Programmaplan Omgevingswet 2018

Transcriptie

1 Programmaplan Omgevingswet 2018 Omgevingsdienst West-Holland Februari 2018 Programmaplan Omgevingswet Uitbouwen kenniscentrum Omgevingswet 2. Verkennen van toekomstige uitvoeringspraktijk 3. Oefenen met nieuwe manieren van werken Maart 2018

2 Programmaplan Omgevingswet 2018 Omgevingsdienst West-Holland Inhoud Pagina 1. Inleiding en achtergrond Inleiding en achtergrond Impact Omgevingswet Doelstelling Totstandkoming Leeswijzer 4 2. Visie op implementatie Omgevingswet Stapsgewijze implementatie Omgevingswet raakt gehele organisatie Implementatie in drie fasen Lerende kennisorganisatie Vijf inhoudelijke speerpunten 7 3. Aanpak Versterken samenwerking in de keten Bijdragen aan kerninstrumenten Verankeren van werkwijze in organisatie en processen Aansluiten op Digitaal Stelsel Omgevingswet Aanpassen van cultuur, gedrag en competenties Organisatie Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk opdrachtgever Opdrachtnemer Communicatie Inleiding Interne communicatie Bestuurlijke communicatie en communicatie naar onze opdrachtgevers Externe communicatie Planning Inzet mensen en middelen 26 2

3 1. Inleiding en achtergrond 1.1 Inleiding en achtergrond De Omgevingswet komt eraan. De Omgevingswet treedt op 1 januari 2021 in werking en integreert 26 wetten op het gebied van de fysieke omgeving in één wet. Daarnaast komen er vier Algemene Maatregelen van Bestuur (in plaats van 120) en circa tien ministeriële regelingen (in plaats van 120). De stelselherziening Omgevingswet kent de volgende vier doelstellingen: het bewerkstelligen van een samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving in beleid, besluitvorming en regelgeving; het vergroten van bestuurlijke afwegingsruimte voor de fysieke leefomgeving; het vergroten van inzichtelijkheid, voorspelbaarheid en gebruiksgemak van het Omgevingsrecht; het versnellen van besluitvorming over projecten in de fysieke leefomgeving. De Omgevingswet heeft betrekking op de gehele fysieke omgeving en vormt het nieuwe wettelijk kader voor onderwerpen als bodem, bouwen, geluid, lucht, milieu, waterbeheer, ruimtelijke ordening, verkeer, monumentenzorg en natuur. De implementatie van de Omgevingswet is daarom van cruciaal belang voor de Omgevingsdienst en een speerpunt in de Strategienota van de Omgevingsdienst voor de periode Impact Omgevingswet De stelselherziening is niet alleen een integratie en vereenvoudiging van regelgeving, maar betekent ook veel voor de werkwijze van overheden en overheidsorganisaties die betrokken zijn bij de bescherming en ontwikkeling van de fysieke leefomgeving. Kernbegrippen in de nieuwe werkwijze zijn: integraal en gebiedsgericht werken, participatie en bestuurlijke afwegingsruimte. Hierbij zijn goede samenwerking in de keten en digitale ondersteuning belangrijke randvoorwaarden. Zo moeten het Rijk, provincie en gemeenten ieder een Omgevingsvisie gaan vaststellen waarin zij de hoofdlijnen van de gewenste kwaliteit van de fysieke leefomgeving beschrijven. Gemeenten krijgen meer lokale afwegingsruimte en staan voor de uitdaging om de Omgevingsvisies te vertalen naar Omgevingsplannen. Hierin moeten gemeenten niet alleen al hun bestaande regels en bepalingen ten aanzien van de fysieke omgeving bundelen, maar kunnen zij ook regels opnemen over onderwerpen die voorheen voorbehouden waren aan andere overheden. Tegelijkertijd wordt de uitvoering van de wet met de ontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet gedigitaliseerd. De Omgevingsdienst West-Holland is bij ieder van de genoemde veranderingen betrokken. De Omgevingswet heeft daarom een grote impact op het werk van de Omgevingsdienst, zowel 3

4 inhoudelijk als op het gebied van cultuur, gedrag en competenties. De exacte impact van de implementatie van de Omgevingswet op de Omgevingsdienst wordt werkenderwijs bekend. Enerzijds omdat onderliggende regelgeving zoals de Invoeringswet en aanvullingsbesluiten nog in ontwikkeling is. Anderzijds omdat overheden, maar ook bedrijven en burgers, in de komende jaren met elkaar zullen ontdekken wat werken in de geest van de Omgevingswet in de praktijk betekent. 1.3 Doelstelling Zorgvuldige implementatie van de Omgevingswet De Omgevingsdienst West-Holland wil zich tijdig en zorgvuldig voorbereiden op de inwerkingtreding van de Omgevingswet en provincie en gemeenten ondersteunen bij de implementatie ervan. Doel is dat de Omgevingsdienst voor inwerkingtreding van de Omgevingswet gereed is om de Omgevingswet efficiënt en effectief uit te voeren conform visie en beleid van provincie en gemeenten. Hierbij zet de Omgevingsdienst zich actief in voor verdere versterking van samenwerking in de keten. die leidt tot een effectieve en efficiënte uitvoering ervan De Omgevingsdienst is een professionele en proactieve partner voor provincie en gemeenten. Vanuit haar milieu- en bouwtaken op het gebied van advisering, vergunningverlening, toezicht en handhaving wil de Omgevingsdienst een bijdrage leveren aan de doelstellingen die provincie en gemeenten formuleren in hun Omgevingsvisies en bijbehorende programma s. 1.4 Totstandkoming Dit programmaplan is opgesteld door het kernteam Omgevingswet. Het programmaplan voor 2018 is het vervolg op de implementatiestrategie voor Het voorliggende programmaplan is vastgesteld door het MT op 27 februari 2018 en geeft invulling aan het speerpunt implementatie Omgevingswet in de Strategienota van de Omgevingsdienst. In het programmaplan beschrijven we de implementatieactiviteiten in Op basis van voortschrijdende inzichten zowel vanuit de uitvoeringspraktijk als het wet- en regelgevingstraject benoemen we gedurende het jaar nieuwe activiteiten. Daarmee heeft het programmaplan een incrementeel karakter. Voor 2019 en 2020 stellen we ook weer nieuwe programmaplannen op. 1.5 Leeswijzer Allereerst beschrijft hoofdstuk 2 de visie van de Omgevingsdienst op de implementatie van de Omgevingswet. Hoofdstuk 3 gaat vervolgens in op de aanpak: de wijze waarop de Omgevingsdienst vormgeeft aan de implementatie. Hoofdstuk 4 beschrijft de organisatie en hoofdstuk 5 geeft inzicht in de communicatiestrategie. Tot slot geeft hoofdstuk 6 en 7 inzicht in respectievelijk de planning en benodigde middelen. 4

