EXPERIMENTEEL ONDERZOEK NAAR HET EFFECT VAN PERFECTIONISME OP EETSTOORNISGERELATEERDE ATTITUDES EN - GEDRAGINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EXPERIMENTEEL ONDERZOEK NAAR HET EFFECT VAN PERFECTIONISME OP EETSTOORNISGERELATEERDE ATTITUDES EN - GEDRAGINGEN"

Transcriptie

1 Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode EXPERIMENTEEL ONDERZOEK NAAR HET EFFECT VAN PERFECTIONISME OP EETSTOORNISGERELATEERDE ATTITUDES EN - GEDRAGINGEN Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van master in de Psychologie, Optie Klinische Psychologie door Clémence Vandeleur Promotor: Prof. Dr. Bart Soenens Begeleiding: Lic. Liesbet Boone

2 Ondergetekende, Clémence Vandeleur geeft toelating tot het raadplegen van de masterproef door derden.

3 DANKWOORD Het schrijven van deze masterproef was een proces dat niet tot stand zou zijn gekomen zonder de hulp van verschillende mensen. Ik wil graag van de gelegenheid gebruik maken om hen te bedanken voor hun deelname, steun en inzet. Eerst en vooral wil ik mijn ouders bedanken voor hun onvoorwaardelije steun en vertrouwen. Zonder hun hulp zou ik nooit in staat zijn geweest om mijn studies te verwezelijken. Mijn vader verdient een speciale attentie voor zijn na-kijk werk en kritische commentaar. In het bijzonder wil ik mijn begeleidster Liesbet Boone in de schijnwerper en bloementjes zetten. Zij heeft mij gedurende gans het proces bijgestaan, geholpen met mijn vragen en de nodige informatie verstrekt die mee voor dit resultaat gezorgd hebben. Een zeker niet te vergeten dankwoord gaat uit naar mijn promotor, prof. Dr. Bart Soenens. Ik wil hem bedanken voor het kritisch doorlezen van deze thesis en het geven van waardevolle suggesties. Ook extra dank voor zijn bereidwilligheid, ik kon immers steeds met mijn vragen bij hem terecht. Hierdoor kon ik mijn thesis steeds naar een hoger niveau tillen. Ten slotte ook een dankwoord aan de vele mensen uit mijn onmiddellijke omgeving en vriendenkring en in het bijzonder aan Isabel voor de wijze raad en tips. Iedereen oprecht bedankt!

4 DANKWOORD ABSTRACT Inhoudsopgave INLEIDING... 1 Hoofdstuk 1: Perfectionisme als Multidimensioneel Begrip Unidimensionale Visie Multidimensionale Visie Terugkeer naar de Unidimensionale Visie Onderzoek naar het Verband tussen Perfectionisme en Algemene Psychopathologie... 5 Hoofdstuk 2: Eetstoornissen en Perfectionisme Prevalentie, Incidentie, Verloop, Mortaliteit en Comorbiditeit van Eetstoornissen Risicofactoren van Eetstoornissen Interpersoonlijke risicofactoren van eetstoornissen Intrapersoonlijke risicofactoren van eetstoornissen Instandhoudende Factoren van Eetstoornissen Interpersoonlijke instandhoudende factoren van eetstoornissen Intrapersoonlijke instandhoudende factoren van eetstoornissen De Link van Perfectionisme met Eetstoornissen De link tussen unidimensionaal perfectionisme en eetstoornissen De link tussen intrapersoonlijk en interpersoonlijk perfectionisme en eetstoornissen De link tussen persoonlijke standaarden perfectionisme versus zelfkritisch perfectionisme en eetstoornissen De impact van het manipuleren van persoonlijke standaarden op eetstoornisgerelateerde attitudes en gedragingen... 14

5 METHODE Opzet Steekproef Materiaal Meetinstrumenten Pre-Test Experimentele Manipulatie Meetinstrumenten 24 uren na de Experimentele Manipulatie Procedure RESULTATEN Randomisatie Manipulatiecheck Factor Analyse op de Eetstoornisuitkomsten Correlaties tussen Vooraf Gemeten Perfectionisme en Eetstoornissymptomen Effect van Conditie op Eetstoornissymptomen Het Moderende Effect van Trek Perfectionisme DISCUSSIE Onze Bevindingen Eigen Limitaties en Suggesties voor Toekomstig Onderzoek Implicaties voor Behandeling en Preventie CONCLUSIE REFERENTIES... 39

6 TABELLEN Tabel 1 De gemiddelde verschillen en varianties voor leeftijd, BMI en vooraf gemeten perfectionisme in de drie condities Tabel 2 Homogene subset van de gemiddelden van de drie condities Tabel 3 Verschillende eetstoornisvariabelen Tabel 4 De correlaties tussen eetstoornisvariabelen na 24 uur en perfectionisme vooraf gemeten Tabel 5 Het effect van de drie condities na 24 uur op de factorscore restrictieve symptomen Tabel 6 Hiërarchische regressie-analyse waarin restrictieve symptomen te voorspellen zijn met BMI, conditie, trek perfectionisme en interactie tussen conditie en trek perfectionisme

7 ABSTRACT Perfectionisme is een multidimensioneel begrip waarin twee grote dimensies worden onderscheiden, namelijk persoonlijke standaarden en zelfkritiek. Men vraagt zich in het huidig perfectionisme onderzoek af of perfectionisme een causale rol speelt in het ontwikkelen van eetstoornissen. Met ons onderzoek proberen we hierop een antwoord te bieden. We baseren ons hiervoor op experimenteel onderzoek van Shafran, Lee, Payne en Fairburn (2006). Ten eerste willen we nagaan of de experimentele manipulatie een effect heeft op ervaren perfectionisme. We stellen ons hierbij inhoudelijk de vraag of perfectionisme kan worden gemanipuleerd. De tweede onderzoeksvraag die we ons stellen is of de experimentele manipulatie een effect heeft op de eetstoornisvariabelen. Honderd vrouwelijke universiteitsstudenten werden toevallig toegewezen aan de hoge standaarden conditie (n=33), aan de hoge standaarden conditie gecombineerd met zelfkritiek (n=34) en aan de lage standaarden conditie (n=33). De experimentele manipulatie bestond uit het gedurende 24 uur volgen van een contract. Perfectionisme werd vóór en na de experimentele manipulatie gemeten, terwijl eetstoornisvariabelen enkel na de experimentele manipulatie werden gemeten. De manipulatie had een effect op het ervaren perfectionisme en op de eetstoornisvariabelen. Zo vonden we significante verschillen tussen de drie condities wat betreft persoonlijke standaarden en zelfkritiek na 24 uur gemeten. Vervolgens stelden we ook een causaal verband vast tussen de experimentele manipulatie en de boulimische symptomen. Perfectionisme kan hierdoor als een dynamische en situationeel te beïnvloeden persoonlijkheidsvariabele worden beschouwd die mogelijks ook in de behandeling van eetstoornissymptomen kan worden aangepakt.

8 INLEIDING Wat is het effect van perfectionisme op eetstoornisgerelateerde attitudes en gedragingen? In casussen van patiënten met een eetstoornis komt het kenmerk perfectionisme vaak voor. Tevens bestaat er in toenemende mate onderzoek naar de relatie tussen perfectionisme en eetstoornissen. Een belangrijke vraag die echter nog blijft is of perfectionisme een causale rol speelt in eetstoornissen, dan wel of perfectionisme eenvoudig een correlaat of zelfs gevolg is van eetstoornissymptomen (Bardone-Cone, et al., 2007; Jacobi, de Zwaan, Hayward, Kraemer, & Agras, 2004). We trachten in deze scriptie het effect van perfectionisme op eetstoornisgerelateerde attitudes en gedragingen te onderzoeken aan de hand van een experiment. In het eerste hoofdstuk staan we stil bij wat perfectionisme nu precies is en inhoudt. Perfectionisme heeft in de loop der jaren al enkele definities meegekregen (Flett & Hewitt, 2002). Aanvankelijk was er de unidimensionale visie waarin perfectionisme uitsluitend als schadelijk of maladaptief werd beschouwd (Burns, 1980). We overlopen ook kort welke meetinstrumenten werden gebruikt om het construct perfectionisme te vatten. Daarna werd mede door toedoen van Hamachek (1978) overgeschakeld op een multidimensionale visie waarbij perfectionisme niet meer uitsluitend als slecht of maladaptief werd gezien (Frost, Marten, Lahart, & Rosenblate, 1990). Het vernieuwende aspect aan deze visie was volgens hen het bestaan van een normale of adaptieve vorm van perfectionisme. De meetinstrumenten gehanteerd om multidimensionaal perfectionisme te bepalen komen hierin ook aan bod. Met Shafran, Cooper, en Fairburn (2002) keren we ten slotte terug naar een unidimensionale visie waar het begrip klinisch perfectionisme centraal staat. In het tweede hoofdstuk vermelden we wat eetstoornissen zijn, de prevalentie, de risicofactoren en instandhoudende factoren. We leggen tevens de link met perfectionisme en geven een overzicht van studies die het verband tussen perfectionisme en eetstoornissen hebben onderzocht. Tot slot bespreken we in dit hoofdstuk het onderzoek van Shafran, Lee, Payne en Fairburn (2006) dat immers de basis van ons onderzoek vormt. Shafran et al. (2006) hebben een algemeen aanvaard kenmerk van perfectionisme, namelijk het stellen van hoge standaarden trachten experimenteel te manipuleren. Daarenboven gingen ze na wat het effect van deze manipulatie was op eetstoornisgerelateerde attitudes en gedragingen. 1

