Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Observaties vijfde leerjaar: instrumentontwikkeling en basisrapportage (schooljaar )

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Observaties vijfde leerjaar: instrumentontwikkeling en basisrapportage (schooljaar )"

Transcriptie

1 Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Observaties vijfde leerjaar: instrumentontwikkeling en basisrapportage (schooljaar ) I. Van Droogenbroeck, R. Joosten, H. Imberechts & J. Van Damme

2

3 T A Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Observaties vijfde leerjaar: instrumentontwikkeling en basisrapportage (schooljaar ) I. Van Droogenbroeck, R. Joosten, H. Imberechts & J. Van Damme Promotoren coördinatieteam: J. Van Damme, B. De Fraine, I. Nicaise, P. Van Petegem, & K. Verschueren Overige promotoren: P. Ghesquière, P. Onghena, R. Janssen, F. Laevers, M. Valcke, & L. Verschaffel Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, in het kader van het programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek 200 SSL-rapport nr. SSL/OD/ Datum oplevering eerste versie: 2 oktober 200 Datum publicatie: 2 november 200

4 Voor meer informatie over deze publicatie: Steunpunt SSL, onderzoeksdomein Studie- en schoolloopbanen van leerlingen en studenten Auteurs: I. Van Droogenbroeck, R. Joosten, H. Imberechts, & J. Van Damme Adres: Dekenstraat 2, 3000 Leuven Tel.: of Fax: Jan.VanDamme@ped.kuleuven.be Website: Copyright (200) Steunpunt SSL p/a Parkstraat 7, 3000 Leuven Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder uitdrukkelijk te verwijzen naar de bron. No part of this material may be made public without an explicit reference to the source. De verantwoordelijkheid voor dit rapport berust volledig bij de auteurs en vertolkt niet noodzakelijk de officiële visie van de Vlaamse Overheid. 2

5 Woord vooraf We zouden dit rapport graag starten met een bedankje aan alle personen die aan de observaties hebben meegewerkt. De scholen die bereid waren om hun deuren open te stellen voor de observatoren, de leerkrachten van de betrokken klassen die daartoe eveneens bereid waren, en natuurlijk ook de observatoren zelf: de studenten uit meerdere hogescholen, docenten en de vele onderwijsdeskundigen die bereid waren hun vrije tijd op te offeren om een bijdrage te leveren aan dit onderzoek. Vanuit het Leuvense team en het Steunpunt SSL stellen we het bijzonder op prijs onze collega s uit de betrokken hogeschool, de XIOS Hogeschool Limburg, te danken. Met name H. Imberechts en R. Joosten. Uiteindelijk zijn de observaties in het vijfde leerjaar hun werk. Een groot deel van de kosten is gedragen door de vermelde hogeschool, die daarvoor haar PWO-middelen ingezet heeft. Wij hopen en zijn ervan overtuigd dat, eenmaal de onderzoeksresultaten ten volle beschikbaar zullen zijn, duidelijk zal worden hoe waardevol een dergelijke samenwerking tussen hogeschool en universiteit is, zowel voor de lerarenopleiding als voor het wetenschappelijk onderzoek. 3

6 Inhoudsopgave Woord vooraf...3 Inhoudsopgave... Inleiding...5. Onderzoeksopzet...7. Procedure van het onderzoek Operationalisatie van de variabelen Betrokkenheid Leerkrachtstijl Klasklimaat Bevorderen van het Leerproces Duidelijkheid van instructie Klasmanagement Aandacht voor differentiatie Leren omgaan met diversiteit Aandacht voor Woordenschatonderwijs International Comparative Analysis of Learning and Teaching (ICALT) Werkwijze: gebruik van de puntenschalen Dataverzameling Basissteekproef SiBO Bijkomende observaties Observatoren Betrouwbaarheid en validiteit van de observatieschalen Leerkrachtstijl Klasklimaat Bevorderen van het leerproces Duidelijkheid van instructie Klasmanagement Aandacht voor differentiatie Leren omgaan met diversiteit Aandacht voor woordenschatonderwijs International Comparative Analysis of learning and Teaching (ICALT) Veilig en stimulerend leerklimaat Duidelijke en activerende instructie Feedback Efficiënt klassenmanagement Afstemmen van instructie en verwerking op verschillen tussen leerlingen Leerstrategieën aanleren Betrokkenheid van leerlingen Nadenken en redeneren Correlatiematrix Dag (voormiddag + namiddag) versus dag 2 (voormiddag + namiddag) Voormiddag (dag + dag 2) versus namiddag (dag + dag 2) Voormiddag en namiddag afzonderlijk per observatiedag Algemeen besluit Bibliografie Bijlage: observatie-instrument voor het vijfde leerjaar... 59

7 Inleiding In dit rapport bespreken we de ontwikkeling van het instrument en de basisrapportage voor de observaties in het vijfde leerjaar. De observaties kaderen in het onderzoek naar de schoolloopbanen van kinderen doorheen het basisonderwijs (SiBO-onderzoek). Doel van dit onderzoek is de (verschillen in) ontwikkeling van leerlingen en hun schoolloopbaan vanaf het kleuteronderwijs tot het einde van de lagere school te beschrijven en te verklaren. Voor meer uitleg over de doelstellingen van het SiBO-onderzoek verwijzen we naar LOA-rapport nr. (Maes, Ghesquière, Onghena & Van Damme, 2002). Het observatie-onderzoek is een soort nevenproject van het grootschalige SiBO-onderzoek, aangezien observaties oorspronkelijk niet waren opgenomen in de planning. Voor de observaties in het vierde leerjaar (schooljaar ) werd een samenwerkingsverband opgericht tussen de Hogeschool-Universiteit Brussel (Pragodi), Katholieke Hogeschool Mechelen (Lerarenopleiding Bachelor Leraar Lager Onderwijs) en het Steunpunt SSL (Steunpunt Studieen Schoolloopbanen van onder meer het Centrum voor Onderwijseffectiviteit en evaluatie van de KULeuven). Voor meer uitleg zie SSL-rapport nr. SSL/OD/ (Goossens et al., 2009) en SSL-rapport nr. SSL/OD/ (Moens, Smits, Van Droogenbroeck & Van Damme, 2009). In het vijfde leerjaar (schooljaar ) ging het om een samenwerkingsverband tussen het Steunpunt SSL en de XIOS Hogeschool Limburg. De hogescholen werkten mee aan de observaties in het kader van een Project Wetenschappelijk Onderzoek (PWO). Het doel van de observaties in het vijfde leerjaar is gelijkaardig aan het doel van de observaties die door SiBO werden uitgevoerd in de derde kleuterklas (cfr. LOA-rapport 20 en LOA-rapport 23) en het vierde leerjaar (cfr. SSLrapport 9 en SSL-rapport 20). Heel wat klasaspecten worden reeds bevraagd in leerkrachtenvragenlijsten van het SiBO-onderzoek, maar aangezien de antwoorden vermoedelijk sterk beïnvloed worden door sociale wenselijkheid en gezien niet alle nuttige informatie via een vragenlijst verzameld kan worden, is het interessant om deze informatie aan te vullen en/of te verifiëren met informatie verkregen via observaties. Er kan zo ook bijkomende informatie worden verkregen over de verschillende thema s van het Gelijke-OnderwijsKansenbeleid. Het huidige observatie-instrument is een aanpassing van het observatie-instrument dat binnen het SiBO-onderzoek ontwikkeld werd voor het vierde leerjaar, dat reeds een bewerking was van het observatie-instrument voor de derde kleuterklas. Dit observatie-instrument is hiermee aan zijn derde versie toe en werd aangepast voor optimaal gebruik in het vijfde leerjaar, met eigen accenten van de onderzoekers van de XIOS Hogeschool Limburg. In het voorliggende rapport zullen we de volledige ontwikkeling en de aanpassingen ten opzichte van het voorgaande instrument bespreken. Aangezien deze observaties kaderen in een longitudinaal onderzoek, is het aangewezen om de variabelen en schalen zoveel mogelijk gelijk te houden over de jaren heen, zodat vergelijking van de gegevens binnen het SiBO-onderzoek in zekere mate mogelijk blijft. EFFECT Bij de observaties in het vijfde leerjaar ( ) plaatsten we gedeeltelijk dezelfde variabelen centraal als bij die in het vierde leerjaar: Bevorderen van het leerproces, Duidelijkheid van instructie, Leerkrachtstijl, Klasklimaat en Klasmanagement. In tal van onderzoeken komen deze immers naar voor wanneer het gaat over de kwaliteit van het onderwijs. De specifieke aandachtspunten van de XIOS Hogeschool Limburg verschillen slechts in geringe mate van deze van de Katholieke Hogeschool Mechelen (KHM) en de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB), die met gegevens uit het vierde leerjaar werkten. Wel werd het interview met de leerkrachten in verband met zorg niet meer opgenomen, maar vervangen door een meer uitgesproken aandacht voor enkele GOK-thema s. Er werd uitdrukkelijk rekening gehouden met de bekommernissen van de Minister van Onderwijs voor Gelijke OnderwijsKansen, zoals meer diversiteit in de nieuwe basiscompetenties, maar ook met de talenbeleidsnota. Daarom wordt extra aandacht besteed aan Diversiteit en Differentiatie, maar ook aan de kwaliteit van taalonderwijs, vooral voor leerlingen met een taalachterstand. We maakten daarom van woordenschatonderwijs een onderzoeksthema. Voor lerarenopleidingen is het interessant te weten hoe het er in de klaspraktijk aan toe gaat, zodat men de opleiding er beter kan op afstemmen. Het concreet maken van didactische termen zoals leerkrachtstijl, 5

8 klasmanagement, e.d. is een bijkomend nut voor hogescholen. Het maakt deze variabelen duidelijker voor studenten, zij krijgen een hulpmiddel aangereikt om de concepten en de interacties in een klas/school (waarmee zij tijdens de lessen vakdidactiek, opvoedkunde, psycho-pedagogische vaardigheden, agogische vaardigheden e.d. in contact komen) te observeren en om de onderwijsmethode in een klas in kaart te brengen. Bovendien laat het gebruik van het observatie-instrument toe studenten op een zeer gerichte en concrete wijze te coachen bij het aanleren van een bepaalde leerkrachtstijl (bv. tijdens stages). Het observatie-instrument belicht namelijk verscheidene aspecten van de totale leerkrachtstijl en aan de hand van concreet geformuleerde items kunnen studenten leerkrachten observeren en vervolgens via reflectiemomenten nagaan in welke mate zij zelf voldoen aan deze criteria. Indien ze bijvoorbeeld onvoldoende gevoelig blijken te zijn voor de belevingswereld van leerlingen of te complexe instructies geven, kunnen zij gebruik maken van de items om zo stilaan hun pedagogische vaardigheden te verbeteren.

