Niveau AA Niveau A Niveau B Niveau C. afstammen van de ploeg de feestvreugde. uitbundig. ontgaan. wedden. een blessure oplopen

Transcriptie

1 Handleiding niveau A Vooraf Vrijdag 11 juni begint het WK in Zuid-Afrika. Het Nederlands Elftal is inmiddels ook in Zuid-Afrika aangekomen. Verschillende scholen hebben aangegeven hierover een tekst te willen. Daarom besteedt Nieuwsbegrip er deze week aandacht aan. De strategie die deze week centraal staat, is Relaties en verwijswoorden interpreteren. In deze les gaat het om verwijswoorden. Het sleutelschema dat in opdracht 3 ingevuld wordt, is een getallenschema. De denkactiviteit die hierbij aan de orde komt, is het combineren van informatie. De intelligenties die in opdracht 4 aangesproken worden, zijn de verbaal-linguistische (woordknap) en de visueel-ruimtelijke intelligentie. Het CLIB-niveau van de leestekst is 49/9. Het AVI-niveau van de tekst is M7. De extra les op Nieuwsbegrip XL gaat dieper in op de tekstsoort interview. Ook kunnen leerlingen zelf een interview houden met een klasgenoot en daar een verslagje over schrijven. De woorden uit de basisteksten die deze week in Nieuwsbegrip XL (extra licentie) aan de orde komen zijn: Niveau AA Niveau A Niveau B Niveau C ontgaan de aftrap uitbundig afstammen van de ploeg de feestvreugde ontgaan de hoogtijdag de feestvreugde zich blesseren wedden de replica zich blesseren de selectie een blessure oplopen synoniem zijn voor de domper in totaal tijdig inspelen op hopelijk uitkomen voor grondig het projectiel fit de aanvoerder renoveren de grondlegger recyclen traditioneel artistiek de combinatie waaronder pover succesvol de capaciteit promoten Materiaal Voor elke leerling een exemplaar van de tekst Oranje op het WK Oranje op het WK in Zuid-Afrika (niveau A) met bijbehorende opdrachten voor niveau A en het stappenplan met woordhulp (te downloaden bij Basismateriaal op de website). Eventueel rolkaarten voor de leerlingen (zie ook Basismateriaal). Neem de algemene handleiding een keer door (te downloaden bij Basismateriaal op de website). Voor scholen met een (proef)licentie voor de filmpjes: voor iedere leerling een kopie van het stappenplan Luisteren en kijken (verderop in deze handleiding). Voor de quiz bij opdracht 4: Maak eventueel voor elk tweetal 4 of meer losse kaartjes. Speel de WK-quiz klassikaal of in groepjes van vier leerlingen. Zorg eventueel voor leuke prijzen zoals oranje gadgets. pagina 1 van 5