9 Hoofdstuk 1: Perfectionisme als Multidimensioneel Begrip Perfectionisme is niet eenduidig te omschrijven. Het begrip heeft in de loop van de jaren verschillende definities meegekregen (Flett & Hewitt, 2002) en kende daarnaast een slingerbeweging van een unidimensionele benadering naar een multidimensionele benadering en dan weer terug naar een unidimensionele benadering Unidimensionale Visie In het begin kenden definities een negatieve connotatie toe aan perfectionisme. Zo beschreef Burns (1980) perfectionisten als Those whose standards are high beyond reach or reason, people who strain compulsively and unremittingly toward impossible goals and who measure their own worth entirely in terms of productivity and accomplishment. For these people, the drive to excel can only be self defeating ( p. 34). Hollender (1978) beschreef perfectionisme dan weer als The practice of demanding of onself or others a higher quality of performance than is required by the situation (p. 384).In beide definities wordt de nadruk gelegd op het zichzelf opleggen van buitensporige hoge standaarden en het zelfwaardegevoel hiervan afhankelijk laten zijn (Shafran et al., 2006). Perfectionisme werd hier aanzien als een strikt unidimensionaal en maladaptief kenmerk. Met de subschaal perfectionisme van de Dysfunctional Attitudes Scale (DAS; Weissman & Beck, 1978) en met de subschaal perfectionisme van de Beck Depression Scale (BPS; Burns, 1980) werd een eerste poging ondernomen om het construct perfectionisme te vatten. Later maakte men ook gebruik van de subschaal perfectionisme van de Eating Disorder Inventory-II (EDI-II; Garner, Olmstead, & Polivy, 1983) die in onderzoek naar eetstoornissen één van de meest gebruikte meetinstrumenten van perfectionisme bleek te zijn (Shafran et al., 2002) Multidimensionale Visie Mede door toedoen van Hamachek (1978) werd later een multidimensionele benadering van perfectionisme gebruikt. Hamachek was één van de pioniers die perfectionisme niet noodzakelijk als slecht bekeek. Hij beweerde dat er twee vormen van perfectionisme bestaan, namelijk normaal perfectionisme en neurotisch perfectionisme. Normale perfectionisten zijn volgens hem individuen die plezier halen uit de hoge standaarden die ze zichzelf opleggen en hun perfectionistisch gedrag kunnen 2

10 aanpassen aan de situatie. Neurotische perfectionisten daarentegen willen steeds in alle situaties de absolute perfectie bereiken, maar ervaren daarbij geen voldoening over de geleverde prestaties (Hamachek, 1978). Frost et al. (1990) deelden deze visie. Perfectionisme werd door Frost et al. (1990) weergegeven als het willen bereiken van de hoogst mogelijke standaarden in combinatie met het kritisch evalueren van hun prestatie hierop. Het neurotische, en dus het maladaptieve van perfectionisme lag volgens Frost et al. (1990) dus veeleer in de combinatie van het nastreven van hoge standaarden en de zelfkritiek die men zich stelt bij het maken van een fout. Verschillende multidimensionale meetinstrumenten werden ontwikkeld om deze multidimensionale benadering van perfectionisme te meten (Shafran et al., 2002). De Frost Multidimensional Perfectionism Scale (Frost MPS; Frost et al., 1990) was hier één van. Deze Frost MPS bestaat uit zes subschalen waaronder het stellen van hoge standaarden ( high personal standards ), bezorgdheid over het maken van fouten ( concern over mistakes ), twijfel over de kwaliteit van een prestatie ( doubts about actions ), ouderlijke verwachtingen ( parental expectations ), ouderlijke kritiek ( parental criticism ), en precisie, orde en organisatie ( organization ) (Frost et al., 1990). Daarnaast werd ook de Hewitt and Flett Multidimensional Perfectionism Scale (Hewitt and Flett MPS; Hewitt & Flett, 1991a) ontwikkeld om deze benadering van perfectionisme te meten. Dit meetinstrument bevat drie subschalen bestaande uit op zichzelf georiënteerd perfectionisme ( self-oriented perfectionism ), ander georiënteerd perfectionisme ( other-oriented perfectionism ) en sociaal voorgeschreven perfectionisme ( socially prescribed perfectionism ). Hiervan geeft de eerste subschaal de intrapersoonlijke dimensie van perfectionisme weer en de twee laatste subschalen de interpersoonlijke dimensie van perfectionisme (Hewitt & Flett, 1991b). Net zoals Frost et al. (1990) waren Hewitt en Flett (1991b) van mening dat deze multidimensionale benadering het concept perfectionisme beter zou weergeven dan een unidimensionale benadering. Volgens hen kan je niet alleen jezelf hoge standaarden opleggen en negatieve zelfkritiek uiten bij het niet bereiken van deze standaarden (op zichzelf georiënteerd perfectionisme), maar je kan je ook onder druk gezet voelen om aan de standaarden van anderen te voldoen (sociaal voorgeschreven perfectionisme), of je kan ook hoge standaarden stellen aan anderen (ander georiënteerd perfectionisme). Zij vonden het echter niet noodzakelijk een onderscheid te maken tussen adaptief en 3

11 maladaptief perfectionisme, ze gingen ervan uit dat alle dimensies van perfectionisme mogelijks een kwetsbaarheid voor psychologische symptomen met zich meebrengen (Hewitt & Flett, 1991a). In een aantal studies werden zowel de Frost Multidimensional Perfectionism Scale (Frost MPS; Frost et al., 1990) als de Hewitt and Flett Multidimensional Perfectionism Scale (Hewitt and Flett MPS; Hewitt & Flett, 1991a) afgenomen. Hierop werd dan een factoranalyse uitgevoerd om het bestaan van eventuele hogere-orde factoren af te leiden. Uit de factoranalyse van Frost, Heimberg, Holt, Mattia en Neubauer (1993) bleek dat een onderscheid kan gemaakt worden tussen twee hogere-orde factoren. Deze factoren werden vervolgens benoemd als maladaptief (zelfkritiek) perfectionisme en adaptief (hoge standaarden) perfectionisme. In de eerste factor vonden we de subschaal sociaal voorgeschreven perfectionisme weer van de MPS-Hewitt en Flett (1991b) en de subschalen bezorgdheid over het maken van fouten, twijfel over de kwaliteit van een prestatie, ouderlijke kritiek en ouderlijke verwachtingen van de MPS-Frost et al. (1990). De tweede factor bestond uit de subschalen op zichzelf georiënteerd perfectionisme en ander georiënteerd perfectionisme van de MPS-Hewitt en Flett (1991b) en de subschalen persoonlijke standaarden en organisatie van de MPS-Frost et al. (1990). Deze tweefactoren structuur werd later gerepliceerd door Dunkley, Zuroff en Blankstein (2003). In hun studie werden deze twee factoren benoemd als zelfkritisch perfectionisme en persoonlijke standaarden perfectionisme. In de loop van de tekst gaan we enkel nog deze termen gebruiken om de vergelijkbaarheid tussen de verschillende studies te vergemakkelijken en mogelijke verwarring te vermijden. 1.3.Terugkeer naar de Unidimensionale Visie Recent werd de multidimensionale benadering van perfectionisme ter discussie gesteld en Shafran et al. (2002) opperde een terugkeer naar een unidimensionale visie van perfectionisme omdat ze van mening waren dat perfectionisme in de multidimensionale benadering breder werd omschreven dan wat het construct essentieel was.dit was volgens hen voornamelijk te wijten aan het feit dat in deze multidimensionale benadering het construct perfectionisme al te gemakkelijk werd gelijkgesteld met de score behaald op de multidimensionale meetinstrumenten, zoals de Frost Multidimensional Perfectionism Scale (Frost MPS; Frost et al. 1990) en de Hewitt and Flett Multidimensional Perfectionism Scale (H&F MPS; Hewitt & Flett, 1991a). 4

