3 Chassis ALGEMEEN VOORTREIN ACHTERTREIN WIELEN EN BANDEN STUURINRICHTING STUURBEKRACHTIGING MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "3 Chassis ALGEMEEN VOORTREIN ACHTERTREIN WIELEN EN BANDEN STUURINRICHTING STUURBEKRACHTIGING MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN"

Transcriptie

1 3 Chassis 30A ALGEMEEN 31A VOORTREIN 33A ACHTERTREIN 35A WIELEN EN BANDEN 36A STUURINRICHTING 36B STUURBEKRACHTIGING 37A MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN 38C ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN X90 DECEMBER 2005 Edition néerlandaise De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit document werd samengesteld. Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht. Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan Renault. Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van Renault. Renault s.a.s. 2007

2 LOGAN - Hoofdstuk 3 InhoudBlz. LOGAN - Hoofdstuk 3 Inhoud Blz. 30A ALGEMEEN 31A VOORTREIN 31A Remcircuit: Schema van de werking 30A-1 Remcircuit: Voorzorgen bij de reparatie 30A-2 Remcircuit: Ontluchten 30A-3 Remcircuit: Aantrekkoppel 30A-5 Remvloeistof: Gegevens 30A-6 Rem: Gegevens 30A-7 Stuurinrichting: Aantrekkoppel 30A-8 Bodemhoogtes: Afstelwaarde 30A-9 Voortrein: Aantrekkoppel 30A-11 Voortrein: Afstelwaarden 30A-13 Voortrein: Afstellen 30A-15 Achtertrein: Aantrekkoppel 30A-16 Achtertrein: Afstelwaarden 30A-17 Stabilisatorstangen: Gegevens 30A-19 Gedrag van de auto 30A-20 VOORTREIN Voortrein Voorzorgen bij de reparatie 31A-1 Remblokken voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-3 Remslang voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-6 Remklauw voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-8 Remklauw voor: Revisie 31A-11 Remklauwsteun voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-13 Bescherming remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-16 Remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-17 Remschijf voor: Beschrijving 31A-18 Remleiding hydraulische eenheid - hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 31A-19 Remleiding hydraulische eenheid - wartel onder de carrosserie: Uitbouwen - Inbouwen 31A-21 Remleiding hydraulische eenheid - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-23 Remleiding hydraulische eenheid - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-25 Naafhouder van halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A-27 Lager van naafhouder voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-30 Veer en schokdemper voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-34 Onderste draagarm van de halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A-40

3 Inhoud 31A VOORTREIN 35A WIELEN EN BANDEN 33A Subframe voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A-44 Stabilisatorstang voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A-50 ACHTERTREIN Achtertrein Voorzorgen bij de reparatie 33A-1 Banden: Identificatie 35A-9 Banden: Uitbouwen - Inbouwen 35A-10 Bandenspanning: Identificatie 35A-11 Velg: Identificatie 35A-12 Houder van reservewiel: Uitbouwen - Inbouwen 35A-13 Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A-2 Remcilinder achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A-11 Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A-13 Remtrommel achter: Beschrijving 33A-15 Veer achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A-16 Stalen remleiding: Uitbouwen - Inbouwen 33A-18 Schokdemper: Uitbouwen - Inbouwen 33A-20 Lager van trommel achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A-25 Rubber lagerbus van de achteras: Uitbouwen - Inbouwen 33A-26 Achtertrein compleet: Uitbouwen - Inbouwen 33A-28 Achtertrein: Afstellen 33A-31 36A 36B STUURINRICHTING Stuurinrichting: Voorzorgen bij de reparatie 36A-1 Stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A-2 Spoorstang: Uitbouwen - Inbouwen 36A-7 Spoorstang met kogeldraaipunt stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A-9 Stuurkolom: Uitbouwen - Inbouwen 36A-11 Stuurhuisstofhoes: Uitbouwen - Inbouwen 36A-13 Afdichting van het schutbord: Uitbouwen - Inbouwen 36A-14 Stuurwiel: Uitbouwen - Inbouwen 36A-15 STUURBEKRACHTIGING 35A WIELEN EN BANDEN Wiel: Uitbouwen - Inbouwen 35A-1 Wiel: Balanceren 35A-4 Band: Voorzorgen bij de reparatie 35A-8 Druk van de stuurbekrachtigingspomp Controle 36B-1 Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B-6 Poelie van de stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B-20

4 Inhoud 36B STUURBEKRACHTIGING 37A MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN 37A Elektrische stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B-21 Stuurbekrachtigingsleidingen : Uitbouwen - Inbouwen 36B-23 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remmechanisme: Voorzorgen bij de reparatie 37A-1 Hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 37A-2 Remleiding hoofdremcilinder - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen 37A-8 Remleiding hoofdremcilinder - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen 37A-12 Antiterugslagklep van de rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A-16 Rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A-20 Rembekrachtiger: Controle 37A-28 Koppelingsbediening: Afstellen 37A-54 Koppelingskabel: Uitbouwen - Inbouwen 37A-55 Geheel rempedaal - koppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A-57 Koppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A-60 Koppelingscircuit: Ontluchten 37A-64 Koppelingshoofdcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 37A-66 Leiding van de koppelingsbediening: Uitbouwen - Inbouwen 37A-69 Bedieningshuis van de versnellingsbak: Uitbouwen - Inbouwen 37A-72 Parkeerremkabels: Uitbouwen - Inbouwen 37A-78 Uitwendig schakelmechanisme: Uitbouwen - Inbouwen 37A-80 Vacuümpomp: Uitbouwen - Inbouwen 37A-29 Gaspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A-31 Gaskabel: Uitbouwen - Inbouwen 37A-36 Rempedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A-40 Remdrukbegrenzer: Uitbouwen - Inbouwen 37A-44 Remdrukbegrenzer: Controle 37A-46 Parkeerremhendel: Uitbouwen - Inbouwen 37A-50 Koppelingsbediening: Lijst en plaats van de onderdelen 37A-52 38C ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN ABS : Voorzorgen bij de reparatie 38C-1 Opname element wielsnelheid voor: Uitbouwen - Inbouwen 38C-2 Opname element wielsnelheid achter: Uitbouwen - Inbouwen 38C-4 Presentatie 38C-6 ABS zonder ESP: Schema van de werking 38C-7 ABS zonder ESP : Beschrijving 38C-9 Hydraulische remeenheid: Uitbouwen - Inbouwen 38C-11

5 ALGEMEEN Remcircuit: Schema van de werking 30A Diagionaal «X» gescheiden remsysteem met lastafhankelijke remdrukbegrenzer Diagionaal «X» gescheiden remsysteem met ABS BELANGRIJK: Dit is een algemeen principeschema; gebruik het niet as referentie voor het aansluiten van de circuits. Bij het vervangen van de onderdelen van het remcircuit van een auto, moet u altijd de leidingen markeren vóór de demontage BELANGRIJK: Dit is een algemeen principeschema; gebruik het niet as referentie voor het aansluiten van de circuits. Bij het vervangen van de onderdelen van het remcircuit van een auto, moet u altijd de leidingen markeren vóór de demontage. 30A-1

6 ALGEMEEN Remcircuit: Voorzorgen bij de reparatie 30A LET OP De wartels van de remleidingen tussen de hoofdremcilinder, de remklauwen en de hydraulische groep hebben alle metrische schroefdraad. Daarom mogen alleen onderdelen worden gebruikt die in de onderdelendocumentatie van de auto staan aangegeven. Herkenning van de onderdelen: vorm van het uiteinde van stalen of koperen leidingen (A), - vorm van de schroefdraadboring in de wielremcilinders (B), - vorm van de wartels (C) : uitwendig 6-kant 11 mm. 30A-2

7 ALGEMEEN Remcircuit: Ontluchten 30A Onmisbaar materiaal ontluchtingsapparaat van de remcircuits diagnoseapparaat Aantrekkoppelsm ontluchtingsnippels 6 N.m a Ontlucht het circuit door de ontluchtingsnippels in de volgende volgorde te openen: - het circuit rechts achter, - het circuit links voor, - het circuit links achter, - het circuit rechts voor. a Zet vast met het aantrekkoppel: de ontluchtingsnippels (6 N.m). Voorzorgsmaatregelen die in acht genomen moeten worden tijdens de ontluchting van het remcircuit: - Controleer de peilen van de remvloeistof van het remcircuit en het ontluchtingsapparaat, -Er mag absoluut geen hydraulische of elektrische storing in het regelcircuit zijn. I - ONTLUCHTEN VAN HET REMCIRCUIT MET EN ZONDER ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN a LET OP Bijzondere voorzorgsmaatregel die in acht genomen moet worden tijdens de ontluchting van het remcircuit: het contact van de auto moet zijn uitgeschakeld om de elektrokleppen van de hydraulische eenheid niet te activeren (indien aanwezig). a Deze procedure moet worden uitgevoerd naar aanleiding van het uitbouwen of vervangen van een van de volgende elementen: - de begrenzer, - de hoofdremcilinder, - de remvloeistof, - de hydraulische eenheid (nieuw en voor-gevuld), - een leiding, - een slang, - het reservoir, - een remklauw, - de bekrachtiger, - de wielremcilinder. a Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. a Verbind het ontluchtingsapparaat van de remcircuits met het remvloeistofreservoir van de auto (zie de gebruiksaanwijzing van het apparaat). a Plaats de afvoerslangen op de ontluchtingsnippels. a Contact uit, controleer de slag van het pedaal; als deze niet correct is, begin dan opnieuw met ontluchten. a Vul het remvloeistofreservoir bij na het ontluchtingsapparaat van de remcircuits losgemaakt te hebben. a Reinig de sporen van remvloeistof. a Controleer of de ontluchtingsnippels zijn dichtgedraaid en de dopjes op hun plaats zitten. a Maak een proefrit om te controleren of de slag van het rempedaal correct is. Als de slag van het pedaal incorrect wordt tijdens de proefrit: - volg de ontluchtingsprocedure van het regelcircuit als de auto uitgerust is met een antiblokkeersysteem van de wielen, -ontlucht het remcircuit opnieuw als de auto niet uitgerust is met een antiblokkeersysteem van de wielen. II - ONTLUCHT HET REGELCIRCUIT (UITSLUITEND MET ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN) a Deze procedure moet worden toegepast na het ontluchten van het remcircuit zonder het regelsysteem en een proefrit met remmenregeling waarbij de slag van het pedaal incorrect wordt. LET OP Ontlucht nooit het regelcircuit voordat u het remsysteem zonder het regelsysteem heeft ontlucht. a Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. a Sluit aan (zie de gebruiksaanwijzing van het toestel): - het gereedschap ontluchtingsapparaat van de remcircuits op het remcircuit van de auto, - het diagnoseapparaat. a Plaats de afvoerslangen op de ontluchtingsnippels. a Ontlucht het regelcircuit van het remsysteem met behulp van het diagnoseapparaat. 30A-3

8 ALGEMEEN Remcircuit: Ontluchten 30A a Geef het commando SC006 «ontluchten van de hydraulische eenheid en van de remcircuits». a Volg de instructies van het diagnoseapparaat. N.B.: Tijdens de ontluchtingsprocedure drukt u afwisselend op het rempedaal en laat u dit weer los (pompen). a Maak het ontluchtingsapparaat van de remcircuits los. a Vul remvloeistof bij in het reservoir. a Reinig de sporen van remvloeistof. a Controleer of de ontluchtingsnippels zijn dichtgedraaid en de dopjes op hun plaats zitten. a Zorg tijdens een proefrit voor een regeling door het ABS-systeem om te controleren of de slag van het rempedaal goed is. Als de slag van het rempedaal niet goed wordt tijdens een proefrit, ga dan over tot het ontluchten van het regelcircuit van het remsysteem. Daardoor kan meer remvloeistof nodig zijn dan de inhoud van het circuit. 30A-4

9 ALGEMEEN Remcircuit: Aantrekkoppel 30A I - REMMEN VOOR EN ACHTER Omschrijving Ontluchtingsnippel remklauw voor 6 Aantrekkoppel (N.m) Omschrijving Bevestigingsbout van de steun van de hydraulische eenheid op de carrosserie bevestigingsmoeren van de parkeerrembediening Aantrekkoppel (N.m) 21 Ontluchtingsnippel remcilinder achter 6 Bevestigingsbout van de remdrukbegrenzer 12 Remslang op ingang remklauw voor 17 Remleiding op ingang remcilinder achter 14 Remslang op remleiding 14 Kolombout van voorwielrem 34 Bout van remklauwsteun 105 Remleiding op begrenzer 14 Remleiding op hoofdremcilinder 14 Remleiding op slang 14 Bevestigingsbouten remschijf 14 bevestigingsbout van cilinder op remankerplaat 14 II - REMBEDIENING Omschrijving Aantrekkoppel (N.m) Bevestigingsmoer rembekrachtiger 21 Bevestigingsmoeren hoofdremcilinder Remleiding op uitgang hoofdremcilinder Bevestigingsbout hydraulische eenheid op steun Wartels van de leidingen op de hydraulische groep A-5

10 ALGEMEEN Remvloeistof: Gegevens 30A INTERVAL VERVANGEN VAN DE REMVLOEISTOF De remmen, en met name de schijfremmen, zijn zodanig ontworpen (holle zuigers die weinig warmte overdragen, een zo klein mogelijke hoeveelheid remvloeistof in de remcilinders, zwevende remklauwen waarbij er geen remvloeistof op de minst gekoelde plaats van het wiel achterblijft) dat de kans op «vapour lock» tot een minimum is beperkt, zelfs bij langdurig zware belasting in de bergen. Toch is gebleken dat de huidige remvloeistoffen de eerste maanden dat ze gebruikt worden enigszins achteruitgaan door een geringe opname van vocht. Daarom is het vervangen van de vloeistof voorgeschreven: zie het onderhoudsboekje van de auto. 1 - Bijvullen Door het slijten van de remblokken zakt het peil van de remvloeistof in het reservoir. Hiervoor hoeft geen remvloeistof te worden bijgevuld, want bij het vervangen van de remblokken komt het vloeistofpeil weer omhoog. Het remvloeistofpeil mag echter niet onder het minimum merkteken komen. 2 - Goedgekeurde remvloeistof Het mengen van niet onderling mengbare soorten remvloeistof is zeer gevaarlijk. De wielremcups kunnen hierdoor worden aangetast wat tot lekkage leidt. Om dit gevaar te voorkomen mag er uitsluitend door onze laboratoria gecontroleerde en goedgekeurde remvloeistof worden gebruikt, die voldoet aan de norm SAE J 1703 DOT 4. 30A-6

11 ALGEMEEN Rem: Gegevens 30A TYPE LSOX KSOX FSOX (1) De remschijven mogen niet worden opgezuiverd. Bij te diepe krassen of slijtage moeten ze worden vervangen. Voorwielremmen (mm) Diameter van de zuigers Diameter van de remschijven Dikte van de remschijven 12 20,6 20, Minimum dikte van de schijven1 10,6 17,7 17,7 19,8 19,8 Maximum toegestane slingering remschijven 0,07 Dikte remblokken/voering (met grondplaat) ,7 17,7 Minimum dikte remblokken (met grondplaat) Achterwielremmen (mm) Diameter van de zuigers van de wielremcilinder 19 17, ,2 22,2 Diameter remtrommels 180,25 203,3 228,5 Maximale slijtagediameter van de remtrommels 181,25 204,45 229,5 Dikte van de primaire remvoeringen 4,6 4,9 Dikte van de secondaire remvoeringen 3,3 4,9 Hoofdremcilinder (mm) Diameter 20,6 20,6 22,2 Slag A-7

12 ALGEMEEN Stuurinrichting: Aantrekkoppel 30A Omschrijving Aantrekkoppel (N.m) Omschrijving Aantrekkoppel (N.m) Bevestigingsmoer stuurkolom 21 Bout stuurkolomkruisstukje 21 Contramoer sporingafstelling 50 Bout van stuurhuis 105 Moer van spoorstangkogel 37 Kogeldraaipunt stuurhuis 34 STUURBEKRACHTIGING Omschrijving Aantrekkoppel (N.m) Drukcontact op hogedrukleiding 12 Wartel hogedruk- en lagedrukleiding op stuurhuis Wartel hogedrukleiding op stuurbekrachtigingspomp Bevestigingsbouten van de lagedrukleiding op subframe Bevestigingsbout van de stuurbekrachtigingspomp op steun A-8

13 ALGEMEEN Bodemhoogtes: Afstelwaarde 30A I - MEETPUNTEN II - AFSTELLEN VAN DE TREINEN L90 W1 (mm) W2 (mm) Auto rijklaar Velg 14" 188,38 ± 10,5 291,6 ± 10,5 Velg 15" 192,5 ± 10,5 293,96 ± 10,5 K90 Voor de velg 14" : W1 (mm) W2 (mm) De maat (w1) wordt gemeten aan de voorkant, tussen de vloer en de onderkant van het subframe bij het gat in het midden van de onderste draagarm. Auto rijklaar K7J, K7M 190,10 290,91 5 Pl K4M, K9K- E0 K9K-E1, E2 189,20 290,80 188,60 290,72 K7J, K7M 190,10 287,70 7 PL K4M 189,20 287,58 Voor de velg 15" : K9K 188,60 287, De maat (w2) wordt gemeten aan de achterkant, tussen de vloer en het hart van de bevestiging van de rubber lagerbus op het lagerblok. 30A-9

14 ALGEMEEN Bodemhoogtes: Afstelwaarde 30A W1 (mm) W2 (mm) Auto rijklaar K7J, K7M 194,80 295,27 5 Pl K4M, K9K- E0 K9K-E1, E2 193,90 295,15 193,40 295,08 K7J, K7M 194,80 292,23 7 PL K4M 193,90 292,11 K9K 193,40 292,04 F90 Voor de velg 15" : W1 (mm) W2 (mm) Auto rijklaar K7J, K7M 198,68 310,98 K9K/DM/zonder CA-K9K/ DM/CA-K9K/ DA/zonder CA 197,30 310,98 K9K/DA/CA 196,70 310,72 30A-10

15 ALGEMEEN Voortrein: Aantrekkoppel 30A Merkteken Omschrijving Aantrekkoppel (N.m (1) Bevestigingsmoer «veerpoot - schokdemper» op carrosserie 44 (2) Bout onderste draagarm 105 (3) Onderste bevestigingsbout van de trekstang van het 62 (4) Moer van spoorstangkogel 37 (5) Bevestigingsbout van het lagerblok van de stabilisatorstang en van het subframe 105 (6) Bevestigingsmoer van het lagerblok van de stabilisatorstang 8 (7) Bout van remklauwsteun 105 (8) Bovenste bevestigingsbout van de trekstang van het subframe op de langsbalk 21 (9) Bevestigingsbout van de schokdemper op de naafhouder 105 Voorste subframebout 105 Bevestigingsbout stuurhuis op subframe A-11

16 ALGEMEEN Voortrein: Aantrekkoppel 30A Merkteken Omschrijving Aantrekkoppel (N.m) (10) Moer van schokdemper voor veerschotel 62 (11) Moer van kogeldraaipunt van de tussenstang van de stabilisatorstang 14 (12) Bout onderste fuseekogel 62 (13) Moer aandrijfas 280 (14) Wielbouten 105 (15) Contramoer voor de sporingafstelling 50 (16) Bevestiging kogeldraaipunt stuurhuis op stuurhuis 34 (17) Bevestigingsbouten remschijf 14 30A-12

17 ALGEMEEN Voortrein: Afstelwaarden 30A I - VOORWAARDEN Controleer voordat u de voor- en achtertrein op de controlebank plaatst: - de bandenmaten, - de bandenspanningen (zie 35A, Wielen en banden, Bandenspanning: Identificatie, blz. 35A-11) - de mate van slijtage van de banden, - de spelingen van de draaipunten, - de bodemhoogtes (zie 30A, Algemeen, Bodemhoogtes: Afstelwaarde, blz. 30A-9). Opmerking: Vervang alle defecte onderdelen voor de controle. II - LANGSHELLING Niet afstelbaar. Waarde ± 40 (Maximum verschil rechts - links = 1 ) Stand van de auto Auto rijklaar IV - DWARSHELLING Niet afstelbaar Waarde 2 42 ± 30 (Maximum verschil rechts - links = 1 ) III - WIELVLUCHT Niet afstelbaar. Stand van de auto Auto rijklaar Waarde ± 30 (Maximum verschil rechts - links =1 ) Stand van de auto Auto rijklaar 30A-13

18 ALGEMEEN Voortrein: Afstelwaarden 30A V - SPORING: TEKENAFSPRAAK LET OP Betekenis van de door RENAULT gebruikte tekens: - +: uitspoor, - -: toespoor. Uitspoor: negatief teken L90 Waarde (voor twee wielen) Stand van de auto ± 10 Auto rijklaar Toespoor: positief teken F90 of K90 Waarde (voor twee wielen) Stand van de auto ± 30 Auto rijklaar VII - VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN (zie 31A, Voortrein, Onderste draagarm van de halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-40). VI - SPORING Afstellen door verdraaien van de stelhulzen van de spoorstangen, (zie 30A, Algemeen, Voortrein: Afstellen, blz. 30A-15) 30A-14

19 ALGEMEEN Voortrein: Afstellen 30A 4 - Sporing Aantrekkoppelsm contramoeren van de afstelling van de sporing 18 N.m N.B.: Stel de bodemhoogte af conform de specificaties voordat u de geometrie van de wielen controleert. Als de bodemhoogte niet conform de specificaties is, stelt u deze af door de carrosserie hoger of lager te zetten. I - AFSTELWAARDE a (zie 30A, Algemeen, Voortrein: Afstelwaarden, blz. 30A-13) II - AFSTELLEN a Voor het plaatsen op de bank voor het controleren van de wielophanging, moet u de bandenspanningen controleren (zie 35A, Wielen en banden, Bandenspanning: Identificatie, blz. 35A-11). a N.B.: Tijdens het controleren van de voor- en achtertreinhoeken, moet de auto leeg zijn (geen bagage, niemand in de auto). a Afstellen door verdraaien van de stelhulzen van de spoorstangen: - zet de contramoeren (1) van de sporingafstelling los, - verdraai de stelhulzen (2) van de spoorstangen om de gewenste waarde te krijgen. a Na het afstellen, zet vast met het aantrekkoppel: de contramoeren van de afstelling van de sporing (18 N.m). Let op dat het stuurwiel recht staat tijdens het afstellen van de sporing zodat de middenstand van het stuurwiel overeenkomt met de rechtuit stand van de voorwielen. Als de stand het stuurwiel niet overeenkomt met de stand van de zal de klant heirover klagen. 1 - Langshelling a Niet afstelbaar. 2 - Wielvlucht a Niet afstelbaar. 3 - Dwarshelling a Niet afstelbaar. 30A-15

20 ALGEMEEN Achtertrein: Aantrekkoppel 30A Merkteken Omschrijving Aantrekkoppel (N.m) (1) Moer van trommel 175 (voor L90) 280 (voor K90 en F90) (2) Bevestigingsbout lagerblok 62 (3) Onderste bevestigingsbout schokdemper 105 (4) Bevestigingsmoer van rubber lagerbus 125 (5) Remleiding op wielremcilinder 14 (6) Wartel remleiding op remslang 14 (7) Bevestigingsbout van remankerplaat op achtertrein 80 30A-16

21 ALGEMEEN Achtertrein: Afstelwaarden 30A I - VOORWAARDEN Controleer voordat u de voor- en achtertrein op de controlebank plaatst: - de bandenmaten, - de bandenspanning (zie 35A, Wielen en banden, Bandenspanning: Identificatie, blz. 35A-11), - de mate van slijtage van de banden, F90 of K90 Waarde Stand van de auto ±30 Auto rijklaar - de spelingen van de draaipunten, - de bodemhoogtes (zie 30A, Algemeen, Bodemhoogtes: Afstelwaarde, blz. 30A-9). Opmerking: Vervang alle defecte onderdelen voor de controle. II - WIELVLUCHT Niet afstelbaar. III - SPORING: TEKENAFSPRAAK LET OP Betekenis van de door RENAULT gebruikte tekens: - +: uitspoor, - -: toespoor. IV - SPORING Niet afstelbaar. Toespoor: positief teken L90 Waarde Stand van de auto ±15 Auto rijklaar L90 Waarde (voor twee wielen) Toespoor: ± 15 Stand van de auto Auto rijklaar 30A-17

22 ALGEMEEN Achtertrein: Afstelwaarden 30A F90 of K90 Waarde (voor twee wielen) Toespoor: ± 30 Stand van de auto Auto rijklaar V - VASTZETTEN VAN RUBBER LAGERBUSSEN (zie 33A, Achtertrein, Achtertrein: Afstellen, blz. 33A-31). 30A-18

23 ALGEMEEN Stabilisatorstangen: Gegevens 30A Diameter van de stabilisatorstang voor: 24,5 mm. 30A-19

24 ALGEMEEN Gedrag van de auto 30A L90 Shimmy* : trilling van het stuurwiel tussen 100 en 120 km/uur. I - REMMEN Oorzaak/ verschijnsel Slijtage van de remblokken Onregelmatig e slijtage van de remblokken Slingerin g van de remschijf Slijtage van de remschijf Vastlopen van de zuiger in de remklauw Corrosie van de remschijf Onregelmatig e slijtage van de remschijf Defect van de rembekra chtiger Lucht in het remcircuit Inwen dige lekkage van het remcircuit Uitwe ndige lekkage van het remcircuit Geluid bij het remmen Permane nt geluid Stoten bij het remmen Trillingen in het pedaal Hard pedaal x x x x x x x x x x x x x x x Zacht pedaal Lange slag Pedaa l op de vloer x x x x x x x x x x Permane nt remmen x x 30A-20

25 ALGEMEEN Gedrag van de auto 30A L90 II - STUURINRICHTING Oorzaak/ verschijnsel Te laag oliepeil van de stuur bekra chtiging Lucht in het stuur bekra chtigings circuit Speling in de stuurinrichti ng Verkeerd e uitga ngsdruk van de pomp Verkeerd e spanning van de aandrijfriem Beschadigin g van de stuur kolo m Verkeerd e montage van de stuur kolo m Verkeerd e voortreinhoek en (lang shellingshoek) Storing in de elektronisch e regeling van de bekra chtiging Vastlopen van de wielr emcilinder (zuiger of cilinder) Defec te band Gelui d Trillingen Stoten Stuur wiel keert niet goed terug in middenstand Te weinig variabele hydra ulische stuurbekra chtiging bij lage snelheid x x x x x x x x x x x x x x x x 30A-21

26 30A-22 ALGEMEEN Gedrag van de auto L90 30A Te veel variabele hydra ulische of elektrische stuurbekra chtiging bij hoge snelheid x Te weinig variabele hydra ulische of elektrische stuurbekra chtiging x x Oorzaak/ verschijnsel Te laag oliepeil van de stuur bekra chtiging Lucht in het stuur bekra chtigings circuit Speling in de stuurinrichti ng Verkeerd e uitga ngsdruk van de pomp Verkeerd e spanning van de aandrijfriem Beschadigin g van de stuur kolo m Verkeerd e montage van de stuur kolo m Verkeerd e voortreinhoek en (lang shellingshoek) Storing in de elektronisch e regeling van de bekra chtiging Vastlopen van de wielr emcilinder (zuiger of cilinder) Defec te band

27 ALGEMEEN Gedrag van de auto 30A L90 Oorzaak/ verschijnsel Te laag oliepeil van de stuur bekra chtiging Lucht in het stuur bekra chtigings circuit Speling in de stuurinrichti ng Verkeerd e uitga ngsdruk van de pomp Verkeerd e spanning van de aandrijfriem Beschadigin g van de stuur kolo m Verkeerd e montage van de stuur kolo m Verkeerd e voortreinhoek en (lang shellingshoek) Storing in de elektronisch e regeling van de bekra chtiging Vastlopen van de wielr emcilinder (zuiger of cilinder) Defec te band Sche eftrek ken bij constante snelheid x x Sche eftrek ken bij het remmen x x x III - WIELEN EN BANDEN Oorzaak / verschijnsel Niet goed gebalanceerde banden Te lage bandenspanning Vervormde of beschadigde wielen en banden Defect loopvlak van de band Verkeerde bandenmaat Sporing niet goed Voortrein en voorvering (zie tabel «Voortr ein en voorver ing» Remmen (zie tabel «Remm en» Stuurinrichting (zie tabel «Stuuri nrichtin g» Shimmy * Trillingen Wegligging niet goed x x x x x x x x x x x x x x x 30A-23

28 ALGEMEEN Gedrag van de auto 30A L90 Oorzaak / verschijnsel Niet goed gebalanceerde banden Te lage bandenspanning Vervormde of beschadigde wielen en banden Defect loopvlak van de band Verkeerde bandenmaat Sporing niet goed (zie tabel «Voortr ein en voorver ing» Voortrein en voorvering Remmen (zie tabel «Remm en» Stuurinrichting (zie tabel «Stuuri nrichtin g» Vroegtijdige bandenslijtage Onregelmatige bandenslijtage x x x x x x x x x x IV - TREINEN EN OPHANGING Subframe - voortrein en voorvering Oorzaak / verschijnsel Vervorming van de schokdem per Beschadigin g van de beve stigingen van de veerpoot - schokdem per op de carrosserie Contact met omri ngen de delen Slijtage van de schokdem per Staat van de veer Slijtage van de stabilisatorst ang of van de lagerblokken Defec te uitlijning van de vooren achtertrein Defec te bij montage of vastzetten van de onde rdelen van het subframe of de voortrein Beschadigd wiellager Onba lans tussen de verin g links en recht s Verkeerd e hoeken van de vooren achtertrein Remmen (zie tabel «Re mme n» Gelui d Trillingen x x x x x x x x x x x 30A-24

29 ALGEMEEN Gedrag van de auto 30A L90 Oorzaak / verschijnsel Vervorming van de schokdem per Beschadigin g van de beve stigingen van de veerpoot - schokdem per op de carrosserie Contact met omri ngen de delen Slijtage van de schokdem per Staat van de veer Slijtage van de stabilisatorst ang of van de lagerblokken Defec te uitlijning van de vooren achtertrein Defec te bij montage of vastzetten van de onde rdelen van het subframe of de voortrein Beschadigd wiellager Onba lans tussen de verin g links en recht s Verkeerd e hoeken van de vooren achtertrein Remmen (zie tabel «Re mme n» Shim my* Wegli gging niet goed x x x x x x x 30A-25

30 ALGEMEEN Gedrag van de auto 30A L90 Achtertrein en achtervering Oorzaak / verschijnsel Vervorming van de schokdem per Beschadigin g van de beve stigingen van de veerpoot - schokdem per op de carrosserie Contact met omri ngen de delen Slijtage van de schokdem per Staat van de veer Slijtage van de stabilisatorst ang of van de lagerblokken Verkeerd e uitlijning van de wielen Defec te bij montage of vastzetten van de onde rdelen van het subframe of de voortrein Beschadigd wiellager Onba lans tussen de verin g links en recht s Verkeerd e hoeken van de vooren achtertrein Remmen (zie tabel «Re mme n» Gelui d Trilling Shim my* Wegli gging niet goed x x x x x x x x x x x x x x x x x x Geometrie voortrein Storingen Langshelling niet goed Mogelijke oorzaken - Draagarm krom - Langsbalk krom Wielvlucht plus dwarshelling goed maar: Wielvlucht niet goed - Draagarm krom - Langsbalk krom Dwarshelling niet goed Wielvlucht goed maar: Fusee krom Dwarshelling niet goed Dwarshelling goed maar: Fusee krom Wielvlucht niet goed 30A-26

31 ALGEMEEN Gedrag van de auto 30A L90 Storingen Variatie van de sporing niet goed Afwijking van de sporing groter dan 6mm Mogelijke oorzaken Zie langshelling niet goed Fusee rechts of links krom 30A-27

32 VOORTREIN Voortrein Voorzorgen bij de reparatie 31A I - VEILIGHEID 1 - Voorschriften vóór de werkzaamheden Houd u bij het gebruik van een hefbrug aan de veiligheidsvoorschriften (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). 2 - Voorschriften tijdens de werkzaamheden Remvloeistof is bijzonder corrosief. Verwijder zorgvuldig alle op de auto gemorste remvloeistof. II - REINHEID 1 - Voorschriften vóór de werkzaamheden Bescherm de carrosseriedelen met een hoes om te voorkomen dat deze beschadigen door remvloeistof. 2 - Voorschriften tijdens de werkzaamheden Reinig de omgeving van het remsysteem met REM- MENREINIGER (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Producten). LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. LET OP Om de remslang niet te beschadigen: -zet de slang niet onder spanning, -verdraai de slang niet, - controleer of er geen contact is met de omliggende onderdelen. BELANGRIJK: Druk, om ongelukken te voorkomen, een paar keer op het rempedaal zodat de remzuigers, de remblokken en de remschijven aanliggen. 2 - Lager, fusee Bij het uitbouwen van de naaf, vervangt u beslist het lager door een nieuw. LET OP Om het lager van de voorwielnaaf niet onherstelbaar te beschadigen: - Zet de aandrijfasmoer niet los of vast met de wielen op de grond. - Laat de auto niet op de grond rusten met losgezette of uitgebouwde aandrijfas. III - BEROEPSVOORSCHRIFTEN 1 - Remmen Bij het vervangen van remblokken moeten de remblokken aan de tegenovergelegen kant ook vervangen worden. Bij het vervangen van een schijf moet de remschijf aan de tegenovergelegen kant ook vervangen worden. Bij het vervangen van remschijven moeten de remblokken ook vervangen worden. Smeer de kolombouten vóór de montage in met FRE- NETANCHE (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Producten). Smeer de bouten van de remklauwsteun vóór de montage in met KRACHTIG BORGMIDDEL (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Producten). LET OP Om de goede werking van het opname-element wielsnelheid te garanderen, mag u de tandschijf van het opname-element op het lager niet beschadigen. Controleer, voor het inbouwen van het lager, beslist de staat van het oppervlak van de naaf, van het lager en van de fusee. Vervang iedere beschadigde naafhouder. Reinig: - de binnen- en de buitenvlakken van het nieuwe lager, die in contact komen met de fusee en de naaf, - de vlakken van de fusee die in contact komen met het nieuwe lager, - de vlakken van de boring van de naaf die in contact komen met het nieuwe lager. 31A-1

33 VOORTREIN Voortrein Voorzorgen bij de reparatie 31A LET OP Steun nooit op de binnenste loopring omdat daardoor de kogels en loopringen bij het inpersen worden beschadigd. 3 - Schroefveer Let bij het vervangen van de veer op de juiste stand en richting van de veer van de vorken van het gereedschap. Bij het vervangen van een veer moet de veer aan de tegenovergelegen kant ook vervangen worden. Controleer de goede werking van het spangereedschap. Om veiligheidsredenen mag u de veer niet samengedrukt in het spangereedschap laten zitten. LET OP Om vroegtijdig breken van de veer te voorkomen, mag u de anticorrosiebescherming niet beschadigen. 4 - Voortrein LET OP Om elk risico op vervorming te voorkomen, mag u met een hefsysteem niet aangrijpen onder de onderste draagarm. 31A-2

34 VOORTREIN Remblokken voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A Onmisbaar speciaal gereedschap II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE Fre Remzuigerdrukker voorremklauw L90 K90, en K7J of K7M of K9K, en SSADAP kolombouten kolommen Aantrekkoppelsm 34 N.m 28 N.m Bij het vervangen van remblokken moeten de remblokken aan de tegenovergelegen kant ook vervangen worden. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Ontgrendel het stuurwiel. a Bouw de voorwielen uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) a Bouw de onderste kolombout (1) uit en houd hierbij de moer (2) tegen. a Kantel de remklauw naar boven. 31A-3

35 VOORTREIN Remblokken voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A a Verwijder de remblokken. F90 K90, en K4M K90, en K7J of K7M of K9K, en MULTIX a Bouw de veer (3) uit a Verwijder de antirammelveren (5). INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Controleer de dikte van de remblokken (zie 30A, Algemeen, Rem: Gegevens, blz. 30A-7). a Vervang defecte delen door nieuwe. a Bouw uit: de kapjes op de bescherming van de kolommen, - de kolommen (4) met behulp van een inbussleutel, - de remklauw. a Reinig met behulp van het spoelapparaat: - de remklauwsteunen, A-4

36 VOORTREIN Remblokken voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A - de remklauwen. F90 K90, en K4M K90, en K7J of K7M of K9K, en MULTIX a Reinig de kolommen bij elk uitbouwen. a Monteer de nieuwe remblokken, te beginnen met het binnenste. LET OP Om de remslang niet te beschadigen: - zet de slang niet onder spanning, - verdraai de slang niet, -controleer of er geen contact is met de omliggende onderdelen. L90 K90, en K7J of K7M of K9K, en SSADAP a Kantel de remklauw naar beneden in de oorspronkelijke stand. a Monteer de nieuwe kolombout. a Zet vast met het aantrekkoppel: de kolombouten (34 N.m). a Druk de zuiger (na deze ingesmeerd te hebben met het vet uit de revisieset) met behulp van het greeedschap (Fre. 1842) (1) op de bodem van de boring. L90 K90, en K7J of K7M of K9K, en SSADAP a Vervang altijd alle uitgebouwde kolombouten F90 K90, en K4M K90, en K7J of K7M of K9K, en MULTIX a Plaats: - de klauw in zijn oorspronkelijke stand, - de kolommen met behulp van een inbussleutel. a Zet vast met het aantrekkoppel: de kolommen (28 N.m). a Monteer de kapjes op de bescherming van de kolommen. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de nieuwe antirammelveren. III - LAATSTE STAP a Monteer de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). BELANGRIJK: Druk, om ongelukken te voorkomen, een paar keer op het rempedaal zodat de remzuigers, de remblokken en de remschijven aanliggen. 31A-5

37 VOORTREIN Remslang voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A Onmisbaar materiaal II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE pedaalknecht Aantrekkoppelsm remslang op de klauw remslang op de wartel 17 N.m 14 N.m a Draai los: de wartel van de leiding (1), waardoor de slang vrijkomt van de spiebanen, UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. a Plaats het gereedschap pedaalknecht op het rempedaal om het wegstromen van remvloeistof te beperken. - de remslang bij de remklauw (2). a Bouw de remslang uit. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a LET OP Om de remslang niet te beschadigen: - zet de slang niet onder spanning, - verdraai de slang niet, -controleer of er geen contact is met de omliggende onderdelen. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Schroef de remslang voorlopig op de remklauw. a Zet vast met het aantrekkoppel: de remslang op de klauw (17 N.m). a Plaats het holle uiteinde van de remslang op de bevestigingssteun, zonder spanning van verdraaiing. 31A-6

38 VOORTREIN Remslang voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A a Controleer of het uiteinde vrij in de spiebanen van de steun past. a Plaats: - de veer, - de stalen leiding op de remslang, zonder dat de slang verdraait als u de stalen leiding vastdraait. a Zet vast met het aantrekkoppel: de remslang op de wartel (14 N.m). III - LAATSTE STAP a Verwijder het gereedschap pedaalknecht van het rempedaal. a Ontlucht het remsysteem (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). 31A-7