9 . Onderzoeksopzet In dit hoofdstuk komt eerst de ontwikkeling van het observatie-instrument en de operationalisatie van de variabelen aan bod. Vervolgens wordt de dataverzameling verder toegelicht, met de proefgroep en de observatoren.. Procedure van het onderzoek Het observatie-instrument bestaat uit verschillende schalen die gedurende twee observatiedagen gescoord worden. De meeste schalen werden overgenomen uit de observatiestudie van het SiBO-onderzoek in de derde kleuterklas en het vierde leerjaar. Informatie over het tot stand komen van de verschillende observatie-instrumenten in de derde kleuterklas en het vierde leerjaar vindt u in LOA-rapport 20 (Van Heddegem, Gadeyne, Vandenberghe, Laevers & Van Damme, 200) en SSL-rapport nr. SSL/OD/ (Goossens et al., 2009). Voorafgaand aan de uiteindelijke observaties in de klassen van het vijfde leerjaar, werden eveneens trainingsdagen georganiseerd. Hiervoor werden twee draaiboeken ontwikkeld, één voor onderwijsdeskundigen en één voor studenten lerarenopleiding (Meer informatie over de verschillende soorten observatoren vindt u in punt..3). Op deze manier kon men rekening houden met de voorkennis van de observatoren met betrekking tot begrippen uit het ervaringsgericht onderwijs en de wijze waarop deze dienen te worden gescoord. Om in te spelen op het specifieke curriculum van de studenten werden eveneens verschillende scenario s uitgewerkt voor trainingsdagen in de verschillende hogescholen. Voor het inoefenen van een aantal schalen werd gebruik gemaakt van videomateriaal. Daarnaast werd aan de studenten een bundel met algemene richtlijnen meegegeven samen met een document dat de belangrijkste praktische zaken beschrijft. De trainingen werden georganiseerd op verschillende plaatsen in Vlaanderen en duurden steeds een volledige dag. De eigenlijke observaties vonden plaats in de periode tussen de krokus- en de paasvakantie Onderwijsdeskundigen, hogeschoolstudenten en docenten observeerden gedurende twee volledige dagen in 27 klassen aan de hand van de ontwikkelde observatieschalen..2 Operationalisatie van de variabelen In overeenstemming met de observaties die werden uitgevoerd in de derde kleuterklas en het vierde leerjaar, werd voor het uitvoeren van observaties in het vijfde leerjaar een observatie-instrument ontwikkeld dat deels gebaseerd is op het conceptueel kader van het ervaringsgericht onderwijs. Met het oog op continuïteit binnen het onderzoek werden de meeste schalen uit het instrumentarium van het vierde leerjaar overgenomen in het huidige observatieinstrument. Meer specifiek is dit het geval voor de schalen Betrokkenheid, Leerkrachtstijl, Klasklimaat, Bevorderen van het leerproces, Duidelijkheid van instructie en Klasmanagement. Voor uitgebreide informatie over de theoretische achtergrond, de opbouw en de validering van deze schalen verwijzen we naar het LOAonderzoeksrapport nr. 20 (Van Heddegem et al., 200) en SSL-rapport nr. OD/ (Goossens et al., 2009). De overige schalen van het huidige observatie-instrument zijn recent ontwikkeld (Aandacht voor woordenschatonderwijs) of bouwen voort op schalen gebruikt in de derde kleuterklas (Aandacht voor differentiatie en Leren omgaan met diversiteit). Deze laatste schalen komen uitgebreider aan bod. In wat volgt bespreken we kort de ontwikkeling en inhoud van elke observatieschaal. 7

10 .2. Betrokkenheid Naar analogie met het meten van kleuterbetrokkenheid, ontwikkelde Laevers in 997 een scanningprocedure om betrokkenheid na te gaan bij leerlingen van de lagere school. De Leuvense Betrokkenheidschaal is een vijfpuntenschaal (zie tabel ) met een interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van 0.8 in een onderzoek in 2 lagere scholen (Laevers & Laurijssen, 200, p. 37 3). De scanningprocedure van betrokkenheid, waarbij een twaalftal leerlingen via toevalstrekking worden geselecteerd, vraagt 25 minuten tijd. De scanning dient wel meerdere malen te gebeuren (vier keer in het totaal) om een goed en betrouwbaar zicht te krijgen op de betrokkenheid van leerlingen. Tabel Omschrijving schaalwaarden scanningsformulier betrokkenheid NIVEAUS OMSCHRIJVING Niveau Niveau 2 Niveau 3 Niveau Niveau 5 Geen activiteit: volledig afgehaakt - dromen - prullen - tijdvullend niet-functioneel gedrag Vaak onderbroken activiteit: activiteit met frequente onderbreking (prullen, dromen, niets doen) +/- aangehouden activiteit: er is activiteit, maar zonder echte concentratie niet intens bezig, oppervlakkig Activiteit met intense momenten: duidelijk momenten van concentratie en intense mentale activiteit Aangehouden intense activiteit: nagenoeg doorlopend sterk geconcentreerd - volkomen opgeslorpt.2.2 Leerkrachtstijl De schaal rond leerkrachtstijl gaat na op welke manier een leerkracht optreedt en tussenkomt. Het gaat hierbij om vormelijke kenmerken als de houding en de mimiek, de toon waarop iets gezegd wordt en de woordkeuze, maar uiteraard ook over de inhoud zelf van een tussenkomst. Bij de leerkrachtstijl kan men drie dimensies onderscheiden. De eerste dimensie, Stimulerend tussenkomen, gaat over tussenkomsten die de activiteit verrijken, waardoor deze intenser en boeiender wordt. Nodigt de leerkracht kinderen op een levendige manier uit om zich te uiten en over hun ervaringen te vertellen? (communicatie-stimulerend) Geeft de leerkracht bij activiteiten (open) impulsen, hints, waardoor de kinderen voor een langere tijd gemotiveerd aan de slag zijn? (actie-stimulerend) Brengt de leerkracht informatie aan, geeft hij/zij toelichting en stelt hij/zij vragen op een manier die de kinderen boeit en aan het denken zet? (denken-stimulerend) Tabel 2 Items van de schaal Leerkrachtstijl dimensie Stimulerend tussenkomen NEGATIEVE LADING POSITIEVE LADING - Introduceert activiteiten op een weinig motiverende wijze - Vertelt/brengt informatie op een wijze die niet aanspreekt - Geeft geen of niet-effectieve impulsen tot communicatie - Geeft geen of niet-effectieve impulsen tot taakgericht bezig zijn - Geeft geen of niet-effectieve impulsen tot denken - Introduceert activiteiten op een motiverende wijze - Vertelt/brengt informatie op een boeiende manier - Nodigt op een levendige manier uit tot communicatie - Geeft impulsen die effectief aanzetten tot taakgericht bezig zijn - Lokt denkactiviteiten uit met rake vragen en commentaren De tweede dimensie, Gevoeligheid voor beleving, groepeert tussenkomsten die getuigen van aanvaarding en begrip voor de basisbehoeften en gevoelens van kinderen. Ervaren de kinderen dat de leerkracht hen au sérieux neemt en hen als volwaardige personen respecteert? Heeft de leerkracht oog voor hun behoefte aan aandacht? 8

11 Vinden kinderen warmte, genegenheid en zorg bij de leerkracht? Tabel 3 Items van de schaal Leerkrachtstijl dimensie Gevoeligheid voor beleving NEGATIEVE LADING POSITIEVE LADING - Stelt zich boven de leerling, respecteert hem/haar niet - Negeert nood aan aandacht - Stelt zich koel/afstandelijk, niet-aanvaardend op - Bekritiseert en ontmoedigt - Schept geen duidelijkheid, laat in het ongewisse - Leeft zich niet in in gevoelens en emoties - Neemt de leerling au sérieux, toont respect - Geeft vaak individuele aandacht - Toont warmte/affectie, acceptatie - Bevestigt de leerling in zijn persoon of kunnen - Geeft duidelijkheid over situatie en verwachtingen - Toont begrip voor beleving en emoties Bij de derde dimensie, Autonomie verlenen, let de observator op tussenkomsten waarin op een positieve manier wordt ingespeeld op de initiatieven die kinderen nemen en hun inbreng wordt mogelijk gemaakt. Geeft de leerkracht ruimte aan kinderen om activiteiten te kiezen die hen aanspreken en respecteert hij/zij de keuzes die ze maken of de wensen die ze uitdrukken? Krijgen kinderen de ruimte om zelf te bedenken hoe ze bij een activiteit tewerk zullen gaan en om te experimenteren? Wordt hen de kans geboden om een 'eigen' product te maken en mogen ze zelf aangeven wat voor hen af is? Tabel Items van de schaal Leerkrachtstijl dimensie Autonomie verlenen NEGATIEVE LADING POSITIEVE LADING - Gaat niet in op wat leerlingen als interesse aangeven - Laat in activiteiten niet afwijken van de voorziene werkwijze - Laat de leerling niet mee bepalen wanneer iets af is - Beluistert wat leerlingen willen en gaat in op hun suggesties - Geeft ruimte om te experimenteren, een eigen weg te volgen - Geeft verantwoordelijkheid voor kwaliteit van het eindproduct - Dringt regels en afspraken op zonder toe te lichten - Beluistert leerlingen niet bij het oplossen van conflicten - Betrekt leerlingen in het bepalen en hanteren van regels en afspraken - Betrekt leerlingen bij het uitklaren van conflicten Laevers ontwikkelde ook een syntheseformulier waarop na afloop van de observaties op basis van de geregistreerde interacties, per dimensie een algemene (globale) score moet worden toegekend op een zevenpuntenschaal (zie tabel 5). 9

