>> Deel 2 Voorontwerp & Disseminatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download ">> Deel 2 Voorontwerp & Disseminatie"

Transcriptie

1 >> Deel 2 Voorontwerp & Disseminatie FASE II HAALBAARHEIDSSTUDIE WARMTENET OOSTENDE besteknr. 2012/ STUDIE IN OPDRACHT VAN DE POM WEST-VLAANDEREN IN HET KADER VAN HET INTERREG IVA- PROJECT ECO2PROFIT (Grensregio Vlaanderen Nederland) Met de financiële steun van: TRACTEBEL ENGINEERING N.V. DOSSIER NR.: P.4070 DISCIPLINE: OPSTELLER(S): energie & hvac STS JDQ FCL DATUM: juli 2013 REVISIE: 3

2 2 62 INHOUDSTABEL 1. INLEIDING OPZET VAN DEZE STUDIE WAT VOORAF GING: DE INVENTARISATIE VOORONTWERP UITGANGSPUNTEN Normen Referentiegetallen Parameters vast Parameters variabel BEREKENINGSWIJZE INVESTERING Productie Distributie Individuele aansluiting KOSTEN/BATEN ANALYSE Jaarlijkse kosten Jaarlijkse baten Jaarlijkse opbrengst FINANCIËLE HAALBAARHEID Terugverdientijd van de investering voor productie en distributie van het net Terugverdientijd van de individuele aansluiting Internal Rate of Return MILIEU-IMPACT Restwarmte versus duurzame warmte CO 2 -kengetal restwarmte Wetgevend kader REKENMODEL Input Output SENSITIVITEITSANALYSE WAT IS EEN SENSITIVITEITSANALYSE? RESERVECAPACITEIT WARMTENET Definitie Sensitiviteitsanalyse GROOTTE BACK-UPINSTALLATIE Definitie Sensitiviteitsanalyse WARMTETARIEF Definitie... 25

3 3.4.2 Sensitiviteitsanalyse INTRESTEN FINANCIERING Definitie Sensitiviteitsanalyse INFLATIE Definitie Sensitiviteitsanalyse ACTUALISATIEVOET Definitie Sensitiviteitsanalyse ENERGIEPRIJSSTIJGING Definitie Sensitiviteitsanalyse TEMPERATUURSREGIME Definitie Sensitiviteitsanalyse MATERIAALKEUZE Mogelijkheden Sensitiviteitsanalyse TYPE VAN HET DISTRIBUTIENET Mogelijkheden Sensitiviteitsanalyse RESULTATEN CONCLUSIES HAALBAARHEIDSSTUDIE: FASE I VOORONTWERP MET ALLE WARMTEVRAGERS AANGESLOTEN Traject Vergelijking van de verschillende producenten Gekoppelde productie: IVOO, Electrawinds & Proviron FINANCIËLE HAALBAARHEID VAN DE INDIVIDUELE AANSLUITING OPTIMALISATIE VAN HET TRAJECT OP BASIS VAN PRODUCENT EMATCO Ematco: vergelijking van de verschillende trajecten op basis van TVT globale investering Ematco: Meest rendabele trajecten OPTIMALISATIE VAN HET TRAJECT OP BASIS VAN PRODUCENT IVOO IVOO: vergelijking van de verschillende trajecten op basis van TVT globale investering IVOO: Meest rendabele trajecten OPTIMALISATIE VAN HET TRAJECT OP BASIS VAN PRODUCENT ELECTRAWINDS Electrawinds: vergelijking van de verschillende trajecten op basis van TVT globale investering Electrawinds: Meest rendabele trajecten TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE WEERHOUDEN ALTERNATIEVEN CONCLUSIES RISICO S

4 BIJLAGEN VOORONTWERPNOTA S WARMTEPRODUCENTEN IVOO Proviron EMATCO Electrawinds VOORONTWERPNOTA S WARMTEVRAGERS Frima Daikin Fides Petfood Electrawinds kantoorgebouw Eurostation Stad Oostende - Stedelijk Zwembad Stad Oostende - Kinderboerderij Stad Oostende - Mr. V + Sportpark Stad Oostende Stadhuis Stad Oostende Stedelijke Werkhuizen Stad Oostende Dr. E Morauxschool Oosteroever Baanhof Morubel Verhelst Sleuyter woning & kantoor Serrecomplex Oudenburg Campus Henri Serruys Oostende (AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV) & OCMW Orac... 62

5 1. INLEIDING Opzet van deze studie Deze studie kadert in de uitvoering van het INTERREG IVA-programma Grensregio Vlaanderen-Nederland, met name het ECO2PROFIT-project. Het project wordt onder andere gefinancierd vanuit Europa (EFRO), de Provincie West-Vlaanderen en het havenbestuur Brugge-Zeebrugge (MBZ). Het project ECO2PROFIT speelt in op de klimaatproblematiek en wil de CO 2 -voetafdruk van bedrijventerreinen reduceren door verhoging van de energieefficiëntie en door het stimuleren van de productie van hernieuwbare energie op de bedrijventerreinen. Eén van de projectdoelstellingen is het nagaan van de haalbaarheid van restwarmtevalorisatie van bedrijven op bedrijventerreinen en deze studie naar de aanleg van een warmtenet in Oostende geeft daar verdere uitvoering aan. Binnen dit kader is het de bedoeling om te onderzoeken of hernieuwbare (groene) warmte en restwarmte, die vrijkomt bij de energieproductie en die toch verloren is, toch niet nuttig lokaal kan gebruikt worden via afstandsverwarming. Van belang hierbij is, te onderzoeken of en hoe productie en vraag op elkaar kunnen afgestemd worden. Met andere woorden, of er voldoende vraag in de omgeving bestaat, om die beschikbare restwarmte te gebruiken. Restwarmte kan in principe op verschillende manieren nuttige toepassing krijgen, bijvoorbeeld door deze warmte te leveren aan een nabijgelegen bedrijf of aan de bebouwde omgeving. Het antwoord op de vraag welke toepassing de beste is, hangt telkens af van de locatie en omstandigheden ter plaatse. Wel is het zo dat er per specifieke restwarmtetoepassing een aantal minimale basiscondities kunnen worden vastgesteld waaraan minstens voldaan moet zijn. Het eindproduct van deze studie zal een eerste indicatie zijn van een concreet en integraal project- en investeringsvoorstel, dat als bestuurlijk instrument gebruikt kan worden. Het document zal een eenduidige beleidsbeslissing mogelijk maken. 1.2 Wat vooraf ging: de inventarisatie Deze studie onderzoekt het technisch, economisch en ecologisch potentieel van een warmtenet in Oostende. De inventarisatie is het eerste deel van deze studie en is een zuivere weergave van een eerste inzameling van informatie. De inventarisatie bestaat op zijn beurt uit 3 delen. Enerzijds een overzichtelijk samenvatting van een literatuurstudie over de mogelijkheden en beperkingen van diverse soorten warmtenetten; vervolgens een inventarisatie van de bestaande nutsvoorzieningen in de ondergrond en de mogelijke hindernissen op het traject; tot slot een inventarisatie van de concrete potentiële partijen. Alle bevindingen hieromtrent kunnen geraadpleegd worden in deel 1 van deze studie en worden in dit document niet meer herhaald. 2. VOORONTWERP 2.1 Uitgangspunten Normen ISSO-publicatie 7 Grondleidingen voor warmte- en koudetransport herzien in 2012 (1979) ISSO-publicatie 33 Kengetallen en Vuistregels 1996

6 2.1.2 Referentiegetallen 6 62 Indien geen referentieverbruik beschikbaar is, werd met volgende waarden gerekend. Concreet werden referentiegetallen gebruikt voor volgende geplande warmtevragers, omdat ze nog geen gekend verbruik hebben of binnenkort verbouwd/aangepast worden naar huidige standaard. Stedelijk Zwembad Stad Oostende: zwembad Oosteroever: eengezinswoningen, appartementen, kantoor, winkel, restaurant/café Baanhof: eengezinswoningen bestemming vermogen [W/m²] verbruik [kwh/m²] gas [ /kwh] elek [ /kwh] olie [ /kwh] eengezinswoning E appartement E kantoor E kantoor industrie winkel hotel restaurant/café zwembad sportinfrastructuur onderwijs kinderboerderij rusthuis ziekenhuis serre Tabel 1: Referentiekengetallen bij ontbrekende informatie 1 Richtwaarde afkomstig uit recente EPB-aangiftes TECHNUM. 2 Mijnenergie.be (dd 11/2012) 3 Richtwaarde uit het inventarisatiedossier (gemiddelde eenheidsprijs voor die bestemming) 4 ISSO-publicatie 33 Kengetallen en vuistregels (1996) 5 Senternovem Cijfers en Tabellen Energiekengetallen van de tertiaire sector in Vlaanderen 2003 bijlage van de energiebalans Vlaanderen Richtwaarde afkomstig van de beschikbare studie voor het nieuwe zwembad in Brugge. 8 Le Recknagel 9 Richtwaarde naar aanleiding van plaatsbezoek. 10 Richtwaarde afkomstig uit verzamelde informatie tijdens de inventarisatie (Henri Serruys ziekenhuis)

7 2.1.3 Parameters vast Verbrandingswaarden - 1 Nm³ aardgas = kwh Eandis Oostende: hoogcalorisch (Algerije/NZ/Rusland) - 1 l huisbrandolie = kwh Onderhoudskosten - Gasketel: 4,0 %investering/jaar - Warmtepomp: 2,0 %investering/jaar 11 - Warmtewisselaars: 0,5 %investering/jaar - Leidingnet: /km/jaar IVBO, ervaringsgegevens - Vervanging traditionele verwarmingsinstallatie (in huidig referentiescenario) na 15 jaar Primaire energiebalans en CO 2 -uitstoot - Primaire energie elektriciteit 2,58 kwep/kwe kengetallen EPB-software - Primaire energie gas 1,00 kwep/kwe kengetallen EPB-software - Primaire energie biomassa 0,60 kwep/kwe kengetallen EPB-software - Primaire energie proces afhankelijk van procestype - Kengetal CO 2 elektriciteit 246 kg/mwh VITO (2010) - Kengetal CO 2 gas 201 kg/mwh LNE (Handleiding monitoringplan ) - Kengetal CO 2 biomassa 0 kg/mwh kengetallen EPB-software - Kostprijs biomassa 0,035(res)/0,023(n-res) /kwh /kwh - CO 2 -kengetal van de warmte wordt op 0 kg/kwh genomen, voor verdere motivatie zie paragraaf CO2-kengetal restwarmte Thermische vermogenscontinuïteit Van de meeste vragers is het geïnstalleerd vermogen gekend, het maandelijks verbruik en het jaarverbruik werden ontvangen. Om de dag-, week- en jaarcontinuïteit van het totale thermische vermogen van het net in voorontwerp in te kunnen schatten, werd het volgende aangenomen: per dag volgens grafische weergave: Continuïteit per dag woningen vermogensbelasting 100% 50% 0% kantoor winkel hotel restaurant/café sportinfrastructuur onderwijs per week volgens het specifiek gebruikerspatroon van de bestemming: residentieel, kantoor, winkel, industrie 11 De investering voor een warmtepomp wordt geschat op 200 tot 300% van die voor een conventionele ketel, daarmee komen we op een absolute onderhoudsprijs die gevoelig hoger ligt voor warmtepompen, dan voor ketels. Dit representeert ook de werkelijkheid

8 per jaar volgens de graaddagen voor de verwarming en volcontinu voor proceswarmte, tenzij anders aangegeven BTW Alle prijzen in deze studie zijn excl BTW Parameters variabel Hieronder de weergegeven parameters die in het rekenmodel variabel zijn ingegeven. In hoofdstuk 3. Sensitiviteitsanalyse wordt dieper ingegaan op de aangenomen waarde van deze parameters Technisch Regime warmtenetwerk Reservecapaciteit leidingennet Leidingtype staal/epoxy Back-upcapaciteit restwarmte Gelijktijdigheidfactor 69% (Le Recknagel/ASHRAE ) Pomprendement 80% Rendement back-upketel (hoge temperatuur) 88% Oppervlakte warmtestation 30 m²/mw Financieel Intresten financiering Looptijd financiering 15 jaar Inflatie Energieprijsstijging elek (excl. inflatie) Energieprijsstijging gas (excl. inflatie) Energieprijsstijging biom (excl. inflatie) Energieprijsstijging restwarmte (excl. inflatie) Warmtetarief tov gastarief Subsidies Producent & Distributie 1. Operationele steun Groene Warmte en Restwarmte via het Vlaams Gewest (6 /MWh voor 10 jaar). Op dit moment nog steeds niet in werking getreden aangezien de Europese instanties niet toelaten dat ondersteuning van restwarmte en groene warmte in eenzelfde ondersteuningsmaatregel gesubsidieerd zouden worden. Aangezien er op dit moment niet meer duidelijkheid over bestaat, wordt er in deze studie van uitgegaan dat zowel restwarmte als groene warmte voor deze steun in aanmerking zullen komen, desnoods via een aparte regeling. Jaarlijks zou hiervoor een budget van 4 Mio voorzien worden. Vandaag is deze subsidie aan te vragen voor installaties opgestart in 2012, 2013 en Er bestaat geen garantie dat deze subsidie ook in 2015 en later aangevraagd zal kunnen worden. 2. Strategische Ecologiesteun (Vlaamse Overheid) = min 45% met een maximum van 1 Mio 12 steun voor een bedrijf in een periode van 3 jaar en het totale project (alle bedrijven samen) dient minstens 3 miljoen euro te kosten. Intercommunales of overheidsbedrijven komen hier niet voor in aanmerking, enkel in rekening te brengen voor warmtestation van bedrijven (dus niet voor IVOO of IVBO) en distributie. Deze steunmaatregel is niet combineerbaar met onderstaande Ecologiepremie Plus voor het luik productie. De invloed ervan wordt enkel weergegeven in de conclusies, in de globale berekeningen wordt niet standaard uitgegaan van deze steun. 3. De Ecologiepremie Plus in het geval men niet in aanmerking zou komen voor de strategische ecologiesteun (beiden zijn in elk geval niet cumuleerbaar) 12 Na verschillende gesprekken met het agentschap ondernemen is het niet duidelijk welk subsidiepercentage van toepassing zal zijn, dit kan variëren tussen 45 en 70%. De bepaling van het uiteindelijke subsidiepercentage vereist een uitgekiende juridische en technische analyse van een concreet voorstel. Daarom is geopteerd op het minimale mogelijke scenario in acht te nemen (worstcase), dit is 45%. Bovendien is er een bovenlimiet van 1 Mio.

9 = 45 of 35% al naar gelang het een KMO of GO (grote onderneming is), daar de investering in groene warmte wordt gezien als een investering ten behoeve van energie uit hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmte-krachtkoppeling, ecoklasse A. Momenteel staat dit nog niet op de limitatieve lijst voor de Ecologiepremie Plus aangezien er nog niemand een aanvraag ingediend heeft om dit op deze lijst te laten zetten, maar dit zou kunnen aangevraagd worden en in deze studie wordt er van uit gegaan dat dit kan. 4. Eventuele verhoogde investeringsaftrek 15,5 % (referentie ) Intercommunales of overheidsbedrijven komen hier niet voor in aanmerking, enkel in rekening te brengen voor warmtestation van bedrijven (dus niet voor IVOO of IVBO). De invloed ervan wordt enkel weergegeven in de conclusies, in de globale berekeningen wordt niet standaard uitgegaan van deze steun. 5. Subsidie bedrijventerreinen: voor de aanleg van een warmtenet tijdens de reconversie van onrendabele bedrijventerreinen (brownfields, verouderde bedrijventerreinen, strategische projecten, ), maar ook van toepassing voor zeehavengebieden die geconfronteerd worden met een aantal beleidsmatige knelpunten of juridische of technische problemen die hun herontwikkeling beletten. In juni 2013 wordt een nieuw subsidiebesluit verwacht met subsidiëringpercentages die wellicht tussen 50 en 85% zullen variëren, maar aangezien daar op dit moment nog geen zekerheid over bestaat wordt er in deze studie nog gerekend met het oude subsidiepercentage van 30% (ook al waren warmtenetten in het vorige subsidiebesluit niet per definitie subsidieerbaar). Het dient opgemerkt te worden dat deze subsidie wellicht enkel kan bekomen worden in het kader van een totale reconversie van een bedrijventerrein en dat een subsidieaanvraag enkel en alleen voor de aanleg van een warmtenet wellicht niet weerhouden zal worden. Deze subsidie wordt ook enkel toegekend aan een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid, een provinciale ontwikkelingsmaatschappij, een gemeente, een autonoom gemeentebedrijf, een provincie, een universiteit, een andere door de Vlaamse Regering daarvoor aangewezen publiekrechtelijke rechtspersoon of een onderneming die aantoonbaar actief is in de (her)ontwikkeling of (her)inrichting van bedrijventerreinen. Deze subsidiëringmogelijkheid is dus enkel van toepassing op bedrijventerreinen. Subsidies Warmtevrager 1. Verhoogde investeringsaftrek 15,5% (referentie ) 2. De ecologiepremie = 45 of 35% al naar gelang het een KMO of GO (grote onderneming is), daar de investering in groene warmte wordt gezien als een investering ten behoeve van energie uit hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmte-krachtkoppeling, ecoklasse A. Momenteel staat dit nog niet op de limitatieve lijst voor de Ecologiepremie Plus aangezien er nog niemand een aanvraag ingediend heeft om dit op deze lijst te laten zetten, maar dit zou kunnen aangevraagd worden en in deze studie wordt er van uit gegaan dat dit kan. Beiden worden in rekening gebracht maar hun invloed ervan op de terugverdientijd wordt duidelijk weergegeven. Ze worden enkel in rekening gebracht voor bedrijven en niet voor intercommunales of overheidsbedrijven Berekeningswijze Vanuit het traject en de individuele piekvermogens van de verschillende vragers wordt een net ontworpen, waarbij in detail de diameters en de lengte worden begroot. Om de investering voor de infrastructuurwerken (distributie) zo correct mogelijk in te schatten, worden de verschillende wegtypes op basis van een inventariserend plaatsbezoek ingegeven. De investering voor het warmtestation (productie) bestaat uit een bouwkundige kost van een bijgebouw én een kostprijs voor de installatie van de warmtewisselaar met collectoren, pompen en back-upketels. Afhankelijk van het type producent en het type vrager wordt rekening gehouden met een aantal subsidies - groene warmte, (strategische) ecologiepremie en subsidieregeling infrastructuur bedrijventerreinen - waarvoor het warmtenet in aanmerking komt. 13 Voorlopig is er nog geen officieel percentage voor de verhoogde investeringsaftrek voor inkomstenjaar 2013 of volgende vastgelegd.

10 Daarna worden druk- en warmteverliezen van de leidingen en warmtewisselaars berekend, om de jaarlijkse verlieskosten en pompenergie zo correct mogelijk in te schatten. Ook de jaarlijkse onderhoudskost voor de leidingen en de centrale installatie worden hierbij opgeteld. De kosten voor de warmteproductie worden berekend op basis van de producentafhankelijke productiekost. Alles samen worden dit dan de totale jaarlijkse kosten De jaarlijkse baten worden berekend op basis van het warmtetarief. Omdat het gastarief voor elke individuele gebruiker verschillend is in functie van de schaal van zijn verbruik, wordt dit ingegeven als een vrij in te geven korting op het individuele gastarief van de verschillende gebruikers. Het verschil tussen de jaarlijkse baten en de jaarlijkse kosten, is de jaarlijkse opbrengst. Op basis daarvan kan de statische terugverdientijd voor de investering (productie + distributie) berekend worden. Indien dan bijkomend rekening gehouden wordt met de conjunctuur, energieprijsstijgingen en financieringskosten kan de dynamische terugverdientijd en de IRR berekend worden. Indien de terugverdientijd niet aan de verwachtingen beantwoordt, wordt de equivalente subsidiëring en/of bijkomende warmtevraag berekend om het geheel toch potentieel terugverdienbaar te maken. Om de primaire energie en CO 2 -uitstoot te evalueren, wordt steeds vergeleken ten opzichte van het referentiescenario vandaag (met allemaal individuele gasgestookte verwarming én de procesenergie om de restwarmte te produceren). Voor de individuele warmtevragers wordt in een prospectie van de volgende 15 jaar de bestaande situatie met die van een aansluiting op het warmtenet vergeleken, dit zowel naar (her)investering, subsidies, jaarlijkse kosten en baten, CO 2 -uitstoot, terugverdientijd en IRR. 2.3 Investering De investering beslaat 3 verschillende delen: 1. Productie 2. Distributie 3. Aansluiting Omdat deze opdracht zich niet uitspreekt over het meest gepaste business model voor het warmtenet werd de totale investering eenvoudigweg in 2 opgedeeld: 1. Investering warmtenet = productie + distributie (gedeelte leidingnet op openbaar domein) 2. Investering individuele aansluiting = kostprijs warmtewisselaar en gedeelte leidingnet op privaat terrein Productie Deze investering is rechtstreeks gerelateerd aan het gevraagde piekvermogen, het vermogen beschikbare warmte, de temperatuur van deze beschikbare warmte en het aandeel back-upcapaciteit. 1. Groene warmte/restwarmt 2. Verhoogde investeringsaftrek 3. Ecologiepremie-plus Distributie Deze investering kan gedragen worden door de producent zelf of door een eventuele derde partij. Die derde partij kan instaan voor enkel de ter beschikkingstelling van de infrastructuur voor de warmteverdeling of eventueel ook de handel van de warmte op zich.