39 VOORTREIN Remklauw voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A Onmisbaar materiaal F90 K90, en K4M pedaalknecht Aantrekkoppelsm kolombouten kolommen remslang 32 N.m 27,5 N.m 17 N.m Opmerking: De remklauwen uit het magazijn worden voorgevuld geleverd. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw de veer (1) uit LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. a Plaats het gereedschap pedaalknecht op het rempedaal om het wegstromen van remvloeistof te beperken. a Ontgrendel het stuurwiel. a Bouw het voorwiel aan de betreffende kant uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Zet de remslang los op de remklauw a Bouw de kapjes op de bescherming van de kolommen uit. a Bouw de kolommen (2) uit met behulp van een inbussleutel. 31A-8

40 VOORTREIN Remklauw voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A L90 K90, en K7J of K7M of K9K a Bouw de kolombouten uit (3) a Reinig de remklauw en de remklauwsteun met behulp van het spoelapparaat. a Druk de zuiger geheel in zijn boring a Bouw uit: - de remklauw, - de remblokken. L90 K7J of K7M of K9K a Vervang altijd alle uitgebouwde kolombouten. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN F90 K90, en K4M a Reinig de kolommen bij elk uitbouwen. a Controleer de staat van de stofhoes en van de zuiger in de remklauw (vervang de defecte onderdelen). II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Zet de wielen in de rechtuit stand. a Schroef de remklauw zo ver mogelijk op de remslang, zonder gereedschap. a Plaats: - de remblokken de beginnen met het binnenste, - de remklauw. L90 K90, en K7J of K7M of K9K a Monteer de kolombouten. 31A-9

41 VOORTREIN Remklauw voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A a Zet vast met het aantrekkoppel: de kolombouten (32 N.m). F90 K90, en K4M a Plaats: - de kolommen met behulp van een inbussleutel, - de kapjes op de bescherming van de kolommen. a Zet vast met het aantrekkoppel: de kolommen (27,5 N.m). a Plaats: - de kapjes, - de bevestigingsveer van de klauw. a Zet vast met het aantrekkoppel: de remslang (17 N.m). LET OP Bevestig de remslang en de bedrading van het opname-element wielsnelheid als deze zijn losgemaakt. De remslang mag niet worden verdraaid. III - LAATSTE STAP a Verwijder het gereedschap pedaalknecht. a Voer een gedeeltelijke ontluchting van het remcircuit uit, als het compensatiereservoir niet helemaal leeggelopen is tijdens de werkzaamheden. Voer anders een complete ontluchting uit (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). BELANGRIJK: Druk, om ongelukken te voorkomen, een paar keer op het rempedaal zodat de remzuigers, de remblokken en de remschijven aanliggen. a Controleer het remvloeistofpeil. Opmerking: Het remvloeistofpeil moet tussen de merktekens «MINI» en «MAXI» op het reservoir staan. a Monteer het voorwiel aan de betreffende kant (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). 31A-10

42 VOORTREIN Remklauw voor: Revisie 31A Onmisbaar speciaal gereedschap Fre Remzuigerdrukker voorremklauw Onmisbaar materiaal pedaalknecht LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Plaats de pedaalknecht op het rempedaal om het wegstromen van remvloeistof te beperken. a Bouw uit: - de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de voorremklauw (zie 31A, Voortrein, Remklauw voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-8). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Verwijder de rechthoekige afdichtring met een dunne, afgeronde strip (voelermaatje) uit de groef van de remklauw. a Vervang de complete remklauw als er sprake is van krassen. a Maak alle onderdelen schoon in gedenatureerde alcohol. INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de rechthoekige afdichtring in de groef van de remklauw. a Verwijder de zuiger met behulp van perslucht; leg een blokje hout tussen de remklauw en de zuiger om beschadiging te voorkomen. Elk spoor van beschadiging van de zuigerwand maakt de zuiger onbruikbaar. a Verwijder de stofhoes A-11

43 VOORTREIN Remklauw voor: Revisie 31A a Druk de zuiger (na deze ingesmeerd te hebben met het vet uit de revisieset) met behulp van het greeedschap (Fre. 1842) (1) op de bodem van de boring. a Monteer de stofhoes. II - LAATSTE STAP a Plaats: - de remklauw (zie 31A, Voortrein, Remklauw voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-8), - de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Verwijder het pedaalknecht. a Ontlucht het remsysteem (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). 31A-12

44 VOORTREIN Remklauwsteun voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A F90 of K90 of L90 Aantrekkoppelsm L90, en K7J of K7M of K9K, en SSADAP bouten van de remklauwsteun bovenste kolombout 105 N.m 34 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Ontgrendel het stuurwiel. a Bouw uit: - het voorwiel aan de betreffende kant (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de remblokken voor (zie 31A, Voortrein, Remblokken voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-3) a Bouw de bovenste kolombout (1) uit en houd hierbij de moer (2) tegen. LET OP Om de remslang niet te beschadigen: - zet de slang niet onder spanning, - verdraai de slang niet, -controleer of er geen contact is met de omliggende onderdelen. a Hang de remklauw op aan de veerpoot. 31A-13

45 VOORTREIN Remklauwsteun voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A F90 of K90 of L90 II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Bouw uit: - de twee bouten (3) van de remklauwsteun, - de remklauwsteun a Reinig met behulp van het spoelapparaat: - de remklauwsteun, - de remklauw, - de naafhouder a Smeer de bouten van de remklauwsteun vóór de montage in met KRACHTIG BORGMIDDEL (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Producten). a Vervang systematisch de kolombouten. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de remklauwsteun, - de bouten van de remklauwsteun. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van de remklauwsteun (105 N.m). III - LAATSTE STAP L90, en K7J of K7M of K9K, en SSADAP a Monteer de bovenste kolombout. 31A-14

46 VOORTREIN Remklauwsteun voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A F90 of K90 of L90 a Zet vast met het aantrekkoppel: de bovenste kolombout (34 N.m). a Plaats: - de remblokken voor (zie 31A, Voortrein, Remblokken voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-3). - het voorwiel aan de betreffende kant (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) BELANGRIJK: Druk, om ongelukken te voorkomen, een paar keer op het rempedaal zodat de remzuigers, de remblokken en de remschijven aanliggen. 31A-15

47 VOORTREIN Bescherming remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A bevestigingsbouten van de bescherming van de remschijf UITBOUWEN Aantrekkoppelsm 7 N.m - de bescherming van de voorremschijf (2). INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de bescherming van de remschijf, I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw uit: - de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de remblokken voor (zie 31A, Voortrein, Remblokken voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-3), - de steunen van de remklauwen (zie 31A, Voortrein, Remklauwsteun voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-13), - de remschijf (zie 31A, Voortrein, Remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-17). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE - de bevestigingsbouten van de bescherming van de remschijf. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbouten van de bescherming van de remschijf (7 N.m). II - LAATSTE STAP a Plaats: - de remschijf (zie 31A, Voortrein, Remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-17), - de steunen van de remklauwen (zie 31A, Voortrein, Remklauwsteun voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-13), - de remblokken voor (zie 31A, Voortrein, Remblokken voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-3), - de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) a Bouw uit: - de bevestigingsbouten (1) van de bescherming van de remschijf, 31A-16

48 VOORTREIN Remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A Aantrekkoppelsm II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE bouten van de remschijf 14 N.m Remschijven mag u niet afdraaien. Bij te diepe krassen of slijtage moeten ze worden vervangen (zie 30A, Algemeen, Rem: Gegevens, blz. 30A-7). Bij het vervangen van een remschijf moet de schijf aan de tegenovergelegen kant ook vervangen worden. Bij het vervangen van remschijven moeten de remblokken ook vervangen worden. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw uit: - de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de remblokken voor (zie 31A, Voortrein, Remblokken voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-3), - de remklauwsteunen (zie 31A, Voortrein, Remklauwsteun voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-13). a Bouw uit: - de twee bouten (1) van de schijf, - de remschijf. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Reinig de schijven onder de kraan. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de schijf, - de twee bouten van de schijf. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van de remschijf (14 N.m). III - LAATSTE STAP a Plaats: - de remklauwsteunen (zie 31A, Voortrein, Remklauwsteun voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-13), - de remblokken voor (zie 31A, Voortrein, Remblokken voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-3), - de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). 31A-17

49 VOORTREIN Remschijf voor: Beschrijving 31A I - VOORBEREIDING VOOR DE CONTROLE Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). Bouw het betreffende voorwiel uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). II - CONTROLE VAN HET ONDERZOCHTE Opmerking: Voor het controleren van de dikte van de schijf, gebruikt u een gereedschap type Palmer. Plaats het gereedschap Palmer voor het meten van de dikte van de schijf Meet achtereenvolgens de dikte van de schijf op 4 punten (op een afstand van 90 ). Vergelijk de waarden met die van de constructeur (zie 30A, Algemeen, Rem: Gegevens, blz. 30A-7). III - LAATSTE STAP Vervang de schijf indien nodig (zie 31A, Voortrein, Remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A- 17). Monteer het betreffende voorwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). 31A-18

50 VOORTREIN Remleiding hydraulische eenheid - hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 31A Onmisbaar materiaal II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE pedaalknecht Aantrekkoppelsm wartels van de remleidingen op de hydraulische eenheid wartels van de remleidingen op de hoofdremcilinder 14 N.m 14 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om het uitstromen te beperken. a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu) a Zet de wartels (2) van de remleidingen van de hydraulische eenheid los. a Maak de remleidingen los. a Bouw de kap van de motor uit (indien aanwezig) a Bouw de klemmetjes van de geluidsisolatie (1) uit (indien aanwezig) a Zet de wartels (3) van de remleidingen van de hoofdremcilinder los. a Bouw de remleidingen uit tussen de hydraulische eenheid en de hoofdremcilinder. a Duw de geluidsisolatie weg om de leidingen te zien (indien aanwezig). 31A-19

51 VOORTREIN Remleiding hydraulische eenheid - hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 31A INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de remleidingen tussen de hydraulische eenheid en de hoofdremcilinder. a Maak de remleidingen in de klemmetjes vast. a Zet vast: - de wartels van de remleidingen op de hydraulische eenheid, - de wartels van de remleidingen op de hoofdremcilinder. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de wartels van de remleidingen op de hydraulische eenheid (14 N.m), -de wartels van de remleidingen op de hoofdremcilinder (14 N.m). II - LAATSTE STAP a Plaats: - de geluidsisolatie op het schutbord (indien aanwezig), - de bevestigingsklemmetjes van de geluidsisolatie (indien aanwezig), - de kap van de motor (indien aanwezig). a Verwijder het pedaalknecht. a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). 31A-20

52 VOORTREIN Remleiding hydraulische eenheid - wartel onder de carrosserie: Uitbouwen - Inbouwen 31A Onmisbaar materiaal II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE pedaalknecht Aantrekkoppelsm wartels van de remleidingen op de hydraulische eenheid wartels van de remleidingen op de wartels onder decarrosserie 14 N.m 14 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu) a Zet de wartels (2) van de remleidingen van de hydraulische eenheid los. a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om het uitstromen te beperken. a Bouw de kap van de motor uit (indien aanwezig) a Bouw de twee klemmetjes (3) van de geluidsisolatie uit. a Duw de geluidsisolatie om de wartels van de leidingen onder de carrosserie te zien. a Bouw de klemmetjes (1) van de geluidsisolatie uit (indien aanwezig). a Duw de geluidsisolatie weg om de leidingen te zien (indien aanwezig). 31A-21

53 VOORTREIN Remleiding hydraulische eenheid - wartel onder de carrosserie: Uitbouwen - Inbouwen 31A - de kap van de motor (indien aanwezig). a Verwijder het pedaalknecht. a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu) a Maak de remleidingen los van hun klemmetjes (4). a Zet de wartels (5) van de leidingen van de hydraulische eenheid los. a Bouw de remleidingen uit tussen de hydraulische eenheid en de wartels onder de carrosserie. INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de remleidingen tussen de hydraulische eenheid en de wartels onder de carrosserie. a Zet vast: - de wartels van de remleidingen op de hydraulische eenheid, - de wartels van de remleidingen op de wartels onder de carrosserie. a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel: -de wartels van de remleidingen op de hydraulische eenheid (14 N.m), -de wartels van de remleidingen op de wartels onder decarrosserie (14 N.m). II - LAATSTE STAP a Plaats de geluidsisolatie op het schutbord. a Plaats: - de bevestigingsklemmetjes van de geluidsisolatie (indien aanwezig), 31A-22

54 VOORTREIN Remleiding hydraulische eenheid - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A Onmisbaar materiaal II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE pedaalknecht Aantrekkoppelsm wartel van de remleiding op de hydraulische eenheid wartel van de remleiding op de remslang 14 N.m 14 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om het uitstromen te beperken. a Bouw uit: -het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de kap van de motor (indien aanwezig). a Zet de wartel (2) van de remleiding los van de remslang. a Bouw de remleiding op de bevestigingsbeugel uit. a Maak de remleiding los a Bouw de klemmetjes (1) van de geluidsisolatie uit (indien aanwezig). a Duw de geluidsisolatie weg om de leidingen te zien (indien aanwezig) a Zet de wartel (3) van de remleiding op de hydraulische eenheid los. a Bouw de remleiding uit tussen de hydraulische eenheid en de remslang links voor. 31A-23

55 VOORTREIN Remleiding hydraulische eenheid - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de remleiding tussen de hydraulische eenheid en de remslang links voor. a Maak de remleiding vast in zijn klemmetjes. a Plaats: - de wartel van de remleiding op de remslang links voor, - de wartel van de remleiding op de hydraulische eenheid. a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel: -de wartel van de remleiding op de hydraulische eenheid (14 N.m), -de wartel van de remleiding op de remslang (14 N.m). II - LAATSTE STAP a Plaats de geluidsisolatie op het schutbord. a Plaats: - de bevestigingsklemmetjes van de geluidsisolatie (indien aanwezig), - de kappen van de motor (indien aanwezig). a Verwijder het pedaalknecht. a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). a Monteer het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) 31A-24

56 VOORTREIN Remleiding hydraulische eenheid - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A Onmisbaar materiaal II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE pedaalknecht Aantrekkoppelsm wartel van de remleiding op de hydraulische eenheid wartel van de remleiding op de remslang 14 N.m 14 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Plaats een pedaalknecht om het uitstromen te beperken. a Bouw uit: - het wiel rechts voor (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de kap van de motor (indien aanwezig). a Zet de wartel (2) van de remleiding los van de remslang. a Bouw de remleiding op de bevestigingsbeugel uit. a Maak de remleiding los a Bouw het klemmetje (1) van de geluidsisolatie uit (indien aanwezig). a Duw de geluidsisolatie weg om de leidingen te zien (indien aanwezig) a Zet de wartel (3) van de remleiding op de hydraulische eenheid los. a Bouw de remleiding uit tussen de hydraulische eenheid en de remslang rechts voor. 31A-25

57 VOORTREIN Remleiding hydraulische eenheid - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de remleiding tussen de hydraulische eenheid en de remslang rechts voor. a Maak de remleiding vast in zijn klemmetjes. a Plaats: - de wartel van de remleiding op de remslang rechts voor, - de wartel van de remleiding op de hydraulische eenheid. a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel: -de wartel van de remleiding op de hydraulische eenheid (14 N.m), -de wartel van de remleiding op de remslang (14 N.m). II - LAATSTE STAP a Plaats de geluidsisolatie op het schutbord. a Plaats: - de bevestigingsklemmetjes van de geluidsisolatie (indien aanwezig), - de kap van de motor (indien aanwezig). a Bouw de pedaalknecht uit. a Ontlucht het remcircuit: (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). a Monteer het rechter voorwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). 31A-26

58 VOORTREIN Naafhouder van halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A Onmisbaar speciaal gereedschap Rou Tav. 476 Tav Tav Naafblokkeergereedschap. Kogeltrekker. Universele aandrijfasdrukker (plateau en bekken, zonder vijzel). Schroefpers voor gereedschap Tav.1420, Tav , Tav en Tar Aantrekkoppelsm bouten van de schokdemperpoot bout van de onderste fuseekogel moer van de spoorstangkogel naafmoer bouten van de remklauwsteun 105 N.m 62 N.m 37 N.m 280 N.m 105 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Ontgrendel het stuurwiel. a Bouw het voorwiel aan de betreffende kant uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Zet de beugel van de kabel van het opname-element snelheid los (indien aanwezig). a Maak het opname-element wielsnelheid los (als de auto hiermee uitgerust is) a Bouw de bouten van de voorremklauwsteun uit. a Hang het geheel «voorremklauw - remklauwsteun» aan de veer. a Bouw uit: - de bescherming van de voorremschijf (zie 31A, Voortrein, Bescherming remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-16) (indien aanwezig), - de naafmoer (5) met behulp van het gereedschap (Rou ), - de schijf (zie 31A, Voortrein, Remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-17), 31A-27

59 VOORTREIN Naafhouder van halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A - de moer (2) van de spoorstangkogel, - de bout van de onderste fuseekogel, - de onderste bouten van de schokdemper. - de moer van de spoorstangkogel, - de onderste bouten van de schokdemper, - de remschijf (zie 31A, Voortrein, Remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-17), - de naafmoer, -de bescherming van de remschijf (zie 31A, Voortrein, Bescherming remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-16) (indien aanwezig), a Trek de spoorstangkogel los met behulp van het gereedschap (1) (Tav. 476). a Bouw de bescherming van de voorremschijf uit (zie 31A, Voortrein, Bescherming remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-16) (indien aanwezig), a Verwijder de naafhouder van de halve voortrein, door deze te kantelen naar het midden van de auto of met behulp van de gereedschappen (Tav ) en (Tav ). INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Opmerking: Smeer de bouten van de remklauwsteun, voordat ze gemonteerd worden, in met een product als LOCTITE FRENBLOC. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de naafhouder van de halve voortrein, - de spoorstangkogel, a Opmerking: a Plaats: - het geheel «voorremklauw - remklauwsteun» - de bouten van de voorremklauwsteun. a Maak het opname-element wielsnelheid op de naafhouder vast. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de bouten van de schokdemperpoot (105 N.m), -de bout van de onderste fuseekogel (62 N.m), -de moer van de spoorstangkogel (37 N.m), -de naafmoer (280 N.m), -de bouten van de remklauwsteun (105 N.m) Controleer de juiste stand van de bus op het kogeldraaipunt van de onderste draagarm. 31A-28

60 VOORTREIN Naafhouder van halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A III - LAATSTE STAP a Monteer het voorwiel aan de betreffende kant (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). Opmerking: Druk een paar keer op het rempedaal zodat de remzuigers, de remblokken en de remschijven aanliggen. Opmerking: Controleer beslist de voortreinhoeken (indien nodig afstellen) (zie 30A, Algemeen, Voortrein: Afstelwaarden, blz. 30A-13). 31A-29

61 VOORTREIN Lager van naafhouder voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A Aantrekkoppelsm II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE bevestigingsbouten van de remklauwsteun 105 Nm UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw de voorwielen uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Bouw uit: Pers de naaf los, ondersteun de naaf met een buis met buitendiameter 36,5 mm met behulp van een trekker (2), - de borgveer. a Bouw uit: de bevestigingsbouten (1) van de remklauwsteun, - het geheel steun-klauw, - de remschijf (zie 31A, Voortrein, Remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-17), - de naafhouder (zie 31A, Voortrein, Naafhouder van halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-27). 31A-30

62 VOORTREIN Lager van naafhouder voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A a Trek de binnenste ring uit de naaf met een mestrekker a Bouw het lager uit, steun op de binnenste ring met een buis met een buitendiameter van 65 mm. Opmerking: Plaats de bekken van de trekker in de groef van de binnenste ring. Opmerking: Steun niet op de houder van het opname-element (indien aanwezig). 31A-31

63 VOORTREIN Lager van naafhouder voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A INBOUWEN II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Reinig: - de binnen- en de buitenvlakken van het nieuwe lager, die in contact komen met de fusee en de naaf, -de vlakken van de fusee die in contact komen met het nieuwe lager, - de vlakken van de naaf die in contact komen met het nieuwe lager. Opmerking: Controleer altijd de staat van het oppervlak van de naaf en van de boring van de naafhouder voordat u het lager inbouwt. Vervang de naafhouder als deze is beschadigd. LET OP Om het lager van de voorwielnaaf niet onherstelbaar te beschadigen: - Zet de aandrijfasmoer niet los of vast met de wielen op de grond. - Laat de auto niet op de grond rusten met losgezette of uitgebouwde aandrijfas. a Monteer de houder van het opname-element a Plaats de houder van het opname-element op (x) = 35 0 ± 5 0 ten opzichte van de loodlijn. Deze stand komt overeen met het midden van de boring (indien aanwezig). LET OP Om de goede werking van het opname-element wielsnelheid te garanderen, mag u de tandschijf van het opname-element op het lager niet beschadigen. LET OP Steun nooit op de binnenste loopring omdat daardoor de kogels en loopringen bij het inpersen worden beschadigd. a Steun op de buitenste ring van het lager met een buis met een buitendiameter van 70 mm. a Monteer de borgveer van het lager A-32

64 VOORTREIN Lager van naafhouder voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A a Monteer de naaf met behulp van een buis met een buitendiameter van 50 mm. a a Steun op de binnenste ring van het lager. III - LAATSTE STAP a Plaats: - de naafhouder (zie 31A, Voortrein, Naafhouder van halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-27). - de remschijf (zie 31A, Voortrein, Remschijf voor: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 31A-17) - het geheel steun-klauw, - de bevestigingsbouten van de remklauwsteun. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbouten van de remklauwsteun (105 Nm). a Monteer de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). 31A-33

65 VOORTREIN Veer en schokdemper voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A Onmisbaar materiaal veerspanner Aantrekkoppelsm moer van de schokdempersteel moer van de schokdemper op de carrosserie bouten van de schokdemperpoot bevestigingsbouten van de remklauwsteun 62 N.m 44 N.m 105 N.m 105 Nm UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Plaatsen van de bevestigingspunten) (MR 388, 02A, Hefmiddelen) (MR 388, 80A, Accu). a Ontgrendel het stuurwiel. a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). a Bouw de voorwielen uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) a Bouw de bevestigingsbouten (2) van de remklauwsteun uit. II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Bouw de bouten (1) van de schokdemperpoot uit. a Verwijder de schokdemperpoot uit de fusee door tegen de naafhouder te drukken. a Hang de naafhouder aan de carrosserie. a Maak de opname-elementen wielsnelheid los (als de auto hiermee uitgerust is). a Zet de beugel van de kabel van het opname-element snelheid los (indien aanwezig). Opmerking: Controleer of de kleuren van de veren en van de schokdempers identiek zijn van de nieuwe onderdelen. 31A-34

66 VOORTREIN Veer en schokdemper voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A a Bouw uit: a Bouw de moer van de schokdempersteel uit met behulp van een inbussleutel en een ringsleutel, - de moer van de schokdempertoren met behulp van een inbussleutel en een ringsleutel, a Scheid de verschillende delen van het geheel «veer - schokdemper». - de toren (3), - de «veerpoot - schokdemper». a Zet de juiste vorken op de veerspanner en zet het geheel op de veer. a Maak veer los van de veerschotels door hem te comprimeren. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Opmerking: Bij het uitbouwen - inbouwen van de veren, mag u beslist niet tegen de veren slaan, hierdoor beschadigt hun oppervlaktebehandeling. a Vervang altijd de moer van de schokdempersteel. 31A-35

67 VOORTREIN Veer en schokdemper voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats de veerspanner in een bankschroef Opmerking: Let bij het vervangen van de veer op de juiste stand en richting van de veer ten opzichte van de vorken van het spangereedschap. 31A-36

68 VOORTREIN Veer en schokdemper voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A a Plaats de veer in de groef van de toren A-37

69 VOORTREIN Veer en schokdemper voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A a Plaats: de «veerpoot - schokdemper», - de toren (4), - de moer van de schokdempertoren met behulp van een inbussleutel en een ringsleutel a Let op de juiste montagevolgorde en stand van de verschillende onderdelen. a a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van de schokdempersteel (62 N.m). a Ontspan de veer. a Verwijder de veerspanner. Opmerking: Ver vang beslist de moer van de schokdempersteel. a Ontspan de veer. 31A-38

70 VOORTREIN Veer en schokdemper voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A a Plaats: - de schokdemperpoot op de naafhouder, - de bouten (5) van de schokdemperpoot. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de moer van de schokdemper op de carrosserie (44 N.m), -de bouten van de schokdemperpoot (105 N.m). III - LAATSTE STAP a Plaats: - de remklauwsteun op de naafhouder, - de bevestigingsbouten (6) van de remklauwsteun. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbouten van de remklauwsteun (105 Nm). a Zet de beugel van de kabel van het opname-element snelheid vast (indien aanwezig). a Maak de opname-elementen wielsnelheid los ( indien aanwezig). a Monteer de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). 31A-39

71 VOORTREIN Onderste draagarm van de halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A Onmisbaar materiaal II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE orgaansteun Aantrekkoppelsm voorste en achterste bouten van de onderste draagarm op het subframe bouten van de onderste fuseekogel van de onderste draagarm onderste moer van het tussenstangetje van de stabilisatorstang 105 N.m 62 N.m 14 N.m onderste moer van de trekstang van het subframe bovenste bout van de trekstang van het subframe 62 N.m 62 N.m LET OP Gebruik nooit de onderste draagarm om de auto omhoog te brengen a Bouw uit: - de bout (1) van de onderste fuseekogel, - de onderste moer (2) van het tussenstangetje van de stabilisatorstang. a Verwijder de onderste fuseekogel. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Ontgrendel het stuurwiel. a Bouw uit: - het voorwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de spatplaat aan de zijkant. 31A-40

72 VOORTREIN Onderste draagarm van de halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A a Zet de bovenste bout (3) van de trekstang van het subframe los a a Bouw uit: - de onderste moer (4) van de trekstang van het subframe, Opmerking: Controleer de juiste stand van de ring op de onderste fuseekogel. - de achterste en voorste bouten (5) van de onderste draagarm, - de onderste draagarm. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Vervang systematisch de bouten van de arm en van de onderste fuseekogel nie ieder uitbouwen. a Richt - de kop van de bout van de onderste fuseekogel naar de voorzijde van de auto, -de koppen van de bouten van de arm fuseekogel naar de achterzijde van de auto. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de onderste draagarm, - de bouten van de onderste draagarm, - de onderste fuseekogel in zijn houder. 31A-41

73 VOORTREIN Onderste draagarm van de halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A a LET OP Om de rubber lagerbussen zonder spanning vast te zetten, plaatst u de onderste draagarm zodat de hartafstand (X1) = 24 mm tussen de onderkant van het kogeldraaipunt (6) van de onderste draagarm en de onderkant van het subframe bij het midden van de onderste draagarm (w1). a Breng de orgaansteun in contact met de onderkant van het subframe bij het gat in het midden van de onderste draagarm (w1). a Laat het orgaansteun zakken over (X1) = 24 mm. a Monteer de onderkant van het kogeldraaipunt (6) van de onderste draagarm op de orgaansteun zonder de afstelling te veranderen. a Zet vast met het aantrekkoppel in deze stand: de voorste en achterste bouten van de onderste draagarm op het subframe (105 N.m). a Verwijder de. orgaansteun a Monteer de bouten van de onderste fuseekogel van de onderste draagarm. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van de onderste fuseekogel van de onderste draagarm (62 N.m). III - LAATSTE STAP a Plaats: - de onderste moer (2) van het tussenstangetje van de stabilisatorstang. - de trekstang van het subframe op de bout van de arm, - de bovenste moer (4) van de trekstang van het subframe, - de bovenste bout van de trekstang van het subframe. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de onderste moer van het tussenstangetje van de stabilisatorstang (14 N.m), -de onderste moer van de trekstang van het subframe (62 N.m), -de bovenste bout van de trekstang van het subframe (62 N.m). a Monteer de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). 31A-42

74 VOORTREIN Onderste draagarm van de halve voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A a Controleer de waarden van de voor- en achtertrein (zie 30A, Algemeen, Voortrein: Afstelwaarden, blz. 30A-13). 31A-43

75 VOORTREIN Subframe voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A Onmisbaar speciaal gereedschap UITBOUWEN Mot Mot Snijgereedschap voor de uitlaat diam 35/50 mm en diam 50/95mm. Compleet in koffer. Steun voor uit-inbouwen aandrijfgroep. I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw de voorwielen uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). Tav Draadstiften voor werkzaamheden aan het subframe. a Zet de koelradiateur op de bovenste dwarsbalk voor met riemen vast. veiligheidsriem(en) Onmisbaar materiaal Aantrekkoppelsm bevestigingsbouten van het subframe bevestigingsbout van de lagedrukleiding van de stuurbekrachtiging op het subframe bevestigingsbouten van het stuurhuis bevestigingsbout van de steun van de koppelreactiestang op de versnellingsbak bevestigingsbout van de koppelreactiestang op de versnellingsbak bevestigingsbouten van het hitteschild van het stuurhuis bovenste bout van de trekstang van het subframe bouten van de onderste fuseekogel 105 N.m 21 N.m 105 N.m 105 N.m 105 N.m 21 N.m 21 N.m 62 N.m a Bouw uit: -de onderste (1) bevestigingsbouten van de schildbumper voor op het subframe, - de klemmen van de twee spatplaten aan de zijkant, - de twee spatplaten aan de zijkant, - de bescherming onder de motor. LET OP Gebruik nooit de onderste draagarm om de auto omhoog te brengen. 31A-44

76 VOORTREIN Subframe voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A K7J of K7M K4M, en STUURBEKRACHTIGING a Maak de kabelbundel van de lambda sonde op het hitteschild. a Bouw uit: - de bevestigingsbouten (5) van het hitteschild, - het hitteschild. a Wip de stekker los en maak hem los van de voorste lambda sonde. (2) a Snijd de uitlaatlijn door met behulp van het gereedschap (Mot ) tussen de twee doorsnijdingspunten (3). a Bouw uit: - de bevestigingen (4) van de katalysator op het uitlaatspruitstuk, - de katalysator A-45

77 VOORTREIN Subframe voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A a Bouw uit: a Bouw uit: - de bevestigingsbout (9) van de koppel-reactiestang op de versnellingsbak, -de bevestigingsbout (10) van het beugeltje van de koppel-reactiestang, -de bovenste bouten (6) van de trekstang van het subframe, - de bouten (7) van de onderste fuseekogels, a Verwijder de twee onderste fuseekogels. STUURBEKRACHTIGING - de klembeugel, - de bevestigingen van het stuurhuis op het subframe. a Bind het stuurhuis vast aan de carrosserie. a Plaats het gereedschap (Mot. 1390) onder het subframe. a Zet de hefbrug omlaag en stel de poten af voor een goede stabiliteit van het subframe op het gereedschap. II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Bouw de (8) bevestigingsbout van de lagedrukleiding van de stuurbekrachtiging op het subframe uit a Bouw de bevestigingsbouten (11) en (12) van het subframe op de carrosserie uit. 31A-46

78 VOORTREIN Subframe voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A a Bind het subframe vast aan het gereedschap (Mot. 1390). a Zet de hefbrug omhoog om het subframe van de carrosserie te scheiden a Plaats de twee draadstiften M12 (13) van het gereedschap (Tav. 1747) op de plaats van de voorste bevestigingsbouten van het subframe om het subframe te leiden bij het inbouwen. a Maak het subframe kaal. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Vervang systematisch bij elke keer uitbouwen de bevestigingsbouten van het subframe. a LET OP Ieder beschadigd hitteschild moet beslist worden vervangen. De afdichting tussen het uitlaatspruitstuk en de katalysator moet perfect zijn. Iedere uitgebouwde afdichting moet worden vervangen. Beschadig tijdens het uitbouwen - inbouwen de katalysator niet. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer het subframe. a Breng het subframe op zijn plaats met behulp van het gereedschap (Mot. 1390) a Plaats: - het subframe, - de bevestigingsbouten van het subframe op de carrosserie. a Zet in volgorde vast tot de bevestigingsbouten van het subframe aanliggen. a Zet vast in volgorde en met het aantrekkoppel: de bevestigingsbouten van het subframe (105 N.m). a Bouw de veiligheidsriem(en) uit. a Zet de hefbrug omhoog. 31A-47

79 VOORTREIN Subframe voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A STUURBEKRACHTIGING a Bouw de bevestigingsbout van de lagedrukleiding van de stuurbekrachtiging op het subframe in. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout van de lagedrukleiding van de stuurbekrachtiging op het subframe (21 N.m). a Plaats: - de stuurhuisbouten op het subframe, - de klembeugel van de koppel-reactiestang, - bevestigingsbout van de klembeugel van de koppel-reactiestang op de versnellingsbak, -de bevestigingsbout van de koppelreactiestang op de versnellingsbak. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de bevestigingsbouten van het stuurhuis (105 N.m), -de bevestigingsbout van de steun van de koppelreactiestang op de versnellingsbak (105 N.m), -de bevestigingsbout van de koppelreactiestang op de versnellingsbak (105 N.m), K4M, en STUURBEKRACHTIGING a Bouw de bevestigingsbouten van het hitteschild van het huis in. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbouten van het hitteschild van het stuurhuis (21 N.m). a Maak de kabelbundel van de lambda sonde op het hitteschild vast. a a Plaats: - de onderste fuseekogels in de naafhouder, - de bouten van de onderste fuseekogels, - de bovenste bouten van de trekstang van het subframe. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: LET OP Controleer de juiste stand van de bus op het kogeldraaipunt van de onderste draagarm. -de bovenste bout van de trekstang van het subframe (21 N.m), -de bouten van de onderste fuseekogel (62 N.m). K7J of K7M a Monteer de katalysator (zie Katalysator: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 19B, Uitlaat). a Maak los en klem de stekker van de voorste lambda sonde vast. a Plaats: - de bescherming onder de motor, - de twee spatplaten aan de zijkant, - de klemmen van de twee spatplaten aan de zijkant, 31A-48

80 VOORTREIN Subframe voortrein: Uitbouwen - Inbouwen 31A - de onderste bevestigingsbouten van de schildbumper voor op het subframe, III - LAATSTE STAP a Verwijder de veiligheidsriem(en) van de koelradiateur. a Monteer de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Controleer de waarden van de voor- en achtertrein (zie Voortrein). 31A-49

81 VOORTREIN Stabilisatorstang voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A Onmisbaar speciaal gereedschap Sus Indrukgereedschap van silentbloc voor montage van stabilisatorstangen. (wielzijde). Sus Adapter voor montage van de stabilisatorstang. moeren van het stangetje van de stabilisatorstang bouten van de middelste silentblocs van de stabilisatorstang Aantrekkoppelsm 14 N.m 105 N.m a Bouw de speciale moeren (1) van het hitteschild uit. a Verschuif het hitteschild (2) enigszins om de moer van het lagerblok rechts van de stabilisatorstang los te kunnen zetten. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). LET OP Ieder beschadigd hitteschild moet beslist worden vervangen. Opmerking: Controleer de staat van de middelste silentblocs, de rubber lagerschalen en de stangetjes, vervang ze indien nodig. II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Bouw uit: de moeren (3) van de middelste silentblocs van de stabilisatorstang, 31A-50

82 VOORTREIN Stabilisatorstang voor: Uitbouwen - Inbouwen 31A - de bouten (4) van de middelste silentblocs van de stabilisatorstang (achterste bouten van het subframe), - de onderste moeren (5) van de tussenstangetjes van de stabilisatorstang, - de stabilisatorstang. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Opmerking: Controleer de staat van de lagerbussen en van de tussenstangetjes en vervang deze indien nodig. Ver vang altijd de bouten van het subframe. Houd u stipt aan de aantrekvolgorde van de stabilisatorstang. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de stabilisatorstang, - de rubberen lagerschalen op de stabilisatorstang, - de middelste silentblocs, - de moeren (3) van de middelste silentblocs, - de bouten (4) van de middelste silentblocs van de stabilisatorstang (achterste bouten van het subframe), - de tussenstangetjes van de stabilisatorstang, - de onderste moeren (5) van de tussenstangetjes van de stabilisatorstang met behulp van het gereedschap (Sus. 1413) en het gereedschap (Sus. 1734), a Zet vast met het aantrekkoppel in onderstaande volgorde: -de moeren van het stangetje van de stabilisatorstang (14 N.m), -de bouten van de middelste silentblocs van de stabilisatorstang (105 N.m). III - LAATSTE STAP a Plaats het hitteschild (2). a Monteer de speciale moeren (1) van het hitteschild. 31A-51

83 ACHTERTREIN Achtertrein Voorzorgen bij de reparatie 33A I - VEILIGHEID Houd u bij het gebruik van een hefbrug aan de veiligheidsvoorschriften (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). Remvloeistof is bijzonder corrosief. Verwijder zorgvuldig alle op de auto gemorste remvloeistof. II - REINHEID Bescherm de carrosseriedelen met een hoes om te voorkomen dat deze beschadigen door remvloeistof. Reinig de omgeving van het remsysteem met REM- MENREINIGER (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Producten). LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. III - BEROEPSVOORSCHRIFTEN 1 - Remmen Remschoenen moeten altijd per as links en rechts tegelijk vervangen worden. Monteer nooit verschillende typen of soorten remschoenen/voeringen door elkaar. Smeer de schroefdraad van het aandrukstangetje lichtjes in met VET BR 2 (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Producten). De onderdelen van het remmenmechanisme rechts en links zijn verschillend, monteer ze niet door elkaar. Op de rem aan de linkerkant heeft de bout rechtse schroefdraad. Op de rem aan de rechterkant heeft de bout linkse schroefdraad. Druk een paar maal op het rempedaal om de remschoenen af te stellen. Om de goede werking van het opname-element wielsnelheid te garanderen, mag u de tandschijf van het opname-element op het magnetische kroonwiel van de trommel niet beschadigen. 3 - Schroefveer Let bij het vervangen van de veer op de juiste stand en richting van de veer van de vorken van het spangereedschap. Controleer de goede werking van het spangereedschap. LET OP Om vroegtijdig breken van de veer te voorkomen, mag u de anticorrosiebescherming niet beschadigen. Om veiligheidsredenen mag u de veer niet samengedrukt in het spangereedschap laten zitten. 4 - Achtertrein Het vastzetten van de bevestigingen van de schokdempers moet gebeuren als de auto op de wielen rust. Vervang systematisch de bovenste bevestigingsmoer van de schokdemper. LET OP Om elk risico op vervorming te voorkomen, mag u met een hefsysteem niet aangrijpen onder de achtertrein. LET OP Om beschadiging van de onderdelen van de achtertrein (rubber lagerbussen, remslangen, enz.) te voorkomen, mag u de twee schokdempers niet tegelijk uitbouwen. Werk kant per kant. BELANGRIJK: Om ieder risico van ongelijk remmen te voorkomen, moeten de remtrommels dezelfde diameter hebben. het uitdraaien van één remtrommel betekent dat de remtrommel aan de andere kant ook uitgedraaid moet worden. 2 - Remtrommels achter, remvoeringen achter Maak de trommel en platen stofvrij met een remmenreinigingsmiddel. 33A-1