2 Opdracht 1 (klas): Tekst lezen 1. Doe de opdracht klassikaal. Laat de leerlingen de tekst en het stappenplan voor zich nemen. Lees de tekst voor volgens de stappen van het stappenplan.`model de tekst. Geef hardop aan wat u denkt en doet terwijl u de tekst leest met het stappenplan (zie ook Algemene handleiding). 2. Laat de leerlingen voor zichzelf maximaal drie andere moeilijke woorden uit de tekst noteren. De leerlingen kunnen de betekenissen met behulp van de woordhulp op het stappenplan achterhalen. Bespreek de woorden en de gevonden betekenissen kort. Opdracht 2 (klas en samen): Verwijswoorden 1. Vertel de leerlingen dat ze een informatieve tekst hebben gelezen. In een informatieve tekst staat informatie over een onderwerp. Vraag de leerlingen wat het onderwerp van de tekst is. 2. Lees en bespreek de uitleg met de leerlingen. Een kenmerk van verwijswoorden is dat je altijd een ander woord of een hele zin kunt invullen op de plaats van een verwijswoord. 3. Kijk samen met de leerlingen in de tekst. Welke verwijswoorden herkennen ze? 4. Laat de leerlingen de oefening in tweetallen maken. 5. Bespreek de antwoorden. Wijs er bij het nabespreken op dat een verwijswoord meestal terug wijst naar een woord dat al in een zin ervoor staat. Of naar de hele zin ervoor, of een stukje van de zin ervoor (bij vraag 7 zijn). Opdracht 3 (samen): Een getallenschema maken 1. Vertel de leerlingen dat ze bij deze opdracht goed in de tekst moeten kijken. 2. Laat de leerlingen de opdracht in tweetallen maken. Ze vullen eerst individueel het schema in en vergelijken het daarna met dat van hun partner. Waar ze verschillende antwoorden hebben, bespreken ze wat een goed antwoord is. 3. Bespreek de opdracht na. Opdracht 4 (samen en klas): Een WK-quiz maken 1. Laat de leerlingen eerst in tweetallen vier vragen bedenken voor de quiz. De vragen mogen gaan over de tekst maar het mogen ook andere vragen over het WK zijn. 2. Verdeel de klas in teams van drie of vier leerlingen. Spreek af hoe de leerlingen moeten aangeven dat ze het antwoord weten. (Bijvoorbeeld met een oranje vlaggetje zwaaien). 3. Lees de quiz-vragen voor. Houd de score per team bij. Het team met de meeste goede antwoorden wint de quiz! U kunt de quiz ook door individuele leerlingen laten spelen. Extra kijk- en luisteropdracht (klas): Een filmpje kijken 1. Doe de opdracht klassikaal. Laat de leerlingen het Stappenplan Luisteren en kijken voor zich nemen (zie kopieerblad achter deze opdracht). Laat de leerlingen het filmpje zien (log in op ga naar recent materiaal en klik op de link). Volg de stappen van het stappenplan. pagina 2 van 5

3 2. Stel de leerlingen naar aanleiding van het filmpje de volgende vragen: a. Wat is een worldcoach? b. Waarom is een worldcoach belangrijk? c. In welk land doet de worldcoach zijn werk? d. Waarom daar? pagina 3 van 5

4 Kopieerblad Stappenplan Luisteren en Kijken Stappenplan Luisteren en Kijken 1. Voor het luisteren en kijken Neem een goede luister- en kijkhouding aan: ga rechtop zitten wees stil concentreer je Luister en kijk naar: de titel het onderwerp het scherm Doe een voorspelling: Het filmpje gaat over... Wat weet je er al van? Wat heb je gezien, gehoord of gelezen? 2. Tijdens het luisteren en kijken Luister en kijk naar het filmpje. Doe een voorspelling: Hoe zal het filmpje verder gaan? 3. Na het luisteren en kijken Klopte je voorspelling? Heb je het goed begrepen? Vertel in een paar zinnen waar het filmpje over gaat. Antwoordenblad Opdracht 2 1. Oranje heeft de oefenwedstrijden allemaal gewonnen. 2. Dat Arjen Robben zich blesseerde was niet de eerste keer. 3. Arjen Robben ging zondag niet mee naar Zuid-Afrika 4. Bert van Marwijk is de bondcoach en beslist wie er wel en niet mogen spelen. 5. De verschillende voetbalclubs kunnen clubs in Nederland of in het buitenland zijn. 6. Samen met André Ooijer is Giovanni van Bronckhorst de oudste speler van Oranje. 7. Sinds zijn vijfde jaar draait het leven van Klaas Jan Huntelaar om voetbal. pagina 4 van 5

5 Opdracht 3 11 juni Begin van het WK in Zuid-Afrika 14 Aantal keer dat van Persie scoorde voor Nederland met een vrije trap 14 juni Nederland speelt tegen Denemarken 35 Leeftijd van Giovanni van Bronckhorst en André Ooijer 32 Aantal landen dat meedoet aan het WK 8 Aantal plastic flessen dat nodig is om één shirtvan te maken. 6 1 Uitslag van de wedstrijd Nederland - Hongarije 1974 Oranje in de finale van het WK 22 Aantal spelers dat zondag naar Zuid-Afrika ging 1978 Oranje in de finale van het WK 23 Aantal spelers dat naar Zuid-Afrika zou gaan 11 Aantal spelers in een voetbalelftal pagina 5 van 5