5 2. Visie op implementatie Omgevingswet De Omgevingsdienst wil voor inwerkingtreding van de Omgevingswet gereed zijn om de wet uit te voeren conform visie en beleid van provincie en gemeenten. Daarnaast wil ODWH provincie en gemeenten ondersteunen bij de implementatie van de Omgevingswet. In dit hoofdstuk beschrijft de Omgevingsdienst haar visie op en uitgangspunten voor het realiseren van deze doelstelling. 2.1 Stapsgewijze implementatie De Omgevingswet is aangenomen door zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer. Daarmee is de komst van de Omgevingswet een feit. De onderliggende regelgeving zoals de Algemene Maatregelen van Bestuur en de Invoeringswet is echter nog in ontwikkeling. In 2017 zijn de Algemene Maatregelen van Bestuur ter toetsing voorgelegd aan de Raad van State en is bekend geworden dat invoering van de Omgevingswet is uitgesteld naar 1 januari Dit illustreert dat het doel om als Omgevingsdienst voor inwerkingtreding van de Omgevingswet gereed te zijn om de wet goed uit te kunnen voeren in beweging is en blijft. Om in te kunnen spelen op ontwikkelingen in wet- en regelgeving en gebruik te maken van voortschrijdend inzichten kiest de Omgevingsdienst voor een stapsgewijze implementatie van de Omgevingswet. Met de stapsgewijze implementatie starten we direct met voorbereidingen van de implementatie van de Omgevingswet we doen alvast ervaring op met werken volgens de Omgevingswet zonder daarbij de benodigde bewegingsvrijheid in te perken. 2.2 Omgevingswet raakt gehele organisatie Vast staat dat de Omgevingswet impact heeft op de gehele organisatie. De Omgevingswet vormt straks de wettelijke basis voor een groot deel van de taken die de Omgevingsdienst uitvoert. Daarom is Omgevingswet ook een speerpunt in de Strategienota en vormt de wet aanleiding voor aanpassing van de inhoudelijke koers van de Omgevingsdienst (zie kader). Advisering: de leefomgeving centraal De Omgevingsdienst wil nog meer gebiedsgericht en integraal gaan adviseren. Provincie en gemeenten krijgen, als het gaat om leefomgeving en milieu, meer ruimte en bevoegdheden voor het maken van eigen afwegingen. De dienst maakt haar brede kennis productief door provincie en gemeenten te ondersteunen bij het maken van integrale afwegingen in Omgevingsvisies, Milieu Effect Rapportages, de provinciale Omgevingsverordening en gemeentelijke Omgevingsplannen. Ook wil de Omgevingsdienst vanuit haar rol als toezichthouder en handhaver adviseren over de monitoring en naleefbaarheid van doelstellingen en omgevingswaarden in Omgevingsvisies, Omgevingsplannen en programma s. 5

6 Vergunningverlening: constructief en klantgericht Een belangrijk doel van de Omgevingswet is het realiseren van een verandering van de houding van overheden ten opzichte van initiatiefnemers van 'nee, tenzij' naar 'ja, mits'. De Omgevingsdienst wil deze beweging faciliteren. Dat betekent dat de dienst het initiatief centraal stelt en op een constructieve en klantgerichte wijze bijdraagt aan het vergunningstraject, zonder daarbij het belang van de omgeving uit het oog te verliezen. Toezicht en handhaving: specialist in naleving Met de Omgevingswet vindt een verschuiving plaats van toezicht en handhaving op Rijksregels naar toezicht en handhaving op decentrale regels. De Omgevingsdienst wil vanuit haar taken op het gebied van milieu en bouwen waarborgen dat bedrijven en burgers de regels naleven en zo bijdragen aan het realiseren van de doelen van de opdrachtgevers. 2.3 Implementatie in drie fasen Voor de implementatie maken we onderscheid naar drie fasen, te weten richten, inrichten en verrichten, die ieder een andere focus in activiteiten kennen. In onderstaand figuur hebben we dit schematisch weergegeven. 2017/2018: Richten 2019/2020: Inrichten 2021: Verrichten Richten 2017 en 2018 zijn de jaren van pilots, onderzoeken en experimenten. Samen met provincie, gemeenten en ketenpartners verkennen we wat de Omgevingswet betekent voor de gezamenlijke uitvoeringspraktijk. Dit doen we door reeds te oefenen met nieuwe instrumenten zoals het Omgevingsplan en impactanalyses uit te voeren. Inrichten In 2019 en 2020 gaan we verder met pilots en experimenten, maar treffen we ook voorbereidingen voor het inrichten van de nieuwe werkprocessen en benodigde organisatie. De kennis en inzichten die we opdoen in de pilots en experimenten in 2017 en 2018 vormen hiervoor de basis. Verrichten 2021 is het jaar van inwerkingtreding van de Omgevingswet. Dat betekent dat de organisatie klaar moet zijn om te werken volgens de Omgevingswet. Na inwerkingtreding van de Omgevingswet monitoren we de uitvoering door ODWH: wat gaat goed, wat kan beter? Op deze manier maken we ons de nieuwe manier van werken eigen en optimaliseren we deze. 6

7 2.4 Lerende kennisorganisatie De invoering van de Omgevingswet raakt de gehele organisatie en betekent voor velen een meer of minder intensief verandertraject. Actuele en uitgebreide kennis van zowel theorie (wetgeving) praktijk is essentieel voor onze dienstverlening. We beschouwen onszelf daarom als een lerende kennisorganisatie. De beste leerervaringen zijn die uit de praktijk. Daarom kiezen we ervoor om al tijdens de implementatie via pilot en experimenten zo veel mogelijk te werken in de geest van de Omgevingswet. We evalueren de inhoudelijke opbrengsten en de werkwijze structureel en delen de leerervaringen met anderen binnen en buiten de Omgevingsdienst 2.5 Vijf inhoudelijke speerpunten De Routeplanner Omgevingswet van het programma Aan de Slag met de Omgevingswet onderscheidt vijf inhoudelijke sporen die van belang zijn bij de implementatie van de Omgevingswet. Deze sporen hebben we vertaald naar de volgende vijf samenhangende speerpunten voor implementatie van de Omgevingswet bij de Omgevingsdienst: Bijdragen aan kerninstrumenten Aanpassen van cultuur, gedrag en competenties Verankeren van werkwijze in organisatie en processen Versterken samenwerking in de keten Aansluiten op Digitaal Stelsel Omgevingswet In het volgende hoofdstuk gaan we in op welke activiteiten per speerpunt worden uitgevoerd in