84 ACHTERTREIN Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A L90, en ZONDER STUURBEKR., en GEWONE VERWARMING Vervang altijd de remvoeringen per trein compleet, monteer nooit remvoeringen van verschillende merken en kwaliteiten door elkaar. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Zet de parkeerrem vrij. a Bouw uit: -de achterwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13) II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Bouw uit: de veer (4) van het stelmechanisme, -de zijdelingse geleidingen (3) waarbij u de verbindingspen tegen de remankerplaat houdt, - de hefboom (F) van het stelmechanisme, a Zet een klem over de zuigers van de wielremcilinder. a Verwijder na elkaar de remschoenen (D) van het vaste verbindingsstuk (C). a Maak de parkeerremkabel los van de remschoen a Bouw de onderste veer (1), daarna de bovenste veer (2) uit met behulp van een remschoentang. a Bouw de remvoeringen (B) (A) uit. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Maak de trommel en platen stofvrij met een remmenreinigingsmiddel. 33A-2

85 ACHTERTREIN Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A L90, en ZONDER STUURBEKR., en GEWONE VERWARMING a Vet de schroefdraad van het drukstangetje lichtjes in. Opmerking: De onderdelen van het remmenmechanisme rechts en links zijn verschillend, monteer ze niet door elkaar. Op de rem links : de schroefdraad is rechts. Op de rem rechts: de schroefdraad is links. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer op de primaire remschoen : - de hefboom van het stelmechanisme, - de veer van het stelmechanisme, a Maak de handremkabel vast aan de secondaire remschoen. a Plaats het geheel primaire remschoen - secondaire remschoen op de remankerplaat a Monteer de stand van de parkeerremkabel op de hendel van de parkeerrem. a Plaats: - de bovenste veer, - de onderste veer, -de zijdelingse geleidingen waarbij u de verbindingspen tegen de remankerplaat houdt, a Verwijder de klem van de zuigers van de wielremcilinders a Stel met een schroevendraaier de diametrale afstelling van de remschoenen af door middel van het stangetje om een diameter te krijgen van (X1) 179, 4 mm ± 0,25. a Doe dezelfde afstelling aan de andere kant. 33A-3

86 ACHTERTREIN Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A L90, en ZONDER STUURBEKR., en GEWONE VERWARMING a Stel de handrem zo af dat de hendel blijft aanliggen tussen de eerste klik en de tweede klik van de hendel van de parkeerrem (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Parkeerremkabels). III - LAATSTE STAP a Monteer de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13). a Druk een paar maal op het rempedaal om de remschoenen af te stellen. a Controleer de werking van het automatische stelmechanisme (kenmerkende "klik" bij de trommels). 33A-4

87 ACHTERTREIN Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A L90, en STUURBEKRACHTIGING, en AIRCONDITIONING Vervang altijd de remvoeringen per trein compleet, monteer nooit remvoeringen van verschillende merken en kwaliteiten door elkaar. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Zet de parkeerrem vrij. a Bouw uit: -de achterwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Bouw uit: de veren (R) van de zijdelingse geleiding van de remschoenen waarbij u de verbindingspen (T) tegen de remankerplaat (E) houdt, - de primaire remschoen (A), - het stangetje (F), - de secondaire remschoen (B). a Maak de handremkabel vrij van de hefboom van de handrem a Bouw de onderste veer (1) uit, daarna de bovenste veer (2) met een remschoentang a Zet een klem over de zuigers van de wielremcilinders. 33A-5

88 ACHTERTREIN Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A L90, en STUURBEKRACHTIGING, en AIRCONDITIONING a Plaats: - de secondaire remschoen en maak hem vast, - het drukstangetje met de uitsparing van de schroefdrukstift aan de kant van de stelhefboom, - de primaire remschoen en maak hem vast. a Verwijder de klem van de zuigers van de wielremcilinders a Bouw de primaire remschoen uit : - de veer (G), - de stelhefboom (H). INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Maak de trommel en platen stofvrij met een remmenreinigingsmiddel. a Vet de schroefdraad van het drukstangetje lichtjes in. Opmerking: a Monteer de stand van de parkeerremkabel op de hendel van de parkeerrem. a Plaats: - de bovenste veer, - de onderste veer, -de zijdelingse geleidingen waarbij u de verbindingspen tegen de remankerplaat houdt, De onderdelen van het remmenmechanisme rechts en links zijn verschillend, monteer ze niet door elkaar. Op de rem links : de schroefdraad is rechts. Op de rem rechts: de schroefdraad is links. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer op de primaire remschoen : - de stelhefboom, - de veer. a Maak de handremkabel vast aan de secondaire remschoen. 33A-6

89 ACHTERTREIN Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A L90, en STUURBEKRACHTIGING, en AIRCONDITIONING a Stel met een schroevendraaier de diametrale afstelling van de remschoenen af door middel van het stangetje om een diameter te krijgen van 202,45 mm ± 0,25. a Doe dezelfde afstelling aan de andere kant. a Stel de parkeerrem af als de hendel contact blijft maken tussen de eerste en de tweede klik van de parkeerremhendel (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Parkeerremkabels: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-78). III - LAATSTE STAP a Monteer de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13) a Druk een paar maal op het rempedaal om de remschoenen af te stellen. a Controleer de werking van het automatische stelmechanisme (kenmerkende "klik" bij de trommels). 33A-7

90 ACHTERTREIN Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A F90 of K90 Vervang altijd de remvoeringen per trein compleet, monteer nooit remvoeringen van verschillende merken en kwaliteiten door elkaar. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Zet de parkeerrem vrij. a Bouw uit: -de achterwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). - de remtrommel (zie (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Zet een klem over de zuigers van de wielremcilinders. a Bouw uit: - de veer (3) van het automatisch stelmechanisme, - de bevestigingsveer (4) van het stangetje op de secondaire remschoen, - de zijdelingse bevestigingsveren (5) en houd daarbij het verbindingsstangetje in contact met de remankerplaat, - het stangetje (6). a Verwijder na elkaar de remschoenen (D) van het vaste verbindingsstuk (C). a Bouw uit: a Bouw de onderste veer (1), daarna de bovenste veer (2) uit met behulp van een remschoentang. - de primaire remschoen (A), - de secondaire remschoen (B). a Maak de parkeerremkabel los van de hendel van de parkeerrem. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Maak de remtrommels en remankerplaten stofvrij met een remmenreinigingsmiddel. 33A-8

91 ACHTERTREIN Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A F90 of K90 a Vet de schroefdraad van het drukstangetje lichtjes in. Opmerking: De onderdelen van het remmenmechanisme rechts en links zijn verschillend, monteer ze niet door elkaar. Opmerking: Op de rem links : de schroefdraad is rechts. Op de rem rechts: de schroefdraad is links. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - het stangetje op de secondaire remschoen en houd het vast met zijn veer, - de veer van het automatische stelmechanisme op het stangetje, - de parkeerremkabel op de hendel van de parkeerrem. - de primaire remschoen, - de veer van het automatische stelmechanisme op de primaire remschoen, a Plaats het geheel primaire remschoen - secondaire remschoen op de remankerplaat. a Plaats: - de bovenste veer, - de onderste veer. -de zijdelingse geleidingen en houd daarbij de verbindingspen in contact met de remankerplaat. a Verwijder de klem van de zuigers van de wielremcilinders a Monteer de stand van de parkeerremkabel op de hendel van de parkeerrem. a Stel met een schroevendraaier de diametrale afstelling van de remschoenen af door middel van het stangetje om een diameter te krijgen van 227,5 mm ± 0,1. a Doe dezelfde afstelling aan de andere kant a Stel de parkeerrem af als de hendel contact blijft maken tussen de eerste en de tweede klik van de parkeerremhendel (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Parkeerremhendel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-50). 33A-9

92 ACHTERTREIN Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A F90 of K90 III - LAATSTE STAP a Plaats: - de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13). -de achterwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Druk een paar maal op het rempedaal om de remschoenen af te stellen. a Controleer de goede werking van het automatisch stelmechanisme (karakteristieke «klik» bij de remtrommels bij het achter elkaar indrukken van het rempedaal). 33A-10

93 ACHTERTREIN Remcilinder achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A Onmisbaar materiaal L90 pedaalknecht Aantrekkoppelsm bevestigingsbout(en) van de remcilinder wartel van de metalen leiding op de wielremcilinder 14 N.m 14 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekoloms hefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) a Bouw de bevestigingsbouten (1) van de cilinder op de remankerplaat uit. a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om het uitstromen te beperken. a Zet de parkeerrem vrij. a Bouw uit: F90 of K90 -de achterwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13). a Bouw de zijdelingse bevestigingsveren uit en houd daarbij het verbindingspen tegen de remankerplaat (zie 33A, Achtertrein, Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-2). a Bouw de bovenste terugtrekveer uit met behulp van een remschoentang (zie 33A, Achtertrein, Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-2). a Maak de veer van het automatisch stelmechanisme los van de primaire remschoen. a Druk de remschoenen uit elkaar II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Draai de wartel van de metalen leiding op de wielremcilinder los (let op het wegstromen van remvloeistof) los. a Plaats een dop op de wartel van de remleiding. a Bouw de bevestigingsbout (2) van de cilinder op de remankerplaat uit. a Bouw de remcilinder uit. 33A-11

94 ACHTERTREIN Remcilinder achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Maak de remtrommels en remankerplaten stofvrij met een remmenreinigingsmiddel. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monter de remcilinder op de remankerplaat. a Monteer de bevestigingsbout(en) van de remcilinder op de remankerplaat. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout(en) van de remcilinder (14 N.m). a Verwijder de dop op de wartel van de remleiding. a Monteer de wartel van de metalen leiding op de wielremcilinder. a Zet vast met het aantrekkoppel: de wartel van de metalen leiding op de wielremcilinder (14 N.m). III - LAATSTE STAP a Maak de veer van het automatisch stelmechanisme vast aan de primaire remschoen. a Monteer de bovenste terugtrekveer met behulp van een remschoentang (zie 33A, Achtertrein, Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-2) a Monteer de zijdelingse bevestigingsveren en houd daarbij het verbindingspen tegen de remankerplaat (zie 33A, Achtertrein, Remvoering achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-2). a Plaats: - de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13), -de achterwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Bouw de pedaalknecht uit. a Ontlucht het remsysteem (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). a Druk een paar maal op het rempedaal om de remschoenen af te stellen. 33A-12

95 ACHTERTREIN Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A F90 of K90 of L90 Onmisbaar speciaal gereedschap II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE Tav Tav Universele aandrijfasdrukker (plateau en bekken, zonder vijzel). Schroefpers voor gereedschap Tav.1420, Tav , Tav en Tar Aantrekkoppelsm moer van de trommel moer van de trommel 175 N.m 280 N.m a Bij het vervangen van de remtrommel moet de remtrommel aan de tegenovergelegen kant ook vervangen worden. a Bij het vervangen van een remtrommel, moet u altijd de remschoenen vervangen. BELANGRIJK: De twee remtrommels moeten dezelfde diameter hebben. het uitdraaien van één remtrommel betekent dat de remtrommel aan de andere kant ook uitgedraaid moet worden. a Verwijder de doppen van de trommels (1) UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Zet de parkeerrem vrij. a Bouw de achterwielen uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Bouw uit: - de moeren (2) van de remtrommels, de remtrommels met behulp van de gereedschappen (Tav ) en (Tav ), indien nodig. 33A-13

96 ACHTERTREIN Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A F90 of K90 of L90 INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Controleer de binnendiameter van de trommel. a Vervang defecte delen door nieuwe. a Reinig: - de remvoeringen, - de remtrommels, - de astap, - de moeren van de trommels, - de dop van de trommels. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Stel de parkeerrem af als de hendel contact blijft maken tussen de eerste en de tweede klik van de parkeerremhendel (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Parkeerremhendel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-50). a Plaats: - de trommels, - de moeren van de trommel, - de doppen van de trommel, L90 a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van de trommel (175 N.m). F90 of K90 a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van de trommel (280 N.m). III - LAATSTE STAP a Monteer de achterwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Druk een paar maal op het rempedaal om de remschoenen af te stellen. 33A-14

97 ACHTERTREIN Remtrommel achter: Beschrijving 33A Schuifmaat Onmisbaar materiaal III - LAATSTE STAP Vervang de betreffende remtrommel achter indien nodig (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13). I - VOORBEREIDING VOOR DE CONTROLE Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). Monteer het betreffende achterwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). Bouw het betreffende achterwiel uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). Bouw de betreffende remtrommel achter uit (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13). II - CONTROLE VAN HET ONDERZOCHTE Opmerking: Voor het controleren van de binnendiameter, gebruikt u een gereedschap type : Schuifmaat Plaats de Schuifmaat voor het meten van de binnendiameters van de remtrommel. Meet de binnendiameters van de remtrommel op de loodrecht op elkaar staande assen (1) en (2). Vergelijk de waarden met die van de constructeur (zie 30A, Algemeen, Rem: Gegevens, blz. 30A-7). 33A-15

98 ACHTERTREIN Veer achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A Onmisbaar materiaal orgaansteun Aantrekkoppelsm onderste bouten van de schokdempers wielbouten 105 N.m 105 N.m Noteer bij het demonteren de kleuren van de veren om bij de montage te kunnen controleren of de juiste onderdelen worden gemonteerd. Bij het vervangen van een veer moet de veer aan de tegenovergelegen kant ook vervangen worden. Bouw eerst de veer aan de ene kant uit- en in, en daaarna de veer aan de andere kant, om te voorkomen dat de veren met kracht ontspannen. LET OP Om elk risico op vervorming te voorkomen, mag u met een hefsysteem niet aangrijpen onder de achtertrein. a Maak de kabelbundel van het opname-element wielsnelheid los bij (1). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw de achterwielen uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) a Breng het gereedschap orgaansteun (3) in contact, met een vulblok, onder de veerschotel, zonder deze onder spanning te zetten. a Noteer de montagestand van de veer. a Bouw de onderste bout (2) van de schokdemper uit. 33A-16

99 ACHTERTREIN Veer achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A a Monteer de onderste bouten van de schokdempers. a Verwijder het gereedschap orgaansteun. a Monteer de kabelbundel van het opname element wielsnelheid. III - LAATSTE STAP a Monteer het achterwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Herhaal deze werkzaamheden aan de andere kant. a Zet vast met het aantrekkoppel: de onderste bouten van de schokdempers (105 N.m) en de wielbouten (105 N.m) met de wielen van de auto op de grond a Bouw de veer (4) met zijn onderste steun uit door orgaansteun te verwijderen. Opmerking: Ver vang de bovenste steun als deze losgegaan is. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Opmerking: Het vastzetten van de bevestigingen van de schokdempers moet gebeuren als de auto op de wielen rust. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de onderste steun op de achtertrein (de geleider goed richten), - de veer met zijn bovenste steun in hun gemerkte houder, te beginnen aan de bovenkant. a Plaats het gereedschap orgaansteun zodat het, met een vulblok, aanligt onder de veerschotel. a Druk de achtertrein in om de onderste bevestigingsbout van de schokdemper te kunnen voorspannen. 33A-17

100 ACHTERTREIN Stalen remleiding: Uitbouwen - Inbouwen 33A Onmisbaar materiaal II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE pedaalknecht 1 - metalen remleiding links achter Aantrekkoppelsm wartels van de metalen remleiding bij de achtertrein wartels van de metalen remleiding bij de wielremcilinder 14 N.m 14 N.m De leidingen bestaan uit een metalen deel en een rubber slang. UITBOUWEN a Draai los: I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Plaats het gereedschap pedaalknecht op het rempedaal om het wegstromen van remvloeistof te beperken. a Zet de hefbrug omhoog. -de wartel van de metalen remleiding bij de achtertrein (1), - de wartel van de metalen remleiding bij de wielremcilinder (2). a Maak de metalen remleiding los van de achtertrein. a Bouw de metalen remleiding links achter uit. 2 - metalen remleiding rechts achter a Draai los: -de wartel van de metalen remleiding bij de achtertrein (3), - de wartel van de metalen remleiding bij de wielremcilinder (4). a Maak de metalen remleiding los van de achtertrein. a Bouw de metalen remleiding rechts achter uit. 33A-18

101 ACHTERTREIN Stalen remleiding: Uitbouwen - Inbouwen 33A INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Vervang systematisch de bevestigingsklemmetjes van de metalen remleidingen. Opmerking: De remslang mag niet worden verdraaid. Let op dat de remslang geen omringende delen raakt. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de metalen remleidingen achter in hun oorspronkelijke stand. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de wartels van de metalen remleiding bij de achtertrein (14 N.m). -de wartels van de metalen remleiding bij de wielremcilinder (14 N.m). III - LAATSTE STAP a Ontlucht het remsysteem (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). 33A-19

102 ACHTERTREIN Schokdemper: Uitbouwen - Inbouwen 33A L90 Onmisbaar materiaal II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE orgaansteun Aantrekkoppelsm onderste bouten van de schokdempers bovenste moer van de schokdempers 105 N.m 21 N.m Als een schokdemper wordt vervangen, moet altijd de schokdemper aan de andere kant ook worden vervangen. Noteer bij het demonteren de kleuren van de schokdempers om bij de montage te kunnen controleren of de juiste onderdelen worden gemonteerd. LET OP Om elk risico op vervorming te voorkomen, mag u met een hefsysteem niet aangrijpen onder de achtertrein a Bouw uit in de bagageruimte, wielen op de grond: - de bekleding van de wielkuip, - de moer (1) en de rubber lagerbus (2). a Zet de hefbrug omhoog. a Plaats het gereedschap orgaansteun, met een vulblok, onder de achtertrein bij de schokdemper. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). LET OP Om beschadiging van de onderdelen van de achtertrein ter voorkomen (rubber lagerbussen, remslangen, enz.) mag u de twee schokdempers niet tegelijk uitbouwen. Werk kant per kant. a Bouw uit: - de onderste bout van de schokdemper (3), - de schokdemper. a Doe hetzelfde aan de andere kant A-20

103 ACHTERTREIN Schokdemper: Uitbouwen - Inbouwen 33A L90 INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Vervang systematisch de bovenste borgmoer van de schokdempersteel. Opmerking: Het vastzetten van de bevestigingen van de schokdempers moet gebeuren als de auto op de wielen rust. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de schokdemper, - de onderste bout van de schokdemper. a Plaats de kop van de schokdemper in zijn houder. a Laat de hefbrug zakken zodat de wielen de grond raken. a Breng de kop van de schokdemper in lijn met de boring in de bagageruimte. a Plaats: - de rubber lagerbus, - de nieuwe bovenste moer van de schokdemper. a Doe hetzelfde aan de andere kant. III - LAATSTE STAP a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de onderste bouten van de schokdempers (105 N.m), met het gereedschap orgaansteun op zijn plaats, -de bovenste moer van de schokdempers (21 N.m) waarbij u de boutkoppen tegenhoudt, wielen op de grond. a Monteer de bekleding van de wielkuip in de bagageruimte. 33A-21

104 ACHTERTREIN Schokdemper: Uitbouwen - Inbouwen 33A F90 of K90 Onmisbaar materiaal orgaansteun Aantrekkoppelsm onderste bevestigingsbouten van de schokdempers bovenste bevestigingsmoeren van de schokdempers 105 N.m 14 N.m Als een schokdemper wordt vervangen, moet altijd de schokdemper aan de andere kant ook vervangen worden. a LET OP Gebruik nooit de achtertrein om de auto omhoog te brengen. UITBOUWEN a Bouw uit: - de bevestiging (1) van de steun van de armsteun, - de steun van de armsteun. I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie 02A, Hefmiddelen, Auto: Slepen en heffen). K90, en 7 ZITPLAATSEN K90, en 5 ZITPLAATSEN a Duw de bekleding van de wielkuip weg (zie MR 389, Carrosserie, 71A, Interieurbekleding, Bekleding van de wielkuip achter: Uitbouwen - Inbouwen). a Bouw uit: -de armsteun aan de zijkant achter (zie MR 389 Carrosserie, 57A, Accessoires interieur, Armsteun zijkant achter: Uitbouwen - Inbouwen ). - de opbergbak (zie MR 389 Carosserie, 57A, Accessoires interieur, Opbergbak - Uitbouwen - Inbouwen). a Duw de bekleding van de wielkuip weg (zie MR 389, Carrosserie, 71A, Interieurbekleding, Bekleding van de wielkuip achter: Uitbouwen - Inbouwen). 33A-22

105 ACHTERTREIN Schokdemper: Uitbouwen - Inbouwen 33A F90 of K90 II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Vervang systematisch de bovenste bevestigingsmoer van de schokdemper; II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de schokdemper. a Span de onderste bevestiging van de schokdemper voor. a Plaats de kop van de schokdemper in zijn houder. a Breng de kop van de schokdemper in lijn met de boring in de bagageruimte. a Laat de hefbrug zakken zodat de wielen de grond raken. a Zet de bovenste bevestigingsmoer (2) van de schokdemper los, wiel op de grond. a Zet de hefbrug omhoog a Monteer de bovenste bevestigingsmoer van de schokdemper. a Herhaal de werkzaamheden aan de andere kant. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de onderste bevestigingsbouten van de schokdempers (105 N.m), -de bovenste bevestigingsmoeren van de schokdempers (14 N.m). III - LAATSTE STAP K90, en 5 ZITPLAATSEN a Monteer de bekleding van de wielkuip (zie MR 389, Carrosserie, 71A, Interieurbekleding, Bekleding van de wielkuip achter: Uitbouwen - Inbouwen a Breng het gereedschap orgaansteun met een vulblok, onder de veerschotel achter, zonder deze onder spanning te zetten. a Bouw de onderste bevestigingsbout (3) van de schokdemper uit. a Verwijder het gereedschap orgaansteun. a Bouw uit: -de bovenste bevestigingsmoer (2) van de schokdemper en houd daarbij de boutkop tegen, - de schokdemper. K90, en 7 ZITPLAATSEN a Plaats: - de steun van de armsteun, - de bevestigingen van de steun van de armsteun. -de bekleding van de wielkuip (zie MR 389, Carrosserie, 71A, Interieurbekleding, Bekleding van de wielkuip achter: Uitbouwen- Inbouwen). -de opbergbak (zie MR 389 Carosserie, 57A, Accessoires interieur, Opbergbak - Uitbouwen - Inbouwen). 33A-23

106 ACHTERTREIN Schokdemper: Uitbouwen - Inbouwen 33A F90 of K90 -de armsteun aan de zijkant achter (zie MR 389 Carrosserie, 57A, Accessoires interieur, Armsteun zijkant achter: Uitbouwen - Inbouwen). 33A-24

107 ACHTERTREIN Lager van trommel achter: Uitbouwen - Inbouwen 33A Controleer met een meetklokje op de trommel of de axiale speling kleiner is dan 0,03 mm. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekoloms hefbrug. (zie Auto: Slepen en Heffen) a Bouw uit: -de achterwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13), II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Reinig: - de binnen- en de buitenvlakken van het nieuwe lager, die in contact komen met de trommel en de astap, -de vlakken van de trommel die in contact komen met het nieuwe lager, -de vlakken van de astap die in contact komen met het nieuwe lager. LET OP Steun nooit op de binnenste loopring omdat daardoor de kogels en loopringen bij het inpersen worden beschadigd. Opmerking: Controleer, voor het inbouwen van het lager, beslist de staat van het oppervlak van de trommel en van de boring van de schijf. Vervang de ankerplaat-astap als deze defect is. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Verwijder uit de remtrommel: - de borgveer (1) van het lager, L90 a Monteer het lager tot het steunt tegen de borst met een buis met buitendiameter 50 mm en een pers. - het lager (2) met behulp van een buis met een buitendiameter 49 mm en een pers. Opmerking: Controleer of de buis steunt tegen de buitenste ring van het lager. F90 of K90 a Monteer het lager tot het steunt tegen de borst met een buis met buitendiameter 60 mm en een pers. a Monteer de borgveer. III - LAATSTE STAP a Plaats: - de remtrommel (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13), - de achterwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). 33A-25

108 ACHTERTREIN Rubber lagerbus van de achteras: Uitbouwen - Inbouwen 33A F90 of K90 of L90 Onmisbaar speciaal gereedschap Tar Gereedschap voor uitbouwen - inbouwen rubber lagerbussen van de achtertrein UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw uit: -de achterwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). - de remtrommels (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13). - de complete achtertrein (zie 33A, Achtertrein, Achtertrein compleet: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-28) a Voor het uitbouwen van de rubber lagerbussen van de achteras, gebruikt u de busdrukker (A) van het gereedschap (Tar. 1838). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Vóór het uitbouwen van de rubber lagerbus op de achtertrein : -noteer hun stand in de boringen van de armen van de achtertrein, - breng de merktekens van de oude rubber lagerbussen over op de nieuwe. Opmerking: Deze merktekens zijn nodig voor het correct inbouwen en voorkomen een snelle slijtage van de rubber lagerbussen a Plaats de busdrukker (A) van het gereedschap (Tar. 1838). a Bouw de rubber lagerbussen van de achteras uit met een hamer tegen de busdrukker te slaan (A). 33A-26

109 ACHTERTREIN Rubber lagerbus van de achteras: Uitbouwen - Inbouwen 33A F90 of K90 of L90 INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Vervang systematisch de bouten en de moeren van de rubber lagerbussen na ieder uitbouwen. a Smeer de bouten van de rubber lagerbussen vóór de montage in met KRACHTIG BORGMIDDEL (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Priducten) alvorens ze te monteren. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats het inbouwgereedschap (Tar. 1838) a Zet de moer (F) van het gereedschap (Tar. 1838) vast tot het vlak (T) van de rubber lagerbus gelijk ligt met de arm van de achteras. a Bouw het inbouwgereedschap (Tar. 1838) uit. III - LAATSTE STAP a Plaats: - de complete achtertrein (zie 33A, Achtertrein, Achtertrein compleet: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-28), a Voor het inbouwen van de rubber lagerbussen van de achteras gebruikt u: - de draadstift (B), - de klok (C), - de klok (D), - de anti-frictiering (E), - de moer (F), van het gereedschap (Tar. 1838) de remtrommels (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13). a Stel de achtertrein af (zie 33A, Achtertrein, Achtertrein: Afstellen, blz. 33A-31). a Monteer de achterwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Ontlucht het remsysteem (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). 33A-27

110 ACHTERTREIN Achtertrein compleet: Uitbouwen - Inbouwen 33A Onmisbaar materiaal pedaalknecht orgaansteun veiligheidsriem(en) Aantrekkoppelsm bevestigingsbouten van de lagerblokken wartels van de remleidingen op de wielremcilinders wartels de remleidingen op de remslangen 62 N.m 14 N.m 14 N.m moeren van de trommel moeren van de trommel onderste bevestigingsbouten van de schokdempers UITBOUWEN 175 N.m 280 N.m 105 N.m I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Verwijder de parkeerremkabels (1) door met behulp van een tang en een schroevendraaier tegen de hendel (2) te duwen. a Maak de buitenkabels (3) van de parkeerremkabels los van de remankerplaten. a Maak de opname-elementen wielsnelheid los ( indien aanwezig). a Maak de opname-elementen wielsnelheid los van de achtertrein (indien aanwezig). a Zet de parkeerrem vrij. a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw de achterwielen uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) a Plaats het gereedschap pedaalknecht op het rempedaal om het wegstromen van remvloeistof te beperken. II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de remtrommels (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13). 33A-28

111 ACHTERTREIN Achtertrein compleet: Uitbouwen - Inbouwen 33A a Draai de wartels van de remleidingen los van de remslangen (4). a Maak de pen van de begrenzer (5) los van de achtertrein (indien aanwezig). a Bouw de achterveren uit (zie 33A, Achtertrein, Veer achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-16). a Draai de wartels van de remleidingen los op de wielremcilinders a Zet de bouten van de lagerblokken (8) los. a Laat de achtertrein zakken met de orgaansteun. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Monteer de uitrustingen van de achtertrein a Plaats het gereedschap orgaansteun (6) in het midden van de achtertrein. a Bind de achtertrein op de orgaansteun met behulp van een veiligheidsriem(en) (7). a Bind de achtertrein vast aan het gereedschap orgaansteun. a Plaats de trein onder de auto II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats de centreerstukken van de lagerblokken tegenover van de centreergaten. 33A-29

112 ACHTERTREIN Achtertrein compleet: Uitbouwen - Inbouwen 33A a Monteer de bevestigingsbouten, te beginnen met het lagerblok links. a Plaats de remleidingen in hun houder. a Draai de wartels van de remleidingen vast op de remslangen. a Verwijder de veiligheidsriem(en) en de orgaansteun a Monteer de remankerplaten. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de bevestigingsbouten van de lagerblokken (62 N.m), -de wartels van de remleidingen op de wielremcilinders (14 N.m), -de wartels de remleidingen op de remslangen (14 N.m). F90 of K90 a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van de trommel (280 N.m). III - LAATSTE STAP a Monteer de achterwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Zet vast met het aantrekkoppel: de onderste bevestigingsbouten van de schokdempers (105 N.m). a Bouw de pedaalknecht uit. a Ontlucht het remsysteem (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). a Monteer de achterveren (zie 33A, Achtertrein, Veer achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-16). a Monteer de parkeerremkabels. a Controleer of de kabelstoppen van de parkeerremkabels goed in hun houders zijn geplaatst. a Monteer de remtrommels (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13) a Plaats de kabels en de opname elementen wielsnelheid. a Sluit de kabels van de bedieningseenheid van de parkeerrem aan op het verdeeljuk. a Stel de achtertrein af (zie 33A, Achtertrein, Achtertrein: Afstellen, blz. 33A-31) a Monteer de onderste bevestigingen van de schokdempers. LET OP Het vastzetten van de bevestigingen van de schokdempers moet gebeuren als de auto op de wielen rust. a Laat de hefbrug zakken. L90 a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van de trommel (175 N.m). 33A-30

113 ACHTERTREIN Achtertrein: Afstellen 33A F90 of K90 of L90 orgaansteun Onmisbaar materiaal Aantrekkoppelsm bout van de rubber lagerbus 105 N.m LET OP Gebruik nooit de achtertrein om de auto omhoog te brengen. INSTELLEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Zet de parkeerrem vrij. a Bouw de achterwielen uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) a Deblokkeer de moeren (2) van de rubber lagerbus. a Bouw de veren uit (zie 33A, Achtertrein, Veer achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-16) a Plaats het gereedschap orgaansteun in contact met een vulblok, onder de achtertrein bij (3) a Maak de kabelbundel van het opname-element snelheid los bij (1). L90 a Stel het orgaansteun af zodat de afstand X 8,2 mm ± 3 is tussen het middelpunt van de achternaaf en het lagerblok van de achtertrein. 33A-31

114 ACHTERTREIN Achtertrein: Afstellen 33A F90 of K90 of L90 F90 of K90 a Stel het orgaansteun af zodat de afstand X 16 mm ± 3 is tussen het middelpunt van de achternaaf en het lagerblok van de achtertrein a Zet vast met het aantrekkoppel: de bout van de rubber lagerbus (105 N.m). a Doe hetzelfde aan de andere kant. a Monteer de veren (zie 33A, Achtertrein, Veer achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-16). a Maak de kabelbundels van de opname-elementen snelheid vast. a Monteer de achterwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). 33A-32

115 WIELEN EN BANDEN Wiel: Uitbouwen - Inbouwen 35A Aantrekkoppelsm wielbouten 105 N.m De methode van uitbouwen - inbouwen is voor alle wielen gelijk. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Zet de parkeerrem vrij. a Verwijder de wieldop (indien aanwezig). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Zet de wielbouten los, wiel op de grond. Opmerking: Gebruik met een beschermhuls beklede doppen om de aluminium velgen niet te krassen. a Zet de hefbrug omhoog a Sla een aantal keren met een hamer op de flanken van de band (1) aan de binnenkant en de buitenkant van het wiel om de velg los te maken. a Bouw uit: - de wielbouten, - het wiel. a Plaats het ventiel van het wiel naar boven. a Bouw uit: - de wielbouten, - het wiel. Als het wiel na het loszetten van de wielbouten niet uitgebouwd kan worden: a Breng alle wielbouten op hun plaats. a Zet de wielbouten vast zodat de boutkoppen in contact komen met de velg. a Zet de wielbouten één omwenteling los. 35A-1

116 WIELEN EN BANDEN Wiel: Uitbouwen - Inbouwen 35A Als deze methode geen effect heeft: a Sla een aantal keren met een houten blok en een hamer tegen de binnenkant van de velg (2) om deze los te maken. a Bouw uit: - de wielbouten, - het wiel Opmerking: Sla niet te hard op het oppervlak van de velg om deze niet te vervormen a Er zijn twee types wielbouten: voor aluminium velgen (A) en voor stalen velgen (B), verwissel deze niet. a Controleer de staat van de band. a Verplaats of verwijder de balanceergewichten niet. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer het wiel, met het ventiel aan de bovenkant op de auto. a Plaats de wielbouten. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Reinig de naafhouder met een staalborstel. 35A-2

117 WIELEN EN BANDEN Wiel: Uitbouwen - Inbouwen 35A a Span voor: de wielbouten (30 N.m) hangend wiel, beginnend bij de onderste bouten (3) en eindigend bij de bovenste bouten (4). a Draai het wiel 180 zodat het ventiel aan de onderkant komt. a Laat de auto op de wielen rusten a Zet vast in volgorde en met het aantrekkoppel: de wielbouten (105 N.m). III - LAATSTE STAP a Monteer de wieldop. 35A-3

118 WIELEN EN BANDEN Wiel: Balanceren 35A Onmisbaar materiaal Aantrekkoppelsm pedaalknecht wielbouten 30 N.m Bus van 60 mm MERK TYPE MACHINE DIAMETER AS NUMMER BUS (LEVE- RANCIER) BALCO BALCO ,6 mm MULLER BEM mm MULLER BEM mm RAVAGLIOLI G120-G121-G mm CORGHI Alle types 38 mm MULLER BEM mm FACOM Alle types 40 mm HOFMANN Alle types 40 mm BEISSBARTH Alle types 40 mm Bestel de bus bij de leverancier van uw apparatuur. I - VOORWAARDEN VOOR HET BALANCEREN VAN DE WIELEN a Het balanceren van de wielen is van groot belang. Om in een keer een goed resultaat te behalen moet aan verschillende voorwaarden zijn voldaan. Het balanceerapparaat moet overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant zijn geïnstalleerd. Het moet altijd worden geijkt volgens het door de fabrikant voorgeschreven interval. Smeer de schroefdraadas nooit met vet. Controleer de staat van de dragende en centrerende delen en de bevestiging. Vervang de defecte delen (zie de voorschriften van de fabrikant van de machine). Klacht van de bestuurder a Door onbalans ontstaan trillingen in het stuurwiel en/ of in de bodemplaat van de auto. Deze trillingen verschijnen tussen 90 en 150 km/u. a Breng de banden op de voorgeschreven spanning (zie 35A, Wielen en banden, Bandenspanning: Identificatie, blz. 35A-11). a Maak altijd een rit van minimaal 2 km voorafgaand aan het balanceren van de wielen, om de afplatting van het loopvlak, die door het stilstaan van de auto is ontstaan, op te heffen. a Na het rijden: - zet de auto direct omhoog, - laat de vier wielen hangen, - zet de parkeerrem vrij. Het wiel en het balanceerapparaat moeten schoon zijn. 35A-4

119 WIELEN EN BANDEN Wiel: Balanceren 35A a Om het wiel op dezelfde wijze te kunnen monteren als op de auto, moet u op het balanceerapparaat beslist een cilindrische ring plaatsen met diameter (1) 60 mm. a Er zijn 3 types gewichten: a (2) voor aluminium velg met rand (3) voor aluminium velg zonder rand (4) voor stalen velg met rand a In sommige landen is het gebruik van loden gewichten verboden, gebruik in dat geval bij voorkeur gewichten van ZAMAK. Gebruik uitsluitend de gewichten die door het magazijn worden verstrekt. II - UITBOUWEN EN BALANCEREN VAN DE WIELEN a Zet de auto direct na de rit op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Zet de wielbouten los. a Breng de auto omhoog. a Zet de parkeerrem vrij. a Controleer of het wiel geen vervormingen vertoont door eventuele deuken (als dit het geval is, vervang dan de elementen die vervormd zijn). a Plaats het ventiel van het wiel naar boven. a Plaats het gereedschap pedaalknecht. a Bouw uit: - de wielbouten, - het wiel. a Reinig beslist de aanligvlakken van het wiel en van de schijf (of de trommel). 35A-5

120 WIELEN EN BANDEN Wiel: Balanceren 35A a Houd het steunvlak van de machine en alle accessoires voor het centreren (bus, drukplateau, enz.) schoon. a Let op dat de er geen krassen komen op de (aluminium) velg door het spansysteem van het wiel a Plaats het wiel op het balanceerapparaat met het ventiel aan de bovenkant a Monteer het wiel als volgt op het balanceerapparaat: - plateau van het balanceerapparaat (5), - bus met diameter 60 mm (6), - wiel (7), - spansysteem voor het wiel (8) (voor sommige aluminium velgen is een systeem met een diameter van 200 mm nodig voor het goed vastzetten), - (9) buitenvlak van het wiel. a Zet het vast. a Bij het inschakelen van het balanceerapparaat en het invoeren van de specifieke parameters van het wiel, kiest u de balanceerinstelling "fijn". a Verwijder de eventueel in het profiel van de band ingeklemde steentjes. a Voer de specifieke parameters van het wiel in bij het inschakelen van het balanceerapparaat. a Schakel het balanceerapparaat in en controleer de balans van het wiel die in ieder vlak van het wiel gelijk moet zijn aan 0 g. a Als dit niet zo is, verwijder dan de oude balanceergewichten en herhaal het balanceren van het wiel, tot de balans in ieder vlak van het wiel gelijk is aan 0 g. LET OP Om te voorkomen dat de balanceergewichten losraken, gebruikt u uitsluitend de balanceergewichten die horen bij de velgen die op de auto gemonteerd zijn. III - MONTEREN VAN DE WIELEN OP DE AUTO a Monteer het wiel weer op dezelfde plaats als waar het vanaf is gekomen en met het ventiel aan de bovenkant. 35A-6

121 WIELEN EN BANDEN Wiel: Balanceren 35A a Maak een proefrit om te controleren of de oorspronkelijke klacht is verdwenen a Span voor: de wielbouten (30 N.m), met hangend wiel, begin met de onderste bouten (10) en eindig met de bovenste bouten (11). a Verwijder het gereedschap pedaalknecht. a Draai het wiel 180 zodat het ventiel (12) aan de onderkant komt. a Laat de auto op de wielen rusten. a Zet de wielbouten vast met het voorgeschreven aantrekkoppel. (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) a Doe hetzelfde bij de andere wielen van de auto A-7

