Handleiding/Lesopzet niveau C

Transcriptie

1 Handleiding/Lesopzet niveau C Gebruik deze handleiding als lesvoorbereidingsformulier. Onderwerp: Leraren staken Strategie: Verbanden begrijpen Doel: De leerlingen herkennen verbanden en signaalwoorden, in het bijzonder redengevende en opsommende verbanden Functioneringsniveau bl: >M8 Sleutelschema: wie-wat-waaromschema Extra opdracht: alternatieven voor een staking bedenken Leesles andere tekstsoort: columns Woordenschat (doelwoorden uit de leesteksten): staken het salaris protesteren het verzuim administratief het vak de opleiding een doekje voor het bloeden verlichten inspelen op inwilligen eendrachtig zich verenigen de manifestatie de redelijkheid administratief dergelijk tegemoet komen vertegenwoordigen over de brug komen substantieel uit het vuur slepen van likmevestje de kont tegen de krib gooien chanteren het eufemisme de oprisping denigrerend promoveren Voorbereiding Bereid de les voor op het Lesvoorbereidingsformulier. Lees de opdrachten door en bepaal welke opdrachten u door welke groepjes/leerlingen wilt laten doen. Bereid ook het modelen zo nodig voor. Debatteren Wilt u uw leerlingen laten debatteren? Dan kunt u de volgende stelling(en) gebruiken: 1. Elke lesdag in het basisonderwijs moet tot uur duren, om de leerkrachten meer tijd te geven voor andere taken. 2. In een klas mogen maximaal 20 leerlingen zitten. 3. Het moet leerkrachten verboden worden om te staken. 4. Goede leerkrachten moeten een bonus krijgen. In de bijlage van de algemene handleiding vindt u de handleiding voor Debatteren met Nieuwsbegrip. Op vindt u meer informatie over debatteren in de klas. pagina 1 van 5

2 Lesvoorbereidingsformulier Toelichting: De blauwe blokken geven aan met welke groep(en) u als leerkracht aan het werk bent. Bij Aandachtspunten kunt u zelf opmerkingen noteren voor uw instructie. (5 min) Introductie - Gezamenlijke oriëntatie op het onderwerp en voorkennis ophalen - Benoemen van de strategie Verbanden begrijpen als lesdoel - Aangeven wie welke opdrachten doen (gebruik schema hiernaast) Opdrachtselectie Opdr. Groep 1 met hulp 1 zonder hulp I II III (5-7 min) Strategie-uitleg en modelen voor groepjes I en II Lees gezamenlijk de uitleg. Model vervolgens het verbanden begrijpen bij de inleiding. Vraag bijvoorbeeld bij de zin in r. 1 en 2: Waarom gaan de leraren volgens de schrijver staken? Door welk signaalwoord kom je achter het antwoord? Wat voor een verband zie je in deze zin? Vraag daarna een leerling om zo hardop denkend verder te lezen en bij het eerstvolgende verband of signaalwoord het verband te bespreken. Dat kan zijn in r. 7 (namelijk) of r. 19 (omdat). (7-10 min) Verlengde instructie Groepjes II zelfstandig groepjes I aan de slag met tekst - Begeleiden van actief lezen met extra lezen en opdracht 1 modeling & feedback - Opstarten opdracht 1 met hulp Aandachtspunten leesinstructie & modeling groepjes I en II: Groepjes III zelfstandig aan de slag: tekst actief lezen + geselecteerde opdrachten Aandachtspunten instructie & feedback aan groepjes III: Groepjes I werken zelfstandig verder aan opdracht 1. Feedback & instructie aan groepjes I. Groepjes I maken geselecteerde opdrachten. Feedbackronde langs groepjes II en III. Groepjes II en III: zelfstandig werken aan geselecteerde opdrachten. Feedbackronde langs groepjes II en III. Feedbackronde groepjes I. Groepjes II en III: zelfstandig nakijken/nabespreken opdrachten. Moment van inzet en aandachtspunten overige opdrachten/lesonderdelen & nabespreking: O Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal met kijk- en luistervragen: O Debatteren: O Woordenschatsemantisering: (5 min) Centrale afronding - Blik terug op het lezen van de tekst en de strategietoepassing: Konden leerlingen de verbanden herkennen? Kunnen ze de signaalwoorden thuisbrengen? Herkenden ze misschien ook andere verbanden dan reden of opsomming? - Blik terug op de tekstinhoud: wat zijn we te weten gekomen over het onderwerp? Weten we meer over wat de leraren willen en waarom? Begrijpen we wat staken precies is? pagina 2 van 5

