Cognitieve gedragstherapie voor vermoeidheid na kanker: een behandel protocol.
|
|
- Suzanna van de Velden
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Cognitieve gedragstherapie voor vermoeidheid na kanker: een behandel protocol. Bleijenberg G 1, Gielissen M. 1, Bazelmans E. 1, Berends T. 1, en Verhagen C 2. Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid 1 en Medische Oncologie 2, Universitair Medisch Centrum St.Radboud Correspondentie adres: Universitair Medisch Centrum St. Radboud Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid Internpostnummer: 4826 Postbus HB Nijmegen tel.nr. : g.bleijenberg@mailbox.kun.nl
2 2 Kernpunten Bij 20-40% van de ziekte-vrije kankerpatiënten komt lang na de behandeling van kanker lichamelijk onverklaarde chronische vermoeidheid voor. Cognitieve gedragstherapie speciaal ontwikkeld voor vermoeidheid na de behandeling van kanker is een modulaire behandeling gebaseerd op het identificeren en vervolgens beïnvloeden van die factoren die bij de patiënt de lichamelijk onverklaarde vermoeidheidsklachten instandhouden. CGT voor vermoeidheid na kanker is een veelbelovende behandeling die op dit moment getoetst wordt in een RCT vanuit het Nijmeegs Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid UMC St Radboud.
3 3 Titel Cognitieve gedragstherapie voor vermoeidheid na kanker: een behandel protocol. Samenvatting Vermoeidheid is een klacht die vaak door kankerpatiënten wordt aangegeven tijdens de behandeling van kanker. Lichamelijk onverklaarde vermoeidheid lang na de curatieve behandeling voor kanker heeft pas tamelijk recent aandacht gekregen. De arts kan vaak geen oplossing bieden voor deze vermoeidheidsklachten, juist omdat er geen somatische aanknopingspunten zijn. Onderzoek wijst uit dat vermoeidheid lang na behandeling van kanker naar schatting voor tenminste 20-40% van de ziekte-vrije kankerpatiënten een chronisch karakter krijgt en grote gevolgen heeft voor het dagelijks leven. Uit eigen onderzoek en uit de literatuur blijkt dat verschillende factoren een rol kunnen spelen bij vermoeidheid lang na de behandeling voor kanker, zoals verwerking, angst voor het terugkeren van de ziekte, opvattingen rondom vermoeidheid, het slaap waak ritme, activiteitenpatroon en sociale steun en sociale interacties. Beïnvloeding van deze zogenaamde instandhoudende factoren door middel van cognitieve gedragstherapie (CGT) zou moeten leiden tot vermindering van vermoeidheid. CGT bij patiënten met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) wordt al langer met succes toegepast. Omdat de instandhoudende factoren bij CVS andere zijn dan bij vermoeidheid na kanker zal CGT voor vermoeidheid na kanker anders van opzet zijn dan CGT voor CVS. In dit artikel wordt het protocol beschreven van een vorm van CGT die speciaal ontworpen is voor vermoeidheid lang na behandeling voor kanker. Trefwoorden: vermoeidheid na kanker, cognitieve gedragstherapie
4 4 Inleiding Vermoeidheid is een klacht die zeer veel voorkomt. Iedereen is wel eens moe. Voor de meeste van ons is het zelfs een dagelijkse ervaring. De volgende morgen of na rust is de vermoeidheid gewoonlijk weer over, maar bij sommige mensen kunnen de klachten langer aanhouden. Als de vermoeidheidsklachten langer dan zes maanden aanhouden kunnen we spreken van chronische vermoeidheid. Het is bekend dat chronische vermoeidheid zich voor kan doen bij chronische ziekten. Van patiënten met Multipele Sclerose heeft 72% last van ernstige vermoeidheid. Ook driekwart van de patiënten met spierziekten en patiënten met een chronische ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis) blijken ernstig vermoeid. Er kan ook sprake zijn van het Chronische Vermoeidheidssyndroom (CVS). Het gaat dan om ernstige vermoeidheidsklachten die ten minste zes maanden bestaan en waarvoor geen lichamelijke verklaring gevonden is. Verder gaan de klachten gepaard met ernstige beperkingen in het dagelijks leven. Vermoeidheid kan ook optreden na een ernstige aandoening zoals na een CVA, hartziekten en na behandeling voor kanker. Toch kunnen we deze verschillende manifestaties van chronische vermoeidheid niet over één kam scheren. De ene vermoeidheid is de andere niet.[1] In dit artikel richten we ons op vermoeidheid bij ziekte-vrije kankerpatiënten. Vermoeidheid is een klacht die bijna iedere patiënt ervaart tijdens de behandeling van kanker, bijvoorbeeld tijdens chemotherapie of radiotherapie. In de literatuur worden zelfs percentages tot 99% genoemd.[2, 3] Bij % van de ziekte-vrije kankerpatiënten krijgen deze vermoeidheidsklachten een chronisch karakter, terwijl een lichamelijke verklaring ontbreekt.[4-7] De arts kan hier vaak geen uitkomst bieden, juist omdat er geen somatische aanknopingspunten zijn. Lichamelijk onverklaarde vermoeidheid lang na de curatieve behandeling voor kanker heeft pas tamelijk recent aandacht gekregen. Onderzoek wijst uit dat de chronische onbegrepen vermoeidheid lang na behandeling van kanker, minimaal 1 jaar, grote gevolgen heeft voor het dagelijks leven. De ernstige vermoeidheidsklachten geven naast lichamelijke problemen ook vaak psychische, relationele en sociale spanningen. Heel belangrijk voor beheersing van deze problematiek is in eerste instantie de erkenning van het bestaan van het probleem van vermoeidheid lang na de behandeling voor kanker. Deze erkenning is op alle niveaus nodig: door de oncoloog, door de verpleegkundige, de directe omgeving van de patiënt, de arbo-arts en de maatschappelijke opinie. Opkomend onderzoek en publicaties erover, hebben ertoe bijgedragen dat ernstige vermoeidheid lang na de behandeling voor kanker nu meer geaccepteerd wordt als belangrijk probleem, zowel door de professionele zorg als door leken.
