anorexia nervosa perfectionisme

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "anorexia nervosa perfectionisme"

Transcriptie

1 Het verband tussen anorexia nervosa en perfectionisme en de invloed van situationele stress op dit verband Bachelorthese Auteur: Wieke van Leeuwen Studentnummer: Begeleider: S. Rietveld Universiteit van Amsterdam Afdeling klinische psychologie 21 oktober 2007

2 Samenvatting Over de ontstaanswijze van anorexia nervosa is nog weinig bekend. In de literatuur worden zowel perfectionisme als situationele stress in verband gebracht met anorexia nervosa. Perfectionisme kan op verschillende manieren worden gedefinieerd. Frost et al. gaan uit van een multidimensionaal construct bestaande uit zes aspecten, waaronder bezorgdheid over het maken van fouten. Hewitt en Flett gaan uit van self-oriented perfectionism en socially prescribed perfectionism. Hewitt en al. introduceerden het aspect perfectionistische zelfpresentatie. Het is denkbaar dat perfectionisme en situationele stress elkaar versterken in eventuele kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van anorexia nervosa. Dat leidt tot de volgende twee vraagstellingen, waarop in deze these aan de hand van een literatuurstudie geprobeerd wordt een antwoord te vinden. 1. Bestaat er een verband tussen anorexia nervosa en perfectionisme? 2. Heeft situationele stress een versterkende invloed op het verband tussen anorexia nervosa en perfectionisme? Uit de resultaten van de verschillende onderzoeken bleek een verband tussen anorexia nervosa en perfectionisme. Specifiek wordt anorexia nervosa in verband gebracht met de zes aspecten van perfectionisme volgens het model van Frost et al., met self-oriented perfectionism en met perfectionistische zelfpresentatie. In één onderzoek komt er wel een verband tussen anorexia nervosa en socially prescribed perfectionism naar voren, in twee andere onderzoeken niet. Naar de invloed van situationele stress op het verband tussen anorexia nervosa en perfectionisme werden drie onderzoeken behandeld. Resultaten uit het eerste onderzoek wezen in de richting van een versterkende invloed van situationele stress op dit verband. Uit het tweede onderzoek kwam naar voren dat situationele stress niet van invloed is op het verband tussen anorexia nervosa en perfectionisme. Uit het derde onderzoek bleek situationele stress het verband tussen anorexia nervosa en perfectionisme te verzwakken. In de onderzoeken naar de invloed van situationele stress op het verband tussen anorexia nervosa en perfectionisme werd gebruik gemaakt van een onderzoekspopulatie waarin anorexia nervosa niet expliciet werd gediagnosticeerd. Vervolg onderzoek moet verduidelijken of situationele stress een versterkende invloed heeft op het verband tussen anorexia nervosa en perfectionisme, door gebruik te maken van deelnemers met anorexia nervosa. 2

3 Inhoud 1. Inleiding Het verband tussen perfectionisme en AN Het verband tussen AN en perfectionisme gemeten volgens het model van Frost et al Het verband tussen AN en perfectionisme gemeten volgens het model van Hewitt en Flett en het model van Hewitt et al De invloed van situationele stress op het verband tussen AN en perfectionisme Conclusie...17 Literatuurlijst

4 1. Inleiding De diagnose Anorexia Nervosa (in deze these afgekort tot AN) wordt gesteld wanneer elk van de volgende symptomen aanwezig is: 1. De persoon weigert een minimaal lichaamsgewicht passend bij lengte en leeftijd te handhaven. 2. De persoon heeft intense angst in gewicht aan te zullen komen. 3. De persoon heeft een gestoorde lichaamsbeleving wat zich meestal uit in ontevredenheid over het eigen lichaam. 4. Bij vrouwen is sprake van amenorroe. Deze symptomen kunnen gedragsmatig verschillend tot uiting komen. AN is daarom onderverdeeld in drie typen, te weten: het beperkende type (de persoon beperkt de voedselinname door het vertonen van extreem of onnodig dieetgedrag), het purgerende type (de persoon hanteert purgerende maatregelen, dat wil zeggen er is sprake van zelf opgewekt braken of het misbruik van laxantia, diuretica of klysma s) en het purgerende en vreetbuien type (naast het hebben van vreetbuien hanteert de persoon purgerende maatregelen; DSM-IV; American Psychiatric Association, 2000). AN is de psychiatrische stoornis met het hoogste mortaliteitscijfer waar mensen vaak voor moeten worden opgenomen (Barbarich, Kaye & Jimerson, 2003). De incidentie van AN in Nederland wordt geschat op 8 gevallen per inwoners per jaar (Hoek, 2006). AN is vooral aanwezig onder personen tussen de 10 en 30 jaar en is bij 85% ontstaan tussen het 13e en 20e levensjaar met een piek rond 17- en 18- jarige leeftijd ( Bij ongeveer éénderde van de patiënten met AN blijft AN chronisch aanwezig ( Over de achterliggende factoren is weinig bekend. Men gaat uit van een heterogene aandoening met een complexe multifactoriële etiologie (Collier & Treasure, 2004). Vast staat dat vrouwen een groter risico lopen op het ontwikkelen van AN dan mannen (Southgate, Tchanturia & Treasure, 2005). Er worden verschillende oorzaken voor het ontstaan van AN gegeven, die globaal kunnen worden onderverdeeld in psychologische factoren en omgevingsfactoren. Psychologische eigenschappen, die verondersteld worden iemand kwetsbaar te maken voor het ontwikkelen van AN, zijn: negatieve zelfwaardering (Karwautz et al., 2001; Sassaroli & Ruggiero, 2005), extreme meegaandheid (Karwautz et al., 2001; Wechselblatt et al., 2000) en een dichotome denkstijl (Wechselblatt et al., 2000). Met een dichotome denkstijl wordt een manier van zwart-wit denken bedoeld waarmee in extremen wordt gedacht. Een sprekend 4

5 voorbeeld hiervan is het idee dat men óf dun óf dik is. Vaak wordt perfectionisme verondersteld in verband te staan met AN (Karwautz et al., 2001; Sassaroli & Ruggiero, 2005; Wechselblatt et al., 2000). Als karakteristieke omgevingsfactoren die vooraf gaan aan het ontwikkelen van AN, worden beschreven het opgroeien in een familie of temidden van sociale structuren waarin wordt verwacht behoeften van anderen boven die van zichzelf te plaatsen (Wechselblatt, Gurnick & Simon, 2000) en het worden blootgesteld aan te hoge verwachtingen van ouders (Karwautz, Rabe-Hesketh, Zhao, Sham, Collier & Treasure, 2001). Daarnaast wordt seksueel misbruik genoemd ( Karwautz et al., 2001). Vaak wordt AN voorafgegaan door situationele stress (Schmidt Tiller, Blanchard, Andrews & Treasure, 1997). Deze these over AN richt zich op de psychologische factor perfectionisme en de omgevingsfactor situationele stress, die hier allereerst nader worden uitgelegd. Perfectionisme Perfectionisme wordt omschreven als de motivatie perfecte prestaties te leveren door zowel hoge eisen aan zichzelf te stellen als de verwachting dat anderen hoge eisen aan hen stellen. Dit wordt op de volgende drie manieren nader gedefinieerd. 1. Aan de hand van omschrijvingen van perfectionisme in eerdere literatuur hebben Frost, Marten, Lahart en Rosenblate (1990) perfectionisme gedefinieerd als een multi-dimensionaal construct. Met een factoranalyse hebben zij vastgesteld dat de persoonlijkheidstrek perfectionisme uit de volgende zes aspecten bestaat. Ten eerste zijn perfectionisten overbezorgd over het maken van fouten en gaan zelfs kleine fouten gepaard met het gevoel te hebben gefaald (Bezorgdheid Fouten). Ten tweede streven perfectionisten hoge persoonlijke standaarden na en zijn ze uiterst kritisch tegenover zichzelf of gestelde doelen zijn bereikt (Persoonlijke Standaarden). Ten derde zijn perfectionisten vaak niet tevreden over de manier hoe ze een project hebben volbracht (Twijfel Acties). Ten vierde wordt perfectionisme gekenmerkt door het idee dat ouders extreem hoge verwachtingen van hen hebben waar zij niet aan kunnen voldoen (Verwachting Ouders). Ten vijfde wordt perfectionisme gekenmerkt door de verwachting dat ouders uiterst kritisch naar hen zijn (Kritiek Ouders). Ten zesde wordt perfectionisme gekenmerkt door een overdreven neiging precisie, orde en georganiseerdheid na te streven. Dit is een omschrijving over de manier waaop men taken 5