12 Tabel 5 Syntheseformulier Leerkrachtstijl. Stimulerend tussenkomen [omcirkel het passende cijfer] Komt uitgesproken routineus over, voelt helemaal niet aan wat leerlingen interesseert, stemt zich in tussenkomsten helemaal niet af op het ontwikkelingsniveau, ontneemt kansen tot zinvolle communicatie, activiteit en denken, laat door dit alles een uitgesproken schoolse indruk na. Komt eerder routineus over, voelt niet echt aan wat leerlingen interesseert, stemt zich niet echt af op het ontwikkelingsniveau van leerlingen, maakt niet echt gebruik van kansen tot zinvolle communicatie, activiteit en denken en laat door dit alles globaal een eerder schoolse indruk na. Komt op een eerder levendige manier tussen, voelt aan wat leerlingen kan boeien, sluit goed aan bij het ontwikkelingsniveau van leerlingen, zet aan tot zinvolle communicatie, activiteit en denken en laat door dit alles globaal een stimulerende indruk na. Komt op een enthousiasmerende manier tussen, voelt perfect aan wat leerlingen kan boeien, sluit goed aan bij het ontwikkelingsniveau van leerlingen, prikkelt voortdurend tot communicatie, activiteit en denken en laat door dit alles globaal een zeer stimulerende indruk na. 2. Gevoeligheid voor beleving [omcirkel het passende cijfer] In de tussenkomsten overheerst een negatieve toon, een niet accepterende instelling, soms irritatie, een opvallend gebrek aan inleving in de gevoelens en noden van leerlingen (de nood aan respect, aan aandacht en affectie, de nood aan duidelijkheid en bevestiging, nood aan begrip voor emoties). De tussenkomsten zijn eerder afstandelijk, met een eerder geringe mate van aanvaarding en inleving in de gevoelens en noden van leerlingen (de nood aan respect, aan aandacht en affectie, de nood aan duidelijkheid en bevestiging, de nood aan begrip voor emoties). De tussenkomsten zijn positief gekleurd en getuigen van een overwegend aanvaardende instelling en van inleving in de gevoelens en noden van leerlingen (de nood aan respect, aan aandacht en affectie, aan duidelijkheid en bevestiging, de nood aan begrip voor emoties). De tussenkomsten zijn uitgesproken positief en getuigen van een zeer grote sensitiviteit en mate van inleving in de gevoelens en noden van leerlingen (de nood aan respect, aan aandacht en affectie, aan duidelijkheid en bevestiging, de nood aan begrip voor emoties). 3. Autonomie verlenen [omcirkel het passende cijfer] De autonomie van leerlingen wordt in grote mate ingeperkt. Uitgedrukte interesses worden genegeerd, van standaard werkwijze mag niet worden afgeweken, het resultaat moet precies aan het model beantwoorden, regels en afspraken worden opgedrongen of conflicten zonder overleg opgelost. De autonomie van leerlingen wordt in zekere mate ingeperkt. Uitgedrukte interesses worden uitgesteld of omgebogen, er mag nauwelijks van standaard werkwijzen worden afgeweken, van het model mag weinig afgeweken worden, regels en afspraken worden niet toegelicht of verantwoord, conflicten worden zonder veel overleg opgelost. Leerlingen krijgen enigszins de ruimte om zich te manifesteren. Uitgedrukte interesses worden enigszins meegenomen, er wordt eerder soepel omgegaan met werkwijzen en afwerking, leerlingen hebben een zekere inbreng bij het stellen van regels en maken van afspraken of krijgen toelichting en conflicten worden eerder in overleg opgelost. Leerlingen krijgen zeer uitdrukkelijk de ruimte om zich te manifesteren: de eigen interesses kunnen aan bod komen, experimenteren wordt aangemoedigd, leerlingen bepalen wat ze als af beschouwen, regels en afspraken komen in overleg tot stand of worden toegelicht, conflicten worden in dialoog opgelost..2.3 Klasklimaat Het klimaat dat heerst in een klasgroep wordt omschreven aan de hand van vier dimensies: Sfeer, Relaties tussen de leerlingen, Relatie met de leerkracht en Structuur en regels. Elke dimensie wordt geconcretiseerd in een aantal items. Naar aanleiding van de observaties in het vierde leerjaar werd de schaal voor het vierde leerjaar echter aangepast. Uit de factoranalyse bleken immers slechts drie dimensies te komen. De dimensie sfeer en relatie met de leerkracht werden samengenomen in één schaal. De aanpassing werd echter gedaan nadat de observaties in het vijfde leerjaar plaatsvonden. In het vijfde leerjaar werd dan ook de de oorspronkelijke schaal Klasklimaat met zijn 0

13 vier subschalen opgenomen in het observatie-instrument. Een nieuwe factoranalyse zal uitwijzen of aanpassing nodig is. De eerste dimensie, Sfeer, gaat over de mate waarin men het klasleven als aangenaam ervaart, over de mate van collectief welbevinden. De items geven aan of leerlingen zich in een bepaalde klas al dan niet goed voelen in de groep. Tabel Items van de schaal Klasklimaat dimensie Sfeer LAAG - Er heerst een onrustige, gespannen sfeer in de groep met veel onnodige verplaatsingen, bewegingen en lawaai, opgehoopte energie die men ergens kwijt moet - De meeste leerlingen vertonen ontevreden of verveelde gelaatsuitdrukkingen. - De meeste leerlingen voelen zich onwennig, geremd binnen de groep: ze durven niet te antwoorden, iets te vragen of voor te stellen en zijn bang om fouten te maken of hun gedacht te zeggen. - De leerlingen beleven geen plezier aan het klasgebeuren. HOOG - Er heerst een rustige, ontspannen sfeer in de groep: het is er gezellig, alles gaat er zijn gang zonder storende bewegingen, lawaai en overlast. - De meeste leerlingen vertonen tevreden of enthousiaste gelaatsuitdrukkingen. - De meeste leerlingen voelen zich zelfzeker en op hun gemak binnen de klasgroep: ze zijn spontaan, durven te antwoorden, vragen te stellen, voorstellen te doen, of hun gedacht te zeggen. - De leerlingen beleven duidelijk plezier aan het klasgebeuren. De tweede dimensie gaat over de relaties tussen de kinderen en verwijst naar de wijze waarop de kinderen met elkaar omgaan en de kwaliteit van de relaties die ze met elkaar hebben opgebouwd. Tabel 7 Items van de schaal Klasklimaat dimensie Relaties tussen kinderen LAAG HOOG - Er zijn vaak conflicten: leerlingen zien alleen hun eigen belang, storen de anderen in hun activiteit, brengen geen geduld op, tonen zich onverdraagzaam en ruziën daarom vaak. - De leerlingen hebben geen speciale band met één of meerdere andere leerlingen, ze zoeken andere kinderen niet speciaal op, leven naast elkaar of bewaren afstand. - Ongezonde competitiviteit is duidelijk aanwezig: de sfeer wordt sterk bepaald doordat leerlingen werken voor beloningen, het beter willen doen dan de anderen, anderen geen succes gunnen, - Meerdere leerlingen zijn het slachtoffer van pestgedrag: ze worden door anderen geplaagd, belachelijk gemaakt, fysiek lastig gevallen en uit de groep gesloten. - De leerlingen gaan op een positieve manier met elkaar om: ze zoeken elkaar op, overleggen, bieden elkaar hulp, zijn verdraagzaam. - Je merkt dat de meeste leerlingen met één of meerdere kinderen een band hebben opgebouwd, zich goed voelen bij elkaar. Tijdens het samenwerken is er sprake van nabijheid (dicht bij elkaar zijn, naar elkaar toe leunen, ) - Onder de leerlingen is er geen ongezonde competitie: individuele prestaties staan los van die van anderen, gegeven antwoorden of de kwaliteit van werkjes zijn geen aanleiding tot neerkijken op anderen. - In de groep krijgt pestgedrag geen kans: leerlingen nemen het spontaan op voor wie minder assertief is, er anders uitziet, voor wie niet voor zichzelf kan opkomen, De derde dimensie, Relatie met de leerkracht, verwijst naar de manier waarop de leerkracht en de kinderen met elkaar omgaan en naar de kwaliteit van die relatie. Tabel 8 Items van de schaal Klasklimaat dimensie Relatie met de leerkracht LAAG HOOG - De meeste leerlingen richten zich niet of zelden tot de leerkracht: ze stellen geen vragen, roepen haar/zijn hulp niet in, komen niet tussen om hun gedacht te zeggen, suggesties te geven en tonen niet spontaan hun werk. - De leerlingen stellen zich sterk afhankelijk op tegenover de leerkracht: ze vragen constant om haar/zijn aandacht, ze roepen voortdurend haar/zijn hulp in, willen weten of ze goed bezig zijn. - Leerlingen en leerkracht hebben geen affectieve band met elkaar: er is duidelijk een afstand tussen beide. Emoties komen in de communicatie niet aan bod. - De leerkracht richt zich slechts tot enkele leerlingen: er zijn weinig kinderen aan wie ze aandacht geeft en die kansen krijgen om te antwoorden, opdrachten uit te voeren of aan een gesprek deel te nemen. - De meeste leerlingen betrekken de leerkracht bij wat hen bezig houdt: ze stellen vragen, roepen haar/zijn hulp in bij een probleem of tonen spontaan hun werk. - De leerlingen voelen zich zelfzeker: ze zijn niet voortdurend afhankelijk van instructies, aanmoediging en bevestiging maar nemen zelf initiatief en kunnen op eigen benen staan. - De meeste leerlingen hebben een vertrouwensband met de leerkracht: Er is nabijheid, ze kunnen op elkaar rekenen, emoties (blijdschap, trots, verdriet) worden met elkaar gedeeld. - De leerkracht heeft meestal oog voor alle kinderen: hij/zij zorgt ervoor dat alle kinderen kansen krijgen om te antwoorden of opdrachten uit te voeren of aan een gesprek deel te nemen.