12 Om die reden was het volgens Shafran et al. (2002) alsmaar minder duidelijk wat het construct perfectionisme nu precies was. Bijgevolg introduceerden ze het begrip klinisch perfectionisme waarin ze het intrapersoonlijke en maladaptieve terug centraal stelden. Zo definieerden Shafran et al. (2002) klinisch perfectionisme als The overdependence of self-evaluation on the determined pursuit of personally demanding, selfimposed standards in at least one highly salient domain, despite the occurence of adverse consequences (p. 778). Deze definitie van klinisch perfectionisme vertoont sterke gelijkenissen met de oorspronkelijke definities van pioniers zoals Burns (1980) en Hollender (1978). Shafran et al. (2002) suggereerden dat klinisch perfectionisme gelegen was in de combinatie van het blijven nastreven van de voor zichzelf opgelegde standaarden ondanks negatieve gevolgen en het zelfwaardegevoel grotendeels afhankelijk te laten zijn van het al dan niet bereiken van deze vooropgestelde standaarden. Ze brachten dit klinisch perfectionisme ook in verband met angst, depressie en eetstoornissen (Shafran & Mansell, 2001). Hier vinden we het verband met de volgende paragraaf terug Onderzoek naar het Verband tussen Perfectionisme en Algemene Psychopathologie In deze paragraaf komen verschillende studies aan bod die de link tussen perfectionisme en algemene psychopathologie onderzocht hebben. Om de vergelijkbaarheid tussen de verschillende studies te vergemakkelijken maken we in ons overzicht gebruik van de twee- factoren structuur van Dunkley, Zuroff en Blankstein (2003), namelijk persoonlijke standaarden perfectionisme en zelfkritisch perfectionisme. Diverse onderzoeken toonden aan dat zelfkritisch perfectionisme positief samenhangt met psychopathologie, wat echter niet gold voor persoonlijke standaarden perfectionisme. Deze laatste component bleek niet gerelateerd te zijn aan psychopathologie en, in sommige gevallen (bijvoorbeeld na controle voor de gedeelde variantie met zelfkritisch perfectionisme), zelfs negatief gerelateerd te zijn aan psychopathologie. Zo kwam in het onderzoek van Frost et al. (1993) naar voren dat persoonlijke standaarden perfectionisme en zelfkritisch perfectionisme een verschillend verband vertoonden met de algemene psychopathologie. Het zelfkritisch perfectionisme kende in vergelijking met persoonlijke standaarden perfectionisme een sterkere associatie met psychopathologie en meer bepaald met negatief affect. Bovendien 5

13 bleek dat persoonlijke standaarden perfectionisme, na controle van het effect van zelfkritisch perfectionisme, geassocieerd was met positief affect. Antony, Purdon, Huta en Swinson (1998) hadden beide componenten meer specifiek onderzocht bij angststoornissen en vonden dat zelfkritisch perfectionisme (bezorgdheid over het maken van fouten, twijfel over de kwaliteit van een prestatie, ouderlijke kritiek en sociaal voorgeschreven perfectionisme) verhoogd aanwezig was bij patiënten met een sociale fobie in vergelijking met andere groepen. Bij patiënten met een paniekstoornis was er volgens Antony et al. (1998) eerder een matige verhoging qua zelfkritisch perfectionisme (bezorgdheid over het maken van fouten en twijfel over de kwaliteit van een prestatie). Een studie van Frost en Steketee (1997) toonde ook meer zelfkritisch perfectionisme aan (bezorgdheid over het maken van fouten en twijfel over de kwaliteit van een prestatie) bij patiënten met OCD in vergelijking met gewone controlegroepen. Minarik en Ahrens (1996) gingen in hun studie het verband na voor depressie en stelden vast dat vrouwelijke universiteitsstudenten met depressieve symptomen meer zelfkritisch perfectionisme (bezorgdheid over het maken van fouten, twijfelen over de kwaliteit van een prestatie en ouderlijke verwachtingen) vertoonden. Onderzoek toont hier dus aan dat zelfkritisch perfectionisme met diverse psychopathologiën zoals angst, depressie, OCD geassocieerd is. Daarnaast is er ook veel onderzoek verricht dat de link van persoonlijke standaarden perfectionisme en zelfkritisch perfectionisme met eetstoornissen nagaat. Dit laatste zullen we bespreken in de volgende paragraaf. Hoofdstuk 2: Eetstoornissen en Perfectionisme In de DSM-IV-TR (American Psychiatric Association, 2005) wordt een onderscheid gemaakt tussen anorexia nervosa, boulimia nervosa en eetstoornis niet anderszins omschreven. Anorexia nervosa (AN) wordt onder andere gekenmerkt door het weigeren van het lichaamsgewicht te behouden op of boven een voor de leeftijd en lengte minimaal normaal gewicht en een intense angst om in gewicht toe te nemen, terwijl er juist sprake is van ondergewicht. Boulimia nervosa (BN) wordt onder andere gekarakteriseerd door recidiverende episodes van vreetbuien. Dit betekent dat mensen met BN een hoeveelheid voedsel eten die beslist groter is dan wat de meeste mensen in een zelfde periode en onder dezelfde omstandigheden zouden eten. Verder hebben ze tijdens die episode controleverlies in combinatie met recidiverend inadequaat 6

14 compensatiegedrag om gewichtstoename te voorkomen. Als laatste is er de restcategorie eetstoornis niet anderszins omschreven. Deze categorie dient voor eetstoornissen die niet voldoen aan de criteria van enige specifieke eetstoornis. Hierin vinden we onder andere de eetbuistoornis (EBS) terug. Deze eetbuistoornis vertoont volgens de DSM- IV-TR grote gelijkenissen met boulimie nervosa waarbij personen ook grote hoeveelheden voedsel naar binnen werken, maar in tegenstelling tot personen met BN niet de drang voelen om compensatiegedrag uit te voeren waardoor ze vaak overgewicht of obesitas creëren Prevalentie, Incidentie, Verloop, Mortaliteit en Comorbiditeit van Eetstoornissen Uit recent onderzoek van Preti et al. (2009) bleek dat de prevalentie van anorexia nervosa (AN) bij personen van 18 jaar of ouder 0,48% is. Voor boulimia nervosa (BN) lag deze prevalentie op 0,51%. De prevalentie voor anorexia nervosa en boulimia nervosa lag drie tot acht keer hoger bij vrouwen dan bij mannen (Preti et al., 2009). Anorexia nervosa komt iets vroeger voor dan boulimia nervosa. AN start meestal rond het veertiende en achttiende levensjaar, terwijl BN doorgaans iets later start, veelal rond het achttiende levensjaar ( Fairburn & Harrison, 2003). Eetbuistoornissen (EBS) kennen een nog iets latere aanvangsleeftijd (Fairburn & Harrison, 2003). Daarnaast was de prevalentie van een eetbuistoornis met 1,12% beduidend hoger dan de prevalentie van anorexia nervosa en boulimie nervosa en komt het meer voor bij vrouwen dan bij mannen (Kinzl, Traweger, Trefalt, Mangweth, & Biebl, 1999; Preti et al., 2009). Per jaar verschijnen er nieuwe gevallen van eetstoornissen waarvan 8 nieuwe gevallen van anorexia nervosa en 12 nieuwe gevallen van boulimie nervosa (Hoek & van Hoeken, 2003). Mensen met een eetstoornis hebben een verhoogde kans op vroegtijdige sterfte (Sullivan, 1995). Verder bestaat er een hoge comorbiditeit (Bulik, Sullivan, & Kendler, 2002). Volgens Ribases et al. (2008) zouden genetische factoren hierin een rol kunnen spelen en dan vooral in de comorbiditeit met stemmingsstoornissen Risicofactoren van Eetstoornissen Risicofactoren zijn eigenschappen, gebeurtenissen of ervaringen die voorafgaan aan een uitkomst. Wanneer deze risicofactoren voorafgaand aanwezig zijn, dan gaan deze 7

15 gepaard met een verhoogde kans op een negatieve uitkomst. Er is slechts sprake van een causale risicofactor wanneer een daling of stijging van deze risicofactoren leidt tot een daarbij horende stijging of daling van de uitkomst (Kazdin, Kraemer, Kessler, Kupfer, & Offord, 1997). Met een causale risicofactor is het mogelijk om de richting van een verband na te gaan en derde variabelen uit te sluiten (Stice, 2002). We bespreken hierna kort enkele risicofactoren die in de literatuur werden geïdentificeerd Interpersoonlijke risicofactoren van eetstoornissen Fairburn, Cooper, Doll en Welch (1999) constateerden dat het hebben van ouders met obesitas meer voorkwam bij vrouwen met boulimie nervosa dan bij vrouwen met anorexia nervosa. Ook het hebben van ouders met een psychiatrische stoornis kwam volgens Fairburn et al. (1999) meer voor bij vrouwen met boulimie nervosa dan bij vrouwen met anorexia nervosa. Ten slotte vonden Fairburn, et al. (1998) dat vrouwen met een eetbuistoornis meer negatieve opmerkingen horen over hun gewicht en lichaamsvorm dan vrouwen uit een gezonde controlegroep Intrapersoonlijke risicofactoren van eetstoornissen Stice (2002) vond verscheidene intrapersoonlijke risicofactoren voor eetstoornissen. Zo vond hij dat negatief affect, impulsiviteit en middelenmisbruik risicofactoren kunnen vormen voor eetstoornissen. De resultaten in verband met het effect van diëten op eetstoornissen waren volgens Stice (2002) tegenstrijdig. Daarnaast stelden Fairburn et al. (1999) vast dat risicofactoren zoals een negatieve zelfwaarde en perfectionisme meer aanwezig zijn bij vrouwen met anorexia nervosa en boulimie nervosa dan bij een psychiatrische controlegroep. Meer specifiek kwamen Fairburn et al. (1999) tot de bevinding dat een eerder begin van de menstruatie meer voorkwam bij vrouwen met boulimie nervosa dan bij vrouwen met anorexia nervosa. Het hebben van overgewicht op jonge leeftijd bleek volgens Fairburn et al.(1998) in hogere mate aanwezig te zijn bij vrouwen met een eetbuistoornis dan bij een vrouwelijke gezonde controlegroep. Ten slotte vond Stice (2002) dat perfectionisme ook een intrapersoonlijke risicofactor kan zijn voor eetstoornissen. Volgens Bruch (1973) was perfectionisme een risicofactor voor het ontwikkelen van een eetstoornis omdat deze persoonlijkheidstrek een onophoudelijk streven naar het slankheidsideaal stimuleert. We gaan hier verder op in wanneer we de link van perfectionisme met eetstoornissen bespreken. 8

