Paraaf Provinciesecretaris. Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken naar aanleiding van motie Inzicht in Jeugdzorg van 27 juni 2007

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Paraaf Provinciesecretaris. Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken naar aanleiding van motie Inzicht in Jeugdzorg van 27 juni 2007"

Transcriptie

1 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie Directie Maatschappij en Bestuur Afdeling Afdeling Samenleving Registratienummer PZH Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum 2 9. AO'u? G / Geheim 28 augustus *" Nee Portefeuillehouder Van de Vondervoort Onderwerp Jeugdzorg - 27 Motie Inzicht in Jeugdzorg van 27 juni 27 (M8) Paraaf Provinciesecretaris Termijn 17oktober27 Provide-'"' rnv, 3 fc<>rt. M U /W"} 'SW J Bijlagen Vraag - aanbod analyse Jeugdzorg tot en met het 1 e kwartaal 27 Wachtlijstoverzicht 2 e kwartaal 27 Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken naar aanleiding van motie Inzicht in Jeugdzorg van 27 juni Onderwerp in kort bestek Provinciale Staten hebben tijdens de vergadering van 27 juni 27 motie 8 aangenomen waarin Gedeputeerde Staten wordt opgedragen 'nog voor de behandeling van de begroting voor 28 aan PS inzicht te geven in (de ontwikkeling van) de vraag en het aanbod van de verschillende behandelplaatsen in de Jeugdzorg en de daarbij behorende wachtlijsten*. Dit inzicht wordt gegeven middels bijgaande Vraag - aanbod analyse Jeugdzorg tot en met het 1 e kwartaal 27 en het Wachtlijstoverzicht 2 e kwartaal 27. De vraag - aanbod analyse strekt zich uit over de periode van 22 tot en met het eerste kwartaal van 27. De analyse bevat niet alleen kwantitatieve gegevens, maar ook kwalitatieve. Zo worden uitspraken gedaan over clienttevredenheid en reguliere beeindiging van zorg en over mogelijkheden om de wachtlijst aan te pakken c.q. te voorkomen. Enkele in het oog springende punten uit de analyse: De gemiddelde jaarlijkse stijging van het aantal indicaties bedraagt 19%. Eind 27 zal de teller staan op indicaties. De huidige structurele productie is te laag om deze vraag op te vangen. Naar verwachting zal aan 745 tot clisnten geen aanbod kunnen worden gedaan. Dit vraagt om voldoende structurele capaciteit; De integrale toegang werkt beter. Het aantal aanmeldingen bij Bureau Jeugdzorg stijgt en procentueel daalt het aantal indicaties. Meer clienten worden afdoende geholpen met informatie en advies. Wellicht dat deze functie ook versterkt lokaal kan worden vormgegeven (een van de vijf gemeentelijke taken) om de toestroom naar Bureau Jeugdzorg te voorkomen; Pagina 1/5

2 De vier Zuid-Hollandse zorgaanbieders zijn er met succes in geslaagd met hetzelfde geld meer te doen door beperking van de behandelduur. Dit vraagt wel om voldoende uitstroommogelijkheden, met lichtere Jeugdzorg en combinaties met wonen en onderwijs; Bij Cardea lijkt sprake van verstopping. Er zijn met inzet van extra geld veel extra clienten ingestroomd, terwijl de uitstroompieken uitblijven. Met name in het tweede en derde kwartaal van dit jaar zouden veel clienten moeten gaan uitstromen; De knelpunten van het aanbod ten opzichte van de stijgende vraag kunnen niet alleen worden opgelost met extra inzet bij getndiceerde zorg. Kansen liggen er bij: begrenzing aantal indicaties, samenwerking lokaal - regionaal, effectief aanbod 'aan de voorkant 1, effectief indiceren naar effectieve programma's van zorg en flexibilisering van de zorg om te kunnen anticiperen op de vraagontwikkeling; Door de bank genomen zijn kinderen en hun ouders tevreden met de geboden getndiceerde zorg en de afsluiting van de zorg verloopt meestal volgens plan. De gegevens hierover zijn nog pril; Uitbreiding van het aanbod moet op basis van de analyse voornamelijk gezocht worden in: ambulant provinciebreed, uitbreiding dagbehandeling in Noord en pleegzorg. Uit het Wachtlijstoverzicht 2 e kwartaal 27 blijkt het volgende: De wachtlijst voor getndiceerde Jeugdzorg groeit gestaag. Van 763 Zuid-Hollandse clienten op 1 mei tot 975 clienten op 1 juli. Van deze 975 clienten wachten er 442 langer dan 9 weken op zorg. Het aantal indicaties groeit eveneens. In het tweede kwartaal zijn indicatiebesluiten afgegeven (dit is inclusief vrijwillige toegang Jeugdzorg, jeugd-ggz, jeugdbescherming en jeugdreclassering). Op basis van de cijfers wordt hard gemaakt dat de inzet van extra middelen ertoe leidt dat meer jeugdigen een beroep kunnen doen op Jeugdzorg. Waren er op 1 oktober 26 nog 2.48 jeugdigen in zorg op 1 juli 27 zijn dat er Een groei van 2%. De volgende maatregelen zijn getroffen om de groeiende vraag naar Jeugdzorg op te vangen en verdere groei af te remmen: Vanuit de extra middelen coalitieakkoord 27 voor bestrijding wachttijden ad. 1,1 miljoen wordt 75., ingezet voor pleegzorg, intensief ambulant en dagbehandeling. 35., wordt via de RAS-regio's ingezet om de groeiende vraag te remmen door clienten een preventief aanbod te doen zodat een indicatie kan worden voorkomen en voor combinaties met wonen en onderwijs om ervoor te zorgen dat clienten kunnnen uitstromen uit de Jeugdzorg. Clienten maken soms onnodig lang gebruik van Jeugdzorg, omdat geschikte begeleide uitstroom richting wonen en onderwijs ontbreekt. Het rijk stelt in 27 incidenteel 3 miljoen beschikbaar voor het getndiceerde jeugdzorgaanbod. Hiervan komt een bedrag van 2,9 miljoen richting de provincie. In September worden afspraken gemaakt met het veld over de inzet van deze middelen. Het bijgevoegde Wachtlijstoverzicht 2 e kwartaal 27 is aan het ministerie van Jeugd en Gezin verzonden. Samen met de overzichten van de andere 14 provincies / grotestadsregio's vormt dit de input voor de begrotingsonderhandelingen van de minister in augustus. De verwachting bestaat dat landelijk vanaf 28 extra middelen beschikbaar komen. Dit wordt op Prinsjesdag duidelijk. Pagina 2/5

3 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen De provincie is vanaf 25 op basis van de Wet op de Jeugdzorg verantwoordelijk voor de regie in de Jeugdzorg, de planning en financiering van Bureau Jeugdzorg en de aanbieders van getndiceerde Jeugdzorg in Zuid-Holland exclusief de stadsregio's Rotterdam en Haaglanden. In de keten jeugdbeleid en Jeugdzorg is verder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning van belang waarin de gemeentelijke taken op het gebied van preventief jeugdbeleid zijn verankerd. In de keten met het strafrecht is voorts de Beginselenwet Justitiele Jeugdinrichtingen van belang. De wettelijke kaders voor de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en de zorg voor licht verstandelijk gehandicapten (LVG) jeugdigen worden afgebakend door de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. a. Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader Het rijk heeft een kaderstellende verantwoordelijkheid op het terrein Jeugdzorg en jeugdbeleid. Sinds 27 is er de coordinerende minister voor Jeugd & Gezin, die over Jeugdzorg en jeugdbescherming gaat en meer regie tussen rijksbeleid voert. Jeugdreclassering en justitisle Jeugdinrichtingen vallen onder verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van Justitie. De provincie heeft een beleidsbepalende sturings- en financieringsrol en stelt zelf op basis van de Wet op de Jeugdzorg een vierjaarlijks Beleidskader jeugd op (PS) en jaarlijks een Uitvoeringsprogramma jeugd (GS). Op basis hiervan verstrekt het rijk twee doeluitkeringen: een voor de planning en financiering van Bureau Jeugdzorg, waarin de taken advies, consultatie, indicatiestelling, jeugdbescherming, Jeugdreclassering, casemanagement en advies- en meldpunt kindermishandeling. De tweede doeluitkering wordt verstrekt voor de planning en financiering van het jeugdzorgaanbod op indicatie. b. Relatie andere interne beleidsterreinen Integraal beleid wordt gerealiseerd via de Regionale Agenda Samenleving, waarin de speerpunten uit de convenanten jeugd tussen provincie en gemeenten zijn opgenomen, alsmede andere speerpunten op de terreinen zorg, cultuur en maatschappelijke ontwikkeling. Samenhang is er met de beleidsvelden diversiteit vanwege risicogroepen, onderwijs/arbeid, cultuur, sport, wonen, voor ontwikkelingskansen, participate en perspectief, ruimtelijke ordening in verband met planning voorzieningen en speelruimtebeleid. c. Relatie externe partijen Planning en financiering van Bureau Jeugdzorg en de aanbieders van getndiceerde Jeugdzorg. Zuid-Hollandse gemeenten waarmee convenanten zijn afgesloten over de aansluiting tussen preventief jeugdbeleid en de Jeugdzorg. Stadsregio Rotterdam en Stadsgewest Haaglanden voor afstemming over planning en financiering van de Jeugdzorg. Inspectie Jeugdzorg die toezicht houdt op de kwaliteit van de Jeugdzorg conform de Wet op de Jeugdzorg. Ministeries van Jeugd en Gezin, VWS, Justitie en OCW in verband met de afstemming over de verantwoordelijkheden van rijk en provincie. InterProvinciaal Overleg voor de afstemming over planning en financiering van de Jeugdzorg in de 15 provincies/grotestadsregio's. Expertisecentra voor de steunfunctietaak ten aanzien van het gemeentelijk jeugdbeleid. Pagina 3/5

4 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis Planning en financiering van de regionale Jeugdzorg is vanaf 1992 een provinciale en grootstedelijke (Rotterdam en Haaglanden) verantwoordelijkheid. Er zijn vanaf die tijd ruim 25 jeugdzorgaanbieders gedecentraliseerd en ruim 25 plaatsende instanties. In 1994 is een proces van organisatieontwikkeling en schaalvergroting ingezet. Vanaf 1996 is via de regiovisie Jeugdzorg de samenwerking tussen partijen in de regio's versterkt. In 23 is vooruitlopend op de nieuwe Wet op de Jeugdzorg het Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland opgericht. Vanaf 24 is het implementatietraject Wet op de Jeugdzorg ingezet om veld en provincie voor te bereiden op de taakverzwaring. In 25 zijn de provinciale taken fors uitgebreid door invoering van de Wet op de Jeugdzorg: justitiele taken en landelijke voorzieningen zijn gedecentraliseerd naar de provincie. De positie van de client is versterkt: er is op grond van de Wet op de Jeugdzorg aanspraak op Jeugdzorg en clienten zijn partij bij het ondertekenen van het hulpverleningsplan. In 25 zijn met alle gemeenten in het provinciale gebied convenanten over de aansluiting jeugdbeleid en Jeugdzorg afgesloten. Provinciale Staten zijn nauw betrokken bij de Jeugdzorg, bij preventief jeugdbeleid en de nieuwe wettelijke taken. Het Beleidskader jeugd Ruimte voor Jongeren is door Provinciale Staten vastgesteld. De Statencommissie Samenleving krijgt halfjaarlijks inzage in de kwaliteitsrapportage Jeugdzorg, waarin o.a. de wachtlijstinformatie en clienttevredenheid is opgenomen. Jaarlijks bespreekt de Statencommissie het Uitvoeringsprogramma Jeugd (bevoegdheid van Gedeputeerde Staten) dat door Gedeputeerde Staten ter kennisneming aan de commissie wordt toegezonden. Jaarlijks participeren statenleden bij de jongerendebatdagen en nemen dee! aan jongerenpanels die zich met verschillende onderwerpen bezighouden. De afgelopen periode hebben Provinciale Staten zich via moties en amendementen onder meer ingespannen op de volgende punten: Voorkomen dat jongeren op civielrechtelijke titel in een justitiele jeugdinrichting geplaatst worden; Beleid ontwikkelen voor slachtoffers van loverboys; Aansluitend aan de wachtlijstaanpak: extra hulp aan risicogezinnen; Hulp aan thuisloze jongeren; Hulp aan ouders van jongeren die onder Jeugdreclassering vallen en Vermindering caseload gezinsvoogdij. b. Waar staan we nu? De fase van beleidsuitwerking Beleidskader jeugd is vastgesteld door Provinciale Staten. Het huidige Uitvoeringsprogramma jeugd 27 is vastgesteld door Gedeputeerde Staten. In het Coalitieakkoord 'Duurzaam denken, dynamisch doen 1 is in het kader van het jeugdoffensief 14,5 miljoen uitgetrokken voor het opvangen van de groeiende vraag naar Jeugdzorg en het terugdringen van de wachttijden van 9 weken in 27 naar 5 weken in 211. Middelen worden ingezet voor uitbreiding van de capaciteit van het getndiceerde jeugdzorgaanbod, voor het terugdringen van de groeiende vraag naar Jeugdzorg en ter bevordering van de uitstroom uit de Jeugdzorg. Daarnaast is in 27 van het rijk incidenteel 2,9 miljoen beschikbaar voor het getndiceerde jeugdzorgaanbod. In September worden afspraken gemaakt met het veld over de inzet van deze middelen. Naar verwachting zullen landelijk vanaf 28 extra middelen beschikbaar komen. Dit wordt op Prinsjesdag duidelijk. Pagina 4/5

5 c. Vervolgprocedure Om de wachtlijsten in de Jeugdzorg terug te dringen, de groeiende vraag naar Jeugdzorg te remmen en uitstroom uit de Jeugdzorg te bevorderen wordt vanuit de extra middelen coalitieakkoord in 27 een bedrag van 1,1 miljoen ingezet, in 28 minimaal 2,8 miljoen. Daarnaast wordt een incidenteel bedrag in 27 van 2,9 miljoen van het rijk ingezet voor uitbreiding van de capaciteit van het getndiceerde jeugdzorgaanbod. Voorts bestaat de verwachting dat landelijk vanaf 28 extra middelen beschikbaar komen. Het bijgevoegde Wachtlijstoverzicht 2 e kwartaal 27 is aan het ministerie van Jeugd en Gezin verzonden. Samen met de overzichten van de andere 14 provincies / grotestadsregio's vormt dit de input voor de begrotingsonderhandelingen van de minister in augustus. 4. Financiele aspecten (dekking en risico's) De doeluitkering 27 is , , incidenteel voor het jeugdzorgaanbod. Autonome inzet is , + 1,1 miljoen coalitieakkoord. Totale budget jeugd is ,. Vanwege de wettelijk verankerde aanspraak op Jeugdzorg heeft de provincie te maken met financiele en juridische risico's. Clienten kunnen hun aanspraak te gelde maken bij een zorgaanbieder c.q. de provincie als financier. Met het rijk is overeengekomen (bestuursakkoord) dat de Jeugdzorg uitsluitend uit rijksmiddelen gefinancierd wordt. In het geval dat de doeluitkeringen onvoldoende zijn om aan de vraag tegemoet te komen, wordt daarom een verzoek bij het rijk neergelegd. In 26 is na aanvraag door de provincie het budget incidenteel en structureel verhoogd. De vraag is of het budget structureel voldoende meegroeit met de vraag. Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar Teiefoon G.P. Hofstede Kamer A352 Pagina 5/5

6 A Joosten Consultancy projecten in zorg zorg in projecten Vraag-aanbod analyse 27-1 De regionale Jeugdzorg Zuid Holland tot en met het le kwartaal 27 Juli 27

7 Inhoudsopgave 1. Inleiding Leeswijzer 3 2. Gegevens over de vraag naar regionale Jeugdzorg, uitgedrukt in aantal indicaties BJZ Indicaties bureau Jeugdzorg Totaal aantal indicaties Indicaties regionale Jeugdzorg Herindicaties en indicaties vs zorgaanspraken Ambulant Samenvatting Discussie 8 3. Jeugdzorg 26/27-1, uitgedrukt in zorgaanspraken voor zorgvormen Aanspraken en indicaties Jeugdhulp Samenvatting Discussie Het aanbod regionale Jeugdzorg, uitgedrukt in instroom en uitstroom clienten Cardea Stek Trivium Horizon Samenvatting Discussie Gegevens wachtlijst regionale Jeugdzorg; aangifte zorgaanbieders Samenvatting Discussie Resultaten van zorg Cardea Stek Trivium Horizon Samenvatting Discussie Afspraken Het jaar 27 e.v Nodig in Ambulant Dagbehandeling Pleegzorg Residentieel Samenvattend Discussie 34 vraag-aanbod analyse ZH pag 2