8 3. Aanpak In hoofdstuk 2 hebben we de bouwstenen voor de implementatie van de Omgevingswet bij de Omgevingsdienst geïntroduceerd. In dit hoofdstuk blikken we per speerpunt kort terug op de uitgevoerde activiteiten in 2017 en beschrijven we de concrete activiteiten waarmee we in 2018 aan de slag gaan. 3.1 Versterken samenwerking in de keten Wat vraagt de Omgevingswet? Samenwerking tussen bevoegd gezagen, initiatiefnemers en belanghebbenden bij de ontwikkeling en bescherming van de fysieke leefomgeving is een wezenlijk onderdeel van de Omgevingswet. De Omgevingswet intensiveert in diverse processen de samenwerking tussen overheden, zoals bij vergunningverlening, toezicht- en handhaving en de beleids- en planningsprocessen. Zo wordt bijvoorbeeld toegewerkt naar één digitaal loket waar een initiatiefnemer zijn of haar omgevingsvergunning kan aanvragen. Voor de initiatiefnemer is dat makkelijk en overzichtelijk, maar achter het loket zullen overheden afspraken moeten maken met elkaar om samen de vergunningaanvraag te beoordelen. Om de benodigde samenwerking in de keten te realiseren is duidelijkheid over rollen en taken essentieel. Hierbij zijn goede informatie-uitwisseling en zaakgericht werken in de keten (zie paragraaf 3.4) belangrijke randvoorwaarden Wat heeft ODWH in 2017 gedaan? Om de samenwerking in de keten te versterken heeft de Omgevingsdienst in 2017 onder meer de volgende activiteiten uitgevoerd: Leerkring Omgevingsplan. Op initiatief van de Omgevingsdienst is in 2017 de leerkring Omgevingsplan opgericht, samen met provincie, gemeenten, GGD, Hoogheemraadschap van Rijnland en de veiligheidsregio Hollands-Midden. De leerkring bestaat uit een reeks van acht bijeenkomsten en wordt ondersteund door het Programma Aan de Slag met de Omgevingswet. Pilot integrale advisering. Vanuit het samenwerkingsconvenant met de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg (RDOG), Politie eenheid Den Haag, Omgevingsdienst Midden Holland (ODMH) en de Veiligheidsregio Hollands-Midden (VRHM) is in 2017 gestart met een pilot integrale advisering. Doel van de pilot is het verkennen van de mogelijke meerwaarde van gezamenlijke integrale advisering richting gemeente. In 2017 heeft de Omgevingsdienst voor de pilot de convenantpartners actief betrokken bij de advisering over de inhoud van het Omgevingsplan Hillegom Buitengebied. 8

9 3.1.3 Hoe gaat ODWH hiermee in 2018 aan de slag? De Omgevingsdienst gaat in 2018 door met de gestarte activiteiten om de ketensamenwerking bij de implementatie én uitvoering van de Omgevingswet te versterken. Dat betekent dat de Omgevingsdienst onder meer inzet op een vervolg van de leerkring Omgevingsplan en de pilot integrale advisering. Ook blijft de dienst deelnemen aan regionale overleggen over de Omgevingswet en wil ze begin 2018 een verkenning starten naar samenwerking bij de uitvoering van de Omgevingswet. Regionale overleggen De Omgevingsdienst voert regelmatig overleg met provincie, gemeenten, de overige Omgevingsdiensten in Zuid-Holland en andere partners in de keten om zo goed mogelijk op de hoogte te zijn van ontwikkelingen ten aanzien van de Omgevingswet, de samenwerking vorm te geven en om onderling af te stemmen. Onderstaande tabel geeft inzicht in de regionale overleggen waar de Omgevingsdienst aan deelneemt. Daarnaast voert de Omgevingsdienst periodiek individueel overleg met projectleiders Omgevingswet bij provincie en gemeenten over de stand van zaken en samenwerking op het gebied van de Omgevingswet. Overleg Frequentie Deelnemers Deelnemer(s) ODWH Regionaal Platform Circa 2 keer per Projectleiders Omgevingswet in de Rens Baltus Omgevingswet jaar regio Holland-Rijnland Provincie Zuid-Holland Overleg Maandelijks Projectleiders Omgevingswet van: Rens Baltus regiogemeenten Omgevingswet Gemeenten Omgevingsdienst West-Holland GGD Veiligheidsregio Hollands-Midden Hoogheemraadschap van Rijnland Overleg Omgevingsdiensten Zuid-Holland Directeurenoverleg convenant Omgevingsdiensten, RDOG, VRHM, politie Elke 6 weken Projectleiders Omgevingswet van Omgevingsdiensten Zuid-Holland 4 keer per jaar Veiligheidsregio Hollands-Midden Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Politie eenheid Den Haag Omgevingsdienst West-Holland Rens Baltus Marlies Krul Liesbeth van Greuningen Saskia Boer Omgevingsdienst Midden-Holland 9

10 Vervolg leerkring Omgevingsplan De procesbegeleiding voor de leerkring Omgevingsplan is in principe beperkt tot acht bijeenkomsten. De deelnemers aan de leerkring Omgevingsplan hebben inmiddels aangegeven graag door te willen met de leerkring na deze acht bijeenkomsten. Er is een waardevol en breed gewaardeerd netwerk ontstaan om kennis en ervaringen uit te wisselen en elkaar te kunnen helpen bij de ontwikkeling van Omgevingsplannen. Daarom inventariseert de Omgevingsdienst de mogelijkheden voor een vervolg van de leerkring, inclusief de procesbegeleiding. Mocht verlenging van de procesbegeleiding niet mogelijk blijken, dan zal de Omgevingsdienst - in samenwerking met de andere deelnemers aan de leerkring de organisatie en begeleiding van het vervolg van de leerkring verzorgen. Omgevingsspel West-Holland In samenwerking met haar partners en enkele gemeenten wil de Omgevingsdienst een Omgevingsspel ontwikkelen voor de regio West-Holland. Het gaat om een laagdrempelig spel dat de deelnemers laat ervaren hoe het is om te werken met de Omgevingswet. De doelgroep is breed: bestuurders, raadsleden en ambtenaren van verschillende organisaties. Het spel voor de regio West-Holland wordt gebaseerd op een reeds bestaand spel dat succesvol in Gelderland wordt toegepast. Voor de ontwikkeling van het spel dragen de Omgevingsdienst, haar partners en enkele gemeenten samen realistische casuïstiek aan vanuit de praktijk. De Omgevingsdienst wil het spel zowel intern gebruiken als bij provincie en gemeenten om de nabijheid te bevorderen en samenwerking in de keten te versterken. De Omgevingsdienst krijgt de beschikking over drie spellen en er wordt een drietal medewerkers van de Omgevingsdienst opgeleid tot spelleider. Start verkenning samenwerking bij uitvoering van de Omgevingswet De provincie Zuid-Holland heeft eind 2017 een verkenning laten uitvoeren naar welke vragen er leven rondom de rol en positie van Omgevingsdiensten bij de implementatie en uitvoering van de Omgevingswet. Hiervoor zijn diverse partijen (binnen en buiten de provincie) geïnterviewd en werksessies georganiseerd. De verkenning heeft naast de inhoudelijke uitkomsten een belangrijk procesresultaat opgeleverd: de betrokken partijen kregen meer inzicht in elkaars opgaven en het belang van samenwerking bij de uitvoering van de Omgevingswet. Als vervolg hierop wil de Omgevingsdienst in 2018 een eigen verkenning uitvoeren, samen met alle deelnemers en ketenpartners. De verkenning is gericht op vragen rondom de samenwerking tussen de Omgevingsdienst, provincie, gemeenten en ketenpartners bij de uitvoering van de Omgevingswet. Met behulp van de uitkomsten van de verkenning kunnen vervolgactiviteiten worden benoemd om de ketensamenwerking te versterken. 10