11 Deze investering is rechtstreeks gerelateerd aan het gevraagde piekvermogen, het aandeel back-upcapaciteit en de lengte van het netwerk. Het type leiding, het aantal hindernissen en het type wegdek bepalen mee de grootteorde van de prijs. Bij de bepaling van het wegdek is steeds uitgegaan van een worst case scenario. Als er bijvoorbeeld twijfel is of de distributieleidingen al dan niet in de groene berm naast een asfaltweg kunnen, wordt gekozen voor het worst case scenario, namelijk het aanleggen van het warmtenet onder het asfalt wegdek Naar aanleiding van het investeringsbedrag worden volgende subsidies meegenomen: 1. Strategische ecologiesteun Deze subsidie kan enkel in rekening gebracht worden bij private investeringen, waar geen investering van intercommunales of andere overheidsbedrijven afkomstig is. Dit zijn uitsluitend scenario s met kleine uitwisselingsnetten (bijvoorbeeld tussen 2 bedrijven). 2. Subsidieregeling bedrijventerreinen Deze subsidiëringmogelijkheid is dus enkel van toepassing op bedrijventerreinen Individuele aansluiting De investering wordt in het model gedragen door de warmtevrager zelf. Deze aansluitingskost houdt volgende kosten in: 1. leidingwerk op eigen terrein (ondergronds of in opbouw) 2. de warmtewisselaar 3. de eventuele vervanging van direct gasgestookte toestellen Deze kost wordt in het model bij aansluiting meteen aangerekend. Hierdoor ontstaan soms terugverdientijden van meer dan 10 jaar. Een andere mogelijkheid is deze aansluitkost te verrekenen als een jaarlijkse abonnementskost, hierdoor is de investering minder drastisch en sneller terugverdienbaar voor de eindklanten. Dit verhoogt uiteraard wel de initiële investering die moet gemaakt worden door de producent of een derde partij. Bovendien kan in dat geval ook geen aanspraak meer gemaakt worden op de Ecologiepremie-plus. In de individuele nota s staat de kostenflux per warmtevrager in beide formules (kapitaalinvestering versus abonnementsformule) weergegeven. Naar aanleiding van het investeringsbedrag worden volgende subsidies enkel voor de bedrijven - niet voor de overheidsinstanties(!) - meegenomen: 1. Verhoogde investeringsaftrek 2. Ecologiepremie plus 2.4 Kosten/Baten analyse Jaarlijkse kosten De jaarlijkse kosten bestaan uit vier verschillende onderdelen: 1. Warmteproductie door producent 2. Warmteproductie door back-up 3. Elektriciteitsverbruik voor de pompen 4. Onderhouds- en beheerskosten Deze verschillende onderdelen worden verder in detail besproken in paragraaf Parameters mbt de investering - Kostprijs investering [M ] de totale investeringsprijs, voor de productie en distributie, van het net in voorontwerp, de individuele aansluitingen (warmtewisselaar + verdeling op privaat terrein) zijn niet inbegrepen in deze kostprijs - Investeringssubsidies [M ] de totale som van investeringssubsidies die beschikbaar worden gesteld door verschillende overheden samen en werden meegenomen in de berekeningen - Kostprijs incl subsidies [M ]

12 . de kostprijs investering verminderd met de investeringssubsidies, met andere woorden de werkelijke kost voor de aanleg van het net in voorontwerp Jaarlijkse baten De jaarlijkse kosten bestaan uit twee verschillende onderdelen: 1. Warmteopbrengst 2. Subsidies groene warmte/restwarmte (enkel de eerste 10 jaar) Deze verschillende onderdelen worden verder in detail besproken in paragraaf Parameters mbt de jaarlijkse winsten Jaarlijkse opbrengst Dit zijn de jaarlijkse baten verminderd met de jaarlijkse kosten. 2.5 Financiële haalbaarheid De terugverdientijd is de meest aangewezen parameter om de financiële haalbaarheid van een investering in te schatten of te vergelijken met een andere investering. Verder is ook de IRR of internal rate of return een veel gebruikte parameter om bedrijfsinvesteringen af te wegen Terugverdientijd van de investering voor productie en distributie van het net Er worden twee verschillende terugverdientijden berekend: 1. Statische terugverdientijd 2. Dynamische terugverdientijd De statische terugverdientijd is een rechtlijnige extrapolatie van de investering en de kosten zoals die vandaag voorkomt. De dynamische terugverdientijd houdt rekening met de energieprijsstijgingen, inflatie en de devaluatie van geld met toenemende tijd. Bovendien wordt er ook rekening gehouden met de financieringskosten op basis van looptijd en rentevoet financiering. Verder toelichting over de invloedsfactoren op de dynamische terugverdientijd staat in paragraaf 3.5 Intresten financiering tot Actualisatievoet. waarbij TVT stat I tot S i statische terugverdientijd TVT stat =(I tot -S i )/( W- K) Vergelijking 1: statische terugverdientijd totale investering voor het warmtenet (productie en distributie) eenmalige subsidies bij de investering W de totale som van alle baten = warmteopbrengst + subsidies groene warmte (rechtstreeks verbonden aan de jaarlijkse verkoop) K de totale som van alle kosten = warmteproductiekost producent + warmteproductiekost back-up + elektriciteitsverbruik pomp + onderhoudskosten (productie en distributie) TVT dyn = (I tot -S i ).r fin.t fin (W w.(1+r eg +i) t /(1+a) t +W sgw.(1+i) t /(1+a) t ) ((K wp +K p ).(1+r ee +i) t /(1+a) t +K wb.(1+r eg +i) t /(1+a) t +K o.(1+i) t /(1+a) t ) Vergelijking 2: dynamische terugverdientijd waarbij TVT dyn I tot de statische terugverdientijd de totale investering voor het warmtenet (productie en distributie)

13 13 62 S i r fin T fin t r eg r ee i a W w W sgw K wp K wb K p K o de eenmalige subsidies bij de investering de rentevoet financiering de looptijd financiering aantal jaren energieprijsstijging gas energieprijsstijging elektriciteit inflatie actualisatievoet de baten van de warmteopbrengst de baten van de subsidies groene warmte (rechtstreeks verbonden aan de jaarlijkse verkoop) de warmteproductiekost producent de warmteproductiekost back-up de kosten elektriciteitsverbruik pomp de onderhoudskosten (productie en distributie) Indien de terugverdientijd lager dan 25 jaar 14 is, wordt het warmtenet als financieel haalbaar beschouwd. Indien de terugverdientijd boven de 25 jaar ligt, zullen de noodzakelijke bijkomende subsidies en de noodzakelijke bijkomende warmtevraag voor het net in voorontwerp berekend worden om de potentiële terugverdientijd terug te brengen tot 25 jaar. In paragraaf Parameters mbt de jaarlijkse kosten - Kostprijs warmteproductie [ ] de totale jaarlijkse kost voor de productie en beschikbaarstelling van de restwarmte/groene warmte van de producent naar keuze, deze kost is rechtstreeks gerelateerd aan de eerder vernoemde productiekost restwarmte - Kostprijs warmteproductie back-up [ ] de totale jaarlijkse kost voor de productie en beschikbaarstelling van de warmte opgewekt met de gasgestookte back-upketels op de momenten dat er geen of niet voldoende restwarmte beschikbaar is, deze kost is rechtstreeks gerelateerd aan de eerder vernoemde aantal draaiuren, dekkingsgraad en de kostprijs van gas - Kostprijs elektriciteitsverbruik pomp [ ] de totale jaarlijkse kost van het elektriciteitsverbruik om de warmte rond te pompen in het net, deze kost is rechtstreeks gerelateerd aan de totale lengte, totale energievraag, het materiaal van de leidingen (epoxy heeft een lagere wandruwheid als staal, wat resulteert in een lager energieverlies bij epoxy door minder wrijving) en de kostprijs van elektriciteit - Kostprijs onderhoud [ ] de totale jaarlijkse kost voor onderhoud van de productie-installatie en het leidingnet voor de installaties wordt deze onderhoudskost op 4% van de investering geraamd, voor het leidingnet op /km (bron: IVBO) Parameters mbt de jaarlijkse winsten - Totaal jaarlijkse warmteopbrengst [ ] de totale jaarlijkse opbrengsten door verkoop van de totale energievraag aan warmte aan de vragers, deze opbrengst is rechtstreeks gerelateerd aan de totale energievraag (excl. verlies) en het vooropgestelde warmtetarief (het warmtetarief is rechtstreeks gerelateerd aan de gasprijs en evolueert ook mee in de tijd) 14 Workshop Financiering van Warmtenetten, Warmtenetwerk Nederland, Bussum, 18/09/2012

14 Subsidies productie [ ] de totale jaarlijkse opbrengsten voor de subsidies groene warmte, deze is rechtstreeks gerelateerd aan de totale energievraag (excl. verlies), het subsidiebedrag (6 /MWh) en de looptijd van de subsidie (10 jaar) Parameters mbt de jaarlijkse opbrengst - Totaal mogelijke opbrengst [ ] de totale jaarlijkse warmteopbrengst verminderd met de som van alle jaarlijkse kosten (kostprijs warmteproductie, kostprijs warmteproductie back-up, kostprijs elektriciteitsverbruik pomp, kostprijs onderhoud) Parameters mbt de TVT (terugverdientijd) staat meer uitleg over de definitie en de berekening van de verschillende bovenstaande parameters Terugverdientijd van de individuele aansluiting Voor de investering van de consument, de warmtewisselaar en het leidingwerk op eigen terrein werd er, zoals hierboven beschreven, vanuit gegaan dat die investering rechtstreeks door de klant dient te gebeuren. Om de haalbaarheid van een dergelijke investering na te gaan wordt ook hiervoor de statische terugverdientijd en de IRR berekend. Verschillende bedrijven hebben hun maximale IRR of TVT meegegeven bij inventarisatie. In de eerste fase van het voorontwerp worden alle vragers aangesloten. Bij verdere optimalisaties worden alle vragers uitgesloten die niet terugverdienbaar zijn binnen de vooropgestelde termijn, of indien geen TVT is meegegeven binnen de 15 jaar. Deze terugverdientijd wordt zowel statische als dynamisch berekend. waarbij TVT ind I ind S i TVT stat =(I ind -S i )/( W- K) Vergelijking 3: statische terugverdientijd statische terugverdientijd voor de individuele aansluiting totale investering voor de individuele aansluiting (leidingwerk, warmtewisselaar en eventuele aanpassing van bestaande direct gasgestookte installatie) eenmalige subsidies bij de investering, verhoogde investering en/of ecologiepremie W de totale som van alle besparingen = gereduceerde kost aardgasverbuik + onderhoudskost bestaande installatie + eventuele herinvestering voor vernieuwing van de installatie (levensduur wordt op 15jaar geschat) K de totale som van alle nieuwe kosten = totale kost warmteverbruik (nu op 80% van aardgasverbruik) + onderhoudskost warmtewisselaarinstallatie TVT dyn = (I tot -S i ) (W g.(1+r eg +i) t /(1+a) t +W ko.(1+i) t /(1+a) t ) (K w.(1+r ew +i) t /(1+a) t +K o.(1+i) t /(1+a) t ) Vergelijking 4: dynamische terugverdientijd waarbij TVT dyn I tot S i t r eg de statische terugverdientijd de totale investering voor het warmtenet (productie en distributie) de eenmalige subsidies bij de investering aantal jaren energieprijsstijging gas

15 r ew i a W g W ko K w K o energieprijsstijging warmte, in deze studie gelijk genomen aan deze van gas inflatie actualisatievoet de vermeden kosten voor de individuele opwekkingsverwarming de vermeden onderhoudskosten aan de bestaande individuele installatie de kosten voor de aankoop van de warmte via het stadsverwarmingsnet de onderhoudskosten aan de aansluitingsinstallatie aan het warmtenet Internal Rate of Return Aan de hand van de IRR (Internal Rate of Return) of de interne opbrengstvoet, kan de netto-opbrengst van verschillende maatregelen in een economische context geëvalueerd worden. Concreet is de IRR de opbrengstvoet waarbij een evenwicht tussen kosten en baten ontstaat. Dus hoe hoger de IRR, hoe rendabeler de voorgestelde maatregel zal zijn, dus hoe interessanter de investering wordt. De numerieke berekening van de IRR volgt uit de definitie van de netto contante waarde of NPV (Net Present Value). De NPV is de som van de actuele waarde van huidige én toekomstige baten en kosten. Daarbij worden de kosten negatief en de winsten positief in rekening gebracht. Een maatregel is dus winstgevend als de NPV groter dan nul is. NPV=-(I tot-s i).r fin.t fin+(w w.(1+r eg+i) t /(1+a) t +W sgw.(1+i) t /(1+a) t )-((K wp+k p).(1+r ee+i) t /(1+a) t +K wb.(1+r eg+i) t /(1+a) t +K o.(1+i) t /(1+a) t ) Vergelijking 5: Netto Contante Waarde waarbij NPV de netto contante waarde I tot S i r fin T fin t r eg r ee i a de totale investering voor het warmtenet (productie en distributie) de eenmalige subsidies bij de investering de rentevoet financiering de looptijd financiering aantal jaren energieprijsstijging gas energieprijsstijging elektriciteit inflatie actualisatievoet i irr de opbrengstvoet (=IRR wanneer NPV gelijk is aan 0) W w W sgw K wp K wb K p K o de baten van de warmteopbrengst de baten van de subsidies groene warmte (rechtstreeks verbonden aan de jaarlijkse verkoop) de warmteproductiekost producent de warmteproductiekost back-up de kosten elektriciteitsverbruik pomp de onderhoudskosten (productie en distributie) 2.6 Milieu-impact Restwarmte versus duurzame warmte De warmte, die vrijkomt bij elektriciteitscentrales, afvalverbrandingsinstallaties en industriële activiteiten wordt vaak als restwarmte bestempeld. Benutting van deze warmte in plaats van lozing naar de omgeving (water of lucht) bespaart primaire energie en daarmee wordt de uitstoot van CO 2 gereduceerd. Toch wordt met duurzame warmte iets anders bedoeld dan restwarmte. Bij duurzame warmte gaat het om gebruik van hernieuwbare energiebronnen zoals zon, wind, water, hout, biogas, aardwarmte

16 16 62 Restwarmte komt veelal niet uit hernieuwbare bronnen, maar is tegenwoordig vooral het gevolg van het gebruik van aardgas, olie, steenkool, niet-biologisch afbreekbaar afval 15 Dat neemt niet weg dat het hergebruik heel belangrijk is. De energiebesparing en CO 2 -reductie zijn bij restwarmte niet altijd gelijk. Het aftappen van warmte bij elektriciteitsopwekking met een stoomturbine gaat voor een beperkt deel ten koste van de elektriciteitsproductie. Hoe hoger de temperatuur van de afgetapte warmte, hoe groter het elektriciteitsverlies. Maar in totaal wordt er wel degelijk energie bespaard. Moderne warmtenetten werken met een lage temperatuur, waardoor de vermindering van de elektriciteitsproductie minimaal is. Een elektrische warmtepomp verbruikt ruwweg vier keer zoveel elektriciteit per Gigajoule warmte, als de aftap van warmte uit een centrale aan vermindering van elektriciteitsproductie kost.. 16 Immers om 1 kwth op te wekken met een elektrische luchtwarmtepomp met een jaargemiddelde SPF van 3,5 is 0,3 kwe noodzakelijk. Diezelfde 1 kwth aan restwarmte, zou slechts 0,08 kwe opgebracht hebben bij aftap na de eerste trap van een tweetrapsturbine CO 2 -kengetal restwarmte Om de het CO 2 -kengetal van de restwarmte te bepalen zijn er 3 mogelijke pistes: 1. de warmte beschouwen als pure restwarmte, omdat de CO 2 sowieso uitgestoten wordt, of je de restwarmte nu benut of niet 2. naar analogie met de bepaling van het CO2-kengetal van elektriciteit een onderscheid maken in groene en grijze elektriciteit (gedeelte van de bron, dat hernieuwbaar is = groen, gedeelte van de bron dat niethernieuwbaar is = grijs) indien er een deel van de elektriciteitsproductie behouden blijft, kan er voor geopteerd worden om de vrijgekomen CO 2 in eerste instantie op de elektriciteit en pas nadien op de warmte af te schrijven. Zo blijft het CO 2 -kengetal van IVOO onverminderd, omdat er geen elektriciteitsproductie meer kan plaatsvinden als de restwarmte op het net wordt gestuurd. Bij Electrawinds echter wordt de warmte afgetapt halverwege de 2-traps turbine, zodat de helft van de elektriciteitsproductie behouden kan blijven. Het CO 2 -kengetal halveert dan ook. Voor de verschillende producenten levert dit in de drie scenario s dan volgende getallen op: producent IVOO PROVIRON EMATCO ELECTRAWINDS puur rest idem elek elek>warm Tabel 2: mogelijkheden CO 2 -kengetal productie in kg/mwh Omdat de meeste warmtenetten uit commercieel oogpunt de restwarmte benaderen als pure restwarmte, en de CO 2 in principe al afgeschreven wordt door de producent van de restwarmte, is de restwarmte hier als 100% CO 2 -neutraal (CO 2 -kengetal 0 kg/mwh) ondersteld. Deze keuze is echter voor interpretatie en discussie vatbaar Wetgevend kader Om een keuze te maken in de voorliggende scenario s ontbreekt het momenteel aan een eenduidig wetgevend kader. 15 Huishoudelijk afval is voor 47,78% van biologische aard. 47,78% van de hierbij ontstane restwarmte (IVOO, IVBO, Electrawinds) is dus wel uit hernieuwbare energiebron. 16 De Jong K., Warmte in de Nederlanden. Warmte- en Koudenetten in de praktijk., Mauritsgroen, 2 de druk, september De herkomst en individuele berekening van deze CO 2-kengetallen is terug te vinden in de inventarisatienota s.