16 2.3. Instandhoudende Factoren van Eetstoornissen Instandhoudende factoren zijn eigenschappen, gebeurtenissen of ervaringen die het persisteren van symptomen of het herstel van symptomen kunnen voorspellen bij aanvankelijk symptomatische individuen. (Stice, 2002). Er is sprake van een causale instandhoudende factor wanneer een daling of stijging van deze instandhoudende factoren leidt tot een daarbij horende uitdrukking of onderdrukking van de symptomen bij aanvankelijk symptomatische individuen (Stice, 2002). We bespreken hier opnieuw enkele instandhoudende factoren die in de literatuur werden geïdentificeerd Interpersoonlijke instandhoudende factoren van eetstoornissen Uit prospectieve en experimentele studies werd duidelijk dat de internalisatie van het slankheidsideaal een instandhoudende factor is voor boulimische pathologie (Stice, 2002). Verder vonden Stice en Agras (1998) dat de druk om slank te zijn vanuit de media geen instandhoudende factor was voor boulimische symptomen. Voor deze bevinding vond Stice (2002) een matig maar niet significant verband. Het overevalueren van het uiterlijk daarentegen was wel een instandhoudende factor voor boulimische pathologie (Fairburn, 1997) Intrapersoonlijke instandhoudende factoren van eetstoornissen Stice en Agras (1998) vonden dat lichaamsontevredenheid voorspellend blijkt te zijn voor het in standhouden van boulimische symptomen. Verder kwam negatief affect in het onderzoek van Agras en Telch (1998) naar voren als een causale instandhoudende factor voor eetbuistoornissen. Zo leidt het induceren van een negatief affect tot meer rapportering van eetbuien bij individuen met een eetstoornis. Ten slotte bleek perfectionisme in een studie van Santonastaso et al. (1999) een instandhoudende factor te zijn voor meer algemene eetpathologie. Stice (2002) vond dat dit effect van perfectionisme op het in standhouden van een eetstoornis middelmatig was. Meer gedetailleerd suggereerde Stice (2002) dat perfectionisme een risico- en/of een instandhoudende factor voor boulimische symptomen kan zijn. We gaan hier in de volgende paragraaf verder op in De Link van Perfectionisme met Eetstoornissen Terwijl we in de vorige paragraaf verschillende linken met eetstoornissen hebben besproken, focussen we ons in deze paragraaf specifiek op de link van perfectionisme 9

17 met eetstoornissen. We baseren ons hierbij op reviews van Bardone-Cone et al. (2007); Boone, Soenens en Braet (2011); Franco-Paredes, Mancilla-Diaz, Vazquez-Arevalo, Lopez-Aguilar en Alvarez-Rayon (2005) en Shafran en Mansell (2001) De link tussen unidimensionaal perfectionisme en eetstoornissen Initieel maakte men binnen het onderzoek naar de link tussen perfectionisme en eetstoornissen geen onderscheid tussen de verschillende vormen van perfectionisme en hanteerde men hierbij dan ook enkel unidimensionale perfectionismemetingen zoals de EDI- Perfectionisme schaal (EDI-P) (Garner et al., 1983). Bijgevolg bespreken we in deze paragraaf alleen studies die gebruik maakten van dit meetinstrument. Verder brengen we slechts die studies ter sprake waarin patiënten met een eetstoornis vergeleken worden met een gewone controlegroep ( case-controlstudies ), studies waarin patiënten hersteld van een eetstoornis vergeleken worden met een gewone controlegroep ( recovery studies ) en studies waarin een zelfde groep over meerdere periodes vergeleken wordt ( longitudinale studies ). De keuze van deze studies (casecontrolstudies, recovery studies en longitudinale studies) had tot doel om mogelijke risico- en/of instandhoudende factoren van perfectionisme op eetstoornissen na te gaan. In de case-control studies hadden de patiënten met anorexia nervosa enerzijds een hogere score op de EDI-Perfectionisme schaal (EDI-P) dan een gezonde controlegroep (Bastiani, Rao, Weltzin, & Kaye, 1995). Ook patiënten met boulimia nervosa behaalden een hogere score op de EDI-Perfectionisme schaal (EDI-P) in vergelijking met een gewone controlegroep (Lilenfeld et al., 2000). Anderzijds werd door Garner, Olmstead, Polivy en Garfinkel (1984) geen significante groepsverschillen gevonden tussen vrouwen met anorexia nervosa en een gewone controlegroep. Kuehnel en Wadden (1994) stelden evenmin significante verschillen vast in perfectionisme tussen individuen met een eetbuistoornis (EBS) en een controlegroep. In de recovery studies bleek enerzijds dat individuen hersteld van een eetstoornis hoger scoorden op de EDI-Perfectionisme schaal in vergelijking met een gewone controlegroep. Bovendien toonden verschillende studies aan dat zelfs na herstel van anorexia nervosa (AN) (meestal gedefinieerd door de afwezigheid van een eetstoornisdiagnose, de terugkeer van de menstruatie en een normaal gewicht) de score op de EDI-P significant hoger was bij herstelde patiënten van AN dan bij controlegroepen (Bastiani et al., 1995; Ward, Brown, Lightman, Campbell, & Treasure, 10

18 1998). Ook patiënten hersteld van BN (meestal gedefinieerd door de afwezigheid van een eetstoornisdiagnose, stabiel gewicht, regelmatige menstruatie, en de afwezigheid van eetbuien en purgeren) vertoonden een hogere score op de EDI-P in vergelijking met de gewone controlegroep (Kaye et al.,1998; Lilenfeld et al., 2000). Anderzijds werd deze evidentie niet bevestigd door Sutandar-Pinnock, Woodside, Carter, Olmsted en Kaplan (2003). Uit hun onderzoek resulteerde immers geen verschil op de EDI-P scores tussen herstelde patiënten van een eetstoornis en een gewone controlegroep. In de longitudinale studies vonden Nilsson, Sundbom en Hägglöf (2008) dat de score op de EDI-Perfectionisme schaal (EDI-P) niet wijzigde na 8 en 16 jaar bij patiënten hersteld van anorexia nervosa. Voorts bleek de EDI-P score na tien jaar voorspellend te zijn voor boulimische symptomen (Joiner, Heatherton, & Keel, 1997). We kunnen hieruit besluiten dat perfectionisme ook na herstel van een eetstoornis een stabiel kenmerk van een persoon blijft. Het herstel van een eetstoornis gaat immers niet gepaard met een afname in het streven naar perfectionisme. Hierdoor kan perfectionisme beschouwd worden als een risicofactor en niet enkel als een correlaat of gevolg van een eetstoornis (Bardone-Cone et al., 2007). Dit is in tegenspraak met de review van Jacobi et al. (2004) waarin perfectionisme niet beschouwd wordt als een risicofactor maar wel als een factor die sterk gecorreleerd is met het hebben van een eetstoornis De link tussen intrapersoonlijk en interpersoonlijk perfectionisme en eetstoornissen In deze paragraaf geven we een overzicht van studies die de link hebben onderzocht tussen de interpersoonlijke en intrapersoonlijke dimensie van perfectionisme met eetstoornissen. Om een onderscheid te kunnen maken tussen de interpersoonlijke en de intrapersoonlijke dimensie van perfectionisme ontwikkelden Hewitt en Flett (1991b) de Hewitt and Flett Multidimensional Perfectionism Scale (Hewitt and Flett MPS; Hewitt & Flett, 1991a). We vermelden in ons overzicht enkel de studies die dit meetinstrument gebruikt hebben en weerhouden alleen case-control studies, recovery studies en longitudinale studies. In case-control studies toonden diverse onderzoekers aan dat deelnemers met anorexia nervosa in vergelijking met een gewone controlegroep een hogere score behaalden op zowel de interpersoonlijke als de intrapersoonlijke dimensie van 11