11 3.2 Bijdragen aan kerninstrumenten Wat vraagt de Omgevingswet? De nieuwe Omgevingswet introduceert zes nieuwe kerninstrumenten die in de plaats komen van huidige instrumenten zoals structuurvisies en bestemmingsplannen (zie onderstaand figuur). De Omgevingsdienst krijgt met ieder van deze instrumenten te maken. In de voorbereiding op de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt de Omgevingsdienst in toenemende mate gevraagd om een bijdrage te leveren aan pilots of trajecten die gericht zijn op het ontwikkelen van Omgevingsvisies (1 in het figuur) en Omgevingsplannen (3 in het figuur) van gemeenten en de Omgevingsverordening van de provincie. Met het Omgevingsplan krijgen gemeenten bijvoorbeeld veel mogelijkheden voor maatwerk in het opstellen van regels voor de fysieke omgeving. Deze regels dienen anders dan nu het geval is allen te worden opgenomen in één gebiedsdekkend Omgevingsplan. De Omgevingsdienst draagt vanuit haar expertise op het gebied van milieu en bouwen in combinatie met haar gebiedspecifieke kennis graag bij aan het ontwikkelen van beleid en bijpassende instrumenten voor de uitvoering ervan. Dit vraagt dat medewerkers van de Omgevingsdienst naast de benodigde inhoudelijke kennis ook beschikken over vaardigheden om te adviseren over het te voeren beleid en in te zetten instrumenten zoals uitvoeringsprogramma s om de beleidsdoelen te realiseren, monitoring van de vast te leggen omgevingswaarden en effectieve toezicht en handhaving Wat heeft ODWH in 2017 gedaan? In 2017 heeft de Omgevingsdienst een inhoudelijke bijdrage geleverd aan onder meer het Omgevingsplan Buitengebied Hillegom, pilots van de gemeente Leiden in voorbereiding op Omgevingsplannen en de Omgevingsvisies van Noordwijk van Hillegom. Daarnaast is de dienst in het najaar van 2017 gestart met het ontwikkelen van een nieuwe werkwijze voor advisering bij 11

12 Omgevingsvisies en Omgevingsplannen. Om kennis te ontwikkelen en opgedane inzichten te delen heeft de Omgevingsdienst niet alleen gebruik gemaakt van de leerkring Omgevingsplan, maar ook workshops ontwikkeld en presentaties gegevens op het gebied van bestuurlijke afwegingsruimte en energie en duurzaamheid Hoe gaat ODWH hiermee in 2018 aan de slag? Ook in 2018 neemt de Omgevingsdienst deel aan de pilots en trajecten van provincie en gemeenten die gericht zijn op het ontwikkelen van de kerninstrumenten die voortvloeien uit de Omgevingswet. Hierbij gaat het om trajecten die gericht zijn op het maken van Omgevingsvisies (o.a. Leiden), Omgevingsverordening (provincie Zuid-Holland), Omgevingsplannen (o.a. Zoeterwoude, Leiden, Hillegom). Zo oefent de Omgevingsdienst in de praktijk met werken volgens de Omgevingswet. Inzichten die worden opgedaan in deze trajecten helpen de Omgevingsdienst, provincie en gemeenten bij de implementatie van de Omgevingswet. De Omgevingsdienst zet zich actief in deze inzichten te delen met gemeenten en provincie, onder meer via de leerkring Omgevingsplan, maar ook via het geven van workshops en inhoudelijke presentaties. Daarnaast blijft de Omgevingsdienst deelnemen aan de provinciebrede leerkring Omgevingsvergunning nieuwe stijl, om zich samen met de andere Omgevingsdiensten voor te bereiden op veranderingen op het gebied van vergunningverlening. Werkwijze advisering Het project werkwijze advisering is in het najaar van 2017 gestart. Doel van dit project is om een uniforme werkwijze te ontwikkelen voor de wijze waarop we deelnemers adviseren bij het opstellen van Omgevingsvisies en -plannen. Hierbij dient de werkwijze aan te sluiten bij de ontwerpprincipes van de Omgevingswet: integraal, gebiedsgericht en afwegingsruimte. Onderdeel van de werkwijze zijn ook nieuwe werkvormen, zoals een workshop Spelen met regels. In 2018 werkt de Omgevingsdienst de werkwijze verder uit én wil de dienst de werkwijze als pilot bij twee gemeenten in de praktijk testen. Met behulp van de ervaringen uit deze twee pilots wordt de werkwijze geoptimaliseerd. Nader uitwerken van rol als Omgevingsadviseur De Omgevingswet vraagt om een meer integrale en gebiedsgerichte benadering, waarbij milieu één van de af te wegen aspecten is. Iedere medewerker van de Omgevingsdienst beschikt vanuit zijn of haar rol over specifieke kennis over een gebied of activiteit in de fysieke leefomgeving. Om deze kennis productief te maken bij de ontwikkeling en uitvoering van de nieuwe kerninstrumenten wil de Omgevingsdienst in 2018 in samenwerking met provincie en gemeenten een visie ontwikkelen op haar rol als Omgevingsadviseur. Leerkring Omgevingsvergunning nieuwe stijl In 2016 heeft de provincie Zuid-Holland samen met de Zuid-Hollandse Omgevingsdiensten een Leerkring Omgevingsvergunning nieuwe stijl opgezet. Het doel van deze Leerkring is om te verkennen wat de Omgevingswet verandert op het gebied van proces en inhoud van 12