8 1. Inleiding In 25 en 26 zijn eerdere vraag-aanbod analyses gemaakt voor de regionale Jeugdzorg in de provincie Zuid Holland. Als basis zijn cijfers uit rapportages van bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieders gebruikt. Voor de analyse in 25 is deze informatie tot en met het tweede kwartaal 25 gebruikt. Op basis van een geschat aantal indicaties in 25 en 26 zijn met zorgaanbieders eind 25 in het kader van het aanvalsplan wachtlijsten afspraken gemaakt over de maximale lengte van de wachtlijsten in de regionale Jeugdzorg eind 26: per geen clienten op de wachtlijst, met een wachttijd langer dan 9 weken. Eind 25 was de groeiverwachting in de vraag 12% (op basis van de groei in voorgaande jaren). De afspraken voor 26 behelsden inzet van extra middelen van de financier en extra efficiency van de zorgaanbieders. In de loop van 26 zijn -door onverwacht sterk stijgende groei in het aantal indicaties- opnieuw afspraken gemaakt om deze doelstelling eind 26 te (kunnen) bereiken. De analyse die in oktober 26 gemaakt werd op basis van informatie tot en met het derde kwartaal 26 gaf het beeld van groei in de vraag naar Jeugdzorg, die nog sterker was dan begin 26 aangegeven. Opnieuw werden extra middelen en extra inzet afgesproken tussen provincie en zorgaanbieders. Deze analyse 27 schetst een beeld van de situatie eind 26 en begin 27: de grootte van de vraag, de grootte van de wachtlijsten en de inspanningen van de zorgaanbieders. Zij biedt ook een korte doorkijk over heel Leeswijzer De hoofdstukken zijn relatief zelfstandig door te nemen. leder hoofdstuk besluit met een korte Samenvatting en discussie. De Jeugdzorg bevindt zich momenteel tussen 2 indelings- en bekostigingsstelsels. Dat heeft gevolgen voor het taalgebruik over zorgvormen.omdat niet helemaal te vermijden is dat terminologie uit beide stelsels gebruikt wordt, is afgesproken om de benamingen "enkelvoudig ambulante hulp' en "jeugdhulp thuis 7 in deze analyse als synoniem te beschouwen. vraag-aanbod analyse ZH pag 3

9 '2, Gegevens over de vraag naar regionale Jeugdzorg, uitgedrukt in aantal indicaties BJZ Dit hoofdstuk gaat in op de vraag naar regionale Jeugdzorg, zoals die zich in de tijd heeft voorgedaan. De indicaties van bureau Jeugdzorg staan in deze analyse gelijk aan die vraag. Bureau Jeugdzorg geeft indicaties af voor de GGZ-j en de landelijke JJI's, naast de indicaties voor de regionale instellingen voor jeugdhulpverlening. In deze analyse wordt de laatste groep aangeduid met de 'regionale Jeugdzorg'. Praktisch zijn dat de regionale instellingen Cardea, Stek en Trivium en de bovenregionaal werkende instelling Horizon. In het hoofdstuk wordt nader ingegaan op de ontwikkeling in de geconstateerde groei van de vraag, zowel naar omvang als naar aard. Bij de 'aard' van de vraag is van belang aan te geven dat een client niet alleen een indicatie krijgt voor de getndiceerde zorg, maar in die indicatie een of meerdere zorgaanspraken staan. Dat is nieuw sinds per 1 januari 25 de Wet op de Jeugdzorg in werking trad. Kreeg voor die tijd iedere client een indicatie voor elke zorgvorm die nodig was, nadien werd de stelregel: een client, een indicatie met mogelijk meerdere zorgaanspraken. Daar waar relevant en mogelijk is de ontwikkeling in de aard van de vraag ook in beeld gebracht via de zorgaanspraken Indicaties bureau Jeugdzorg In Tabel 1 is per kwartaal het aantal indicaties aangegeven dat bureau Jeugdzorg afgegeven heeft voor regionale Jeugdzorg (tweede kolom) en het totaal aantal indicaties dat zij afgaf (derde kolom). kwartaal aantal indicaties regionale JeugdZorg alle indicaties BJZ 2, inclusief GGZ-j en JJI label 1: aantal indicaties Jeugdzorg en totaal aantal indicaties, afgegeven door bureau Jeugdzorg, per kwartaal T/m kwartaal 2 25 zijn de cijfers in deze kolom direct afgeleid uit de registratie BJZ/ZTO; vanaf kwartaal 2 zijn zij berekend aan de hand van het totaal aantal indicaties, het aantal "herindicaties', het aantal clienten en het aantal zorgaanspraken. Het betreft dus eerste indicaties JZ in de regionale instellingen voor jeugdhulpverlening 2 De getallen zijn aangegeven in de kwaliteitsrapportages BJZ, tabel 2. en in de PSJ-notitie van September 26; in de rapportages voor 25 werd deze informatie niet gevraagd. vraag-aanbod analyse ZH pag4

10 2.2. Totaal aantal indicaties Er doet zich een sterk stijgende tendens voor in het totaal aantal indicaties, zoals zichtbaar in de derde kolom van de tabel. Die stijging heeft niet alleen betrekking op de regionale Jeugdzorg, maar ook op het domein van de GGZ-j. Hier verdubbelde het aantal aanspraken vanaf het derde kwartaal 25 tot en met het eerste kwartaal 27. Het aantal indicaties steeg navenant. Deze groei wordt zeker niet helemaal verklaard vanuit autonome groei: bureau Jeugdzorg was in 25 de nieuwe toegang naar de GGZ-j en daarmee deden zich beginperikelen voor. Over de GGZ-j instroom zijn te weinig andere kengetallen bekend om verdere uitspraken te doen en het is niet het eerste objectief van deze analyse om uitspraken over het domein van de GGZ-j te doen. Het aantal indicaties voor de landelijke JJFs kent een dalende tendens, maar omdat de absolute aantallen klein zijn is de invloed ervan op het hele beeld sterk beperkt Indicaties regionale Jeugdzorg De tweede kolom van Tabel 1 geeft alleen de indicaties weer voor de regionale Jeugdzorg. Over de jaren heen is hier een gestage, en soms grillige stijging te zien. De trends in deze stijging worden ook goed zichtbaar in Figuur 1. In eerdere trendanalyses op basis van toen beschikbare historische cijfers werd voor 26 een groei in het aantal indicaties regionale Jeugdzorg gebruikt van 12%. In 26 zou het aantal indicaties dan uit komen tussen 336 en 392. De groei die zich in werkelijkheid voordeed leidde in 26 tot 4116 indicaties voor de regionale Jeugdzorg, een stijging van 41% ten opzichte van 25!. Eerdere jaren hadden groeipercentages te zien gegeven tussen de 5 en de 22%. Dat er gedurende 26 extra afspraken gemaakt moesten worden op het gebied van wachtlijsten, heeft dus enige logica in een groter dan verwachte groei. Bekende factoren achter de stijging zijn: Het indicerende stelsel na invoering van de Wet op de Jeugdzorg. Het stelsel vindt geleidelijk aan een manier om rechtens om te gaan met de verschillende soorten zorg, de indicatiestelling en de zorgaanspraken binnen een indicatie. De publiciteitscampagnes, die random het AMK gevoerd zijn. Andere, bijvoorbeeld de provinciale publiekscampagne. Breder gezien wordt de aansluiting van bureau Jeugdzorg op de lokale structuren steeds beter. Doorverwijzing en samenwerking verlopen sneller. Dat heeft -zeker in eerste instantie- een aanzuigende werking, bezien vanuit de getndiceerde zorg. De bekendheid, die "Jeugdzorg' kreeg door de sterk gegroeide media aandacht, ook al is die soms sterk negatief gekleurd. vraag-aanbod analyse ZH pag 5

11 aantal indicaties regionale Jeugdzorg ZH per kwartaal Figuur 1: aantal indicaties regionale Jeugdzorg Zuid Holland per kwartaal Nader bekeken geven de cijfers voor 26 in Tabel 1 in het eerste kwartaal 1-15 indicaties JZ aan. Dat is vooral een sterke stijging ten opzichte van (het laatste kwartaal) 25. Opvallend is dat het tweede kwartaal 26 daaraan ongeveer gelijk is. Het derde kwartaal geeft opnieuw het beeld van stijging van het aantal indicaties regionale Jeugdzorg, terwijl het jaar eindigt met een vrij forse daling in het laatste kwartaal 26. Deze grilligheid deed zich niet eerder in het ons bekende materiaal zo sterk voor. Binnen bureau Jeugdzorg is het aantal wachtenden voor screening aan het eind van het 4 e kwartaal 26 sterk gedaald. Dit zou de vermindering van het aantal indicaties in het vierde kwartaal kunnen verklaren: een verhoogde productie van indicaties in de eerste 3 kwartalen kan in het vierde kwartaal leiden tot een relatieve vermindering van de druk op de voorkant van het stelsel. Deze vermindering zou een tijdelijk karakter hebben. In het eerste kwartaal 27 deed zich dan ook weer een stijging in het aantal afgegeven indicaties voor. Jaar Kwartaal Aantal aanmeldingen % aanmeldingen naar indicatietraject 73% 69% 71% 63% 65% Tabel 2: aantal aanmeldingen 3 bureau Jeugdzorg en (deels) hun vervolg % aanmeldingen dat 'genoeg heeft' aan informatie en advies 7% 19% 22% 29% 26% Opvallend in de cijfers van bureau Jeugdzorg is een andere trend, die zich in de loop van het jaar voordeed. Het aantal aanmelding bij bureau Jeugdzorg steeg in de loop van 26 en deze stijgende tendens zet door in het eerste kwartaal 27; zie Tabel 2. Van alle clienten die zich aanmelden 3 bij bureau Jeugdzorg in het eerste kwartaal 26, stroomde 73% door naar het indicatietraject. Dit percentage daalt gestaag gedurende 26 naar 63% in het vierde kwartaal 26. Zoals bureau Jeugdzorg aangeeft heeft de meerderheid van de andere clienten voldoende aan Informatie en advies'. De verwijzing van aangemelde clienten naar andere instanties neemt in de loop van 26 af. 3 Uitgangspunt in de cijfers is de brede definitie van "aanmelding'. Dat betekent dat iedere vraag van een client waarbij het nodig is om naam en adres te noteren, als aanmelding gezien wordt. Dit i.t.t. de 'smalle' definitie, waarbij een aanmelding alleen als aanmelding gezien wordt als deze leidt tot een indicatietraject. vraag-aanbod analyse ZH pag6

12 Het lijkt alsof de instroom van clienten naar bureau Jeugdzorg effectiever geworden is in de zin van minder verwijzing naar andere instances, terwijl de functie Informatie en advies' aan betekenis sterk gewonnen heeft. Deze functie voorkomt dat clienten met een heel lichte vraag in het indicatietraject instromen. In hoeverre deze functie vervolgens naar het lokale veld gebracht kan worden (en daar sneller/effectiever kan zijn voor de client) kan punt van discussie zijn. In de figuur zijn ook 2 trends aangegeven, berekend op basis van de afgelopen jaren. De stijgende tendens in het aantal indicaties regionale Jeugdzorg zou voor 27 kunnen wijzen op een totaal aantal indicaties regionale Jeugdzorg van Het lijkt bijna ongeloofwaardig dat de stijging in het aantal indicaties in 27 ook weer sterker zal zijn dan in voorgaande jaren, de lineaire trendlijn lijkt meer in de rede te liggen. Beide trends veroorzaken een verhoogde druk op het stelsel van regionale Jeugdzorg. Of 27 een piek zal vormen in de trend tot nu toe, zoals 26, of zich binnen de trend zal ontwikkelen is natuurlijk niet helemaal te voorspellen. De grilligheid van de laatste tijd pleit er wel voor, rekening te houden met de noodzaak van speelruimte. De toename van het aantal indicaties moet bezien worden tegen de achtergrond van tenminste 2 andere factoren, herindicaties en de verhouding tussen indicaties en zorgaanspraken Herindicaties en indicaties vs zorgaanspraken De maximum termijn van een indicatie is onder de Wet op de Jeugdzorg aan banden gelegd. Het aantal herindicaties stijgt. Met "herindicatie' zijn die indicaties bedoeld, die ervoor zorgen dat de zorg doorloopt, terwijl de geldigheidstermijn van een eerdere indicatie verstreken is. Over het aantal herindicaties zijn redelijk betrouwbare cijfers bekend vanaf 26. Deze cijfers geven een stijging in absolute zin te zien van het aantal herindicaties. Het aantal herindicaties stijgt ook relatief ten opzichte van het aantal eerste indicaties. Een indicatie van bureau Jeugdzorg kan een of meerdere zorgaanspraken bevatten. Het aantal zorgaanspraken dat per indicatiebesluit wordt afgegeven, varieert in de tijd. Of 2 indicaties met ieder 1 zorgaanspraak worden afgegeven of 1 indicatie met 2 zorgaanspraken erin, maakt verschil in het aantal gestelde indicaties. Zie ook hoofdstuk 3 over de zorgaanspraken Ambulant Uit eerdere jaren is informatie beschikbaar over de groei in de vraag naar ambulante hulp 4, zie Figuur 2. In deze figuur ontbreken helaas gegevens over De figuur laat de stijging zien, die zich met name in de vraag naar enkelvoudige ambulante hulp voordeed in de laatste jaren. indie ambulant 1e 3 kwartalen per kalenderjaar X >* ^ *S^... ^^^ ^.., >r~ ^-^-*'"*^" ' " w ^^^^ ^ ^^^^^ m» noord a midden zuid x totaal Q Figuur 2: aantal indicaties ambulante hulp in de eerste 3 kwartalen van het jaar; Informatie gebaseerd op aantal indicaties enkelvoudige ambulante hulp in de eerste 3 kwartalen van 22, 23, 24 en 26. Van 3 kwartalen 26 is een gefundeerd inzicht in aantal regionale JZ-indicaties en aanspraken jeugdhulp thuis uit tabellen 2., 2.1 en 2.2 uit de kwaliteitsrapportages BJZ over de kwartalen. 5 Per startte bureau Jeugdzorg met indicatiestelling en registratie daarvan onder de Wet op de Jeugdzorg. De nieuwe systematiek kent andere zorgcategorieen dan onder de oude systematiek. In het implementatiejaar 25 is het niet goed mogelijk om informatie te verzamelen, die in de vergelijking over eerdere jaren past. In 26 is dat wel weer mogelijk. vraag-aanbod analyse ZH pag7

13 In Figuur 2 is goed te zien dat de ontwikkeling van het aantal indicaties ambulant in de regio midden gestaag doorstijgt; in deze regio lijkt de ontwikkeling het meest stabiel. In de regio Noord kan de in de figuur aangegeven heel lichte daling door een veelheid aan factoren veroorzaakt zijn 6. De sterke stijging van eerdere jaren vlakt in ieder geval minstens af, er lijkt sprake van stabilisatie. In de regio zuid doet zich de stijging het feist voor. Over de hele provincie opgeteld doet zich ook in 26 een stijging in de vraag naar ambulante hulp voor ten opzichte van Samenvatting Samenvattend kan over 26 gezegd worden dat de vraag naar regionale Jeugdzorg, uitgedrukt in aantal indicaties, zeer sterk gestegen is ten opzichte van 25. Het lijkt er heel sterk op dat minstens een deel daarvan autonome groei van de vraag naar Jeugdzorg is. Of het alleen maar autonome groei is niet helemaal helder; duidelijk is wel dat maatschappelijke en systeemfactoren hebben geleid tot grotere groei dan in eerdere jaren. Het stelsel dient dus ingericht te worden op een grotere structurele groei dan 12%. De cijfers uit het eerste kwartaal 27 ondersteunen deze conclusie. De stijging was niet even groot gedurende heel 26. Bureau Jeugdzorg geeft daarover zelf aan, dat het Vustig was' in het laatste kwartaal 26, wat betreft clienten die een indicatie nodig hadden. Daar komt bij dat het lijkt alsof bureau Jeugdzorg in de eerste 3 kwartalen zodanig gewerkt heeft, dat aan in het laatste kwartaal ook geen grote inhaalslag gemaakt hoefde te worden van clienten die nog in het indicatietraject zaten. Het eerste kwartaal 27 lijkt aan te geven dat de vermindering in het vierde kwartaal 26 tijdelijk was. Bij bureau Jeugdzorg is een stijging te zien van het aantal clienten dat met de functie "Informatie en Advies' voldoende geholpen is. Dat voorkomt dat deze clienten (ten onrechte) doorstromen naar het indicatietraject/de getndiceerde zorg. Het grote aantal aanspraken dat gesteld is zou geleid kunnen hebben tot een verhoogde druk in de loop van 26 op de getndiceerde zorg achter bureau Jeugdzorg. De zorg heeft immers een langere doorlooptijd dan bureau Jeugdzorg en kan niet zo flexibel antwoorden op vermeerdering van de vraag. Hoofdstuk 3 geeft een verder beeld van de aard van de vraag, uitgedrukt in aanspraken naar zorgvorm. De cijfers in hoofdstuk 4 e.v. geven een beeld van de situatie bij de zorgaanbieders Discussie Het aantal indicaties is in 26 sterk gestegen ten opzichte van eerder jaren. Dat moet op de eerste plaats leiden tot een bijstelling van de groeiverwachting: van 12 naar 19% per jaar. De effecten van de stelselwijziging onder de Wet op de Jeugdzorg mogen nu geleidelijk als verdwenen beschouwd worden, dus de groei die zich nu voor gaat doen is vooral autonome groei. In de groei per kwartaal is een steeds sterkere grilligheid te zien. Zo doet zich groei voor. Dat pleit voor een zekere flexibiliteit van zowel zorgveld als financierende overheid. Indien de vraag naar Jeugdzorg zo exponentieel zou doorgroeien als sommige trends aangeven, dan ontstaat ernstige ophoping van clienten aan de voordeur. Die dreigt al bij voortduring. De politieke en maatschappelijk druk om in het lokale veld al veel te doen, lijkt dus zeer terecht. Samenwerking lokaal kan goede zorg zijn. Samenwerking van gemeentelijke met zwaardere regionale partijen kan -bij te identificeren doelgroepen- effectieve en efficiente zorg zijn. Bureau Jeugdzorg heeft in toenemende mate gebruikt gemaakt van de functie "Informatie en Advies' om clienten aan hun eigen voordeur van de nodige zorg te voorzien. Dat lijkt een goede ontwikkeling omdat daarmee voorkomen wordt dat deze clienten instromen in het indicatietraject. De volgende stap in deze ontwikkeling kan zijn, dat bureau Jeugdzorg opnieuw gaat bezien in hoeverre deze functie uitgevoerd kan worden in het lokale veld. De gemeentelijke zorgstructuren en bureau Jeugdzorg maken toenemend gebruik van elkaar. Kan opvoedingsondersteuning lokaal niet beter/eerder preventief ingezet worden? Of kan de functie I&A van bureau Jeugdzorg meer in het lokale veld uitgevoerd worden? 6 Zonder hier verdere toelichting te geven zijn o.a. genoemd: de overgang van het oude naar het nieuwe indicatiestellende systeem, een systematisch verschil tussen locaties in definiering en registratie van een aantal -kleinere- projecten, het einde van een eerdere inhaalslag, etc. vraag-aanbod analyse ZH pag 8