19 perfectionisme (Bastiani et al., 1995; Cockell et al., 2002). Pratt, Telch, Labouvie, Wilson en Agras (2001) kwamen evenwel tot een andere vaststelling. Deelnemers met boulimie nervosa of een eetbuistoornis hadden in vergelijking met een gewone obese controlegroep enkel een verhoogde score op de intrapersoonlijke dimensie van perfectionisme. Op de interpersoonlijke dimensie van perfectionisme behaalden ze geen hogere score in vergelijking met de controlegroep. In recovery studies vond men alleen evidentie voor de link tussen de intrapersoonlijke dimensie van perfectionisme met eetstoornissen. De scores op de subschaal op zichzelf georiënteerd perfectionisme bleken hoger te liggen bij gewichtsherstelde AN patiënten in vergelijking met een gewone controlegroep. Op de subschalen sociaal voorgeschreven perfectionisme en ander georiënteerd perfectionisme daarentegen, verschilden deze twee groepen niet van elkaar (Bastiani et al., 1995). In longitudinale studies constateerden Soares et al. (2009) een link tussen zowel de intrapersoonlijke als de interpersoonlijke dimensie van perfectionisme en eetstoornissen. Uit hun onderzoek bleek dat universiteitsstudenten met een hoge score op zichzelf georiënteerd perfectionisme en sociaal voorgeschreven perfectionisme meer verstoorde eetgedragingen vertoonden dan de universiteitsstudenten die op deze subschalen een lage of gemiddelde score behaalden. Verder vonden ze evidentie voor dat sociaal voorgeschreven en op zichzelf georiënteerd perfectionisme risicofactoren waren voor het ontwikkelen van verstoorde eetgedragingen. We kunnen hieruit concluderen dat de evidentie voor de link tussen de interpersoonlijke dimensie van perfectionisme met eetstoornissen niet sluitend is. Er zijn immers sommige studies waarin de link tussen sociaal voorgeschreven perfectionisme en eetstoornissen niet gevonden is (Bardone-Cone et al., 2007; Bastiani et al., 1995). Daarentegen blijkt evidentie voor de link tussen de intrapersoonlijke dimensie van perfectionisme en eetstoornissymptomen wel sluitend. Beide dimensies blijven echter wel belangrijk binnen het domein van de eetstoornissen De link tussen persoonlijke standaarden perfectionisme versus zelfkritisch perfectionisme en eetstoornissen We vermelden in deze paragraaf enkel studies die gebruik hebben gemaakt van de Frost Multidimensional Perfectionism Scale (Frost MPS; Frost et al., 1990). Dit meetinstrument bestaat uit zes subschalen waaronder de subschaal het stellen van hoge 12

20 standaarden ( high personal standards ) wordt beschouwd als een meting voor persoonlijke standaarden perfectionisme en de subschalen bezorgdheid over het maken van fouten ( concern over mistakes ) en de twijfel over de kwaliteit van een prestatie ( doubts about actions ) worden beschouwd als metingen voor zelfkritisch perfectionisme (Frost et al., 1993). Verschillende case-control studies gaven aan dat deelnemers met een eetstoornis een hogere score hadden op persoonlijke standaarden perfectionisme en zelfkritisch perfectionisme in vergelijking met een gewone controlegroep of een psychiatrische groep, zowel voor patiënten met anorexia nervosa (Bastiani et al., 1995; Halmi et al., 2000) als voor patiënten met boulimie nervosa (Lilenfeld et al., 2000). Meer specifiek vond Bulik et al. (2003) dat enkel bezorgdheid over het maken van fouten geassocieerd was met een verhoogde kans op zowel anorexia nervosa als boulimie nervosa in vergelijking met andere psychiatrische groepen. In recovery studies constateerden Soenens, Nevelsteen en Vandereyken (2007) dat bij het beëindigen van een behandeling zowel persoonlijke standaarden perfectionisme als zelfkritisch perfectionisme bij eetstoornispatiënten verhoogd aanwezig waren in vergelijking met een gewone controlegroep. Ook Sutandar-Pinnock et al. (2003) stelden vast dat patiënten die hersteld waren van een eetstoornis meer persoonlijke standaarden perfectionisme en zelfkritisch perfectionisme vertoonden in vergelijking met een gewone controlegroep. Dit wijst op een mogelijks voorafgaande aanwezigheid van zowel persoonlijke standaarden perfectionisme als van zelfkritisch perfectionisme in de ontwikkeling van een eetstoornis. In de meeste studies worden de effecten van persoonlijke standaarden perfectionisme en zelfkritisch perfectionisme afzonderlijk bekeken. Op die manier is het niet mogelijk om de relatieve bijdrage van zowel persoonlijke standaarden perfectionisme als zelfkritisch perfectionisme te bepalen. In een onderzoek van Soenens, Nevelsteen en Vandereyken (2007) werd deze relatieve bijdrage van beide componenten onderzocht door statisch uit te zuiveren voor hun onderling gedeelde variantie. Zo bleken patiënten met een eetstoornis in vergelijking met een gewone controlegroep hoger te scoren op zowel persoonlijke standaarden perfectionisme als zelfkritisch perfectionisme. Wanneer men controleerde voor de gedeelde variantie met zelfkritisch perfectionisme viel het effect van persoonlijke standaarden perfectionisme weg. Deze evidentie vonden we ook 13

21 terug in een studie van DiBartolo, Li en Frost (2008). Daarentegen vond Davis (1997) bij een groep eetstoornispatiënten evidentie voor een onafhankelijk effect van zowel persoonlijke standaarden perfectionisme als zelfkritisch perfectionisme in relatie tot lichaamsbeeld. Bovendien stelde Davis (1997) vast dat vooral de interactie tussen beide vormen van perfectionisme de beste predictor was van lichaamswaardering. Een hoog niveau van persoonlijke standaarden perfectionisme was positief gerelateerd aan lichaamswaardering, maar enkel wanneer zelfkritisch perfectionisme laag was. Uit een studie van Boone, Soenens, Braet en Goossens (2010) bleek eveneens dat de combinatie van hoge persoonlijke standaarden perfectionisme en zelfkritisch perfectionisme sterker geassocieerd was met eetstoornissymptomen dan het voorkomen van zelfkritisch perfectionisme alleen. We kunnen besluiten dat zowel persoonlijke standaarden perfectionisme als zelfkritisch perfectionisme gelinkt zijn aan eetstoornissen. Vooral zelfkritisch perfectionisme blijkt systematisch geassocieerd te zijn met eetstoornissymptomen. Er bestaat minder eenduidigheid over de rol van persoonlijke standaarden perfectionisme De impact van het manipuleren van persoonlijke standaarden op eetstoornisgerelateerde attitudes en gedragingen Hoewel al het voorafgaandelijk besproken onderzoek een duidelijke associatie tussen perfectionisme en eetstoornissymptomen suggereert, is het niet duidelijk of perfectionisme een causale rol speelt in de ontwikkeling van verstoord eetgedrag en verstoorde eetattitudes, dan wel of perfectionisme een litteken of correlaat van eetstoornissymptomen is (Bardone-Cone et al., 2007; Jacobi et al., 2004). Om conclusies te formuleren over causaliteit is het noodzakelijk om gebruik te maken van een experimenteel design (Stice, 2002), want zelfs binnen een prospectieve studie is het niet zeker of er een causale factor achter zit. Het is essentieel dat de causale factor de andere factor voorafgaat in de tijd en dat die samen een associatie hebben omdat anders de mogelijkheid bestaat dat een derde, niet geobserveerde variabele, de prospectieve samenhang kan veroorzaken. De enige manier om dit uit te sluiten en causaliteit aan te tonen is via een experimenteel design (Stice, 2002). Shafran et al. (2006) voerden tot nog toe de enige experimentele studie rond perfectionisme en eetstoornissymptomen uit. Aangezien het moeilijk is om het construct klinisch perfectionisme te manipuleren, maakten ze gebruik van één aspect van dit 14