122 WIELEN EN BANDEN Band: Voorzorgen bij de reparatie 35A I - REINHEID Reinig: - de hiel van de band, - het contact velg/hiel van de band. Verwijder steentjes uit het profiel van de band. Reinig de draagvlakken: - van de wielen, - van de schijven, - van de naven. II - WERKVOORSCHRIFT LET OP Bij het controleren van de spanning bij een warme band, verhoogt u de bandenspanning met 0,2 tot 0, 3 bar ten opzichte van de voorgeschreven waarde. LET OP Maak altijd een rit van minimaal 2 km voorafgaand aan het balanceren van de wielen, om de afplatting van het loopvlak, die door het stilstaan van de auto is ontstaan, op te heffen. Om het wiel op dezelfde wijze te kunnen monteren als op de auto, moet u op het balanceerapparaat beslist een cilindrisch centreerstuk plaatsen met diameter 60 mm. LET OP Om te voorkomen dat de balanceergewichten losscheuren, mag u uitsluitend de voor het type velg bestemde gewichten gebruiken. 35A-8

123 WIELEN EN BANDEN Banden: Identificatie 35A Voorbeeld van een identificatiemerkteken van een band: 185/65 R T Breedte van de band in mm (l) 65 Verhouding (h/b) R Radiale structuur 15 Binnendiameter in inches (d) 88 Belastingsindex T Snelheidsindex Verklaring van de snelheidsindex: Maximale snelheid km/u R 170 S 180 T 190 U 200 H 210 V 240 W 270 ZR boven A-9

124 WIELEN EN BANDEN Banden: Uitbouwen - Inbouwen 35A UITBOUWEN INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw uit: - de betreffende wielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) - de balanceergewichten, - het ventielmechanisme. II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Maak los: - de hiel aan de buitenkant van de band, - de hiel aan de binnenkant van de band. I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Vervang systematisch het ventiel. a Zeep het ventiel in. a Zeep de twee hielen van de band goed in. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats een nieuw ventiel. a Schuif de onderste hiel op. a Schuif de band op. a Schuif de buitenste hiel op met behulp van de bandenlichter. a Bouw het ventielmechanisme uit. a Pomp de band op om de hielen van de band tegen de velg aan te drukken. III - LAATSTE STAP a Monteer het ventielmechanisme. a Breng de band op de voorgeschreven spanning (zie 35A, Wielen en banden, Bandenspanning: Identificatie, blz. 35A-11). a Balanceer het wiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Balanceren, blz. 35A-4). Opmerking: Het is niet nodig te rijden voor en na het balanceren van een nieuwe band. a Monteer de betreffende wielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Plaats de bandenlichter op de buitenkant van de velg om de buitenste hiel van de band te lichten. a Licht de buitenste hiel. a Plaats de bandenlichter op de binnenkant van de velg om de binnenste hiel van de band te lichten. a Licht de binnenste hiel. a Bouw het ventiel uit A-10

125 WIELEN EN BANDEN Bandenspanning: Identificatie 35A I - BANDENSPANNING Bandenspanning (bar) koud. F90 LET OP Bij het controleren van de spanning bij een warme band, verhoog de bandenspanning met 0,2 tot 0,3 bar ten opzichte van de voorgeschreven waarde. Velg Band Bandenspanning voor normaal gebruik (bar) Voor Achter L90 6 J /65R15 92T 2,6 3,2 Velg Band Bandenspanning voor normaal gebruik (bar) * lichtmetalen velg Voor Achter 5,5 J /80R14 85T 2 2 5,5 J /70R14 88T J /65R15 88T 2,0 2,2 6 J 15* 185/65R15 88T 2,0 2,2 II - CONTROLE EN CORRECTIE Maximale slingering van de velg, gecontroleerd op de buitendiameter van de velg : - stalen velg: 0,8 mm - lichtmetalen velg: 0,3 mm. Maximale onrondheid, gecontroleerd op het vlak van de velg: 0,7 mm. Uitbouw van de velg: - stalen velg : 44 mm, K90 - lichtmetalen velg : 47 mm. Raadpleeg het instructieboekje van de auto voor de montage van sneeuwkettingen. Velg Band Bandenspanning voor normaal gebruik (bar) Voor Achter 5,5 J /70R14 88T 2,4 2,6 6 J /65R15 88T 2,4 2,6 6 J 15* 185/65R15 88T 2,4 2,6 35A-11

126 WIELEN EN BANDEN Velg: Identificatie 35A De identificatie van de velgen kan op twee manieren worden aangegeven: - gegraveerd merkteken bij stalen velgen, - ingegoten merkteken bij lichtmetalen velgen. Dit merkteken levert de belangrijkste velggegevens. Dit merkteken kan zijn: - compleet, bijvoorbeeld 5 1/2 J 144 CH 36 ; - kort, bijvoorbeeld 5 1/2 J14. Type wiel 5,5 J14 1 Breedte (in inches) 5,5 2 Profiel van de velgrand J 3 Nominale diameter (in inches) 14 4 Aantal gaten 4 5 Steunprofiel van de band CH 6 Uitbouw (in mm) De wielbouten zijn aangebracht op een steek van 100 mm (vier wielbouten). de bouten van aluminium wielen mogen niet gebruikt worden voor het vastzetten van stalen wielen. De maximale slingering wordt gemeten op de rand van de velg. 35A-12

127 WIELEN EN BANDEN Houder van reservewiel: Uitbouwen - Inbouwen 35A F90 of K90 Aantrekkoppelsm bevestigingsbout van de haak van de reservewielhouder 14 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Maak de hendel (2) van de reservewielhouder los van de haak (3), in de richting van de pijl. a Kantel de reservewielhouder omlaag en houd daarbij het reservewiel vast. a Verwijder het reservewiel a Zet, in de bagageruimte, de bevestigingsbout (1) van de reservewielhouder los a Bouw uit: -de twee armen (4) van de reservewielhouder op de bevestiging (5) van de carrosserie, - de reservewielhouder. 35A-13

128 WIELEN EN BANDEN Houder van reservewiel: Uitbouwen - Inbouwen 35A F90 of K90 INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de armen van de reservewielhouder op de bevestiging van de carrosserie. - het reservewiel in de houder, a Kantel de reservewielhouder omhoog. a Maak de hendel van de reservewielhouder vast aan de haak. II - LAATSTE STAP a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout van de haak van de reservewielhouder (14 N.m). 35A-14

129 STUURINRICHTING Stuurinrichting: Voorzorgen bij de reparatie 36A I - VEILIGHEID 3 - Stuurkolom 1 - Voorschriften vóór de werkzaamheden Houd u bij het gebruik van een hefbrug aan de veiligheidsvoorschriften (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). 2 - Voorschriften tijdens de werkzaamheden BELANGRIJK: Draag handschoenen tegen snijwonden tijdens de werkzaamheden. II - REINHEID 1 - Voorschriften vóór de werkzaamheden Bescherm de carrosseriedelen met een hoes om te voorkomen dat deze beschadigen door stuurbekrachtigingsvloeistof. LET OP Om beschadiging van de stuurkolom of van het stuurwiel te voorkomen, moet u de pasnokken van stuurkolom-stuurwiel in lijn zetten. Houd het geheel «stuurkolom - tussenas» aan elk uiteinde vast (de kolom met één hand en de tussenas met de andere hand). Als de stuurkolom niet correct vastgehouden wordt, kan de stuurkolom of de tussenas vallen waardoor het systeem ernstig beschadigt. 4 - Stuurhuis Draag het stuurhuis niet aan de stofhoezen of aan de leidingen, deze kunnen hierdoor beschadigen. 5 - Stuurbekrachtigingspomp Laat de motor niet draaien zonder stuurbekrachtigingsvloeistof in het circuit. 6 - Elektrische pomp 2 - Voorschriften tijdens de werkzaamheden Reinig de omgeving van het stuurbekrachtigingssysteem met REMMENREINIGER (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Producten). III - BEROEPSVOORSCHRIFTEN Om de goede werking en de prestaties van het systeem te garanderen, mag u alleen de onderdelen repareren die leverbaar zijn door het magazijn. Gebruik om de kwaliteit van de reparatie te garanderen uitsluitend het door de constructeur voorgeschreven gereedschap. BELANGRIJK: Om ieder risico van een ongeluk te vorkomen door het onverwacht inschakelen van de stuurbekrachtiging bij een defect in de elektrische pomp, moet u de accu losmaken bij alle werkzaamheden aan de voortrein. Laat de motor niet draaien zonder stuurbekrachtigingsvloeistof in het circuit. 7 - Kabelbundels Houd u aan de hygiëne en de ligging van de kabelbundel. 1 - Stuurbekrachtigingscircuit Gebruik uitsluitend de door de constructeur voorgeschreven vloeistof om de prestaties van het systeem te garanderen (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Producten). 2 - Afdichtingen Vervang de afdichtingen van de stuurbekrachtigingsleidingen na ieder uitbouwen van de leidingen om de afdichting van het stuurbekrachtigingscircuit te garanderen. 36A-1

130 STUURINRICHTING Stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A Onmisbaar speciaal gereedschap UITBOUWEN Tav. 476 Kogeltrekker. I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN Tav Draadstiften voor werkzaamheden aan het subframe. a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Zet de wielen in de rechtuit stand. orgaansteun Onmisbaar materiaal a Bouw uit: - de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), bouten van het stuurhuis wartel van de hogedrukleiding op het stuurhuis wartel van de lagedrukleiding op het stuurhuis bout van de beugels van de leidingen op het stuurhuis bouten van het hitteschild van het stuurhuis bouten van het voortreinsubframe moeren van de voorste uitlaatbuis op het uitlaatspruitstuk moeren van de spoorstangkogels bovenste bouten van de trekstangen van het voortreinsubframe bout van het kruisstukje van de stuurkolom Aantrekkoppelsm 105 N.m 21 N.m 21 N.m 21 N.m 21 N.m 105 N.m 21 N.m 37 N.m 21 N.m 21 N.m - de bescherming onder de motor, - de schermen van de wielkuip voor (zie Schild in wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant) a Bouw de bout (1) van het kruisstukje van de stuurkolom uit. a Maak het kruisstukje van stuurkolom vrij van het stuurhuis. 36A-2

131 STUURINRICHTING Stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A K7J of K7M a Bouw de moeren (2) van de spoorstangkogels uit a Bouw de moeren (3) van de voorste uitlaatbuis bij het uitlaatspruitstuk uit. II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Trek de spoorstangkogels los met behulp van het gereedschap (Tav. 476) a Zet de bout (4) van de versterking van de koppelreactiestang op de versnellingsbak los. a Bouw de bout (5) van de koppelreactiestang op de versnellingsbak uit. a Draai de versterking (6) van de koppelreactiestang. 36A-3

132 STUURINRICHTING Stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A STUURBEKRACHTIGING a Plaats een orgaansteun (7) om de achterkant van het subframe voor te ondersteunen. a Vervang de twee voorste bouten van het voortreinsubframe door twee draadstiften van het gereedschap (Tav. 1747) (8 ) om de voorkant van het voortreinsubframe enigszins te laten zakken. a LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. a Plaats afknijpklemmen op de lagedrukleiding, om het wegstromen van vloeistof van de stuurbekrachtiging te beperken. a Bouw uit: - de wartel (10) van de hogedrukleiding op het stuurhuis, - de wartel (11) van de lagedrukleiding op het stuurhuis a Bouw uit: - de bovenste bout (9) van de trekstang van het voortreinsubframe, - de achterste bouten van het voortreinsubframe. K7J of K7M, en RECHTS STUUR, en STUUR- BEKRACHTIGING a Maak de kabelbundel van de lambda sonde bij (12) los van de beugel van de lagedrukleiding. a Laat het voortreinsubframe zakken met de orgaansteun. 36A-4

133 STUURINRICHTING Stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A INBOUWEN RECHTS STUUR, en STUURBEKRACHTIGING I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Vervang altijd na ieder uitbouwen: - de moer en de bout van het kruisstukje van de stuurkolom, - de bouten van het voortreinsubframe. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - het stuurhuis, - de bouten van het stuurhuis. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van het stuurhuis (105 N.m). STUURBEKRACHTIGING a Bouw de bout (13) van de beugels van de leidingen op het stuurhuis uit. a Plaats: - de wartel van de hogedrukleiding op het stuurhuis, - de wartel van de lagedrukleiding op het stuurhuis, a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel: -de wartel van de hogedrukleiding op het stuurhuis (21 N.m), K4M of K9K a Bouw uit: - de bouten van het hitteschild van het stuurhuis, -de wartel van de lagedrukleiding op het stuurhuis (21 N.m). a Verwijder de afknijpklem op de lagedrukleiding. - het hitteschild van het stuurhuis. RECHTS STUUR, en STUURBEKRACHTIGING a Bouw de bouten van het stuurhuis uit. LINKS STUUR a Bouw het stuurhuis naar links uit. a Monteer de bout van de beugels van de leidingen op het stuurhuis. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bout van de beugels van de leidingen op het stuurhuis (21 N.m). RECHTS STUUR a Bouw het stuurhuis naar rechts uit. K7J of K7M, en RECHTS STUUR, en STUUR- BEKRACHTIGING a Maak de kabelbundel van de lambda sonde vast op de beugel van de lagedrukleiding. 36A-5

134 STUURINRICHTING Stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A a Plaats: K4M of K9K a Plaats: - het hitteschild van het stuurhuis, - de bouten van het hitteschild van het stuurhuis. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van het hitteschild van het stuurhuis (21 N.m). a Plaats het subframe voor. a Monteer de twee achterste bouten van het voortreinsubframe. a Vervang de twee draadstiften van het gereedschap (Tav. 1747) door de twee voorste bouten van het voortreinsubframe. - het kruisstukje van de stuurkolom, -de bout en de nieuwe moer van het kruisstukje van de stuurkolom, - de spoorstangkogels, - de bovenste bouten van de trekstangen van het voortreinsubframe, - de schermen van de wielkuip voor (zie Schild in wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant). a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de moeren van de spoorstangkogels (37 N.m), -de bovenste bouten van de trekstangen van het voortreinsubframe (21 N.m), -de bout van het kruisstukje van de stuurkolom (21 N.m). a Monteer de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Controleer de voortreinhoeken (indien nodig afstellen) (zie 30A, Algemeen, Voortrein: Afstelwaarden, blz. 30A-13). STUURBEKRACHTIGING a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type: EL- FRENAULTMATIC D2). a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien a Zet vast in volgorde en met het aantrekkoppel: de bouten van het voortreinsubframe (105 N.m). a Monteer de versterking van de koppelreactiestang (zie Pendelophanging achter: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 19D, Motorophanging). a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Vul het oliepeil in het reservoir bij. a Controleer of er geen lekken zijn. III - LAATSTE STAP K7J of K7M a Monteer de moeren van de voorste uitlaatbuis bij het uitlaatspruitstuk. a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van de voorste uitlaatbuis op het uitlaatspruitstuk (21 N.m). 36A-6

135 STUURINRICHTING Spoorstang: Uitbouwen - Inbouwen 36A Onmisbaar speciaal gereedschap Tav. 476 Kogeltrekker. Aantrekkoppelsm moer van de spoorstangkogel contramoer van de afstelling van de sporing 37 N.m 50 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Opmerking: Controleer beslist de voortreinhoeken (indien nodig afstellen) Bouw het voorwiel aan de betreffende kant uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) a Bouw het kogeldraaipunt uit met behulp van het gereedschap (1) (Tav. 476). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Zet de spoorstang linksom los en onthoud het aantal slagen voor het inbouwen. a Bouw de spoorstang uit. INBOUWEN a Zet de contramoer (1) voor de sporingafstelling los. a Bouw de moer (2) van de spoorstangkogel uit. I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Zet de spoorstang vast met evenveel slagen als bij het uitbouwen. 36A-7

136 STUURINRICHTING Spoorstang: Uitbouwen - Inbouwen 36A a Plaats: - de spoorstangkogel, - de moer van de spoorstangkogel. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de moer van de spoorstangkogel (37 N.m), -de contramoer van de afstelling van de sporing (50 N.m) II - LAATSTE STAP a Monteer het wiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) a Opmerking: Controleer beslist de voortreinhoeken (indien nodig afstellen) (zie 30A, Algemeen, Voortrein: Afstelwaarden, blz. 30A-13). 36A-8

137 STUURINRICHTING Spoorstang met kogeldraaipunt stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A Onmisbaar speciaal gereedschap Dir Steungereedschap tandheugel stuurhuis (TRW). Aantrekkoppelsm stuu- kogeldraaipunt rhuis Dir Gereedschap voor uitinbouwen kogeldraaipunt stuurhuis diam 35 mm tot 41 mm. 80 N.m UITBOUWEN - INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw het voorwiel aan de betreffende kant uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Bouw de spoorstang uit (zie 36A, Stuurinrichting, Spoorstang: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-7). a Bouw de stofhoes van het stuurhuis uit (zie 36A, Stuurinrichting, Stuurhuisstofhoes: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-13) a Ontgrendel de stuurkolom. a Deblokkeer het kogeldraaipunt stuurhuis met behulp van het gereedschap (Dir ) (2). a Bouw het kogeldraaipunt stuurhuis uit. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Opmerking: Let op dat de stofhoezen niet vervormen: gevaar van onomkeerbare beschadiging. II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats het gereedschap (Dir ) (1) op de tandheugel bij het rondsel. 36A-9

138 STUURINRICHTING Spoorstang met kogeldraaipunt stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen 36A II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Smeer LOCTITE FRENBLOC op de schroefdraad van het kogeldraaipunt stuurhuis. a Monteer het kogeldraaipunt stuurhuis (1). a Zet vast met het aantrekkoppel: het kogeldraaipunt stuurhuis (80 N.m) met behulp van het gereedschap (Dir ). a Verwijder het gereedschap (Dir ) a Smeer met lithiumvet : - de tandheugel, - de stofhoes. - het kogeldraaipunt stuurhuis III - LAATSTE STAP a Monteer de stofhoes van het stuurhuis (zie 36A, Stuurinrichting, Stuurhuisstofhoes: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-13) a Monteer de spoorstang (zie 36A, Stuurinrichting, Spoorstang: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-7) a Monteer het wiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) a Opmerking: Controleer beslist de voortreinhoeken (indien nodig afstellen) (zie 30A, Algemeen, Voortrein: Afstelwaarden, blz. 30A-13). 36A-10

139 STUURINRICHTING Stuurkolom: Uitbouwen - Inbouwen 36A Aantrekkoppelsm II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE bout van het kruisstukje van de stuurkolom moeren van de stuurkolom 21 N.m 21 N.m Hiervoor is geen hefbrug nodig. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de wielen in de rechtuit stand. a Vergrendel de rekeneenheid van de airbag (zie Diagnose - Vervangen van organen) (MR 390, 88C, Airbag en gordelspanners) a Verwijder de bout van het stuurkolom kruisstukje (1). a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). a Bouw uit: - de frontale bestuurdersairbag (zie Frontale airbag bestuurder: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 88C, Airbags en gordelspanners), - het stuurwiel (zie 36A, Stuurinrichting, Stuurwiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-15), - het geheel van de stuurkolomschakelaars (zie Schakelaars onder stuurwiel: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 84A, Schakelaars - Signalen), - het instrumentenpaneel (zie Instrumentenpaneel: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 83A, Instrumenten - dashboard), - de autoradio (zie Autoradio: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 86A, Radio), - het dashboard (zie Dashboard: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Acessoires interieur). a Bouw uit: - de bouten (2) van de stuurkolom, - de stuurkolom a Bouw de startschakelaar uit (zie Startschakelaar: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 82A, Startvergrendeling). 36A-11

140 STUURINRICHTING Stuurkolom: Uitbouwen - Inbouwen 36A INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Ontgrendel de rekeneenheid van de airbag (zie Diagnose - Vervangen van organen) (MR 390, 88C, Airbag en gordelspanners). a Vervang altijd: - de bout en de moer van het kruisstukje van de stuurkolom, - op een nieuwe stuurkolom de nokbout en de moer van het kruisstukje van de stuurkolom, - de stuurwielbout, - Zet de moer in zijn houder vast (gat in het kruisstukje van de stuurkolom). II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de startschakelaar (zie Startschakelaar: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 82A, Startvergrendeling). a Plaats: - de stuurkolom, - de bout van het stuurkolom-kruisstukje, - de bouten van de stuurkolom. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de bout van het kruisstukje van de stuurkolom (21 N.m), -de moeren van de stuurkolom (21 N.m). III - LAATSTE STAP a Plaats: -het dashboard (zie Dashboard: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Acessoires interieur). - de autoradio (zie Autoradio: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 86A, Radio), -het instrumentenpaneel (zie Instrumentenpaneel: Uitbouwen - Inbouwen) ) (MR 388, 83A, Instrumenten - dashboard), - het geheel van de stuurkolomschakelaars (zie Schakelaars onder stuurwiel: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 84A, Schakelaars - Signalen), - het stuurwiel (zie 36A, Stuurinrichting, Stuurwiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-15), - de frontale bestuurdersairbag (zie Frontale airbag bestuurder: Uitbouwen - Inbouwen), (MR 388, 88C, Airbags en gordelspanners), a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). 36A-12

141 STUURINRICHTING Stuurhuisstofhoes: Uitbouwen - Inbouwen 36A UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw het voorwiel aan de betreffende kant uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Bouw de spoorstang uit (zie 36A, Stuurinrichting, Spoorstang: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-7). a Bouw de contramoer van de sporingafstelling uit. II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Vet het draagvlak van de stofhoes op het kogeldraaipunt stuurhuis in en plaats de stofhoes zonder verdraaiing. Opmerking: Zet de stuurinrichting in de middenstand om de lucht in de stofhoezen goed te verdelen. a Vervang systematisch de stofhoes en de klemband. Opmerking: Let op dat de stofhoezen niet vervormen: gevaar van onomkeerbare beschadiging. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Zet de stofhoes vast met de meegeleverde nieuwe klemband. a Plaats de stofhoes in de oorspronkelijke stand. a Plaats de klemband van de stofhoes. III - LAATSTE STAP a Monteer de contramoer van de sporingafstelling. a Monteer de spoorstang (zie 36A, Stuurinrichting, Spoorstang: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-7). a Monteer het wiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Controleer de waarden van de voor- en achtertrein (zie 30A, Algemeen, Voortrein: Afstelwaarden, blz. 30A-13). a Knip de klemband (1) van de stofhoes door a Verwijder de stofhoes (2). INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Schuif een beschermhuls over het kogeldraaipunt stuurhuis om beschadiging van de stofhoes bij de montage te voorkomen. 36A-13

142 STUURINRICHTING Afdichting van het schutbord: Uitbouwen - Inbouwen 36A UITBOUWEN - de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw uit: - de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de bescherming onder de motor. a Bouw het stuurhuis uit (zie 36A, Stuurinrichting, Stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-2). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Maak bij (1) de afdichting van het schutbord (2) los met behulp van een platte schroevendraaier. INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats de afdichting van het schutbord in de oorspronkelijke stand. II - LAATSTE STAP a Monteer het stuurhuis (zie 36A, Stuurinrichting, Stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-2). a Plaats: - de bescherming onder de motor, 36A-14

143 STUURINRICHTING Stuurwiel: Uitbouwen - Inbouwen 36A Aantrekkoppelsm LINKS STUUR stuurwielbout 44 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Ontgrendel de stuurkolom. a Vergrendel de rekeneenheid van de airbag (zie Diagnose - Vervangen van organen) (MR 390, 88C, Airbags en gordelspanners). a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). BELANGRIJK: Om het afgaan van een pyrotechnisch element (airbags of gordelspanners), te voorkomen als u aan of in de buurt ervan werkt, vergrendel de rekeneenheid van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat. Alle ontstekingscircuits zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje op het instrumentenpaneel brandt vast (met contact aan). a Bouw uit: - de stuurwielbout (1), - het stuurwiel BELANGRIJK: Om het afgaan te voorkomen, moet u de pyrotechnische elementen (airbags of gordelspanners) uit de buurt van een warmtebron of vlam houden. a Bouw de frontale bestuurdersairbag uit (zie Frontale airbag bestuurder: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 88C, Airbags en gordelspanners). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Zet de wielen in de rechtuit stand. 36A-15

144 STUURINRICHTING Stuurwiel: Uitbouwen - Inbouwen 36A RECHTS STUUR RECHTS STUUR a Sluit de stekker van de claxonschakelaar aan (indien aanwezig). III - LAATSTE STAP a Monteer de frontale bestuurdersairbag (zie Frontale airbag bestuurder: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 88C, Airbags en gordelspanners). a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). a Ontgrendel de rekeneenheid van de airbag (zie Diagnose - Vervangen van organen) (MR 390, 88C, Airbags en gordelspanners) a Maak de stekker (2) van de claxonschakelaar los (indien aanwezig). a Bouw uit: - de stuurwielbout (3), - het stuurwiel. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Het stuurwiel past door een dubbele tand maar op één manier op de stuurkolom. a Vervang systematisch de stuurwielbout. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Steek de verschillende stekkers in het gat van het stuurwiel. a Plaats: - het stuurwiel in de oorspronkelijke stand, - de nieuwe stuurwielbout. a Zet vast met het aantrekkoppel: de stuurwielbout (44 N.m). 36A-16

145 STUURBEKRACHTIGING Druk van de stuurbekrachtigingspomp Controle 36B K4M of K7J of K7M K9K, en GEWONE VERWARMING Dir Fre Onmisbaar speciaal gereedschap Wartel voor meten van de druk in de hogedrukleiding van de stuurbekrachtiging. Controlemanometer van het remsysteem : van 0 tot 160 bar. a K4M of K7J of K7M, en GEWONE VERWARMING LET OP Bescherm de dynamo tegen de olie van de stuurbekrachtiging. Dir. 803 Fre Wartel voor het meten van de oliedruk van de stuurbekrachtiging. Metrische schroefdraad. Slang voor manometer Fre Fre K4M of K7J of K7M drukcontact Aantrekkoppelsm 12 N.m wartel van de uitgaande hogedrukleiding van de stuurbekrachtigingspomp 21 N.m a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Verwijder de beschermplaat onder de motor. a Plaats een afknijpklem op de olieaanvoerslang op de stuurbekrachtigingspomp om het wegstromen van vloeistof te beperken. a K7J of K7M, en GEWONE VERWARMING Opmerking: Als de auto geen airconditioning heeft, bevindt de stuurbekrachtigingspomp zich onder de dynamo maar de methode blijft gelijk a Maak de stekker los van het drukcontact. a Bouw het drukcontact uit. a Plaats het gereedschap (Dir. 1204) op de plaats van het drukcontact (1). a Verbind het gereedschap (Fre ) op het gereedschap (Dir. 1204). 36B-1

146 STUURBEKRACHTIGING Druk van de stuurbekrachtigingspomp Controle 36B K4M of K7J of K7M K9K, en GEWONE VERWARMING a Bouw uit: K9K - de spatplaat rechts voor (zie Schild in wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant), - het rechter voorwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Controleer de druk van de stuurbekrachtigingspomp met het stuurwiel in de middenstand en zonder actie, de waarde mag niet meer zijn dan 5 tot 7 bar. a Controleer de druk van de stuurbekrachtigingspomp met het stuurwiel in de uiterste stand, de maximale waarde moet 79 tot 86 bar zijn. a Zet de motor af. a Breng de auto omhoog. a Bouw de bevestigingsbout van de wartel van de uitgaande hogedrukleiding van de stuurbekrachtigingspomp uit. a Plaats het gereedschap (Dir. 803) (2) tussen de stuurbekrachtigingspomp en de hogedrukwartel van de uitgang van de stuurbekrachtigingspomp. a Verbind het gereedschap (Fre ) (3) en het gereedschap (Fre ) op het gereedschap (Dir. 803). a Verwijder de afknijpklemmen. a Laat de auto zakken. a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type ELF RENAULT MATIC D2). a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Zet de wielen rechtuit. a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Vul het oliepeil in het reservoir bij LET OP Bij het ontluchten van het circuit van de stuurbekrachtiging, mag u het stuurwiel niet in de uiterste stand houden, hierdoor kan het hydraulische systeem beschadigen. a Plaats een afknijpklem op de olieaanvoerslang op de stuurbekrachtigingspomp om het wegstromen van vloeistof te beperken. a Bouw het gereedschap uit (Fre ) daarna zijn adapter (Dir. 1204). LET OP Vervang altijd de O-ringen van de wartels van de stuurbekrachtiging die gedemonteerd zijn. K4M of K7J of K7M a Bouw het gereedschap uit (Fre ) en zijn wartel (Dir. 1204). a Monteer het drukcontact. a Zet vast met het aantrekkoppel: het drukcontact (12 N.m). a Sluit de stekker aan. K9K a Bouw het gereedschap uit (Fre ) en zijn wartel (Dir. 803). a Monteer de wartel van de uitgaande hogedrukleiding van de stuurbekrachtigingspomp. a Zet vast met het aantrekkoppel: de wartel van de uitgaande hogedrukleiding van de stuurbekrachtigingspomp (21 N.m). a Verwijder de afknijpklemmen. 36B-2

147 STUURBEKRACHTIGING Druk van de stuurbekrachtigingspomp Controle 36B K4M of K7J of K7M K9K, en GEWONE VERWARMING a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type ELF RENAULT MATIC D2). a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. LET OP Bij het ontluchten van het circuit van de stuurbekrachtiging, mag u het stuurwiel niet in de uiterste stand houden, hierdoor kan het hydraulische systeem beschadigen. a Zet de wielen rechtuit. a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Vul het oliepeil in het reservoir bij. a Plaats: - de spatplaat rechts voor (zie Schild in wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant), - het rechter voorwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Controleer of er geen lek is. a Monteer de beschermplaat onder de motor. 36B-3

148 STUURBEKRACHTIGING Druk van de stuurbekrachtigingspomp Controle 36B K9K, en AIRCONDITIONING a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw uit: - het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de schildbumper voor (zie Schildbumper voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant), -het scherm van de wielkuip links voor (zie Schild in wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant), - de bevestigingen van de elektrische stuurbekrachtigingspomp. a Plaats een afknijpklem op de slang van de elektrische stuurbekrachtigingspomp. a Dir Mot Onmisbaar speciaal gereedschap bevestigingsbout van de wartel van de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp bevestigingsbout van de wartel van de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp Wartel voor het meten van de druk van de stuurbekrachtiging. Set oliedruk meten in koffer. Aantrekkoppelsm 21 N.m 21 N.m Opmerking: Vang de uitstomende stuurbekrachtigingsolie op. a Bouw de bevestigingsbouten van de wartel van de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp uit. a Maak de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp los. a Plaats het gereedschap (Dir. 1798) tussen de stuurbekrachtigingspomp en de hogedrukwartel van de uitgang van de elektrische stuurbekrachtigingspomp. a Bouw de bevestigingsbout van de wartel van de hogedrukleiding en van het gereedschap (Dir. 1798) op de elektrische stuurbekrachtigingspomp in. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout van de wartel van de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp (21 N.m). a Verbind de manometer met het gereedschap (Mot ) op het gereedschap (Dir. 1798) door de wartel "C" te gebruiken. a Verwijder de afknijpklemmen. a Laat de auto zakken. a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type ELF RENAULT MATIC D2). a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Vul het oliepeil bij in het reservoir indien nodig. a Controleer de druk van de elektrische stuurbekrachtigingspomp met het stuurwiel in de uiterste stand, de maximale waare moet 90 bar zijn. a Zet de motor af. a Breng de auto omhoog. a Plaats een afknijpklem op de slang van de elektrische stuurbekrachtigingspomp. a Opmerking: Vervang altijd de O-ringen van de wartels van de stuurbekrachtiging die gedemonteerd zijn. a Bouw uit: - de manometer van het gereedschap (Mot ) en zijn wartel "C", - (Dir. 1798) de bevestigingsbout van het gereedschap van de wartel van de hogedrukleiding en op de elektrische stuurbekrachtigingspomp. a Maak de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp weer vast. a Bouw de bevestigingsbouten van de wartel van de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp in. 36B-4

149 STUURBEKRACHTIGING Druk van de stuurbekrachtigingspomp Controle 36B K9K, en AIRCONDITIONING a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout van de wartel van de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp (21 N.m). a Verwijder de afknijpklemmen. a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type ELF RENAULT MATIC D2). a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Vul het oliepeil bij in het reservoir indien nodig. a Controleer of er geen lekken zijn. a Plaats: - de bevestigingen van de elektrische stuurbekrachtigingspomp, -het scherm van de wielkuip links voor (zie Schild in wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant), - de schildbumper voor (zie Schildbumper voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant), - het linker voorwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). 36B-5

150 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B K7J of K7M, en AIRCONDITIONING bevestigingsbouten van de stuurbekrachtigingspomp hogedrukwartel op de stuurbekrachtiging Aantrekkoppelsm 21 N.m 21 N.m a Plaats doppen op de openingen van de leidingen en de stuurbekrachtigingspomp om te voorkomen dat er vuil in terechtkomt. LET OP Bescherm de dynamo tegen de olie van de stuurbekrachtiging. UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw uit: - de bescherming onder de motor, - het wiel rechts voor (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de aandrijfriem hulporganen (zie Aandrijfriem hulporganen: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 11A, Cilinderkop en distributie). a Plaats afknijpklemmen op de ingaande en uitgaande slangen van de stuurbekrachtigingspomp a Bouw de slangklem (2) van de ingaande slang op de pomp uit. a Maak de ingaande slang (3) los a Bouw uit: a Draai de wartel van de hogedrukleiding van de pomp los. a Bouw de hogedrukleiding bij de pomp uit. - de drie bevestigingsbouten (1) op de hulporganensteun, - de stuurbekrachtigingspomp. 36B-6

151 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B K7J of K7M, en AIRCONDITIONING INBOUWEN a Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de bevestigingsbouten van de stuurbekrachtigingspomp (21 N.m), -de hogedrukwartel op de stuurbekrachtiging (21 N.m). LET OP Zet eerst de twee bouten aan de kant van de aandrijfriem hulporganen vast met het aantrekkoppel, daarna de bout aan de andere kant. LET OP Een uitgebouwde riem moet altijd worden vervangen. Bij het vervangen van de riem, vervangt u altijd de span- en geleiderollen. a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type: EL- FRENAULTMATIC D2). a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Vul het oliepeil in het reservoir bij. a Controleer of er geen lek is. a Monteer de beschermplaat onder de motor. 36B-7

152 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B K7J of K7M, en GEWONE VERWARMING Aantrekkoppelsm bevestigingsbouten van de stuurbekrachtigingspomp hogedrukwartel op de stuurbekrachtiging 21 N.m 21 N.m UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug. a Bouw uit: - de bescherming onder de motor, - de aandrijfriem hulporganen (zie Aandrijfriem hulporganen: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 11A, Cilinderkop en distributie), - de schildbumper voor (zie Schildbumper voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant) a Plaats afknijpklemmen op de ingaande en uitgaande slangen van de stuurbekrachtigingspomp. a Bouw de slangklem van de ingaande slang op de pomp uit. a Maak de ingaande slang los. a Draai de wartel van de hogedrukleiding van de pomp los. a Maak de hogedrukleiding op de pomp vrij. a Plaats doppen op de openingen van de leidingen en de stuurbekrachtigingspomp om te voorkomen dat er vuil in terechtkomt. a Bouw uit: de bevestigingsbouten (1) op de hulporganensteun, - de stuurbekrachtigingspomp. INBOUWEN a Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen. 36B-8

153 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B K7J of K7M, en GEWONE VERWARMING a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de bevestigingsbouten van de stuurbekrachtigingspomp (21 N.m), -de hogedrukwartel op de stuurbekrachtiging (21 N.m). LET OP Zet eerst de twee bouten aan de kant van de aandrijfriem hulporganen vast met het aantrekkoppel, daarna de bout aan de andere kant. LET OP Een uitgebouwde riem moet altijd worden vervangen. Bij het vervangen van de riem, vervangt u altijd de span- en geleiderollen. a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type: EL- FRENAULTMATIC D2). a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Vul het oliepeil in het reservoir bij. a Controleer of er geen lek is. a Monteer de beschermplaat onder de motor. 36B-9

154 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B K9K, en GEWONE VERWARMING Onmisbaar speciaal gereedschap Mot Klembandtang voor slangklem (klein model). Aantrekkoppelsm bevestigingsbouten van de stuurbekrachtigingspomp hogedrukwartel op de stuurbekrachtigingspomp bevestigingsbout van de steun van de stuurbekrachtigingspomp op het ondercarter 21 N.m 21 N.m 21 N.m bevestigingsbout van de 21 N.m steun van de hogedrukleiding a Maak de ingaande slang (1) los. op de stuur- a Bouw de bevestigingsbout (2) van de steun van de bekrachtigingspomp hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp uit. a Draai de wartel (3) van de hogedrukleiding op de UITBOUWEN stuurbekrachtigingspomp los. a Maak de hogedrukleiding van de stuurbekrachtigingspomp I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN vrij. a Plaats doppen op de openingen van de leidingen en a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie 02A, Hefmiddelen, Auto: Slepen en heffen). a Bouw uit: de stuurbekrachtigingspomp om te voorkomen dat er vuil in terechtkomt. a Bouw de bevestigingsbouten (4) van de stuurbekrachtigingspomp op de hulporganensteun uit. - het rechter voorwiel, - de bescherming onder de motor, - de spatplaat rechts voor (zie MR 388, 55A, bescherming buitenkant, Scherm wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen), - de aandrijfriem hulporganen (zie 11A, Cilinderkop en distributie, Aandrijfriem hulporganen: Uitbouwen - Inbouwen). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats afknijpklemmen op de ingaande en uitgaande slangen van de stuurbekrachtigingspomp. a Bouw de klemband van de ingaande hydraulische slang op de pomp uit met behulp van het gereedschap (Mot ). 36B-10

155 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B K9K, en GEWONE VERWARMING a Bouw uit: a Verwijder de doppen van de openingen van de leidingen. a Draai de wartel van de hogedrukleiding van de pomp vast. a Monteer de bevestigingsbout van de steun van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp. a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel: -de bevestigingsbouten van de stuurbekrachtigingspomp (21 N.m), -de hogedrukwartel op de stuurbekrachtigingspomp (21 N.m), -de bevestigingsbout van de steun van de stuurbekrachtigingspomp op het ondercarter (21 N.m), -de bevestigingsbout van de steun van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp (21 N.m). - de bevestigingsbout (5) van de steun van de stuurbekrachtigingspomp op het ondercarter, - de bevestigingsbout (6) van de stuurbekrachtigingspomp op de hulporganensteun, - de stuurbekrachtigingspomp. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a LET OP Een uitgebouwde riem moet altijd worden vervangen. Bij het vervangen van de riem, vervangt u altijd de span- en geleiderollen. LET OP Verwijder pas op het laatste moment de doppen van ieder onderdeel. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de stuurbekrachtigingspomp, - de bevestigingsbouten van de steun van de stuurbekrachtigingspomp op het ondercarter. N.B.: Zet eerst de twee bouten aan de kant van de aandrijfriem hulporganen vast met het aantrekkoppel, daarna de bout aan de andere kant. a Sluit de ingaande slang aan. a Monteer de klemband van de ingaande hydraulische slang op de pomp met behulp van het gereedschap (Mot ). a Verwijder de afknijpklemmen op de ingaande en uitgaande slangen van de stuurbekrachtigingspomp. III - LAATSTE STAP a Monteer de aandrijfriem hulporganen (zie 11A, Cilinderkop en distributie, Aandrijfriem hulporganen : Uitbouwen - Inbouwen). a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type ELF RENAULT MATIC D2). a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Vul het oliepeil in het reservoir bij. a Controleer of er geen lek is. a Monteer de beschermplaat onder de motor. 36B-11

