeenschap in ons wetboek. Maatschappelijk belang [1] De regeling van de gemeenschap

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 12 DERDE NOTA

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

Pluraliteit van schuldeisers en een drietal (tot de nalatenschap behorende) typen bankrekening

Pluraliteit van schuldeisers en een drietal (tot de nalatenschap behorende) typen bankrekening Pluraliteit van schuldeisers en een drietal (tot de nalatenschap behorende) typen bankrekening J. B. Vegter* INLEIDING In deze bijdrage zal ik ingaan op enige consequenties van de invoering in 1992 van

Nadere informatie

s t-u-d i e p o c k e t s p r i v a a t r e c h t* 37 Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik 2002 Deventer KLUWER

s t-u-d i e p o c k e t s p r i v a a t r e c h t* 37 Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik 2002 Deventer KLUWER s t-u-d i e p o c k e t s p r i v a a t r e c h t* 37 Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik KLUWER 2002 Deventer Inhoud Lijst van afkortingen/verklaring van symbolen Enige verkort aangehaalde

Nadere informatie

Beschikkingsonbevoegdheid over aandelen op naam in het erfrecht

Beschikkingsonbevoegdheid over aandelen op naam in het erfrecht Beschikkingsonbevoegdheid over aandelen op naam in het erfrecht Een onderzoek naar de gevolgen van de levering van aandelen in een BV door een beschikkingsonbevoegde, van wie de onbevoegdheid voortvloeit

Nadere informatie

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de STATUTEN Naam en zetel Artikel 1 1. De vennootschap draagt de naam: [ ]. 2. De vennootschap heeft haar zetel in de gemeente [ ]. Doel Artikel 2 De vennootschap heeft ten doel: a. [ ]; b. het oprichten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 334 Wet van 6 juli 2004, houdende regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd

Nadere informatie

Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij

Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij Datum 19 juni 2017 Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij

Nadere informatie

LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP

LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP LEIDRAAD BESLOTEN VENNOOTSCHAP In deze leidraad vind je een aantal praktische wenken met betrekking tot de juridische gang van zaken bij je vennootschap. Deze leidraad is niet diepgaand. In het voorkomende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal

Nadere informatie

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding Hoofdstuk 21 Verbintenis en rechtshandhaving 21.1 Inleiding In hoofdstuk 5 was het verschil tussen absolute en relatieve rechten aan de orde. Absolute rechten zijn rechten die tegenover iedereen werken.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 333 17 213 Vaststelling van titel 7.3 (Schenking) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 28 juni 2001 Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de zevende druk / V. Voorwoord bij de zesde druk / VI. Enige afkortingen en symbolen / XV

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de zevende druk / V. Voorwoord bij de zesde druk / VI. Enige afkortingen en symbolen / XV INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de zevende druk / V Voorwoord bij de zesde druk / VI Enige afkortingen en symbolen / XV Enige verkort aangehaalde werken / XVII HOOFDSTUK I Inleiding / 1 1 Erfrecht / 1 2 De

Nadere informatie

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT RENE DEKKERS HANDBOEK BURGERLIJK RECHT DEEL IV Huwelijksstelsels - Erfrecht - Giften DERDE UITGAVE BEWERKT DOOR HELENE CASMAN Gewoon Hoogleraar Vrije Universiteit Brussel Hoogleraar Université Libre de

Nadere informatie

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding Op 1 april 2017 zijn de maatregelen van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in werking

Nadere informatie

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht ARTIKEL I De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd: Tekst voorontwerp Artikel 2 1.

Nadere informatie

Highlights van de Flex BV

Highlights van de Flex BV Highlights van de Flex BV Dag van de Limburgse Financial 26 september 2012 Peter Brouns en Remco Rosbeek Waarom nieuwe BV-wetgeving? Vereenvoudiging van het BV-recht Afschaffing van als nodeloos ervaren

Nadere informatie

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Op 12 juni 2012 heeft de Eerste Kamer de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht en de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE 1-1-2010 Bij deze algemene voorwaarden horen: - Koopovereenkomst Grond voor eengezinshuizen, versie 1-1-2010 Definities

Nadere informatie

Flex BV. Stan Commissaris Jolande van Loon. Rotterdam 17 november 2011

Flex BV. Stan Commissaris Jolande van Loon. Rotterdam 17 november 2011 Flex BV Stan Commissaris Jolande van Loon Rotterdam 17 november 2011 Onderwerpen - Inleiding - Stemrechtloze / winstrechtloze aandelen - Uitkeringstest en accountantsverklaring - Positie bestuur - Certificering