22 construct, namelijk het nastreven van persoonlijke standaarden. In hun experimenteel onderzoek gingen ze na of het manipuleren van persoonlijke standaarden een invloed zou hebben op eetattitudes en gedragingen. Hun keuze voor het aspect persoonlijke standaarden was gebaseerd op twee redenen. Ten eerste vonden ze in de literatuur dat mensen met een eetstoornis hogere persoonlijke standaarden hadden dan psychiatrische controlegroepen (Cockell et al., 2002). Ten tweede vonden Shafran et al. (2006) dat het nastreven van hoge persoonlijke standaarden een noodzakelijke component was voor alle benaderingen van disfunctioneel perfectionisme ongeacht of het thuishoort in een unidimensionale of een multidimensionale visie. Persoonlijke standaarden, perfectionisme en eetattitudes en gedragingen van 41 deelneemsters werden vóór en na de experimentele manipulatie gemeten aan de hand van vragenlijsten met onder meer de Eating Disorder Examination- Questionnaire version (EDE-Q; Fairburn & Beglin, 1994), een zelfrapportagevragenlijst die de toestand van de deelnemers van de voorbije 28 dagen bevraagd. Daarnaast werden bij de deelnemers de Beck Depression Inventory II (BDI-II; Beck, Steer, & Brown, 1996), de Clinical Perfectionism Questionnaire (CPQ; Fairburn, Cooper, & Shafran, 2003) en de Multidimensional Perfectionism Scale (MPS; Hewitt & Flett, 1991) afgenomen 24 uur vóór de eerste sessie. De BDI-II wordt gebruikt om de ernst van de depressie na te gaan terwijl de CPQ de belangrijkste aspecten van klinisch perfectionisme bepaalt die in de loop van de voorbije maand zijn opgetreden. Ten slotte meet de Hewitt & Flett MPS drie dimensies van perfectionisme: op zichzelf georiënteerd perfectionisme, sociaal voorgeschreven perfectionisme en ander georiënteerd perfectionisme. Tijdens de eerste sessie werd de deelnemers gevraagd om hun eetpatroon van de voorbije maand op te schrijven en na te gaan wat ze in de voorbije 24 uur hadden gegeten in termen van soort en hoeveelheid voedsel. Vervolgens legden de deelnemers de CP-VAS Clinical Perfectionism Visual Analogue Scale af. De 41 deelneemsters werden daaropvolgend aan een tweede proefleider voorgesteld en voor een periode van 24 uur at random toegewezen aan de hoge of lage persoonlijke standaarden conditie. De tweede proefleider vroeg aan de deelneemsters om een contract te ondertekenen waarvan de inhoud verschillend was naargelang de groep waaraan ze waren toegewezen. In dit contract werd samen met de deelneemsters naar specifieke voorbeelden gezocht waarop ze de hoge en lage persoonlijke standaarden konden 15

23 toepassen. Zo kon bijvoorbeeld in overleg met de deelneemsters van de lage persoonlijke standaarden conditie afgesproken worden om op tijd van het werk te vertrekken. De instructie in het contract was dan als volgt: Ik (naam van de deelneemster) bevestig hierbij dat ik tijdens komende 24 uur alles zal doen volgens de laagst mogelijke standaarden. In het bijzonder zal ik zeker de hieronder vermelde voorbeelden volgens de laagst mogelijke standaarden trachten uit te voeren. De deelneemsters van de hoge persoonlijke standaarden conditie kwamen daarentegen met de proefleider overeen om bijvoorbeeld overuren te doen. De instructie van het contract was hier als volgt: Ik (naam van de deelneemster) bevestig hierbij dat ik tijdens komende 24 uur alles zal doen volgens de hoogst mogelijke standaarden. In het bijzonder zal ik zeker de hieronder vermelde voorbeelden volgens de hoogst mogelijke standaarden trachten uit te voeren. Shafran et al. (2006) verwachtten dat de deelneemsters die hoge persoonlijke standaarden stelden en deze strikt trachten na te leven meer disfunctionele eetattitudes en gedragingen zouden vertonen dan de deelneemsters die lage persoonlijke standaarden stellen. De manipulatie had een effect. De deelneemsters die hoge persoonlijke standaarden nastreefden, vertoonden meer disfunctionele eetattitudes engedragingen. Zo aten de deelneemsters in de hoge persoonlijke conditie na de manipulatie minder calorierijk voedsel. Dit was significant verschillend van de deelneemsters uit de lage persoonlijke standaarden conditie. Bovendien deden de deelneemsters uit de hoge persoonlijke standaarden conditie na deze manipulatie ook meer pogingen om de hoeveelheid voedsel die ze aten te beperken en hadden meer spijt na het eten dan de deelneemsters van de lage persoonlijke standaarden conditie. Er werden geen significante verschillen gevonden na de manipulatie tussen de twee condities wat betreft de schuld na het eten, de huidige beperkingen in de hoeveelheid gegeten voedsel en het aantal ingenomen calorieën. Verder werd geen link gevonden tussen disfunctionele eetattitudes en gedragingen en de metingen van perfectionisme. Zo werd in tegenstelling tot het onderzoek van Bulik et al. (2003) geen associatie gevonden tussen de subschaal bezorgdheid over het maken van fouten van de MPS Frost en eetstoornissen. Een limitatie in het onderzoek van Shafran et al. (2006) is dat slechts één aspect van het construct klinisch perfectionisme gemanipuleerd werd, namelijk het nastreven van 16

24 hoge persoonlijke standaarden. Met ons onderzoek trachten we deze limitatie te ondervangen door twee aspecten van het construct klinisch perfectionisme te manipuleren, namelijk het nastreven van hoge persoonlijke standaarden en de tendens om zelfkritisch te zijn. METHODE Opzet In onze studie maken we gebruik van een experimenteel design om de invloed van perfectionisme op eetstoornisgerelateerde attitudes en gedragingen na te gaan. We baseren ons hiervoor op het onderzoek van Shafran et al. (2006). In dit onderzoek hebben ze een algemeen aanvaard kenmerk van perfectionisme (het stellen van persoonlijk hoge standaarden) gemanipuleerd en vervolgens bestudeerd wat het effect was op de eetgerelateerde attitudes en gedragingen van de deelneemsters. Shafran et al. (2006) maakten in hun onderzoek enkel gebruik van de hoge persoonlijke standaarden om het construct klinisch perfectionisme te vatten. Dit zorgde er deels voor dat hun bevindingen geen directe test vormden van het model klinisch perfectionisme. Het stellen van hoge persoonlijke standaarden is immers slechts een gedeelte van het construct klinisch perfectionisme. We willen met ons onderzoek deze limitatie ondervangen door twee aspecten van het construct klinisch perfectionisme te manipuleren, namelijk het nastreven van hoge persoonlijke standaarden en de tendens om zelfkritisch te zijn. Bijkomend aan het onderzoek van Shafran et al. (2006) voegen we dus naast de hoge persoonlijke standaarden conditie en de lage persoonlijke standaarden conditie een derde conditie toe, namelijk de conditie hoge persoonlijke standaarden gecombineerd met zelfkritiek. Ook meten we bijkomend aan Shafran et al. (2006) de trek(voorafgaand) perfectionisme. Tot slot onderzoeken we meer variabelen van het eetspectrum dan dat Shafran et al. (2006) deden. We kiezen ervoor om naast de restrictieve symptomen ook de boulimische symptomen en de lichaamsontevredenheid na te gaan. We kunnen uit het voorgaande twee onderzoeksvragen afleiden die dan telkens verder worden onderverdeeld in één of twee hypothesen. Een eerste onderzoeksvraag die we willen nagaan is: heeft de experimentele manipulatie een effect op de manipulatiecheck? Het betreft de vraag of perfectionisme überhaupt kan experimenteel gemanipuleerd worden. Deze vraag is belangrijk omdat 17

25 sommige onderzoekers perfectionisme beschouwden als een uiterst stabiele persoonlijkheidskenmerk (McCrae et al., 2000). Binnen een dergelijke conceptualisatie lijkt het weinig waarschijnlijk dat mensen door een experimentele manipulatie tot perfectionisme kunnen bewogen worden. Daarnaast zijn er onderzoekers die perfectionisme als een dynamische persoonlijkheidstrek beschouwden (Asendorpf & van Aken, 2003). Volgens hen is het wel mogelijk om mensen via een experimentele manipulatie tot perfectionisme te bewegen. Shafran et al. (2006) waren de eerste die deze mogelijkheid in hun studie onderzochten. Zo vonden ze een significante daling in het nastreven van hoge persoonlijke standaarden in de lage standaarden conditie en een significante stijging in het nastreven van hoge persoonlijke standaarden in de hoge persoonlijke standaarden conditie 24 uur na de experimentele manipulatie. Wij willen met dit onderzoek deze bevindingen trachten te repliceren. Een tweede onderzoeksvraag die we ons stellen is: welk effect heeft de experimentele manipulatie op eetstoornisvariabelen? De hypothese is dat er een hoofdeffect van conditie zal zijn, waarbij de deelnemers in de hoge persoonlijke standaarden conditie en in de conditie hoge persoonlijke standaarden gecombineerd met zelfkritiek meer disfunctionele eetattitudes en gedragingen zullen vertonen in vergelijking met de lage standaarden conditie. Meer specifiek verwachten we meer disfunctionele eetattitudes en gedragingen na de manipulatie te vinden bij de deelnemers in de twee perfectionistische condities (hoge persoonlijke standaarden gecombineerd met zelfkritiek en hoge standaarden alleen ) dan in de lage persoonlijke standaarden conditie. Het is een open vraag of er ook verschillen zullen zijn tussen de twee perfectionistische condities onderling. Binnen deze onderzoeksvraag, stellen we ons ook de vraag of een experimentele manipulatie van perfectionisme gemodereerd wordt door vooraf gemeten perfectionisme. We vragen ons meer bepaald af of de manipulatie van perfectionisme enkel een effect heeft of een sterker effect heeft bij mensen die op voorhand al hoog scoorden op perfectionisme. Samengevat kunnen we de volgende onderzoeksvragen stellen met daarin onderverdeelde hypothesen: 1)Heeft de experimentele manipulatie een effect op de manipulatiecheck (d.i., de mate van ervaren perfectionisme in de 24 uur na de manipulatie). 18