14 3. Jeugdzorg 26/27-1, uitgedrukt in zorgaanspraken voor zorgvormen aantal aanspraken naar zorgvorm per kwartaal 3 25 jeugdhulp pleegzorg verblijf obsdiagnost totaal regionale Jeugdzorg Figuur 3: zorgaanspraken naar zorgvorm per kwartaal 25-3 tot 27-1 Een indicatie van bureau Jeugdzorg kan een of meerdere zorgaanspraken bevatten. Per indicatie werden in de afgelopen jaren gemiddeld 2,2 zorgaanspraken afgegeven (de variatie in het aantal zorgaanspraken per indicatie is vrij groot over kwartalen). De 4116 indicaties in 26 vertegenwoordigen 8394 zorgaanspraken; gemiddeld ongeveer 2 zorgaanspraken per indicatie. ledere zorgaanspraak legt beslag op een werkplek in de regionale Jeugdzorg. Zoals te zien in de figuur is het aantal zorgaanspraken jeugdhulp het grootst. Jeugdhulp omvat ambulante hulp die bij de zorgaanbieder verstrekt wordt (individueel en in een groep) en ambulante hulp die bij gezin/jongere verstrekt wordt. Figuur 3 geeft het beeld van de ontwikkeling over jaren, in termen van zorgaanspraken. Daarover is redelijke tot goede informatie beschikbaar vanaf kwartaal 3 van 25. De beweging in het aantal gestelde zorgaanspraken in de indicaties van BJZ lijkt in 26 nagenoeg gelijk aan de beweging in het aantal indicaties. Eerst een sterke stijging in de tweede helft van 25, gevolgd door een daling van eerste naar tweede kwartaal 26. Van kwartaal 3 naar 4 26 stijgt het aantal aanspraken, waarna een relatieve daling volgt in het 4 e kwartaal. 27 begint dan weer met een stijging tot op het niveau eind kwartaal 3. De beweging doet zich gematigd voor bij de aanspraken op pleegzorg, verblijf en observatiediagnostiek. De absolute getallen zijn voor deze zorgvormen ook niet zo hoog als voor jeugdhulp. In die zorgvorm doet zich de schommeling in aantallen aanspraken het sterkst voor. Omdat het absoluut gezien ook om de meeste aanspraken gaat, is de invloed van deze schommeling op het totaal ook het grootst Aanspraken en indicaties Figuur 4 geeft de relatie weer tussen het totaal aantal indicaties Jeugdzorg en het totaal aantal zorgaanspraken per kwartaal. In Tabel 3 staan de cijfers, waarop de figuur gebaseerd is. De forse stijging van het aantal zorgaanspraken eind 25 loopt niet parallel aan een stijging in het aantal indicaties, integendeel, het aantal indicaties zakt eind 25. Dit weerspiegelt ten dele de systeemwijziging die sinds de Wet op de Jeugdzorg in gang gezet is. In de loop van 25 werd de indicatie -met mogelijkheid tot meerdere zorgaanspraken per indicatie- getmplementeerd in bureau vraag-aanbod analyse ZH pag9

15 Jeugdzorg. Een indicatie met 2 zorgaanspraken geeft de client recht op hulp in 2 zorgvormen. Of deze tegelijkertijd of (deels) na elkaar uitgevoerd moeten worden zegt de indicatie niet. Het aantal indicaties kan gezien worden als de vraag in globale zin. Het aantal zorgaanspraken kan gezien worden als de vraag, vertaald naar benodigde zorgmiddelen. Zij geven dus ook de druk weer, die op de zorgmiddelen ontstaan is. aantal aanspraken en aantal indicaties per kwartaal Figuur 4: totaal aantal indicaties Jeugdzorg 7 en totaal aantal aanspraken Jeugdzorg 8 per kwartaal totaal aantal aanspraken jeugdzorg/kwartaal Totaal aantai nieuwe indicaties jeugdzorg/kwartaal Tabel 3: totaal aantal zorgaanspraken, indicaties Jeugdzorg en de verhouding aantal aanspraken per indicaties 3.2. Jeugdhulp De informatie over het aantal aanspraken jeugdhulp over meerdere jaren heen kan genuanceerd worden met het beeld in Figuur 5. Daarin staat voor de laatste 2 kwartalen 25, alle kwartalen 26 en het eerste kwartaal 27 de ontwikkeling in het aantal aanspraken jeugdhulp weergegeven. Voor alle zorgvormen van jeugdhulp thuis geldt dat de trend stijgend is, vooral veroorzaakt door de sterke stijging eind 25. In 26 blijft het aantal aanspraken jeugdhulp, in vergelijking met voorgaande jaren op relatief grote hoogte. Er doen zich wel schommelingen voor met stijgingen in kwartaal 3 26 en kwartaal Dat zouden (mede) systeemgebonden bewegingen kunnen zijn. Bureau Jeugdzorg en het zorgveld hebben bijvoorbeeld samen -mede onder invloed van de landelijke discussie- een manier moeten vinden om effectief om te gaan met indicaties waarin een aanspraak jeugdhulp met andere aanspraken gecombineerd werd. Het verschil in aantal aanspraken tussen de verschillende zorgvormen blijft in de tijd relatief stabiel. 7 Bedoeld zijn hier de nieuwe indicaties Jeugdzorg 8 Aangegeven zijn hier alle aanspraken Jeugdzorg. Om technische redenen is het niet mogelijk om de herindicatie-aanspraken uit het totaal aantal aanspraken weg te filteren. vraag-aanbod analyse ZH pag 1

16 aantal aanspraken Jeugdhulp per kwartaal z""/» JH thuis -S JH accza individueel JH accza groep -M Totaal JH trend JH ace ZA groep trend JH ace ZA trend JH thuis trend JH totaal Figuur 5: aantal zorgaanspraken Jeugdhulp naar zorgvorm per kwartaal In de figuur zijn ook (lineaire) trends aangegeven per zorgvorm en voor het totaal van de jeugdhulp. De trend voor het totaal van de jeugdhulp is stijgend, vooral veroorzaakt zoals eerder opgemerkt door de sterke stijging tot eind 25. De trendlijnen voor de verschilleden zorgvormen jeugdhulp lopen vrijwel parallel. Er vindt bijvoorbeeld geen substitutie plaats van individueel gerichte activiteiten bij het gezin thuis door individueel of groepsgerichte activiteiten bij de zorgaanbieder Samenvatting Samenvattend kan men zeggen dat 26 in termen van zorgaanspraken het beeld geeft van een jaar, waarin ook in termen van aanspraken de vraag naar zorg gestaag stijgt ten opzichte van voorgaande jaren. Die stijging doet zich niet zozeer voor gedurende het jaar, als wel in de overgang vanuit voorgaande jaren naar 26. In de loop van 26 is sprake van sterke variatie in het aantal gestelde zorgaanspraken, met pieken in het eerste en derde kwartaal en dalen in het tweede en vierde kwartaal. Onder de variatie ligt ten dele een variatie in het aantal zorgaanspraken dat per indicatie wordt afgegeven. Dat kan te makenhebben met de hulpvraag van de client. Systeemgebonden factoren binnen bureau Jeugdzorg, zoals implementatie van het nieuwe systeem en ontwikkeling van uniform denken daarover, kunnen een andere deelverklaring van de variatie zijn. Het aantal ambulante zorgaanspraken blijft veruit het grootst ten opzichte van de andere zorgvormen. Dat is kloppend met zowel de historie als met de praktische mogelijkheden die ambulante zorg heeft om snel veel clienten te helpen. Binnen jeugdhulp is jeugdhulp thuis, hulp dus in de woonplek van de client, het meest gevraagd. Zie ook hoofdstuk 4 voor verdere analyse Discussie Wat vooral opvalt in de vraag naar Jeugdzorg, vertaald als het aantal gestelde zorgaanspraken, is de op en neer gaande beweging die zich daarin voordoet. Waar deze veroorzaakt wordt door systeemgebonden factoren, kan het zorgveld zelf voor stabilisering zorgen. Zij kan daarover helderheid geven aan de financier. Waar zorgveld en financier vooral met elkaar naar zullen moeten zoeken is een gezamenlijk antwoord vinden op de altijd gevraagde flexibiliteit van het veld om te reageren op flexibiliteit in de vraag. vraag-aanbod analyse ZH pagll

17 4. Het aanbod regionale Jeugdzorg, uitgedrukt in instroom en uitstroom clienten in- en uitstroom nieuwe clienten per kwartaal; aangifte ZA instroom uitstroom - trend instroom - trend uitstroom Figuur 6: in- en uitstroom van aantallen nieuwe clienten in de jeugdzorginstellingen 25-27; trendlijn naar kwartaal 1 27 kwartaal instroom uitstroom Tabel 4: in- en uitstroom van aantallen clienten in de jeugdzorginstellingen ; aangifte zorgaanbieders 9 In Figuur 6 en Tabel 4 wordt aangegeven hoeveel nieuwe clienten per kwartaal in 25, 26 en het l e kwartaal 27 in de zorg van de gezamenlijke jeugdzorginstellingen zijn ingestroomd en hoeveel clienten ieder kwartaal zijn uitgestroomd 1. De in- en uitstroom zijn half 25 en half 26 in evenwicht. Eind 25 en begin 26 stijgt de instroom boven de uitstroom uit. Provinciaal worden in die kwartalen meer clienten opgenomen dan ontslagen. In het 3 e en zeker in het 4 e kwartaal 26 stijgt de instroom opnieuw, en nu heel sterk, boven de uitstroom uit. De productiemogelijkheden van instellingen zijn natuurlijk geen lineair doorstijgend gegeven: met de overheid zijn binnen duidelijke kaders afspraken gemaakt over middelen, inzet en productie. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over efficiency verbetering. Doelstelling van de afspraken is om door beheerste inzet van extra middelen en efficiency verbetering zo dicht mogelijk bij de vraag, c.q. het aantal indicaties/zorgaanspraken te blijven. De verhoogde instroom kan gezien worden als de resultante van het streven van instellingen om snel clienten op te nemen en de vergrote beschikbare capaciteit (meer dan) optimaal te benutten. Eind 26 is ook het effect te zien van de inzet van de extra middelen. De middelen zijn in de loop 9 Aangifte zorgaanbieders in kwaliteitsrapportages 1 Onder "nieuwe clienten die instromen in zorg' wordt iedere client verstaan die begint aan een zorgtraject. Onder "clienten die uitstromen' wordt iedere client verstaan, die zijn/haar zorgtraject beeindigt. vraag-aanbod analyse ZH pag!2

18 van 26 beschikbaar gekomen, waarna het enige tijd duurt voordat personele en materiele inzet mogelijk is, zeker bij die zorgvormen waarbij materiele voorzieningen moeten worden ingericht. Zowel de extra middelen als de efficientie-inspanningen van de instellingen zelf leveren een tijdelijke vermeerdering van de instroom: als alle middelen in gebruik zijn, kan er geen client meer bij. Dat zou de verklaring kunnen zijn van de relatieve daling van de instroom in het eerste kwartaal 27. "Relatieve daling' omdat de instroom in het l e kwartaal 27 nog altijd op een hoger niveau ligt dan eind 25/begin 26. Kennelijk is het moeilijker de gezamenlijke uitstroom daarmee gelijke tred te laten houden. Voor een deel zit de verklaring voor dit gegeven in de aard van het zorgsysteem. Als meer clienten in zorg genomen worden, duurt het enige tijd voordat die clienten weer uit zorg gaan. De gemiddelde behandelduur van een werkvorm geeft de voorspelling wanneer de vergrote instroom terug te zien is in een vergrote uitstroom. Heel globaal zou die verhoging te zien moeten zijn vanaf kwartaal 2 27 e.v. Een andere deelverklaring voor het verschil tussen in- en uitstroom in 26 zit in de aard van de wettelijke afspraken en het streven van het veld om in ieder geval van betekenis te zijn voor iedere client die wacht op zorg. Zorgaanbieders beginnen in vergelijking met eerdere jaren steeds sneller met een vorm van zorg als de indicatie een pakket van meerdere vormen aangeeft. Zo kan een client, die -in klassieke termen- wacht op hulp van een MKD al een beetje op ambulante basis geholpen worden. Later in het traject volgt dan de ook gewenste opname. In Figuur 6 zijn tevens trendlijnen aangegeven, die -op basis van de bekende cijfers 25, 26 en l e kwartaal 27- de grote lijn in de provinciale in- en uitstroomgegevens laten zien. Over kwartaalschommelingen heen drijven provinciale in- en uitstroom iets van elkaar weg. Voorzover de stijgende trend in de instroom veroorzaakt wordt door inzet van extra middelen zal de trend ook weer terugbuigen gedurende 27. Het aantal uitstromers blijft meestal iets lager dan het aantal instromers. Verwacht mag worden dat in de loop van 27 de uitstroom sterker toe zal nemen (zie boven). Andersoortige trendlijnen geven een zeker plafond aan in de ontwikkeling van in- en uitstroom. irwuitstroom nieuwe clienten (aangifte ZA) en indicaties per kwartaal instroom uitstroom indicaties Jeugdzorg Figuur 7: in-/uitstroom nieuwe clienten volgens zorgaanbieders en aantal indicaties regionale Jeugdzorg; per kwartaal 25, 26 en 27 Figuur 7 geeft aan hoe in- en uitstroom van nieuwe clienten bij de zorgaanbieders, zich verhoudt tot het aantal indicaties. Het aantal indicaties en het aantal nieuwe clienten worden in deze als redelijk vraag-aanbod analyse ZH pag!3