6 volbrengt (Organisatie). Van de zes aspecten wordt Bezorgdheid Fouten beschouwd het centrale aspect van perfectionisme te zijn omdat dit aspect verantwoordelijk was voor de meeste variantie. Daarnaast wordt Bezorgdheid Fouten in verband het meest in verband gebracht met psychopathologische symptomen. 2. Hewitt en Flett (1991) hebben aan de hand van een factoranalyse bepaald dat perfectionisme uit twee aspecten bestaat: uit intra-persoonlijk perfectionisme (self-oriented perfectionism: SOP) en uit inter-persoonlijk perfectionisme (socially prescribed perfectionism: SPP). SOP uit zich in het hanteren van buitensporig hoge persoonlijke standaarden en de neiging om zich daarbij te focussen op gemaakte fouten. SPP uit zich in het idee dat anderen buitensporig hoge verwachtingen van hen hebben en dat anderen teleurgesteld in hen zijn als ze niet aan deze verwachtingen kunnen voldoen. De aspecten van perfectionisme van Frost et al. (1990) en Hewitt en Flett (1991) kunnen aan elkaar worden gerelateerd (Frost, Heimberg, Holt, Mattia & Neubauer, 1993). Uit het onderzoek van Frost et al. (1993) bleek er een verband te bestaan tussen SOP en Persoonlijke Standaarden en een verband tussen SPP met zowel Bezorgdheid Fouten, Kritiek Ouders en Verwachting Ouders. Aan de hand van een factoranalyse op basis van deze acht aspecten van perfectionisme bleken Persoonlijke Standaarden, Organisatie en SOP samen te vallen onder een positief aspect van perfectionisme (naar aanleiding van succesvolle prestaties stelt men hoge eisen aan zichzelf) en bleken Bezorgdheid Fouten, Kritiek Ouders, Verwachting Ouders, Twijfel Acties en SPP samen te vallen onder een negatief aspect van perfectionisme (men kan worden gekenmerkt door negatieve zelfevaluatie en de verwachting door anderen negatief te worden geëvalueerd). 3. Hewitt, Flett, Sherry, Habke, Parkin, Lam, McMurtry, Ediger, Fairlie en Stein (2003) introduceerden een andere aspect van perfectionisme: perfectionistische zelfpresentatie. Dit aspect omvat een interpersoonlijke expressie van perfectionisme en kan omschreven worden als zelfpromotie, het niet laten zien van imperfectie en zich niet uitlaten over imperfectie. Perfectionistische zelfpresentatie staat zowel met SOP als SPP in verband (Hewitt et al., 2003). Situationele stress 6

7 Situationele stress, zoals deze vaak voorafgaat aan AN, wordt gekenmerkt door: stress op interpersoonlijk gebied, zoals conflicten met familie of vrienden (Schmidt Tiller, Blanchard, Andrews & Treasure, 1997), stress ten gevolge van problemen op het gebied van gezondheid, werk- en schoolprestaties (Schmidt Tiller, Blanchard, Andrews & Treasure, 1997) en stress die wordt ervaren gedurende de adolescentie (Connan, Campbell, Katzman, Lightman & Treasure, 2003; Schmidt,, 1997; Wechselblatt et al., 2000). De adolescentie, de periode waarin de meeste gevallen van AN ontstaan, wordt als stressvol beschouwd omdat veel biopsychosociale veranderingen plaatsvinden (Connan et al., 2003). Zo komen sociale relaties en het ontwikkelen van een eigen identiteit op de voorgrond te staan en daarnaast vragen fysieke veranderingen om een volwassen rol aan te nemen (Wechselblatt et al., 2000). Een theorie waarom na een periode van situationele stress AN wordt ontwikkelt komt van Connan et al. (2003) en Southgate et al. (2005). Beiden stellen dat bij personen met een disfunctionerende HPA-as (een belangrijk component in het stress responsie systeem) gedurende situationele stress een extreem hoog corticotrophin releasing hormone (CRH) niveau ontstaat. Een extreem hoog CRH niveau wordt geassocieerd met AN symptomen, zoals een verminderde eetlust en gewichtsverlies. In onderzoek is aangetoond dat perfectionisme ten tijde van situationele stress een verhoogde HPA-as activiteit (en daarmee ook een verhoogd CRH niveau) veroorzaakt (Wirtz, Elsenbruch, Emini, Rudisuli, Groessbauer en Ehlert, 2007). Wellicht versterken de hierboven beschreven kwetsbaarheidfactoren elkaar, in de zin dat mensen met perfectionisme ten tijde van situationele stress extra kwetsbaar zijn om AN te ontwikkelen. Dit leidt tot de volgende twee vraagstellingen, waarop in deze these aan de hand van een literatuurstudie geprobeerd wordt een antwoord te vinden. 1. Bestaat er een verband tussen AN en perfectionisme? 2. Heeft situationele stress een versterkende invloed op het verband tussen AN en perfectionisme? In hoofdstuk twee wordt onderzocht of er een verband bestaat tussen AN perfectionisme. Om de gebruikte literatuur overzichtelijk te presenteren is gekozen voor een indeling in twee paragrafen: in de eerste paragraaf worden onderzoeken behandeld die perfectionisme hebben gemeten volgens het model van Frost et al. (1) en in de tweede paragraaf worden onderzoeken behandeld die perfectionisme hebben gemeten volgens zowel het model van Hewitt en Flett (2) als het model van Hewitt et al. (3). In het derde hoofdstuk wordt onderzocht of situationele 7

8 stress een versterkende invloed heeft op het verband tussen AN en perfectionisme. In het vierde hoofdstuk wordt de conclusie gepresenteerd. 2. Het verband tussen perfectionisme en AN In dit hoofdstuk wordt onderzocht of er een verband bestaat tussen AN en perfectionisme. In de eerste paragraaf worden onderzoeken behandeld die perfectionisme hebben gemeten volgens het model van Frost et al (1). In de tweede paragraaf worden onderzoeken behandeld die perfectionisme hebben gemeten volgens zowel het model van Hewitt en Flett (2) als het model van Hewitt et al (3). 1. Het verband tussen AN en perfectionisme gemeten volgens het model van Frost et al. In deze paragraaf worden vier onderzoeken beschreven waarin gebruik wordt gemaakt van de Multidimensional Perfectionism Scale (MPSF; Frost, Marten, Lahart & Rosenblate, 1990). Dit instrument meet de in de inleiding beschreven zes aspecten van perfectionisme van Frost et al (1). De validiteit en betrouwbaarheid zijn voldoende aangetoond (Garner, 1991). In het eerste onderzoek werd het verband tussen AN en de mate van perfectionisme onderzocht (Bulik, Tozzi, Anderson, Mazzeo, Aggen & Sullivan, 2003). AN werd gemeten aan de hand van DSM-II-R criteria, maar deze werden breed geïnterpreteerd. Zo werd amenorroe niet als criterium gebruikt. Perfectionisme werd gemeten aan de hand van drie subschalen van de MPSF, te weten: Bezorgdheid Fouten, Persoonlijke Standaarden, en Twijfel Acties. De onderzoeksgroep bestond uit 1010 vrouwen (geworven uit het Viriginia twin registry ) met een gemiddelde leeftijd van 42,5 jaar. Uit de resultaten bleek dat AN samenhing met de aspecten van perfectionisme: Bezorgdheid Fouten en Twijfel Acties. Tussen AN en het aspect van perfectionisme Persoonlijke Standaarden was geen verband aantoonbaar. Met betrekking tot de vraagstelling lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat er een verband bestaat tussen AN en perfectionisme. Het gaat hier om de aspecten van perfectionisme Bezorgdheid Fouten en Twijfel Acties. 8