Nadere informatie

Procederen ten behoeve van de gemeenschap van nalatenschap

Procederen ten behoeve van de gemeenschap van nalatenschap Procederen ten behoeve van de gemeenschap van nalatenschap Prof. dr. S. Perrick* 1 Inleiding In de praktijk komt het regelmatig voor dat een erfgenaam procedeert ten behoeve van de gemeenschap van een

Nadere informatie

Gevolgen van de erfopvolging

Gevolgen van de erfopvolging Monografieen BW B22 Gevolgen van de erfopvolging Prof. mr. W.R. Meijer Kluwer - Deventer - 2005 Inhoud VOORWOORD IX LUST VAN AFKORTINGEN XI LUST VAN VERKORT AANGEHAALDELITERATUUR XIII INLEIDING 1 I DE

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract... 48 TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract... 48 TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51 INHOUD BOEK VIII. HUWELIJKSSTELSELS.... 1 Inleiding... 3 TITEL I HET HUWELIJKSCONTRACT.... 5 Hoofdstuk I. Inleiding.... 5 Hoofdstuk II. Inhoud van het huwelijkscontract.... 10 Afdeling I. Huwelijksovereenkomsten....

Nadere informatie

Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per

Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per 1-1-2018 Artikel 1:93 BW Bij huwelijkse voorwaarden kan uitdrukkelijk of door de aard der bedingen worden afgeweken van bepalingen van deze titel, behalve voor

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 221 Besluit van 5 juni 2015 tot wijziging van het Besluit boedelregister in verband met Artikel 2 van de Uitvoeringswet Verordening Erfrecht

Nadere informatie

Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht

Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht 11 e Handelsmissie Zaken doen met de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht Vrijdag 7 mei 2010 Avila Hotel, Curaçao Mr. K. Frielink 14.50 15.15 uur Er zal op

Nadere informatie

Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap

Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap Mr. Elle J.T. van Gompel 1 Mr. Margriet. G. Eerenstein 2 Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap De vaststelling van het vaderschap kan ook postuum geschieden 1 Kandidaat-notaris bij Van Heeswijk

Nadere informatie

Oprichting Spaar BV. H&S Online - Hermans & Schuttevaer Notarissen N.V.

Oprichting Spaar BV. H&S Online - Hermans & Schuttevaer Notarissen N.V. 1 Oprichting Spaar BV STATUTEN NAAM EN ZETEL Artikel 1 1. De vennootschap draagt de naam: @ B.V.. 2. Zij is gevestigd te @. DOEL Artikel 2 De vennootschap heeft ten doel: 1. het deelnemen in, zich op andere

Nadere informatie

Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg

Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg Te behandelen uitspraken: ECLI:NL:GHSHE:2014:4672 (facultatief verrekenbeding) ECLI:NL:HR:2015:1297 (gemeenschap)

Nadere informatie

Het belang van conservatoir beslag ter verzekering van niet opeisbare erfrechtelijke vorderingen

Het belang van conservatoir beslag ter verzekering van niet opeisbare erfrechtelijke vorderingen Het belang van conservatoir beslag ter verzekering van niet opeisbare erfrechtelijke vorderingen Prof. dr. S. Perrick* 88 1 Inleiding In een recent arrest 1 heeft de Hoge Raad een op zichzelf niet opzienbarende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 70 Wet van 25 februari 2008, houdende regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten,

Nadere informatie

Aspecten van de aansprakelijkheid van de vennoten onderling en jegens derden in titel 7.13

Aspecten van de aansprakelijkheid van de vennoten onderling en jegens derden in titel 7.13 Aspecten van de aansprakelijkheid van de vennoten onderling en jegens derden in titel 7.13 M r. J. A. H e u r k e n s * Inleiding Gezien de uitgesproken verwachting van de staatssecretaris van Justitie,

Nadere informatie

AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST

AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST DE ONDERGETEKENDEN: De heer/mevrouw..., geboren te... op... en wonende te...,..., te dezen handelende, voor zich in privé, hierna te noemen: "X"; als aandeelhouder en bestuurder

Nadere informatie

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017)

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017) Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017) Inleiding Op 1 april 2017 zijn de maatregelen van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in

Nadere informatie

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Overdrachtsbelasting. Belastbaar feit Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14-12-2011, nr. BLKB/2011/1803M, Staatscourant 2011, nr. 23104 De staatssecretaris

Nadere informatie

Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij

Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij Datum 19 juni 2017 Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappije

Nadere informatie

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Drie stellingen M.L. Tuil Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Postdoc Erasmus Universiteit Rotterdam (tuil@law.eur.nl). 1 Abstract In dit

Nadere informatie

15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht. EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr.