17 Hiermee zou niet alleen een eenduidige communicatie en vergelijking van de verschillende warmtenetten kunnen ontstaan, maar zou ook met een correct geïnventariseerde CO 2 -uitstoot in de EPB-software kunnen gewerkt worden. Vandaag wordt de aansluiting op een warmtenet immers veelal negatiever gequoteerd in het E-peil als een condenserende gasketel Rekenmodel Om de haalbaarheidsstudie uit te voeren werd een rekenmodel in Microsoft Excel opgesteld, waarin de inventarisatiegegevens ingegeven kunnen worden en waarin verschillende parameters eenvoudig beïnvloed kunnen worden. Het model bestaat uit een aantal grote luiken die hieronder kort worden toegelicht Input Input warmteproducent Volgende parameters dienen per producent in rekening gebracht te worden in het rekenmodel. Deze komen rechtstreeks uit de inventarisatiefase (deel 1). - Volgnummer - Naam - Beschikbaar thermisch vermogen [MW th ] + nuttig gebruikt aandeel voor stadsnetwerk [%] - Beschikbaar elektrisch vermogen [MW e ] - Afstand aansluiting op eigen terrein [m] - Type materiaaloppervlak op eigen terrein - Energiebron warmte - Productiekost warmte [ /kwh] - Kengetal CO 2 -warmte [kg/kwh] - Continuïteit per dag, week, jaar [%] - Aantal draaiuren per jaar [h/jaar] - Maximale terugverdientijd / Minimale IRR Input warmtevrager Volgende parameters dienen per warmtevrager in rekening gebracht te worden in het rekenmodel. Deze komen rechtstreeks uit de inventarisatiefase (deel 1). - Volgnummer - Naam - Bestemming - Te verwarmen/conditioneren oppervlakte [m²] - Aantal - Piekvermogen [MWth] - Vereist temperatuursregime [ C/ C] voor regime boven de temperatuur van het net (in productieprocessen), wordt het vermogen en het verbruik afgevlakt naar de maximaal leverbare temperatuur => de rest zal eigen bijstook zijn - Referentiewarmtebehoefte (2010) [MWh] indien niet gekend wordt dit op basis van kengetallen (zie paragraaf 2.1.2) en de totale oppervlakte begroot - Afstand aansluiting op eigen terrein [m] - Type materiaaloppervlak op eigen terrein - Referentie energiebron - Referentie energieprijs [ /kwh]

18 - Referentierendement installatie [%] indien verschillende ketels => gewogen gemiddelde op basis van vermogen - Fabricagedatum installatie indien verschillende ketels => gewogen gemiddelde op basis van vermogen - Referentie warmteverbruik (2010) op jaar- en maandbasis [MWh] - Maximale terugverdientijd / Minimale IRR - Huidige verwarming al dan niet direct gasgestookt (dus te vervangen) Traject Hierin wordt het traject in detail ingegeven met het exacte aantal kilometers en hindernissen tussen de verschillende aansluitpunten. Ook het type wegdek wordt in het traject opgegeven, net als de aard en de omvang van de hindernis Output Onderstaand worden de verschillende parameters gedefinieerd, die aangereikt worden in de vergelijkende resultaten verder Parameters mbt de producent - Maximum capaciteit producent [MW] het maximale vermogen dat de producent naar keuze momentaan kan leveren - Maximum aanbod producent [GWh] het maximale warmteaanbod dat de producent naar keuze jaarlijks kan leveren - Aantal draaiuren [h] totaal aantal uur per jaar dat de installatie van de producent naar keuze zal draaien - Productiekost restwarmte [ /kwh] de vergoeding die de producent naar keuze wil ontvangen per geleverde hoeveelheid warmte, om zijn (bijkomende) productiekosten te vergoeden, bijvoorbeeld de vermeden elektriciteitskost bij verlies van elektriciteitsproductie - CO 2 -kengetal productie [kg/kwh] de door de producent naar keuze uitgestoten hoeveelheid CO 2 in kg om één kwh warmte op te wekken deze CO 2 wordt niet meegenomen in de berekening van het CO 2 -kengetal van de warmte! (zie 2.6.2) Parameters mbt de vragers - Totale piek warmtevraag [MW] het maximale vermogen dat momentaan door de producent zal moeten kunnen geleverd worden - Dekkingsgraad [%] de verhouding van de totale piek warmtevraag op de maximale capaciteit producent, als deze kleiner is dan 100% dan wil dit zeggen dat de producent in principe niet toereikend is voor het net in het voorontwerp, als deze hoger is dan 100% dan is verschil van 100 de dekkingsgraad het capaciteitsoverschot die de producent nog beschikbaar heeft - Noodzakelijke back-upcapaciteit [MW] de installatiecapaciteit van de gasgestookte ketels die geïnstalleerd moeten worden om dienst te doen bij uitval of productietekort van de producent, deze wordt begroot op basis van een ingegeven percentage (zie 3.3) - Totale energievraag (verkoop) [GWh th ]

19 de totale hoeveelheid warmte die de producent naar keuze jaarlijks moet kunnen verkopen aan de vragers Verliezen/behoefte [%] de verhouding van de distributie verliezen langs de leidingen en aan de platenwisselaars op de totaal gevraagde behoefte, gemiddeld bedragen de leidingverliezen circa 5% (of 0,25% per kilometer) en de verliezen aan de platenwisselaars circa 2% (indien de verliezen de 10% overschrijden is het warmtenet in voorontwerp te uitgestrekt in functie van de totale energievraag) - Totale energievraag (incl. distributieverlies) [GWh th ] de totale hoeveelheid warmte die de producent naar keuze jaarlijks moet kunnen produceren, dit is de som van de verkochte hoeveelheid warmte + de verliezen onderweg (die niet verkoopbaar zijn) Parameters mbt het leidingnet - Totale lengte enkel [km] de totale trajectlengte van het net in voorontwerp, de totale leidinglengte is het tweevoud van de trajectlengte omdat er steeds een depart- en een retourleiding is - Vermogen/lengte (enkel) [MW/km] een kengetal dat de verhouding van de totale piekwarmtevraag op de totale trajectlengte weergeeft, bij de referentienetten in België en in de wereld ligt deze waarde meestal rond of boven de 2 MW/km 18 Hoe hoger deze waarde is, hoe rendabeler het net in voorontwerp zal zijn. Het huidige net van IVBO heeft een kengetal van 1,7 MW/km, in vakantiepark Molenheide is een net gekoppeld aan een bio-vergistingsinstallatie terug te vinden met een verhouding van 0,5 MW/km. - Behoefte/lengte (enkel) [GWh/km] een kengetal dat de verhouding van de totale energievraag op de totale trajectlengte weergeeft, bij de referentienetten in België en in de wereld ligt deze waarde meestal rond of boven de 2 GWh/km Hoe hoger deze waarde is, hoe rendabeler het net in voorontwerp zal zijn. Bij een realistisch net zal dit kengetal nooit meer dan een vijfvoud van het voorgaande kengetal vermogen/lengte zijn Parameters mbt de investering - Kostprijs investering [M ] de totale investeringsprijs, voor de productie en distributie, van het net in voorontwerp, de individuele aansluitingen (warmtewisselaar + verdeling op privaat terrein) zijn niet inbegrepen in deze kostprijs - Investeringssubsidies [M ] de totale som van investeringssubsidies die beschikbaar worden gesteld door verschillende overheden samen en werden meegenomen in de berekeningen - Kostprijs incl subsidies [M ] de kostprijs investering verminderd met de investeringssubsidies, met andere woorden de werkelijke kost voor de aanleg van het net in voorontwerp Parameters mbt de jaarlijkse kosten - Kostprijs warmteproductie [ ] 18 In paragraaf van de inventarisatienota, vinden we gemiddelde waarden van netten terug die schommelen tussen de 1,0 en 9,8 MW/km, voor respectievelijk het geothermische net in Saint-Ghislain en de WKK-installatie in Louvain-la-Neuve. In paragraaf van de inventarisatienota (tabel 5), vinden we landgemiddelde waarden van netten terug die schommelen tussen de 1 en 30 MW/km, voor respectievelijk Denemarken en New York.

20 de totale jaarlijkse kost voor de productie en beschikbaarstelling van de restwarmte/groene warmte van de producent naar keuze, deze kost is rechtstreeks gerelateerd aan de eerder vernoemde productiekost restwarmte Kostprijs warmteproductie back-up [ ] de totale jaarlijkse kost voor de productie en beschikbaarstelling van de warmte opgewekt met de gasgestookte back-upketels op de momenten dat er geen of niet voldoende restwarmte beschikbaar is, deze kost is rechtstreeks gerelateerd aan de eerder vernoemde aantal draaiuren, dekkingsgraad en de kostprijs van gas - Kostprijs elektriciteitsverbruik pomp [ ] de totale jaarlijkse kost van het elektriciteitsverbruik om de warmte rond te pompen in het net, deze kost is rechtstreeks gerelateerd aan de totale lengte, totale energievraag, het materiaal van de leidingen (epoxy heeft een lagere wandruwheid als staal, wat resulteert in een lager energieverlies bij epoxy door minder wrijving) en de kostprijs van elektriciteit - Kostprijs onderhoud [ ] de totale jaarlijkse kost voor onderhoud van de productie-installatie en het leidingnet voor de installaties wordt deze onderhoudskost op 4% van de investering geraamd, voor het leidingnet op /km (bron: IVBO) Parameters mbt de jaarlijkse winsten - Totaal jaarlijkse warmteopbrengst [ ] de totale jaarlijkse opbrengsten door verkoop van de totale energievraag aan warmte aan de vragers, deze opbrengst is rechtstreeks gerelateerd aan de totale energievraag (excl. verlies) en het vooropgestelde warmtetarief (het warmtetarief is rechtstreeks gerelateerd aan de gasprijs en evolueert ook mee in de tijd) - Subsidies productie [ ] de totale jaarlijkse opbrengsten voor de subsidies groene warmte, deze is rechtstreeks gerelateerd aan de totale energievraag (excl. verlies), het subsidiebedrag (6 /MWh) en de looptijd van de subsidie (10 jaar) Parameters mbt de jaarlijkse opbrengst - Totaal mogelijke opbrengst [ ] de totale jaarlijkse warmteopbrengst verminderd met de som van alle jaarlijkse kosten (kostprijs warmteproductie, kostprijs warmteproductie back-up, kostprijs elektriciteitsverbruik pomp, kostprijs onderhoud) Parameters mbt de TVT (terugverdientijd) - IRR [%] de opbrengstvoet waarbij een evenwicht tussen kosten en baten ontstaat, bekeken op 25 jaar - Statische terugverdientijd [jaar] de tijd die verloopt tussen het moment van investeren en het moment waarop de door deze investering veroorzaakte kasstromen gelijk zijn aan de investering, deze kasstromen worden op een statische manier berekend (dwz dat de energieprijzen stabiel blijven en er geen rekening gehouden wordt met financieringskosten of conjunctuur) - Dynamische terugverdientijd [jaar] de tijd die verloopt tussen het moment van investeren en het moment waarop de door deze investering veroorzaakte kasstromen gelijk zijn aan de investering, deze kasstromen worden op een dynamische manier berekend (dwz dat er wel rekening gehouden wordt met energieprijsstijgingen, financieringskosten en conjunctuur)

21 Nodige subsidies TVT 25 jaar [%] het totaal percentage van de kostprijs investering dat nog bijkomend gesubsidieerd moet worden om een terugverdientijd van 25 jaar te bekomen waarbij S extra I 0 S i S extra = (I 0 -S i ) - 25.( W- K) Vergelijking 6: nodige subsidies TVT 25 jaar de nodige subsidies om de TVT onder de 25 jaar te brengen totale investering voor de individuele aansluiting (leidingwerk, warmtewisselaar en eventuele aanpassing van bestaande direct gasgestookte installatie) eenmalige subsidies bij de investering, verhoogde investering en/of ecologiepremie W de totale som van alle besparingen = gereduceerde kost aardgasverbruik + onderhoudskost bestaande installatie + eventuele herinvestering voor vernieuwing van de installatie (levensduur wordt op 15jaar geschat) K de totale som van alle nieuwe kosten = totale kost warmteverbruik (nu op 80% van aardgasverbruik) + onderhoudskost warmtewisselaarinstallatie - Nodige warmtevraag TVT 25 jaar [MWh/jaar] de benodigde hoeveelheid bijkomende warmtevraag waarmee de totale energievraag moet vermeerderd worden om dit net om een terugverdientijd van 25 jaar te bekomen waarbij W extra I 0 S i W extra = (I 0 -S i ) - 25.( W- K) t w.25 Vergelijking 7: nodige subsidies TVT 25 jaar de nodige warmtevraag om de TVT binnen de 25 jaar te brengen totale investering voor de individuele aansluiting (leidingwerk, warmtewisselaar en eventuele aanpassing van bestaande direct gasgestookte installatie) eenmalige subsidies bij de investering, verhoogde investering en/of ecologiepremie W de totale som van alle besparingen = gereduceerde kost aardgasverbruik + onderhoudskost bestaande installatie + eventuele herinvestering voor vernieuwing van de installatie (levensduur wordt op 15jaar geschat) K t w de totale som van alle nieuwe kosten = totale kost warmteverbruik (nu op 80% van aardgasverbruik) + onderhoudskost warmtewisselaarinstallatie het warmtetarief Parameters mbt primaire energie - Totaal uitgespaarde primaire energie [MWh ep ] de totale jaarlijkse primaire energie die niet langer verstookt wordt door de aangesloten warmtevragers om te verwarmen, verminderd met de pompenergie (elektriciteit) om de warmte te transporteren, de energie (aardgas) die de back-up verbruikt om warmte te produceren en de eventueel vermeden elektriciteitsproductie (ten koste van de gebruikte restwarmte-energie) - Totaal uitgespaarde CO 2 -uitstoot [ton] het totaal aantal ton CO 2 uitgestoten die minder uitgestoten wordt voor de warmteopwekking van alle aangesloten vragers (hierbij wordt de CO 2 afkomstig van de pompenergie om de warmte te transporteren én de energie die de back-up verbruikt om warmte te produceren in rekening gebracht) - Kengetal CO 2 [kg/mwh th ]

22 het aantal kg CO 2 dat uitgestoten moeten worden per MWh thermische warmte op de site voor beide scenario's 22 62

23 3. SENSITIVITEITSANALYSE Wat is een sensitiviteitsanalyse? Een sensitiviteitsanalyse is een studie die in kaart brengt, welke invloed een onzekere of vrij te bepalen parameter heeft op het eindresultaat. Om de resultaten van deze haalbaarheidsstudie te kaderen in een groter geheel, werd een sensitiviteitsanalyse gemaakt voor alle parameters die van invloed zijn op het voorontwerp van het warmtenet. Zo wordt enerzijds weergegeven hoe belangrijk de invloed van een bepaalde parameter is, anderzijds komt hiermee soms ook de grootteorde van correctheid van deze haalbaarheidsstudie aan het licht. De sensitiviteitsanalyse is uitgevoerd op basis van het voorontwerpscenario met alle warmtevragers aangesloten op een warmtenet met als aangesloten producent Ematco. 3.2 Reservecapaciteit warmtenet Definitie De reservecapaciteit van het warmtenet is het extra aandeel dat bij de dimensionering van het leidingnet in rekening wordt gebracht, om toekomstige uitbreidingen mogelijk te laten. De reservecapaciteit wordt uitgedrukt in een percentage ten opzichte van de huidige piekcapaciteit van het warmtenet Sensitiviteitsanalyse Onderstaande grafiek geeft de invloed van de reservecapaciteit op de statische terugverdientijd van het net weer. Hieruit kan worden afgeleid dat de invloed van de reservecapaciteit van ondergeschikt belang is. In de literatuur en verschillende voorbeeldnetten wordt vaak gerefereerd naar een reservecapaciteit van 25% Zie ISSO publicatie 7 Grondleidingen voor warmte- en koudetransport.

24 reservecapaciteit warmtenet statische terugverdientijd warmtenet % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Grafiek 1: sensitiviteitsanalyse reservecapaciteit warmtenet 3.3 Grootte back-upinstallatie Definitie De back-upinstallatie van het warmtenet is de bijkomende gasgestookte installatie die het net van warmte voorziet indien de producent niet voldoende of geen warmte kan produceren. De grootte van de backupinstallatie wordt hier uitgedrukt in een percentage ten opzichte van de huidige piekcapaciteit van het warmtenet Sensitiviteitsanalyse Onderstaande grafiek geeft de invloed van de grootte van de back-upinstallatie op de statische terugverdientijd van het net weer. Hieruit kan afgeleid worden dat de invloed van de back-upcapaciteit van ondergeschikt belang is. In de literatuur en verschillende voorbeeldnetten wordt vaak gerefereerd naar een back-upcapaciteit van 50% Zie ISSO-publicatie 7 Grondleidingen voor warmte- en koudetransport.

25 25 62 capaciteit back-upinstallatie statische terugverdientijd warmtenet % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% van het gevraagde piekvermogen Grafiek 2: sensitiviteitsanalyse capaciteit back-upinstallatie 3.4 Warmtetarief Definitie Het warmtetarief is de eenheidsprijs die gevraagd wordt voor de verkochte warmte. Deze eenheidsprijs wordt uitgedrukt in /kwh. Hier wordt het warmtetarief echter uitgedrukt in een kortingspercentage ten opzichte van de gasprijs. Omdat bij de inventarisatie bleek dat het gastarief sterk fluctueert in functie van het jaarlijkse verbruik, werd gekozen om niet met een vast warmtetarief te werken, maar met een kortingspercentage volgens het niet-meerdan-anders-principe Sensitiviteitsanalyse Onderstaande grafiek geeft de invloed van het warmtetarief (het kortingstarief op de huidige gasprijs) op de statische terugverdientijd van het net weer. Hieruit kan afgeleid worden dat de invloed van het warmtetarief van groot belang is voor de terugverdientijd. Hoe goedkoper de warmte verkocht wordt, hoe lager de jaarlijkse opbrengsten, dus hoe minder snel de investering terugverdiend is. Van zodra de eenheidsprijs van de warmte 50% onder de eenheidsprijs van het gas gaat, is de investering uitgesloten (TVT +100jaar).

26 korting warmtetarief statische terugverdientijd warmtenet 0 100% 90% 80% 70% van de gasprijs 60% 50% 40% Grafiek 3: sensitiviteitsanalyse warmtetarief ifv globale terugverdientijd Uiteraard heeft het warmtetarief ook een invloed op de financiële haalbaarheid van de investering aan consumentzijde. Hoe goedkoper de warmte verkocht wordt, hoe lager de jaarlijkse kosten, dus hoe sneller de investering terugverdiend is. Onderstaande grafiek toont de verandering van de terugverdientijd voor de individuele aansluiting van een consument in functie van het warmtetarief. Bij een warmteprijs groter dan of gelijk aan de gasprijs, is de aansluiting (ervan uitgaande dat die investering door de klant gedragen wordt) nooit terugverdienbaar. korting warmtetarief statische terugverdientijd warmtevrager 0 100% 90% 80% 70% van de gasprijs 60% 50% 40% Grafiek 4: sensitiviteitsanalyse warmtetarief ifv aansluitkost

27 Het optimum tussen beide partijen ligt bij een warmtetarief dat ongeveer 80% is van de gasprijs, of dus 20% goedkoper Intresten financiering Definitie De intresten voor de financiering van het warmtenet. Deze worden enkel meegenomen in de dynamische terugverdientijd en worden uitgedrukt in een jaarlijks percentage Sensitiviteitsanalyse Onderstaande grafiek geeft de invloed van de intresten op de dynamische terugverdientijd van het net weer. Hieruit kan worden afgeleid dat de dynamische terugverdientijd rechtevenredig is met de intrestvoet. In de range van 0 tot 5% gaat de terugverdientijd van 14 naar 17 jaar. dynamische terugverdientijd intresten financiering 0 0% 1% 2% 3% 4% 5% 6% Grafiek 5: sensitiviteitsanalyse financiering Het is moeilijk om in te schatten aan welke intrestvoet een dergelijke investering zal geboden worden. Hier zijn veel invloedsfactoren van belang zoals de gestelde waarborg, de totale investering, de eventuele eigen inbreng, al dan niet een overheidsbedrijf, de looptijd van de financiering In samenspraak met verschillende partijen in de huidige conjunctuur werd in dit voorontwerp rekening gehouden met een intrestvoet van 4%. 3.6 Inflatie Definitie Inflatie is een algehele stijging van het algemeen prijspeil. Het gevolg van inflatie is dat men voor hetzelfde geld minder kan kopen (de koopkracht daalt). Dit wordt ook wel geldontwaarding genoemd. Inflatie wordt uitgedrukt in een percentage.

28 3.6.2 Sensitiviteitsanalyse Onderstaande grafiek geeft de invloed van de inflatie op de dynamische terugverdientijd van het net weer. Hieruit kan worden afgeleid dat de dynamische terugverdientijd rechtevenredig is met de intrestvoet. In de range van 0 tot 3% gaat de terugverdientijd van 15 naar 21 jaar. De invloed op het eindresultaat is dus groot. dynamische terugverdientijd inflatie 5 0 0,0% 0,5% 1,0% 1,5% 2,0% 2,5% 3,0% Grafiek 6: sensitiviteitsanalyse inflatie De algemeen aangenomen prognose voor de inflatie is 1,8% Actualisatievoet Definitie De actualisatievoet, ook wel discontovoet genoemd, bepaalt hoeveel men nú moet beleggen om een bepaald bedrag te ontvangen in de toekomst. Hiermee wordt de waarde van kapitaal jaar na jaar in rekening gebracht, indien het niet in een warmtenet geïnvesteerd zou zijn. De investering moet op zijn levensduur immers minstens dat aan kapitaal opgebracht hebben. De effectieve waarde van de actualisatievoet is dus de actuele spaarrente. Hier is dit de actuele langetermijnrente, het bij een warmtenet gaat over terugverdientijden tot 25 jaar. De IRR is dan de actualisatievoet waarbij de netto contantewaarde nul wordt. 21 Cijfer afkomstig van het Federaal PlanBureau, Energievooruitzichten voor België tegen 2030, November 2011

29 3.7.2 Sensitiviteitsanalyse dynamische terugverdientijd actualisatievoet ,0% 0,5% 1,0% 1,5% 2,0% 2,5% 3,0% Grafiek 7:sensitiviteitsanalyse actualisatie Op het ogenblik van de studie bedroeg de langetermijnrente gepubliceerd door de NBB 2,28% Energieprijsstijging Definitie De energieprijsstijging is uitgedrukt in een percentage en drukt uit hoeveel de energieprijs jaarlijkse zal stijgen. De energieprijsstijging is verschillend voor gas en elektriciteit Sensitiviteitsanalyse De invloed van de energieprijsstijging op de dynamische terugverdientijd is verschillende voor gas en elektriciteit. De invloed van de gasprijsstijging op de dynamische terugverdientijd is tweeledig. Enerzijds worden de jaarlijkse kosten voor de gasgestookte back-upwarmte hoger, anderzijds is het warmtetarief rechtstreeks gerelateerd aan de gasprijs. Met een stijgende gasprijs zullen dus ook de inkomsten van het warmtenet stijgen. Onderstaande grafiek geeft de invloed van de gasprijsstijging op de dynamische terugverdientijd van het net weer. Hieruit kan worden afgeleid dat de dynamische terugverdientijd afneemt met een stijgende energieprijsstijging. In de range van 0 tot 10% gaat de terugverdientijd van 26 naar 15 jaar. De invloed op het eindresultaat is dus groot. 22 Langetermijnrente gepubliceerd door de Nationale Bank van België op 11/03/2013.

