Herontwikkeling locatie Boskamp, Roden O N T W E R P

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Herontwikkeling locatie Boskamp, Roden O N T W E R P"

Transcriptie

1 Herontwikkeling locatie Boskamp, Roden O N T W E R P

2

3 Herontwikkeling locatie Boskamp, Roden

4 Inhoudsopgave Bijlagen toelichting 3 Bijlage 1 Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 5 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11 Marktadvies woningbouw memo gemeente Noordenveld Akoestisch onderzoek (rekenbladen) Bodemonderzoek Asbestonderzoek Ecologisch onderzoek Archeologisch rapport Proefsleuvenonderzoek Watertoets Overlegreactie waterschap Overlegreactie provincie Drenthe ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

5 Bijlagen toelichting 3 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

6 4 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

7 Bijlage 1 Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 5 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

8 Gemeente Noordenveld Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken definitief 16 november 2015

9 DATUM 16 november 2015 TITEL Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken ONDERTITEL definitief Boulevard Heuvelink KT Arnhem Postbus BD Arnhem OPDRACHTGEVER Gemeente Noordenveld (026) BTW NL B01 IBAN NL95RABO KVK AUTEUR(S) Bert van t Land Rik ten Broek Roy Nieuwenhuis PROJECTNUMMER /g

10

11 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding en vraagstelling Aanpak Leeswijzer Noordenveld als onderdeel van de regio Het regioonderzoek De gemeente Noordenveld Conclusies per kern en doelgroep Peize Norg Roden Overige kernen Uitwerking kern Peize Demografische ontwikkeling: Terugblik Demografische ontwikkeling: Prognose Woningvraag Huidige woningvoorraad Analyse corporatiebezit Conclusies kern Peize Uitwerking kern Norg Demografische ontwikkeling: Terugblik Demografische ontwikkeling: Prognose Woningvraag Huidige woningvoorraad Analyse corporatiebezit Conclusies kern Norg Uitwerking kern Roden Demografische ontwikkeling: Terugblik Demografische ontwikkeling: Prognose Woningvraag Huidige woningvoorraad Analyse corporatiebezit Conclusies kern Roden Uitwerking overige kernen Demografische ontwikkeling: Terugblik Demografische ontwikkeling: Prognose Woningvraag Huidige woningvoorraad Analyse corporatiebezit Conclusies overige kernen Quickscan beleidsruimte corporaties Woonborg Actium 72 73

12

13 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en vraagstelling De gemeente Noordenveld wil tijdig kunnen inspelen op trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op de toekomstige woningbehoefte in kwantitatieve en kwalitatieve zin. Dan gaat het om trends als vergrijzing en ontgroening, mogelijk minder groei of soms ook selectieve bevolkingskrimp, veranderende woonbeleving in kernen, kwetsbaarheid van sommige woningsegmenten en de betaalbaarheid van het wonen. De regio GroningenAssen heeft in 2015 door Companen onderzoek laten uitvoeren om een actueel beeld van de woningbehoefte te verkrijgen. Het conceptrapport, met een zeer uitgebreid tabellenrapport als bijlage, is in mei 2015 voorgelegd aan de regiogemeenten. Het rapport geeft op regionaal en gemeentelijk niveau heldere inzichten. Het regionale onderzoek bevestigt de noodzaak om de bakens te verzetten om adequaat in te spelen op de veranderende woningbehoefte. Door de crisis en de te verwachten demografische ontwikkelingen in de regio zijn de woonvragen sterk veranderd. De komende jaren staan in het teken van minder groei, vergrijzing en uiteindelijk een terugloop van bevolkingsaantallen. De groei doet zich nog voor in enkele kernen, maar het landelijk gebied heeft al of krijgt te maken met krimp. Is deze krimp onvermijdelijk of kunnen we met de juiste productie bijvoorbeeld meer starters aan ons binden? Hoe gaat dat met de kernen Peize, Roden en Norg? Zijn de bouwplannen in de verschillende kernen nog haalbaar en wenselijk? Zo ja, wat moet er dan gebouwd worden? Zijn dat de traditionele eengezinswoningen of zouden we moeten overstappen naar andere woonvormen (bijvoorbeeld klein en goedkoop)? De focus komt in ieder geval meer te liggen bij de aanpak van de bestaande woningvoorraad. Het merendeel van de benodigde woningen waarin we later wonen, staat er al. In welke kernen en buurten zitten de zwakke plekken in de voorraad? Waar ligt nog een restvraag die niet door transformatie kan worden opgelost en dus nieuwbouw voor bijvoorbeeld senioren vergt? Woningwet De Woningwet (en de AmvB / Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting) regelt de taakafbakening van en toezicht op woningcorporaties. De verankering van het maatschappelijke presteren van corporaties krijgt gestalte in actueel gemeentelijk woonbeleid. Het woonbeleid moet hierin dan ook voorzien. Een goed woonbeleid biedt corporaties houvast. Tegelijkertijd geeft het ook de gemeente houvast bij het maken van de gemeentelijke prestatieafspraken, de beoordeling van de regionale prestatieafspraken (RPA) en het opstellen van zienswijzen ten aanzien van investeringen door de corporaties. De Woningwet bevestigt in onze visie dat gezamenlijk inzicht in de volkshuisvestelijke opgave en het prestatievermogen van de corporaties essentieel is. Dat vraagt om partnership op lokaal niveau van gemeente en corporaties. In Noordenveld zijn twee corporaties lokaal aanwezig die de hele sociale huursector bedienen, Woonborg en Actium. Woonborg is in vier gemeenten actief: Haren, Tynaarlo, Noordenveld en Aa en Hunze. Actium is actief in acht gemeenten: Assen, De Wolden, Hoogeveen, Meppel, MiddenDrenthe, Noordenveld, Ooststellingwerf en Westerveld. De andere corporaties hebben of nauwelijks bezit in Noordenveld of het zijn categorale corporaties (ouderenhuisvesting) /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 1

14 De Woningwet schrijft voor dat een corporatie naar vermogen moet bijdragen aan het woonbeleid van de gemeente(n) waarin zij actief is. Woonborg is in vier gemeenten actief, Actium in acht. Zij zullen de aandacht moeten verdelen. Maar hoe? Bepalen de corporaties per gemeente wat zij presteren? Of wordt dat in overleg tussen alle gemeenten en corporaties bepaald? Ter voorbereiding op de keuze en de afzonderlijke prestatieafspraken met de corporaties willen de gemeenten elkaar inzicht geven in de volkshuisvestelijke opgaven en waar mogelijk zelfs afstemmen. Basis voor update woonbeleid De gemeente Noordenveld heeft geen actuele Woonbeleid. Nu de woningwet is vastgesteld, wil de gemeente Noordenveld haar woonbeleid actualiseren. Zij vraagt Companen om een brede cijfermatige basis op kernniveau (Peize, Norg en Roden) voor de beleidsactualisatie, aangevuld met een eerste advies over strategie per kern. 1.2 Aanpak De onderzoeksvragen zijn als volgt samen te vatten: Demografische ontwikkeling voor de gehele gemeente en de drie kernen afzonderlijk. Prognose van de demografische ontwikkeling tot 2020 en 2025 met een doorkijk tot 2030, rekening houdend met de taakstelling voor statushouders. Daarbij aansluitend op de scenario s in het Woningbehoefteonderzoek GroningenAssen. Huidige totale woningvoorraad in de gemeente en de drie kernen. o Inventarisatie van de samenstelling van de woningvoorraad. o Inventarisatie van de beschikbaarheid van de woningen. Huidige huurwoningvoorraad gemeente per kern. o Type woning. o Huurprijsniveau. o Percentage scheefwoners per kern. o De kwaliteit (onderhoud en uitrusting) van de huurwoningen. o Energielabel. o Huidige levensloopbestendigheid of de mogelijkheden daarvoor. Woonbehoefte van de verschillende doelgroepen voor (sociale) huur en koopwoningen o Huidige en toekomstige vraag (kwantitatief en kwalitatief) van huishoudens, uitgesplitst in doelgroepen (starters, doorstromers, senioren) en naar inkomensgroepen (tot EUgrens, secundaire doelgroep tot en boven de ). Inzicht in de eventuele overschotten en/of tekorten (mismatch). o Inzicht bieden in de huidige en in de toekomstige benodigde woningvoorraad voor drie kernen, rekening houdend met de demografische ontwikkeling. Daarnaast wordt er een indicatie gegeven van de woningbehoefte in de overige kernen. Een eerste indruk geven van de beleidsruimte van Woonborg en Actium. Om deze vragen te kunnen beantwoorden is een aantal verdiepende analyses uitgevoerd op het basismateriaal van het regionale onderzoek en zijn aanvullende analyses uitgevoerd op bestanden die zijn aangeleverd door Woonborg en Actium /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 2

15 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 biedt inzicht in de positie van Noordenveld in de regio en ontwikkelingen die spelen op gemeentelijk niveau. In hoofdstuk 3 worden de belangrijkste conclusies per kern beschreven. Deze zijn van belang voor de woonbeleid en de prestatieafspraken. De hoofdstukken 4 tot en met 7 zoomen vervolgens in op de verschillende kernen in Noordenveld. In een bondige presentatie worden de diverse onderdelen van het onderzoek weergegeven en toegelicht. Tot slot volgt in hoofdstuk 8 een quickscan van de beleidsruimte van de corporaties /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 3

16 Trendscenario en scenario verandering van tijdperk zijn doorgerekend: In het regionale woningbehoefteonderzoek GroningenAssen is een vijftal scenario s uitgewerkt: het verstedelijkingsscenario, scenario verandering van tijdperk, het trendscenario en het maximum en minimum trendscenario. Op basis van het regionale woningmarktonderzoek waren er vooral aanwijzingen dat het meest waarschijnlijk is dat de ontwikkeling ligt tussen het trendscenario (met bandbreedtes maximum en minimum) en het verandering van tijdperk scenario. Dit zijn ook de scenario s die we in deze rapportage behandelen. We beschrijven de demografische ontwikkeling en de kwalitatieve ontwikkeling van de woningvraag aan de hand van deze vier scenario s. Bij het trendscenario gaat het om het doortrekken van lange termijntrends. Er is hierbij gekeken naar de woningmarktpositie en bevolkingsontwikkeling van de regiogemeenten in het verleden; gecorrigeerd voor uitschieters. Deze ontwikkelingen zijn vervolgens doorgetrokken richting de toekomst, met bandbreedtes: minimum en maximum. Het scenario verandering van tijdperk trekt de ontwikkelingen van de afgelopen vijf jaren door richting de toekomst. Het verstedelijkingsscenario gaat uit van een sterke trek naar de steden in de regio GroningenAssen. Deze laatste wordt in dit rapport niet behandeld. De onderstaande figuren geven voor de gemeente Noordenveld weer hoe de verschillende scenario s uitpakken. Figuur 1.1: Gemeente Noordenveld. Bevolkingsontwikkeling volgens de verschillende scenario s, trendprognose trend minimum trend maximum verstedelijkingsscen. verandering van tijdperk Figuur 1.2: Gemeente Noordenveld. Huishoudensontwikkeling volgens de verschillende scenario s, trendprognose trend minimum trend maximum verstedelijkingsscen. verandering van tijdperk Bron: Provincie Drenthe Belangrijk om te benoemen is dat een scenario vooral geen keuze is. Onderstaand citaat uit het rapport van het regionale onderzoek formuleert kernachtig het doel van het gebruik van scenario s: Het gaat bij scenario s niet om keuzes. De scenario s geven een beeld van de onzekere toekomst. Doel van de scenario s is niet om een bandbreedte voor beleid te ontwikkelen, maar om houvast te bieden voor als een bepaalde situatie zich in de toekomst voordoet. Het enkel afstemmen van beleid en meerjarenramingen op een maximumvariant uit een scenarioanalyse is dan ook zeer ongewenst /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 4

17 2 Noordenveld als onderdeel van de regio 2.1 Het regioonderzoek In het rapport van de regio GroningenAssen wordt uitgebreid beschreven wat de rol is van de verschillende delen van de regio. De gemeente Noordenveld maakt onderdeel uit van de regio West, samen met de gemeenten Haren, Tynaarlo, Leek en Zuidhorn. De ontwikkeling van de huishoudens is in de verschillende scenario s doorgerekend. In het rapport staat aangegeven dat op basis van de huidige woningmarktmonitor een ontwikkeling die ligt tussen het trendscenario en het scenario verandering van tijdperk het meest waarschijnlijk is. Onderstaande grafiek geeft de scenario s weer. Figuur 2.1: Prognose huishoudensontwikkeling voor drie scenario s en , relatieve huishoudensgroei ten opzichte van huidige huishoudensomvang Bron: IPBprognose provincies Groningen en Drenthe, Groningen en Assen groeien logischerwijs het sterkst bij het verstedelijkingsscenario. In Groningen is deze groei stabiel stijgend. Deze groei is wel afhankelijk van twee belangrijke voorwaarden: in de eerste plaats voldoende werkgelegenheid, in de tweede plaats voldoende fysieke ruimte om de vraag te accommoderen. Binnen het stedelijke woonmilieu is ruimte schaars, waardoor prijzen relatief sneller stijgen. Dit kan op termijn uitstroom uit de stad veroorzaken. Andere regiogemeenten kunnen hiervan profiteren (vooral dicht bij de stad), maar het kan ook betekenen dat mensen de regio verlaten. Assen heeft bij verandering van tijdperk een fors lagere groei. In Assen is de groei dan ook onzeker. De regio West gemeenten (Tynaarlo, Haren, Leek, Noordenveld en Zuidhorn) hebben bij een verandering van tijdperk te maken met enige groei, maar ook daar treedt vanaf 2020 bevolkings en vanaf 2030 huishoudenskrimp op. Voor de kernen in het noorden en oosten van de regio is de woningbehoefte op korte termijn al kritisch. Hier zal na een periode van groei geleidelijk krimp optreden. Niet alleen op basis van de historische trends, maar ook op basis van onzekerheden rond de aardbevingsproblematiek /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 5

18 Deze verschillen vragen derhalve per subregio verschillende verstedelijkingsstrategieën en daarmee ook verschillende investeringsopgaven (verdienmodellen). 2.2 De gemeente Noordenveld In het regiorapport zijn de gemeenten afzonderlijk weergeven. De basis is gebruikt om de verdieping op kernniveau weer te geven. Hieruit blijkt dat in alle scenario s het aantal huishoudens in de gemeente Noordenveld tot 2025 stijgt. De bevolkingsontwikkeling is in alle scenario s juist negatief. Het komt door de gezinsverdunning. Onderstaande tabellen geven dat weer. Tabel 2.1: Bevolkingsprognose gemeente Noordenveld, gemiddelde bevolkingsgroei per jaar Trend minimum Trend gemiddeld Trend maximum Verstedelijking Verandering tijdperk Tabel 2.2: Huishoudensprognose gemeente Noordenveld, gemiddelde huishoudensgroei per jaar Trend minimum Trend gemiddeld Trend maximum Verstedelijking Verandering tijdperk Uitgaande van ongeveer het midden van het trendscenario en verandering tijdperk, zal het aantal huishoudens tot 2020 stijgen met 70 tot 110 per jaar. Tussen 2020 en 2025 neemt de stijging geleidelijk af naar 30 tot 60 per jaar en daarna zal ook het aantal huishoudens stagneren en op langere termijn krimpen. In het scenario verandering tijdperk zal de groei zich waarschijnlijk concentreren in de kernen op fietsafstand (ca. 10 kilometer) van de Grote Markt in Groningen. Dit betekent voor de gemeente Noordenveld dat Peize, en in mindere mate Roden, hiervan kunnen profiteren. In onderstaande samenvatting per kern wordt hiermee rekening gehouden /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 6

19 3 Conclusies per kern en doelgroep In dit hoofdstuk zetten we per kern de belangrijkste conclusies uit de analyse op een rij, die als input kunnen fungeren voor de actualisatie van het woonbeleid en het gesprek over prestatieafspraken. 3.1 Peize Demografisch Het aantal inwoners zal volgens de scenario s op lange termijn (2030) licht dalen of ongeveer stabiel blijven. Het aantal huishoudens in de kern Peize stijgt in deze periode van ongeveer naar Ook zal de opbouw in leeftijd van de huishoudens veranderen, het aandeel huishoudens van 55 jaar en ouder zal flink toenemen. Uitbreiding van de woningvoorraad is tot 2030 noodzakelijk met woningen per jaar. Onderstaande tabellen geven de ontwikkeling volgens de trendprognose weer. De hierboven beschreven bandbreedtes zijn bepaald op basis van de trendprognose en de prognose verandering van tijdperk. Tabel 3.1: Kern Peize. Bevolkingsontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe Tabel 3.2: Kern Peize. Huishoudensontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Huishoudens Huishoudens Huishoudens Huishoudens Totaal Bron: Provincie Drenthe Woningvraag De wijziging van de huishoudensamenstelling (vergrijzing en minder personen per huishouden) vraagt om een transformatie van de bestaande voorraad. Vanuit de vraag ligt de belangrijkste opgave voor de komende vijf jaar in de vrijstaande woningen en 2^1 kapwoningen. Op de lange termijn zal mogelijk ook de vraag naar appartementen en gelijkvloerse seniorenwoningen enigszins toenemen. Vanuit de transformatiegedachte zouden we de beperkte uitbreidingsopgave in moeten zetten om vernieuwende woonconcepten of woningtypes toe te voegen die voor meerdere doelgroepen geschikt zijn, in ieder geval voor senioren! /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 7

20 Doelgroepen uitgelicht Starters: De starters op de woningmarkt trekken vanuit Peize vooral naar Groningen. Een deel van de starters zal zich direct in Peize willen vestigen. Hun vraag richt zich in Peize op de goedkope koopsector (maar wel dorpswonen) of de sociale huur. De vertrekkende starters komen wellicht in de toekomst als jong huishouden terug. De groep jonge huishoudens stijgt komende 5 jaar in Peize met ongeveer 20 huishoudens. Doorstromers: De doorstromers (deels ook vestigers vanuit de regio) richten zich op de koopsector, deels 2^1 kap en deels vrijstaand. De druk die deze groep uitoefent op 2^1kappers, is tijdelijk. Vanaf 2025 zal de behoefte aan dit type afnemen. Senioren: Senioren zijn vooral honkvast. Slecht een klein deel maakt vrijwillig een verhuisbeweging. Echter door de vergrijzing (van 270 huishoudens 75+ naar ca. 490 in 2030) zal deze groep toch een grote impact hebben op de woningmarkt. De behoefte aan geschikte zelfstandige woningen (gelijkvloerse woningen) uit zich onder andere in de gewenste uitbreiding van het aantal appartementen vanaf 2020 met ongeveer 2030 appartementen (huur en koop). Deels zal deze groei worden opgevangen in een intramurale woonvorm. Deze groei is voor de gemeente als totaal berekend en kan niet worden gesplitst naar kernniveau. Kwaliteit van de sociale voorraad Veruit het grootste gedeelte van de sociale woningvoorraad in Peize voldoet aan de eisen, een klein deel zal aandacht behoeven, in ieder geval qua energetische prestaties. Omvang van de sociale voorraad De huidige kernvoorraad in Peize lijkt tot 2020 toereikend, zeker als de scheefheid afneemt. Overigens is in de gebruikte bevolkingsprognose van de provincie geen rekening gehouden met de recente instroom van statushouders. Een kleine transformatie van de huurwoningvoorraad van de corporaties zal op termijn wenselijk zijn, meer woningen die ook geschikt zijn voor senioren en minder eengezinswoningen. Betaalbaarheid In Peize is de omvang van de kernvoorraad voldoende. Daarbinnen is ook voldoende aanbod in de lagere prijssegmenten. Ook in de koopsector is woningaanbod in de lagere prijssegmenten beschikbaar. 3.2 Norg Demografisch: Het aantal inwoners van de kern Norg zal de komende jaren dalen. Tot 2030 neemt het aantal inwoners af met ongeveer 150 tot 250 inwoners. Door huishoudensverdunning neemt het aantal huishoudens de komende 5 jaar in Norg enigszins toe. De opgave voor Norg ligt dus vooral in de transformatie. Er is echter altijd vraag te vinden voor nieuwbouw, zeker als afgelopen jaren weinig is gebouwd. Ook in Norg zal dat het geval zijn. Te veel nieuwbouwproductie heeft wel het risico van ontspanning in andere delen van de bestaande buurten in Norg, niet op korte termijn maar na ongeveer 10 jaar. Onderstaande tabellen geven de ontwikkeling volgens de trendprognose weer. De hierboven beschreven bandbreedtes zijn bepaald op basis van de trendprognose en de prognose verandering van tijdperk /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 8

21 Tabel 3.3: Kern Norg. Bevolkingsontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe Tabel 3.4: Huishoudens 1529 Huishoudens 3054 Huishoudens 5574 Huishoudens 75+ Kern Norg. Huishoudensontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe Woningvraag Vanuit de kwalitatieve analyse van de woningvraag ligt de belangrijkste opgave voor de komende vijf jaar in de vrijstaande woningen. Ook voor de lange termijn is in dit segment nog vraag. Richting 2030 zal vooral de vraag naar appartementen / gelijkvloerse seniorenwoningen in de huursector in stand blijven en deze zal moeten worden geaccommodeerd. Doelgroepen uitgelicht Starters: De starters op de woningmarkt trekken vanuit Norg naar Groningen of Assen. Een deel van de starters zal zich direct in Norg willen vestigen. De vertrekkende starters komen wellicht in de toekomst als jong huishouden terug. De groep jonge huishoudens stijgt komende 5 jaar in Norg met ongeveer 10 huishoudens. Hun vraag richt zich in Norg op de goedkope koopsector (maar wel dorpswonen) of de sociale huur. Doorstromers: De doorstromers (deels ook vestigers vanuit de regio) richten zich op de koopsector, deels 2^1 kap en deels vrijstaand. Deze groep oefent nauwelijks druk uit op de woningmarkt omdat zij in omvang afneemt in Norg. Senioren: senioren zijn vooral honkvast. Slecht een klein deel maakt vrijwillig een verhuisbeweging. De vergrijzing (van 340 huishoudens 75+ naar ca. 440 in 2030) is minder in omvang dan in bijvoorbeeld Peize. Toch zal deze groep impact hebben op de woningmarkt. Nieuwbouw of aanpassingen van de bestaande voorraad kunnen oplossing bieden. Kwaliteit van de sociale voorraad Bijna alle woningen van Actium hebben een bovengemiddelde kwaliteit. Qua woningtype wordt ook al redelijk goed voorzien in woningen die geschikt zijn voor ouderen. Richting de toekomst is dit wel een aandachtspunt vanwege het groeiende aantal oudere huishoudens. Omvang van de sociale voorraad De huidige kernvoorraad in Norg lijkt toereikend en in geval van het afnemen van de scheefheid zou deze zelfs iets kleiner kunnen worden /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 9

22 Betaalbaarheid Ruim 72% van de huurwoningen in bezit van Actium in Norg heeft een huurprijs onder 576, hiermee lijkt goed voorzien in betaalbare woningen. In de koopsector staan veel woningen te koop met een vraagprijs onder de , hiermee lijkt de betaalbaarheid in de koopsector redelijk goed te noemen. De vraag is wel wat de kwaliteit van deze woningen is. 3.3 Roden In het onderzoek is NieuwRoden meegenomen als onderdeel van de kern Roden. Demografisch Het aantal inwoners in Roden zal de komende 5 jaar afnemen, ook op langere termijn (2030) zet dit zich verder door. Afhankelijk van het scenario zal het inwonertal tot 2030 afnemen met ongeveer (ongeveer het midden tussen het trendscenario en scenario verandering van tijdperk). Het aantal huishoudens in Roden zal de komende decennia toenemen. Afhankelijk van het scenario neemt het aantal huishoudens tot 2030 toe met 250 tot 350. Het aandeel en aantal huishoudens van 75 jaar en ouder neemt naar de toekomst toe flink toe (+500 tot +650). Onderstaande tabellen geven de ontwikkeling volgens de trendprognose weer. De hierboven beschreven bandbreedtes zijn bepaald op basis van de trendprognose en de prognose verandering van tijdperk. Tabel 3.5: Kern Roden. Bevolkingsontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe Tabel 3.6: Huishoudens 1529 Huishoudens 3054 Huishoudens 5574 Huishoudens 75+ Kern Roden. Huishoudensontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe Woningvraag Op de lange termijn stabiliseert de vraag naar appartementen / gelijkvloerse seniorenwoningen in huuren koopsegment. De vraag naar eengezinswoningen neemt af. Doelgroepen uitgelicht Starters: De starters op de woningmarkt trekken vanuit Roden vooral naar Groningen. Een deel van de starters zal zich direct in Roden willen vestigen. De vertrekkende starters komen wellicht in de toekomst als jong huishouden terug. De groep jonge huishoudens blijft komende 5 jaar in Roden stabiel (0 tot /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 10

23 huishoudens). Hun vraag richt zich in Roden op de goedkope koopsector (maar wel dorpswonen) of de sociale huur. Daarna neemt het aantal jonge huishoudens licht af. Doorstromers: De doorstromers (deels ook vestigers vanuit de regio) richten zich op de koopsector, deel 2^1 kap en deels vrijstaand. Deze groep oefent nauwelijks druk uit op de woningmarkt omdat het in omvang in Roden afneemt. Senioren: Senioren zijn vooral honkvast. Slecht een klein deel maakt vrijwillig een verhuisbeweging. De vergrijzing (van huishoudens in 2015 naar ca in 2030) is groot in omvang. Deze groep zal een zeer grote impact hebben op de woningmarkt. De (vervangende) nieuwbouw en aanpassingen van de bestaande voorraad kunnen hiervoor een oplossing bieden. Kwaliteit van de sociale voorraad Het merendeel van de sociale voorraad heeft volgens opgave van de corporaties een kwaliteit die bovengemiddeld is. Echter er is ook een redelijk deel van de voorraad met een benedengemiddelde kwaliteit. Omvang van de sociale voorraad De kernvoorraad in Roden in de huidige situatie lijkt meer dan toereikend en in geval van het afnemen van de scheefheid zou deze zelfs nog kleiner kunnen worden. Betaalbaarheid Het grootste gedeelte van de huurwoningen heeft een huurprijs onder 576. Daarmee lijkt de betaalbaarheid van de huurvoorraad goed. In de koopsector staan vooral woningen tussen en te koop, maar ook tot is er aanbod. De vraag is wel wat de kwaliteit van die woningen is en of die aansluiten bij de vraag van de doelgroep (starters). 3.4 Overige kernen Demografisch Naast bovengenoemde kernen Peize, Roden en Norg zijn in de gemeente Noordenveld nog vele andere kernen. De ontwikkeling van deze kernen is samengevoegd in één tabel. De bevolkingskrimp in de overige kernen zet zich voort. Tot 2030 daalt het aantal inwoners van tot ongeveer Het aantal huishoudens fluctueert. Eerst nog een lichte stijging (50100), daarna een daling. Onderstaande tabellen geven de ontwikkeling volgens de trendprognose weer. De hierboven beschreven bandbreedtes zijn bepaald op basis van de trendprognose en de prognose verandering van tijdperk. Tabel 3.7: Overige kernen. Bevolkingsontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 11

24 Tabel 3.8: Overige kernen. Huishoudensontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Huishoudens 1529 Huishoudens 3054 Huishoudens 5574 Huishoudens Totaal Bron: Provincie Drenthe Doelgroepen uitgelicht Starters: De starters op de woningmarkt uit de overige kernen trekken vooral naar Groningen/Assen. Een zeer klein deel van de starters zal zich direct in de overige kernen willen vestigen. De vertrekkende starters komen wellicht in de toekomst als jong huishouden terug. De groep jonge huishoudens stijgt komende 5 jaar licht (verspreid over alle overige kernen). Hun vraag richt zich op de goedkope koopsector (maar wel dorpswonen) of de sociale huur. Daarna neemt het aantal jonge huishoudens licht af. Doorstromers: De doorstromers (deels, maar beperkt, ook vestigers vanuit de regio) richten zich op de koopsector, deels 2^1 kap en deels vrijstaand. Deze groep oefent nauwelijks druk uit op de woningmarkt omdat ze in omvang in de overige kernen sterk afneemt. Senioren: Senioren zijn vooral honkvast. Toch maakt vanuit deze kernen een deel vrijwillig een verhuisbeweging naar de grotere kernen. De vergrijzing (van huishoudens in 2015 naar ca in 2030) is in absolute aantallen over alle overige kernen beperkt. Omdat uitbreiding de overige kernen slechts nog beperkt aan de orde is zal vervangende nieuwbouw of aanpassingen van de bestaande voorraad een oplossing kunnen bieden voor de huisvesting van senioren. Kwaliteit van de sociale voorraad Het merendeel van de sociale voorraad heeft volgens opgave van de corporaties een kwaliteit die bovengemiddeld is. Slechts een zeer gering aantal woningen van Woonborg heeft een benedengemiddelde kwaliteit. Omvang van de sociale voorraad De kernvoorraad in de overige kernen komt redelijk overeen met de behoefte tot Er is hierbij echter geen uitsplitsing gemaakt naar de specifieke kernen. Betaalbaarheid Het grootste gedeelte van het corporatiebezit heeft een huurprijs onder 576. Daarmee lijkt de betaalbaarheid van de huurvoorraad goed. Over de voorraad koopwoningen kan op basis van deze analyses geen uitspraak worden gedaan /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 12

25 Starters behouden in de kern? Vanuit landelijk onderzoek wordt aangeven dat de meeste starters vooral vertrekken om persoonlijke redenen, zoals studie, werk, behoefte aan levendigheid en samenwonen. Ook het regioonderzoek AssenGroningen geeft dat aan. Een beperkt aandeel starters wil wel in een kern/dorp blijven wonen. Maar zij doen dat dan vanwege de dorpse woonkwaliteit en cultuur. Stedelijke woonvormen als koopstudio s en kleine koopappartementen zijn voor deze groep zeker geen aantrekkelijke woonvorm. De aanstaande krimp en daarmee de beperkte waardeontwikkeling of zelfs waardedaling in dit kleine type woning zal deze groep afschrikken. Huurvormen en startersleningen (voor een redelijke eengezinswoning) kunnen deze starters wel tijdelijk helpen. Wonen met zorg (zelfstandig of intramuraal) in de kern De toekomstige vraag naar woonvormen voor doelgroepen die een vorm van zorg en of begeleiding nodig hebben is alleen op gemeentelijk niveau te berekenen. De resultaten van deze berekeningen staan in de bijlage van het onderzoekrapport Woningbehoefteonderzoek GroningenAssen 2015 (Hoofdstuk 2.7). De reden hiervan is dat de intramurale voorzieningen veelal op gemeentelijk of zelfs regionaal niveau zijn georganiseerd /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 13

26 4 Uitwerking kern Peize In dit hoofdstuk wordt uitgebreid ingegaan op de demografische ontwikkeling, zowel terugblik als prognose, de woningvoorraad in Peize en de ontwikkeling van de woningvraag van verschillende doelgroepen. Er wordt afgesloten met een overzicht van de aandachtspunten in de bestaande voorraad en de woningbehoefte. 4.1 Demografische ontwikkeling: Terugblik De onderstaande figuren geven de ontwikkeling en samenstelling van bevolking en huishoudens in de periode voor de kern Peize weer. Ontwikkeling bevolking In de periode is de bevolking van de kern Peize afgenomen met 60 personen. Vanaf 2010 is de bevolking gegroeid met ruim 100 personen tot inwoners in De vergrijzing is zichtbaar, het aandeel inwoners van 65 jaar en ouder is de afgelopen jaren toegenomen. Het aandeel jongeren is daarentegen afgenomen. Figuur 4.1: Bevolkingsontwikkeling Kern Peize Peize Bron: CBS (2015). Figuur 4.2: Bevolkingsontwikkeling naar leeftijd Kern Peize 100% 90% 80% 70% 60% 65 jaar en ouder 45 tot 65 jaar 50% 40% 25 tot 45 jaar 30% 20% 15 tot 25 jaar 0 tot 15 jaar 10% 0% Bron: CBS (2015) /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 14

27 Ontwikkeling huishoudens Vanaf 2010 is het aantal huishoudens in Peize toegenomen met ongeveer 75 en is het laatste jaar stabiel. De opbouw van de huishoudens naar type is vrij stabiel en laat slechts zeer kleine verschuivingen zien. In 2014 was bijna 30% een éénpersoonshuishouden. Het aandeel meerpersoonshuishoudens met en zonder kinderen bedroeg in beide gevallen circa 35%. Figuur 4.3: Huishoudensontwikkeling Kern Peize Peize Bron: CBS (2015). Figuur 4.4: Huishoudensontwikkeling naar type huishouden Kern Peize 100% 80% 60% 40% 20% 0% Meerpersoons met kinderen Meerpersoons zonder kinderen Eenpersoonshuishouden Bron: CBS (2015). Naast de autonome groei is de bevolkings en huishoudensontwikkeling ook afhankelijk van migratie. Op basis van CBSMicrodata ( , in huishoudens) is geanalyseerd welke verhuisbewegingen er binnen de kern en tussen de verschillende kernen hebben plaatsgevonden, welke huishoudens zijn vertrokken en welke huishoudens zich in de kern hebben gevestigd. Binnen de kern en tussen kernen In de periode zijn er 304 huishoudens binnen de kern Peize verhuisd. Peize heeft een positief migratiesaldo Roden. Vanuit Peize zijn er 84 huishoudens vertrokken naar Roden, vanuit Roden zijn er 96 huishoudens naar Peize gegaan. De migratierelatie tussen de kern Peize en Norg is beperkt, namelijk minder dan 10 huishoudens in dezelfde periode. Tabel 4.1: Migratie binnen de kern en tussen de kernen in de periode , in huishoudens Van Naar Verhuisde huishoudens Binnen de eigen kern Roden Roden Norg Norg 333 Peize Peize 304 Tussen de kernen Roden Norg 29 Roden Peize 96 Norg Roden 29 Norg Peize Minder dan 10* Peize Roden 84 Peize Norg Minder dan 10 Bron: CBS Microdata, *In de CBSMicrodata worden verhuisbewegingen kleiner dan 10 huishoudens niet weergegeven /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 15

28 Vestiging en vertrek naar gemeente van vestiging en gemeente van herkomst De onderstaande figuur laat de bestemming zien van huishoudens die een woning verlaten (inclusief de starters die hun ouderlijk huis verlaten) in de kern Peize in de periode Een belangrijk deel van de verhuizingen vindt plaats binnen de eigen kern, 41% van de vertrekkers blijft dan ook in Peize. Slechts 8% van de huishoudens die een woning achterlaten kiest voor een andere kern in de gemeente Noordenveld. Van de vertrekkers vestigt een derde zich buiten Noordenveld maar binnen de regio GroningenAssen, 19% vestigt zich buiten de regio. Bijna driekwart van de vertrekkers die in de regio blijven vestigen zich in Groningen. Nog geen 10% vestigt zich in Assen of Tynaarlo. Figuur 4.5: Vertrek huishoudens vanuit de kern Peize naar gemeente van vestiging in de periode , in procenten 19% 32% 41% Binnen kern Binnen gemeente Overige gemeente binnen RGA* Gemeente buiten RGA 8% Bron: CBS Microdata, *Regio GroningenAssen Waar komen de huishoudens die een woning betrekken in de kern Peize vandaan? Ook hier is de groep die binnen de kern is verhuisd goed te zien. Slechts een klein deel komt uit andere kernen binnen de gemeente. Naast de binnenverhuizers is de groep vestigers uit de regio GroningenAssen het grootst, 16% komt van buiten de regio. De vestigers uit de regio komen voornamelijk uit de stad Groningen. Figuur 4.6: Vestiging huishoudens in de kern Peize naar gemeente van herkomst in de periode , in procenten. 29% 16% 48% Binnen kern Binnen gemeente Overige gemeente binnen RGA* Gemeente buiten RGA 7% Bron: CBS Microdata, *Regio GroningenAssen Vestiging en vertrek naar huishoudenstype en leeftijd De volgende figuren geven een beeld van het type huishouden dat een woning heeft verlaten in de periode , en welke juist een woning in de kern Peize hebben betrokken. De grootste groepen /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 16

29 die in Peize een woning hebben verlaten zijn de gezinnen en de huishoudens tot 54 jaar. Daarentegen hebben verhoudingsgewijs ook veel gezinnen een woning in de kern betrokken. Figuur 4.7: Vertrek vanuit de kern naar huishoudenstype en leeftijd in de periode , in procenten 2% 12 phh % 24% 12 phh phh % 11% 14% 12 phh phh 75+ gezin 20% onbekend Bron: CBS Microdata, Figuur 4.8: Vestiging in de kern naar huishoudenstype en leeftijd in de periode , in procenten. 1% 32% 8% 15% 12 phh phh phh phh % 14% 23% 12 phh 75+ gezin onbekend Bron: CBS Microdata, Vestiging en vertrek naar betrokken woningtype en achtergelaten woningtype Huishoudens die een woning verlaten, laten vooral eengezinswoningen achter. Meer dan de helft van deze groep verlaat een 21 kap of vrijstaande koopwoning. Bij de huishoudens die een woning betrekken zijn dit de meest betrokken woningen. Figuur 4.9: Vertrek vanuit de kern naar achtergelaten woningtype in de periode , in procenten 1% 15% 7% 33% Huur egz Huur mgz Koop rij Koop 21 kap 17% Koop vrijstaand 22% 5% Koop mgz onbekend Bron: CBS Microdata, *In de CBSMicrodata worden verhuisbeweging kleiner dan 10 huishoudens niet weergegeven /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 17

30 Figuur 4.10: Vestiging in de kern naar betrokken woningtype in de periode , in procenten 3% 10% Huur egz Huur mgz 8% 12% 37% Koop rij Koop 21 kap Koop vrijstaand Koop mgz 18% 12% onbekend Bron: CBS Microdata, *In de CBSMicrodata worden verhuisbeweging kleiner dan 10 huishoudens niet weergegeven. 4.2 Demografische ontwikkeling: Prognose Op basis van een aantal indicatoren, waaronder de ontwikkeling van de bevolking en de woningvoorraad in de afgelopen acht jaar en de huidige bevolkingssamenstelling, is de demografische ontwikkeling van de gemeente, zoals die ook in het regionale woningbehoefteonderzoek Groningen Assen is opgenomen, vertaald naar de drie kernen. Prognose: bevolkings en huishoudensprognose In het Woningbehoefteonderzoek voor de Regio GroningenAssen is gewerkt met een aantal scenario s. In de inleiding zijn deze scenario s toegelicht. De prognoses uit dit regionale onderzoek zijn uitgesplitst naar de kernen in de gemeente Noordenveld. Voor Peize geeft dit het onderstaande beeld, afgerond op tientallen. Achtereenvolgens worden de trendprognose, met bandbreedtes minimum en maximum, en het scenario verandering van tijdperk weergegeven. Tabel 4.2: Kern Peize. Bevolkingsontwikkeling volgens de trendprognose (minmax), naar leeftijd, tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot 710 Totaal tot tot tot Bron: Provincie Drenthe Tabel 4.3: Kern Peize. Bevolkingsontwikkeling volgens scenario verandering van tijdperk, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 18

31 Het aantal inwoners in Peize zal volgens het trendscenario de komende 5 jaar ongeveer stabiel blijven. Op de langere termijn (tot 2030) kan zich volgens de trendprognose een lichte afname voordoen. Volgens het scenario verandering van tijdperk neemt de bevolking toe tot Dit is een gevolg van de trek van de kleinere naar de grotere kernen door ouderen. Dit is terug te zien in het groeiende aantal ouderen in Peize. Zoals beschreven in de inleiding is de verwachting dat de daadwerkelijke ontwikkeling ligt tussen het trendscenario en verandering van tijdperk. Voor Peize betekent dit een stabilisatie tot lichte afname van het aantal inwoners tot Ook de huishoudensprognose is op deze wijze uitgesplitst. Voor Peize levert dat het volgende beeld, afgerond op tientallen. Tabel 4.4: Kern Peize. Huishoudensontwikkeling volgens de trendprognose (minmax), naar leeftijd, Huishoudens tot tot tot 110 Huishoudens tot tot tot 500 Huishoudens tot tot tot 960 Huishoudens tot tot tot 500 Totaal tot tot tot Bron: Provincie Drenthe Tabel 4.5: Kern Peize. Huishoudensontwikkeling volgens scenario verandering van tijdperk, naar leeftijd, Huishoudens Huishoudens Huishoudens Huishoudens Totaal Bron: Provincie Drenthe Het aantal huishoudens in Peize blijft komende jaren toenemen, ongeacht het scenario. De eerste vijf jaren neemt het aantal huishoudens naar verwachting toe met 60 tot ruim 100 huishoudens. Net als bij de bevolking valt groei te voorzien in het aantal oudere huishoudens. Ook huishoudensverdunning leidt tot een toename van het aantal huishoudens. De huishoudensprognose is doorgaans een goede voorspeller van de woningvraag, waarbij de meest realistische verwachting is dat de ontwikkeling ligt tussen het trendscenario en het scenario verandering van tijdperk. 4.3 Woningvraag Prognose: kwalitatieve woningvraag Uit het woningbehoefteonderzoek Regio GroningenAssen is de prognose van de kwalitatieve woningvraag bekend voor de gemeente Noordenveld als geheel. Voor dit onderzoek is deze verder uitgewerkt naar de kernen. Door de gedetailleerde verhuisanalyse uit paragraaf 4.1 en de huishoudensprognose op kernniveau met elkaar te combineren, komen we tot een indicatie met welke aanvullende woningtypen we de huishoudensgroei zouden kunnen faciliteren. De indicatie is gebaseerd op de scenario s (trend, trend minimum, trend maximum en verandering van tijdperk) uit het Woningbehoefteonderzoek Regio /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 19

32 GroningenAssen. Let wel, de verre toekomst laat zich lastig voorspellen, dus de doorkijk na 2020 is niet meer dan een eerste indicatie. De verschuiving in de vraag de komende vijf jaar ten opzichte van 2015 zit vooral in de hogere segmenten van de koopsector. Kijken we verder door naar 2030 dan zien wij ook een lichte toename in de vraag naar appartementen en gelijkvloerse seniorenwoningen, zowel huur als koop. De vraag ontstaat door verhuisbewegingen van starters (vooral huur) en ouderen (huur en koop). Tabel 4.6: Kern Peize. Vraagverschuiving naar eigendomscategorie en woningtype volgens de trendprognose (minmax), * Huur eengezinswoning. 0 tot Huur appartement 0 tot tot Koop rij 0 tot Koop 21 kap +10 tot tot tot +40 Koop vrijstaand +30 tot tot +110 Koop appartement Totaal +40 tot tot tot +220 Bron: CBS microdata 2015, bewerking Companen. *Let op: door afronding op tientallen kunnen de cijfers enigszins afwijken van de cijfers in tabel 4.4. Tabel 4.7: Kern Peize. Vraagverschuiving naar eigendomscategorie en woningtype volgens scenario verandering van tijdperk, Huur eengezinswoning Huur appartement Koop rij Koop 21 kap Koop vrijstaand Koop appartement Totaal Bron: CBS microdata 2015, bewerking Companen. *Let op: door afronding op tientallen kunnen de cijfers enigszins afwijken van de cijfers in tabel 4.5. Naar verwachting ligt de daadwerkelijke ontwikkeling tussen het trendscenario en het scenario verandering van tijdperk. Dit betekent een toename in de woningbehoefte tot Enkel koersen op maximale aantallen (in dit geval verandering van tijdperk) is niet realistisch. Prognose: ontwikkeling inkomensgroepen en woningvraag De inkomensverdeling (zowel nu als in de toekomst) is van belang om zicht te krijgen op de behoefte aan sociale huurwoningen. De toekomstige omvang van de verschillende inkomensgroepen is sterk afhankelijk van de verwachte koopkrachtontwikkeling. We werken hiervoor twee scenario s uit: Nulscenario (de komende jaren vindt geen koopkrachtontwikkeling plaats). Dit scenario geeft een bovengrens aan voor de behoefte aan sociale huurwoningen. Groeiscenario met een jaarlijkse groei van de koopkracht met 1,2% /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 20

