MIROM Roeselare, 25 jaar ervaring in stadsverwarming

Transcriptie

1 MIROM Roeselare, 25 jaar ervaring in stadsverwarming Jean-Luc Bonte 1

2 Inhoud 2 De intercommunale MIROM Roeselare De huisvuilverbrandingsinstallatie. Warmterecuperatie, elektriciteit of stadsverwarming? Keuze van MIROM Roeselare. Evaluatie 25 jaar werking. Investerings- en onderhoudskosten. Klanten, aansluitingen en contracten. Overzicht afname en verkoopprijzen. Toekomstvisie.

3 MIROM Roeselare Intergemeentelijke samenwerking in het hart van West-Vlaanderen. 15 gemeenten waarvan Roeselare de grootste stad is. Samen met MIROM Menen bedienen wij inwoners. Eigen huisvuilverbranding, capaciteit ton. 20 recyclageparken. Via MIROM Menen eigen transportafdeling. 3

4 De huisvuilverbranding van MIROM 2 lijnen met elk 4 ton/u. Elke lijn heeft een oven, ketel, recuperator, elektrofilter, reactor met mouwenfilter, denoxinstallatie en zuigtrekventilator. Heetwaterpijpketels produceren water van 180 C en hebben een capaciteit van 7-9 MW. 4

5 5

6 Warmterecuperatie, elektriciteit of stadsverwarming? Elektriciteitsproductie vraagt stoomketels. Hoe hoger de temperatuur en dus de stoomdruk hoe beter het rendement van de turbine. Dure investering. 360 C en 35 bar was toen gangbaar Stadsverwarming: gebruik van heetwaterpijpketels nodig. Minimale inlaattemperatuur van 140 C, anders corrosie van de ketels. 6

7 Warmterecuperatie, keuze van MIROM Roeselare. Keuze moest gemaakt worden in Geen GSC. Elektriciteitsmaatschappijen hadden weinig interesse voor andere producenten, gevolg slechte condities. Elektriciteitsturbine duurder dan een stadsverwarming. Dus gekozen om heet water te produceren met een stadsverwarming op 110 C. 2 circuits: naar het stadscentrum van Roeselare en richting serrebedrijven. Sinds 2008 ook elektriciteitsproductie met de restwarmte via een ORC. Buiten de context van deze presentatie. 7

8 Energie overzicht ton afval Warmtenet + interne verbruikers Warmtenet: MWh th = gezinnen MWh th MWh th Elektriciteitsproductie: MWh e = gezinnen MWh th ORC MWh th

9 9

10 10

11 11

12 Systemen van ondergrondse leidingen Staal in staal buizen. Water stroomt door de binnenste mantel. Vervolgens isolatie en nadien afgewerkt met een tweede stalen buis evengoed afgelast: waterdicht en bestand tegen hoge temperaturen. Staal in polyethyleen buizen. Water stroomt door binnenste mantel, vervolgens polyurethaan als isolatie afgedicht met een polyethyleen mantel. Buizen worden gelast en de uitzetting moet met lieren of expansiemoffen gebeuren. Staal in pvc buizen. Elke koppeling is tevens een expansiestuk waardoor geen uitzettingssystemen moeten worden gebouwd. 12

13 Ondergrondse leidingen bij MIROM MIROM koos voor stalen buizen met polyurethaan en polyethyleenmantel. Fabrikant IC Möller, nu Lobstor. Werkingstemperatuur: C. werkdruk 5 bar. Naar stadscentrum: 2*4,5 km; naar serrebedrijven: 2 * 2,5 km. 21 klanten, waaronder onszelf. Alle grote gebouwen zoals ziekenhuizen, scholen, openbare gebouwen. Keuze werd voornamelijk door de prijs bepaald. (openbare aanbesteding) Systeem heeft voldoende uitzettingslieren, vaste punten en bochten om de uitzetting van de leiding te compenseren. 13

14 Samenlassen buizen 14

15 koppeling 15

16 Bochten, 16

17 Evaluatie 25 jaar werking 17 Jaarlijks wordt 2,5 tot 3 miljoen liter stookolie door ons systeem vervangen. De stadsverwarming werkt vrij goed: uiterst zelden werd het net uitgeschakeld door een defect. Leidingen zijn betrouwbaar, maar de vaste punten geven problemen en worden stelselmatig verwijderd. Men past dit al enkele jaren niet meer toe. Ook zijn lekken niet altijd eenvoudig te vinden. Gelaste PE afdichtingen zijn beter dan stalen verbindingen. Financieel geen goede zaak. Enkel rendabel bij hogere energieprijzen. Probleem met restenergie in de zomer: een dergelijke klant vinden hiervoor is heel moeilijk.

18 Per helikopter infrarood detectie van lekken. 18

19 Fouten: vaste punten 19

20 Fouten: defecte isolatie 20

21 Investeringskosten in EUR Gebouwen: Ketels en toebehoren: Leidingen en aansl.: Totaal over 23 jaar: Gemiddeld per jaar:

22 Onderhoudskosten over 23 jaar Wisselstukken: Waterbehandeling: Ketelreiniging: Onderhoud gebouwen: Onderhoud ketels en leidingen: Totaal: Gemiddeld per jaar:

23 Opbrengsten over 23 jaar Omzet verbruik: Omzet vast recht: Totaal Gemiddeld over 23 jaar

24 Kosten Baten analyse We nemen aan dat 2 personen voltijds voor de ketels en het afstandsnet werken. Gemiddeld EUR/jaar. Het elektriciteitsverbruik voor de stadsverwarming bestaat hoofdzakelijk uit het verbruik van de secondaire pompen en bedraagt gemiddeld EUR/jaar. Intrestkosten. Deze bedragen gemiddeld: EUR/ jaar 24

25 Vergelijking, gemiddeld per jaar Investeringskosten: Elektriciteit secondaire kring: onderhoudskosten: Loonkosten: Intrestkosten: Subsidiëring in 1986: Opbrengsten: RESULTAAT IN EUR:

26 Financieel besluit 26 Door de lage energieprijzen van de beginjaren was het systeem gedurende de eerste 15 jaar sterk verlieslatend. Pas vanaf 2001 wordt de opbrengst beter. Beslissing om warmte te recupereren is dus ecologisch ingegeven en niet economisch. Het is duidelijk dat een financiële ondersteuning met bvb groene warmtecertificaten een goede zaak zal zijn, want er worden nu geen subsidies meer toegekend.

27 Klanten, contracten Contract werd afgesloten voor 10 jaar. Geen afvalligen over de 23 jaar werking. Maximale afname overeengekomen. Investering klant: vanaf de warmtewisselaar. Telling met debietmeter en calorieteller Er wordt een vast recht aangerekend ter waarde van max 25% van de jaarafname. 27

28 Klanten, aansluiting 28

29 Wijze van prijszetting Prijzen gebaseerd op stookolie en gas. Korting daarop afhankelijk van de grootte van de klant. Jaarlijks vast recht gebaseerd op de piekafname. Maximaal 25 % jaarlijkse afname. 29

30 Vergelijking prijzen over 25 jaar 30

31 toekomstvisie Door de komst van een nieuwe industriezone onderzoeken we de aanleg van een derde circuit. Lengte 2*1,4 km. Naast MIROM is een glastuinbouwzone voorzien van 25 ha. Het is de bedoeling dat wij de restwarmte van de ORC hiervoor gebruiken. In de winter hebben we dan bijkomende energie nodig met fossiele brandstoffen, bvb via WKK Evolutie van afvalverbranding naar energiecentrale. 31