19 identiek beschouwd 11. Met name is de verhouding tussen het aantal indicaties en het aantal clienten dat instroomt in de regionale Jeugdzorg van belang bij bijvoorbeeld de wachtlijsten. De figuur laat zien dat er al langere tijd geen evenwicht is tussen het aantal indicaties en het aantal instromende clienten. Dat betekent dat meer clienten een indicatie krijgen, dan dat er clienten instromen in de zorg, sterker nog, dat de toename in het aantal indicaties groter is dan de toename in het aantal nieuwe instromers; toename van de wachtlijst is een gevolg. Eind 26 loopt het aantal indicaties terug en het aantal in de zorg instromende clienten neemt sterk toe, er is even sprake van evenwicht. In het eerste kwartaal 27 neemt het verschil weer toe. Wat we in de figuur niet zien zijn de herindicaties en hun effect. Herindicaties worden afgegeven aan clienten die al in zorg zijn, teneinde de zorg (evt. met wisseling van zorgvorm) door te laten lopen. Clienten die in zorg blijven op basis van een herindicatie maken dat er en geen uitstroom is en geen nieuwe indicatie/client kan instromen. Bureau Jeugdzorg geeft in haar rapportages aan, dat het aantal herindicaties stijgt in de loop van 26. In de figuren 9 t/m 16 is de in- en uitstroom per individuele jeugdzorginstelling in Zuid Holland aangegeven als onderliggend onder de eerder aangegeven totalen. Het provinciale beeld wordt genuanceerder. De provinciale stijging van de instroom eind 25 lijkt vooral te danken aan de tijdelijk verhoogde instroom (zonder navolgende piek in uitstroom) bij Cardea. De piek in de instroom eind 26 lijkt te worden veroorzaakt door stabiliteit in instroom bij Stek en Horizon, herstel van de instroom bij Trivium en een piek bij Cardea. Terwijl Stek en Horizon in hun instroom in het eerste kwartaal 27 stabiel blijven, daalt de instroom bij Cardea en Trivium weer naar een lager niveau Cardea De provinciale stijging van de instroom eind 25 is sterk te zien in de tijdelijk verhoogde instroom (overigens zonder navolgende piek in uitstroom) bij Cardea, zie Figuur 8, die daarna 3 kwartalen 26 op een weer lager niveau een stabiel beeld laat zien van in- en uitstroom. Eind 26 worden dan weer veel meer clienten opgenomen. Dat komt overeen met de afspraken die de provincie in 25 en 26 met Cardea maakte op basis van extra (eigen) middelen. In 26 is nog niets te zien van de vergrote uitstroom die de instroompiek van het laatste kwartaal 25 zou moeten hebben veroorzaakt. De pieken zijn in ieder geval gekoppeld aan de capaciteitsuitbreidingen die er geweest zijn op de 2 piekmomenten in instroom, waarbij niet vaststaat dat dat de enige veroorzakers zijn. De uitstroom van de uitbreiding zou dan nog moeten komen, afhankelijk van de behandelduur. Cardea geeft in haar kwaliteitsrapportages over de behandelduur aan, dat die voor het hele zorgtraject van haar clienten gemiddeld genomen stijgt. Die informatie voorspelt een groeiende uitstroom gedurende heel 27. iiwuitstroom clienten Cardea per kwartaal; aangifte Cardea Figuur 8: in- en uitstroom Cardea 11 Omdat het in deze analyse gaat om grotere lijnen en trends wordt deze aanname als voldoende redelijk beschouwd om mee te werken. De begrippen zijn niet exact identiek, noch in definitie noch in de praktijk. Daarom zijn alleen conclusies in algemene termen mogelijk. vraag-aanbod analyse ZH pag!4

20 Cardea: behandelduur vertrokken clienten, per aanspraak per kwartaal Cardea totaal JH thuis JHaccind jhaccgr verblijf deelt verblijf 24-uur obsdiagn deelt Figuur 9: Cardea: gemiddelde behandelduur van clienten per aanspraak per kwartaal van vertrek Bij alle clienten die in Cardea in kwartaal 1 van 27 hulp op basis van een zorgaanspraak beeindigen, heeft de verzilvering van die aanspraak korter dan een jaar geduurd, zie Figuur 9. Ten opzichte van eerder is dat pure winst: snellere doorstroom van clienten, dus toename van de in- en uitstroom is het gevolg! Dat was anders in het derde kwartaal 26, toen voor de meeste zorgvormen de verzilveringstermijnen van uitstromende clienten ongeveer of meer dan een jaar duurde. Alleen groepsvormen van hulp bij Cardea aan huis en deeltijd observatie en diagnostiek blijven daar steeds ver onder. De piek in het derde kwartaal kan -minstens gedeeltelijk- bij verblijfsvormen veroorzaakt worden door een koppeling aan schoolcycli. Als kinderen vooral opgenomen en uitgeplaatst worden op het ritme van het schooljaar, dan veroorzaakt dat een geleidelijke stijging van de behandelduur richting einde schooljaar, om daarna weer te zakken. De koppeling met het schooljaar heeft een zekere rationale in de klassieke Samenwerking met het onderwijs: mutaties voor 1.1 van het jaar, dus liefst bij aanvang van het schooljaar. Gedurende het schooljaar dan liever geen wijzigingen. Vraag is of deze schommeling ietwat te stabiliseren is, door een andere Samenwerking met het onderwijs, daar waar mogelijk. Campus Samenwerking geeft hier misschien mogelijkheden. De schommelingen in de aanspraak jeugdhulp thuis zijn niet zo groot als in andere zorgvormen. Misschien is de grens van inkorten bereikt als de gemiddelde client van jeugdhulp thuis ongeveer 9 maanden hulp krijgt vraag-aanbod analyse ZH Q7 pag 15

21 4.2. Stek Figuur 1 laat zien dat Stek vanaf eind 25 gedurende 26 -in lijn met de provinciale afspraken- de instroom van nieuwe clienten naar een hoger aantal per kwartaal brengt Vanaf 3 e kwartaal 26 handhaaft zij dat niveau van instroom. De uitstroom laat een continue stijging zien van uitstroom tot kwartaal Daarna daalt de uitstroom, ook in het eerste kwartaal 27. Stek geeft zelf als verklaring hiervoor dat de instroom verhoogd is door inzet van extra middelen = extra capaciteit, waarvan de uitstroom nog moet gaan plaatsvinden. De verhoogde uitstroom in kwartaal 3 zou het gevolg kunnen zijn van binding aan schooljaren. in-/uitstroom clienten Stek per kwartaal; aangifte Stek 1 Figuur 1: : in- en uitstroom Stek Figuur 11 laat zien hoe bij alle clienten die in Stek in kwartaal 1 van 27 hulp op basis van een zorgaanspraak beeindigen, de verzilvering van die aanspraak beduidend korter dan een jaar heeft geduurd. Ten opzichte van eerder is dat ook bij Stek pure winst: snellere doorstroom van clienten, dus toename van de in- en uitstroom is het gevolg! Dat de gemiddelde behandelduur van verschillende werkvormen zo dicht bij elkaar ligt als in kwartaal 27 lijkt puur toeval: alleen al op basis van doelgroep en methode kennen verschillende zorgvormen verschillende behandelduur. Over het l e kwartaal 27 konden door Stek maar beperkt gegevens geleverd worden. Stek: behandelduur vertrokken clienten, per aanspraak per kwartaal CAA OAA OCA 2 - t) - CA 3k. - X^^~^K. A^NS-.- ^^ NS*2j ^\ "^i== ^» v ^- * Stek totaal «.JH thuis ^ verblijf deelt verblijf 24-uur JHaccind Q Figuur 11: Stek: gemiddelde behandelduur van clienten per aanspraak per kwartaal van vertrek vraag-aanbod analyse ZH pag 16

22 4.3. Trivium Trivium brengt -zie Figuur 12- in 25 haar in- en uitstroom naar een hoger aantal tot het 2 e kwartaal 26. Vanaf dan is het beeld grilliger. In- en uitstroom dalen in het 3 e kwartaal De instroom stijgt weer terug naar het oude niveau eind 26 om toch weer te dalen in 27. De uitstroom blijft ook bij Trivium even achter bij de instroom. De verklaring vanuit inzet extra middelen voor dit fenomeen is al eerder gegeven. Trivium kent niet zo'n pieken in instroom per 3 e kwartalen als bijvoorbeeld Cardea. in-/uitstroom clienten Trivium per kwartaal; aangifte Trivium Figuur 12:: in- en uitstroom Trivium Trivium: behandelduur vertrokken clienten, per aanspraak per kwartaal cnn ACin 4 -., Klljll '"^~-"it j ' ' '"" OCA ocn Ofjfi 15 - mn 5 - X x «** * \ ^ *^ScA * ik -3J _» -^SJ^*^ - *S x ^ ;* -K^ J>\ ^<^^<\~ ~****^f & X - 4 Trivium totaal * JH thuis JHaccind «- jhaccgr % verblijf deelt verblijf 24-uur i obs diagn deelt ~ obs diagn 24-uur Figuur 13: Trivium: gemiddelde behandelduur van clienten per aanspraak per kwartaal van vertrek Figuur 13 laat de gemiddelde behandelduur zien van Trivium's zorgvormen. Opvallend is dat ook Trivium erin slaagt voor alle zorgvormen de gemiddelde behandelduur naar beneden te brengen. Ook hier is dat ten opzichte van eerder pure winst: snellere doorstroom van clienten, dus toename van de in- en uitstroom als gevolg! 12 Trivium heeft aangegeven dat zij in de overgang van tweede naar derde kwartaal 26 een conversie gedaan hebben, met bijbehorende problematiek. De aangeleverde cijfers van het derde kwartaal zijn gecorrigeerd voor deze conversie problematiek. vraag-aanbod analyse ZH pag 17

23 4.4. Horizon Horizon (zie Figuur 14) houdt in- en uitstroom het dichtst bij elkaar. In de loop van 26 zijn beide naar een hoger aantal gebracht. Het lijkt alsof Horizon erin slaagt, het minst last te hebben van verstopping als gevolg van extra middelen en extra inspanningen. iiwuitstroom clienten Horizon per kwartaal; aangifte Horizon Figuur 14:: in- en uitstroom Horizon Horizon: behandelduur vertrokken clienten, per aanspraak per kwartaal Horizon totaal -JHthuis JHaccind -jhaccgr -verblijf deelt -verblijf 24-uur -pleegz deelt -pleegz 24-uur Figuur 15: Horizon: gemiddelde behandelduur van clienten per aanspraak per kwartaal van vertrek Figuur 15 laat voor Horizon de gemiddelde behandelduur zien per werkvorm van clienten die hun zorgaanspraak beeindigden in een kwartaal. De algemene tendens is dat de behandelduur korter wordt. Zeer opvallend is de daling bij de deeltijdpleegzorg. Alle hulpverlening heeft bij Horizon gemiddeld een langere behandelduur dan bij de regionale zorgaanbieders, wellicht te verklaren door hun bovenregionale functie en de bijbehorende doelgroep Samenvatting Samenvattend kan men stellen dat er sprake is van een toename in de instroom van clienten. Met een stevige piek in het 4 e kwartaal 26. vraag-aanbod analyse ZH pag 18

24 De toename in de instroom van nieuwe clienten in 26 hield geen gelijke tred met de toename in het aantal indicaties dat bureau Jeugdzorg stelde. In de uitstroom is een stijgende trend te zien, zowel in totaal als bij de individuele zorgaanbieders. Deze stijging houdt in 26 (nog) geen gelijke tred met de gestegen instroom. Een van de oorzaken van de toename in de instroom is capaciteitsuitbreiding bij zorginstellingen op basis van de extra ingezette middelen. Het effect daarvan is niet gelijk begin 26 zichtbaar, het kan doorlopen tot eind 27. De extra middelen zijn voor een aanzienlijk deel structureel, voor een kleiner deel incidenteel. Dat de incidentele extra middelen, en daardoor de extra incidentele capaciteit eindig zijn is een zekerheid. Als gevolg daarvan zal de instroom verminderen, waardoor de toename van de indicaties nog minder gevolgd wordt. Tenzij andere factoren die achterstand laten inlopen, zoals bijvoorbeeld het sneller starten met voorlopige middelen aan een zorgtraject. En tenzij het aantal indicaties in 26 minder sterk zou toenemen (zie ook hoofdstuk 2). Een andere oorzaak van de instroom-toename is de inspanning van de zorginstellingen om meer te doen met dezelfde capaciteit. Die inspanning is terug te zien in de dalende gemiddelde behandelduur. Dat lijkt voor het grootste deel een structureel gegeven met structureel gevolg: snellere doorstroom en een verhoogde in- en uitstroom! Bij alle zorginstellingen is in de totale behandelduur een dalende tendens zichtbaar. Cardea komt eind l e kwartaal 27 uit op ongeveer 25 dagen, Stek op ongeveer 28, Trivium op ongeveer 2 dagen. Horizon komt uit op ongeveer 44 dagen, exclusief pleegzorg op ongeveer 4 dagen. De spreiding onder deze gemiddelden zijn groot, maar voor bijvoorbeeld de regionale zorgaanbieders over alle zorgvormen heen ongeveer even groot. Te verwachten is dat, bij gelijkblijvende behandelduur in de loop van de volgende twee kwartalen 27 de verhoogde uitstroom te zien moet zijn van de clienten die versneld en/of op basis van extra middelen in 26 ingestroomd zijn. Dan komen er hulpverleners en/of plaatsen vrij. Voorzover de financiering daarvan niet incidenteel was, komen daardoor weer meer mogelijkheden voor instroom vrij Discussie De inzet van de incidentele extra middelen uit 26 loopt in 27 af. Dat betekent dat structurele middelen, dus structurele capaciteit resteert om alle zorgvragen van antwoord te voorzien. De structurele capaciteit zal te weinig zijn om alle clienten, die bij bureau Jeugdzorg een indicatie krijgen van adequate zorg te voorzien. Dat is in te schatten aan de hand van de gegevens van 26, de wachtlijst eind 26 en begin 27. Wil de wachttijd van clienten in de loop van 27 niet doorstijgen zoals te zien in de beschikbare informatie (zie hoofdstuk 5 e.v.) dan zal hiervoor een oplossing gevonden moeten worden. Waarbij de vraag is wat de ambitie van die oplossing moet zijn. Evenals bij het aantal indicaties lijkt de variatie in in- en uitstroom in de loop van de tijd grilliger te gaan verlopen. De instroom verloopt schoksgewijzer, grilliger. De instellingen proberen deze grilligheid bij te beneb. De overheid probeert met financiering de beweging van de vraag te volgen. Deze systematiek zou de oorspronkelijke beweging van de vraag in grilligheid kunnen versterken. Er lijkt dan sprake van een wat "nerveus' systeem. Bij het in gang zetten van oplossingen voor de ondercapaciteit zou met dit gegeven rekening gehouden moeten worden. De inspanningen van de zorginstellingen om meer te doen met dezelfde middelen, zijn terug te zien, o.a. in de daling van de gemiddelde behandelduur van de meeste zorgvormen. Die daling van het gemiddelde zal geleidelijk aan een grens komen: er zijn nu eenmaal clienten die langdurig zorg nodig hebben. Dus: maak langduriger zorg mogelijk (in frequentie/intensiteit) waar het nodig is en een lichtere, andere vorm en/of frequentie waar dat kan. De druk op verkorting van de behandelduur leidt ook tot steeds verdere vermindering van zorgvormen die langdurig zijn. Langdurige woonzorg voor jeugdigen, langdurige zorg aan gezinnen in wat voor intensiteit dan ook: ze staan onder druk. Bij jeugdhulp is misschien de grens van inkorten bereikt als de gemiddelde client van jeugdhulp thuis ongeveer 9 maanden hulp krijgt. De spreiding onder het gemiddelde zal vrij groot zijn en dat weerspiegelt de realiteit. In de loop van de jaren is de omvang van deze hulpvorm sterk toegenomen, zij is gaan differentieren. Verdere onderbouwing van de zorgvorm en specificatie van subvormen voor verschillende doelgroepen is wellicht aan de orde. Enerzijds kan onderzoek naar de effectiviteit van de verschillende praktijk-differentiaties helpen om te onderscheiden wat werkt voor welke doelgroep en wat niet. Anderzijds geeft bestaand onderzoek o.a. van het Verweij-Jonker instituut aan dat inzet aan de voorkant van methodische interventies uit zware/moeilijke doelgroepen effectief kan zijn. Niet vraag-aanbod analyse ZH pag 19

25 alleen ter voorkoming van duurdere hulpvormen in de verdere carriere van de client, maar ook in termen van effectiviteit. De steregel voor de toekomst: zware, methodisch stevige en hoogfrequente hulp daar waar die nodig is, en een andere, lichtere vorm en/of frequentie waar dat kan. Zie ook de inbedding van methodieken als MST en FFT in Nederland, gestuurd door ZonMw en de betrokken ministeries. Een derde thema zijn de kansen van combinaties, die nog niet volledig benut worden. Samenwerking (andere Samenwerking) met schoolsystemen kan andere zorgtrajecten creeren. Dan moet de zorgverlener een andere positie geven aan het onderwijs/de onderwijsgevenden en het daardoor voor het onderwijs mogelijk maken soepeler met de eigen administratieve markeringen om te gaan. Een beleidsvraag kan zijn of de Samenwerking van Jeugdzorg en (V)MBO leidt tot een dagaanbod aan de wat oudere jongeren, terwijl tegelijkertijd zinvolle daginvulling en arbeidstoeleiding wordt verzorgd. Kan de rebound voorziening van het onderwijs zorgen voor jongeren, die individueel en in hun gezin pedagogisch begeleid worden vanuit de Jeugdzorg, de dagopvang van de jongere verzorgen? Waar moet en kan diagnostiek samen met de GGZ-j effectiever en efficienter geregeld worden? Een goede regeling heeft effect op in- en doorstroom in de meest aangewezen zorgvorm. Voor de bovenregionale voorziening Horizon en de regionale zorgaanbieders moet Samenwerking voordelen hebben in termen van effectieve hulp en in de keten goede in-, door- en uitstroom. Twee praktijkgegevens die niet alleen in Zuid Holland, maar ook landelijk in beeld zijn, gaan over de hulpverlening aan de al wat oudere jongeren. Woonvoorzieningen voor oudere jeugd, waar 24-uurs zorg geboden wordt zijn veel gevraagd. Bovendien is ook landelijk het beeld dat jongeren, die vanuit een woonsituatie bij de zorgaanbieders moeten uitstromen naar een zelfstandige woonpiek (met of zonder begeleiding), dat niet kunnen. Als oorzaken worden daarvan o.a. de schaarste van kamers/woonruimte in relatie tot de hoge prijs van huren het meest genoemd, naast enkele persoonsgebonden kenmerken van de jongeren. Samenwerking met woningbouwverenigingen kan niet alleen deze verstopping opiossen, maar ook al in een eerder stadium van zorg een woonpiek voor de jongere creeren. vraag-aanbod analyse ZH pag 2

