SML09-61 WGEKOMEN - 1 JUU Paraaf Provinciesecretaris

Transcriptie

1 SML09-61 WGEKOMEN - 1 JUU minuten versie voor Provinciate Staters P Zum HoLLAND Directie DLB Afdeling Samenleving/Economische Zaken Registratienummer PZH (DOS ) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum 01,^ Geheim 30 juni 2009 Neen Portefeuillehouder Vondervoort, AGM, van de Paraaf Provinciesecretaris Termijn juni 2009 Onderwerp Ontwerp Uitvoeringsprogramma Jeugd 2010 Bijlagen Ontwerp Uitvoeringsprogramma Jeugd 2010 Voorstel van GS aan de Statencommissie Samenleving: Kennisneming van het Ontwerp Uitvoeringsprogramma Jeugd Onderwerp in kort bestek De provincie Zuid-Holland is verantwoordelijk voor de planning en financiering van de regionale jeugdzorg vanaf Met de Wet op de jeugdzorg (Wjz), welke per 1 januari 2005 van kracht is zijn de provinciale taken fors uitgebreid. Op basis hiervan stellen PS een vierjaarlijkse Beleidskader vast en GS jaarlijks een voortschrijdend Uitvoeringsprogramma Jeugd. De Stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden zijn voor de uitvoering van de Wjz gelijk gesteld met provincies. leder kind in Zuid-Holland dient, ongeacht de culturele achtergrond of fysieke gesteldheid de kans te hebben zich goed te ontwikkelen. Een veilig, gezond en gelukkig opvoeden hoort daarbij voor iedereen bereikbaar te zijn. In de gevallen waarbij dat niet lukt, dient er hulp aanwezig te zijn om de jeugdige en de ouders/opvoeders te ondersteunen in de weg naar volwassenheid van de jeugdige. Die hulp kan op verschillende manieren worden gegeven. Verschillende actoren hebben daarin een rol en een verantwoordelijkheid. De provincie heeft krachtens de Wjz de verantwoordelijkheid om de toegang tot de jeugdzorg te regelen. Zij doet dat met het in stand houden van een stichting Bureau Jeugdzorg (BJZ). Naast het stellen van indicaties voor de jeugdzorg houdt BJZ zich ook bezig met activiteiten in het kader van r het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), jeugdbescherming en jeugdreclassering. De provincie is verantwoordelijk voor het plannen en financieren van voldoende aanbod van gemdiceerde jeugdzorg bij opvoedings-, psychosociale en gedragsproblemen. Ook dient de provincie te zorgen voor een goede aansluiting tussen het gemeentelijk preventief jeugdbeleid en het provinciale jeugdzorgbeleid. Tenslotte zorgt de provincie dat er steunfunctiewerk beschikbaar is waar gemeenten, BJZ en de jeugdzorgaanbieders met tweedelijns ondersteuning in staat worden gesteld nun werkzaamheden op niveau uit te voeren (krachtens de Wet op de Jeugdzorg Wjz) en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo)). Vorig jaar is het Beleidskader Jeugd vastgesteld. Het uitgangspunt van het Ontwerp Uitvoeringsprogramma Jeugd 2010 is gelijk aan dat van het eerder vastgestelde beleidskader. Te weten: 1. Een goed werkend preventief jeugdhulpaanbod in elke gemeente in Zuid-Holland. 1/5

2 2. Door Bureau Jeugdzorg(BJZ) af te geven indicates gebaseerd op 8 zorgcategorieen, waarmee de client (de jeugdigen en de ouders/opvoeders) de aanspraak snel, efficient en effectief kan benutten. 3. Een samenwerkende keten (van preventie tot nazorg) met korte doorlooptijden en snelle overdrachtsmomenten. 