3 Met hulp 1a en 1b Regel 1: Waarom gaan leraren in het basisonderwijs op donderdag 5 oktober staken? Regel 19: Waarom vinden zij dat daar geen reden toe is? Regel 29: Waarom hebben de leraren een punt? Regel 41: Waarom wordt de werkgever getroffen? Regel 44: Waarom richten de leraren hun acties op de overheid? 2. (1) een hoger salaris, (2) werkdruk omlaag 3. twee zaken: (1) boze leraren, (2) boze ouders 4. De leraren vinden dat er 1,4 miljard beschikbaar gesteld moet worden: naast 900 miljoen voor salarissen, ook 500 miljoen om de werkdruk te verlichten. Zonder hulp 1. Alle zinnen met een redengevend verband: r. 1-2: Leraren omdat werken r. 6-9: De namelijk leggen r : Zij omdat vo r : De want wordt r. 41: Bij want meer. r : De want onderwijs 2. Herschreven zinnen: r. 6: Ouders met kinderen op de basisschool zien zich deze week mogelijk voor een probleem geplaatst want de leraren in het basisonderwijs hebben r. 27: Leraar basisonderwijs is een zwaar beroep, zeggen ze, en dat komt vooral door de administratieve rompslomp, want ze moeten te veel r. 42: Bij deze lerarenstaking ligt de zaak iets anders, want de werkgever is r. 56: De actievoerders vinden dat na 5 oktober de overheid weer aan zet is, want de minister moet 3. Opsommingen staan in: r : een hoger salaris en minder werkdruk r : geen gouden toiletten of dure leaseauto s r. 25: 900 miljoen voor salarissen en 500 miljoen om de werkdruk te verlichten r : te veel vergaderen en te veel vastleggen in allerlei systemen r : Bij een staking wordt de werkgever getroffen, want hij heeft dan geen arbeidskrachten meer. Ook mag een werkgever niet bijvoorbeeld uitzendkrachten inhuren om de stakende werknemers te vervangen. r. 47: Naast boze leraren zal dat ook ouders boos maken r : met geld over de brug komen en maatregelen nemen om de werkdruk te verlagen pagina 3 van 5

4 Over wie gaat de tekst? Over leraren in het basisonderwijs. Wat doen zij? Zij gaan op 5 oktober een dag staken en een manifestatie houden in Den Haag. Waarom doen zij dit? Zij willen een hoger salaris en verlichting van de werkdruk. Hoeveel geld is er nodig en waarvoor? 900 miljoen voor salarissen en 500 miljoen voor minder werkdruk, samen 1,4 miljard. Voor wie kan de staking een probleem opleveren en waarom? Voor ouders, omdat hun kinderen niet naar school kunnen en zij nu misschien kosten moeten maken voor kinderopvang. En ook voor de overheid, omdat ze misschien klachten krijgen van bijvoorbeeld ouders en omdat ze misschien extra geld moeten uittrekken voor de leraren. 1. De leraren in het basisonderwijs gaan een dag staken omdat ze niet tevreden zijn over hun werk. Naast een hoger salaris willen ze minder werkdruk. 2. a. Zij zijn boos omdat hun kinderen een dag niet naar school kunnen. b. In de volgende alinea, Ouders, is te lezen dat ouders misschien kosten moeten maken voor kinderopvang. Dat zou de ouders extra boos kunnen maken. 3. Als je een doekje voor het bloeden krijgt, wordt je probleem niet echt opgelost. De leraren hebben geld aangeboden gekregen, maar vinden dat veel te weinig, dus hun probleem is niet echt opgelost. 4. eendrachtig en verenigd 6. Hun eis voor meer salaris en minder werkdruk. pagina 4 van 5

5 De Nieuwsbegripbieb Titels bij week 40 Deze week zijn er geen leestips van de jeugdbieb voor niveau C. pagina 5 van 5