De ervaren Oudertevredenheid over Passend onderwijs. Samenwerkingsverband PO

Transcriptie

1 De ervaren Oudertevredenheid over Passend onderwijs Samenwerkingsverband PO

2 Inleiding Het Samenwerkingsverband PO (SWV) heeft tot doel een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen binnen en tussen basisscholen en in samenwerking met speciale scholen voor basisonderwijs te realiseren en wel zodanig dat zoveel mogelijk leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken. Je zou ook kunnen zeggen dat het Samenwerkingsverband zich tot doel heeft gesteld scholen te ondersteunen zodat alle kinderen op de aangesloten scholen zorg op maat krijgen. Passend onderwijs is er voor alle leerlingen. Daarom staat de basiskwaliteit van het onderwijs voorop in onze regio. De focus ligt op het ontwikkelen van een inhoudelijk onderwijsaanbod dat aansluit bij de leerlingen. Hierdoor kunnen zo veel mogelijk leerlingen naar het reguliere basisonderwijs, ook leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Zo nodig schakelen basisscholen daarbij de expertise in van speciaal onderwijs en externe zorgpartners. In het kader van het onderzoek naar de ervaren tevredenheid van ouders van leerlingen van het Samenwerkingsverband PO is er een onderzoek gehouden onder alle ouders van het SWV om te peilen hoe zij denken over de situatie in het SWV na de invoering van Passend onderwijs. Aanleiding & uitgangspunten Het Samenwerkingsverband wil graag zicht krijgen op de ervaren tevredenheid van ouders. In het Ondersteuningsplan is afgesproken dat het SWV een oudertevredenheidspeiling uitvoert. De tevredenheid van ouders is een belangrijke indicator op de vraag of het samenwerkingsverband het goed doet. Informatie die de komende periode wordt verzameld over oudertevredenheid in onze regio geeft input voor het nieuwe Ondersteuningsplan Enkele uitgangspunten: Het samenwerkingsverband beschouwt ouders als een belangrijke educatieve partner (ambitie Ondersteuningsplan). Het SWV heeft een wettelijke taak t.a.v. voorlichting aan ouders. Het ondersteuningsplan omvat in elk geval: de wijze waarop aan de ouders informatie wordt verstrekt over de ondersteuningsvoorzieningen en over de onafhankelijke ondersteuningsmogelijkheden voor ouders (WPO-artikel 18a lid 8f). De daadwerkelijke ervaringen van ouders met passend onderwijs zijn mede afhankelijk van de aard- en omvang van de onderwijsondersteuningsbehoeften van hun eigen kind(eren). Vermoedelijk is er sprake van diversiteit. Taken, verantwoordelijkheden en middelen liggen zoveel mogelijk bij de schoolbesturen. Schoolbesturen voeren meestal zelf ook oudertevredenheidsonderzoek uit. Er zijn regionale en landelijke onderzoeken naar oudertevredenheid. bijv. 2

3 Werkwijze Er is een werkgroep in het leven geroepen bestaande uit diverse geledingen van het Samenwerkingsverband onder leiding van de coördinator van het SWV. Deze werkgroep heeft in een aantal bijeenkomsten een voorstel om de tevredenheid te meten opgesteld en aangedragen bij het bestuur van het Samenwerkingsverband. In dit voorstel waren opgenomen de te stellen vragen en de manier van enquêteren. De vragen waren vooral geënt op het onderzoek van het Kohnstamm Instituut en voor de uitvoering is gebruik gemaakt van een digitaal instrument dat door RENN4, een van de partners binnen het samenwerkingsverband, in licentie wordt gebruikt bij het afnemen van tevredenheidspeilingen. Het voorstel van de werkgroep is op 13 maart jl. door het bestuur besproken en dit heeft besloten om het advies van de werkgroep op te volgen en het advies als voorstel aan de Algemene Leden Vergadering (ALV) van het Samenwerkingsverband van 1 mei 2017 voor te leggen. De ALV is unaniem akkoord gegaan met de door de werkgroep voorgestelde werkwijze. Alle schoolbesturen hebben daarop een document gekregen met daarin de uitnodiging voor de ouders om deel te nemen aan het onderzoek. In dat document was tevens de link opgenomen naar het daadwerkelijke onderzoek zelf. Voor de verspreiding van de uitnodigingstekst is een beroep gedaan op de schoolbesturen met de vraag of zij, volgens afspraak, wilden zorg dragen voor het uitzetten van de enquête onder hun eigen ouders. De enquête heeft opengestaan van 6 mei t/m 11 juni juni 2017 drs. J.H.H. Lummen onderwijsadviseur RENN4 3