4. Adequate en transparante aansturing van de keten met financiering en verantwoording op basis van P (kostprijs per product) x Q (hoeveelheid ) en E (= resultaat/effect van het uitgevoerde traject). Het Uitvoeringsprogramma 2010 is een vervolg op dat van Een groot deel van de actiepunten uit 2009 heeft ook zijn vervolg in Op een aantal punten vindt verdere intensivering plaats danwel zijn nieuw in verband met ontwikkelingen ingezet door het programmaministerie voor Jeugd en Gezin danwel verder aanscherping van het provinciaal beleid. Te weten: Binnen het preventief jeugdbeleid is monitoring van wat binnen de Centra voor jeugd en gezin plaatsvindt noodzakelijk en wordt verder getnvesteerd in de nazorg op het moment een jeugdige de jeugdzorg verlaat. Bij Bureau Jeugdzorg wordt ingezet op wachtlijstbeheer en casemanagement om" daarmee de aansluiting met het jeugdzorgaanbod te versnellen. Met de jeugdzorgaanbieders wordt nader ingezet op nauwere aansluiting van de verschillende zorgtrajecten en het opvullen van lacunes in het basis - en specialistisch zorgaanbod. In de sturing van de provincie binnen haar jeugdzorgbeleid zal verdere uitwerking plaatsvinden van het terugdringen van bureaucratisch en ervaren regeldruk binnen de sector en zal ook de implementatie en consequenties van de nieuwe financieringssystematiek haar aandacht vragen. Binnen de gehele sector zal samen met de partners gewerkt worden aan professionalisering, diversiteit en imagoverbetering. Tevens zal de huidige steunfunctietaak (op grand van de Wjz) zoals die thans binnen de provincie is opgezet nader worden beoordeeld. Om opgroei- en opvoedvraagstukken beter onder de aandacht te brengen zal in 2010 gestart worden mettv-serie bij de regionale omroepen. Gekozen is om de nummering van de actiepunten aan te houden zoals die in het Uitvoeringsprogramma 2009 zijn vermeld. Voor de nieuwe actiepunten begint de nummering bij 47. In zijn totaliteit zijn er thans 44 actiepunten voor 2010 opgesteld. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader Vorig jaar is het Beleidskader Jeugd op basis van de Wjz vastgesteld. Vaststelling van het Uitvoeringsprogramma is een GS verantwoordelijkheid. Voor 1 oktober dient GS het ontwerp Uitvoeringsprogramma aan de minister te zenden. Voor 1 december 2009 dient het definitieve Uitvoeringsprogramma te worden aangeboden. Belanghebbenden binnen het jeugdzorgbeleid van de provincie (zoals bureau jeugdzorg, de jeugdzorgaanbieders, raad voor de kinderbescherming, colleges van B&W en zorgverzekeraars) hebben de mogelijkheid om op het ontwerp Uitvoeringsprogramma te reageren b. Relatie andere interne beleidsterreinen Integraal beleid wordt voorgegeven door de Regionale Agenda Samenleving (RAS)wanneer het gaat om de relatie met het gemeentelijk preventief jeugdbeleid en de afspraken over de aansluiting jeugdbeleid en jeugdzorgbeleid, Binnen de RAS worden ook koppelingen gemaakt met sociale infrastructuur. Samenhang is er de terreinen diversiteit vanwege risicogroepen, onderwijs/arbeidsmarkt, cultuur, sport, wonen, voor ontwikkelingskansen, participatie en perspectief, ruimtelijke ordening in verband met planning voorzieningen en speelruimtebeleid. 2/5

3 Met betrekking tot jeugdparticipatie wordt aansluiting gezocht met andere beleidsterreinen binnen de provincie waarbij het van belang is dat jeugdigen bewust worden gemaakt van provinciale besluitvormingsprocessen. c. Relatie externe partijen Planning en financiering van BJZ en de aanbieders van ge'fndiceerde jeugdzorg. Zuid-Hollandse gemeenten en aanpalende terreinen waarmee in het kader van de RAS Nieuwe stijl afspraken worden afgesloten over de aansluiting tussen preventief jeugdbeleid en de jeugdzorg. Stadsregio Rotterdam en Stadsgewest Haaglanden voor afstemming