13 vergunningverlening en hoe deze veranderingen kunnen worden doorgevoerd in de nieuwe praktijk van vergunningverlening. De Omgevingsdienst blijft actief deelnemen aan deze leerkring. 3.3 Verankeren van werkwijze in organisatie en processen Wat vraagt de Omgevingswet? Met de Omgevingswet wordt een beleidscyclus geïntroduceerd die richting geeft aan de werkprocessen van alle overheden die betrokken zijn bij de bescherming en ontwikkeling van de fysieke leefomgeving (zie figuur hiernaast). Mede hierdoor zullen ook de werkprocessen bij de Omgevingsdienst ingrijpend wijzigen. Daarnaast werken ook de inhoudelijke veranderingen van de Omgevingswet door in de werkprocessen van de Omgevingsdienst. Naar verwachting vindt er bijvoorbeeld een verschuiving plaats van vergunningverlening naar toezicht en handhaving, als gevolg van een afname van het aantal vergunningplichtige activiteiten. Daarnaast vindt er een verschuiving van bevoegdheden van Rijk en provincie naar gemeenten plaats. Zo zijn alle gemeenten straks bevoegd gezag met betrekking tot bodemtaken, in plaats van de provincie. Dit vraagt om aanpassingen van de werkprocessen en procedures, niet alleen bij de Omgevingsdienst, maar ook in de keten Wat heeft ODWH in 2017 gedaan? In 2017 heeft de Omgevingsdienst een interne impactanalyse uitgevoerd en - in samenwerking met gemeenten en ketenpartners een analyse uitgevoerd van de impact van nieuwe afwegingsruimte op het gebied van milieu. Onderdeel van de impactanalyse was de organisatie van een drietal praktijksimulaties. Op basis van de analyse en de praktijksimulaties hebben we geconcludeerd dat gemeenten op een aantal terreinen meer afwegingsruimte krijgen (met name op het gebied bodem en geluid) en dat een goede invulling van afwegingsruimte vraagt om samenwerking in de keten. Hierbij gaat het niet alleen om samenwerking bij het opstellen van Omgevingsplannen, maar ook om samenwerking in de uitvoeringspraktijk van vergunningverlening, toezicht en handhaving, onder meer om informatie uit te wisselen en werkprocessen af te stemmen. Met de uitvoering van een gezamenlijke impactanalyse is een eerste stap gezet. Belangrijk resultaat is naast de opgedane inhoudelijke kennis dat de betrokken partijen meer inzicht hebben gekregen in elkaars werkwijze en rollen bij het maken van afwegingen met betrekking tot de fysieke leefomgeving 13

14 3.3.3 Hoe gaat ODWH hiermee in 2018 aan de slag? De Omgevingsdienst oefent in 2018 verder met werken met de Omgevingswet. Ook onderzoekt de dienst de toekomstige uitvoeringspraktijk. Dit onderzoek dient de Omgevingsdienst te helpen om een scherper zicht te krijgen op de veranderopgave op het gebied van onder meer werkprocessen en organisatie. Hierbij voeren we de volgende activiteiten uit: Inventarisatie milieuregels voor bedrijven In najaar van 2017 heeft de Omgevingsdienst een compacte werkgroep ingericht om in beeld te brengen welke activiteiten in het werkgebied momenteel wel onder milieuregelgeving vallen, maar onder de Omgevingswet niet meer. Op basis van de beschikbare ontwerp-amvb s bij de Omgevingswet stelt de Omgevingsdienst begin 2018 een compleet overzicht op van deze activiteiten. Door dit overzicht gemeente-specifiek te maken, kan de Omgevingsdienst gemeenten ondersteunen bij de ontwikkeling van Omgevingsplannen. Daarnaast dient het overzicht onder meer te helpen om te komen tot een toezicht- en handhavingsbeleid dat aansluit bij de Omgevingswet. Actualiseren en verdiepen impactanalyse In 2017 hebben we een eerste impactanalyse uitgevoerd om globaal inzicht te krijgen in de impact van de Omgevingswet voor de Omgevingsdienst. Medio 2018 willen we deze impactanalyse actualiseren aan de hand van opgedane praktijkervaringen en gepubliceerde wet- en regelgeving. Ook willen we de inzichten verdiepen in een aantal sessies. Zo brengen we gezamenlijk de uitgangsituatie (waar staan we nu en hoe werken we nu?) en de situatie na inwerkingtreding van de Omgevingswet in beeld (wat vraagt de Omgevingswet en hoe willen we de wet uitvoeren?). Het verschil tussen beide geeft inzicht in de aard en omvang van de veranderingen die invoering van de Omgevingswet vraagt bij de Omgevingsdienst. Hierbij ligt de nadruk op de kerntaken van de Omgevingsdienst: vergunningverlening, toezicht en handhaving. Ook besteden we aandacht aan welke vaardigheden en competenties de Omgevingswet vraagt van medewerkers van de Omgevingsdienst. Leerkring toezicht en handhaving In samenwerking met de andere vier Omgevingsdiensten in Zuid-Holland is in 2017 een leerkring Toezicht en Handhaving opgericht. Vanuit iedere Omgevingsdienst nemen twee medewerkers op het gebied van toezicht en handhaving op milieu- en bouwaspecten deel aan de leerkring. In 2018 gaan we door met de leerkring. Zo wordt onder meer een zogenaamde botsproef georganiseerd om de nieuwe uitvoeringspraktijk te simuleren en de uitwerking van wet- en regelgeving te testen. Voorbereiden warme overdracht bodemtaken Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet draagt de provincie het bevoegd gezag voor bodemtaken over aan gemeenten. De Omgevingsdienst voert de wettelijke bodemtaken uit. In het Convenant bodem en ondergrond hebben het Rijk, VNG, IPO, en de Unie van Waterschappen getekend voor een zogenaamde warme overdracht van taken en verantwoordelijkheden. Er vindt nog discussie plaats over de precieze invulling hiervan. Samen met andere Omgevingsdiensten in Zuid-Holland en de provincie Zuid-Holland werken we reeds aan de 14

15 voorbereidingen op de overdracht van bevoegdheden, onder meer via een project dat gericht is op het verbeteren van de kwaliteit van bodemgegevens. In de komende periode zullen we gemeenten proactief informeren over ontwikkelingen in wet- en regelgeving op het gebied van bodem en ondergrond, onder meer via een regionale bijeenkomst om de veranderingen nader toe te lichten. Ook werkt de Omgevingsdienst aan een voorstel voor het organiseren van de warme overdracht. 3.4 Aansluiten op Digitaal Stelsel Omgevingswet Wat vraagt de Omgevingswet? Een belangrijk middel om de doelstellingen van de Omgevingswet te realiseren is een goede digitale ondersteuning. Stapsgewijs wordt hiertoe het Digitaal Stelsel voor de Omgevingswet (DSO) ontwikkeld. Voor de gebruiker heeft het DSO straks de vorm van één digitaal loket: het nieuwe Omgevingsloket. Via dit loket moeten initiatiefnemers, overheden en belanghebbenden snel kunnen inzien wat kan en mag in de fysieke leefomgeving. Hiertoe worden allereerst de belangrijkste bestaande gebruikerstoepassingen geïntegreerd: Ruimtelijkeplannen.nl (de geometrische verbeelding van omgevingsdocumenten), Omgevingsloket online (OLO, voor het indienen van vergunningsaanvragen) en de Activiteitenbesluit internmodule (AIM, voor het doen van meldingen). Aansluiting op het DSO is verplicht voor de Omgevingsdienst en andere overheden 1. Voor deze aansluiting wordt onder meer gebruik gemaakt van de generieke digitale infrastructuur van de overheid (GDI), bouwstenen als stelselvoorzieningen en basisregistraties en Standaard Uitwisseling Formaten (StUF koppelingen). Ook is aangekondigd dat het Rijk voor de ontwikkeling van en de aansluiting op het DSO via een Ministeriële regeling nadere regels kan stellen aan: voorzieningen die onderdeel zijn van het stelsel, zoals een landelijke voorziening en register omgevingsdocumenten gemeenschappelijke definities (via standaarden) in- en uitgaande gegevensstromen; bijvoorbeeld de aanlevering van omgevingsdocumenten aan het register omgevingsdocumenten kwaliteitseisen aan gegevensstromen taken en verantwoordelijkheden van de verschillende organisaties. Dat betekent dat de Omgevingsdienst op een later moment verplicht kan worden om gegevens volgens bepaalde kwaliteitseisen en standaarden beschikbaar te stellen via het DSO. Op dit moment is nog niet bekend wat precies wordt gevraagd. Wel duidelijk is dat de kwaliteit en uitwisselbaarheid van gegevens van groot belang is, gebruik wordt gemaakt van landelijke standaarden en dat wordt voortgeborduurd op reeds bestaande landelijke voorzieningen. 1 Invoeringswet Omgevingswet consultatieversie 15