4 Het onderzoek Het SWV PO kende volgens eigen opgave van 3 december 2016 in totaal leerlingen. De totale respons bedroeg 1236, een responspercentage van 8,7 %. Voor het verkrijgen van 95% statistisch betrouwbare antwoorden, een algemeen geldend uitgangspunt in de statistiek, was dit ruim voldoende. Dit betekent dat op samenwerkingsverbandniveau betrouwbare antwoorden zijn gevonden. Op bestuursniveau zijn de resultaten heel verschillend. Niet elk bestuur had een voldoende mate van respons vanuit de eigen geledingen om tot betrouwbare antwoorden te komen op bestuursniveau. Er zijn twee schoolbesturen met een SBO (COG Drenthe en Plateau) en één bestuur voor SO (RENN4). De andere besturen bieden geen S(B)O aan. In het onderzoek worden drie groepen ouders onderscheiden: - Ouders met een kind in het reguliere basisonderwijs - Ouders met een kind dat in het reguliere basis extra ondersteuning krijgt - Ouders met een kind in het speciaal (basis)onderwijs Voor de beantwoording van de vragen hebben we gebruik gemaakt van een 4-puntschaal met daarnaast nog een optie als de vraag niet van toepassing was. Bij een onderzoek met een 4-puntschaal geldt dat een 3 of hoger voldoende is. Voor de interne consistentie, de betrouwbaarheid van de vragen binnen een categorie, geldt dat een hoge score (>.80) wijst op een hoge interne consistentie. Dat betekent dat de samenstellende items nagenoeg hetzelfde concept meten. Over het algemeen wordt een schaal met een waarde van >.70 gezien als betrouwbaar. Voor het huidige onderzoek zijn via Cronbach s alpha de volgende waarden voor interne consistentie gevonden: - Communicatie:.92 - Begeleiding:.80 - Procedures:.80 De standaarddeviatie staat bij elk onderdeel vermeld en is een maat voor de spreiding van de getallen rondom het gemiddelde. Als vuistregel geldt dat het gemiddelde plus of min één standaarddeviatie ongeveer 69 % van alle antwoorden omvat. Een verschil van 2 standaarddeviaties betekent dat 95% van de respondenten anders heeft geantwoord. 4

5 Samenvatting van enkele algemene gegevens: Leeftijdsopbouw kind: Aantal Percentage Jonger dan 7 jaar ,0 % Tussen 7 en 10 jaar ,7 % 11 jaar of ouder ,4 % De helft van de respondenten was ouder/verzorger van een leerling tussen 7 en 10 jaar, de middengroepen. De andere helft van de respondenten was enigermate redelijk verdeeld gelijk verdeeld tussen de jongere en de oudere leerlingen. 60% 40% 20% 0% Leeftijdsopbouw < 7 7 <> 10 > 11 Doelgroep: Aantal Percentage Mijn kind volgt regulier basisonderwijs ,7 % Mijn kind volgt regulier basisonderwijs met ondersteuning 64 5,2 % Mijn kind volgt speciaal (basis)onderwijs 101 8,2 % Bijna 87 % van de respondenten geeft aan dat hun kind dat het gewone basisonderwijs volgt. Van alle respondenten van dit onderzoek volgt ruim 5 % van hun kinderen de basisschool met extra ondersteuning en van ruim 8 % van de respondenten volgt hun kind het speciaal (basis)onderwijs. 100% 80% 60% 40% 20% 0% Vorm van onderwijs Basisonderwijs Basisonderwijs + Speciaal (basis)onderwijs 5