30 30 62 gasprijsstijging (incl. inflatie) dynamische terugverdientijd % 2% 4% 6% 8% 10% 12% Grafiek 8: sensitiviteitsanalyse energieprijsstijging gas De invloed van de elektriciteitsprijsstijging op de dynamische terugverdientijd komt voort uit twee invloedsfactoren. Enerzijds zullen de jaarlijkse kosten voor het elektriciteitsverbruik van de pompen toenemen, anderzijds zal er bij producenten die een vermeden elektriciteitsproductie hebben door warmte beschikbaar te stellen, een toename zijn in de jaarlijkse kosten voor de warmteproductie door de producent. Onderstaande grafiek geeft de invloed van de elektriciteitsprijsstijging op de dynamische terugverdientijd van het net weer. Hieruit kan afgeleid worden dat de dynamische terugverdientijd toeneemt met een stijgende energieprijsstijging. In de range van 0 tot 10% neemt de terugverdientijd nog geen jaar toe. De invloed op het eindresultaat is dus miniem. dynamische terugverdientijd elektriciteitsprijsstijging (incl. inflatie) % 2% 4% 6% 8% 10% 12% Grafiek 9: sensitiviteitsanalyse energieprijsstijging elektriciteit

31 Met inbegrip van de inflatie (1,80%) wordt de globale jaarlijkse prijsstijging respectievelijk 3,70% voor elektriciteit en gas Temperatuursregime Definitie Het temperatuursregime van het net is de combinatie van de aanvoer- en terugvoertemperatuur van het warm of oververhit water in het net. De temperaturen worden uitgedrukt in graden Celsius ( C). De aanvoertemperatuur wordt bepaald door de specifieke vragers en producenten. Vooral het temperatuursverschil tussen de aan- en terugvoertemperatuur heeft een invloed op de financiële en technische haalbaarheid van het net. Hoe groter de temperatuursval over het net, hoe meer warmte er kan getransporteerd worden in eenzelfde diameter. Met andere woorden is de temperatuursval van het netwerk omgekeerd evenredig met de diameter en dus de kostprijs van het warmtenet Sensitiviteitsanalyse Onderstaande grafiek geeft de invloed van de temperatuursval op de dynamische terugverdientijd van het net weer. Hieruit kan, zoals verwacht, worden afgeleid dat de dynamische terugverdientijd afneemt met een stijgende temperatuursval. De invloed op het eindresultaat is dus van relatief groot belang, dit is een essentiële parameter die bij aanvang van het ontwerp bepaald wordt. dynamische terugverdientijd temperatuursval over het warmtenet C Grafiek 10: sensitiviteitsanalyse temperatuursval over het warmtenet Het warmtenet van Oostende in voorontwerp heeft een regime van 120/80 C meegekregen. Enerzijds zijn dergelijke hoge temperaturen van restwarmte vlot beschikbaar, anderzijds zijn er verschillende vragers die temperaturen van 100 C en meer nodig hebben voor hun industrieel proces. Bepaalde vragers (voornamelijk stoom) hebben een nog hogere temperatuur nodig, hierbij wordt dan rekening gehouden met een voorverwarming van het terugvoercondensaat of het verse stadswater. De rest wordt dan bijgestookt met de bestaande installatie. 23 Cijfer afkomstig van het Federaal Planbureau Economische vooruitzichten , Mei 2012

32 3.10 Materiaalkeuze Mogelijkheden In het eerste deel van deze studie is dieper ingegaan op de alle materialen die gebruikt kunnen worden voor de aanleg van een distributienet in de grond. In principe kan dit opgedeeld worden in de voorgeïsoleerde en nietvoorgeïsoleerde buizen. Gezien het gemak van plaatsing en de kostprijs zijn niet-voorgeïsoleerde buizen al bij voorbaat uitgesloten. Verder bestaan er dan nog drie mogelijk materialen: HDPE, staal en epoxy. HDPE is ook uitgesloten omdat hiervoor temperaturen van 90 C de bovenlimiet zijn. Dus blijven enkel nog de voorgeïsoleerde buizen in staal en epoxy over. Om een realistisch beeld te krijgen van de investering voor deze buizen werd enerzijds de studiedienst infrastructuur aangesproken om alle grond- en randwerken te begroten, anderzijds werden bij verschillende firma s offertes opgevraagd voor de levering en plaatsing van de buizen in staal en epoxy. Hieruit kan geconcludeerd worden dat epoxy duurder is voor de kleinere diameters, maar goedkoper in aanleg (en vooral in onderhoud) voor de grotere diameters. Bovendien is de pompenergie 30% lager bij epoxyleidingen 24, omdat zij een lagere wandruwheid hebben en dus lagere drukverliezen genereren Sensitiviteitsanalyse Onderstaande grafiek is een kopij van bovenstaande grafiek, maar dit zowel voor staal als voor epoxy. Over de hele lijn is de investering in een net met epoxyleidingen dus goedkoper dan staal. Hoe hoger de temperatuursval (en dus hoe lager de diameters), hoe kleiner het onderling verschil wordt. Door de uitzettingen van epoxy tengevolge van temperatuurschommelingen van het materiaal, zullen wel meer koppelingsvoegen voorzien moeten worden. Ook de bedding/onderfundering van de ondergrondse buis zal variëren in functie van het materiaalgebruik. temperatuursval over het warmtenet dynamische terugverdientijd kunststof staal C Grafiek 11: sensitiviteitsanalyse materiaalkeuze 24 Bij stalen leidingen bedraagt de elektrische pompenergie 1% van de totale vertransporteerde warmte-energie. Bij epoxy leidingen bedraagt de elektrische pompenergie 0,7% van de totale vertransporteerde warmte-energie.

33 In het voorontwerp en deze haalbaarheidsstudies is steeds met epoxy gerekend. Let er wel voor op dan indien de aanvoertemperatuur van het net boven de 120 C zou stijgen, de keuze voor epoxy is de praktijk niet meer mogelijk is Type van het distributienet Mogelijkheden In de inventarisatie werd gesproken over een 2- of 3-pijpsnet. Het voordeel van een 3-pijpsnet is de bedrijfszekerheid bij technische storingen of onderhoud. Het grootste nadeel is de meerprijs Sensitiviteitsanalyse Onderstaande grafiek is een kopij van bovenstaande grafieken, maar dit zowel voor 2- als 3-pijpsnet in epoxy. Uit financiële redenen werd voor een 2-pijpsnet gekozen. temperatuursval over het warmtenet dynamische terugverdientijd pijps 3-pijps C Grafiek 12: sensitiviteitsanalyse 2- of 3-pijpsnet We zien dat de invloed op het terugverdieneffect ongeacht de grootte van de temperatuursval (dus ongeacht de grootte van de diameters) 3 tot 4 jaar is.

34 4. RESULTATEN Voor de definities van de verschillende parameters in de vergelijkende tabellen wordt verwezen naar paragraaf Output. 4.1 Conclusies haalbaarheidsstudie: fase I Deze studie is de uitbreiding van een eerste studie die het technisch, economisch en ecologisch potentieel van een warmtenet in Oostende onderzoekt. In de eerste fase werd met een eerste groep geïnteresseerde warmtevragers aan de slag gegaan. Op basis daarvan werd een eerste inventarisatie en voorontwerp gemaakt. De conclusies van dit voorontwerp waren als volgt: - Proviron is geen zinvolle producent om individueel aan te sluiten, gezien de lage productiecapaciteit (randvoorwaarden die volgen uit de inventarisatie). - De preferente producenten zijn Ematco > Electrawinds > IVOO, dit is niet toevallig ook de volgorde van stijgende kost voor de warmteproductie. - De maximale productiekost om een terugverdienbaar net te hebben, ligt op 0,02 /kwh. - Een warmtenet dat alle geïnteresseerde partijen aansluit is niet rendabel en niet zinvol. De kostprijs van een dergelijk warmtenet schommelt rond de 17,5 miljoen euro. - Een directe uitwisseling tussen Electrawinds en Fides Petfood is een zinvol en haalbaar alternatief. De kostprijs van deze verwezenlijking wordt geraamd op 0,5 miljoen euro. - Het industriële eiland op Oosteroever is, ofschoon zijn grote afstand van de warmteproducent, een interessante aansluitpiste dankzij het grote gevraagde vermogen. In de volgende fase dient een verdere uitbreiding van deze tak zeker bekeken te worden. - De formule van aansluiting en de verdeling van de aansluitkost dient in detail bekeken te worden voor grensgevallen, Daikin en Frima. Ofschoon hun aansluiting net op de rand van de vooropgestelde haalbaarheid schommelt, vooral gezien de strenge eisen die ze zelf stellen, heeft hun aansluiting een positief effect op de globale terugverdientijd. Een abonnementsformule of spreiding van de investering voor aansluiting over verschillende partijen, is te overwegen. - Het warmtetarief heeft optimaal een kostprijs van 80% van het gastarief. - Het CO 2 -kengetal van distributie en back-up de warmte schommelt tussen de kg/kwh, afhankelijk van de hoeveelheid gasgestookte bijstook en de pompenergie. - Alle warmtenetten in voorontwerp zijn voorzien van een bijkomende capaciteit van 25% ten opzichte van de bestaande ontworpen capaciteit, om toekomstige uitbreidingen mogelijk te maken. De invloed van een hogere reservecapaciteit op de terugverdientijd van het net wordt duidelijk weergegeven in paragraaf 3.2 Reservecapaciteit warmtenet. De twee meest zinvolle trajecten die uit de bus kwamen waren de volgende: 1. Directe uitwisseling tussen Electrawinds en Fides Petfood (warmte-uitwisseling op partnerschaal) met een TVT van 3 tot 7 jaar, respectievelijk inclusief en exclusief subsidies. 2. Warmtenet met Ematco als producent aansluiting van Fides Petfood, Kantoren Electrawinds, Daikin en Oosteroever, met een TVT van 8 tot 16 jaar, respectievelijk inclusief en exclusief subsidies. 2a. De eventuele aansluiting van Frima is te bekijken in functie van de aansluitformule, als de terugverdientijd hier tot de minimaal aanvaardbare kan gebracht worden heeft dit een positieve invloed op de terugverdientijd van het algemeen net. Momenteel is de terugverdientijd voor Frima slechts 2,7 jaar in plaats van de vooropgestelde 2,4 jaar. De trajecten van deze meest optimale trajecten worden hieronder afgebeeld.

35 35 62 Figuur 1: Detail meest rendabele scenario 1 FidesPetfood-Electrawinds - Solvaylaan Figuur 2: Traject meest rendabele scenario 2 Oosteroever en Eurostation

36 Voorontwerp met alle warmtevragers aangesloten In de eerste stap in het voorontwerp van de tweede fase worden alle verschillende warmtevragers aangesloten op één net (all-in). Dit warmtenet kan door de vier verschillende producenten gevoed worden. Hoewel uit onderstaande zal blijken dat een algemeen net met alle warmtevragers aangesloten financieel niet haalbaar is, is dit een goed uitgangspunt om de verschillende producenten met elkaar te vergelijken Traject Figuur 3: Traject voorontwerp I all-in

37 4.2.2 Vergelijking van de verschillende producenten Tabel 3: vergelijking van de verschillende producenten in het voorontwerp all-in Producent naam IVOO Proviron Ematco Electrawinds maximum capaciteit producent 23,0 6,6 64,5 17,0 MW maximum aanbod producent 176,6 52,9 517,0 136,3 GWh aantal draaiuren h/jaar productiekost restwarmte 0,020 0,005 0,000 0,010 /kwh CO 2 -kengetal productie kg/kwh Vragers Totale piek warmtevraag 63,5 63,5 63,5 63,5 MW dekkingsgraad 36% 10% 102% 27% noodzakelijke back-upcapaciteit 40,5 56,9 31,7 46,5 MW totale energievraag (verkoop) 149,8 149,8 149,9 149,8 GWhth verliezen/behoefte 4% 4% 4% 4% totale energievraag (incl distributieverlies) 156,3 156,3 156,3 156,4 GWhth Leidingnet totale lengte enkel 18,7 18,3 18,3 19,0 km vermogen/lengte (enkel) 3,4 3,5 3,5 3,3 MW/km behoefte/lengte (enkel) 8,0 8,2 8,2 7,9 GWh/km Investering kostprijs investering productie 9,80 10,66 9,72 10,09 Mio kostprijs investering distributie 14,64 16,37 11,76 15,20 Mio kostprijs investering totaal 24,44 27,03 21,47 25,30 Mio Subsidies subsidies productie 0,00 1,56 1,51 1,53 Mio subsidies distributie 4,11 4,07 4,02 4,52 Mio kostprijs incl subsidies 20,33 21,40 15,94 19,24 Mio Jaarlijkse kosten kostprijs warmteproductie kostprijs warmteproductie back-up kostprijs elektriciteitsverbruik pomp kostprijs onderhoud Jaarlijkse baten totaal jaarlijkse warmteverkoop totaal subsidie productie Jaarlijkse opbrengst totale opbrengst excl subsidie prod totale opbrengst incl subsidie prod (10 jaar) TVT excl subsidies IRR op 25 jaar - - 8% - statische terugverdientijd nooit nooit 11 nooit jaar dynamische terugverdientijd nooit nooit 13 nooit jaar nodige subsidies TVT 25 jaar 561% 428% geen 443% nodige warmtevraag TVT 25 jaar 284,8 240,1 0,0 232,1 GWh/jaar TVT incl subsidies IRR op 25 jaar % - statische terugverdientijd nooit nooit 5 nooit jaar dynamische terugverdientijd nooit nooit 8 nooit jaar nodige subsidies TVT 25 jaar 619% 514% geen 529% nodige warmtevraag TVT 25 jaar 261,8 228,4 0,0 212,7 GWh/jaar Primaire Energie totaal jaarlijkse vermeden primaire energie 59,4 14,1 173,1 42,8 GWhep totaal jaarlijks vermeden CO 2 -uitstoot ton Kengetal CO kg/mwhth

38 Uit bovenstaande tabel blijkt dat de investering voor het algemene net tussen de 21 en 27 miljoen euro schommelt, afhankelijk van de locatie van de warmteproducent en grootte van de installatie. Het is vooral de grootte van de back-upinstallatie, die het niet gedekte vermogen moet kunnen voorzien die hier de grote prijsfluctuaties geeft. Ematco hoeft slechts een back-upinstallatie te voorzien ter grootte van 50% van het gevraagde vermogen. De andere drie producenten ter grote van 65 tot 90% van de installatie, omdat hun dekkingsgraad slechts een fractie is van het totale gevraagde vermogen. Indien rekening gehouden wordt met het maximale potentieel aan subsidies zakt de investering met circa 16 tot 22 miljoen euro. Hierin is inbegrepen: vergoeding groene warmte, verhoogde investeringsaftrek en ecologiepremie + voor de producent én subsidies voor de (her)aanleg van infrastructuur op bestaande bedrijven terreinen (brownfields). De reële kans dat elk van deze subsidies gebruikt zullen kunnen worden is klein. In realiteit zal de terugverdientijd ergens tussen het scenario exclusief en het scenario inclusief subsidies schommelen De jaarlijkse opbrengst van het net is sterk afhankelijk is van producent tot producent, hoe lager de jaarlijkse opbrengsten, hoe minder snel de aanleg van het warmtenet zal terugverdiend worden. Bij drie van de vier producenten zijn de opbrengsten zelfs negatief. Dit heeft vooral te maken met het grote verschil tussen gevraagd en beschikbaar vermogen. Zo kan IVOO slechts 36% van het gevraagd piekvermogen leveren. Dit wil zeggen dat op heel veel momenten de back-up -installatie zal moeten bijverwarmen, omdat de producent zelf niet voldoende restwarmte beschikbaar heeft. Voor Proviron en Electrawinds is dit respectievelijk slechts 10 en 27%. Enkel Ematco kan het vereiste totaal vermogen van 63,5 MW op de valreep leveren. Bovendien kan Ematco zijn restwarmte zelfs kosteloos ter beschikking stellen. Bij de andere leveranciers dient een kost voor vermeden elektriciteitsproductie gerekend te worden. Proviron stelt zijn warmte enkel ter beschikking aan 0,005 /kwh, welke kosten hiervoor gecompenseerd moeten worden is ons niet duidelijk. Indien de kosten voor de restwarmte lager zouden liggen bij de betreffende producenten (én het totaal gevraagde vermogen van het net veel kleiner zou worden), zou het net eventueel wel terugverdienbaar kunnen worden waardoor de producenten na afloop eventueel kunnen delen in de baten na terugverdientermijn. Dit is ook rechtstreeks afleesbaar is het CO 2 -kengetal van de verschillende producenten: 167, 229 en 190 kg/mwhth voor respectievelijk IVOO, Proviron en Electrawinds (gezien de hoge mate aan bijstook met aardgas die vereist zouzijn) in tegenstelling tot 15 kg/mwh voor Ematco. Alleen met Ematco als producent wordt dus effectief voldoende gebruik gemaakt van de restwarmte, de CO 2 -factor van alle andere producenten komt wel erg dicht bij dat van gas (201 kg/mwh) te liggen. Bij Proviron zijn de jaarlijkse opbrengsten bovendien extreem laag, omwille van het lage eigen vermogen restwarmte en de daaraan gekoppelde de hoge productiekosten voor de warmte van de back-upketel. Onderstaande grafiek geeft de evolutie van de netto contante waarde over 25 jaar weer. In het jaar nul start elke producent met een negatieve investering, jaarlijks worden gemaakte kosten en de gewonnen baten hierbij geteld. Dit zowel in een statisch als een dynamisch scenario. De statisch verlopende netto contante waarde is een rechte lijn. De dynamische evolueert licht gekromd in de tijd. De investering ligt daar ook iets hoger bij, omdat ook rekening gehouden wordt met de financieringskosten, die ook binnen de levensduur van het project dienen terugverdiend te worden. In lijn met bovenstaande conclusies, blijft de kostenflux bij een warmtenet met Proviron, IVOO en Electrawinds negatief en kan de investering dus nooit terugverdiend worden. Dit wil duidelijk zeggen dat de vooropgestelde warmteproductiekost niet haalbaar is voor een rendabel warmtenet. Voor een all-in net blijft dus enkel Ematco overeind.