16 Daarnaast geldt digitalisering van zaakgericht werken in de keten als randvoorwaarde voor het goed functioneren van het DSO. Om digitaal te kunnen samenwerken in de beleids- en uitvoeringsketen van de Omgevingswet moet de omgevingsdienst voldoen aan een vijftal voorwaarden (zie het onderstaande kader) 2. Startvoorwaarden voor digitaal samenwerken in de keten 1. Elke organisatie heeft een digitaal zaaksysteem. Om digitaal samen te kunnen werken dient elke betrokken ketenpartner een digitaal zaaksysteem beschikbaar te hebben voor ondersteuning van de workflow en registratie van de zaken. 2. De in- en uitgaande post is digitaal beschikbaar. Alle in- en uitgaande post rond de zaakafhandeling naar burgers en bedrijven moet gedigitaliseerd beschikbaar zijn. 3. Extern benodigde archiefgegevens zijn digitaal beschikbaar. De zaken die opgeslagen zijn in archieven dienen digitaal beschikbaar te zijn. 4. Het zaaksysteem is digitaal gekoppeld aan de beschikbare landelijke platformsystemen. Om gegevens daadwerkelijk uit te kunnen wisselen moeten die gegevens niet alleen digitaal beschikbaar zijn, maar moeten de zaaksystemen van organisaties onderling gekoppeld worden via beschikbare platforms. 5. Zaaksystemen en authentieke basisregistraties zijn onderling geborgd gekoppeld. De zaaksystemen moeten koppelingen hebben met landelijke basisregistraties met een wettelijke status. 2 Digitaal zaakgericht werken in de beleids- en uitvoeringsketen van de omgevingswet in Zuid-Holland, 7 september

17 3.4.2 Wat heeft ODWH in 2017 gedaan? In 2017 heeft de Omgevingsdienst gewerkt aan het verbeteren van de basis voor digitaal werken. Zo is onder meer het cluster informatievoorziening opgericht en is werken in de Cloud ingevoerd. Om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen op het gebied van het Digitaal Stelsel Omgevingswet heeft de Omgevingsdienst diverse regionale en landelijke bijeenkomsten en overleggen bijgewoond. Ook is in pilotverband een QuickScan uitgevoerd naar welke stappen de Omgevingsdienst moet en kan zetten om aan te sluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Deze QuickScan heeft geleid tot een met het cluster Informatievoorziening afgestemde lijst van projecten voor korte en lange termijn Hoe gaat ODWH hiermee aan de slag in 2018? Ter voorbereiding op het DSO gaat de Omgevingsdienst aan de slag met de kwaliteit en beschikbaarheid van de beschikbare gegevens onder meer via de implementatie van een Geoviewer en wil de dienst zo veel mogelijk gebruik gaan maken van reeds bestaande landelijke voorzieningen. De Omgevingsdienst volgt ontwikkelingen op het gebied van het DSO nauwgezet, onder meer via het landelijke traject Uitvoering Informatievoorziening Omgevingswet (UIVO). Deze ontwikkelingen worden meegenomen in de aanbesteding van het nieuwe zaaksysteem. Daarnaast voert de Omgevingsdienst de volgende projecten uit: Pilot datakwaliteit Samen met de andere Omgevingsdiensten in Zuid-Holland en de provincie Zuid-Holland voeren we een pilot datakwaliteit uit. De pilot is erop gericht inzicht te krijgen in de onderlinge informatieuitwisseling. Voor de pilot worden drie bijeenkomsten georganiseerd aan de hand van de volgende vragen: 1. Over welke gegevens beschikken de verschillende organisaties? 2. Welke eisen stellen de verschillende organisaties aan de datakwaliteit? 3. Wat is er nodig om data onderling te kunnen delen? Medio 2018 worden de uitkomsten gepresenteerd aan de Stuurgroep Optimalisering Informatievoorzieningen Omgevingsdiensten Zuid-Holland. Opstellen business case DSO In 2018 wil de Omgevingsdienst een business case DSO opstellen. Deze business case moet inzicht geven in zowel de benodigde investeringen om aan te sluiten op DSO als de te verwachten baten. Deze baten, zoals een betere of meer actuele digitale beschikbaarheid van gegevens op het gebied van milieu en bouwen, kunnen betrekking hebben op de werkzaamheden van de Omgevingsdienst, maar ook op die van gemeenten. 17