33 Tabel 4.8: Kern Peize. Ontwikkeling inkomensgroepen huursector , bij verschillende economische scenario s (nulscenario en groeiscenario 1,2% welvaartsontwikkeling) 2015 Abs. % 2020 Ontwikkeling 2015 Nul Groei Nul Groei scenario scenario scenario 2020 scenario Primaire doelgroep < % Waarvan in huur (corporatie) Waarvan in part. (overig) Waarvan in koop Secundaire doelgr % Waarvan in huur (corporatie) Waarvan in part. (overig) Waarvan in koop Huishoudens > % Waarvan in huur (corporatie) Waarvan in part. (overig) Waarvan in koop Totaal % Waarvan in huur (corporatie) Waarvan in part. (overig) Waarvan in koop % Bron: CBS Regionaal Inkomensonderzoek 2011, bevolkingsprognose provincies Drenthe en Groningen, bewerking Companen. De huidige primaire doelgroep (inkomens < ) bestaat in de kern Peize uit ongeveer 770 huishoudens. Als de koopkracht een gelijkwaardige ontwikkeling als in de afgelopen jaren doormaken (stagnatie), dan zal deze groep toenemen met 30 huishoudens. Krijgen we te maken met een groeiende koopkracht, dan zal deze groep juist afnemen met ongeveer 10 huishoudens. De groep middeninkomens ( ) bestaat op dit moment uit zo n 210 huishoudens. Deze middengroep zal in de komende vijf jaar licht groeien. De hogere inkomens (> ) nemen afhankelijk van de koopkrachtontwikkeling toe met 50 tot 90 huishoudens. De benodigde sociale huurvoorraad in de kern Peize Wat is op grond van de ontwikkeling van de doelgroepen de gewenste omvang van de sociale huurvoorraad op termijn? De gekozen benadering gaat uit van geprognosticeerde inkomensontwikkelingen. Door scheefheid en huishoudens uit de doelgroep die in een koopwoning wonen, is deze ontwikkeling niet 1op1 door te vertalen naar de streefvoorraad sociale huur. Inzetten op het terugdringen van de goedkope scheefheid kan ertoe leiden dat minder sociale huurwoningen benodigd zijn om de primaire doelgroep te huisvesten. In de tabel is uitgewerkt welk effect het terugdringen van de goedkope scheefheid heeft op de benodigde omvang van de sociale huurvoorraad in % 9% 62% 14% 10% 76% 5% 7% 88% 16% 8% /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 21

34 Tabel 4.9: Huidig aantal woningen van woningcorporatie(s) Kern Peize. Gewenste omvang van de sociale voorraad bij het terugdringen van de goedkope scheefheid, bij verschillende economische scenario s (nulscenario en groeiscenario 1,2% welvaartsontwikkeling), * % Goedkope scheefheid % 15% 10% 5% Omvang < in corporatie woning Omvang > in corporatiewoning (% goedkope scheefheid) 0% (0%) Bron: CBS Regionaal Inkomensonderzoek 2011, bewerking Companen. *Let op: afgeronde aantallen, waarbij het gaat om het totale corporatiebezit in de kern (Huidig) 70 (21%) 50 (15%) 30 (10%) 20 (5%) Autonome ontwikkeling doelgroep in aantal huishoudens tot tot tot tot tot +10 Gewenste omvang sociale voorraad tot tot tot tot tot 230 Bij een goedkoop scheefheidspercentage van 21%, zijn in 2020 in de kern Peize 290 tot 300 sociale huurwoningen nodig; afhankelijk van de welvaartsontwikkeling. De analyse in de bovenstaande tabel is gebaseerd op oudere data, maar geeft wel een goed beeld van de gewenste omvang bij verschillende economische scenario s. Volgens opgave van Actium en Woonborg bedraagt het meest actuele scheefheidspercentage in Peize ongeveer 15%. Bij deze mate van goedkope scheefheid bedraagt de benodigde sociale huurvoorraad in 2020 nog 270 tot 280 woningen. De huidige kernvoorraad in Peize lijkt toereikend en in geval van het afnemen van de scheefheid zou deze zelfs iets kleiner kunnen worden. Hierbij is geen rekening gehouden met de taakstellingen rond statushouders. Instroom statushouders Na het opstellen van de prognoses en het bepalen van de gewenste omvang van de sociale voorraad heeft de gemeente Noordenveld te maken gekregen met de recente sterke instroom van het aantal statushouders. Een ontwikkeling die zich landelijk voordoet. Het grootste deel van de statushouders wordt gehuisvest in de sociale voorraad. Dit betekent dat de gewenste omvang van de sociale voorraad in de toekomst hoger kan zijn dan bovenstaand is beschreven. In samenspraak met de corporaties en andere maatschappelijke partners dient hierover afstemming te worden gezocht. Hiervoor kan de taakstelling worden vertaald naar woningen. Dit aantal kan worden opgeteld bij de gewenste omvang van de sociale voorraad. Het is nog onduidelijk wat dit betekent op het niveau van de kernen. Betaalbaarheid De onderstaande figuur laat de betaalbaarheid zien van de huuren koopsector voor de verschillende doelgroepen en inkomensgroepen. De linkeras laat per doelgroep de maximaal te betalen huurprijs zien. Hierbij is uitgegaan van de richtlijnen van het NIBUD, waarbij rekening is gehouden met huurtoeslag. Wat opvalt is dat bij een gelijk verzamelinkomen, 65plussers meer ruimte hebben voor huurbetaling. Dat komt vooral doordat zij te maken hebben met een lager belastingtarief en bestedingsnorm (NIBUD) waardoor zij netto meer te besteden hebben. Voor gezinnen met kinderen is er minder ruimte voor huur, dat komt omdat zij te maken hebben met hogere noodzakelijk uitgaven dan bijvoorbeeld alleenstaanden. De rechteras geeft het maximale aankoopbedrag van een woning weer voor een en tweeverdieners. Bij de tweeverdieners is er vanuit gegaan dat beide partners evenveel verdienen. De figuur laat zien dat tweeverdieners door de strenge hypotheekregels minder hypotheek kunnen krijgen dan een eenverdiener met hetzelfde inkomen /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 22

35 Nemen wij als voorbeeld een huishouden met een inkomen van dan zien we dat een eenverdiener een woning zou kunnen kopen van , en tweeverdieners van Hiermee is de koop dus geen alternatief voor deze laatste groep. Zij kunnen volgens de NIBUD normen een maximale huurprijs van rond de 500 betalen, voor gezinnen met kinderen ligt dat rond 400. Figuur 4.11: Overzicht betaalbare huurprijs en maximaal aankoopbedrag woning per doel en inkomensgroep* Maximaal te betalen huurprijs Maximaal aankoopbedrag koopwoning Verzamelinkomen Eenverdiener Tweeverdiener 1 phh <23 1phh phh >65 2phh <23 2phh phh >65 gezin 2 k Bron: Nibud, Hypotheker.nl (geraadpleegd: oktober 2015). * Ter verduidelijking: de lijnen bieden een weergave van de maximaal te betalen huurprijs voor verschillende huishoudenstypen. De vlakken bieden een indicatie van het maximale aankoopbedrag van een koopwoning voor verschillende huishoudenstypen. 4.4 Huidige woningvoorraad In deze paragraaf wordt de huidige woningvoorraad en de ontwikkeling in de afgelopen jaren geïnventariseerd. De woningvoorraad in Peize is afgelopen jaren met 5060 woningen toegenomen tot het huidige aantal van ca Woningwaarde De gemiddelde woningwaarde in Peize is met in 2013 het hoogst van de drie kernen. In de periode 2006 tot 2009 naam de woningwaarde nog toe tot Met de crisis zette een licht dalende trend in tot /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 23

36 Figuur 4.12: Gemiddeld woningwaarde kern Peize * Roden Norg Peize Bron: CBS (2015). Ontwikkeling woningvoorraad naar eigendom Ongeveer 75% van de woningvoorraad in de kern Peize bestaat uit koopwoningen. Van de huurwoningen is twee derde in bezit van corporaties, de rest van overige verhuurders (bijvoorbeeld particuliere die één of enkele woningen verhuren). Figuur 4.13: Woningvoorraad naar eigendom kern Peize 100% 90% 80% 70% 60% Eigendom onbekend 50% 40% Huur Overige verhuurder Huur Corporatie 30% 20% Koop 10% 0% Bron: CBS (2015). Woningvoorraad naar type (2013) De woningvoorraad in de kern Peize bestaat voor 88% uit eengezinswoningen, slechts 12% van de voorraad bestaat uit appartementen. Figuur 4.14: Voorraad naar woningtype (2013) Kern Peize 12% Eengezins Meergezins 88% Bron: CBS (2015) /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 24

37 In de onderstaande figuur wordt op basis van de WOZ registratie een verdere specificatie van de koopsector gegeven. De helft van de koopwoningen in de kern Peize bestaat uit vrijstaande woningen. Deze vallen hoofdzakelijk in de prijscategorie tot Tweeondereen kap woningen hebben bijna allemaal een waarde tussen en De rijwoningen zitten vooral in de categorie Het aandeel appartementen in de koopsector is gering. Figuur 4.15: Kern Peize. Koopvoorraad naar type en WOZ waarde Vrijstaand < kap Rij/hoekwoning Appartement 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% > Bron: WOZ bestand gemeente Noordenveld. Beschikbaarheid: te koop staande woningen per kern In totaal staan er (september 2015) in de kern Peize 31 woningen te koop, dit is ongeveer 2% van de koopvoorraad. Dit zijn allemaal grondgebonden woningen, waarvan bijna driekwart in de prijsklasse tussen en valt. Tabel 4.10: Kern Peize. Te koop staande woningen naar verkoopprijs en woningtype*. tot > Grondgebonden woning Appartement Totaal Bron: Jaap.nl, peildatum 21 september 2015 * Let op: de woningen in het buitengebied (CBSBuurt Verspreide huizen Peize) zijn buiten beschouwing gelaten, omdat overal in het onderzoek de CBSbuurt Peize wordt gezien als de kern Peize. Inclusief het buitengebied bedraagt het aantal te koop staande woningen 42. Beschikbaarheid: huurwoningen Uit aangeleverde cijfers van Actium blijkt dat voor de kern Peize de mutatiegraad in 2013 en 2014 rond de 5% ligt. Dit betekent dat er jaarlijks hooguit enkele woningen beschikbaar komen. De mutatiegraad voor woningen van Woonborg in 2013 en 2014 ligt op respectievelijk 8% en 5% voor de woningen in Peize. Dit betekent dat er jaarlijks rond de 15 tot 20 woningen beschikbaar komen. In paragraaf 4.5 wordt nader ingegaan op het bezit van beide corporaties. 4.5 Analyse corporatiebezit In de kern Peize zijn twee corporaties actief, Woonborg en Actium. In deze paragraaf wordt de woningvoorraad doorgelicht op een aantal punten zoals type woning, huurprijsniveau, scheefwoners en kwaliteiten /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 25

38 Naar woningtype en huurprijs Bijna alle huurwoningen in bezit (93%) van Woonborg in Peize hebben een huurprijs onder 576. Van de totale woningvoorraad is de helft grondgebonden en de helft gestapeld. Actium heeft beperkt bezit in Peize, de 20 grondgebonden woningen vallen allemaal in de prijsklasse Tabel 4.11: Kern Peize. Woningbezit Woonborg (exclusief woningen bestemd voor sloop of verkoop) naar woningtype en huurprijsklasse < > 710 Totaal gestapeld, begane grond gestapeld, met lift gestapeld, zonder lift grondgebonden, gelijkvloers grondgebonden, niet gelijkvloers Totaal Bron: Woonborg 2015, bewerking Companen. Tabel 4.12: Kern Peize. Woningbezit Actium naar woningtype en huurprijsklasse < > 710 Totaal grondgebonden, niet gelijkvloers Totaal Bron: Actium 2015, bewerking Companen. Naar doelgroep en huurprijs Slechts een klein deel van de corporatievoorraad in Peize is volgens opgave van de corporaties primair geschikt voor starters. Dat betekent niet dat hiermee een tekort aan woningen voor starters is, want de starters die in Peize willen blijven wonen kunnen zich ook vestigen in betaalbare eengezinswoningen. De helft van de voorraad is primair geschikt voor meerpersoonshuishoudens, de andere helft voor senioren. Tabel 4.13: Kern Peize. Woningbezit Woonborg (exclusief woningen bestemd voor sloop of verkoop) naar doelgroep* en huurprijsklasse < > 710 Totaal Geschikt voor meerpersoonshuishoudens Geschikt voor senioren Geschikt voor starters Totaal Bron: Woonborg 2015, bewerking Companen. *Primair geschikt voor senioren: gestapeld met lift, gestapeld begane grond en grondgebonden gelijkvloers; primair geschikt voor starters: gestapeld zonder lift; primair geschikt voor meerpersoonshuishoudens: grondgebonden niet gelijkvloers. Tabel 4.14: Kern Peize. Woningbezit Actium naar doelgroep* en huurprijsklasse < > 710 Totaal Geschikt voor meerpersoonshuishoudens Totaal Bron: Actium 2015, bewerking Companen. Percentage scheefwoners Volgens recente opgave van zowel Woonborg als Actium ligt de goedkope scheefheid in Peize momenteel rond de 15%. Dit houdt in dat 15% van de sociale huurwoningen in bezit van Woonborg en Actium wordt bewoond door huishoudens met een inkomen boven de inkomensgrens voor de sociale huursector ( , prijspeil 2015) /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 26

39 Naar kwaliteit Om inzicht te geven in de kwaliteit van de woningvoorraad gebruiken wij de kwalificaties van Woonborg en Actium. Woonborg koppelt de kwaliteit van de woning aan het energielabel van de betreffende woning. Hiermee heeft 13% van de voorraad een basiskwaliteit, 18% heeft een kwaliteit die benedengemiddeld is. Het merendeel (69%) heeft een kwaliteit die bovengemiddeld of zeer bovengemiddeld is. Actium koppelt de kwaliteit van de voorraad aan een cijfer voor de bouwtechnische staat. Hieruit blijkt dat al hun bezit in Peize (20 woningen) een bovengemiddelde kwaliteit heeft. Tabel 4.15: Kern Peize. Woningbezit Corporaties naar kwaliteit Woonborg Energielabel Zeer benedengemiddeld G Benedengemiddeld F,E Basiskwaliteit D Bovengemiddeld C,B Zeer bovengemiddeld A Woonborg 0% 13% 12% 49% 26% Actium cijfer n.v.t Actium Totaal 100% 100% Bron: Woonborg 2015, Actium 2015, bewerking Companen. 0% 0% 0% 100% 0% Naar energielabel De onderstaande tabel laat het corporatiebezit naar energielabel zien. Van het bezit van Woonborg in Peize heeft 13% van de woningen een energielabel E of lager. Driekwart heeft een energielabel C of hoger. De woningen van Actium in Peize hebben allemaal energielabel A. Tabel 4.16: Kern Peize. Woningbezit Corporaties naar energielabel Energielabel Woonborg Actium A 26% 100% B 34% 0% C 15% 0% D 12% 0% E 10% 0% F 3% 0% G 0% 0% Onbekend 0% 0% Totaal 100% 100% Bron: Woonborg 2015, Actium 2015, bewerking Companen. Naar levensloopbestendigheid Woonborg en Actium beschikken niet over een eenduidig systeem voor het bepalen van de levensloopbestendigheid van woningen. Het in kaart brengen van de levensloopbestendigheid is daarom niet mogelijk voor de kernen in Noordenveld. 4.6 Conclusies kern Peize Demografisch Het aantal inwoners zal volgens de scenario s op lange termijn (2030) licht dalen of ongeveer stabiel blijven. Het aantal huishoudens in de kern Peize stijgt in deze periode van ongeveer naar Ook zal de opbouw in leeftijd van de huishoudens veranderen, het aandeel huishoudens van 55 jaar en ouder zal flink toenemen. Uitbreiding van de woningvoorraad is tot 2030 noodzakelijk met woningen per jaar. Onderstaande tabellen geven de ontwikkeling volgens de trendprognose weer. De /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 27

40 hierboven beschreven bandbreedtes zijn bepaald op basis van de trendprognose en de prognose verandering van tijdperk. Tabel 4.17: Kern Peize. Bevolkingsontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe Tabel 4.18: Kern Peize. Huishoudensontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Huishoudens Huishoudens Huishoudens Huishoudens Totaal Bron: Provincie Drenthe Woningvraag De wijziging van de huishoudensamenstelling (vergrijzing en minder personen per huishouden) vraagt om een transformatie van de bestaande voorraad. Vanuit de vraag ligt de belangrijkste opgave voor de komende vijf jaar in de vrijstaande woningen en 2^1 kapwoningen. Op de lange termijn zal mogelijk ook de vraag naar appartementen en gelijkvloerse woningen enigszins toenemen. Vanuit de transformatiegedachte zouden we de beperkte uitbreidingsopgave in moeten zetten om vernieuwende woonconcepten of woningtypes toe te voegen die voor meerdere doelgroepen geschikt zijn, in ieder geval voor senioren! Doelgroepen uitgelicht Starters: De starters op de woningmarkt trekken vanuit Peize vooral naar Groningen. Een deel van de starters zal zich direct in Peize willen vestigen. Hun vraag richt zich in Peize op de goedkope koopsector (maar wel dorpswonen) of de sociale huur. De vertrekkende starters komen wellicht in de toekomst als jong huishouden terug. De groep jonge huishoudens stijgt komende 5 jaar in Peize met ongeveer 20 huishoudens. Doorstromers: De doorstromers (deels ook vestigers vanuit de regio) richten zich op de koopsector, deels 2^1 kap en deels vrijstaand. De druk die deze groep uitoefent op 2^1kappers, is tijdelijk. Vanaf 2025 zal de behoefte aan dit type afnemen. Senioren: Senioren zijn vooral honkvast. Slecht een klein deel maakt vrijwillig een verhuisbeweging. Echter door de vergrijzing (van 270 huishoudens 75+ naar ca. 490 in 2030) zal deze groep toch een grote impact hebben op de woningmarkt. De behoefte aan geschikte zelfstandige woningen (gelijkvloerse woningen) uit zich onder andere in de gewenste uitbreiding van het aantal appartementen vanaf 2020 met ongeveer 2030 appartementen (huur en koop). Deels zal deze groei worden opgevangen in een intramurale woonvorm. Deze groei is voor de gemeente als totaal berekend en kan niet worden gesplitst naar kernniveau /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 28

41 Kwaliteit van de sociale voorraad Veruit het grootste gedeelte van de sociale woningvoorraad in Peize voldoet aan de eisen, een klein deel zal aandacht behoeven, in ieder geval qua energetische prestaties. Omvang van de sociale voorraad De huidige kernvoorraad in Peize lijkt tot 2020 toereikend, zeker als de scheefheid afneemt. Overigens is in de gebruikte bevolkingsprognose van de provincie geen rekening gehouden met de recente instroom van statushouders. Een kleine transformatie van de huurwoningvoorraad van de corporaties zal op termijn wenselijk zijn, meer woningen die ook geschikt zijn voor senioren en minder eengezinswoningen. Betaalbaarheid In Peize is de omvang van de kernvoorraad voldoende. Daarbinnen is ook voldoende aanbod in de lagere prijssegmenten. Ook in de koopsector is woningaanbod in de lagere prijssegmenten beschikbaar /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 29

42 5 Uitwerking kern Norg In dit hoofdstuk wordt uitgebreid ingegaan op de demografische ontwikkeling, zowel terugblik als prognose, de woningvoorraad in Norg en de ontwikkeling van de woningvraag van verschillende doelgroepen. Er wordt afgesloten met een overzicht van de aandachtspunten in de bestaande voorraad en de woningbehoefte. 5.1 Demografische ontwikkeling: Terugblik De onderstaande figuren geven de ontwikkeling en samenstelling van bevolking en huishoudens in de periode voor de kern Norg weer. Ontwikkeling bevolking In de periode is de bevolking in de kern Norg afgenomen met ongeveer 250 personen, in afwijking hierop is de bevolking in 2013 iets toegenomen. De ontgroening en vergrijzing zijn duidelijk terug te zien in figuur 5.1. Het aandeel jongeren tot 15 jaar is teruggelopen, het aandeel personen van 65 jaar en ouder juist sterk toegenomen tot meer dan 30% in Figuur 5.1: Bevolkingsontwikkeling Kern Norg Norg Bron: CBS (2015). Figuur 5.2 Bevolkingsontwikkeling naar leeftijd kern Norg 100% 90% 80% 70% 65 jaar en ouder 60% 45 tot 65 jaar 50% 25 tot 45 jaar 40% 30% 15 tot 25 jaar 20% 0 tot 15 jaar 10% 0% Bron: CBS (2015) /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 30

43 Ontwikkeling aantal huishoudens Na een aantal stabiele jaren (huishoudensverdunning zorgde ervoor dat ondanks de daling van de bevolkingsaantallen de huishoudens stabiel bleven) nam in 2010 het aantal huishoudens met 30 af (dit werd veroorzaakt door de herstructurering van een aantal woningen van Actium). Na 2013 is er net als bij de bevolkingsontwikkeling weer een kleine groei te zien in het aantal huishoudens. Het aandeel alleenstaanden is toegenomen, het aandeel gezinnen juist sterk afgenomen. Figuur 5.3: Kern Norg. Huishoudensontwikkeling Norg Bron: CBS (2015) * De beperkte dip in 2010 is veroorzaakt door de herstructurering van ca. 50 woningen van Actium. Figuur 5.4: Kern Norg. Huishoudensontwikkeling naar type huishouden % 90% 80% 70% 60% Meerpersoons met kinderen 50% 40% Meerpersoons zonder kinderen 30% Eenpersoonshuishouden 20% 10% 0% Bron: CBS (2015). Naast de autonome groei is de bevolkings en huishoudensontwikkeling ook afhankelijk van migratie. Op basis van CBSMicrodata ( in huishoudens) is geanalyseerd welke verhuisbewegingen er binnen de kern en tussen de verschillende kernen hebben plaatsgevonden, welke huishoudens zijn vertrokken en welke huishoudens zich in de kern hebben gevestigd. Binnen de kern en tussen kernen In de periode zijn er 333 huishoudens binnen de kern Norg verhuisd. De migratierelatie van Norg met Peize is zeer beperkt. De relatie met Roden is iets groter, maar per saldo vertrekken er vanuit Norg net zoveel huishoudens naar Roden als dat zich vanuit Roden vestigen /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 31

44 Tabel 5.1: Migratie binnen de kern en tussen de kernen in de periode , in aantallen huishoudens Van Naar Verhuisde huishoudens Binnen de eigen kern Tussen de kernen Roden Norg Peize Roden Roden Norg Norg Peize Peize Roden Norg Peize Norg Peize Roden Peize Roden Norg Minder dan 10* 84 Minder dan 10 Bron: CBS Microdata, *In de CBSMicrodata worden verhuisbewegingen kleiner dan 10 huishoudens niet weergegeven. Vestiging en vertrek naar gemeente van vestiging en gemeente van herkomst De onderstaande figuur laat de bestemming zien van huishoudens die een woning verlaten (inclusief de starters die hun ouderlijk huis verlaten) in de kern Norg in de periode Een belangrijk deel van de verhuizingen vindt plaats binnen de eigen kern. Ongeveer 22% van de huishoudens die een woning heeft verlaten, heeft zich gevestigd buiten de Regio GroningenAssen, 32% bleef in de regio en 12% binnen de gemeente Noordenveld. Van de huishoudens die in de regio bleven, ging het ongeveer de helft naar de stad Groningen, een kwart naar Assen en de overige verspreid over verschillende gemeenten in de regio. Figuur 5.5: Vertrek vanuit de kern Norg naar gemeente van vestiging in de periode , in procenten 22% 32% 12% 34% Binnen kern Binnen gemeente Overige gemeente binnen RGA* Gemeente buiten RGA Bron: CBS Microdata, *Regio GroningenAssen De onderstaande figuur laat de herkomst zien van de huishoudens die een woning betrokken in de kern Norg in de periode Ook hier is het grote aandeel verhuizingen binnen de eigen kern terug te zien. Ongeveer een vijfde van de huishoudens die een woning betrekt, komt van buiten de regio. Huishoudens die in Norg komen wonen uit de regio, zijn hoofdzakelijk afkomstig uit Groningen en slechts beperkt uit Assen /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 32

45 Figuur 5.6: Vestiging in de kern Norg naar gemeente van herkomst in de periode , in procenten 21% 30% 12% 37% Binnen kern Binnen gemeente Overige gemeente binnen RGA* Gemeente buiten RGA Bron: CBS Microdata, *Regio GroningenAssen Vestiging en vertrek naar huishoudenstype en leeftijd De onderstaande figuren laten zien welke huishoudens in de kern een woning hebben verlaten en welke juist een woning in de kern Norg hebben betrokken. De grootste groepen die in Norg een woning hebben verlaten, zijn de jonge huishoudens en gezinnen. Vooral de oudere huishoudens betrekken in Norg een woning, per saldo blijft het aantal gezinnen ongeveer gelijk. Figuur 5.7: Vertrek vanuit de kern naar huishoudenstype en leeftijd in de periode , in procenten 1% 12% 21% 12% 17% 22% 15% 12 phh phh phh phh phh 75+ gezin onbekend Bron: CBS Microdata, Figuur 5.8: Vestiging in de kern naar huishoudenstype en leeftijd in de periode , in procenten 1% 22% 8% 12% 12 phh phh phh % 23% 12 phh phh % gezin onbekend Bron: CBS Microdata, /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 33

46 Vestiging en vertrek naar betrokken woningtype en achtergelaten woningtype Welke woning laten huishoudens die een woning verlaten achter en in welk type woning komen de huishoudens die een woning betrekken in de kern Norg te wonen? De onderstaande figuren laten voor de periode zien welke woningtype het betreft. Huishoudens die een woning verlaten, laten vooral eengezinswoningen achter, het aandeel dat een meergezinswoning achterlaat is beperkt. Huishoudens die in Norg een woning betrekken, vestigen zich wel meer in appartementen in de huursector. Een aanzienlijk deel van de woningvoorraad is in de CBS registratie onbekend. Figuur 5.9: Vertrek vanuit de kern Norg naar achtergelaten woningtype in de periode , in procenten 1% 20% 23% Huur egz Huur mgz Koop rij 4% Koop 21 kap 21% 16% Koop vrijstaand Koop mgz 15% onbekend Bron: CBS Microdata, *In de CBSMicrodata worden verhuisbeweging kleiner dan 10 huishoudens niet weergegeven. Figuur 5.10: Vestiging in de kern Norg naar betrokken woningtype in de periode , in procenten Huur egz 27% 29% Huur mgz Koop rij 1% 13% 9% Koop 21 kap Koop vrijstaand Koop mgz 8% 13% onbekend Bron: CBS Microdata, *In de CBSMicrodata worden verhuisbeweging kleiner dan 10 huishoudens niet weergegeven. 5.2 Demografische ontwikkeling: Prognose Op basis van een aantal indicatoren, waaronder de ontwikkeling van de bevolking en de woningvoorraad in de afgelopen acht jaar en de huidige bevolkingssamenstelling, is de demografische ontwikkeling van de gemeente, zoals die ook in het regionale woningbehoefteonderzoek Groningen Assen is opgenomen, vertaald naar de drie kernen /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 34

47 Prognose: bevolkings en huishoudensprognose In het Woningbehoefteonderzoek voor de Regio GroningenAssen is gewerkt met een aantal scenario s. Zie ook de inleiding voor een verdere toelichting. De prognoses uit dit regionale onderzoek zijn uitgesplitst naar de kernen in de gemeente Noordenveld. Voor Norg geeft dit het onderstaande beeld, afgerond op tientallen. Achtereenvolgens worden de trendprognose, met bandbreedtes minimum en maximum, en het scenario verandering van tijdperk weergegeven. Tabel 5.2: Kern Norg. Bevolkingsontwikkeling volgens de trendprognose (minmax), naar leeftijd, tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot 650 Totaal tot tot tot Bron: Provincie Drenthe Tabel 5.3: Kern Norg. Bevolkingsontwikkeling volgens scenario verandering van tijdperk, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe Het aantal inwoners in Norg zal de komende 5 jaar enigszins afnemen, ongeacht het scenario. De afname op langere termijn (2030) zal ongeveer komen te liggen tussen de 150 en 250 inwoners. Naar verwachting ligt de ontwikkeling tussen trend en verandering van tijdperk. Ook de huishoudensprognose is op deze wijze uitgesplitst. Voor Norg levert dat het volgende beeld, afgerond op tientallen. Tabel 5.4: Kern Norg. Huishoudensontwikkeling volgens de trendprognose (minmax), naar leeftijd, Huishoudens 1529 Huishoudens 3054 Huishoudens 5574 Huishoudens tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot 440 Totaal tot tot tot Bron: Provincie Drenthe Tabel 5.5: Kern Norg. Huishoudensontwikkeling volgens scenario verandering van tijdperk naar leeftijd, Huishoudens Huishoudens Huishoudens Huishoudens Totaal Bron: Provincie Drenthe Het aantal huishoudens in Norg blijft de komende jaren stabiel of neemt enigszins toe. Dit is vooral een gevolg van de huishoudensverdunning en de trek van oudere huishoudens vanuit de kleinere kernen /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 35

48 richting de grotere kernen. Dit valt terug te zien in de toename van het aantal huishoudens in de leeftijd van 55 jaar en ouder. Het aantal jongere huishoudens neemt naar verwachting af. De meest realistische verwachting is dat de ontwikkeling ligt tussen het trendscenario en het scenario verandering van tijdperk. 5.3 Woningvraag Prognose: kwalitatieve woningvraag Uit het woningbehoefteonderzoek Regio GroningenAssen is de prognose van de kwalitatieve woningvraag bekend voor de gemeente Noordenveld als geheel. Voor dit onderzoek is deze verder uitgewerkt naar kern. Door de gedetailleerde verhuisanalyse uit paragraaf 5.1 en de huishoudensprognose op kernniveau met elkaar te combineren, komen we tot een indicatie met welke aanvullende woningtypen we de huishoudensgroei zouden kunnen faciliteren. De indicatie is gebaseerd op de scenario s (trend, trend minimum, trend maximum en verandering van tijdperk) uit het Woningbehoefteonderzoek Regio GroningenAssen. Let wel, de toekomst laat zich lastig voorspellen, dus de doorkijk na 2020 is niet meer dan een eerste indicatie. De verschuiving in de vraag de komende vijf jaar zit vooral in een toename van de vraag naar vrijstaande woningen in de koopsector, eengezinshuurwoningen lijken minder in trek te zijn. Dit laatste zien we in alle drie de scenario s terug. De vraag naar appartementen (en gelijkvloerse seniorenwoningen) in de huursector lijkt in stand te blijven, dit komt mede door de toename van het aantal oudere huishoudens. Tabel 5.6: Kern Norg. Vraagverschuiving naar eigendomscategorie en woningtype volgens de trendprognose (minmax), * Huur eengezinswoning tot 0 30 tot 20 Huur appartement Koop rij tot 0 Koop 21 kap Koop vrijstaand tot tot +30 Koop appartement Bron: CBS microdata 2015, bewerking Companen. *Let op: Vanwege geringe aantallen en afronding zijn de kolommen niet getotaliseerd. Dit in verband met afrondingsverschillen met tabel 5.4. Tabel 5.7: Kern Norg. Vraagverschuiving naar eigendomscategorie en woningtype volgens scenario verandering van tijdperk, * Huur eengezinswoning Huur appartement Koop rij Koop 21 kap Koop vrijstaand Koop appartement Bron: CBS microdata 2015, bewerking Companen. *Let op: Vanwege geringe aantallen en afronding zijn de kolommen niet getotaliseerd. Dit in verband met afrondingsverschillen met tabel /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 36

49 Naar verwachting ligt de daadwerkelijke ontwikkeling tussen het trendscenario en het scenario verandering van tijdperk. Dit betekent een stabilisatie in de woningbehoefte tot Enkel koersen op maximale aantallen (in dit geval verandering van tijdperk) is niet realistisch. Prognose: ontwikkeling inkomensgroepen en woningvraag De inkomensverdeling (zowel nu als in de toekomst) is van belang om zicht te krijgen op de behoefte aan sociale huurwoningen. De toekomstige omvang van de verschillende inkomensgroepen is sterk afhankelijk van de verwachte koopkrachtontwikkeling. We werken hiervoor twee scenario s uit: Nulscenario (er vindt de komende jaren geen koopkrachtontwikkeling plaats). Dit scenario geeft een bovengrens aan voor de behoefte aan sociale huurwoningen. Groeiscenario met een jaarlijkse groei van de koopkracht met 1,2%. Tabel 5.8: Kern Norg. Ontwikkeling inkomensgroepen huursector , bij verschillende economische scenario s (nulscenario en groeiscenario 1,2% welvaartsontwikkeling) Ontwikkeling Nul Groei Nul Groei Abs. % scenario scenario scenario scenario Primaire doelgroep < % Waarvan in huur (corporatie) % Waarvan in part. (overig) % Waarvan in koop % Secundaire doelgr % Waarvan in huur (corporatie) 20 10% Waarvan in part. (overig) 30 15% Waarvan in koop % Huishoudens > % Waarvan in huur (corporatie) 20 3% Waarvan in part. (overig) 90 15% Waarvan in koop % Totaal % Waarvan in huur (corporatie) % Waarvan in part. (overig) % Waarvan in koop % Bron: CBS Regionaal Inkomensonderzoek 2011, bevolkingsprognose provincies Drenthe en Groningen, bewerking Companen. De huidige primaire doelgroep (inkomens < ) bestaat in de kern Norg uit ongeveer 730 huishoudens. Zal de koopkracht een gelijkwaardige ontwikkeling als in de afgelopen jaren doormaken (stagnatie) dan zal deze groep gelijk blijven. Krijgen we te maken met een groeiende koopkracht, dan zal deze groep afnemen met ongeveer 50 huishoudens. De groep middeninkomens ( ) bestaat op dit moment uit zo n 200 huishoudens. Deze middengroep zal in de komende vijf jaar gelijk blijven in het nulscenario en met 10 toenemen in het groeiscenario. De hogere inkomens (> ) nemen afhankelijk van de koopkrachtontwikkeling toe met 0 tot 40 huishoudens. De benodigde sociale huurvoorraad in de kern Norg Wat is op grond van de ontwikkeling van de doelgroepen de gewenste omvang van de sociale huurvoorraad op termijn? De gekozen benadering gaat uit van geprognosticeerde inkomensontwikkelingen. Door scheefheid en huishoudens uit de doelgroep die in een koopwoning wonen, is deze ontwikkeling niet 1op1 door te vertalen naar de streefvoorraad sociale huur /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 37

50 Inzetten op het terugdringen van de goedkope scheefheid kan ertoe leiden dat minder sociale huurwoningen benodigd zijn om de primaire doelgroep te huisvesten. In de tabel is uitgewerkt welk effect het terugdringen van de goedkope scheefheid heeft op de benodigde omvang van de sociale huurvoorraad in Tabel 5.9: Huidig aantal Kern Norg. Gewenste omvang van de sociale voorraad bij het terugdringen van de goedkope scheefheid, bij verschillende economische scenario s (nulscenario en groeiscenario 1,2% welvaartsontwikkeling), * Autonome Omvang < in Omvang > in corporatiewoning woningen van % Goedkope corporatie (% goedkope woningcorporatie(s) scheefheid woning scheefheid) % 150 (huidig) 40 (21%) 17% (17%) 12% (12%) 6% (6%) 0% (0%) Bron: CBS Regionaal Inkomensonderzoek 2011, bewerking Companen. *Let op: afgeronde aantallen, waarbij het gaat om het totale corporatiebezit in de kern ontwikkeling doelgroep in aantal huishoudens tot 0 10 tot 0 10 tot 0 10 tot 0 10 tot 0 Gewenste omvang sociale voorraad tot tot tot tot tot 150 Bij een goedkoop scheefheidspercentage van 21%, zijn in 2020 in de kern Norg 180 tot 190 sociale huurwoningen nodig; afhankelijk van de welvaartsontwikkeling. De analyse in de bovenstaande tabel is gebaseerd op oudere data, maar geeft wel een goed beeld van de gewenste omvang bij verschillende economische scenario s. Volgens opgave van Actium bedraagt het meest actuele scheefheidspercentage in Norg ongeveer 17%. Bij deze mate van goedkope scheefheid bedraagt de benodigde sociale huurvoorraad in 2020 nog 170 tot 180 woningen. De huidige kernvoorraad in Norg lijkt hiermee toereikend en in geval van het verder afnemen van de scheefheid zou deze zelfs iets kleiner kunnen worden. Hierbij is geen rekening gehouden met de taakstellingen rond statushouders. Instroom statushouders Na het opstellen van de prognoses en het bepalen van de gewenste omvang van de sociale voorraad heeft de gemeente Noordenveld te maken gekregen met de recente sterke instroom van het aantal statushouders. Een ontwikkeling die zich landelijk voordoet. Het grootste deel van de statushouders wordt gehuisvest in de sociale voorraad. Dit betekent dat de gewenste omvang van de sociale voorraad in de toekomst hoger kan zijn dan bovenstaand is beschreven. In samenspraak met de corporaties en andere maatschappelijke partners dient hierover afstemming te worden gezocht. Hiervoor kan de taakstelling worden vertaald naar woningen. Dit aantal kan worden opgeteld bij de gewenste omvang van de sociale voorraad. Het is nog onduidelijk wat dit betekent op het niveau van de kernen. Betaalbaarheid De onderstaande figuur laat de betaalbaarheid zien van de huur en koopsector voor de verschillende doelgroepen en inkomensgroepen. De linkeras laat per doelgroep de maximaal te betalen huurprijs zien. Hierbij is uitgegaan van de richtlijnen van het NIBUD, waarbij rekening is gehouden met huurtoeslag. Wat opvalt is dat bij een gelijk verzamelinkomen, 65plussers meer ruimte hebben voor huurbetaling. Dat komt vooral doordat zij te maken hebben met een lager belastingtarief en lagere bestedingsnorm (NIBUD) waardoor zij netto meer te besteden hebben. Voor gezinnen met kinderen is er minder ruimte voor huur, dat komt omdat zij te maken hebben met hogere noodzakelijke uitgaven dan bijvoorbeeld alleenstaanden /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 38

51 De rechteras geeft het maximale aankoopbedrag van een woning weer voor een en tweeverdieners. Bij de tweeverdieners is er vanuit gegaan dat beide partners evenveel verdienen. De figuur laar zien dat tweeverdieners door de strenge hypotheekregels minder hypotheek kunnen krijgen dan een eenverdiener met hetzelfde inkomen. Nemen wij als voorbeeld een huishouden met een inkomen van dan zien we dat een eenverdiener een woning zou kunnen kopen van , en tweeverdieners van Hiermee is de koop dus geen alternatief voor deze laatste groep. Zij kunnen volgens de NIBUD normen een maximale huurprijs van rond de 500 betalen, voor gezinnen met kinderen ligt dat rond 400. Figuur 5.11: Overzicht betaalbare huurprijs en maximaal aankoopbedrag woning per doel en inkomensgroep* Maximaal te betalen huurprijs Maximaal aankoopbedrag koopwoning Verzamelinkomen Eenverdiener Tweeverdiener 1 phh <23 1phh phh >65 2phh <23 2phh phh >65 gezin 2 k Bron: Nibud, Hypotheker.nl (geraadpleegd: oktober 2015). * Ter verduidelijking: de lijnen bieden een weergave van de maximaal te betalen huurprijs voor verschillende huishoudenstypen. De vlakken bieden een indicatie van het maximale aankoopbedrag van een koopwoning voor verschillende huishoudenstypen. 5.4 Huidige woningvoorraad In deze paragraaf wordt de huidige woningvoorraad en de ontwikkeling in de afgelopen jaren geïnventariseerd. Het aantal woningen in Norg ligt ongeveer op woningen. Woningwaarde De gemiddelde woningwaarde in Norg ligt met in 2013 tussen de waarden in Peize en Roden in. In de periode 2006 tot 2009 nam de woningwaarde nog toe tot Met de crisis zette een licht dalende trend in tot /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 39

52 Figuur 5.12: Gemiddelde woningwaarde Kern Norg * Roden Norg Peize Bron: CBS (2015). Ontwikkeling woningvoorraad naar eigendom Ongeveer 65% van de woningvoorraad in Norg bestaat uit koopwoningen. Van de huurwoningen is de helft in bezit van corporaties. De andere helft is in handen van overige verhuurders, dit aandeel is hoger dan in andere kernen. Figuur 5.13 Woningvoorraad naar eigendom Kern Norg 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Eigendom onbekend Huur Overige verhuurder Huur Corporatie Koop Bron: CBS (2015). Woningvoorraad naar type (2013) De woningvoorraad in de kern Norg bestaat voor 86% uit eengezinswoningen, 14% van de voorraad bestaat uit appartementen /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 40

53 Figuur 5.14: Voorraad naar woningtype Kern Norg 14% Eengezins Meergezins 86% Bron: CBS (2015). In de onderstaande figuur wordt op basis van de WOZ registratie een verdere specificatie van de koopsector gegeven. Bijna de helft van de koopwoningen in de kern Norg bestaat uit vrijstaande woningen. Deze vallen hoofdzakelijk in de prijscategorie tot Tweeondereen kap woningen hebben bijna allemaal een waarde tussen en , een klein deel heeft een waarde onder Ongeveer 20% van de koopvoorraad zijn rijwoningen en deze zitten vooral in de categorie Het aandeel appartementen in de koopsector is gering. Figuur 5.15 Koopvoorraad naar type en WOZ waarde. Kern Norg Vrijstaand 21 kap Rij/hoekwoning Appartement < % 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% > Bron: WOZ bestand gemeente Noordenveld. Beschikbaarheid: te koop staande woningen per kern In totaal staan er medio 2015 in de kern Norg 84 woningen te koop, dit is ruim 8% van de koopvoorraad. Van de 84 woningen zijn er slechts 2 appartementen in de goedkopere prijsklassen. Ruim 65% van de grondgebonden woningen die te koop staan heeft een vraagprijs onder Tabel 5.10: Kern Norg. Te koop staande woningen naar verkoopprijs en woningtype. tot > Grondgebonden woning Appartement Totaal Bron: Jaap.nl, peildatum 30 juli /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 41