over planning en financiering van de jeugdzorg. Inspectie Jeugdzorg die toezicht houdt op de kwaliteit van de jeugdzorg conform de Wjz. Programmaministerie voor Jeugd en Gezin, ministeries VWS, Justitie en OCW in verband met de afstemming over de verantwoordelijkheden van Rijk en provincie. IPO voor de afstemming over planning en financiering landelijke besluitvorming en de ontwikkeling van de jeugdzorg in de 15 provincies/grootstedelijke regie's. Expertisecentra voor de steunfunctietaak ten aanzien van het gemeentelijke jeugdbeleid. Zorgverzekeraars voor een nadere afstemming tussen het provinciale jeugdzorgaanbod en het aanbod op het terrein van de jeugd geestelijke gezondheidszorg en de jeugd lichamelijk verstandelijke gehandicaptenzorg. 2. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis Vanaf 1992 is de planning en financiering van de regionale jeugdzorg een provinciale en grootstedelijke (Rotterdam en Haaglanden) verantwoordelijkheid (eerst binnen de Wet op de Jeugdhulpverlening en vanaf 1 januari 2005 door de Wjz). Vanaf 1992 zijn circa 25 jeugdzorgaanbieders en circa 25 plaatsende instanties gedecentraliseerd. In 1994 is een proces van organisatieontwikkeling en schaalvergroting ingezet. Vanaf 1996 is via de regiovisie jeugdzorg de samenwerking tussen partijen in de regie's versterkt. In 2003 is vooruitlopend op de nieuwe Wjz het BJZ opgericht. Vanaf 2004 is het implementatietraject Wjz ingezet om veld en provincie voor te bereiden op de taakverzwaring. PS is nauw betrokken bij de jeugdzorg. Eens per vier jaar stellen zij het Beleidskader Jeugd vast en zij worden jaarlijks verzocht te reageren op het concept Uitvoeringsprogramma Jeugd. De Statencommissie Samenleving krijgt inzage in de kwaliteitsrapportage jeugdzorg. Jaarlijks participeren Statenleden bij de Jongerendebatdagen en nemen deel aan jongerenpanels die zich met verschillende onderwerpen bezighouden. b. Waar staan we nu? In Provincie Nieuwe Stijl beogen we te focussen op een beperkt aantal speerpunten. Jeugd is hierbij een van de hoofdprioriteiten, zoals verwoord in het jeugdoffensief van het coalitieakkoord "duurzaam denken - duurzaam doen". De belangrijkste prioriteit is het opvangen van de groeiende vraag naar jeugdzorg en wegwerken van de wachtlijsten in de jeugdzorg. In het Ontwerp Uitvoeringsprogramma wordt uitwerking gegeven aan het coalitieakkoord en verdere invulling gegeven aan het jeugdoffensief. Concreet komt dit neer op: Bestendiging en verdere vormgeving van de afspraken met de gemeenten (regie's) over de aansluiting jeugdbeleid - jeugdzorg door de RAS. Wat betreft de steunfunctie-instellingen die door de provincie worden gesubsidieerd vanuit onze taak binnen de Wmo is in 2009 begonnen om deze meer op de vraag van de gemeenten te laten uitvoeren. In 2010 zal dat verder worden vormgegeven. 3/5

4 Met BJZ wordt verder voortgegaan op het concentreren van de kernwerkzaamheden en het verbeteren van de indicatiestelling (zowel kwalitatief als wat betreft de doorlooptijden). Verdere vormgeving van wachtlijstbeheer en casemanagement maken hier onderdeel van uit. Bij het AMK wordt niet gewerkt met wachtlijsten, wat ook de inzet blijft. Voor het zorgaanbod zetten wij in op het implementeren van de nieuwe financieringssystematiek waarbij nieuwe kostprijzen dienen te worden bepaald (PxQ). Het effect wordt gemeten aan de hand van de landelijke prestatie-indicatoren. Daarmee kan de kwaliteit van het jeugdzorgaanbod van de verschillende jeugdzorgaanbieders worden