156 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B K4M, en AIRCONDITIONING Onmisbaar speciaal gereedschap Mot Klembandtang voor slangklem (klein model). Aantrekkoppelsm bevestigingsbouten van de stuurbekrachtigingspomp op de hulporganensteun wartel van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp bevestigingsbout van de hogedrukleiding op het motorblok bevestigingsmoeren van de bescherming van de hoofdinspuitbuis 21 N.m 21 N.m 21 N.m 21 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie 02A, Hefmiddelen, Auto: Slepen en heffen). a Bouw uit: - de aandrijfriem hulporganen (zie 11A, Cilinderkop en distributie, Aandrijfriem hulporganen: Uitbouwen - Inbouwen), - de bescherming van de hoofdinspuitbuis. a LET OP Bescherm de dynamo tegen de olie van de stuurbekrachtiging. a Tap het oliereservoir van de stuurbekrachtiging met behulp van een injectienaald af. II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats afknijpklemmen op de ingaande en uitgaande slangen van de stuurbekrachtigingspomp. a Bouw de klemband (1) van de ingaande hydraulische slang op de stuurbekrachtigingspomp uit met behulp van het gereedschap (Mot ). a Maak de ingaande slang (2) los. a Maak de slang waterafscheider-ontlastventiel op de ventilateurmotor los. a Bouw uit: de bevestigingsbout van de hogedrukleiding op het motorblok, - de wartel (3) van de hogedrukleiding van de stuurbekrachtigingspomp. 36B-12

157 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B K4M, en AIRCONDITIONING a Maak de hogedrukleiding van de stuurbekrachtigingspomp vrij. a Plaats doppen op de openingen van de leidingen en de stuurbekrachtigingspomp om te voorkomen dat er vuil in terechtkomt. a uitbouwen: - de bevestigingsbouten (4) van de stuurbekrachtigingspomp op de hulporganensteun, - de stuurbekrachtigingspomp naar de ventilateurmotor. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a LET OP Verwijder pas op het laatste moment de doppen van ieder onderdeel. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de stuurbekrachtigingspomp, -de bevestigingsbouten van de stuurbekrachtigingspomp op de hulporganensteun, a Verwijder de doppen van de openingen van de leidingen. a Plaats: - de wartel van de hogedrukleiding van de stuurbekrachtigingspomp, - de bevestigingsbout van de hogedrukleiding op het motorblok, a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de bevestigingsbouten van de stuurbekrachtigingspomp op de hulporganensteun (21 N.m), -de wartel van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp (21 N.m), -de bevestigingsbout van de hogedrukleiding op het motorblok (21 N.m). a N.B.: Zet eerst de twee bouten aan de kant van de aandrijfriem hulporganen vast met het aantrekkoppel, daarna de bouten aan de andere kant. a Maak de leiding waterafscheider-ontlastventiel op de ventilateurmotor vast. a Maak de ingaande slang weer vast. a Bouw de klemband van de ingaande hydraulische slang op de stuurbekrachtigingspomp in met behulp van het gereedschap (Mot ). a Verwijder de afknijpklemmen op de ingaande en uitgaande slangen van de stuurbekrachtigingspomp. 36B-13

158 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B K4M, en AIRCONDITIONING III - LAATSTE STAP a Plaats: - de beschermkap van de hoofdinspuitbuis, - de aandrijfriem hulporganen (zie 11A, Cilinderkop en distributie, Aandrijfriem hulporganen: Uitbouwen - Inbouwen). a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsmoeren van de bescherming van de hoofdinspuitbuis (21 N.m). a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type ELF RENAULT MATIC D2). a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Vul het oliepeil in het reservoir bij. a Controleer of er geen lekken zijn. 36B-14

159 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B K4M, en GEWONE VERWARMING Onmisbaar speciaal gereedschap II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE Mot Klembandtang voor slangklem (klein model). Aantrekkoppelsm bouten van de stuurbekrachtigingspomp op de hulporganensteun wartel van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp bout van de beugel van de hogedrukleiding op het motorblok 21 N.m 21 N.m 21 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). a Bouw uit: - het wiel rechts voor (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - het onderdeel van de spatplaat rechts, - duw het scherm van de wielkuip opzij. a Duw het scherm van de wielkuip opzij. a Bouw uit: - de aandrijfriem hulporganen (zie Aandrijfriem hulporganen: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 11A, Cilinderkop en distributie), - de bescherming onder de motor. a Plaats een afknijpklem op de ingaande lagedrukleiding van de stuurbekrachtigingspomp a Bouw de klemband (1) van de lagedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp uit met behulp van het gereedschap (Mot ). a Maak de hydraulische lagedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp los. a Bouw uit: - de bout (2) van de beugel van de hogedrukleiding op het motorblok, -de wartel (3) van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp. a Maak de hogedrukleiding van de stuurbekrachtigingspomp vrij. a Plaats doppen op de openingen van de leidingen en de stuurbekrachtigingspomp om te voorkomen dat er vuil in terechtkomt. a Bouw uit: -de bouten (4) van de stuurbekrachtigingspomp op de hulporganensteun, - de stuurbekrachtigingspomp. 36B-15

160 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B K4M, en GEWONE VERWARMING INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a LET OP Verwijder pas op het laatste moment de beschermdoppen van ieder onderdeel. Haal de organen pas op het moment van de montage op de auto uit hun verpakking. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de stuurbekrachtigingspomp, - de bouten van de stuurbekrachtigingspomp op de hulporganensteun. a Verwijder de doppen op de openingen van de leidingen. a Plaats: - de wartel van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp, III - LAATSTE STAP a Plaats: - de bescherming onder de motor, - de aandrijfriem hulporganen (zie Aandrijfriem hulporganen: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 11A, Cilinderkop en distributie), - het scherm van de wielkuip, - het onderdeel van de spatplaat rechts, - het rechter voorwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Vul het circuit van de stuurbekrachtiging met olie ELF RENAULT MATIC D2 (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Producten), a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Vul het oliepeil in het reservoir bij. a Controleer of er geen lekken zijn. a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu. - de bout van de beugel van de hogedrukleiding op het motorblok. Opmerking: Zet eerst de twee bouten aan de kant van de aandrijfriem hulporganen vast met het aantrekkoppel, daarna de bout aan de andere kant. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de bouten van de stuurbekrachtigingspomp op de hulporganensteun (21 N.m), -de wartel van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp (21 N.m), -de bout van de beugel van de hogedrukleiding op het motorblok (21 N.m). a Sluit de lagedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp aan. a Monteer de klemband van de lagedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp met behulp van het gereedschap (Mot ). a Verwijder de afknijpklem op de hydraulische lagedrukleiding van de stuurbekrachtigingspomp. 36B-16

161 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B D4D, en AIRCONDITIONING Onmisbaar speciaal gereedschap UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE Mot Lange klembandtang. Aantrekkoppelsm bouten van de stuurbekrachtigingspomp wartel van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp bouten van de poelie van de stuurbekrachtigingspomp 21 N.m 21 N.m 21 N.m UITBOUWEN VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw de aandrijfriem hulporganen uit (zie Aandrijfriem hulporganen: Uitbouwen - Inbouwen). a Plaats een afknijpklem op de ingaande leiding van de stuurbekrachtigingspomp a Bouw uit: - de bouten (1) van de poelie van de stuurbekrachtigingspomp, - de poelie van de stuurbekrachtigingspomp. 36B-17

162 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B D4D, en AIRCONDITIONING a Maak los: - de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp, -de lagedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp. a Sluit de aansluitingen van de pomp af met doppen zodat er geen vuil in kan terechtkomen. a Bouw uit: - de bouten (4) van de stuurbekrachtigingspomp, - de stuurbekrachtigingspomp. INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a LET OP Verwijder pas op het laatste moment de beschermdoppen van ieder onderdeel. Haal de organen pas op het moment van de montage op de auto uit hun verpakking. Plaats: - de stuurbekrachtigingspomp, - de bouten van de stuurbekrachtigingspomp. a Verwijder de doppen van de openingen van de leidingen. a Sluit aan: -de lagedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp, - de wartel van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp. a Maak de kabelbundel van het opname-element van de oliedruk los bij (2). a Open de klemband (3) op de lagedrukleiding met behulp van het gereedschap (Mot. 1448). a LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. Draai de wartel (5) van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp los. a Monteer de klemband op de lagedrukleiding met behulp van het gereedschap (Mot. 1448). a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel: -de bouten van de stuurbekrachtigingspomp (21 N.m), -de wartel van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp (21 N.m). a Plaats: - de poelie van de stuurbekrachtigingspomp, - de bouten van de poelie van de stuurbekrachtigingspomp 36B-18

163 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B D4D, en AIRCONDITIONING a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van de poelie van de stuurbekrachtigingspomp (21 N.m). II - LAATSTE STAP a Maak de kabelbundel van het opname-element van de oliedruk vast. a Verwijder de afknijpklem op de ingaande leiding van de stuurbekrachtigingspomp. a Monteer de aandrijfriem hulporganen (zie Aandrijfriem hulporganen: Uitbouwen - Inbouwen). a Vul het circuit van de stuurbekrachtiging met olie ELF RENAULT MATIC D2 (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Producten). a Stilstaande motor, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Vul het oliepeil bij in het reservoir (indien nodig). a Controleer of er geen lek is. 36B-19

164 STUURBEKRACHTIGING Poelie van de stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B K7J of K7M of K9K Onmisbaar speciaal gereedschap Dir Montagegereedschap van de poelie van de stuurbekrachtigingspomp. UITBOUWEN a Bouw de stuurbekrachtigingspomp uit (zie 36B, Stuurbekrachtiging, Stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36B-6). a Gebruik een pers met een mestrekker. INBOUWEN a De stand voor het oppersen van de poelie is X=25,4 mm ± 0, a Pers de poelie op zijn plaats met behulp van het gereedschap (Dir ) (1) tot de voorgeschreven stand voor het oppersen van de poelie (smeer de schroefdraad en het steunvlak op de poelie overvloedig met vet). 36B-20

165 STUURBEKRACHTIGING Elektrische stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B K9K, en AIRCONDITIONING Mot Mot Onmisbaar speciaal gereedschap Klembandtang voor slangklem (klein model). Lange klembandtang. Aantrekkoppelsm - de schildbumper voor (zie Schildbumper voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant), - het element aan de zijkant van de spatplaat linksvoor, -het scherm van de wielkuip links voor (zie Schild in wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant). bouten van de elektrische pomp moer van de elektrische stuurbekrachtigingspomp bout van de flens van de hogedrukleiding op de elektrische pomp. 21 N.m 21 N.m 21 N.m II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE BELANGRIJK: Raadpleeg vóór de reparatie de veiligheids-, reinheids- en werkvoorschriften (zie 36A, Stuurinrichting, Stuurinrichting: Voorzorgen bij de reparatie, blz. 36A-1). LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. BELANGRIJK: Om ieder risico van een ongeluk te vorkomen door het onverwacht inschakelen van de stuurbekrachtiging bij een defect in de elektrische pomp, moet u de accu losmaken bij alle werkzaamheden aan de voortrein. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen) a Maak de stekkers (1) van de elektrische pomp los. a Zet de klemband (2) van de lagedrukleiding op het reservoir van de elektrische pomp los met behulp van het gereedschap (Mot ) of (Mot. 1448). a Maak de lagedrukleiding los en tap het reservoir van de elektrische pomp af. a Bouw de bout (3) van de flens van de hogedrukleiding op de elektrische pomp uit. a Maak de hogedrukleiding van de elektrische pomp los. a Plaats doppen op de openingen van de leidingen en van de elektrische pomp om te voorkomen dat er vuil in het circuit komt. a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). a Bouw uit: -het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), 36B-21

166 STUURBEKRACHTIGING Elektrische stuurbekrachtigingspomp: Uitbouwen - Inbouwen 36B K9K, en AIRCONDITIONING a Maak de kabelbundel (4) van de elektrische stuurbekrachtigingspomp los. a Bouw uit: -de bouten (5) van de elektrische stuurbekrachtigingspomp, - de moer (6), - de elektrische pomp met zijn steun. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Vervang altijd: - de afdichtring van de hogedrukleiding, - de stuurbekrachtigingsvloeistof (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Producten). Opmerking: II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats de elektrische pomp met zijn steun De elektrische stuurbekrachtigingspomp wordt geleverd met zijn steun. a Monteer de bouten en de moer van de steun van de elektrische stuurbekrachtigingspomp. a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel: -de bouten van de elektrische pomp (21 N.m), -de moer van de elektrische stuurbekrachtigingspomp (21 N.m). a Verwijder de doppen op de leidingen en op de elektrische pomp. a Sluit de hogedrukleiding met nieuwe afdichtingen op de elektrische pomp aan. a Monteer de bout van de flens van de hogedrukleiding op de elektrische pomp. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bout van de flens van de hogedrukleiding op de elektrische pomp. (21 N.m). a Sluit de lagedrukleiding op het reservoir van de elektrische pomp aan met behulp van het gereedschap (Mot ) of (Mot. 1448). a Maak de kabelbundel van de elektrische pomp vast. a Sluit de stekkers van de elektrische pomp aan. III - LAATSTE STAP a Vul het circuit van de stuurbekrachtiging met olie ELF RENAULT MATIC D2 (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Producten). a Stop de motor, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Vul het oliepeil bij in het reservoir (indien nodig). a Controleer of er geen lek is. a Plaats: -het scherm van de wielkuip links voor (zie Schild in wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant), - het element aan de zijkant van de spatplaat linksvoor, - de schildbumper voor (zie Schildbumper voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant), - het linker voorwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Na het vervangen van de elektrische pomp, moet u de rekeneenheid van de elektrische stuurbekrachtigingspomp inleren (zie Diagnose - Vervangen van organen (MR 390, 36B, Stuurbekrachtiging). 36B-22

167 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen 36B K9K, en RECHTS STUUR Mot Onmisbaar speciaal gereedschap wartel van de hogedrukleiding op het stuurhuis bout van de beugel van de hogedruk- en lagedrukleidingen op het stuurhuis bout van de hogedrukleiding op de versnellingsbak Lange klembandtang. Aantrekkoppelsm 21 N.m 21 N.m 21 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw uit: - de beschermkap op de motor, - het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de bescherming onder de motor, - het scherm van de wielkuip links voor (zie Schild in wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant). a Tap de stuurbekrachtigingsolie af. wartel van de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp bout van de steun van de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp wartel van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp bout van de steun van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp wartel van de lagedrukleiding op het stuurhuis bout van de beugels van de leidingen op het stuurhuis 21 N.m 21 N.m 21 N.m 21 N.m 21 N.m 21 N.m LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. 36B-23

168 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen 36B K9K, en RECHTS STUUR II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE 2 - Hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het stuurhuis 1 - Lagedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het reservoir GEWONE VERWARMING GEWONE VERWARMING a Bouw uit: -de bout (3) van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp, - de wartel (4) van de hogedrukleiding. a Maak de klemband (1) van de lagedrukleiding los. a Bouw uit: de klembanden (2) met behulp van het gereedschap (Mot. 1448), - de lagedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het reservoir. 36B-24

169 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen 36B K9K, en RECHTS STUUR AIRCONDITIONING a Bouw uit: - de schildbumper voor (zie Schildbumper voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant), - de bout (5) van de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp, - de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp. a Bouw de bouten (6) van de hogedrukleiding op de versnellingsbak uit a Bouw uit: - de bout (7) van de beugels van de leidingen op het stuurhuis. - de wartel (8) van de hogedrukleiding op het stuurhuis, - de hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het stuurhuis. 36B-25

170 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen 36B K9K, en RECHTS STUUR 3 - Lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuurhuis AIRCONDITIONING GEWONE VERWARMING a Maak de klemband (9) van de lagedrukleiding los. a Bouw uit: - de klemband (10) met behulp van het gereedschap (Mot. 1448), - de lagedrukleiding op het reservoir a Bouw uit: - de klemband (11) met behulp van het gereedschap (Mot. 1448), - de lagedrukleiding op het reservoir a Bouw de bout (12) van de lagedrukleiding van de stuurbekrachtiging op het subframe uit. 36B-26

171 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen 36B K9K, en RECHTS STUUR 2 - Hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het stuurhuis a Plaats: - de hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het stuurhuis, - de wartel van de hogedrukleiding op het stuurhuis, - de bout van de beugel van de hogedruk- en lagedrukleidingen op het stuurhuis. a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel: -de wartel van de hogedrukleiding op het stuurhuis (21 N.m), -de bout van de beugel van de hogedruk- en lagedrukleidingen op het stuurhuis (21 N.m). a Monteer de bouten van de hogedrukleiding op de versnellingsbak. a Bouw uit: -de bout (14) van de beugels van de leidingen op het stuurhuis. - de bout van het hitteschild op de beugel van de lagedrukleidingen, - de wartel (13) van de lagedrukleiding op het stuurhuis, - de lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuurhuis. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Vervang de O-ringen van de stuurbekrachtigingsleidingen. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bout van de hogedrukleiding op de versnellingsbak (21 N.m). AIRCONDITIONING a Plaats: - de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp, - de bout van de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp. a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel: -de wartel van de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp (21 N.m), -de bout van de steun van de hogedrukleiding op de elektrische stuurbekrachtigingspomp (21 N.m). a Monteer de schildbumper voor (zie Schildbumper voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant). II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE 1 - Lagedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het reservoir a Plaats: - de lagedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het reservoir, - de klembanden met behulp van het gereedschap (Mot. 1448). a Maak de klemband van de lagedrukleiding vast. GEWONE VERWARMING a Plaats: - de wartel van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp, - de bout van de steun van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp. a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel: -de wartel van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp (21 N.m), 36B-27

172 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen 36B K9K, en RECHTS STUUR -de bout van de steun van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp (21 N.m). a Vul indien nodig stuurbekrachtigingsvloeistof bij in het reservoir. a Controleer of er geen lek is. 3 - Lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuurhuis a Plaats: - de lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuurhuis, - de wartel van de lagedrukleiding op het stuurhuis, - de bout van de beugels van de leidingen op het stuurhuis. a Zet vast met het voorgeschreven aantrekkoppel: -de wartel van de lagedrukleiding op het stuurhuis (21 N.m), -de bout van de beugels van de leidingen op het stuurhuis (21 N.m). a Plaats: - de lagedrukleiding op het reservoir, - de klikklemband met behulp van het gereedschap (Mot. 1448). GEWONE VERWARMING a Maak de klemband van de lagedrukleiding vast. III - LAATSTE STAP a Plaats: -het scherm van de wielkuip links voor (zie Schild in wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant), - het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de bescherming onder de motor, - de beschermkap op de motor. a Verwijder de afknijpklemmen. a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type: EL- FRENAULTMATIC D2). a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. 36B-28

173 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen 36B K7J of K7M, en RECHTS STUUR Onmisbaar speciaal gereedschap II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE Mot Lange klembandtang. Aantrekkoppelsm 1 - Lagedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het reservoir wartel van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp bout van de steunen van de hogedrukleiding op het motorblok wartel van de lagedrukleiding op het stuurhuis bout van de beugel van de lagedrukleiding op het stuurhuis 21 N.m 21 N.m 21 N.m 21 N.m a LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. UITBOUWEN a Bouw uit: - de klemband (1) met behulp van het gereedschap (Mot. 1448), - de lagedrukleiding (2) op het reservoir. I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw uit: -het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de bescherming onder de motor, - het scherm van de wielkuip links voor (zie Schild in wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant), a Tap de stuurbekrachtigingsolie af. 36B-29

174 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen 36B K7J of K7M, en RECHTS STUUR GEWONE VERWARMING AIRCONDITIONING a Bouw uit: - de klemband (3) met behulp van het gereedschap (Mot. 1448), -de lagedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp a Bouw uit: - de klemband (4) met behulp van het gereedschap (Mot. 1448), -de lagedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp. a Bouw de lagedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het reservoir uit. 36B-30

175 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen 36B K7J of K7M, en RECHTS STUUR 2 - Hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het stuurhuis GEWONE VERWARMING AIRCONDITIONING a Maak de stekker (5) van het drukcontact los. a Bouw uit: -de wartel (6) van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp, - de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp a Maak de stekker los van het drukcontact. a Bouw uit: -de wartel (7) van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp, - de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp. 36B-31

176 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen 36B K7J of K7M, en RECHTS STUUR a Bouw de bout (8) van de hogedrukleiding op het motorblok uit a Bouw uit: - de wartel (10) van de hogedrukleiding op het stuurhuis, - de hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het stuurhuis a Bouw de bout (9) van de hogedrukleiding op het motorblok uit. 36B-32

177 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen 36B K7J of K7M, en RECHTS STUUR 3 - Lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuurhuis a Maak de klemband (11) van de lagedrukleiding los. a Bouw uit: - de klemband (12) met behulp van het gereedschap (Mot. 1448), - de lagedrukleiding op het reservoir a Bouw de bout (14) van de beugel van de hogedrukleiding en de lagedrukleiding op het stuurhuis uit a Bouw de bout (13) van de lagedrukleiding van de stuurbekrachtiging op het subframe uit a Bouw uit: - de wartel (15) van de lagedrukleiding op het stuurhuis, - de lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuurhuis. 36B-33

178 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen 36B K7J of K7M, en RECHTS STUUR INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Vervang de O-ringen van de stuurbekrachtigingsleidingen. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE 1 - Lagedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het reservoir -de bout van de beugel van de lagedrukleiding op het stuurhuis (21 N.m), a Plaats: - de lagedrukleiding op het reservoir, -de klembanden met behulp van het gereedschap (Mot. 1448). GEWONE VERWARMING a Maak de klemband van de lagedrukleiding vast. a Plaats: - de lagedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het reservoir, -de klembanden met behulp van het gereedschap (Mot. 1448). 2 - Hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het stuurhuis a Plaats: - de hogedrukleiding tussen de stuurbekrachtigingspomp en het stuurhuis, - de wartel van de hogedrukleiding op het stuurhuis - de wartel van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp, - de bouten van de beugels van de hogedrukleiding op het motorblok. a Sluit de stekker van het drukcontact aan. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de wartel van de hogedrukleiding op de stuurbekrachtigingspomp (21 N.m), -de bout van de steunen van de hogedrukleiding op het motorblok (21 N.m). III - LAATSTE STAP a Plaats: - het scherm van de wielkuip links voor (zie Schild in wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant), - het linker voorwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). - de bescherming onder de motor, a Verwijder de afknijpklemmen. a Vul het circuit met stuurbekrachtigingsolie (type EL- FRENAULTMATIC D2). a Ontlucht het circuit eerst met stilstaande motor door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Laat de motor draaien, ontlucht het circuit door het stuurwiel geheel linksom en rechtsom te draaien. a Vul indien nodig stuurbekrachtigingsvloeistof bij in het reservoir. a Controleer of er geen lek is. 3 - Lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuurhuis a Plaats: - de lagedrukleiding tussen het reservoir en het stuurhuis, - de wartel van de lagedrukleiding op het stuurhuis, - de bout van de beugel van de lagedrukleidingen op het stuurhuis, a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de wartel van de lagedrukleiding op het stuurhuis (21 N.m), 36B-34

179 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen 36B INDIA wartels van de lange leiding wartels van de korte leiding Aantrekkoppelsm Leidingen op bekrachtigd stuurhuis. 17 N.m 17 N.m II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE 1 - Korte leiding LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw uit: - de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), -het stuurhuis (zie 36A, Stuurinrichting, Stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-2). K9K a Bouw het hitteschild op het stuurhuis uit. a Bouw uit: - de wartel (1) van de korte leiding op het stuurhuis, - de wartel (2) van de korte leiding op het stuurventiel, - de korte leiding. 2 - Lange leiding a Bouw uit: -de wartel (3) van de lange leiding op het stuurhuis, - de wartel (4) van de lange leiding op het stuurventiel, - de lange leiding. a Plaats schone doppen op de openingen van het stuurhuis. 36B-35

180 STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtigingsleidingen: Uitbouwen - Inbouwen 36B INDIA INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Verwijder de doppen op de openingen van het stuurhuis. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE 1 - Lange leiding a Plaats: - de lange leiding in de oorspronkelijke stand, - de wartel van de lange leiding op het stuurventiel, - de wartel van de lange leiding op het stuurhuis. a Zet vast met het aantrekkoppel: de wartels van de lange leiding (17 N.m). 2 - Korte leiding a Plaats: - de korte leiding in de oorspronkelijke stand, - de wartel van de korte leiding op het stuurventiel, - de wartel van de korte leiding op het stuurhuis. a Zet vast met het aantrekkoppel: de wartels van de korte leiding (17 N.m). III - LAATSTE STAP K9K a Monteer het hitteschild op het stuurhuis. a Plaats: - het stuurhuis (zie 36A, Stuurinrichting, Stuurhuis: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 36A-2), - de voorwielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). Opmerking: Controleer verplicht de voortreinhoeken (indien nodig afstellen) (zie 30A, Algemeen, Voortrein: Afstelwaarden, blz. 30A-13). 36B-36

181 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remmechanisme: Voorzorgen bij de reparatie 37A I - VEILIGHEID Het mengen van niet onderling mengbare soorten remvloeistof is zeer gevaarlijk. De wielremcups kunnen hierdoor worden aangetast wat tot lekkage leidt. LET OP Zet het contact van de auto uit om de elektrokleppen van de hydraulische eenheid niet te activeren tijdens het ontluchten van het remcircuit. Let op : - De wartels van de remleidingen tussen de hoofdremcilinder, de remklauwen en de hydraulische groep hebben alle metrische schroefdraad. - Daarom mogen alleen onderdelen worden gebruikt die in de onderdelendocumentatie van de auto staan aangegeven. III - BEROEPSVOORSCHRIFTEN 1 - Hoofdremcilinder/rembekrachtiger Vervang altijd de afdichtingen van de hoofdremcilinder. Let op de aanwezigheid van de afdichting van de rembekrachtiger. Vervang de afdichting als deze defect is. Vervang altijd het geheel hoofdremcilinder-rembekrachtiger als de hoofdremcilinder in de rembekrachtiger lekt. Als er remvloeistof op het rubber membraan in de rembekrachtiger terechtkomt, kan deze niet meer gebruikt worden. BELANGRIJK: Om te voorkomen dat de verbinding tussen de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal wordt verbroken, controleert u de vergrendeling van de as van de dubbele veiligheid op de drukstift van de rembekrachtiger door van boven naar beneden te kantelen. BELANGRIJK: Om de goede werking van de ABS systemen te garanderen, moet u controleren of de remleidingen onder de carrosserie goed zijn vastgeklemd en niet gekruist zijn. 2 - Remlichtschakelaar Het rempedaalcontact heeft een automatische afstelling afhankelijk van stand van het pedaal. De automatische afstelling is hoorbaar aan een tikkend geluid. LET OP Om de remslang niet te beschadigen: -zet de slang niet onder spanning, -verdraai de slang niet, - controleer of er geen contact is met de omliggende onderdelen. LET OP Als de stift drie keer afgesteld moet worden, moet het contact worden vervangen. LET OP Als de stift van het rempedaalcontact helemaal naar buiten is getrokken, moet het contact beslist worden vervangen. BELANGRIJK: Druk, om ongelukken te voorkomen, een paar keer op het rempedaal zodat de remzuigers, de remblokken en de remschijven aanliggen. II - REINHEID LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. 37A-1

182 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR Aantrekkoppelsm II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE moeren op de rembekrachtiger wartels van de remleidingen op de hoofdremcilinder 21 N.m 14 N.m LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw de kap van de motor uit (indien aanwezig). a Maak de massakabel van de accu los (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) a Maak de stekker (2) van de remvloeistofpeilzender los. a Verwijder de dop (3) van het remvloeistofreservoir. a Zuig het reservoir van de hoofdremcilinder leeg met een spuitje. a Bouw uit: - het remvloeistofreservoir (4), - de wartels van de remleidingen (5) van de hoofdremcilinder en noteer hun stand, - de moeren op de rembekrachtiger (6), - de hoofdremcilinder. a Bouw de moeren (1) van het expansievat uit a Duw het expansievat opzij zonder het te legen. 37A-2

183 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR INBOUWEN II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Vervang altijd de afdichting (9) van de hoofdremcilinder. Opmerking: Ver vang altijd het geheel hoofdremcilinder-rembekrachtiger als de hoofdremcilinder in de rembekrachtiger lekt. Als er remvloeistof op het rubber membraan in de rembekrachtiger terechtkomt, kan deze niet meer gebruikt worden a Monteer de hoofdremcilinder in lijn op de rembekrachtiger en controleer of de drukstift goed in de uitsparing in de hoofdremcilinder valt. a Monteer de moeren van de hoofdremcilinder op de rembekrachtiger. a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren op de rembekrachtiger (21 N.m). a Monter de wartels van de remleidingen. a Zet vast met het aantrekkoppel: de wartels van de remleidingen op de hoofdremcilinder (14 N.m). a Klik het remvloeistofreservoir correct vast op de hoofdremcilinder (8). a Sluit de stekker van de remvloeistofpeilzender aan. III - LAATSTE STAP a Plaats: - het expansievat, - de moeren van het expansievat, a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen). a Monteer de kap van de motor (indien aanwezig). a Doe het volgende: - ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3), 37A-3

184 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR - ontlucht het koppelingscircuit (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Koppelingscircuit: Ontluchten, blz. 37A-64) (indien aanwezig). 37A-4

185 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR Aantrekkoppelsm II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE moeren van de hoofdremcilinder op de rembekrachtiger wartels van de remleidingen op de hoofdremcilinder bout van het remvloeistofreservoir 21 N.m 14 N.m 8 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). K9K a Verwijder de kap van de motor. a Maak de stekker (1) op het remvloeistofreservoir los. a Maak los bij (2) : a Bouw het luchtfilterhuis uit (zie Luchtfilter: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 12A, Mengselsamenstelling). a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). - de gaskabel, - de bedieningskabel van de koplampverstelling. a Verwijder de dop van het remvloeistofreservoir. LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. a Zuig het remvloeistofreservoir leeg met een spuitje. a Bouw uit: - de bout (3) van het remvloeistofreservoir op de hoofdremcilinder, - het remvloeistofreservoir, - de wartels (4) van de remleidingen van de hoofdremcilinder, -de moeren (5) van de hoofdremcilinder op de rembekrachtiger, - de hoofdremcilinder. 37A-5

186 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR INBOUWEN II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Vervang altijd de afdichting (6) van de hoofdremcilinder. Opmerking: Ver vang altijd het geheel hoofdremcilinder-rembekrachtiger als de hoofdremcilinder in de rembekrachtiger lekt. Als er remvloeistof op het rubber membraan in de rembekrachtiger terechtkomt, kan deze niet meer gebruikt worden a Monteer de hoofdremcilinder in lijn op de rembekrachtiger en controleer of de drukstift goed in de uitsparing in de hoofdremcilinder valt. a Monteer de moeren van de hoofdremcilinder op de rembekrachtiger. a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van de hoofdremcilinder op de rembekrachtiger (21 N.m). a Monteer de wartels van de remleidingen op de hoofdremcilinder. a Zet vast met het aantrekkoppel: de wartels van de remleidingen op de hoofdremcilinder (14 N.m). a Klik het remvloeistofreservoir correct vast op de hoofdremcilinder. a Monteer de bout van het remvloeistofreservoir op de hoofdremcilinder. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bout van het remvloeistofreservoir (8 N.m). a Monteer de dop van het remvloeistofreservoir. a Sluit de stekker van de remvloeistofpeilzender aan. a Maak vast: - de bedieningskabel van de koplampverstelling, - de gaskabel. 37A-6

187 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR III - LAATSTE STAP a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). K9K a Monteer de kap van de motor. a Monteer het luchtfilterhuis (zie Luchtfilter: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 12A, Mengselsamenstelling). a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). 37A-7

188 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remleiding hoofdremcilinder - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR, en ZONDER ABS pedaalknecht Onmisbaar materiaal Aantrekkoppelsm wartel van de remleiding op de hoofdremcilinder wartel van de remleiding op de hoofdremcilinder 14 N.m 14 N.m UITBOUWEN VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om het uitstromen te beperken. a Bouw uit: - het rechter voorwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). - de kap van de motor (indien aanwezig). a Zet de wartel (3) van de remleiding van de hoofdremcilinder los. a Bouw de klemmetjes van de geluidsisolatie uit (indien aanwezig). a Duw de geluidsisolatie weg (indien aanwezig). a Maak de remleiding los van zijn klemmetje a Bouw de remleiding uit tussen de hoofdremcilinder en de remslang rechts voor. INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de remleiding tussen de hoofdremcilinder en de remslang rechts voor. a Monteer de remleiding op de bevestigingsbeugel. a Maak de remleidingen vast in hun klemmetjes. a Schoef de wartel van de remleiding op de remslang rechts voor. a Schroef de wartel van de remleiding op de hoofdremcilinder. a Zet de wartel (1) van de remleidingen los van de remslang. a Bouw de remleiding op de bevestigingsbeugel uit. a Maak de remleiding los van zijn klemmetje (2) a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de wartel van de remleiding op de hoofdremcilinder (14 N.m), -de wartel van de remleiding op de hoofdremcilinder (14 N.m). 37A-8

189 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remleiding hoofdremcilinder - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR, en ZONDER ABS II - LAATSTE STAP a Plaats: - de geluidsisolatie (indien aanwezig). - de klemmetjes van de geluidsisolatie, - de sierkap van de motor (indien aanwezig), - het rechter voorwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Verwijder het pedaalknecht. a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). 37A-9

190 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remleiding hoofdremcilinder - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR, en ZONDER ABS Onmisbaar materiaal II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE pedaalknecht Aantrekkoppelsm wartel van de remleiding op de hoofdremcilinder wartel van de remleiding op de remslang rechts voor 14 N.m 14 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om het uitstromen te beperken. a Bouw het wiel rechts voor uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). K9K a Verwijder de kap van de motor. a LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. a Zet de wartel (1) van de remleidingen los van de remslang. a Bouw de remleiding op de bevestigingsbeugel uit. a Maak de remleiding los van zijn klemmetje (2). 37A-10

191 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remleiding hoofdremcilinder - remklauw rechts voor: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR, en ZONDER ABS II - LAATSTE STAP a Monteer het wiel rechts voor (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Verwijder het pedaalknecht. a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). K9K a Monteer de kap van de motor. a Zet de wartel (3) van de remleiding van de hoofdremcilinder los. a Maak de remleiding los van zijn klemmetje (4) a Bouw de remleiding uit tussen de hoofdremcilinder en de remslang rechts voor. INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de remleiding tussen de hoofdremcilinder en de remslang rechts voor. a Maak de remleiding vast in zijn klemmetjes. a Monteer de remleiding op de bevestigingsbeugel. a Zet vast: - de wartel van de remleiding op de hoofdremcilinder, - de wartel van de remleiding op de remslang rechts voor. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de wartel van de remleiding op de hoofdremcilinder (14 N.m), -de wartel van de remleiding op de remslang rechts voor (14 N.m). 37A-11

192 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remleiding hoofdremcilinder - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR, en ZONDER ABS Onmisbaar materiaal II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE pedaalknecht Aantrekkoppelsm wartel van de remleiding op de hoofdremcilinder wartel van de remleiding op de remslang 14 N.m 14 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om het uitstromen te beperken. a Bouw uit: -het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de kap van de motor (indien aanwezig). a Zet de wartel (1) van de remleiding los van de remslang. a Bouw de remleiding op de bevestigingsbeugel uit. a Maak de remleiding los van zijn klemmetje (2) a Zet de wartel (3) van de remleiding van de hoofdremcilinder los. a Bouw de remleiding uit tussen de hoofdremcilinder en de remslang links voor. 37A-12

193 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remleiding hoofdremcilinder - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR, en ZONDER ABS INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de remleiding tussen de hoofdremcilinder en de remslang links voor. a Monteer de remleiding op de bevestigingsbeugel. a Maak de remleiding vast in zijn klemmetjes. a Schoef de wartel van de remleiding op de remslang links voor. a Zet de wartel van de remleiding op de hoofdremcilinder vast. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de wartel van de remleiding op de hoofdremcilinder (14 N.m), -de wartel van de remleiding op de remslang (14 N.m). II - LAATSTE STAP a Plaats: - de kap van de motor (indien aanwezig), - het linker voorwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). 37A-13

194 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remleiding hoofdremcilinder - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR, en ZONDER ABS Onmisbaar materiaal II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE pedaalknecht Aantrekkoppelsm wartel van de remleiding op de hoofdremcilinder wartel van de remleiding op de remslang 14 N.m 14 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om het uitstromen te beperken. K9K a Bouw uit: - de beschermkap op de motor, - de klemmetjes van de geluidsisolatie aan de bovenkant. a Duw de geluidsisolatie aan de bovenkant weg. a LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. a Zet de wartel (1) van de remleiding los van de remslang. a Bouw de remleiding op de bevestigingsbeugel uit. a Maak de remleiding los van zijn klemmetje (2). a Bouw het wiel links voor uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). 37A-14

195 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remleiding hoofdremcilinder - remklauw links voor: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR, en ZONDER ABS INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de remleiding tussen de hoofdremcilinder en de remslang links voor. a Maak de remleiding vast in zijn klemmetjes. a Monteer de remleiding op de bevestigingsbeugel. a Zet vast: - de wartel van de remleiding op de remslang links voor, - de wartel van de remleiding op de hoofdremcilinder. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de wartel van de remleiding op de hoofdremcilinder (14 N.m), -de wartel van de remleiding op de remslang (14 N.m). II - LAATSTE STAP a Monteer het wiel links voor (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Verwijder het pedaalknecht. a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). K9K a Plaats: - de geluidsisolatie, - de klemmetjes van de geluidsisolatie, - de beschermkap op de motor a Maak de remleidingen los van hun klemmetjes (3). a Zet de wartel (4) van de remleiding van de hoofdremcilinder los. a Bouw de remleiding uit tussen de hoofdremcilinder en de remslang links voor. 37A-15

196 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Antiterugslagklep van de rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN K9K K9K a Verwijder de beschermkap van de motor. II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Maak de terugslagklep (3) los bij de vacuümpomp a Maak de terugslagklep (1) los bij de rembekrachtiger.trek en draai aan de terugslagklep om hem vrij te maken van de rubberen afdichtring. K7J of K7M a Maak de terugslagklep (2) los bij de inlaatluchtverdeler. 37A-16