Behoeftefrustratie en therapeutische relatie als verklarend proces in de relatie tussen perfectionisme en eetpathologie

Behoeftefrustratie en therapeutische relatie als verklarend proces in de relatie tussen perfectionisme en eetpathologie Behoeftefrustratie en therapeutische relatie als verklarend proces in de relatie tussen perfectionisme en eetpathologie Liesbet Boone Bart Soenens (Universiteit Gent) Walter Vandereycken (Universiteit

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2008-2009 Eerste Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2008-2009 Eerste Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2008-2009 Eerste Examenperiode DE INTERGENERATIONELE TRANSMISSIE VAN PERFECTIONISME IN DE CONTEXT VAN EETSTOORNISSYMPTOMEN Masterproef neergelegd

Nadere informatie

Perfectionsme. Arnoud van Loon Carla Steeman. Voorjaarsworkshop VGCT 2019

Perfectionsme. Arnoud van Loon Carla Steeman. Voorjaarsworkshop VGCT 2019 Perfectionsme Arnoud van Loon Carla Steeman Voorjaarsworkshop VGCT 2019 Introductie Perfectionisme & OCD " Een diepgaand patroon van preoccupatie met ordelijkheid, perfectionisme, en geestelijke en intermenselijke

Nadere informatie

Een kritische analyse van het begrip perfectionisme in relatie tot eetstoornissen

Een kritische analyse van het begrip perfectionisme in relatie tot eetstoornissen Perfectionisme en eetstoornissen Een kritische analyse van het begrip perfectionisme in relatie tot eetstoornissen A critical analysis of the perfectionism construct in relation to eating disorders Liesbet

Nadere informatie

De betekenis van perfectionisme bij eetstoornissen

De betekenis van perfectionisme bij eetstoornissen oorspronkelijk artikel De betekenis van perfectionisme bij eetstoornissen Een vergelijkend onderzoek b. soenens, w. nevelsteen, w. vandereycken achtergrond Uit diverse onderzoeken blijkt een consistente

Nadere informatie

ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES

ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES OVER ETEN: DE ROL VAN ZELFREGULATIE VLAAMS CONGRES

Nadere informatie

Eetstoornissen DSM-5. Leonieke Terpstra & Maartje Snoek

Eetstoornissen DSM-5. Leonieke Terpstra & Maartje Snoek Eetstoornissen DSM-5 Leonieke Terpstra & Maartje Snoek VOXVOTE Voelt u zichzelf te dik? Probeert u daar (soms) wat aan te doen (lijnen)? Heeft u een eetstoornis (gehad)? 2/3 van de vrouwen wil afvallen

Nadere informatie

) amarum ( DGT vs CGT behandeling bij BED - II

) amarum ( DGT vs CGT behandeling bij BED - II DGT vs CGT behandeling bij BED - II Het weglaten van verstoorde lichaamsbeleving is een omissie in de DSM-V criteria voor eetbuistoornissen. Elke Wezenberg VGCT 2015 Stelling voor de zaal: Het is toch

Nadere informatie

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN?

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN? TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN? Partners Bloso Afdeling Topsport Sofie Debaere Sofie.Debaere@bloso.be Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Prof. Dr. Laurence

Nadere informatie

Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België

Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België Perfectionisme multi-dimensioneel concept Multidimensional Perfectionism Scale van Frost (MPS-F;

Nadere informatie

Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie. Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen

Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie. Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen GEZOND EN ZIEK Lichamelijke Gezondheid Diabetes: somatische aandoening

Nadere informatie

PERFECTIONISME. Liesbet Boone (Universiteit Gent & Eetexpert)

PERFECTIONISME. Liesbet Boone (Universiteit Gent & Eetexpert) PERFECTIONISME Liesbet Boone (Universiteit Gent & Eetexpert) 1 Wat is perfectionisme? Een persoonlijkheidskarakteristiek gekenmerkt door: Het stellen van hoge standaarden voor zichzelf voor anderen Het

Nadere informatie

Genetische factoren bij eetstoornissen. Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is

Genetische factoren bij eetstoornissen. Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is Genetische factoren bij eetstoornissen Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is gebleken dat er niet één oorzaak is, maar dat verschillende factoren een rol spelen

Nadere informatie

De rol van multidimensionaal perfectionisme in eetstoornissymptomen

De rol van multidimensionaal perfectionisme in eetstoornissymptomen De rol van multidimensionaal perfectionisme in eetstoornissymptomen The cruelest thing a man can do to a woman is to portray her as perfection (D. H. Lawrence, Britse dichter) Wetenschapsdag 6 februari

Nadere informatie

De ene perfectionist is de andere niet: Het belang van autonome en gecontroleerde motivatie bij het nastreven van perfectionistische standaarden

De ene perfectionist is de andere niet: Het belang van autonome en gecontroleerde motivatie bij het nastreven van perfectionistische standaarden Academiejaar 2016-2017 Examensessie 1 De ene perfectionist is de andere niet: Het belang van autonome en gecontroleerde motivatie bij het nastreven van perfectionistische standaarden Masterproef neergelegd

Nadere informatie

De grens tussen obesitas en eetbuistoornis. Werken met de REO

De grens tussen obesitas en eetbuistoornis. Werken met de REO De grens tussen obesitas en eetbuistoornis Werken met de REO Programma cursusdag 9:00 ontvangst 9:30 kennismaking, in kaart brengen van de problematiek waar de cursisten in de praktijk tegenaan lopen met

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae

Chapter 9. Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae Chapter 9 Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae Nederlandse samenvatting Genetische factoren bij eetstoornissen Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen

Nadere informatie

ACHTERGRONDDOSSIER & BELEIDSAANBEVELINGEN

ACHTERGRONDDOSSIER & BELEIDSAANBEVELINGEN ACHTERGRONDDOSSIER & BELEIDSAANBEVELINGEN EETPROBLEMEN IN DE SPORT? TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK 22 april 2014 Bloso Arenbergstraat 5, 1000 Brussel topsport@bloso.be 0032 2 209

Nadere informatie

) amarum ( Voorspellers voor uitval uit een eendaagse CGT behandeling voor eetbuistoornis

) amarum ( Voorspellers voor uitval uit een eendaagse CGT behandeling voor eetbuistoornis ) amarum ( Voorspellers voor uitval uit een eendaagse CGT behandeling voor eetbuistoornis Maartje Vroling Femke Wiersma Mirjam Lammers Eric Noorthoorn CGT is eerste keuze behandeling 70% reductie in eetbuien

Nadere informatie

Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van master in de psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie door Kim Van Puyvelde

Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van master in de psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie door Kim Van Puyvelde Academiejaar 2012-2013 Eerste examenperiode Een Experimentele Studie naar de Kwaliteit van Motivatie voor het nastreven van Hoge Standaarden: de Invloed op Zelfkritisch Perfectionisme en Depressieve Symptomen

Nadere informatie

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK 22 april 2014 TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK De gemiddelde Vlaamse topsporter heeft geen eetstoornis. Dat blijkt uit onderzoek

Nadere informatie

Binge or Control? Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder

Binge or Control? Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder Binge or Control? Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder Alexandra Dingemans Nederlandse samenvatting Eetbuien of controle? Onderzoek naar de validiteit,

Nadere informatie

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN?

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN? VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF-

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie

PERSMAP EETPROBLEMEN IN DE SPORT

PERSMAP EETPROBLEMEN IN DE SPORT PERSMAP EETPROBLEMEN IN IN DE SPORT? DE SPORT TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK 22 april 2014 Bloso Arenbergstraat 5, 1000 Brussel topsport@bloso.be 0032 2 209 47 60 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL...

Nadere informatie

Impact van de ingebruikname van de DSM-5

Impact van de ingebruikname van de DSM-5 Impact van de ingebruikname van de DSM-5 Eetstoornissen als casus Frédérique Smink Daphne van Hoeken H. Wijbrand Hoek Lunchbijeenkomst NIVEL 18 maart 2014 Disclosure belangen (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Caroline Bastenie. Promotor: Dr. Liesbet Boone

Caroline Bastenie. Promotor: Dr. Liesbet Boone Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2014-2015 Eerstesemesterexamenperiode De ambivalente visie op genezing van een eetstoornispatiënt aanpakken: de rol van

Nadere informatie

Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten.

Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten. Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten. Differences in Personality Traits and Personality Structure between Groups of Eating Disorder

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Samenvatting Dankwoord About the author

Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting 177 Samenvatting Overgewicht en obesitas worden gedefinieerd op basis van de body mass index (BMI) (hoofdstuk 1). Deze index wordt berekend door het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

PSYCHOLOGISCHE CONTROLE, PERFECTIONISME EN EETSTOORNISSEN

PSYCHOLOGISCHE CONTROLE, PERFECTIONISME EN EETSTOORNISSEN PSYCHOLOGISCHE CONTROLE, PERFECTIONISME EN EETSTOORNISSEN INLEIDING De adolescentie is een gevoelige periode voor de ontwikkeling van eetstoornissen, zeker bij meisjes. Een eetstoornis zou tien keer meer

Nadere informatie

Wanneer wordt het stellen van hoge standaarden maladaptief perfectionisme? Het belang van de kwaliteit van motivatie.