9 Een punt van kritiek op dit onderzoek is de twijfelachtige representativiteit van de onderzoekspopulatie, namelijk een laag percentage deelnemers met AN (4,2 %), een hoge leeftijd voor het optreden van AN en een brede interpretatie van AN-criteria. In het tweede onderzoek werd het verband tussen AN en de mate van perfectionisme onderzocht (Pieters, de Bruijn, Maas, Hulstijn, Vendereycken, Peuskens & Sabbe, 2007). AN werd vastgesteld aan de hand van DSM-IV criteria. Perfectionisme werd gemeten aan de hand van de gehele MPSF. Daarnaast werd perfectionisme ook fysiologisch gemeten, gedurende een beslissingstaak, aan de hand van een EEG waarop een error-related negativity kon worden afgelezen. Dit is een negatieve potentiaal, waarvan wordt gedacht dat deze direct na het maken van een fout wordt opgewekt in de anterior cingulate cortex. Volgens de onderzoekers kon worden verwacht dat mensen met het aspect van perfectionisme Bezorgdheid Fouten in sterkere mate eigen acties en uitkomsten van die acties monitoren (en dus ook gemaakte fouten opmerken), omdat dit een vereiste is voor een optimale prestatie en het minimaliseren van fouten. Het onderzoek werd afgenomen bij een groep deelnemers met het beperkende type van AN (N=17) en een groep deelnemers zonder AN (N=19), beide groepen met een gemiddelde leeftijd van 20 jaar. Uit de resultaten bleek dat deelnemers met AN een significant hogere score behaalden op alle subschalen van de MPS van Frost et al., behalve op de subschaal Kritiek Ouders, in vergelijking met deelnemers zonder AN. Onder de deelnemers werd perfectionisme niet fysiologisch gemeten. Met betrekking tot de vraagstelling lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat er een verband bestaat tussen AN en perfectionisme. Het gaat hier om de aspecten van perfectionisme Bezorgdheid Fouten, Persoonlijke Standaarden, Twijfel Acties, Verwachting Ouders en Organisatie. In het derde onderzoek werd het verband tussen AN en de mate van perfectionisme onderzocht (Halmi, Sunday, Strober, Kaplan, Woodside, Fichter, Treasure, Berrettini & Kaye, 2000). AN werd gemeten aan de hand van DSM-IV criteria, maar het amenorroe-criterium werd niet in de diagnose opgenomen. Perfectionisme werd gemeten aan de hand van de gehele MPSF. Hoe sterk de symtomen van AN aanwezig waren, werd gemeten aan de hand van de Yale-Brown-Cornell Eating Disorder Scale (YEDS), waarmee werd gemeten in hoeverre de deelnemers gepreoccupeerd waren met zaken rond eten lichaamsgewicht. Aan het onderzoek deden 322 vrouwen met AN en een gemiddelde leeftijd van 28,2 jaar mee. Hiervan 9

10 vielen 146 onder het beperkende type van AN, 116 onder het purgerende type van AN en 60 onder het vreetbuien en purgerende type van AN. De controlegroep bestond uit 44 vrouwen, met een gemiddelde leeftijd van 26,1 jaar, zonder geschiedenis met een eetstoornis. Uit de resultaten bleek dat deelnemers met AN significant hoger scoorden op alle perfectionisme subschalen van de MPS van Frost et al. dan deelnemers zonder AN. Daarnaast kwam uit het onderzoek naar voren de score op de MPS van Frost et al. positief correleerde met de score op de YEDS. Met betrekking tot de vraagstelling lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat er een verband bestaat tussen AN en perfectionisme. Er bestaat specifiek een verband tussen AN en alle zes aspecten van perfectionisme volgens het model van Frost et al. In het vierde onderzoek werd het verband tussen AN en perfectionisme onderzocht en werd daarnaast gekeken of dit verband afhankelijk was van ziektestatus (Sutandar-Pinnock, Woodside, Carter, Olmsted & Kaplan, 2002). Perfectionisme werd gemeten met de gehele MPSF. AN werd gemeten aan de hand van DSM-IV criteria, maar het amenorroe-criterium werd niet in de diagnose opgenomen. Deelnemers aan het onderzoek waren vrouwen die in behandeling waren geweest voor AN, met zowel het beperkende type van AN als het purgerende type van AN (N=49; gemiddelde leeftijd 27,2 jaar). 6 tot 24 maanden na afronding van de behandeling werd mate van perfectionisme gemeten en werd vastgesteld of men een goede dan wel een slechte ziekteprognose had. MPS scores werden vergeleken met scores van een controlegroep, bestaande uit deelnemers zonder (een geschiedenis van) AN (N = 44, gemiddelde leeftijd 26,1 jaar). Uit de resultaten bleek dat deelnemers met AN, zowel met een goede als slechte ziekteprognose, significant hoger scoorden op mate van perfectionisme dan deelnemers zonder AN. Met betrekking tot de vraagstelling lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat er een verband bestaat tussen AN en perfectionisme. Er bestaat een verband tussen AN en alle zes aspecten van perfectionisme volgens het model van Frost et al. Geconcludeerd kan worden uit de vier bovenstaande onderzoeken dat er een verband bestaat tussen AN en perfectionisme. Specifiek worden de volgende aspecten van perfectionisme met AN in verband gebracht: Bezorgdheid Fouten, Persoonlijke Standaarden, Twijfel Acties, Verwachting Ouders, Kritiek Ouders en Organisatie. 10

11 Het aspect van perfectionisme Persoonlijke Standaarden werd alleen in het onderzoek van Bulik et al. (2003) niet in verband gebracht met AN. Echter, deelnemers uit dit onderzoek vormden gezien hun hoge leeftijd voor het tot uiting komen van AN geen representatieve onderzoeksgroep. Daarom kan er uit de resultaten van de andere hier beschreven onderzoeken worden geconcludeerd dat ook tussen AN en het aspect van perfectionisme Persoonlijke Standaarden een verband bestaat. In het onderzoek van Pieters et al. (2007) werd geen verband aangetoond tussen AN en het aspect van perfectionisme Kritiek Ouders, in tegenstelling tot de resultaten van het onderzoek van Halmi et al. (2000) en het onderzoek van Sutandar-Pinnock et al. (2002). Deze discrepantie kan worden verklaard door het verschil tussen de subtypen van AN. Zo werd in het onderzoek van Halmi et al. (2000) aangetoond dat het aspect van perfectionisme Kritiek Ouders minder sterk aanwezig was bij vrouwen met het beperkende type van AN in vergelijking met vrouwen met de twee andere typen van AN. De deelnemers uit het onderzoek van Pieters et al. (2007) waren gediagnosticeerd met alleen het beperkende type van AN, terwijl in de andere twee onderzoeken ook deelnemers met de andere typen van AN waren ingesloten. 2. Het verband tussen AN en perfectionisme gemeten volgens het model van Hewitt en Flett en het model van Hewitt et al. In deze paragraaf worden drie onderzoeken beschreven waarin perfectionisme wordt gemeten volgens het model van Hewitt en Flett (2) en het model van Hewitt et al. (3). Het model van Hewitt en Flett stelt dat perfectionisme uit twee aspecten bestaat, te weten SOP en SPP. Deze aspecten kunnen worden gemeten met de Multidimensional Perfectionism Scale (MPSH; Hewitt & Flett, 1991). De validiteit en betrouwbaarheid zijn voldoende aangetoond (Hewitt & Flett, 1991). Deze aspecten kunnen ook worden gemeten met the Child and Adolescents Perfectionism Scale (CAPS; Castro, Gila, Gual, Lahortiga, Saura & Toro, 2004). Het model van Hewitt et al. stelt dat er een interpersoonlijk aspect van perfectionisme bestaat, te weten perfectionistische zelfpresentatie. Dit aspect van perfectionsime kan worden gemeten met de Self-Presentational Scale (PSPS; Hewitt, Flett, Sherry, Habke, Flynn & Parkin (2001). De validiteit en betrouwbaarheid zijn voldoende aangetoond. In het eerste onderzoek werd het verband tussen AN en de mate van perfectionisme onderzocht (Cockell et al., 2002). AN werd vastgesteld volgens de DSM-IV criteria. 11