5 5 Voor het begrijpen van lichamelijk onverklaarde vermoeidheid lang na curatieve behandeling van kanker dient er onderscheid gemaakt te worden tussen uitlokkende of initiërende factoren en huidige, instandhoudende factoren. Dit onderscheid is eerder van nut gebleken bij onderzoek naar het chronisch vermoeidheidssyndroom.[8] Een argument dat dit onderscheid ook bij vermoeidheid na curatieve behandeling voor kanker zinvol is, is gelegen in de volgende bevinding. Ziekte- en behandelingskenmerken blijken namelijk geen relatie te vertonen met de ernst van de vermoeidheid lang na het afsluiten van de behandeling.[4, 9, 10] Met andere woorden de veronderstelde uitlokkende factoren voor vermoeidheid tijdens de behandeling van kanker, namelijk de kanker zelf of de behandeling ervoor, vormen lang na de behandeling geen verklaring meer voor de vermoeidheid. Het is aannemelijk dat de vermoeidheid wel geïnitieerd is door de behandeling, maar dat na verloop van tijd andere factoren ervoor zijn gaan zorgen dat de klachten blijven bestaan. Hierop lijkt één uitzondering. Persisterende vermoeidheidsklachten komen minder vaak voor bij patiënten bij wie de behandeling relatief kort heeft geduurd. Hierbij moet men denken aan chirurgische behandelingen zonder complicaties en zonder nabehandeling. Anders gezegd, patiënten met langerdurende behandeling voor kanker lopen meer kans op chronische vermoeidheid lang na de behandeling, dan patiënten die een kortdurende behandeling ondergaan.[11] Over factoren die de vermoeidheid na curatieve behandeling voor kanker in stand houden is inmiddels meer bekend geworden. Zo blijkt uit eigen onderzoek en uit de literatuur dat verschillende factoren een rol kunnen spelen, zoals de verwerking van het feit dat men kanker heeft gehad, angst voor het terugkeren van de ziekte, cognities rondom vermoeidheid, het slaap-waak ritme, (het lichamelijke) activiteitenpatroon en de ervaren sociale steun en sociale interacties. Beïnvloeding van deze instandhoudende factoren door middel van bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie zou moeten leiden tot vermindering van vermoeidheid. Dat is de gedachtegang achter cognitieve gedragstherapie bij chronische vermoeidheid. Cognitieve gedragstherapie wordt met succes toegepast bij patiënten met het Chronisch Vermoeidheidssyndroom (CVS).[12] Een vergelijking tussen patiënten met vermoeidheid na kanker en patiënten met CVS kan duidelijk maken op welke punten de cognitieve gedragstherapie, zoals ontwikkeld voor CVS, zou moeten worden bijgesteld voor behandeling van ziekte-vrije kankerpatiënten. Een belangrijk verschil op voorhand tussen beide groepen is dat er bij vermoeidheid na kanker een duidelijk en voor iedere patiënt gelijk beginpunt van de vermoeidheid aanwezig is, namelijk de periode waarin men behandeld werd
6 6 voor kanker. Met andere woorden dezelfde vermoedelijke uitlokkende factor is steeds aanwezig. Bij CVS is het beginpunt van de vermoeidheid niet altijd duidelijk en voorzover wel duidelijk, nogal verschillend per patiënt. De attributies van de vermoeidheid van beide groepen zijn daarom al verschillend. Een ander belangrijk verschil is dat er binnen de groep ziekte-vrije kankerpatiënten met vermoeidheid een grotere spreiding is in de dimensies van vermoeidheid. Zo verschillen ziekte-vrije kankerpatiënten bijvoorbeeld aanzienlijk in het niveau van lichamelijk activiteit, terwijl het activiteitenniveau bij CVS minder heterogeen is. Verder blijken CVS patiënten hogere vermoeidheidsscores te hebben, meer beperkingen te ervaren in het dagelijks functioneren, minder fysiek actief te zijn, meer pijn te ervaren en in mindere mate het idee te hebben dat ze zelf invloed kunnen uitoefenen op hun vermoeidheid, dan ziekte-vrije kankerpatiënten.[13] Gezien de genoemde verschillen is de behandeling voor ziekte-vrije kankerpatiënten op belangrijke punten anders en veel sterker geïndividualiseerd vergeleken met de behandeling van CVS patiënten. In dit artikel zal het protocol voor de geïndividualiseerde behandeling speciaal ontwikkeld voor vermoeidheid lang na de behandeling van kanker worden beschreven. Geïndividualiseerde behandeling van vermoeidheid na kanker Het behandelprotocol bestaat uit zes modulen die gebaseerd zijn op de factoren waarvan verondersteld wordt dat ze de vermoeidheid in stand houden (zie fig. 1). Deze factoren zijn niet voor iedere patiënt dezelfde. Om te bepalen welke factoren bij welke patiënt van belang zijn, worden naast het gesprek met de patiënt meetinstrumenten gebruikt. Op basis van normgegevens voor deze meetinstrumenten kan vastgesteld worden of er sprake is van een problematische score van de betreffende patiënt. Op grond van deze vragenlijsten en het gesprek tussen therapeut en patiënt wordt er voor elke patiënt een individueel behandelplan gemaakt, bestaande uit de modules die voor de betreffende patiënt relevant zijn. De behandeling is gericht op verandering van de vastgestelde instandhoudende factoren. In dit artikel worden de modulen beschreven zoals die tijdens de behandeling aan de orde komen. Per module wordt eerst de verantwoording van de module besproken, vervolgens welk meetinstrument hierbij gebruikt wordt en tenslotte de werkwijze in de behandeling. De volgorde waarin de modulen aan bod komen, is meestal ook de volgorde die in de therapie aangehouden wordt.
7 7 <Invoegen fig. 1: Boomdiagram cognitieve gedragstherapie bij vermoeidheid na kanker> Module: Verwerking Verantwoording Het krijgen van kanker evenals de behandeling ervoor kunnen traumatische gebeurtenissen in iemands leven zijn. Voor deze verwerking is tijd nodig. Soms stagneert deze verwerking en blijkt een patiënt lang na de behandeling voor kanker nog bezig met wat hem is overkomen [14]. Men kan dan spreken van posttraumatische symptomen.[15] Hierdoor kan de vermoeidheid in stand worden gehouden. Meetinstrument De verwerking van kanker kan in kaart worden gebracht met de Schok Verwerkings Lijst (SVL).[16] De instructie is aangepast op het feit dat men kanker en behandeling voor kanker heeft gehad. De lijst is verdeeld in twee subschalen, herbeleving en vermijding. Een hoge score op deze vragenlijst wordt door ons gezien als signaal dat de patiënt in verhoogde mate gedachten en gevoelens heeft die betrekking hebben op herbeleving van de periode van diagnosticering en behandeling van kanker en hij deze gedachten en gevoelens vermijdt. Zie voor normgegevens Brom en Kleber.[16] Werkwijze In deze module wordt als doel gesteld dat de patiënt het feit dat hij kanker heeft gehad en de behandeling ervoor een plek kan geven in zijn leven en er niet meer voortdurend mee bezig is. Om dit doel te bereiken is blootstelling (exposure) aan datgene wat de patiënt heeft meegemaakt noodzakelijk om de herbeleving en de vermijding te verminderen. Daarom wordt uitvoerig met de patiënt besproken wat hij heeft meegemaakt. Gerichte schrijfoefeningen (bijvoorbeeld in chronologische volgorde opschrijven wat hij heeft meegemaakt) als ook gerichte suggesties om bepaalde ervaringen ook met belangrijke anderen te bespreken, hebben hierin een plaats. Module: Angst voor recidief Verantwoording Iedere patiënt die kanker heeft gehad ervaart meer angst dan daarvoor, zeker tegen de tijd dat er weer een controlebezoek nadert. Bij sommige patiënten kan deze angst min of meer voortdurend en extreem verhoogd zijn. Patiënten ervaren angst voor een recidief met daaraan gekoppeld angst voor eventuele toekomstige behandelingen, angst om te overlijden en angst voor verslechtering van de gezondheid.[17]
