De Olympische Winterspelen in Sotsji Vragen stellen (laatste keer in week 46, Orkaan Filipijnen) Getallenschema (selecteren en ordenen)

Transcriptie

1 Handleiding niveau A Onderwerp De Olympische Winterspelen in Sotsji Strategie Vragen stellen (laatste keer in week 46, Orkaan Filipijnen) Sleutelschema Getallenschema (selecteren en ordenen) Intelligenties De visueel-ruimtelijke (beeldknap) en de lichamelijkkinesthetische (beweegknap) intelligentie. Clib-niveau 41/6 Leesles andere tekstsoort Verhalende tekst (een Russisch sprookje) Woorden uit de basisteksten op Nieuwsbegrip XL: plaatsvinden verboden modern sinds deelnemen aan de maal zoals het recordaantal strijden aan de voet van het klimaat de historie gigantisch verslag doen van naar verwachting modern zich kwalificeren evenals de tak van sport zich kwalificeren van de partij zijn kosten noch moeite sparen de accommodatie zich uitstrekken gewelddadig de regio de delegatie Voor elke leerling: de tekst Winterspelen in Sotsji (niveau A); bijbehorende opdrachten voor niveau A; het stappenplan met woordhulp (op de website bij Download & print, tabblad Stappenplannen); het stappenplan Luisteren en kijken (op de website bij Download & print, tabblad Stappenplannen) voor de scholen die de filmpjes gebruiken; eventueel rolkaarten voor de leerlingen (op de website bij Download & print, tabblad Overig). Bij opdracht 2: een wereldkaart of atlassen. pagina 1 van 5 pagina 1 van 5

2 Bij opdracht 4: Kopieer het werkblad met de kaartjes van sporten (achteraan deze handleiding) en knip ze uit. Neem de algemene handleiding door (op de website bij Download & print, tabblad Handleidingen). Nieuwsbegrip biedt ook lessen aan voor schrijfonderwijs. Eenmaal in de twee weken verschijnen twee schrijflessen. Deze week zijn er wel schrijflessen. klassikaal/ individueel/ Voorspellen: Doe het voorspellen van de inhoud van de tekst hardop denkend voor met behulp van de digibordtool. Houd het voorspellen beperkt tot het hoofdonderwerp! Vragen stellen: Ga dan verder met het voordoen van de strategie vragen stellen. Model de inleiding. Stel uzelf vragen tijdens het hardopdenkend lezen van dit stukje, of laat leerlingen dat doen. Bijvoorbeeld: Ik lees: Een recordaantal van 88 landen doet mee aan de Spelen. Hoeveel landen deden er dan de vorige keer mee? Welke landen doen er eigenlijk allemaal mee? Eens verder lezen, misschien lees ik er dan meer over. Of: De eerste keer was in Even rekenen, hoe lang is dat eigenlijk geleden? En waar werden die eerste Olympische Winterspelen gehouden? Concludeer met de leerlingen dat het antwoord op de vragen die je tijdens het lezen van een tekst stelt niet altijd in de tekst te vinden is. Toch helpt het stellen van vragen wel bij het begrijpen van een tekst. Laat de leerlingen daarna opdracht 1 maken. Ze bedenken individueel vragen en bespreken deze daarna in. Bespreek de opdracht klassikaal na. Ga daarbij in op onderdeel C. Konden de leerlingen de antwoorden in de tekst vinden of niet? Voorbeeldvragen: - Wat is een badplaats? - Waar ligt het Kaukasusgebergte? - Welke vijftien sporten zijn er op de Winterspelen? - Welke verschillende onderdelen zijn er? - Waar moeten al die atleten en journalisten slapen? - Waar ligt Olympia? - Welke sporten werden er op de eerste Winterspelen gedaan? - Wat is shorttrack? - Wanneer wordt definitief bekend welke Nederlandse sporters gaan? pagina 2 van 5 pagina 2 van 5

3 klassikaal/ individueel/ getallenschema / klassikaal Vragen bij de tekst beantwoorden: Laat de 2. het klimaat = het weer in een leerlingen bij vraag 1 op de bepaald gebied. Je kunt uit de wereldkaart Rusland, Sotsji, de tekst afleiden dat het woord iets Zwarte Zee en de Kaukasus te maken heeft met het weer en aanwijzen. Laat ze vervolgens de temperatuur. vraag 2 tot en met 5 maken en 3. Er zijn veel journalisten om bespreek deze. verslag te kunnen doen van alle verschillende wedstrijden. En er komen journalisten uit de hele wereld, omdat men in veel landen wil weten wat er op de Spelen gebeurt. 4. A. de geschiedenis Getallenschema invullen: Laat de leerlingen de opdracht individueel maken en in nabespreken. Ze maken bij de nabespreking gebruik van de antwoorden op het antwoordenblad achteraan deze handleiding. Sporten raden 1. Laat de leerlingen eerst de namen van de sporten invullen bij vraag 1 van de opdracht. 2. Vraag of de leerlingen olympische wintersporten kunnen opnoemen en schrijf ze op het bord. Er zijn in totaal vijftien sporten: skiën, freestyle skiën, snowboarden, bobsleeën, rodelen, langlaufen, kunstschaatsen, schaatsen, shorttrack, ijshockey, schansspringen, curling, biatlon, skeleton en Noordse combinatie. De laatste twee kunnen overgeslagen worden als u niet meer dan 26 kinderen in de groep heeft. Licht de sporten kort toe, als dat nodig is. 3. Verdeel de leerlingen dan in tweetallen. Roep een tweetal naar voren en geef een kaartje met daarop een pictogram van een olympische wintersport. Laat de leerlingen (heel kort) zachtjes overleggen hoe ze die sport samen gaan uitbeelden. 4. Het tweetal beeldt de sport uit, de rest van de klas mag raden. Laat eventueel iedereen eerst opschrijven wat hij of zij denkt, zodat iedereen meedoet. Herhaal dit totdat alle tweetallen aan de beurt zijn geweest. Tip: Laat, als de klas moeite heeft met raden, het kaartje met het pictogram zien. Kijk of de leerlingen het antwoord nu wel weten. pagina 3 van 5 pagina 3 van 5

4 U kunt de kijk- en luistervragen bij het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal downloaden bij Download & print van deze week. Getal Wat hoort erbij? 7 februari, de eerste dag van de Olympische Winterspelen zoveel sporten zijn er op de Winterspelen 17 jaar, zo oud is snowboarder Michelle Dekker die onverwachts mee mag doen aan de Spelen 22 het is de 22ste keer dat er Olympische Winterspelen zijn 23 februari, de laatste dag van de Olympische Winterspelen zoveel landen doen mee aan deze Winterspelen 98 zoveel onderdelen zijn er bij de sporten in Sotsji 1924 in dit jaar werden de eerste Olympische Winterspelen gehouden 3500 zoveel atleten doen mee aan de Spelen in Sotsji 13 duizend zoveel journalisten doen verslag van de Spelen 3 miljard zoveel mensen gaan naar verwachting de Olympische Spelen volgen op tv of op internet Van links naar rechts: schansspringen / schaatsen / bobsleeën / skiën pagina 4 van 5 pagina 4 van 5

5 Werkblad bij opdracht 4 Skiën Bobslee Langlaufen Curling Kunstschaatsen Freestyle skiën Rodelen IJshockey Shorttrack Schansspringen Snowboarden Schaatsen Biatlon Noordse Combinatie Skeleton pagina 5 van 5 pagina 5 van 5