6 Aantal respondenten per bestuur: Naam bestuur Leerlingen ( ) Aantal respondenten per bestuur Responspercentage per bestuur Betrouwbaarheidspercentage Athena ,0 % 36 % Stichting Baasis ,0 % 70 % COG Drenthe ,3 % 78 % CONOD ,0 % Kits Primair ,6 % 91 % Plateau Assen ,8 % > 95 % PrimAH ,9 % 89 % Primenius ,0 % 31 % VGPONN ,4 % 49 % RENN ,9 % 22 % Totaal ,7 % > 95 % 20,0% 18,0% 16,0% 14,0% 12,0% 10,0% 8,0% 6,0% 4,0% 2,0% 0,0% Responspercentage per bestuur 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Betrouwbaarheidspercentages per bestuur 6

7 Het gemiddelde responspercentage van het Samenwerkingsverband lag op 8,7 %, de rode lijn. Het betrouwbaarheidspercentage per bestuur is een samenhang tussen de grootte van het aantal leerlingen van dat bestuur met de grootte van de respons. Een groot bestuur heeft relatief minder respondenten nodig om toch betrouwbare antwoorden te krijgen waartegen een klein bestuur een relatief groot aantal respondenten nodig heeft om statistisch betrouwbare antwoorden te kunnen genereren. Bij grafiek 2 ligt de rode lijn op 95 %, de standaardmaat voor statistische betrouwbaarheid bij sociale studies. Op het niveau van het Samenwerkingsverband is de respons dusdanig hoog (> 95%) dat de antwoorden als statistisch betrouwbaar kunnen worden beschouwd. Op het niveau van de schoolbesturen kwam naar voren dat de betrouwbaarheidspercentages voor Kits Primair, Plateau Assen en PrimAH tussen 89% en > 95% betrouwbaarheid uit kwamen. Bij de andere besturen was het aantal respondenten te laag om de resultaten als statistisch betrouwbaar te mogen bestempelen en kunnen de resultaten derhalve ook slechts hooguit worden beschouwd als (sterke) aanwijzing van een bepaalde trend. Vanuit de scholen van CONOD is geen respons gekomen. Aantal respondenten per school: Brinnr. Aantal resp. Brinnr. Aantal resp. Brinnr. Aantal resp. Brinnr. Aantal resp. Brinnr. Aantal resp. 00DX TG TL MU QK FN TN RS PN XL FN HP EH WY HR AV HZ EY BX EO BK LV OC BG EY TA AU QS EZ XN TH PP SP FC SV HH KO JT HW DG QP UK AB NM KN UT DK

8 18OV KN AS SG QA VZ GR VA NQ OR JI AK OC LS LV GR NN BM EF YV IL WZ KJ HY YQ NV PM QP QU GE LT PA00 3 8

9 SWV 22.01PO Athena Baasis COG Drenthe CONOD Kits Primair Plateau PrimAH Primenius VGPONN RENN4 Legenda: Statistisch gezien betrouwbaar Statistisch gezien vrijwel betrouwbaar Statistisch gezien een trend Statistisch gezien niet betrouwbaar Aantal respondenten: 1236 Tevredenheidsonderzoek ouders Assen 2017 Algemeen Gemiddelde 3,3 3,6 3,3 3,2 3,3 3,4 3,2 3,4 3,4 2,8 eens eens? Standaarddeviatie = 0,11 1 Het onderwijsaanbod aan mijn kind is passend (is afgestemd op wat mijn kind kan en hoe mijn kind leert) 3,2 3,6 3,1 3,1 3,2 3,3 3,1 3,2 3,3 3,0 2 Mijn kind ontwikkelt zich goed op school 3,4 3,5 3,4 3,3 3,4 3,4 3,3 3,4 3,5 2,6 35 (2,8%) 24 (1,9%) 140 (11.3%) 92 (7,4%) 497 (40,2%) 418 (33,8%) 418 (33,8%) 521 (42,2%) 138 (11,2%) 169 (13,7%) De respondenten zijn tevreden over de ontwikkeling van hun kind op school (3,4) en het onderwijsaanbod wordt over het algemeen gezien als ruim voldoende passend afgestemd voor het kind (3,2). Gesplitst naar doelgroep zijn de resultaten niet meer per bestuur te analyseren maar alleen op Samenwerkingsverbandniveau omdat niet alle besturen een S(B)O hebben. 9