39 39 62 nettocontantewaarde[ ] Terugverdientijd IVOO NPVstat incl subs IVOO NPVdyn incl subs IVOO NPVstat excl subs IVOO NPVdyn excl subs PROVIRON NPVstat incl subs PROVIRON NPVdyn incl subs PROVIRON NPVstat excl subs PROVIRON NPVdyn excl subs EMATCO NPVstat incl subs EMATCO NPVdyn incl subs EMATCO NPVstat excl subs EMATCO NPVdyn excl subs ELECTRA NPVstat incl subs ELECTRA NPVdyn incl subs ELECTRA NPVstat excl subs Grafiek 13: Net Present Value voor de verschillende producenten Uit bovenstaande blijkt onderstaande volgorde van preferente producten: 1. EMATCO 2. Electrawinds 3. IVOO 4. Proviron Met in principe enkel EMATCO als enige haalbare alternatief. Alle andere producenten hebben een negatief verloop als ze de enige warmteproducent zouden zijn. Wat wil zeggen dat het net jaar na jaar verlies maakt en nooit terugverdiend zal kunnen worden en dit omdat ze als enige warmteleverancier te veel aardgas zouden moeten bijstoken. Het lijkt dus zinvol een gekoppelde productie van de verschillende producenten (zonder Ematco) te onderzoeken, zie volgende paragraaf. Uit fase I van deze studie konden we besluiten dat geen enkel voorontwerp op basis van Proviron zal interessant zijn gezien zijn te beperkte vermogen, daarom is Proviron ook in het verder verloop van onze studie buiten beschouwing gelaten. Voor IVOO en Electrawinds wordt bekeken of er met een beperkt aantal warmtevragers toch een rendabel scenario kan gecreëerd worden. Voor de CO 2 -uitstoot ligt de preferente volgorde ongeveer gelijkaardig. Dit vooral omdat de dekkingsgraad van bijvoorbeeld Electrawinds voor een scenario met alle vragers iets te laag ligt, waardoor er te veel gasgestookte bijstook geleverd moet worden. 1. EMATCO 2. IVOO 3. Electrawinds 4. PROVIRON Wat de globale CO 2 -uitstoot betreft, geniet elke van de voorgestelde producenten nipt de voorkeur boven als de bestaande huidige situatie met iedereen zijn eigen, individuele warmteopwekking. Het verschil tussen het

40 individuele scenario en Proviron is echter zo minimaal dat de meerinvestering in een warmtenet nauwelijks als duurzaam zou kunnen gezien worden jaarlijkse CO2-uitstoot - restwarmte CO 2 -neutraal CO2 elektriciteit CO2 aardgas Grafiek 14: jaarlijkse CO 2 -uitstoot voor de voorziening van verwarming (pompenergie & back-upinstallatie) van de verschillende scenario s Gekoppelde productie: IVOO, Electrawinds & Proviron Ematco is het enige financieel haalbare voorontwerp met alle warmtevragers aangesloten, dit is enerzijds te wijten aan zijn hoge beschikbare vermogen, anderzijds aan zijn lage warmteproductiekost (0 /kwh). Er wordt kort even gecheckt of een net ook haalbaar zou zijn, indien er een combinatie van de drie overige warmteproducenten zou kunnen ontstaan. Enerzijds zorgt dit voor een complexer technisch en juridisch/economisch ontwerp, anderzijds zal de investering ervan (voornamelijk aan productiezijde) iets hoger liggen. Onderstaande tabel geeft de resultaten van de productiecombinatie IVOO-Proviron-Electrawinds mee. Hierbij zijn de randvoorwaarden van de verschillende soorten restwarmte (kostprijs, CO 2 -kengetal ) relatief ten opzichte van hun aandeel in de totaal beschikbare warmte in rekening gebracht.

41 Tabel 4: berekeningstabel van het voorontwerp all-in met meervoudige productie Producent naam IVOO+Electra+Proviron maximum capaciteit producent 46,6 MW maximum aanbod producent 365,8 GWh aantal draaiuren h/jaar productiekost restwarmte 0,014 /kwh CO 2 -kengetal productie 124 kg/kwh Vragers Totale piek warmtevraag 63,5 MW dekkingsgraad 73% noodzakelijke back-upcapaciteit 31,7 MW totale energievraag (verkoop) 149,8 GWhth verliezen/behoefte 4% totale energievraag (incl distributieverlies) 156,7 GWhth Leidingnet totale lengte enkel 19,8 km vermogen/lengte (enkel) 3,2 MW/km behoefte/lengte (enkel) 7,6 GWh/km Investering kostprijs investering productie 12,17 Mio kostprijs investering distributie 13,10 Mio kostprijs investering totaal 25,27 Mio Subsidies subsidies productie 1,64 Mio subsidies distributie 5,01 Mio kostprijs incl subsidies 18,62 Mio Jaarlijkse kosten kostprijs warmteproductie kostprijs warmteproductie back-up kostprijs elektriciteitsverbruik pomp kostprijs onderhoud Jaarlijkse baten totaal jaarlijkse warmteverkoop totaal subsidie productie Jaarlijkse opbrengst totale opbrengst excl subsidie prod totale opbrengst incl subsidie prod (10 jaar) TVT excl subsidies IRR op 25 jaar - statische terugverdientijd nooit jaar dynamische terugverdientijd nooit jaar nodige subsidies TVT 25 jaar 262% nodige warmtevraag TVT 25 jaar 136,9 GWh/jaar TVT incl subsidies IRR op 25 jaar - statische terugverdientijd nooit jaar dynamische terugverdientijd nooit jaar nodige subsidies TVT 25 jaar 207% nodige warmtevraag TVT 25 jaar 79,8 GWh/jaar Primaire Energie totaal jaarlijkse vermeden primaire energie 125,7 GWhep totaal jaarlijks vermeden CO 2 -uitstoot ton Kengetal CO 2 79 kg/mwhth Hieruit kunnen we afleiden dat door de combinatie van de drie producenten het aandeel dat door een conventionele back-up zou moeten geleverd worden al veel kleiner is geworden, maar het net toch nog niet terugverdienbaar is. De kosten zijn nog steeds hoger dan de baten. Een vermogenstekort van 27% van het vermogen is duidelijk nog steeds te hoog.

42 De grafieken uit paragraaf zijn in deze paragraaf nog eens toegevoegd met aanvulling van het combinatiescenario. Hier kunnen de bovenstaande conclusies grafisch gestaafd worden Terugverdientijd nettocontantewaarde[ ] IVOO+Prov+Electra NPVstat incl subs IVOO+Prov+Electra NPVdyn incl subs IVOO+Prov+Electra NPVstat excl subs Grafiek 15: Net Present Value voor de verschillende producenten jaarlijkse CO2-uitstoot voor de voorziening van verwarming van alle vragers [ton] CO2 elektriciteit CO2 aardgas Grafiek 16: jaarlijkse CO 2 -uitstoot voor de voorziening van verwarming (pompenergie & back-upinstallatie) van de verschillende scenario s

43 Om de theoretische haalbaarheid van dit combinatiescenario verder te staven, geeft onderstaande tabel voor dit scenario bij een theoretische dekkingsgraad van 100%, en dus een theoretisch vermogen van 63,5 MW de berekeningsresultaten weer. Dit voor de werkelijke kostprijs van warmte aan /kwh in de eerste kolom. De andere kolommen geven de invloed van een variërende kostprijs weer. Pas bij een warmtekost lager dan /kwh, wordt het net werkelijk rendabel. Dit heeft onder meer te maken met de hogere investeringskost voor meervoudige productie. Tabel 5: overzichtstabel voorontwerp all-in met meervoudige productie (theoretisch vermogen 63,5MW) Producent naam IVOO+Electra+Proviron maximum capaciteit producent 63,5 63,5 63,5 63,5 MW maximum aanbod producent 302,9 302,9 302,9 302,9 GWh aantal draaiuren h/jaar productiekost restwarmte 0,014 0,000 0,005 0,010 /kwh CO2-kengetal productie kg/kwh Vragers Totale piek warmtevraag 63,5 63,5 63,5 63,5 MW dekkingsgraad 100% 100% 100% 100% noodzakelijke backupcapaciteit 31,7 31,7 31,7 31,7 MW totale energievraag (verkoop) 149,8 149,8 149,8 149,8 GWhth verliezen/behoefte 4% 4% 4% 4% totale energievraag (incl distributieverlies) 156,7 156,7 156,7 156,7 GWhth Leidingnet totale lengte enkel 19,8 19,8 19,8 19,8 km vermogen/lengte (enkel) 3,2 3,2 3,2 3,2 MW/km behoefte/lengte (enkel) 7,6 7,6 7,6 7,6 GWh/km Investering kostprijs investering productie 12,17 12,17 12,17 12,17 Mio kostprijs investering distributie 12,83 12,83 12,83 12,83 Mio kostprijs investering totaal 25,00 25,00 25,00 25,00 Mio Subsidies subsidies productie 1,64 1,64 1,64 1,64 Mio subsidies distributie 5,01 5,01 5,01 5,01 Mio kostprijs incl subsidies 18,35 18,35 18,35 18,35 Mio Jaarlijkse kosten kostprijs warmteproductie kostprijs warmteproductie back-up kostprijs elektriciteitsverbruik pomp kostprijs onderhoud Jaarlijkse baten totaal jaarlijkse warmteverkoop totaal subsidie productie Jaarlijkse opbrengst totale opbrengst excl subsidie prod totale opbrengst incl subsidie prod (10 jaar) TVT excl subsidies IRR op 25 jaar - 6% 3% -7% statische terugverdientijd nooit jaar dynamische terugverdientijd nooit jaar nodige subsidies TVT 25 jaar 121% geen geen 55% nodige warmtevraag TVT 25 jaar 62,7 0,0 0,0 28,4 GWh/jaar TVT incl subsidies IRR op 25 jaar - 11% 7% 1% statische terugverdientijd jaar dynamische terugverdientijd nooit jaar nodige subsidies TVT 25 jaar geen geen geen geen nodige warmtevraag TVT 25 jaar 0,0 0,0 0,0 0,0 GWh/jaar Primaire Energie totaal jaarlijkse vermeden primaire energie 173,1 173,1 173,1 173,1 GWhep totaal jaarlijks vermeden CO 2-uitstoot ton Kengetal CO kg/mwhth

44 Financiële haalbaarheid van de individuele aansluiting Zoals beschreven in de berekeningsmethodiek dient niet enkel de financiële haalbaarheid van het algemene net, maar ook van de individuele aansluiting onderzocht te worden. Tabel 6: terugverdientijden individuele investeringen TVTstat excl subsidies [jaar] TVT incl subsidies [jaar] TVTdyn incl subsidies [jaar] maximale TVT [jaar] bedrijfsnaam Frima Daikin Fides Petfood Kantoor Electrawinds Eurostation - Maritieme hal Eurostation - Stationsgebouw nooit nooit nooit 15 Eurostation - Kantoren nooit nooit nooit 15 Stad Oostende - Stedelijk Zwembad Stad Oostende - De Lange Schuur Stad Oostende - MrV sportpark Stad Oostende - Stadhuis Stad Oostende - Stedelijke Werkhuizen Stad Oostende - Dr. E Moreauxschool Oosteroever - woningen Oosteroever - appartementen Oosteroever - kantoren Oosteroever - winkel Oosteroever - horeca t Baanhof Morubel Verhelst Sleuyter - woning Sleuyter - kantoor Serrecomplex Oudenburg Sint-Jan AV, campus Oostende OCMW Orac Deze tabel geeft voor elke geïnteresseerde warmtevrager de berekende statische en dynamische terugverdientijd, samen met de maximale statische terugverdientijd weer. Indien er geen maximale terugverdientijd opgegeven werd door de vragers, werd er een maximale terugverdientijd van 15 jaar gehanteerd voor de investering. Deze terugverdientijd is een vergelijking met het enkelvoudige behoud van de bestaande gasgestookte installatie. Er werd bovendien een terugverdientijd exclusief en inclusief subsidies berekend. Er werd rekening gehouden met een verhoogde investeringsaftrek en de ecologiepremie plus indien de warmtevrager een private onderneming betreft (uitgezonderd projectontwikkelaars). Voor alle overheidsbedrijven werd geen enkele subsidie in rekening gebracht en is er dus geen verschil tussen de TVT inclusief of exclusief subsidies. Als de investering net buiten de mogelijkheden van de warmtevrager valt, bijvoorbeeld Frima (of Daikin wanneer er geen rekening gehouden wordt met de subsidies), dan valt te overwegen om de aansluiting in een andere abonnementsformule te gieten waardoor de initiële investering terugvalt op een minimum en toch aan de terugverdientijd voldaan wordt.

45 Voor het laagenergie kantoorgebouw van Electrawinds is de investering voor de aansluiting (achteraan) op eigen terrein hoog, zeker in vergelijking met de afname, vandaar dat de terugverdientijd slechts op 10 tot 15 jaar ligt, afhankelijk van de berekeningswijze (statisch of dynamisch). De nieuwe gebouwen van Eurostation (met uitzondering van de Maritieme hal) aansluiten op het warmtenet is nooit terugbetaalbaar, het warmtenet kan economisch gezien niet concurreren met de energie-efficiënte warmtepompen op zeewater die nu voorzien zijn. De aansluiting van Orac is ook nooit terugverdienbaar, gezien de grote noodzakelijk investering om de bestaande magazijnverwarming van direct gasgestookt om te vormen naar watergevoede luchtverhitters. De investering in een aansluiting op het warmtenet is dus pas rendabel terug te verdienen als de verwarmingsinstallatie van de loodsen op zichzelf in ieder geval moet vernieuwd worden. Op basis van bovenstaande bevindingen zijn volgende warmtevragers in de verdere optimalisatie naar een ideaal traject veelal buiten beschouwing gelaten: Eurostation Orac Kantoor Electrawinds Er is voor elke geïnteresseerde warmtevrager een individuele voorontwerpnota opgemaakt met de technische en financiële randvoorwaarden voor elke partij. Hierbij is ook een financiëel vergelijk opgenomen met 3 scenario s over de komende 15 jaar: Scenario 1: bestaande toestand, zonder aansluiting aan het warmtenet Scenario 2: aansluiting aan het warmtenet, investering 100% bij aansluiting Scenario 3: aansluiting aan het warmtenet, investering in abonnementformule Bij de abonnementsformule is de initiële investering gespreid over 15 jaar, waarbij de initiële investering en dus ook de installatie eigendom blijft van de warmtenetverdeler. 4.4 Optimalisatie van het traject op basis van producent Ematco Ematco blijkt in het all-in scenario al rendabel te zijn, om echter te evalueren welke zijtakken wel en welke zijtakken niet rendabel zijn, wordt dus een vergelijkend onderzoek gedaan. Onderstaande tabel vat de resultaten van dit vergelijkend onderzoek samen Ematco: vergelijking van de verschillende trajecten op basis van TVT globale investering

46 46 62 Tabel 7: overzicht verschillende trajecten Ematco Aangeloten clusters Kantoor Electrawinds x x x x x Sleuyter x x x x x Serrecomplex Oudenburg x x x x x Fides Petfood x x x Verhelst x x x x x x Orac x Daikin x x x x x x x x x x Zijtak A2a1: MrV + baanhof + kinderboerderij x Zijtak A2a21: campus Henri Serruys Oostende x x x x x x x Zijtak A2a2111: Zwembad x x x Zijtak A2a2112: Stadhuis x x Zijtak A3a: Eurostation x Zijtak A3b: Stedelijke werkhuizen x Zijtak A4a : Dr. E. Moreaux school x Zijtak A6a: Morubel x x x x x x x x Frima x x x x x x x x x Oosteroever x x x x x x x x x x Vragers Totale piek warmtevraag 22,6 25,8 13,7 15,6 39,5 22,2 11,9 12,3 13,9 16,9 18,1 19,8 30,6 56,3 53,2 MW dekkingsgraad 285% 250% 471% 415% 163% 291% 542% 525% 462% 383% 357% 325% 211% 114% 121% noodzakelijke back-upcapaciteit 11,3 12,9 6,9 7,8 19,7 11,1 5,9 6,1 7,0 8,4 9,0 9,9 15,3 28,2 26,6 MW totale energievraag (verkoop) 83,6 90,2 20,0 20,8 110,2 38,9 16,3 17,7 20,9 32,1 33,5 35,1 52,1 142,3 135,7 GWhth verliezen/behoefte 3% 3% 2% 3% 3% 7% 6% 6% 6% 6% 6% 6% 4% 4% 4% totale energievraag (incl verliezen) 85,9 92,9 20,5 21,5 113,2 41,7 17,4 18,8 22,2 34,2 35,6 37,3 54,5 147,6 140,7 GWhth Leidingnet totale lengte enkel 2,1 2,5 0,3 1,6 2,8 15,0 6,5 6,5 6,8 8,6 9,4 10,0 8,9 10,5 10,2 km vermogen/lengte (enkel) 10,7 10,3 45,7 9,5 14,1 1,5 1,8 1,9 2,0 2,0 1,9 2,0 3,4 5,3 5,2 MW/km behoefte/lengte (enkel) 39,4 36,1 66,7 12,7 39,3 2,6 2,5 2,7 3,1 3,8 3,6 3,5 5,9 13,5 13,4 GWh/km Investering kostprijs investering productie 3,53 4,03 2,21 2,49 6,07 3,47 1,95 2,00 2,25 2,69 2,87 3,13 4,73 8,59 8,12 Mio kostprijs investering distributie 1,61 2,04 0,00 0,00 2,04 10,34 5,17 5,17 5,34 6,61 7,10 7,58 6,61 8,11 7,71 Mio kostprijs investering totaal 5,15 6,07 2,21 2,49 8,12 13,81 7,12 7,17 7,59 9,30 9,97 10,71 11,35 16,70 15,83 Mio Subsidies subsidies productie 1,19 1,21 0,89 1,00 1,32 1,18 0,78 0,81 0,91 1,08 1,15 1,16 1,25 1,45 1,43 Mio subsidies distributie 0,34 0,36 0,00 0,00 0,36 3,97 3,10 3,10 3,20 3,28 3,28 3,28 3,28 3,31 3,31 Mio kostprijs incl subsidies 3,62 4,51 1,32 1,48 6,44 8,65 3,23 3,26 3,48 4,94 5,53 6,26 6,81 11,93 11,09 Mio Jaarlijkse kosten kostprijs warmteproductie kostprijs warmteproductie back-up kostprijs elektriciteitsverbruik pomp kostprijs onderhoud Jaarlijkse baten totaal jaarlijkse warmteverkoop totaal subsidie productie Jaarlijkse opbrengst totale opbrengst excl subsidie prod totale opbrengst incl subsidie prod (10 jaar) TVT excl subsidies IRR op 25 jaar 10% 10% 13% 11% 11% 6% 5% 5% 6% 7% 7% 6% 8% 9% 9% statische terugverdientijd jaar dynamische terugverdientijd jaar nodige subsidies TVT 25 jaar geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen nodige warmtevraag TVT 25 jaar 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 GWh/jaar TVT incl subsidies IRR op 25 jaar 21% 20% 25% 23% 19% 11% 14% 14% 15% 15% 14% 13% 16% 16% 16% statische terugverdientijd jaar dynamische terugverdientijd jaar nodige subsidies TVT 25 jaar geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen nodige warmtevraag TVT 25 jaar 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 GWh/jaar Primaire Energie totaal jaarlijkse vermeden primaire energie 108,2 114,8 16,4 17,2 131,9 42,5 16,1 20,3 24,2 36,2 37,3 39,0 52,3 166,2 159,9 GWhep totaal jaarlijks vermeden CO 2-uitstoot ton Kengetal CO kg/mwhth

47 Ematco: Meest rendabele trajecten Uit bovenstaande tabellen blijkt dat er heel veel verschillende combinaties met als enige producent Ematco interessant kunnen zijn. De scenario s met het beste rendement (hoge IRR) zijn: Scenario 1a: De tak Oudenburg, ie. kantoor Electrawinds- Sleuyter - serrecomplex Oudenburg Fides Petfood (figuur 4 en kolom 2 in tabel 5) Scenario 1b: Scenario 1a + Verhelst (figuur 4 en kolom 5 in tabel 5) Scenario 2a: Scenario 1b + de tak naar de haven: Daikin Morubel Frima Oosteroever + de aftakking naar het AV Sint-Jan (ziekenhuis + OCMW) (figuur 5 en kolom 14 in tabel 5) Scenario 2b: Scenario 2a zonder Fides Petfood (figuur 5 en kolom 15 in tabel 5) Scenario 2b levert exact dezelfde terugverdientijd en rendement als scenario 2a. De investering ligt wel 1 miljoen euro lager. Bovendien blijft er zo een mogelijkheid om Fides Petfood rechtstreeks aan Electrawinds te koppelen (zie vorige studie én paragraaf 0 Tabel 11: overzicht partnership Serrecomplex Electrawinds, aangepaste productiekost warmte SERRECOMPLEX - ELECTRAWINDS naam Electrawinds maximum capaciteit producent 44,0 MW maximum aanbod producent 352,7 GWh aantal draaiuren h/jaar productiekost restwarmte 0,010 0,002 /kwh CO2-kengetal productie 101 kg/kwh Vragers Totale piek warmtevraag 21,9 21,9 MW dekkingsgraad 201% 201% noodzakelijke backupcapaciteit 11,0 11,0 MW totale energievraag (verkoop) 82,6 82,6 GWhth verliezen/behoefte 2% 2% totale energievraag (incl distributieverlies) 84,4 84,4 GWhth Leidingnet totale lengte enkel 0,3 0,3 km vermogen/lengte (enkel) 73,1 73,1 MW/km behoefte/lengte (enkel) 275,5 275,5 GWh/km Investering kostprijs investering productie 3,25 3,25 Mio kostprijs investering distributie 0,30 0,30 Mio kostprijs investering totaal 3,54 3,54 Mio Subsidies subsidies productie 1,17 1,17 Mio subsidies distributie 0,15 0,15 Mio kostprijs incl subsidies 2,22 2,22 Mio Jaarlijkse kosten kostprijs warmteproductie kostprijs warmteproductie back-up kostprijs elektriciteitsverbruik pomp kostprijs onderhoud Jaarlijkse baten totaal jaarlijkse warmteverkoop totaal subsidie productie Jaarlijkse opbrengst totale opbrengst excl subsidie prod totale opbrengst incl subsidie prod (10 jaar) TVT excl subsidies IRR op 25 jaar - 11% statische terugverdientijd nooit 7 jaar dynamische terugverdientijd nooit 10 jaar nodige subsidies TVT 25 jaar - geen nodige warmtevraag TVT 25 jaar 37,6 0,0 GWh/jaar TVT incl subsidies

48 IRR op 25 jaar - 31% statische terugverdientijd 7 2 jaar dynamische terugverdientijd nooit 4 jaar nodige subsidies TVT 25 jaar - geen nodige warmtevraag TVT 25 jaar - 0,0 GWh/jaar Primaire Energie totaal jaarlijkse vermeden primaire energie 108,0 108,0 GWhep totaal jaarlijks vermeden CO 2-uitstoot ton Kengetal CO kg/mwhth 48 62

49 Electrawinds: Meest rendabele trajecten) Deze trajecten worden hieronder op de kaart weergegeven. Figuur 4: Traject meest rendabele scenario 1a tak Oudenburg, al dan niet met Verhelst (scenario 1b) C

50 HELST C Figuur 5: Traject meest rendabele scenario 2a tak Oudenburg + naar de haven, al dan niet met Fides Petfood (scenario 2b) Volgende tabel onderzoek de invloed van het serrecomplex Oudenbrug op de te verwachten terugverdientijden. Het serrecomplex Oudenburg is immers om diverse redenen een onzeker project: 1. Indien met restwarmte gewerkt wordt, moet er ook een aanvoer van CO 2 gerealiseerd kunnen worden. Dit maakt geen onderdeel uit van deze studie. 2. Vergunningstechnisch ligt het serrecomplex nog steeds onder vuur. Een aanpassing van het RUP zou verschillende buurtbewoners en natuurorganisaties in het harnas jagen.

