VERVANGING VAN EEN TORSIESTAAF VOOR

Transcriptie

1 HANDELING Nr. H a: Vervanging van een torsiestaaf voor. 1 VERVANGING VAN EEN TORSIESTAAF VOOR ZEER BELANGRIJK: Gezien de nogal grote kracht die met behulp van een hefboom moet worden uitgeoefend om de onderste draagarmen te laten zakken, is het noodzakelijk de wagen zeer zorgvuldig van blokken te voorzien. UITBOUWEN. 1. Maak de wielbouten los aan de kant van de te vervangen torsiestaaf. Leg blokken voor en achter de achterwielen van de wagen. Krik de voorkant van de wagen op (steun 1801-T). 2. Laat de voorkant van de wagen (aan de kant van de uit te bouwen torsiestaaf) op een steun rusten met behulp van steun 2505-T welke in het kriksteunpunt is geplaatst. Leg blokken voor en achter het voorwiel tegenover de te vervangen torsiestaaf. NB: Als het achterwiel aan de kant van de te vervangen torsiestaaf, dus aan de kant van de steun, niet langer op de grond rust, krik dan de achterkant enigszins op om tussen het wiel en de grond een plaat van voldoende dikte te leggen zodat het achterwiel het gewicht van de wagen weer draagt en blokkeer het wiel. 3. Verwijder de wieldop en het wiel. 4. Verwijder de naafmoer m.b.v. de sleutel 1810-T. Om dit te doen, laat iemand op het rempedaal drukken. LET OP: Aan de rechter zijde van de wagen linkse schroefdraad en omgekeerd.

2 HANDELING Nr. H a: Vervanging van een torsiestaaf voor Haal de schokbreker los van zijn bovenste bevestigingspunt. Maak de kabel en de stofhoes van de handrem los (om de handrem niet opnieuw te hoeven afstellen, markeer de plaats van het asje in de gaten van de flens aan het eind van de handremkabel). Maak de flexibele remleiding los van de vaste remleiding op de fusee (sluit de openingen af met dopjes). 6. Verwijder de moer van de bovenste fuseekogel. Licht de beide bovenste draagarmen omhoog. Duw de aandrijfas zo ver mogelijk terug tegen de versnellingsbak. 7. Verwijderen van de torsiestaaf: a) Draai de stelbout (2) voor de afstelling van de rijhoogte los zodat de stelarm (1) op het boutgat rust. b) Plaats de aanslagbout voor de wieluitvering in de juiste positie: Type HZ: Draai de contramoer van de aanslagbout voor de wieluitvering (3) los en schroef de bout vervolgens helemaal in. Type HY: Draai de contramoer van de aanslagbout voor de wieluitvering (3) los en schroef de bout helemaal in en schroef hem vervolgens twee slagen terug. c) Verwijder de borgbout (4) van de torsiestaaf en neem het borgplaatje (5) weg.

3 HANDELING Nr. H a: Vervanging van een torsiestaaf voor. 3 d) Draai een bout (1) van 7mm en spoed 100 in het draadgat aan de voorkant van de torsiestaaf (2). e) Duw de onderste draagarmen naar beneden met behulp van hefboom A totdat ze steunen tegen de aanslagbout voor de wieluitvering. f) Trek aan de kop van bout (1) om de torsiestaaf er uit te trekken. OPMERKING: Wanneer de torsiestaaf moeilijk te verwijderen is, of als de torsiestaaf is gebroken, moet deze er uit worden getikt m.b.v. een staaf, welke door het achterste silent-bloc wordt gestoken. INBOUWEN. NB: De rechter torsiestaaf is gemerkt met één verfcirkel. De linker torsiestaaf is gemerkt met twee verfcirkels. 8. Monteren van de torsiestaaf: a) Olie de spiebanen van de torsiestaaf. Schuif de torsiestaaf in de stelarm (4). b) Controleer dat de stelbout (3) voor de afstelling van de rijhoogte helemaal is terug gedraaid en dat de stelarm (4) op het boutgat rust. c) Duw de onderste draagarmen naar beneden met behulp van hefboom A totdat ze steunen tegen de aanslagbout voor de wieluitvering. Als de vertandingen niet opgelijnd zijn, laat dan de onderste draagarmen rustig terugkomen totdat de torsiestaaf er in schuift. Breng ten slotte de torsiestaaf op zijn plaats door met een houten hamer op het uiteinde te slaan.

4 HANDELING Nr. H a: Vervanging van een torsiestaaf voor. 4 d) Monteer het borgplaatje (2) van de torsiestaaf. Draai bout (1) vast (veerring). 9. Voorlopige afstelling van de aanslag voor de wieluitvering. Schroef de bout (3) zover terug dat de afstand tussen het bovenvlak van de boutkop en het ondervlak van de contramoer op het paard 30 mm bedraagt. NB: Deze handeling heeft tot doel om de onderste draagarmen weer naar boven te brengen en het mogelijk te maken de bovenste draagarmen weer aan de fusee vast te maken zonder het risico te lopen de aandrijfas of de spoorstang te vervormen. 10. Verbind de bovenste draagarmen weer met de fusee (voeg de steun voor de remleidingen er tussen. Zet de kroonmoer vast met 120 Nm (12 mkg) en borg de moer. 11. Verbind de flexibele remslang met de remleiding op de fusee. Bevestig de stofhoes en de kabel van de handrem aan de handremhefbomen, waarbij het asje wordt geplaatst in het tijdens de demontage gemarkeerde gat in de flens aan het eind van de handremkabel. Borg het asje. Verbind de schokbreker met het bovenste bevestigingspunt. Zet de NYLSTOP moer vast met Nm (5-6 mkg). 12. Ontlucht de remmen. (zie handeling H ).

5 HANDELING Nr. H a: Vervanging van een torsiestaaf voor Olie het draagvlak van de wielnaafmoer en monteer een borgplaat. Zet de moer vast met 195 Nm (20 mkg) m.b.v. de sleutel 1810-T. (Laat iemand op het rempedaal drukken terwijl u de moer vast zet.). Tik de borgplaat om. 14. Afstelling van de wieluitvering-aanslag. (Voorkant van de wagen opgekrikt) De speling bij ''c'' tussen de aandrijfas en de verbindingsbuis moet 5-6 mm bedragen; deze waarde kan worden bereikt door verdraaiing van de wieluitvering-aanslagbout (1). Controleer aan de linkerzijde of er bij ''a'' en ''b'' tussen de bovenste wieldraagarmen en de hulpstuuras een speling van min. 2-3 mm bestaat. Zet de borgmoer van bout (1) vast. 15. Monteer het wiel en zet de moeren voorlopig vast. Monteer de wieldop. Zet de wagen op de grond m.b.v. steun 1801-T. Zet de wielmoeren definitief vast. 16. Stel de rijhoogten af. (zie handeling H a). 17. Controleer de gewichtsverdeling. Stel zo nodig af (zie handeling H ). 18. Controleer en stel zo nodig de remdrukbegrenzer af.

6 HANDELING Nr. H a: Vervanging van een torsiestaaf voor. 6 BLANCO