8 8 Meetinstrument Om de angst voor een recidief in kaart te brengen worden twee vragen gesteld: Ik maak me zorgen dat de kanker terug zal komen en ik voel me angstig als het mijn gezondheid betreft. De antwoordcategorieën lopen van absoluut niet op mij van toepassing naar absoluut op mij van toepassing. Werkwijze Het doel is dat angst voor een mogelijk recidief in de toekomst niet meer overheerst. Het expliciteren van de gedachten die ten grondslag liggen aan de angst, is van belang. Deze gedachten kunnen vervolgens getoetst worden aan datgene wat er door de arts tegen de patiënt gezegd is over de kans op een recidief. Deze realiteitstoetsing helpt de patiënt te relativeren. Module: Cognities rondom vermoeidheid Verantwoording In deze module komen verschillende cognities rondom vermoeidheid aan bod. De attributies van de patiënt over de vermoeidheidsklachten kunnen een rol spelen in de therapie. Een ziekte-vrije kankerpatiënt met ernstige vermoeidheidsklachten schrijft zijn klachten vaak toe aan het feit dat hij kanker heeft gehad of aan de behandeling die hij voor kanker heeft ondergaan.[4] Het is ook mogelijk dat de patiënt zijn klachten niet accepteert en weigert zich hieraan aan te passen, waardoor vermoeidheid kan toenemen. Uit de literatuur is bekend dat ziekte-vrije kankerpatiënten met ernstige vermoeidheidsklachten meer gebruik maken van de coping stijl catastroferen, dat wil zeggen dat ze een overdreven negatieve oriëntatie naar de vermoeidheidsklachten hebben.[6] Deze copingstijl is ook bekend bij mensen met chronische pijnklachten.[18, 19] Catastroferende gedachten rond de vermoeidheid houden de vermoeidheid in stand of maken deze erger. Daarnaast kan self-efficacy een rol spelen, dat wil zeggen de mate waarin de patiënt het idee heeft zelf de vermoeidheid te kunnen beïnvloeden. Self-efficacy blijkt een belangrijke rol te spelen bij ziekte-vrije kankerpatiënten, waarbij een lage of negatieve self-efficacy gepaard gaat met meer vermoeidheid.[4] Dit gegeven zien we terug in studies met patiënten met CVS en patiënten met multiple sclerosis, waarbij negatieve self-efficacy een rechtstreekse invloed heeft op de ernst van de vermoeidheidsklachten.[20] Meetinstrument Om de attributies van de patiënt in kaart te brengen wordt gebruik gemaakt van een zelf ontworpen lijst die de causale attributies meet. Met de vragenlijst wordt vastgesteld in welke mate patiënten hun klachten toeschrijven aan kanker gerelateerde, lichamelijke of psychosociale oorzaken of factoren. Deze lijst is afgeleid van de Causale Attributie Lijst die
9 9 gebruikt wordt bij CVS-patiënten.[8] De Fatigue Catastrophizing Scale kan gebruikt worden om catastroferende opvattingen rond de vermoeidheid te meten en is afgeleid van de Pain Catastrofizing Scale.[21] De vragenlijst is verdeeld in drie subschalen, namelijk hulpeloosheid, uitvergroten en rumineren. De mate van self-efficacy wordt gemeten met de Self-Efficacy Schaal (SES) voor vermoeidheid.[8, 20] Zie voor normgegevens De Vree et al.[22] Werkwijze Doel is dat de patiënt in staat is meer helpende en vermoeidheidsverlagende opvattingen te hanteren. Uitleg van het onderscheid tussen uitlokkende en instandhoudende factoren is hierbij van nut. Dit helpt de patiënt om zich te realiseren dat de vermoeidheidsklachten weliswaar begonnen zijn tijdens de behandeling voor kanker, maar nu door andere factoren in stand worden gehouden. In dit verband kan het van belang zijn de patiënt te vertellen dat uit onderzoek blijkt dat medische factoren, zoals type kanker, soort/intensiteit behandeling niet van invloed zijn op de vermoeidheid lang na behandeling van kanker.[4, 10] Door inzicht te geven hoe klachten verergeren door catastroferende gedachten, kunnen hier meer realistische en helpende gedachten tegenover worden geplaatst. Niet helpende gedachten die de patiënt vooral machteloos maken, kunnen met behulp van socratische dialogen worden omgebogen in meer helpende gedachten die zelfwerkzaamheid en een positieve self-efficacy bevorderen. Module: Slaap-waak ritme Verantwoording Het slaap-waak ritme kan ontregeld zijn door op onregelmatige tijden naar bed te gaan of op te staan. Mede hierdoor kunnen inslaap of doorslaap problemen ontstaan. Ook liggen en/of slapen overdag kan leiden tot problemen met slapen s nachts. Aanhoudende slaapproblemen en een onregelmatig slaappatroon komen regelmatig voor bij ziekte-vrije kankerpatiënten na behandeling van kanker.[23] Dit kan vermoeidheidsklachten in stand houden.[7] Het is mogelijk dat de slaapproblemen veroorzaakt worden door verwerkingsproblemen of angst voor een recidief. Deze problemen zullen in dat geval tegelijkertijd behandeld moeten worden. Meetinstrument Om de slaapproblemen in kaart te brengen wordt een zelfobservatielijst gebruikt.[8, 24] Dit is een gestandaardiseerd dagboek om gedurende een periode van twee weken onder andere de kwaliteit van slaap te meten. De patiënt kruist elke ochtend aan hoe hij de afgelopen nacht
10 10 heeft geslapen. Antwoordmogelijkheden zijn: ik heb goed geslapen, ik had moeite in slaap te vallen, ik heb onrustig geslapen, ik ben vroeg wakker geworden, ik ben niet uitgerust wakker geworden. Ook de rust en slaaptijden worden per dag aangegeven. Zie voor normgegevens De Vree et al.[22] Werkwijze Het doel is om een regelmatig slaap-waak ritme te bereiken, met vaste tijden van opstaan en naar bed gaan. Hiervoor is uitleg over het instellen van de biologische klok aan de patiënt nodig. Soms zijn hier ook slaaphygiënische maatregelen op zijn plaats (zoals het bed is alleen om te slapen, voorbereiding voor het naar bed gaan, bij wakker worden s nacht niet opstaan). Module: Activiteitenregulatie en werkhervatting Verantwoording Juist op het punt van activiteiten zijn er grote interindividuele verschillen tussen vermoeide ziekte-vrije kankerpatiënten.[4] Ziekte-vrije kankerpatiënten kunnen in lichamelijk opzicht overactief zijn.[25] Als een vermoeide ziekte-vrije kankerpatiënt overactief is gaat hij steeds zijn niveau te boven, met alle fysieke en emotionele gevolgen van dien. Het is ook goed mogelijk dat ziekte-vrije kankerpatiënten juist extreem laagactief zijn.[26] Zowel overactiviteit, als onderactiviteit kunnen vermoeidheidsklachten in standhouden.[27] Ook op het gebied van mentale activiteiten (lezen, met de PC werken, puzzelen) of sociale activiteiten (visites afleggen en visites ontvangen en dergelijke) kan er sprake zijn van overof onderactiviteit, die van invloed is op de vermoeidheid. Meetinstrument Om het niveau van feitelijke activiteit dus niet het zelfgerapporteerde activiteitenniveau - te meten, wordt een actometer gebruikt.[8, 28] De actometer is ongeveer zo groot als een luciferdoosje en moet om de enkel gedragen worden. Dit apparaatje wordt 14 dagen dag en nacht gedragen en registreert het aantal bewegingen per vijf minuten. De data worden uitgelezen met behulp van een computerprogramma dat verschillende parameters kan berekenen en de data ook grafisch weergeeft. Een belangrijke actometervariabele is de gemiddelde dagelijkse fysieke activiteit over de twaalf dagperiodes. Hoe hoger de score, des te actiever men gemiddeld is geweest. Op basis van de gemiddelde dagscores kan onderscheid gemaakt worden tussen drie typen activiteitspatronen: voortdurend passief, wisselend actief en voortdurend actief.[27] In de twee weken dat de patiënt de actometer draagt, beoordeelt hij