12 Perfectionisme werd gemeten aan de hand van zowel de MPSH als de PSPS. Aan het onderzoek deden vrouwen met AN mee (N = 21, gemiddelde leeftijd: 29 jaar), vrouwen zonder psychische stoornis (N = 21, gemiddelde leeftijd: 28,7 jaar) en vrouwen met een stemmingsstoornis zonder geschiedenis met AN (N = 17, gemiddelde leeftijd: 41,7 jaar). Uit de resultaten bleek dat deelnemers met AN een significant hogere SOP-score en SPPscore behaalden op de MPSH dan beide groepen deelnemers zonder AN. Deelnemers met AN scoorden ook significant hoger op de PSPS dan beide groepen deelnemers zonder AN. Met betrekking tot de vraagstelling lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat er een verband bestaat tussen AN en perfectionisme. Specifiek bestaat er een verband tussen AN en de volgende aspecten van perfectionisme: SOP, SPP en perfectionistische zelfpresentatie. Een sterk punt in dit onderzoek is dat er een groep deelnemers is ingesloten met een stemmingsstoornis om te kunnen onderzoeken of perfectionisme specifiek met AN samenhangt of wellicht met algemene psychopathologie. Het maakt daarbij niet uit dat deze groep deelnemers een voor het tot uiting komen van AN hoge leeftijd bezaten, aangezien zij ook in de geschiedenis geen AN hadden gehad. In het tweede onderzoek werd het verband tussen AN en de mate van perfectionisme onderzocht (Castro et al., 2004). AN werd vastgesteld volgens de DSM-IV criteria. Perfectionisme werd gemeten aan de hand van zowel de CAPS als de PSPS. Het onderzoek werd afgenomen bij adolescenten tussen de 11 en 19 jaar oud. Deelnemers waren vrouwelijke adolescenten met AN (N = 71, gemiddelde leeftijd 14,6 jaar) en vrouwelijke adolescenten zonder AN (N = 113, gemiddelde leeftijd 14,6 jaar). Uit de resultaten bleek dat deelnemers een significant hogere SOP-score behaalden op de MPSH in vergelijking met deelnemers zonder AN. SPP-score op de MPSH verschilde niet significant tussen deelnemers met AN en deelnemers zonder AN. Deelnemers met AN scoorden significant hoger op de PSPS in vergelijking met deelnemers zonder AN. Met betrekking tot de vraagstelling lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat er een verband bestaat tussen AN en perfectionisme. Specifiek bestaat er een verband tussen AN en de volgende aspecten van perfectionisme: SOP en perfectionistische zelfpresentatie. Een punt van kritiek op dit onderzoek is de jonge leeftijdscategorie van de deelnemers wat een vertekend beeld kan leveren van de uitslagen. Perfectionisme is een persoonlijkheidstrek waarvan verondersteld kan worden op jonge leeftijd aanwezig te zijn. AN ontstaat vaak pas rond 17-jarige leeftijd met een ondergrens van 13 jaar. Wellicht zou er onder oudere 12

13 deelnemers wel een verband aangetoond worden tussen AN en het aspect van perfectionisme SPP. In het derde onderzoek werd het verband tussen dieetgedrag en perfectionisme onderzocht (Bardone Cone, 2007). Dieetgedrag werd gemeten met de Three Factor Eating Questionnaire (TFEQ; Stunkard & Messick, 1985). Dit instrument beoogt de bewuste controle van eetgedrag te meten, wat zich uit in een beperking van de voedselinname. Dit komt overeen met het gedrag van personen met het beperkende type van AN. AN, als onderliggende psychiatrische stoornis, werd niet gemeten in dit onderzoek, wel werd de belangrijkste gedragsmaat van het beperkende type van AN gemeten. Perfectionisme werd gemeten met de MPSH. Deelnemers aan het onderzoek waren vrouwelijke studenten (N = 406, gemiddelde leeftijd: 18,6 jaar). Uit de resultaten bleek dat deelnemers met een hoge score op de TFEQ een significant hogere SOP-score behaalden op de MPSH in vergelijking met deelnemers met een lage score op de TFEQ. Deelnemers met een hoge score op de TFEQ verschilden niet significant met deelnemers met een lage score op de TFEQ op de SPP-score op de MPSH. Met betrekking tot de vraagstelling lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat er een verband bestaat tussen AN en perfectionisme. Specifiek bestaat er een verband tussen een gedragsuitkomst van AN (dieetgedrag) en het aspect van perfectionisme: SOP. Bij deze conclusie dient een kanttekening gemaakt te worden. In dit onderzoek is een gedragsmaat van AN gemeten, maar het blijft onduidelijk of AN daadwerkelijk de onderliggende oorzaak was van het dieetgedrag. In dit onderzoek is lichaamsomvang niet gemeten. Wellicht was het voor de deelnemers die hoog scoorden op dieetgedrag uiterst gezond dit gedrag te vertonen, omdat zij een grote lichaamsomvang bezaten. Perfectionisme zou in dit verband dan een adaptieve persoonlijkheidstrek karakteriseren. Geconcludeerd kan worden uit de drie bovenstaande onderzoeken dat er een verband bestaat tussen AN en perfectionisme. Specifiek worden de volgende aspecten van perfectionisme in verband gebracht: SOP en perfectionistische zelfpresentatie. Daarnaast wordt er tussen AN en het aspect van perfectionisme SPP in het onderzoek van Cockell et al. (2002) wel een verband aangetoond en in de onderzoeken van Castro et al. (2004) en Bardone-Cone (2007) niet. Deze discrepantie is wellicht te wijten aan de verschillen in leeftijden van de deelnemers. In het onderzoek van Cockell et al. (2002) was de gemiddelde leeftijd van de deelnemers 29 jaar, in het onderzoek van Castro et al. (2004) was de gemiddelde leeftijd 14,6 jaar en in het 13