197 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Antiterugslagklep van de rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR K4M K9K a Sluit de terugslagklep aan bij de vacuümpomp. a Sluit de terugslagklep aan bij de rembekrachtiger. III - LAATSTE STAP K9K a Monteer de kap van de motor a Maak de terugslagklep (4) los bij de inlaatluchtverdeler. a Bouw de terugslagklep uit. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Controleer de staat van de afdichtring en van de terugslagklep. a Vervang defecte delen door nieuwe. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats de terugslagklep. K4M of K7J of K7M a Sluit de terugslagklep aan bij de inlaatluchtverdeler. 37A-17

198 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Antiterugslagklep van de rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN K9K K9K a Bouw uit: - de beschermkap op de motor. - de klemmetjes van de geluidsisolatie, a Duw de geluidsisolatie aan de bovenkant weg. II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Maak de terugslagklep (2) los bij de vacuümpomp a Maak de terugslagklep (1) los bij de rembekrachtiger. a Trek de terugslagklep met een draaiende beweging uit de rubber afdichting. 37A-18

199 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Antiterugslagklep van de rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR K7J of K7M K7J of K7M a Sluit de terugslagklep aan bij het luchtspruitstuk. a Sluit de terugslagklep aan bij de rembekrachtiger. III - LAATSTE STAP K9K a Plaats de geluidsisolatie terug aan de bovenkant. a Monteer de bevestigingsklemmetjes van de geluidsisolatie. a Monteer de kap van de motor a Maak de terugslagklep (3) los bij de inlaatluchtverdeler. a Maak de terugslagklep los bij (4). a Bouw de terugslagklep uit. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Controleer de staat van de afdichtring en van de terugslagklep. a Vervang defecte delen door nieuwe. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE K9K a Sluit de terugslagklep aan bij de vacuümpomp. 37A-19

200 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR Aantrekkoppelsm II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE moeren van de rembekrachtiger 21 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen) a Bouw uit: - de hoofdremcilinder (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-2), - de terugslagklep (1) bij de rembekrachtiger a Bouw, in het interieur, de as van de dubbele veiligheid (2) tussen de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal uit, na de verbindingsas naar boven te hebben gekanteld. a Maak de massakabel van de accu los (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen). 37A-20

201 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Bouw de speciale moeren (4) van het isolatieschuim uit. a Verschuif het isolatieschuim enigszins. a Bouw uit: - de moeren (3) van de rembekrachtiger, in het interieur (moeren waarmee de steun van de pedalen met de bekrachtiger vastzit), - de rembekrachtiger a Zorg dat de afdichting (5) van de rembekrachtiger op zijn plaats zit, vervang de afdichting als hij defect is. a Vervang systematisch de verbindingsas tussen van de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal bij ieder uitbouwen. 37A-21

202 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR -de hoofdremcilinder (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-2). a Stel het rempedaalcontact af (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Rempedaal: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-40). a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) a Vóór de montage, controleer de afstand (X1) = 145, 8 mm ± 0,5. a BELANGRIJK: Om te voorkomen dat de verbinding tussen de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal wordt verbroken, controleert u de vergrendeling van de as van de dubbele veiligheid op de drukstift van de rembekrachtiger door van boven naar beneden te kantelen. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de rembekrachtiger, - de moeren van de rembekrachtiger. a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van de rembekrachtiger (21 N.m). a Monteer altijd de verbindingsas tussen de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal van rechts naar links, en van boven naar beneden. a Plaats: - het isolatieschuim, - de speciale moeren van het isolatieschuim. III - LAATSTE STAP a Plaats: - de terugslagklep bij de rembekrachtiger, 37A-22

203 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR Onmisbaar materiaal vulstation van de airconditioning Aantrekkoppelsm moeren van de rembekrachtiger bouten van de wartels van de leidingen op het ontlastventiel 21 N.m 8 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). a Bouw het luchtfilterhuis uit (zie Luchtfilterhuis: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 12A, Mengselsamenstelling) a Bouw uit: - de terugslagklep (1) bij de rembekrachtiger, -de hoofdremcilinder (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-2). AIRCONDITIONING AIRCONDITIONING a Tap het aircocircuit af met behulp van het gereedschap vulstation van de airconditioning (zie Aircocircuit: Aftappen - Bijvullen) (MR 388, 62A, Airconditioning). K9K a Bouw uit: - de beschermkap op de motor, - de klemmetjes van de geluidsisolatie aan de bovenkant a Bouw de bouten (2) van de wartels van de leidingen op het ontlastventiel uit. a Maak de leidingen (3) van het ontlastventiel los. a Plaats doppen op de openingen van het ontlastventiel en op de leidingen. a Duw de geluidsisolatie aan de bovenkant weg. 37A-23

204 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE K7J of K7M a Bouw de moeren (4) van de klembanden van de leidingen op de carrosserie uit. a Duw de airconditioningsleidingen weg. a Verwijder het klemmetje (5) van de gaskabel A-24

205 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR K9K a Maak de stekker (7) los van het gaspedaal a Bouw de as van de dubbele veiligheid (9) tussen de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal uit, na de verbindingsas naar boven gekanteld te hebben, beweegt u de ring (10) met behulp van een platte schroevendraaier. a Maak de stekker (8) of (6) van de remlichtschakelaar los a Bouw uit: - de moeren (11) van de rembekrachtiger, in het interieur (moeren waarmee de steun van de pedalen met de bekrachtiger vastzit), - de rembekrachtiger. 37A-25

206 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN AIRCONDITIONING a Vervang de afdichtingen. LET OP Om lekkage te voorkomen, controleert u, voor het plaatsen van de nieuwe afdichting, de staat van het oppervlak van de leiding. Het oppervlak moet schoon en zonder krassen zijn. a Smeer de afdichtingen met airconditioningsolie om het inpersen te vergemakkelijken. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de rembekrachtiger, a Let op dat de afdichting (12) van de rembekrachtiger op zijn plaats zit, vervang de afdichting als hij defect is. a Vervang systematisch de verbindingsas tussen van de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal bij ieder uitbouwen. - de steun van het gaspedaal en rempedaal, - de moeren van de rembekrachtiger. a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van de rembekrachtiger (21 N.m). a Monteer altijd de as van de dubbele veiligheid tussen de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal van rechts naar links, en van boven naar beneden. K7J of K7M a Monteer het klemmetje van de gaskabel. K9K a Sluit de stekker van het gaspedaal aan. III - LAATSTE STAP a Sluit de stekker van de remlichtschakelaar aan a Vóór de montage, controleer de afstand (X1) = 131 mm ± 0,5. AIRCONDITIONING a Verwijder de doppen op de openingen van het ontlastventiel en op de leidingen. 37A-26

207 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Rembekrachtiger: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR a Plaats: - de wartels van de leidingen op het ontlastventiel, - de bouten van de wartels van de leidingen op het ontlastventiel, - de klembanden van de leidingen op de carrosserie, - de moeren van de klembanden van de leidingen op de carrosserie. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van de wartels van de leidingen op het ontlastventiel (8 N.m). AIRCONDITIONING a Raadpleeg de hoeveelheden koudemiddel en olie vóór het vullen van het circuit (zie Airconditioning: Onderdelen en producten voor de reparatie) (MR 388, 62A, Airconditioning). a Vul het aircocircuit met behulp van het gereedschap vulstation van de airconditioning (zie Aircocircuit: Aftappen - Bijvullen) (MR 388, 62A, Airconditioning). a Controleer de goede werking van de airconditioning met de ventilateurmotor op stand maximum. a Voer een controle op lekkage uit (zie Aircocircuit: Controle) (MR 388, 62A, Airconditioning). a Plaats: - de hoofdremcilinder (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-2), - de terugslagklep bij de rembekrachtiger. a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). a Stel het rempedaalcontact af (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Rempedaal: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-40). BELANGRIJK: Om te voorkomen dat de verbinding tussen de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal wordt verbroken, controleert u de vergrendeling van de as van de dubbele veiligheid op de drukstift van de rembekrachtiger door van boven naar beneden te kantelen. a Monteer het luchtfilterhuis (zie Luchtfilterhuis: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 12A, Mengselsamenstelling). a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen). K9K a Plaats: - de geluidsisolatie op het schutbord, - de beschermkap op de motor. 37A-27

208 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Rembekrachtiger: Controle 37A Onmisbaar speciaal gereedschap Mot Ms. 583 Manometers en wartels voor het meten van de benzinedruk. Afknijpklem voor slangen. CONTROLE VAN DE AFDICHTING a Bij een controle van de afdichting van de rembekrachtiger, moet u er op letten dat er absoluut geen lekkage is tussen de bekrachtiger en de hoofdremcilinder. In geval van lekkage, vervang de afdichting (A). U controleert de afdichting van de rembekrachtiger op de auto, het hydraulische circuit moet namelijk normaal kunnen functioneren. a Sluit het gereedschap (Mot ) aan tussen de rembekrachtiger en de vacuümbron (inlaatspruitstuk) met een «T» -stuk en een zo kort mogelijke slang ) (1). Als de onderdruk meer daalt dan 33 mbar in 15 s, is er sprake van lekkage die zich op de volgende plaatsen kan bevinden: - bij de terugslagklep (vervang deze), - of bij het membraan van de drukstift (in dit geval moet u de rembekrachtiger vervangen). Als de rembekrachtiger defect is kan het remsysteem toch gebruikt worden; er moet alleen veel harder op het rempedaal worden gedrukt om dezelfde vertraging te krijgen. a Laat de motor stationair draaien gedurende een tiental minuten. a Knijp de slang dicht tussen het «T» -stuk en de vacuümbron met behulp van het gereedschap (Ms. 37A-28

209 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Vacuümpomp: Uitbouwen - Inbouwen 37A K9K Aantrekkoppelsm bouten van de vacuümpomp 21 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Bouw uit: - de beschermkap van de motor - het ingaande luchtkanaal. a Duw het luchtfilterhuis lichtjes opzij om bij de vacuümpomp te kunnen komen. II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE K9K, en 796 a Bouw de terugslagklep (2) op de vacuümpomp uit. a Bouw uit: de bouten (3) van de vacuümpomp op de cilinderkop, - de vacuümpomp. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Reinig het contactvlak van de vacuümpomp op de cilinderkop. a Vervang systematisch de afdichting van de vacuümpomp. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: a Maak de slang (1) van de elektroklep van de besturing van de turbocompressor op de vacuümpomp los. - de vacuümpomp, - de bouten van de vacuümpomp. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van de vacuümpomp (21 N.m) op de cilinderkop. a Sluit de terugslagklep op de vacuümpomp aan. 37A-29

210 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Vacuümpomp: Uitbouwen - Inbouwen 37A K9K K9K, en 796 a Sluit de slang van de elektroklep van de besturing van de turbocompressor op de vacuümpomp aan. III - LAATSTE STAP a Plaats: - het luchtfilterhuis, - het ingaande luchtkanaal, - de beschermkap op de motor. 37A-30

211 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Gaspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A K4M of K7J of K7M, en LINKS STUUR Aantrekkoppelsm moeren van de steun van het pedaal 21 N.m UITBOUWEN UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Bouw uit: - de borgveer (3) met behulp van een schroevendraaier, - de as van het pedaal, - het pedaal. Opmerking: a Draai de speciale moer (2) van het isolatieschuim los bij de moer links van het gaspedaal. a Bouw uit: - de moeren (1) van het gaspedaal, - het pedaal, -de gaskabel bij het pedaal door hem omhoog te richten en de kabelnippel naar de middenconsole te schuiven. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Noteer de richting van de steun ten opzichte van het pedaal en de plaats van de ringen. Opmerking: Monteer het pedaal en de ringen ten opzichte van de steun op de bij het uitbouwen genoteerde plaats. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de steun van het gaspedaal : - het pedaal, - de as van het pedaal, - de borgveer. 37A-31

212 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Gaspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A K4M of K7J of K7M, en LINKS STUUR a Monteer de kabelnippel van de gaskabel in het gat van het gaspedaal door hem van rechts naar links te schuiven en de kabel in de groef van het pedaal te leggen. a Plaats het geheel steun - gaspedaal op de middenconsole. a Monteer de moeren van het gaspedaal. a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van de steun van het pedaal (21 N.m). a Plaats: - het isolatieschuim, - de speciale moer van het isolatieschuim bij de moer links van het gaspedaal. 37A-32

213 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Gaspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A K9K, en LINKS STUUR bevestigingsbouten van het gaspedaal Aantrekkoppelsm 8 N.m -de bevestigingsbouten van het gaspedaal op de steun van het pedaal. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbouten van het gaspedaal (8 N.m). a Sluit de stekker van het opname element gaspedaal aan. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Maak de accu los, te beginnen met de negatieve pool (zie 80A, Accu, Accu: Uitbouwen-Inbouwen). II - LAATSTE STAP a Sluit de accu aan (zie 80A, Accu, Accu, Uitbouwen-Inbouwen). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Maak de stekker (1) van het opname-element gaspedaal los. a Bouw uit: - de bevestigingsbouten (2) van het gaspedaal op de steun van het pedaal, - het gaspedaal INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - het gaspedaal, 37A-33

214 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Gaspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A K7J of K7M, en RECHTS STUUR UITBOUWEN UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer het gaspedaal op zijn steun. Opmerking: Sla de as van het pedaal niet met een hamer op zijn plaats. a Plaats: - de as van het gaspedaal, - de borgveer op de as van het gaspedaal, - het klemmetje van de gaskabel op het pedaal. II - LAATSTE STAP a Controleer de goede werking van het geheel van het gaspedaal a Verwijder het klemmetje (1) van de gaskabel op het pedaal. Opmerking: Noteer de montagerichting van de as ten opzichte van de steun van de pedalen. a Bouw uit: - de borgveer (2) met behulp van een schroevendraaier, - de as (3) van het gaspedaal, - het gaspedaal. INBOUWEN VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Smeer de as met vet MOLYCOTE 33M (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Ingrediënten - Producten). Opmerking: Monteer de as ten opzichte van de steun van de pedalen in de bij het uitbouwen genoteerde stand. 37A-34

215 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Gaspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A K9K, en RECHTS STUUR bouten van het gaspedaal Aantrekkoppelsm 8 N.m II - LAATSTE STAP a Controleer de goede werking van het geheel van het gaspedaal. UITBOUWEN UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Maak de stekker (1) van het opname-element gaspedaal los. a Bouw uit: - de bouten (2) van het gaspedaal, - het gaspedaal. INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - het gaspedaal, - de bouten van het gaspedaal. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van het gaspedaal (8 N.m). a Sluit de stekker van het opname-element gaspedaal aan. 37A-35

216 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Gaskabel: Uitbouwen - Inbouwen 37A K4M of K7J of K7M, en LINKS STUUR UITBOUWEN UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE K7J of K7M K4M a Maak het kogeldraaipunt (1) van de gaskabel los van het smoorklephuis a Maak de gaskabel los op het smoorklephuis bij (1). a Bouw het klemmetje (2) van de afstelling van de gaskabel uit. a Bouw het klemmetje (2) van de afstelling van de gaskabel uit. a Trek de gaskabel (3) uit het hijsoog. a Trek de gaskabel (3) uit de inlaatluchtverdeler a Maak de kabel los van het gaspedaal bij (4). a Duw de kabelstop in de motorruimte. a Trek de kabel van het gaspedaal via de motorruimte naar buiten. 37A-36

217 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Gaskabel: Uitbouwen - Inbouwen 37A K4M of K7J of K7M, en LINKS STUUR INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Schuif de kabel van het gaspedaal in het interieur via de motorruimte. a Plaats de kabel van het gaspedaal in de uitsparing van het gaspedaal. a Klem de kabelstop van de kabel van het gaspedaal op het schutbord vast. K4M a Monteer de kabel van het gaspedaal op de inlaatluchtverdeler. K7J of K7M a Monteer de kabel van het gaspedaal op het hijsoog. a Plaats: - de kabel van het gaspedaal op het smoorklephuis, - het klemmetje van de afstelling van de gaskabel. II - LAATSTE STAP a Stel de kabel van het gaspedaal door het gaspedaal geheel in te drukken. 37A-37

218 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Gaskabel: Uitbouwen - Inbouwen 37A K7J of K7M, en RECHTS STUUR UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Bouw het remvloeistofreservoir uit (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-2). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Maak het kogeldraaipunt (2) van de gaskabel los van het smoorklephuis. a Bouw het klemmetje (3) van de afstelling van de gaskabel uit. a Trek de gaskabel uit het hijsoog (4). a Maak de gaskabel los bij (5) a Verwijder het klemmetje (1) van de gaskabel op het pedaal. a Duw de kabelstop in de motorruimte. a Trek de kabel van het gaspedaal via de motorruimte naar buiten. INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Schuif de kabel van het gaspedaal in het interieur via de motorruimte. a Monteer het klemmetje van de kabel van het gaspedaal op het pedaal. a Klem de kabelstop vast op het schutbord. a Plaats: - de kabel van het gaspedaal op het hijsoog, - het klemmetje van de afstelling van de gaskabel, - de kabel van het gaspedaal op het smoorklephuis. a Maak de kabel van het gaspedaal op het gaspedaal vast. 37A-38

219 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Gaskabel: Uitbouwen - Inbouwen 37A K7J of K7M, en RECHTS STUUR II - LAATSTE STAP a Stel de kabel van het gaspedaal door het gaspedaal geheel in te drukken. a Bouw het remvloeistofreservoir in (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Hoofdremcilinder: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-2). a Ontlucht het remsysteem (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). 37A-39

220 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Rempedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR Aantrekkoppelsm as van het rempedaal 16 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Maak de remlichtschakelaar (1) los van het rempedaal door hem een kwart slag linksom te draaien. 37A-40

221 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Rempedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a BELANGRIJK: Om te voorkomen dat de verbinding tussen de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal wordt verbroken, controleert u de vergrendeling van de as van de dubbele veiligheid op de drukstift van de rembekrachtiger door van boven naar beneden te kantelen. Opmerking: Sla de pedaalas niet met een hamer op zijn plaats. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Bouw de as van de dubbele veiligheid (2) uit tussen de drukstift (3) van de rembekrachtiger en het rempedaal uit, na de verbindingsas naar boven te hebben gekanteld. a Plaats: - het rempedaal, - de as van het rempedaal, - de moer. a Zet vast met het aantrekkoppel: de as van het rempedaal (16 N.m). a Monteer altijd de verbindingsas tussen de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal van rechts naar links, en van boven naar beneden. a Monteer de remlichtschakelaar (zie Remlichtschakelaar: Uitbouwen - Inbouwen). III - LAATSTE STAP a Opmerking: Controleer de aanwezigheid en de vergrendeling van de verbindingsas tussen van de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal a Bouw de moer (4) van de pedaalas uit. a Schuif de as (5) van de pedalen naar links tot het rempedaal vrijkomt. a Bouw het rempedaal uit. 37A-41

222 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Rempedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR Aantrekkoppelsm moer van de as van het rempedaal 16 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Bouw de remlichtschakelaar van het rempedaal uit (zie Remlichtschakelaar: Uitbouwen - Inbouwen). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Bouw de moer (3) van de as van het rempedaal uit. a Trek de as (4) naar buiten om het rempedaal vrij te maken. a Bouw het rempedaal uit INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Controleer de staat van de componenten. a Vervang defecte delen door nieuwe a Bouw de as van de dubbele veiligheid (1) tussen de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal uit, na de verbindingsas naar boven gekanteld te hebben, beweegt u de ring (2) met behulp van een platte schroevendraaier. a Smeer de as met vet MOLYKOTE 33M (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Ingrediënten - Producten). II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats het rempedaal. Opmerking: Sla de pedaalas niet met een hamer op zijn plaats. a Plaats: - de as van het rempedaal, - de moer van de as van het rempedaal. a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van de as van het rempedaal (16 N.m). 37A-42

223 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Rempedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR a Monteer altijd de as van de dubbele veiligheid tussen de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal van rechts naar links, en van boven naar beneden. III - LAATSTE STAP a Monteer de remlichtschakelaar (zie Remlichtschakelaar: Uitbouwen - Inbouwen). BELANGRIJK: Om te voorkomen dat de verbinding tussen de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal wordt verbroken, controleert u de vergrendeling van de as van de dubbele veiligheid op de drukstift van de rembekrachtiger door van boven naar beneden te kantelen. 37A-43

224 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remdrukbegrenzer: Uitbouwen - Inbouwen 37A ZONDER ABS Onmisbaar materiaal pedaalknecht Aantrekkoppelsm bevestigingsbouten van de remdrukbegrenzer wartels de remleidingen op de remdrukbegrenzer 12 N.m 14 N.m Opmerking: Auto's met ABS hebben geen begrenzer. UITBOUWEN VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Plaats een pedaalknecht om het wegstromen te beperken. a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Maak de vier remleidingen (1) los. a Sluit de oepningen van de leidingen af met doppen zodat geen vuil kan binnendringen. a Verwijder de stift (2) van de remdrukbegrenzer van de achtertrein. a Bouw uit: de bevestigingsbouten (3) van de remdrukbegrenzer, - de remdrukbegrenzer. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Reinig het raakvlak van de remdrukbegrenzer op de carrosserie. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de remdrukbegrenzer, - de bevestigingsbouten (3) van de remdrukbegrenzer op de carrosserie. a Verwijder de doppen van de openingen van de leidingen. a Sluit de vier remleidingen aan. a Plaats de stift van de rembekrachtiger op de achtertrein. 37A-44

225 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remdrukbegrenzer: Uitbouwen - Inbouwen 37A ZONDER ABS a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de bevestigingsbouten van de remdrukbegrenzer (12 N.m), -de wartels de remleidingen op de remdrukbegrenzer (14 N.m). III - LAATSTE STAP a Deblokkeer de bout (4) en verdraai de stelhuls (5) zodat deze in contact komt met de hefboom van de remdrukbegrenzer (6). Zet de schroef (4) vast. Opmerking: Verdraai niet de moer (7). a Verwijder de pedaalknecht. a Ontlucht het remsysteem (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). 37A-45

226 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remdrukbegrenzer: Controle 37A ZONDER ABS Onmisbaar speciaal gereedschap Fre Controlemanometer voor het remcircuit van 0 tot 250 bar. CONTROLE I - CONTROLEPRINCIPE a De werking wordt gecontroleerd door de druk te vergelijken tussen een voorwiel en het diagonaal X ertegenover gelegen achterwiel. a Bij een incorrecte druk bij één van de twee achterwielen, moet u de begrenzer vervangen. N.B.: Controleer altijd de twee circuits. Rechts voor/links achter en links voor/rechts achter. 37A-46

227 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remdrukbegrenzer: Controle 37A ZONDER ABS a De controle van de remdrukbegrenzer moet gebeuren met de auto op de grond, één persoon aan boord en de brandstoftank vol. II - CONTROLE a Sluit twee manometers aan van het gereedschap (Fre ) (schema I): - één rechts voor, - één links achter. a Ontlucht het remcircuit via de ontluchtingsnippel van de manometer. a Start de motor. a Druk het rempedaal geleidelijk in tot u in de voorwielremcilinders de afsteldruk bereikt van 100 bar. a Lees dan de overeenkomende druk op de achterwielen af (zie controlewaarde). a Ga op dezelfde manier te werk bij het andere circuit (schema II). a Indien u een groot verschil vaststelt (buiten de toegestane toleranties), vervang dan de remdrukbegrenzer. a Ontlucht het remsysteem (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). N.B.: Het drukverschil tussen de twee achterwielen moet kleiner zijn dan 4 bar, ongeacht de belasting op de achtertrein. III - CONTROLEWAARDEN VAN DE DRUK 1 - Zonder weegschaal: L90 a - Version E0 a Motors K7J, K7M : - min 28 bar, - max 40 bar. a Motor K9K: - min 30 bar, - max 42 bar. 37A-47

228 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remdrukbegrenzer: Controle 37A ZONDER ABS a Motor K4M: - min 31 bar, - max 43 bar. b - Uitvoering E1 a Motors K7J, K7M : - min 30 bar, - max 42 bar. a Motor K9K: - min 31 bar, - max 43 bar. a Motor K4M: - min 32 bar, - max 44 bar. c - Uitvoering E2 a Motors K7J, K7M : - min 32 bar, - max 44 bar. K90 e - Uitvoering E0/E1-5pl/7pl a K7J/K7M/K9K: - min 37,5 bar, - max 48,4 bar. a K4M - min 29,5 bar, - max 40,4 bar. f - Uitvoering E2-5pl/7pl a K7J/K7M/K9K: - min 37,0 bar, - max 47,9 bar. a K4M: - min 28,8 bar, - max 39,9 bar. N.B.: Controleer de druk met volle brandstoftank. a Motor K9K: - min 32 bar, - max 44 bar. a Motor K4M: - min 32 bar, - max 44 bar. d - Uitvoering E3 a Motor K4M: - min 33 bar, - max 45 bar. N.B.: Controleer de druk met volle brandstoftank. 2 - Met weegschaal: L90 a - Massa achter kg (alle motortypes) a Uitvoering E0: - min 31 bar, - max 43 bar. a Uitvoering E1: - min 33 bar, - max 45 bar. a Uitvoering E2: - min 33 bar, - max 45 bar. a Uitvoering E3: - min 33 bar, 37A-48

229 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Remdrukbegrenzer: Controle 37A ZONDER ABS - max 45 bar. b - Massa achter kg (alle motortypes) a Uitvoering E0: - min 44 bar, - max 55 bar. a Uitvoering E1: - min 46 bar, - max 68,3 bar. a 7 Pl - K7J/K7M/K9K: - min 59,9 bar, - max 71,1 bar. a 7Pl - K4M: - min 52,4 bar, - max 63,6 bar. - max 58 bar. a Uitvoering E2: - min 46 bar, - max 58 bar. a Uitvoering E3: - min 46 bar, - max 58 bar. F90 of K90 c - Massa achter kg a 5 Pl - K7J/K7M/K9K: - min 50,68 bar, - max 61,88 bar. a 5Pl - K4M: - 42,24 bar, - 53,44 bar. a 7 Pl - K7J/K7M/K9K: - min 48,92 bar, - max 60,12 bar. a 7Pl - K4M: - 40,9 bar, - 52,1 bar. d - Massa achter kg a 5 Pl - K7J/K7M/K9K - min 64,2 bar, - max 75,4 bar. a 5Pl - K4M: - min 57,2 bar 37A-49

230 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Parkeerremhendel: Uitbouwen - Inbouwen 37A Aantrekkoppelsm II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE moeren van van de parkeerremhendel 8 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Bouw de middenconsole uit (zie Middenconsole: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoires interieur) (afhankelijk van de uitrusting). a Maak de twee kabels (2) los a Zet de stelmoer (1) van de handrem los, na het noteren van de afstand (X) = 16 mm ± 0,30, om de kabels bij het verdeeljuk vrij te maken. a Bouw de moeren (3) uit a Trek de hendel enigszins omhoog om de stekker van de schakelaar van de parkeerrem (4) los te kunnen maken. a Bouw de hendel van de parkeerrem uit. INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de parkeerremhendel, - de stekker van het parkeerremcontact. - de twee kabels bij het verdeeljuk, - de bevestigingsmoeren van de parkeerremhendel. a Zet de stelmoer van de parkeerrem weer vast op de afstand X = 16 ± 0,30 mm. 37A-50

231 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Parkeerremhendel: Uitbouwen - Inbouwen 37A a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van van de parkeerremhendel (8 N.m). II - LAATSTE STAP a Sluit de stekker van het parkeerremcontact aan. a Stel de parkeerrem af als de hendel contact blijft maken tussen de eerste en de tweede klik van de parkeerremhendel (zie Parkeerremhendel: Afstellen). a Monteer de middenconsole (zie Middenconsole: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoires interieur) (afhankelijk van de uitrusting). 37A-51

232 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Koppelingsbediening: Lijst en plaats van de onderdelen 37A 1. Kabelbediende koppeling Merkteken Omschrijving (1) Koppelingskabel (2) Koppelingspedaal (3) Koppelingsvork (4) Koppelingsdruklager Deze bediening heeft geen automatisch stelmechanisme Hydraulisch bediende koppeling Merkteken Omschrijving (5) Aanvoerleiding van de werkcilinder (motorruimte) (6) Hoofdcilinder (verbinding motorruimte - interieur) (7) Koppelingspedaal (8) Werkcilinder (op versnellingsbak) 37A-52

233 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Koppelingsbediening: Lijst en plaats van de onderdelen 37A Merkteken Omschrijving (9) Aanvoerleiding naar de hoofdcilinder (motorruimte) (10) Remvloeistofreservoir A-53

234 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Koppelingsbediening: Afstellen 37A Aantrekkoppelsm contramoer 8 N.m a Controlemethode a Stel de vrije slag van de koppelingskabel af bij het einde aan versnellingsbakzijde, met behulp van de moer (1). a Maak de contramoer los (2). a Zet de moer losser of vaster (1) om de slag van de koppelingskabel af te stellen. a Meet met behulp van een schuifmaat de afstand tussen de kabelstop (3) en het uiteinde van de koppelingsvork (4) : - koppelingspedaal in rust, - koppelingspedaal helemaal ingedrukt. a Deze slag van de vork moet zijn : (x) = 29,5 ± 0,5 mm. a Zet vast met het aantrekkoppel: de contramoer (8 N.m) (2). 37A-54

235 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Koppelingskabel: Uitbouwen - Inbouwen 37A UITBOUWEN UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE RECHTS STUUR a Bouw uit: - de koppelingskabel van de kabelstop (1), a Maak de kabel los van zijn klemmetjes bij (3) de koppelingskabel van de koppelingsvork (2) a Maak de kabel los bij (4). a Druk op het pedaal om de kabel in het interieur te trekken. 37A-55

236 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Koppelingskabel: Uitbouwen - Inbouwen 37A a Maak de kabel los van de bevestiging (5) aan het pedaal, door het pedaal omhoog te trekken en de kabel haaks op het pedaal zetten. a Duw de kabelstop in de motorruimte INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Vanuit de motorruimte, schuift u de kabel in het interieur. a Plaats de kabel in de uitsparing van het pedaal. Opmerking: Controleer of de kabel perfect in de daarvoor bestemde groef van het pedaal ligt. a Maak de kabel vast aan de koppelingsvork. a Druk het koppelingspedaal in om de kabelstop in het schutbord vast te klikken. a Maak de koppelingskabel vast in zijn klemmetje(s). II - LAATSTE STAP a Controleer en stel de slag van de koppelingsvork af (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Koppelingsbediening: Afstellen, blz. 37A-54). 37A-56

237 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Geheel rempedaal - koppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR bevestigingsmoeren van de pedalensteun bout van het kruisstukje van de stuurkolom Aantrekkoppelsm 21 N.m 21 N.m JH1 JH3, en 052 of 053 of 054 of 055 of 056 of 057 of 058 of 059 of 060 of 062 a Bouw de koppelingskabel uit van de bevestiging aan het pedaal, door het pedaal omhoog te trekken en de kabel haaks op het pedaal omhoog te trekken. UITBOUWEN JH3, en 160 JR5 I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Maak het kogeldraaipunt (4) van de hoofdcilinder los van het koppelingspedaal. a Bouw de twee bevestigingsklemmetjes van de isolatie van de pedalen en van het isolatieschuim uit. a Bouw de isolatie van de pedalen uit (indien aanwezig). a Duw het isolatieschuim lichtjes opzij a Maak de stekker (1) van de remlichtschakelaar los. a Bouw de as van de dubbele veiligheid (2) uit tussen de drukstift (3) van de rembekrachtiger en het rempedaal uit, na de verbindingsas naar boven te hebben gekanteld. 37A-57

238 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Geheel rempedaal - koppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Bouw uit: - de bout (5) van het kruisstukje van de stuurkolom, - de bevestigingsmoeren (6) van de pedalensteun uit a Maak de remlichtschakelaar (7) los van het rempedaal, indien nodig (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Rempedaal: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-40). a Knip het isolatieschuim weg om het geheel rempedaal -koppelingspedaal te verwijderen, indien nodig. a Bouw het geheel van het rempedaal - koppelingspedaal uit. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a BELANGRIJK: Om te voorkomen dat de verbinding tussen de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal wordt verbroken, controleert u de vergrendeling van de as van de dubbele veiligheid op de drukstift van de rembekrachtiger door van boven naar beneden te kantelen. Opmerking: Smeer de as van de dubbele veiligheid voor u hem monteer t. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats het geheel rempedaal - koppelingspedaal. 37A-58

239 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Geheel rempedaal - koppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR a Maak de remlichtschakelaar vast op het rempedaal (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Rempedaal: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 37A-40). a Plaats: - het isolatieschuim door de spleet, - de bevestigingsmoeren van de steun van de pedalen, - de bout van het kruisstukje van de stuurkolom, JH3, en 160 JR5 a Maak het kogeldraaipunt van de hoofdcilinder vast aan het koppelingspedaal. JH1 JH3, en 052 of 053 of 054 of 055 of 056 of 057 of 058 of 059 of 060 of 062 a Leg de koppelingskabel in de uitsparing op het pedaal (zie de demontagemethode). a Monteer de as van de dubbele veiligheid tussen de drukstift van de rembekrachtiger en het rempedaal, na de verbindingsas naar beneden te hebben gekanteld. a Zet vast met het aantrekkoppel: -de bevestigingsmoeren van de pedalensteun (21 N.m), -de bout van het kruisstukje van de stuurkolom (21 N.m). a Plaats: - de isolatie van de pedalen (indien aanwezig), - de twee bevestigingsklemmetjes van de isolatie van de pedalen en van het isolatieschuim. JH1 JH3, en 052 of 053 of 054 of 055 of 056 of 057 of 058 of 059 of 060 of 062 a Controleer of de kabel perfect in de daarvoor bestemde groef van het pedaal ligt. a Stel de vrije slag van de koppelingskabel af, indien nodig (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Koppelingsbediening: Afstellen, blz. 37A-54). a Controleer de werking van het gehele koppelingssysteem. 37A-59

240 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Koppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR Aantrekkoppelsm moer van de pedaalas 21 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN JH1 JH3, en 052 of 053 of 054 of 055 of 056 of 057 of 058 of 060 of 062 a Bouw de kabel uit zijn bevestiging uit, door het pedaal omhoog te trekken en de kabel haaks op het pedaal omhoog te trekken. JH3, en 160 JR a Maak het kogeldraaipunt (1) van de hoofdcilinder los van het pedaal. 37A-60

241 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Koppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Boue de moer (4) van de as (2) van de pedalen los. a Trek de as (2) naar buiten om het koppelingspedaal vrij te maken. a Bouw het koppelingspedaal (3) uit. INBOUWEN II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE JH1 JH3, en 052 of 053 of 054 of 055 of 056 of 057 of 058 of 060 of 062 a Plaats het koppelingspedaal met zijn veer. I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Smeer de as met vet. Opmerking: Sla de as niet met een hamer op zijn plaats. JH3, en 160 JR5 a Plaats het koppelingspedaal. a Installeer de pedaalas. a Monteer de moer van de pedaalas. a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van de pedaalas (21 N.m). 37A-61

242 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Koppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A LINKS STUUR JH3, en 160 JR5 a Maak het kogeldraaipunt van de hoofdcilinder vast aan het pedaal. JH1 JH3, en 052 of 053 of 054 of 055 of 056 of 057 of 058 of 060 of 062 a Leg de kabel in de uitsparing op het pedaal (zie de demontagemethode). a Controleer of de kabel perfect in de daarvoor bestemde groef van het pedaal ligt. a Controleer de vrije slag van de koppelingskabel aan de kant van de versnellingsbak. a Stel de vrije slag van de koppelingskabel af, indien nodig (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Koppelingsbediening: Afstellen, blz. 37A-54). a Controleer de werking van het gehele koppelingssysteem. 37A-62

243 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Koppelingspedaal: Uitbouwen - Inbouwen 37A RECHTS STUUR moer van de as van de koppeling Aantrekkoppelsm 16 N.m II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats het koppelingspedaal met zijn veer. Opmerking: UITBOUWEN UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Bouw de kabel uit zijn bevestiging uit, door het pedaal omhoog te trekken en de kabel haaks op het pedaal te zetten. Sla de as niet met een hamer op zijn plaats. a Plaats: - de as van het koppelingspedaal, - de moer van de as van het koppelingspedaal. a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van de as van de koppeling (16 N.m). a Plaats de kabel in zijn uitsparing op het koppelingspedaal. III - LAATSTE STAP a Controleer of de kabel perfect in de daarvoor bestemde groef van het pedaal ligt. a Controleer en stel de vrije slag van de koppelingskabel af, indien nodig (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Koppelingsbediening: Afstellen, blz. 37A-54). a Controleer de werking van het gehele koppelingssysteem a Bouw de moer (1) van de pedaalas uit. a Trek de as naar buiten om het koppelingspedaal vrij te maken. a Trek de veer (3) uit zijn houder (2) van de steun van het koppelingspedaal. a Bouw het koppelingspedaal uit. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Controleer de staat van de componenten. a Vervang defecte delen door nieuwe. a Smeer de as met vet MOLYCOTE 33M (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Ingrediënten - Producten). 37A-63

244 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Koppelingscircuit: Ontluchten 37A JH3, en 160 JR5 a Onmisbaar speciaal gereedschap Ms Controleapparaat van het koelcircuit en van de expansievatdop. Opmerking: De kleinste luchtbel in het circuit kan de werking verstoren (niet goed opkomen van het pedaal, kraken bij het overschakelen). Een slechte ontluchting kan leiden tot een verkeerde diagnose en het onnodig vervangen van onderdelen. Na alle werkzaamheden aan het systeem van de hydraulische koppeling moet het altijd worden ontlucht: - tussen het reservoir en de ontluchtingsnippel, - tussen de ontluchtingsnippel en het hydraulische druklager, a Verwijder de ontluchtingsplug voor een langere pedaalslag. a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Verwijder de beschermplaat onder de motor. a Maak de stekker van de peilzender van het remvloeistofreservoir los. a Verwijder de dop van het remvloeistofreservoir. I - ONTLUCHTEN TUSSEN HET RESERVOIR EN DE ONTLUCHTINGSNIPPEL a Houd het koppelingspedaal omhoog. a Vul het reservoir van het hydraulisch circuit met goedgekeurde vloeistof. a Sluit het gereedschap (Ms ) aan op het reservoir van het hydraulisch circuit. a Sluit een transparante slang aan op de ontluchtingsopening (1) van de hydraulische ontvanger, verbonden met een lege opvangbak onder de ontluchtingsopening. a Druk op het klemmetje (2). LET OP Trek niet aan het klemmetje. Bij een verkeerde behandeling moet de leiding worden vervangen. a Trek de bedieningsleiding van de koppeling een klik omhoog zodat de ontluchtingsopening vrijkomt. a Bedien de pomp van het gereedschap (Ms ). a Laat de remvloeistof in de opvangbak stromen tot er geen luchtbel meer is. LET OP Het vloeistofpeil moet altijd boven de verbinding naar de hydraulische bediening zijn. a Druk de koppelingsleiding terug om de ontluchtingsnippel af te sluiten zodra er vloeistof zonder luchtbellen uitstroomt. LET OP Bij het vergrendelen van de koppelingsleiding hoort u een klik. a Druk het koppelingspedaal een tiental keer in. 37A-64