11 11 in de zelfobservatielijst de mate van dagelijkse activiteit. Dit oordeel heeft niet alleen betrekking op lichamelijke activiteiten, maar ook op andere activiteiten. Werkwijze Doel is dat de patiënt met overactiviteit eerst leert zijn lichamelijke (en soms ook sociale) activiteit terug te brengen (zijn grens te respecteren). Daarna kan hij leren zijn grens te verleggen en is uiteindelijk in staat op een voor de patiënt passend niveau weer actief te zijn zonder extreme vermoeidheid. Voor de patiënt met onderactiviteit is het doel een verbetering van de lichamelijke conditie door het systematisch opbouwen van lichamelijke activiteit en meestal ook van mentale en sociale activiteiten. In het verlengde hiervan wordt bij beide typen patiënten tevens gekeken naar de mogelijkheden van werkhervatting en hervatting van andere gewenste bezigheden. Hierbij wordt in kaart gebracht of er een discrepantie bestaat tussen hetgeen de patiënt doet aan dagelijkse activiteiten en hetgeen dat hij zou willen doen. Middelen die ingezet worden om deze doelen te bereiken zijn activiteitenprogramma s. De activiteitenopbouw start op het gebied van lichamelijke activiteit, bijvoorbeeld lopen of fietsen, die dagelijks en geleidelijk wordt opgevoerd. Het intensiveren van deze activiteit heeft tot gevolg dat men zich ook in ander opzicht tot meer in staat voelt. Zonodig worden aparte plannen geformuleerd voor het geleidelijk uitbreiden van mentale en sociale activiteiten. De patiënt leert een dusdanige balans zoeken in zijn activiteiten dat hij zijn dagelijkse bezigheden weer goed kan uitvoeren. Werkhervatting wordt als een belangrijk doel gezien. De winst die gehaald wordt uit de activiteitenregulatie kan gebruikt worden om planmatig en stapsgewijs weer tot volledige werkhervatting te komen. Module: Sociale steun en sociale interacties Verantwoording Sociale steun bij ziekte-vrije kankerpatiënten hangt positief samen met de ervaren kwaliteit van leven.[29] Uit eigen onderzoek is bekend dat ziekte-vrije kankerpatiënten meer negatieve interacties ervaren en dat zij een grotere discrepantie rapporteren tussen het aantal ervaren sociale interacties en de gewenste hoeveelheid sociale interacties ten opzichte van niet vermoeide ziekte-vrije kankerpatiënten. Men wil meer steun dan men ontvangt.[4] Soms wil men nog steeds de erkenning die men kreeg tijdens de behandeling, maar de meeste personen uit de omgeving van de patiënt staan niet meer stil bij deze ervaringen. De vermoeide ziektevrije kankerpatiënt voelt zich echter hierdoor in de kou staan en miskend.
12 12 Meetinstrument De dimensie sociale steun kan gemeten worden met de van Sonderen Social Support Inventory.[30] Deze maat voor sociale steun is verdeeld in de SSL-I (aantal ervaren sociale interacties) en de SSL-D (discrepanties tussen het aantal ervaren sociale interacties en de gewenste hoeveelheid sociale interacties). Daarnaast is er nog een extra subschaal, welke het aantal ervaren negatieve interacties meet. Zie voor normgegevens van Sonderen en Ormel.[30, 31] ; Prins et al.[32] Werkwijze Doel is het doen afnemen van te hoge verwachtingen ten aanzien van de omgeving en het bevorderen van realistische verwachtingen. Hierdoor zullen negatieve gevoelens ten aanzien van de sociale contacten verminderen. De beschreven discrepantie tussen de verwachtingen van de patiënt ten aanzien van zijn omgeving en de ervaren sociale steun wordt besproken. De patiënt leert een andere houding ten opzichte van zijn omgeving aan te nemen, waarbij hij ophoudt begrip en steun te verwachten, terwijl dat niet meer realistisch is. Als deze verwachtingen ook de partner betreffen zijn gesprekken samen met de partner aangewezen. Zo nodig wordt ook gewerkt aan verbetering van het vermogen voor zichzelf op te komen Behandeling ook toepasbaar bij andere vermoeidheden? Bekend is dat chronische vermoeidheid bij diverse chronische ziekten voorkomt. Dus men kan zich afvragen welke van de hierboven beschreven modulen van toepassing zouden kunnen zijn bij deze andere vermoeidheden? In de inleiding is al toegelicht op welke punten de behandeling van onverklaarde chronische vermoeidheid na kanker verschilt van de behandeling van CVS. De eerste twee modulen van het behandelprotocol, namelijk verwerking van ziekte of behandeling en/of verhoogde angst voor een recidief als determinant van chronische vermoeidheid, zou relevant kunnen zijn bij vermoeidheid na een CVA of na hartziekten. Bij andere ziekten met chronische vermoeidheid zullen deze modulen waarschijnlijk minder van toepassing zijn. In de derde module komen disfunctionele cognities aan de orde. Deze zullen waarschijnlijk ook een rol spelen bij andere lichamelijk verklaarde of onverklaarde klachten. Maar het probleem zit hem vaak in het identificeren van de cognities die samenhangen met de klacht. De module van het slaap-waak ritme, de activiteitenregulatie en de sociale steun kunnen weliswaar gebruikt worden bij andere aandoeningen, maar dat is alleen zinvol als deze aspecten ook een relatie hebben met de te behandelende klacht.
13 13 Afsluiting Een evidence-based behandeling voor vermoeidheid na kanker is er nog niet. Gecontroleerde studies ontbreken. In dit artikel hebben we een behandelprotocol met een zestal modulen ter vermindering van vermoeidheid na kanker uiteengezet. Deze modulaire behandeling is gebaseerd op het identificeren en vervolgens beïnvloeden van die factoren die bij de patiënt de lichamelijk onverklaarde vermoeidheidsklachten instandhouden. De kracht van deze behandeling zit in de assessment fase waardoor de behandeling op het individu afgestemd kan worden. Het behandelprotocol wordt op dit moment in een RCT getoetst door het Nijmeegs Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid van het UMC St. Radboud. In het onderzoek wordt gekeken naar het effect van de Cognitieve gedragstherapie op vermoeidheid en beperkingen bij vermoeide ziekte-vrije kankerpatiënten vergeleken met patiënten die wachten op deze behandeling. Vervolgens wordt gekeken of het effect zichtbaar blijft bij zes maanden en één jaar follow-up. Klinische ervaringen met deze wijze van behandelen als ook de voorlopige resultaten bij reeds behandelde patiënten laten zien dat geïndividualiseerde cognitieve gedragstherapie speciaal ontworpen voor vermoeidheid lang na behandeling voor kanker een veelbelovende behandeling is.