14 onderzoek van Bardone-Cone (2007) was de gemiddelde leeftijd 18,6 jaar. Het is denkbaar dat de groep deelnemers met een gemiddelde leeftijd van 29 jaar, in vergelijking met de andere leeftijdsklassen, meer te maken had met de perceptie aan eisen van de omgeving te moeten voldoen (zoals de arbeidsmarkt), wat in verband kan worden getrokken met SPP. In de jongere leeftijdsklassen staan meer op zichzelf gerichte prestaties (zoals schoolprestaties) centraal, wat in verband kan worden getrokken met SOP. 3. De invloed van situationele stress op het verband tussen AN en perfectionisme In het vorige hoofdstuk is een verband aangetoond tussen AN en perfectionisme. In dit hoofdstuk wordt, aan de hand van drie onderzoeken, gekeken of situationele stress een versterkende invloed heeft op het verband tussen AN en perfectionisme. Er is weinig onderzoek gedaan op dit gebied. In onderzoek dat relevant kan zijn voor het bantwoorden van deze vraagstelling werd veelal gebruik gemaakt van een onderzoekspopulatie waar AN niet expliciet werd gediagnosticeerd. Daarom worden er in dit hoofdstuk onderzoeken beschreven waarin gebruik werd gemaakt van metingen van specifiek eetgedrag en manier van lichaamsbeleving. Dit zijn variabelen die overeen komen met AN symptomen. Daarnaast wordt dieetgedrag gezien als risicofactor voor het ontwikkelen van AN (Scleimer, 1983; Patton et al., 1990). Wellicht gaan dus AN symptomen vooraf aan de onderliggende psychopathologie van AN. In het eerste onderzoek werd de invloed van situationele stress op het verband tussen aspecten van AN en perfectionisme onderzocht in een populatie zonder AN (Ruggiero et al., 2003). Perfectionisme werd gemeten met subschalen van de MPSF, te weten: Bezorgdheid Fouten, Persoonlijke Standaarden, Kritiek Ouders en Verwachting Ouders. Aspecten van AN werden gedefinieerd als dieetgedrag (een gedragsmatig aspect van AN) en ontevredenheid over het eigen lichaam (een cognitief aspect van AN). Aspecten van AN werden gemeten met de eating disorder inventory (Garner, Olmsted & Polivy, 1983). Situationele stress werd gemanipuleerd door op verschillende dagen de testen af te nemen, te weten: op een gewone schooldag (situatie 1: geen stress), op de dag voor een belangrijk examen (situatie 2: stress, maar enige controle over de uitkomst) en op de dag van de uitslag van het examen (situatie 3: stress en geen controle over de uitslag). Deelnemers aan het onderzoek waren vrouwelijke studenten (N = 50; leeftijd van 16 tot 18 jaar). 14

15 Uit de resultaten bleek een verband aanwezig te zijn tussen een cognitief aspect van AN en perfectionisme. Dit verband was in alle drie de situaties aanwezig. Verder werd alleen in situatie 3 een verband aangetoond tussen een gedragsmatig aspect van AN en de aspecten van perfectionisme: Bezorgdheid Fouten en Kritiek Ouders. Met betrekking tot de vraagstelling lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat situationele stress, alleen in combinatie met een gevoel van controleverlies, een versterkende invloed heeft op het verband tussen een aspect van AN, namelijk dieetgedrag, en perfectionisme, specifiek de aspecten Bezorgdheid Fouten en Kritiek Ouders. In het tweede onderzoek werd het onderzoek van Ruggiero et al. (2003) gerepliceerd (Sassaroli en Ruggiero, 2005). De invloed van situationele stress op het verband tussen aspecten van AN en perfectionisme werden onderzocht in een populatie zonder AN. Ditmaal deden 145 vrouwelijke studenten mee aan het onderzoek, in de leeftijd van 16 tot 22 jaar. Uit de resultaten bleek een verband te bestaan tussen het aspect van perfectionisme Bezorgdheid Fouten en een gedragsmatig aspect van AN. Dit verband werd in alle drie de situaties aangetoond. Er werd geen verband aangetoond tussen andere aspecten van perfectionisme en een gedragsmatig aspect van AN. Er werd geen verband aangetoond tussen perfectionisme en een cognitief aspect van AN. Met betrekking tot de vraagstelling lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat situationele stress geen versterkende invloed heeft op het verband tussen aspecten van AN en perfectionisme. Er bestaat ongeacht de mate van situationele stress een verband tussen een gedragsmatig aspect van AN, en het aspect van perfectionisme Bezorgdheid Fouten. In het derde onderzoek werd de invloed van situationele stress op het verband tussen perfectionisme en eetgedrag onderzocht (O Connor en O Connor, 2004). Situationele stress werd geoperationaliseerd als een stressconditie (een examenperiode) en een controleconditie (een vakantieperiode). Perfectionisme werd gemeten aan de hand van de SOP-score van de MPSH. Eetgedrag werd gemeten aan de hand van het aantal te consumeren tussendoortjes en een subjectieve rapportage hierover. Deelnemers aan het onderzoek waren 150 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 21,12 jaar. Uit de resultaten bleek dat deelnemers met een hoge mate van perfectionisme, in vergelijking met deelnemers met een lage mate van perfectionisme, ten tijde van situationele stress meer tussendoortjes gingen consumeren dan in een situatie zonder stress. 15

16 Geconcludeerd kan worden met betrekking tot de vraagstelling dat situationele stress geen versterkende invloed heeft op het verband tussen AN en perfectionisme. Een toename in het aantal te consumeren tussendoortjes is tegenovergesteld aan dieetgedrag en dus tegenovergesteld aan wat men bij personen met AN zou kunnen verwachten. Tenzij naast consumptietoename purgerende maatregelen gehanteerd zouden worden. Dan zou dit gedrag onder het vreetbuien en purgerende type van AN kunnen vallen. Dit werd echter niet gemeten in dit onderzoek. Uit bovenstaande onderzoeken kan geen eenduidige conclusie worden getrokken of situationele stress een versterkende invloed heeft op het verband tussen AN en perfectionisme. Uit het onderzoek van Ruggiero et al. (2003) bleek situationele stress wel een versterkende invloed te hebben op het verband tussen AN en perfectionisme, uit het onderzoek van Sassaroli en Ruggiero (2005) bleek dit echter niet zo te zijn. Beide onderzoeken hanteerden dezelfde onderzoeksopzet, alleen werd er in het onderzoek van Sassaroli en Ruggiero (2005) een grotere en meer diverse onderzoeksgroep gebruikt, wat de resultaten van dit onderzoek versterken. Dat zou meer in de richting wijzen dat situationele stress geen invloed heeft op het verband tussen perfectionisme en AN. In het onderzoek van Sassaroli en Ruggiero (2005) werd in tegenstelling tot het onderzoek van Ruggiero et al. (2003) de psychologische dimensie negatieve zelfwaardering gemeten. Situationele stress bleek wel een versterkende invloed te hebben op het verband tussen negatieve zelfwaardering en aspecten van AN. Wellicht is de versterkende invloed van situationele stress in het onderzoek van Ruggiero et al. (2003) ten onrechte toegeschreven aan het verband tussen perfectionisme en aspecten van AN. Wel zou het kunnen zijn dat ten tijde van situationele stress mensen met perfectionisme een negatieve zelfwaardering ontwikkelen en vervolgens AN tot uiting komt. Wellicht zijn metingen van eetgedrag niet te generaliseren naar conclusies over AN. AN is onlosmakelijk verbonden met gestoord eetgedrag. De aanwezigheid van gestoord eetgedrag wijst echter alleen in de richting van de aanwezigheid van AN, het is geen bewijs hiervoor. Behalve het feit dat er uit deze onderzoeken geen éénduidige conclusie kan worden getrokken met betrekking tot de vraagstelling, moeten de resultaten met betrekking tot de vraagstelling ook voorzichtig worden geïnterpreteerd. 16