14 Het klimaat wordt bepaald door de mate waarin het klasleven een vlot verloop kent en meer bepaald door de wijze waarop leerlingen omgaan met structuur en regels. Hiernaar wordt gepeild in de vierde dimensie, Structuur en regels. Tabel 9 Items van de schaal Klasklimaat dimensie Structuur en regels LAAG - De leerlingen tornen voortdurend aan de groepsregels en proberen uit hoe ver ze kunnen gaan. - De leerkracht moet voortdurend tot stilte en aandacht aanmanen zonder veel effect. - De leerkracht moet de leerlingen vaak aanzetten om aan het werk te gaan, hun opdrachten af te werken en moet eerder gegeven instructies vaak herhalen. HOOG - De leerlingen respecteren de groepsregels (bijv. regels omtrent opbergen van materiaal, elkaar laten uitpraten, ). - De leerkracht moet maar zelden tot stilte en aandacht aanzetten. - De leerlingen gaan meteen aan de slag, voeren taken uit overeenkomstig de instructies en werken hun opdrachten af..2. Bevorderen van het Leerproces De items van de schaal over het bevorderen van het leerproces moeten een idee geven van de manier waarop een leerkracht het leerproces van de leerlingen vlotter tracht te laten verlopen. Eén van de belangrijkste doelen van het onderwijs is kinderen in staat te stellen te leren. Een leerkracht kan op verschillende manieren dat leren, dat een proces is, bevorderen. Hij/zij kan dat doen door onderwijsleergesprekken te voeren, door specifieke vragen te stellen, door aan te sluiten bij de leefwereld van de kinderen, e.d. De negen items van deze schaal peilen naar de acties die de leerkracht voor onderneemt. Tabel 0 Items van de schaal Bevorderen van het leerproces LAAG - De leerkracht zet de leerlingen regelmatig aan het werk zonder er een degelijke uitleg bij te geven. - De leerkracht geeft instructies zonder de voorkennis en/of informele kennis van leerlingen te activeren. - Er is weinig ruimte voor onderwijsleergesprekken die de leerlingen uitdagen om kritisch over de leerstof na te denken. - De leerkracht hecht het meest belang aan het juiste resultaat. De oplossingsstrategieën worden niet besproken. - De leerkracht stelt voornamelijk gesloten vragen, laat één leerling te snel antwoorden of richt zijn/haar vraag naar één leerling waardoor overige leerlingen niet worden aangezet tot nadenken. - De leerkracht moedigt leerlingen niet aan om elkaar vragen te stellen en om elkaar hun begrip van/opvattingen over bepaalde onderwerpen uit te leggen. - De leerkracht moedigt de leerlingen niet aan om te reflecteren over de oplossingen/antwoorden die zij gaven op problemen of vragen - De leerkracht remt het denkproces van leerlingen door niet of ongepast te reageren op hun antwoorden. - De leerkracht houdt geen rekening met wat leeft bij de leerlingen. HOOG - Alvorens de leerlingen aan een opdracht beginnen (individueel, in groep, ), geeft de leerkracht steeds een duidelijke en gerichte uitleg. - Tijdens de instructie activeert de leerkracht de voorkennis en/of informele kennis van de leerlingen. - Er wordt voldoende tijd besteed aan het voeren van onderwijsleergesprekken, om zo inzichten bij leerlingen te bevorderen en hen kritisch over de leerstof te laten nadenken. - De leerkracht helpt de leerlingen om probleemoplossings- en metacognitieve strategieën te ontwikkelen. De leerkracht zet de leerlingen aan tot nadenken over oplossingsstrategieën. - De leerkracht kan op zodanige wijze vragen stellen dat het denkproces van elke leerling wordt geactiveerd (vb.: vooral open vragen stellen, enkele seconden denkpauze inlassen, vragen doorspelen, ) - De leerkracht moedigt leerlingen aan om elkaar vragen te stellen en om elkaar hun begrip van/opvattingen over bepaalde onderwerpen uit te leggen. - De leerkracht vraagt de leerlingen te reflecteren over de oplossingen/antwoorden die zij gaven op problemen of vragen. - De leerkracht reageert steeds gepast op antwoorden van de leerlingen (vb.: doorvragen, doorspelen van een antwoord, bekrachtigen, ) - De leerkracht weet zich te verplaatsen in de leefwereld van de leerlingen. Hij/zij gebruikt verrassende voorbeelden die de leerlingen aanspreken. 2

15 .2.5 Duidelijkheid van instructie De mate waarin de instructies van een leerkracht duidelijk zijn, kan geobserveerd worden aan de hand van twee elementen. Enerzijds kan gepeild worden naar de kwaliteit van de door de leerkracht gegeven instructies (bv. zijn ze begrijpbaar voor de leerlingen, zijn ze volledig), anderzijds kan worden nagegaan in welke mate de leerkracht rekening houdt met bepaalde didactische principes bij het geven van instructies (bv. herhaling, activering van voorkennis). In onderstaande schaal worden beide aspecten van de duidelijkheid van instructie opgenomen. We observeren zeven items. Tabel Items van de schaal Duidelijkheid van instructie LAAG - De leerkracht start de les zonder het doel ervan te verduidelijken. - Het mondelinge taalgebruik van de leerkracht tijdens het geven van instructies is complex en moeilijk begrijpbaar voor de leerlingen (gebruikt te moeilijke woorden of ingewikkelde zinsconstructies) - De instructies van de leerkracht zijn regelmatig onvolledig of onduidelijk. - De leerkracht maakt geen gebruik van voorbeelden of visuele voorstellingen om de instructies te verduidelijken. - De leerkracht maakt geen gebruik van herhaling om belangrijke principes aan te leren. - De overgang naar een nieuw onderwerp wordt niet expliciet aangegeven door de leerkracht. - Er is geen differentiatie naar instructie. HOOG - Aan het begin van een les verduidelijkt de leerkracht het doel van de les en wat de leerlingen hieruit zullen leren. - Bij het geven van instructies is het mondelinge taalgebruik van de leerkracht steeds eenvoudig en goed begrijpbaar. - De instructies van de leerkracht zijn altijd volledig en worden altijd helder geformuleerd. - De instructies worden ondersteund met levendige beelden en/of voorbeelden. - De leerkracht herhaalt regelmatig de belangrijkste principes van een les. - De leerkracht maakt de leerlingen attent op de overgang naar een nieuw onderwerp of nieuwe activiteit (binnen een les of bij de overgang naar een ander vak). - Er wordt gedifferentieerd naar instructie. Vanaf de aanvang van de instructie houdt de leerkracht rekening met de verschillen tussen de leerlingen..2. Klasmanagement Met de schaal Klasmanagement verzamelen we allerlei gegevens in verband met de manier waarop een leerkracht zijn/haar klas runt. De geselecteerde items hebben betrekking op de inrichting van de klas, de mate waarin de leerkracht zorgt voor routines en afspraken voor de kinderen, het benutten van de leertijd en de manier waarop de leerkracht reageert op storend gedrag. Tabel 2 Items van de schaal Klasmanagement LAAG - De klasinrichting is gericht op individueel werken. - Er zijn geen rijk uitgebouwde hoeken zichtbaar in het klaslokaal. - Het is voor de leerlingen niet mogelijk om zelfstandig het benodigde materiaal te nemen. - Aan de reacties van de kinderen kan je merken dat er geen duidelijke structuur is in het verloop van de activiteiten. De leerlingen vragen regelmatig wat de volgende activiteit inhoudt. - Tijdens het verloop van de les komt tot uiting dat de leerlingen niet weten welk gedrag er van hen verwacht wordt tijdens verschillende situaties (vb.: tijdens een klassikale les eerst vinger opsteken als je iets wilt zeggen, tijdens groepswerk mag er overlegd worden, ) - Door een slechte organisatie gaat er veel tijd van de les verloren aan niet-taakgerichte handelingen. (vb.: het klaarleggen en opruimen van lesmateriaal, lang wachten op hulp en begeleiding van de leerkracht, ) - De leerkracht reageert niet of reageert ongepast op wangedrag. HOOG - De klasinrichting is gericht op coöperatief werken. - In de klas zijn duidelijk rijk uitgebouwde hoeken zichtbaar. - De leerlingen hebben vlot toegang tot het nodige materiaal (vb.: bij oefeningen, zelfstandig werk, ) - Uit het gedrag van de kinderen blijkt dat er sprake is van een duidelijke structuur in het verloop van de activiteiten. De opeenvolging van de activiteiten is gekend door de leerlingen. - Uit het gedrag van de leerlingen blijkt dat er duidelijke afspraken werden gemaakt en routines werden opgebouwd over hoe lang en wanneer de leerlingen mogen praten, wanneer ze mogen opstaan en rondlopen in de klas, - De voorziene tijd voor een les wordt optimaal benut. (vb.: de les begint en eindigt op tijd, er zijn geen lange wachtrijen bij het bureau van de leerkracht, ) - De leerkracht corrigeert wangedrag met maatregelen die passen bij de ernst van het wangedrag. 3