51 51 62 Tabel 8: overzicht meest rendabele trajecten Ematco met en zonder het serrecomplex Aangeloten clusters Kantoor Electrawinds x x x x x x x x x x Sleuyter x x x x x x x x x x Serrecomplex Oudenburg x x x x x Fides Petfood x x x x x x Verhelst x x x x x x Orac Daikin x x x x Zijtak A2a1: MrV + baanhof + kinderboerderij Zijtak A2a21: campus Henri Serruys Oostende x x x x Zijtak A2a2111: Zwembad Zijtak A2a2112: Stadhuis Zijtak A3a: Eurostation Zijtak A3b: Stedelijke werkhuizen Zijtak A4a : Dr. E. Moreaux school Zijtak A6a: Morubel x x x x Frima x x x x Oosteroever x x x x Vragers Totale piek warmtevraag 22,6 0,7 25,8 3,9 39,5 17,6 56,3 34,4 53,2 31,2 MW dekkingsgraad 285% 9353% 250% 1670% 163% 367% 114% 187% 121% 206% noodzakelijke back-upcapaciteit 11,3 0,3 12,9 1,9 19,7 8,8 28,2 17,2 26,6 15,6 MW totale energievraag (verkoop) 83,6 0,9 90,2 7,5 110,2 27,5 142,3 59,5 135,7 53,0 GWhth verliezen/behoefte 3% 12% 3% 7% 3% 3% 4% 4% 4% 4% totale energievraag (incl distributieverlies) 85,9 1,0 92,9 8,0 113,2 28,4 147,6 62,3 140,7 55,4 GWhth Leidingnet totale lengte enkel 2,1 1,5 2,5 2,5 2,8 2,8 10,5 10,5 10,2 9,6 km vermogen/lengte (enkel) 10,7 0,5 10,3 1,5 14,1 6,3 5,3 3,3 5,2 3,3 MW/km behoefte/lengte (enkel) 39,4 0,6 36,1 3,0 39,3 9,8 13,5 5,7 13,4 5,5 GWh/km Investering kostprijs investering productie 3,53 0,21 4,03 0,73 6,07 2,79 8,59 5,33 8,12 4,84 Mio kostprijs investering distributie 1,61 0,81 2,04 1,61 2,04 1,61 8,11 7,70 7,71 6,94 Mio kostprijs investering totaal 5,15 1,02 6,07 2,34 8,12 4,40 16,70 13,03 15,83 11,77 Mio Subsidies subsidies productie 1,19 0,09 1,21 0,30 1,32 1,12 1,45 1,28 1,43 1,25 Mio subsidies distributie 0,34 0,29 0,36 0,31 0,36 0,31 3,31 3,28 3,31 3,28 Mio kostprijs incl subsidies 3,62 0,65 4,51 1,73 6,44 2,96 11,93 8,47 11,09 7,24 Mio Jaarlijkse kosten kostprijs warmteproductie kostprijs warmteproductie back-up kostprijs elektriciteitsverbruik pomp kostprijs onderhoud Jaarlijkse baten totaal jaarlijkse warmteverkoop totaal subsidie productie Jaarlijkse opbrengst totale opbrengst excl subsidie prod totale opbrengst incl subsidie prod (10 jaar) TVT excl subsidies IRR op 25 jaar 10% - 10% 3% 11% 9% 9% 8% 9% 8% statische terugverdientijd 8 nooit jaar dynamische terugverdientijd 11 nooit jaar nodige subsidies TVT 25 jaar geen 113% geen geen geen geen geen geen geen geen nodige warmtevraag TVT 25 jaar 0,0 1,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 GWh/jaar TVT incl subsidies IRR op 25 jaar 21% -9% 20% 7% 19% 15% 16% 14% 16% 15% statische terugverdientijd jaar dynamische terugverdientijd jaar nodige subsidies TVT 25 jaar geen 91% geen geen geen geen geen geen geen geen nodige warmtevraag TVT 25 jaar 0,0 0,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 GWh/jaar Primaire Energie totaal jaarlijkse vermeden primaire energie 108,2 0,8 114,8 7,2 131,9 23,6 166,2 59,5 159,9 53,1 GWhep totaal jaarlijks vermeden CO 2-uitstoot ton Kengetal CO kg/mwhth 80% van de gasprijs voor de restwarmte is enkel een goede prijs voor serres met teelten die niet geschikt zijn voor WKK s: bladgroenten en andere. Deze hebben echter een zeer laag verbruik en slecht profiel. Dit is ook niet de beoogde teelt in de toekomstige serres. Als je naar de energie-intensieve teelten gaat waar in Oostende op gemikt wordt, dan heeft de prijszetting van 80% van de gasprijs geen enkele zin. 30% van gasprijs is realistischer, omdat je dan rekening houdt met de opbrengsten van een WKK in referentiescenario. De grootste opbrengsten zijn daar de WKK-certificaten, die zorgen ervoor dat de referentieprijs voor gasgestookte warmte in realiteit dus veel lager ligt. De invloed van het serrecomplex op de terugverdientijden van Ematco is vooral bij de kleine netten niet te verwaarlozen. We zien de terugverdientijden dan al snel met 5 tot 10 jaar stijgen voor de beperkte warmtenetten. De eerste tak naar Sleuyter, kantoor Electrawinds (en het serrecomplex), wordt zonder het serrecomplex zelfs meteen verlieslatend. De impact op de grotere netten is kleiner, met een stijging van de terugverdientrijden van 1 tot 2 jaar.

52 Optimalisatie van het traject op basis van producent IVOO In onderstaande overzichtstabel zijn de meest rendabele trajecten voor IVOO onderzocht, rekening houdende met de bevindingen uit paragraaf Ematco: vergelijking van de verschillende trajecten op basis van TVT globale investering IVOO: vergelijking van de verschillende trajecten op basis van TVT globale investering Tabel 9: overzicht verschillende scenario s IVOO Aangeloten clusters Kantoor Electrawinds x x x x x x Sleuyter x x x x x x Serrecomplex Oudenburg x x x Fides Petfood x x x x x x Verhelst x x x x Orac Daikin x x Zijtak A2a1: MrV + baanhof + Zijtak A2a21: campus Henri Serruys x x Zijtak A2a2111: Zwembad Zijtak A2a2112: Stadhuis Zijtak A3a: Eurostation Zijtak A3b: Stedelijke werkhuizen Zijtak A4a : Dr. E. Moreaux school Zijtak A6a: Morubel x x Frima x x Oosteroever x x Vragers Totale piek warmtevraag 25,8 3,9 39,5 17,6 56,3 34,4 MW dekkingsgraad 89% 596% 58% 131% 41% 67% noodzakelijke back-upcapaciteit 12,9 1,9 19,7 8,8 33,3 17,2 MW totale energievraag (verkoop) 90,1 7,4 110,1 27,4 142,2 59,5 GWhth verliezen/behoefte 3% 8% 3% 4% 4% 5% totale energievraag (incl verliezen) 92,8 8,0 113,5 28,5 147,5 62,3 GWhth Leidingnet totale lengte enkel 2,8 2,8 3,9 3,9 10,9 10,9 km vermogen/lengte (enkel) 9,4 1,4 10,2 4,5 5,2 3,2 MW/km behoefte/lengte (enkel) 32,8 2,7 28,4 7,1 13,1 5,5 GWh/km Investering kostprijs investering productie 3,82 0,59 5,83 2,61 8,57 5,09 Mio kostprijs investering distributie 1,52 1,18 3,49 1,94 10,34 8,03 Mio kostprijs investering totaal 5,34 1,77 9,32 4,54 18,91 13,11 Mio Subsidies subsidies productie 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Mio subsidies distributie 0,15 0,12 0,62 0,58 3,40 3,36 Mio kostprijs incl subsidies 5,19 1,65 8,70 3,97 15,51 9,75 Mio Jaarlijkse kosten kostprijs warmteproductie kostprijs warmteproductie back-up kostprijs elektriciteitsverbruik pomp kostprijs onderhoud Jaarlijkse baten totaal jaarlijkse warmteverkoop totaal subsidie productie Jaarlijkse opbrengst totale opbrengst excl subsidie prod totale opbrengst incl subsidie prod (10 jaar) TVT excl subsidies IRR op 25 jaar

53 53 62 statische terugverdientijd nooit nooit nooit nooit nooit nooit jaar dynamische terugverdientijd nooit nooit nooit nooit nooit nooit jaar nodige subsidies TVT 25 jaar 791% 167% 858% 172% 643% 234% nodige warmtevraag TVT 25 jaar 161,1 4,4 247,3 12,6 276,6 41,6 GWh/jaar TVT incl subsidies IRR op 25 jaar statische terugverdientijd nooit nooit nooit nooit nooit nooit jaar dynamische terugverdientijd nooit nooit nooit nooit nooit nooit jaar nodige subsidies TVT 25 jaar 493% 81% 784% 54% 708% 212% nodige warmtevraag TVT 25 jaar 97,7 2,0 210,9 3,5 250,1 28,0 GWh/jaar Primaire Energie totaal jaarlijkse vermeden primaire energie 102,8 7,2 76,8 23,4 66,5 35,8 GWhep totaal jaarlijks vermeden CO 2-uitstoot ton Kengetal CO kg/mwhth Zelfs als de dekkingsgraad meer dan 100% wordt, is er geen enkel warmtenet rond IVOO dat financieel haalbaar is. Hiermee wordt de bevinding uit fase 1, dat IVOO geen preferente producent is, verder gestaafd IVOO: Meest rendabele trajecten Geen van de onderzochte trajecten is rendabel. De reden hiervoor is de combinatie van de minst gunstige ligging, tov de andere producenten, de hoge warmteprijs die wordt gesteld en het relatief beperkte vermogen. 4.6 Optimalisatie van het traject op basis van producent Electrawinds In onderstaande overzichtstabel zijn de meest rendabele trajecten voor Electrawinds onderzocht Electrawinds: vergelijking van de verschillende trajecten op basis van TVT globale investering

54 54 62 Tabel 10: overzicht verschillende trajecten Electrawinds Aangeloten clusters Kantoor Electrawinds x x x x x x x x Sleuyter x x x x x x x x x Serrecomplex Oudenburg x x x x Fides Petfood x x x x x x x x Verhelst x x Orac x Daikin x x x x x Zijtak A2a1: MrV + baanhof + kinderboerderij x x Zijtak A2a21: campus Henri Serruys Oostende x x x x Zijtak A2a2111: Zwembad x x Zijtak A2a2112: Stadhuis x x Zijtak A3a: Eurostation x x Zijtak A3b: Stedelijke werkhuizen x x Zijtak A4a : Dr. E. Moreaux school x x Zijtak A6a: Morubel x x x x x Frima x x x x x Oosteroever x x x x x Vragers Totale piek warmtevraag 3,2 16,9 18,7 21,9 25,1 0,4 0,7 3,9 25,8 44,8 22,8 17,5 20,7 17,8 MW dekkingsgraad 536% 101% 91% 78% 68% 3979% 2465% 440% 66% 38% 74% 97% 82% 95% noodzakelijke back-upcapaciteit 1,6 8,4 9,4 11,0 12,5 0,2 0,3 1,9 12,9 27,8 11,4 8,8 10,4 8,9 MW totale energievraag (verkoop) 6,6 26,6 27,4 82,6 89,2 0,4 0,8 7,4 90,1 122,4 39,7 32,9 39,5 28,3 GWhth verliezen/behoefte 2% 3% 3% 2% 2% 13% 10% 4% 2% 5% 7% 6% 6% 5% totale energievraag (incl distributieverlies) 6,7 27,4 28,4 84,4 91,2 0,4 0,9 7,7 92,2 128,2 42,6 35,1 41,8 29,9 GWhth Leidingnet totale lengte enkel 0,1 1,9 3,2 0,3 0,4 0,9 1,1 1,1 1,1 15,8 15,8 9,3 9,4 7,6 km vermogen/lengte (enkel) 39,6 9,1 5,9 73,1 66,0 0,5 0,7 3,4 22,8 2,8 1,4 1,9 2,2 2,3 MW/km behoefte/lengte (enkel) 82,1 14,3 8,6 275,5 234,8 0,4 0,8 6,6 79,7 7,8 2,5 3,5 4,2 3,7 GWh/km Investering kostprijs investering productie 0,49 2,51 2,78 3,25 3,72 0,08 0,12 0,59 3,82 6,86 3,37 2,59 3,06 2,63 Mio kostprijs investering distributie 0,05 0,07 0,07 0,75 1,11 0,43 0,52 0,57 1,52 13,47 11,50 7,66 7,72 6,54 Mio kostprijs investering totaal 0,54 2,58 2,85 3,99 4,82 0,51 0,63 1,16 5,34 20,34 14,88 10,26 10,78 9,17 Mio Subsidies subsidies productie 0,20 1,01 1,12 1,17 1,20 0,03 0,05 0,24 1,20 1,36 1,18 1,04 1,16 1,06 Mio subsidies distributie 0,00 0,00 0,00 0,15 0,15 0,10 0,10 0,10 0,15 4,35 4,32 3,56 3,56 3,56 Mio kostprijs incl subsidies 0,34 1,57 1,73 2,67 3,47 0,38 0,49 0,82 3,99 14,62 9,38 5,65 6,05 4,56 Mio Jaarlijkse kosten kostprijs warmteproductie kostprijs warmteproductie back-up kostprijs elektriciteitsverbruik pomp kostprijs onderhoud Jaarlijkse baten totaal jaarlijkse warmteverkoop totaal subsidie productie Jaarlijkse opbrengst totale opbrengst excl subsidie prod totale opbrengst incl subsidie prod (10 jaar) TVT excl subsidies IRR op 25 jaar 12% 7% 3% % % 2% 0% 2% statische terugverdientijd nooit nooit nooit nooit 17 nooit nooit jaar dynamische terugverdientijd nooit nooit nooit nooit 18 nooit nooit jaar nodige subsidies TVT 25 jaar geen geen 30% 628% 681% 152% 125% geen 661% 397% 65% 1% 40% 2% nodige warmtevraag TVT 25 jaar 0,0 0,0 1,4 111,3 127,7 0,9 1,0 0,0 134,6 179,0 10,5 0,1 5,3 0,3 GWh/jaar TVT incl subsidies IRR op 25 jaar 25% 16% 11% % - - 3% 8% 6% 9% statische terugverdientijd nooit nooit nooit nooit 7 nooit nooit jaar dynamische terugverdientijd nooit nooit nooit nooit jaar nodige subsidies TVT 25 jaar geen geen geen 411% 576% 146% 94% geen 569% 466% geen geen geen geen nodige warmtevraag TVT 25 jaar 0,0 0,0 0,0 48,7 77,7 0,7 0,6 0,0 86,6 151,1 0,0 0,0 0,0 0,0 GWh/jaar Primaire Energie totaal jaarlijkse vermeden primaire energie 6,5 22,8 20,5 86,4 81,0 0,4 0,8 7,2 79,4 59,4 30,9 35,6 34,7 29,9 GWhep totaal jaarlijks vermeden CO 2-uitstoot ton Kengetal CO kg/mwhth De terugverdientijd is omgekeerd evenredig met de dekkingsgraad. Hoe dichter de dekkingsgraad naar de 100% of meer aanleunt, hoe sneller de totaalinvestering van het warmtenet zal terugverdiend zijn. Vanaf een dekkingsgraad boven de 100%, dit wil zeggen dat het gevraagde vermogen van het net kleiner wordt dan beschikbare vermogen (bvb enkel aansluiting Sleuyter en/of kantoor Electrawinds) dan daalt de rentabiliteit van het net snel. De investerings- en uitbatingskosten van het net zijn niet meer in verhouding met jaarlijkse baten, waardoor de terugverdientijd veel langer wordt. Ook voor een warmtenet bestaat er dus een economisch optimum. Het meest optimale scenario is dan ook een rechtstreeks partnership met Fides Petfood (zie ook Fase I). Een rechtsteeks partnership met het Serrecomplex blijkt uiteindelijk niet rendabel, omdat voor het warmtetarief voor de serreteelt slechts op 30% van de gasprijs wordt gelegd om concurrentieel te zijn met het referentiescenario WKK. Een tweede mogelijkheid is het beschikbare en gevraagd vermogen zo goed mogelijk op elkaar afstemmen (naar een dekkingsgraad van circa 100%), en dit voor een zo compact (kort) mogelijk warmtenet. Het meest rendabele scenario op die manier is de laatste kolom in bovenstaande overzichtstabel. De warmte voor het serrecomplex kan eventueel aan een lagere temperatuur beschikbaar gesteld worden, zodat het gros van de elektriciteitsproductie behouden kan blijven. De warmte wordt dan niet alleen laagcolorisch (50-60 C), maar ook goedkoper. Electrawinds stelt zijn warmte nu aan /kwh ter beschikking tussen de twee trappen van de elektriciteitsturbine. Op lage temperatuur zou Electrawinds deze warmte ter beschikking kunnen stellen aan /kwh. Onderstaande tabel geeft een aangepaste berekening hiervoor weer. We zien dat de rentabiliteit stijgt met een lagere warmteprijs, echter nog steeds onrendabel blijft.