17 Conclusie In deze these is geprobeerd een antwoord te vinden op de vragen: 1.Bestaat er een verband tussen AN en perfectionisme? 2. Heeft situationele stress een versterkende invloed op het verband tussen AN en perfectionisme? Aan de hand van de in deze these besproken literatuur kan er geconcludeerd worden dat er een verband bestaat tussen AN en perfectionisme. Op de tweede vraagstelling kan geen éénduidig antwoord gegeven worden. De verschillende onderzoeken spreken elkaar tegen, maar wijzen in de richting dat situationele stress geen versterkende invloed heeft op het verband tussen AN en perfectionisme. Deze resultaten moeten echter voorzichtig worden geïnterpreteerd omdat in de onderzoeken geen gebruik is gemaakt van deelnemers met AN. Perfectionisme is een multidimensionaal construct en daarom zijn in de gepresenteerde onderzoeken de afzonderlijke resultaten van de verschillende aspecten van perfectionisme weergegeven. Zoals in de inleiding vermeld hebben Frost et al. (1993) de verschillende aspecten van perfectionisme met elkaar in verband gebracht. Deze veronderstelde verbanden worden echter niet ondersteund door de onderzoeksresultaten. Zo werd SOP door Frost et al. (1993) in verband gebracht met een positieve vorm van perfectionisme en in de hier beschreven onderzoeken juist in verband gebracht met AN. SPP, wat door Frost et al. (1993) samen met de aspecten Bezorgdheid Fouten, Twijfel Acties, Verwachting Ouders en Kritiek Ouders in verband werd gebracht met een negatieve vorm van perfectionisme, werd in twee van de drie onderzoeken niet aangetoond bij deelnemers met AN. De aspecten Bezorgdheid Fouten, Twijfel Acties en Verwachting Ouders werden daarentegen wel altijd in verband gebracht met AN. Dit zou impliceren dat de gebruikte onderzoeken, die perfectionisme hebben gemeten volgens het model van Frost et al. (1990) en volgens het model van Hewitt en Flett (1991) elkaar op dit punt tegen spreken. Het is ook denkbaar dat het voorgestelde model van Frost et al. (1993) niet geheel klopt. Het aangetoonde verband tussen AN en perfectionisme zegt niks over de eventuele causaliteit van het verband. In het onderzoek van Halmi et al. (2000) werd een verband aangetoond tussen mate van perfectionisme en mate van symptoomsterkte van AN. Dit verband kan betekenen dat óf een hogere mate van perfectionisme een slechtere prognose van AN voorspelt (een inter-individueel verschil ofwel persoonlijkheidstrek) óf dat symptomen van perfectionisme sterker tot uiting komen afhankelijk van de ziektestatus (een intra-individueel 17

18 verschil ofwel persoonlijkheidstoestand). Uit het onderzoek van Sutandar-Pinnock et al. (2002) bleek dat perfectionisme ook bij mensen die waren genezen van AN nog aanwezig was. Deze resultaten impliceren dat óf perfectionisme van invloed is op het ontstaan van AN, óf dat AN en perfectionisme naast elkaar voorkomen zonder elkaar te beïnvloeden. Ondanks dat de resultaten uit gebruikte onderzoeken in deze these niet in de richting wijzen van een versterkende invloed van situationele stress op het verband tussen AN en perfectionisme, is het een belangrijke zaak dat vervolg onderzoek hier meer duidelijkheid over verschaft. Vervolg onderzoek dient zich te richten op een onderzoekspopulatie met AN. Wanneer perfectionisten ten tijde van situationele stress extra kwetsbaar blijken te zijn om AN te ontwikkelen, dan wel ten tijde van situationele stress AN symptomen sterker tot uiting te laten komen, zouden therapieën voor het behandelen van AN zich hierop kunnen gaan richten. Gezien de ernst van AN is het belangrijk om de etiologie achter deze psychiatrische aandoening beter te begrijpen. 18

19 Literatuurlijst Barbarich, N.C., Kaye, W.H. & Jimerson, D. (2003). Neurotransmitter and imaging studies in anorexia nervosa: New targets for treatment. Current Drug Targets CNS & Neurological disorders, 2, Bardone-Cone, A. M. (2007). Self-oeriented and socially prescribed perfectionism dimensions and their associations with disordered eating. Behaviour Research and Therapy, 45, Bulik, C.M., Tozzi, F., Anderson, C., Mazzeo, S.E., Aggen, S. & Sullivan, P.F. (2003). The relation between eating disorders and components of perfectionism. American Journal of Psychiatry 160, Castro, J., Gila, A., Gual, P., Lahortiga, F., Saura, B. & Toro, J. (2004). Perfectionism dimensions in children and adolescents with anorexia Nervosa. Journal of Adolescent Health, 35, Cockell, S.J., Hewitt, P.L., Seal, B., Sherry, S., Goldner, E.M., Flett, G.L. & Remick, R.A. (2002). Trait and self-presentational dimensions of perfectionism among women with anorexia nervosa. Cognitive Therapy and Research, 26, Connan, F., Campbell, I.C., Katzman, M., Lightman, S.L. & Treasure, J. (2003). A neurodevelopmental model for anorexia nervosa. Psychology & Behavior, 79, Collier, D.A. & Treaure, J.L. (2004). The aetiology of eating disorders. British Journal of Psychiatry, 185, Frost, R.O., Heimberg, R.G., Holt, C.S., Mattia, J.I. & Neubauer, A.L. (1993). A comparison Of two measures of perfectionism. Personality and Individual Differences, 14, Frost, R.O., Marten, P., Lahart, C. & Rosenblate, R. (1990). The dimensions of perfectionism. Cognitive Therapy and Research, 14, Glover, D.S., Brown, G.P., Fairburn, C.G. & Shafran, R. (2007). A preliminary evaluation of cognitive-behaviour therapy for clinical perfeectionism: A case series. British Journal of Clinical Psychology, 46, Halmi, K.A., Sunday, S.R., Strober, M., Kaplan, A., Woodside, D.B., Fichter, M., Treasure, J., Berrettini, W.H., Kaye & W.H. (2000). Perfectionism in anorexia nervosa: Variation by clinical subtype, obsessionality, and pathological eating behavior. American Journal of Psychiatry, 157, Hewitt, P.L. & Flett, G.L. (1991). Perfectionism in the self and social contexts: Conceptualization, assessment, and association with psychopathology. Journal of Personality and Social Psychology, 60, Hewitt, P.L., Flett, G.L., Sherry, S.B., Habke, M., Parkin, M., Lam, R.W., McMurtry, B., Ediger, E., Fairlie, P. & Stein, M.B. (2003). The interpersonal expression of perfection: perfectionistic self-presentation and psychological distress. Journal of Personality and Social Psychology, 84, Hoek, A.W. (2006). Incidence, prevalence and mortality of anorexia nervosa and other eating disorders. Current Opinion in Psychiatry, 19, Karwautz, A., Rabe-Hesketh, S., Hu, X., Zhao, J., Sham, P., Collier D.A. & Treasure, J.L. (2001). Individual-specific risk factors for anorexia nervosa: a pilot study using a discordant sister-pair design. Psychological Medicine, 31, O Brien, K.M. & Vincent, N.K. (2003). Psychiatric comorbidity in anorexia and bulimia nervosa: nature, prevalence, and causal relationships. Clinical Psychology Review, 23,

20 O Connor, D.B. & O Connor, R.C. (2004). Perceived changes in food intake in response to stress: the role of conscientiousness. Stress and Health, 20, Pieters, G.L.M., Bruijn, E.R.A. de, Maas, Y., Hulstijn, W., Vandereycken, W., Peuskens, J. & Sabbe, B.G. (2007). Action monitoring and perfectionism in anorexia nervosa. Brain and Cognition, 63, Ruggiero, G.M., Levi, D., Ciuna, A. & Sassaroli, S. (2003). Stress situation reveals an association and drive for thinness. Internation Journey of Eating Disorders 34, Sassaroli, S. & Ruggiero, G.M. (2005). The role of stress in the association between low self-esteem, perfectionism, and worry, and eating disorders. International Journey of Eating Disorders 37, Southgate, L., Tchanturia, K. & Treasure, J. (2005). Building a model of the aetiology of eating disorders by translating experimental neuroscience into clinical practice. Journal of Mental Health, 14, Speirs Neumeister, K.L. & Finch, H. (2006). Perfectionism in high-ability students: relational precursors and influences on achievement motivation. Gifted Child Quarterly 50, Sutandar-Pinnock, K., Woodside, D.B., Carter, J.C., Olmsted, M.P. & Kaplan, A.S. (2002). Perfectionism in anorexia nervosa: A 6-24-month follow-up study. International Journal of Eating Disorders, 33, Wechselblatt, T., Gurnick, G. & Simon, R. (2000). Autonomy and relatedness in the development of anorexia nervosa: A clinical case series using grounded theory. Bulletin of the Menninger Clinic 64, Wirtz, P.H., Elsenbruch, S., Emini, L., Rudisuli, K., Groessbauer, S. & Ehlert, U. (2007). Perfectionism and the cortisol response to psychosocial stress in men. Psychosomatic Medicine 69,