14 14 Title Cognitive Behaviour Therapy to reduce fatigue after cancer: a treatment protocol Abstract For patients with cancer, fatigue has been described as a major concern during treatment for cancer. In recent studies, somatic unexplained fatigue has also been mentioned as a complaint by disease-free cancer patients long after curative treatment for cancer has ended. Until recently fatigue after treatment for cancer has received little attention. Somatic treatment for these complaints is lacking. For at least 25 % of all cancer survivors severe fatigue complaints are persistent and are associated with problems and limitations in different areas of life. Based on the literature and our own studies factors responsible for the perpetuation of severe fatigue are among others, acceptance of the experience with cancer, fear of recurrence, cognitions associated with fatigue, sleep hygiene, activity regulation and social support and interactions. Another patient population with severe fatigue complaints, for which up until now no somatic explanation has been found, are patients with chronic fatigue syndrome (CFS). There is increasing evidence that Cognitive Behaviour Therapy (CBT) is effective for patients with CFS. In this article the protocol is presented for CBT especially designed for reducing fatigue and related functional impairment in disease-free cancer patients. Key words: fatigue, cancer survivors, Cognitive Behaviour Therapy
15 15 Literatuur 1. Bleijenberg G. De ene vermoeidheid is de andere niet. Nijmegen: UB Nijmegen; Ahlberg K, Ekman T, Gaston-Johansson F, Mock V. Assessment and management of cancer-related fatigue in adults. Lancet 2003; 362: Servaes P, Verhagen C, Bleijenberg G. Fatigue in cancer patients during and after treatment: prevalence, correlates and interventions. Eur J Cancer 2002; 28: Servaes P, Verhagen C, Bleijenberg G. Determinants of chronic fatigue in disease-free breast cancer: a cross sectional study. Ann Oncol 2002; 13: Andrykowski MA, Curran SL, Lightner R. Off-treatment fatigue in breast cancer survivors : a controlled comparison. J Behav Med 1998; 21: Broeckel JA, Jacobsen PB, Horton J. et al. Characteristics and correlates of fatigue after adjuvant chemotherapy for breast cancer. J Clin Onco 1998; 16: Bower JE, Ganz PA, Desmond KA, et al. Fatigue in breast cancer survivors: occurrence, correlates, and impact on quality of life. J Clin Onco 2000; 18: Bleijenberg G, Bazelmans E, Prins J. Chronisch vermoeidheidssyndroom (praktijkreeks Gedragstherapie ) Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum, Okuyama T, Akechi T, Kugaya A, et al. Factors correlated with fatigue in disease-free breast cancer patients : application of the Cancer Fatigue Scale. Support Care Cancer 2000; 8: Smets EM, Visser MR, Willems GA, Garssen B, Schuster UA, de Haes JC. Fatigue and radiotherapy: (B) experience in patients 9 months following treatment. Br J Cancer 1998; 78:
16 Servaes P, Verhagen C, Schreuder B, Veth R, Bleijenberg G. Fatigue after treatment for malignant and benign bone and soft tissue tumours. J Pain Symptom Management, (accepted for publication). 12. Prins JB, Bleijenberg G, Bazelmans E, et al. Cognitive behaviour therapy for chronic fatigue syndrome: A multicenter randomised controlled trial. Lancet 2001; 357: Servaes P, Prins J, Verhagen C, Bleijenberg G. Fatigue after breast cancer and in Chronic Fatigue Syndrome: similarities and differences. J Psychosom Res 2002; 52: Fredette SL. Breast cancer survivors: concerns and coping. Cancer Nursing 1995; 18: Amir M, Ramati A. Post-traumatic symptoms, emotional distress and quality of life in long-term survivors of breast cancer : a preliminary research. J Anxiety Disorders 2002; 16: Brom D, Kleber RJ. De Schok Verwerkings Lijst. Ned Tijdschr Psycho 1985; 40: Vickberg SM. The Concerns About Recurrence Scale (CARS): a systematic measure of women s fears about the possibility of breast cancer recurrence. Ann Behav Med 2003; 25: Sullivan MJL, Neish N. The effects of disclosure on pain during dental hygiene treatment: The moderating role of catastrophizing. Pain 1999; 79: Sullivan, MJL, Stanish W, Waite H, Sullivan M, Tripp DA. Catastrophizing, pain, and disability in patients with soft-tissue injuries. Pain 1998; 77:
17 Vercoulen JH, Swanink CM, Galama JM et al. The persistence of fatigue in chronic fatigue syndrome and multiple sclerosis: development of a model. J Psychosom Res 1998; 45: Damme S van, Crombez G, Bijttebier P, Goubert L, Houdenhove B van. A confirmatory factors analysis of the Pain Catastrophizing Scale: invariant factor structure across clinical and non-clinical population. Pain 2002; 96: Vree B de, Werf S van der, Prins J et al.. Meetinstrumenten bij chronische vermoeidheid. Gedragstherapie 2002; 35: Dow KH, Ferrell BR, Leigh S, Ly J, Gulasekaram P. An evaluation of the quality of life among long-term survivors of breast cancer. Breast Cancer Res Treat 1996; 39: Vercoulen JHMM, Swanink CMA, Zitman FG et al. Randomised, placebo-controlled, double-blind study of fluoxetine in chronic fatigue syndrome. Lancet 1996; 347: Thorsen L, Nijstad W, Dahl O et al.. The level of physical activity in long-term survivors of testicular cancer. Eur J Cancer 2003; 39: Servaes P, Werf S van der, Prins J, Verhagen C, Bleijenberg G. Fatigue in diseasefree cancer patients compared with fatigue in patients with Chronic Fatigue Syndrome. Supp Care Cancer 2001; 9: Werf S van der, Prins J, Vercoulen J, Meer J van der, Bleijenberg G. Identifying physical activity patterns in chronic fatigue syndrome using actigraphic assessment. J Psychosom Res 2000; 49: Vercoulen JH, Swanink CM, Fennis JF, Galama JM, Meer JW van der, Bleijenberg G. Dimensional assessment of chronic fatigue syndrome. J Psychosom Res 1994; 38:
18 Sammarco A. Perceived social support, uncertainty, and quality of life of younger breast cancer survivors. Cancer Nursing 2001; 24: Sonderen E van. Sociale Steun Lijst Interacties (SSL-I) en Sociale Steun Lijst Discrepanties (SSL-D). Groningen: Noordelijk Centrum voor Gezondheidsvraagstukken Sonderen E van, Ormel J. Het meten van aspecten van sociale steun en hun relatie met welbevinden. Gedrag & Gezondheid 1997; 25: Prins J, Bos E, Huibers M, Servaes P, Werf S van der, Meer JW van der, Bleijenberg G. Social support and the persistence of complaints in chronic fatigue syndrome. Psychother Psychosom (in press).
19 KANKER verwerking van kanker angst voor recidief MOE NA KANKER cognities rondom vermoeidheid slaap-waak ritme activiteiten regulatie sociale steun en sociale interacties somatische attributies verzet klachten beperkingen self -efficacy lichamelijke activiteit mentale activiteit sociale activiteit werkhervatting
20 20
Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid
Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren
Nadere informatieWat is moe? Onderzoek en behandeling voor vermoeidheid na kanker. Primaire uitkomstmaten: Vermoeidheid
Onderzoek en behandeling voor na Marlies Peters en Marieke Gielissen Wat is moe? Nijmeegs Kenniscentrum voor Chronische Vermoeidheid, Universitair Medisch Centrum St Radboud Nijmegen Primaire uitkomstmaten:
Nadere informatieAchtergrondinformatie. Hoe is het beloop van vermoeidheid na kanker? Internationale literatuur Prevalentie: uitgezet tegen tijd sinds behandeling
Achtergrondinformatie Ongeveer 99% van alle patiënten ervaart tijdens de behandeling van Drie maanden na de behandeling van heeft 2-4% van de ziektevrije patiënten last van ernstige Hoe is het beloop van
Nadere informatieGewoon moe of toch niet zo gewoon?
LATER voor LATER Gewoon moe of toch niet zo gewoon? Jacqueline Loonen Guido Haex 31-10-2015 Gewoon moe? Wat is vermoeidheid? Vermoeidheid is een subjectief gevoel. Bij gezonde personen is vermoeidheid
Nadere informatieMoe?! Wat is moe? De ene vermoeidheid is de andere niet: Vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning
Moe?! De ene is de andere niet: Vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning Vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren Herstelperiode langer dan na normale Vragenlijst voor
Nadere informatieCognitieve gedragstherapie bij het chronisch vermoeidheidssyndroom en CGT bij chronische vermoeidheid na kanker
Expert Centre Chronic NKCV Fatigue Cognitieve gedragstherapie bij het chronisch vermoeidheidssyndroom en CGT bij chronische vermoeidheid na kanker Prof. dr. Gijs Bleijenberg, klinisch psycholoog en hoofd
Nadere informatieMarlies Peters. Workshop Vermoeidheid
Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren
Nadere informatieVermoeidheid na kanker. Anneke van Wijk, GZ psycholoog Helen Dowling Instituut Utrecht
Anneke van Wijk, GZ psycholoog Helen Dowling Instituut Utrecht Helen Dowling Instituut: Begeleiding bij kanker voor (ex-) kankerpatienten en hun naasten: Onder andere: Individuele begeleiding Lotgenotengroepen
Nadere informatieIs cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie?
Nijmeegs Kenniscentrum Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Jan-Frederic Wiborg, Jose van Bussel, Agaat van Dijk, Gijs Bleijenberg, Hans
Nadere informatieDia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1
Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1 Effecten en verklarende mechanismen Juliane Menting Nivel, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NKCV, Nederlands
Nadere informatieZelfmanagement bij kanker
Zelfmanagement bij kanker Presentatie voor de Werkgroep Fysiotherapie & Oncologie Midden- Nederland 6 november 2012 Dr. Marije van der Lee Programma Wat doet het Helen Dowling Instituut (HDI)? Wat biedt
Nadere informatieOpnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan, maarwelgraageerstevenoverleggen. Alerechtenvandeartikelenliggenbij destichtingcognitieenpsychose.
Ukunternatuurlijkuitciteren,graagzelfs,maardanwel metbronvermelding.u magditartikelookruimhartig verspreidenmitshetnietvoorcommerciëledoeleindenis. Indiegevalen pasnaonzeschriftelijketoestemming. Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan,
Nadere informatieIs de therapeutische relatie in CGT voor CVS van belang voor het behandelresultaat?
Is de therapeutische relatie in CGT voor CVS van belang voor het behandelresultaat? Hans Knoop Marianne Heins Gijs Bleijenberg CGT leidt tot een afname van klachten % patienten dat geen of duidelijk minder
Nadere informatieGeen energie, moe, ernstig vermoeid, uitgeput Bij (ex) oncologische patienten. Joyce Vermeer 21 September 2018
Geen energie, moe, ernstig vermoeid, uitgeput Bij (ex) oncologische patienten Joyce Vermeer 21 September 2018 Oefening Ga eens met je blik naar binnen Let op de beweging van je adem. Hoe is het eigenlijk
Nadere informatieZijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?*
Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?* Floor Ploos van Amstel, RN, MSc, verpleegkundig expert, afd. Medische Oncologie Maaike
Nadere informatie2 Wat is bekend over het ontstaan en de behandeling van CVS?
2 Wat is bekend over het ontstaan en de behandeling van CVS? In dit hoofdstuk wordt beknopt besproken wat bekend is over de oorzaken en de behandeling van CVS. De nadruk ligt op de aspecten die relevant
Nadere informatieIs het proces van verandering tijdens cognitieve gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom hetzelfde voor vermoeidheid en pijn?
Is het proces van verandering tijdens cognitieve gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom hetzelfde voor vermoeidheid en pijn? Lotte Bloot, MSc Marianne Heins, Phd Rogier Donders, Phd Gijs
Nadere informatie25 jaar whiplash in Nederland
25 jaar whiplash in Nederland Vanuit een fysiotherapeutisch perspectief Maarten Schmitt M.Sc 1 2 Fysiotherapeut & manueeltherapeut Hoofd van de Divisie Onderwijs Stichting Opleidingen Musculoskeletale
Nadere informatieCoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies
'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies Center of Research on Psychology in Somatic diseases Lonneke van de Poll Franse, Integraal Kankercentrum
Nadere informatieOp weg naar getrapte zorg voor het chronisch vermoeidheidssyndroom: Een implementatie studie.
Op weg naar getrapte zorg voor het chronisch vermoeidheidssyndroom: Een implementatie studie. Margreet Worm-Smeitink 1, Lotte Bloot 1, Marcia Tummers 1, Saskia van Es 2, Michel Wensing 3, Hans Knoop 1
Nadere informatieVermoeidheid als laat effect na behandeling van kanker
Vermoeidheid als laat effect na behandeling van kanker Jacqueline Loonen, Annet Bongaerts Radboudumc Expertisecentrum Late effecten na Kanker 18-11-2017 Wat is vermoeidheid? Vermoeidheid is een subjectief
Nadere informatieKinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.
Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic
Nadere informatieChronische vermoeidheid: Revalidatie of cognitieve gedragstherapie? Dr. Desirée Vos-Vromans
Chronische vermoeidheid: Revalidatie of cognitieve gedragstherapie? Dr. Desirée Vos-Vromans Onderzoeksgroep: Prof. Rob Smeets Prof. André Knottnerus Dr. Ivan Huijnen Drs. Nieke Rijnders Dr. Albère Köke
Nadere informatieDe rol van de psycholoog. Prof. dr. Geert Crombez Geert.Crombez@UGent.be
De rol van de psycholoog Prof. dr. Geert Crombez Geert.Crombez@UGent.be Chronisch VermoeidheidsSyndroom Fukuda et al., 1994 Natuurlijk verloop 80% Costs 26% 17% 13% 8% 7 days 4 weeks 7 weeks 12 weeks 6
Nadere informatieBREATH Online zelfhulpprogramma voor vrouwen met borstkanker
BREATH Online zelfhulpprogramma voor vrouwen met borstkanker prof. dr. Judith Prins drs. Sanne vd Berg- dr. Marieke Gielissen dr. Nelleke Ottevanger Medische Psychologie UMC St Radboud Nijmegen 8 maart
Nadere informatieBeïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
Nadere informatieAls beweging patiënten met CVS zieker maakt, hoe kan de kinesitherapeut dan helpen?
Als beweging patiënten met CVS zieker maakt, hoe kan de kinesitherapeut dan helpen? Jo.Nijs@vub.ac.be 22-2-2010 1 revalidatie F A S E veilig bewegen = fysieke activiteiten verantwoord uitvoeren correct
Nadere informatieEnergieverdeling & coaching
Energieverdeling & coaching Jantina Kroese, MSc/ Ergotherapeut Ruth Kuiper, maatschappelijk werk nov 2017 Indeling Verwachtingen Brainstorm Theorie Interventies maatschappelijk werk en ergotherapie Meetinstrumenten
Nadere informatieKwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing
Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:
Nadere informatie1. Introductie 2. Feiten over vermoeidheid 3. Persoonlijke ervaringsverhaal 4. Tips en adviezen 5. Hulp en steun
Thea Brouwer 1. Introductie 2. Feiten over vermoeidheid 3. Persoonlijke ervaringsverhaal 4. Tips en adviezen 5. Hulp en steun Ervaringsdeskundige kanker en vermoeidheid Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten
Nadere informatiePrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen
Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of
Nadere informatieOmgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest
Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Van DSM IV naar DSM 5 DSM IV - somatisatie stoornis, - somatoforme
Nadere informatieAngst voor terugkeer van kanker. November 2011, VGCT. Coen Völker cvolker@hdi.nl GZpsycholoog & Eerstelijnspsycholoog
Angst voor terugkeer van kanker November 2011, VGCT Coen Völker cvolker@hdi.nl GZpsycholoog & Eerstelijnspsycholoog programma 1a Casus 1b Diagnostiek van angst voor terugkeer van kanker 1c Behandeling
Nadere informatie12 e Post O.N.S. Meeting. Carolien Burghout Verpleegkundig specialist Jeroen Bosch Ziekenhuis
12 e Post O.N.S. Meeting Carolien Burghout Verpleegkundig specialist Jeroen Bosch Ziekenhuis Screening for distress The Sixth Vital Sign Doelen De toehoorder: 1. heeft achtergrondkennis over distress en
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatieSomatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold
Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold LUMC Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde Huisarts te Leiderdorp Uw spreekuur Moeheid Pijnklachten Buikpijn Hoofdpijn
Nadere informatieCognitieve gedragstherapie voor MSgerelateerde
Cognitieve gedragstherapie voor MSgerelateerde vermoeidheid Marieke Houniet- de Gier, Gz-psycholoog/ cognitief gedragstherapeut/ promovenda Afdeling Medische Psychologie + afdeling Revalidatiegeneeskunde
Nadere informatieDe Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.
RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede
Nadere informatieInvloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders
Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieNationaal AYA Jong & Kanker Platform
Nationaal AYA Jong & Kanker Platform www.aya4net.nl Kanker gerelateerde vermoeidheid Een aanhoudend, subjectief gevoel van uitputting gerelateerd aan kanker of aan de behandeling ervan, dat interfereert
Nadere informatieSECUNDAIRE TRAUMATISCHE STRESS BIJ DE BELGISCHE POLITIE
SECUNDAIRE TRAUMATISCHE STRESS BIJ DE BELGISCHE POLITIE 1 SECUNDAIRE TRAUMATISCHE STRESS BIJ DE BELGISCHE POLITIE SECONDARY TRAUMATIC STRESS AT THE BELGIAN POLICE Maarten Ceulemans Eerste begeleider Dr.
Nadere informatieDe Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie
De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support
Nadere informatieSamen op weg: communicatie met kinderen en jongeren met SOLK. Voorbij de scheiding tussen lichaam en geest. Yvette Krol, klinisch psycholoog,
Samen op weg: communicatie met kinderen en jongeren met SOLK. Voorbij de scheiding tussen lichaam en geest. Yvette Krol, klinisch psycholoog, Deventer Ziekenhuis Ingeborg Visser, GZ-psycholoog i.o. tot
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieMindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht
Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Flip Kolthoff, psychiater Radboud Universitair Centrum voor Mindfulness, GGZ Noord-Holland-Noord Flip Kolthoff, VUmc, 20-01-2012 1 Inleiding Flip Kolthoff,
Nadere informatiePROs in de praktijk 1: Wat doen we ermee?
PROs in de praktijk 1: Wat doen we ermee? Prof. dr Jolanda de Vries Hoogleraar Kwaliteit van leven in de medische setting GZ-psycholoog en Medisch manager afdeling medische psychologie St Elisabeth ziekenhuis
Nadere informatieKANKER GERELATEERDE VERMOEIDHEID WAT TE DOEN? CARLA AGASI-IDENBURG, MSC,PT
KANKER GERELATEERDE VERMOEIDHEID WAT TE DOEN? CARLA AGASI-IDENBURG, MSC,PT U BENT NIET ALLEEN. Toehoorders 50 40 30 20 10 0 KANKER GERELATEERDE VERMOEIDHEID (OVER)LEVEN EEN DING MOET IK MIJN VERMOEIDHEID
Nadere informatieAngst voor terugkeer van kanker In wetenschap en praktijk
Angst voor terugkeer van kanker In wetenschap en praktijk Workshop NVPO Dag voor de Praktijk Dr. Petra Servaes, GZ-psycholoog i.o. tot Specialist Marieke van de Wal, MSc, onderzoeker Prof. dr. Judith Prins,
Nadere informatieCALM: MANAGING CANCER AND LIVING MEANINGFULLY FROUKJE DE VRIES EMMA HAFKAMP
CALM: MANAGING CANCER AND LIVING MEANINGFULLY FROUKJE DE VRIES EMMA HAFKAMP WAAROM CALM? Ongeveer 25% van de oncologische patiënten in de palliatieve fase ontwikkelt een depressie of aanpassingsstoornis.
Nadere informatieDe Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering
De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent
Nadere informatieDe overgang van stepped care naar personalized care bij de combinatie van lichamelijke en psychische klachten
De overgang van stepped care naar personalized care bij de combinatie van lichamelijke en psychische klachten Dr. Jonna van Eck van der Sluijs Psychiater en senior onderzoeker Symposium Personalized medicine:
Nadere informatieRunning Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1
Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten
Nadere informatieCognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met
Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van
Nadere informatieRouw bij mensen met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS)
Rouw bij mensen met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) Mourning in people with chronic fatigue syndrome (CFS) Masterthese Klinische Psychologie Onderzoeksverslag Lisanne Fischer S1816071 Mei 2012
Nadere informatieErgotherapeutische Energiemanagement interventies en de effecten op vermoeidheid
Ergotherapeutische Energiemanagement interventies en de effecten op vermoeidheid Resultaten van een systematisch review en een toepassing voor de praktijk Lyan Blikman, MSc. Bewegingswetenschapper PhD
Nadere informatieCognitieve gedragstherapie en EMDR bij problematisch ernstig astma
Cognitieve gedragstherapie en EMDR bij problematisch ernstig astma Dr. Marieke Verkleij, GZ-psycholoog/postdoc onderzoeker VGCT najaarscongres 9-11-2018 Disclosure Interest Geen belangenverstrengeling
Nadere informatie4. Ik ben bang dat langdurige slapeloosheid ernstige gevolgen heeft voor mijn lichamelijke gezondheid. mee eens : : : : : : mee oneens
Bijlagen Alle formulieren die u in dit boek hebt leren gebruiken, zijn hier nog eens opgenomen. U kunt ze kopiëren en gebruiken op het moment dat u ze weer nodig hebt. 98 verbeter je slaap HOUDING EN GEDACHTEN
Nadere informatie(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1
(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological
Nadere informatieDe Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van. Leven
De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van Leven The Effects of the Kanker Nazorg Wijzer on Psychological Distress and Quality of Life Miranda H. de Haan Eerste
Nadere informatiehoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen
Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,
Nadere informatieWorkshop 2E: Optimisme. Elke Smeets. Madelon Peters. Faculty of Psychology and Neuroscience
Workshop 2E: Optimisme Elke Smeets Madelon Peters Optimisme: 2 benaderingen attributie stijl benadering Seligman & Peterson uitkomst verwachtingen benadering Carver & Scheier attributie stijl benadering
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatieCharlotte Penders, Verpleegkundig Specialist Marc Kamps, Medisch Maatschappelijk Werker 17 december 2014
Charlotte Penders, Verpleegkundig Specialist Marc Kamps, Medisch Maatschappelijk Werker 17 december 2014 Zorgpad Casus Cervixcarcinoom Follow up Supportive care Soorten zorg in de psychosociale ondersteuning
Nadere informatieOmgaan met chronische verm index:omgaan met chronische verm index :39 Pagina. Voorwoord 13
Inhoud Voorwoord 13 1 Wat is er aan de hand? 17 Twee typerende voorbeelden 17 Vermoeidheid 19 Vermoeidheid als een nuttig signaal 19 Vermoeidheid en stress 20 Vermoeidheid bij een ziekte 20 Vermoeidheid
Nadere informatieStigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer
Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument. Pain Catastrophizing Scale (PCS) 1 Algemene gegevens
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Pain Catastrophizing Scale (PCS) Januari 2016 Review: Raymond Swinkels Eveline van Engelen Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Het meetinstrument
Nadere informatieDe relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten
De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,
Nadere informatieSTABLE LOVE, STABLE LIFE?
STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieRoland Disability Questionnaire
Roland 1983 Nederlandse vertaling G.J. van der Heijden 1991 Naampatiënt...Datum:. Uw rugklachten kunnen u belemmeren bij uw normale dagelijkse bezigheden. Deze vragenlijst bevat een aantal zinnen waarmee
Nadere informatieEmotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.
Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieMaster Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach.
1 Master Thesis Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models Using an Item Response Approach. Burnout onder Beginnende Nederlandse Verpleegkundigen: een Vergelijking van Theoretische
Nadere informatieAngst en de ziekte van Parkinson. te veel of te weinig controle. Annelien Duits Harriët Smeding. www.smedingneuropsychologie.nl
Angst en de ziekte van Parkinson te veel of te weinig controle Annelien Duits Harriët Smeding www.smedingneuropsychologie.nl Wat moet deze workshop brengen, zodat je zegt: dat was de moeite waard? Smeding
Nadere informatieCitation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.
University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite
Nadere informatieSarcoïdose. & vermoeidheid. Vermoeidheid is één van de belangrijkste klachten bij sarcoïdose.
Sarcoïdose & vermoeidheid Vermoeidheid is één van de belangrijkste klachten bij sarcoïdose. www.sarcoidose.nl Iedereen kent het gevoel van vermoeidheid. Na inspanning, aan het eind van de dag. Hoewel iedereen
Nadere informatieINVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Nadere informatieback to vitality meer energie? Ondersteuning bij vermoeidheid bij en na kanker
back to vitality meer energie? Ondersteuning bij vermoeidheid bij en na kanker In deze brochure vindt u een overzicht van de behandelingen die Cancer Care Center biedt om vermoeidheid tijdens en na afloop
Nadere informatieBent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.
Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten
Nadere informatie34 DE PSYCHOLOOG / DECEMBER 2018 ERNSTIGE VERMOEIDHEID NA BEHANDELING VAN BORSTKANKER HARRIËT ABRAHAMS
34 DE PSYCHOLOOG / DECEMBER 2018 HARRIËT ABRAHAMS Eén op de zeven vrouwen krijgt in haar leven de diagnose borstkanker. Door verbeteringen in de borstkankerscreening en behandeling overleven steeds meer
Nadere informatieAngst een moeilijke vangst
Angst een moeilijke vangst Welke symptomen van hospice patiënten met kanker zijn voorspellend voor het ervaren van angst? Daniëlle Zweers Consulent palliatieteam Cancer Center, UMC Utrecht Promovendus
Nadere informatieDit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.
Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met
Nadere informatieHoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het
Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve
Nadere informatieHet Effect van de Kanker Nazorg Wijzer* op Werkgerelateerde Problematiek en Kwaliteit. van Leven bij Werkende Ex-Kankerpatiënten
Het Effect van de Kanker Nazorg Wijzer* op Werkgerelateerde Problematiek en Kwaliteit van Leven bij Werkende Ex-Kankerpatiënten The Effect of the Kanker Nazorg Wijzer* on Work-related Problems and Quality
Nadere informatieDeterminanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen
Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen Determinants and Barriers of Providing Sexual Health Care to Cancer Patients by Oncology
Nadere informatieCentrum voor Lichamelijk Onverklaarde Klachten (CLOK)
Centrum voor Lichamelijk Onverklaarde Klachten (CLOK) Wijzingen van DSM-IV naar DSM-5 Lisette t Hart & Ingeborg Visser Vragen Wie heeft in de afgelopen twee weken last gehad van buikpijn, maagpijn, misselijkheid,
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15
Nadere informatieAdherence aan HWO en meer bewegen
Adherence aan HWO en meer bewegen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van het motivationele stadium van patiënten en de adherence aan huiswerkoefeningen (HWO) bij fysiotherapie en het meer bewegen.
Nadere informatieDe Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Nadere informatieGIRO 5057. Voor meer informatie:
Deze brochure kwam tot stand met medewerking van Prof. dr. Gijs Bleijenberg, klinisch psycholoog, verbonden aan het UMC St Radboud, Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid in Nijmegen. In dit centrum wordt
Nadere informatieInvloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten
Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast
Nadere informatieMultidimensional Fatigue Inventory
Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Smets E.M.A., Garssen B., Bonke B., Dehaes J.C.J.M. (1995) The Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Psychometric properties of an instrument to asses fatigue.
Nadere informatiePatiënteninformatie. Slaap bevorderende adviezen Slaap bevorderende adviezen.indd 1
Patiënteninformatie Slaap bevorderende adviezen 20170044 Slaap bevorderende adviezen.indd 1 01-09-17 13:41 Slaap bevorderende adviezen Slaapcentrum, route 1.5 Telefoon (050) 524 5930 Medische Psychologie,
Nadere informatieIndividuele creatieve therapie als onderdeel van de oncologische revalidatie
Individuele creatieve therapie als onderdeel van de oncologische revalidatie Eveline Bleiker Minisymposium Oncologische Creatieve therapie in ontwikkeling 26 mei 2015 Achtergrond Even voorstellen Creatieve
Nadere informatieOuderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit
1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan
Nadere informatieCognitieve gevolgen van kankerbehandeling Bas van de Weg, revalidatiearts Revant
Cognitieve gevolgen van kankerbehandeling Bas van de Weg, revalidatiearts Revant Alles wat voorheen automatisch ging, kost me nu inspanning 1. Cognitie en chemotherapie Verschillende soorten even schadelijk
Nadere informatieEen literatuurstudie naar de gevolgen van kanker drs. E. van der Peet, projectmedewerker Integraal Kankercentrum Limburg
Een literatuurstudie naar de gevolgen van kanker drs. E. van der Peet, projectmedewerker Integraal Kankercentrum Limburg Inleiding Signalen uit de praktijk en een groeiend aantal onderzoeken tonen aan
Nadere informatieVragenlijst bij rugpijn
Vragenlijst bij rugpijn Naam: Geb.datum: - - Pijn en coping en cognitie lijst Instructie: Bij een persoon, die pijn heeft zullen er andere gedachten door het hoofd gaan dan wanneer die persoon geen pijn
Nadere informatie