245 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Koppelingscircuit: Ontluchten 37A JH3, en 160 JR5 II - ONTLUCHTEN TUSSEN DE ONTLUCHTINGSNIPPEL EN HET HYDRAULISCHE DRUKLAGER a Sluit een lege injectiespuit met een volume van 60 cm 3 aan op het einde van de transparante slang. a Druk op het klemmetje (2). LET OP Trek niet aan het klemmetje. Bij een verkeerde behandeling moet de leiding worden vervangen. a Trek de koppelingsleiding een klik los. a Bedien de pomp van het gereedschap (Ms ) en vul het spuitje met de vloeistof. a Sluit de aanvoerslang van de koppelingshoofdcilinder op het reservoir aan. a Druk 5 keer op het koppelingspedaal. a Vul het vloeistofpeil bij tot het maximum merkteken van het reservoir. a Controleer de goede werking van de koppeling. a Herhaal de handeling indien nodig. a Monteer de dop van het remvloeistofreservoir. a Maak de stekker van de peilzender van het remvloeistofreservoir vast. a Monteer de beschermplaat onder de motor. a Spuit langzaam alle vloeistof uit het spuitje terug in het koppelingscircuit. a Herhaal dit 3 keer. a Druk de koppelingsleiding terug om de ontluchtingsnippel af te sluiten zodra er vloeistof zonder luchtbellen uitstroomt. LET OP Bij het vergrendelen van de koppelingsleiding hoort u een klik. a Maak de transparante slang met de injectiespuit los van de ontluchtingsnippel. a Duw de dop weer op de ontluchtingsopening. a Druk het koppelingspedaal een tiental keer in. a Vul het vloeistofpeil bij tot het maximum merkteken van het reservoir. a Controleer de goede werking van de koppeling. a Herhaal de handeling indien nodig. III - IN HET GEVAL VAN EEN LANGE SLAG VAN HET PEDAAL VOLGT U DE VOLGENDE METHODE. a Maak de voedingsslang tussen het reservoir en de koppelingshoofdcilinder los. a Sluit de uitgang van het reservoir af. a Vul de injectiespuit met een beetje goedgekeurde vloeistof. a Sluit de injectiespuit aan op de aanvoerslang tussen het reservoir en de koppelingshoofdcilinder. a Zuig met de injectiespuit aan tot de lucht uit de koppelingshoofdcilinder verwijderd is. a Maak de injectiespuit los. 37A-65

246 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Koppelingshoofdcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 37A JH3, en 160 JR5 Onmisbaar speciaal gereedschap II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE Emb Emb Dop van 24 mm voor uitbouwen - inbouwen koppelingshoofdcilinder. Dop van 24 mm voor uitbouwen - inbouwen koppelingshoofdcilinder Aantrekkoppelsm bevestigingsmoeren van het expansievat 8 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Verwijder de beschermplaat onder de motor. a Bouw de twee bevestigingsmoeren van het expansievat uit. a Duw het expansievat opzij. a Maak de stekker van de peilzender van het remvloeistofreservoir los. a Verwijder de dop van het remvloeistofreservoir. a Zuig met een spuitje zoveel remvloeistof uit het reservoir tot het vloeistofpeil onder de aanvoeropening naar de koppelingshoofdcilinder staat. a Leg een doek onder deze opening. a Maak de aanvoerleiding van de hoofdcilinder op het remvloeistofreservoir los. a Sluit alle openingen af met doppen a Verwijder de dop van de ontluchtingsnippel van de werkcilinder. a Druk op het klemmetje (1) van de werkcilinder. LET OP Trek niet aan het klemmetje. Bij een verkeerde behandeling moet de leiding worden vervangen. a Trek de bedieningsleiding (2) van de koppeling een klik los zodat de ontluchtingsopening vrijkomt. Opmerking: Vang de uitstomende remvloeistof op. a Sluit een transparante slang aan op de ontluchtingsnippel (3) en sluit het andere eind van de slang aan op een leeg reservoir onder de ontluchtingsnippel. a Druk met de hand op het koppelingspedaal (om de hoofdcilinder en de leiding van de koppeling leeg te maken). 37A-66

247 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Koppelingshoofdcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 37A JH3, en 160 JR a Bouw het klemmetje (4), waarmee de verbindingsleiding hoofdcilinder-werkcilinder vastzit op de hoofdcilinder, uit. a Maak de verbindingsleiding hoofdcilinder - werkcilinder (5) op de hoofdcilinder los. a Sluit alle openingen af met doppen. a Bouw de hoofdcilinder op het schutbord uit door hem een kwart slag rechtsom te draaien in de motorruimte (bajonetmontage) met behulp van het gereedschap (7) (Emb. 1596) of (Emb. 1797). INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Controleer de staat van de afdichtingen. Opmerking: De hoofdcilinder heeft een pasnok, waardoor er maar een stand mogelijk is. LET OP Zet geen kracht op de aansluiting bij het monteren. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de hoofdcilinder door hem een kwart slag linkssom te draaien (bajonetmontage) met behulp van het gereedschap (Emb. 1596) a Maak het kogeldraaipunt (6) van de hoofdcilinder los van het koppelingspedaal in het interieur. a Sluit het kogeldraaipunt van de hoofdcilinder aan op het koppelingspedaal in het interieur. a Verwijder de doppen van de openingen. a Plaats de verbindingsleiding hoofdcilinder - werkcilinder op de hoofdcilinder. 37A-67

248 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Koppelingshoofdcilinder: Uitbouwen - Inbouwen 37A JH3, en 160 JR5 a Druk op het klemmetje van de hoofdcilinder. Opmerking: Smeer de twee uiteinden van de aanvoerleiding van de koppelingshoofdcilinder in met remvloeistof om de montage op de aansluiting van het remvloeistofreservoir te vergemakkelijken. a Monteer de leiding tussen de hoofdcilinder en het remvloeistofreservoir. Opmerking: Bij het vergrendelen van de koppelingsleiding hoort u een klik. a Plaats de verbindingsleiding hoofdcilinder - werkcilinder op de werkcilinder. a Verwijder de transparante slang van de ontluchtingsnippel. III - LAATSTE STAP a Verwijder de doppen van de openingen. a Monteer de aanvoerleiding van de hoofdcilinder op het remvloeistofreservoir. a Plaats het expansievat. a Monteer de twee bevestigingsmoeren van het expansievat. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsmoeren van het expansievat (8 N.m). a Vul het remvloeistofreservoir tot het voorgeschreven peil. a Ontlucht de koppelingsbediening (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Koppelingscircuit: Ontluchten, blz. 37A-64). 37A-68

249 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Leiding van de koppelingsbediening: Uitbouwen - Inbouwen 37A JR5 JH3, en 160 Aantrekkoppelsm II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE moeren van het expansievat 8 N.m Opmerking: Na alle werkzaamheden aan het systeem van de hydraulische koppeling moet het altijd worden ontlucht: - tussen het reservoir en de ontluchtingsnippel, - tussen de ontluchtingsnippel en het koppelingsdruklager, - bij een lange slag van het pedaal. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Verwijder de beschermplaat onder de motor. a Bouw de twee moeren van het expansievat uit. a Duw het expansievat opzij. a Maak de stekker van de peilzender van het remvloeistofreservoir los. a Verwijder de dop van het remvloeistofreservoir. a Verwijder zoveel remvloeistof uit het reservoir tot het peil onder de aanvoeropening naar de koppelingshoofdcilinder staat. a Verwijder de dop van de ontluchtingsnippel. a Plaats een doek onder de werkcilinder. a Druk op het klemmetje (1) van de werkcilinder LET OP Trek niet aan het klemmetje. Bij een verkeerde behandeling moet de leiding worden vervangen. a Trek de bedieningsleiding van de koppeling (2) een klik los zodat de ontluchtingsopening vrijkomt. Opmerking: Vang de uitstomende remvloeistof op. a Sluit een transparante slang aan op de ontluchtingsnippel (3) en sluit het andere eind van de slang aan op een leeg reservoir onder de ontluchtingsnippel. a Druk met de hand op het koppelingspedaal (om de hoofdcilinder en de leiding van de koppeling leeg te maken). a Druk op het klemmetje (1) van de werkcilinder. a Maak de leiding (2) op de werkcilinder los en aluit alle openingen af met doppen. 37A-69

250 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Leiding van de koppelingsbediening: Uitbouwen - Inbouwen 37A JR5 JH3, en 160 a Bouw het klemmetje (4), waarmee de verbindingsleiding hoofdcilinder-werkcilinder vastzit op de hoofdcilinder, uit. a Leg een doek onder de hoofdcilinder. a Maak de leiding (5) op de hoofdcilinder los vanuit de motorruimte en sluit alle openingen af met doppen a Maak los: -de twee bevestigingen (6) van de verbinding hoofdcilinder - werkcilinder op de carrosserie, - de bevestiging (7) van de verbindingsleiding hoofdcilinder - werkcilinder op de versnellingsbak. a Bouw de verbindingsleiding (8) hoofdcilinder - werkcilinder uit. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Controleer de staat van de afdichtingen. a Verwijder de doppen van de openingen. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats de verbindingsleiding hoofdcilinder - werkcilinder. a Maak vast: -de bevestiging van de verbindingsleiding hoofdcilinder - werkcilinder op de versnellingsbak.. - de twee bevestigingen van de verbindingsleiding hoofdcilinder - werkcilinder op de carrosserie. a Koppel de leiding aan de hoofdcilinder via de motorruimte. a Monteer het bevestigingsklemmetje waarmee de verbindingsleiding hoofdcilinder-werkcilinder vastzit op de hoofdcilinder. 37A-70

251 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Leiding van de koppelingsbediening: Uitbouwen - Inbouwen 37A JR5 JH3, en 160 a Koppel de leiding aan de werkcilinder. Opmerking: Bij het vergrendelen van de koppelingsleiding hoort u een klik. III - LAATSTE STAP a Plaats het expansievat. a Monteer de twee moeren van het expansievat. a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van het expansievat (8 N.m). a Vul het remvloeistofreservoir tot het voorgeschreven peil. a Ontlucht de koppelingsbediening (zie 37A, Mechanische bedieningsorganen, Koppelingscircuit: Ontluchten, blz. 37A-64). a Monteer de beschermplaat onder de motor. 37A-71

252 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Bedieningshuis van de versnellingsbak: Uitbouwen - Inbouwen 37A K4M of K7M, en JH3 K9K, en JH3 K7J, en JH1 Aantrekkoppelsm bouten van de uitlaat op de katalysator bout van de katalysator op het uitlaatspruitstuk moer van de bedieningsstang van de versnellingsbak 21 N.m 21 N.m 27,5 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen) a Bouw uit: -de bouten (2) van de katalysator op het uitlaatspruitstuk, - de katalysator op het silentbloc a Bouw de moer (1) van de bedieningsstang van de versnellingsbak uit. K7J K7M a Verwijder de beschermplaat onder de motor. a Maak de stekker los van de lambda sonde achter de katalysator. 37A-72

253 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Bedieningshuis van de versnellingsbak: Uitbouwen - Inbouwen 37A K4M of K7M, en JH3 K9K, en JH3 K7J, en JH1 K9K II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Bouw de bouten (3) van de uitlaatlijn op de voorkatalysator uit. a Duw de uitlaat opzij a Maak de stofhoes op de middenconsole los. a Bouw de middenconsole uit (zie Middenconsole: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoires interieur). a Bouw de bout (4) van het bedieningshuis van de versnellingen uir. a Maak het bedieningshuis van de versnellingen bij (5) los van de bodemplaat. a Laat het bedieningshuis van de versnellingen zakken tot het rust op de uitlaatlijn. a Bouw het bedieningshuis van de versnellingen tussen de uitlaatlijn en de tunnel door uit. INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats het bedieningshuis van de versnellingen tussen de uitlaatlijn en de tunnel door terug op zijn plaats. a Maak het bedieningshuis van de versnellingen vast aan de bodemplaat. a Monteer de bouten van het bedieningshuis van de versnellingen. II - LAATSTE STAP a Monteer de middenconsole (zie Middenconsole: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoires interieur). a Maak de stofhoes op de middenconsole vast. 37A-73

254 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Bedieningshuis van de versnellingsbak: Uitbouwen - Inbouwen 37A K4M of K7M, en JH3 K9K, en JH3 K7J, en JH1 K9K, en 790 a Plaats de uitlaatlijn. a Monteer de bouten van de uitlaat op de katalysator. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van de uitlaat op de katalysator (21 N.m). K7J K7M a Monteer de bouten van de katalysator op het uitlaatspruitstuk. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bout van de katalysator op het uitlaatspruitstuk (21 N.m). a Sluit de stekker van de lambda sonde achter de katalysator aan. a Monteer de beschermplaat onder de motor. a Smeer met vet MOLYCOTE 33M de bevestigingsas van de bedieningsstang op de versnellingshendel. a Plaats: - de bedieningsstang van de versnellingsbak, - de moer van de bedieningsstang van de versnellingsbak. a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van de bedieningsstang van de versnellingsbak (27,5 N.m). 37A-74

255 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Bedieningshuis van de versnellingsbak: Uitbouwen - Inbouwen 37A JH3, en 160 JR5 Aantrekkoppelsm II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE bouten van het bedieningshuis van de versnellingen bevestigingen van de uitlaat op de katalysator moeren van het expansievat 21 N.m 21 N.m 8 N.m I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). a Bouw de moeren van het expansievat uit. a Duw het expansievat weg van zijn steun. K9K, en 792 of 794 of a Maak de bedieningskabels van de versnellingsbak los bij (3). a Maak de luchtslang tussen de turbocompressor en de tussenkoeler los bij (1). a Bouw de moer (2) van de luchtslang op de versnellingsbak uit. a Duw de luchtslang weg a Maak de kabelstoppen van de bedieningskabels van de versnellingsbak los door te drukken bij (4). K7J of K7M a Verwijder de beschermplaat onder de motor a Maak de stekker los van de lambda sonde achter de katalysator. 37A-75

256 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Bedieningshuis van de versnellingsbak: Uitbouwen - Inbouwen 37A JH3, en 160 JR5 K9K a Bouw uit: - de bevestigingen (5) van de katalysator op het uitlaatspruitstuk, - de katalysator op het silentbloc a Bouw de bevestigingen (6) van de uitlaatlijn op de katalysator uit. a Duw de uitlaat opzij. a Maak de stofhoes op de middenconsole los. a Bouw de middenconsole uit (zie Middenconsole: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoires interieur). 37A-76

257 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Bedieningshuis van de versnellingsbak: Uitbouwen - Inbouwen 37A JH3, en 160 JR5 a Monteer de bevestigingen van de uitlaat op de katalysator. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingen van de uitlaat op de katalysator (21 N.m). K7J of K7M a Sluit de stekker van de lambda sonde achter de katalysator aan. a Monteer de beschermplaat onder de motor. a Klem vast: - de kabelstoppen van de bedieningskabels van de versnellingsbak, - de bedieningskabels van de versnellingsbak. a Bouw de bouten (7) van het bedieningshuis van de versnellingen uit. a Maak het bedieningshuis van de versnellingen bij (8) los van de bodemplaat. a Laat het bedieningshuis van de versnellingen zakken zodat het steunt op de uitlaat. a Bouw het bedieningshuis van de versnellingen tussen de uitlaat en de tunnel door uit. I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a De uitwendige bedieningseenheid en de bedieningshendels op de bak moeten beslist in de stand "neutraal" staan bij het vastmaken van de kabels aan de versnellingsbak. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats het bedieningshuis van de versnellingen III - LAATSTE STAP K9K, en 792 of 794 of 796 a Monteer de bevestigingsmoer van de luchtslang op de versnellingsbak. a Sluit de luchtslang tussen de turbocompressor en de tussenkoeler aan. a Plaats: - het expansievat op zijn steun, - de moeren van het expansievat. a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van het expansievat (8 N.m). a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). a Maak het bedieningshuis van de versnellingen vast aan de bodemplaat. a Monteer de bout van het bedieningshuis van de versnellingen. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bouten van het bedieningshuis van de versnellingen (21 N.m). a Monteer de middenconsole (zie Middenconsole: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoires interieur). a Maak de stofhoes op de middenconsole vast. 37A-77

258 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Parkeerremkabels: Uitbouwen - Inbouwen 37A UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw uit: -de middenconsole (zie Middenconsole: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoires interieur), - de wielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), - de trommels (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13). II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Maak los: - de kabels (3) van zijn houder, - de buitenkabels van hun borgplaten op de carrosserie (4) met behulp van een tang, a Maak de parkeerremkabels los van hun geleider. a Bouw de parkeerremkabels uit. INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de parkeerremkabels. a Maak de parkeerremkabels vast aan hun geleiders a Bouw de parkeerremkabel (1) uit van de hendel met behulp van een tang en een schroevendraaier. a Maak de buitenkabel (2) van de parkeerrem los van de remankerplaat. 37A-78

259 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Parkeerremkabels: Uitbouwen - Inbouwen 37A a Maak de buitenkabel van de parkeerrem vast aan de remankerplaat. a Monteer de parkeerremkabel in zijn houder van de hendel met behulp van een tang en een schroevendraaier. a Controleer het correct aanliggen van de kabels (5) op de hendels. a Maak de buitenkabel vast in zijn borgplaat op de carrosserie. a Klem vast: - de kabels (3) bij de hendel, de buitenkabels van hun borgplaten op de carrosserie (4). a Stel de parkeerremkabels af (zie Parkeerremhendel: Afstellen). II - LAATSTE STAP a Plaats: - de trommels (zie 33A, Achtertrein, Remtrommel achter: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 33A-13), - de wielen (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1), -de middenconsole (zie Middenconsole: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 57A, Accessoires interieur). 37A-79

260 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Uitwendig schakelmechanisme: Uitbouwen - Inbouwen 37A K7J, en JH1 of JH3 K4M of K7M, en JH3 K9K, en 790, en JH3 Aantrekkoppelsm II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE moer van de bedieningsstang van de versnellingsbak bevestigingsbout van de bedieningsstang van de versnellingsbak 27,5 N.m 27,5 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie 02A, Hefmiddelen, Auto: Slepen en heffen). a Bouw de bevestigingsmoeren van het expansievat uit. a Duw opzij: - het expansievat van zijn steun, - de stofhoes van de bediening van de versnellingsbak a Bouw de bout (1) van de bedieningsstang van de versnellingsbak uit. N.B.: De stang is gemonteerd met een vulstuk, verlies dit niet bij het uitbouwen van de bout (1). LET OP Zet niet de moer van de afstelbeugel van de bedieningsstang los. a Bouw uit: de moer (2) van de bedieningsstang van de versnellingsbak, 37A-80

261 MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Uitwendig schakelmechanisme: Uitbouwen - Inbouwen 37A K7J, en JH1 of JH3 K4M of K7M, en JH3 K9K, en 790, en JH3 - de bedieningsstang van de versnellingsbak. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Smeer met vet MOLYCOTE 33M de bevestigingsassen van de bedieningsstang. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats: - de bedieningsstang van de versnellingsbak, - de bevestigingsmoer van de bedieningsstang van de versnellingsbak, a Zet vast met het aantrekkoppel: de moer van de bedieningsstang van de versnellingsbak (27,5 N.m). a Monteer de bevestigingsbout van de bedieningsstang van de versnellingsbak. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout van de bedieningsstang van de versnellingsbak (27,5 N.m). III - LAATSTE STAP a Plaats de stofhoes van de bediening van de versnellingsbak. a Plaats: - het expansievat op zijn steun, - de bevestigingsmoeren van het expansievat. 37A-81

262 ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN ABS : Voorzorgen bij de reparatie 38C pedaalknecht diagnoseapparaat Onmisbaar materiaal LET OP Zet het contact van de auto uit om de elektrokleppen van de hydraulische eenheid niet te activeren tijdens het ontluchten van het remcircuit. I - VEILIGHEID - Houd u bij het gebruik van een hefbrug aan de veiligheidsvoorschriften (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). - Bescherm de onderdelen van de carrosserie met een hoes tegen remvloeistof. - Leg nooit metalen voorwerpen op de accu, om iedere kans op vonken te voorkomen. - Remvloeistof is zeer corrosief. Verwijder zorgvuldig alle op de auto gemorste remvloeistof. II - REINHEID - Reinig de omgeving van het remsysteem met REM- MENREINIGER (zie Auto: Onderdelen en ingrediënten voor de reparatie) (MR 388, 04B, Producten). - Indien een nieuw onderdeel wordt gemonteerd, haal dit dan pas op het allerlaatste moment uit de verpakking. 2 - Opname-element wielsnelheid LET OP Om de goede werking van het opname-element wielsnelheid te garanderen, mag u de tandschijf van het opname-element op het lager niet beschadigen. LET OP Om het lager van de voorwielnaaf niet onherstelbaar te beschadigen: - Zet de aandrijfasmoer niet los of vast met de wielen op de grond. - Laat de auto niet op de grond rusten met losgezette of uitgebouwde aandrijfas. LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. III - BEROEPSVOORSCHRIFTEN - Als het openen van het remcircuit noodzakelijk is, moet u het gereedschap pedaalknecht op het rempedaal zetten om het wegstromen van remvloeistof te beperken. - Na alle werkzaamheden aan het antiblokkeersysteem van de wielen, moet u verplicht de reparatie controleren door een proefrit en een controle met behulp van het diagnoseapparaat (zie Diagnose - Vervangen van organen) (MR 390, 38C, Antiblokkeersysteem van de wielen). 1 - Hydraulische regeleenheid LET OP Plaats de draad van de massakabelschoen van de stekker van de rekeneenheid van de hydraulische eenheid naar onderen voor een optimale afdichting. 38C-1

263 ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN Opname element wielsnelheid voor: Uitbouwen - Inbouwen 38C UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Zet de auto op een tweekolomshefbrug (zie Auto: Slepen en Heffen) (MR 388, 02A, Hefmiddelen). a Bouw het voorwiel uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). a Maak het achterste deel van het scherm van de voorwielkuip gedeelltelijk vrij (zie Schild in wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant). LET OP Om de kabel van het opname-element wielsnelheid niet te beschadigen: - Zet de kabel niet onder spanning, - Verdraai de kabel niet, - Controleer of er geen contact is met de omliggende onderdelen, - Gebruik geen gereedschap dat de kabel zou kunnen beschadigen. II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Maak het opname-element wielsnelheid voor los bij (3). a Maak de stekker (4) van het opname-element wielsnelheid los op de kabelbundel voor van het ABS. a Bouw het opname-element wielsnelheid uit. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a Opmerking: Vervang systematisch het isolatieschuim van het opname-element wielsnelheid a Maak het opname-element wielsnelheid voor los bij (1). a Verwijder het isolatieschuim (2) op de naafhouder. a Beweeg het lipje van de houder van het opnameelement voorzichtig met een platte schroevendraaier om het opname-element wielsnelheid vrij te maken. a Maak de stekker het opname-element wielsnelheid los van de beugel van de naafhouder. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Plaats het isolatieschuim terug in de naafhouder. a Sluit de stekkers van het opname-element wielsnelheid voor aan: - op de kabelbundel voor van het ABS, - op het beugeltje van de naafhouder. a Maak het opname-element wielsnelheid voor vast. 38C-2

264 ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN Opname element wielsnelheid voor: Uitbouwen - Inbouwen 38C III - LAATSTE STAP a Monteer het scherm van de voorwielkuip (zie Schild in wielkuip voor: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 389, 55A, Bescherming buitenkant). a Monteer het voorwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). 38C-3

265 ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN Opname element wielsnelheid achter: Uitbouwen - Inbouwen 38C Aantrekkoppelsm II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE moeren van de bescherming van het opnameelement wielsnelheid achter bout van het opnameelement wielsnelheid 14 N.m 14 N.m UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Bouw het achterwiel uit (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1). LET OP Om de kabel van het opname-element wielsnelheid niet te beschadigen: - Zet de kabel niet onder spanning, - Verdraai de kabel niet, - Controleer of er geen contact is met de omliggende onderdelen, - Gebruik geen gereedschap dat de kabel zou kunnen beschadigen a Maak het opname-element wielsnelheid los bij (1). a Bouw de bout (2) van het opname-element wielsnelheid achter op de remankerplaat los. a Maak het opname-element wielsnelheid achter los van de beugel van de remankerplaat a Bouw uit: - de moeren (3) van de bescherming van het opname-element wielsnelheid achter, - de klemmetjes (4) van de bescherming van het opname-element wielsnelheid achter. 38C-4

266 ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN Opname element wielsnelheid achter: Uitbouwen - Inbouwen 38C a Monteer de bout van het opname-element wielsnelheid achter. a Zet vast met het aantrekkoppel: de bout van het opname-element wielsnelheid (14 N.m). a Maak het opname-element wielsnelheid achter vast. II - LAATSTE STAP a Monteer het achterwiel (zie 35A, Wielen en banden, Wiel: Uitbouwen - Inbouwen, blz. 35A-1) a Druk en verbuig de bescherming van het opnameelement wielsnelheid achter lichtjes weg. a Maak het opname-element wielsnelheid achter los bij (5). a Maak de stekker (6) van het opname-element wielsnelheid los op de kabelbundel achter van het ABS. a Bouw het opname-element wielsnelheid achter uit. INBOUWEN I - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Sluit de stekker van het opname-element wielsnelheid aan op de kabelbundel achter van het ABS. a Maak het opname-element wielsnelheid vast op de bescherming van het opname-element wielsnelheid achter. a Plaats: - de bescherming van het opname-element wielsnelheid achter op de carrosserie, - de moeren van de bescherming van het opnameelement wielsnelheid achter, - de klemmetjes van de bescherming van het opname-element wielsnelheid achter. a Zet vast met het aantrekkoppel: de moeren van de bescherming van het opname-element wielsnelheid achter (14 N.m). a Monteer het opname-element wielsnelheid achter op van de beugel van de remankerplaat. 38C-5

267 ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN Presentatie 38C De auto heeft het antiblokkeersysteem BOSCH 8.0 Het systeem BOSCH 8.0 bestaat uit het antiblokkeersysteem en een elektronische remkrachtverdeler. BELANGRIJK: Na iedere reparatie aan het systeem, moet de reparatie altijd worden bevestigd door een proefrit. BESCHRIJVING VAN HET ANTIBLOKKEERSYSTEEM Het antiblokkeersysteem van de wielen bestaat uit: - vier opname elementen voor de wielsnelheden, - een rembekrachtiger, - een elektrische pomp bestaande uit: een hydraulische pomp, een drukregeleenheid (acht elektrokleppen), een rekeneenheid, een druksensor. 38C-6

268 ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN ABS zonder ESP: Schema van de werking 38C ABS Hydraulische eenheid met acht elektrokleppen Merkteken Omschrijving (1) Hydraulische regeleenheid (2) Waarschuwingslampje ABS op instrumentenpaneel (3) Diagnoseaansluiting (4) Rijsnelheid (5) Remschijf met lager met instrument (6) Opname-element wielsnelheid (7) Accu (8) Remlichtschakelaar (9) Hoofdremcilinder Merkteken (A) Type verbinding Netwerk CAN 38C-7

269 ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN ABS zonder ESP: Schema van de werking 38C ABS Merkteken (B) (C) Type verbinding Draadverbinding Hydraulische verbinding N.B.: De hydraulische eenheid van het ABS heeft 8 elektrokleppen en de rekeneenheid heeft 26 aansluitingen. 38C-8

270 ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN ABS zonder ESP : Beschrijving 38C De auto heeft het BOSCH 8.0 systeem dat uitsluitend bestaat uit een antiblokkeersysteem. BELANGRIJK: Na iedere reparatie aan het systeem, moet de reparatie altijd worden bevestigd door een proefrit. Het antiblokkeersysteem van de wielen bestaat uit: een rembekrachtiger (30), - een elektrische pompgroep bestaande uit: een hydraulische pomp (27), een drukmodulatie eenheid (acht elektrokleppen), een rekeneenheid (28), - vier opname elementen bij de wielen (29) C-9

271 ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN ABS zonder ESP : Beschrijving 38C (A) (B) (C) (D) (E) (F) (G) (H) (I) (J) (K) (L) (M) Remdr uk afkomstig van de hoofdremcilinder Informatie van de opname elementen bij de wielen Diagnoseaansluiting Voeding (+ voor contact) Voeding (+ na contact) Informatie van het opname element remlicht Draadverbinding Hydraulische verbinding Elektrische pomp (hydraulische eenheid, rekeneenheid) Diagnoseaansluiting Waarschuwingslampje rem Waarschuwingslampje ABS Geregelde remdruk op het of de betreffende wiel(en) Aansl. (5) Voeding opname-element snelheid links voor (6) Voeding opname-element snelheid links achter (7) Niet in gebruik (8) Voeding opname-element snelheid rechts achter (9) Voeding opname-element snelheid rechts voor (10) Signaal opname-element snelheid rechts voor (11) lijn K (diagnose) (12) Waarschuwingslampje remsysteem (13) Niet in gebruik Omschrijving Opmerking: De rekeneenheid vormt één geheel met de elektrische pompgroep. (14) Niet in gebruik (15) Niet in gebruik (16) Voeding opname-element snelheid links voor (17) Signaal opname-element snelheid links achter (18) 12V na contact (via zekering) (19) Signaal opname-element snelheid rechts achter (20) Schakelaar remlichten (21) Niet in gebruik (22) Waarschuwingslampje ABS (23) Niet in gebruik (24) Niet in gebruik Aansl. Omschrijving (25) Niet in gebruik (1) Massa pompmotor (26) Niet in gebruik (2) Voeding pompmotor (Voor contact) (3) Voeding elektrokleppen (Voor contact) (4) Massa's elektrokleppen en rekeneenheid 38C-10

272 ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN Hydraulische remeenheid: Uitbouwen - Inbouwen 38C ABS Onmisbaar materiaal pedaalknecht Aantrekkoppelsm bevestigingsbouten van de hydraulische eenheid op zijn steun bouten van de steun van de hydraulische regeleenheid wartels van de remleidingen op de hydraulische eenheid 8 N.m 22 N.m 14 N.m LET OP Vang de wegstromende vloeistof op zodat de onderdelen in de omgeving niet beschadigen. UITBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET UITBOUWEN a Maak de accu los (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). a Plaats een pedaalknecht op het rempedaal om het wegstromen van remvloeistof te beperken a Bouw de drie bevestigingen van de geluidsisolatie rechts uit (indien aanwezig). a Duw de geluidsisolatie weg om bij de hydraulische eenheid te kunnne komen (indien aanwezig). a Maak de stekker los van de hydraulische eenheid door de beugel (1) omhoog te trekken. a Maak los: - de kabel van de stekker van de hydraulische eenheid (2), - de metalen remleiding (3). 38C-11

273 ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN Hydraulische remeenheid: Uitbouwen - Inbouwen 38C ABS II - UITBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbouten van de hydraulische eenheid op zijn steun (8 N.m). a Plaats: - de hydraulische eenheid met zijn steun, - de bevestigingsbouten van de steun van de hydraulische regeleenheid, -de wartels van de metalen remleidingen op de hydraulische eenheid. a Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels: -de bouten van de steun van de hydraulische regeleenheid (22 N.m), -de wartels van de remleidingen op de hydraulische eenheid (14 N.m). III - LAATSTE STAP a Klem vast: - de metalen remleiding, a Draai los: -de wartels van de metalen remleidingen op de hydraulische eenheid (4), - bevestigingsbouten van de hydraulische eenheid (5). a Bouw uit: de bevestigingsbouten van de steun van de hydraulische regeleenheid, - de kabel van de stekker van de hydraulische eenheid. a Sluit de stekker op de hydraulische eenheid aan. a Ontlucht het remcircuit (zie 30A, Algemeen, Remcircuit: Ontluchten, blz. 30A-3). a Monteer de geluidsisolatie (indien aanwezig). a Sluit de accu aan (zie Accu: Uitbouwen - Inbouwen) (MR 388, 80A, Accu). - de hydraulische eenheid met zijn steun, - de hydraulische eenheid van zijn steun. INBOUWEN I - VOORBEREIDING VOOR HET INBOUWEN a LET OP Plaats de draad van de massakabelschoen van de stekker van de rekeneenheid van de hydraulische eenheid naar onderen voor een optimale afdichting. II - INBOUWEN VAN HET ONDERZOCHTE a Monteer de hydraulische eenheid op zijn steun. 38C-12

CONTROLESYSTEEM VAN DE BANDENSPANNING STUURBEKRACHTIGING MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN AUTOMATISCHE PARKEERREM ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN

CONTROLESYSTEEM VAN DE BANDENSPANNING STUURBEKRACHTIGING MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN AUTOMATISCHE PARKEERREM ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN Chassis ALGEMEEN VOORTREIN ACHTERTREIN WIELEN EN BANDEN CONTROLESYSTEEM VAN DE BANDENSPANNING STUURINRICHTING STUURBEKRACHTIGING MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN AUTOMATISCHE PARKEERREM ANTIBLOKKEERSYSTEEM

Nadere informatie

ALGEMEEN Maten van het remsysteem 30

ALGEMEEN Maten van het remsysteem 30 ALGEMEEN Algemeen principeschema van het remsysteem 30 ALGEMEEN Maten van het remsysteem 30 VOOR T R E I N ALGEMEEN Aantrekkoppels (dan.m) 30 VOOR T R E I N ALGEMEEN Aantrekkoppels (dan.m) 30 A C H T E

Nadere informatie

6 Airconditioning AIRCONDITIONING X91 62A

6 Airconditioning AIRCONDITIONING X91 62A 6 Airconditioning AIRCONDITIONING X91 MAART 2007 Edition néerlandaise De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen

Nadere informatie

0 Algemeen GEGEVENS VAN DE AUTO - MECHANISCH MECHANISCHE INLEIDING HEFMIDDELEN SMEERMIDDELEN INGREDIËNTEN - PRODUCTEN X91 01A 01D 02A 04A 04B

0 Algemeen GEGEVENS VAN DE AUTO - MECHANISCH MECHANISCHE INLEIDING HEFMIDDELEN SMEERMIDDELEN INGREDIËNTEN - PRODUCTEN X91 01A 01D 02A 04A 04B 0 Algemeen 01A GEGEVENS VAN DE AUTO - MECHANISCH 01D MECHANISCHE INLEIDING HEFMIDDELEN 04A SMEERMIDDELEN 04B INGREDIËNTEN - PRODUCTEN X91 MAART 2007 Edition néerlandaise De door de constructeur voorgeschreven

Nadere informatie

Chassis ALGEMEEN VOORTREIN ACHTERTREIN WIELEN EN BANDEN STUURINRICHTING MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN ELEKTRONISCH GESTUURDE HYDRAULISCHE SYSTEMEN

Chassis ALGEMEEN VOORTREIN ACHTERTREIN WIELEN EN BANDEN STUURINRICHTING MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN ELEKTRONISCH GESTUURDE HYDRAULISCHE SYSTEMEN Chassis ALGEMEEN VOORTREIN ACHTERTREIN WIELEN EN BANDEN STUURINRICHTING MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN ELEKTRONISCH GESTUURDE HYDRAULISCHE SYSTEMEN BG0A - BG0B - BG0D - BG0G - KG0A - KG0B - KG0D - KG04

Nadere informatie

2 Aandrijving AUTOMATISCHE TRANSMISSIE AANDRIJFASSEN X91 23A 29A

2 Aandrijving AUTOMATISCHE TRANSMISSIE AANDRIJFASSEN X91 23A 29A 2 Aandrijving AUTOMATISCHE TRANSMISSIE AANDRIJFASSEN X91 MAART 2007 Edition néerlandaise De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document beschreven, zijn gemaakt volgens

Nadere informatie

0 Algemeen HEFMIDDELEN CARROSSERIE INNOVATIES X91 02A 02B

0 Algemeen HEFMIDDELEN CARROSSERIE INNOVATIES X91 02A 02B 0 Algemeen HEFMIDDELEN 02B CARROSSERIE INNOVATIES X91 MAART 2007 Edition néerlandaise De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document beschreven, zijn gemaakt volgens de

Nadere informatie

Vervangt hoofdstuk 29 van Service Mededelingen 2639A en 2651A

Vervangt hoofdstuk 29 van Service Mededelingen 2639A en 2651A SERVICE MEDEDELING Edition néerlandaise (wit) SAFRANE JANUARI 1997 77 11 192 134 Type B 54 L, F 2697A Service 0422 S/Chapitre 29 Vervangt hoofdstuk 29 van Service Mededelingen 2639A en 2651A 29 BIJZONDERHEDEN

Nadere informatie

4 Plaatwerk ALGEMEEN BODEMPLAAT VOOR CENTRALE BODEMPLAAT ZIJKANT BODEMPLAAT BODEMPLAAT ACHTER BOVENBOUW VOOR BOVENBOUW ZIJKANT BOVENBOUW ACHTERZIJDE

4 Plaatwerk ALGEMEEN BODEMPLAAT VOOR CENTRALE BODEMPLAAT ZIJKANT BODEMPLAAT BODEMPLAAT ACHTER BOVENBOUW VOOR BOVENBOUW ZIJKANT BOVENBOUW ACHTERZIJDE 4 Plaatwerk 40A ALGEMEEN 41A BODEMPLAAT VOOR 41B CENTRALE BODEMPLAAT 41C ZIJKANT BODEMPLAAT 41D BODEMPLAAT ACHTER 42A BOVENBOUW VOOR 43A BOVENBOUW ZIJKANT 44A BOVENBOUW ACHTERZIJDE 45A BOVENKANT CARROSSERIE

Nadere informatie

0 Algemeen GEGEVENS VAN DE AUTO - MECHANISCH HEFMIDDELEN INGREDIËNTEN - PRODUCTEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN X74 01A 02A 04B 05A

0 Algemeen GEGEVENS VAN DE AUTO - MECHANISCH HEFMIDDELEN INGREDIËNTEN - PRODUCTEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN X74 01A 02A 04B 05A 0 Algemeen 01A GEGEVENS VAN DE AUTO - MECHANISCH 02A HEFMIDDELEN 04B INGREDIËNTEN - PRODUCTEN 05A OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN X74 DECEMBER 2004 Edition néerlandaise De door de constructeur voorgeschreven

Nadere informatie

HEFMIDDELEN SMEERMIDDELEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN AFSTELWAARDEN AANDRIJFGROEP AFSTELWAARDEN VOOR- EN ACHTERTREINHOEKEN

HEFMIDDELEN SMEERMIDDELEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN AFSTELWAARDEN AANDRIJFGROEP AFSTELWAARDEN VOOR- EN ACHTERTREINHOEKEN Algemeen GEGEVENS HEFMIDDELEN SLEPEN SMEERMIDDELEN PRODUCTEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN AFSTELWAARDEN AANDRIJFGROEP AFSTELWAARDEN VOOR- EN ACHTERTREINHOEKEN BJ0F - BJ0G - BJ0J - BJ0K - BJ0V 77 11 311 004

Nadere informatie

HANDELING Nr. H : Werkzaamheden aan de voorremmen. VERVANGING VAN EEN REMTROMMEL

HANDELING Nr. H : Werkzaamheden aan de voorremmen. VERVANGING VAN EEN REMTROMMEL HANDELING Nr. H78.451-1: Werkzaamheden aan de voorremmen. 1 VERVANGING VAN EEN REMTROMMEL NB: Met ingang van februari 1967, zijn de remtrommels van een ander materiaal gemaakt. Het is noodzakelijk om twee

Nadere informatie

VERVANGING VAN EEN TORSIESTAAF VOOR

VERVANGING VAN EEN TORSIESTAAF VOOR HANDELING Nr. H78.433-1a: Vervanging van een torsiestaaf voor. 1 VERVANGING VAN EEN TORSIESTAAF VOOR ZEER BELANGRIJK: Gezien de nogal grote kracht die met behulp van een hefboom moet worden uitgeoefend

Nadere informatie

1 of 4 20/01/ :42

1 of 4 20/01/ :42 1 of 4 20/01/2013 20:42 Uitgegeven: 16-nov-2012 Voorwielophanging - Voorwiellager en wielnaaf Auto's gebouwd vanaf 01/1999 Verwijderen en aanbrengen Verwijderen 1. Krik de voorkant van het voertuig op.