10 SWV 22.01PO Athena Baasis COG Drenthe CONOD Kits Primair Plateau PrimAH Primenius VGPONN RENN4 De onderscheiden groepen waren: - Doelgroep A: Het kind volgt regulier basisonderwijs (BAO) - Doelgroep B: Het kind volgt regulier basisonderwijs met ondersteuning (BAO+) - Doelgroep C: Het kind volgt speciaal (basis)onderwijs (S(B)O) 1 2 Het onderwijsaanbod aan mijn kind is passend (is afgestemd op wat mijn kind kan en hoe mijn kind leert) Mijn kind ontwikkelt zich goed op school BAO BAO+ S(B)O 3,2 2,9 3,5 3,4 3,0 3,5 Gemiddelde score 3,3 3,0 3,5 Het lijkt alsof doelgroep B, de ouders met een kind in het regulier onderwijs dat extra ondersteuning krijgt, minder tevreden zijn over het passend onderwijsaanbod (2,9) terwijl de ouders met een kind in het speciaal (basis)onderwijs juist heel tevreden zijn (3,5). De ouders van kinderen met extra ondersteuning in het basisonderwijs scoren gemiddeld lager (3,0) dan beide andere doelgroepen. Informatie/communicatie Gemiddelde 3,0 3,3 2,9 2,9 3,0 3,1 2,9 3,0 3,1 2,9 eens eens? Standaarddeviatie = 0,12 3 Ik ben op de hoogte van de onderwijs- en ondersteuningsmogelijkheden die de school mijn kind kan bieden. 3,0 2,9 2,8 2,8 2,9 3,1 3,0 3,1 3,1 3,4 64 (5,2%) 247 (20,0%) 477 (38,6%) 328 (26,5%) 112 (9,1%) 4 De school informeert mij regelmatig over de vorderingen /ontwikkeling van mijn kind. 3,1 3,5 3,1 2,9 3,1 3,1 3,1 3,1 3,1 2,6 42 (3,4%) 215 (17,4%) 488 (39,5%) 383 (31,0%) 105 (8,5%) 5 De school is merkbaar geïnteresseerd in mijn opvatting over de ontwikkeling van mijn kind. 3,1 3,3 3,0 3,0 3,1 3,1 2,9 3,1 3,3 2,6 47 (3,8%) 208 (16,8%) 475 (38,4%) 357 (28,9%) 145 (11,7%) 10

11 6 De school betrekt mij (ouders) bij het opstellen van een plan van aanpak voor de begeleiding. 2,9 3,3 2,7 2,7 2,9 2,9 2,7 2,7 3,0 3,1 83 (6,7%) ,9%) 411 (33,3%) 271 (21,9%) 216 (17,5%) De respondenten vinden dat de school hen tijdig informeert over de vordering van hun kind (3,1) en dat de school geïnteresseerd is in de opvatting van de ouders over de ontwikkeling van hun kind (3,1). Het betrekken van de ouders bij het opstellen van een plan van aanpak voor de begeleiding is net onvoldoende (2,9). De respondenten zijn voldoende op de hoogte van de onderwijs- en ondersteuningsmogelijkheden die de school hun kind kan bieden (3,0). De gemiddelde score over dit hele item ligt op 3,0. Een analyse naar de verschillende doelgroepen leverde het volgende beeld op: BAO BAO+ S(B)O Ik ben op de hoogte van de onderwijs- en ondersteuningsmogelijkheden die de school mijn kind 2,9 3,1 3,4 kan bieden. De school informeert mij regelmatig over de vorderingen /ontwikkeling van mijn kind. 3,1 3,1 3,2 De school is merkbaar geïnteresseerd in mijn opvatting over de ontwikkeling van mijn kind. 3,0 3,0 3,3 De school betrekt mij (ouders) bij het opstellen van een plan van aanpak voor de begeleiding. 2,8 3,0 3,1 Gemiddelde score 3,0 3,1 3,3 Het lijkt erop dat de ouders van de doelgroep BAO+ (3,1) en S(B)O (3,3) net iets meer tevreden zijn over de informatie/communicatie dan de respondenten van BAO (3,0). De ouders van de doelgroep S(B)O vinden dat hun school merkbaar geïnteresseerd is in hun opvattingen over de ontwikkeling van hun kind (3,3) en scoren daarmee hoger dan de ouders uit beide andere doelgroepen (3,0). 11

12 SWV 22.01PO Athena Baasis COG Drenthe CONOD Kits Primair Plateau PrimAH Primenius VGPONN RENN4 SWV 22.01PO Athena Baasis COG Drenthe CONOD Kits Primair Plateau PrimAH Primenius VGPONN RENN4 Mijn kind heeft extra ondersteuning op school of zit op het speciaal (basis)onderwijs Ja Nee? 251 (20,3%) 942 (76,2%) 42 (3,4%) Er waren in totaal 251 respondenten wiens kind extra ondersteuning krijgt op school of op het speciaal (basis)onderwijs zit. De eerste van onderstaande vragen is door alle respondenten beantwoord, de daaropvolgende vijf stellingen alleen door de ouders wiens kind extra ondersteuning krijgt of op het speciaal (basis)onderwijs zit. Begeleiding Gemiddelde 3,1 3,5 3,0 2,9 3,2 3,2 2,9 3,3 3,0 2,8 eens eens? Standaarddeviatie = 0,17 7 De leraar is deskundig in het omgaan met de ondersteuningsbehoefte van mijn kind. 3,2 3,6 3,3 3,0 3,1 3,3 3,0 3,3 3,2 3,0 35 (2,8%) 144 (11,7%) 440 (35,6%) 409 (33,1%) 208 (16,8%) 8 De intern begeleider heeft een meerwaarde in de begeleiding van mijn kind. 3,2 4,0 3,4 2,8 3,3 3,3 2,8 4,0 3,1 2,8 12 (4,8%) 22 (8,7%) 80 (31,2%) 83 32,9%) 55 (21,8%) 9 De school betrekt tijdig deskundigen bij de vormgeving van passend onderwijs aan mijn kind. 2,9 2,0 2,4 2,9 3,0 3,1 2,8 4,0 2,9 2,8 18 (7,1%) 40 (15,9%) 84 (33,3%) 65 (25,8%) 45 (17,9%) 10 De deskundige is binnen redelijke termijn beschikbaar. 3,1 2,6 2,7 3,2 3,2 2,8 4,0 3,1 2,8 16 (6,3%) 24 (9,5%) 79 (31,3%) 69 (27,4%) 64 (25,4%) 12

13 11 De school werkt samen met zorgaanbieders bij wie mijn kind in onderzoek of onder behandeling is. 3,0 4,0 2,9 2,7 3,1 3,1 2,7 4,0 2,6 3,0 19 (7,6%) 19 (7,6%) 74 (29,6%) 60 (24,0%) 78 (31,2%) 12 De begeleiding wordt volgens afspraken uitgevoerd. 3,2 4,0 3,2 3,1 3,3 3,3 3,1 3,0 3,0 2,5 7 (2,8%) 21 (8,4%) 85 (34,1%) 81 (32,5%) 55 (22,1%) De leraar wordt door de respondenten gezien als deskundig in het omgaan met de ondersteuningsbehoefte van hun kind (3,2). De intern begeleider wordt gezien als een meerwaarde in de begeleiding (3,2) en de begeleiding wordt volgens afspraak uitgevoerd (3,2). De school zou eerder deskundigen kunnen betrekken bij de vormgeving van passend onderwijs aan het kind (2,9). De school werkt samen met zorgaanbieders die al contact hebben met het kind (3,0). Wordt een deskundige ingeschakeld, dan is deze binnen redelijke termijn beschikbaar (3,1) Opvallend is het grote percentage respondenten dat een? heeft ingevuld bij dit hele item. Een analyse naar de verschillende doelgroepen leverde het volgende beeld op: De leraar is deskundig in het omgaan met de ondersteuningsbehoefte van mijn kind. De intern begeleider heeft een meerwaarde in de begeleiding van mijn kind. De school betrekt tijdig deskundigen bij de vormgeving van passend onderwijs aan mijn kind. De deskundige is binnen redelijke termijn beschikbaar. De school werkt samen met zorgaanbieders bij wie mijn kind in onderzoek of onder behandeling is. BAO BAO+ S(B)O 3,2 3,1 3,5 3,1 3,1 3,4 2,8 2,8 3,3 2,9 2,8 3,5 2,8 3,0 3,2 12 De begeleiding wordt volgens afspraken uitgevoerd. 3,1 3,3 3,4 Gemiddelde score 3,0 3,0 3,4 De respondenten van de doelgroep S(B)O oordelen gemiddeld genomen positiever (3,4) over de begeleiding dan beide andere doelgroepen. Vooral de items over de deskundigheid van de leerkracht (3,5), het betrekken van deskundigen (3,3) en de beschikbaarheid van de deskundige (3,5) scoren hoger. De respondenten van het S(B)O oordelen positief over het betrekken van deskundigen (3,3) bij de vormgeving van het passend onderwijs aan hun kind en over de termijn waarbinnen een deskundige wordt betrokken (3,5). De begeleiding wordt volgens afspraak uitgevoerd. 13

14 SWV 22.01PO Athena Baasis COG Drenthe CONOD Kits Primair Plateau PrimAH Primenius VGPONN RENN4 Procedures Gemiddelde 3,1 3,0 3,2 3,3 3,4 3,0 2,8 3,8 3,5 3,3 eens eens? Standaarddeviatie = 0,2 13 Ik moest veel moeite doen om mijn kind op de school van mijn voorkeur geplaatst te krijgen. 1,7 1,0 1,2 1,4 1,2 2,0 1,7 1,5 1,0 1,8 137 (54,8%) 39 (15,6%) 17 (6,8%) 27 (10,8%) 30 (12,0%) 14 De toelatingsprocedure voor speciaal (basis)onderwijs is helder. 2,9 2,0 2,5 2,9 2,9 3,0 2,2 4,0 3,0 3,4 22 (8,9%) 21 (8,5%) 55 (22,2%) 56 (22,6%) 94 (37,9%) De eerste stelling is een bijzondere vanwege het feit dat de score hier omgedraaid gelezen hoort te worden. Een dergelijke vraag is opgenomen om de betrouwbaarheid van het onderzoek te vergroten. Voor de berekening van het gemiddelde zijn de scores omgedraaid (4=1, 3=2, 2=3, 1=4). Een lage score (1,7) is in dit geval goed, ouders hoefden niet veel moeite te doen om hun kind op de school van hun voorkeur te krijgen. De toelatingsprocedure voor speciaal (basis)onderwijs is onvoldoende helder (2,9). Het gemiddelde en de standaarddeviatie zijn berekend over de omgedraaide scores. Een analyse naar de verschillende doelgroepen leverde het volgende beeld op: BAO+ S(B)O Ik moest veel moeite doen om mijn kind op de school van mijn voorkeur geplaatst te krijgen. 1,4 2,3 De toelatingsprocedure voor speciaal (basis)onderwijs is helder. 2,5 3,2 Gemiddelde score: 3,1 3,0 Dat de ouders van de doelgroep BAO+ weinig moeite moesten doen om hun kind op de school van hun voorkeur te krijgen, is niet zo verwonderlijk. Voor ouders met een kind dat extra ondersteuning krijgt of op het S(B)O zit, kostte het wel veel moeite om hun kind op de school van hun voorkeur geplaatst te krijgen. Omgerekend liggen die scores op 3,6 en 2,6. 14

15 SWV 22.01PO Athena Baasis COG Drenthe CONOD Kits Primair Plateau PrimAH Primenius VGPONN RENN4 SWV 22.01PO Athena Baasis COG Drenthe CONOD Kits Primair Plateau PrimAH Primenius VGPONN RENN4 Nog een keuze Ja Nee? Mijn kind zit op het speciaal (basis)onderwijs (8,0%) 1134 (91,7%) 5 (0,4%) Alleen de respondenten met een kind in het speciaal (basis)onderwijs (99) hebben de volgende stellingen beantwoord. Procedures Gemiddelde 3,1 3,3 3,1 3,0 3,1 eens eens? Standaarddeviatie = 0,05 15 Het traject van advisering, besluitvorming en plaatsing in het speciaal (basis) onderwijs verliep naar tevredenheid. 3,0 3,3 3,0 3,0 3,1 11 (11,1%) 10 (10,1%) 27 (27.3%) 33 (33,3%) 18 (18,2%) 16 Mijn kind werd goed begeleid in de overstap naar de nieuwe school. 3,1 3,3 3,1 3,0 3,0 7 (7,1%) 13 (13,1%) 22 (22,2%) 35 (35,4%) 22 (22,2%) Zowel het traject van advisering, besluitvorming en plaatsing (3,0) als de begeleiding van het kind naar de nieuwe school (3,1) verliepen positief. 15

16 Discussie De gevonden uitkomsten vragen om een verklaring waarbij er altijd meer mogelijkheden zijn. Om de discussie over de uitkomsten op gang te helpen, staan hieronder een tiental stellingen die gebaseerd zijn op de gevonden resultaten: 1. Het onderwijsaanbod is in het S(B)O (3,5) beter op de leerling afgestemd dan in het BAO op de leerling met extra ondersteuning (2,9). 2. Scholen hebben moeite met het bieden van extra ondersteuning aan zorgleerlingen. 3. Respondenten van BAO+ (3,0) en S(B)O (3,1) leerlingen worden meer betrokken bij het onderwijs en zijn daardoor beter in staat te oordelen over de kwaliteit van de geboden begeleiding op school dan de ouders uit de BAO-groep (2,9). 4. De extra ondersteuning op het BAO (2,8) laat te lang op zich wachten waardoor een kind een grote kans loopt op onderontwikkeling van zijn mogelijkheden wat betreft leren. 5. De respondenten uit BAO+ (3,1) en S(B)O (3,4) zijn beter op de hoogte zijn van de onderwijs- en ondersteuningsmogelijkheden die school te bieden heeft dan de ouders van BAO (2,9). 6. Dat er bij het onderdeel Begeleiding zoveel respondenten een? invullen heeft alles te maken met gebrekkige communicatie tussen school en ouders. 7. De kennis van de professional moet worden samengevoegd met de kennis van de ouders om het onderwijs aan zorgleerlingen inhoud te geven. 8. Het S(B)O is merkbaar meer geïnteresseerd in de ontwikkeling van het kind dan het BAO. 9. Voor leerlingen die extra zorg nodig hebben, wordt te laat deskundige ondersteuning ingeroepen. 10. De scholen van SWV 22.01PO hebben de gedachte achter passend onderwijs inhoudelijk goed vormgegeven. Opmerkingen De respondenten hadden aan het eind van de enquête de mogelijkheid om nog wat te vertellen, gefundeerd en ongefundeerd, genuanceerd en ongenuanceerd. De waarde van de opmerkingen ligt in de trends die zijn te ontdekken. De meest in het oog springende trends zijn: - De grootte van de groepen is een bron van zorg voor de respondenten. - Er is te weinig aandacht voor kinderen die bovengemiddeld presteren. - Er wordt tevredenheid uitgesproken over de kwaliteit van de school. 16

17 - De mate van begeleiding kan wel wat verhoogd worden. - Er wordt tevredenheid uitgesproken over de leerkrachten - Er wordt kritisch geoordeeld over de deskundigheid van de leerkracht. - Passend onderwijs vormt een bedreiging voor de hele groep vanwege de aandacht die uitgaat naar de leerlingen met extra zorg. - Wat Passend onderwijs nu echt inhoudt, is voor veel ouders nog vaag. - Goede communicatie tussen ouders en school wordt heel erg op prijs gesteld. Op de laatste pagina is een zogenaamde Word Cloud te zien van de woorden. Hoe groter het woord, des te vaker is het gebruikt in de opmerkingen. Alle opmerkingen zijn opgenomen in een aparte bijlage. 17

18 18