15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht. EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr. 15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr. Fons Stollenwerck Rechterlijke macht Civiele rechter Kantonrechter/Rechtbank/Hof/Hoge

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind - OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind ONDERGETEKENDEN: De heer/mevrouw, geboren op. 19 te, wonende aan de.., ( ).., hierna ook te noemen "de Schenker", en

Nadere informatie

Juridische aspecten van de stichting administratiekantoor (STAK).

Juridische aspecten van de stichting administratiekantoor (STAK). Juridische aspecten van de stichting administratiekantoor (STAK). mr. dr. R.W.F. Hendriks, Willem II stadion te Tilburg 20 juni 2012 De STAK Certificering van aandelen is een in Nederland veel voorkomende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 987 Voorstel van wet van de leden Berndsen-Jansen, Recourt en Van Oosten tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet

Nadere informatie

DE FLEX-BV KORT & BONDIG

DE FLEX-BV KORT & BONDIG DE FLEX-BV KORT & BONDIG Marxman Advocaten B.V. Sectie Ondernemingen Inleiding & Indeling Met ingang van 1 oktober 2012 treedt de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht (hierna: de Flexwet ) in

Nadere informatie

Statutenwijziging BV. H&S Online - Hermans & Schuttevaer Notarissen N.V.

Statutenwijziging BV. H&S Online - Hermans & Schuttevaer Notarissen N.V. 1 Statutenwijziging BV STATUTEN NAAM EN ZETEL Artikel 1 1. De vennootschap draagt de naam: @. 2. Zij is gevestigd te @. DOEL Artikel 2 De vennootschap heeft ten doel: @(onroerend goed doel)@ 1. het voor

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/53970

Nadere informatie

Positie van schuldeisers bij een juridische splitsing: artikel 2:334u BW onder de loep

Positie van schuldeisers bij een juridische splitsing: artikel 2:334u BW onder de loep Positie van schuldeisers bij een juridische splitsing: artikel 2:334u BW onder de loep M r. J. W. v a n d e r H o r s t * Inleiding Splitsing van rechtspersonen in de zin van Boek 2 titel 7 afdeling 4

Nadere informatie

Monografieèn Privaatrecht. Nieuw erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. Vierde druk

Monografieèn Privaatrecht. Nieuw erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. Vierde druk Monografieèn Privaatrecht Nieuw erfrecht Prof. mr. M.J.A. van Mourik Vierde druk Deventer - 2004 Inhoud Enige afkortingen en symbolen XV Enige verkort aangehaalde werken XVI I. INLEIDING 1 1. Erfrecht

Nadere informatie

Indien iemand overlijdt heeft een erfgenaam met betrekking tot de erfenis drie mogelijkheden:

Indien iemand overlijdt heeft een erfgenaam met betrekking tot de erfenis drie mogelijkheden: ERFENIS ACCEPTEREN OF NIET? Beneficiaire aanvaarding en wettelijke vereffening Indien iemand overlijdt heeft een erfgenaam met betrekking tot de erfenis drie mogelijkheden: * De erfenis zuiver aanvaarden.

Nadere informatie

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN EEN BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NEDERLANDS RECHT, GEBASEERD OP DE WETSVOORSTELLEN INZAKE FLEXIBILISERING VAN HET BV-RECHT. Bijgaand eerst een toelichting en daarna

Nadere informatie

Inleiding. Vraagpunt a (algemeen)

Inleiding. Vraagpunt a (algemeen) Advies van de Commissie Vennootschapsrecht inzake de vraagpunten in verband met de voorbereiding van een wetsontwerp over de vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht Inleiding 1. De Minister

Nadere informatie

Erfrecht van de langstlevende echtgenoot

Erfrecht van de langstlevende echtgenoot Monografieen BW B19 Erfrecht van de langstlevende echtgenoot Mr. P.C. van Es Universitair hoofddocent notarieel recht, Universiteit Leiden Kluwer - Deventer - 2009 Inhoud VOORWOORD V LUST VAN AFKORTINGEN

Nadere informatie

BENOEMING EN AANVAARDING EXECUTELE (Quasiovereenkomst. of VERKLARING VAN ERFRECHT (Art. 4:188 BW) <(met comparitie executeur)>

BENOEMING EN AANVAARDING EXECUTELE (Quasiovereenkomst. of VERKLARING VAN ERFRECHT (Art. 4:188 BW) <(met comparitie executeur)> Hoewel de nodige zorg aan dit stuk is besteed, aanvaarden de makers geen enkele aansprakelijkheid voor het gebruik hiervan in de praktijk. Het stuk dient ter bepaling van de gedachte tijdens de cursus.