18 3.5 Aanpassen van cultuur, gedrag en competenties Wat vraagt de Omgevingswet? Werken volgens de Omgevingswet betekent meer integraal en minder sectorgericht werken in een andere interactie tussen overheden, burgers, bedrijven en andere partijen. Van overheden wordt een coöperatieve en oplossingsgerichte grondhouding verwacht, waarbij deze met elkaar samenwerken om initiatiefnemers en belanghebbenden van dienst te zijn. Dit vergt veranderingen in cultuur en gedrag en ontwikkeling van (nieuwe) competenties van betrokken medewerkers. Mogelijk moeten het functiehuis en functieprofielen hierop worden aangepast. Kort samengevat vraagt de Omgevingswet om: integraal denken en handelen meer samenwerking binnen de Omgevingsdienst en tussen organisaties meedenken met initiatiefnemers van ontwikkelingen in de fysieke omgeving De cultuurwaarden van de Omgevingsdienst, professionaliteit, transparant en verbinden, sluiten nauw aan bij de omslag die met de Omgevingswet wordt beoogd Wat heeft ODWH in 2017 gedaan? In 2017 hebben diverse medewerkers van de Omgevingsdienst deelgenomen aan pilots en experimenten. Ook hebben we een bijdrage geleverd aan inhoudelijke leerkringen en is op 30 november 2017 de eerste ochtend van de Omgevingswet georganiseerd. Aan de bijeenkomst, met onder meer Geert Teisman als spreker en vier verschillende workshops, hebben ruim zestig medewerkers van de Omgevingsdienst deelgenomen. Doel van de ochtend was om samen in gesprek te gaan over de impact van Omgevingswet voor de dienst Hoe gaat ODWH hiermee aan de slag in 2018? Cultuurverandering laat zich moeilijk sturen. Het enkel beschikken over kennis over de wet is niet toereikend. In 2017 heeft de Omgevingsdienst via diverse pilots reeds ervaring opgedaan met werken volgens de Omgevingswet en is de rol van regionaal kenniscentrum op het gebied van de Omgevingswet gegroeid. In 2018 wil de Omgevingsdienst deze positie uitbouwen en de opgedane kennis verdiepen en verbreden. Hierbij blijft de Omgevingsdienst inzetten op een mix van ervarend leren (via experimenten en pilots) en kennisontwikkeling via themabijeenkomsten en leertrajecten. In 2018 organiseert de Omgevingsdienst twee keer een ochtend van de Omgevingswet. Ook start de dienst met de Omgevingsdienst collegetour. Zo willen we steeds beter zicht krijgen op wat de Omgevingswet vraagt van toezichthouders, vergunningverleners en adviseurs en hoe de Omgevingsdienst zich kan voorbereiden op de gevraagde veranderingen. We voeren in ieder geval de volgende activiteiten uit: 18

19 Ervaring opdoen in de praktijk (experimenten en pilots) We doen ervaring en kennis op in diverse projecten op het gebied van de Omgevingswet. Van deze projecten willen we leren door deze niet alleen inhoudelijk te evalueren, maar op samenwerking en werkwijze. Bij het uitvoeren van pilots geeft de Omgevingsdienst met het oog op kennisborging voorkeur aan de inzet van vaste medewerkers. Deelname aan bijeenkomsten en leertrajecten We nemen deel aan de externe bijeenkomsten en leertrajecten op het gebied van de Omgevingswet die van meerwaarde zijn voor de Omgevingsdienst. Hierbij gaat het onder meer om de leerkringen op het gebied van Toezicht en Handhaving en Vergunningverlening met de andere Omgevingsdiensten in Zuid-Holland. Medewerkers van de Omgevingsdienst kunnen zich in overleg met hun afdelingshoofd en/of teamleider aanmelden voor bijeenkomsten. Ochtend van de Omgevingswet Ieder half jaar organiseren we een ochtend van de Omgevingswet voor de gehele organisatie. De ochtend van de Omgevingswet bestaat net als in 2017 uit een mix van een inspirerende plenaire presentatie en workshops. Een deel van de workshops wordt verzorgd door medewerkers van de Omgevingsdienst, maar we nodigen ook nadrukkelijk collega s van provincie, gemeenten en andere organisaties uit om te vertellen over praktijkervaringen met de Omgevingswet. ODWH College Tour In 2018 start de Omgevingsdienst met de ODWH College Tour. Ieder kwartaal nodigt de Omgevingsdienst iemand uit om te vertellen over een interessant praktijkvoorbeeld van werken met de Omgevingswet. De doelgroep varieert afhankelijk van de inhoud maar bestaat in ieder geval zowel uit medewerkers van de Omgevingsdienst als van provincie, gemeenten en ketenpartners. Aan de hand van de presentatie gaan we met elkaar in discussie over vragen zoals: in hoeverre is het gepresenteerde praktijkvoorbeeld toepasbaar in de regio West-Holland? Wat hebben we daarvoor nodig? En wat kunnen we hiervan leren? Frequente communicatie over leerervaringen via Westweb De leerervaringen uit pilots en bijeenkomsten worden structureel vastgelegd via blogs en nieuwsberichten op Westweb, zodat we gezamenlijk een steeds scherper beeld vormen van welke aanpassingen de Omgevingswet vraagt op het gebied van cultuur, gedrag en competenties. 19

20 4. Organisatie In dit hoofdstuk gaan we in op de organisatie van de implementatie van de Omgevingswet bij de Omgevingsdienst. 4.1 Bestuurlijk opdrachtgever Het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst is bestuurlijk opdrachtgever voor de implementatie van de Omgevingswet. Ieder half jaar wordt het Dagelijks Bestuur via een uitgebreide memo geïnformeerd over de voortgang en resultaten van de activiteiten uit het programmaplan. In hoofdstuk 5 (communicatie) gaan we dieper in op de wijze waarop richting bestuurders wordt gecommuniceerd over de invoering van de Omgevingswet. 4.2 Ambtelijk opdrachtgever Marlies Krul is als directeur van de Omgevingsdienst verantwoordelijk voor de uitvoering van de Strategienota van de Omgevingsdienst, waarin de implementatie van de Omgevingswet een speerpunt is. Daarmee is ze ambtelijk opdrachtgever voor de uitvoering van het programmaplan. Het programmaplan is vastgesteld in het MT van de Omgevingsdienst. Het MT is verantwoordelijk voor de in te zetten capaciteit en middelen voor de uitvoering van het programmaplan. Ten minste ieder half jaar wordt het MT geïnformeerd over de voortgang. 4.3 Opdrachtnemer Opdrachtnemer is het kernteam implementatie Omgevingswet. De Omgevingsdienst werkt met een breed kernteam, omdat de implementatie van de Omgevingswet betrekking heeft op de gehele organisatie. Het kernteam bestaat uit medewerkers op het gebied van: Toezicht en Handhaving Reguleren Advisering Accountmanagement Communicatie Informatievoorziening Op termijn (vanaf medio 2018) is het van belang dat ook Personeel & Organisatie vertegenwoordigd is in het kernteam, omdat de invoering van de Omgevingswet mogelijk ook veranderingen in het functiehuis en organisatie van de Omgevingsdienst vraagt. Het kernteam wordt aangestuurd door de projectleider implementatie Omgevingswet. De projectleider heeft iedere twee weken werkoverleg met Nienke Mier, als portefeuillehouder Omgevingswet vanuit het MT. De projectleider is verantwoordelijk voor de coördinatie en uitvoering 20

21 van de implementatieactiviteiten, aanspreekpunt voor gemeenten en medewerkers van de Omgevingsdienst op het gebied van de Omgevingswet en levert een bijdrage aan de uitvoering van het programmaplan. Het kernteam is verantwoordelijk voor het initiëren en uitvoeren van implementatieactiviteiten en vervult een ambassadeursfunctie. Deze ambassadeursfunctie bestaat uit het intern delen van kennis over de voortgang van de implementatie en ontwikkelingen op het gebied van de Omgevingswet. Daarnaast fungeren de kernteamleden als vraagbaak voor andere medewerkers van de Omgevingsdienst. Dat betekent ook dat de kernteamleden hun kennis over (onderdelen van) de Omgevingswet up-to-date dienen te houden via onder meer (online) platforms en externe bijeenkomsten. Het kernteam bespreekt in beginsel iedere drie weken de voortgang van de diverse activiteiten. In dit overleg wordt gewerkt met een actielijst om de voortgang van implementatieactiviteiten te bewaken en bespreken. Daarnaast worden relevante ontwikkelingen op het gebied van de implementatie van de Omgevingswet besproken. 21