Nadere informatie

1) Demonteer het wiel. 2) Verwijder de remblokken en druk de remzuiger met het juiste gereedschap terug in de cilinder.

1) Demonteer het wiel. 2) Verwijder de remblokken en druk de remzuiger met het juiste gereedschap terug in de cilinder. Uitbouwen 1. Uitbouwen 1) Demonteer het wiel 2) Verwijder de remblokken en druk de remzuiger met het juiste gereedschap terug in de cilinder. 3) Maak de remtang los van zijn steun, waarbij de remleiding

Nadere informatie

Algemeen GEGEVENS HEFMIDDELEN SLEPEN SMEERMIDDELEN PRODUCTEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN AFSTELWAARDEN AANDRIJFGROEP

Algemeen GEGEVENS HEFMIDDELEN SLEPEN SMEERMIDDELEN PRODUCTEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN AFSTELWAARDEN AANDRIJFGROEP Algemeen GEGEVENS HEFMIDDELEN SLEPEN SMEERMIDDELEN PRODUCTEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN AFSTELWAARDEN AANDRIJFGROEP AFSTELWAARDEN VOOR- EN ACHTERTREINHOEKEN 77 11 315 104 FEBRUARI 2002 EDITION NEERLANDAISE

Nadere informatie

2 Aandrijving KOPPELING HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK AUTOMATISCHE TRANSMISSIE AANDRIJFASSEN X74 20A 21A 23A 29A

2 Aandrijving KOPPELING HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK AUTOMATISCHE TRANSMISSIE AANDRIJFASSEN X74 20A 21A 23A 29A 2 Aandrijving 20A KOPPELING 21A HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK 23A AUTOMATISCHE TRANSMISSIE 29A AANDRIJFASSEN X74 DECEMBER 2004 Edition néerlandaise De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden,

Nadere informatie

Remmen van personenauto s

Remmen van personenauto s Remmen van personenauto s Gebruikte remsystemen: Trommelremmen Schijfremmen Bediening: Mechanisch Hydraulisch 1 Trommelremmen Systemen: Simplex = Dubbelwerkende remcilinder. 1 bekrachtigde en 1 onbekrachtigde

Nadere informatie

Remmen: blokken, schijven, klauwen, slangen, remolie verversen en ontluchten

Remmen: blokken, schijven, klauwen, slangen, remolie verversen en ontluchten Remmen: blokken, schijven, klauwen, slangen, remolie verversen en ontluchten 31/01/2013 : Copyright BMW 7-Series Club Nederland Deze procedure geldt voor de 740 en de 750, de 735 heeft andere remklauwen.

Nadere informatie

R157.32 Montage/demontage richtlijnen

R157.32 Montage/demontage richtlijnen R157.32 Montage/demontage richtlijnen AUDI: SEAT: SKODA: VOLKSWAGEN: A1, A2 Cordoba IV, Ibiza (III, IV, V) Fabia (FL, II), Roomster, Rapid Polo (VII, VIII, IX), Fox OE referentie 6R0407621E IDENTIFICATIE

Nadere informatie

2 Aandrijving KOPPELING HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK AANDRIJFASSEN X90 20A 21A 29A

2 Aandrijving KOPPELING HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK AANDRIJFASSEN X90 20A 21A 29A 2 Aandrijving 20A KOPPELING 21A HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK 29A AANDRIJFASSEN X90 DECEMBER 2005 Edition néerlandaise De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document

Nadere informatie

Saab 9-3 CV M04-, 4D/5D M06-

Saab 9-3 CV M04-, 4D/5D M06- SCdefault 900 Montagerichtlijn SITdefault MONTERINGSANVISNING INSTALLATION INSTRUCTIONS MONTAGEANLEITUNG INSTRUCTIONS DE MONTAGE Sportchassis Accessories Part No. Group Date Instruction Part No. Replaces

Nadere informatie

(zie afbeelding 3) 39-49 Nm (65 mm) 39-49 Nm (57 mm) (zie afbeelding 3) 39-49 Nm (60 mm) 29-39 Nm (11 mm)

(zie afbeelding 3) 39-49 Nm (65 mm) 39-49 Nm (57 mm) (zie afbeelding 3) 39-49 Nm (60 mm) 29-39 Nm (11 mm) 1 Montagehandleiding versnellingsbak demontage en montage Standaard NISSAN; TERRANO II (R20); 2.7 TDi 4WD Aanwijzing(en) De motor is in de lengterichting gemonteerd met aangeflenste overbrenging en daarmee

Nadere informatie

37A. MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Bedieningseenheid van de versnellingen: Afstellen 37A-82. JR5 of PK4 of PK6

37A. MECHANISCHE BEDIENINGSORGANEN Bedieningseenheid van de versnellingen: Afstellen 37A-82. JR5 of PK4 of PK6 JR5 of PK4 of PK6 132481 a Zet een permanente vulring (2) 7 mm dik tussen de inschakeling en de bedieningseenheid van de versnellingen. 18655 a Blokkeer het geheel met een band (3) tijdens de rest van

Nadere informatie

SCdefault. 9-5 Montagerichtlijn

SCdefault. 9-5 Montagerichtlijn SCdefault 9-5 Montagerichtlijn SITdefault Wielophangingskit MONTERINGSANVISNING INSTALLATION INSTRUCTIONS MONTAGEANLEITUNG INSTRUCTIONS DE MONTAGE Accessories Part No. Group Date Instruction Part No. Replaces

Nadere informatie

1. Verwijder de wielnaaf /remtrommel

1. Verwijder de wielnaaf /remtrommel HANDELING Nr H78.413-1: Werkzaamheden aan de voorwiellagerhuizen 1 'VERVANGING VAN EEN WIELLAGER UITBOUWEN. 1. Verwijder de wielnaaf /remtrommel Zie hand. H78.451-1. 2. Demontage van de wielnaaf/remtrommel

Nadere informatie

SCdefault. 900 Montagerichtlijn

SCdefault. 900 Montagerichtlijn SCdefault 900 Montagerichtlijn SITdefault Sportchassis MONTERINGSANVISNING INSTALLATION INSTRUCTIONS MONTAGEANLEITUNG INSTRUCTIONS DE MONTAGE Accessories Part No. Group Date Instruction Part No. Replaces

Nadere informatie

Voer de vervanging in de volgende volgorde uit:

Voer de vervanging in de volgende volgorde uit: vervangen op PEUGEOT 206 Voer de vervanging in de volgende volgorde uit: 1 Vervang de remschijven op de PEUGEOT 206 volledig op elke as. Onafhankelijk van de staat van de componenten. Dit zorgt ervoor

Nadere informatie

versie dd 28-09-2010 Keuringsprotocol

versie dd 28-09-2010 Keuringsprotocol Keuringsprotocol Wat houdt de abc-keuring in? De abc-keuring van Van Abeelen Keuringen geeft inzicht in de actuele technische toestand van een voertuig. Bij de keuring wordt dit protocol stipt gevolgd.

Nadere informatie

8 Elektrische installatie

8 Elektrische installatie 8 Elektrische installatie 80A ACCU 80B VERLICHTING VOORZIJDE 81A VERLICHTING ACHTER 81C ZEKERING X91 MAART 2007 Edition néerlandaise De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit

Nadere informatie

Remvloeistof vervangen

Remvloeistof vervangen Remvloeistof vervangen Interval: Remvloeistof: twee jaarlijks 0,5 liter DOT4 Hoe werkt het? De V50 Nato is voorzien van drie schijfremmen: twee die het voorwiel afremmen en één die het achterwiel afremt.

Nadere informatie

De RENAULT ONDERHOUDSBEURT

De RENAULT ONDERHOUDSBEURT Pagina 5. De Renault onderhoudsbeurt 6. Motor 7. Benzine en dieselmotor / roetfilter 8. Turbo & intercooler 9. Smeersysteem 10. Koelvloeistof systeem 11. In- & uitlaatsysteem 12. Aandrijflijn 13. Handgeschakelde

Nadere informatie

R Montage en demontage instructies

R Montage en demontage instructies R140.06/NL/01-07-2014 R140.06 Montage en demontage instructies NISSAN: OPEL: R.V.I.: RENAULT: Interstar (I, II en II FL) Movano (A, A FL en A FL 2) Mascott Master II, Master II fase 2 en fase 2 FL OE-referentie

Nadere informatie

Demontage van het fusee Klik met muis of spatiebalk voor volgende dia

Demontage van het fusee Klik met muis of spatiebalk voor volgende dia Demontage van het fusee Klik met muis of spatiebalk voor volgende dia Om het lager te vervangen moet eerst het fuseehuis worden gedemonteerd (hier zit het lager met flens in) Als 1 e moet de centrale naafmoer

Nadere informatie

Verwijder de deksel van het remvloeistofreservoir onder de buddyseat. Zuig met een injectiespuit zoveel mogelijk remvloeistof uit het reservoir.

Verwijder de deksel van het remvloeistofreservoir onder de buddyseat. Zuig met een injectiespuit zoveel mogelijk remvloeistof uit het reservoir. Revisie voetrempomp Materiaal: Brembo revisieset voetrempomp 98.5029.70 Remvloeistof: 0,25 liter DOT4 Verwijder de zijtassen. Verwijder de zijdeksels. Remvloeistof is een agressief en giftig goedje dat

Nadere informatie

Voer de vervanging in de volgende volgorde uit:

Voer de vervanging in de volgende volgorde uit: Hoe de voorste naaflager van een Volkswagen Sharan 7M vervangen. Voer de vervanging in de volgende volgorde uit: 1 Trek de handremhendel strak vast. 3 2 Plaats wiggen onder de achterste wielen. 4 Verhoog

Nadere informatie

Installation instructions, accessories. Niveauregeling. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden. Pagina 1 / 17

Installation instructions, accessories. Niveauregeling. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden. Pagina 1 / 17 Installation instructions, accessories Instructienr. 8685630 Versie 1.1 Ond. nr. 8685627 Niveauregeling Volvo Car Corporation Niveauregeling- 8685630 - V1.1 Pagina 1 / 17 Uitrusting A0000162 A0000161 A0000197

Nadere informatie

Mercedes-Benz personenwagens

Mercedes-Benz personenwagens onderhoudsysteem voor type 123 servicebeurt na elke 7.500*/10.000 km of ieder jaar onderhoudsbeurt na elke 15.000*/20.000 km of iedere twee jaar extra werkzaamheden na elke 45.000*/60.000 km of iedere

Nadere informatie

Montagehandleiding zijspanrem

Montagehandleiding zijspanrem Montagehandleiding zijspanrem Een woord vooraf. 1. Bent u niet bekend met het werken aan remmen, en heeft u nog nooit remvloeistof vervangen en remmen ontlucht e.d. begin dan niet aan deze klus, maar laat

Nadere informatie

Mijn 11 CV Project een leerzame en beangstigende ervaring!

Mijn 11 CV Project een leerzame en beangstigende ervaring! Mijn 11 CV Project een leerzame en beangstigende ervaring! Enige tijd geleden heb ik mijzelf aan nóg een Traction bezondigd -alsof ik er niet al genoeg had... Aan de 11 Normale van het jaar 1950 moest

Nadere informatie

Voer de vervanging in de volgende volgorde uit:

Voer de vervanging in de volgende volgorde uit: Hoe de achterste remschijven vervangen op Volkswagen T5 Voer de vervanging in de volgende volgorde uit: 1 Vervang de remschijven op de Volkswagen T5 volledig op elke as. Onafhankelijk van de staat van

Nadere informatie

Kenteken 15-GR-PF Datum keuring Merk en type

Kenteken 15-GR-PF Datum keuring Merk en type Kenteken 15-GR-PF Datum keuring 01-04-2011 Merk en type Ford Ka Afgifte datum deel 1 26-03-2001 Afgelezen kilometerstand 55580 NAP logisch nee APK vervaldatum 26-03-2011 Keurende Vakgarage Vakgarage Dekkers

Nadere informatie

Vakgarage De Liesbosch

Vakgarage De Liesbosch Kenteken 63-xk-tl Datum keuring 27-10-2010 Merk en type Fiat Grande Punto Afgifte datum deel 1 27-06-2007 Afgelezen kilometerstand 48178 NAP logisch ja APK vervaldatum 27-06-2011 Keurende Vakgarage Vakgarage

Nadere informatie

& U UW GIDS REMSYSTEEM

& U UW GIDS REMSYSTEEM & U UW GIDS REMSYSTEEM HET REMSYSTEEM: CRUCIAAL ELEMENT VOOR UW VEILIGHEID Het moet onmiddellijk en nauwgezet reageren wanneer u daarom vraagt. De belangrijkste elementen zijn de remtrommels, remblokken,

Nadere informatie

voertuigentechniek CSPE BB

voertuigentechniek CSPE BB Examen VMBO-BB 2012 gedurende 380 minuten voertuigentechniek CSPE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 45 opdrachten. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

REMSYSTEEM REMSY STEEM. Inhoud. Bladzijde Algemene beschrijving 2 Principe van werking 4 Afstellingen en controle bij onderhoudsbeurten 5

REMSYSTEEM REMSY STEEM. Inhoud. Bladzijde Algemene beschrijving 2 Principe van werking 4 Afstellingen en controle bij onderhoudsbeurten 5 REMSY STEEM Inhoud Bladzijde Algemene beschrijving 2 Principe van werking 4 Afstellingen en controle bij onderhoudsbeurten 5 Identificatie van speciale gereedschappen 8 Technische gegevens Januari 1974

Nadere informatie

Voorkomen is beter dan genezen

Voorkomen is beter dan genezen Voorkomen is beter dan genezen 15-02-2018 10:52 Als autobedrijf heb je regelmatig te maken met garantieclaims voor beschadigde en/of lekkende nieuwe hydraulische druklagers. Na onderzoek blijkt in de meeste

Nadere informatie

VERVANGING VAN EEN COMPLETE VOORTREIN. 1. Leg zowel voor als achter de achterwielen blokken. 2. Verwijder de cabineportieren:

VERVANGING VAN EEN COMPLETE VOORTREIN. 1. Leg zowel voor als achter de achterwielen blokken. 2. Verwijder de cabineportieren: HANDELING Nr. H78.410-1: Vervanging van een complete voortrein. 1 (As- motor- versnel/ ingsbak- stuurinrichting). VERVANGING VAN EEN COMPLETE VOORTREIN UITBOUWE N. 1. Leg zowel voor als achter de achterwielen

Nadere informatie

voertuigentechniek CSPE BB

voertuigentechniek CSPE BB Examen VMBO-BB 2015 gedurende 360 minuten voertuigentechniek CSPE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 38 opdrachten. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

5 Mechanismes en accessoires

5 Mechanismes en accessoires 5 Mechanismes en accessoires 51A ORGANEN IN PORTIEREN 52A ORGANEN IN MOTORKAP ACHTERKLEP - OPEN DAK 54A RUITEN 55A BESCHERMINGEN BUITENKANT 56A ACCESSOIRES BUITENKANT 57A ACCESSOIRES INTERIEUR 59A VEILIGHEIDSORGANEN

Nadere informatie

Pilot vmbo TWT BAT Beroepstaken. Tweewielers; Onderhoud Remsysteem

Pilot vmbo TWT BAT Beroepstaken. Tweewielers; Onderhoud Remsysteem Pilot vmbo TWT BAT Beroepstaken Tweewielers; Onderhoud Remsysteem Naam: Klas: 2 Beroepstaak Onderhoud Remsysteem De mountainbike van Peter remt niet goed meer. Zijn mountainbike heeft hydraulische schijfremmen.

Nadere informatie

HANDELING Nr. H : Werkzaamheden aan de distributie. VERVANGING VAN DE STOTERBUSSEN UITBOUWEN.

HANDELING Nr. H : Werkzaamheden aan de distributie. VERVANGING VAN DE STOTERBUSSEN UITBOUWEN. 1 VERVANGING VAN DE STOTERBUSSEN UITBOUWEN. 1. Tap de radiateur af, verwijder vervolgens de motorkap en laat het cilinderblok leeglopen via de aftapplug (1). Om het koelsysteem volledig af te tappen, moet

Nadere informatie

Stuurklep revisie (power steering valve) Dutch Corvette Supplies

Stuurklep revisie (power steering valve) Dutch Corvette Supplies Stuurklep revisie (power steering valve) 65-82 Dutch Corvette Supplies Deze stuurklep regelt de aansturing van de stuurcylinder. Na vele jaren moeizame arbeid is deze stuurklep wel eens aan vervanging

Nadere informatie

REMMEN. Informatie voor de bestuurder. Haal het beste uit uw wagen

REMMEN. Informatie voor de bestuurder. Haal het beste uit uw wagen REMMEN i Informatie voor de bestuurder Haal het beste uit uw wagen STOPPEN VANAF HET BEGIN Hoe werken moderne hydraulische systemen In de begindagen bestonden voertuigremmen uit een mechanisch geheel,

Nadere informatie

Onderhoudsprogramma, update

Onderhoudsprogramma, update Volvo Car Corporation Göteborg, Sweden Service Bulletin Personenauto s S70/V70/C70 1997- Hoofdgroep Groep No. Jaar Maand 1 17 0008 98 09 Pagina 1(12) Onderhoudsprogramma, update NL S70/V70/C70-1-17-0008

Nadere informatie

Kenteken 58-HV-RN Datum keuring Merk en type

Kenteken 58-HV-RN Datum keuring Merk en type Kenteken 58-HV-RN Datum keuring 19-04-2011 Merk en type Fiat Punto Afgifte datum deel 1 19-04-2011 Afgelezen kilometerstand 63981 NAP logisch ja APK vervaldatum 19-04-2011 Keurende Vakgarage Vakgarage

Nadere informatie

Bovag checklist. werkorder Klant. Auto. De Auto Avenue Tilburg BV. Seat Mii deurs Chill Out Airco. Straat Kapt.

Bovag checklist. werkorder Klant. Auto. De Auto Avenue Tilburg BV. Seat Mii deurs Chill Out Airco. Straat Kapt. Bovag checklist dd. 2-10-2017 werkorder 148836 Klant Auto Naam De Auto Avenue Tilburg BV Kenteken 4-SXT-03 Straat Kapt. Hatterasstraat 11 Type Seat Mii 1.0 5 deurs Chill Out Airco Postcode 5015 BB Plaats

Nadere informatie

INTERIEURBEKLEDING BEKLEDING KAPPEN - KLEPPEN STOELFRAME EN STELRAILS VOOR STOELFRAME EN STELRAILS ACHTER BEKLEDING VOORSTOELEN BEKLEDING ACHTERBANK

INTERIEURBEKLEDING BEKLEDING KAPPEN - KLEPPEN STOELFRAME EN STELRAILS VOOR STOELFRAME EN STELRAILS ACHTER BEKLEDING VOORSTOELEN BEKLEDING ACHTERBANK Bekleding ALGEMEEN INTERIEURBEKLEDING PORTIERBEKLEDING BEKLEDING KAPPEN - KLEPPEN HOEDENPLANK STOELFRAME EN STELRAILS VOOR STOELFRAME EN STELRAILS ACHTER BEKLEDING VOORSTOELEN BEKLEDING ACHTERBANK STOELACCESSOIRES

Nadere informatie

Installatie. Vervangset voor rem Workman HD of HDX serie werkvoertuig WAARSCHUWING. Losse onderdelen. Installatie-instructies

Installatie. Vervangset voor rem Workman HD of HDX serie werkvoertuig WAARSCHUWING. Losse onderdelen. Installatie-instructies Vervangset voor rem Workman HD of HDX serie werkvoertuig Modelnr.: 136-6291 Form No. 3410-435 Rev A Installatie-instructies WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische

Nadere informatie

Banden (B Profilering

Banden (B Profilering Banden (BRAVVO-A) Let bij de controle op eventuele inrijdingen van b.v. spijkers. Zeker met tubeless-banden is dit van groot belang, omdat deze bij een inrijding niet meteen, maar langzaam leeglopen. Reparatie

Nadere informatie

1. Klem het geheel in een bankschroef. 2. Verwijder de borgplaat (2) van de naafdop (1). 3. Verdraai de remstelnokken om te voorkomen

1. Klem het geheel in een bankschroef. 2. Verwijder de borgplaat (2) van de naafdop (1). 3. Verdraai de remstelnokken om te voorkomen HANDELING Nr H78.420-3: Revisie van een achterste wieldraagarm 1 REVISIE VAN EEN ACHTERSTE WIELDRAAGARM DEMONTAGE 1. Klem het geheel in een bankschroef. 2. Verwijder de borgplaat (2) van de naafdop (1).

Nadere informatie

1 Motor en randorganen

1 Motor en randorganen 1 Motor en randorganen 10A MOTORBLOK EN ONDERZIJDE 11A CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE 12A MENSELSAMENSTELLING 13B DIESELINSPUITSYSTEEM 13C VOORVERWARMING 16A STARTEN - LADEN 17A ONTSTEKING 17B BENZINE-INSPUITSYSTEEM

Nadere informatie

Voer de vervanging in de volgende volgorde uit:

Voer de vervanging in de volgende volgorde uit: Hoe de voorste remblokken van schijfremmen vervangen op Voer de vervanging in de volgende volgorde uit: 1 Voer de vervanging van remblokken volledig uit voor elke as. Hierdoor verkrijgt u effectieve remkracht.

Nadere informatie

Revisie stuurbekrachtings pomp (63-82)

Revisie stuurbekrachtings pomp (63-82) Revisie stuurbekrachtings pomp (63-82) Dutch Corvette Supplies Het reviseren van de pomp is, met behulp van het goede gereedschap eventueel zelf te doen. De hieronder beschreven revisie heeft betrekking

Nadere informatie

1. Verwijder het reservewiel. 4. Verwijder:

1. Verwijder het reservewiel. 4. Verwijder: HANDELING Nr. H78.456-1: Vervanging van een remdrukbegrenzer. 1 VERVANGING VAN EEN REMDRUKBEGRENZER. VERWIJDEREN. 1. Verwijder het reservewiel. Zet de achterzijde van de wagen op bokken. Verwijder het

Nadere informatie

Revisie Remcilinder. Brembo revisieset Pakkingringen Remreiniger Remvloeistof: 0,5 liter DOT4

Revisie Remcilinder. Brembo revisieset Pakkingringen Remreiniger Remvloeistof: 0,5 liter DOT4 Revisie Remcilinder Materiaal: Brembo revisieset 98.5032.50 Pakkingringen Remreiniger Remvloeistof: 0,5 liter DOT4 Remvloeistof is een agressief en giftig goedje dat de lak en metaal aantast. Het is dus

Nadere informatie

1 Motor en randorganen

1 Motor en randorganen 1 Motor en randorganen 10A MOTORBLOK EN ONDERZIJDE 11A CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE 12A MENSELSAMENSTELLING 12B DRUKVULLING 13A BRANDSTOFAANVOER 13B DIESELINSPUITING 13C VOORVERWARMING 14A ANTILUCHTVERONTREINIGING

Nadere informatie

Installation instructions, accessories. Chassisset Polestar. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden , , ,

Installation instructions, accessories. Chassisset Polestar. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden , , , Installation instructions, accessories Instructienr. 31454807 Versie 1.0 Ond. nr. 31454590, 31454591, 31650299, 31650300 Chassisset Polestar Volvo Car Corporation Chassisset Polestar- 31454807 - V1.0 Pagina

Nadere informatie

Schuif vervolgens het afstelgereedschap van achter vandaan onder een van de schijven tot het hart van de schijf (ashoogte dus). Bij de achterstabi

Schuif vervolgens het afstelgereedschap van achter vandaan onder een van de schijven tot het hart van de schijf (ashoogte dus). Bij de achterstabi Stap 1: stabi Bij een nieuwe contrast wordt standaard stabi geleverd. Dit is de dunnere uitvoering die wat meer geschikt is voor minder ervaren rijders. Zodra de coureur er aan toe is, kan het stabi vervangen

Nadere informatie

- Verlichting. Uiteraard is het van groot belang dat je tijdig wordt gezien. De volgende lampen moet je op hun juiste werking controleren:

- Verlichting. Uiteraard is het van groot belang dat je tijdig wordt gezien. De volgende lampen moet je op hun juiste werking controleren: - Verlichting Uiteraard is het van groot belang dat je tijdig wordt gezien. De volgende lampen moet je op hun juiste werking controleren: Dimlicht en ongedimd licht. Seinlicht. Achterlicht. Remlicht, van

Nadere informatie

Gemotoriseerde Tweewielers Motorfietsen. Banden, remmen en aandrijving

Gemotoriseerde Tweewielers Motorfietsen. Banden, remmen en aandrijving Gemotoriseerde Tweewielers Motorfietsen Banden, remmen en aandrijving Naam: Klas: Beroepstaak Banden, remmen en aandrijving van motorfietsen Deeltaken Deeltaak 1 Deeltaak 2 Deeltaak 3 Deeltaak 4 Banden

Nadere informatie

Bovag checklist. werkorder Klant. Auto. De Auto Avenue Tilburg BV. Hyundai i i-drive Cool Airco. Straat Kapt.

Bovag checklist. werkorder Klant. Auto. De Auto Avenue Tilburg BV. Hyundai i i-drive Cool Airco. Straat Kapt. Bovag checklist dd. 13-9-2017 werkorder 148386 Klant Auto Naam De Auto Avenue Tilburg BV Kenteken 74-THS-5 Straat Kapt. Hatterasstraat 11 Type Hyundai i10 1.1 i-drive Cool Airco Postcode 5015 BB Plaats

Nadere informatie

928 Tech Talk: Remvloeistof verversen bij een 928 (by Theo Jenniskens)

928 Tech Talk: Remvloeistof verversen bij een 928 (by Theo Jenniskens) 928 Tech Talk: Remvloeistof verversen bij een 928 (by Theo Jenniskens) Alweer het zesde deel van een serie tech talks, en deze keer gaat het weer over regulier onderhoud: Remvloeistof vervangen. Het vervangen

Nadere informatie

TECHNISCHE INSTRUCTIES. Service Campagne Elektrische HV-waterpomp Prius NHW20 modeljaar

TECHNISCHE INSTRUCTIES. Service Campagne Elektrische HV-waterpomp Prius NHW20 modeljaar TECHNISCHE INSTRUCTIES Service Campagne Elektrische HV-waterpomp Prius NHW20 modeljaar 2004-2007 I. HANDELINGSSCHEMA Controleer of het VIN van de auto in het betrokken VIN-bereik ligt. Nee Geen verdere

Nadere informatie

R Montage en demontage instructies

R Montage en demontage instructies R154.13/NL/01-06-2014 R154.13 Montage en demontage instructies AUDI: SEAT: SKODA: VOLKSWAGEN: 50, 80 (81, 89-8A), 90 (81, 85, 89,8A), Coupé 85 Arosa, Cordoba (I en II), Ibiza (II en II FL1), Toledo serie

Nadere informatie

Examen VMBO-BB. voertuigentechniek CSPE BB. gedurende 360 minuten. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-BB. voertuigentechniek CSPE BB. gedurende 360 minuten. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VMBO-BB 2017 gedurende 360 minuten voertuigentechniek CSPE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 32 opdrachten. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Bovag checklist. werkorder Klant. Auto. De Auto Avenue Tilburg BV. Straat Kapt. Hatterasstraat 11

Bovag checklist. werkorder Klant. Auto. De Auto Avenue Tilburg BV. Straat Kapt. Hatterasstraat 11 Bovag checklist dd. 18-9-2017 werkorder 148451 Klant Auto Naam De Auto Avenue Tilburg BV Kenteken 83-LRL-3 Straat Kapt. Hatterasstraat 11 Postcode 5015 BB Plaats Tilburg E-mail marco@deautoavenue.nl Type

Nadere informatie

SCdefault. Montagerichtlijn

SCdefault. Montagerichtlijn lk,900 SCdefault Montagerichtlijn SITdefault Sportchassis MONTERINGSANVISNING INSTALLATION INSTRUCTIONS MONTAGEANLEITUNG INSTRUCTIONS DE MONTAGE Accessories Part No. Group Date Instruction Part No. Replaces

Nadere informatie

Remmen. Werking en onderhoud. Jaap Blijleven. Volvo Classic Academy 2013 Amersfoort

Remmen. Werking en onderhoud. Jaap Blijleven. Volvo Classic Academy 2013 Amersfoort Remmen Werking en onderhoud Jaap Blijleven Volvo Classic Academy 2013 Amersfoort www.volvo-classic.com 1. Inleiding Remmen zijn er voor om de snelheid van de auto te vertragen. Voor onze auto s geldt een

Nadere informatie

Omdat er steeds meer mensen komen met schijfremmen op hun Puch, en er duidelijk vraag is naar een FAQ, maak ik deze dus maar.

Omdat er steeds meer mensen komen met schijfremmen op hun Puch, en er duidelijk vraag is naar een FAQ, maak ik deze dus maar. Schijfrem op puch bouwen Omdat er steeds meer mensen komen met schijfremmen op hun Puch, en er duidelijk vraag is naar een FAQ, maak ik deze dus maar. Ik zal in deze FAQ zo goed mogelijk proberen uit te

Nadere informatie

VERPLICHT : Neem de voorschriften voor veiligheid en schoon werken in acht. [0197-M] A1Z]

VERPLICHT : Neem de voorschriften voor veiligheid en schoon werken in acht. [0197-M] A1Z] VERPLICHT : Neem de voorschriften voor veiligheid en schoon werken in acht. 1. Gereedschap gereedschap Referentie Omschrijving [0197-A] [0197- A1Z] Mal voor nokkenassen Montagegereedschap voor uitlaatnokkenas

Nadere informatie

RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat. Instructies

RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat. Instructies RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat Instructies Deze kunnen worden gebruikt voor het afzuigen van: Motorolie Versnellingsbak- en transmissieolie Koelvloeistof Remvloeistof Andere

Nadere informatie

TRAKRITE WHEEL ALIGNMENT RANGE. Trakrite magnetische meetapparaat voor wielvlucht, naspoor & fuseependwarshelling (KPI)

TRAKRITE WHEEL ALIGNMENT RANGE. Trakrite magnetische meetapparaat voor wielvlucht, naspoor & fuseependwarshelling (KPI) Het wereldberoemde TRAKRITE WHEEL ALIGNMENT RANGE Trakrite magnetische meetapparaat voor wielvlucht, naspoor & fuseependwarshelling (KPI) Onderdeelnr. 77099 Instructies Inleiding: Specificatie: Naspoormeetapparaat

Nadere informatie

Td4 - dieselmotor - aanzicht onder de motorkap

Td4 - dieselmotor - aanzicht onder de motorkap _Td4 - dieselmotor - aanzicht onder de motorkap_99.htm http://topix.landrover.jlrext.com/topix/service/archive/182140/_td4 - d... 1 of 1 09/03/2013 15:03 Td4 - dieselmotor - aanzicht onder de motorkap

Nadere informatie

Remleidingen handrem vervangen

Remleidingen handrem vervangen Remleidingen handrem vervangen Materiaal: Remleiding 616571400000 Remleiding 636571210000 Pakkingringen Remvloeistof: 0,5 liter DOT4 De remleidingen vervangen was bij mij geen aparte klus maar onderdeel

Nadere informatie

VERVANGING VAN DE MOTOR-VERSNELLINGSBAK COMBINATIE

VERVANGING VAN DE MOTOR-VERSNELLINGSBAK COMBINATIE VERVANGING VAN DE MOTOR-VERSNELLINGSBAK COMBINATIE ( voortrein niet uitgebouwd ) UITBOUWEN. 1. Leg blokken voor en achter de achterwielen. 2. Maak de handrem los en controleer dat de versnellingshandel

Nadere informatie

Algemeen GEGEVENS HEFMIDDELEN SLEPEN SMEERMIDDELEN - PRODUCTEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN WAARDEN EN AFSTELLINGEN

Algemeen GEGEVENS HEFMIDDELEN SLEPEN SMEERMIDDELEN - PRODUCTEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN WAARDEN EN AFSTELLINGEN Algemeen GEGEVENS HEFMIDDELEN SLEPEN SMEERMIDDELEN - PRODUCTEN OLIE VERVERSEN - BIJVULLEN BG0A - BG0B - BG0D - BG0G - KG0A - KG0B - KG0D - KG04 77 11 297 324 NOVEMBER 2000 EDITION NEERLANDAISE De door

Nadere informatie

remsysteem van de 2cv van voor 1970

remsysteem van de 2cv van voor 1970 Zoals vrijwel alle auto's heeft ook de 2CV hydraulische remmen. Het voordeel van hydraulische remmen is dat de druk in het systeem overal dezelfde is. Wanneer we met het rempedaal de zuiger in de hoofdremcilinder

Nadere informatie

Vervangen remschijven en -blokken voorzijde Musso & Korando (PBR-systeem).

Vervangen remschijven en -blokken voorzijde Musso & Korando (PBR-systeem). Vervangen remschijven en -blokken voorzijde Musso & Korando (PBR-systeem). Dit document is bedoeld om aanvullende (foto)informatie te geven bij het vervangen van de remschijven en remblokken aan de voorzijde

Nadere informatie

Remleidingen handrem vervangen

Remleidingen handrem vervangen Remleidingen handrem vervangen Materiaal: Remleiding 616571400000 Remleiding 636571210000 Pakkingringen Remvloeistof: 0,5 liter DOT4 De remleidingen vervangen was bij mij geen aparte klus maar onderdeel

Nadere informatie

AT-241 Remsystemen en ABS

AT-241 Remsystemen en ABS AT-241 Remsystemen en ABS Zelfstudie en huiswerk 10-08 2 Inhoud INTRODUCTIE 3 DOELSTELLINGEN 4 REMSCHIJVEN EN REMTROMMELS CONTROLEREN/METEN 5 REMSCHIJF BEWERKEN 7 TROMMELREMSYSTEEM CONTROLEREN 8 REMSCHOENEN

Nadere informatie

MC1000 / MC1001 MANUAL. Gebruiks- en ijkingsinstructies

MC1000 / MC1001 MANUAL. Gebruiks- en ijkingsinstructies MC1000 / MC1001 MANUAL Gebruiks- en ijkingsinstructies MC1000 / MC1001 GEBRUIKSAANWIJZING Inhoud Conformiteitsverklaring 3 Hydraulische schema 5 Gates MC1000 / MC1001 slangkrimpmachine.. 6 Gebruiksaanwijzing.

Nadere informatie

Wieluitlijnings-terminologie

Wieluitlijnings-terminologie Wieluitlijnings-terminologie 1. Toespoor/uitspoor Dit is de mate waarin de voor- of achterwielen vooraan en ten opzichte van elkaar naar binnen (toespoor) of naar buiten (uitspoor) gericht zijn. Het toespoor

Nadere informatie

6 Airconditioning VERWARMING AIRCONDITIONING GEREGELDE AIRCONDITIONING HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING. X74, en DOCUMENTATIEFASE 2 61A 62A 62B 62C

6 Airconditioning VERWARMING AIRCONDITIONING GEREGELDE AIRCONDITIONING HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING. X74, en DOCUMENTATIEFASE 2 61A 62A 62B 62C 6 Airconditioning 6A VERWARMING 62A AIRCONDITIONING 62B GEREGELDE AIRCONDITIONING 62C HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING X74, en DOCUMENTATIEFASE 2 APRIL 2005 Edition néerlandaise De door de constructeur voorgeschreven

Nadere informatie

Elektrische motorverwarming (auto's zonder extra verwarming op brandstof)

Elektrische motorverwarming (auto's zonder extra verwarming op brandstof) Installation instructions, accessories Instructienr. 31664496 Versie 1.1 Ond. nr. 31664494 Elektrische motorverwarming (auto's zonder extra verwarming op brandstof) IMG-432838 Volvo Car Corporation Elektrische

Nadere informatie

WIELEN EN BANDEN 11. Capri 11: Sektie 11-1. Januari 1974

WIELEN EN BANDEN 11. Capri 11: Sektie 11-1. Januari 1974 WIELEN EN BANDEN 11 Inhoud Blz. Algemene beschrijving 2 Onderhouds afstellingen en controles 3 Speciale gereedschappen-indentificatie 4 Onderhouds- en reparatiebewerkingen inhoud 5 Onderhouds- en reparatiebewerkingen

Nadere informatie

Bovag checklist. werkorder Klant. Auto. De Auto Avenue Tilburg BV. Mitsubishi Space Star 1.8 Comfort. Straat Kapt.

Bovag checklist. werkorder Klant. Auto. De Auto Avenue Tilburg BV. Mitsubishi Space Star 1.8 Comfort. Straat Kapt. Bovag checklist dd. 18-9-2017 werkorder 148388 Klant Auto Naam De Auto Avenue Tilburg BV Kenteken 33-LR-VZ Straat Kapt. Hatterasstraat 11 Type Mitsubishi Space Star 1.8 Comfort Postcode 5015 BB Plaats

Nadere informatie

Motor en randorganen

Motor en randorganen Motor en randorganen MOTORBLOK EN ONDERZIJDE CILINDERKOP EN DISTRIBUTIE INLAATSPRUITSTUK SMOORKLEPHUIS - DRUKVULLING BRANDSTOFTOEVOER - DIESELINSPUITING ANTI-LUCHTVERONTREINIGING STARTEN - LADEN ONTSTEKING

Nadere informatie

Montage-instructies: Speed Triple (vanaf VIN ) - Speed Triple R - Street Triple - Street Triple R (vanaf VIN ) A en A

Montage-instructies: Speed Triple (vanaf VIN ) - Speed Triple R - Street Triple - Street Triple R (vanaf VIN ) A en A Nederlands Montage-instructies: Speed Triple (vanaf VIN 461332) - Speed Triple R - Street Triple - Street Triple R (vanaf VIN 471042) A9638059 en A9638060 Hartelijk dank dat u voor deze originele Triumph-accessoireset

Nadere informatie

Voer de vervanging in de volgende volgorde uit:

Voer de vervanging in de volgende volgorde uit: Hoe een achterste wielnaaf van een Peugeot 407 vervangen Voer de vervanging in de volgende volgorde uit: 1 Vervang alle zelfborgende moeren en bouten tijdens de installatie. 2 Trek de handremhendel strak

Nadere informatie