55 Tabel 11: overzicht partnership Serrecomplex Electrawinds, aangepaste productiekost warmte SERRECOMPLEX - ELECTRAWINDS naam Electrawinds maximum capaciteit producent 44,0 MW maximum aanbod producent 352,7 GWh aantal draaiuren h/jaar productiekost restwarmte 0,010 0,002 /kwh CO2-kengetal productie 101 kg/kwh Vragers Totale piek warmtevraag 21,9 21,9 MW dekkingsgraad 201% 201% noodzakelijke backupcapaciteit 11,0 11,0 MW totale energievraag (verkoop) 82,6 82,6 GWhth verliezen/behoefte 2% 2% totale energievraag (incl distributieverlies) 84,4 84,4 GWhth Leidingnet totale lengte enkel 0,3 0,3 km vermogen/lengte (enkel) 73,1 73,1 MW/km behoefte/lengte (enkel) 275,5 275,5 GWh/km Investering kostprijs investering productie 3,25 3,25 Mio kostprijs investering distributie 0,30 0,30 Mio kostprijs investering totaal 3,54 3,54 Mio Subsidies subsidies productie 1,17 1,17 Mio subsidies distributie 0,15 0,15 Mio kostprijs incl subsidies 2,22 2,22 Mio Jaarlijkse kosten kostprijs warmteproductie kostprijs warmteproductie back-up kostprijs elektriciteitsverbruik pomp kostprijs onderhoud Jaarlijkse baten totaal jaarlijkse warmteverkoop totaal subsidie productie Jaarlijkse opbrengst totale opbrengst excl subsidie prod totale opbrengst incl subsidie prod (10 jaar) TVT excl subsidies IRR op 25 jaar - 11% statische terugverdientijd nooit 7 jaar dynamische terugverdientijd nooit 10 jaar nodige subsidies TVT 25 jaar - geen nodige warmtevraag TVT 25 jaar 37,6 0,0 GWh/jaar TVT incl subsidies IRR op 25 jaar - 31% statische terugverdientijd 7 2 jaar dynamische terugverdientijd nooit 4 jaar nodige subsidies TVT 25 jaar - geen nodige warmtevraag TVT 25 jaar - 0,0 GWh/jaar Primaire Energie totaal jaarlijkse vermeden primaire energie 108,0 108,0 GWhep totaal jaarlijks vermeden CO 2-uitstoot ton Kengetal CO kg/mwhth

56 4.6.2 Electrawinds: Meest rendabele trajecten Uit bovenstaande tabel blijken drie haalbare trajecten: Scenario 3: Scenario 4: Directe uitwisseling tussen Electrawinds en Fides Petfood (warmte-uitwisseling via privaat-net) de tak rond de John Cordierlaan: kantoor Electrawinds Sleuyter Fides Petfood + de tak naar de haven: Daikin Morubel Frima Oosteroever (het serrecomplex, verhelst en AV Sint-Jan campus Oostende zijn hier niet mee opgenomen gezien hun grote vermogen, de dekkingsgraad wordt dan zo laag dat de kosten de baten overstijgen) De eerste twee trajecten hebben opbrengstrendement van 12% (op een statische analyse). Het derde traject heeft de eerste 25 jaar slechts een opbrengstrendement van 2%. Figuur 6: Detail meest rendabele scenario 3 FidesPetfood-Electrawinds Solvaylaan Figuur 7: Traject meest rendabele scenario 5 Oudenburg & Oosteroever Electrawinds

>> Deel 2 Voorontwerp & Disseminatie

>> Deel 2 Voorontwerp & Disseminatie >> Deel 2 Voorontwerp & Disseminatie FASE II HAALBAARHEIDSSTUDIE WARMTENET BRUGGE besteknr. 2012/5410-13 STUDIE IN OPDRACHT VAN DE POM WEST-VLAANDEREN IN HET KADER VAN HET INTERREG IVA- PROJECT ECO2PROFIT

Nadere informatie

>> Deel 2 Voorontwerp & Disseminatie

>> Deel 2 Voorontwerp & Disseminatie >> Deel 2 Voorontwerp & Disseminatie HAALBAARHEIDSSTUDIE WARMTENET OOSTENDE besteknr. 2012/5410-03 STUDIE IN OPDRACHT VAN DE POM WEST-VLAANDEREN IN HET KADER VAN HET INTERREG IVA- PROJECT ECO2PROFIT (Grensregio

Nadere informatie

>> Deel 2 Voorontwerp & Disseminatie

>> Deel 2 Voorontwerp & Disseminatie >> Deel 2 Voorontwerp & Disseminatie HAALBAARHEIDSSTUDIE WARMTENET BRUGGE besteknr. 2012/5410-03 STUDIE IN OPDRACHT VAN DE POM WEST-VLAANDEREN IN HET KADER VAN HET INTERREG IVA- PROJECT ECO2PROFIT (Grensregio

Nadere informatie

Haalbaarheidsonderzoek warmtenet Oostende

Haalbaarheidsonderzoek warmtenet Oostende 1 Haalbaarheidsonderzoek warmtenet Oostende 2 Broeikasgasreductie en productie hernieuwbare energie op bedrijventerreinen Activiteiten ECO 2 PROFIT-project regio Brugge-Oostende CO 2 -voetafdruk van bedrijventerreinen

Nadere informatie

Haalbaarheidsonderzoek warmtenetten Brugge en Oostende. Peter Clauwaert Brugge - 18/04/2013

Haalbaarheidsonderzoek warmtenetten Brugge en Oostende. Peter Clauwaert Brugge - 18/04/2013 Haalbaarheidsonderzoek warmtenetten Brugge en Oostende Peter Clauwaert Brugge - 18/04/2013 1 ostende Brugge situering situering Oostende: warmteaanbod (890 GWh/jaar) warmtevraag (150 GWh/jaar) Brugge:

Nadere informatie

Haalbaarheidsonderzoek uitbreiding warmtenet Brugge. Peter Clauwaert Brugge - 17/06/2013

Haalbaarheidsonderzoek uitbreiding warmtenet Brugge. Peter Clauwaert Brugge - 17/06/2013 Haalbaarheidsonderzoek uitbreiding warmtenet Brugge Peter Clauwaert Brugge - 17/06/2013 1 2 Broeikasgasreductie en productie hernieuwbare energie op bedrijventerreinen Activiteiten ECO 2 PROFIT-project

Nadere informatie

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE TEO/WKO WARMTE EN KOUDE BEDRIJVENTERREIN MARSLANDEN Op het bedrijventerrein de Marslanden in Zwolle zijn bedrijven gevestigd, met uiteenlopende behoefte aan warmte en koeling. Vanuit gegevens over het

Nadere informatie

Nieuwe methodiek CO 2 -voetafdruk bedrijventerreinen POM West-Vlaanderen. Peter Clauwaert - Gent 29/09/11

Nieuwe methodiek CO 2 -voetafdruk bedrijventerreinen POM West-Vlaanderen. Peter Clauwaert - Gent 29/09/11 Nieuwe methodiek CO 2 -voetafdruk bedrijventerreinen POM West-Vlaanderen Peter Clauwaert - Gent 29/09/11 Inhoud presentatie 1.Afbakening 2.Inventarisatie energie 3.CO 2 -voetafdruk energieverbruik 4.CO

Nadere informatie

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN 1. CONTEXT Infofiche Energie DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de productie van groene stroom afkomstig van hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling

Nadere informatie

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE NIEUWVEENSE LANDEN

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE NIEUWVEENSE LANDEN TEO/WKO WARMTE EN KOUDE NIEUWVEENSE LANDEN In gemeente Meppel is een nieuwbouwwijk van 1953 woningen gepland, die gefaseerd tussen 2014 en 2039 gerealiseerd wordt. Deels worden de kavels bouwrijp opgeleverd,

Nadere informatie

TEO/WKO WARMTE BESTAANDE WOONWIJK HEEG

TEO/WKO WARMTE BESTAANDE WOONWIJK HEEG TEO/WKO WARMTE BESTAANDE WOONWIJK HEEG In het dorp Heeg is voor een wijk met 800 slecht geisoleerde woningen onderzocht of verwarmen met thermische energie uit de nabijgelegen watergang Greft haalbaar

Nadere informatie

nr. 455 van MATTHIAS DIEPENDAELE datum: 3 april 2018 aan PHILIPPE MUYTERS Ecologiepremie+ - Aanvragen 2017

nr. 455 van MATTHIAS DIEPENDAELE datum: 3 april 2018 aan PHILIPPE MUYTERS Ecologiepremie+ - Aanvragen 2017 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 455 van MATTHIAS DIEPENDAELE datum: 3 april 2018 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Ecologiepremie+ - Aanvragen 2017 De Ecologiepremie+

Nadere informatie

TEO/WKO WARMTE RENOVATIEWIJK SNEEK

TEO/WKO WARMTE RENOVATIEWIJK SNEEK TEO/WKO WARMTE RENOVATIEWIJK SNEEK Woningbouwcoöperatie Elkien heeft voornemens om in de wijk t Eiland in Sneek 300 woningen voor een deel te slopen en voor een deel te renoveren. Daarbij is de opgave

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0170 Bijlage I TOELICHTING 17 Bijlage I : WKK ALS ALTERNATIEVE MAATREGEL 1. Inleiding Het plaatsen van een WKK-installatie is een energiebesparingsoptie die zowel

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

NIEUWBOUWWIJK NIJSTAD-OOST

NIEUWBOUWWIJK NIJSTAD-OOST TEO/WKO WARMTE NIEUWBOUWWIJK NIJSTAD-OOST In gemeente Hoogeveen is een kleine nieuwbouwwijk van 88 woningen gepland. Gemeente Hoogeveen is eigenaar van de grond en is voornemens om de kavels bouwrijp te

Nadere informatie

Ministerieel besluit houdende de organisatie van een call voor het indienen van steunaanvragen voor nuttigegroenewarmte-installaties

Ministerieel besluit houdende de organisatie van een call voor het indienen van steunaanvragen voor nuttigegroenewarmte-installaties Ministerieel besluit houdende de organisatie van een call voor het indienen van steunaanvragen voor nuttigegroenewarmte-installaties voor de productie van nuttige groene warmte uit biomassa en uit aardwarmte

Nadere informatie

Welkom. StepUp. Wat zijn warmtenetten? StepUp_Warmtenetten 1

Welkom. StepUp. Wat zijn warmtenetten? StepUp_Warmtenetten 1 Welkom StepUp 8 Wat zijn warmtenetten? Ondergronds leidingsysteem dat warm water transporteert Koppelt plaatsen met een warmteoverschot ( warmtebron of restwarmte ) aan plaatsen met een warmtevraag ( verwarming,

Nadere informatie

DE RYCK Klima. 1 kw primaire energie 2,25 kw warmte. ŋ verlies op motor 10% netto vermogen op WP 34% geeft warmte afvoer verwarmingscircuit

DE RYCK Klima. 1 kw primaire energie 2,25 kw warmte. ŋ verlies op motor 10% netto vermogen op WP 34% geeft warmte afvoer verwarmingscircuit DE RYCK Klima LUWAGAM : pomp lucht-water aangedreven met gasmotor PAUL DE RYCK Werking op laag niveau (buitenlucht min. 0 C) omzetten naar warmte op hoog niveau (buiswater max. 50 C) Serreverwarming buis

Nadere informatie

Ondersteuning voor warmtenetten. Caroline Vermeulen Vlaams Energieagentschap

Ondersteuning voor warmtenetten. Caroline Vermeulen Vlaams Energieagentschap Ondersteuning voor warmtenetten Caroline Vermeulen Vlaams Energieagentschap Beleidsnota Energie 2014-2019 Verderzetting calls voor ondersteuning groene warmte, restwarmte, injectie biomethaan Tegen eind

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0143 TOELICHTING 14 AFTOPPING 1 Convenant tekst In Artikel 6, lid 6 van het convenant wordt gesteld: Indien de in de leden 2, 3 en 4 genoemde maatregelen tot gevolgen

Nadere informatie

DE RENDABILITEIT VAN HERNIEUWBARE ENERGIE (HE 03)

DE RENDABILITEIT VAN HERNIEUWBARE ENERGIE (HE 03) DE RENDABILITEIT VAN HERNIEUWBARE ENERGIE (HE 03) 1 HOE BEOORDEEL JE DE RENDABILIEIT VAN EEN INVESTERING? Is het rendabel om in uw woning te investeren in een systeem dat werkt op hernieuwbare energie?

Nadere informatie

Meestal is er geen bouwvergunning nodig om een zonne-installatie op een dak te plaatsen. Informeer altijd eerst bij uw gemeentebestuur.

Meestal is er geen bouwvergunning nodig om een zonne-installatie op een dak te plaatsen. Informeer altijd eerst bij uw gemeentebestuur. 15 september 2018 Resultaat van uw opzoeking op www.energiesparen.be/zonnekaart De zonnekaart geeft een goede weergave van de zoninstraling op uw dak. De hoeveelheid zoninstraling is heel plaatsgebonden

Nadere informatie

Potentieel warmtenetten in Wielsbeke/Oostrozebeke

Potentieel warmtenetten in Wielsbeke/Oostrozebeke Potentieel warmtenetten in Wielsbeke/Oostrozebeke Natascha Janssens, POM West-Vlaanderen Steven Vandenbulcke, A&S Energie Historiek Haalbaarheidsstudie ARBOR 2015 (3E Ingenium IEE) iov POM WVL Studie regio

Nadere informatie

Warmtekrachtkoppeling Wat, waarom en wanneer? Tine Stevens COGEN Vlaanderen Studiedag Slimme netten en WKK 29 februari 2012

Warmtekrachtkoppeling Wat, waarom en wanneer? Tine Stevens COGEN Vlaanderen Studiedag Slimme netten en WKK 29 februari 2012 Voor kwaliteitsvolle WarmteKrachtKoppeling in Vlaanderen Warmtekrachtkoppeling Wat, waarom en wanneer? Tine Stevens COGEN Vlaanderen Studiedag Slimme netten en WKK 29 februari 2012 1 COGEN Vlaanderen Doelstelling:

Nadere informatie

Warmtenetten. Agenda. Wat is een warmtenet. Technologie. Projecten. Regulering. Rol Eandis. Visie van een netbeheerder Energik - 28/5/2015

Warmtenetten. Agenda. Wat is een warmtenet. Technologie. Projecten. Regulering. Rol Eandis. Visie van een netbeheerder Energik - 28/5/2015 Warmtenetten Visie van een netbeheerder Energik - 28/5/2015 Agenda Wat is een warmtenet Technologie Projecten Regulering Rol Eandis 2 2015 Studiedag Energik - Warmtenetten 1 Wat zijn warmtenetten? Ondergronds

Nadere informatie

WARMTEKRACHTKOPPELING (WKK) INFOBROCHURE

WARMTEKRACHTKOPPELING (WKK) INFOBROCHURE WARMTEKRACHTKOPPELING (WKK) INFOBROCHURE Wat is het? Warmtekrachtkoppeling (WKK) is een verzamelnaam voor veel verschillende technologieën waarbij warmte en mechanische energie gelijktijdig worden opgewekt.

Nadere informatie

(Rest)warmtenetten in WVL

(Rest)warmtenetten in WVL (Rest)warmtenetten in WVL Tom Prinzie Bestuurder WNVL Channel Marketeer Van Marcke NV Energie en wat is nu een warmtenetwerk? Warmtenetten in West-Vlaanderen. Wat is de kost voor uitbater en gebruiker?

Nadere informatie

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder Voor kwaliteitsvolle WarmteKrachtKoppeling in Vlaanderen Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder 16/12/2010 Cogen Vlaanderen Daan Curvers COGEN Vlaanderen Houtige biomassa in de landbouw 16

Nadere informatie

Situering Waaslandhaven Noord

Situering Waaslandhaven Noord 2 Situering Waaslandhaven Noord FINEG Potentiële afnemers van groene warmte Inhoud W2E-installaties Indaver & SLECO Betrouwbare energielevering Investeringsraming Exploitatiestructuur Waarde van het project:

Nadere informatie

POM West-Vlaanderen ROADMAP WARMTENET OOSTENDE

POM West-Vlaanderen ROADMAP WARMTENET OOSTENDE POM West-Vlaanderen ROADMAP WARMTENET OOSTENDE www.ingenium.be 3E 2013 Jeroen.Soenens@Ingenium.be Stijn.DeRoo@3E.eu www.3e.eu Wat is een warmtenet? - DO Jeroen (do-morgen) POM West-Vlaanderen: roadmap

Nadere informatie

HET POTENTIEEL VAN DIEPE GEOTHERMIE VOOR LOMMEL EN DE CRUCIALE ROL VAN WARMTENETTEN. LOC Ontbijtsessie - 05 oktober 2017

HET POTENTIEEL VAN DIEPE GEOTHERMIE VOOR LOMMEL EN DE CRUCIALE ROL VAN WARMTENETTEN. LOC Ontbijtsessie - 05 oktober 2017 HET POTENTIEEL VAN DIEPE GEOTHERMIE VOOR LOMMEL EN DE CRUCIALE ROL VAN WARMTENETTEN LOC Ontbijtsessie - 05 oktober 2017 11/10/2017 VITO Not for distribution 1 WAAROM DIEPE GEOTHERMIE STAND VAN ZAKEN Twee

Nadere informatie

Gelijkwaardigheidsberekening warmtenet Delft

Gelijkwaardigheidsberekening warmtenet Delft NOTITIE PROJECT ONDERWERP Gelijkwaardigheidsberekening warmtenet Delft Bepalingsmethode DATUM 20 april 2006 STATUS Definitief 1 Inleiding...2 2 Uitgangspunten...2 3 Bepalingsmethode...2 3.1 Principe...2

Nadere informatie

Dynamische Energie Atlas Limburg (DEA)

Dynamische Energie Atlas Limburg (DEA) Dynamische Energie Atlas Limburg (DEA) 1 Waarom een EnergieAtlas Limburg?» Hoe ontwikkelingen rond HE ruimtelijk beoordelen, ordenen, afstemmen, faciliteren, optimaliseren? => Dynamische Energie Atlas

Nadere informatie

KRITISCHE FACTOREN VOOR HET FINANCIEEL WELSLAGEN VAN EEN WARMTENET PROJECT. Dirk Dermaux

KRITISCHE FACTOREN VOOR HET FINANCIEEL WELSLAGEN VAN EEN WARMTENET PROJECT. Dirk Dermaux KRITISCHE FACTOREN VOOR HET FINANCIEEL WELSLAGEN VAN EEN WARMTENET PROJECT Dirk Dermaux KRITISCHE FACTOREN VOOR HET FINANCIEEL WELSLAGEN VAN EEN WARMTENET PROJECT Overzicht 1. Potentieel voor laagwaardige

Nadere informatie

Praktijkervaringen met WKK. 19.03.2013 Boris Fornoville, Stad Antwerpen

Praktijkervaringen met WKK. 19.03.2013 Boris Fornoville, Stad Antwerpen Praktijkervaringen met WKK 19.03.2013 Boris Fornoville, Stad Antwerpen Technologie WKK met motoren Technologie WKK met motoren warmtedistributie motorblok alternator Randvoorwaarden WKK Haalbaarheid: Voldoende

Nadere informatie

Individuele energievoorziening

Individuele energievoorziening 04/12/2014 Potentieel voor collectieve energie en warmte in Vlaanderen Erwin CORNELIS Klankbordgroep Lerend Netwerk Duurzame Wijken 3 december 2014 Presentatie in het kader van het STRATEGO-project Individuele

Nadere informatie

buffer warmte CO 2 Aardgas / hout WK-installatie, gasketel of houtketel brandstof Elektriciteitslevering aan net

buffer warmte CO 2 Aardgas / hout WK-installatie, gasketel of houtketel brandstof Elektriciteitslevering aan net 3 juli 2010, De Ruijter Energy Consult Energie- en CO 2 -emissieprestatie van verschillende energievoorzieningsconcepten voor Biologisch Tuinbouwbedrijf gebroeders Verbeek in Velden Gebroeders Verbeek

Nadere informatie

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Willemien Veele Cor Kamminga 08-04-16 www.rijksmonumenten.nl Achtergrond en aanleiding Ambitie om in 2020 16% van de energie duurzaam op te wekken in Fryslân

Nadere informatie

Bijlage 1 haalbaarheidsstudie Warmtewisselaar

Bijlage 1 haalbaarheidsstudie Warmtewisselaar Bijlage 1 haalbaarheidsstudie Warmtewisselaar Referentienummer Datum Kenmerk 336723.01.N001 1 september 2014 336723 Betreft Indicatieve berekening exploitatie warmtenet Westland 1 Inleiding Om een globale

Nadere informatie

Duurzaam ondernemen in Vlaanderen. Warmtenetten in Vlaanderen: welke business cases bieden potentieel?