22 5. Communicatie In dit hoofdstuk gaan we in op de wijze waarop de Omgevingsdienst intern en extern communiceert over de voortgang en resultaten op het gebied van de implementatie van de Omgevingswet. 5.1 Inleiding Communicatie op alle niveaus is belangrijk voor een goede implementatie van de Omgevingswet. Informeren, kennis delen en participeren zijn de uitgangspunten van de communicatiestrategie die we hanteren. Steeds weer zoeken we naar het antwoord op de vraag wat betekent de Omgevingswet voor de Omgevingsdienst, provincie en gemeenten? Hierbij besteden we expliciet aandacht de lessen die we leren uit pilots en experimenten. We maken in onze communicatie over de implementatie van de Omgevingswet bij de Omgevingsdienst onderscheid naar drie doelgroepen: bestuurders en opdrachtgevers, intern en extern. Voor de bestuurlijke communicatie en de communicatie naar onze opdrachtgevers gebruiken we bestaande middelen: de managementbrief en bijeenkomsten van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur. Voor interne communicatie maken we met name gebruik van het intranet en afdelings- en clusteroverleggen. Extern communiceren we via onze website en de ODWH nieuwsbrief. Het spreekt voor zich dat ook de social media (twitter) en de traditionele media (persberichten) worden ingezet door de Omgevingsdienst. Hierbij besteden we aandacht aan de implementatieactiviteiten van de Omgevingsdienst, welke resultaten zijn behaald en wat de belangrijkste lessen zijn voor de Omgevingsdienst, gemeenten en provincie. 5.2 Interne communicatie Met een intensieve interne communicatie zetten we in op informeren en kennis delen. De vraag wat betekent de Omgevingswet voor de Omgevingsdienst, provincie en gemeenten? is er een die in eerste instantie beantwoord moet worden. Daarna volgt al heel gauw de vraag wat betekent de Omgevingswet voor hoe ik mijn werk uitvoer? De leden van het kernteam hebben hierin een ambassadeursfunctie. Hun kennis en kunde moet zich als een olievlek door de organisatie heen verspreiden. We maken voor de interne communicatie gebruik van onze bestaande middelen: Westweb Op de homepage van Westweb is een overzicht van meest recente nieuwsberichten over de Omgevingswet. Daarnaast is er een portal ingericht waarop allerlei informatie wordt verzameld: blogs, nieuwsberichten, vragen&antwoorden etc.. Uitgangspunt is dat er iedere maand nieuwe berichten verschijnen. 22

23 Beeldschermen Zodra er interessant nieuws is, komt hiervan een aankondiging op de beeldschermen. Uitgangspunt is dat meer informatie te vinden is op Westweb. Afdelingsoverleggen In de reguliere afdelingsoverleggen is de Omgevingswet een terugkerend thema. De kernteamleden geven in deze overleggen periodiek een update van de stand van zaken met betrekking tot de invoering van de Omgevingswet bij de Omgevingsdienst. Acties De projectleider en de communicatieadviseur in het kernteam zijn primair verantwoordelijk voor de communicatie rondom de Omgevingswet. Zij zorgen voor actuele informatie, beantwoorden vragen die via Westweb binnenkomen etc. De communicatie via de beeldschermen verloopt via het cluster communicatie. Daarnaast communiceren de kernteamleden binnen hun afdeling over de voortgang van de invoering van de Omgevingswet en relevante ontwikkelingen. 5.3 Bestuurlijke communicatie en communicatie naar onze opdrachtgevers Communicatie met en naar bestuur en opdrachtgevers over onze rol bij de Omgevingswet is van groot belang. Door ons samen goed voor te bereiden op deze wet kunnen we als dienst verwachtingen managen en inspelen op kansen. Zo kunnen we in de communicatie naar deze doelgroep ook antwoord geven op de vraag Wat betekent de Omgevingswet voor de Omgevingsdienst, gemeenten en provincie en de samenwerking? We maken voor de bestuurlijke communicatie en de communicatie naar onze opdrachtgevers gebruik van onze bestaande middelen: ODWH nieuwsbrief De ODWH nieuwsbrief komt vijf tot zes keer per jaar uit. Hierin zal de invoering van de Omgevingswet regelmatig terugkomen. Bijeenkomsten Algemeen Bestuur De Omgevingsdienst en het AB hebben de gezamenlijke ambitie om de betrokkenheid van de AB leden te vergroten bij het werk van de dienst. Een van de middelen is om gespecialiseerde kennis te delen in het AB. Het onderwerp Omgevingswet leent zich hier goed voor. Agenderen Dagelijks Bestuur Het DB komt meerdere malen per jaar bij elkaar. Ieder half jaar wordt het DB via een notitie geïnformeerd over de voortgang van de implementatie van de Omgevingswet bij de Omgevingsdienst. Raadsvergaderingen Actief en reactief verzorgen we presentaties voor de diverse gemeenteraden over de Omgevingswet en de rol van de Omgevingsdienst. 23

24 Themabijeenkomsten We organiseren diverse themabijeenkomsten over de Omgevingswet voor medewerkers van de Omgevingsdienst, de provincie, gemeenten en ketenpartners. Acties De projectleider en de communicatieadviseur binnen het project zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de communicatie rondom de Omgevingswet. De projectleider is hierbij de aanjager vanuit de inhoud. Ook draagt de projectleider zorgt voor de informele communicatie richting projectleiders Omgevingswet van provincie, gemeenten en ketenpartners. 5.4 Externe communicatie Uiteraard is het ook van belang om extern te communiceren over invoering van de Omgevingswet bij de Omgevingsdienst. Externe communicatie gebruiken we om ons te profileren en een transparant inzicht te geven in de invoering van de Omgevingswet bij de Omgevingsdienst. Hierbij geven we antwoord op de vraag wat kan u van de Omgevingsdienst verwachten bij de invoering en uitvoering van de Omgevingswet? We maken voor de externe communicatie gebruik van onze bestaande middelen: Website odwh.nl De projecten waar wij als Omgevingsdienst bij betrokken zijn of waren, die communiceren we via onze website. Naast behaalde resultaten gaat hierbij ook om de lessen voor de dienst en provincie en gemeenten. Social media We zetten social media in, in combinatie met onze traditionele middelen. Acties De projectleider en de communicatieadviseur binnen het project zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de communicatie rondom de Omgevingswet. De projectleider is hierbij de aanjager vanuit de inhoud. 24