21 De invloed van situationele stress op anorexia nervosa Onderzoeksopzet, behorend bij bachelorthese: Het verband tussen anorexia nervosa en perfectionisme en de invloed van situationele stress op dit verband. Auteur: Wieke van Leeuwen Studentnr: Begeleider: S. Rietveld Universiteit van Amsterdam Afdeling klinische psychologie 2 december

22 Inleiding In voorgaande bachelorthese werd geconcludeerd dat er een verband bestaat tussen anorexia nervosa (AN) en perfectionisme (Bardone Cone, 2007; Bulik et al., 2003; Castro et al., 2004; Cockell et al., 2002; Halmi et al., 2000; Pieters et al., 2007; Sutandar-Pinnock et al., 2002 ). Daarnaast werd geconcludeerd dat uit verschillende onderzoeken (O Connor & O Connor, 2004; Ruggiero et al., 2003; Sassaroli & Ruggiero, 2005) niet een éénduidige conclusie getrokken kon worden of situationele stress een versterkende invloed heeft op het verband tussen AN en perfectionisme. Om meer duidelijkheid te verschaffen over de mogelijkheid dat mensen met een hoge mate van perfectionisme ten tijde van situationele stress een nog grotere kwetsbaarheid hebben voor het ontwikkelen van AN, moet allereerst de invloed van alleen situationele stress op het ontwikkelen van AN worden onderzocht. De vraagstelling in dit onderzoek luidt: Is situationele stress van invloed op het tot uiting komen van AN? Het doel van het onderzoek is te onderzoeken of situationele stress een versterkende invloed heeft op het tot uiting komen van AN symptomen, wat wordt gemeten aan de hand van eetgedrag. Dit wordt zowel bij deelnemers met AN (beperkende type) onderzocht als bij deelnemers zonder AN. Verwacht wordt dat bij mensen met AN als gevolg van ondervonden situationele stress voedselinname zal dalen, in tegenstelling tot mensen zonder AN, waar voedselinname ten gevolge van situationele stress niet zal veranderen. Methoden Deelnemers Aan het onderzoek doen 30 vrouwen met AN (beperkende type) mee. Zij worden geworven bij de GGZ in Amsterdam waar zij ambulant behandeld worden voor AN. Wanneer er te weinig deelnemers met AN geworven kunnen worden, worden er ook deelnemers bij GGZ instellingen in Utrecht, Den Haag en Rotterdam geworven. Deelnemers krijgen voor deelname een vergoeding van 10 euro en gemaakte reiskosten worden vergoed. Bij de psychologie faculteit van de Universiteit van Amsterdam worden 30 vrouwelijke studenten geworven zonder AN met een minimale leeftijd van 21 jaar. Zij hebben op dit moment geen AN en hebben ook in de geschiedenis geen AN gehad. Gezien hun leeftijd 22

23 hebben zij een kleine kans AN in de toekomst te zullen ontwikkelen ( Voor deelname krijgen zij 1 proefpersoonpunt of een vergoeding van 7 euro. Materialen AN Bij de deelnemers met AN is AN gediagnosticeerd door de GGZ instelling aan de hand van DSM-IV criteria. Dit houdt in dat bij hen de volgende symptomen aanwezig zijn: 1. De persoon weigert een minimaal lichaamsgewicht passend bij lengte en leeftijd te handhaven. 2. De persoon heeft intense angst in gewicht aan te zullen komen. 3. De persoon heeft een gestoorde lichaamsbeleving wat zich meestal uit in ontevredenheid over het eigen lichaam. 4. Bij vrouwen is sprake van amenorroe. AN symptomen Het tot uiting komen van AN symtomen wordt gemeten aan de hand van de hoeveelheid voedselinname. In een wachtkamer staat een stoel en een tafel met daarop een schaal met 12 kleine broodjes van elk een kwart dubbele boterham. 6 broodjes zijn belegd met kaas, sla en tomaat en 6 met vleeswaar. De deelnemers zitten 10 min alleen in de wachtkamer. De hoeveelheid voedselinname wordt vastgesteld door het aantal geconsumeerde broodjes te tellen. Manipulatie van stressconditie en controleconditie Situationele stress wordt gemanipuleerd door deelnemers uit de stressconditie een computertaak van 6 minuten te laten maken. In dit programma worden tegelijkertijd een intelligentietest en een reactietest gepresenteerd (Houtveen, Rietveld en de Geus, 2003). Intelligentievragen verschijnen één voor één in het midden van het scherm. Na 60 seconden verdwijnt de vraag van het scherm en dit tijdsverloop is zichtbaar op het scherm. De deelnemers kunnen de vraag beantwoorden door uit vijf antwoorden te kiezen, door op een corresponderende toets te drukken. De reactietest bestaat uit het op verschillende intervallen naar beneden vallen van rode en groene muntjes, zowel links als rechts op het beeldscherm. De deelnemers worden geïnstrueerd een linker toets in te drukken wanneer er een groen muntje links op het beeldscherm naar beneden valt. Deelnemers worden geïnstrueerd een rechter toets in te drukken wanneer er een rood muntje rechts op het beeldscherm naar beneden valt. De computer geeft op elke goede of foute reactie (of uitblijven van reactie) een 23

24 signaal: een muzikaal deuntje op een goede reactie en een lage buzzer toon op een foute reactie. De totaalscore van intelligentie- en reactietest verschijnen in euro s in beeld. De begin hoeveelheid is 100 en verdwijnt gelijdelijk uit beeld door de gemaakte fouten. De test is zo gemanipuleerd dat deelnemers de test niet met goed gevolg kunnen volbrengen en eindigen met een lage score. Deelnemers uit de controleconditie doen dezelfde computertaak. Deze is echter zo ingesteld dat zowel intelligentietest en reactietest zeer gemakkelijk zijn om met goed resultaat te voltooien. De antwoorden op de intelligentietest worden automatisch als goed berekend. De totaalscore uitgebeeld in euro s wordt precies andersom afgebeeld als in de stressconditie. Een begin hoeveelheid van 0 vermeerdert zich geleidelijk tot een eindscore van 100. Fysiologische meting Hartslag wordt gedurende de gehele computertaak gemeten, als fysiologische meting van reactie op de gemanipuleerde stress. Subjectief ervaren situationele stress Aan de hand van een vragenlijst wordt na het experiment gevraagd in hoeverre de deelnemers de computertaak als stressvol hebben beschouwd. De vragenlijst bestaat uit vijf vragen die aan de hand van een schaal van 1. geheel mee oneens tot 5. geheel mee eens beantwoord kunnen worden. De vragenlijst bevat de volgende vragen: 1. Door het resultaat op de computertaak kreeg ik het idee beneden gemiddeld gepresteerd te hebben. 2. Een beneden gemiddelde prestatie ervaar ik als stressvol. 3. Ik heb het idee dat ik beter had kunnen presteren op de computertaak. 4. Het idee dat ik beneden mijn kunnen presteer ervaar ik als stressvol. 5. Na het voltooien van de computertaak had ik een negatief gevoel. Statistische analyses Alle berekeningen worden uitgevoerd aan de hand van SPSS, versie manipulatiecheck condities: 1. Met een onafhankelijke t-toets wordt berekend of deelnemers uit de stressconditie een significant hogere hartslag hadden dan deelnemers uit de controleconditie. Hiermee kan een inschatting gemaakt worden hoe stressvol de gemanipuleerde computertaak is geweest. 24

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten.

Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten. Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten. Differences in Personality Traits and Personality Structure between Groups of Eating Disorder

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Perfectionsme. Arnoud van Loon Carla Steeman. Voorjaarsworkshop VGCT 2019

Perfectionsme. Arnoud van Loon Carla Steeman. Voorjaarsworkshop VGCT 2019 Perfectionsme Arnoud van Loon Carla Steeman Voorjaarsworkshop VGCT 2019 Introductie Perfectionisme & OCD " Een diepgaand patroon van preoccupatie met ordelijkheid, perfectionisme, en geestelijke en intermenselijke

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

ACHTERGRONDDOSSIER & BELEIDSAANBEVELINGEN

ACHTERGRONDDOSSIER & BELEIDSAANBEVELINGEN ACHTERGRONDDOSSIER & BELEIDSAANBEVELINGEN EETPROBLEMEN IN DE SPORT? TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK 22 april 2014 Bloso Arenbergstraat 5, 1000 Brussel topsport@bloso.be 0032 2 209

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België

Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België Perfectionisme multi-dimensioneel concept Multidimensional Perfectionism Scale van Frost (MPS-F;

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Eetstoornissen. Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Groep en UMCG ( en ) Inleiding

Eetstoornissen. Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Groep en UMCG ( en ) Inleiding Eetstoornissen Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Groep en UMCG (1985-1989 en 1995-2015) Inleiding Anorexia nervosa en boulimia nervosa zijn ernstige eetstoornissen waarvan het onduidelijk is

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie

Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie. Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen

Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie. Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen GEZOND EN ZIEK Lichamelijke Gezondheid Diabetes: somatische aandoening

Nadere informatie

De betekenis van perfectionisme bij eetstoornissen

De betekenis van perfectionisme bij eetstoornissen oorspronkelijk artikel De betekenis van perfectionisme bij eetstoornissen Een vergelijkend onderzoek b. soenens, w. nevelsteen, w. vandereycken achtergrond Uit diverse onderzoeken blijkt een consistente

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Eetstoornissen DSM-5. Leonieke Terpstra & Maartje Snoek

Eetstoornissen DSM-5. Leonieke Terpstra & Maartje Snoek Eetstoornissen DSM-5 Leonieke Terpstra & Maartje Snoek VOXVOTE Voelt u zichzelf te dik? Probeert u daar (soms) wat aan te doen (lijnen)? Heeft u een eetstoornis (gehad)? 2/3 van de vrouwen wil afvallen

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Genetische factoren bij eetstoornissen. Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is

Genetische factoren bij eetstoornissen. Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is Genetische factoren bij eetstoornissen Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is gebleken dat er niet één oorzaak is, maar dat verschillende factoren een rol spelen

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift bestaat uit een aantal studies waarin onderzocht is waar individuele verschillen vandaan komen in welbevinden (WB) en gerelateerde menselijke eigenschappen, zoals

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae

Chapter 9. Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae Chapter 9 Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae Nederlandse samenvatting Genetische factoren bij eetstoornissen Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen

Nadere informatie

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of

Nadere informatie

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK 22 april 2014 TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK De gemiddelde Vlaamse topsporter heeft geen eetstoornis. Dat blijkt uit onderzoek

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de. Modererende Rol van Persoonlijkheid. Daily Stress and Snack Habit: the. Moderating Role of Personality

Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de. Modererende Rol van Persoonlijkheid. Daily Stress and Snack Habit: the. Moderating Role of Personality Dagelijkse Stress, Snackgewoonte en Persoonlijkheid 1 Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de Modererende Rol van Persoonlijkheid Daily Stress and Snack Habit: the Moderating Role of Personality Josine

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28630 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haan, Anna Marte de Title: Ethnic minority youth in youth mental health care :

Nadere informatie

Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen

Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen Alexandra Dingemans, PhD Senior onderzoeker GGZ Rivierduinen Eetstoornissen Ursula Overlap Eetstoornissen (ES), Autisme

Nadere informatie

EXPERIMENTEEL ONDERZOEK NAAR HET EFFECT VAN PERFECTIONISME OP EETSTOORNISGERELATEERDE ATTITUDES EN - GEDRAGINGEN

EXPERIMENTEEL ONDERZOEK NAAR HET EFFECT VAN PERFECTIONISME OP EETSTOORNISGERELATEERDE ATTITUDES EN - GEDRAGINGEN Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Eerste Examenperiode EXPERIMENTEEL ONDERZOEK NAAR HET EFFECT VAN PERFECTIONISME OP EETSTOORNISGERELATEERDE ATTITUDES EN - GEDRAGINGEN

Nadere informatie

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

Publiekssamenvatting PRISMO. - De eerste resultaten-

Publiekssamenvatting PRISMO. - De eerste resultaten- Publiekssamenvatting PRISMO - De eerste resultaten- Inleiding In maart 2005 is de WO groep van de Militaire GGZ gestart met een grootschalig longitudinaal prospectief onderzoek onder militairen die werden

Nadere informatie

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:

Nadere informatie

ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES

ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES OVER ETEN: DE ROL VAN ZELFREGULATIE VLAAMS CONGRES

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Utrechtse Coping Lijst (UCL) November 2012 Review: 1. A. Lueb 2. M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

Hoe ervaren ouders de zorg voor hun dochter met een eetstoornis?

Hoe ervaren ouders de zorg voor hun dochter met een eetstoornis? Hoe ervaren ouders de zorg voor hun dochter met een eetstoornis? Bespreking van een onderzoeksopzet & hypotheses Lies Depestele Prof. dr. Laurence Claes Prof. dr. Gilbert Lemmens Prof. dr. Eva Dierckx

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a

Nadere informatie

PERFECTIONISME. Liesbet Boone (Universiteit Gent & Eetexpert)

PERFECTIONISME. Liesbet Boone (Universiteit Gent & Eetexpert) PERFECTIONISME Liesbet Boone (Universiteit Gent & Eetexpert) 1 Wat is perfectionisme? Een persoonlijkheidskarakteristiek gekenmerkt door: Het stellen van hoge standaarden voor zichzelf voor anderen Het

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

) amarum ( DGT vs CGT behandeling bij BED - II

) amarum ( DGT vs CGT behandeling bij BED - II DGT vs CGT behandeling bij BED - II Het weglaten van verstoorde lichaamsbeleving is een omissie in de DSM-V criteria voor eetbuistoornissen. Elke Wezenberg VGCT 2015 Stelling voor de zaal: Het is toch

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel

Nadere informatie

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast

Nadere informatie

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN?

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN? TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN? Partners Bloso Afdeling Topsport Sofie Debaere Sofie.Debaere@bloso.be Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Prof. Dr. Laurence

Nadere informatie

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Een cognitief gedragstherapeutisch behandelprotocol voor jongeren met een selectieve en/of restrictieve voedselinname stoornis (ARFID)

Een cognitief gedragstherapeutisch behandelprotocol voor jongeren met een selectieve en/of restrictieve voedselinname stoornis (ARFID) Een cognitief gedragstherapeutisch behandelprotocol voor jongeren met een selectieve en/of restrictieve voedselinname stoornis (ARFID) Eline de Haan & Diana Kroes Wie zijn we en wat willen we het komende

Nadere informatie

Impact van de ingebruikname van de DSM-5

Impact van de ingebruikname van de DSM-5 Impact van de ingebruikname van de DSM-5 Eetstoornissen als casus Frédérique Smink Daphne van Hoeken H. Wijbrand Hoek Lunchbijeenkomst NIVEL 18 maart 2014 Disclosure belangen (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1 Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden Mindful (well)being? The mediating role of the self

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe?

Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe? Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe? Effecten en Werkingsmechanismes van Cognitieve Therapie en Interpersoonlijke Therapie voor Depressie Dr. Lotte Lemmens Maastricht University Psychotherapie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Een kritische analyse van het begrip perfectionisme in relatie tot eetstoornissen

Een kritische analyse van het begrip perfectionisme in relatie tot eetstoornissen Perfectionisme en eetstoornissen Een kritische analyse van het begrip perfectionisme in relatie tot eetstoornissen A critical analysis of the perfectionism construct in relation to eating disorders Liesbet

Nadere informatie

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten Prof. Dr. Bas van Alphen Inhoud Temporele stabiliteit Leeftijdsneutraliteit DSM-5 Behandelperspectief Klinische implicaties Casuïstiek Uitgangspunten!

Nadere informatie