Duurzaam ondernemen in Vlaanderen. Warmtenetten in Vlaanderen: welke business cases bieden potentieel? Duurzaam ondernemen in Vlaanderen Studienamiddag Roeselare Warmtenetten in Vlaanderen: welke business cases bieden potentieel? 18 juni Michel Davidts warmteontwikkelingen Kader Restwarmtegebruik maakt

Nadere informatie

gemeente Brasschaat houtsnipperinstallatie op laanbomen netwerkevent oogstbare landschappen biomassa 26 april 2018

gemeente Brasschaat houtsnipperinstallatie op laanbomen netwerkevent oogstbare landschappen biomassa 26 april 2018 gemeente Brasschaat houtsnipperinstallatie op laanbomen netwerkevent oogstbare landschappen biomassa 26 april 2018 bomenpatrimonium van ± 40.000 laanbomen evenveel laanbomen als inwoners beleidskeuze:

Nadere informatie

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving Warmte en koude Kennis, advies, instrumenten en financiële steun EfficiEncy Duurzaam GebouwDe omgeving energie financiering KEnnis industrie instrumenten EnErgiEbEsparing De Nederlandse overheid streeft

Nadere informatie

van 13 november 2007

van 13 november 2007 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Rendabel deel aardgasuitbreiding

Rendabel deel aardgasuitbreiding Rendabel deel aardgasuitbreiding Inleiding Het nieuwe artikel 4.1.16 in het Energiedecreet bepaalt dat voor de netuitbreiding of netversterking met het oog op de aansluiting van een wooneenheid of gebouw

Nadere informatie

Haalbaarheid van een collectieve energie + CO2 voorziening voor glastuinbouwbedrijven

Haalbaarheid van een collectieve energie + CO2 voorziening voor glastuinbouwbedrijven 05/05/2015 Haalbaarheid van een collectieve energie + CO2 voorziening voor glastuinbouwbedrijven Dries Vos, Mathias Coomans Inhoud 1. Inleiding 2. Aannames 3. Collectieve stookplaats met als warmteproductie:

Nadere informatie

Impact van efficiënte openbare verlichting op de CO 2 uitstoot

Impact van efficiënte openbare verlichting op de CO 2 uitstoot Impact van efficiënte openbare verlichting op de CO 2 uitstoot CE4 N35N 13.5.29 Samenvatting Drie scenario s om de hoeveelheid CO 2 te berekenen, die niet uitgestoten wordt als er energie bespaard wordt

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING VAN COGENCALC.XLS

GEBRUIKSAANWIJZING VAN COGENCALC.XLS GEBRUIKSAANWIJZING VAN COGENCALC.XLS 1. INLEIDING De berekeningstool COGENcalc.xls stelt u in staat snel een eerste dimensionering 1 uit te voeren van een eventuele warmtekrachtkoppeling die is aangepast

Nadere informatie

Evolutie van de Vlaamse WP markt, potentieel, beleid Kathleen De Kerpel

Evolutie van de Vlaamse WP markt, potentieel, beleid Kathleen De Kerpel Evolutie van de Vlaamse WP markt, potentieel, beleid Kathleen De Kerpel 7 september 2017 Dit is een printvriendelijke variant voor de openingsslide van je presentatie. Haal hem uit je slideshow via rechtermuisklik

Nadere informatie

Dirk Vanhoudt. Onderzoeker. VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek)

Dirk Vanhoudt. Onderzoeker. VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) Dirk Vanhoudt Onderzoeker VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) De rol van groene warmtenetten in de renovatie van woningen Inhoudstafel 1. De Vlaamse huizenmarkt 2. De energieprestatieregelgeving

Nadere informatie

van 11 december 2007

van 11 december 2007 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Warmte tarieven. Warmtenet Antwerpen Nieuw-Zuid WARMTE@ZUID TARIEVENREGELING 2015-12-17 1

Warmte tarieven. Warmtenet Antwerpen Nieuw-Zuid WARMTE@ZUID TARIEVENREGELING 2015-12-17 1 Warmte tarieven Warmtenet Antwerpen Nieuw-Zuid WARMTE@ZUID TARIEVENREGELING 2015-12-17 1 De hierna genoemde tarieven voor de aansluitbijdrage, de investeringsbijdrage, het vast recht en het warmtetarief

Nadere informatie

Warmtekrachtkoppeling. steunmaatregelen WKK in gebouwen

Warmtekrachtkoppeling. steunmaatregelen WKK in gebouwen Warmtekrachtkoppeling steunmaatregelen WKK in gebouwen ir. An Stroobandt Cogen Vlaanderen vzw 19 april 2007 1 Overzicht 1. Inleiding 2. Investeringssteun 3. Certificaten 4. Dimensionering 5. Financiële

Nadere informatie

WKK in de glastuinbouw samen sterk. Mechelse Veiling 23 mei 2006

WKK in de glastuinbouw samen sterk. Mechelse Veiling 23 mei 2006 WKK in de glastuinbouw samen sterk Mechelse Veiling 23 mei 2006 WKK in de glastuinbouw Welkom R. Libotte - Fiburo WKK Ideaal voor glastuinbouw H.Marien - GlasReg Deutz-Concept Pauze WKK en milieu Voordelen:

Nadere informatie

Warmtenetten in Vlaanderen ACE 22-11/2012. Van Overberghe Koen

Warmtenetten in Vlaanderen ACE 22-11/2012. Van Overberghe Koen Warmtenetten in Vlaanderen ACE 22-11/2012 Van Overberghe Koen Wat Warmtenetwerk is een warmtenet? Nederland en Vlaanderen Breed platform voor alle organisaties die betrokken zijn bij collectieve warmte

Nadere informatie

25/03/2013. Overzicht

25/03/2013. Overzicht Micro-WKK: basisbegrippen en toepassingsmogelijkheden Tine Stevens, Vlaams Energieagentschap Regiovergadering Provincie West-Vlaanderen 12 en 14/03/2013 2 Warmte-krachtkoppeling (WKK) De gelijktijdige

Nadere informatie

Studievoormiddag Provincie Vlaams-Brabant Warmtenetten: hoe, wat, waarom?

Studievoormiddag Provincie Vlaams-Brabant Warmtenetten: hoe, wat, waarom? Studievoormiddag Provincie Vlaams-Brabant Warmtenetten: hoe, wat, waarom? Erik De Schutter Vlaams energieonderzoek door VITO Energietechnologie Duurzame stedelijkheid KU Leuven Elektrotechniek Bouwfysica

Nadere informatie

Tijdelijke duurzame energie

Tijdelijke duurzame energie Tijdelijke duurzame energie Tijdelijk Uitgewerkte businesscases voor windenergie, zonne-energie en biomassa Anders Bestemmen Tijdelijke duurzame energie Inleiding In het Corporate Innovatieprogramma van

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juli 2008

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juli 2008 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B-1000 Brussel Tel. +32 2 553 13 79 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web:

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, september 2014 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,9% Figuur 1 bio-elektriciteit

Nadere informatie

Warmtemakelaar Kempen

Warmtemakelaar Kempen Warmtemakelaar Kempen Diepe geothermie en warmtenetten in de Kempen Stijn Sneyers - IOK Diepe geothermie? Bouwsteenprincipe? Geothermisch project enkel rendabel bij continue hoge warmtevraag Slechts uitzonderlijk

Nadere informatie

ENERGIEZUINIGE BEDRIJVENTERREINEN. 18 april 2013

ENERGIEZUINIGE BEDRIJVENTERREINEN. 18 april 2013 ENERGIEZUINIGE BEDRIJVENTERREINEN 18 april 2013 EUROPESE DOELSTELLING tegen 2020 en tov 1990 CO2-uitstoot verlagen met 20% energieverbruik met 20% verlagen aandeel hernieuwbare energie +20% STEUNMAATREGELEN

Nadere informatie

Steunmaatregelen voor milieu- en energiebewust ondernemen

Steunmaatregelen voor milieu- en energiebewust ondernemen Steunmaatregelen voor milieu- en energiebewust ondernemen 28 november 2007 Researchpark Zellik Ir. Bert Stassen bert.stassen@vlao.be T : 016 31 10 63 www.vlao.be Belangrijkste vormen van subsidie 1. Ecologiepremie

Nadere informatie

uitbreiding warmtenet Alkmaar Algemene Vergadering directie en raad van commissarissen Datum: 6 november 2015

uitbreiding warmtenet Alkmaar Algemene Vergadering directie en raad van commissarissen Datum: 6 november 2015 6. Uitbreiding warmtenet Alkmaar Aan: Van: Betreft: Algemene Vergadering directie en raad van commissarissen uitbreiding warmtenet Alkmaar Datum: 6 november 2015 Bijlage: toelichting investeringsvoorstel

Nadere informatie

:: Investeringsanalyse

:: Investeringsanalyse :: Investeringsanalyse Patrick Henckes Business Development 19-03-2010 :: Inhoud Definitie Uitgangsprincipe Basisbegrippen Rendabiliteitscriteria TVT NPV KBE Invloedsfactoren investeringsanalyse Voorbeeld

Nadere informatie

Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies

Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies 2013 Inleiding In het kader van de CO 2 prestatieladder is een ketenanalyse uitgevoerd naar de CO 2 productie door verwarming

Nadere informatie

SYNERGIE TUSSEN STADSVERWARMING EN ENERGETISCHE VALORISATIE VAN AFVALSTOFFEN

SYNERGIE TUSSEN STADSVERWARMING EN ENERGETISCHE VALORISATIE VAN AFVALSTOFFEN Seminarie Duurzaam Gebouw MICRO-WARMTENETTEN 18 november 2016 SYNERGIE TUSSEN STADSVERWARMING EN ENERGETISCHE VALORISATIE VAN AFVALSTOFFEN Daniel VAN LATHEM Brussel-Energie DOELSTELLING(EN) VAN DE PRESENTATIE

Nadere informatie

Warmte tarieven. Warmtenet Antwerpen Nieuw-Zuid TARIEVENREGELING

Warmte tarieven. Warmtenet Antwerpen Nieuw-Zuid TARIEVENREGELING Warmte tarieven Warmtenet Antwerpen Nieuw-Zuid WARMTE@ZUID TARIEVENREGELING 2016-12-08 1 De hierna genoemde tarieven voor de aansluitbijdrage, de investeringsbijdrage, het vast recht en het warmtetarief

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2015, Vito, september 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2015 bedraagt 6,0 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Cohousing Waasland op zoek naar Circulair. Ervaringen in energietransitie in een cohousinggroep

Cohousing Waasland op zoek naar Circulair. Ervaringen in energietransitie in een cohousinggroep Cohousing Waasland op zoek naar Circulair Ervaringen in energietransitie in een cohousinggroep Inhoud Lessons learned 1. Verbruiker. Minimaliseren energievraag. Hoe betaalbaar maken van energetisch optimale

Nadere informatie

betreffende de toepassing van een WKK installatie ten behoeve van het Sportcentrum De Biezem te Laren

betreffende de toepassing van een WKK installatie ten behoeve van het Sportcentrum De Biezem te Laren HAALBAARHEIDSONDERZOEK betreffende de toepassing van een WKK installatie ten behoeve van het Sportcentrum De Biezem te Laren Projectnummer: 14275 Leusden, 31 oktober 2014 (gewijzigd 10 januari 2015) RAPPORTAGE

Nadere informatie

BISEPS Business clusters Integrated Sustainable Energy PackageS NETWERKEVENT: ENERGIEBEWUST ONDERNEMEN

BISEPS Business clusters Integrated Sustainable Energy PackageS NETWERKEVENT: ENERGIEBEWUST ONDERNEMEN BISEPS Business clusters Integrated Sustainable Energy PackageS NETWERKEVENT: ENERGIEBEWUST ONDERNEMEN Partners: Izegem, 20 September Introductie BISEPS project Natascha Janssens, POM West-Vlaanderen 1.

Nadere informatie

Warmte tarieven. Warmtenet Antwerpen Nieuw-Zuid. i.o.v.

Warmte tarieven. Warmtenet Antwerpen Nieuw-Zuid. i.o.v. i.o.v. Warmte tarieven Warmtenet Antwerpen Nieuw-Zuid warmte@zuid Antwerpsesteenweg 260 2660 Antwerpen-Hoboken T +32 78 35 30 20 warmteagent@infrax.be www.warmteadzuid.be De hierna genoemde tarieven voor

Nadere informatie

Welkom. Voorstelling warmtenetten

Welkom. Voorstelling warmtenetten Welkom Voorstelling warmtenetten Agenda Warmtenet werking Warmtenet warmtebronnen Warmtenet techniek Warmtenet aanleg Warmtenet aansluitingen Warmtenet impact milieu Warmtenet waarom Warmtenet de klant

Nadere informatie

WHITEPAPER WERKING VAN WARMTEKRACHT- KOPPELING

WHITEPAPER WERKING VAN WARMTEKRACHT- KOPPELING WHITEPAPER WERKING VAN WARMTEKRACHT- KOPPELING Auteur: Fred de Lede 1 Werking van warmtekrachtkoppeling De basis van warmtekrachtkoppeling met een motor is dat deze draait om stroom te genereren (zie onderstaande

Nadere informatie

Studie Onthaalcapaciteit decentrale productie in Vlaanderen september 2012

Studie Onthaalcapaciteit decentrale productie in Vlaanderen september 2012 Studie Onthaalcapaciteit decentrale productie in Vlaanderen 2011-2020 10 september 2012 Agenda Doelstelling en algemene context Methodologie PV WKK Wind Resultaten Aansluiting Transformatiecapaciteit Capaciteit

Nadere informatie

In deze bijlage wordt de aangevraagde verandering uitgebreid beschreven. De verandering in deze aanvraag is:

In deze bijlage wordt de aangevraagde verandering uitgebreid beschreven. De verandering in deze aanvraag is: Bijlage 1: Veranderingen in de bedrijfsactiviteiten In deze bijlage wordt de aangevraagde verandering uitgebreid beschreven. De verandering in deze aanvraag is: Het plaatsen van een tweede turbine met

Nadere informatie

Energiebeleid lokaal bestuur. Joost Venken Schepen van Energie & Duurzaamheid Stad Hasselt

Energiebeleid lokaal bestuur. Joost Venken Schepen van Energie & Duurzaamheid Stad Hasselt Energiebeleid lokaal bestuur Joost Venken Schepen van Energie & Duurzaamheid Stad Hasselt Energiebeleid stad Hasselt Hasselt 20/20/20 stadsdiensten Hasseltse gemeenschap 20% reductie HEB Duurzaamheidsdienst

Nadere informatie

Online beschikbaar op www.proclam.be, energie

Online beschikbaar op www.proclam.be, energie REKENBLADEN om een eerste inschatting te maken van de terugverdientijden van fotovoltaïsche systemen, zonthermische systemen en windturbines in uw eigen bedrijfssituatie Online beschikbaar op www.proclam.be,

Nadere informatie

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt Notitie Contactpersoon Harry de Brauw Datum 14 juni 2017 Kenmerk N001-1246856HBA-rvb-V01-NL Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt De aanstaande rioolvervanging in de Benedenbuurt is aanleiding voor

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2010 - I

Eindexamen m&o vwo 2010 - I Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 6 tot en met 9. Peter Steenbergen en Erik Koolwijk zijn de twee directeur-grootaandeelhouders van glastuinbouwbedrijf Rijkgroen bv. Het bedrijf heeft

Nadere informatie

Warmte tarieven. Warmtenet Antwerpen Nieuw-Zuid TARIEVENREGELING

Warmte tarieven. Warmtenet Antwerpen Nieuw-Zuid TARIEVENREGELING Warmte tarieven Warmtenet Antwerpen Nieuw-Zuid WARMTE@ZUID TARIEVENREGELING 2019-03-24 1 De hierna genoemde tarieven voor de aansluitbijdrage, de investeringsbijdrage, het vast recht en het warmtetarief

Nadere informatie

Financiële baten van windenergie

Financiële baten van windenergie Financiële baten van windenergie Grootschalige toepassing van 500 MW in 2010 en 2020 Opdrachtgever Ministerie van VROM i.s.m. Islant Auteurs Drs. Ruud van Rijn Drs. Foreno van der Hulst Drs. Ing. Jeroen

Nadere informatie

WKK (warmte delen) een praktijkvoorbeeld met cijfers

WKK (warmte delen) een praktijkvoorbeeld met cijfers WKK (warmte delen) een praktijkvoorbeeld met cijfers 1) Wie is BeauVent? 2) WKK? 3) Case 1 4) Case 2 5) Samenwerken, kan lonen! Agenda BeauVent Hernieuwbare energiecoöperati Wil tegen 2050 een 100% hernieuwbare

Nadere informatie

MIROM Roeselare, 25 jaar ervaring in stadsverwarming

MIROM Roeselare, 25 jaar ervaring in stadsverwarming MIROM Roeselare, 25 jaar ervaring in stadsverwarming Jean-Luc Bonte 1 Inhoud 2 De intercommunale MIROM Roeselare De huisvuilverbrandingsinstallatie. Warmterecuperatie, elektriciteit of stadsverwarming?

Nadere informatie

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie door Adriaan Wondergem 6 october 2010 De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie van 2008 tot 2050. De kernvragen zijn: Hoe ziet een (bijna) CO2-loze

Nadere informatie

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Samenvatting De totale investeringsomvang om de woningen en utiliteitsgebouwen in de provincie Noord-Holland in 2050 klimaatneutraal

Nadere informatie

Nulenergie in Brussel: perspectieven?

Nulenergie in Brussel: perspectieven? Nulenergie in Brussel: perspectieven? Seminarie Duurzaam Gebouw 22 maart 2013 Ir. Ismaël Daoud Politiek adviseur, Duurzaam bouwen en Energie Kabinet d'evelyne Huytebroeck, Brussels Minister voor Leefmilieu,

Nadere informatie

COGEN Vlaanderen vzw. Doelstelling: actief meewerken aan de ontwikkeling van kwaliteitsvolle WKK Expertisecentrum Expertiseverstrekking naar leden

COGEN Vlaanderen vzw. Doelstelling: actief meewerken aan de ontwikkeling van kwaliteitsvolle WKK Expertisecentrum Expertiseverstrekking naar leden Voor kwaliteitsvolle WarmteKrachtKoppeling in Vlaanderen WKK voor ruimteverwarming Algemene principes van WKK Tine Stevens COGEN Vlaanderen Studiedag VIBE 12 november 2010 1 COGEN Vlaanderen vzw Doelstelling:

Nadere informatie

Knelpunten Wkk voor kleinere glastuinbouwbedrijven

Knelpunten Wkk voor kleinere glastuinbouwbedrijven http://glasreg.khk.be/ www.wom.be Knelpunten Wkk voor kleinere bedrijven Energie-infodag 13 maart 2008 Herman Marien WKK in de kleinere bedrijven Technisch Kosten Aansluiting Gas Elektrisch Dimensionering

Nadere informatie

Energierecuperatie 2015. Restwarmte: elektriciteitscentrales, industrie, afvalverbranding. WKK. Biomassa Warmtepomp (bodem, rioolwater ) Zon

Energierecuperatie 2015. Restwarmte: elektriciteitscentrales, industrie, afvalverbranding. WKK. Biomassa Warmtepomp (bodem, rioolwater ) Zon Energierecuperatie 2015 Warmtenetten Principe Restwarmte: elektriciteitscentrales, industrie, afvalverbranding. WKK Geothermie Grote warmtebron Biomassa Warmtepomp (bodem, rioolwater ) Zon Bron uitwisselbaar

Nadere informatie

Steunmaatregelen voor geothermische investeringen in het Vlaamse Gewest

Steunmaatregelen voor geothermische investeringen in het Vlaamse Gewest Steunmaatregelen voor geothermische investeringen in het Vlaamse Gewest 8 november 2012 VCB - Brussel ing. Eddy Jonckheere, accountmanager transformatie & duurzaamheid - energie Overzicht Agentschap Ondernemen

Nadere informatie

Handleiding voor indieners van projectvoorstellen voor de call groene warmte, restwarmte en biomethaan

Handleiding voor indieners van projectvoorstellen voor de call groene warmte, restwarmte en biomethaan / handleiding Handleiding voor indieners van projectvoorstellen voor de call groene warmte, restwarmte en biomethaan INHOUD 1 PROJECTIDEE... 2 1.1 Is mijn projectidee uitgesloten omdat het al groenestroomcertificaten

Nadere informatie

Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010

Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010 Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010 Toelichting bij de doelstelling van 9% duurzame elektriciteit: - De definitie van de 9% doelstelling is conform de EU richtlijn duurzame elektriciteit

Nadere informatie

Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW)

Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW) Energiebesparingspotentieel door isolatie Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW) Het is bekend dat de CO 2 uitstoot tegen 2020 fors naar omlaag moet. In Duitsland zijn

Nadere informatie

PVT-systeem Coöperatieve Vereniging Esonstad U.A.

PVT-systeem Coöperatieve Vereniging Esonstad U.A. PVT-systeem Coöperatieve Vereniging Esonstad U.A. Projectnummer : Status document: Versie document: In opdracht van: Datum laatste wijziging: Laatste wijziging door: Auteur: Telefoonnummer: 01102 Definitief

Nadere informatie

Stand van zaken Stadswarmte in Utrecht

Stand van zaken Stadswarmte in Utrecht Stand van zaken Stadswarmte in Utrecht Stan de Ranitz Jaarbijeenkomst Warmtenetwerk 12 mei 2016 Inhoud presentatie 1. Stadswarmte Utrecht 2. Het equivalent opwek rendement (EOR) in Utrecht 3. Verdere verduurzaming

Nadere informatie

High Level Business Case Energiecoöperatie

High Level Business Case Energiecoöperatie High Level Business Case Energiecoöperatie DE Ramplaan (Haarlem) Het project: een haalbaarheidsstudie Energie- en klimaatneutraliteit in bestaande woonwijk is technisch haalbaar en financieel haalbaar

Nadere informatie

Energierecuperatie 2015

Energierecuperatie 2015 Energierecuperatie 2015 Warmtenetten Principe Restwarmte: elektriciteitscentrales, industrie, afvalverbranding. WKK Geothermie Grote warmtebron Biomassa Warmtepomp (bodem, rioolwater ) Zon Bron uitwisselbaar

Nadere informatie