16 .2.7 Aandacht voor differentiatie Naast de hierboven genoemde schalen die onveranderd blijven in vergelijking met de observaties in het vierde leerjaar, worden enkele schalen uit het onderzoek van de derde kleuterklas aangepast, die niet aan bod kwamen in het vierde leerjaar. Voor de uitwerking van de schaal rond differentiatie baseren we ons op het LOA-rapport nr. 23 (Van Heddegem, Laevers & Van Damme, 200). De basisdefinitie van differentiatie differentiëren als het ondernemen van verschillende maatregelen met als doel recht te doen aan de individuele verschillen tussen kinderen/leerlingen blijft het uitgangspunt. Met de schaal die gebruikt werd in de derde kleuterklas werd onder meer gepeild naar de mate waarin de juf of meester differentieert naar ontwikkelingsniveau, interesses, tempo en instructies. Deze items blijven ongewijzigd en vormen de eerste vier items van de schaal Aandacht voor differentiatie. Item 5 maakt bijkomend het onderscheid tussen differentiatie vertrekkend vanuit bestaande leermiddelen versus differentiatie waarbij men vertrekt vanuit de (zorg)vraag van de leerling. Dit item wordt toegevoegd omdat wij differentiëren, net zoals Heylen et al. (200), zien als het aanbod van de klas/de school aanpassen aan de mogelijkheden en behoeften van de kinderen en niet andersom. Met dit item peilen we of de leerkracht differentieert vanuit het basis-extra-model of vertrekt vanuit de zorgvraag van de leerling. Wanneer we bij het differentiëren vertrekken vanuit de zorgvraag van de leerling, hebben we immers veel meer kans om zorg op maat te realiseren. Met de schaal die gebruikt werd in de derde kleuterklas werd ook gepeild naar de afstemming van het aanbod op kleuters met speciale behoeften. Deze items worden licht aangepast in de schaal voor het vijfde leerjaar. In item wordt de opsomming van mogelijk materiaal vervangen door concreet materiaal. In item 7 wordt variatie in het dagschema vervangen door het nemen van speciale maatregelen, wat onder andere kan slaan op specifieke maatregelen binnen, maar ook buiten de klas. Het gaat hier vooral over het gegeven dat er specifieke inspanningen gedaan worden om aan de zorgvraag van de leerling tegemoet te komen. Tabel 3 Items van de schaal Aandacht voor differentiatie LAAG - Kinderen krijgen gelijkaardige taken. Er is geen sprake van verscheidenheid in de activiteiten naar moeilijkheidsgraad - Er wordt geen rekening gehouden met de interesses van de kinderen. Er zijn geen verschillen in de activiteiten naar inhoud. - De tijd om een taak te voltooien is voor alle kinderen gelijk. Er is geen verschil in de activiteiten naar tempo. - Kinderen krijgen eenzelfde instructie. Er zijn geen verschillen naar instructie. - De leerkracht vertrekt bij de binnenklasdifferentiaite vanuit bestaande methodes. De leerkracht maakt bijvoorbeeld gebruik van een basis-extra model om te komen tot differentiatie. - Er is geen materiaal in de klas aanwezig dat afgestemd is op de behoeften van individuele kinderen. - Er worden geen speciale maatregelen getroffen in de klas of in de school om tegemoet te treden aan kinderen met speciale behoeften. HOOG - Kinderen krijgen verschillende activiteiten rekening houdend met hun ontwikkelingsniveau: zwakkere kinderen krijgen gemakkelijkere taken, sterkere kinderen moeilijkere taken. - Kinderen krijgen verschillende activiteiten rekening houdend met hun interesses. - Kinderen krijgen verschillende activiteiten rekening houdend met hun tempo: kinderen die met hun taak sneller klaar zijn dan anderen krijgen andere, extra taken en kinderen die traag werken krijgen de tijd hun taak af te werken. - Kinderen die meer moeite hebben met activiteiten dan de rest van de groep krijgen extra instructies van de onderwijzer(es). - De leerkracht vertrekt bij de binnenklasdifferentiatie vanuit de behoeften van het kind. De leerkracht maakt bv. gebruik van organisatievormen zoals contractwerk, hoekenwerk, projectwerk, vrije activiteit om onderwijs op maat te realiseren. - In de klas is concreet materiaal aanwezig dat afgestemd is op de behoeften van individuele kinderen. - Er worden speciale maatregelen getroffen in de klas of in de school om tegemoet te komen aan kinderen met speciale behoeften.

17 .2.8 Leren omgaan met diversiteit Een essentieel aspect van het onderwijs op het vlak van diversiteit, is het scheppen van gelijke onderwijskansen: het ruimte geven aan en benutten van de eigen kenmerken van elke leerling. Om aandacht te besteden aan het leren omgaan met diversiteit, kan de leerkracht de lessen op verschillende manieren aanpakken. Aan de hand van de items binnen de schaal Leren omgaan met diversiteit willen we hierover meer te weten komen. We willen nagaan in welke mate de leerkracht aandacht besteedt aan het leren omgaan met diversiteit in zijn/haar eigen handelen én in welke mate er in de klasinrichting en de materialen aandacht is voor diversiteit. De schaal Intercultureel onderwijs uit het onderzoek in de derde kleuterklas vormde het uitgangspunt voor de schaal Leren omgaan met diversiteit in het vijfde leerjaar (deze schaal kwam niet aan bod in het vierde leerjaar). De items zijn voor beide schalen in zekere zin hetzelfde, de belangrijkste wijziging betreft een begripsverandering. Wanneer we de visietekst van het steunpunt Diversiteit en Leren erop nalezen zien we dat de term intercultureel onderwijs (ICO) vroeger vaak verengd werd tot etniciteit, de verschillen tussen culturen, het leren over andere culturen. Sinds 2007 spreekt men van Leren omgaan met diversiteit in plaats van Intercultureel onderwijs. De term intercultureel onderwijs legde te fel de nadruk op het verschil tussen culturen waardoor de ware betekenis van de term diversiteit verloren ging. Diversiteit betekent verscheidenheid. Mensen kunnen op heel veel vlakken van elkaar verschillen. Het is net die veelheid die we in het begrip diversiteit willen inbouwen. Onder diversiteit verstaan we dus niet alleen verschillen in huidskleur, taal, levensstijl of levensbeschouwing, maar zeker ook in interesses, vaardigheden, bekwaamheden, enz. Aangezien je diversiteit niet alleen in de brede samenleving aantreft, maar ook in elke school- en klaspraktijk leent de klaspraktijk zich uitstekend om te werken aan omgaan met diversiteit. Ruimte geven aan en benutten van de diversiteit van alle leerlingen in een klas zijn essentiële aspecten van gelijke onderwijskansen en dus van onderwijskwaliteit. En op die manier worden leerlingen ook voorbereid op hun bestaan in een wereld vol diversiteit later. Op het moment dat wij de schaal Leren omgaan met diversiteit ontwikkelden voor dit onderzoek, was er nog geen sprake van het screeningsinstrument DiversiteitsScreening Onderwijs (DISCO) van het steunpunt Diversiteit en Leren. Dit instrument is zeker een interessante inspiratiebron voor zij die verder onderzoek willen doen naar leren omgaan met diversiteit. De eerste vijf items hebben betrekking op de aandacht voor diversiteit in het handelen van de leerkracht. Tabel Items van de schaal Leren omgaan met diversiteit dimensie Handelen van de onderwijzer LAAG HOOG - De onderwijzer(es) geeft kinderen het gevoel dat het bij hen thuis niet is zoals het hoort door een oordeel te geven, hetgeen kinderen zeggen te negeren, te ontkennen of in twijfel te trekken, - De onderwijzer(es) besteedt geen aandacht aan de leefwereld van de kinderen tijdens klasactiviteiten en gaat niet uit van ervaringen en vaardigheden van de kinderen bij het werken aan opdrachten. - De onderwijzer(es) stelt bij groepswerk groepjes samen die homogeen zijn (mogelijke criteria zijn capaciteiten, interesses, vaardigheden, etniciteit, ) - De onderwijzer(es) biedt zelf op geen enkele wijze leerinhouden aan die de pluriforme samenleving in al haar facetten weerspiegelen en reageert ook niet op opmerkingen van de kinderen hierrond. - De onderwijzer(es) houdt zich afzijdig wanneer kinderen discriminerende uitspraken doen of discriminerend gedrag vertonen naar elkaar toe. - De onderwijzer(es) stimuleert alle kinderen om over hun eigen thuiswereld en gezinsgewoonten te vertellen en houdt rekening met de gevoelens die kinderen kunnen hebben over hun afkomst en hun familiale situatie. - De onderwijzer(es) gebruikt relevante voorwerpen uit de leefwereld en de interesses van de kinderen tijdens klasactiviteiten, maakt doelbewust gebruik van de gemeenschappelijke interesses van de kinderen en stimuleert kinderen om hun ervaringen en vaardigheden die ze buiten de school hebben opgedaan, ook in te zetten in de klas bij het werken aan opdrachten. - De onderwijzer(es) stelt bij groepswerk groepjes samen die heterogeen zijn (mogelijke criteria zijn capaciteiten, interesses, vaardigheden, etniciteit, ) - De onderwijzer(es) biedt zelf (leer)inhouden aan die de pluriforme samenleving in al haar facetten weerspiegelen, stelt open vragen die diversiteit incorporeren, en pikt in op opmerkingen van de kinderen die hierrond aanknopingspunten bieden. - In de klas worden expliciete non-discriminatieregels gehanteerd. 5

18 De laatste drie items peilen naar aandacht voor diversiteit in de klasinrichting en de materialen. Tabel 5 Items van de schaal Leren omgaan met diversiteit dimensie Klasinrichting en materialen LAAG HOOG - De klasinrichting en aankleding sluiten niet aan bij de interesses en de activiteiten van de kinderen. - De klasinrichting en aankleding bevatten vooroordelen en stereotypen. - In de klas bevindt zich geen materiaal waarmee de diversiteit aanwezig in de klas en/of de maatschappelijke diversiteit tot uiting komt. - De klasinrichting en aankleding zijn een weerspiegeling van interesses en activiteiten van de kinderen. - De klasinrichting en aankleding belichten de verscheidene leefwerelden uit de omringende omgeving en wereld met aandacht voor zowel gelijkenissen als verschillen. - Er wordt in de klas gebruik gemaakt van materiaal waarin de diversiteit aanwezig in de klas en/of de maatschappij expliciet tot uiting komt..2.9 Aandacht voor Woordenschatonderwijs Een volledig nieuwe schaal, die voor dit onderzoek werd ontwikkeld, is aandacht voor woordenschatonderwijs. In de taaldidactiek wordt uitdrukkelijk aandacht besteed aan het verklaren van mogelijk moeilijke woorden. Wanneer leerlingen een deel van de woorden die in de klas worden gebruikt niet begrijpen, heeft dat ook een negatieve invloed heeft op hun leren. Daarom is het van belang om voortdurend, ook in niet-taalvakken, de betekenis van alle woorden voor alle leerlingen duidelijk te maken en dus om aan gericht woordenschatonderwijs te doen. Uit contacten met woordenschatexperts van verschillende organisaties (o.a. het Centrum voor Taal en Onderwijs van de K.U.Leuven en de Stichting LeerplanOntwikkeling in Nederland) bleek dat een instrument om woordenschatonderricht te meten nog niet voorhanden was. De methode van de Viertakt (Van Den Nulft & Verhallen, 2002) is ontwikkeld om op een structurele manier woordenschat te onderrichten. Deze methode hebben we gebruikt als basis voor het observatie-instrument. De Viertakt-methode bestaat uit vier fasen, die een leerkracht idealiter zou doorlopen wanneer hij/zij de betekenis van een woord in de klas aan alle leerlingen duidelijk wil maken. Voorafgaand aan de verklaring, moet de leerkracht bovendien stilstaan bij de vraag welke woorden door (enkele of alle) kinderen in de klas als moeilijk ervaren kunnen worden. Een leerkracht kan woorden selecteren aan de hand van drie selectieregels, namelijk: Kies alleen die woorden die kinderen nog niet kennen en wel moeten leren. De bedoeling is de woordenschat van de kinderen uit te breiden, aan te vullen met zinvolle woorden. Let op de criteria van frequentie, nut en pregnante context. Alleen veelgebruikte woorden moeten verklaard en ingeoefend worden, niet woorden die kinderen zelden horen. Nuttige woorden zijn woorden die kinderen nodig hebben om de lesinhouden te kunnen begrijpen: ze zijn dus nuttig in termen van onderwijs. Ten slotte moeten woorden worden verklaard wanneer de context (bv. van een les) om een toelichting vraagt. Kies woorden niet los, maar met de gedachte aan netwerkopbouw. Woorden moeten in clusters worden aangeboden, zodat kinderen ze van bij aanvang aanhaken aan woorden die er vaak bij voorkomen. Als een leerkracht woorden heeft geselecteerd, volgt hij/zij de stappen van het voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren om de woordenschat van de leerlingen ook werkelijk uit te breiden. Voorbewerken: Het betrokken maken van de leerlingen. De leerkracht trekt de aandacht van de leerlingen door hen in een context te brengen waarin het woord voorkomt en die ze al ervaren hebben. Semantiseren: Het duidelijk maken van de betekenis. Hierin onderscheidt Verhallen (Van Den Nulft & Verhallen, 2002) drie stappen, nl. de drie uitjes. Bij het uitbeelden geeft de leerkracht een beeld van het te verklaren woord, onder uitleggen verstaan we een talige uitleg geven, en bij het uitbreiden wordt de betekenis van het nieuwe woord duidelijker gemaakt door het in verband te brengen met andere woorden, die relevant zijn in de context. Consolideren: Het vastzetten van de betekenis van de nieuwe woorden in het geheugen, m.a.w. veel en gevarieerd oefenen. Controleren: Het nagaan of het woord met de behandelde betekenissen verworven is, tijdens een activiteit die kan plaatsvinden lang nadat het woord voor de eerste keer werd aangebracht.

Observaties vierde leerjaar: instrumentontwikkeling en basisrapportage (schooljaar 2006-2007)

Observaties vierde leerjaar: instrumentontwikkeling en basisrapportage (schooljaar 2006-2007) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Observaties vierde leerjaar: instrumentontwikkeling en basisrapportage (schooljaar 2006-2007) E. Goossens, L. Moens, I. Van Droogenbroeck, J. Verschueren,

Nadere informatie

Observatie van het onderwijsgedrag in de basisschool : kenmerken van goed onderwijs. Observaties dag 1

Observatie van het onderwijsgedrag in de basisschool : kenmerken van goed onderwijs. Observaties dag 1 SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3000 Leuven Observatie van het onderwijsgedrag in de basisschool : kenmerken van goed onderwijs Observaties dag 1 Basisschool:... Vestiging basisschool:...

Nadere informatie

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H.

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Knipprath T Value added of primary schools with high proportions of minority

Nadere informatie

Welbevinden, betrokkenheid en leerwinst

Welbevinden, betrokkenheid en leerwinst Welbevinden, betrokkenheid en leerwinst Prof. Dr. F. Laevers Gerlinde Snoeck Els Bertrands m.m.v. Prof. Dr. W. Van den Noortgate Kwaliteit van onderwijs AANPAK PROCES EFFECT WELBEVINDEN BETROKKENHEID Omschrijving

Nadere informatie

OBSERVATIE-INSTRUMENT 4 e LEERJAAR KWALITEIT LEEROMGEVING EN AANPAK. Gelieve de bundel niet uit elkaar te halen!

OBSERVATIE-INSTRUMENT 4 e LEERJAAR KWALITEIT LEEROMGEVING EN AANPAK. Gelieve de bundel niet uit elkaar te halen! SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3000 Leuven Expertisecentrum Ervaringsgericht Onderwijs OBSERVATIE-INSTRUMENT 4 e LEERJAAR KWALITEIT LEEROMGEVING EN AANPAK Gelieve de bundel

Nadere informatie

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot 2009 G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon T lager onderwijs tot 2009 Auteurs:

Nadere informatie

CHECKLIST KLASKLIMAAT

CHECKLIST KLASKLIMAAT CHECKLIST KLASKLIMAAT I. NAAM INSTRUMENT Checklist Klasklimaat II. EIGENSCHAPPEN VAN INSTRUMENT Aard van het instrument Doelgroep Observatieschaal Basisonderwijs (kleuter- en lager), secundair onderwijs

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

ASOS - ADULT STYLE OBSERVATION SCHEDULE

ASOS - ADULT STYLE OBSERVATION SCHEDULE ASOS - ADULT STYLE OBSERVATION SCHEDULE I. NAAM INSTRUMENT ASOS - Adult Style Obsersation Schedule Begeleiderstijl / leerkrachtstijl II. EIGENSCHAPPEN VAN INSTRUMENT Aard van het instrument Doelgroep Observatieschaal

Nadere informatie

Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) ICALT. verdieping voor coach en leerkracht. leerkracht

Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) ICALT. verdieping voor coach en leerkracht. leerkracht Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) Veiliger, vraagt naar algemeenheden: basis Overzichtelijk maar te globaal Niet gedifferentieerd in niveau ICALT Meer gedetailleerd, biedt mogelijkheden tot verdieping

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL Type 1: De Docent Ik weet perfect waar ik mee bezig ben. Met mijn strakke planning zien we alle vooropgestelde leerstof, met tijd voor een herhalingsles voor elke grote toets. Er zijn duidelijke afspraken

Nadere informatie

SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs. Dekenstraat 2 B 3000 Leuven. OBSERVATIE-INSTRUMENT 1ste leerjaar KWALITEIT LEEROMGEVING EN AANPAK GOK

SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs. Dekenstraat 2 B 3000 Leuven. OBSERVATIE-INSTRUMENT 1ste leerjaar KWALITEIT LEEROMGEVING EN AANPAK GOK SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3000 Leuven OBSERVATIE-INSTRUMENT 1ste leerjaar KWALITEIT LEEROMGEVING EN AANPAK GOK Gelieve de bundel niet uit elkaar te halen! DAG 1 Identificatiegegevens

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Interactieve werkvormen in de klaspraktijk Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Lia Blaton, medewerker Onderzoek naar onderwijspraktijk In het kader van de opdracht van het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen

Nadere informatie

Een krachtige leeromgeving t.b.v. GOK. Betekenis voor betrokkenheid en leerwinst. Evelien Buyse Centrum voor ErvaringsGericht Onderwijs

Een krachtige leeromgeving t.b.v. GOK. Betekenis voor betrokkenheid en leerwinst. Evelien Buyse Centrum voor ErvaringsGericht Onderwijs Een krachtige leeromgeving t.b.v. GOK Betekenis voor betrokkenheid en leerwinst Evelien Buyse Centrum voor ErvaringsGericht Onderwijs december 2010 Situering CEGO in het GOK-verhaal Basisfilosofie NIET:

Nadere informatie

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door elk kind zich thuis te laten voelen in de klas. Respecteer de stille periode van kinderen. Geef kinderen die het nodig hebben, meer tijd om een luisteropdracht

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Onderzoek naar klas- en leerkrachtkenmerken in de basisschool: effect op taal- en rekenprestaties en schoolwelbevinden in het vierde leerjaar (schooljaar 2006-2007)

Nadere informatie

De Viertakt van Verhallen

De Viertakt van Verhallen De Viertakt van Verhallen Waarom werken met de Viertakt van Verhallen? Vooral in groep 3 leren de kinderen veel nieuwe woorden. Niet alleen tijdens het lezen, maar ook gewoon tijdens de lessen. Het is

Nadere informatie

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS CONFERENTIE STEUNPUNT GOK: De lat hoog voor iedereen!, Leuven 18 september STROOM KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen

Nadere informatie

Module 1 GOK 1 GOK. Visietekst geïntegreerd ondersteuningsaanbod GOK.

Module 1 GOK 1 GOK. Visietekst geïntegreerd ondersteuningsaanbod GOK. Module 1 GOK 1 GOK Visietekst geïntegreerd ondersteuningsaanbod GOK. Hoe wij op onze school willen werken aan gelijke kansen voor elk kind vinden we terug in ons schooleigen christelijk opvoedingsproject.

Nadere informatie

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door elk kind zich thuis te laten voelen in de klas. Geef de leerlingen de kans om spontaan te vertellen over iets dat ze leuk vinden en laat andere kinderen

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 1 (jaar 1) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Steunpunt Gelijke Onderwijskansen. Diversiteit

Steunpunt Gelijke Onderwijskansen. Diversiteit Steunpunt Gelijke Onderwijskansen Diversiteit Diversiteit Omgaan met diversiteit Leren omgaan met diversiteit in de wereld begint in de klas: verschillende onderwerpen, invalshoeken, meningen, gewoontes,

Nadere informatie

Hoe observeer je in de klas?

Hoe observeer je in de klas? Hoe observeer je in de klas? Een vliegende start Donderdag 15 oktober 2015 Rosanne Zwart Welkom en voorstellen Ik begeleid startende docenten Ik werk op een school Ik werk op een universiteit of Hogeschool

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs. Observatie-instrument schooljaar

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs. Observatie-instrument schooljaar SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3000 Leuven Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Observatie-instrument schooljaar 2002-2003 I. Van Heddegem, E. Gadeyne, N. Vandenberghe,

Nadere informatie

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Leidraad bij het stappenplan Sinds 1 september 2012 is elke school verplicht een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid te voeren. Dit

Nadere informatie

KIJKWIJZER: THUISTAAL IN EEN KRACHTIGE LEEFOMGEVING IN DE BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG i

KIJKWIJZER: THUISTAAL IN EEN KRACHTIGE LEEFOMGEVING IN DE BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG i AANBOD/EEN RIJKE OMGEVING KIJKWIJZER: THUISTAAL IN EEN KRACHTIGE LEEFOMGEVING IN DE BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG i Infrastructuur 1. Poppen-, lees-, luister-, computer-, constructie-, stempelhoek 2. De

Nadere informatie

Appendix A Checklist voor visible learning inside *

Appendix A Checklist voor visible learning inside * Appendix A Checklist voor visible learning inside * * Op www.bazalt.nl/lerenzichtbaarmaken kunt u dit formulier downloaden en vervolgens printen. Het is belangrijk dat de medewerkers van de school deze

Nadere informatie

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning Visie Aanpassingen in de gedragingen van de leerkracht Het vertalen van een politiek besluit zoals het M- decreet in de dagelijkse praktijk is geen gemakkelijke opgave. Als leerlingen met een beperking

Nadere informatie

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het SECUNDAIR ONDERWIJS

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het SECUNDAIR ONDERWIJS CONFERENTIE STEUNPUNT GOK: De lat hoog voor iedereen!, Leuven 18 september STROOM KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen

Nadere informatie

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK Krachtige leeromgeving Inbreken in de klas Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het lager onderwijs Diversiteit KVS

Nadere informatie

LEIDRAAD VOOR EEN KLASBEZOEK BIJ DE LEERKACHT BEWEGINGSOPVOEDING KLEUTER Bijlage 3 April 2012

LEIDRAAD VOOR EEN KLASBEZOEK BIJ DE LEERKACHT BEWEGINGSOPVOEDING KLEUTER Bijlage 3 April 2012 Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs Guimardstraat 1, 1040 BRUSSEL LEIDRAAD VOOR EEN KLASBEZOEK BIJ DE LEERKACHT BEWEGINGSOPVOEDING KLEUTER Bijlage 3 April 2012 Naam leerkracht Datum Klas Activiteit

Nadere informatie

Woordenschatonderwijs

Woordenschatonderwijs Woordenschatonderwijs 1 Inleiding: Aanleiding om op de Mauritsschool woordenschatonderwijs speerpunt van verbetering te maken: -we hebben te maken met tegenvallende resultaten bij dit vakgebied -kijkend

Nadere informatie

VOORBEELD. Uw lesobservatie en de leerlingvragenlijst. Naam docent: Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen

VOORBEELD. Uw lesobservatie en de leerlingvragenlijst. Naam docent: Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen Uw lesobservatie en de leerlingvragenlijst Een terugkoppeling ten behoeve van uw professionele ontwikkeling Naam docent: VOORBEELD Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen juli 2016 Inhoudsopgave Inleiding...

Nadere informatie

Nieuwsbrief STAPPENPLAN-HUISTAAKBELEID

Nieuwsbrief STAPPENPLAN-HUISTAAKBELEID STAPPENPLAN-HUISTAAKBELEID Stap 0: Stap 1: Stap 2: Hoe pak je het aan in de eigen school? (Werk voor een voorbereidend kernteam intakegesprek) Starten met een bevraging of meerdere bevragingen (bevraging

Nadere informatie

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met Doelgericht werken De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met elkaar. Wat zien en horen we als onze

Nadere informatie

ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN

ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN HULPZINNEN VOOR HET BENOEMEN VAN ONDERWIJSBEHOEFTEN VAN LEERLINGEN Deze leerling heeft een instructie

Nadere informatie

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat KIJKWIJZER PEDAGOGISCH-DIDACTISCH HANDELEN IN DE KLAS School : Vakgebied : Leerkracht : Datum : Groep : Observant : 1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat (SBL competenties 1 en 2) 1.1* is

Nadere informatie

KIJKWIJZER: THUISTAAL IN DE BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG

KIJKWIJZER: THUISTAAL IN DE BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG KIJKWIJZER: THUISTAAL IN DE BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG AANPAKFACTOR IN DE OPVANG Specificaties Specifiek toegespitst op thuistaal/thuiscultuur Aanbod / Een rijke omgeving Infrastructuur Poppen-, lees-,

Nadere informatie

Bijlage bij groepsplan begrijpend lezen

Bijlage bij groepsplan begrijpend lezen Bijlage bij groepsplan Aanpak in de klas via IGDI model Voorbereiding Start van de les: te behandelen leesstrategie op het bord, doel van de les benoemen Instructie en inoefening: 1. één strategie hardop

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven. Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Doelen Zicht op basisbehoeftes van leerlingen om gemotiveerd te kunnen werken; Zelfdeterminatietheorie

Nadere informatie

OBSERVATIE VAN LEERKRACHTSTIJL

OBSERVATIE VAN LEERKRACHTSTIJL OBSERVATIE VAN LEERKRACHTSTIJL WEETJE De manier waarop een leerkracht zich opstelt in het klasgebeuren, blijkt een grote impact te hebben op het welbevinden, de motivatie, de betrokkenheid en de prestaties

Nadere informatie

klantgerichtheid... ... klanteninzicht... ... groepsdynamica... ... omgaan met diversiteit... ... stemgebruik... ... taalvaardigheid... ...

klantgerichtheid... ... klanteninzicht... ... groepsdynamica... ... omgaan met diversiteit... ... stemgebruik... ... taalvaardigheid... ... P1 VOORBEELD OBSERVATIE-INSTRUMENT GROEP klantgerichtheid klanteninzicht groepsdynamica omgaan met diversiteit PRESENTATIE stemgebruik taalvaardigheid non-verbaal communiceren professionele houding PERSOON

Nadere informatie

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education Goos, M., Van Damme, J. Onghena, P., & Petry, K. T First-grade retention: Effects on children

Nadere informatie

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + + Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands? - + + De gebruikte methoden stellen duidelijke (toetsbare) doelen en leerlijnen voor begrijpend lezen. Zwakke lezers krijgen een aanvullend

Nadere informatie

De Gastheer/vrouw Een veilige leeromgeving

De Gastheer/vrouw Een veilige leeromgeving ; Vijf rollen van de docent De Gastheer/vrouw Een veilige leeromgeving Ontvangt de leerlingen in de les Is de docent op tijd in het lokaal, hij ontvangt de leerlingen? Heeft de docent de les voorbereid?

Nadere informatie

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Deze lijst is het onderzoekresultaat van een PWO-traject binnen de lerarenopleidingen van de KAHO Sint-Lieven,

Nadere informatie

Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier

Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier Gewenst gedrag uit zich bijvoorbeeld in 1 Interpersoonlijk competent De student toont in gedrag en taalgebruik respect Is vriendelijk

Nadere informatie

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Mentoren van Duhamel College Den Bosch (vmbo) hebben het programma Een Positieve Klas in het schooljaar 2011-2012 uitgevoerd met eerste en tweede

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

Zelfevaluatie. Inleiding:

Zelfevaluatie. Inleiding: Sabine Waal Zelfevaluatie Inleiding: In dit document heb ik uit geschreven wat mijn huidige niveau is en waar ik mij al zoal in ontwikkeld heb ten opzichte van de zeven competenties. Elke competentie heb

Nadere informatie

Zelfevaluatie-instrument MeMoQ. Dimensie 2: Betrokkenheid. Groepsopvang

Zelfevaluatie-instrument MeMoQ. Dimensie 2: Betrokkenheid. Groepsopvang Zelfevaluatie-instrument MeMoQ Dimensie 2: Betrokkenheid Groepsopvang 2016 Kind en Gezin UGent KU Leuven Citeren uit het zelfevaluatie-instrument MeMoQ kan, mits correcte bronvermelding: Declercq, B.,

Nadere informatie

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Omschrijving Verwijzing naar Doelgroep Opsteller Intern document die uitleg geeft over het activerende directe instructiemodel. Vaardigheidsmeter Betrokken

Nadere informatie

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld. Betrokkenheid Autonomie Competentie Relatie leerkracht Relatie leerlingen De behoefte aan autonomie De behoefte aan competentie De behoefte aan een goede relatie met de leerkracht De behoefte aan goede

Nadere informatie

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen Daniëlle Ramp, competentie ontwikkeling, oriënterende stage 1. Interpersoonlijk competent Contact maken Stimuleren om op een eigen manier te leren Klimaat voor scheppen 2. Pedagogisch competent Begeleiding

Nadere informatie

EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 1 PERIODE 1

EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 1 PERIODE 1 EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 1 PERIODE 1 Campus BRUGGE Student: Stageschool: Stageklas: Mentor: Aantal kleuters: Kruis in elke rij het vakje aan dat het gedrag van uw student het dichtst

Nadere informatie

kijkwijzer hoger onderwijs de les de docent taalontwikkelend lesgeven

kijkwijzer hoger onderwijs de les de docent taalontwikkelend lesgeven kijkwijzer hoger onderwijs taalontwikkelend lesgeven de docent 1. Is het taalaanbod van de docent rijk, verzorgd en afgestemd op de studenten? Zijn de formuleringen op het niveau van studenten? Drukt de

Nadere informatie

Verhogen van leerlingmotivatie. bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag

Verhogen van leerlingmotivatie. bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag Astrid van den Hurk & Kris Verbeeck Verhogen van leerlingmotivatie bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag Najaar 2013 Programma Opening en welkom Deelname

Nadere informatie

Omgaan met diversiteit als sleutelcompetentie Omgaan met diversiteit als leerkrachtencompetentie Omgaan met diversiteit als doelstelling van een

Omgaan met diversiteit als sleutelcompetentie Omgaan met diversiteit als leerkrachtencompetentie Omgaan met diversiteit als doelstelling van een I II III Omgaan met diversiteit als sleutelcompetentie Omgaan met diversiteit als leerkrachtencompetentie Omgaan met diversiteit als doelstelling van een schoolbeleid I. Omgaan met diversiteit als sleutelcompetentie

Nadere informatie

ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT

ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT - SCHOOLBROCHURE - Basisonderwijs DE LINDE, Overpelt ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT In ons Eigen opvoedingsproject (EOP) kan u lezen hoe wij als school onze opvoedingstaak zien.

Nadere informatie

Wat is voor jou ervaringsgericht werken???

Wat is voor jou ervaringsgericht werken??? Ervaringsgericht werken in de kinderopvang Wat is voor jou ervaringsgericht werken??? Ervaringsgericht is (gewoon) je proberen in te leven in de ander. Inlevend observeren Breder en nauwer kijken Negatieve

Nadere informatie

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Bij het begeleiden van leeractiviteiten kun je twee aspecten aan het gedrag van leerkrachten onderscheiden, namelijk het pedagogisch handelen en het didactisch handelen.

Nadere informatie

TEVREDENHEIDSONDERZOEK

TEVREDENHEIDSONDERZOEK verslag van het TEVREDENHEIDSONDERZOEK afgenomen in NOVEMBER 2014 Inleiding Eén keer in de twee jaar wordt er een tevredenheidsonderzoek gehouden. Ouders, leerlingen van groep 5, 6, 7 en 8 en personeelsleden

Nadere informatie

Onderwijskundige doelen

Onderwijskundige doelen Onderwijskundige doelen Het materiaal van Dit Ben Ik in Brussel beoogt vooral het positief omgaan met diversiteit. Daarom is het ook logisch dat heel wat doelen van het Gelijke Onderwijskansenbeleid aan

Nadere informatie

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van

Nadere informatie

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS CONFERENTIE STEUNPUNT GOK: De lat hoog voor iedereen!, Leuven 18 september STROOM KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen

Nadere informatie

GIBO HEIDE. pedagogisch project

GIBO HEIDE. pedagogisch project GIBO HEIDE pedagogisch project gemeenteraadsbesluit van 26 mei 2015 Het pedagogisch project is de vertaling van de visie van directie en leerkrachten die betrekking heeft op alle aspecten van het onderwijs

Nadere informatie

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas Doel Dit werkdocument is bedoeld voor scholen in het voorgezet onderwijs die een initiatief voor passend onderwijs aan het opzetten

Nadere informatie

Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten

Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten Enkele tips 1. Goed begonnen is half gewonnen! Zorg van bij het begin voor een zo open en positief mogelijke klassfeer

Nadere informatie

Competenties. van de rondleider in kunst en -historische musea. De competenties zijn verdeeld over vier hoofdcategorieën.

Competenties. van de rondleider in kunst en -historische musea. De competenties zijn verdeeld over vier hoofdcategorieën. Competenties van de rondleider in kunst en -historische musea Verwijzing naar deze lijst: Schep, M., Van Boxtel, C., & Noordegraaf, J. (2017). Competent museum guides: defining competencies for use in

Nadere informatie

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn 2015-2016 Stageopdracht Effectief leren 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Werken aan competenties... 3 Praktijkopdracht Effectief leren... 3 Bijlage 1: Beoordelingsformulier...

Nadere informatie

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK Krachtige leeromgeving Inbreken in de klas Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het lager onderwijs Diversiteit KVS

Nadere informatie

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item Integratie - Populariteit (sociale ontwikkeling) heeft

Nadere informatie

dialooghouding We stellen u onze visie even voor.

dialooghouding We stellen u onze visie even voor. schoolvisie Als katholieke basisschool willen we zorg dragen voor de opvoeding van elk kind. We zien onze school als een huis met een tuin waarin we de basis leggen voor de toekomst, om later met de beste

Nadere informatie

WAT IS DALTONONDERWIJS?

WAT IS DALTONONDERWIJS? WESTERKIM EN DALTON DALTONONDERWIJS Westerkim vindt het belangrijk rekening te houden met de mogelijkheden van het kind en de verschillen tussen kinderen. Aandacht voor ieder kind, zelfstandigheidsbevordering,

Nadere informatie

Observatiekladblok ZIEN!

Observatiekladblok ZIEN! Het observeren/ waarnemen Het observatiekladblok is een hulpmiddel in de fase van het waarnemen. Door de ZIEN! begrippen te kennen, gedrag te herkennen kun je scherper observeren. Wanneer je weet waar

Nadere informatie

Toelichting bij deze handelingssuggestie Stellingen uit de leerkracht- en leerlingvragenlijst Aanpak Leerdoelen...

Toelichting bij deze handelingssuggestie Stellingen uit de leerkracht- en leerlingvragenlijst Aanpak Leerdoelen... Welbevinden Relatie met andere kinderen INHOUD Toelichting bij deze handelingssuggestie... 1 Stellingen uit de leerkracht- en leerlingvragenlijst... 2 Aanpak... 2 Leerdoelen... 2 Pedagogische interventies...

Nadere informatie

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen Bijlage p. 1 Bijlagen Bijlage p. 2 Bijlage 1 Domeinoverschrijdende doelen - Leerplan BaO (p. 83-85) 5.2 Doelen en leerinhouden 5.2.1 Wiskundige problemen leren oplossen DO1 Een algemene strategie voor

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis Rapport Docent i360 Naam Angela Rondhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Differentiatie in 1 of 2-uursvakken

Differentiatie in 1 of 2-uursvakken Differentiatie in 1 of 2-uursvakken Arjan Goemans An Steegen AVL-nascholingen 3 februari 2016 Intro Wie differentieert al? Voor welke vakken? Inhoud vandaag Intro 1. Wat is differentiatie? omschrijving

Nadere informatie

kempelscan K1-fase Eerste semester

kempelscan K1-fase Eerste semester kempelscan K1-fase Eerste semester Kempelscan K1-fase eerste semester 1/6 Didactische competentie Kern 3.1 Didactisch competent Adaptief omgaan met leerlijnen De student bereidt systematisch lessen/leeractiviteiten

Nadere informatie

Bijzonderheden. Beroepshouding (wordt vastgesteld in overleg met de mentor) Nee/Ja. Nog niet akkoord, WPA niet verder invullen

Bijzonderheden. Beroepshouding (wordt vastgesteld in overleg met de mentor) Nee/Ja. Nog niet akkoord, WPA niet verder invullen WPA-s P1-fase, Pabo 1 1e semester Beoordelaar: leerwerkplekbegeleider (pabodocent) Naam student Student zit in leerjaar Leerwerkplekbegeleider school /klas datum Bijzonderheden Beroepshouding (wordt vastgesteld

Nadere informatie

Zelfevaluatieformulier

Zelfevaluatieformulier Zelfevaluatieformulier Verwijzing naar dit formulier: Mark Schep, Carla van Boxtel & Julia Noordegraaf (2017). Zelfevaluatieformulier voor rondleiders. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. Deze zelfevaluatie

Nadere informatie

PROCES OBSERVATIE-INSTRUMENT / BETROUWBAARHEID VAN HET INSTRUMENT

PROCES OBSERVATIE-INSTRUMENT / BETROUWBAARHEID VAN HET INSTRUMENT PROCES OBSERVATIE-INSTRUMENT / BETROUWBAARHEID VAN HET INSTRUMENT 1. OPSTELLEN OBSERVATIE-INSTRUMENT Stap 1 Voor het opstellen van het observatie-instrument hebben we in eerste instantie diverse bronnen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Visiestuk. Waarden. De waarden die ik belangrijk vind op een basisschool zijn:

Visiestuk. Waarden. De waarden die ik belangrijk vind op een basisschool zijn: Visiestuk Deze foto past bij mij omdat ik altijd voor het hoogst haalbare wil gaan. Ook al kost dit veel moeite en is het eigenlijk onmogelijk. Ik heb doorzettingsvermogen, dat heb je ook nodig bij het

Nadere informatie

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum:

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum: A Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse Naam docent: F.Kok Datum: 5-12-2013 Het Lesplan; de student; Omschrijving Bereidt zich voor op de lessen en zorgt ervoor dat alle

Nadere informatie

Zelfevaluatie-instrument MeMoQ. Dimensie 3: Emotionele ondersteuning. Groepsopvang

Zelfevaluatie-instrument MeMoQ. Dimensie 3: Emotionele ondersteuning. Groepsopvang Zelfevaluatie-instrument MeMoQ Dimensie 3: Emotionele ondersteuning Groepsopvang 2016 Kind en Gezin UGent KU Leuven Citeren uit het zelfevaluatie-instrument MeMoQ kan, mits correcte bronvermelding: Declercq,

Nadere informatie

Competenties. De beschrijvingen van de 7 competenties :

Competenties. De beschrijvingen van de 7 competenties : Inhoud Inleiding...3 Competenties...4 1. Interpersoonlijk competent...5 2. Pedagogisch competent...5 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent...6 4. Organisatorisch competent...6 5. Competent in samenwerking

Nadere informatie

Gelijke OnderwijsKansen: The game is nooit over! DOORSTROMING EN ORIËNTERING

Gelijke OnderwijsKansen: The game is nooit over! DOORSTROMING EN ORIËNTERING Gelijke OnderwijsKansen: The game is nooit over! DOORSTROMING EN ORIËNTERING DOORSTROMING EN ORIËNTERING? GROEPSOPDRACHT Heeft de beschreven schoolsituatie te maken met D&O? Zo ja, is het dan een praktijkvoorbeeld

Nadere informatie

Laat ze blinken. Lut Maes PBD GO!

Laat ze blinken. Lut Maes PBD GO! Laat ze blinken Lut Maes PBD GO! Talenten of competenties? TALENT iets wat je van jezelf heel goed kunt en niet aangeleerd werd! = aangeboren aanleg = aangeboren begaafdheid (gerelateerd aan intelligentie)

Nadere informatie

Zelfevaluatie-instrument MeMoQ. Dimensie 3: Emotionele ondersteuning. Gezinsopvang

Zelfevaluatie-instrument MeMoQ. Dimensie 3: Emotionele ondersteuning. Gezinsopvang Zelfevaluatie-instrument MeMoQ Dimensie 3: Emotionele ondersteuning Gezinsopvang 2016 Kind en Gezin UGent KU Leuven Citeren uit het zelfevaluatie-instrument MeMoQ kan, mits correcte bronvermelding: Declercq,

Nadere informatie

Visie (Pedagogisch werkplan)

Visie (Pedagogisch werkplan) Visie (Pedagogisch werkplan) Gastouderopvang De Krummeltjes stelt zich tot doel om een omgeving te bieden waarin kinderen kunnen opgroeien tot zelfstandige en evenwichtige mensen met respect voor anderen

Nadere informatie

Puberbrein als Innovatiekans. Beschrijving van de 4 basiscompetenties

Puberbrein als Innovatiekans. Beschrijving van de 4 basiscompetenties Puberbrein als Innovatiekans Beschrijving van de 4 basiscompetenties Samenwerken Plannen en organiseren Omgaan met (onverwachte) veranderingen Reflecteren Toelichting beschrijving van de basiscompetenties

Nadere informatie

Wij gaan met plezier naar school.

Wij gaan met plezier naar school. www.schoolbranst.be Wij gaan met plezier naar school. 3...onze visie Onze school is een landelijk gelegen dorpsschool, een groene school, waar we leven in verbondenheid met de natuur en met elkaar en handelen

Nadere informatie