beoordeeld en vergeleken. Het blijft onze inzet om de bureaucratie verder terug te dringen en de ervaren regeldruk te laten afnemen. In het afgelopen jaar hebben wij hierin al een aantal slagen gemaakt. Naast het inzetten op concrete zorg hechten wij er aan om de keten aan te zetten om vernieuwende methoden te ontwikkelen en in te voeren. Hiervoor wordt een innovatieagenda samenleving ontwikkeld waarin onder meer de thema's preventief jeugdbeleid en jeugdzorg zijn opgenomen en wordt hiervoor budget beschikbaar gesteld (ruim ,00). Voor het meten van de effectiviteit van de zorgtrajecten en het onderzoeken en uitwisselen van de beste methoden samen met de PSJ een plan worden opgesteld. De minister voor Jeugd en Gezin is in overleg met het IPO over de financiering van de jeugdzorg in De resultaten uit dit overleg waren bij het nemen van ons besluit over het Beleidskader en Uitvoeringsprogramma nog niet bekend. c. Vervolgprocedure Voor 1 december 2009 wordt het definitieve Uitvoeringsprogramma Jeugd 2010 aangeboden aan het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin. 3. Financiele aspecten (dekking en risico's) Over de hoogte van het budget van de doeluitkering voor 2010 vinden nog onderhandelingen plaats tussen het ministerie voor J&G en het IPO. Hierbij wordt rekening gehouden met het - advies van de Commissie Financiering Jeugdzorg, het ramings- en verdeelmodel jeugdzorg van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en invoering van de nieuwe financieringssystematiek. Bij hantering van het ramings- en verdeelmodel jeugdzorg van het SCP zal Zuid-Holland 8% van de totale doeluitkering ontvangen(excl. Landelijk Werkende Instellingen en de bekostiging van de onderdelen Jeugdreclassering en Jeugdbescherming welke plaatsvindt door het ministerie voor Justitie). Voor de berekening van de bedragen voor 2010 t/m 2012 is uitgegaan van 50% van de historische doeluitkering en 50% van het ramings- en verdeelmodel jeugdzorg van het SCP. In het overzieht is conform uitwerking van motie 80 de vraag in 2010 gelijk gesteld met die van Omdat in 2009 nog een reele trend bepaald moet worden, is de vraag voor 2011 en 2012 ook gelijkgesteld aan De totale raming van inkomsten en uitgaven is voor 2010: ,00. De dekking vindt plaats door middel van: - Doeluitkering van J&G en Justitie voor een bedrag van ,00. Hierin is begrepen ,00 voor het financieren van de landelijke voorzieningen Harreveld (J&G-deel) en De Hoenderloo Groep, waarvoor de provincie voor de planning en financiering sinds 2005 verantwoordelijk is. - Autonome provinciale middelen van ,00, welke zijn opgenomen in programma 4 Samenleving deelproduct jeugd en ,00 aan gereserveerde rijksmiddelen De uitgaven ten behoeve van het jeugdzorgbeleid in 2010 zijn als volgt: Aan preventief jeugdbeleid (RAS) wordt uitgegeven ,00. Toegang tot de jeugdzorg, zijn de bekostiging van de taken uitgevoerd door Bureau Jeugdzorg, en de steunfunctie in het kader van de Wjz voor een totaal bedrag van De aanspraak op jeugdzorg, zijnde de bekostiging van onder andere de vier provinciale jeugdzorgaanbieders en 2 landelijk werkende instellingen, voor een totaal bedrag van ,00 4/5

5 Een bijdrage voor het uit te voeren clientenbeleid en vertrouwenspersonen bij de jeugdzorgaanbieders ten bedrage van In hoofdstuk 6 van het Ontwerp Uitvoeringsprogramma Jeugd 2010 zijn bovenstaande bedragen nader gespecificeerd. Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar Telefoon Hans de Bruin en Ikbal Cakmak Kamer 5/5