Nadere informatie

Flex B.V. Programma. Waarom de flex B.V.? 05-06-2012. 30 mei 2012. mr. S.A. (Sjirk) Bijma mr. A.J.V. (Alexander) Tierolff

Flex B.V. Programma. Waarom de flex B.V.? 05-06-2012. 30 mei 2012. mr. S.A. (Sjirk) Bijma mr. A.J.V. (Alexander) Tierolff Flex B.V. 30 mei 2012 mr. S.A. (Sjirk) Bijma mr. A.J.V. (Alexander) Tierolff Bijma: Tierolff: Programma - achtergrond en uitgangspunten - kapitaal(bescherming), aandelen, blokkeringsregeling, statutaire

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 17 141 Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, eerste gedeelte (wijziging van Boek 4) Nr. 21 VIJFDE NOTA

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting

Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting, Stcrt. 2009, 20619 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Reikwijdte Artikel 1. Reikwijdte en definitie 1. Deze regeling

Nadere informatie

S T A T U T E N van: Stichting Jubileumfonds 1948 en 2013 voor het Concertgebouw statutair gevestigd te Amsterdam d.d.

S T A T U T E N van: Stichting Jubileumfonds 1948 en 2013 voor het Concertgebouw statutair gevestigd te Amsterdam d.d. S T A T U T E N van: Stichting Jubileumfonds 1948 en 2013 voor het Concertgebouw statutair gevestigd te Amsterdam d.d. 1 september 2011 Naam. Zetel. Artikel 1. De stichting draagt de naam: Stichting Jubileumfonds

Nadere informatie

TESTAMENT HERROEPING ERFGENAMEN WETTELIJKE VERDELING OPVULLEGAAT

TESTAMENT HERROEPING ERFGENAMEN WETTELIJKE VERDELING OPVULLEGAAT 1 TESTAMENT De verschenen persoon verklaart: 1. HERROEPING Ik herroep alle uiterste wilsbeschikkingen vóór heden door mij gemaakt. 2. ERFGENAMEN Ik wijk niet af van de wettelijke erfopvolging of van de

Nadere informatie

Conclusie. 1. Inleiding. 2. Begripsomschrijving van het aandeel

Conclusie. 1. Inleiding. 2. Begripsomschrijving van het aandeel Conclusie 1. Inleiding De samenvatting en conclusies in deze paragraaf beperken zich hoofdzakelijk tot het laatste hoofdstuk waarin het huidige Nederlandse recht is besproken in vergelijking met de andere

Nadere informatie

Monografieèn Privaatrecht. Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. Vijfde druk

Monografieèn Privaatrecht. Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. Vijfde druk Monografieèn Privaatrecht Erfrecht Prof. mr. M.J.A. van Mourik Vijfde druk Kluwer - Deventer - 2008 Inhoud Enige afkortingen en symbolen XV Enige verkort aangehaalde werken XVI I. INLEIDING 1 1. Erfrecht

Nadere informatie

Jouw schuld, mijn schuld?

Jouw schuld, mijn schuld? TILBURG UNIVERSITY Jouw schuld, mijn schuld? Een onderzoek naar de verhaalsmogelijkheden van schuldeisers en de draagplicht van schulden in een huwelijksgoederengemeenschap Naam: Eva Jongenelen ANR: 473883

Nadere informatie

VASTSTELLING ADMINISTRATIEVOORWAARDEN (RET N.V.)

VASTSTELLING ADMINISTRATIEVOORWAARDEN (RET N.V.) 1 HJP/cm/5125039/40036078 2623783-v6 VASTSTELLING ADMINISTRATIEVOORWAARDEN (RET N.V.) Op tweeduizend acht zijn voor mij, mr. Hendrikus Johannes Portengen, notaris met plaats van vestiging Rotterdam, verschenen:

Nadere informatie

Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie.

Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie inzake het voorstel van wet Herziening van de regels over toegelaten instellingen

Nadere informatie

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Situaties: 1. Overdracht onder voorwaarde 2. Overdracht onder eigendomsvoorbehoud 3. Overdracht toekomstige goederen 4. Overdracht onder tijdsbepaling

Nadere informatie

Flex B.V. 3 oktober mr. S.A. (Sjirk) Bijma mr. A.J.V. (Alexander) Tierolff

Flex B.V. 3 oktober mr. S.A. (Sjirk) Bijma mr. A.J.V. (Alexander) Tierolff Flex B.V. 3 oktober 2012 mr. S.A. (Sjirk) Bijma mr. A.J.V. (Alexander) Tierolff Programma Bijma: - achtergrond en uitgangspunten - kapitaal(bescherming), aandelen, blokkeringsregeling, statutaire verplichtingen

Nadere informatie