26 5. Gegevens wachtlijst regionale Jeugdzorg; aangifte zorgaanbieders Vooral eind 25 is een duidelijke neerwaartse lijn te zien in de wachtlijst (zie Figuur 16), zowel in de totale als in de wachtlijst langer dan 9 weken. Deze lijn zet zich even door in 26, waarna de wachttijden stijgen naar het 2 e en het einde 3 e kwartaal. In het 4 e kwartaal 26 daalt het aantal wachtenden scherp, zowel het totaal aantal als degenen die langer dan 9 weken moeten wachten op zorg. Eind 26 wachtten 123 clienten in de hele provincie langer dan 9 weken op zorg. Corrigeren we deze cijfers voor de clienten die wel al enige vorm van zorg krijgen, maar nog niet hun eerste aanspraak, dan wachten eind clienten op zorg. gegevens wachtlijst en wachtlijst > 9 wkn; per kwartaal aangifte ZA O wwachtlijst wacht lijst>2 rr nden O7-1 Figuur 16: wachtiijstgegevens In het l e kwartaal van 27 stijgen de aantallen clienten op de wachtlijsten weer vrij scherp. Het totale aantal stijgt scherper dan de clienten die langer dan 9 weken wachten. Eind 26 is daar met succes extra inspanning op gepleegd. Zoals Figuur 17 in herinnering brengt, stelde bureau Jeugdzorg minder indicaties in het laatste kwartaal 26. In de figuur zijn de wachtiijstgegevens provinciaal in beeld gebracht, nu gecombineerd met het aantal provinciale indicaties Jeugdzorg (zie ook hoofdstuk 3). Zichtbaar is de tendens in de wachtlijst langer dan 9 weken om -in de gerapporteerde cijfers- in ieder geval niet mee te stijgen met het aantal afgegeven indicaties, noch met het totaal aantal wachtenden. Dat is het resultaat van de extra middelen en de extra inspanningen van de zorginstellingen, zoals o.a. zichtbaar in in-/uitstroom verhouding en de gemiddelde behandelduur. In het eerste kwartaal 27 steeg ook het aantal indicaties weer, er zijn provinciaal gezien geen extra plaatsen vrij gekomen door extra uitstroom, want die laat nog even op zich wachten. Gevolg is de zichtbare stijging van het absolute aantal wachtenden. Voorzover er sprake is van incidentele capaciteitsuitbreiding die in 26 verhoogde instroom mogelijk maakte en in 27 weer stopt, zal de verhoogde uitstroom van extra in zorg genomen clienten niet leiden tot nieuwe verhoogde instroom. Dit is een van de factoren die leidt tot een stijgende wachtlijst als niet andere factoren dit tegengaan. vraag-aanbod analyse ZH pag21

27 gegevens wachtlijst en wachtlijst > 9 wkn; per kwartaal aangifte ZA Figuur 17: wachtiijstgegevens afgezet tegen de indicaties Tabel 5 en 6 geven de hoogte van de wachtlijsten weer vanaf 23 vanuit de kwaliteitsrapportages van de zorginstellingen. Tabel 5 geeft het totaal aantal wachtenden weer per einde kwartaal en per zorgvorm. Tabel 6 geeft het aantal clienten weer dat langer dan 9 weken wacht per einde kwartaal en per zorgvorm. Wachtlijst alle clienten ambulant dagbehandeling pleegzorg residentieel totaal Tabel 5: gegevens wachtlijsten 23-27, per zorgsoort vraag-aanbod analyse ZH pag22

28 wachtlijst > 2 mnden 23-1 I ambulant ] dagbehandeling Tabel 6: gegevens wachtenden langer dan 9 weken, 23-27, per zorgsoort pleegzorg residentieel j Totaal Samenvatting De sterke inspanning (eind) 26 van financier en zorginstellingen, geholpen door vermindering van het aantal gestelde indicatiestellingen in het 4 e kwartaal, is terug te zien in alle cijfermateriaal over de hoogte van de wachtlijsten. In dat materiaal is ook te zien hoe de wachtlijsten (totaal en langer dan 9 weken) in het eerste kwartaal 27 weer sterk stijgen. De extra structurele middelen compenseren dit deels, maar niet helemaal. De extra incidentele middelen stoppen volgens afspraak. Er lijkt dan maar een gevolg mogelijk: grotere en langere wachtlijsten Discussie De eerste vraag is hoe hoog de ambitie van overheid en zorginstellingen moet zijn ten aanzien van de hoogte van de wachtlijsten. De inzet om in de huidige maatschappelijke context de wachttijd van alle clienten terug te dringen tot korter dan 9 weken, lijkt even te slagen op grond van extra financiele middelen en extra inspanningen van de zorginstellingen. Ddan lopen de wachtlijsten weer op. Terwijl de politieke ambitie zich richt op maximering van de wachttijd tot 8 in plaats van 9 weken per 28. Door extra extra geld de wachtlijsten extra extra en ook nog structureel terugdringen lijkt niet de meest voor de hand liggende optie. Bovendien, zowel de overheid als de zorginstellingen werken hard aan de afgesproken doelstellingen, maar soms doet zich een zekere moeheid voor in de inspanningen om -op incidentele basis- een structureel probleem op te lossen. Bij bureau Jeugdzorg uit zich dat in verhoogde druk op werkers om veel indicaties te stellen en tegelijk enige zog te dragen voor de clienten die op de wachtlijsten staan. Structuurvragen gaan o.a. over de preventieve kansen -op langere termijn- van zorgvormen die nu nog curatief zijn. Met andere woorden: waar en hoe zijn kennis en middelen vanuit de jeugdzorginstellingen beter in samenhang te brengen met het voorliggende, lokale veld? Hoe kan bureau Jeugdzorg het aantal indicatiestellingen begrenzen, zonder de client die daar recht op heeft, zorg te ontzeggen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van lichte zorg? Door actief naar voren te stappen en mee te dragen aan goede Samenwerking tussen lokaal en regionaal? Kunnen de zorginstellingen tijdens de wachttijd van client in Samenwerking met andere partijen een effectief aanbod doen, bijvoorbeeld in school en/of aan het onderwijs gekoppelde voorzieningen? Ook de in eerdere hoofdstukken genoemde maatregelen kunnen effect hebben op de wachtlijst: betere Samenwerking en doorstroom in de zorg en betere uitstroom maken plaatsen vrij voor nieuwe clienten. vraag-aanbod analyse ZH pag23

29 Onderzoek naar de effectiviteit van de verscheidenheid aan zorgvormen zou gerichtere inzet van zorgvormen kunnen ondersteunen. Bureau Jeugdzorg kan dan effectief verwijzen naar effectieve programme's van zorg! vraag-aanbod analyse ZH pag 24

30 6. Resuitaten van zorg Onder de titel "resultaten van zorg' geeft dit hoofdstuk enkele kwalitatieve gegevens over de situatie aan het eind van de zorg aan de client. Het is de eerste keer dat deze gegevens in deze samenhang gepresenteerd worden. Vooruitlopend op de landelijke implementatie van de prestatie indicatoren 13 worden navolgend gegevens gepresenteerd over het eerste kerndoel van de indicatoren: clienttevredenheid en reden van beeindiging. Over de mate van doelrealisatie rapporteren de zorginstellingen in groeiende mate, maar nog niet zo dat deze in een analyse betrokken kunnen worden. De gerapporteerde mate van doelrealisatie is overigens -met respect voor de prille status ervan en de bedenkingen over de kleine groep clienten waarvan de gegevens bekend zijnhoopgevend voor het veld. Als reden van beeindiging kunnen de instellingen in hun kwaliteitsrapportages een van de volgende categorieen aangeven: beeindiging volgens plan, einde termijn zorg, client start met andere zorg, zorg (voortijdig) afgebroken door client. De gegevens per instelling vindt u in Figuur 18, Figuur 19, Figuur 22 en Figuur 25. Zij zijn aangegeven in kolomgrafieken, waarbij de hoogte van de kolom het aantal in dat kwartaal vertrokken clienten representeert. De delen van de kolom representeren de aantallen gerapporteerde redenen van vertrek van die clienten, per soort reden, zoals ook in de legenda aangegeven en per kwartaal. Bij vertrek hebben instellingen ook -in meerdere of mindere mate 14 - aan jongeren en hun ouders gevraagd of de hulp hielp, of de bejegening goed was, of de Samenwerking van de hulpverleners oke was en aan client's verwachtingen werd voldaan. Clienten konden via een rapportcijfer tussen en 1 aangeven wat ze van de hulp, op dat aspect, vonden. Hoe hoger het cijfer, hoe tevredener de client was. In de figuren wordt van alle bevraagde clienten het percentage aangegeven, dat een rapportcijfer 6 of hoger 15 gaf. In Figuur 2, Figuur 23 en Figuur 26 vindt u de tevredenheid van de ouders bij einde hulp. In Figuur 21, Figuur 24 en Jongeren Horizon: tevredenheid, per kwartaal m hulp hielp H bejegening oke D hv-samenwerking oke n verw achting voldaan 2OO Figuur 27 de tevredenheid van de jongeren. In de figuren wordt het percentage clienten aangegeven dat positief op de gestelde vragen geantwoord heeft. 13 Zie notitie Win v VWS, Min v Justitie, IPO en MOGroep. 14 "in meerdere of mindere mate': de inspanning van de zorgaanbieder kan varieren van bevragen eenmaal per kwartaal, tot eenmaal per halfjaar of nog minder. Alle vertrekkers bevragen of een steekproef, etc. 15 In de kwaliteitsrapportages van de zorginstellingen is "6 en hogek een categorie waarop gerapporteerd wordt. vraag-aanbod analyse ZH pag 25

31 6.1. Cardea Cardea: reden beeindiging Figuur 18: Cardea: reden beeindiging zorg, per kwartaal De meerderheid van de clienten in Figuur 18 beeindigt de zorg volgens plan. Het aantal vertrekkers waarover de figuur rapporteert loopt in Cardea om interne procedure redenen niet gelijk aan het aantal vertrekkers in dat kwartaal. Het percentage clienten waarbij de zorg wordt afgebroken varieert van 2% in kwartaal 3 25 tot 1% in kwartaal 1 van 27. Over de clienttevredenheid heeft Cardea weinig gerapporteerd. De cijfers geven te weinig basis om in een figuur helder te kunnen weergeven. In de sterk beperkte rapportage over 2 kwartalen is steeds meer dan 9% van de clienten tevreden over de gestelde vragen aan het eind van de hulp Stek Stek heeft in meerderheid clienten die hun zorg volgens plan beeindigen. De aantallen vertrekkers in de figuur lopen vrijwel parallel met de aantallen vertrekkers in hoofdstuk 4. Opvallend is in het l e kwartaal 26 de eenmalig vergrote hoeveelheid clienten die stopt vanwege einde termijn; dit zou een tijdelijk systeemgebonden gegeven kunnen zijn. Eveneens opvallend is de categorie clienten waarbij zorg afgebroken wordt, die stijgt in de tijd. Stek: reden beeindiging O Figuur 19: Stek: reden beeindiging zorg, per kwartaal vraag-aanbod analyse ZH pag 26

32 Ouders Stek: tevredenheid, per kwartaal m hulp hielp m bejegening oke D hv-samenw erking oke m verw achting voldaan 2OO5-3 2O5-4 2OO6-1 2O6-2 2O6-3 2O6-4 Figuur 2: Stek: tevredenheid ouders einde hulp De tevredenheid van clienten van Stek aan het eind van de hulp is groot. Ouders en jongeren zijn vrij gelijk in hun oordeel, met ietwat verschil op de factor bejegening, maar het verschil is klein. Jongeren Stek: tevredenheid, per kwartaal m hulp hielp m bejegening oke a hv-samenw erking oke El verw achting voldaan O5-4 2O O Figuur 21: Stek: tevredenheid jongeren einde hulp 6.3. Trivium Trivium heeft in meerderheid clienten die hun zorg volgens plan beeindigen. De aantallen vertrekkers in deze figuur lopen vrijwel parallel met de aantallen vertrekkers in hoofdstuk 4. Opvallend is de beweging in de hoeveelheid afgebroken zorg. Zij wordt relatief kleiner vanaf kwartaal 3 25 naar kwartaal 2 26, om dan weer wat te stijgen naar kwartaal Trivium: reden beeindiging O I Figuur 22: Trivium: reden beeindiging zorg, per kwartaal vraag-aanbod analyse ZH pag 27

33 Ouders Trivium: tevredenheid, per kwartaal EH hulp hielp m bejegening oke n hv-samenw erking oke El verw achting voldaan O OO6-3 2OO6-4 Figuur 23: Trivium: tevredenheid ouders einde hulp De clienten van Trivium, zowel de ouders als de jongeren, geven in het algemeen aan dat ze tevreden zijn op de 4 gevraagde topics aan het einde van de hulp. Jongeren Trivium: tevredenheid, per kwartaal H hulp hielp m bejegening oke n hv-samenw erking oke E3 verw achting voldaan 2OO5-3 2O5-4 2OO O6-3 2O6-4 Figuur 24: Trivium: tevredenheid jongeren einde hulp 6.4. Horizon Horizon heeft ook in meerderheid clienten die hun zorg volgens plan beeindigen. De aantallen vertrekkers in deze figuur lopen vrijwel parallel met de aantallen vertrekkers in hoofdstuk 4. We zien in de laatste 3 kwartalen 26 de categoric "andere zorg verschijnen. Wellicht dat dit staat voor inzet van sterkere doorstroom van clienten vanuit Horizon naar andere zorgvormen/-instellingen. Het percentage clienten waarvan de zorg afgebroken wordt ligt globaal rond de 1%. Horizon: reden beeindiging Figuur 25: Horizon: reden beeindiging zorg, per kwartaal vraag-aanbod analyse ZH pag 28

34 Naar het oordeel van de meerderheid van clienten hielp de hulp van Horizon steeds, de bejegening was oke, de Samenwerking ook en aan de verwachtingen werd voldaan. Alleen het laatste kwartaal 26 vormt hierop een sterke uitzondering met ontevredener vertrekkende clienten. Ouders Horizon: tevredenheid, per kwartaal m hulp hielp m bejegening oke D hv-samenw erking oke n verw achting voldaan 2O O6-4 Figuur 26: Horizon: tevredenheid ouders einde hulp Jongeren Horizon: tevredenheid, per kwartaal hulp hielp bejegening oke n hv-samenw erking oke n verw achting voldaan Figuur 27: Horizon: tevredenheid jongeren einde hulp 6.5. Samenvatting Samenvattend kan men stellen dat over de resultaten van zorg nu voor een eerste keer in de vraagaanbod analyse iets in beeld gebracht is door de gegevens Veden van beeindiging' en de clienttevredenheid. De mate van doelrealisatie is nog te 'Jong' om voor deze doelstelling te gebruiken. De tevredenheid van clienten aan het einde van hun zorg is redelijk tot goed: meer dan 75% sowieso en meestal meer dan 85-9% tevreden! Daar komt bij dat in het algemeen de afsluiting van de zorg vaak volgens plan verloopt Discussie Er valt ook nog te onderzoeken: waar staan de niet-tevredenen voor? Waar staan de beeindigingen voor die niet volgens plan verlopen? De grens die aan versnelling van zorg zit, zou zichtbaar kunnen worden via de reden van beeindiging. Het zou ook kunnen dat de verhoogde druk op het stelsel hiertoe leidt. Of leidt het aantal uitbreidingen van capaciteit tot overhaaste inzet van hulpverleners? De hier gebruikte instrumenten om informatie te verzamelen zou ook tot hernieuwd onderzoek moete leiden. Het zou goed zijn om -minstens provinciaal- te komen tot verdere normering van de uitslagen op clienttevredenheidsonderzoeken. Het resultaat van zorg is nu een eerste keer in beeld gebracht in termen van de aangegeven 2 (van 3) criteria. Het verdient aanbeveling om verder onderzoek te doen naar de effectiviteit van de (verschillende vormen van) zorg in Zuid Holland. Zeker waar het onderzoek eigenlijk al gestart is en slechts wacht op een vervolg. vraag-aanbod analyse ZH pag 29

35 7. Afspraken De wachtlijst langer dan 9 weken is onderwerp geweest van afspraken tussen Provincie en zorginstellingen. Uitgaande van een groei in de vraag van 12% zou de wachtlijst van clienten met een wachttijd langer dan 9 weken eind 26 gereduceerd zijn tot. De inzet van de extra middelen in 25/26 is (mede) afhankelijk gemaakt van resultaten op de lengte van de wachtlijst en de wachttijd. Medio 26 zijn opnieuw afspraken gemaakt over inzet van extra middelen, gerelateerd aan specifieke productie, einid 26 voor de laatste maal. De groei is in 26 sterker gestegen dan de gemiddelde groei in de voorgaande 3 jaren. De trend in de vraag-aanbod analyse in 25 was dat het aantal regionale JZ indicaties in 26 bij gelijkblijvende groei van 12%/jaar uit zou komen tussen 336 en De reele groei die zich in 26 heeft voorgedaan tot 4116 indicaties, begeeft zich dus over de bovengrens van de eerder verwachte autonome groei. In plaats van 12% groei heeft zich in 26 een groei voorgedaan van 41% ten opzichte van 25. Dat brengt de gemiddelde groei in aantal indicaties vanaf 22 op 19% per jaar. De versterkte groei moest effect hebben op de wachtlijst van het zorgstelsel, meer dan de gemaakte afspraken voorzagen. Eind 25 stonden in totaal 463 mensen langer dan 9 weken op de wachtlijst voor getndiceerde jeugdhulpverlening. Met het veld werd afgesproken dat deze wachtlijst opgelost zou zijn eind 26, uitgaande van het werkelijke aantal van 2918 indicaties in 25 en een verwachte groei in indicaties 26 van 12%. Dat betekent dat in 26 volgens afspraken 3268 (zijnde het aantal indicaties 25 plus 12%) clienten geholpen zouden worden. Daarnaast zouden 463 (zijnde het aantal op de wachtlijst eind 25) clienten extra in zorg genomen zouden worden vanuit de wachtlijst langer dan 9 weken. Over efficiency winst in het veld werden al eerder afspraken gemaakt. Per medio 26 werden opnieuw -op basis van de ontwikkeling in zowel indicaties als aanbod- 299 extra clienttrajecten ingekocht. Per ultimo 26 werden opnieuw clienttrajecten ingekocht, en wel 214. In Tabel 7 staan de cijfermatige redeneringen over de relatie tussen wachtlijsten en productie afspraken. Rekenschema 26 In 26 weg te werken aantal wachtenden > 9 weken vanuit 25 Te leveren: verwachte productie in aantal indicaties Te leveren efficiency winst 1% Extra clienttrajecten 26 ingekocht per medio 26 Extra clienttrajecten 26 ingekocht per ultimo 26 TOTAAL Werkelijk gestelde indicaties 26 In 26 weg te werken aantal wachtenden > 9 weken vanuit 25 TOTAAL bron Afspraken eind 25 Afspraken eind Afspraken 25 Afspraken 26 Afspraken 26 Kwaliteitsinformatie 26 Kwaliteitsinformatie Verschil 9 Tabel 7: rekenvoorbeeld productie-afspraken en wachtlijsten In het rekenschema is het effect te zien van de keuze over de te gebruiken cijfers. In de loop van 26 werden extra clienttrajecten ingekocht om aan het gestegen aantal indicaties recht te doen. 16 Hier is het op basis van de in 25 bekende cijfers te verwachten aantal indicaties genomen; dat verschilt van de in toewijzing van gelden gebruikte aantal. 17 Op basis van 2918 indicaties Jeugdzorg, door bureau Jeugdzorg in 25 afgegeven en 12% groei in 26. vraag-aanbod analyse ZH pag 3

36 8. Het jaar 27 e.v. In Figuur 28 staat het aantal indicaties provinciale Jeugdzorg per jaar aangegeven 18. In de figuur zijn op basis van de gegevens tot en met het eerste kwartaal 27 trendlijnen geprojecteerd voor heel 27. De lineaire trendlijn geeft over de jaren heen een stijging te zien, die in 27 uitkomt op ongeveer 44 indicaties Jeugdzorg in de provincie. In die trend wordt het aantal indicaties 26 waargenomen als een sterke beweging naar boven. De andere trendlijn volgt wat meer de beweging die in de loop van de afgelopen jaren te zien is en geeft voor 27 ongeveer 5 indicaties aan. Ook deze trend laat jaarcijfers zien boven en onder de trendlijn, maar er is sprake van progressieve groei. Waar de werkelijkheid zal liggen is natuurlijk niet met zekerheid te zeggen. De huidige voorspelling voor 27 is lager dan de voorspelling, die eerder gedaan werd op grand van de gegevens tot en met het 3 e kwartaal 26. De verlaging van het aantal indicaties vanaf het 4 e kwartaal 26 is de oorzaak van de correctie naar beneden in de voorspelling. De algemene groeiverwachting van het aantal indicaties is naar boven bijgesteld. Op basis van de cijfers tot en met 26 en het l e kwartaal 27 gaat het groeipercentage per jaar van 12 naar 19%. Gebruiken we dit cijfer voor de groeivoorspelling 27, dan komen we uit op 4898 indicaties. De trendlijnen geven voor 28 aantallen indicaties aan tussen 46 en 55. Doorredenerend naar 28 met 19% groei komen we uit op 58 indicaties. Aantal indicaties provinciale jeugdzorg/jaar -4 indicaties/jaar trendlijn 1 trendlijn Figuur 28: aantal indicaties provinciale Jeugdzorg per jaar; basis:22-l e kwrt 27, met trendlijnen naar eind 27 In de eerdere hoofdstukken zijn de factoren besproken die van invloed zijn op het geheel Nodig in 27 De situatie eind 27 inclusief het effect van de afspraken en inzet extra middelen , is nog niet helemaal bekend. Helder is wel dat de meerderheid van de extra ingezette middelen structureel zijn, een deel ervan niet. De hoogte van de wachtlijsten, de lengte ervan en met name de idee dat de client niet langer dan 9 weken mag wachten op zorg, lijkt een actuele invalshoek om te bezien wat nodig is in 27. In het navolgende worden de wachtlijsten > 9 weken per zorgvorm nagelopen Ambulant In de vraag-aanbod analyse is te zien dat de groei in indicaties "enkelvoudig' ambulant heel sterk is over de laatste jaren heen. Het verklaart een deel van de totale sterke groei. Het lijkt dus voor de hand liggend om daarin een deel van de uitbreiding van het zorgaanbod te zoeken. 18 Voor bronnen van de cijfers: kwaliteitsrapportages zorginstellingen t/m kwartaal 1 27 vraag-aanbod analyse ZH pag 31

37 Ambulant: wachtlijst > 9 weken, per kwartaal, per aanbieder Figuur 29: ambulant: aantal wachtenden langer dan 9 weken, per einde kwartaal per zorgaanbieder In Figuur 29 is de wachtlijst te zien per zorgaanbieder voor clienten, die langer dan 9 weken op ambulante zorg wachten. De 3 regionale zorgaanbieders brengen deze wachtlijst per eind 26 op zeer opvallende wijze terug van soms grote hoogte tot vrijwel nul. De stijging per eerste kwartaal 27 is bekend en zichtbaar. Bij Horizon is deze beweging vrijwel niet te zien. Cardea en Trivium lijken van de grootste wachtlijst > 9 weken te komen, lijken ook weer het sterkst te stijgen, misschien wel vanwege het vervangende aanbod dat in 26 gedaan is. Trivium geeft als toelichting op de daling, dat aan het gezin van de clienten een cursorisch aanbod is gedaan in afwachting van de ambulante zorg. Stek lijkt zich meer aan te passen bij de gestegen behoefte Dagbehandeling Figuur 3 laat dezelfde wachtlijst zien, nu voor dagbehandeling. Ook hier laat Cardea de grootste beweging zien naar het eind van 26 toe, en daarna weer in het l e kwartaal 27. Dagbehandeling: wachtlijst > 9 weken, per kwartaal, per aanbieder Figuur 3: dagbehandeling: aantal wachtenden langer dan 9 weken, per einde kwartaal per zorgaanbieder De andere zorgaanbieders slagen er beter in om dichtbij de vraag te blijven. vraag-aanbod analyse ZH pag 32

38 8.4. Pleegzorg Pleegzorg: wachtlijst > 9 weken, per kwartaal alleen uitgevoerd door Horizon Figuur 31: pleegzorg: aantal wachtenden langer dan 9 weken, per einde kwartaal per zorgaanbieder Voor pleegzorg bestaat in Zuid Holland sinds enige jaren maar een aanbieder: Horizon. Figuur 31 laat de ontwikkeling zien van de wachtlijst > 9 weken voor pleegzorg. Vanwege een aantal redenen moet vooral de hoogte van de wachtlijst vanaf kwartaal 2 26 opvallen. Zij loopt verder op gedurende 26 en daalt in het l e kwartaal 27 tot het niveau 2 e kwartaal 26. Dat ze daalt is verheugend, de resterende hoogte vraagt om verdere verklaring. In ieder geval is bekend dat de capaciteit, nodig om deze hoeveelheid clienten in pleeggezinnen te helpen, ontbreekt. Kijkend vanuit de wachtlijsten is investering hierin wenselijk Residentieel Residentieel: wachtlijst > 9 weken, per kwartaal, per aanbieder Figuur 32: residentieel: aantal wachtenden langer dan 9 weken, per einde kwartaal per zorgaanbieder Voor de zorgvorm residentieel is in Figuur 32 de ontwikkeling te zien van het aantal clienten dat langer dan 9 weken wacht op deze vorm van zorg. Horizon springt eruit: de wachtlijst nadert niet het nulpunt per eind 26. Bij de andere regionale zorgaanbieders is dat wel het geval, ondanks dat dit bij hen onmiddellijk wordt gevolgd door een stijging in het eerste kwartaal 27. Cardea laat de sterkste op en neer gaande beweging zien, terwijl Stek en Trivium een meer afgeplatte grafiek laten zien. vraag-aanbod analyse ZH pag 33

39 8.6. Samenvattend Samenvattend kan men stellen dat de regionale zorgaanbieders voor iedere zorgvorm hun wachtlijst langer dan 9 weken per eind 26 reduceren tot (vrijwel) nul. Hier en daar is dat terug te zien in een piek in de instroom, bij alien in een stijgende trend in de instroom. Ook de uitstroom stijgt gestaag, maar zal in 27 nog meer moeten stijgen als gevolg van vergrote instroom 26. Het lijkt helder uit de gegevens dat echt met alle middelen geprobeerd is om van betekenis te zijn voor iedere client en speciaal voor hen die al langer dan 9 weken wachtten op zorg. Dat moet zijn effect hebben in de interne organisatie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de wachtlijsten begin 27 weer stijgen. Immers, enerzijds zit elke werkvorm echt vol. Anderzijds is de relatieve daling in het aantal gestelde indicaties weer voorbij in dit kwartaal. Horizon stijgt gestaag in instroom en uitstroom. Haar wachtlijst laat geen sterke daling zien per eind 26, dus ook geen sterke stijging per begin 27. De gestage stijging van hun instroom vertegenwoordigt de gestegen capaciteit en het streven van Horizon om clienten niet langer dan 9 weken te laten wachten op zorg. Vooral pleegzorg en residentie zijn hierin weerbarstige zorgvormen Discussie In 27 is het voor de hand liggend dat het aantal indicaties stijgt. Voorspellend komt hun aantal bij gelijkblijvende ordening van het veld, uit op 44-5 indicaties. Dat zijn er veel. Deze stijging wordt niet gecompenseerd door inzet van extra middelen. De effecten van de extra middelen zijn voor een aardig deel structureel, omdat de middelen dat ook zijn. Maar ze zijn beneden het niveau waar de indicatie-aantallen naar toe lijken te stevenen. Op de eerste plaats is anders omgaan met de zorg en de zorgketen dus aan de orde, zoals in eerdere hoofdstukken al aangegeven. Op de tweede plaats Lijkt het niet bij voorbaat wijs om bij mogelijke besteding van extra middelen zonder meer de aantallen wachtenden op de wachtlijst (evt. langer dan 9 weken) te volgen. Dit heeft wel enige grand, maar alleen met toegevoegde condities: verklaring voor mogelijke verschillen tussen in- en uitstroom, verklaring over anders omgaan met behandelduur en strikte productie-afspraken. Gegeven dat de overheid helder is in haar ambitie. Immers, onderzoek heeft meer dan eens aangegeven "...dat - financieel gezien- het bestaan wachtlijsten op zich een goede bran van inkomsten is voor een instelling!../. 19 Rekenvoorbeeld 27 In 27 weg te werken aantal wachtenden > 9 wkn vanuit 26 Te leveren: verwachte productie in aantal indicaties TOTAAL Structurele productiecapaciteit 27, inclusief uitbreiding 26 TOTAAL bran Afspraken eind 26-begin 27 Afspraken eind 26-begin 27 2 Kwaliteitsinformatie 26/27-1 min Max Verschil Tabel 8: rekenvoorbeeld 27 In de eerdere hoofdstukken staan onder de paragrafen "Discussie' suggesties om meer sturing te geven aan de ontwikkeling van de vraag en de plaats waar het antwoord gegeven wordt, o.a.: Naar lokaal/preventief. Functionelere en keten Samenwerking van bureau Jeugdzorg en lokale veld door de functie Informatie en Advies naar voren te brengen. Functioned Samenwerking van zorgaanbieders, bureau Jeugdzorg en het lokale veld in preventief gebruik van curatieve interventies. - Tussen bureau Jeugdzorg en zorgaanbieders. Helderheid over effectieve programma's en hun doelgroep. Duidelijke signalering tussen bureau Jeugdzorg en zorgaanbieders over krapte en weelde in de inrichting van het aanbod. In het zorgaanbod. Ontwikkel verder op de regel: zwaar waar nodig en licht (en langdurig) waar het kan. Onderbouw en differentieer het ambulante aanbod. Ontwikkel met onderwijs, Kenis, Patrick, 21, Die wachtlijsten is een verhaal apart, KUB, Tllburg 2 Op basis van 4116 indicaties Jeugdzorg, door bureau Jeugdzorg in 26 afgegeven en trends in groei in 26. vraag-aanbod analyse ZH pag 34

SML09-61 WGEKOMEN - 1 JUU Paraaf Provinciesecretaris

SML09-61 WGEKOMEN - 1 JUU Paraaf Provinciesecretaris SML09-61 WGEKOMEN - 1 JUU 2008 5 -minuten versie voor Provinciate Staters P Zum HoLLAND Directie DLB Afdeling Samenleving/Economische Zaken Registratienummer PZH-2009-458665 (DOS-2008-0008911) Datum vergadering

Nadere informatie

SML * f APf. Zfffff APR Onderwerp Kwaliteitsinformatie Jeugdzorg Zuid-Holland en resultaten Uitvoeringsprogramma Jeugd 2008

SML * f APf. Zfffff APR Onderwerp Kwaliteitsinformatie Jeugdzorg Zuid-Holland en resultaten Uitvoeringsprogramma Jeugd 2008 SML09-35 * f APf. Zfffff 5 -minuten versie voor Provindale staten Directie DLB Afdeling Samenleving _,,,-_._ Registratienummer provmcie HOLLAND PZH-2009-254404 (DOS-2008- ZUID 0008911) Datum vergadering

Nadere informatie

GEKOMEN 2 3 %&#T 2 2 MRT Onderwerp Rapportage wachtlijsten en vraag-aanbod jeugdzorg Zuid-Holland 2010 vierde kwartaal

GEKOMEN 2 3 %&#T 2 2 MRT Onderwerp Rapportage wachtlijsten en vraag-aanbod jeugdzorg Zuid-Holland 2010 vierde kwartaal provincie ZUID HOLLAND GEKOMEN 2 3 %&#T 5 -minuten versie voor Provinciale Staten 2011 Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer PZH-2011-264621440 (DOS-2008- O01 1 003) Datum vergadering

Nadere informatie

Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004

Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004 Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004 Deze rapportage geeft informatie over het verloop van de wachtlijsten in het jaar 2004. De laatste peildatum van de rapportage is 1 januari 2005. Nu de rapportage

Nadere informatie

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland e kwartaal versie 13/3/15

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland e kwartaal versie 13/3/15 KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland 2014 4e kwartaal versie 13/3/15 1 Inleiding Dit is de laatste Kwartaalinformatie jeugdzorg. De Kwartaalinformatie was de monitor van de provinciale jeugdzorg.

Nadere informatie

Jeugdzorg in Gelderland april 2009

Jeugdzorg in Gelderland april 2009 Jeugdzorg in Gelderland april 2009 Inleiding Voor u ligt de eerste factsheet jeugdzorg 2009. De factsheet is gebaseerd op de actuele beleidsinformatie afkomstig van Bureau Jeugdzorg Gelderland (t/m vierde

Nadere informatie

Jeugdzorg in Gelderland september 2011

Jeugdzorg in Gelderland september 2011 Jeugdzorg in Gelderland september 2011 Voor u ligt het derde infoblad 2011. In dit infoblad zijn de actuele cijfers over de ontwikkelingen en prestaties in de Gelderse jeugdzorg kort weergegeven. Tevens

Nadere informatie

Rapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006

Rapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006 Rapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006 In deze rapportage komen respectievelijk het Bureau Jeugdzorg (BJZ), het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en de geïndiceerde jeugdzorgaanbieders aan

Nadere informatie

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland 2011 2e kwartaal versie 16/09/11 1 Inleiding De Kwartaal inform atle Is de monitor voor de uitvoering van het provinciale beleid voor de geïndiceerde jeugdzorg

Nadere informatie

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur Griffie Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur Datum commissievergadering : - - DIS-stuknummer : 1576181 Behandelend ambtenaar : E. Tenneij Directie/bureau : Sociale en Culturele Ontwikkeling/ Programma Jeugd

Nadere informatie

Cliëntgegevens. Aan de leden van de Provinciale Staten. Nr.: /51/A.31, W Groningen, 16 december 2004

Cliëntgegevens. Aan de leden van de Provinciale Staten. Nr.: /51/A.31, W Groningen, 16 december 2004 Aan de leden van de Provinciale Staten Nr.: 2004-27.328/51/A.31, W Groningen, 16 december 2004 Behandeld door : K.C. Sikkema Telefoonnummer : (050) 316 4299 Bijlagen : 3 Onderwerp : Derde Kwartaalrapportage

Nadere informatie

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007 Jeugdzorg in Brabant Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007 Introductie 1. Wet op de Jeugdzorg 2. Financiën 3. Bureau Jeugdzorg 4. Het zorgaanbod 5. Actuele ontwikkelingen Wet op de Jeugdzorg

Nadere informatie

STATEN. Bij wachtende cliënten jeugdzorg wordt onderscheid gemaakt tussen "bruto" wachtenden en "netto" wachtenden (Vervolgonderzoek Bijlage 2):

STATEN. Bij wachtende cliënten jeugdzorg wordt onderscheid gemaakt tussen bruto wachtenden en netto wachtenden (Vervolgonderzoek Bijlage 2): STATEN Lid Gedeputeerde Staten R.A. Janssen Contact 070 441 70 86 ra.janssen@pzh.nl Postadres Provinaehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan de leden van de Statencommissie

Nadere informatie

7 Het zorgaanbod jeugdzorg 134 7.1 Inleiding 134 7.2 Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135

7 Het zorgaanbod jeugdzorg 134 7.1 Inleiding 134 7.2 Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135 Inhoud 1 Inleiding 11 1.1 Jeugdzorg en jeugdbeleid 11 1.2 Leeftijdsgrenzen 12 1.3 Ordening van jeugdzorg en jeugdbeleid 13 1.3.1 Algemeen jeugdbeleid 14 1.3.2 Specifiek gemeentelijk jeugdbeleid 14 1.3.3

Nadere informatie

p t" c!! HOLLAND ZUID

p t c!! HOLLAND ZUID p t" c!! HOLLAND ZUID INGEKOMEN DEC. 9 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdeling Ruimte en Wonen Registratienummer PZH-9-77457 (DOS-9-57) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum

Nadere informatie

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? overheden Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? overheden zorginstellingen

Nadere informatie

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland 2014 2e kwartaal versie 1/9/14

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland 2014 2e kwartaal versie 1/9/14 KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland 2014 2e kwartaal versie 1/9/14 1 Inleiding Op grond van de Wet op de jeugdzorg (2005) is de provincie verantwoordelijk voor de planning en financiering van de

Nadere informatie

Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland?

Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de in Zeeland?

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 839 Jeugdzorg Nr. 75 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

PROGRAMMA JEUGDZORG STATENCOMMISSIE ZORG WELZIJN CULTUUR 4 APRIL 2006

PROGRAMMA JEUGDZORG STATENCOMMISSIE ZORG WELZIJN CULTUUR 4 APRIL 2006 PROGRAMMA JEUGDZORG STATENCOMMISSIE ZORG WELZIJN CULTUUR 4 APRIL 26 Ontwikkeling wachtlijsten Wachtlijsten bij de geïndiceerde zorg (zorgaanbieders) Wachtlijsten bij Bureau jeugdzorg Ontwikkeling wachtlijst

Nadere informatie

SML09-30. Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht

SML09-30. Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht P TraD HoLLAND SML09-30 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving Registration ummer PZH-2009-209435 (DOS-2009-0001943) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum

Nadere informatie

Waarom wachten op jeugdzorg? Onderzoeksopzet

Waarom wachten op jeugdzorg? Onderzoeksopzet Waarom wachten op jeugdzorg? Onderzoeksopzet Amsterdam, mei 2009 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en achtergrond... 3 2. Probleemstelling... 5 3. Afbakening... 8 4. Onderzoeksaanpak... 10 5. Beoordeling...

Nadere informatie

BIJLAGE 2 Format jaarplan zorgaanbieders Format jaarplan zorgaanbieders Zuid-Holland, Haaglanden en stadsregio Rotterdam

BIJLAGE 2 Format jaarplan zorgaanbieders Format jaarplan zorgaanbieders Zuid-Holland, Haaglanden en stadsregio Rotterdam BIJLAGE 2 Format jaarplan zorgaanbieders Format jaarplan zorgaanbieders Zuid-Holland, Haaglanden en stadsregio Rotterdam Jaarplan 20.. Deel I: Algemeen 1.1 Algemeen beleid /visie

Nadere informatie

Bijlage 2 bij voortgangsrapportage jeugdzorg september 2005 Financieel kader provincies en grootstedelijke regio s 2005 tot en met 2008

Bijlage 2 bij voortgangsrapportage jeugdzorg september 2005 Financieel kader provincies en grootstedelijke regio s 2005 tot en met 2008 Bijlage 2 bij voortgangsrapportage jeugdzorg september 2005 Financieel kader provincies en grootstedelijke regio s 2005 tot en met 2008 Inleiding Het landelijk beleidskader bevat de uitgangspunten voor

Nadere informatie

Cluster 1 Rapportage Samenwerkende regio's Provincie Utrecht tot en met 2de kwartaal 2015

Cluster 1 Rapportage Samenwerkende regio's Provincie Utrecht tot en met 2de kwartaal 2015 Cluster 1 Rapportage Samenwerkende regio's Provincie Utrecht tot en met 2de kwartaal 15 Datum 22-8-15 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Bijlagen Pagina 1 Inleiding 3 2 Totaal overzicht 4 3 Aanmeldingen 5 4 Wachtlijsten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 977 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het opnemen van een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen Nr. 9 DERDE

Nadere informatie

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d Onderwerp Maatregelen voor het maximaal inzetten van de doeluitkering Jeugdhulpverlening voor Flevolandse Jongeren. Samenvatting Voor Jeugdzorg heeft dit kabinet de komende jaren extra structurele middelen

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur Transitie Jeugdzorg Door José Vianen; Adviseur relevante thema s 1. Transitie jeugdzorg 2. Wat beogen we? 3. Kansen van de transitie 4. Concept wettekst 5. Richtlijnen en planning 1 Aanleiding van de transitie:

Nadere informatie

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur Griffie Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur Datum commissievergadering : 14 september 2007 DIS-stuknummer : 1326254 Behandelend ambtenaar : W. Hoven Directie/afdeling : SCO/Programma Jeugdzorg Nummer commissiestuk

Nadere informatie

AB Jeugdhulp Rijnmond. Datum vergadering: 8 december Agendapunt nr.: 16. Onderwerp: Knelpunten 2017 en verder

AB Jeugdhulp Rijnmond. Datum vergadering: 8 december Agendapunt nr.: 16. Onderwerp: Knelpunten 2017 en verder Overleg: AB Jeugdhulp Rijnmond Datum vergadering: 8 december 2016 Agendapunt nr.: 16 Onderwerp: Knelpunten 2017 en verder Gevraagde beslissing: 1. Kennisnemen van de geconstateerde knelpunten 2017; 2.

Nadere informatie

Inhoudsopgave Ontwerpbesluit pag. 3 Toelichting pag. 5 Bijlage(n): 1

Inhoudsopgave Ontwerpbesluit pag. 3 Toelichting pag. 5 Bijlage(n): 1 S T A T E N V O O R S T E L Datum : 17 juli 2007 Nummer PS : PS2007WMC01 Dienst/sector : MEC/DMO Commissie : WMC Registratienummer : 2007MEC001224i Portefeuillehouder : mevr. Dekker Titel : Ondersteuning

Nadere informatie

Jeugdzorg in Gelderland september 2012

Jeugdzorg in Gelderland september 2012 Jeugdzorg in Gelderland september 2012 Voor u ligt het derde infoblad 2012. In dit infoblad zijn de actuele cijfers over de ontwikkelingen en prestaties in de Gelderse jeugdzorg kort weergegeven. Tevens

Nadere informatie

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) Vragenlijst Inhoud: 1. In hoeverre is er een gedeelde visie in de regio over wat er op lokaal, regionaal en bovenregionaal niveau dient te worden ingekocht en georganiseerd? Er vindt al goede samenwerking

Nadere informatie

5 minuten versie voor Provinciale Staten

5 minuten versie voor Provinciale Staten 5 minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Water en Groen Registratienummer PZH-2015-513301370 (DOS-2013-0010135) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 14 april

Nadere informatie

Statenvoorstel nr. PS/2005/1211

Statenvoorstel nr. PS/2005/1211 Statenvoorstel nr. PS/2005/1211 Noodplan Autistisch Spectrum Stoornis (ASS) Jaargang Datum Ons kenmerk Inlichtingen bij 2005-41 8 november 2005 ZC/2005/4000 de heer H. Rijkhoek, telefoon 038 425 12 21

Nadere informatie

Zorg voor jeugdigen in Nederland

Zorg voor jeugdigen in Nederland DE JEUGD HEEFT DE TOEKOMST Zorg voor jeugdigen in Nederland Presentatie Vlaams-Nederlands Huis deburen, Directie Curatieve Zorg, 14 november 2006 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 1 ALGEMENE

Nadere informatie

SML10-26 NGEKOMEN 1 6 «2010. Bijlagen Voordracht verzamelbesluit Incidentele subsidie e lijnsondersteuningsinstellingen

SML10-26 NGEKOMEN 1 6 «2010. Bijlagen Voordracht verzamelbesluit Incidentele subsidie e lijnsondersteuningsinstellingen provincie R o L L A N D ZUID SML10-26 NGEKOMEN 1 6 «2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer PZH-2010-158483708 (DOS-2010-0003748)

Nadere informatie

Vervolgonderzoek 2013 naar de reden van wachten van Zuid-Hollandse cliënten

Vervolgonderzoek 2013 naar de reden van wachten van Zuid-Hollandse cliënten Oinici zock naar dc ivdcn van wachicii Vervolgonderzoek 2013 naar de reden van wachten van Zuid-Hollandse Aanleiding In 2009 is er veel geïnvesteerd om de wachtlijst geïndiceerde jeugdzorg in de provincie

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Zeventiende wijzigingsregeling Subsidieregeling jeugdbeleid Noord-Brabant 2009 Bijlage(n) Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel

Nadere informatie

AFSPRAKENKADER MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN IPO OVER DE AANPAK EN DE FINANCIERING VAN DE JEUGDZORG IN 2010 EN 2011

AFSPRAKENKADER MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN IPO OVER DE AANPAK EN DE FINANCIERING VAN DE JEUGDZORG IN 2010 EN 2011 AFSPRAKENKADER MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN IPO OVER DE AANPAK EN DE FINANCIERING VAN DE JEUGDZORG IN 2010 EN 2011 Den Haag, 11 november 2009 Een trendbreuk in de jeugdzorg De vraag naar jeugdzorg groeit

Nadere informatie

Factsheet Jeugd in cijfers

Factsheet Jeugd in cijfers Factsheet Jeugd in cijfers 2011-2012 Gemeente Gemeente Voorwoord Jeugd in cijfers biedt snel compacte en feitelijke beleidsinformatie over het huidige jeugdzorgstelsel in de provincie Noord- en binnen

Nadere informatie

Jeugd-lvg AWBZ OBC s betreft het aantal cliënten in Orthopedagogische Behandelcentra (OBC s); Zie verder Kerncijfers LVG (PWC, 2009).

Jeugd-lvg AWBZ OBC s betreft het aantal cliënten in Orthopedagogische Behandelcentra (OBC s); Zie verder Kerncijfers LVG (PWC, 2009). Jeugdzorg regio Nijmegen De jeugdzorgregio Nijmegen bestaat uit negen gemeenten; Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, Ubbergen, West Maas en Waal en Wijchen. Op 1 januari

Nadere informatie

Beleidsinformatie Jeugdwet

Beleidsinformatie Jeugdwet Beleidsinformatie Jeugdwet Inleiding Sinds de Jeugdwet op 1 januari 2015 in werking is getreden, zijn gemeenten verantwoordelijk voor het hele jeugdveld. Daarom is het belangrijk dat zij beschikken over

Nadere informatie

Doel van deze notitie Informeren over de te maken keuzes in het provinciaal jeugdzorgbeleid in de periode tot de transitie jeugdzorg.

Doel van deze notitie Informeren over de te maken keuzes in het provinciaal jeugdzorgbeleid in de periode tot de transitie jeugdzorg. Onderwerp keuzes meerjarenbeleid jeugdzorg 2013-2016 Doel van deze notitie Informeren over de te maken keuzes in het provinciaal jeugdzorgbeleid in de periode tot de transitie jeugdzorg. Inleiding De Wet

Nadere informatie

Beoordelingskader Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland

Beoordelingskader Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland Inleiding Beoordelingskader Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland 2018-2019 De 11 gemeenten in Holland Rijnland, die gezamenlijk alle jeugdhulp inkopen via de TWO jeugdhulp, hebben besloten een Tijdelijk

Nadere informatie

SML NGEKOMEN 0 3 DEC Paraaf Provinciesecretaris

SML NGEKOMEN 0 3 DEC Paraaf Provinciesecretaris SML09-105 NGEKOMEN 0 3 DEC. 20119 5 -minuten versie voor Provinciale Staten P HOLLAND Directie DLB Afdeling (oud) Samenleving Registratienummer PZH-2009-142752985 (DOS-2009-0022939) Datum vergadering Gedeputeerde

Nadere informatie

Factsheet gemeente Westland

Factsheet gemeente Westland In deze factsheet wordt ingegaan op verschillende indicatoren voor het aantal jeugdigen uit uw gemeente dat in de afgelopen jaren gebruik heeft gemaakt van ondersteuning en zorg voor jeugd. Dit wordt per

Nadere informatie

26 oktober Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid

26 oktober Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid 26 oktober 2016 Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid Programma Tekst 1) Inleiding en welkom door Jolanda de Witte (regionaal portefeuillehouder Jeugd) doel is ophalen en discussie Nu met vertegenwoordiging vanuit

Nadere informatie

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving 5 -minuten versie voor Provinciale Staten ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-428224893 (DOS-2013-0007486) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van C. van Viegen (PvdD) (d.d. 2 februari 2010) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van C. van Viegen (PvdD) (d.d. 2 februari 2010) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten op vragen van C. van Viegen (PvdD) (d.d. 2 februari 2010) Nummer 2348 Onderwerp Plaatsing kinderen naar buitenland door jeugdzorg Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting

Nadere informatie

Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt (Jaren 2008 tot en met 2011)

Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt (Jaren 2008 tot en met 2011) Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt (Jaren 2008 tot en met 2011) Niels Zwikker en Daphne Kann Juni 2013 www.nji.nl Hoewel het aantal 0-17 jarigen in Nederland tussen 2008 en 2011 daalde, steeg

Nadere informatie

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen www.pwc.com Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel Inleiding Wiel Janssen Curriculum Wiel janssen: 35 jaar ervaring aan de voorkant van de Jeugdzorg

Nadere informatie

Samenvattende notitie bij het rapport Reële analyse, reële verwachtingen van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant

Samenvattende notitie bij het rapport Reële analyse, reële verwachtingen van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant Samenvattende notitie bij het rapport Reële analyse, reële verwachtingen van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant Amsterdam, 19 juni 2007 1. INTRODUCTIE De indruk bestaat dat Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant (hierna

Nadere informatie

rekenkamer Centrale onderzoeksvraag Aan Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland 19 mei /GM/067

rekenkamer Centrale onderzoeksvraag Aan Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland 19 mei /GM/067 rekenkamer Aan Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland Datum Bijlage Uw kenmerk Ons kenmerk 19 mei 2011 201 1/GM/067 Onderwerp Aankondiging onderzoek (On)verantwoord wachten op jeugdzorg Geachte

Nadere informatie

Bijlage 1 bij voortgangsrapportage jeugdzorg september 2005 Wijzigingen op het landelijk beleidskader jeugdzorg 2005 tot en met 2008

Bijlage 1 bij voortgangsrapportage jeugdzorg september 2005 Wijzigingen op het landelijk beleidskader jeugdzorg 2005 tot en met 2008 Bijlage 1 bij voortgangsrapportage jeugdzorg september 2005 Wijzigingen op het landelijk beleidskader jeugdzorg 2005 tot en met 2008 Onderdeel 2 B: Indicatiestelling, alinea 3, laatste zin Verwijderd:

Nadere informatie

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie +

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie + Jeugdzorg verandert Decentralisatie + Wet op de jeugdzorg 2009-2012 Evaluatie transitie van de jeugdzorg Doel nieuwe wet Realiseren van inhoudelijke en organisatorische verandering in de jeugdzorg Terugdringen

Nadere informatie

* * Onderwerp Voortgang transitie jeugdzorg

* * Onderwerp Voortgang transitie jeugdzorg ** Onderwerp Voortgang transitie jeugdzorg Doel van deze mededeling: Te informeren over de voortgang van de transitie van provinciale jeugdzorg naar de gemeenten in Flevoland. Tevens te informeren over

Nadere informatie

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Achtergrondinformatie: De transitie van de jeugdzorg dient één centrale missie: er voor zorgen dat jeugdigen gezond en

Nadere informatie

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013 Raadsvergadering d.d. 19 december 2013 Aan de raad Voorstraat 31, 4491 EV Wissenkerke Postbus 3, 4490 AA Wissenkerke Tel 14 0113 Fax (0113) 377300 No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013 Onderwerp: Voorstel/alternatieven

Nadere informatie

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 Waar gaan we het over hebben? 1. Waarom decentraliseren? 2. Decentralisatie Jeugdzorg 3. Decentralisatie

Nadere informatie

AWBZ en Wlz: een vergelijking

AWBZ en Wlz: een vergelijking Trends in de indicatiestelling AWBZ en Wlz: een vergelijking Inleiding In deze factsheet presenteren we de meest opvallende trends in de indicatiebesluiten en in de aanspraak op zorg bij cliënten van 18

Nadere informatie

Over onze leerlingen 2017

Over onze leerlingen 2017 INHOUDELIJK JAARVERSLAG 2017 Over onze leerlingen 2017 Gedurende het jaar hebben 90 leerlingen een periode bij School2Care gezeten. 50 leerlingen zijn ingestroomd in 2017, 45 leerlingen zijn uitgestroomd.

Nadere informatie

NGEKQMEN O 6 M. 2010

NGEKQMEN O 6 M. 2010 provincie R o L L A N D ZUID NGEKQMEN O 6 M. 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving/Economie Registratienummer PZH-2009-146957770 (DOS-2008-0003422) Datum vergadering

Nadere informatie

LI 9 JUN Onderwerp Herontwikkelen Suikerfabriek terrein en bedrijfsterreinprogrammering Hoeksche Waard

LI 9 JUN Onderwerp Herontwikkelen Suikerfabriek terrein en bedrijfsterreinprogrammering Hoeksche Waard 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer 477024352 (DOS-201 2-0008970) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim

Nadere informatie

Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt (Jaren 2008 tot en met 2011)

Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt (Jaren 2008 tot en met 2011) Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt (Jaren 2008 tot en met 2011) Niels Zwikker en Daphne Kann Juni 2013 www.nji.nl Hoewel het aantal 0-17 jarigen in Nederland tussen 2008 en 2011 daalde, steeg

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

27 januari 2004 Nr , W Nummer 2/2004

27 januari 2004 Nr , W Nummer 2/2004 27 januari 2004 Nr. 2003-23.286, W Nummer 2/2004 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van het Beleidskader jeugdzorg 2004-2007 en het Uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2016

Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2016 Jeugdzorg Plus instroomgegevens 2016 Wat is Jeugdzorg Plus Jeugdzorg Plus is een vorm van gesloten jeugdhulp die wordt geboden aan kinderen en jongeren die niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen van

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. 2012 HK Haarlem. Betreft: beleidsinformatie jeugdzorg. Geachte leden,

Gedeputeerde Staten. 2012 HK Haarlem. Betreft: beleidsinformatie jeugdzorg. Geachte leden, POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Provinciale Staten van Noord-Holland door tussenkomst van de Statengriffier, mr. J.J.M. Vrijburg Florapark 6, kamer L-104 2012 HK Haarlem Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon

Nadere informatie

Verzenddatum 2 7 NOV Paraaf ProyinqBSecretaris

Verzenddatum 2 7 NOV Paraaf ProyinqBSecretaris 5 -minuten versie voor Provinciale Staten p^^^^j'^j^ HOLLAND Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer PZH-2012-357088898 (DOS-2012-0010887) Datum vergadering Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

3. Kernboodschap Jeugd In 2017 en 2018 zijn de volgende bedragen uitgegeven voor jeugd uitgaven

3. Kernboodschap Jeugd In 2017 en 2018 zijn de volgende bedragen uitgegeven voor jeugd uitgaven Raadsmededeling Van Aan Datum B&W vergadering Zaaknummer Vertrouwelijkheid Portefeuillehouder Onderwerp Het college van burgemeester en wethouders De gemeenteraad 25 juni 2019 1486650 Openbaar Mevrouw

Nadere informatie

KADERBRIEF BELEIDSKADER JEUGD 2013-2016

KADERBRIEF BELEIDSKADER JEUGD 2013-2016 KADERBRIEF BELEIDSKADER JEUGD 2013-2016 PROVINCIE GRONINGEN DECEMBER 2011 1 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 3 2. VISIE EN AMBITIE JEUGD 2013-2016 5 3. PRIORITEITEN 6 1. UITVOEREN VAN DE WETTELIJKE TAAK JEUGDZORG

Nadere informatie

provincie jjqlland ZUID

provincie jjqlland ZUID 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie jjqlland ZUID Directie DCZ Afdeling Financiële en Juridische Zaken Registratienummer 471244333 (DOS-2014-0001157) Datum vergadering Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

N.B. Voor Haaglanden geldt dat de taken die in dit plaatje bij de provincie liggen de verantwoordelijkheid zijn van het stadsgewest Haaglanden.

N.B. Voor Haaglanden geldt dat de taken die in dit plaatje bij de provincie liggen de verantwoordelijkheid zijn van het stadsgewest Haaglanden. De nieuwe Jeugdwet Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor jeugdhulp. De nieuwe Jeugdwet is er voor alle kinderen en jongeren tot 18 jaar die tijdelijk of langer durend ondersteuning nodig hebben

Nadere informatie

I gemeenten ook de Regionale Agenda Samenleving nieuwe stijl geleidelijk af te bouwen.

I gemeenten ook de Regionale Agenda Samenleving nieuwe stijl geleidelijk af te bouwen. Ons kenmerk provincie ZUID HOLLAND Erratum Vanwege de ontwikkelingen rond het vervolg van het RAS-beleid 2009-2012 stellen wij voor het beleidskader Jeugdzorg te wijzigen. De gevolgen hiervan zijn met

Nadere informatie

SML10-42 NGEKQMEN 2 3 APR Verzenddatum. Onderwerp Ter kennisneming: Stand van zaken implementatie Wet ambulancezorg

SML10-42 NGEKQMEN 2 3 APR Verzenddatum. Onderwerp Ter kennisneming: Stand van zaken implementatie Wet ambulancezorg provincie HOLLAND ZUID SML10-42 NGEKQMEN 2 3 APR. 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving Registratienummer PZH-2010-168520201 Datum vergadering Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

AB Jeugdhulp Rijnmond 8 december 2016 bijlage 1 bij agp 16. Inhoudelijke toelichting Knelpunten Aanleiding

AB Jeugdhulp Rijnmond 8 december 2016 bijlage 1 bij agp 16. Inhoudelijke toelichting Knelpunten Aanleiding Inhoudelijke toelichting Knelpunten 2017 AB Jeugdhulp Rijnmond 8 december 2016 bijlage 1 bij agp 16 Aanleiding In de afgelopen periode zijn er toenemende signalen dat de vraag naar specialistische jeugdhulp

Nadere informatie

PS2011WMC03-1. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5

PS2011WMC03-1. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5 PS2011WMC03-1 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 13 september 2011 Nummer PS: PS2011WMC03 Afdeling : JGD Commissie : WMC Steller : Nienke Grimmius Portefeuillehouder: Pennarts-Pouw

Nadere informatie

Onderwerp Samenwerkingsovereenkomst m.b.t. opdracht verdienmodellen Parkschap Nationaal Park De Biesbosch

Onderwerp Samenwerkingsovereenkomst m.b.t. opdracht verdienmodellen Parkschap Nationaal Park De Biesbosch 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie Directie DLB Afdeling Water en Groen Registratienummer PZH-2013-416610927 Datum vergadering Gedeputeerde Staten 9 juli 2013 Verzenddatum Geheim Nee Portefeuillehouder

Nadere informatie

a. Europeeslnationaallprovinciaal wettelijk en beleidskader

a. Europeeslnationaallprovinciaal wettelijk en beleidskader 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie ZUID HOLLAND Directie DCZ Afdeling Financiële en Juridische Zaken Registratienummer PZH-2013- Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aantal vooraanmeldingen voor 2 e graads opleiding stijgt, 1 e graads daalt en pabo blijft gelijk juni 2010 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

Wat is provinciale jeugdzorg?

Wat is provinciale jeugdzorg? Wat is provinciale jeugdzorg? I Rol van de provincie II De veranderingen Hans Esmeijer Gedeputeerde provincie Gelderland Jeugd en Gezin Toetsvraag 1 Hoeveel jeugdigen 0 t/m 17 jaar wonen er in Gelderland?

Nadere informatie

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh wim.hoddenbagh@vng.nl

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh wim.hoddenbagh@vng.nl Datum 27 oktober 2010 Onderwerp Feiten en cijfers transitie jeugdzorg Telefoonnummer 070-3738602 Feiten en cijfers transitie jeugdzorg Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim

Nadere informatie

Verzenddatum 2 1 MRT Z013. Paraaf Provinciesepröaris. Onderwerp Aangaan overeenkomst HOV-NET Zuid-Holland Noord met Oegstgeest

Verzenddatum 2 1 MRT Z013. Paraaf Provinciesepröaris. Onderwerp Aangaan overeenkomst HOV-NET Zuid-Holland Noord met Oegstgeest 5 -minuten versie voor Provinciale Staten P'^!: HOLLAND ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-377932788 (DOS-2007-0001391) Datum vergadering Gedeputeerde Staten 19

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg. 2 april 2014 Ronald Buijs Directeur Yulius KJP

Transitie Jeugdzorg. 2 april 2014 Ronald Buijs Directeur Yulius KJP Transitie Jeugdzorg 2 april 2014 Ronald Buijs Directeur Yulius KJP 2 Vragen van het organisatiecomité De transities in het sociale domein, een antwoord op? Wat is de transitie Jeugdzorg precies? Hoe ziet

Nadere informatie

2 5 MEI MEI Paraaf Provinciesecretaris. Voorstel van GS aan PS: vaststellen van bijgaande stukken op basis van Asv

2 5 MEI MEI Paraaf Provinciesecretaris. Voorstel van GS aan PS: vaststellen van bijgaande stukken op basis van Asv pr HOLLAND ZUID NGEKOMEN 2 5 MEI 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdeling Projecten en Programma's Registratienummer PZH-2010-175484524 (DOS-2010-0010267) Datum vergadering

Nadere informatie

BM NGEKOMEN 1 9 MEI MEI 2010 Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 18 mei 2010 Nee. Paraaf Provinciesecretaris

BM NGEKOMEN 1 9 MEI MEI 2010 Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 18 mei 2010 Nee. Paraaf Provinciesecretaris BM2010-111 NGEKOMEN 1 9 MEI 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie R o L L A N D ZUID Directie DCZ Afdeling Personeel, Processen en Organisatie Registratienummer PZH-2010-174556484 (DOS-2010-0010449)

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht. Haarlem, 30 september Onderwerp: Beleidskader jeugdzorg 2009 t/m 2012

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht. Haarlem, 30 september Onderwerp: Beleidskader jeugdzorg 2009 t/m 2012 Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht Haarlem, 30 september 2008 Onderwerp: Beleidskader jeugdzorg 2009 t/m 2012 Bijlagen: ontwerpbesluit, ontwerp Beleidskader jeugdzorg 2009 t/m 2012, Inspraaknota

Nadere informatie

6 februari 2012 Voortgang Transitie Jeugdzorg Raadsinformatieavond Haaren februari 2012

6 februari 2012 Voortgang Transitie Jeugdzorg Raadsinformatieavond Haaren februari 2012 6 februari 2012 Voortgang Transitie Jeugdzorg Raadsinformatieavond Haaren februari 2012 WELKE OUDERS EN KINDEREN? GGZ voor jeugd Licht verstandelijk beperkte jeugdigen Jeugdstrafrecht Jeugdzorg en Jeugdbescherming

Nadere informatie

Wij hopen het advies met u te bespreken op onze vergadering van 2 juni 2017 om 10:00 uur in het gemeentehuis van Leiderdorp.

Wij hopen het advies met u te bespreken op onze vergadering van 2 juni 2017 om 10:00 uur in het gemeentehuis van Leiderdorp. Voorzittersoverleg Adviesraden Sociaal Domein Leidse Regio en Katwijk Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten, Zoeterwoude Holland Rijnland Postbus 558 2300 AN Leiden Tav

Nadere informatie

Factsheet Jeugd in cijfers 2011

Factsheet Jeugd in cijfers 2011 Factsheet Jeugd in cijfers 0 Regio West-Brabant West Factsheet Jeugd in cijfers 0 regio West-Brabant West Voorwoord In deze factsheet presenteren we een selectie van cijfers betreffende het aantal uit

Nadere informatie

Verzenddatum 2 5 SEP Paraaf Provjnc. etans

Verzenddatum 2 5 SEP Paraaf Provjnc. etans 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie j^qlland ZUID Directre DRM Afdeling Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-430646654 (DOS-2007-0020855) Datum vergadering Gedeputeerde

Nadere informatie

Jeugdzorg 2005 t/m concept

Jeugdzorg 2005 t/m concept Jeugdzorg 2005 t/m 2008 concept provincie noord-holland november 2004 Aanvalsplan wachtlijsten Jeugdzorg 2005 t/m 2008, concept november 2004 2 Inhoud Inhoud 3 Inleiding 4 Samenvatting 5 Hoofdstuk I. Bestrijding

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 november 2009

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 november 2009 > Retouradres Postbus 16166 2500 BD Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 50 30 F 070 340

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR94351_1. Subsidieverordening jeugdzorg Drenthe. Inhoud HOOFDSTUK 1, INLEIDENDE BEPALINGEN

CVDR. Nr. CVDR94351_1. Subsidieverordening jeugdzorg Drenthe. Inhoud HOOFDSTUK 1, INLEIDENDE BEPALINGEN CVDR Officiële uitgave van Drenthe. Nr. CVDR94351_1 29 november 2016 Subsidieverordening jeugdzorg Drenthe Inhoud HOOFDSTUK 1, INLEIDENDE BEPALINGEN Artikel 1, Begripsbepalingen In deze verordening wordt

Nadere informatie

Verzenddatum 2 7NOV 2. Paraaf Provinoii. etaris

Verzenddatum 2 7NOV 2. Paraaf Provinoii. etaris 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie HOLLAND ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-434915730 (DOS-2010-0013435) Datum vergadering Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

Datum 16 augustus 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Kooiman over het bericht dat de Raad voor de Kinderbescherming 130 tijdelijke mensen aanneemt.

Datum 16 augustus 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Kooiman over het bericht dat de Raad voor de Kinderbescherming 130 tijdelijke mensen aanneemt. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Pedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen.

Pedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen. Beleidsplan Onderdeel Vrij en niet vrij toegankelijke jeugdhulp In deze memo wordt nader in gegaan op de volgende onderwerpen: A. Eenduidige definiëring typen jeugdhulp B. Definiëring welke jeugdhulp wel

Nadere informatie

Voortgang Wmo en Jeugdwet gemeente Buren Vierde kwartaalrapportage 2015

Voortgang Wmo en Jeugdwet gemeente Buren Vierde kwartaalrapportage 2015 Voortgang Wmo en Jeugdwet gemeente Buren Vierde kwartaalrapportage 2015 1. Inleiding Het jaar 2015 was een overgangsjaar. Zowel voor de veranderingen in het sociaal domein als voor de monitoring van die

Nadere informatie

* * Onderwerp voortgang transitie jeugdzorg

* * Onderwerp voortgang transitie jeugdzorg ** Onderwerp voortgang transitie jeugdzorg Doel van deze mededeling: Te informeren over de voortgang van de transitie van provinciale jeugdzorg naar de Flevolandse gemeenten. Tevens over de aantallen minderjarigen

Nadere informatie