Wanneer wordt het stellen van hoge standaarden maladaptief perfectionisme? Het belang van de kwaliteit van motivatie. Faculteit Psychologische en Pedagogische wetenschappen Academiejaar 2011-2012 1 ste examenperiode Wanneer wordt het stellen van hoge standaarden maladaptief perfectionisme? Het belang van de kwaliteit

Nadere informatie

Predictoren voor behandelsucces bij de behandeling van eetbuistoornis Mirjam Lammers Klinisch psycholoog psychotherapeut

Predictoren voor behandelsucces bij de behandeling van eetbuistoornis Mirjam Lammers Klinisch psycholoog psychotherapeut Predictoren voor behandelsucces bij de behandeling van eetbuistoornis Mirjam Lammers Klinisch psycholoog psychotherapeut Amarum, centrum voor eetstoornissen Wat is eetbuistoornis? Ongecontroleerd overeten

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

CBT-E Richtlijnbehandeling geschikt voor alle eetstoornissen met aandacht voor individuele verschillen

CBT-E Richtlijnbehandeling geschikt voor alle eetstoornissen met aandacht voor individuele verschillen CBT-E Richtlijnbehandeling geschikt voor alle eetstoornissen met aandacht voor individuele verschillen Martie de Jong Klinisch psycholoog Specialismeleider voedings- en eetstoornissen Disclosure belangen

Nadere informatie

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk De invloed van indicatiestelling door overleg (the Negotiated Approach) op patiëntbehandelingcompatibiliteit en uitkomst bij de behandeling van depressieve stoornissen 185 In deze thesis staat de vraag

Nadere informatie

Zelfbeeld en Eetstoornissen. Drs. Martie de Jong Klinisch psycholoog PsyQ Eetstoornissen

Zelfbeeld en Eetstoornissen. Drs. Martie de Jong Klinisch psycholoog PsyQ Eetstoornissen Zelfbeeld en Eetstoornissen Drs. Martie de Jong Klinisch psycholoog PsyQ Eetstoornissen Medewerkers Iris van der Meer Sjoukje Sinke Mathijs Deen Kees Korrelboom Philip Spinhoven Wijbrand Hoek Peter de

Nadere informatie

Eetstoornissen. Mellisa van der Linden

Eetstoornissen. Mellisa van der Linden Eetstoornissen Mellisa van der Linden Inhoud Hoofdstuk 1: Wat houdt een eetstoornis in? Hoofdstuk 2: Welke eetstoornissen zijn er? Hoofdstuk 3: Wat zijn bekende oorzaken voor een eetstoornis? Hoofdstuk

Nadere informatie

anorexia nervosa perfectionisme

anorexia nervosa perfectionisme Het verband tussen anorexia nervosa en perfectionisme en de invloed van situationele stress op dit verband Bachelorthese Auteur: Wieke van Leeuwen Studentnummer: 0328367 Begeleider: S. Rietveld Universiteit

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden

Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden Brenda Volkaert Doctoraatsbursaal Vakgroep Ontwikkelings-, Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie Overzicht Deel 2 Onderzoek

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen

Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen Alexandra Dingemans, PhD Senior onderzoeker GGZ Rivierduinen Eetstoornissen Ursula Overlap Eetstoornissen (ES), Autisme

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

Diaboulimia. Eetproblemen bij insuline afhankelijke diabetes. Anne-Marije Goutbeek Kinder- jeugdpsycholoog GZ psycholoog

Diaboulimia. Eetproblemen bij insuline afhankelijke diabetes. Anne-Marije Goutbeek Kinder- jeugdpsycholoog GZ psycholoog Diaboulimia Eetproblemen bij insuline afhankelijke diabetes Anne-Marije Goutbeek Kinder- jeugdpsycholoog GZ psycholoog Minke Eilander Promovenda Pedagoog Programma workshop Achtergrond In de spreekkamer

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie bij eetstoornissen

Cognitieve gedragstherapie bij eetstoornissen FE 0807-1 Meer informatie Bij de VGCt zijn meer folders verkrijgbaar, voor volwassenen bijvoorbeeld over angst en depressie. Speciaal voor kinderen zijn er folders over veel piekeren, verlatingsangst,

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 100 Samenvatting Cognitieve achteruitgang en depressie komen vaakvooropoudere leeftijd.zijbeïnvloeden de kwaliteit van leven van ouderen in negatieve zin.de komende jaren zalhet aantalouderen in onze maatschappijsneltoenemen.het

Nadere informatie

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Samenvatting 207 Samenvatting Zijn vaders belangrijk? De relatieve invloed

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Kunnen we iets leren van CBT-E voor behandeling in het algemeen?

Kunnen we iets leren van CBT-E voor behandeling in het algemeen? Kunnen we iets leren van CBT-E voor behandeling in het algemeen? Iris van der Meer GZ psycholoog Ondersteuner Specialismegroep voedings- en eetstoornissen Martie de Jong Klinisch psycholoog Specialismeleider

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40073 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schat, A. Title: Clinical epidemiology of commonly occurring anxiety disorders

Nadere informatie

FEEDING & EATING DISORDERS. Eten, Eetproblemen en Gedachtes. K 00 Pica (eating nonfood)

FEEDING & EATING DISORDERS. Eten, Eetproblemen en Gedachtes. K 00 Pica (eating nonfood) Programma Welkom & Introductie Geloof niet alles wat je denkt! Introductie Workshop Cognitieve Gedragstherapie voor Eetproblemen Ofwel: een hapje proeven van cognitieve gedragstherapie Eten, Eetproblemen

Nadere informatie

"Kan perfectionisme de relatie tussen alexithymie en eetstoornissymptomen verklaren? Een longitudinale studie bij adolescenten."

Kan perfectionisme de relatie tussen alexithymie en eetstoornissymptomen verklaren? Een longitudinale studie bij adolescenten. Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar 2014-2015 1 ste examenperiode "Kan perfectionisme de relatie tussen alexithymie en eetstoornissymptomen verklaren? Een longitudinale studie

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) In dit proefschrift worden een aantal psychometrische methoden beschreven waarmee de accuratesse en efficientie van psychodiagnostiek in de klinische praktijk verbeterd kan worden. Psychodiagnostiek wordt

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting Verschillende internationale studies toonden socio-economische verschillen in gezondheid aan, zowel in mortaliteit als morbiditeit. In bepaalde westerse landen bleek dat, ondanks de toegenomen welvaart,

Nadere informatie

HTS Report NVE. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag. meneer 3 ID 255-126 Datum 15.01.2016. Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report NVE. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag. meneer 3 ID 255-126 Datum 15.01.2016. Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam NVE Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag HTS Report ID 255-126 Datum 15.01.2016 Zelfrapportage NVE Inleiding 2 / 6 INLEIDING De NVE is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage de belangrijkste

Nadere informatie

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) ACHTERGROND Depressie is een ernstige psychiatrische stoornis waar ongeveer één op de vijf à zes mensen gedurende de levensloop mee te maken krijgt. In Westerse

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

KU LEUVEN FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN. Onderzoeksgroep Klinische Psychologie

KU LEUVEN FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN. Onderzoeksgroep Klinische Psychologie KU LEUVEN FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Onderzoeksgroep Klinische Psychologie ZES MAANDEN FOLLOW-UP STUDIE NAAR HET EFFECT VAN ONTWIKKELINGSGERICHT COACHEN VAN PERFECTIONISME Masterproef

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

NeDerLANDse samenvatting

NeDerLANDse samenvatting CHAPTER 10 259 NEDERLANDSE SAMENVATTING Benzodiazepines zijn psychotrope middelen met anxiolytische, sederende, spierverslappende en hypnotische effecten. In de praktijk worden zij voornamelijk ingezet

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hegeman, Annette Title: Appearance of depression in later life Issue Date: 2016-05-18

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Detectie van verstoord eetgedrag bij kinderen en adolescenten: klinisch interview versus zelfrapportagevragenlijst

Detectie van verstoord eetgedrag bij kinderen en adolescenten: klinisch interview versus zelfrapportagevragenlijst Academiejaar 2012-2013 1 e examenperiode Detectie van verstoord eetgedrag bij kinderen en adolescenten: klinisch interview versus zelfrapportagevragenlijst Masterproef neergelegd tot het behalen van de

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

Samenvatting 21580_rietdijk F.indd :09

Samenvatting 21580_rietdijk F.indd :09 Samenvatting 21580_rietdijk F.indd 161 10-02-12 15:09 People at ultra high risk for psychosis Schizofrenie en aanverwante psychotische stoornissen hebben grote negatieve gevolgen voor het sociaal en psychisch

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

samenvatting 127 Samenvatting

samenvatting 127 Samenvatting 127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie