Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2008-2009 Eerste Examenperiode"

Transcriptie

1 Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode DE INTERGENERATIONELE TRANSMISSIE VAN PERFECTIONISME IN DE CONTEXT VAN EETSTOORNISSYMPTOMEN Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de Psychologie, Optie Klinische Psychologie door Kirsten Huyghe Promotor: Prof dr. Bart Soenens Begeleiding: Dr. Lien Goossens

2 Ondergetekende, Kirsten Huyghe, geeft toelating tot het raadplegen van de masterproef door derden.

3 Voorwoord Toen ik enige tijd terug de kans kreeg om een onderwerp te kiezen voor mijn masterproef viel mijn oog vrij vlug op het onderwerp dat handelde rond perfectionisme. Perfectionisme is een eigenschap die ik reeds vaak kon herkennen in mijn nabije omgeving en ook bij mezelf. Ik stelde mij dan ook de vraag in welke mate perfectionisme een positieve of negatieve eigenschap zou kunnen zijn. Het feit dat dit construct werd gekoppeld aan een onderwerp dat mij al intrigeerde van voor mijn studies psychologie, maakte de keuze voor dit specifiek onderzoek meer voor de hand liggend. Ik was dan ook erg benieuwd naar de resultaten van een onderzoek dat eigenlijk twee, zich nagenoeg onafhankelijk, ontwikkelende onderzoekslijnen zou gaan combineren. Dankzij het aanstekelijke enthousiasme van de vakgroep ontwikkelings-, persoonlijkheidsen sociale psychologie en gedurende mijn zoektocht doorheen de literatuur werd mijn honger naar kennis rond dit onderwerp dan ook beantwoord. Hierbij wens ik dan ook mijn promotor, Bart Soenens en begeleidster, Lien Goossens, specifiek te bedanken voor de inhoudelijke en statistische begeleiding. Dankzij hun immer enthousiaste begeleiding en kritische feedback werd deze masterproef naar een hoger niveau getild. Dit onderzoek had echter niet kunnen plaatsvinden zonder de bereidwilligheid van de twee scholen van waaruit de steekproef voor deze studie werd onttrokken. Daarom wil ik ook in dit voorwoord de directie en leerkrachten van het Sint-Andreaslyceum Sint-Kruis (Brugge) en het Sint-Gertrudiscollege te Wetteren bedanken om het mogelijk te maken beroep te doen op hun leerlingen en hun ouders voor deze studie. Deze grote groep jongeren en hun ouders, wens ik dan ook te bedanken voor de inspanningen die zij hebben geleverd bij het invullen van deze vragenlijsten. Daarenboven wens ik ook mijn medestudenten Karolien en Leen te bedanken voor het mee helpen verzamelen en verwerken van de ruime dataset. Tot slot wil ik ook nog graag mijn familie en vrienden bedanken voor de morele ondersteuning. Kirsten Huyghe

4 Inhoudstafel VOORWOORD... 3 ABSTRACT... 5 INLEIDING... 6 HOOFDSTUK 1: EETPATHOLOGIE, EETSTOORNISSEN EN DE INTERGENERATIONELE TRANSMISSIE VAN EETSTOORNISSEN Eetpathologie en eetstoornissen Eetpathologie: symptomen en voorlopers van eetstoornissen Eetstoornissen De intergenerationele transmissie van eetstoornissen...12 HOOFDSTUK 2. PERFECTIONISME EN DE INTERGENERATIONELE TRANSMISSIE VAN PERFECTIONISME Perfectionisme De intergenerationele transmissie van perfectionisme...19 HOOFDSTUK 3: PERFECTIONISME IN RELATIE TOT EETSTOORNISSEN METHODE OPZET STEEKPROEF PROCEDURE MATERIAAL Eetstoornissymptomen...29 Perfectionisme...31 Fysieke metingen...35 RESULTATEN DESCRIPTIEVE GEGEVENS EN EFFECTEN VAN ACHTERGRONDVARIABELEN Geslacht: BMI en Leeftijd Onderwijsniveau: CORRELATIES BINNEN DE GENERATIES CORRELATIES TUSSEN DE GENERATIES Hypothese 1: Is er sprake van een directe samenhang inzake eetattitudes tussen ouders en adolescenten? Hypothese 2: Is er sprake van een directe samenhang inzake perfectionisme tussen ouders en adolescenten? REGRESSIE-ANALYSES Blijven de effecten na controle voor geslacht en BMI? Hypothese 3: Wordt de intergenerationele transmissie van eetpathologie verklaard door de intergenerationele transmissie van perfectionisme?...50 DISCUSSIE CONCLUSIE REFERENTIELIJST BIJLAGE BIJLAGE

5 Abstract Onderzoek in niet-klinische steekproeven suggereert dat perfectionisme van de ene generatie naar de volgende wordt doorgegeven. Perfectionisme vertoont ook sterke verbanden met eetstoornissymptomen. Deze cross-sectionele studie onderzoekt de mogelijkheid dat de intergenerationele transmissie van perfectionisme, en meer specifiek maladaptief perfectionisme, minstens ten dele kan verklaren hoe eetpathologie van ouders naar adolescenten wordt doorgegeven. In een steekproef uit de algemene populatie (N=1314) werden zowel de adolescenten (N=698) als hun moeders (N=319) en vaders (N=297) bevraagd over perfectionisme en eetstoornissymptomen. Eetstoornissymptomen werden gemeten aan de hand van de Nederlandse vertaling van de Eating Disorder Inventory en de Eating Disorder Examination Questionnaire. Perfectionisme werd gemeten aan de hand van de Multidimensionele Perfectionisme Schaal en de EDI-Perfectionisme schaal. De resultaten tonen evidentie voor een zekere mate van intergenerationele gelijkenis van zowel eetstoornissymptomen en perfectionisme, hoewel de intergenerationele verbanden qua effectgrootte klein waren. Voor eetstoornissymptomen bleek de transmissie aanwezig zowel voor moeders en adolescenten als vaders en adolescenten. Voor perfectionisme kwam deze intergenerationele transmissie enkel voldoende consistent naar voor tussen moeders en adolescenten. In elk van de 3 bestudeerde groepen bleek vooral maladaptief perfectionisme geassocieerd met eetstoornissymptomen. Echter, na controle voor de variabelen geslacht en BMI vielen de kleine, significante intergenerationele effecten voor eetstoornissymptomen weg. Een verdere analyse waarbij de mediërende rol van de transmissie van perfectionisme in de transmissie van eetstoornissymptomen werd onderzocht bleek dus weinig zinvol. Hoewel verder onderzoek hierover vereist is, suggereren de resultaten dat de intergenerationele transmissie van eetstoornissymptomen niet kan worden verklaard door de intergenerationele transmissie van de psychologische factor perfectionisme.

6 Inleiding Er bestaat een uitgebreide literatuur over de invloed van familiale processen op eetstoornissen en over de intergenerationele transmissie van eetstoornissen in het bijzonder. Daarnaast is ook heel wat literatuur beschikbaar over perfectionisme, de intergenerationele transmissie van perfectionisme en de rol van perfectionisme in de kwetsbaarheid voor eetstoornissen. Deze twee onderzoekslijnen hebben zich echter relatief onafhankelijk van elkaar ontwikkeld. Het doel van dit onderzoek is om deze onderzoekslijnen met elkaar in verband te brengen. Meer specifiek zal in deze studie onderzocht worden of de intergenerationele transmissie van eetpathologie kan verklaard worden door de intergenerationele transmissie van perfectionisme. In dit inleidend stuk zal een overzicht gegeven worden van de bestaande literatuur omtrent de kernconcepten van deze verhandeling: eetpathologie en perfectionisme. In eerste instantie komt het ruime concept van eetpathologie aan bod. In deze paragraaf worden diverse eetstoornissymptomen en eetstoornissen besproken. In een tweede punt zal vervolgens dieper worden ingegaan op de familiale component van eetstoornissen en op de rol van processen van intergenerationele transmissie in het bijzonder. In tweede instantie zal dieper worden ingegaan op het concept van perfectionisme. Ook hierbij zal worden nagegaan of er sprake is van een familiale factor of een intergenerationele transmissie. In een derde punt zal vervolgens de literatuur over de relatie tussen perfectionisme en eetstoornissen worden besproken.

7 Hoofdstuk 1: Eetpathologie, eetstoornissen en de intergenerationele transmissie van eetstoornissen. In dit hoofdstuk zal dieper worden ingegaan op de begrippen eetstoornissen en ruimer eetpathologie. Omwille van de steekproef van vroege adolescenten in deze studie zullen, in een eerste onderdeel, eveneens de prevalentie en de risicofactoren voor eetpathologie eetstoornissen in de vroege adolescentie worden besproken. Onderzoek wees namelijk uit dat eetstoornissen in het bijzonder prevalent worden gedurende de adolescentie (Reijonen, Pratt, Patel & Greydanus, 2003). Vervolgens wordt de familiale component in eetstoornissen, en het proces van intergenerationele transmissie in het bijzonder, besproken Eetpathologie en eetstoornissen Onderzoek heeft uitgewezen dat de prevalentie van eetstoornissen een piek bereikt in de late adolescentie (15-19j) en de vroege volwassenheid (Klein & Walsh, 2003; Reijonen et al., 2003). De voorlopers van eetstoornissen en een aantal symptomen daarentegen worden echter reeds vroeger frequent, namelijk in de vroege adolescentie. In de verschillende uitingen van de stoornissen, is ook een verschil merkbaar, zo bleek onder andere dat vooral jongere adolescenten zich presenteren met symptomen van anorexia nervosa, terwijl oudere adolescenten (17-21j) zich vaker presenteren met symptomen van boulimia nervosa (Reijonen et al., 2003). In de volgende paragraaf zal dieper worden ingegaan op de inhoudelijke betekenis van deze voorlopers en/of symptomen. Ook de verschillende diagnostische criteria van de eetstoornissen komen aan bod Eetpathologie: symptomen en voorlopers van eetstoornissen Voor een overzicht van de symptomen die onder de verschillende eetstoornissen vallen, kon beroep worden gedaan op de diagnostische en statistische handleiding (DSM-IV-TR; American Psychiatric Association, 2005). Binnen dit overzicht benoemt men een tweetal gedragingen die als problematisch worden gezien namelijk eetbuien en compensatiemaatregelen. Beide concepten kregen een gedragsmatige definitie. Zo werden eetbuien omschreven als het frequent eten van abnormaal grote hoeveelheden van voedsel en een daarbij gepaard gevoel van controleverlies. Compensatiemaatregelen, vervolgens,

8 werden omschreven als het stellen van gedragingen zoals: zelfopgewekt braken; misbruik van laxantia, diuretica of klysma s of andere geneesmiddelen; vasten; of overmatige lichaamsbeweging. Ook studies die hun focus legden op eetstoornissymptomen en/ of voorlopers van eetstoornissen bij vroege adolescenten (10 tot 14 jaar) konden een aantal mogelijke voorlopers van eetstoornissen identificeren. Specifiek gaat het hierbij om lijnen, het zich zorgen maken over eten, gewicht en lichaamsvormen. Het waren dan ook deze voorlopers die voornamelijk naar voor kwamen in deze jonge steekproef en niet de eigenlijke eetstoornissen (Childress, Brewerton, Hodgs & Jarell, 1993). Vaak spreekt men in onderzoek ook over lichaamsontevredenheid en een zekere drang naar slankheid als mogelijke voorloper of symptoom van een eetstoornis. Men zag hierbij ook dat gedurende de adolescentie er sprake was van een relatieve toename met de leeftijd. Het concept lichaamsontevredenheid werd omschreven als het geloof dat specifieke delen van het lichaam, geassocieerd met veranderingen in vorm of toegenomen vet tijdens de puberteit, te dik zijn (bijvoorbeeld: heupen, dijen, billen). Onderzoekers meenden deze positieve associatie van leeftijd met zorgen over gewicht en diëten, in verband te brengen met lichamelijke veranderingen die zich voordoen in de puberteit, met name gewichtstoename (Striegel-Moore, 1993) Eetstoornissen De symptomen die voorkomen in de vroege adolescentie kunnen in de latere adolescentie en vroege volwassenheid naar eetstoornissen evolueren. Zo toonden Patton, Johnson- Sabine, Wood, Mann & Wakeling (1990) aan dat diëten en verstoorde eetgedragingen indicatief waren voor een risico dat zo n acht keer hoger lag, in vergelijking met nietdiëters, voor het ontwikkelen van een eetstoornis. Een eetstoornis wordt gedefinieerd aan de hand van volgende kenmerken: ernstige verstoringen in het eetgedrag, verstoring in de perceptie van de lichaamsvormen, angst over

9 het niet onder controle hebben van het gewicht en het gebruik van compensatoire gedragingen (bijvoorbeeld: vasten, braken, misbruik van laxativia, ) om gewicht te verliezen of om gewichtstoename te voorkomen (APA, 1994; WHO, 1993). Daarnaast is het een persisterende stoornis, die op significante wijze de fysieke gezondheid of het psychosociaal leven schade toebrengt. Tot slot is een eetstoornis ook niet secundair aan een medische conditie of aan een andere psychiatrische stoornis (Fairburn, 2001). De diagnostische en statistische handleiding (DSM-IV-TR; American Psychiatric Association, 2005) onderscheidt drie vormen van eetstoornissen. Deze zijn respectievelijk: anorexia nervosa, boulimia nervosa en de eetstoornis niet anderszins omschreven (waaronder ook de zogenaamde eetbuistoornis valt). Anorexia nervosa wordt volgens de DSM-IV-TR (APA, 2005) omschreven als een eetstoornis die gekenmerkt wordt door: een weigering om het lichaamsgewicht op peil te houden dat normaal is voor leeftijd en lengte, een intense angst voor gewichtstoename, de afwezigheid van (minstens) drie opeenvolgende menstruaties en een stoornis in de perceptie van gewicht of vorm van het eigen lichaam. Boulimia nervosa wordt volgens de DSM-IV-TR (APA, 2005) omschreven als een eetstoornis die gekenmerkt wordt door: terugkerende episodes van eetbuien, terugkerend compenserend gedrag (ten minste twee maal per week gedurende een periode van drie maanden) en een overdreven beïnvloeding van het gewicht en figuur op de zelfbeleving. Een eetbuistoornis omvat volgens de DSM-IV-TR (APA, 2005) het grootste deel van wat omschreven wordt als eetstoornissen niet anderszins omschreven. Een eetbuistoornis kenmerkt zich door terugkerende episodes van eetbuien (dit zijn episodes van ongecontroleerd overeten) in afwezigheid van het geregeld tonen van inadequate compensatoire gedragingen die karakteristiek zijn voor boulimia nervosa. Volgens de transdiagnostische theorie van Fairburn, Cooper, en Shafran (2003) delen anorexia nervosa en boulimia nervosa en de meer atypische eetstoornissen dezelfde

10 distinctieve psychopathologie. Evidentie hiervoor meenden zij onder andere te vinden in de vaststelling dat patiënten doorheen de tijd leken te variëren tussen de verschillende diagnoses. Een voorbeeld van zo n component die in de verschillende stoornissen voorkwam, en ook relevant is voor deze scriptie, is klinisch perfectionisme. Dit bleek zowel voor te komen bij anorexia nervosa, als bij boulimia nervosa. Bovenstaande elementen, in combinatie met de klinische observatie dat gedeelde klinische kenmerken tenderen onderhouden te worden door dezelfde psychopathologische processen, suggereert dat er gemeenschappelijke mechanismen betrokken zijn in het persisteren van boulimia nervosa, anorexia nervosa en de atypische eetstoornissen. Inzake prevalentie worden de cijfers voor anorexia nervosa bij vrouwen in de Verenigde Staten geschat op 0.5%. Toch dient hierbij te worden vermeld dat een groot aantal slechts voldoet aan een partiële vorm van de stoornis, een stoornis die met andere woorden niet volledig voldoet aan de diagnostische criteria. Wanneer men gaat kijken naar verschillen naargelang geslacht spreekt men van een verdeling van 10-20:1, respectievelijk vrouwen tegenover mannen. Voor boulimia nervosa wordt de prevalentie, in Amerika, geschat op 1-3% van de vrouwen, met een gelijkaardig aantal die lijden aan een partiële vorm van deze stoornis. Ook hier zijn er grote geslachtsverschillen met opnieuw meer vrouwen die kwetsbaar zijn in vergelijking met mannen. Meer specifiek gaat het om respectievelijk 10 vrouwen tegenover 1 man (Klein & Walsh, 2003). Wanneer het aantal gevallen van anorexia nervosa vergeleken worden met het aantal gevallen van boulimia nervosa, moet worden vastgesteld, dat boulimia nervosa dubbel zoveel voorkomt als anorexia nervosa (Polivy & Herman, 2002). Deze cijfers dienen wel met enige voorzichtigheid te worden opgenomen. Zo zullen mensen met boulimia nervosa minder vlug worden gediagnosticeerd, dit ten dele omwille van hun vaak normale lichaamsgewicht. Andere onderzoekers beweren dat de prevalentiecijfers van de zogenaamde partiële eetstoornissen (waarbij slechts aan een gedeelte van de diagnostische criteria wordt voldaan) minstens dubbel zo hoog zijn als de diagnoses voor volledige eetstoornissen (Polivy & Herman, 2002). In Nederland vond men gelijkaardige prevalentiecijfers voor anorexia nervosa en

11 boulimia nervosa. Voor de eetbuistoornis vond men een prevalentie van 1-2% (Jansen, 2001). Studies over eetstoornissen bij adolescenten tonen aan dat ook hier eetpathologie relatief frequent voorkomt. Echter, tijdens deze levensperiode worden weinig of geen diagnoses van eetstoornissen gesteld. Prevalentiecijfers over de frequentie van voorlopers en/ of symptomen van eetstoornissen zijn wel beschikbaar. Zo vond men dat zo n 9 tot 11.3%, van de vroege adolescenten symptomen vertoont van anorexia nervosa of boulimia nervosa (Shisslak, Crago, & Estes, 1995; Stice, Killen, Hayward, & Taylor, 1998). Nog uit onderzoek bleek dat adolescenten zich relatief frequent engageren in gedragingen zoals compenserend gedrag, eetbuien en lijnen. Zo bleek uit een studie in de algemene populatie dat 38.2% van de vrouwelijke adolescenten en 12.4% van de mannelijke adolescenten, rapporteerden dat zij de afgelopen week een dieet hadden gevolgd. Het dieet werd hier geformuleerd als anders eten of minder eten. Verder rapporteerden 1.4% van de vrouwelijke adolescenten en 1.6% van de mannelijke adolescenten dat ze compenserend gedrag hadden gesteld in de vorm van het gebruik van laxativa of diuretica (Neumark- Sztainer, Story, Falkner, Beuhring & Resnick, 1999). Croll, Neumark-Sztainer, Story & Ireland (2002) vonden meer recent gelijkaardige bevindingen. Zo vonden zij dat 42.6% van de vrouwelijke adolescenten en 14% van de mannelijke adolescenten rapporteerden zich te engageren in gedragingen zoals vasten en het overslaan van maaltijden. Nog in deze studie werd gevonden dat zo n 2-25% rapporteerde te braken, % rapporteerde laxativa te gebruiken en 25-34% rapporteerde eetbuien te hebben (Croll et al., 2002). Er is tot slot ook nog sprake van substantiële geslachtsverschillen inzake eetpathologie waarbij meisjes zo n vier keer meer kans hebben op het ontwikkelen van een eetstoornis dan jongens. In de algemene populatie is dit geslachtsverschil nog meer uitgesproken. Daar hebben vrouwen tien keer meer kans op het ontwikkelen van een eetstoornis dan mannen (Zhang & Snowden, 1999).

12 1.2. De intergenerationele transmissie van eetstoornissen Naast onderzoek over de prevalentie van eetstoornissen bestaat veel onderzoek over risicofactoren voor eetstoornissen. Polivy en Herman (2002) stelden een biopsychosociaal model voor van risicofactoren. Een eerste categorie van risicofactoren omvat de socioculturele invloeden. Culturen verschillen in de mate waarin ze de klemtoon leggen op slankheid. Als gevolg van deze culturele verschillen kunnen mensen in verschillende culturen het slankheidsideaal meer of minder omarmen. Een obsessie rond slankheid, wat een kernkenmerk is van een eetstoornis, komt vooral voor in culturen waar er een overvloed is aan voedsel. Een tweede factor die geïdentificeerd werd zijn de individuele risicofactoren. Men spreekt van: ervaringen uit de ontwikkeling (misbruik, trauma, pesten), affectieve invloeden (stress, negatief affect), een laag zelfwaardegevoel, lichaamsontevredenheid, cognitieve factoren (obsessieve gedachten, perfectionisme, en dissociatie), cognitieve stijl (bijvoorbeeld: impulsiviteit bij boulimia nervosa), cognitieve bias (geheugenbias voor aspecten die gelinkt zijn aan gewicht, vorm en voedsel) en biologische invloeden (genetisch, neuro-endocrinologisch, en een gebrek aan introceptief bewustzijn). Ten derde wees men op familiale invloeden als mogelijke causale factor bij eetstoornissen. Binnen de categorie van familiale invloeden spelen gezinsprocessen en ouderlijke opvoedingsstijl een belangrijke rol. Zo werden families waarbij een persoon een eetstoornis had, gekarakteriseerd door intrusiviteit, een controlerende en kritische opvoedingsstijl en een onveilige hechting (Polivy & Herman, 2002). Daarnaast zou een kwetsbaarheid voor eetstoornissen ook rechtstreeks via een proces van intergenerationele transmissie kunnen worden doorgegeven. Diverse studies gingen intergenerationele gelijkenissen in eetstoornissen na. Zo ging een studie van Pike en Rodin (1991) deze intergenerationele factor na in de algemene populatie van meisjes op de middelbare school. Er werd gevonden dat meisjes die een verstoord eetpatroon vertoonden (een hoge score op de Eating Disorder Inventory (Garner, Olmstead, & Polivy, 1983)) moeders hadden die zelf een verstoord eetpatroon en attitudes hadden.

13 Daarnaast bleken deze moeders ook kritischer te zijn ten opzichte van het uiterlijk en het gewicht van hun dochter. Een andere studie bevestigde het verhoogde risico op het ontwikkelen van een eetstoornis voor verwanten, en dan specifiek eerstegraads verwanten, van personen met een eetstoornis, naar hun nakomelingen toe (Strober, Freeman, Lampert, Diamond & Kaye, 2000). Meer specifiek gaven hun resultaten aan dat het risico op anorexia nervosa, bij verwanten van moeders met anorexia nervosa 11.4 keer hoger lag in vergelijking met moeders zonder eetstoornis. Ook bij boulimia nervosa was er sprake van 3.7 keer meer kans op deze stoornis bij hun eerstegraads verwanten. Deze resultaten werden enkel teruggevonden bij vrouwelijke verwanten. Voorgaande resultaten liggen in de lijn van enkele andere onderzoeken in klinische en niet-klinische populaties. Zo werd in een studie van Lilenfeld et al. (1998) voor de eetstoornis anorexia nervosa gevonden dat vrouwelijke eerstegraadsverwanten een verhoogd risico lopen. Dit risico ligt veel hoger dan verwanten van personen zonder anorexia nervosa. Voor boulimia nervosa zijn de bevindingen gelijkaardig, met opnieuw een hoger algemeen risico voor verwanten van personen met boulimia nervosa in vergelijking met verwanten waarvan de stoornis niet in de familie aanwezig is (Hoeken, Lucas, Hoek, 1998). Resultaten uit deze studies lenen bijkomende evidentie het belang van familiale factoren bij het ontstaan en de instandhouding van eetstoornissen (Strober et al., 2000). Studies met tweelingen, waarvan de opzet van het onderzoek zich beter leent tot het bepalen van een eventuele genetische factor, gingen eveneens het aandeel van deze factor na op het vlak van eetstoornissen. Zo toonden tweelingenstudies rond eetstoornissen reeds aan dat een aanzienlijk gedeelte van de geobserveerde eetstoornissen in families te wijten is aan additieve genetische factoren (Wade et al., 1999). Nog in tweelingenstudies werd het genetische aandeel voor anorexia nervosa geschat op 33%-84% (Wade et al., 2000), voor boulimia nervosa op 28%-83% (Bulik, Sullivan, Wade & Kendler, 2000). De resterende variantie werd toegeschreven aan unieke omgevingsfactoren, en een te verwaarlozen gedeelte aan gedeelde omgevingsfactoren. Voor de eetbuistoornis werd op basis van data

14 uit de Virginia Twin Registry, het genetisch aandeel geschat op 46% (Kendler, McLean, Neale, Kessler, Heath & Eaves, 1991). Een aantal studies gingen op zoek naar kandidaat genen, die in verband zouden kunnen worden gebracht met eetstoornissen. Echter, slechts sporadisch werd een significant resultaat gevonden, en vaak werd het niet gerepliceerd (Bulik & Tozzi, 2004).

15 Hoofdstuk 2. Perfectionisme en de intergenerationele transmissie van perfectionisme Zoals reeds aangehaald werd de persoonlijkheidstrek perfectionisme in onderzoek reeds in verband gebracht met eetpathologie (Polivy & Herman, 2002). Daarom zal in dit hoofdstuk dieper worden ingegaan op het concept van perfectionisme, waarna ook dieper zal worden ingegaan op de vraag of er sprake is van een familiale of intergenerationele component in perfectionisme Perfectionisme Er zijn reeds vele pogingen ondernomen om het construct perfectionisme te definiëren. Aanvankelijk werd perfectionisme voornamelijk als een unidimensioneel construct gezien (Burns, 1980; Hollender, 1965). Burns (1980) bijvoorbeeld beschrijft perfectionisten als mensen die normen hanteren die ver boven hun bereik liggen. Zij streven op een compulsieve en constante manier naar onmogelijke doelen. Daarbij gaan ze tevens hun eigenwaarde volledig baseren op hun productiviteit en hun prestaties. Later werd perfectionisme als een multidimensioneel begrip geconceptualiseerd en werd een onderscheid gemaakt tussen adaptief en maladaptief perfectionisme. Adaptief perfectionisme wordt hier gedefinieerd als het opstellen van hoge doelen en normen en het streven naar beloningen geassocieerd met prestatie. Mensen die hoog scoren op adaptief perfectionisme zijn in staat om tevreden te zijn met wat bereikt wordt en om op een flexibele manier om te gaan met hun doelen en standaard. Maladaptief perfectionisme, daarentegen, karakteriseert zich door het opstellen van rigide standaarden die onbereikbaar hoog zijn. Verder kenmerkt deze vorm zich ook door een onmogelijkheid om plezier te hebben in wat wordt bereikt. Dit gaat verder nog gepaard met een sterke onzekerheid en/of angst over de eigen capaciteiten (Hamachek, 1978). Verder bouwend op deze multidimensionele visie maakten Hewitt en Flett (1991) een onderscheid tussen drie vormen van perfectionisme. Bij een eerste vorm, perfectionisme georiënteerd op zichzelf, gaan mensen aan zichzelf bijzonder hoge, onrealistische doelen opleggen, vergezeld van een hoge mate van kritiek. Deze intrapersoonlijke vorm van

16 perfectionisme kenmerkt zich verder door een onvermogen om gebreken, fouten of een mislukking bij zichzelf te accepteren. Een tweede vorm, is gelijkaardig aan de eerste, maar differentieert zich op het vlak van de persoon op wie dit perfectionisme is gericht. Bij deze interpersoonlijke vorm van perfectionisme, richten dezelfde eisen zich nu naar buiten toe, naar de ander. Dit op anderen gerichte perfectionisme is kenmerkend voor mensen die hoge eisen en verwachtingen stellen aan anderen. Een derde vorm die Hewitt en Flett (1991) onderscheidden betreft sociaal voorgeschreven perfectionisme. Dit omvat de gepercipieerde nood om te voldoen aan bepaalde standaarden en/of verwachtingen die voorgeschreven worden door significante anderen. Men denkt met andere woorden dat anderen bepaalde onrealistische verwachtingen hebben voor zichzelf. Hewitt en Flett (1991) ontwikkelden een meetinstrument, de Hewitt en Flett Multidimensional Perfectionism Scale (H&F MPS, Hewitt & Flett, 1991) om deze 3 dimensies van perfectionisme te meten. Naast Hewitt en Flett (1991) hebben ook Frost, Marten, Lahart en Rosenblate (1990) een multidimensioneel model van perfectionisme vooropgesteld, met zes dimensies. Een eerste dimensie hierin betreft persoonlijke standaarden. Veel theoretici hebben dit als kernkenmerk van perfectionisme aangeduid. Mensen die hier hoog op scoren stellen erg hoge eisen aan zichzelf, waaraan niet aan kan worden voldaan. Hun zelfevaluatie hangt grotendeels af van het al dan niet kunnen voldoen aan deze hoge eisen. Toch wijst dit er niet noodzakelijk op dat persoonlijke standaarden als een maladaptieve vorm van perfectionisme wordt gezien, integendeel. Eerdere analyses wezen uit dat deze dimensie eerder kan worden gezien als een adaptieve vorm van perfectionisme (Dunkley, Blankstein, Masheb & Grilo, 2006; Frost, Heimberg, Holt, Mattia & Neubauer, 1993). Dimensies die eerder de maladaptieve vorm omvatten betreffen: zorgen over fouten en twijfel over acties (Dunkley et al., 2006; Frost et al., 1993). De schaal zorgen over fouten is het kenmerk bij uitstek geweest om een onderscheid te maken tussen mensen die aan zichzelf hoge eisen stellen omdat ze competent en succesvol zijn en maladaptieve perfectionisten (Frost et al., 1990; Hamachek, 1978). Het reflecteert negatieve reacties op het maken van fouten, een tendens om fouten te interpreteren als falen, en een tendens om te geloven dat

17 men het respect van anderen zal verliezen indien er fouten worden gemaakt. De andere dimensie, met name: twijfels over acties, werd in een andere studie reeds in verband gebracht met obsessionele twijfel (Reed, 1985). Hoge scores op een dergelijke dimensie reflecteren een blijvend aanwezige twijfel wanneer een taak is afgewerkt (Frost et al., 1990). Frost et al. (1990) identificeerden verder nog een drietal kenmerken die gerelateerd zijn aan perfectionisme, doch maken deze geen inherent deel uit van het concept. Het betreft de dimensies die peilen naar de gepercipieerde attitudes van ouders. Meer specifiek gaat het om de mate waarin kinderen denken dat hun ouders hoge verwachtingen hebben, en de mate waarin ze hun ouders als kritisch zien. Ook eerder onderzoek (Burns, 1980; Hamachek, 1978; Hollender, 1965; Pacht, 1984) wees op een verband tussen ouderlijke verwachtingen en/of kritiek en perfectionisme. Een laatste dimensie, tot slot betreft de tendens om ordelijk of georganiseerd te zijn, ook eerder onderzoek zag een verband tussen deze tendens en perfectionisme (Hollender, 1965). Ook Frost et al. (1990) ontwikkelden een vragenlijst, de Frost Multidimensional Perfectionism Scale (FMPS; Frost et al.,1990), om deze 6 dimensies van perfectionisme te meten. Een vergelijkende studie tussen beide schalen, met name de Hewitt en Flett Multidimensional Perfectionism Scale (H&F MPS; Hewitt & Flett, 1991) en de Frost Multidimensional Perfectionism Scale (FMPS, Frost et al., 1990), toont aan dat er sprake is van een substantiële overlap (Frost et al., 1993). Zo kon de schaal persoonlijke standaarden uit de Frost MPS grotendeels worden gelinkt aan de schalen op zichzelf en op de ander georiënteerd perfectionisme van de Hewitt en Flett MPS. Dit ligt in de lijn van eerder onderzoek die aan de schaal persoonlijke standaarden een positieve connotatie koppelde (Frost et al., 1990). De schalen zorgen over fouten en twijfels over acties uit de Frost MPS hingen dan weer sterk samen met sociaal voorgeschreven perfectionisme uit de Hewitt en Flett MPS (H&F MPS; Hewitt & Flett, 1991), wat een eerder hoge lading had op maladaptief perfectionisme (Frost et al., 1993). Verdere evidentie voor het onderscheid tussen adaptief en maladaptief perfectionisme werd ook gevonden in persoonlijkheidsonderzoek. Daar werd consistent aangetoond dat er een

18 sterk verband is tussen adaptief perfectionisme en de persoonlijkheidstrek consciëntieusheid. Maladaptief perfectionisme, daarentegen, bleek eerder sterk gecorreleerd met de trek neuroticisme (Stumpf & Parker, 2000). Hoewel uit bovenstaande gegevens blijkt dat een groot aantal studies evidentie bieden voor een multidimensionele visie op perfectionisme, pleiten meer recente studies voor een terugkeer naar een unidimensionele visie. Deze studies vinden een onderscheid tussen adaptief en maladaptief perfectionisme eerder problematisch en pleiten ervoor het concept perfectionisme enkel te gebruiken om te verwijzen naar pathologische kenmerken (Shafran, Cooper & Fairburn, 2002). In de lijn van deze terugkeer naar een unidimensionele visie op perfectionisme definieerden Shafran et al. (2002) recent een meer cognitief- gedragsmatige definitie van klinisch of maladaptief perfectionisme, namelijk: Zelf-evaluatie is op een overmatige manier afhankelijk van het streven om te voldoen aan psychologisch veeleisende, aan zichzelf opgelegde, normen. Dit situeert zich tenminste op één opvallend domein, en persisteert ondanks de vele negatieve gevolgen. (Shafran et al., 2002). Als gevolg van de kritische zelfevaluatie die gepaard gaat met perfectionisme zouden mensen faalangst ontwikkelen. Deze faalangst zou vervolgens een aantal gedragsmatige uitingen van perfectionisme met zich meebrengen, zoals: zorgvuldig nakijken, bevestiging zoeken, anderen corrigeren, en in extreme mate alles overwegen bij het maken van een beslissing (Antony & Swinson, 1998). Dit kan zich echter ook op een andere, alternatieve manier uiten. Mensen met disfunctioneel perfectionisme gaan dan eerder die situaties, die ervoor kunnen zorgen dat de perfectionistische persoon aan zijn hoge standaarden wil voldoen, vermijden. Zo gaan ze het starten met een dergelijke taak uitstellen (Frost et al., 1990), of voortijdig een taak beëindigen omdat aan de eisen onmogelijk kan worden voldaan (Antony & Swinson, 1998).

19 2.2. De intergenerationele transmissie van perfectionisme Zoals reeds aangekondigd zal in dit punt dieper worden ingegaan op de familiale component van perfectionisme. Omdat ook in de huidige studie gebruik zal worden gemaakt van de multidimensionele visie op perfectionisme, wordt ook in deze paragraaf deze visie gehanteerd. Diverse theoretici hebben gesuggereerd dat de oorsprong van perfectionisme in de ervaringen van het kind tijdens de ontwikkeling, en dan meer specifiek in de ouder- kind relatie, ligt (Blatt, 1995). Zo omschreef Sorotzkin (1998) ouders van kinderen met maladaptief perfectionisme als weinig goedkeurend en ongevoelig voor de subjectieve ervaring van het kind. Ouders van kinderen met adaptief perfectionisme, werden omschreven als positief, ondersteunend, en aanmoedigend. Ook Hamachek (1978) stelde gelijkaardige aspecten hypothesen voorop. Hij zag inconsistente of conditionele goedkeuring bij ouders als een factor die leidde tot perfectionisme bij hun kinderen. De kinderen krijgen niet de kans om het concept dat was goed genoeg te ontwikkelen. Prestatie wordt overgeëvalueerd en dit gaat dan ten koste van nabijheid en affectie. Het kind moet fouten en de daarbij horende kritiek vermijden om te kunnen voldoen aan de eisen van hun ouders. Naast de opvoedingsstijl van ouders zou ook het perfectionisme van de ouders zelf een rol spelen. In onderzoek blijkt enige consensus te zijn over het feit dat perfectionisme zijn oorsprong zou hebben in interactie met ouders die zelf perfectionistisch en veeleisend zijn (Frost, Lahart, & Rosenblate, 1991). Frost et al. (1991) vonden dat er een verband was tussen perfectionisme bij de moeder en perfectionisme bij de dochter. Echter, perfectionisme bij vaders bleek niet geassocieerd met perfectionisme bij de dochter. Dit suggereert dat het geslacht van de ouder een belangrijke rol speelt in dit intergenerationele proces. In lijn hiermee vonden Vieth en Trull (1999) significante en positieve correlaties tussen perfectionisme bij de moeder en hun dochters en tussen perfectionisme bij vaders en zonen. Er werden geen of zelfs negatieve correlaties gevonden tussen het perfectionisme

20 van ouders en kinderen met een verschillend geslacht. Samen suggereren deze bevindingen dat de transmissie van perfectionisme geslachtsspecifiek verloopt. Naar aanleiding van deze bevindingen gingen ook Soenens et al. (2005), in een crosssectioneel onderzoek, de relatie tussen perfectionisme bij de ouders en perfectionisme bij hun dochters na. In deze studie werd bovendien het onderscheid gemaakt tussen adaptief en maladaptief perfectionisme. Resultaten wezen uit dat er een significante relatie was tussen adaptief perfectionisme bij de ouders en adaptief perfectionisme bij hun dochters. Bij maladaptief perfectionisme werd dit rechtstreeks verband echter niet teruggevonden. De relatie tussen het maladaptief perfectionisme bij de ouders en bij de dochter bleek onrechtstreeks te verlopen via een psychologisch controlerende opvoedingsstijl. Psychologische controle wordt omschreven als een opvoedingsstijl waarbij ouders hun kinderen gaan onder druk zetten om te voldoen aan de normen van hun ouders, waarbij ze gebruik maken van technieken zoals schuldinductie en het wegnemen van liefde (Soenens et al., 2005). Uit de voorgaande studies is niet duidelijk of de intergenerationele gelijkenis inzake perfectionisme eerder door socialisatie of door genetische factoren gedreven is. Om de rol van genetische factoren na te gaan zijn de gegevens uit een tweelingenstudie uiterst relevant. Tozzi et al. (2004) gebruikten de multidimensionele perfectionisme schaal van Frost et al. (1990) dat er sprake was van een matige erfelijkheid van perfectionisme. Voor het latente construct perfectionisme, gedefinieerd door persoonlijke standaarden, zorgen over fouten, twijfels over acties, werd 61% van de variantie geattribueerd aan unieke omgevingsfactoren, 28% aan additieve genetische effecten en 11% aan gedeelde omgeving (Tozzi et al., 2004). Uit bovenstaande studies kan besloten worden dat er wel degelijk sprake is van een intergenerationele transmissie van eetpathologie. Hierbij zouden zowel culturele, individuele, familiale als genetische factoren een rol spelen.

21 Hoofdstuk 3: Perfectionisme in relatie tot eetstoornissen Na deze bespreking van de constructen eetpathologie, eetstoornissen en perfectionisme, zal nu worden nagegaan of er sprake is van een verband tussen perfectionisme en eetstoornissen of ruimer eetpathologie. In klinische beschrijving komt vaak de observatie terug dat patiënten met een eetstoornis perfectionistisch zijn. De vraag kwam dan ook naar voor of er sprake is van een verschil in perfectionisme wanneer de vergelijking wordt gemaakt tussen klinische groepen van eetstoornispatiënten en niet-klinische groepen. Verschillende studies baseerden zich hiervoor op een unidimensionele visie op perfectionisme, en maakten gebruik van de EDI- Perfectionisme schaal (Garner et al., 1983) om dit nader te onderzoeken. De review van Bardone-Cone (2007) die een overzicht bood van deze onderzoeken toonde aan dat algemeen gezien er hoger werd gescoord op perfectionisme in de klinische groepen. Een recente studie die gebruik maakte van de Multidimensionele Perfectionisme Schaal (MPS; Frost et al., 1990) en dus de multidimensionele visie op perfectionisme hanteerde vond net zoals de unidimensionele visie dat er in de patiëntengroep van eetstoornissen significant hoger werd gescoord op perfectionisme in vergelijking met de normale controlegroep (Soenens, Nevelsteen & Vandereyken, 2007). Zowel adaptief als maladaptief perfectionisme bleken verhoogd te zijn in de klinische groep. Het effect van maladaptief perfectionisme bleek wel beduidend hoger dan dat van adaptief perfectionisme (Soenens et al., 2007). Een andere studie (Bulik et al., 2003) vergeleek de mate van perfectionisme in een klinische groep met eetstoornissen en een klinische groep met andere psychiatrische problematieken. Hieruit bleek dat perfectionisme zelfs verhoogd aanwezig was in vergelijking met een algemeen psychiatrische groep, wat erop wijst dat het verband tussen perfectionisme en eetpathologie vrij specifiek is. Op basis van bovenstaande gegevens rijst de vraag hoe de rol van perfectionisme in eetstoornissen kan verklaard worden. Bruch (1973) suggereerde dat perfectionisme een risicofactor is voor het ontwikkelen van eetpathologie, omdat deze persoonlijkheidstrek inherent een onophoudelijk streven naar het slankheidsideaal zou stimuleren. Een ander

22 vaak terugkerend element in onderzoek is dat perfectionistische individuen een gebrek aan controle ervaren in hun dagelijkse leven. Om toch enige controle te kunnen hebben of nog vat te krijgen op de wereld, gaan zij op zoek naar een levensdomein waar ze wel controle over kunnen hebben, in dit geval eten (Shafran & Mansell, 2001). Shafran et al. (2002) suggereerden in hun studie zelfs dat anorexia nervosa en boulimia nervosa vaak uitingen zijn van klinisch perfectionisme, in die zin dat mensen met maladaptief perfectionisme in hun focus op eten en slankheid trachten te compenseren voor een gevoel van gebrek aan controle die zij ervaren op andere vlakken. Deze kenmerken van maladaptief perfectionisme uiten zich, in geval van een focus op eten, in steeds rigider wordende eetpatronen, om alsnog te kunnen voldoen aan de vooropgestelde standaarden. Dat perfectionisme mogelijks een predisponerende rol speelt in de ontwikkeling van eetpathologie vonden ook andere studies terug (Leon, Fulkerson, Perry, Keel & Klump, 1999). Hoewel dit eerder moeilijk bleek om te onderzoeken vonden een aantal studies, na een retrospectieve analyse, zowel voor boulimie (Fairburn, Welch, Doll, Davies & O Connor, 1997) als voor anorexia (Fairburn, Cooper, Doll & Welch, 1999) verhoogde scores voor perfectionisme in de kindertijd. Daarnaast wezen enkele studies ook uit dat perfectionisme de instandhouding van eetpathologie voorspelde (Santonastaso, Friederici & Favaro, 1999). Zo bleek dat perfectionisme een klein, maar significant effect had op de toename in eetpathologie. Bovenstaande studies doen het vermoeden rijzen dat perfectionisme een relatief stabiele factor is die aanwezig is bij eetpathologie. Een meer recente studie (Soenens et al., 2007) die de mate van perfectionisme naging vanuit een multidimensionele visie in een klinische groep voor en na behandeling, vond men een ander resultaat. Zo vond men dat zowel adaptief als maladaptief perfectionisme een significante daling kenden na behandeling. Perfectionisme blijkt met andere woorden gerelateerd aan de symptomatologie van de eetstoornis en varieert mee in ernst. Ondanks deze daling bleven de waarden voor perfectionisme bij deze klinische groep ook na behandeling hoger dan in de normale groep wat suggereert dat perfectionisme een potentiële risicofactor is voor herval na behandeling.

23 Verder hebben nog een aantal studies onderzocht of er sprake is van een verschil in perfectionisme tussen de verschillende vormen van eetpathologie. Een overzicht van de literatuur rond verbanden tussen perfectionisme en eetpathologie (Bardone Cone et al., 2007) toonde aan dat de relaties tussen perfectionisme en anorexia nervosa consistenter naar voor kwamen dan relaties tussen perfectionisme en boulimia nervosa. De verbanden bleken minder consistent voor de eetbuistoornis. Andere studies, waaronder de studie van Soenens et al. (2007), wezen uit dat de verschillende diagnostische groepen (anorexia nervosa, boulimia nervosa en eetstoornis niet anderszins omschreven (waaronder de eetbuistoornis) niet significant van elkaar verschilden, zowel wat adaptief als maladaptief perfectionisme betreft. Uit bovenstaande gegevens kan worden geconcludeerd dat er duidelijk sprake is van een verband tussen perfectionisme en eetstoornissymptomen. Zo bleek de mate van perfectionisme beduidend hoger in klinische groepen, en dit verband bleek het sterkst voor maladaptief perfectionisme. Daarenboven blijkt perfectionisme ook zowel een predisponerende als een instandhoudende rol te spelen in eetpathologie.

24 Methode Opzet Hoewel onderzoek de intergenerationele transmissie van zowel eetstoornissen als eetpathologie heeft gedocumenteerd en hoewel perfectionisme een duidelijke risicofactor is voor eetpathologie, is er nog geen onderzoek verricht dat de relatie onderzoekt tussen de intergenerationele transmissie van perfectionisme en de intergenerationele transmissie van eetstoornissen. Deze studie wil dit hiaat in de literatuur opvullen. De vraag wordt naar voor geschoven of de transmissie van perfectionisme ook een rol speelt in het ontwikkelen van pathologische eetpatronen bij jonge adolescenten. Kan men met andere woorden de intergenerationele transmissie van eetstoornissen ten dele verklaren door de intergenerationele transmissie van perfectionisme? Deze hypothese gaat ervan uit dat de geobserveerde gelijkenis tussen ouders en kinderen inzake eetpathologie het resultaat is van een onderliggende, meer fundamentele transmissie van persoonlijkheidsfunctioneren en van perfectionisme in het bijzonder. In deze studie worden drie specifieke onderzoeksvragen en hypothesen onderzocht. Een eerste hypothese focust zich rond de intergenerationele transmissie van eetstoornissen. Zo zal worden nagegaan of er sprake is van een directe samenhang tussen een eetpathologie bij de ouders en een eetstoornis bij de kinderen. Op basis van de bestaande literatuur wordt hier een significant verband verwacht. Verder zal hier ook worden nagegaan of er sprake is van moderatie door geslacht. Meer specifiek wordt onderzocht of er sprake is van moeder- dominantie, waarbij de moeder van grotere invloed zou zijn dan de vader. Is de link aanwezig zowel voor moeders als voor vaders? Daarnaast wordt ook nog onderzocht of er sprake is van een link tussen gezinsleden van hetzelfde geslacht (bvb. vader- zoon). Een tweede hypothese zal de intergenerationele transmissie van perfectionisme nagaan. Dus opnieuw zal worden nagegaan of er een direct verband is tussen perfectionisme bij de ouders en bij het kind. Ook hier gaan we na of de eventuele link even sterk is voor moeder

25 als voor vader. Daarbij stellen we dus de vraag of er sprake is van geslachtsverschillen inzake perfectionisme. We gaan deze hypothese afzonderlijk na voor zowel adaptief als maladaptief perfectionisme. Een derde, en laatste onderzoeksvraag is of de intergenerationele transmissie van eetpathologie minstens ten dele kan worden verklaard door de transmissie van perfectionisme. Er wordt met andere woorden nagegaan of perfectionisme een mediërende rol speelt in de intergenerationele transmissie van eetpathologie. Gegeven dat onderzoek heeft aangetoond dat vooral maladaptief perfectionisme predictief is voor eetpathologie verwachten we dat de transmissie van maladaptief perfectionisme in het bijzonder in aanmerking komt als mediator van de transmissie van eetpathologie. Eetstoornissymptomen Ouders 1 Eetstoornissymptomen Adolescent 3 3 Perfectionisme Ouders 2 Perfectionisme Adolescent

26 Steekproef Deze studie maakt gebruik van data uit de eerste wave van een lopend longitudinaal onderzoek over eetstoornissen. Deelnemers in deze dataset zijn jonge adolescenten, van de leeftijd van 12 tot 16 jaar, en hun ouders. Het onderzoek situeerde zich in twee Vlaamse scholen, in het algemeen secundair onderwijs (ASO). Het betrof het Sint-Andreaslyceum Sint-Kruis te Brugge (West-Vlaanderen) en het Sint-Gertrudiscollege te Wetteren (Oost- Vlaanderen), in beide gevallen ging het om een katholieke scholen die uitsluitend algemeen secundair onderwijs voorzien. Het aantal deelnemers is evenwichtig verdeeld over de scholen met een respons van respectievelijk 43,3% voor het Sint-Andreaslyceum Sint- Kruis (Brugge) en 56,7% voor het Sint-Gertrudiscollege te Wetteren. De vragenlijsten werden respectievelijk afgenomen in het eerste, tweede en derde middelbaar. Daarnaast werden ook de ouders van de deelnemende leerlingen gecontacteerd. De steekproef van adolescenten bestond uit 698 deelnemers, waarvan 43% jongens en 57% meisjes. Inzake gezinsstructuur zien we dat zo n 80.7% uit een intact gezin en 19,3% uit een niet-intact gezin komt. Wanneer het aantal kinderen in het gezin werd nagegaan, viel op dat het merendeel van de gezinnen bestaat uit 2 kinderen (50.9%), gevolgd door gezinnen met 3 kinderen (26.5%) en gezinnen met één kind (11.4%). Inzake de verdeling naar studiejaar krijgen we een relatief evenredige verdeling met 39.8% adolescenten uit het eerste middelbaar, 26.7% uit het tweede middelbaar en 33.4% uit het derde middelbaar. Wat betreft de ouders kregen we een relatief lage respons rate. Toch verkregen we in absolute termen een voldoende grote steekproef van 319 moeders en 297 vaders. Van de moeders kregen we een hogere response rate van 55.2%, waarvan 52.1% perfect kon worden gelinkt aan het kind. Bij de vaders werd een response rate verkregen van 41.9%. Hiervan kon 38.4% perfect worden gelinkt aan het kind. Bij alle deelnemers werden een aantal basisgegevens gevraagd zoals leeftijd, lengte, gewicht en BMI. In Tabel 1 wordt hier een overzicht van gegeven. Bij de adolescenten werd, zoals reeds vermeld, ook de aangepaste BMI berekend. Van de adolescenten heeft

27 9.4% ondergewicht. De grote meerderheid, namelijk 83.8%, heeft een normaal gewicht, 5.5% heeft overgewicht en 1.2% obesitas. Voor de ouders werd deze classificatie gebaseerd op de gewone BMI. Bij de moeders heeft 3.2% ondergewicht, 70.8% een normaal gewicht, 20.1% overgewicht en 5.9% heeft obesitas. Bij de vaders heeft 1% ondergewicht, 50.7% een normaal gewicht, 42.8% overgewicht en 5.5% heeft obesitas. Tabel 1: Descriptieve gegevens Adolescenten en Ouders Variabele Minimum Maximum Gemiddeld SD Leeftijd Adolescent Moeder Vader Lengte Adolescent Moeder Vader Gewicht Adolescent Moeder Vader BMI Adolescent (abmi) Moeder Vader Noot. abmi = aangepast BMI voor adolescenten; BMI = Body Mass Index; SD = Standaarddeviatie; Normen BMI: ondergewicht (BMI<18.5), normaal gewicht (BMI ), overgewicht (BMI ), obesitas (BMI 30). Normen aangepast BMI: ondergewicht (aangepast BMI <85%), normaal gewicht (aangepast BMI 85%-120%), overgewicht (aangepast BMI >120%) en obesitas (aangepast BMI >140%).

28 Wanneer we de vergelijking maken naar onderwijsniveau van de ouders lijkt het zo te zijn dat de vaders gemiddeld hoger opgeleid zijn dan de moeders (zie Tabel 2). Tabel 2. Opleidingsniveau Ouders Onderwijsniveau Percentage Moeders Type 1 Type 2 Type 3 Type 4 Type 5 Type % 7.50% 14.50% 20.90% 9.60% 16.10% Percentage 0% 13.70% 28.80% 21.90% 12.30% 23.30% Vaders Noot. type 1 = lager onderwijs, type 2 = lager secundair onderwijs, type 3 = hoger secundair onderwijs, type 4 = hoger onderwijs korte type, type 5 = hoger onderwijs lange type, type 6 = universitair onderwijs. Procedure Voorafgaand aan de deelname aan het onderzoek werd, via de school waar de adolescenten ingeschreven waren, aan de ouders een brief gestuurd met daarin informatie over het onderzoek. Daarbij werd gewerkt met een passief consent formulier. Indien ouders prefereerden dat hun kind niet deelnam aan het onderzoek konden zij dit laten weten aan de hand van een bijgevoegde strookje. De vragenlijsten voor de deelnemende adolescenten werden in groep afgenomen in een studiezaal op school. De onderzoeker was aanwezig tijdens de afname, om de anonimiteit te garanderen en om inhoudelijke ondersteuning te bieden bij vragen. Via hun deelnemende zoon of dochter kregen de ouders elk een envelop met twee vragenlijsten, één voor moeder en één voor vader. De ouders konden deze vragenlijst na het invullen onder gesloten enveloppe terug meegeven met hun zoon of dochter naar school, waar deze door de klastitularis werd bijgehouden en later aan de onderzoekers werd bezorgd.

De grens tussen obesitas en eetbuistoornis. Werken met de REO

De grens tussen obesitas en eetbuistoornis. Werken met de REO De grens tussen obesitas en eetbuistoornis Werken met de REO Programma cursusdag 9:00 ontvangst 9:30 kennismaking, in kaart brengen van de problematiek waar de cursisten in de praktijk tegenaan lopen met

Nadere informatie

Genetische factoren bij eetstoornissen. Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is

Genetische factoren bij eetstoornissen. Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is Genetische factoren bij eetstoornissen Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is gebleken dat er niet één oorzaak is, maar dat verschillende factoren een rol spelen

Nadere informatie

Behoeftefrustratie en therapeutische relatie als verklarend proces in de relatie tussen perfectionisme en eetpathologie

Behoeftefrustratie en therapeutische relatie als verklarend proces in de relatie tussen perfectionisme en eetpathologie Behoeftefrustratie en therapeutische relatie als verklarend proces in de relatie tussen perfectionisme en eetpathologie Liesbet Boone Bart Soenens (Universiteit Gent) Walter Vandereycken (Universiteit

Nadere informatie

ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES

ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES OVER ETEN: DE ROL VAN ZELFREGULATIE VLAAMS CONGRES

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae

Chapter 9. Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae Chapter 9 Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae Nederlandse samenvatting Genetische factoren bij eetstoornissen Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie. Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen

Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie. Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen GEZOND EN ZIEK Lichamelijke Gezondheid Diabetes: somatische aandoening

Nadere informatie

EXPERIMENTEEL ONDERZOEK NAAR HET EFFECT VAN PERFECTIONISME OP EETSTOORNISGERELATEERDE ATTITUDES EN - GEDRAGINGEN

EXPERIMENTEEL ONDERZOEK NAAR HET EFFECT VAN PERFECTIONISME OP EETSTOORNISGERELATEERDE ATTITUDES EN - GEDRAGINGEN Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Eerste Examenperiode EXPERIMENTEEL ONDERZOEK NAAR HET EFFECT VAN PERFECTIONISME OP EETSTOORNISGERELATEERDE ATTITUDES EN - GEDRAGINGEN

Nadere informatie

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN?

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN? VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF-

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

ACHTERGRONDDOSSIER & BELEIDSAANBEVELINGEN

ACHTERGRONDDOSSIER & BELEIDSAANBEVELINGEN ACHTERGRONDDOSSIER & BELEIDSAANBEVELINGEN EETPROBLEMEN IN DE SPORT? TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK 22 april 2014 Bloso Arenbergstraat 5, 1000 Brussel topsport@bloso.be 0032 2 209

Nadere informatie

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK 22 april 2014 TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK De gemiddelde Vlaamse topsporter heeft geen eetstoornis. Dat blijkt uit onderzoek

Nadere informatie

Eetstoornissen DSM-5. Leonieke Terpstra & Maartje Snoek

Eetstoornissen DSM-5. Leonieke Terpstra & Maartje Snoek Eetstoornissen DSM-5 Leonieke Terpstra & Maartje Snoek VOXVOTE Voelt u zichzelf te dik? Probeert u daar (soms) wat aan te doen (lijnen)? Heeft u een eetstoornis (gehad)? 2/3 van de vrouwen wil afvallen

Nadere informatie

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN?

TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN? TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN? Partners Bloso Afdeling Topsport Sofie Debaere Sofie.Debaere@bloso.be Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Prof. Dr. Laurence

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

NVE-K Ouderrapportage

NVE-K Ouderrapportage NVE-K Ouderrapportage Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen ID 4589-9 Datum 27.07.2015 Informant: Marie Jones-Smit moeder NVE-K Inleiding 2 / 6 INLEIDING De NVE-K is een vragenlijst die de

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

PERSMAP EETPROBLEMEN IN DE SPORT

PERSMAP EETPROBLEMEN IN DE SPORT PERSMAP EETPROBLEMEN IN IN DE SPORT? DE SPORT TOPSPORTERS EN EETSTOORNISSEN: NIEUW VLAAMS ONDERZOEK 22 april 2014 Bloso Arenbergstraat 5, 1000 Brussel topsport@bloso.be 0032 2 209 47 60 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL...

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Samenvatting Dankwoord About the author

Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting 177 Samenvatting Overgewicht en obesitas worden gedefinieerd op basis van de body mass index (BMI) (hoofdstuk 1). Deze index wordt berekend door het

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België

Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België Perfectionisme multi-dimensioneel concept Multidimensional Perfectionism Scale van Frost (MPS-F;

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

NVE-K. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

NVE-K. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum NVE-K Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderrapportage Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING NVE-K 2/5 Inleiding De NVE-K is een vragenlijst

Nadere informatie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Een longitudinale tweelingstudie naar de ontwikkeling van hersenstructuur en de relatie met hormoonspiegels en intelligentie ALGEMENE INTRODUCTIE Adolescentie is

Nadere informatie

Eetstoornissen. Mellisa van der Linden

Eetstoornissen. Mellisa van der Linden Eetstoornissen Mellisa van der Linden Inhoud Hoofdstuk 1: Wat houdt een eetstoornis in? Hoofdstuk 2: Welke eetstoornissen zijn er? Hoofdstuk 3: Wat zijn bekende oorzaken voor een eetstoornis? Hoofdstuk

Nadere informatie

Perfectionsme. Arnoud van Loon Carla Steeman. Voorjaarsworkshop VGCT 2019

Perfectionsme. Arnoud van Loon Carla Steeman. Voorjaarsworkshop VGCT 2019 Perfectionsme Arnoud van Loon Carla Steeman Voorjaarsworkshop VGCT 2019 Introductie Perfectionisme & OCD " Een diepgaand patroon van preoccupatie met ordelijkheid, perfectionisme, en geestelijke en intermenselijke

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

) amarum ( DGT vs CGT behandeling bij BED - II

) amarum ( DGT vs CGT behandeling bij BED - II DGT vs CGT behandeling bij BED - II Het weglaten van verstoorde lichaamsbeleving is een omissie in de DSM-V criteria voor eetbuistoornissen. Elke Wezenberg VGCT 2015 Stelling voor de zaal: Het is toch

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

BETEKENIS EN OORZAKEN VAN EETSTOORNISSEN: OPVATTINGEN VAN PATIËNTEN EN HUN OUDERS

BETEKENIS EN OORZAKEN VAN EETSTOORNISSEN: OPVATTINGEN VAN PATIËNTEN EN HUN OUDERS BETEKENIS EN RZAKEN VAN EETSTRNISSEN: VATTINGEN VAN ATIËNTEN EN HUN UDERS Walter Vandereycken & Dafne Bollen In de onderzoeksliteratuur blijkt er de laatste jaren wel een groeiende belangstelling voor

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Diaboulimia. Eetproblemen bij insuline afhankelijke diabetes. Anne-Marije Goutbeek Kinder- jeugdpsycholoog GZ psycholoog

Diaboulimia. Eetproblemen bij insuline afhankelijke diabetes. Anne-Marije Goutbeek Kinder- jeugdpsycholoog GZ psycholoog Diaboulimia Eetproblemen bij insuline afhankelijke diabetes Anne-Marije Goutbeek Kinder- jeugdpsycholoog GZ psycholoog Minke Eilander Promovenda Pedagoog Programma workshop Achtergrond In de spreekkamer

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ

INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ & BASISTEKST VAN SIGNAAL NAAR ZORG : EEN AANBEVELING VOOR DE DETECTIE VAN EET- EN GEWICHTSPROBLEMEN (19 pp.) VWVJ en vzw Eetexpert Schematisch traject van signaal

Nadere informatie

NVE-K Kindrapportage. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen. Bloem Jones

NVE-K Kindrapportage. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen. Bloem Jones NVE-K Kindrapportage Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen ID 4589-9 Datum 27.07.2015 NVE-K Inleiding 2 / 5 INLEIDING De NVE-K is een vragenlijst die de belangrijkste risicofactoren voor

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 205 Het is niet zonder reden dat autoriteiten wereldwijd aandacht besteden aan programma s en interventies om mensen meer te laten bewegen. Sportactiviteiten van gemiddelde tot

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

De rol van multidimensionaal perfectionisme in eetstoornissymptomen

De rol van multidimensionaal perfectionisme in eetstoornissymptomen De rol van multidimensionaal perfectionisme in eetstoornissymptomen The cruelest thing a man can do to a woman is to portray her as perfection (D. H. Lawrence, Britse dichter) Wetenschapsdag 6 februari

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Zelfbeeld en Eetstoornissen. Drs. Martie de Jong Klinisch psycholoog PsyQ Eetstoornissen

Zelfbeeld en Eetstoornissen. Drs. Martie de Jong Klinisch psycholoog PsyQ Eetstoornissen Zelfbeeld en Eetstoornissen Drs. Martie de Jong Klinisch psycholoog PsyQ Eetstoornissen Medewerkers Iris van der Meer Sjoukje Sinke Mathijs Deen Kees Korrelboom Philip Spinhoven Wijbrand Hoek Peter de

Nadere informatie

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Moet voldoen aan de criteria A, B, C en D A. Aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie in meerdere

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

SAMENVATTING Introductie

SAMENVATTING Introductie Introductie Affect heeft een belangrijke functie in de organisatie van gedrag. Affect moet en kan in principe gereguleerd worden, als dit voor iemands doelen van belang is. Dysregulatie van effect verwijst

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? INLEIDING PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? Om uitstekende vaardigheden te ontwikkelen zijn niet alleen talent en mogelijkheden

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

HTS Report NVE. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag. meneer 3 ID 255-126 Datum 15.01.2016. Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report NVE. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag. meneer 3 ID 255-126 Datum 15.01.2016. Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam NVE Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag HTS Report ID 255-126 Datum 15.01.2016 Zelfrapportage NVE Inleiding 2 / 6 INLEIDING De NVE is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage de belangrijkste

Nadere informatie

Inleiding. (leerlingbegeleider op een vmbo-school)

Inleiding. (leerlingbegeleider op een vmbo-school) 9 1 Inleiding Er was eens een meisje Zij klopte op mijn deur. Ik deed open en zij zei: Ik heb een eetprobleem. Kom binnen, zei ik, wat moedig dat je hier komt om hulp te vragen. Dat is de eerste stap.

Nadere informatie

Eetpathologie en gerelateerde psychologische karakteristieken bij adolescente balletdansers

Eetpathologie en gerelateerde psychologische karakteristieken bij adolescente balletdansers Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2011-2012 Eerste Examenperiode Eetpathologie en gerelateerde psychologische karakteristieken bij adolescente balletdansers Masterproef ingediend

Nadere informatie

JOnG!0: Longitudinale ontwikkeling van opvoeding, kindgedrag en zorg

JOnG!0: Longitudinale ontwikkeling van opvoeding, kindgedrag en zorg Steunpunt WVG Minderbroedersstraat 8 B-3000 Leuven +32 16 37 34 32 www.steunpuntwvg.be swvg@kuleuven.be Rapport 42 JOnG!0: Longitudinale ontwikkeling van opvoeding, kindgedrag en zorg Onderzoeker: Promotor:

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Genderdysforie in kinderen: Oorzaken en Gevolgen Chapter ELEVEN De studies, beschreven in dit proefschrift, richten zich op vier thema s. De eerste hoofdstukken beschrijven twee

Nadere informatie

Binge or Control? Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder

Binge or Control? Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder Binge or Control? Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder Alexandra Dingemans Nederlandse samenvatting Eetbuien of controle? Onderzoek naar de validiteit,

Nadere informatie

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae chapter 7 Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 140 chapter 7 SAMENVATTING De bipolaire stoornis (of manisch-depressieve stoornis) is een stemmingsstoornis waarin episodes van (hypo)manie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

De betekenis van perfectionisme bij eetstoornissen

De betekenis van perfectionisme bij eetstoornissen oorspronkelijk artikel De betekenis van perfectionisme bij eetstoornissen Een vergelijkend onderzoek b. soenens, w. nevelsteen, w. vandereycken achtergrond Uit diverse onderzoeken blijkt een consistente

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie bij eetstoornissen

Cognitieve gedragstherapie bij eetstoornissen FE 0807-1 Meer informatie Bij de VGCt zijn meer folders verkrijgbaar, voor volwassenen bijvoorbeeld over angst en depressie. Speciaal voor kinderen zijn er folders over veel piekeren, verlatingsangst,

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift bestaat uit een aantal studies waarin onderzocht is waar individuele verschillen vandaan komen in welbevinden (WB) en gerelateerde menselijke eigenschappen, zoals

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 249 Migraine is een ernstige en veelvoorkomende hoofdpijnaandoening met grote impact op het leven van patiënten en hun familieleden. Een migraineaanval wordt gekenmerkt door matige tot ernstige hoofdpijn,

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

GROTE VARIATIE. Determinanten van gedragsontwikkeling bij kinderen en jongeren met cerebrale parese KENNISMAKING KINDEREN MET CEREBRALE PARESE

GROTE VARIATIE. Determinanten van gedragsontwikkeling bij kinderen en jongeren met cerebrale parese KENNISMAKING KINDEREN MET CEREBRALE PARESE VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK VAKGROEP S-, PERSOONLIJKHEIDS- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE Determinanten van gedragsontwikkeling bij kinderen en jongeren met cerebrale parese Prof. dr. Sarah De Pauw - Dra. Lisa Dieleman

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk

Nadere informatie

Chapter 10 Samenvatting

Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen

Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen Alexandra Dingemans, PhD Senior onderzoeker GGZ Rivierduinen Eetstoornissen Ursula Overlap Eetstoornissen (ES), Autisme

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende

Nadere informatie

Samenvatting. (Dutch Summary)

Samenvatting. (Dutch Summary) (Dutch Summary) In dit proefschrift is de ontwikkeling van gedrags- en emotionele problemen van tweelingen en eenlingen in de leeftijd van 3 tot 12 jaar onderzocht. In hoofdstuk 1 wordt een introductie

Nadere informatie

Lange termijn functioneren en participatie bij jongeren met chronische pijn en vermoeidheid. Tessa Westendorp

Lange termijn functioneren en participatie bij jongeren met chronische pijn en vermoeidheid. Tessa Westendorp Lange termijn functioneren en participatie bij jongeren met chronische pijn en vermoeidheid Tessa Westendorp 24 januari 2014 Hoofdthema s binnen mijn onderzoek: Revalidatiebehandeling Jongeren met chronisch

Nadere informatie

Vroegsignalering en interventie bij Cluster C. Kennismiddag Cluster C 25 januari 2018

Vroegsignalering en interventie bij Cluster C. Kennismiddag Cluster C 25 januari 2018 Vroegsignalering en interventie bij Cluster C Kennismiddag Cluster C 25 januari 2018 Cluster C bij Jeugd Geen interventiestudies Geen specifieke studies naar Cluster C bij Jeugd Geen hits bij literatuursearch

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie

Detectie van verstoord eetgedrag bij kinderen en adolescenten: klinisch interview versus zelfrapportagevragenlijst

Detectie van verstoord eetgedrag bij kinderen en adolescenten: klinisch interview versus zelfrapportagevragenlijst Academiejaar 2012-2013 1 e examenperiode Detectie van verstoord eetgedrag bij kinderen en adolescenten: klinisch interview versus zelfrapportagevragenlijst Masterproef neergelegd tot het behalen van de

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

PhD Thesis Wouter J. Peyrot

PhD Thesis Wouter J. Peyrot PhD Thesis Wouter J. Peyrot NEDERLANDSE SAMENVATTING In het eerste deel van dit proefschrift wordt de complexe relatie tussen genetische effecten en omgevingsfactoren bij het ontstaan van depressie onderzocht

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie