Handleiding niveau B. week maart 2017 handleiding niveau B. pagina 1 van 7

Transcriptie

1 Handleiding niveau B Onderwerp: de Week van het geld 2017 Strategie: Verbanden (laatste keer in week 6: Freek Vonk gebeten door haai) Doel: De leerlingen kunnen vragen over verbanden in de tekst beantwoorden door te letten op signaalwoorden. Functioneringsniveau begrijpend lezen: M8 Opdracht 1 Zonder hulp: zinnen afmaken met signaalwoorden Opdracht 1 Met hulp: vragen over verbanden in de tekst beantwoorden Opdracht 2 (sleutelschema): een mindmap maken Opdracht 3: vragen over de tekst beantwoorden Opdracht 4 (extra opdracht): debatteren Groepen: deel de leerlingen in drie groepen in, bijvoorbeeld op basis van de resultaten van de laatst afgenomen strategietoets en/of TIAT-toets. Per strategie kan de groepssamenstelling verschillen. Groep I: leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben Groep II: leerlingen die minder ondersteuning nodig hebben Groep III: leerlingen die zelfstandig aan de slag kunnen Eventueel werkt u met twee groepen. Volg dan de uitwerking voor de groepjes I (meer ondersteuning) en III (zelfstandig aan de slag). Opdrachten: alle leerlingen maken opdracht 1 (variant Zonder hulp of Met hulp). Maak een keuze uit de opdrachten 2, 3 en 4. Lesopbouw Leesles andere tekstsoort: instructietekst Woorden uit de basisteksten op Nieuwsbegrip XL: het doel soortgelijk omgaan met geld jong geleerd is oud gedaan leerzaam de inkomsten aanschaffen de uitgave de reden populair Nieuwsbegrip in het kader van bewust de zelfredzaamheid de lange termijn de inspiratiebron de commercie promoten bescheiden afwijken voornaamste Deze week zijn er wel schrijflessen. De lessen zijn te downloaden vanaf woensdag 29 maart. Voor elke leerling: de tekst Liever sparen dan spullen (niveau B); bijbehorende opdrachten voor niveau B; over de balk smijten gekscherend een vinger in de pap hebben slijten innig de beslommering lukraak iets voor zoete koek slikken de authenticiteit de commercie overzicht verbanden (als kopieerblad en te vinden op de website: Basismateriaal, Overig); eventueel de stappenplannen Lezen/Woordhulp en Luisteren en kijken (op website: Basismateriaal, Stappenplannen); eventueel rolkaarten (Basismateriaal, Overig). Introductie (Groepjes I, II en III) - Zelfstandig aan de slag (Groepjes III) - Centraal modelen* (Groepjes I en II) - Aan de slag (Groepjes II) - Verlengde instructie (Groepjes I) Centrale afronding (Groepjes I, II en III) Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal kijken (Groepjes I, II en III). Kies hiervoor een goed moment tijdens de les, bij voorkeur achteraf. Centraal modelen* volgens SCHIJF: Strategie: stel je op als leesexpert. Benoem welke strategie je gebruikt. Vertel waarom die strategie je gaat helpen bij het begrijpen van de tekst. Concreet maken van de aanpak: leg vooraf duidelijk uit wat de stappen van de strategie zijn en model deze vervolgens. Hoe doe ik het?: nodig leerlingen uit goed te luisteren zodat zij het na kunnen doen voor de groep. Ik doe voor: model een stukje van de tekst. Leg uit dat je tijdens het lezen van alles bedenkt en dat je nu laat horen wat er in je hoofd gebeurt. Jij doet het na: laat daarna één of twee leerlingen jouw voorbeeld voor de klas nadoen. Feedback: Geef feedback op wat de leerling bij het modelen heeft laten zien. pagina 1 van 7

2 Tijdens de les Introductie: Groepjes I, II en III: bespreek klassikaal wat de tekst gaat vertellen over het onderwerp. Zelfstandig aan de slag: Groepjes III: lezen de tekst actief per stukje met gebruikmaking van modelen en plaatsen de tekens van actief lezen bij de tekst. Na elk stukje bespreken de leerlingen wat ze hebben aangestreept of opgeschreven. Ook bespreken ze of ze snappen wat er staat en vatten ze het stukje tekst kort samen. Zo nodig herlezen ze het stukje tekst. De leerlingen maken vervolgens opdracht 1 (variant Zonder hulp), en een keuze uit de opdrachten 2, 3 en 4. Centraal modelen: Groepjes I en II: terugblik op en uitleg van de strategie, centraal modelen volgens SCHIJF. Aan de slag: Groepjes II gaan zelfstandig verder: ze lezen de tekst actief per stukje met gebruikmaking van modelen en ze onderstrepen of markeren de signaalwoorden in de tekst. Na elk stukje bespreken de leerlingen wat ze hebben aangestreept of opgeschreven. Ook bespreken ze of ze snappen wat er staat. Zo nodig herlezen ze het stukje tekst. Verlengde instructie: Groepjes I doen hetzelfde als Groepjes II bij Aan de slag, maar dan samen met de leerkracht. Zij krijgen zo nodig extra instructie rondom de strategie. Centrale afronding: Bespreek klassikaal welke problemen de leerlingen hebben ondervonden, wat betreft de inhoud en het samenwerken. Stel enkele vragen om vast te stellen of de leerlingen de tekst hebben begrepen. Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal kijken Gebruik de luistervragen bij het filmpje (zie website). Debatteren Wilt u uw leerlingen bij opdracht 4 laten debatteren? Dan kunt u de volgende stelling gebruiken: Het zou verboden moeten worden dat vloggers reclame maken voor producten. In de bijlage van de algemene handleiding vindt u de handleiding voor Debatteren met Nieuwsbegrip. Op vindt u meer informatie over debatteren in de klas. De leerlingen maken vervolgens opdracht 1 (variant Met hulp), en een keuze uit de opdrachten 2, 3 en 4. pagina 2 van 7

3 Zonder hulp Voorbeeldantwoorden: 1. De Week van het geld is georganiseerd om leerlingen bewust om te leren gaan met geld. 2. Staatssecretaris Dekker heeft voor kinderen een tip: zet geld opzij, zodat je voor de lange termijn spaart. 3. Jongens en meisjes denken verschillend over geld: zo denken meer jongens dan meisjes dat geld gelukkig maakt. 4. Het bedrag dat jongeren als zakgeld willen hebben, klopt niet met de werkelijkheid, want ouders geven veel minder zakgeld. 5. Jongeren willen sparen zodat zij geld hebben voor later of om iets duurs te kunnen kopen. Met hulp 1. a. Het doel is leerlingen bewust met geld te leren omgaan. b. om te 2. a. Dekker wilde toen hij jong was graag een surfplank, maar die kon hij niet direct krijgen; hij moest er eerst voor sparen. b. maar 3. a. Niet alleen, en, en, maar ook b. vriendjes en vriendinnetjes, reclame, vloggers 4. (1) Uit dingen die gelukkig maken, kiezen jongens meer voor geld en meisjes meer voor gezondheid. (2) Jongens zouden veel meer zakgeld willen hebben dan meisjes. (3) Gadgets en games zijn populair onder jongens; kleding, schoenen en sieraden bij meisjes. 5. a. reden b. Zij willen geld hebben voor later of om iets duurs te kopen. 1. voor de lange termijn = over langere tijd gezien 2. A. de handel 3. Jongens: populair zijn gadgets en games willen het liefst 40 euro zakgeld per maand geld maakt gelukkig Meisjes: populair zijn kleding, schoenen en sieraden Jongens en meisjes: willen meer zakgeld dan ze krijgen liever een volle spaarpot dan spullen reden om te sparen is geld voor later of voor iets duurs pagina 3 van 7

4 pagina 4 van 7

5 De Nieuwsbegripbieb Titels bij week 13 Altijd feest in Goudkust Bon, Annemarie Bundeling van twee verhalen over Goudkust. De bewoners van Goudkust maken steeds meer ruzie over geld. Een biljet van oneindig Bakker, Sanne de De eenzame, rijke meneer Ping ontdekt dat zijn geld heerlijk smaakt. Alleen wordt hij er misselijk van. Als hij het uitspuugt in het bos van Transformania, groeien daar geldbomen. Jackpot! Veerman, Arja Doenja krijgt een staatslot voor haar verjaardag. Ze verkoopt het aan haar moeder. Met dat lot wint haar moeder de jackpot en daardoor gaat ze opeens heel rare dingen doen. Nieuwe voetbalschoenen voor Lynn Feller, Pieter Lynn heeft een probleem. Haar voetbalschoenen zijn te klein, en haar moeder heeft geen geld voor nieuwe. Ook is er geen geld voor de contributie van de voetbalclub. Hoe moet dat nu? Verkocht Hagen, Hans AVI: E5 Yaqub is pas vier jaar als hij door zijn straatarme ouders wordt verkocht. De man die Yaqub meeneemt belooft hen een gouden toekomst en vertelt dat hij geld zal gaan verdienen als kamelenjockey. Maar klopt dat wel? De Geldfabriek Rolvink Couzy, Franka Pippa is plotseling rijk, ze koopt de mooiste dingen. Hoe kan dat? Dan ontdekt Kasper dat De Geldfabriek 'gratis' geld uitdeelt. Maar is dat geld wel echt gratis? Geld : alles! wat je wilt weten Noort, Annelou van Stap in de wereld van geld en ontdek alles wat je wilt weten. Van de geschiedenis tot de toekomst van geld, contant en plastic geld. Van zakgeld tot pensioen. Over geld sparen en uitgeven. Want geld is meer dan een muntje en een bankbiljet. Miljoenen Boyce, Frank Cottrell AVI: E5 Twee Engelse scholieren krijgen door toeval veel geld, afkomstig van een roofoverval. Damian wil er iets goeds mee doen; Anthony wil het beleggen. Ze hebben weinig tijd om zwart geld wit te wassen voor de invoering van de euro. Tel je geld : Het zakgeldboek voor kinderen Noort, Annelou van Weet jij alles over geld? Weet jij hoeveel geld er nu in jouw spaarpot zit? Wat zou jij doen met een miljoen? Past dit bedrag in je spaarpot? Je kunt leuke dingen doen met je geld. Maar dan moet je wel je geld tellen en er goed voor zorgen. En dat is helemaal niet zo moeilijk. Met de tips in dit boekje lukt het je zeker. Wees blij dat er geld is! Woolf, Alex Dankzij geld kun je dingen en diensten kopen en verkopen. In dit boek lees je over de geschiedenis van geld. Van ruilhandel, via munten en biljetten naar elektronisch geld. Met handige tips en... waarschuwingen. pagina 5 van 7

6 Je geld of je leven Hall, Alvin Vanaf 11 jaar Hoe belangrijk is geld voor je en wanneer heb je er niets aan? Maakt geld gelukkig en waarom moet je sparen. Hoe zijn rijke mensen zo rijk geworden? Dit boek geeft antwoord op allerlei vragen over geld. Dood door wc-papier Gephart, Donna Vanaf 12 jaar C-boek Ben bedenkt van alles om geld te verdienen om te voorkomen dat zijn moeder en hij uit hun huis gezet worden. Ben doet aan alle prijsvragen mee. Wie weet sleept hij een grote geldprijs binnen. Wat te doen met 8 miljoen? David, Keren Vanaf 12 jaar C-boek Lisa wint acht miljoen in de loterij. De wereld ligt aan haar voeten. Maar wie zijn je echte vrienden als je kunt strooien met geld? En wat wil de mysterieuze Raf? Prinsenleven Botman, Corien Vanaf 11 jaar Charlie wint met een lot uit de Stratenloterij zes miljoen euro. Zal hij daar echt gelukkiger van worden? Mijn schuld Jongbloed, Marte Vanaf 12 jaar C-boek Eindelijk krijgt Ivo kleedgeld. Hij koopt meteen dure kleren, trakteert Mara regelmatig en hij koopt een iphone. Maar zo gaat het geld wel erg snel op. Verhaal in korte zinnen en gemakkelijke woorden Financieel bij de hand : kinderen leren omgaan met geld Plante, Anske Tips om goed met je geld om te gaan. Voor kinderen van 6 tot 12 jaar. Met vooral veel informatie voor ouders en opvoeders om kinderen te leren omgaan met geld. Op de website van de Jeugdbieb vindt u leuke filmpjes, apps en interessante websites over het Nieuwsbegriponderwerp. Ga naar: pagina 6 van 7

7 Overzicht Verbanden Dit zijn signaalwoorden en de verbanden die je in teksten kunt tegenkomen: Signaalwoord dus, vandaar, om die redenen, dan ook, dat betekent, concluderend, kortom om te, opdat, daartoe, met de bedoeling te, de bedoeling is, voor, om, waarmee, door middel van door te, door middel van, met behulp van, daarmee, met, op die/deze manier doordat, door, de oorzaak is, zodat, hierdoor, daardoor, dus, dit leidt tot, het gevolg/resultaat/effect (daarvan) is, waardoor en, ook, ten eerste, ten tweede, een ander.., daarbij, daarnaast, voorts, verder, bovendien, niet alleen maar ook, zowel als, noch noch, ten slotte, enzovoort, eveneens, evenals, tevens ook, eveneens, hetzelfde aangezien, omdat, want, immers, namelijk, vanwege, wegens, daarom samenvattend, kortom maar, echter, daarentegen, al(hoewel), desondanks, toch, doch, integendeel, enerzijds anderzijds, niettemin, in tegenstelling tot eerst, dan, toen, vroeger, later, terwijl, al, wanneer, nadat, daarna, voordat, tot nu toe, plots, plotseling, reeds, wanneer zoals, als, zowel als, alsof, eveneens, evenzeer, op dezelfde wijze, net als, in vergelijking met eerst, hierna, daarna, vervolgens, ten slotte, ten eerste, ten tweede, voordat, nadat, vroeger, later, oorspronkelijk, intussen zoals, zo, bijvoorbeeld, ter illustratie, stel, neem als, indien, wanneer, onder voorwaarde dat, mits, tenzij Tekstverband/tekstrelatie conclusie doel middel oorzaak/gevolg opsomming overeenkomst reden samenvatting tegenstelling tijd vergelijking volgorde voorbeeld voorwaarde pagina 7 van 7