54 Beschikbaarheid: huurwoningen Volgens opgave van Actium ligt de mutatiegraad voor de huurwoningen rond de 10% in 2014 en 16% in Dit betekent dat er jaarlijks tussen de 15 en 35 woningen beschikbaar komen. In paragraaf 5.5 wordt nader ingegaan op het bezit van de corporatie. 5.5 Analyse corporatiebezit In de kern Norg is de corporatie Actium actief. In deze paragraaf wordt de woningvoorraad doorgelicht op een aantal punten zoals type woning, huurprijsniveau, scheefwoners en kwaliteiten. Naar woningtype en huurprijs Ruim 72% van de huurwoningen in bezit van Actium in Norg heeft een huurprijs onder 576 en 22% van de huurwoningen zit in het duurdere segment tussen 618 en 710. Bijna alle woningen zijn grondgebonden, er zijn 5 appartementen. Tabel 5.11: Kern Norg. Woningbezit Actium naar woningtype en huurprijsklasse. < > 710 Totaal gestapeld, begane grond 2 2 gestapeld, zonder lift grondgebonden, gelijkvloers grondgebonden, niet gelijkvloers Totaal Bron: Actium 2015 bewerking Companen. Naar doelgroep en huurprijs Slechts een klein deel van de corporatievoorraad in Norg is volgens opgave van de corporatie primair geschikt voor starters. Dit betekent niet dat daarmee ook een tekort is aan starterswoningen. Starters die in Norg willen blijven wonen, kunnen zich ook vestigen in betaalbare eengezinswoningen. Ruim de helft van de woningen is primair geschikt voor meerpersoonshuishoudens, de andere helft voor senioren. Tabel 5.12: Kern Norg. Woningbezit Actium naar doelgroep en huurprijsklasse. < > 710 Totaal Geschikt voor meerpersoonshuishoudens Geschikt voor senioren Geschikt voor starters Totaal Bron: Actium 2015, bewerking Companen. Percentage scheefwoners Volgens recente opgave van Actium ligt de goedkope scheefheid in Norg momenteel rond de 17%. Dit houdt in dat 17% van de sociale huurwoningen in bezit van Actium bewoond wordt door huishoudens met een inkomen boven de inkomensgrens voor de sociale huursector ( , prijspeil 2015). Naar kwaliteit Om inzicht te geven in de kwaliteit van de woningvoorraad gebruiken wij de kwalificaties van Actium. Zij koppelen de kwaliteit van de voorraad aan een rapportcijfer voor de bouwtechnische staat. Hiermee heeft slechts 5% van de voorraad een basiskwaliteit, 72% heeft een bovengemiddelde kwaliteit en zelfs 23% een zeer bovengemiddelde kwaliteit /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 42

55 Tabel 5.13: Kern Norg. Woningbezit Corporaties naar kwaliteit. Actium rapportcijfer Actium Zeer benedengemiddeld n.v.t. 0% Benedengemiddeld 4 0% Basiskwaliteit 6 5% Bovengemiddeld 8 72% Zeer bovengemiddeld 9 23% Totaal 100% Bron: Actium 2015, bewerking Companen. Naar energielabel De onderstaande tabel laat het corporatiebezit naar energielabel zien. Bij de woningvoorraad in Norg van Actium heeft nog 24% een energielabel D of lager. Bijna 76% heeft een energielabel C of hoger. Tabel 5.14: Kern Norg. Woningbezit Actium naar energielabel. Energielabel Actium A 21% B 21% C 34% D 23% E 1% F 0% G 0% Totaal 100% Bron: Actium 2015, bewerking Companen. Naar levensloopbestendigheid Actium beschikt niet over een eenduidig systeem voor het bepalen van de levensloopbestendigheid van woningen. Het in kaart brengen van de levensloopbestendigheid is daarom niet mogelijk voor de kernen in Noordenveld. 5.6 Conclusies kern Norg Demografisch: Het aantal inwoners van de kern Norg zal de komende jaren dalen. Tot 2030 neemt het aantal inwoners af met ongeveer 150 tot 250 inwoners. Door huishoudensverdunning neemt het aantal huishoudens de komende 5 jaar in Norg enigszins toe. De opgave voor Norg ligt dus vooral in de transformatie. Er is echter altijd vraag te vinden voor nieuwbouw, zeker als afgelopen jaren weinig is gebouwd. Ook in Norg zal dat het geval zijn. Te veel nieuwbouwproductie heeft wel het risico van ontspanning in andere delen van de bestaande buurten in Norg, niet op korte termijn maar na ongeveer 10 jaar. Onderstaande tabellen geven de ontwikkeling volgens de trendprognose weer. De hierboven beschreven bandbreedtes zijn bepaald op basis van de trendprognose en de prognose verandering van tijdperk /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 43

56 Tabel 5.15: Kern Norg. Bevolkingsontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe Tabel 5.16: Huishoudens 1529 Huishoudens 3054 Huishoudens 5574 Huishoudens 75+ Kern Norg. Huishoudensontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe Woningvraag Vanuit de kwalitatieve analyse van de woningvraag ligt de belangrijkste opgave voor de komende vijf jaar in de vrijstaande woningen. Ook voor de lange termijn is in dit segment nog vraag. Richting 2030 zal vooral de vraag naar appartementen / gelijkvloerse seniorenwoningen in de huursector in stand blijven en deze zal moeten worden geaccommodeerd. Doelgroepen uitgelicht Starters: De starters op de woningmarkt trekken vanuit Norg naar Groningen of Assen. Een deel van de starters zal zich direct in Norg willen vestigen. De vertrekkende starters komen wellicht in de toekomst als jong huishouden terug. De groep jonge huishoudens stijgt komende 5 jaar in Norg met ongeveer 10 huishoudens. Hun vraag richt zich in Norg op de goedkope koopsector (maar wel dorpswonen) of de sociale huur. Doorstromers: De doorstromers (deels ook vestigers vanuit de regio) richten zich op de koopsector, deels 2^1 kap en deels vrijstaand. Deze groep oefent nauwelijks druk uit op de woningmarkt omdat zij in omvang afneemt in Norg. Senioren: senioren zijn vooral honkvast. Slecht een klein deel maakt vrijwillig een verhuisbeweging. De vergrijzing (van 340 huishoudens 75+ naar ca. 440 in 2030) is minder in omvang dan in bijvoorbeeld Peize. Toch zal deze groep impact hebben op de woningmarkt. Nieuwbouw of aanpassingen van de bestaande voorraad kunnen oplossing bieden. Kwaliteit van de sociale voorraad Bijna alle woningen van Actium hebben een bovengemiddelde kwaliteit. Qua woningtype wordt ook al redelijk goed voorzien in woningen die geschikt zijn voor ouderen. Richting de toekomst is dit wel een aandachtspunt vanwege het groeiende aantal oudere huishoudens. Omvang van de sociale voorraad De huidige kernvoorraad in Norg lijkt toereikend en in geval van het afnemen van de scheefheid zou deze zelfs iets kleiner kunnen worden /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 44

57 Betaalbaarheid Ruim 72% van de huurwoningen in bezit van Actium in Norg heeft een huurprijs onder 576, hiermee lijkt goed voorzien in betaalbare woningen. In de koopsector staan veel woningen te koop met een vraagprijs onder de , hiermee lijkt de betaalbaarheid in de koopsector redelijk goed te noemen. De vraag is wel wat de kwaliteit van deze woningen is /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 45

58 6 Uitwerking kern Roden In dit hoofdstuk wordt uitgebreid ingegaan op de demografische ontwikkeling, zowel terugblik als prognose, de woningvoorraad in Roden en de ontwikkeling van de woningvraag van verschillende doelgroepen. Er wordt afgesloten met een overzicht van de aandachtspunten in de bestaande voorraad en de woningbehoefte. In het onderzoek is NieuwRoden meegenomen als onderdeel van de kern Roden. 6.1 Demografische ontwikkeling: Terugblik De onderstaande figuren geven de ontwikkeling en samenstelling van bevolking en huishoudens in de periode voor de kern Roden 1 weer. Ontwikkeling bevolking De omvang van de bevolking in Roden daalde in de periode , in 2012 nam de omvang weer iets toe tot De laatste twee jaar is de bevolking stabiel gebleven. Figuur 6.1: Ontwikkeling bevolking periode Kern Roden Roden Bron: CBS, Figuur 6.2: Bevolkingsontwikkeling naar leeftijd kern Roden 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 65 jaar en ouder 45 tot 65 jaar 25 tot 45 jaar 30% 20% 15 tot 25 jaar 0 tot 15 jaar 10% 0% Bron: CBS, Voor de analyses van de kern Roden waarbij gebruik is gemaakt van CBSdata is de kern ingedeeld op basis van de CBSbuurten Roden, RodenWest en NieuwRoden /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 46

59 Ontwikkeling aantal huishoudens In de periode is het aantal huishoudens stabiel geweest, vanaf 2011 is en stijgende lijn ingezet. De verschuivingen in opbouw van de huishoudens zijn zeer beperkt geweest. Het aandeel alleenstaanden is iets toegenomen. Figuur 6.3: Huishoudensontwikkeling naar type huishouden Kern Roden Roden Bron: CBS (2015). Huishoudens naar type Figuur 6.4: Huishoudensontwikkeling naar type huishouden Kern Roden 100% 90% 80% 70% 60% Meerpersoons met kinderen 50% 40% Meerpersoons zonder kinderen 30% Eenpersoonshuishouden 20% 10% 0% Bron: CBS (2015). Naast de autonome groei is de bevolkings en huishoudensontwikkeling ook afhankelijk van migratie. Op basis van CBSMicrodata ( , in huishoudens) is geanalyseerd welke verhuisbewegingen er binnen de kern en tussen de verschillende kernen hebben plaatsgevonden, welke huishoudens zijn vertrokken en welke huishoudens zich in Roden hebben gevestigd. Binnen de kern en tussen kernen In de periode zijn er huishoudens binnen de kern Roden verhuisd. Roden heeft een negatief migratiesaldo met Peize. Vanuit Roden zijn er 96 huishoudens vertrokken naar Peize, vanuit Peize zijn er 84 huishoudens naar Roden gegaan. Het migratiesaldo met Norg is 0, er zijn net zoveel huishoudens naar Norg vertrokken dan dat er uit Norg naar Roden zijn gekomen /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 47

60 Tabel 6.1: Migratie binnen de kern en tussen de kernen in de periode , in aantallen huishoudens Van Naar Verhuisde huishoudens Binnen de eigen kern Tussen de kernen Roden Norg Peize Roden Roden Norg Norg Peize Peize Roden Norg Peize Norg Peize Roden Peize Roden Norg Minder dan 10* 84 Minder dan 10 Bron: CBS Microdata, *In de CBSMicrodata worden verhuisbeweging kleiner dan 10 huishoudens niet weergegeven. Vestiging en vertrek naar gemeente van vestiging en gemeente van herkomst De onderstaande figuur laat de bestemming zien van huishoudens die een woning verlaten (inclusief de starters die hun ouderlijk huis verlaten) in de kern Roden in de periode Een belangrijk deel van de verhuizingen vindt plaats binnen de eigen kern, 29% van de huishoudens die een woning verlaten blijft dan ook in Roden. Ongeveer 13% van de huishoudens kiest voor een andere kern in de gemeente Noordenveld. Meer dan een derde van de groep die een woning verlaat blijft in de regio Groningen Assen, 20% verkiest vestigt zich buiten de regio. Bijna tweederde van de groep die in de regio blijft, vestigt zich in Groningen. Nog eens 16% vestigt zich in Leek. De overige huishoudens vestigen zich verspreid over de overige gemeenten. Figuur 6.5: Vertrek vanuit de kern Roden naar gemeente van vestiging in de periode , in procenten 20% 38% 29% 13% Binnen kern Binnen gemeente Overige gemeente binnen RGA* Gemeente buiten RGA Bron: CBS Microdata, *Regio GroningenAssen De onderstaande figuur laat de herkomst zien van huishoudens die in de periode een woning in Roden hebben betrokken. Ook hier is het grote aandeel verhuizingen binnen de eigen kern terug te zien. Ongeveer 12% van de huishoudens die een woning betrekken in Roden komt van buiten de regio. Vestigers vanuit de regio komen hoofdzakelijk uit Groningen en Leek /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 48

61 Figuur 6.6: Vestiging in de kern Roden naar gemeente van herkomst in de periode , in procenten 12% 35% Binnen kern Binnen gemeente 37% Overige gemeente binnen RGA* Gemeente buiten RGA 16% Bron: CBS Microdata, *Regio GroningenAssen Vestiging en vertrek naar huishoudenstype en leeftijd De onderstaande figuren laten zien welke huishoudens een woning in de kern hebben verlaten en welke juist een woning in de kern Roden hebben betrokken. De grootste groepen die in Roden een woning verlaten zijn de jonge huishoudens en gezinnen. Vooral de gezinnen en oudere huishoudens betrekken een woning in Roden, waarbij per saldo het aantal gezinnen duidelijk toeneemt. Figuur 6.7: Vertrek vanuit de kern Roden naar huishoudenstype en leeftijd in de periode , in procenten 2% 12 phh % 22% 10% 28% 15% 12 phh phh phh phh 75+ gezin 15% onbekend Bron: CBS Microdata, 2015 Figuur 6.8: Vestiging in de kern Roden naar huishoudenstype en leeftijd in de periode , in procenten 3% 4% 33% 11% 21% 12 phh phh phh phh phh % 15% gezin onbekend Bron: CBS Microdata, /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 49

62 Vestiging en vertrek naar betrokken woningtype en achtergelaten woningtype Welke woning laten huishoudens die verhuizen achter en in welk type woning komen de huishoudens in de kern Roden te wonen? De onderstaande figuren laten voor de periode zien welke woningtype het betreft. Huishoudens die een woning verlaten, laten vooral 2onder1 kapwoningen en vrijstaande woningen in de koopsector achter. Ook bij de huishoudens die een woning betrekken zijn dit dus de belangrijkste woningtypen. Figuur 6.9: Vertrek vanuit de kern Roden naar achtergelaten woningtype in de periode , in procenten 0% 31% 9% 14% 2% Huur egz Huur mgz Koop rij 15% Koop 21 kap Koop vrijstaand Koop mgz 29% onbekend Bron: CBS Microdata, *In de CBSMicrodata worden verhuisbeweging kleiner dan 10 huishoudens niet weergegeven. Figuur 6.10: Vestiging in de kern Roden naar betrokken woningtype in de periode , in procenten 2% 17% 20% 16% 20% 16% 9% Huur egz Huur mgz Koop rij Koop 21 kap Koop vrijstaand Koop mgz onbekend Bron: CBS Microdata, *In de CBSMicrodata worden verhuisbeweging kleiner dan 10 huishoudens niet weergegeven. 6.2 Demografische ontwikkeling: Prognose Op basis van een aantal indicatoren, waaronder de ontwikkeling van de bevolking en de woningvoorraad in de afgelopen acht jaar en de huidige bevolkingssamenstelling, is de demografische ontwikkeling van de gemeente, zoals die ook in het regionale woningbehoefteonderzoek Groningen Assen is opgenomen, vertaald naar de drie kernen /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 50

63 Prognose: bevolkings en huishoudensprognose In het Woningbehoefteonderzoek voor de Regio GroningenAssen is gewerkt met een aantal scenario s. Zie ook de inleiding voor een verdere toelichting. De prognoses uit dit regionale onderzoek zijn uitgesplitst naar de kernen in de gemeente Noordenveld. Voor Roden geeft dit het onderstaande beeld, afgerond op tientallen. Achtereenvolgens worden de trendprognose, met bandbreedtes minimum en maximum, en het scenario verandering van tijdperk weergegeven. Tabel 6.2: Kern Roden. Bevolkingsontwikkeling volgens de trendprognose (min max), naar leeftijd, tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot Totaal tot tot tot Bron: Provincie Drenthe Tabel 6.3: Kern Roden. Bevolkingsontwikkeling volgens scenario verandering van tijdperk, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe Naar verwachting ligt de bevolkingsontwikkeling tussen het trendscenario en het scenario verandering van tijdperk. Dit betekent voor de komende vijf jaar ongeveer stabilisatie. De ontwikkeling tot 2030 is onzeker. Volgens het scenario verandering van tijdperk groeit het aantal inwoners. Dit als gevolg van de groep ouderen (55+) die verhuizen van de kleinere richting de grotere kernen, zoals Roden. Belangrijk voor de omvang van de woningvoorraad is de huishoudensprognose. Deze is daarom op vergelijkbare wijze uitgesplitst. Voor Roden levert dat het volgende beeld, afgerond op tientallen. Tabel 6.4: Kern Roden. Huishoudensontwikkeling volgens de trendprognose (min max), naar leeftijd, Huishoudens tot tot tot 290 Huishoudens tot tot tot Huishoudens tot tot tot Huishoudens tot tot tot Totaal tot tot tot Bron: Provincie Drenthe Tabel 6.5: Kern Roden. Huishoudensontwikkeling volgens scenario verandering van tijdperk, naar leeftijd, Huishoudens Huishoudens Huishoudens Huishoudens Totaal Bron: Provincie Drenthe /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 51

64 Het aantal huishoudens in Roden neemt naar verwachting toe in de komende jaren. Dit is vooral een gevolg van huishoudensverdunning en het groeiende aantal oudere huishoudens. Naar verwachting ligt de daadwerkelijke ontwikkeling tussen het trendscenario en het scenario verandering van tijdperk. Dit betekent een groei tussen de 200 tot 500 huishoudens in de periode Woningvraag Prognose: kwalitatieve woningvraag Uit het woningbehoefteonderzoek Regio GroningenAssen is de prognose van de kwalitatieve woningvraag bekend voor de gemeente Noordenveld als geheel. Voor dit onderzoek is deze verder uitgewerkt naar kern. Door de gedetailleerde verhuisanalyse uit paragraaf 6.1 en de huishoudensprognose op kernniveau met elkaar te combineren, komen we tot een indicatie met welke aanvullende woningtypen we de huishoudensgroei zouden kunnen faciliteren. De indicatie is gebaseerd op de scenario s (trend, trend minimum, trend maximum en verandering van tijdperk) uit het Woningbehoefteonderzoek Regio GroningenAssen. Let wel, de verre toekomst laat zich lastig voorspellen, dus de doorkijk na 2020 is niet meer dan een eerste indicatie. De grootste verschuiving in de woningvraag de komende vijf jaar zit in een toename in de vraag naar appartementen en gelijkvloerse seniorenwoningen (huur en koop) en vrijstaande woningen. De vraag naar eengezinshuurwoningen neemt op termijn iets af. Op de lange termijn lijkt de vraag naar appartementen in de koop en huur te blijven toenemen en vervolgens te stabiliseren, mede door de vergrijzing. De vraag naar eengezinshuurwoningen neemt juist af. Tabel 6.6: Kern Roden. Vraagverschuiving naar eigendomscategorie en woningtype volgens de trendprognose (minmax), * Huur eengezinswoning. +10 tot tot 0 50 tot +10 Huur appartement. +30 tot tot tot +80 Koop rij +20 tot tot tot +40 Koop 21 kap +10 tot tot +30 Koop vrijstaand +40 tot tot tot +100 Koop appartement tot Totaal +130 tot tot tot +330 Bron: CBS microdata 2015, bewerking Companen. *Let op: door afronding op tientallen kunnen de cijfers enigszins afwijken van de cijfers in tabel 6.4. Tabel 6.7: Kern Roden. Vraagverschuiving naar eigendomscategorie en woningtype volgens scenario verandering van tijdperk, * Huur eengezinswoning Huur appartement Koop rij Koop 21 kap Koop vrijstaand Koop appartement Totaal Bron: CBS microdata 2015, bewerking Companen. *Let op: door afronding op tientallen kunnen de cijfers enigszins afwijken van de cijfers in tabel /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 52

65 Naar verwachting ligt de daadwerkelijke ontwikkeling tussen het trendscenario en het scenario verandering van tijdperk. Dit betekent een toename in de woningbehoefte tot Enkel koersen op maximale aantallen (in dit geval verandering van tijdperk) is niet realistisch. Prognose: ontwikkeling inkomensgroepen en woningvraag De inkomensverdeling (zowel nu als in de toekomst) is van belang om zicht te krijgen op de behoefte aan sociale huurwoningen. De toekomstige omvang van de verschillende inkomensgroepen is sterk afhankelijk van de verwachte koopkrachtontwikkeling. We werken hiervoor twee scenario s uit: Nulscenario (er vindt de komende jaren geen koopkrachtontwikkeling plaats). Dit scenario geeft een bovengrens aan voor de behoefte aan sociale huurwoningen. Groeiscenario met een jaarlijkse groei van de koopkracht met 1,2%. Tabel 6.8: Kern Roden. Ontwikkeling inkomensgroepen huursector , bij verschillende economische scenario s (nulscenario en groeiscenario 1,2% welvaartsontwikkeling) Ontwikkeling Nul Groei Nul Groei Abs. % scenario scenario scenario scenario Primaire doelgroep < % Waarvan in huur (corporatie) % Waarvan in part. (overig) % Waarvan in koop % Secundaire doelgr % Waarvan in huur (corporatie) % Waarvan in part. (overig) 80 9% Waarvan in koop % Huishoudens > % Waarvan in huur (corporatie) 220 8% Waarvan in part. (overig) 230 8% Waarvan in koop % Totaal % Waarvan in huur (corporatie) % Waarvan in part. (overig) % Waarvan in koop % Bron: CBS Regionaal Inkomensonderzoek 2011, bevolkingsprognose provincies Drenthe en Groningen, bewerking Companen. De huidige primaire doelgroep (inkomens < ) bestaat in de kern Roden uit ongeveer huishoudens. Zal de koopkracht een gelijkwaardige ontwikkeling als in de afgelopen jaren doormaken (stagnatie) dan zal deze groep toenemen met 90 huishoudens. Krijgen we te maken met een groeiende koopkracht, dan zal deze groep juist afnemen met ongeveer 100 huishoudens. De groep middeninkomens ( ) bestaat op dit moment uit zo n 940 huishoudens. Deze middengroep zal in de komende vijf jaar toenemen met 20 in het nulscenario en 80 in het groeiscenario. De hogere inkomens (> ) nemen afhankelijk van de koopkrachtontwikkeling toe met 70 tot 220 huishoudens De benodigde sociale huurvoorraad in de kern Roden Wat is op grond van de ontwikkeling van de doelgroepen de gewenste omvang van de sociale huurvoorraad op termijn? De gekozen benadering gaat uit van een geprognosticeerde inkomensontwikkelingen. Door scheefheid en huishoudens uit de doelgroep die in een koopwoning wonen, is deze ontwikkeling niet 1op1 door te vertalen naar de streefvoorraad sociale huur /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 53

66 Inzetten op het terugdringen van de goedkope scheefheid kan ertoe leiden dat minder sociale huurwoningen benodigd zijn om de primaire doelgroep te huisvesten. In de tabel is uitgewerkt welk effect het terugdringen van de goedkope scheefheid heeft op de benodigde omvang van de sociale huurvoorraad in Tabel 6.9: Huidig aantal Kern Roden. Gewenste omvang van de sociale voorraad bij het terugdringen van de goedkope scheefheid, bij verschillende economische scenario s (nulscenario en groeiscenario 1,2% welvaartsontwikkeling), *. Autonome ontwikkeling Omvang < in Omvang > in corporatiewoning woningen van % Goedkope corporatie (% goedkope woningcorporatie(s) scheefheid woning scheefheid) % (huidig) 370 (21%) 15% (15%) 10% (10%) 5% (5%) 0% (0%) Bron: CBS Regionaal Inkomensonderzoek 2011, bewerking Companen. *Let op: afgeronde aantallen, waarbij het gaat om het totale corporatiebezit in de kern doelgroep in aantal huishoudens tot tot tot tot tot +40 Gewenste omvang sociale voorraad tot tot tot tot tot Bij een goedkoop scheefheidspercentage van 21%, zijn in 2020 in de kern Roden tot sociale huurwoningen nodig; afhankelijk van de welvaartsontwikkeling. De analyse in de bovenstaande tabel is gebaseerd op oudere data, maar geeft wel een goed beeld van de gewenste omvang bij verschillende economische scenario s. Volgens opgave van Woonborg en Actium bedraagt het meest actuele scheefheidspercentage in Roden ongeveer 15%. Bij deze mate van goedkope scheefheid bedraagt de benodigde sociale huurvoorraad in 2020 nog tot woningen. De huidige kernvoorraad in Roden lijkt hiermee toereikend en kan naar verwachting enigszins afnemen tot Hierbij is geen rekening gehouden met de taakstellingen rond statushouders. Instroom statushouders Na het opstellen van de prognoses en het bepalen van de gewenste omvang van de sociale voorraad heeft de gemeente Noordenveld te maken gekregen met de recente sterke instroom van het aantal statushouders. Een ontwikkeling die zich landelijk voordoet. Het grootste deel van de statushouders wordt gehuisvest in de sociale voorraad. Dit betekent dat de gewenste omvang van de sociale voorraad in de toekomst hoger kan zijn dan bovenstaand is beschreven. In samenspraak met de corporaties en andere maatschappelijke partners dient hierover afstemming te worden gezocht. Hiervoor kan de taakstelling worden vertaald naar woningen. Dit aantal kan worden opgeteld bij de gewenste omvang van de sociale voorraad. Het is nog onduidelijk wat dit betekent op het niveau van de kernen. Betaalbaarheid De onderstaande figuur laat de betaalbaarheid zien van de huuren koopsector voor de verschillende doelgroepen en inkomensgroepen. De linkeras laat per doelgroep de maximaal te betalen huurprijs zien. Hierbij is uitgegaan van de richtlijnen van het NIBUD, waarbij rekening is gehouden met huurtoeslag. Wat opvalt is dat bij een gelijk verzamelinkomen 65plussers meer ruimte hebben voor huurbetaling, dat komt vooral doordat zij te maken hebben met een lager belastingtarief en bestedingsnorm (NIBUD) waardoor zij netto meer te besteden hebben. Voor gezinnen met kinderen is er minder ruimte voor huur, dat komt omdat zij te maken hebben met hogere noodzakelijk uitgaven dan bijvoorbeeld alleenstaanden /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 54

67 De rechteras geeft het maximale aankoopbedrag van een woning weer voor een en tweeverdieners. Bij de tweeverdieners is er vanuit gegaan dat beide partners evenveel verdienen. De figuur laar zien dat tweeverdieners door de strenge hypotheekregels minder hypotheek kunnen krijgen dan een eenverdiener met hetzelfde inkomen. Nemen wij als voorbeeld een huishouden met een inkomen van dan zien we dat een eenverdiener een woning zou kunnen kopen van , en tweeverdieners van Hiermee is de koop dus geen alternatief voor deze laatste groep. Zij kunnen volgens de NIBUD normen een maximale huurprijs van rond de 500 betalen, voor gezinnen met kinderen ligt dat rond 400. Figuur 6.11: Overzicht betaalbare huurprijs en maximaal aankoopbedrag woning per doel en inkomensgroep* Maximaal te betalen huurprijs Maximaal aankoopbedrag koopwoning Verzamelinkomen Eenverdiener Tweeverdiener 1 phh <23 1phh phh >65 2phh <23 2phh phh >65 gezin 2 k Bron: Nibud, Hypotheker.nl (geraadpleegd: oktober 2015) * Ter verduidelijking: de lijnen bieden een weergave van de maximaal te betalen huurprijs voor verschillende huishoudenstypen. De vlakken bieden een indicatie van het maximale aankoopbedrag van een koopwoning voor verschillende huishoudenstypen. 6.4 Huidige woningvoorraad In deze paragraaf wordt de huidige woningvoorraad en de ontwikkeling in de afgelopen jaren geïnventariseerd. In de kern Roden staan ongeveer woningen. Woningwaarde De gemiddelde woningwaarde in Roden is het laagst van de drie beschreven kernen. In de periode 2006 tot 2009 nam de woningwaarde nog toe tot Met de crisis zette een licht dalende trend in tot /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 55

68 Figuur 6.12: Ontwikkeling gemiddelde woningwaarde kern Roden Gemiddelde woningwaarde * Roden 150 Norg 100 Peize Bron: CBS (2015). Ontwikkeling woningvoorraad naar eigendom Iets meer dan 60% van de woningvoorraad in Roden bestaat uit koopwoningen. Van de huurwoningen is ongeveer driekwart in bezit van corporaties. Figuur 6.13: Woningvoorraad naar eigendom Kern Roden 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Eigendom onbekend Huur Overige verhuurder Huur Corporatie Koop Bron: CBS (2015). Woningvoorraad naar type (2013) De woningvoorraad in de kern Roden bestaat voor 85% uit eengezinswoningen, 15% van de voorraad zijn appartementen /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 56

69 Figuur 6.14: Woningvoorraad naar type (2013) kern Roden 15% Eengezins Meergezins 85% Bron: CBS (2015). In de onderstaande figuur wordt op basis van de WOZ registratie een verdere specificatie van de koopsector gegeven. Het aandeel vrijstaande woningen in Roden is minder groot dan in de andere kernen. Ongeveer 30% van de koopwoningen in de kern Roden bestaat uit vrijstaande woningen. Deze vallen hoofdzakelijk in de prijscategorie tot Het grootste gedeelte van de koopvoorraad bestaat uit tweekappers, iets meer dan de helft daarvan heeft een waarde tussen en Een kwart van de koopvoorraad bestaat uit rijwoningen zitten zowel in de categorie als Het aandeel appartementen in de koopsector is met 5% groter dan in de andere kernen in Noordenveld. Figuur 6.15: Koopvoorraad naar type en WOZ waard. Kern Roden Vrijstaand 21 kap Rij/hoekwoning Appartement 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% < > Bron: WOZ bestand gemeente Noordenveld. Beschikbaarheid: te koop staande woningen per kern In totaal staan er, medio 2015, in de kern Roden 130 woningen te koop, dit is ongeveer 3% van de koopvoorraad. Ongeveer 12% van de te koop staande voorraad zijn appartementen, het merendeel in de prijsklasse tussen en Bij de grondgebonden woningen is het aanbod het grootst in de prijsklasse en Tabel 6.10: Kern Roden. Te koop staande woningen naar verkoopprijs en woningtype. tot > Grondgebonden woning Appartement Totaal Bron: Jaap.nl, peildatum 30 juli /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 57

70 Beschikbaarheid: huurwoningen Volgens opgave van Actium ligt de mutatiegraad voor de huurwoningen rond de 10% in 2014 en 16% in Dit betekent dat er jaarlijks tussen de 5 en 15 woningen beschikbaar komen. De mutatiegraad voor woningen van Woonborg over de periode 2013 en 2014 ligt op respectievelijk 6% en 7% voor de woningen in Roden. Dit betekent dat er jaarlijks tussen de 100 en 120 woningen beschik baar komen. In paragraaf 6.5 wordt nader ingegaan op het bezit van beide corporaties. 6.5 Analyse corporatiebezit In de kern Roden zijn twee corporaties actief, Woonborg en Actium. In deze paragraaf wordt de woningvoorraad doorgelicht op een aantal punten zoals type woning, huurprijsniveau, scheefwoners en kwaliteiten. Naar woningtype en huurprijs Bijna 85% van de huurwoningen in bezit van Woonborg in Roden heeft een huurprijs onder 576. Van de totale woningvoorraad is twee derde grondgebonden en bijna een derde gestapeld. Actium heeft minder bezit in Peize, de 70 grondgebonden woningen vallen voor een groot deel in de prijsklasse Een enkele woning zit boven de liberalisatiegrens ( 710). Tabel 6.11: Kern Roden*. Woningbezit Woonborg (exclusief woningen bestemd voor sloop of verkoop) naar woningtype en huurprijsklasse. < > 710 Totaal gestapeld, begane grond gestapeld, met lift gestapeld, zonder lift grondgebonden, gelijkvloers grondgebonden, niet gelijkvloers Totaal Bron: Woonborg 2015, bewerking Companen. *Voor analyse van de kern Roden is het bezit van Woonborg in Roden en NieuwRoden bij elkaar opgeteld. Tabel 6.12: Kern Roden. Woningbezit Actium naar woningtype en huurprijsklasse. < > 710 Totaal grondgebonden, niet gelijkvloers Totaal Bron: Actium 2015, bewerking Companen. Naar doelgroep en huurprijs Slechts een klein deel van de corporatievoorraad in Roden is volgens opgave van de corporaties primair geschikt voor starters. Dit betekent overigens niet dat er een tekort is aan woningen, die geschikt zijn voor starters. Starters die in Roden willen blijven wonen kunnen zich ook vestigen in een betaalbare eengezinswoning Twee derde van de voorraad is primair geschikt voor meerpersoonshuishoudens, een derde voor senioren /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 58

71 Tabel 6.13: Kern Roden*. Woningbezit Woonborg (exclusief woningen bestemd voor sloop of verkoop) naar doelgroep** en huurprijsklasse. < > 710 Totaal Geschikt voor meerpersoonshuishoudens Geschikt voor senioren Geschikt voor starters Totaal Bron: Woonborg 2015, bewerking Companen. Voor analyse van de kern Roden is het bezit van Woonborg in Roden en NieuwRoden bij elkaar opgeteld. ** Primair geschikt voor senioren: gestapeld met lift, gestapeld begane grond en grondgebonden gelijkvloers; primair geschikt voor starters: gestapeld zonder lift; primair geschikt voor meerpersoonshuishoudens: grondgebonden niet gelijkvloers. Tabel 6.14: Kern Roden. Woningbezit Actium naar doelgroep en huurprijsklasse. < > 710 Totaal Geschikt voor meerpersoonshuishoudens Totaal Bron: Actium 2015, bewerking Companen. Percentage scheefwoners Volgens recente opgave van zowel Woonborg als Actium ligt de goedkope scheefheid in Roden momenteel rond de 15%. Dit houdt in dat 15% van de sociale huurwoningen in bezit van Woonborg en Actium bewoond wordt door huishoudens met een inkomen boven de inkomensgrens voor de sociale huursector ( , prijspeil 2015). Naar kwaliteit Om inzicht te geven in de kwaliteit van de woningvoorraad gebruiken wij de kwalificaties van Woonborg en Actium. Woonborg koppelt de kwaliteit van de woning aan het energielabel van de betreffende woning. Hiermee heeft 21% van haar voorraad een basiskwaliteit, 20% een kwaliteit die benedengemiddeld is, en het merendeel (58%) heeft een kwaliteit die bovengemiddeld of zeer bovengemiddeld is. Actium koppelt de kwaliteit van de voorraad aan een rapportcijfer voor de bouwtechnische staat. Hieruit blijkt dat de kwaliteit van al haar bezit in Roden (zeer) bovengemiddeld is. Tabel 6.15: Kern Roden. Woningbezit Corporaties naar kwaliteit. Woonborg energielabel Zeer benedengemiddeld G Benedengemiddeld F,E Basiskwaliteit D Bovengemiddeld C,B Zeer bovengemiddeld A Woonborg 1% 20% 22% 47% 10% Actium Rapportcijfer Actium Totaal 100% 100% Bron: Woonborg 2015, Actium 2015, bewerking Companen. 0% 0% 0% 72% 28% Naar energielabel De onderstaande tabel laat het corporatiebezit naar energielabel zien. Bij de woningvoorraad van Woonborg in Roden heeft nog 21% een energielabel E of lager. Ongeveer 57% heeft een energielabel C of hoger. De woningen van Actium in Roden hebben allemaal energielabel C of hoger /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 59

72 Tabel 6.16: Kern Roden. Woningbezit Corporaties naar energielabel. Energielabel Woonborg Actium A 10% 83% B 18% 6% C 29% 11% D 22% 0% E 13% 0% F 6% 0% G 2% 0% Totaal 100% 100% Bron: Woonborg 2015, Actium 2015, bewerking Companen. Naar levensloopbestendigheid Woonborg en Actium beschikken niet over een eenduidig systeem voor het bepalen van de levensloopbestendigheid van woningen. Het in kaart brengen van de levensloopbestendigheid is daarom niet mogelijk voor de kernen in Noordenveld. 6.6 Conclusies kern Roden In het onderzoek is NieuwRoden meegenomen als onderdeel van de kern Roden. Demografisch Het aantal inwoners in Roden zal de komende 5 jaar afnemen, ook op langere termijn (2030) zet dit zich verder door. Afhankelijk van het scenario zal het inwonertal tot 2030 afnemen met ongeveer (ongeveer het midden tussen het trendscenario en scenario verandering van tijdperk). Het aantal huishoudens in Roden zal de komende decennia toenemen. Afhankelijk van het scenario neemt het aantal huishoudens tot 2030 toe met 250 tot 350. Het aandeel en aantal huishoudens van 75 jaar en ouder neemt naar de toekomst toe flink toe (+500 tot +650). Onderstaande tabellen geven de ontwikkeling volgens de trendprognose weer. De hierboven beschreven bandbreedtes zijn bepaald op basis van de trendprognose en de prognose verandering van tijdperk. Tabel 6.17: Kern Roden. Bevolkingsontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe Tabel 6.18: Huishoudens 1529 Huishoudens 3054 Huishoudens 5574 Huishoudens 75+ Kern Roden. Huishoudensontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 60

73 Woningvraag Op de lange termijn stabiliseert de vraag naar appartementen / gelijkvloerse seniorenwoningen in huuren koopsegment. De vraag naar eengezinswoningen neemt af. Doelgroepen uitgelicht Starters: De starters op de woningmarkt trekken vanuit Roden vooral naar Groningen. Een deel van de starters zal zich direct in Roden willen vestigen. De vertrekkende starters komen wellicht in de toekomst als jong huishouden terug. De groep jonge huishoudens blijft komende 5 jaar in Roden stabiel (0 tot +10 huishoudens). Hun vraag richt zich in Roden op de goedkope koopsector (maar wel dorpswonen) of de sociale huur. Daarna neemt het aantal jonge huishoudens licht af. Doorstromers: De doorstromers (deels ook vestigers vanuit de regio) richten zich op de koopsector, deel 2^1 kap en deels vrijstaand. Deze groep oefent nauwelijks druk uit op de woningmarkt omdat het in omvang in Roden afneemt. Senioren: Senioren zijn vooral honkvast. Slecht een klein deel maakt vrijwillig een verhuisbeweging. De vergrijzing (van huishoudens in 2015 naar ca in 2030) is groot in omvang. Deze groep zal een zeer grote impact hebben op de woningmarkt. De (vervangende) nieuwbouw en aanpassingen van de bestaande voorraad kunnen hiervoor een oplossing bieden. Kwaliteit van de sociale voorraad Het merendeel van de sociale voorraad heeft volgens opgave van de corporaties een kwaliteit die bovengemiddeld is. Echter er is ook een redelijk deel van de voorraad met een benedengemiddelde kwaliteit. Omvang van de sociale voorraad De kernvoorraad in Roden in de huidige situatie lijkt meer dan toereikend en in geval van het afnemen van de scheefheid zou deze zelfs nog kleiner kunnen worden. Betaalbaarheid Het grootste gedeelte van de huurwoningen heeft een huurprijs onder 576. Daarmee lijkt de betaalbaarheid van de huurvoorraad goed. In de koopsector staan vooral woningen tussen en te koop, maar ook tot is er aanbod. De vraag is wel wat de kwaliteit van die woningen is en of die aansluiten bij de vraag van de doelgroep (starters) /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 61

74 7 Uitwerking overige kernen Dit hoofdstuk besteedt aandacht aan de ontwikkelingen in de overige kernen. Het is minder uitgebreid dan de voorgaande hoofdstukken, omdat we niet op alle onderwerpen al te specifiek in kunnen gaan. Onderwerpen die aan bod komen zijn de demografische ontwikkeling (zowel beperkte terugblik als prognose), de woningvraag, de huidige woningvoorraad en het corporatiebezit in de overige kernen. 7.1 Demografische ontwikkeling: Terugblik De onderstaande figuren geven de ontwikkeling en samenstelling van bevolking en huishoudens in de periode voor de overige kernen. De figuur laat zien dat de optelling van het aantal inwoners in de overige kernen in de periode 2006 tot 2010 is afgenomen. De laatste jaren neemt het inwonertal weer enigszins toe. Ontwikkeling bevolking Figuur 7.1: Bevolkingsontwikkeling overige kernen Bevolkingsontwikkeling overige kernen Overige kernen Bron: CBS (2015). Net als in de drie kernen is het aandeel ouderen in de overige kernen toegenomen. Het aandeel 65 plussers is gestegen van circa 12% in 2006 tot bijna 20% in Figuur 7.2: Bevolkingsontwikkeling naar leeftijd Overige kernen Bevolking naar leeftijd Overige kernen 100% 80% 65 jaar en ouder 60% 40% 20% 0% tot 65 jaar 25 tot 45 jaar 15 tot 25 jaar 0 tot 15 jaar Bron: CBS (2015) /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 62

75 Ontwikkeling aantal huishoudens Het aantal huishoudens in de overige kernen is de afgelopen jaren redelijk stabiel gebleven. In 2007 bedroeg het aantal huishoudens. Dit aantal is na een groei tot 2008 afgenomen naar huishoudens in In 2014 bedroeg het aantal huishoudens circa Figuur 7.3: Huishoudensontwikkeling Overige kernen Overige kernen Overige kernen Bron: CBS (2015). De huishoudensgroei van de laatste jaren is deels een gevolg van de huishoudensverdunning, een trend die zich landelijk voordoet. Er zijn verhoudingsgewijs steeds meer kleine huishoudens (één en tweepersoons). Figuur 7.4: Huishoudensontwikkeling naar type huishouden Overige kernen Huishoudens naar type Overige kernen 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Bron: CBS (2015) Meerpersoons met kinderen Meerpersoons zonder kinderen Eenpersoonshuishouden Vestiging en vertrek naar gemeente van vestiging en gemeente van herkomst Op basis van CBSmicrodata zijn in de vorige hoofdstukken vestiging en vertrek in de periode in beeld gebracht. Omdat de microdata zeer beperkte verhuisstromen niet weergeeft is het niet zinvol om vestiging en vertrek van en naar de overige kernen uit te werken /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 63

76 7.2 Demografische ontwikkeling: Prognose Op basis van een aantal indicatoren, waaronder de ontwikkeling van de bevolking, de huidige bevolkingssamenstelling en de ontwikkeling van de woningvoorraad in de afgelopen acht jaar, is de demografische ontwikkeling van de gemeente Noordenveld, zoals die ook in het regionale woningbehoefteonderzoek GroningenAssen is opgenomen, vertaald naar de drie kernen Peize, Roden, Norg en de overige kernen. Onderstaand is de bevolkings en huishoudensontwikkeling weergegeven voor de overige kernen, afgerond op tientallen. Achtereenvolgens worden de trendprognose, met bandbreedtes minimum en maximum, en het scenario verandering van tijdperk weergegeven. Tabel 7.1: Overige kernen. Bevolkingsontwikkeling volgens de trendprognose (minmax), naar leeftijd, tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot 790 Totaal tot tot tot Bron: Provincie Drenthe Tabel 7.2: Overige kernen. Bevolkingsontwikkeling volgens scenario verandering van tijdperk, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe Het totaal aantal inwoners van de overige kernen loopt de komende jaren terug, onafhankelijk van welk scenario zich voordoet. Het meest waarschijnlijk is dat de daadwerkelijke ontwikkeling ligt tussen het trendscenario en het scenario verandering van tijdperk. Dit komt neer op een afname tussen de 500 en inwoners in de periode tot De sterkste afname is te zien bij de inwoners in de leeftijd van 30 tot 54 jaar. Het aantal inwoners in de leeftijd van 55 jaar en ouder neemt toe tot Ook de huishoudensprognose is op deze wijze uitgesplitst. Voor de overige kernen levert dat het volgende beeld, afgerond op tientallen. Tabel 7.3: Overige kernen. Huishoudensontwikkeling volgens de trendprognose (minmax), naar leeftijd, Huishoudens tot tot tot 190 Huishoudens tot tot tot Huishoudens tot tot tot Huishoudens tot tot tot 540 Totaal tot tot tot Bron: Provincie Drenthe /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 64

77 Tabel 7.4: Overige kernen. Huishoudensontwikkeling volgens scenario verandering van tijdperk, naar leeftijd, Huishoudens 1529 Huishoudens 3054 Huishoudens 5574 Huishoudens Totaal Bron: Provincie Drenthe Het aantal huishoudens neemt in beide scenario s toe in de komende vijf jaren. Dit is onder andere een gevolg van de huishoudensverdunning. Net als bij de bevolking is er een toename in het aantal 55plus huishoudens, terwijl het aantal huishoudens in de leeftijd van 30 tot 54 jaar afneemt. De vergrijzing zet door. Het meest waarschijnlijk is dat de daadwerkelijke ontwikkeling tussen het trendscenario en het scenario verandering van tijdperk ligt. 7.3 Woningvraag Prognose: kwalitatieve woningvraag Uit het woningbehoefteonderzoek Regio GroningenAssen is de prognose van de kwalitatieve woningvraag bekend voor de gemeente Noordenveld als geheel. Voor dit onderzoek is deze verder uitgewerkt naar de drie kernen Peize, Norg en Roden. Dit hoofdstuk biedt slechts een indicatie van de kwalitatieve woningvraag in de overige kernen. Het verminderd de kwalitatieve woningvraag van de gemeente Noordenveld met de kwalitatieve woningvraag in de drie kernen. De aantallen in dit hoofdstuk vragen daarom een uiterst zorgvuldige interpretatie. Het doet geen uitspraak over de kernen waar de vraag zich voordoet. Dit gaat ook slechts om geringe aantallen per kern. De aantallen zijn gebaseerd op de scenario s (trend, trend minimum, trend maximum en verandering van tijdperk) uit het Woningbehoefteonderzoek Regio GroningenAssen. Let wel, de toekomst laat zich lastig voorspellen, dus de doorkijk na 2020 is niet meer dan een eerste indicatie. Tabel 7.5: Overige kernen. Vraagverschuiving naar eigendomscategorie en woningtype volgens de trendprognose (minmax), Huur eengezinswoning. 0 tot tot 0 80 tot 50 Huur appartement. +20 tot tot tot +30 Koop rij 0 tot tot 0 30 tot 20 Koop 21 kap 0 10 tot 0 40 tot 30 Koop vrijstaand 10 tot tot 20 Koop appartement. +10 tot tot +30 Bron: CBS microdata 2015, bewerking Companen. Tabel 7.6: Overige kernen. Vraagverschuiving naar eigendomscategorie en woningtype volgens scenario verandering van tijdperk, Huur eengezinswoning Huur appartement Koop rij Koop 21 kap Koop vrijstaand Koop appartement Totaal Bron: CBS microdata 2015, bewerking Companen /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 65

78 Het meest waarschijnlijk is dat de daadwerkelijke vraagontwikkeling ligt tussen het trendscenario en het scenario verandering van tijdperk. Dit betekent de komende vijf jaar nog vraag naar extra woningen. Hierbij dient nogmaals benadrukt te worden dat het om zeer beperkte aantallen gaat. Ter illustratie: een toename van +120 woningen in het scenario verandering van tijdperk betekent toevoeging van 24 woningen per jaar verdeeld over alle overige kernen. Na 2025 loopt de vraag sterk terug. Het is dan ook raadzaam om zorgvuldig om te gaan met toevoegingen in de overige kernen. Prognose: ontwikkeling inkomensgroepen en woningvraag De inkomensverdeling (zowel nu als in de toekomst) is van belang om zicht te krijgen op de behoefte aan sociale huurwoningen. De toekomstige omvang van de verschillende inkomensgroepen is sterk afhankelijk van de verwachte koopkrachtontwikkeling. We werken hiervoor twee scenario s uit: Nulscenario (er vindt de komende jaren geen koopkrachtontwikkeling plaats). Dit scenario geeft een bovengrens aan voor de behoefte aan sociale huurwoningen. Groeiscenario met een jaarlijkse groei van de koopkracht met 1,2%. Tabel 7.7: Overige kernen. Ontwikkeling inkomensgroepen huursector , bij verschillende economische scenario s (nulscenario en groeiscenario 1,2% welvaartsontwikkeling) Ontwikkeling Abs. % Nulscenario Groeiscenario Nulscenario Groeiscenario Tot % % of meer % Totaal % Bron: CBS Regionaal Inkomensonderzoek 2011, bevolkingsprognose provincies Drenthe en Groningen, bewerking Companen. De huidige primaire doelgroep (inkomens < ) bestaat in de overige kernen uit ongeveer huishoudens. Zal de koopkracht een gelijkwaardige ontwikkeling als in de afgelopen jaren doormaken (stagnatie) dan zal deze groep toenemen met 30 huishoudens. Krijgen we te maken met een groeiende koopkracht, dan zal deze groep afnemen met ongeveer 30 huishoudens. De groep middeninkomens ( ) bestaat op dit moment uit zo n 510 huishoudens. Deze middengroep zal in de komende vijf jaar toenemen met 30 in zowel het nulscenario als het groeiscenario. Omdat het om geringe aantallen en de getallen zijn afgerond zit er voor deze groep geen verschil tussen de economische scenario s. De hogere inkomens (> ) nemen afhankelijk van de koopkrachtontwikkeling toe met 50 tot 100 huishoudens. Benadrukt moet worden dat de tabel slechts een indicatie geeft van de ontwikkeling als totaal in de overige kernen. Het doet geen uitspraken over specifieke kernen. Betaalbaarheid De onderstaande figuur laat de betaalbaarheid zien van de huuren koopsector voor de verschillende doelgroepen en inkomensgroepen. De linkeras laat per doelgroep de maximaal te betalen huurprijs zien. Hierbij is uitgegaan van de richtlijnen van het NIBUD, waarbij rekening is gehouden met huurtoeslag. Wat opvalt is dat bij een gelijk verzamelinkomen 65plussers meer ruimte hebben voor huurbetaling, dat komt vooral doordat zij te maken hebben met een lager belastingtarief en bestedingsnorm (NIBUD) waardoor zij netto meer te besteden hebben. Voor gezinnen met kinderen is er minder ruimte voor huur, dat komt omdat zij te maken hebben met hogere noodzakelijk uitgaven dan bijvoorbeeld alleenstaanden. De rechteras geeft het maximale aankoopbedrag van een woning weer voor een en tweeverdieners. Bij de tweeverdieners is er vanuit gegaan dat beide partners evenveel verdienen. De figuur laar zien dat /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 66

79 tweeverdieners door de strenge hypotheekregels minder hypotheek kunnen krijgen dan een eenverdiener met hetzelfde inkomen. Nemen wij als voorbeeld een huishouden met een inkomen van dan zien we dat een eenverdiener een woning zou kunnen kopen van , en tweeverdieners van Hiermee is de koop dus geen alternatief voor deze laatste groep. Zij kunnen volgens de NIBUD normen een maximale huurprijs van rond de 500 betalen, voor gezinnen met kinderen ligt dat rond 400. Figuur 7.5: Overzicht betaalbare huurprijs en maximaal aankoopbedrag woning per doel en inkomensgroep* Maximaal te betalen huurprijs Maximaal aankoopbedrag koopwoning Verzamelinkomen Eenverdiener Tweeverdiener 1 phh <23 1phh phh >65 2phh <23 2phh phh >65 gezin 2 k Bron: Nibud, Hypotheker.nl (geraadpleegd: oktober 2015) * Ter verduidelijking: de lijnen bieden een weergave van de maximaal te betalen huurprijs voor verschillende huishoudenstypen. De vlakken bieden een indicatie van het maximale aankoopbedrag van een koopwoning voor verschillende huishoudenstypen. 7.4 Huidige woningvoorraad In deze paragraaf wordt de huidige woningvoorraad en de ontwikkeling in de afgelopen jaren geïnventariseerd. In de overige kernen staan opgeteld bijna woningen. Ontwikkeling woningvoorraad De ontwikkeling van de woningvoorraad kende in de jaren van 2008 tot en met 2012 een redelijk stabiel verloop, namelijk een voorraad van rond de woningen /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 67

80 Figuur 7.6: Overige kernen. Ontwikkeling woningvoorraad in de periode Overige kernen Bron: CBS (2015). Het aandeel corporatiewoningen in de overige kernen is beperkt. De meeste woningen zijn in bezit van particuliere woningeigenaren. Figuur 7.7: Woningvoorraad naar eigendom Overige kernen Woningvoorraad naar eigendom Overige kernen 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Bron: CBS (2015) Eigendom onbekend Huur Overige verhuurder Huur Corporatie Koop Beschikbaarheid De beschikbaarheid van huur en koopwoningen in de overige kernen is niet uitgewerkt. Ten eerste, omdat het om slechts geringe aantallen gaat. Ten tweede, omdat het niet tot op kernniveau kan worden uitgewerkt. Het is daarom niet zinvol om dit voor de overige kernen uitgebreid te beschrijven. 7.5 Analyse corporatiebezit Voor de analyse van het corporatiebezit in de overige kernen hebben we gebruikt gemaakt van de aangeleverde data van Woonborg en Actium. Woonborg heeft bezit in de kernen Nietap, Roderesch en Roderwolde. Actium heeft bezit in Een, Huis ter Heide, Roderesch, Veenhuizen en Westervelde. Per corporatie is het bezit in de overige kernen bij elkaar opgeteld /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 68

81 Naar woningtype en huurprijs Het bezit van de corporaties in de overige kernen is beperkt, namelijk 73 woningen van Woonborg en 87 woningen van Actium. Het betreft enkel grondgebonden woningen, waarvan het gros een huurprijs heeft onder de 576. Tabel 7.8: Overige kernen. Woningbezit Woonborg (exclusief woningen bestemd voor sloop of verkoop) naar woningtype en huurprijsklasse. < > 710 Totaal grondgebonden, gelijkvloers grondgebonden, niet gelijkvloers Totaal Bron: Woonborg 2015, bewerking Companen. Tabel 7.9: Overige kernen. Woningbezit Actium naar woningtype en huurprijsklasse. < > 710 Totaal grondgebonden, gelijkvloers grondgebonden, niet gelijkvloers Totaal Bron: Actium 2015, bewerking Companen. Naar doelgroep en huurprijs Uitgesplitst naar doelgroepen valt het op dat de corporaties in de overige kernen nagenoeg geen huurwoningen primair voor starters in bezit hebben. Dit betekent overigens niet dat starters hier niet kunnen slagen. Zij kunnen evengoed een (goedkope) woning betrekken die primair geschikt is voor meerpersoonshuishoudens. Tabel 7.10: Overige kernen. Woningbezit Woonborg naar doelgroep en huurprijsklasse. < > 710 Totaal Geschikt voor meerpersoonshuishoudens Geschikt voor senioren Totaal Bron: Woonborg 2015, bewerking Companen. Tabel 7.11: Overige kernen. Woningbezit Actium naar doelgroep en huurprijsklasse. < > 710 Totaal Geschikt voor meerpersoonshuishoudens Geschikt voor senioren Geschikt voor starters 2 2 Totaal Bron: Actium 2015, bewerking Companen. Percentage scheefwoners Volgens recente opgave van zowel Woonborg als Actium ligt de goedkope scheefheid in de overige kernen momenteel rond de 15%. Dit houdt in dat 15% van de sociale huurwoningen in bezit van Woonborg en Actium bewoond wordt door huishoudens met een inkomen boven de inkomensgrens voor de sociale huursector ( , prijspeil 2015). Naar kwaliteit Om inzicht te geven in de kwaliteit van de woningvoorraad gebruiken wij de kwalificaties van Woonborg en Actium. Woonborg koppelt de kwaliteit aan het energielabel van de woning. Uitgesplitst naar kwaliteitsniveau beschikt 37% van de woningen van Woonborg over een basiskwaliteit. Het aandeel woningen met een benedengemiddelde kwaliteit bedraagt 9%. Meer dan de helft van de woningen heeft een bovengemiddelde kwaliteit /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 69

82 Actium koppelt de kwaliteit van de voorraad aan een cijfer voor de bouwtechnische kwaliteit. Hieruit blijkt dat alle woningen in de overige kernen beschikken over een bovengemiddelde kwaliteit. Dit houdt in dat de technische kwaliteit van het corporatiebezit in de overige kernen overwegend goed is. Tabel 7.12: Overige kernen. Woningbezit Corporaties naar kwaliteit. Woonborg energielabel Zeer benedengemiddeld G Benedengemiddeld F,E Basiskwaliteit D Bovengemiddeld C,B Zeer bovengemiddeld A Woonborg 0% 9% 37% 54% 0% Actium Rapportcijfer Actium Totaal 100% 100% Bron: Woonborg 2015, Actium 2015, bewerking Companen. 0% 0% 0% 100% 0% Naar energielabel De onderstaande tabel laat het corporatiebezit naar energielabel zien. In het geval van Woonborg komen de cijfers overeen met de kwaliteit van de woningen. Meer dan de helft van de woningen van Woonborg heeft een energielabel C of beter. Voor Actium ligt dit aandeel zelfs op 88%. Let wel, het gaat hier om beperkte woningaantallen. Tabel 7.13: Overige kernen. Woningbezit Corporaties naar energielabel. Energielabel Woonborg Actium A 0% 23% B 8% 25% C 46% 40% D 37% 7% E 1% 5% F 8% 0% G 0% 0% Totaal 100% 100% Bron: Woonborg 2015, Actium 2015, bewerking Companen. Naar levensloopbestendigheid Woonborg en Actium beschikken niet over een eenduidig systeem voor het bepalen van de levensloopbestendigheid van woningen. Het in kaart brengen van de levensloopbestendigheid is daarom niet mogelijk voor de kernen in Noordenveld. 7.6 Conclusies overige kernen Demografisch Naast bovengenoemde kernen Peize, Roden en Norg zijn in de gemeente Noordenveld nog vele andere kernen. De ontwikkeling van deze kernen is samengevoegd in één tabel. De bevolkingskrimp in de overige kernen zet zich voort. Tot 2030 daalt het aantal inwoners van tot ongeveer Het aantal huishoudens fluctueert. Eerst nog een lichte stijging (50100), daarna een daling. Onderstaande tabellen geven de ontwikkeling volgens de trendprognose weer. De hierboven beschreven bandbreedtes zijn bepaald op basis van de trendprognose en de prognose verandering van tijdperk /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 70

83 Tabel 7.14: Overige kernen. Bevolkingsontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe Tabel 7.15: Huishoudens 1529 Huishoudens 3054 Huishoudens 5574 Huishoudens 75+ Overige kernen. Huishoudensontwikkeling volgens de trendprognose, naar leeftijd, Totaal Bron: Provincie Drenthe Doelgroepen uitgelicht Starters: De starters op de woningmarkt uit de overige kernen trekken vooral naar Groningen/Assen. Een zeer klein deel van de starters zal zich direct in de overige kernen willen vestigen. De vertrekkende starters komen wellicht in de toekomst als jong huishouden terug. De groep jonge huishoudens stijgt komende 5 jaar licht (verspreid over alle overige kernen). Hun vraag richt zich op de goedkope koopsector (maar wel dorpswonen) of de sociale huur. Daarna neemt het aantal jonge huishoudens licht af. Doorstromers: De doorstromers (deels, maar beperkt, ook vestigers vanuit de regio) richten zich op de koopsector, deels 2^1 kap en deels vrijstaand. Deze groep oefent nauwelijks druk uit op de woningmarkt omdat ze in omvang in de overige kernen sterk afneemt. Senioren: Senioren zijn vooral honkvast. Toch maakt vanuit deze kernen een deel vrijwillig een verhuisbeweging naar de grotere kernen. De vergrijzing (van huishoudens in 2015 naar ca in 2030) is in absolute aantallen over alle overige kernen beperkt. Omdat uitbreiding de overige kernen slechts nog beperkt aan de orde is zal vervangende nieuwbouw of aanpassingen van de bestaande voorraad een oplossing kunnen bieden voor de huisvesting van senioren. Kwaliteit van de sociale voorraad Het merendeel van de sociale voorraad heeft volgens opgave van de corporaties een kwaliteit die bovengemiddeld is. Slechts een zeer gering aantal woningen van Woonborg heeft een benedengemiddelde kwaliteit. Omvang van de sociale voorraad De kernvoorraad in de overige kernen komt redelijk overeen met de behoefte tot Er is hierbij echter geen uitsplitsing gemaakt naar de specifieke kernen. Betaalbaarheid Het grootste gedeelte van het corporatiebezit heeft een huurprijs onder 576. Daarmee lijkt de betaalbaarheid van de huurvoorraad goed. Over de voorraad koopwoningen kan op basis van deze analyses geen uitspraak worden gedaan /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 71

84 8 Quickscan beleidsruimte corporaties De beleidsruimte van een corporaties kan via de QuickScan op verschillende manieren worden berekend. De ICR benadering, de LoantoValue benadering en de CFVbenadering. De verschillende benaderingswijzen geven een verschillende ruimte weer. De resultaten van drie benaderingen zijn hierna weergegeven op basis van de CIPrapportage 2013 (gegevens van 2012), de CIPrapportage2014 (gegevens van 2013) van het corporatie benchmark centrum en het jaarverslag van 2014 (gegevens van 2014) van de corporatie zelf. Let op: De quickscan is bedoeld om een eerste indicatie te geven. De resultaten bieden houvast bij de gesprekken met de corporaties. De toezichthouders op de corporatiesector hanteren meerdere kengetallen en ratio s om de financiële continuïteit van corporaties te meten. De in dit rapport gebruikte voorbeelden vormen geen volledige lijst, maar bieden een indicatie. Opbrengsten uit de verkoop van bestaande woningen blijven in alle benaderingen buiten beschouwing. Deze opbrengsten vergroten de beleidsruimte. De berekening is gebaseerd op de vastgestelde jaarcijfers (terugkijken) en houdt dus geen rekening met toekomstige opgaven en beleid van de corporaties. De corporaties zijn momenteel zeer actief in het kader van de betaalbaarheid. Iedere vorm van huuraanpassing heeft direct gevolgen voor de beleidsruimte. De verschillende benaderingen zijn gebaseerd op de bedrijfswaarde. De corporaties worden verplicht om te gaan waarderen op marktwaarde. De consequenties hiervan zijn niet opgenomen in deze quickscan. 8.1 Woonborg Tabel 8.1 Quickscan beleidsruimte Woonborg Benaderingswijze \ Jaar ICRbenadering Loanto value benadering CFVbenadering Indicatie beleidsruimte Bron: Corporatie in perspectief en jaarverslag Korte toelichting: bij deze corporatie is de loantovalue voor alle jaren het meest restrictief de beleidsruimte stijgt in 2013 sterk door een dalende loantovalue. De loantovalue daalt in 2013 door een sterk stijgende bedrijfswaarde per vhe van per vhe naar per vhe. de bedrijfswaarde stijgt door inrekenen van inkomensafhankelijk huurstijging, verkopen etc. Op basis van deze quickscan kunnen we concluderen dat Woonborg op basis van de jaarcijfers van 2014 nog de mogelijkheid heeft om voor ongeveer 40 miljoen aan beleidskeuzes te maken. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot investeringen in verbetering van bestaande woningen of nieuwbouw. Een andere mogelijkheid is om de beleidsruimte aan te wenden om de huurstijging te beperken, en daarmee de betaalbaarheid te bevorderen. Woonborg heeft haar voorlopige keuzes vastgelegd in de meerjarenbegroting /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 72

85 8.2 Actium Tabel 8.2 Quickscan beleidsruimte Actium Benaderingswijze \ Jaar ICRbenadering Loanto value benadering CFVbenadering Indicatie beleidsruimte Bron: Corporatie in perspectief en jaarverslag Korte toelichting: Actium had in 2012 en 2013 veel liquide middelen (spaargelden), deze zijn in 2012 en 2013 aan de beleidsruimte toegevoegd. In 2014 was er geen sprake meer van overtollige liquide middelen. In 2012 bedraagt de beleidsruimte 139 mln. Deze stijgt in 2013 spectaculair naar 236 mln. Oorzaak is dat de bedrijfswaarde per woning neemt toe van per vhe (2012) naar (2013). Hierdoor daalt de loantovalue, wat gunstig is voor de financiële positie van Actium In 2014 wordt de ICR de meest restrictieve ratio, door een daling van de operationele kasstroom. Oorzaak is de verhuurdersheffing (stijging 6 mln.) en stijging onderhoudsuitgaven met 8 mln. Op basis van deze quickscan kunnen we concluderen dat Actium op basis van de jaarcijfers van 2014 nog de mogelijkheid heeft om voor ongeveer 130 miljoen aan beleidskeuzes te maken /g Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken 73

86 84 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

87 Bijlage 2 Marktadvies woningbouw memo gemeente Noordenveld 85 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

88 Verkenning woonprogramma gemeentelijk aandeel Boskamplocatie Inleiding De Boskamplocatie betreft een voor Roden unieke binnendorpse locatie met in de directe omgeving een breed palet aan voorzieningen (centrumvoorzieningen Roden en zorgvoorzieningen op ca 500 meter, De Hullen). Vanuit volkshuisvestelijk perspectief is de kernvraag hier welk product een toegevoegde waarde heeft voor het huidige woningaanbod in Roden. Dan gaat het niet in de eerste plaats om het afzetpotentieel van het product, of anders gezegd niet om de vraag welk productcombinatie het grootste opbrengstpotentieel heeft. En de horizont is niet de 1 à 2 jaar van de makelaar, maar 15, 20 jaar en meer. De sleutelfactor in de beantwoording is de veranderende opbouw van de huishoudens. Het WBO van Companen 1, qua demografie gebaseerd op het prognosemodel van de provincie Drenthe, laat de verschuivingen duidelijk zien (p.51) In alle scenario s loopt het aantal huishoudens in de periode tussen de 15 en 54 jaar terug, en zit de groei in de 55+ huishoudens. Voorstel woonprogramma Seniorenwoningen Op deze centraal bij voorzieningen gelegen locatie pleit alles ervoor om de levensloopbestendige woning voor de doelgroep 5575 jaar als vertrekpunt te nemen. De grote belangstelling voor de levensloopbestendige woningen die in de planning staan voor de Ronerborglocatie, de vele vragen die de gemeente de laatste jaren bereiken naar dergelijke producten, en signalen van makelaars onderschrijven het belang van dergelijke specifieke woonproducten. Een typologie, waarvan het aanbod op dit moment in Roden nog niet groot is. Typologie Waar moeten we dan concreet aan denken? De patiowoning ligt minder voor de hand omdat dit product mogelijk al op de Ronerborglocatie gerealiseerd zal worden. Het zou ook het stelptype kunnen zijn. Maar een flexibeler concept met een modulaire opzet, dat ook interessant kan zijn voor andere doelgroepen, heeft de voorkeur. Het gaat dan om levensloopbestendige woningen 1 Gemeente Noordenveld. Extra onderzoek ten behoeve van actualisatie woonbeleid en prestatieafspraken, Companen, 16 november 2015

89 met slimme plattegronden. Concepten met een aantrekkelijk gevelbeeld en niet te grote kavels, waarbij op het schaalniveau van de individuele woning veel variatie mogelijk is; verder kunnen het vrijstaande woningen zijn, 2^1 kappers, of geschakelde woningen. De basis is één bouwlaag al dan niet met kap of tweede bouwlaag (logeerkamer), met een plat dak of een dakhelling. Uit volkshuisvestingsperspecief is dat om het even. De vitale senior is de primaire referentie, maar ook voor andere huishoudens zou het concept interessant moeten zijn. Dat maakt het product nog sterker. Makelaarstoets Dit woonprogramma is getoetst bij een lokale makelaar. Deze deelt de visie dat deze locatie het beste kan worden bestemd voor senioren en kan de grote vraag naar grondgebonden seniorenwoningen bevestigen. Waarbij een heel divers vraagprofiel wordt waargenomen. Variërend van patiowoningen tot 2^1 kappers, rijwoningen en vrijstaand, met schuine kap of plat dak, en kleine tot middelgrote kavels. Omdat patiowoningen wellicht al op de Ronerborglocatie worden gerealiseerd, ligt in dat geval volgens genoemde makelaar dit product voor de Boskamp minder voor de hand. Ook ziet deze makelaar (beperkte) mogelijkheden voor dergelijke producten in de vrije sectorhuur. Met betrekking tot deze locatie zouden dat er bijvoorbeeld 2 of 4 kunnen zijn. Projectmatig en flexibel bestemd Om dit programma te realiseren zal het projectmatig moeten worden weggezet. Omdat de vraag zo divers is, moet zo effectief mogelijk worden ingesprongen op de concrete marktvraag van de beoogde doelgroep. Dat pleit voor een modulair product waarmee zo optimaal mogelijk maatwerk geleverd kan worden. Dat impliceert ook een flexibel bestemmingsplan. Want om zo goed mogelijk op de vraag van de beoogde doelgroep te kunnen inspelen, zal een zo flexibel mogelijke bestemming (kavelgrootte, plat dak/schuine dakhelling, vrijstaand, 2^1 kap, geschakeld/rij, patio?) het woonprogramma nog sterker maken.

90 88 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

91 Bijlage 3 Akoestisch onderzoek (rekenbladen) 89 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

92 Bijlage: rekenbladen akoestisch onderzoek

93 Opbouw model 2

94 Rekenresultaten geluidsbelasting Nieuweweg 3

95 Invoergegevens 4

96 Bugel Hajema 2 Bebouwing nr z,gem m,gem lengte adres reflectie kenmerk Nij1andspark Oost Nieuweweg 27a Nieuweweg Nieuweweg Nieuweweg Nieuweweg Boskamp Boskamp Nieuweweg Nieuweweg 11e Nieuweweg 11d Westerstraat Zuiderveld Nieuweweg 1oa Nieuweweg 10b Nieuweweg 10d Nieuweweg 10e Nieuweweg 10f Nieuweweg Nieuweweg Nieuweweg Nieuweweg Nieuweweg 16a Nieuweweg Nieuweweg Nieuweweg Nieuweweg Weth.vd.Bergplantsoen Weth.vd.Bergp1antsoen 5f Weth.vd.Bergplantsoen 9/ Nijlandspark Oost Nijlandspark Oost Meester Schaapstr Meester Schaapstr Meester Schaapstr_ 2/ Boskamp 49/ Boskamp Boskamp Boskamp 38/ Boskamp ong Boskamp ong Boskamp ong Boskamp ong Boskamp ong Boskamp ong WinHavikLT 8.51 (c} diractivitysoftware :04

97 Bugel Hajema Rasters nr Z1 m1 aantal stappen hoogte grens rastergrootte kenmerk WinHavikLT 8.51 (c} diractivitysoftware :04

98 Bugel Hajema 4 Rij lijnen Intensiteiten nrz,gem lengte wegdek hellingcor. groep omschrijving kenmerk art 1109 etm.intens. %periode % licht middel zwaar motor licht middel zwaar motor glad asfaltloab Nieuweweg dag avond nacht snelheden 7 WinHavikLT 8.51 (c} diractivitysoftware :04

99 8

100 98 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

101 Bijlage 4 Bodemonderzoek 99 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

102 Verkennend bodemonderzoek Boskamp en Secretaris Buitenveldlaan te Roden

103 Verkennend bodemonderzoek Boskamp en Secretaris Buitenveldlaan te Roden opdrachtgever Woon borg datum 17juni2016 projectleider de heer A.G. Wegman tweedelijnscontroleur de heer M.S. Mensonides auteur mevrouw D.W.S. van SleenLewerissa projectnummer status definitief,/ Protocol Eerland ". Certification jl

104 projectnummer juni 2016 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 1 2 Vooronderzoek en locatiegegevens Algemeen Locatiegegevens Historische gegevens Bodemonderzoeken Conclusie vooronderzoek 3 3 Opzet en uitvoering van het bodemonderzoek Onderzoeksstrategie Uitgevoerde werkzaamheden en analyses Bodemopbouw en zintuiglijke waarnemingen Veldmetingen grondwater Monsterneming en analyses 6 4 Resultaten Toetswijze en terminologie Getoetste analyseresultaten grond en grondwater Asbest 9 5 Samenvatting, conclusie en aanbeveling 10 BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Situering van de onderzoekslocatie Overzicht van de onderzoekslocatie Kadastrale situatie Boorprofielen Analysecertificaten Getoetste resultaten

105 projectnummer juni 2016 pagina 1 van 10 1 Inleiding In opdracht van Woonborg heeft MUG Ingenieursbureau een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van een terrein op de hoek van de Boskamp en de Secretaris Buitenveldlaan te Roden. Woonborg is voornemens de onderzoekslocatie te herontwikkelen ten behoeve van woningbouw. Tijdens deze werkzaamheden zal grondverzet plaatsvinden. Doel van het onderzoek is het vaststellen van de actuele milieuhygiënische kwaliteit van de grond en het grondwater ter plaatse van de locatie. Tevens is aan de hand van de analyseresultaten van de grond de toepasbaarheid van de grond indicatief bepaald. De werkzaamheden zijn uitgevoerd conform en onder certificaat van de thans geldende BRL SIKB 2000 en de bijbehorende protocollen 2001 en MUG Ingenieursbureau is gecertificeerd voor het procescertificaat Veldwerk bij milieuhygiënisch (water)bodemonderzoek en staat geregistreerd als Kwaliboerkend bedrijf (erkend bodemintermediair). MUG Ingenieursbureau verklaart hierbij geen juridische relatie te hebben met (de bedrijfsorganisatie van) de eigenaar van de onderzoekslocatie en/of de opdrachtgever van het bodemonderzoek. MUG Ingenieursbureau heeft het bodemonderzoek als onafhankelijke organisatie uitgevoerd. In deze rapportage wordt verslag gedaan van de verrichte werkzaamheden, de resultaten en de aan de resultaten te verbinden conclusies.

106 projectnummer juni 2016 pagina 2 van 10 2 Vooronderzoek en locatiegegevens 2.1 Algemeen Het vooronderzoek is uitgevoerd conform NEN 5725:2009. Het vooronderzoek omvat het verzamelen van informatie over het voormalige, huidige en toekomstige bodemgebruik van de onderzoekslocatie en haar directe omgeving, alsmede informatie over de financieeljuridische situatie (standaard vooronderzoek). In afwijking op NEN 5725:2009 zijn de regionale bodemopbouw en geohydrologie (tot 10 mmv) niet opgenomen, omdat dit gezien de aanleiding en doelstelling van het onderzoek geen relevante informatie oplevert. De bij het vooronderzoek verzamelde informatie kan worden gebruikt voor het opstellen van een adequate onderzoekshypothese en onderzoeksstrategie en draagt bij aan de verklaring van de resultaten van het bodemonderzoek. De informatie ten behoeve van het vooronderzoek is verzameld aan de hand van de volgende bronnen. Tabel 2.1 Overzicht geraadpleegde bronnen Bron Contactpersoon Bodemloket Bodeminformatiesysteem gemeente Noordenveld M. MeindertsmaMesschendorp (RUD Drenthe) D.W.S. van SleenLewerissa Opdrachtgever A.G. Wegman Het kadaster Hinderwet/milieuarchief M. MeindertsmaMesschendorp (RUD Drenthe) Locatiebezoek A.G. Wegman Tankbestand M. MeindertsmaMesschendorp (RUD Drenthe) Bodemarchief gemeente $ M. MeindertsmaMesschendorp (RUD Drenthe) 2.2 Locatiegegevens De onderzoekslocatie betreft een deel het een terrein op de hoek van de Boskamp en de Secretaris Buitenveldlaan te Roden. De gegevens van de onderzoekslocatie zijn weergegeven in de volgende tabel. Tabel 2.2 Overzicht locatiegegevens Adres Plaats Huidige Toekomstige Grondverzet verwacht bestemming bestemming Boskamp en de Roden braakliggend woningbouw ja Secretaris Buitenveldlaan Kadastrale Sectie Nr. Oppervlakte Gebruik Coördinaten gemeente onderzoekslocatie onderzoekslocatie X/Y Roden I 4845, 4846, 1,6 ha braakliggend / , 4848m 5121 (ged.), 2457 De bebouwing (voormalige school, bibliotheek en woningen) zijn inmiddels gesloopt. Het noordelijke deel van de locatie is sterk begroeid. Het zuidelijke deel van de locatie is braakliggend en niet begroeid. De bovengrond is vrij gegraven en ligt circa 0,5 m lager dan het omringende maaiveld. Vermoedelijk is de grond in depot gezet op het zuidwestelijke deel van de onderzoekslocatie. Op het zuidwestelijke deel van de locatie ter plaatse van de voormalige school is volgens buurtbewoners grond aangevoerd afkomstig van een nabijgelegen locatie waar nieuwbouw is gerealiseerd.

107 projectnummer juni 2016 pagina 3 van 10 Bijlage 1 toont de globale topografische situering van de onderzoekslocatie en bijlage 2 een overzicht van de onderzoekslocatie. De kadastrale gegevens zijn opgenomen in bijlage Historische gegevens Voor zover dat bekend is, hebben op de locatie geen dempingen of ophogingen plaatsgevonden. Uit informatie van de opdrachtgever, het landelijke bodemloket en gemeente Roden blijkt dat op de locatie (Boskamp 39) een ondergrondse (hbo)tank heeft gelegen. De tank is in 2000 inwendig gereinigd, verwijderd en afgevoerd naar een tankverschrotingsbedrijf. Het leidingwerk is inwendig gereinigd en verwijderd. Voor zover dat bekend is, is er geen bodemverontreiniging achtergebleven. 2.4 Bodemonderzoeken Uit informatie van het bodemloket, gemeente Noordenveld en de opdrachtgever blijkt dat op de locatie de volgende onderzoeken zijn uitgevoerd. Tabel 2. Overzicht bodemonderzoeken Onderzoek Locatie Datum Uitgevoerd door Rapportkenmerk saneringsevaluatie Boskamp 39 Roden Milieutec 00231MI briefrapport Boskamp 39 Roden Milieutec AK9523 nader onderzoek Boskamp 39 Roden Van der Wiel 69112C In 2000 heeft een sanering plaatsgevonden ter plaatse van Boskamp 39 te Roden. De tank is verwijderd. In totaal is 12,26 ton verontreinigde grond ontgraven en afgevoerd. De resultaten van het uitgevoerde (historische) bodemonderzoek geven aan dat de (voormalige) activiteiten en/of de onderzoekslocatie voldoende zijn onderzocht in het kader van de Wet bodembescherming. 2.5 Conclusie vooronderzoek Op basis van de bovenstaande gegevens wordt vooralsnog geconcludeerd dat op een deel van de locatie (Boskamp 39 te Roden) een ondergrondse (hbo)tank heeft gelegen. De tank is in 2000 verwijderd en de locatie (Boskamp 39 in Roden) is in 2000 voldoende gesaneerd. De gehele locatie wordt als niet verdacht beschouwd ten aanzien van het voorkomen van een bodemverontreiniging.

108 projectnummer juni 2016 pagina 4 van 10 3 Opzet en uitvoering van het bodemonderzoek 3.1 Onderzoeksstrategie Het verkennend bodemonderzoek is verricht conform de strategie voor een onverdachte nietlijnvormige locatie (ONVNL), zoals vermeld in NEN 5740:2009/A1:2016. In de volgende tabel is een overzicht weergegeven van de uitgevoerde werkzaamheden. Met de verdeling van de boringen is rekening gehouden met de gesaneerde locatie (Boskamp 39). Tabel 3.1 Overzicht uitgevoerde werkzaamheden Omschrijving Boringen Boringen met Analyses grond Analyses grondwater peilbuis Boskamp / Secr. 18 tot 0,5 mmv 3 tot 1,5 mgws 3 x standaardpakket bovengrond 3 x standaardpakket grondwater Buitenveldlaan 5 tot 2,0 mmv 3 x standaardpakket ondergrond 1 x materiaalmonster asbest 1 x verzamelmonster asbest standaardpakket grond: standaardpakket grondwater: zware metalen: m.o.: btexn: VOCl: zware metalen (9), minerale olie, PAK (10 VROM) en PCB (7, som) zware metalen (9), minerale olie, vluchtige aromaten, gechloreerde koolwaterstoffen 9 metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, en zink) minerale olie vluchtige aromaten (benzeen, tolueen, ethyleen, xylenen en naftaleen) gechloreerde koolwaterstoffen 3.2 Uitgevoerde werkzaamheden en analyses Deze werkzaamheden zijn verricht op 3 juni 2016 door een gekwalificeerd veldmedewerker voor protocol 2001 van MUG Ingenieursbureau, de heer S. Meijer, met assistent. Voorafgaand aan de veldwerkzaamheden is een KLICmelding verricht ter bepaling van de ligging van kabels en leidingen op de onderzoekslocatie. Voorafgaand aan het verrichten van de boringen is de onderzoekslocatie visueel geïnspecteerd conform NEN 5725 en NEN Hierbij is eveneens gelet op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen op het maaiveld. De uitgevoerde werkzaamheden en analyses zijn gebaseerd op de bovengenoemde onderzoeksstrategie. De opgeboorde grond is bemonsterd per de te onderscheiden bodemlaag, in trajecten van maximaal 0,5 m. Afhankelijk van de bodemopbouw en de veldwaarnemingen is eventueel een kleiner monstertraject gekozen. 3.3 Bodemopbouw en zintuiglijke waarnemingen Bij het verrichten van de boringen en het beschrijven van het opgeboorde materiaal is de bodem beoordeeld op kleur, textuur en zintuiglijk waarneembare verontreinigingen. De bodemopbouw is per boring omschreven conform NEN Tevens zijn het maaiveld en de opgeboorde grond geïnspecteerd op het voorkomen van asbestverdachte materialen. Tijdens het veldwerk bleek dat op het (verlaagde) maaiveld (voormalige schoolgebouw) en op het depot grond in de zuidwestelijke hoek van de locatie asbestverdacht materiaal is aangetroffen. Verder deden zich geen bijzonderheden voor. De globale bodemopbouw van de locatie is afgeleid uit de uitgevoerde boringen en is weergegeven in de volgende tabel.

109 projectnummer juni 2016 pagina 5 van 10 Tabel 3.2 Globale bodemopbouw van de locatie Diepte (mmv) Omschrijving 0,00,7 Zwak siltig, matig humeus, matig fijn zand 0,71,2 zwak siltig, matig fijn zand 1,21,7 Matig siltig klei 1,73,5 Zeer fijn, zwak siltig zand In het opgeboorde materiaal zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. De vindplaats van het asbestverdachte materiaal op het maaiveld en op het depot is aangegeven in de tekening in bijlage 2. Het asbestverdachte plaatmateriaal is ter analyse aangeboden aan het laboratorium. In de opgeboorde grond zijn de in onderstaande tabel weergegeven bijzonderheden waargenomen. Tabel 3.3 Zintuiglijke afwijkingen Boring Diepte boring Traject Grondsoort Waargenomen bijzonderheden (mmv) (mmv) 14 0,50 0,00 0,50 Zand sporen baksteen 22 0,50 0,00 0,50 Zand sporen baksteen, resten beton Een uitgebreide beschrijving van de bodemopbouw en zintuiglijke waarnemingen is weergegeven in de boorprofielen, die zijn opgenomen in bijlage 4. Tijdens de monstername van het grondwater bleek de situatie op de locatie te zijn gewijzigd. Op het asbestverdachte deel van de locatie (voormalige schoolgebouw) is grond opgebracht. Het verlaagde maaiveld is aangevuld en geëgaliseerd. Het gronddepot waarop asbestverdacht materiaal is aangetroffen was niet meer aanwezig. Een maaiveldinspectie is op 10 juni 2016 opnieuw uitgevoerd. Er is op het maaiveld geen asbestverdacht materiaal aangetroffen. 3.4 Veldmetingen grondwater Op 10 juni 2016 is het grondwater bemonsterd door een gekwalificeerde veldmedewerker voor het protocol 2002 van MUG Ingenieursbureau (de heer S. Meijer). De grondwaterstand, de zuurgraad (ph), het elektrisch geleidend vermogen (EC) en de troebelheid (NTU) zijn tijdens de grondwatermonsterneming in het veld gemeten. De gegevens van de veldmetingen zijn opgenomen in de volgende tabel. Tabel 3.4 Veldmetingen grondwater Peilbuis Filterdiepte (mmv) Grondwaterstand (mmv) ph() EC (µs/cm) Troebelheid (NTU) 01 2,50 3,50 1,20 6, ,1 02 2,20 3,20 1,10 4, ,3 03 2,30 3,30 1,00 5, ,2 De gemeten waarden in het veld wijken niet noemenswaardig af van de waarden die van nature worden gemeten. Wel is de gemeten NTUwaarde verhoogd. Deze NTUwaarde heeft een signalerende functie (mate van troebelheid). In troebel water kunnen mogelijk onterecht hoge concentraties in het grondwater worden gemeten. Er is geen normatieve grens voor de NTU vastgesteld. De gemeten waarde heeft in het onderhavige geval wel aanleiding gegeven om extra controlestappen uit te voeren. Hieruit blijkt dat de monsterneming van het grondwater conform NEN 5744 en bij een constante EC is uitgevoerd. Verder zijn er geen noemenswaardige verontreinigingen in het grondwater gemeten. De hoge NTUwaarde heeft geen negatieve invloed op de kwaliteit van het onderhavige onderzoek. Herbemonstering van het grondwater is niet noodzakelijk. De gemeten concentraties in het grondwater geven een juist beeld.

110 projectnummer juni 2016 pagina 6 van Monsterneming en analyses Op basis van de grondsoorten en zintuiglijke waarnemingen zijn monsters geselecteerd voor analyse. De mengmonsters van de grond zijn in het laboratorium samengesteld. De grond en grondwatermonsters zijn voorbehandeld conform de richtlijnen van AS3000. De analyses (grond, grondwater en asbest) zijn uitgevoerd door het door de Raad van Accreditatie geaccrediteerde testlaboratorium Eurofins Omegam te Amsterdam. De samenstelling van de mengmonsters en de uitgevoerde analyses zijn weergegeven en toegelicht in tabel 4.1 (paragraaf 4.2).

111 projectnummer juni 2016 pagina 7 van 10 4 Resultaten 4.1 Toetswijze en terminologie Bij de toetsing aan de achtergrond, streef en interventiewaarden volgens de Wet bodembescherming wordt in deze rapportage de volgende terminologie gebruikt. Achtergrondwaarde (AW2000): de gehalten (grond) waarbij sprake is van een duurzame bodemkwaliteit. In verontreinigde bodems is dit de concentratie die moet worden bereikt om de functionele eigenschappen die de bodem voor mens, dier en plant heeft, volledig te herstellen. Streefwaarde (S): de concentraties (grondwater) waarbij sprake is van een duurzame bodemkwaliteit. In verontreinigde bodems is dit de concentratie die moet worden bereikt om de functionele eigenschappen die de bodem voor mens, dier en plant heeft, volledig te herstellen. Interventiewaarde (I): geeft de gehalten (grond) of concentraties (grondwater) aan waarboven de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, dier en plant, ernstig zijn of dreigen te worden verminderd. Volgens de Wet bodembescherming is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als meer dan 25 m 3 bodemvolume grond of sedimentverontreiniging boven de interventiewaarde is aangetoond. Voor grondwater geldt dat als in meer dan 100 m 3 bodemvolume de interventiewaarde wordt overschreden, er sprake is van een geval van ernstige verontreiniging in de bodem. De spoedeisendheid van de sanering is in deze gevallen onder andere afhankelijk van de actuele risico s van de ernstige verontreiniging in de bodem ten aanzien van de volksgezondheid, het ecosysteem en verspreiding via het grondwater. Indien er geen sprake is van actuele risico s, dan zijn saneringsmaatregelen niet spoedeisend. Besluit bodemkwaliteit: ter bepaling van de toepasbaarheid van de grond zijn de resultaten in deze rapportage tevens getoetst aan het Besluit bodemkwaliteit (generieke kader). Aangezien er geen partijkeuring conform het Besluit bodemkwaliteit is uitgevoerd, kunnen aan de resultaten van deze toetsing niet dezelfde rechten worden ontleend als aan een partijkeuring die wel conform het Besluit bodemkwaliteit is uitgevoerd. Bodem Toets en Validatieservice (BoToVa): de kwaliteit van de bodem is in het onderhavige onderzoek bepaald door de individuele meetwaarden om te rekenen naar standaardbodem op basis van de gemeten percentages lutum en organische stof. Hierna zijn deze gestandaardiseerde waarden getoetst aan de normwaarden uit de Regeling bodemkwaliteit. 4.2 Getoetste analyseresultaten grond en grondwater De volgende tabellen geven een overzicht van de analyseresultaten die zijn getoetst aan de achtergrond, streef en interventiewaarden volgens de Wet bodembescherming. Tevens is de indicatieve toetsing aan de Regeling bodemkwaliteit (generieke kader) weergegeven. In bijlage 5 zijn de analysecertificaten opgenomen en in bijlage 6 de getoetste analyseresultaten met de bijbehorende toetsingswaarden.

112 projectnummer juni 2016 pagina 8 van 10 Tabel 4.1 Getoetste analyseresultaten grondmonsters Analyse Boringen Waarneming Analyse > AW (+index) > I (+index) Ind. toetsing Bbk monster (mmv) MM1 01 (0,00 0,50) NENgr Altijd toepasbaar 04 (0,00 0,50) 05 (0,00 0,50) 09 (0,00 0,50) 11 (0,00 0,50) 13 (0,00 0,50) MM2 06 (0,00 0,50) NENgr Altijd toepasbaar 16 (0,00 0,50) 17 (0,00 0,50) 18 (0,00 0,50) 19 (0,00 0,50) 26 (0,00 0,50) MM3 02 (0,10 0,60) NENgr Altijd toepasbaar 03 (0,00 0,50) 07 (0,00 0,50) 08 (0,00 0,30) 20 (0,00 0,50) 23 (0,00 0,50) MM4 03 (1,00 1,50) NENgr Altijd toepasbaar 07 (0,50 1,00) MM5 04 (0,70 1,00) NENgr Altijd toepasbaar 05 (0,70 1,00) 06 (0,60 1,10) MM6 01 (0,80 1,00) NENgr Altijd toepasbaar 02 (0,60 1,10) 08 (0,60 0,90) NENgr: zware metalen (9), minerale olie, PAK (10 VROM) en PCB (7, som) Met 9: 9 metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, en zink) m.o., btexn: minerale olie en vluchtige aromaten (benzeen, tolueen, ethyleen, xylenen en naftaleen) VOCl: gechloreerde koolwaterstoffen > AW: meer dan achtergrondwaarde > I: meer dan interventiewaarde Index : (GSSD AW)/(I AW) (Index > 0,0): gehalte boven achtergrondwaarde (Index > 0,5): gehalte boven voormalige tussenwaarde (Index > 1,0): gehalte boven interventiewaarde Uit tabel 4.1 blijkt dat in de onderzochte grondmonsters geen verhoogde gehalten zijn aangetoond ten opzichte van de achtergrondwaarden. Na indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit is de grond altijd toepasbaar.

113 projectnummer juni 2016 pagina 9 van 10 Tabel 4.2 Analyseresultaten grondwatermonster Peilbuis Filterdiepte Analyse > S (+index) > I (+index) (mmv) 01 2,50 3,50 NENgw Minerale olie C10 C40 (0,27) Nikkel [Ni] (0,03) Barium [Ba] (0,06) 02 2,20 3,20 NENgw Nikkel [Ni] (0,22) Zink [Zn] (0,09) Barium [Ba] (0,3) 03 2,30 3,30 NENgw Zink [Zn] (0,04) Barium [Ba] (0,17) NENgw: zware metalen (9), minerale olie, vluchtige aromaten, gechloreerde koolwaterstoffen Met 9: 9 metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, en zink) m.o., btexn: minerale olie en vluchtige aromaten (benzeen, tolueen, ethyleen, xylenen en naftaleen) VOCl: gechloreerde koolwaterstoffen > S: meer dan streefwaarde > I: meer dan interventiewaarde Index : (GSSD S)/(I S) (Index > 0,0): gehalte boven streefwaarde (Index > 0,5): gehalte boven voormalige tussenwaarde (Index > 1,0): gehalte boven interventiewaarde Uit tabel 4.2 blijkt dat in het grondwater licht verhoogde concentraties aan barium, nikkel, zink en minerale olie zijn gemeten boven de streefwaarden. 4.3 Asbest Uit de uitgevoerde analyses blijkt dat het aangetroffen materiaal (plaatmateriaal en een buis) 1015% chrysotiel en 25% crocidoliet (hechtgebonden asbest) bevat. Het aangetroffen plaatmateriaal op het depot bevat 1015% chrysotiel (hechtgebonden asbest).

114 projectnummer juni 2016 pagina 10 van 10 5 Samenvatting, conclusie en aanbeveling In opdracht van Woonborg heeft MUG Ingenieursbureau een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van een terrein op de hoek van de Boskamp en de Secretaris Buitenveldlaan te Roden. Woonborg is voornemens de onderzoekslocatie te herontwikkelen ten behoeve van woningbouw. Tijdens deze werkzaamheden zal grondverzet plaatsvinden. Doel van het onderzoek is het vaststellen van de actuele milieuhygiënische kwaliteit van de grond en het grondwater ter plaatse van de locatie. Tevens is aan de hand van de analyseresultaten van de grond de toepasbaarheid van de grond indicatief bepaald. Vooronderzoek Op basis van bovenstaande gegevens wordt vooralsnog geconcludeerd dat op een deel van de locatie (Boskamp 39 te Roden) een ondergrondse (hbo)tank heeft gelegen. De tank is in 2000 verwijderd en de locatie (Boskamp 39 in Roden) is in 2000 voldoende gesaneerd. De gehele locatie wordt als niet verdacht beschouwd op het voorkomen van een bodemverontreiniging. Veldwerk Op het maaiveld ter plaatse van de voormalige school en op het depot is asbestverdacht materiaal aangetroffen. Het materiaal bevat asbest (1015% chrysotiel en 25% crocidoliet). In het opgeboorde materiaal zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. In de opgeboorde grond zijn geen bijzonderheden waargenomen die duiden op een bodemverontreiniging. Analyseresultaten grond Uit de analyseresultaten blijkt dat in de onderzochte grondmonsters geen verhoogde gehalten zijn aangetoond ten opzichte van de achtergrondwaarden. Analyseresultaten grondwater In het grondwater zijn verhoogde concentraties aan enkele metalen (barium, nikkel en zink) en minerale olie gemeten boven de streefwaarde. Conclusie Tijdens het veldwerk zijn asbesthoudende materialen aangetroffen op een deel van de locatie. Dit is gemeld aan de opdrachtgever. Tussentijds is de situatie op de locatie gewijzigd. Waarschijnlijk gaat het om enkele stukjes asbest, echter, het kan niet worden uitgesloten dat er nu asbest in de bodem terecht is gekomen. Wij adviseren om dit uit te sluiten door het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek naar asbest. De resultaten zijn in overeenstemming met de vooraf gestelde hypothese dat de locatie niet verdacht is. De onderzoeksresultaten betreffende het verkennend bodemonderzoek vormen geen aanleiding tot de uitvoering van een nader bodemonderzoek en vormen geen belemmering voor de voorgenomen aanvraag van een omgevingsvergunning voor bouwen. De bodem op de onderzoekslocatie is geschikt voor de functie Wonen met tuin. Na indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit is de onderzochte grond beoordeeld als kwaliteitsklasse altijd toepasbaar. Indien grond vanaf de locatie wordt afgevoerd, is bij hergebruik elders het Besluit bodemkwaliteit van toepassing. Voor toepassing van de grond elders dient toestemming te worden verkregen van het bevoegd gezag en kan onderzoek conform het Besluit bodemkwaliteit gevraagd worden. Tot slot dient opgemerkt te worden dat de conclusie is gebaseerd op het vooronderzoek en de onderzoeksresultaten van dit onderzoek. Dit verkennend bodemonderzoek schetst een algemeen beeld van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem. Bij eventueel grondverzet dient men rekening te houden met mogelijk plaatselijk voorkomende (zintuiglijke) afwijking.

115 Bijlage 1 Situering van de onderzoekslocatie

116 Projectnaam : V.O. Boskamp/Secr. Buitenveldlaan Roden Situering van de onderzoekslocatie Projectnummer : Bijlage : 1 Schaal : 1:25000

117 Bijlage 2 Overzicht van de onderzoekslocatie

118 N Z 0 AHu DLe Eerste uitgave Wijz. Get. Gec. Omschrijving Datum Infra Milieu GeoICT Archeologie Geoinformatie Project: Opdrachtgever: Onderdeel: Projectnummer: Verkennend bodemonderzoek Boskamp/Secr. Buitenveldlaan Roden Woonborg Overzicht van de onderzoekslocatie Schaal: 1:500 Formaat: A2 Bijlagenummer: 2 Zernikelaan 8 Postbus AC LEEK Tel. (0594) Fax. (0594) info@mug.nl Internet concept

119 Bijlage 3 Kadastrale situatie

120 Kadastraal bericht object pagina 1 van 1 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: RODEN I Boskamp BH RODEN 16:06:45 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: RODEN I 2457 Grootte: 40 a 80 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: ONDERWIJS RECREATIE SPORT Locatie: Boskamp BH RODEN Koopsom: Jaar: 1997 Oorspronkelijke koopsom is NLG Ontstaan op: Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster. Gerechtigde EIGENDOM Gemeente Noordenveld Raadhuisstraat AA RODEN Zetel: RODEN KvKnummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvKnummer. Recht ontleend aan: HYP4 6270/34 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in RODEN I 2457 brondocument: Recht ontleend aan: HYP4 7037/35 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in brondocument: RODEN I 2457 Nog niet (volledig) verwerkte brondocumenten: HYP /117 d.d HYP /124 d.d Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

121 Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: mr.apothekerstraat m 5 m 25 m Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 20 mei 2016 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel RODEN I 2457 Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

122 Omgevingskaart Klantreferentie: m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: Hier bevindt zich Kadastraal object RODEN I 2457 Boskamp 39, 9301 BH RODEN CCBY Kadaster.

123 Kadastraal bericht object pagina 1 van 2 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: RODEN I Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN 16:06:07 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: RODEN I 4845 Grootte: 14 a 10 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: WONEN ERF TUIN Locatie: Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Jaar: 1999 (Met meer onroerend goed verkregen) Ontstaan op: Ontstaan uit: RODEN I 3214 gedeeltelijk Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster.

124 Kadastraal bericht object pagina 2 van 2 Kadaster Betreft: RODEN I Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN 16:06:07 Uw referentie: Toestandsdatum: Gerechtigde EIGENDOM Stichting Woonborg Tynaarlosestraat AA VRIES Zetel: TYNAARLO KvKnummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvKnummer. Recht ontleend aan: HYP4 7086/28 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in RODEN I 4845 brondocument: Recht ontleend aan: HYP4 7453/37 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in brondocument: RODEN I 4845 Nog niet (volledig) verwerkte brondocumenten: HYP /45 d.d HYP4 7086/28 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING HYP4 7502/37 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING HYP4 4918/49 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

125 Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: secr.buitenveldlaan a m 5 m 25 m Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 20 mei 2016 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel RODEN I 4845 Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

126 Omgevingskaart Klantreferentie: m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: Hier bevindt zich Kadastraal object RODEN I 4845 Secretaris Buiteveldlaan 20, 9301 BN RODEN CCBY Kadaster.

127 Kadastraal bericht object pagina 1 van 2 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: RODEN I Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN 16:07:34 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: RODEN I 4846 Grootte: 17 a 60 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: WONEN ERF TUIN Locatie: Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Jaar: 1999 (Met meer onroerend goed verkregen) Ontstaan op: Ontstaan uit: RODEN I 3214 gedeeltelijk Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster.

128 Kadastraal bericht object pagina 2 van 2 Kadaster Betreft: RODEN I Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN 16:07:34 Uw referentie: Toestandsdatum: Gerechtigde EIGENDOM Stichting Woonborg Tynaarlosestraat AA VRIES Zetel: TYNAARLO KvKnummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvKnummer. Recht ontleend aan: HYP4 7086/28 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in RODEN I 4846 brondocument: Recht ontleend aan: HYP4 7453/37 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in brondocument: RODEN I 4846 Nog niet (volledig) verwerkte brondocumenten: HYP /45 d.d HYP4 7086/28 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING HYP4 7502/37 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING HYP4 4918/49 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

129 Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: m 5 m 25 m Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 20 mei 2016 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel RODEN I 4846 Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

130 Omgevingskaart Klantreferentie: m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: Hier bevindt zich Kadastraal object RODEN I 4846 Secretaris Buiteveldlaan 10, 9301 BN RODEN CCBY Kadaster.

131 Kadastraal bericht object pagina 1 van 2 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: RODEN I Boskamp BH RODEN 16:07:09 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: RODEN I 4848 Grootte: 13 a 5 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: WONEN ERF TUIN Locatie: Boskamp BH RODEN Boskamp BH RODEN Boskamp BH RODEN Boskamp BH RODEN (Met meer onroerend goed verkregen) Ontstaan op: Jaar: 1999 Ontstaan uit: RODEN I 3214 gedeeltelijk Publiekrechtelijke beperkingen Het kadastraal object is onbekend in de Landelijke Voorziening WKPB zodat er geen informatie over gemeentelijke beperkingen van de gemeente Noordenveld kan worden geleverd. Neem contact op met de gemeente Noordenveld.

132 Kadastraal bericht object pagina 2 van 2 Kadaster Betreft: RODEN I Boskamp BH RODEN 16:07:09 Uw referentie: Toestandsdatum: Gerechtigde EIGENDOM Stichting Woonborg Tynaarlosestraat AA VRIES Zetel: TYNAARLO KvKnummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvKnummer. Recht ontleend aan: HYP4 7086/28 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in RODEN I 4848 brondocument: Recht ontleend aan: HYP4 7453/37 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in brondocument: RODEN I 4848 Nog niet (volledig) verwerkte brondocumenten: HYP /45 d.d HYP4 7086/28 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING HYP4 7502/37 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING HYP4 4918/49 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

133 Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: m 5 m 25 m Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 20 mei 2016 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel RODEN I 4848 Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

134 Omgevingskaart Klantreferentie: m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: Hier bevindt zich Kadastraal object RODEN I 4848 Boskamp 31, 9301 BH RODEN CCBY Kadaster.

135 Kadastraal bericht object pagina 1 van 1 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: RODEN I Meester Apothekerstraat BL RODEN 16:08:04 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: RODEN I 5121 Grootte: 57 a 10 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: WONEN WEGEN Locatie: Meester Apothekerstraat BL RODEN Ontstaan op: Ontstaan uit: RODEN I 5034 gedeeltelijk Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster. Gerechtigde EIGENDOM Gemeente Noordenveld Raadhuisstraat AA RODEN Zetel: RODEN KvKnummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvKnummer. Recht ontleend aan: 84 RDN01/20623 d.d Eerst genoemde object in brondocument: RODEN I 4567 Recht ontleend aan: HYP4 7037/35 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in brondocument: RODEN I 5121 Nog niet (volledig) verwerkte brondocumenten: HYP /117 d.d HYP /124 d.d Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

136 Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: secr.buitenveldlaan mr.apothekerstraat Boskamp mr.schaapstraat m 10 m 50 m Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 20 mei 2016 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers Schaal 1:1000 Kadastrale gemeente Sectie Perceel RODEN I 5121 Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

137 Omgevingskaart Klantreferentie: m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: Hier bevindt zich Kadastraal object RODEN I 5121 Meester Apothekerstraat 13, 9301 BL RODEN CCBY Kadaster.

138 Bijlage 4 Boorprofielen

139 Bijlage: Boorprofielen Boring: 01 Datum: Boormeester: S. Meijer Boring: 02 Datum: Boormeester: S. Meijer braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, resten wortels, donker grijszwart, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, resten wortels, donker grijszwart, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, brokken leem, licht grijsbruin, Edelmanboor Zand, zeer fijn, zwak siltig, brokken leem, licht grijsbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsgeel, Edelmanboor Klei, matig siltig, resten planten, sporen roest, donkergrijs, Edelmanboor Klei, zwak siltig, donkergrijs, Edelmanboor, potklei Klei, matig siltig, resten planten, sporen roest, donkergrijs, Edelmanboor Zand, zeer fijn, zwak siltig, licht geelgrijs, Zuigerboor Zand, zeer fijn, uiterst siltig, neutraal grijsbruin, Zuigerboor Boring: 03 Datum: Boormeester: S. Meijer Boring: 04 Datum: Boormeester: S. Meijer braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, resten wortels, geen oliewater reactie, donker grijszwart, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, resten wortels, donker grijszwart, Edelmanboor Leem, sterk zandig, geen oliewater reactie, licht grijsbruin, Edelmanboor Klei, matig siltig, resten planten, sporen roest, geen oliewater reactie, donkergrijs, Edelmanboor Zand, zeer fijn, zwak siltig, geen oliewater reactie, licht geelgrijs, Zuigerboor Zand, matig fijn, zwak siltig, licht witgrijs, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindhoudend, zwak roesthoudend, licht bruingeel, Edelmanboor Projectnaam: Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Projectcode: Opdrachtgever: Woonborg getekend volgens NEN 5104

140 Bijlage: Boorprofielen Boring: 05 Datum: Boormeester: S. Meijer Boring: 06 Datum: Boormeester: S. Meijer braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donker grijszwart, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, resten wortels, donker grijszwart, Edelmanboor Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgrijs, Edelmanboor 2 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindhoudend, licht bruingeel, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, licht bruingeel, Edelmanboor Zand, zeer grof, licht bruingeel, Edelmanboor Boring: 07 Datum: Boormeester: S. Meijer Boring: 08 Datum: Boormeester: S. Meijer braak Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, resten wortels, geen oliewater reactie, donker grijszwart, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, resten wortels, geen oliewater reactie, donker grijszwart, Edelmanboor Zand, zeer fijn, sterk siltig, sporen roest, geen oliewater reactie, licht bruingeel, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindhoudend, geen oliewater reactie, licht bruingeel, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen oliewater reactie, lichtgrijs, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, brokken leem, zwak grindhoudend, geen oliewater reactie, neutraal bruingrijs, Edelmanboor Zand, zeer fijn, zwak siltig, geen oliewater reactie, licht grijsbruin, Edelmanboor Grind, geen oliewater reactie, licht bruingeel, Edelmanboor Projectnaam: Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Projectcode: Opdrachtgever: Woonborg getekend volgens NEN 5104

141 Bijlage: Boorprofielen Boring: 09 Datum: Boormeester: S. Meijer Boring: 10 Datum: Boormeester: S. Meijer braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak grindhoudend, donker grijszwart, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, resten wortels, donker grijszwart, Edelmanboor Boring: 11 Datum: Boormeester: S. Meijer Boring: 12 Datum: Boormeester: S. Meijer braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donker grijszwart, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, resten wortels, donker grijszwart, Edelmanboor Projectnaam: Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Projectcode: Opdrachtgever: Woonborg getekend volgens NEN 5104

142 Bijlage: Boorprofielen Boring: 13 Datum: Boormeester: S. Meijer Boring: 14 Datum: Boormeester: S. Meijer braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donker grijszwart, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, sporen baksteen, resten wortels, donker grijszwart, Edelmanboor Boring: 15 Datum: Boormeester: S. Meijer Boring: 16 Datum: Boormeester: S. Meijer braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, resten wortels, donker grijszwart, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donker grijszwart, Edelmanboor Projectnaam: Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Projectcode: Opdrachtgever: Woonborg getekend volgens NEN 5104

143 Bijlage: Boorprofielen Boring: 17 Datum: Boormeester: S. Meijer Boring: 18 Datum: Boormeester: S. Meijer braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donker grijszwart, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, licht bruingeel, Edelmanboor Boring: 19 Datum: Boormeester: S. Meijer Boring: 20 Datum: Boormeester: S. Meijer braak Zand, matig fijn, zwak siltig, licht bruingeel, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donker grijszwart, Edelmanboor Projectnaam: Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Projectcode: Opdrachtgever: Woonborg getekend volgens NEN 5104

144 Bijlage: Boorprofielen Boring: 21 Datum: Boormeester: S. Meijer Boring: 22 Datum: Boormeester: S. Meijer braak Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, geen oliewater reactie, donker grijszwart, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, sporen baksteen, resten beton, donker grijszwart, Edelmanboor Boring: 23 Datum: Boormeester: S. Meijer Boring: 24 Datum: Boormeester: S. Meijer braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, resten wortels, geen oliewater reactie, donker grijszwart, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, licht bruingeel, Edelmanboor Projectnaam: Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Projectcode: Opdrachtgever: Woonborg getekend volgens NEN 5104

145 Bijlage: Boorprofielen Boring: 25 Datum: Boormeester: S. Meijer Boring: 26 Datum: Boormeester: S. Meijer braak Zand, matig grof, zwak siltig, licht bruingeel, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, licht bruingeel, Edelmanboor Projectnaam: Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Projectcode: Opdrachtgever: Woonborg getekend volgens NEN 5104

146 Legenda (conform NEN 5104) grind klei geur Grind, siltig Klei, zwak siltig geen geur zwakke geur Grind, zwak zandig Klei, matig siltig matige geur sterke geur Grind, matig zandig Klei, sterk siltig uiterste geur Grind, sterk zandig Klei, uiterst siltig olie geen oliewater reactie zwakke oliewater reactie Grind, uiterst zandig Klei, zwak zandig matige oliewater reactie sterke oliewater reactie Klei, matig zandig uiterste oliewater reactie zand Klei, sterk zandig p.i.d.waarde Zand, kleiïg >0 >1 Zand, zwak siltig Zand, matig siltig leem Leem, zwak zandig >10 >100 >1000 >10000 Zand, sterk siltig Leem, sterk zandig monsters Zand, uiterst siltig geroerd monster overige toevoegingen ongeroerd monster veen Veen, mineraalarm zwak humeus matig humeus volumering overig bijzonder bestanddeel Veen, zwak kleiïg sterk humeus Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand Veen, sterk kleiïg zwak grindig Gemiddeld laagste grondwaterstand slib Veen, zwak zandig matig grindig water Veen, sterk zandig sterk grindig peilbuis blinde buis casing hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand zand afdichting bentoniet/mikoliet/klei afdichting grind afdichting filter

147 Bijlage 5 Analysecertificaten

148 MUG Ingenieursbureau b.v. T.a.v. mevrouw D. Lewerissa Postbus AC LEEK Uw kenmerk : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Ons kenmerk : Project Validatieref. : _certificaat_v1 Opdrachtverificatiecode: BOYBNADFSZJWIAXS Bijlage(n) : 3 tabel(len) + 4 bijlage(n) Amsterdam, 10 juni 2016 Hierbij zend ik u de resultaten van het laboratoriumonderzoek dat op uw verzoek is uitgevoerd in de door u aangeboden monsters. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Eurofins Omegam volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het geldende accreditatiecertificaat L086 en/of in de bundel "Analysevoorschriften Eurofins Omegam". De in dit onderzoek uitgevoerde onderzoeksmethoden van de geaccrediteerde analyses zijn in een aparte bijlage als onderdeel van dit analysecertificaat opgenomen. De methoden zijn, voor zover mogelijk, ontleend aan de accreditatieprogramma's/schema's en NEN EN en/of ISOvoorschriften. Ik wijs u erop dat het analysecertificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd. Ik vertrouw erop uw opdracht volledig en naar tevredenheid te hebben uitgevoerd. Heeft u naar aanleiding van deze rapportage nog vragen, dan verzoek ik u contact op te nemen met onze klantenservice. Hoogachtend, namens Eurofins Omegam, Ing. J. Tukker Manager productie Op dit certificaat zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Dit analysecertificaat mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Eurofins Omegam B.V. T +31(0) IBAN NL 16 BNPA H.J.E. Wenckbachweg 120 F +31(0) BIC BNPANL2A NL1114 AD AmsterdamDuivendrecht CSOmegam@eurofins.com BTW nr. NL B01 Nederland KvK nr

149 Tabel 1 van 3 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Monsterreferenties = AVM1 vml school Opgegeven bemonsteringsdatum : 03/06/2016 Ontvangstdatum opdracht : 06/06/2016 Startdatum : 06/06/2016 Monstercode : Matrix : Waterbodem Asbestonderzoek asbestonderzoek uitgevoerd Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). Opdrachtverificatiecode: BOYBNADFSZJWIAXS Ref.: _certificaat_v1

150 Tabel 2 van 3 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Monsterreferenties = AVM2 Depot Opgegeven bemonsteringsdatum : 03/06/2016 Ontvangstdatum opdracht : 06/06/2016 Startdatum : 06/06/2016 Monstercode : Matrix : Product Asbestonderzoek Asbest kwantitatief onderzoek: Q chrysotiel massa% 1015 Q amosiet massa% < 0,1 Q crocidoliet massa% 25 Q anthofyliet massa% < 0,1 Q actinoliet massa% < 0,1 Q tremoliet massa% < 0,1 Q geschatte gebondenheid hecht Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). Opdrachtverificatiecode: BOYBNADFSZJWIAXS Ref.: _certificaat_v1

151 Tabel 3 van 3 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Asbest Individuele monsters van dit project zijn als asbest verdacht gekwalificeerd. De analysedeelmonsters zijn met beschermende maatregelen in het laboratorium in behandeling genomen. Opmerking bij project: Eurofins Omegam heeft het asbestonderzoek in dit/deze monster(s) uitgevoerd volgens de NEN 5707 (2003)/NEN 5897 (2005), en zoals beschreven in een aparte bijlage als onderdeel van dit analysecertificaat. Voor de analyseresultaten van het asbestonderzoek geldt dat Eurofins Omegam de analyse heeft uitgevoerd in de monsters die de opdrachtgever, zoals deze staan vermeld in de koptekst van dit analysecertificaat, zelf heeft genomen of laten nemen en aan Eurofins Omegam heeft aangeboden. Eurofins Omegam draagt geen verantwoordelijkheid inzake de herkomst en representativiteit alsmede de veiligheid tijdens de monsterneming. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: BOYBNADFSZJWIAXS Ref.: _certificaat_v1

152 Bijlage 1 van 4 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Barcodeschema's Monstercode Uw referentie monster diepte barcode AVM1 vml school Asbestverz DD AVM2 Depot Asbestverz KM Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: BOYBNADFSZJWIAXS Ref.: _certificaat_v1

153 Bijlage 2 van 4 Monstercode : Uw referentie : AVM1 vml school Initialen analist : A.M. Datum geanalyseerd : Analyse is uitgevoerd conform NEN 5707 (2003). Massa aangeleverde monster : 389,7 g Droge massa aangeleverde monster : 368,0 g Percentage droogrest : 94,43 m/m % type onderzocht materiaal cement, standleiding massa onderzocht materiaal (gram) gebondenheid A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Asbestonderzoek percentage serpentijn asbest (m/m %) percentage amfibool asbest (m/m %) aantal geanalyseerde deeltjes serpentijn massa asbest (mg) amfibool massa asbest (mg) 93,5 hecht chrysotiel 1015 crocidoliet ,5 0,0 cement, golfplaat 274,5 hecht chrysotiel ,5 0,0 Totaal 368, ,0 0,0 Aangetroffen type asbest Bijzonderheden waargenomen : Serpentijn : Geen Serpentijn asbest is chrysotiel. Amfibool asbest is amosiet, crocidoliet, actinoliet, anthophylliet en tremoliet. Het materiaal is middels polarisatiemicroscopie onderzocht, de analyse is uitgevoerd conform NEN gebondenheid serpentijn asbest amfibool asbest totaal afgerond hecht , niet hecht 0,0 0,0 0,0 totaal afgerond ,0 Totaal massa asbest: mg Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: BOYBNADFSZJWIAXS Ref.: _certificaat_v1

154 Bijlage 3 van 4 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. BIJLAGE BIJ ASBEST ANALYSECERTIFICAAT Analyse methode Het monstermateriaal is onderzocht volgens het door de RvA geaccrediteerde voorschrift ASBIDEN conform NEN De methode berust op stereolichtmicroscopie in combinatie met polarisatiemicroscopie aangevuld met Dispersion Staining Microscopy. De preparatie is uitgevoerd met Cargille Refractive index liquids. De gebruikte microscopen zijn een Nikon stereomicroscoop SMZ800, maximale vergroting 50x en een Eclipse E200 Polarisatiemicroscoop met Mc.Crone objectief 10 x 10. Bij de kwantitatieve bepaling van asbest in materiaalmonster is de bepalingsgrens van de gebruikte onderzoeksmethode voor het schatten van het massapercentage asbest 0,1 (massa %). De geschatte gebondenheid is gegeven in de zin van NEN Indien het gehalte aan asbest onder de bepalingsgrens ligt (<), wordt het monster als niet asbesthoudend beschouwd. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: BOYBNADFSZJWIAXS Ref.: _certificaat_v1

155 Bijlage 4 van 4 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Analysemethoden in Product In dit analysecertificaat zijn de met 'Q' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatiecertificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Eurofins Omegam BV. Asbest kwantitatief : Conform NEN 5896 Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: BOYBNADFSZJWIAXS Ref.: _certificaat_v1

156 MUG Ingenieursbureau b.v. T.a.v. mevrouw D. Lewerissa Postbus AC LEEK Uw kenmerk : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Ons kenmerk : Project Validatieref. : _certificaat_v1 Opdrachtverificatiecode: QPITVGLSUMDAMXXI Bijlage(n) : 3 tabel(len) + 6 oliechromatogram(men) + 2 bijlage(n) Amsterdam, 13 juni 2016 Hierbij zend ik u de resultaten van het laboratoriumonderzoek dat op uw verzoek is uitgevoerd in de door u aangeboden monsters. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Eurofins Omegam volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het geldende accreditatiecertificaat L086 en/of in de bundel "Analysevoorschriften Eurofins Omegam". De in dit onderzoek uitgevoerde onderzoeksmethoden van de geaccrediteerde analyses zijn in een aparte bijlage als onderdeel van dit analysecertificaat opgenomen. De methoden zijn, voor zover mogelijk, ontleend aan de accreditatieprogramma's/schema's en NEN EN en/of ISOvoorschriften. Ik wijs u erop dat het analysecertificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd. Ik vertrouw erop uw opdracht volledig en naar tevredenheid te hebben uitgevoerd. Heeft u naar aanleiding van deze rapportage nog vragen, dan verzoek ik u contact op te nemen met onze klantenservice. Hoogachtend, namens Eurofins Omegam, Ing. J. Tukker Manager productie Op dit certificaat zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Dit analysecertificaat mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Eurofins Omegam B.V. T +31(0) IBAN NL 16 BNPA H.J.E. Wenckbachweg 120 F +31(0) BIC BNPANL2A NL1114 AD AmsterdamDuivendrecht CSOmegam@eurofins.com BTW nr. NL B01 Nederland KvK nr

157 Tabel 1 van 3 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Monsterreferenties = MM = MM = MM3 Opgegeven bemonsteringsdatum : 03/06/ /06/ /06/2016 Ontvangstdatum opdracht : 06/06/ /06/ /06/2016 Startdatum : 06/06/ /06/ /06/2016 Monstercode : Matrix : Grond Grond Grond Monstervoorbewerking S AS3000 (steekmonster) uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd S gewicht artefact g < 1 < 1 < 1 S soort artefact nvt nvt nvt S voorbewerking AS3000 uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd Algemeen onderzoek fysisch S droogrest % 85,7 88,6 80,9 S organische stof (gec. voor lutum) % (m/m ds) 4,0 1,1 4,7 S lutumgehalte (pipetmethode) % (m/m ds) 3,8 1,2 2,3 Anorganische parameters metalen S barium (Ba) < 20 < S cadmium (Cd) < 0,20 < 0,20 < 0,20 S kobalt (Co) < 3,0 < 3,0 < 3,0 S koper (Cu) 5,4 < 5,0 < 5,0 S kwik (Hg) FIAS/Fims 0,07 < 0,05 < 0,05 S lood (Pb) S molybdeen (Mo) < 1,5 < 1,5 < 1,5 S nikkel (Ni) < 4 < 4 < 4 S zink (Zn) < 20 < 20 < 20 Organische parameters niet aromatisch S minerale olie (florisil cleanup) < 35 < 35 < 35 Organische parameters aromatisch Polycyclische koolwaterstoffen: S naftaleen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S fenantreen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S anthraceen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S fluoranteen 0,10 < 0,05 0,09 S benzo(a)antraceen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S chryseen 0,07 < 0,05 0,05 S benzo(k)fluoranteen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S benzo(a)pyreen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S benzo(ghi)peryleen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S indeno(1,2,3cd)pyreen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S som PAK (10) 0,45 0,35 0,42 Organische parameters gehalogeneerd Polychloorbifenylen: S PCB 28 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 52 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 101 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 118 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 138 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 153 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 180 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S som PCBs (7) 0,005 0,005 0,005 Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: QPITVGLSUMDAMXXI Ref.: _certificaat_v1

158 Tabel 2 van 3 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Monsterreferenties = MM = MM = MM6 Opgegeven bemonsteringsdatum : 03/06/ /06/ /06/2016 Ontvangstdatum opdracht : 06/06/ /06/ /06/2016 Startdatum : 06/06/ /06/ /06/2016 Monstercode : Matrix : Grond Grond Grond Monstervoorbewerking S AS3000 (steekmonster) uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd S gewicht artefact g < 1 < 1 < 1 S soort artefact nvt nvt nvt S voorbewerking AS3000 uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd Algemeen onderzoek fysisch S droogrest % 82,2 92,2 77,5 S organische stof (gec. voor lutum) % (m/m ds) 1,0 0,2 1,5 S lutumgehalte (pipetmethode) % (m/m ds) 4,0 < 1 10,6 Anorganische parameters metalen S barium (Ba) 22 < S cadmium (Cd) < 0,20 < 0,20 < 0,20 S kobalt (Co) < 3,0 < 3,0 < 3,0 S koper (Cu) < 5,0 < 5,0 < 5,0 S kwik (Hg) FIAS/Fims < 0,05 < 0,05 < 0,05 S lood (Pb) < 10 < 10 < 10 S molybdeen (Mo) < 1,5 < 1,5 < 1,5 S nikkel (Ni) < 4 < 4 5 S zink (Zn) < 20 < 20 < 20 Organische parameters niet aromatisch S minerale olie (florisil cleanup) < 35 < 35 < 35 Organische parameters aromatisch Polycyclische koolwaterstoffen: S naftaleen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S fenantreen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S anthraceen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S fluoranteen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S benzo(a)antraceen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S chryseen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S benzo(k)fluoranteen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S benzo(a)pyreen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S benzo(ghi)peryleen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S indeno(1,2,3cd)pyreen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S som PAK (10) 0,35 0,35 0,35 Organische parameters gehalogeneerd Polychloorbifenylen: S PCB 28 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 52 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 101 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 118 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 138 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 153 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 180 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S som PCBs (7) 0,005 0,005 0,005 Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: QPITVGLSUMDAMXXI Ref.: _certificaat_v1

159 Tabel 3 van 3 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Organische stof gehalte (gecorrigeerd voor lutum en vrij ijzer in de vorm van Fe2O3) Het organische stofgehalte is gecorrigeerd voor het in het analysecertificaat gerapporteerde lutumgehalte. Indien het lutumgehalte niet is gerapporteerd is de correctie uitgevoerd met een lutumgehalte van 5,4% (gemiddeld lutumgehalte Nederlandse bodem, AS3010/AS3210, prestatieblad organische stofgehalte in grond/waterbodem). Indien het vrij ijzergehalte is bepaald en groter is dan 5 % m/m, is bij de berekening van het organische stof gecorrigeerd voor dat gehalte aan vrij ijzer. Sommatie van concentraties voor groepsparameters De sommatie is uitgevoerd volgens AS3000 paragraaf en bijlage 3. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: QPITVGLSUMDAMXXI Ref.: _certificaat_v1

160 Oliechromatogram 1 van 6 OLIEONDERZOEK Monstercode : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Uw referentie : MM1 Methode : minerale olie (florisil cleanup) OLIECHROMATOGRAM minerale olie gehalte: <35 oliefractieverdeling ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond : Extractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking AP04 : Extractie conform NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking water : Extractie gebaseerd op ISO 93772, incl. florisil cleanup. Analyse : Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Interpretatie : Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek. De volgende aanvullende cleanup mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen cleanup : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: QPITVGLSUMDAMXXI Ref.: _certificaat_v1

161 Oliechromatogram 2 van 6 OLIEONDERZOEK Monstercode : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Uw referentie : MM2 Methode : minerale olie (florisil cleanup) OLIECHROMATOGRAM minerale olie gehalte: <35 oliefractieverdeling ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond : Extractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking AP04 : Extractie conform NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking water : Extractie gebaseerd op ISO 93772, incl. florisil cleanup. Analyse : Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Interpretatie : Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek. De volgende aanvullende cleanup mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen cleanup : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: QPITVGLSUMDAMXXI Ref.: _certificaat_v1

162 Oliechromatogram 3 van 6 OLIEONDERZOEK Monstercode : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Uw referentie : MM3 Methode : minerale olie (florisil cleanup) OLIECHROMATOGRAM minerale olie gehalte: <35 oliefractieverdeling ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond : Extractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking AP04 : Extractie conform NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking water : Extractie gebaseerd op ISO 93772, incl. florisil cleanup. Analyse : Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Interpretatie : Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek. De volgende aanvullende cleanup mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen cleanup : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: QPITVGLSUMDAMXXI Ref.: _certificaat_v1

163 Oliechromatogram 4 van 6 OLIEONDERZOEK Monstercode : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Uw referentie : MM4 Methode : minerale olie (florisil cleanup) OLIECHROMATOGRAM minerale olie gehalte: <35 oliefractieverdeling ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond : Extractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking AP04 : Extractie conform NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking water : Extractie gebaseerd op ISO 93772, incl. florisil cleanup. Analyse : Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Interpretatie : Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek. De volgende aanvullende cleanup mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen cleanup : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: QPITVGLSUMDAMXXI Ref.: _certificaat_v1

164 Oliechromatogram 5 van 6 OLIEONDERZOEK Monstercode : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Uw referentie : MM5 Methode : minerale olie (florisil cleanup) OLIECHROMATOGRAM minerale olie gehalte: <35 oliefractieverdeling ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond : Extractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking AP04 : Extractie conform NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking water : Extractie gebaseerd op ISO 93772, incl. florisil cleanup. Analyse : Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Interpretatie : Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek. De volgende aanvullende cleanup mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen cleanup : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: QPITVGLSUMDAMXXI Ref.: _certificaat_v1

165 Oliechromatogram 6 van 6 OLIEONDERZOEK Monstercode : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Uw referentie : MM6 Methode : minerale olie (florisil cleanup) OLIECHROMATOGRAM minerale olie gehalte: <35 oliefractieverdeling ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond : Extractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking AP04 : Extractie conform NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking water : Extractie gebaseerd op ISO 93772, incl. florisil cleanup. Analyse : Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Interpretatie : Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek. De volgende aanvullende cleanup mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen cleanup : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: QPITVGLSUMDAMXXI Ref.: _certificaat_v1

166 Bijlage 1 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Barcodeschema's Monstercode Uw referentie monster diepte barcode MM AA AA AA AA AA AA MM AA AA AA AA AA AA MM AA AA AA AA AA AA MM AA AA MM AA AA AA MM AA AA AA Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: QPITVGLSUMDAMXXI Ref.: _certificaat_v1

167 Bijlage 2 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Analysemethoden in Grond (AS3000) AS3000 In dit analysecertificaat zijn de met 'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond, waterbodem en grondwateronderzoek (AS SIKB 3000)". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatiecertificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Eurofins Omegam BV. Samplemate : Conform AS3000 en NENEN Droogrest : Conform AS3010 prestatieblad 2 Organische stof (gec. voor lutum) : Conform AS3010 prestatieblad 3 en gelijkwaardig aan NEN 5754 Lutumgehalte (pipetmethode) : Conform AS3010 prestatieblad 4; gelijkwaardig aan NEN 5753 Barium (Ba) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Cadmium (Cd) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Kobalt (Co) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Koper (Cu) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Kwik (Hg) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NENISO en destructie conform NEN 6961 Lood (Pb) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Molybdeen (Mo) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Nikkel (Ni) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Zink (Zn) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 en destructie conform NEN 6961 Minerale olie (florisil cleanup) : Conform AS3010 prestatieblad 7 PAKs : Conform AS3010 prestatieblad 6 PCBs : Conform AS3010 prestatieblad 8 Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: QPITVGLSUMDAMXXI Ref.: _certificaat_v1

168 MUG Ingenieursbureau b.v. T.a.v. mevrouw D. Lewerissa Postbus AC LEEK Uw kenmerk : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Ons kenmerk : Project Validatieref. : _certificaat_v1 Opdrachtverificatiecode: MBDMVWEJOSFARWDG Bijlage(n) : 2 tabel(len) + 3 oliechromatogram(men) + 2 bijlage(n) Amsterdam, 14 juni 2016 Hierbij zend ik u de resultaten van het laboratoriumonderzoek dat op uw verzoek is uitgevoerd in de door u aangeboden monsters. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Eurofins Omegam volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het geldende accreditatiecertificaat L086 en/of in de bundel "Analysevoorschriften Eurofins Omegam". De in dit onderzoek uitgevoerde onderzoeksmethoden van de geaccrediteerde analyses zijn in een aparte bijlage als onderdeel van dit analysecertificaat opgenomen. De methoden zijn, voor zover mogelijk, ontleend aan de accreditatieprogramma's/schema's en NEN EN en/of ISOvoorschriften. Ik wijs u erop dat het analysecertificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd. Ik vertrouw erop uw opdracht volledig en naar tevredenheid te hebben uitgevoerd. Heeft u naar aanleiding van deze rapportage nog vragen, dan verzoek ik u contact op te nemen met onze klantenservice. Hoogachtend, namens Eurofins Omegam, Ing. J. Tukker Manager productie Op dit certificaat zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Dit analysecertificaat mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Eurofins Omegam B.V. T +31(0) IBAN NL 16 BNPA H.J.E. Wenckbachweg 120 F +31(0) BIC BNPANL2A NL1114 AD AmsterdamDuivendrecht CSOmegam@eurofins.com BTW nr. NL B01 Nederland KvK nr

169 Tabel 1 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Monsterreferenties = = = 031 Opgegeven bemonsteringsdatum : 10/06/ /06/ /06/2016 Ontvangstdatum opdracht : 10/06/ /06/ /06/2016 Startdatum : 10/06/ /06/ /06/2016 Monstercode : Matrix : Grondwater Grondwater Grondwater Anorganische parameters metalen Metalen ICPMS (opgelost): S barium (Ba) µg/l S cadmium (Cd) µg/l < 0,2 0,22 < 0,2 S kobalt (Co) µg/l 6,5 12 9,9 S koper (Cu) µg/l 8,6 4,1 7,8 S Kwik (Hg) niet vluchtig µg/l < 0,05 < 0,05 < 0,05 S lood (Pb) µg/l < 2 < 2 < 2 S molybdeen (Mo) µg/l < 2 < 2 < 2 S nikkel (Ni) µg/l S zink (Zn) µg/l Organische parameters niet aromatisch S minerale olie (florisil cleanup) µg/l 200 < 50 < 50 Organische parameters aromatisch Vluchtige aromaten: S benzeen µg/l < 0,2 < 0,2 < 0,2 S ethylbenzeen µg/l < 0,2 < 0,2 < 0,2 S naftaleen µg/l < 0,02 < 0,02 < 0,02 S styreen µg/l < 0,2 < 0,2 < 0,2 S tolueen µg/l < 0,2 < 0,2 < 0,2 S xyleen (ortho) µg/l < 0,1 < 0,1 < 0,1 S xyleen (som m+p) µg/l < 0,2 < 0,2 < 0,2 S som xylenen µg/l 0,2 0,2 0,2 Organische parameters gehalogeneerd Vluchtige chlooralifaten: S dichloormethaan µg/l < 0,2 < 0,2 < 0,2 S 1,1dichloorethaan µg/l < 0,2 < 0,2 < 0,2 S 1,2dichloorethaan µg/l < 0,2 < 0,2 < 0,2 S 1,1dichlooretheen µg/l < 0,1 < 0,1 < 0,1 S 1,2dichlooretheen (trans) µg/l < 0,1 < 0,1 < 0,1 S 1,2dichlooretheen (cis) µg/l < 0,1 < 0,1 < 0,1 S 1,1dichloorpropaan µg/l < 0,2 < 0,2 < 0,2 S 1,2dichloorpropaan µg/l < 0,2 < 0,2 < 0,2 S 1,3dichloorpropaan µg/l < 0,2 < 0,2 < 0,2 S trichloormethaan µg/l < 0,2 < 0,2 < 0,2 S tetrachloormethaan µg/l < 0,1 < 0,1 < 0,1 S 1,1,1trichloorethaan µg/l < 0,1 < 0,1 < 0,1 S 1,1,2trichloorethaan µg/l < 0,1 < 0,1 < 0,1 S trichlooretheen µg/l < 0,2 < 0,2 < 0,2 S tetrachlooretheen µg/l < 0,1 < 0,1 < 0,1 S vinylchloride µg/l < 0,2 < 0,2 < 0,2 S som C+T dichlooretheen µg/l 0,1 0,1 0,1 S som dichloorpropanen µg/l 0,4 0,4 0,4 Vluchtige gehalogeneerde alifaten divers: S tribroommethaan µg/l < 0,2 < 0,2 < 0,2 Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: MBDMVWEJOSFARWDG Ref.: _certificaat_v1

170 Tabel 2 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Sommatie van concentraties voor groepsparameters De sommatie is uitgevoerd volgens AS3000 paragraaf en bijlage 3. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: MBDMVWEJOSFARWDG Ref.: _certificaat_v1

171 Oliechromatogram 1 van 3 OLIEONDERZOEK Monstercode : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Uw referentie : 011 Methode : minerale olie (florisil cleanup) OLIECHROMATOGRAM OLIEFRACTIEVERDELING 1) fractie > C10 C19 6 % 2) fractie C19 C29 59 % 3) fractie C29 C35 30 % 4) fractie C35 < C40 5 % minerale olie gehalte: 200 µg/l oliefractieverdeling ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond : Extractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking AP04 : Extractie conform NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking water : Extractie gebaseerd op ISO 93772, incl. florisil cleanup. Analyse : Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Interpretatie : Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek. De volgende aanvullende cleanup mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen cleanup : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: MBDMVWEJOSFARWDG Ref.: _certificaat_v1

172 Oliechromatogram 2 van 3 OLIEONDERZOEK Monstercode : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Uw referentie : 021 Methode : minerale olie (florisil cleanup) OLIECHROMATOGRAM minerale olie gehalte: <50 µg/l oliefractieverdeling ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond : Extractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking AP04 : Extractie conform NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking water : Extractie gebaseerd op ISO 93772, incl. florisil cleanup. Analyse : Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Interpretatie : Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek. De volgende aanvullende cleanup mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen cleanup : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: MBDMVWEJOSFARWDG Ref.: _certificaat_v1

173 Oliechromatogram 3 van 3 OLIEONDERZOEK Monstercode : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Uw referentie : 031 Methode : minerale olie (florisil cleanup) OLIECHROMATOGRAM minerale olie gehalte: <50 µg/l oliefractieverdeling ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond : Extractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking AP04 : Extractie conform NEN 6978, incl. florisil cleanup. Voorbewerking water : Extractie gebaseerd op ISO 93772, incl. florisil cleanup. Analyse : Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Interpretatie : Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek. De volgende aanvullende cleanup mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen cleanup : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: MBDMVWEJOSFARWDG Ref.: _certificaat_v1

174 Bijlage 1 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Barcodeschema's Monstercode Uw referentie monster diepte barcode MM YA MM YA MM YA Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: MBDMVWEJOSFARWDG Ref.: _certificaat_v1

175 Bijlage 2 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Analysemethoden in Grondwater (AS3000) AS3000 In dit analysecertificaat zijn de met 'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond, waterbodem en grondwateronderzoek (AS SIKB 3000)". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatiecertificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Eurofins Omegam BV. Barium (Ba) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NENENISO Cadmium (Cd) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NENENISO Kobalt (Co) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NENENISO Koper (Cu) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NENENISO Kwik (Hg) niet vluchtig : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NENENISO Lood (Pb) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NENENISO Molybdeen (Mo) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NENENISO Nikkel (Ni) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NENENISO Zink (Zn) : Conform AS3110 prestatieblad 3 en conform NENENISO Minerale olie (florisil cleanup) : Conform AS3110 prestatieblad 5 Aromaten (BTEXXN) : Conform AS3130 prestatieblad 1 Styreen : Conform AS3130 prestatieblad 1 Chlooralifaten : Conform AS3130 prestatieblad 1 Vinylchloride : Conform AS3130 prestatieblad 1 Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: MBDMVWEJOSFARWDG Ref.: _certificaat_v1

176 Bijlage 6 Getoetste resultaten

177 Project Certificaten Toetsing Toetsversie Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden T.12 Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb BoToVa Toetsdatum: 14 juni :46 Monsterreferentie Monsteromschrijving MM1 Analyse Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW T I Lutum/Humus Organische stof % (m/m ds) Lutum % (m/m ds) Droogrest droogrest % 85.7 Metalen ICPAES barium (Ba) < 20 < cadmium (Cd) < 0.2 < kobalt (Co) < 3 < koper (Cu) kwik (Hg) FIAS/Fims lood (Pb) molybdeen (Mo) < 1.5 < nikkel (Ni) < 4 < zink (Zn) < 20 < Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) < 35 < Polycyclische koolwaterstoffen naftaleen < 0.05 < fenantreen < 0.05 < anthraceen < 0.05 < fluoranteen benzo(a)antraceen < 0.05 < chryseen benzo(k)fluoranteen < 0.05 < benzo(a)pyreen < 0.05 < benzo(ghi)peryleen < 0.05 < indeno(1,2,3cd)pyreen < 0.05 < Sommaties som PAK (10) Polychloorbifenylen PCB 28 < < PCB 52 < < PCB 101 < < PCB 118 < < PCB 138 < < PCB 153 < < PCB 180 < < Sommaties som PCBs (7) < Toetsoordeel monster : Voldoet aan Achtergrondwaarde Pagina 1 van 6

178 Pagina 2 van 6 Monsterreferentie Monsteromschrijving MM2 Analyse Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW T I Lutum/Humus Organische stof % (m/m ds) Lutum % (m/m ds) Droogrest droogrest % 88.6 Metalen ICPAES barium (Ba) < 20 < cadmium (Cd) < 0.2 < kobalt (Co) < 3 < koper (Cu) < 5 < kwik (Hg) FIAS/Fims < 0.05 < lood (Pb) molybdeen (Mo) < 1.5 < nikkel (Ni) < 4 < zink (Zn) < 20 < Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) < 35 < Polycyclische koolwaterstoffen naftaleen < 0.05 < fenantreen < 0.05 < anthraceen < 0.05 < fluoranteen < 0.05 < benzo(a)antraceen < 0.05 < chryseen < 0.05 < benzo(k)fluoranteen < 0.05 < benzo(a)pyreen < 0.05 < benzo(ghi)peryleen < 0.05 < indeno(1,2,3cd)pyreen < 0.05 < Sommaties som PAK (10) 0.35 < Polychloorbifenylen PCB 28 < < PCB 52 < < PCB 101 < < PCB 118 < < PCB 138 < < PCB 153 < < PCB 180 < < Sommaties som PCBs (7) < Toetsoordeel monster : Voldoet aan Achtergrondwaarde Pagina 2 van 6

179 Pagina 3 van 6 Monsterreferentie Monsteromschrijving MM3 Analyse Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW T I Lutum/Humus Organische stof % (m/m ds) Lutum % (m/m ds) Droogrest droogrest % 80.9 Metalen ICPAES barium (Ba) 25 cadmium (Cd) < 0.2 < kobalt (Co) < 3 < koper (Cu) < 5 < kwik (Hg) FIAS/Fims < 0.05 < lood (Pb) molybdeen (Mo) < 1.5 < nikkel (Ni) < 4 < zink (Zn) < 20 < Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) < 35 < Polycyclische koolwaterstoffen naftaleen < 0.05 < fenantreen < 0.05 < anthraceen < 0.05 < fluoranteen benzo(a)antraceen < 0.05 < chryseen benzo(k)fluoranteen < 0.05 < benzo(a)pyreen < 0.05 < benzo(ghi)peryleen < 0.05 < indeno(1,2,3cd)pyreen < 0.05 < Sommaties som PAK (10) Polychloorbifenylen PCB 28 < < PCB 52 < < PCB 101 < < PCB 118 < < PCB 138 < < PCB 153 < < PCB 180 < < Sommaties som PCBs (7) < Toetsoordeel monster : Voldoet aan Achtergrondwaarde Pagina 3 van 6

180 Pagina 4 van 6 Monsterreferentie Monsteromschrijving MM4 Analyse Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW T I Lutum/Humus Organische stof % (m/m ds) Lutum % (m/m ds) Droogrest droogrest % 82.2 Metalen ICPAES barium (Ba) 22 cadmium (Cd) < 0.2 < kobalt (Co) < 3 < koper (Cu) < 5 < kwik (Hg) FIAS/Fims < 0.05 < lood (Pb) < 10 < molybdeen (Mo) < 1.5 < nikkel (Ni) < 4 < zink (Zn) < 20 < Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) < 35 < Polycyclische koolwaterstoffen naftaleen < 0.05 < fenantreen < 0.05 < anthraceen < 0.05 < fluoranteen < 0.05 < benzo(a)antraceen < 0.05 < chryseen < 0.05 < benzo(k)fluoranteen < 0.05 < benzo(a)pyreen < 0.05 < benzo(ghi)peryleen < 0.05 < indeno(1,2,3cd)pyreen < 0.05 < Sommaties som PAK (10) 0.35 < Polychloorbifenylen PCB 28 < < PCB 52 < < PCB 101 < < PCB 118 < < PCB 138 < < PCB 153 < < PCB 180 < < Sommaties som PCBs (7) < Toetsoordeel monster : Voldoet aan Achtergrondwaarde Pagina 4 van 6

181 Pagina 5 van 6 Monsterreferentie Monsteromschrijving MM5 Analyse Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW T I Lutum/Humus Organische stof % (m/m ds) Lutum % (m/m ds) Droogrest droogrest % 92.2 Metalen ICPAES barium (Ba) < 20 < cadmium (Cd) < 0.2 < kobalt (Co) < 3 < koper (Cu) < 5 < kwik (Hg) FIAS/Fims < 0.05 < lood (Pb) < 10 < molybdeen (Mo) < 1.5 < nikkel (Ni) < 4 < zink (Zn) < 20 < Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) < 35 < Polycyclische koolwaterstoffen naftaleen < 0.05 < fenantreen < 0.05 < anthraceen < 0.05 < fluoranteen < 0.05 < benzo(a)antraceen < 0.05 < chryseen < 0.05 < benzo(k)fluoranteen < 0.05 < benzo(a)pyreen < 0.05 < benzo(ghi)peryleen < 0.05 < indeno(1,2,3cd)pyreen < 0.05 < Sommaties som PAK (10) 0.35 < Polychloorbifenylen PCB 28 < < PCB 52 < < PCB 101 < < PCB 118 < < PCB 138 < < PCB 153 < < PCB 180 < < Sommaties som PCBs (7) < Toetsoordeel monster : Voldoet aan Achtergrondwaarde Pagina 5 van 6

182 Pagina 6 van 6 Monsterreferentie Monsteromschrijving MM6 Analyse Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW T I Lutum/Humus Organische stof % (m/m ds) Lutum % (m/m ds) Droogrest droogrest % 77.5 Metalen ICPAES barium (Ba) 29 cadmium (Cd) < 0.2 < kobalt (Co) < 3 < koper (Cu) < 5 < kwik (Hg) FIAS/Fims < 0.05 < lood (Pb) < 10 < molybdeen (Mo) < 1.5 < nikkel (Ni) zink (Zn) < 20 < Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) < 35 < Polycyclische koolwaterstoffen naftaleen < 0.05 < fenantreen < 0.05 < anthraceen < 0.05 < fluoranteen < 0.05 < benzo(a)antraceen < 0.05 < chryseen < 0.05 < benzo(k)fluoranteen < 0.05 < benzo(a)pyreen < 0.05 < benzo(ghi)peryleen < 0.05 < indeno(1,2,3cd)pyreen < 0.05 < Sommaties som PAK (10) 0.35 < Polychloorbifenylen PCB 28 < < PCB 52 < < PCB 101 < < PCB 118 < < PCB 138 < < PCB 153 < < PCB 180 < < Sommaties som PCBs (7) < Toetsoordeel monster : Voldoet aan Achtergrondwaarde Geen toetsoordeel mogelijk <= Achtergrondwaarde Pagina 6 van 6

183 Project Certificaten Toetsing Toetsversie Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden T.1 Beoordeling kwaliteit van grond en bagger bij toepassing op of in de bodem BoToVa Toetsdatum: 14 juni :47 Monsterreferentie Monsteromschrijving MM1 Analyse Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW WO IND Lutum/Humus Organische stof % (m/m ds) Lutum % (m/m ds) Droogrest droogrest % 85.7 Metalen ICPAES barium (Ba) < 20 < cadmium (Cd) < 0.2 < kobalt (Co) < 3 < koper (Cu) kwik (Hg) FIAS/Fims lood (Pb) molybdeen (Mo) < 1.5 < nikkel (Ni) < 4 < zink (Zn) < 20 < Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) < 35 < Polycyclische koolwaterstoffen naftaleen < 0.05 < fenantreen < 0.05 < anthraceen < 0.05 < fluoranteen benzo(a)antraceen < 0.05 < chryseen benzo(k)fluoranteen < 0.05 < benzo(a)pyreen < 0.05 < benzo(ghi)peryleen < 0.05 < indeno(1,2,3cd)pyreen < 0.05 < Sommaties som PAK (10) Polychloorbifenylen PCB 28 < < PCB 52 < < PCB 101 < < PCB 118 < < PCB 138 < < PCB 153 < < PCB 180 < < Sommaties som PCBs (7) < Toetsoordeel monster : Altijd toepasbaar Pagina 1 van 6

184 Pagina 2 van 6 Monsterreferentie Monsteromschrijving MM2 Analyse Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW WO IND Lutum/Humus Organische stof % (m/m ds) Lutum % (m/m ds) Droogrest droogrest % 88.6 Metalen ICPAES barium (Ba) < 20 < cadmium (Cd) < 0.2 < kobalt (Co) < 3 < koper (Cu) < 5 < kwik (Hg) FIAS/Fims < 0.05 < lood (Pb) molybdeen (Mo) < 1.5 < nikkel (Ni) < 4 < zink (Zn) < 20 < Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) < 35 < Polycyclische koolwaterstoffen naftaleen < 0.05 < fenantreen < 0.05 < anthraceen < 0.05 < fluoranteen < 0.05 < benzo(a)antraceen < 0.05 < chryseen < 0.05 < benzo(k)fluoranteen < 0.05 < benzo(a)pyreen < 0.05 < benzo(ghi)peryleen < 0.05 < indeno(1,2,3cd)pyreen < 0.05 < Sommaties som PAK (10) 0.35 < Polychloorbifenylen PCB 28 < < PCB 52 < < PCB 101 < < PCB 118 < < PCB 138 < < PCB 153 < < PCB 180 < < Sommaties som PCBs (7) < Toetsoordeel monster : Altijd toepasbaar Pagina 2 van 6

185 Pagina 3 van 6 Monsterreferentie Monsteromschrijving MM3 Analyse Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW WO IND Lutum/Humus Organische stof % (m/m ds) Lutum % (m/m ds) Droogrest droogrest % 80.9 Metalen ICPAES barium (Ba) 25 cadmium (Cd) < 0.2 < kobalt (Co) < 3 < koper (Cu) < 5 < kwik (Hg) FIAS/Fims < 0.05 < lood (Pb) molybdeen (Mo) < 1.5 < nikkel (Ni) < 4 < zink (Zn) < 20 < Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) < 35 < Polycyclische koolwaterstoffen naftaleen < 0.05 < fenantreen < 0.05 < anthraceen < 0.05 < fluoranteen benzo(a)antraceen < 0.05 < chryseen benzo(k)fluoranteen < 0.05 < benzo(a)pyreen < 0.05 < benzo(ghi)peryleen < 0.05 < indeno(1,2,3cd)pyreen < 0.05 < Sommaties som PAK (10) Polychloorbifenylen PCB 28 < < PCB 52 < < PCB 101 < < PCB 118 < < PCB 138 < < PCB 153 < < PCB 180 < < Sommaties som PCBs (7) < Toetsoordeel monster : Altijd toepasbaar Pagina 3 van 6

186 Pagina 4 van 6 Monsterreferentie Monsteromschrijving MM4 Analyse Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW WO IND Lutum/Humus Organische stof % (m/m ds) Lutum % (m/m ds) Droogrest droogrest % 82.2 Metalen ICPAES barium (Ba) 22 cadmium (Cd) < 0.2 < kobalt (Co) < 3 < koper (Cu) < 5 < kwik (Hg) FIAS/Fims < 0.05 < lood (Pb) < 10 < molybdeen (Mo) < 1.5 < nikkel (Ni) < 4 < zink (Zn) < 20 < Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) < 35 < Polycyclische koolwaterstoffen naftaleen < 0.05 < fenantreen < 0.05 < anthraceen < 0.05 < fluoranteen < 0.05 < benzo(a)antraceen < 0.05 < chryseen < 0.05 < benzo(k)fluoranteen < 0.05 < benzo(a)pyreen < 0.05 < benzo(ghi)peryleen < 0.05 < indeno(1,2,3cd)pyreen < 0.05 < Sommaties som PAK (10) 0.35 < Polychloorbifenylen PCB 28 < < PCB 52 < < PCB 101 < < PCB 118 < < PCB 138 < < PCB 153 < < PCB 180 < < Sommaties som PCBs (7) < Toetsoordeel monster : Altijd toepasbaar Pagina 4 van 6

187 Pagina 5 van 6 Monsterreferentie Monsteromschrijving MM5 Analyse Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW WO IND Lutum/Humus Organische stof % (m/m ds) Lutum % (m/m ds) Droogrest droogrest % 92.2 Metalen ICPAES barium (Ba) < 20 < cadmium (Cd) < 0.2 < kobalt (Co) < 3 < koper (Cu) < 5 < kwik (Hg) FIAS/Fims < 0.05 < lood (Pb) < 10 < molybdeen (Mo) < 1.5 < nikkel (Ni) < 4 < zink (Zn) < 20 < Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) < 35 < Polycyclische koolwaterstoffen naftaleen < 0.05 < fenantreen < 0.05 < anthraceen < 0.05 < fluoranteen < 0.05 < benzo(a)antraceen < 0.05 < chryseen < 0.05 < benzo(k)fluoranteen < 0.05 < benzo(a)pyreen < 0.05 < benzo(ghi)peryleen < 0.05 < indeno(1,2,3cd)pyreen < 0.05 < Sommaties som PAK (10) 0.35 < Polychloorbifenylen PCB 28 < < PCB 52 < < PCB 101 < < PCB 118 < < PCB 138 < < PCB 153 < < PCB 180 < < Sommaties som PCBs (7) < Toetsoordeel monster : Altijd toepasbaar Pagina 5 van 6

188 Pagina 6 van 6 Monsterreferentie Monsteromschrijving MM6 Analyse Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW WO IND Lutum/Humus Organische stof % (m/m ds) Lutum % (m/m ds) Droogrest droogrest % 77.5 Metalen ICPAES barium (Ba) 29 cadmium (Cd) < 0.2 < kobalt (Co) < 3 < koper (Cu) < 5 < kwik (Hg) FIAS/Fims < 0.05 < lood (Pb) < 10 < molybdeen (Mo) < 1.5 < nikkel (Ni) zink (Zn) < 20 < Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) < 35 < Polycyclische koolwaterstoffen naftaleen < 0.05 < fenantreen < 0.05 < anthraceen < 0.05 < fluoranteen < 0.05 < benzo(a)antraceen < 0.05 < chryseen < 0.05 < benzo(k)fluoranteen < 0.05 < benzo(a)pyreen < 0.05 < benzo(ghi)peryleen < 0.05 < indeno(1,2,3cd)pyreen < 0.05 < Sommaties som PAK (10) 0.35 < Polychloorbifenylen PCB 28 < < PCB 52 < < PCB 101 < < PCB 118 < < PCB 138 < < PCB 153 < < PCB 180 < < Sommaties som PCBs (7) < Toetsoordeel monster : Altijd toepasbaar Geen toetsoordeel mogelijk <= Achtergrondwaarde Pagina 6 van 6

189 Project Certificaten Toetsing Toetsversie Boskamp/Secr. Buitenveldlaan te Roden T.13 Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb BoToVa Toetsdatum: 14 juni :48 Monsterreferentie Monsteromschrijving 011 Analyse Eenheid Analyseres. Toetsoordeel S T I Metalen ICPMS (opgelost) barium (Ba) µg/l S cadmium (Cd) µg/l < kobalt (Co) µg/l koper (Cu) µg/l Kwik (Hg) niet vluchtig µg/l < lood (Pb) µg/l < molybdeen (Mo) µg/l < nikkel (Ni) µg/l S zink (Zn) µg/l Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) µg/l S Vluchtige aromaten benzeen µg/l < ethylbenzeen µg/l < naftaleen µg/l < styreen µg/l < tolueen µg/l < xyleen (ortho) µg/l < 0.1 xyleen (som m+p) µg/l < 0.2 Sommaties aromaten som xylenen µg/l Vluchtige chlooralifaten dichloormethaan µg/l < ,1dichloorethaan µg/l < ,2dichloorethaan µg/l < ,1dichlooretheen µg/l < ,2dichlooretheen (trans) µg/l < 0.1 1,2dichlooretheen (cis) µg/l < 0.1 1,1dichloorpropaan µg/l < 0.2 1,2dichloorpropaan µg/l < 0.2 1,3dichloorpropaan µg/l < 0.2 trichloormethaan µg/l < tetrachloormethaan µg/l < ,1,1trichloorethaan µg/l < ,1,2trichloorethaan µg/l < trichlooretheen µg/l < tetrachlooretheen µg/l < vinylchloride µg/l < Sommaties som C+T dichlooretheen µg/l som dichloorpropanen µg/l Vluchtige gehalogeneerde alifaten divers tribroommethaan µg/l < 630 Toetsoordeel monster : Overschrijding Streefwaarde Pagina 1 van 3

190 Pagina 2 van 3 Monsterreferentie Monsteromschrijving 021 Analyse Eenheid Analyseres. Toetsoordeel S T I Metalen ICPMS (opgelost) barium (Ba) µg/l S cadmium (Cd) µg/l kobalt (Co) µg/l koper (Cu) µg/l Kwik (Hg) niet vluchtig µg/l < lood (Pb) µg/l < molybdeen (Mo) µg/l < nikkel (Ni) µg/l S zink (Zn) µg/l S Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) µg/l < Vluchtige aromaten benzeen µg/l < ethylbenzeen µg/l < naftaleen µg/l < styreen µg/l < tolueen µg/l < xyleen (ortho) µg/l < 0.1 xyleen (som m+p) µg/l < 0.2 Sommaties aromaten som xylenen µg/l Vluchtige chlooralifaten dichloormethaan µg/l < ,1dichloorethaan µg/l < ,2dichloorethaan µg/l < ,1dichlooretheen µg/l < ,2dichlooretheen (trans) µg/l < 0.1 1,2dichlooretheen (cis) µg/l < 0.1 1,1dichloorpropaan µg/l < 0.2 1,2dichloorpropaan µg/l < 0.2 1,3dichloorpropaan µg/l < 0.2 trichloormethaan µg/l < tetrachloormethaan µg/l < ,1,1trichloorethaan µg/l < ,1,2trichloorethaan µg/l < trichlooretheen µg/l < tetrachlooretheen µg/l < vinylchloride µg/l < Sommaties som C+T dichlooretheen µg/l som dichloorpropanen µg/l Vluchtige gehalogeneerde alifaten divers tribroommethaan µg/l < 630 Toetsoordeel monster : Overschrijding Streefwaarde Pagina 2 van 3

191 Pagina 3 van 3 Monsterreferentie Monsteromschrijving 031 Analyse Eenheid Analyseres. Toetsoordeel S T I Metalen ICPMS (opgelost) barium (Ba) µg/l S cadmium (Cd) µg/l < kobalt (Co) µg/l koper (Cu) µg/l Kwik (Hg) niet vluchtig µg/l < lood (Pb) µg/l < molybdeen (Mo) µg/l < nikkel (Ni) µg/l zink (Zn) µg/l S Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) µg/l < Vluchtige aromaten benzeen µg/l < ethylbenzeen µg/l < naftaleen µg/l < styreen µg/l < tolueen µg/l < xyleen (ortho) µg/l < 0.1 xyleen (som m+p) µg/l < 0.2 Sommaties aromaten som xylenen µg/l Vluchtige chlooralifaten dichloormethaan µg/l < ,1dichloorethaan µg/l < ,2dichloorethaan µg/l < ,2dichlooretheen (trans) µg/l < 0.1 1,1dichlooretheen µg/l < ,2dichlooretheen (cis) µg/l < 0.1 1,1dichloorpropaan µg/l < 0.2 1,2dichloorpropaan µg/l < 0.2 1,3dichloorpropaan µg/l < 0.2 trichloormethaan µg/l < tetrachloormethaan µg/l < ,1,1trichloorethaan µg/l < ,1,2trichloorethaan µg/l < trichlooretheen µg/l < tetrachlooretheen µg/l < vinylchloride µg/l < Sommaties som C+T dichlooretheen µg/l som dichloorpropanen µg/l Vluchtige gehalogeneerde alifaten divers tribroommethaan µg/l < 630 Toetsoordeel monster : Overschrijding Streefwaarde x S Geen toetsoordeel mogelijk <= Streefwaarde x maal Streefwaarde Pagina 3 van 3

192 190 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

193 Bijlage 5 Asbestonderzoek 191 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

194 Verkennend asbestonderzoek Boskamp te Roden opdrachtgever datum auteur projectleider tweedelijnscontroleur projectnummer status Woon borg 13 februari 2017 mevrouw D.W.S. van SleenLewerissa de heer A.G. Wegman de heer D. van der Walde definitief.. Protocol 2018 Eerland 111. Certification "

195 projectnummer februari 2017 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 1 2 Locatiegegevens Onderzoekslocatie Historische gegevens en bodeminformatie 2 3 Uitvoering van het verkennend asbestonderzoek Onderzoeksstrategie Uitgevoerde werkzaamheden en analyses Bodemopbouw en zintuiglijke waarnemingen Monsterneming en analyse 5 4 Resultaten Toetswijze en terminologie asbest Resultaten verkennend asbestonderzoek Bespreking onderzoeksresultaten 6 5 Samenvatting en conclusies 7 BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Situering van de onderzoekslocatie Overzicht van de onderzoekslocatie Kadastrale situatie Boorprofielen Analysecertificaten

196 projectnummer februari 2017 pagina 1 van 7 1 Inleiding In opdracht van Woonborg heeft MUG Ingenieursbureau een verkennend onderzoek naar asbest in bodem uitgevoerd ter plaatse van een braakliggend terrein aan de Boskamp te Roden. In juni 2016 is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Tijdens het veldwerk zijn asbesthoudende materialen aangetroffen op het maaiveld en ter plaatse van een depot grond. Het depot is inmiddels verwijderd. Doel van het verkennend bodemonderzoek asbest is het vaststellen of er asbest aanwezig is in de bodem. De werkzaamheden zijn uitgevoerd conform en onder certificaat van de nu geldende BRL SIKB 2000 en het bijbehorende protocol MUG Ingenieursbureau is gecertificeerd voor het procescertificaat Veldwerk bij milieuhygiënisch (water)bodemonderzoek en staat geregistreerd als Kwaliboerkend bedrijf (erkend bodemintermediair). MUG Ingenieursbureau verklaart hierbij geen juridische relatie te hebben met (de bedrijfsorganisatie van) de eigenaar van de onderzoekslocatie en/of de opdrachtgever van het bodemonderzoek. MUG Ingenieursbureau heeft het bodemonderzoek als onafhankelijke organisatie uitgevoerd. In deze rapportage wordt verslag gedaan van de verrichte werkzaamheden, de resultaten en de aan de resultaten te verbinden conclusies.

197 projectnummer februari 2017 pagina 2 van 7 2 Locatiegegevens 2.1 Onderzoekslocatie De onderzoekslocatie betreft het perceel op de hoek van de Boskamp en de Secretaris Buiteveldlaan te Roden. De gegevens van de onderzoekslocatie zijn weergegeven in de volgende tabel. Tabel 2.1 Overzicht locatiegegevens Adres Plaats Huidige bestemming Boskamp en de Secretaris Buiteveldlaan Kadastrale gemeente Toekomstige bestemming Roden braakliggend woningbouw ja Sectie Nr. Oppervlakte onderzoekslocatie Roden I 5121 (ged.), 2457, 4845, 4846, 4847, 4848 Gebruik onderzoekslocatie Grondverzet verwacht Coördinaten X/Y 1,6 ha braakliggend / De bebouwing (voormalige school, bibliotheek en woningen) zijn inmiddels gesloopt. Het noordelijke deel van de locatie is sterk begroeid. 2.2 Historische gegevens en bodeminformatie Voor zover dat bekend is, hebben op de locatie geen dempingen of ophogingen plaatsgevonden. Uit informatie van de opdrachtgever, het landelijke bodemloket en gemeente Roden blijkt dat op de locatie (Boskamp 39) een ondergrondse (HBO)tank heeft gelegen. De tank is in 2000 inwendig gereinigd, verwijderd en afgevoerd naar een tankverschrotingsbedrijf. Het leidingwerk is inwendig gereinigd en verwijderd. Voor zover dat bekend is, is er geen bodemverontreiniging achtergebleven. Op de locatie zijn de volgende onderzoeken uitgevoerd. Tabel 2.2 Overzicht eerder uitgevoerde onderzoeken Onderzoek Locatie Datum Uitgevoerd door Verkennend bodemonderzoek Boskamp/Secr. Buiteveldlaan Roden Partijkeuring Mr. Apothekerstraat 13 Roden Rapportkenmerk MUG Ingenieursbureau Klijn bodemonderzoek BV 16KL253 Verkennend bodemonderzoek Tijdens de veldwerkzaamheden van het verkennend bodemonderzoek zijn asbesthoudende materialen aangetroffen op een deel van de locatie. Waarschijnlijk gaat het om enkele stukjes asbest, echter, het kan niet worden uitgesloten dat er nu asbest in de bodem terecht is gekomen. De onderzoeksresultaten betreffende het verkennend bodemonderzoek vormen geen aanleiding tot de uitvoering van een nader bodemonderzoek en vormen geen belemmering voor de voorgenomen aanvraag van een omgevingsvergunning voor bouwen. De bodem op de onderzoekslocatie is geschikt voor de functie wonen met tuin. Na indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit is de onderzochte grond beoordeeld als kwaliteitsklasse altijd toepasbaar. Indien grond vanaf de locatie wordt afgevoerd, is bij hergebruik elders het Besluit bodemkwaliteit van toepassing. Voor toepassing van de grond elders dient toestemming te worden verkregen van het bevoegd gezag en kan onderzoek conform het Besluit bodemkwaliteit gevraagd worden.

198 projectnummer februari 2017 pagina 3 van 7 Partijkeuring grond De partij grond is beoordeeld als kwaliteitsklasse AW2000 (schone grond). Op basis van bovenstaande gegevens worden onderstaande deellocaties onderscheiden. Tabel 2.3 Overzicht deellocaties Deel locatie Omschrijving Hypothese Reden (indien verdacht) Verdachte parameters A AVM maaiveld verdacht Asbest op het maaiveld aangetroffen asbest B AVM depot verdacht Asbest t.p.v. depot asbest C Overig terrein onverdacht

199 projectnummer februari 2017 pagina 4 van 7 3 Uitvoering van het verkennend asbestonderzoek 3.1 Onderzoeksstrategie Het verkennend asbestonderzoek is verricht conform de strategie voor een verdachte locatie met een plaatselijke bodembelasting en een duidelijke kern, volgens de NEN In de volgende tabel is een overzicht weergegeven van de uitgevoerde werkzaamheden. Tabel 3.1 Overzicht uitgevoerde werkzaamheden Omschrijving Gaten Analyses plaatmateriaal Analyses grond Deellocatie A: AVM maaiveld 3 gaten 1 x asbest in grond (< 16 mm) Deellocatie B: AVM depot 3 gaten 1 x asbest in grond (< 16 mm) Deellocatie C: Overig terrein De onderzoeksinspanning ter plaatse van deellocatie C heeft zicht beperkt tot een maaiveldinspectie, ter verificatie of hier geen asbestverdachte materialen aanwezig zijn op het maaiveld. 3.2 Uitgevoerde werkzaamheden en analyses Deze werkzaamheden zijn 26 januari 2017 verricht door een voor protocol 2018 gecertificeerd medewerker van MUG Ingenieursbureau (de heer J. Dikkema). Voorafgaand aan de veldwerkzaamheden is er een KLICmelding verricht ter bepaling van de ligging van kabels en leidingen op de onderzoekslocatie. Ter plaatse van de onderzoekslocatie is een maaiveldinspectie uitgevoerd conform NEN De inspectie is uitgevoerd bij voldoende daglicht en droog/helder weer. Op het moment van uitvoering was er vorst in de grond. Circa 80% van het maaiveld is bedekt met vegetatie (gras). Op basis van de locatiespecifieke omstandigheden en het weer is de inspectieefficiëntie als voldoende beschouwd (5070%). Het opgegraven materiaal uit de zes gaten is met behulp van een hark (20 mm) verspreid en beoordeeld op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen (voorbehandeling). In verband met de vorst in de grond is er niet gezeefd. Er zijn geen asbestverdachte plaatmaterialen aangetroffen in de geharkte grond. 3.3 Bodemopbouw en zintuiglijke waarnemingen Bij het graven van de boorgaten is het opgegraven materiaal beschreven en beoordeeld op kleur, textuur en zintuiglijk waarneembare verontreinigingen. De bodemopbouw is per boorgat omschreven conform NEN Tijdens het veldwerk deden zich geen bijzonderheden voor. De globale bodemopbouw van de locatie is afgeleid uit de uitgevoerde boringen en is weergegeven in de volgende tabel. Tabel 3.2 Globale bodemopbouw van de locatie Diepte (mmv) Omschrijving 0,00,5 zwak siltig, zwak humeus, matig fijn zand 0,51,0 zwak siltig, matig fijn zand Op het maaiveld en in de bodemlagen zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. In de opgeboorde grond zijn geen bijzonderheden waargenomen. In de opgegraven en opgeboorde grond zijn de in onderstaande tabel weergegeven bijzonderheden waargenomen.

200 projectnummer februari 2017 pagina 5 van 7 Tabel 3.3 Zintuiglijk afwijkingen Boring Traject Grondsoort Waargenomen bijzonderheden (mmv) gat 1 0,00 0,50 Zand zwak puinhoudend gat 2 0,00 0,50 Zand zwak puinhoudend, Rood puin gat 3 0,00 0,50 Zand zwak puinhoudend, Rood puin gat 4 0,00 0,50 Zand zwak puinhoudend gat 5 0,00 0,50 Zand zwak puinhoudend 0,50 1,00 Zand pvc buis gat 6 0,00 0,50 Zand zwak puinhoudend Een gedetailleerde beschrijving van de bodemopbouw en de zintuiglijke waarnemingen is weergegeven in de boorprofielen, die zijn opgenomen in bijlage Monsterneming en analyse In de volgende tabel is een overzicht weergegeven van de samengestelde (grond)monsters en de bijbehorende analyses. Tabel 3.4 Overzicht (grond)monsters en uitgevoerde analyses Monster Traject (mmv) Asbestverdachte materialen aangetroffen Analyse MMA1 gat 1 (0,00 0,50) Nee AS3000 : Asbest grond NEN5707 < 15kg gat 2 (0,00 0,50) gat 3 (0,00 0,50) MMA2 gat 4 (0,00 0,50) gat 5 (0,00 0,50) gat 6 (0,00 0,50) Nee AS3000 : Asbest grond NEN5707 < 15kg De analyses zijn uitgevoerd door het door de Raad van Accreditatie geaccrediteerde testlaboratorium Omegam te Amsterdam.

201 projectnummer februari 2017 pagina 6 van 7 4 Resultaten 4.1 Toetswijze en terminologie asbest De analyseresultaten van het asbestonderzoek zijn getoetst aan de hergebruiksnorm. Voor de toetsing van het gehalte aan asbest zijn de streefwaarde en de interventiewaarde gelijkgesteld op 100 mg/kg Totaal asbest ds gewogen (hergebruiksnorm). Het gehalte aan totaal asbest ds gewogen wordt bepaald door de amfibole concentratie (amosiet en crocidoliet) te vermenigvuldigen met een factor 10 en deze op te tellen bij de serpentijnconcentratie (chrysotiel). 4.2 Resultaten verkennend asbestonderzoek In de onderliggende bodemlagen zijn zintuiglijk en analytisch geen asbesthoudende materialen aangetroffen. Een overzicht van de analyseresultaten is weergegeven in de volgende tabel. De analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage 5. De berekende gehalten aan asbest zijn weergegeven in bijlage 6. Tabel 4.1 Analyseresultaten Monster Gat berekende gehalten (> 16 mm) MMA1 gat 1 (0,00 0,50) gat 2 (0,00 0,50) gat 3 (0,00 0,50) MMA2 gat 4 (0,00 0,50) gat 5 (0,00 0,50) gat 6 (0,00 0,50) Analyse grond (< 16 mm) Totaal concentratie aan asbest < 0,3 mg/kg d.s. < 1,5 mg/kg d.s. 4.3 Bespreking onderzoeksresultaten Op het maaiveld en in de bodemlagen zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen aangetroffen. Ter plaatse van de asbestverdachte deellocaties is analytisch in de bovengrond geen asbest aangetroffen.

202 projectnummer februari 2017 pagina 7 van 7 5 Samenvatting en conclusies Algemeen In opdracht van Woonborg heeft MUG Ingenieursbureau een verkennend onderzoek naar asbest in bodem uitgevoerd ter plaatse van een braakliggend terrein aan de Boskamp te Roden. In juni 2016 is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Tijdens het veldwerk zijn asbesthoudende materialen aangetroffen op het maaiveld en ter plaatse van een depot grond. Het depot is inmiddels verwijderd. Doel van het verkennend bodemonderzoek asbest is het vaststellen of er asbest aanwezig is in de bodem. Onderzoeksresultaten Vooronderzoek Op basis van het vooronderzoek is de locatie als verdacht beschouwd op het voorkomen van asbest in een gehalte beneden de hergebruiksnorm. Veldwerk Op het maaiveld en in het opgeboorde materiaal zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. Analyseresultaten In de grond (< 16 mm) is analytisch geen asbest aangetoond in het traject van 0,00,5 mmv. Conclusie Geconcludeerd wordt dat het aanwezig asbest zich beperkt tot de tijdens het voorgaande onderzoek aangetroffen plaatjes. De bodem is niet asbesthoudend. Tot slot dient opgemerkt te worden dat de conclusie is gebaseerd op het vooronderzoek en de onderzoeksresultaten van dit onderzoek. Bij eventueel grondverzet dient men rekening te houden met mogelijk plaatselijk voorkomende (zintuiglijke) afwijkingen.

203 Bijlage 1 Situering van de onderzoekslocatie

204 Projectnaam : V.asbestonderzoek Boskamp Roden Situering van de onderzoekslocatie Projectnummer : Bijlage : 1 Schaal : 1:25000

205 Bijlage 2 Overzicht van de onderzoekslocatie

206 Secretaris Buiteveldlaan Foto 1 11A Wethouder Deodatusplantsoen Foto G01 G02 F Foto G03 LEGENDA 10 bestaande bebouwing huisnummer kadastrale grens G05 G04 G06 F1 F Meester Apothekerstraat G06 F3 kadastrale nummer inspectiegat fotolocatie AVM op mv. MUG 2016 onderzoeksgrens AHu DLe Eerste uitgave m Wijz. Get. Gec. Omschrijving Datum Project: Opdrachtgever: Onderdeel: Verkennend asbestonderzoek Boskamp Roden Woonborg Overzicht van de onderzoekslocatie Infra Milieu GeoICT Archeologie Geoinformatie Zernikelaan 8 Postbus AC LEEK Tel. (0594) Fax. (0594) info@mug.nl Internet DEFINITIEF Projectnummer: Schaal: 1:500 Formaat: A2 Bijlage: 2

207 Bijlage 3 Kadastrale situatie

208 Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: secr.buitenveldlaan mr.apothekerstraat Boskamp mr.schaapstraat m 10 m 50 m Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 20 mei 2016 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers Schaal 1:1000 Kadastrale gemeente Sectie Perceel RODEN I 5121 Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

209 Omgevingskaart Klantreferentie: m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: Hier bevindt zich Kadastraal object RODEN I 2457 Boskamp 39, 9301 BH RODEN CCBY Kadaster.

210 Kadastraal bericht object pagina 1 van 1 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: RODEN I Meester Apothekerstraat BL RODEN 16:08:04 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: RODEN I 5121 Grootte: 57 a 10 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: WONEN WEGEN Locatie: Meester Apothekerstraat BL RODEN Ontstaan op: Ontstaan uit: RODEN I 5034 gedeeltelijk Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster. Gerechtigde EIGENDOM Gemeente Noordenveld Raadhuisstraat AA RODEN Zetel: RODEN KvKnummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvKnummer. Recht ontleend aan: 84 RDN01/20623 d.d Eerst genoemde object in brondocument: RODEN I 4567 Recht ontleend aan: HYP4 7037/35 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in brondocument: RODEN I 5121 Nog niet (volledig) verwerkte brondocumenten: HYP /117 d.d HYP /124 d.d Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

211 Kadastraal bericht object pagina 1 van 1 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: RODEN I Boskamp BH RODEN 16:06:45 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: RODEN I 2457 Grootte: 40 a 80 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: ONDERWIJS RECREATIE SPORT Locatie: Boskamp BH RODEN Koopsom: Jaar: 1997 Oorspronkelijke koopsom is NLG Ontstaan op: Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster. Gerechtigde EIGENDOM Gemeente Noordenveld Raadhuisstraat AA RODEN Zetel: RODEN KvKnummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvKnummer. Recht ontleend aan: HYP4 6270/34 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in RODEN I 2457 brondocument: Recht ontleend aan: HYP4 7037/35 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in brondocument: RODEN I 2457 Nog niet (volledig) verwerkte brondocumenten: HYP /117 d.d HYP /124 d.d Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

212 Kadastraal bericht object pagina 1 van 2 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: RODEN I Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN 16:06:07 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: RODEN I 4845 Grootte: 14 a 10 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: WONEN ERF TUIN Locatie: Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Jaar: 1999 (Met meer onroerend goed verkregen) Ontstaan op: Ontstaan uit: RODEN I 3214 gedeeltelijk Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster.

213 Kadastraal bericht object pagina 2 van 2 Kadaster Betreft: RODEN I Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN 16:06:07 Uw referentie: Toestandsdatum: Gerechtigde EIGENDOM Stichting Woonborg Tynaarlosestraat AA VRIES Zetel: TYNAARLO KvKnummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvKnummer. Recht ontleend aan: HYP4 7086/28 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in RODEN I 4845 brondocument: Recht ontleend aan: HYP4 7453/37 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in brondocument: RODEN I 4845 Nog niet (volledig) verwerkte brondocumenten: HYP /45 d.d HYP4 7086/28 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING HYP4 7502/37 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING HYP4 4918/49 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

214 Kadastraal bericht object pagina 1 van 2 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: RODEN I Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN 16:07:34 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: RODEN I 4846 Grootte: 17 a 60 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: WONEN ERF TUIN Locatie: Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Jaar: 1999 (Met meer onroerend goed verkregen) Ontstaan op: Ontstaan uit: RODEN I 3214 gedeeltelijk Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster.

215 Kadastraal bericht object pagina 2 van 2 Kadaster Betreft: RODEN I Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN 16:07:34 Uw referentie: Toestandsdatum: Gerechtigde EIGENDOM Stichting Woonborg Tynaarlosestraat AA VRIES Zetel: TYNAARLO KvKnummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvKnummer. Recht ontleend aan: HYP4 7086/28 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in RODEN I 4846 brondocument: Recht ontleend aan: HYP4 7453/37 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in brondocument: RODEN I 4846 Nog niet (volledig) verwerkte brondocumenten: HYP /45 d.d HYP4 7086/28 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING HYP4 7502/37 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING HYP4 4918/49 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

216 Kadastraal bericht object pagina 1 van 1 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: RODEN I Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN 14:51:11 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: RODEN I 4847 Grootte: 15 a 90 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: WONEN ERF TUIN Locatie: Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Secretaris Buiteveldlaan BN RODEN Jaar: 1999 (Met meer onroerend goed verkregen) Ontstaan op: Ontstaan uit: RODEN I 3214 gedeeltelijk Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster. Gerechtigde EIGENDOM Stichting Woonborg Tynaarlosestraat AA VRIES Zetel: TYNAARLO KvKnummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvKnummer. Recht ontleend aan: HYP4 7086/28 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in RODEN I 4847 brondocument: Recht ontleend aan: HYP4 7453/37 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in brondocument: RODEN I 4847 Nog niet (volledig) verwerkte brondocumenten: HYP4 7086/28 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING HYP4 7502/37 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING HYP4 4918/49 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

217 Kadastraal bericht object pagina 1 van 2 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: RODEN I Boskamp BH RODEN 16:07:09 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: RODEN I 4848 Grootte: 13 a 5 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: WONEN ERF TUIN Locatie: Boskamp BH RODEN Boskamp BH RODEN Boskamp BH RODEN Boskamp BH RODEN (Met meer onroerend goed verkregen) Ontstaan op: Jaar: 1999 Ontstaan uit: RODEN I 3214 gedeeltelijk Publiekrechtelijke beperkingen Het kadastraal object is onbekend in de Landelijke Voorziening WKPB zodat er geen informatie over gemeentelijke beperkingen van de gemeente Noordenveld kan worden geleverd. Neem contact op met de gemeente Noordenveld.

218 Kadastraal bericht object pagina 2 van 2 Kadaster Betreft: RODEN I Boskamp BH RODEN 16:07:09 Uw referentie: Toestandsdatum: Gerechtigde EIGENDOM Stichting Woonborg Tynaarlosestraat AA VRIES Zetel: TYNAARLO KvKnummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvKnummer. Recht ontleend aan: HYP4 7086/28 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in RODEN I 4848 brondocument: Recht ontleend aan: HYP4 7453/37 reeks ASSEN d.d Eerst genoemde object in brondocument: RODEN I 4848 Nog niet (volledig) verwerkte brondocumenten: HYP /45 d.d HYP4 7086/28 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING HYP4 7502/37 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING HYP4 4918/49 reeks ASSEN d.d NAAMSWIJZIGING Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

219 Bijlage 4 Boorprofielen

220 Bijlage: Boorprofielen Boring: gat 1 Datum: Boormeester: J Dikkema Boring: gat 2 Datum: Boormeester: J Dikkema braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak plantenhoudend, zwak grindhoudend, zwak puinhoudend, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, donker geelbruin, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak plantenhoudend, zwak grindhoudend, zwak puinhoudend, Edelmanboor, Rood puin Zand, matig fijn, zwak siltig, donker geelbruin, Edelmanboor Boring: gat 3 Datum: Boormeester: J Dikkema Boring: gat 4 Datum: Boormeester: J Dikkema braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak plantenhoudend, zwak grindhoudend, zwak puinhoudend, Edelmanboor, Rood puin Zand, matig fijn, zwak siltig, donker geelbruin, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak plantenhoudend, zwak grindhoudend, zwak puinhoudend, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, donker geelbruin, Edelmanboor Projectnaam: Boskamp te Roden Projectcode: Opdrachtgever: Woonborg getekend volgens NEN 5104

221 Bijlage: Boorprofielen Boring: gat 5 Datum: Boormeester: J Dikkema Boring: gat 6 Datum: Boormeester: J Dikkema braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak plantenhoudend, zwak grindhoudend, zwak puinhoudend, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, donker geelbruin, Edelmanboor, pvc buis braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak plantenhoudend, zwak grindhoudend, zwak puinhoudend, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, donker geelbruin, Edelmanboor Projectnaam: Boskamp te Roden Projectcode: Opdrachtgever: Woonborg getekend volgens NEN 5104

222 Legenda (conform NEN 5104) grind klei geur Grind, siltig Klei, zwak siltig geen geur zwakke geur Grind, zwak zandig Klei, matig siltig matige geur sterke geur Grind, matig zandig Klei, sterk siltig uiterste geur Grind, sterk zandig Klei, uiterst siltig olie geen oliewater reactie zwakke oliewater reactie Grind, uiterst zandig Klei, zwak zandig matige oliewater reactie sterke oliewater reactie Klei, matig zandig uiterste oliewater reactie zand Zand, kleiïg Klei, sterk zandig p.i.d.waarde >0 >1 Zand, zwak siltig Zand, matig siltig leem Leem, zwak zandig >10 >100 >1000 >10000 Zand, sterk siltig Leem, sterk zandig monsters Zand, uiterst siltig geroerd monster overige toevoegingen ongeroerd monster veen Veen, mineraalarm zwak humeus matig humeus volumering overig bijzonder bestanddeel Veen, zwak kleiïg sterk humeus Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand Veen, sterk kleiïg zwak grindig Gemiddeld laagste grondwaterstand slib Veen, zwak zandig matig grindig water Veen, sterk zandig sterk grindig

223 Bijlage 5 Analysecertificaten

224 MUG Ingenieursbureau b.v. T.a.v. mevrouw D. Lewerissa Postbus AC LEEK Uw kenmerk : Boskamp te Roden Ons kenmerk : Project Validatieref. : _certificaat_v1 Opdrachtverificatiecode : XEWHFQQOBKTKRYLD Bijlage(n) : 2 tabel(len) + 4 bijlage(n) Amsterdam, 3 februari 2017 Hierbij zend ik u de resultaten van het laboratoriumonderzoek dat op uw verzoek is uitgevoerd in de door u aangeboden monsters. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Eurofins Omegam volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het geldende accreditatiecertificaat L086 en/of in de bundel "Analysevoorschriften Eurofins Omegam". De in dit onderzoek uitgevoerde onderzoeksmethoden van de geaccrediteerde analyses zijn in een aparte bijlage als onderdeel van dit analysecertificaat opgenomen. De methoden zijn, voor zover mogelijk, ontleend aan de accreditatieprogramma's/schema's en NEN EN en/of ISOvoorschriften. Ik wijs u erop dat het analysecertificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd. Ik vertrouw erop uw opdracht volledig en naar tevredenheid te hebben uitgevoerd. Heeft u naar aanleiding van deze rapportage nog vragen, dan verzoek ik u contact op te nemen met onze klantenservice. Hoogachtend, namens Eurofins Omegam, Ing. J. Tukker Manager productie Op dit certificaat zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Dit analysecertificaat mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Eurofins Omegam B.V. T +31(0) IBAN NL 16 BNPA H.J.E. Wenckbachweg 120 F +31(0) BIC BNPANL2A NL1114 AD AmsterdamDuivendrecht CSOmegam@eurofins.com BTW nr. NL B01 Nederland KvK nr

225 Tabel 1 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Monsterreferenties = MMA = MMA2 Opgegeven bemonsteringsdatum : 26/01/ /01/2017 Ontvangstdatum opdracht : 27/01/ /01/2017 Startdatum : 27/01/ /01/2017 Monstercode : Matrix : Grond Grond Asbestonderzoek S Asbestonderzoek uitgevoerd uitgevoerd Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: XEWHFQQOBKTKRYLD Ref.: _certificaat_v1

226 Tabel 2 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Asbest Individuele monsters van dit project zijn als asbest verdacht gekwalificeerd. De analysedeelmonsters zijn met beschermende maatregelen in het laboratorium in behandeling genomen. Opmerking bij project: Eurofins Omegam heeft het asbestonderzoek in dit/deze monster(s) uitgevoerd volgens de NEN 5707 (2003)/NEN 5897 (2005), en zoals beschreven in een aparte bijlage als onderdeel van dit analysecertificaat. Voor de analyseresultaten van het asbestonderzoek geldt dat Eurofins Omegam de analyse heeft uitgevoerd in de monsters die de opdrachtgever, zoals deze staan vermeld in de koptekst van dit analysecertificaat, zelf heeft genomen of laten nemen en aan Eurofins Omegam heeft aangeboden. Eurofins Omegam draagt geen verantwoordelijkheid inzake de herkomst en representativiteit alsmede de veiligheid tijdens de monsterneming. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: XEWHFQQOBKTKRYLD Ref.: _certificaat_v1

227 Bijlage 1 van 4 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Barcodeschema's Monstercode Uw referentie monster diepte barcode MMA1 gat DD gat DD gat DD MMA2 gat DD gat DD gat DD Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: XEWHFQQOBKTKRYLD Ref.: _certificaat_v1

228 Bijlage 2 van 4 Monstercode : Uw referentie : MMA1 Initialen analist : K.R. Datum geanalyseerd : Analyse is uitgevoerd conform NEN 5707 (2003). Massa aangeleverde monster : g Droge massa aangeleverde monster : g Percentage droogrest : 84,5 m/m % Type zeving : nat zeeffractie (mm) massa zeeffractie (gram) percentage zeeffractie (m/m %) massa onderzocht (gram) Asbestonderzoek percentage onderzocht (m/m %) aantal asbest (deeltjes) massa asbest (mg) <0,5 mm 35896,3 94,9 25,2 0,07 n.v.t. n.v.t. 0,51 mm 528,9 1,4 65,9 12,46 0 0,0 12 mm 334,4 0,9 79,6 23,80 0 0,0 24 mm 185,4 0,5 185,4 100,00 0 0,0 48 mm 197,1 0,5 197,1 100,00 0 0,0 816 mm 199,6 0,5 199,6 100,00 0 0,0 >16 mm 489,0 1,3 489,0 100,00 0 0,0 Totaal 37830,7 100,0 1241,8 0 0,0 zeeffractie (mm) gehalte asbest (mg/kg ds) asbest totaal serpentijn asbest amfibool asbest ondergrens bovengrens gehalte ondergrens bovengrens gehalte ondergrens bovengrens asbest asbest () () (mg/kg () () (mg/kg () () ds) ds) <0,5 mm 0,51 mm 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 12 mm 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 24 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 48 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 816 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 >16 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal <0,3 0,0 0,2 <0,3 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 Aangetroffen type asbest : Geen Bijzonderheden waargenomen : Geen A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Serpentijn asbest is chrysotiel. Amfibool asbest is amosiet, crocidoliet, actinoliet, anthophylliet en tremoliet. De bepalingsgrens is bepaald voor de zeeffracties kleiner dan 4 mm. De totale bepalingsgrens is verkregen door de bepalingsgrenzen van de afzonderlijke zeeffracties te sommeren. Het materiaal is middels polarisatiemicroscopie onderzocht, de analyse is uitgevoerd conform NEN gebondenheid serpentijn asbest amfibool asbest totaal afgerond hecht 0,0 0,0 0,0 niet hecht 0,0 0,0 0,0 totaal afgerond 0,0 0,0 Gewogen concentratie (serpentijnasbestconcentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbestconcentratie) is: <0,3 De gewogen asbestconcentratie wordt berekend uit de nietafgeronde gehalten aan serpentijn en amfibool asbest. De weergegeven resultaten zijn afgerond. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: XEWHFQQOBKTKRYLD Ref.: _certificaat_v1

229 Bijlage 3 van 4 Monstercode : Uw referentie : MMA2 Initialen analist : J.S. Datum geanalyseerd : Analyse is uitgevoerd conform NEN 5707 (2003). Massa aangeleverde monster : g Droge massa aangeleverde monster : 9610 g Percentage droogrest : 81,3 m/m % Type zeving : nat zeeffractie (mm) massa zeeffractie (gram) percentage zeeffractie (m/m %) massa onderzocht (gram) Asbestonderzoek percentage onderzocht (m/m %) aantal asbest (deeltjes) massa asbest (mg) <0,5 mm 8532,6 92,2 28,1 0,33 n.v.t. n.v.t. 0,51 mm 382,7 4,1 21,2 5,54 0 0,0 12 mm 142,1 1,5 31,1 21,89 0 0,0 24 mm 50,0 0,5 50,0 100,00 0 0,0 48 mm 46,5 0,5 46,5 100,00 0 0,0 816 mm 45,0 0,5 45,0 100,00 0 0,0 >16 mm 53,0 0,6 53,0 100,00 0 0,0 Totaal 9251,9 100,0 274,9 0 0,0 zeeffractie (mm) gehalte asbest (mg/kg ds) asbest totaal serpentijn asbest amfibool asbest ondergrens bovengrens gehalte ondergrens bovengrens gehalte ondergrens bovengrens asbest asbest () () (mg/kg () () (mg/kg () () ds) ds) <0,5 mm 0,51 mm 0,0 0,0 0,7 0,0 0,0 0,7 0,0 0,0 0,0 12 mm 0,0 0,0 0,7 0,0 0,0 0,7 0,0 0,0 0,0 24 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 48 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 816 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 >16 mm 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal <1,5 0,0 1,4 <1,5 0,0 1,4 0,0 0,0 0,0 Aangetroffen type asbest : Geen Bijzonderheden waargenomen : Geen A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Serpentijn asbest is chrysotiel. Amfibool asbest is amosiet, crocidoliet, actinoliet, anthophylliet en tremoliet. De bepalingsgrens is bepaald voor de zeeffracties kleiner dan 4 mm. De totale bepalingsgrens is verkregen door de bepalingsgrenzen van de afzonderlijke zeeffracties te sommeren. Het materiaal is middels polarisatiemicroscopie onderzocht, de analyse is uitgevoerd conform NEN gebondenheid serpentijn asbest amfibool asbest totaal afgerond hecht 0,0 0,0 0,0 niet hecht 0,0 0,0 0,0 totaal afgerond 0,0 0,0 Gewogen concentratie (serpentijnasbestconcentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbestconcentratie) is: <1,5 De gewogen asbestconcentratie wordt berekend uit de nietafgeronde gehalten aan serpentijn en amfibool asbest. De weergegeven resultaten zijn afgerond. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: XEWHFQQOBKTKRYLD Ref.: _certificaat_v1

230 Bijlage 4 van 4 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Boskamp te Roden Opdrachtgever : MUG Ingenieursbureau b.v. Analysemethoden in Grond (AS3000) AS3000 In dit analysecertificaat zijn de met 'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond, waterbodem en grondwateronderzoek (AS SIKB 3000)". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatiecertificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Eurofins Omegam BV. Asbestonderzoek : Conform AS3070 prestatieblad 1 en NEN 5707 (2003) Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: XEWHFQQOBKTKRYLD Ref.: _certificaat_v1

231 Bijlage 6 Ecologisch onderzoek 229 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

232 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldlaan, update naar Wet natuurbescherming soorten

233 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldlaan, update naar Wet natuurbescherming soorten Status Definitief Datum 20 juli 2016 Handtekening Wijnanda Hulsegge P16142 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldlaan

234 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding en doel Wettelijk kader Onderzoeksmethode Ligging en beschrijving plangebied Planbeschrijving 7 2 Resultaten en effecten Matig en zwaar beschermde soorten Licht beschermde soorten 13 3 Toetsing aan de Wet natuurbescherming onderdeel soorten Wetgeving Wijzigingen van soorten ten opzichte van Ffwet 14 4 Conclusie Conclusie beschermde soorten Benodigde vervolgstappen 15 5 Literatuur en bronnen P16142 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldlaan 3

235 P16142 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldlaan

236 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Het plan van woningstichting Woonborg is om op een braakliggend terrein op de locatie Bosrand en Secr. Buitenveldlaan te Roden 40 tot 55 woningen te realiseren. Woonborg heeft Buro Bakker gevraagd om aan de hand van een verkennend onderzoek te beoordelen of de geplande werkzaamheden negatieve effecten kunnen hebben op beschermde soorten flora en fauna van de Flora en faunawet en van de Wet natuurbescherming. Deze quickscan geeft antwoord op de volgende vragen: Welke beschermde flora en fauna kunnen in het plangebied en omgeving voorkomen? Kunnen de geplande werkzaamheden negatieve effecten hebben op beschermde flora en fauna? Zo ja, welke effecten kunnen optreden en welke maatregelen zijn dan nodig om deze negatieve effecten te voorkomen? Indien schade niet volledig is te vermijden, welke vervolgstappen zijn dan aan de orde? 1.2 Wettelijk kader Voor deze quickscan is de Flora en faunawet relevant. De Flora en faunawet regelt de bescherming een aantal veelal zeldzame en kwetsbare planten en diersoorten. Met de Flora en faunawet is de verplichting ontstaan om ruimtelijke plannen aan deze wet te toetsen. De Flora en faunawet vormt dan ook het toetsingskader voor deze quickscan. De Flora en faunawet is overal in Nederland van toepassing, ongeacht het type of de omvang van de werkzaamheden of activiteiten. De Flora en faunawet hanteert drie verschillende beschermingsniveaus gehanteerd: een lichte, een matige en een zware bescherming. Voor soorten met een lichte bescherming geldt een algehele vrijstelling van de verbodsbepalingen. Bij matig en zwaar beschermde soorten zijn mitigerende (schadebeperkende) maatregelen van toepassing als effecten van de gewenste ontwikkeling niet uitgesloten kunnen worden. Dit betekent dat het ontwerp, planning en/of uitvoering zodanig afgestemd dienen te worden op de aanwezige beschermde soorten, zodat de functionaliteit van de verblijfplaats van deze soorten behouden blijft. Een ontheffingsprocedure treedt in werking als, ondanks het treffen van mitigerende maatregelen, overtredingen van de verbodsbepalingen niet zijn te vermijden. Per 1 januari 2017 is de Flora en faunawet, Natuurbeschermingswet en Boswet opgegaan in één nieuwe wet, te weten de Wet natuurbescherming. In de Hoofdstuk 3 is beoordeeld wat de consequenties voor dit project zijn onder de Wet natuurbescherming. 1.3 Onderzoeksmethode Voor het bepalen van de mogelijke effecten van de geplande werkzaamheden is het noodzakelijk te weten welke beschermde soorten aanwezig zijn en kunnen zijn, in en in de omgeving van het plangebied. Hiervoor is bronnenonderzoek en een veldbezoek uitgevoerd. Bronnenonderzoek Het bronnenonderzoek bestaat uit het raadplegen van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) en vrij beschikbare verspreidingsgegevens van beschermde soorten flora en fauna. Hiervoor zijn de meest actuele en relevante bronnen geraadpleegd (zie ook hoofdstuk 4) P16142 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldlaan 5

237 Veldonderzoek Op 25 mei 2016 is een verkenning in het plangebied en de directe omgeving (onderzoeksgebied) uitgevoerd door een ecoloog. Tijdens dit veldbezoek is een beoordeling gemaakt van het plangebied als geschikt leefgebied voor beschermde flora en fauna. Tevens zijn de waargenomen beschermde soorten genoteerd. Op 13 juli 2016 is een aanvullende boomholten controle uitgevoerd. 1.4 Ligging en beschrijving plangebied Het plangebied is gelegen aan de Boskamp en Secr. Buitenveldlaan te Roden in de gemeente Noordenveld, in de provincie Drenthe (zie figuur 1). Figuur 1 De ligging van het plangebied, het gebouw is niet meer aanwezig (bron: Bingmaps). Het plangebied is gelegen in een woonwijk in Roden. Er zijn meerdere bomen op het perceel aanwezig namelijk eiken en berken. Het noordelijke deel van het terrein is wat droger dan het zuidelijke deel waar veel pitrus groeit. Een aantal zandhopen, struikenrijen, oude boomstronken en wat regenplassen zijn er binnen het plangebied. Bebouwing en sloten en waterpartijen zijn afwezig. Figuur 2 Impressie van het plangebied. Links noordelijk deel, rechts zuidelijk deel P16142 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldlaan

238 1.5 Planbeschrijving Op de planlocatie vindt bouw van 4055 grondgebonden woningen plaats. Het terrein wordt geëgaliseerd en waar nodig opgehoogd. Kap van de aanwezige bomen en struiken is daarbij nodig P16142 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldlaan 7

239

240 2 Resultaten en effecten Dit hoofdstuk beschrijft het (mogelijke) voorkomen van beschermde flora en fauna. Per soortgroep zijn de effecten beschreven en getoetst aan de Flora en faunawet. Vervolgens zijn de eventuele vervolgstappen aangegeven. In dit hoofdstuk is een onderscheid gemaakt in matig en zwaar beschermde soorten ( 2.1) en licht beschermde soorten ( 2.2). 2.1 Matig en zwaar beschermde soorten Flora Aanwezige beschermde soorten In het plangebied is geen geschikte groeilocatie voor matig en zwaar beschermde plantensoorten. Gunstige omstandigheden ontbreken voor beschermde planten vanwege de voedselrijke situatie. Ook zijn geen waarnemingen van beschermde planten bekend binnen het plangebied en omgeving. Tijdens het veldbezoek zijn soorten aangetroffen als pitrus, gestreepte witbol, raaigras, rode klaver, haagwinde, zevenblad en heggenwikke. Vanwege de voedselrijke situatie is het dus uitgesloten dat matig en zwaar beschermde flora voorkomen in het plangebied. Effecten en vervolg Vanwege het ontbreken van geschikte groeiplaatsen, zijn effecten uitgesloten en vervolgstappen voor beschermde flora niet aan de orde Vogels Voor een aantal vogelsoorten geldt dat zij hun nestplaatsen en/of hun vaste rust en verblijfplaatsen jaarrond in gebruik hebben. Deze nesten vallen jaarrond onder het beschermingsregime van artikel 11 van de Flora en faunawet. De broedvogels en hun nesten die niet jaarrond zijn beschermd, zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd. Aanwezige beschermde soorten Jaarrond beschermde nesten Uit brononderzoek komt naar voren dat soorten als huismus en gierzwaluw in Roden voorkomen. Tijdens het veldbezoek zijn foeragerende huismussen op het terrein gezien aan de zuidzijde. Deze broeden onder pannen van het aangrenzend rijtjeswoningen aan de zuidzijde. De struikenhaag aan de zuidzijde is een geschikte tijdelijke schuilplek voor de huismussen, maar is niet essentieel. In de omgeving zijn meerdere soortgelijke plekken aanwezig. De waterplassen en zandplekken op het terrein zijn geschikt als zandbad en drinkvoorziening voor de mussen, maar ook deze elementen zijn tijdelijk van aard en niet essentieel. Geschikte broedplekken voor overige jaarrond beschermde soorten zijn ook niet aanwezig P16142 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldlaan 9

241 Figuur 3 Stuikenrij aan zuidzijde plangebied. Algemeen beschermde nesten Het plangebied en de omgeving vormen een geschikte plek voor broedvogels om tot broeden te komen. De groenbeplanting en bomen binnen het plangebied vormen een geschikt broedhabitat voor zangvogels zoals vink, merel, houtduif, zwarte kraai die tijdens het veldbezoek ook zijn waargenomen. Verder hangen er nestkastjes aan enkele bomen die geschikt zijn voor kool en pimpelmees. Het plangebied is geschikt als broedplek voor algemene broedvogels. Effecten en vervolg Jaarrond beschermde soorten Voor de jaarrond beschermde huismus vormt het plangebied geen essentieel onderdeel van het leefgebied. Ook is het gebied ongeschikt als broedgebied. Effecten en vervolgstappen zijn daarmee uitgesloten. Algemene broedvogels Voor de aanwezige broedvogels geldt dat wanneer de geplande werkzaamheden tijdens het broedseizoen uitgevoerd worden, de broedvogels worden verstoord en hun nesten kunnen worden aangetast. Dit betreft zowel de vogels die in het plangebied zelf broeden als de broedvogels die zich in de omgeving binnen de invloedsfeer van de werkzaamheden bevinden. Volgens de Flora en faunawet is het niet toegestaan broedende vogels en hun nesten te vernielen dan wel te verstoren. Overtreding van de Flora en faunawet is te voorkomen door het nemen van mitigerende maatregelen. De volgende mitigerende maatregelen kunnen worden toegepast: De werkzaamheden dienen bij voorkeur buiten het broedseizoen plaats te vinden. Het broedseizoen loopt voor de aangetroffen of verwachte soorten globaal van half maart tot half juli. Indien werkzaamheden niet buiten het broedseizoen kunnen worden uitgevoerd, dan is eerst een nestencontrole nodig. Als blijkt dat een nest binnen het plangebied in gebruik is, dient gewacht te worden tot de vogel is uitgebroed en de jongen vliegvlug zijn Vleermuizen Aanwezige beschermde soorten Verblijfplaatsen In het plangebied ontbreken gebouwen. Wel zijn bomen aanwezig waarvan een aantal holten hebben (zie figuur 4). Deze waren op het moment dat de quickscan is uitgevoerd niet allemaal vanaf de grond goed zichtbaar om de geschiktheid als verblijfplaats voor vleermuizen te bepalen. Daarom is op 13 juli 2016 een aanvullende controle van de bomen met holten op het terrein uitgevoerd. Er is gekeken of de aanwezige holten ook de boom in naar boven doorlopen. Een dergelijke holte is namelijk een potentieel geschikte verblijfplaats voor vleermuizen P16142 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldlaan

242 Uit de controle blijkt echter dat de aanwezige holten niet geschikt zijn als verblijfplaats voor vleermuizen. Op één holte na liepen de aanwezige holten niet door de boom in. Een van de holten in een berk liep wel door naar boven, maar stond in verbinding met een open gat (Figuur 4). Het regenwater kon hier vrij in lopen. Deze holte is ongeschikt voor vleermuizen, omdat ze een constant microklimaat vereisen in hun verblijfplaats. Deze ontbreekt in de holte vanwege tocht en regen. Figuur 4 Boomholte in berk ongeschikt voor vleermuizen. Essentiele vliegroutes Essentiele vliegroutes, die verblijfplaatsen en foerageergebied verbinden, zijn niet aanwezig. Essentiele vliegroutes bestaan uit lijnvormige structuren, zoals bomenrijen en watergangen. De bomen binnen het onderzoeksgebied vormen geen essentieel aaneengesloten lijnvormig element vanwege de onderbrekingen. Aan de westzijde net buiten het plangebied is wel een geschikte bomenrij als vliegroute aanwezig. Essentieel foerageergebied In het plangebied ontbreekt belangrijk onmisbaar foerageergebied. Het is niet uitgesloten dat vleermuizen boven het plangebied jagen. Omdat in de omgeving voldoende groenstroken aanwezig zijn in vorm van bomenrijen, grasvelden en luwte van gebouwen waar gejaagd kan worden (zie figuur 5), is het plangebied hierin niet essentieel P16142 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldlaan 11

243 Figuur 5 Locaties waar bomen met holten aanwezig zijn die nader onderzocht zijn met een ladder. Effecten en vervolg De aanwezige boomholten zijn ongeschikt als verblijfplaats voor vleermuizen. Essentiele vliegroutes en/of foerageergebied ontbreekt. De geplande werkzaamheden leiden niet tot negatieve effecten op verblijfplaatsen foerageergebied en vliegroutes voor vleermuizen. Vervolgstappen voor vleermuizen zijn zodoende niet aan de orde Grondgebonden zoogdieren Aanwezige beschermde soorten Het plangebied is ongeschikt voor grondgebonden zoogdieren met een matige of zware bescherming. Uit brononderzoek blijkt dat de steenmarter in Roden voorkomt. Het plangebied is geschikt als foerageerplek voor deze soort. Deze soort vindt in de directe nabijheid voldoende foerageermogelijkheden. De takkenhopen en boomstronk zijn gecontroleerd tijdens het veldbezoek. Deze zijn ongeschikt als verblijfplaats voor steenmarter vanwege de vochtige ligging. Overige beschermde soorten vinden hier ook geen geschikt habitat. De aanwezigheid van zwaar en matig zwaar beschermde zoogdieren is dan ook uit te sluiten. Effecten en vervolg De geplande werkzaamheden leiden niet tot negatieve effecten op het foerageergebied van de steenmarter. Deze soort vindt in de directe nabijheid voldoende foerageermogelijkheden. Vervolgstappen zijn zodoende niet aan de orde Reptielen en amfibieën Aanwezige beschermde soorten Uit brononderzoek blijkt dat diverse beschermde reptielen en amfibieën in de omgeving voorkomen (hazelworm, levendbarende hagedis, heikikker, poelkikker). Vanwege het ontbreken van geschikt habitat binnen het plangebied (voortplantingspoelen, bosranden en heideterreinen) en de geïsoleerde ligging binnen de bebouwde omgeving, is aanwezigheid van deze beschermde amfibieën en reptielen met zekerheid uit te sluiten P16142 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldlaan

244 Effecten en vervolg Vanwege het ontbreken van geschikte omstandigheden, zijn effecten uitgesloten en vervolgstappen voor reptielen en amfibieën niet aan de orde Vissen Aanwezige beschermde soorten Vanwege het ontbreken van water in het plangebied zijn vissen uit te sluiten. Effecten en vervolg Vervolgstappen zijn zodoende niet aan de orde Insecten en ongewervelden Aanwezige beschermde soorten Uit brononderzoek blijkt dat beschermde soorten zoals heideblauwtje en gevlekte witsnuitlibel in de omgeving voorkomen. Binnen het plangebied ontbreekt geschikt habitat vanwege afwezigheid van poelen en geschikte vegetatie. Overigens komen deze soorten voornamelijk in natuurgebieden voor. De aanwezigheid van zwaar en matig zwaar beschermde ongewervelden is dan ook uit te sluiten. Effecten en vervolg Vanwege het ontbreken van waarnemingen en geschikte omstandigheden voor zwaarder beschermde insecten en ongewervelden, zijn effecten uitgesloten en vervolgstappen niet aan de orde. 2.2 Licht beschermde soorten Aanwezige beschermde soorten In het plangebied en omgeving is geschikt habitat aanwezig voor een aantal licht beschermde soorten. Het betreft de volgende soorten: mol, egel, gewone pad en huisspitsmuis, bosmuis. Effecten en vervolg De negatieve effecten op licht beschermde planten en dieren zullen niet leiden tot het vernietigen van hele populaties en de meeste soorten zullen in staat zijn uit te wijken naar de omgeving. Voor de licht beschermde soorten geldt een algehele vrijstelling. Eventuele schade aan soorten, waarvoor een vrijstelling geldt, hoeft niet te worden gecompenseerd. Wel is op deze soorten is de zorgplicht van kracht (artikel 2 Flora en faunawet). De zorgplicht houdt in dat schade aan wilde planten en dieren zoveel, als redelijker wijs mogelijk is, wordt voorkomen. Een veelgebruikte invulling van deze zorgplicht bestaat uit het ongeschikt maken van het plangebied voor dieren, door ruim voorafgaand aan de werkzaamheden (en broedseizoen) de vegetatie kort te maaien. Op deze manier verdwijnt de dekking voor kleine dieren waardoor ze het plangebied zullen gaan verlaten P16142 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldlaan 13

245 3 Toetsing aan de Wet natuurbescherming onderdeel soorten 3.1 Wetgeving Per 1 januari 2017 zijn de Flora en faunawet, Natuurbeschermingswet en Boswet opgegaan in één nieuwe wet: de Wet natuurbescherming. Hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming betreft het onderdeel soorten, voorheen de Flora en faunawet. In dit hoofdstuk is de uitgevoerde quickscan Flora en faunawet geupdate naar de wet natuurbescherming. In de Wet natuurbescherming worden drie beschermingsregimes onderscheiden: Vogelrichtlijnsoorten (artikel ) Habitatrichtlijnsoorten en soorten genoemd in de verdragen Bern en Bonn (artikel ) Andere soorten (artikel ; bijlage onderdeel A en B) In de Bijlagen van de Verdragen van Bern en Bonn worden ook vogels genoemd. Een aantal vogelsoorten valt dan zowel onder het beschermingsregime van de Vogelrichtlijn als onder de Habitatrichtlijn. Het beschermingsregime van Habitatrichtlijnsoorten is ten aanzien van verstoren strenger dan die van Vogelrichtlijn soorten. Voor vogels die vermeld staan in de Vogelrichtlijn geldt dat verstoring tijdens het broedseizoen geen overtreding van de wet inhoudt, mits de verstoring geen wezenlijke invloed heeft op de gunstige staat van instandhouding van de soort. Voor vogels die genoemd worden in de verdragen van Bonn en Bern geldt dat zij vogels tijdens het broedseizoen niet mogen worden verstoord. Los van het beschermingsregime blijft het doden van vogels, beschadigen en/of vernielen van nesten een overtreding van de wet. Onder de Wet Natuurbescherming geldt, net als onder de Flora en faunawet, de zorgplicht (artikel 1.11.) voor alle in het wild levende dieren. Voor dit project is de provincie Drenthe het bevoegd gezag voor de uitvoering van de Wet natuurbescherming en voor het verlenen van een eventuele ontheffing. De provincie Drenthe heeft voor de implementatie van de Wet natuurbescherming een verordening vastgesteld. Hierin is onder meer de lijst met vrijgestelde soorten te vinden. De genoemde soorten in de vrijstellingslijst van de provincie zijn vergelijkbaar met de tabel 1soorten van de Flora en faunawet. 3.2 Wijzigingen van soorten ten opzichte van Ffwet Er worden geen andere beschermde soorten binnen het plangebied verwacht die onder de nieuwe wet wel beschermd zijn en onder de Flora en faunawet niet. De aanwezige beschermen soorten zijn voor dit project dus niet gewijzigd ten opzichte van de Flora en faunawet toets. De te verwachten vogelsoorten zijn ook onder de nieuwe wet tijdens het broedseizoen beschermd. De zorgplicht geldt voor soorten die vermeldt zijn in de vrijstellingslijst van de provincie Drenthe. Deze lijst komt overeen met de soorten die genoemd zijn in tabel 1 van de Flora en faunawet. Omdat er geen wijzigingen in de te verwachten soorten en hun beschermingsregime zijn, blijven de conclusies in Hoofdstuk 4 daarmee gehandhaafd P16142 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldlaan

246 4 Conclusie 4.1 Conclusie beschermde soorten Op basis van de quickscan komt naar voren de volgende beschermde flora en fauna aanwezig is: Geschikt broedbiotoop van vogels is aanwezig. Voor broedvogels is geen ontheffing mogelijk en schade aan broedvogels dient dan ook altijd te worden voorkomen (zie verder paragraaf 4.2). Op basis van deze quickscan is het uitgesloten dat matig of zwaar beschermde flora en fauna aanwezig zijn in het plangebied. In en rond het plangebied komen een aantal licht beschermde soorten voor. Voor deze soorten geldt een vrijstelling. Een ontheffing in het kader van de Flora en faunawet is voor deze soorten niet nodig. De algemene zorgplicht is wel van kracht. Indien andere werkzaamheden dan die zijn genoemd in paragraaf 1.5 gaan plaatsvinden, dienen ook deze ingrepen getoetst te worden aan de Flora en faunawet. De conclusies kunnen dan afwijken van de bovenstaande conclusies. 4.2 Benodigde vervolgstappen Uit de resultaten van de quickscan blijkt dat broedvogels en licht beschermde soorten aanwezig zijn. Ter bescherming van broedvogels zijn mitigerende maatregelen vereist: De geplande werkzaamheden dienen zoveel als mogelijk buiten het broedseizoen uitgevoerd te worden. Het broedseizoen omvat globaal de periode van half maart tot en met half juli. Indien werken buiten het broedseizoen niet mogelijk is zijn er twee mogelijkheden: o ruim voorafgaand aan het broedseizoen kan worden gestart worden met de werkzaamheden en aaneengesloten worden doorgewerkt o een nestencontrole uitvoeren om te beoordelen of nesten binnen het plangebied in gebruik zijn. Als blijkt dat een vogel aan het broeden is, dient gewacht te worden totdat de vogel is uitgebroed en de jongen vliegvlug zijn P16142 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldstraat 15

247

248 5 Literatuur en bronnen Bos, E., M. Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay en I. Wynhoff (De Vlinderstichting), De dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming (Lepidoptera: Hesperioidea, Papilionoidea). Nederlandse fauna 7. Nationaal Natuurhistorisch museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey Nederland, Leiden. Creemers, R.C.M. en J.J.C.W. van Delft (RAVON) (redactie), De amfibieën en reptielen van Nederland. Nederlandse fauna 9. Nationaal natuurhistorisch museum Naturalis, European Invertebrate Survey Nederland, Leiden. DRloket, Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten ontheffing Flora en faunawet ruimtelijke ingreep. Google Earth Pro., Tele Atlas. Kapteyn, K., Vleermuizen in het landschap. Over hun ecologie, gedrag en verspreiding. Schuyt & Co Uitgevers, Haarlem. NDFF, Nationale Databank Flora en fauna. Nederlandse vereniging voor libellenstudie (2008). Brachytron 11(2) Themanummer: actualisatie atlas, NVL. Nederlandse vereniging voor Libellenstudie, De Nederlandse libellen (Odonata). Nederlandse fauna 4. Nationaal Natuurhistorisch museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey Nederland, Leiden. SOVON Vogelonderzoek Nederland Atlas van de Nederlandse Broedvogels Nederlandse fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey Nederland, Leiden P16142 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldstraat 17

249

250 Colofon Opdrachtgever Woonborg Contactpersoon dhr. C. Wijhe Uitgevoerd door Buro Bakker adviesburo voor ecologie Weiersloop 9 Postbus CA Assen T info@burobakker.nl Projectleiding Mariska Salomons Rapportage Wijnanda Hulsegge Veldwerk Wijnanda Hulsegge Buro Bakker adviesburo voor ecologie Gebruik en overname van gegevens alleen toegestaan met volledige bronvermelding. Wijze van citeren Buro Bakker (2016); Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldstraat, update naar Wet natuurbescherming soorten. Rapport P16142, Assen. Foto's: Lisa Oor 2016 P16142 Quickscan Flora en faunawet Boskamp en Secr. Buitenveldstraat 19

251 Bijlage 7 Archeologisch rapport 249 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

252 Archeologisch bureau en booronderzoek aan de BoskampSecretaris Buitenveldlaan te Roden, gemeente Noordenveld (DR)

253 Archeologisch bureau en booronderzoek aan de BoskampSecretaris Buitenveldlaan te Roden, gemeente Noordenveld (OR) opdrachtgever datum projectleider auteur projectnummer status ISSNnummer MUGpublicatie Woon borg 16 januari 2017 mevrouw J.H.C.M. Maassen de heer G.J. de Roller definitief

254 projectnummer januari 2017 MUGprojectnummer Opdrachtgever Woonborg t.a.v. de heer C. van Wijhe T: (0592) E: MUGpublicatie Bevoegde overheid Gemeente Noordenveld t.a.v. de heer K. Verschoor T: (050) E: Beheer en plaats documentatie MUG Ingenieursbureau b.v. Onderzoekmeldingsnummer Tekst de heer G.J. de Roller Kaartmateriaal de heer A.F. Huygen Beeldmateriaal MUG Ingenieursbureau b.v., tenzij anders vermeld Status definitief Redactie en autorisatie de heer J. Oosterbaan Uitgegeven door MUG Ingenieursbureau b.v. Postbus AC Leek T: (0594) E: Datum 16 januari 2017 ISSN

255 projectnummer januari 2017 INHOUDSOPGAVE Samenvatting 1 1 Inleiding Aanleiding voor het onderzoek Ligging van het onderzoeksgebied Objectgegevens Overzicht van de geplande werkzaamheden Doel van het onderzoek Gemeentelijk beleid 3 2 Het bureauonderzoek De opzet van het onderzoek Aardwetenschappelijke situatie Historische situatie en bouwhistorische waarden Bekende archeologische waarden Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel 9 3 Het booronderzoek Opzet van het booronderzoek Onderzoeksvragen Bodemopbouw 10 4 Conclusie en advies Conclusie Advies 12 Literatuur en bronnen 14 BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Boorstaten Overzicht van het onderzoeksgebied, boorpuntenkaart Overzicht van de bodemverstoringen ten tijde van de sloop

256 projectnummer januari 2017 pagina 1 van 14 Samenvatting De aanleiding tot het hier beschreven archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen zijn de bouwplannen van Woonborg voor de onderzochte percelen aan de Boskamp, de Secretaris Buitenveldlaan en de Mr. Apothekerstraat te Roden. Door deze werkzaamheden worden er mogelijk archeologische resten bedreigd. Conform de Monumentenwet van 1988 dient het onderzoeksgebied eerst onderzocht te worden op de aanwezigheid van archeologische waarden. Woonborg heeft MUG Ingenieursbureau, afdeling Archeologie, opdracht gegeven het onderzoek uit te voeren. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het onderzoeksgebied op de voormalige Zulther Es ligt en dat er vermoedelijk sprake is van een podzolbodem. Binnen het onderzoeksgebied heeft in de 19 e eeuw, in de noordoosthoek, een woning gestaan. Het onderzoeksgebied is in de jaren van de vorige eeuw bebouwd. Hierbij kunnen bodemverstoringen plaatsgevonden hebben. Uit de gegevens van de opdrachtgever blijkt dat de bodem onder de woningen die in het noordelijke deel van het onderzoeksgebied hebben gestaan tijdens de sloop tot circa 1,1 mmv is verstoord is en dat in de rest van het onderzoeksgebied rond deze voormalige woningen is opgeruimd waarbij de bodem vermoedelijk 0,6 mmv geroerd is. Voor het deel van het onderzoeksgebied dat langs de Meester Apothekerstraat ligt is aangegeven dat de verstoring circa 0,85 mmv zal bedragen. Bij een intacte bodem moet rekening gehouden worden met de aanwezigheid van archeologische resten uit de periode steentijd tot en met de nieuwe tijd. De archeologische sporen kunnen bestaan uit jachtkampen, nederzettingen, landinrichtingsstructuren, wegen, graven en afvalkuilen. Een booronderzoek zal moeten uitwijzen of de bodem nog intact is en of er rekening gehouden moet worden met bodemlagen met archeologische potentie. Uit het booronderzoek blijkt dat binnen het onderzoeksgebied sprake is van een eerdlaag die in zeven van de tien boringen voorkomt. In de overige boringen is de bovengrond verstoord of is slechts een dunne bouwvoor aanwezig. De ondergrond vertoont een grote variatie. Er komt zeer fijn zand voor, maar ook matig grof zand en plaatselijk ligt de potklei bijna aan de oppervlakte. Door de aanwezigheid van de eerdlaag zijn eventueel aanwezige archeologische sporen beschermd tegen (ondiepe) bodemingrepen. Voor het deel waar een eerdlaag aanwezig was de verwachting dat de bodem tot circa 0,6 mmv vergraven zou zijn. Hiervoor zijn in de boringen geen indicaties aangetroffen. Voor het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied geldt dat de bodemopbouw zodanig verstoord is dat de trefkans op archeologische resten hier nihil is. De hier aangetroffen bodemverstoring komt overeen met de gegevens van de gemeente Noordenveld. MUG Ingenieursbureau adviseert in het gebied rond de boringen 1, 2, 3, 5, 6 en 8 nader onderzoek uit te voeren. Dit onderzoek kan bestaan uit een proefsleuvenonderzoek, waarbij duidelijk moet worden of er binnen het onderzoeksgebied rekening gehouden moet worden met mogelijke archeologische resten. Omdat op de locaties van de voormalige woningen de bodem volgens opgave van de opdrachtgever diep verstoord is, dienen de proefsleuven zodanig over het onderzoeksgebied verdeeld te worden dat rekening gehouden wordt met toekomstige verstoringen en met de historische verstoringen. De meest kansrijke locaties zijn de terreindelen buiten de op bijlage 3 aangegeven groen gearceerde gebieden. Voor een proefsleuven onderzoek is een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen (PvE) noodzakelijk. Voor het gedeelte van het onderzoeksgebied rond de boringen 4, 7, 9 en 10 wordt aanbevolen om geen verder archeologisch onderzoek uit te voeren. De bovenstaande adviezen zijn getoetst door de bevoegde overheid, in deze gemeente Noordenveld. Het voorliggende onderzoek is met de grootst mogelijke zorg uitgevoerd. Indien er onverhoopt toch archeologische waarden aanwezig blijken te zijn binnen de vrijgegeven gebieden, wijzen wij op de wettelijke meldingsplicht hiervan (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij onze minister. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, in casu de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (vondstmelding via ARCHIS). De melding dient ook bij gemeente Noordenveld gedaan te worden.

257 projectnummer januari 2017 pagina 2 van 14 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor het onderzoek De aanleiding tot het hier beschreven archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen zijn de bouwplannen van Woonborg voor de onderzochte percelen ten zuidwesten van de hoek van de Boskamp en de Secretaris Buitenveldlaan te Roden. Door deze werkzaamheden worden er mogelijk archeologische resten bedreigd. Conform de Monumentenwet van 1988 dient het onderzoeksgebied eerst te worden onderzocht op de aanwezigheid van archeologische waarden. Woonborg heeft MUG Ingenieursbureau, afdeling Archeologie, opdracht gegeven het onderzoek uit te voeren. Voorafgaand aan het veldwerk heeft een bureauonderzoek plaatsgevonden. Het archeologisch booronderzoek heeft plaatsgevonden op 3 juni 2016 en is tegelijk met een milieukundige booronderzoek uitgevoerd. Het archeologisch booronderzoek stond onder leiding van de heer G.J. de Roller. Voorafgaand aan het veldwerk is een Plan van Aanpak opgesteld door mevrouw J.H.C.M. Maassen. Het archeologisch booronderzoek is uitgevoerd conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.3, en de richtlijnen in de gemeente advieskaart Ligging van het onderzoeksgebied Het onderzoeksgebied ligt ten westen van de Boskamp, ten zuiden van de Secretaris Buitenveldlaan en ten noorden van de Mr. Apothekerstraat (zie afbeelding 1). Binnen het onderzoeksgebied hebben woningen, een school en een bibliotheekgebouw gestaan; deze zijn nu allemaal gesloopt. De oppervlakte van het onderzoeksgebied is circa 1,6 ha. 245/ /572 Afbeelding 1. Uitsnede van de topografische kaart waarop het onderzoeksgebied met een rood contour is aangegeven (bron: Topografische Dienst Nederland) 1 De inhoud van de KNA kan geraadpleegd worden via

258 projectnummer januari 2017 pagina 3 van Objectgegevens Tabel 1.1 Algemene gegevens van het onderzoeksgebied Provincie Gemeente Plaats Toponiem Kaartblad Coördinaten Soort onderzoek Oppervlakte plangebied Oppervlakte onderzoeksgebied Periode Landschapstype Drenthe Noordenveld Roden Boskamp/Secretaris Buitenveldlaan 12A / NW / NO / ZO / ZW Verkennend circa 1,6 ha circa 1,6 ha steentijdnieuwe tijd essen 1.4 Overzicht van de geplande werkzaamheden Woonborg is voornemens om binnen het onderzoeksgebied nieuwe woningen te bouwen. Hiertoe zullen tot een diepte van maximaal 1 mmv bodemverstoringen plaatsvinden. De huidige bouwplannen zijn nog niet bekend waardoor nog geen beeld is van waar de toekomstige bodemingrepen gaan plaatsvinden en tot welke diepte zij plaatsvinden. 1.5 Doel van het onderzoek Het doel van dit bureauonderzoek is het opstellen van een specifiek archeologisch verwachtingsmodel voor het onderzoeksgebied. Het doel van het booronderzoek is het verifiëren en eventueel aanvullen van dit opgestelde specifieke archeologische verwachtingsmodel voor het onderzoeksgebied. 1.6 Gemeentelijk beleid Gemeente Noordenveld heeft een eigen archeologische beleidskaart. Conform deze beleidskaart valt het onderzoeksgebied binnen een zone met een hoge verwachting Essen (zie afbeelding 2). Het in de legenda genoemde noodzakelijke onderzoek, een verkennend en karterend proefsleuvenonderzoek, komt niet voor in de begeleidende rapportage. We gaan er hierom van uit dat er een verkennend en karterend booronderzoek wordt bedoeld. Bij een verkennend booronderzoek dienen zes boringen per hectare gezet te worden om de mate van intactheid van de bodem te bepalen. De relevante bodemlagen worden gezeefd om archeologische indicatoren op te sporen. Bij een intacte bodem wordt vervolgens een karterend booronderzoek uitgevoerd.

259 projectnummer januari 2017 pagina 4 van 14 Afbeelding 2. Uitsnede van de archeologische beleidsadvieskaart van gemeente Noordenveld waarop het onderzoeksgebied met een geel kader is aangegeven (bron: Arcadis 2011)

260 projectnummer januari 2017 pagina 5 van 14 2 Het bureauonderzoek 2.1 De opzet van het onderzoek Op basis van verworven informatie met behulp van bestaande bronnen over de bekende archeologische, historische en aardkundige waarden wordt de gespecificeerde, archeologische verwachting voor het onderzoeksgebied opgesteld. Hierin wordt beschreven of er archeologische resten aanwezig kunnen zijn in het onderzoeksgebied en wat de potentiële aard, datering en omvang hiervan is. Voor inzage in de gehanteerde periode en tijdsindeling wordt verwezen naar tabel 2.1. Daarnaast wordt bekeken of en in welke mate de voorgenomen werkzaamheden in het onderzoeksgebied een bedreiging vormen voor het bodemarchief. Indien er sprake is van bedreiging van het bodemarchief, wordt geadviseerd op welke wijze hiermee in het vervolgtraject van de plannen rekening gehouden kan worden. Tabel 2.1 Vereenvoudigde archeologische tijdsschaal (bron: Brandt et al. 1992) Periode Van Tot Oude steentijd of paleolithicum 8800 voor Chr. Midden steentijd of mesolithicum 8800 voor Chr voor Chr. Nieuwe steentijd of neolithicum 5300 voor Chr voor Chr. Bronstijd 2000 voor Chr. 800 voor Chr. IJzertijd 800 voor Chr. 12 voor Chr. Romeinse tijd 12 voor Chr. 450 na Chr. Vroege middeleeuwen 450 na Chr na Chr. Late middeleeuwen 1050 na Chr na Chr. Nieuwe tijd 1500 na Chr. heden 2.2 Aardwetenschappelijke situatie De trefkans op archeologie wordt sterk bepaald door het type landschap. Er is altijd een relatie tussen de situering van archeologische vindplaatsen en de mogelijkheden die het landschap voor bewoning en gebruik bood, vaak samenhangend met specifieke landschapselementen. Deze relatie kan verschillen per archeologische periode en per complextype. Aan de hand van de geraadpleegde aardkundige gegevens kunnen uitspraken worden gedaan over de gebruiksmogelijkheden van het landschap door de mens in de verschillende archeologische perioden en, indien mogelijk, ook over verschillende relevante archeologische activiteiten. Aan het uiterlijk van het huidige NoordNederlandse landschap liggen veel veranderingen ten grondslag. Deze veranderingen vonden onder invloed van voornamelijk het klimaat en in zeer bescheiden mate door ingrepen van de mens plaats. De basisvorm van het landschap werd jaar geleden bepaald in het middenpleistoceen. In het elsterien, een ijstijd tussen en jaar geleden, werd door smeltwater van de gletsjers, die delen van NoordEuropa en mogelijk ook delen van het huidige NoordNederland bedekte, potklei en Peelozand afgezet. De daaropvolgende ijstijd, het saalien ( jaar geleden) werd door het landijs, dat toen de noordelijke helft van ons land tot aan de Veluwe bedekte, keileem achtergelaten. In de laatste ijstijd, het weichselien ( jaar geleden), werd NoordNederland niet bedekt met ijs. In een zeer koud, toendraachtig landschap werden door de wind grote hoeveelheden zand verplaatst, deze zijn nu bekend als dekzanden. De bodem was in die tijd bijna permanent bevroren. Rond jaar geleden begon een warmere periode, het holoceen. Door het smelten van de ijskappen kwam er water vrij en steeg de zeespiegel. Het klimaat werd vochtiger, de bodem ontdooide en de bodemvormende processen konden doorgang vinden. In dekzand waarin de grondwaterstand niet te hoog is, vormen zich onder invloed van het neerslagoverschot podzolbodems. Een podzolbodem ontstaat door uitspoeling van mineralen uit de bovenlaag of dekzandtop door regenwater. Hierdoor ontkleurt de top van het dekzand.

261 projectnummer januari 2017 pagina 6 van 14 Deze mineralen slaan vervolgens op een dieper niveau in de bodem weer neer, waar zij voor kleuring van het zand zorgen door zich aan de zandkorrels te hechten. De verkleurde lagen in de top van het dekzand worden horizonten genoemd (zie afbeelding 3). Een podzolbodem ziet er schematisch van boven naar beneden als volgt uit: Afbeelding 3. Schematische weergave van een podzolbodem De top van het pleistocene dekzandpakket betreft tevens het niveau waarin sporen van prehistorische bewoning of gebruik kunnen worden verwacht. Indien er een podzolbodem aanwezig is in de top van het dekzandpakket, wijst dit op een goede waterdoorlaatbaarheid van de bodem. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de locatie een droog karakter heeft of heeft gehad, wat het een aantrekkelijke keuze maakt als vestigingsplaats. Bij grotendeels intacte podzolbodems is de kans op goed interpreteerbare archeologische waarden het grootst. Geomorfologie Op de geomorfologische kaart is het onderzoeksgebied niet gekarteerd omdat het binnen de bebouwde kom van Roden valt. Op grond van de archeologische beleidsadvieskaart van gemeente Noordenveld valt het onderzoeksgebied binnen een zone waar een es aanwezig is. Bodemopbouw Ook op de bodemkaart is het onderzoeksgebied niet nader gekarteerd omdat het binnen de bebouwde kom ligt. Vanwege de grote variatie in de bodem rond Roden is het niet mogelijk door extrapolatie een schatting te maken van de bodem binnen het onderzoeksgebied. Deze grote variatie in bodemsamenstelling wordt veroorzaakt doordat de ondergrond bij Roden onder invloed van het landijs is gestuwd, waardoor bodemlagen die elders op grote diepte liggen hier aan de oppervlakte voorkomen. De bodemsamenstelling kan daardoor binnen 10 m sterk variëren (zie afbeelding 4). Op grond van de kartering als es op de beleidsadvieskaart is er een grote kans dat de bodem uit een veldpodzolgrond bestaat. Afbeelding 4. Uitsnede van de bodemkaart van de omgeving van Roden waarop het onderzoeksgebied globaal met een rode ster is aangegeven (bron:

262 projectnummer januari 2017 pagina 7 van 14 Uit de gegevens van het Actueel Hoogtebestand Nederland blijkt dat het onderzoeksgebied op de zuidhelling van een hogere rug ligt. De hoogte van het maaiveld varieert van circa 4,7 tot 4 m+nap. Opvallend is de vrij scherpe grens tussen de maaiveldhoogten, die ruwweg van het zuidwesten naar het oosten van het onderzoeksgebied loopt. Mogelijk is hier in het verleden grond afgegraven (zie afbeelding 5). Afbeelding 5. Uitsnede van de hoogtekaart van het Actueel Hoogtebestand Nederland waarop het onderzoeksgebied met een rood contour is aangegeven (bron: Historische situatie en bouwhistorische waarden Op de historische kaart uit 1860 is zichtbaar dat het onderzoeksgebied op de Zulther Es ligt en dat er binnen het onderzoeksgebied bebouwing aanwezig is (zie afbeelding 6). In de hieropvolgende honderd jaar neemt de bebouwing langs de Boskamp iets toe (zie afbeelding 7). Aan het eind van de jaren 50 van de vorige eeuw vindt ten oosten van het onderzoeksgebied bebouwing plaats (zie afbeelding 8). In de hierop volgende tien tot vijftien jaar vindt bebouwing ten westen van de Boskamp plaats en wordt het onderzoeksgebied bebouwd (zie afbeelding 9). De bebouwing en de herinrichting van het onderzoeksgebied kunnen voor bodemverstoringen gezorgd hebben. De woningen in het noordelijke deel van het onderzoeksgebied, langs de Secretaris Buiteveldlaan, zijn in 2010 gesloopt waarbij het terrein grondig is opgeruimd. Onder en rond de voormalige woningen is de grond tot 1,1 mmv vergraven (zie bijlage 3). De overige terreindelen zijn gespit, gezeefd, aangevuld met schone grond, geëgaliseerd en ingezaaid met gras. De verstoring hier bedraagt vermoedelijk 0,60 mmv. 2 Voor het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied, langs de Meester Apothekerstraat, is aangegeven dat de verstoring circa 0,85 mmv zal bedragen Woonborg, de heer C. van Wijhe 3 gemeente Noordenveld, de heer K. Verschoor

263 projectnummer januari 2017 pagina 8 van 14 Afbeelding 6. Uitsnede van de topografische kaart uit 1860 waarop het onderzoeksgebied globaal met een rode ovaal is aangegeven (bron: www. topotijdreis.nl) Afbeelding 7. Uitsnede van de topografische kaart uit 1950 waarop het onderzoeksgebied globaal met een rode ovaal is aangegeven (bron: www. topotijdreis.nl) Afbeelding 8. Uitsnede van de topografische kaart uit 1962 waarop het onderzoeksgebied globaal met een paarse ovaal is aangegeven (bron: www. topotijdreis.nl) Afbeelding 9. Uitsnede van de topografische kaart uit 1970 waarop het onderzoeksgebied met een geel kader is aangegeven (bron: www. topotijdreis.nl) 2.4 Bekende archeologische waarden Binnen het onderzoeksgebied zelf heeft nog niet eerder een archeologisch onderzoek plaatsgevonden. In de omgeving hebben wel enkele onderzoeken plaatsgevonden (zie afbeelding 10). Ten zuidwesten van het onderzoeksgebied heeft, in het Nijlandspark, een booronderzoek plaatsgevonden waaruit blijkt dat de bodem niet meer intact is (onderzoeksmelding 9027, Veenstra 2004). Langs de Padkamp heeft ook een bureau en booronderzoek plaatsgevonden. Als gevolg van woningbouw is de bodem hier verstoord, maar langs de randen van het onderzoeksgebied is nog sprake van een podzolbodem. Hier is bewerkte vuursteen en houtskool gevonden (onderzoeksmelding 6106 en vondsmelding ). Er is geadviseerd nader onderzoek uit te voeren (Tulp 2004).

264 projectnummer januari 2017 pagina 9 van 14 Afbeelding 10. Uitsnede van de kaart met archeologische waarnemingen en onderzoeksmeldingen waarop het onderzoeksgebied met een rood contour is aangegeven. De onderzoeksmeldingen zijn met een paars contour aangegeven en de vondstmeldingen met een rode stip (bron: Esri Nederland, downloadbare bestanden Archis 3). 2.5 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Uit het bureauonderzoek blijkt dat het onderzoeksgebied op de voormalige Zulther Es ligt en dat er vermoedelijk sprake is van een podzolbodem. Binnen het onderzoeksgebied heeft in de 19 e eeuw, in de noordoosthoek, een woning gestaan. Het onderzoeksgebied is in de jaren van de vorige eeuw bebouwd. Hierbij kunnen bodemverstoringen plaatsgevonden hebben. Uit de gegevens van de opdrachtgever blijkt dat de bodem onder de woningen die in het noordelijke deel van het onderzoeksgebied hebben gestaan tijdens de sloop tot circa 1,1 mmv is verstoord is en dat in de rest van het onderzoeksgebied rond deze voormalige woningen is opgeruimd waarbij de bodem tot vermoedelijk 0,6 mmv geroerd is. Voor het deel van het onderzoeksgebied dat langs de Meester Apothekerstraat ligt is aangegeven dat de verstoring circa 0,85 mmv zal bedragen. Bij een intacte bodem moet rekening gehouden worden met de aanwezigheid van archeologische resten uit de periode steentijd tot en met de nieuwe tijd. De archeologische sporen kunnen bestaan uit jachtkampen, nederzettingen, landinrichtingsstructuren, wegen, graven en afvalkuilen. Een booronderzoek zal moeten uitwijzen of de bodem nog intact is en of er rekening gehouden moet worden met bodemlagen met archeologische potentie.

265 projectnummer januari 2017 pagina 10 van 14 3 Het booronderzoek 3.1 Opzet van het booronderzoek Het doel van inventariserend veldonderzoek door middel van boringen is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting, zoals geformuleerd is in paragraaf 2.5 van dit rapport. Het inventariserend veldonderzoek bestaat uit drie stappen: verkennend, karterend en waarderend. Het verkennend onderzoek richt zich op de bodemopbouw en de mogelijke bodemverstoringen binnen het onderzoeksgebied die de archeologische trefkans kunnen beïnvloeden. Het karterend onderzoek stelt vast of er al dan niet archeologische waarden binnen het onderzoeksgebied aanwezig zijn. Het waarderend onderzoek bepaalt de waarde van de archeologische resten. Het voorliggende onderzoek bestaat uit de fase verkennend booronderzoek. Hiertoe zijn op het onderzoeksterrein met een edelmanboor met een diameter van 7 cm tien boringen in de Chorizont gezet tot een diepte van minimaal 20 cm. Deze boringen zijn in een driehoeksgrid van circa 40 x 40 m verspreid over het terrein gezet, om een juiste, algehele indruk van de bodemopbouw te kunnen krijgen. De boorkernen zijn zorgvuldig uitgelegd, waardoor de opeenvolgende bodemlagen precies beschreven en opgemeten konden worden. De boringen zijn beschreven volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode (ASB). Het opgeboorde materiaal is doorzocht op de aanwezigheid van archeologische resten, zoals: aardewerkfragmenten, houtskool, fosfaatvlekken, vuursteen, natuursteen, verbrand leem en bot. De locaties van de boorpunten zijn met een meetlint ingemeten. De noordelijke helft was begroeid met ruig gras, waardoor er geen ontsluitingen zichtbaar waren. In het zuidelijke deel lag veel opgebrachte grond op het maaiveld. Waar het mogelijk was, is een oppervlaktekartering uitgevoerd. Hierbij zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. 3.2 Onderzoeksvragen De onderzoeksvragen die aan de hand van de resultaten van het onderzoek beantwoord dienen te worden luiden als volgt: 1. Hoe ziet de bodemopbouw in het onderzoeksgebied eruit? 2. Is de bodem intact? 3. Dient het archeologische verwachtingsmodel aangepast te worden? 4. Dient het onderzoeksgebied nader archeologisch onderzocht te worden? 3.3 Bodemopbouw Uit het booronderzoek blijkt dat de bodemopbouw sterk wisselt tussen de boringen. Dit komt doordat de ondergrond in de ijstijd in Roden en in de omgeving is opgestuwd, waardoor aardlagen die normaal op grote diepte voorkomen hier aan het maaiveld voorkomen. De potklei is daar een voorbeeld van. Doordat het om gestuwd materiaal gaat, kan de bodemopbouw binnen 10 m veranderen. De bodem binnen het onderzoeksgebied bestaat globaal uit dekzand, waarop een dikke eerdlaag van circa 5070 cm ligt. In de boringen 1, 2, 3, 5, 6 en 8 is een eerdlaag aanwezig. In boring 7 is een 10 cm dikke bouwvoor aanwezig die overgaat in het gele dekzand. In boring 9 is de bouwvoor 30 cm dik, deze gaat over in matig grof zand met grind. In boring 10 is sprake van een zandcunet dat op matig grof zand met grind ligt. Deze boringen liggen op de locaties van de voormalige school en de bibliotheek, het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied. Op grond van de verschillen in maaiveldhoogten wordt in het bureauonderzoek verondersteld dat het terrein is afgegraven. In boring 1 is een eerdlaag aanwezig van 70 cm dikte die overgaat in het gele dekzand. In boring 2 is de eerdlaag ook circa 70 cm dik, maar de ondergrond bestaat uit matig grof zand (zie afbeelding 11). In de derde boring is de eerdlaag 80 cm dik, deze gaat over in zeer fijn zand met banden leem. Mogelijk gaat het hier om van origine verspoeld materiaal. Vanaf 150 cmmv komt potklei voor. In de boringen 5 en 6 gaat de eerdlaag van 6070 cm dikte over in geel dekzand. In boring 8 is een 50 cm dikke eerdlaag aanwezig die op sterk zandige leem met een bruine kleur ligt. Hieronder ligt kleiig zand met grind dat op circa 1 mmv overgaat in klei met plantenresten, mogelijk potklei. Tussen de boringen 7 en 8 liggen twee milieukundige boringen waarin ook sprake is van een 50 cm dikke eerdlaag (milieuboringen 7 en 21,

266 projectnummer januari 2017 pagina 11 van 14 Van SleenLewerissa 2016). Daar waar een eerdlaag is aangetroffen bestaat deze uit een egale bodemvan bruingrijs matig siltig zand. Er zijn in deze boringen geen indicaties voor het diepspitten van de bodem. Afbeelding 11. Foto van boring 2, waarbij 1: eerdlaag en 2: matig grof zand

267 projectnummer januari 2017 pagina 12 van 14 4 Conclusie en advies 4.1 Conclusie Uit het booronderzoek blijkt dat er binnen het onderzoeksgebied sprake is van een eerdlaag die in zes van de tien boringen voorkomt. Deze eerdlaag is egaal bruingrijs van kleur en vertoont geen sporen van vergravingen. In de overige boringen is de bovengrond verstoord of is slechts een dunne bouwvoor aanwezig. De ondergrond vertoont een grote variatie. Er komt zeer fijn zand voor, maar ook matig grof zand en plaatselijk ligt de potklei bijna aan de oppervlakte. Deze verschillen zijn veroorzaakt door glaciale processen. Binnen het onderzoeksgebied is geen podzolbodem aangetroffen. Het is mogelijk dat deze in de eerdlaag is opgenomen. Voor het deel waar een eerdlaag aanwezig was de verwachting dat de bodem tot circa 0,6 mmv vergraven zou zijn. Hiervoor zijn in de boringen geen indicaties aangetroffen. Door de aanwezigheid van de eerdlaag zijn eventueel aanwezige archeologische sporen beschermd tegen (ondiepe) bodemingrepen. Hoewel er geen sprake (meer) is van podzolering, kan niet uitgesloten worden dat net onder de eerdlaag archeologische resten aanwezig zijn. Het verdient daarom aanbeveling om binnen het gebied met de boringen 1, 2, 3, 5, 6, en 8 nader onderzoek uit te voeren. Voor het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied geldt dat de bodemopbouw zodanig verstoord is dat de trefkans op archeologische resten hier nihil is. De hier aangetroffen bodemverstoring komt overeen met de gegevens van de gemeente Noordenveld. Op basis van de resultaten van het onderzoek kunnen de onderzoeksvragen, zoals gesteld in paragraaf 3.2, als volgt beantwoord worden: 1. Hoe ziet de bodemopbouw in het onderzoeksgebied eruit? De ondergrond van het onderzoeksgebied wisselt sterk als gevolg van glaciale processen. Er is sprake van potklei, matig grof zand, maar ook van zeer fijn zand met kleibanden. Op deze afzettingen ligt in het noordelijke deel een 5080 cm dikke eerdlaag. In het zuidelijke deel is sprake van een dunne bouwvoor, minder dan 30 cm dik, of van een verstoorde toplaag. 2. Is de bodem intact? In het noordelijke deel, waar sprake is van een eerdlaag, is geen podzolering aanwezig maar kan niet uitgesloten worden dat er archeologische resten aanwezig zijn. De bodem wordt daarom als intact opgevat. 3. Dient het archeologische verwachtingsmodel aangepast te worden? Het archeologische verwachtingsmodel heeft geen rekening gehouden met grote verschillen in de bodemsamenstelling van de ondergrond en er is uitgegaan van een mogelijke podzolbodem. Deze laatste is niet aanwezig. De veronderstelling dat er een esdek of eerdgrond aanwezig zou zijn is wel juist. Het verwachtingsmodel kan genuanceerd worden. De voor het archeologisch onderzoek noodzakelijke verwachting hoeft niet aangepast te worden. 4. Dient het onderzoeksgebied nader archeologisch onderzocht te worden? Het noordelijke deel van het onderzoeksgebied, rond de boringen 1, 2, 3, 5, 6 en 8, dient nader onderzocht te worden. 4.2 Advies MUG Ingenieursbureau adviseert in het gebied rond de boringen 1, 2, 3, 5, 6 en 8 nader onderzoek uit te voeren. Dit onderzoek kan bestaan uit een proefsleuvenonderzoek, waarbij duidelijk moet worden of er binnen het onderzoeksgebied rekening gehouden moet worden met mogelijke archeologische resten. Omdat op de locaties van de voormalige woningen de bodem volgens opgave van de opdrachtgever diep verstoord is dienen de proefsleuven zodanig over het onderzoeksgebied verdeeld te worden dat rekening gehouden wordt met toekomstige verstoringen en met de historische verstoringen. De meest kansrijke locaties zijn de terreindelen buiten de op bijlage 3 aangegeven groen gearceerde gebieden. Voor een proefsleuvenonderzoek is een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen (PvE) noodzakelijk. Voor het gedeelte van het onderzoeksgebied rond de boringen 4, 7, 9 en 10 wordt aanbevolen geen verder archeologisch onderzoek uit te voeren, aangezien hier geen eerdlaag meer aanwezig is.

268 projectnummer januari 2017 pagina 13 van 14 De bovenstaande adviezen zijn getoetst door de bevoegde overheid, in deze gemeente Noordenveld. Het voorliggende onderzoek is met de grootst mogelijke zorg uitgevoerd. Indien er onverhoopt toch archeologische waarden aanwezig blijken te zijn binnen de vrijgegeven gebieden, wijzen wij op de wettelijke meldingsplicht hiervan (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij onze minister. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, in casu de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (vondstmelding via ARCHIS). De melding dient ook bij gemeente Noordenveld gedaan te worden. 4 4 Gemeente Noordenveld, de heer K. Verschoor, T: (050) , E: postbus@gemeentenoordenveld.nl

269 projectnummer januari 2017 pagina 14 van 14 Literatuur en bronnen Geraadpleegde literatuur Arcadis, Achtergrondrapport archeologische verwachtings en beleidsadvieskaart Noordenveld, gemeente Noordenveld. Assen. Brandt, R.W. et al. (red), Archis, Archeologisch basisregister, versie 1.0 Amersfoort. SleenLewerissa, D.W.S. van, Verkennend bodemonderzoek Boskamp/Secretaris Buitenveldlaan te Roden. MUG Ingenieursbureau, Leek. Tulp C., Een inventariserend archeologisch veldonderzoek in plangebied De Padkamp te Roden. Zuidhorn (Steekproefrapport 20042/16). Veenstra, H.W., Onderzoeksgebied De Hullen te Roden, gemeente Noordenveld, een inventariserend archeologisch onderzoek. Drachten (Raapnotitie 794). Geraadpleegde bronnen Topografische Dienst Nederland; www. topotijdreis.nl; Esri Nederland, downloadbare bestanden Archis 3. Lijst met afbeeldingen en verantwoording Afbeelding 1. Uitsnede van de topografische kaart waarop het onderzoeksgebied met een rood contour is aangegeven (bron: Topografische Dienst Nederland) Afbeelding 2. Uitsnede van de archeologische beleidsadvieskaart van gemeente Noordenveld waarop het onderzoeksgebied met een geel kader is aangegeven (bron: Arcadis 2011) Afbeelding 3. Schematische weergave van een podzolbodem (bron: MUG Ingenieursbureau b.v.) Afbeelding 4. Uitsnede van de bodemkaart van de omgeving van Roden waarop het onderzoeksgebied globaal met een rode ster is aangegeven (bron: Afbeelding 5. Uitsnede van de hoogtekaart van het Actueel Hoogtebestand Nederland waarop het onderzoeksgebied met een rood contour is aangegeven (bron: Afbeelding 6. Uitsnede van de topografische kaart uit 1860 waarop het onderzoeksgebied globaal met een rode ovaal is aangegeven (bron: www. topotijdreis.nl) Afbeelding 7. Uitsnede van de topografische kaart uit 1950 waarop het onderzoeksgebied globaal met een rode ovaal is aangegeven (bron: www. topotijdreis.nl) Afbeelding 8. Uitsnede van de topografische kaart uit 1962 waarop het onderzoeksgebied globaal met een paarse ovaal is aangegeven (bron: www. topotijdreis.nl) Afbeelding 9. Uitsnede van de topografische kaart uit 1970 waarop het onderzoeksgebied met een geel kader is aangegeven (bron: www. topotijdreis.nl) Afbeelding 10. Uitsnede van de kaart met archeologische waarnemingen en onderzoeksmeldingen waarop het onderzoeksgebied met een rood contour is aangegeven. De onderzoeksmeldingen zijn met een paars contour aangegeven en de vondstmeldingen met een rode stip (bron: Esri Nederland, downloadbare bestanden Archis 3) Afbeelding 11. Foto van boring 2, waarbij 1: eerdlaag en 2: matig grof zand (foto: MUG Ingenieursbureau b.v.)

270 Bijlage 1 Boorstaten

271 Boring: 1 Boring: 2 Boring: 3 Boring: Zand, zwak siltig, zwak humeus, neutraal grijszwart, scherp, bouwvoor 0 0 Zand, zwak siltig, zwak humeus, neutraal grijszwart, scherp, bouwvoor 0 0 Zand, zwak siltig, zwak humeus, neutraal grijszwart, scherp, bouwvoor 0 0 Zand, zwak siltig, zwak humeus, neutraal grijszwart, scherp, bouwvoor Zand, zwak siltig, neutraal witgeel, Chorizont Zand, matig grof, zwak siltig, neutraal witgeel, Chorizont Zand, zwak siltig, licht grijsgeel, geleidelijk Zand, sterk siltig, neutraal grijsgeel, geleidelijk, Chorizont Klei, zwak zandig, neutraal geelgrijs, keizand Klei, matig siltig, donkergrijs, plantenresten, potklei?, scherp Klei, matig siltig, zwart, potklei

272 Boring: 5 Boring: 6 Boring: 7 Boring: Zand, zwak siltig, zwak humeus, neutraal grijszwart, scherp, bouwvoor 0 0 Zand, zwak siltig, zwak humeus, neutraal grijszwart, scherp, bouwvoor Zand, zwak siltig, zwak humeus, neutraal grijszwart, scherp, bouwvoor 0 0 Zand, zwak siltig, zwak humeus, neutraal grijszwart, scherp, bouwvoor Zand, zwak siltig, geel, geleidelijk Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraal geelbruin, Chorizont Zand, zwak siltig, licht geelbruin, Chorizont Zand, zwak siltig, neutraal geelwit, Chorizont Zand, zwak siltig, neutraal witgeel, geleidelijk, Chorizont Zand, matig siltig, neutraal witgeel, geleidelijk Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraal witgeel, leembrokken Klei, matig zandig, bruin, scherp Zand, zwak kleiïg, zwak grindig, grijs, scherp Klei, zwak siltig, neutraal grijsbruin, plantenresten, potklei

273 Boring: 9 Boring: Zand, zwak siltig, zwak humeus, neutraal grijszwart, scherp, bouwvoor Zand, zwak siltig, neutraal grijsgeel, scherp, opgebrachte grond 30 Zand, zwak siltig, grijs, scherp 30 Zand, matig grof, zwak siltig, donkerbruin, geleidelijk, Bhorizont Zand, matig grof, zwak siltig, grijs, scherp Zand, zwak siltig, zwak grindig, geel, geleidelijk Zand, matig siltig, grijs Zand, matig grof, zwak siltig, lichtgrijs, boor loopt leeg

274 Legenda (conform NEN 5104) grind klei geur Grind, siltig Klei, zwak siltig geen geur zwakke geur Grind, zwak zandig Klei, matig siltig matige geur sterke geur Grind, matig zandig Klei, sterk siltig uiterste geur Grind, sterk zandig Klei, uiterst siltig olie geen oliewater reactie zwakke oliewater reactie Grind, uiterst zandig Klei, zwak zandig matige oliewater reactie sterke oliewater reactie Klei, matig zandig uiterste oliewater reactie zand Klei, sterk zandig p.i.d.waarde Zand, kleiïg >0 >1 Zand, zwak siltig Zand, matig siltig leem Leem, zwak zandig >10 >100 >1000 >10000 Zand, sterk siltig Leem, sterk zandig monsters Zand, uiterst siltig geroerd monster overige toevoegingen ongeroerd monster veen Veen, mineraalarm zwak humeus matig humeus volumering overig bijzonder bestanddeel Veen, zwak kleiïg sterk humeus Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand Veen, sterk kleiïg zwak grindig Gemiddeld laagste grondwaterstand slib Veen, zwak zandig matig grindig water Veen, sterk zandig sterk grindig peilbuis blinde buis casing hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand zand afdichting bentoniet/mikoliet/klei afdichting grind afdichting filter

275 Bijlage 2 Overzicht van het onderzoeksgebied, boorpuntenkaart

276 N Z 0 AHu GdR Eerste uitgave Wijz. Get. Gec. Omschrijving Datum Infra Milieu GeoICT Archeologie Geoinformatie Project: Opdrachtgever: Onderdeel: Projectnummer: Archeologisch booronderzoek Boskamp/Secr. Buitenveldlaan Roden Woonborg Overzicht van de onderzoekslocatie Schaal: 1:1000 Formaat: A3 Bijlagenummer: 2 Zernikelaan 8 Postbus AC LEEK Tel. (0594) Fax. (0594) info@mug.nl Internet Definitief

277 Bijlage 3 Overzicht van de bodemverstoringen ten tijde van de sloop

278 Met een groene arcering is de verstoring als gevolg van de sloop aangegeven

279

280 278 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

281 Bijlage 8 Proefsleuvenonderzoek 279 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

282 Proefsleuvenonderzoek aan de Boskamp te Roden, gemeente Noordenveld (DR) opdrachtgever datum auteur projectleider projectnummer versie status ISSNnummer MUGpublicatie Woon borg 20 juli 2017 de heer G.J. de Roller mevrouw M.J.M. de Wit definitief Protocol 4003

283 projectnummer juli 2017 MUGprojectnummer Opdrachtgever Woonborg De heer C. van Wijhe T: E: MUGpublicatie Bevoegd gezag Gemeente Noordenveld t.a.v. de heer K. Verschoor T: E: Beheer en plaats documentatie MUG Ingenieursbureau b.v. Onderzoekmeldingsnummer Tekst de heer G.J. de Roller Afbeeldingen mevrouw T.N. KrolKarsten Redactie mevrouw M.J.M. de Wit Status definitief Autorisatie mevrouw M.J.M. de Wit Uitgegeven door MUG Ingenieursbureau b.v. Postbus AC Leek Datum 20 juli 2017 ISSN

284 projectnummer juli 2017 INHOUDSOPGAVE Samenvatting 1 1 Inleiding Aanleiding voor het onderzoek Objectgegevens Huidige situatie Toekomstige situatie Doel van het onderzoek Onderzoeksgeschiedenis en gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel 3 2 Het proefsleuvenonderzoek Opzet van het onderzoek Onderzoeksvragen Bodemopbouw en gaafheid vindplaats Sporen en structuren Vondstmateriaal 8 3 Conclusie en beantwoording van de onderzoeksvragen Conclusie Beantwoording van de onderzoeksvragen 9 4 Waardering, selectieadvies en aanbeveling Waardestelling Selectieadvies Aanbeveling 12 Literatuur en bronnen 13 BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Allesporenkaart en profielen Sporenlijst Vondstenlijst Lijst met beperkte verklaring van de richtlijnen Waardestelling

285 projectnummer juli 2017 pagina 1 van 13 Samenvatting Naar aanleiding van het proefsleuvenonderzoek aan de Boskamp te Roden adviseert MUG Ingenieursbureau b.v. hier geen verder archeologisch onderzoek uit te voeren. Uit het proefsleuvenonderzoek blijkt dat er geen archeologische sporen of structuren aanwezig zijn. In het zuidelijke deel van de proefsleuven 3 en 4 is een gedempte sloot aanwezig. Vermoedelijk heeft deze demping plaatsgevonden voorafgaand aan de bebouwing van het terrein in de het eind van de jaren 60 van de vorige eeuw. Ook zijn subrecente spit en ploegsporen gevonden. Wanneer onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen geldt de wettelijke meldingsplicht. Het bovenstaande advies dient te worden getoetst door de bevoegde overheid, de gemeente Noordenveld.

286 projectnummer juli 2017 pagina 2 van 13 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor het onderzoek Op het onderzoeksgebied aan de Boskamp te Roden zullen huizen gebouwd worden. Hiervoor zijn bodemingrepen noodzakelijk. Daarom is voor het gebied een archeologisch bureau en booronderzoek uitgevoerd (De Roller 2016). Uit dit onderzoek blijkt dat er sprake is van een esdek op dekzand. Er is aanbevolen om een proefsleuvenonderzoek uit te voeren. De bevoegde overheid heeft deze aanbeveling overgenomen. Dit proefsleuvenonderzoek is uitgevoerd conform de Erfgoedwet. Stichting Woonborg heeft MUG Ingenieursbureau b.v., afdeling Archeologie, opdracht gegeven het proefsleuvenonderzoek uit te voeren. Het archeologisch proefsleuvenonderzoek heeft plaatsgevonden op 18 en 19 april 2017 en stond onder leiding van de heer G.J. de Roller met ondersteuning van mevrouw T.N. KrolKarsten. De projectleiding was in handen van mevrouw M.J.M. de Wit. Het onderzoek is uitgevoerd conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 4.0, en de richtlijnen in het Programma van Eisen (De Roller 2017a) en het Plan van Aanpak (De Roller 2017b) Objectgegevens Tabel 1.1 Algemene gegevens van het onderzoeksgebied Provincie Gemeente Plaats Toponiem Kaartblad Coördinaten Oppervlakte plangebied Oppervlakte onderzoeksgebied Periode Landschapstype Drenthe Noordenveld Roden Boskamp 12A / NW / NO / ZO / ZW 1,6 ha 0,9 ha paleolithicummiddeleeuwen es 1.3 Huidige situatie Het plangebied ligt ten westen van de Boskamp, ten zuiden van de Secretaris Buitenveldlaan en ten noorden van de Mr. Apothekerstraat (zie afbeelding 1). Binnen het onderzoeksgebied hebben woningen, een school en een bibliotheekgebouw gestaan; deze zijn nu allemaal gesloopt. Op basis van het vooronderzoek is duidelijk dat er binnen de noordelijke helft van het plangebied een esdek aanwezig is. Hier is het proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. In totaal is 0,9 ha door middel van proefsleuven onderzocht. 1 De inhoud van de KNA kan worden geraadpleegd op

287 projectnummer juli 2017 pagina 3 van 13 Afbeelding 1. Uitsnede van de topografische kaart met de boorpunten van het vooronderzoek, waarop het plangebied en onderzoeksgebied met respectievelijk een rode en groene lijn zijn aangegeven (bron: Esri Nederland & Community Maps Contributors) 1.4 Toekomstige situatie Woonborg wil binnen het onderzoeksgebied nieuwe woningen bouwen. Hiervoor zullen tot een diepte van maximaal 1 mmv bodemverstoringen plaatsvinden. De huidige bouwplannen zijn nog niet bekend waardoor nog geen beeld is van waar en tot welke diepte de toekomstige bodemingrepen gaan plaatsvinden. 1.5 Doel van het onderzoek Doel van een proefsleuvenonderzoek is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting, zoals geformuleerd in het vooronderzoek (De Roller 2016). 1.6 Onderzoeksgeschiedenis en gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Het onderzoeksgebied ligt op de voormalige Zulther Es. Op de bodemkaart is het onderzoeksgebied niet gekarteerd omdat het in de bebouwde kom ligt. Vanwege de grote variatie in de bodem rond Roden is het niet mogelijk door extrapolatie een schatting te maken van de bodem binnen het onderzoeksgebied. Deze grote variatie in bodemsamenstelling wordt veroorzaakt doordat de ondergrond van en rond Roden onder invloed van het landijs is gestuwd, waardoor bodemlagen die elders op grote diepte liggen hier aan de oppervlakte voorkomen. De bodemsamenstelling kan daardoor sterk variëren. Op de archeologische beleidsadvieskaart is het onderzoeksgebied als es aangegeven, wat overeenkomt met de resultaten van het verkennend archeologisch veldonderzoek (De Roller 2016). Essen hebben op de beleidsadvieskaart een hoge archeologische verwachting. In de omgeving van het onderzoekgebied hebben enkele archeologische onderzoeken plaatsgevonden. Ten zuidwesten van het onderzoeksgebied is in het Nijlandspark een booronderzoek uitgevoerd, waaruit blijkt dat de

288 projectnummer juli 2017 pagina 4 van 13 bodem niet meer intact is (onderzoeksmelding 9027, Veenstra 2004). Ook voor een terrein langs de Padkamp is een bureau en booronderzoek uitgevoerd. Als gevolg van woningbouw is de bodem hier verstoord, maar langs de randen van het onderzoeksgebied is nog sprake van een podzolbodem. Hier is bewerkte vuursteen en houtskool gevonden (onderzoeksmelding 6106 en vondstmelding ). Geadviseerd is nader onderzoek uit te voeren (Tulp 2004). In de noordoosthoek van het onderzoeksgebied heeft in de 19 e eeuw een woning gestaan (zie afbeelding 8). Het onderzoeksgebied is aan het eind van de jaren 60 van de vorige eeuw verder bebouwd. Hierbij kunnen bodemverstoringen plaatsgevonden hebben. Uit gegevens van de opdrachtgever bleek dat de bodem onder de woningen die in het onderzoeksgebied hebben gestaan tijdens de sloop tot circa 1,1 mmv verstoord is en dat er in de gebieden direct rondom deze voormalige woningen is opgeruimd, waarbij de bodem tot vermoedelijk 0,6 mmv geroerd is. Uit de boorgegevens blijkt dat de bodem binnen het onderzoeksgebied echter intact is (De Roller 2016). De boringen zijn echter allemaal buiten de voormalige bebouwing gezet, waardoor deze boringen geen beeld geven van de mogelijke bodemverstoringen door de bouw en de sloop van de woningen aan de zuidkant van het plangebied. Tabel 2 geeft een overzicht van de in de tekst genoemde archeologische perioden. Tabel 1.2 Vereenvoudigde archeologische tijdsschaal (bron: Brandt et al. 1992) Periode Van Tot Oude steentijd of paleolithicum 8800 voor Chr. Midden steentijd of mesolithicum 8800 voor Chr voor Chr. Nieuwe steentijd of neolithicum 5300 voor Chr voor Chr. Bronstijd 2000 voor Chr. 800 voor Chr. IJzertijd 800 voor Chr. 12 voor Chr. Romeinse tijd 12 voor Chr. 450 na Chr. Vroege middeleeuwen 450 na Chr na Chr. Late middeleeuwen 1050 na Chr na Chr. Nieuwe tijd 1500 na Chr. heden

289 projectnummer juli 2017 pagina 5 van 13 2 Het proefsleuvenonderzoek 2.1 Opzet van het onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd als een proefsleuvenonderzoek. Vanwege de beschikbare ruimte de sleuven moesten tussen bestaande bomen en de voormalige, gesloopte bebouwing en de aanwezige kabels en leidingen worden aangelegd zijn binnen het onderzoeksgebied twee proefsleuven van 4 x 30 m, twee proefsleuven van 4 x 15 m en één proefsleuf van 4 x 40 m aangelegd. Hiermee is de dekkingsgraad bijna 6 procent. De proefsleuven zijn zodanig over het onderzoeksgebied verdeeld dat er een goed beeld van de archeologische waarde van het onderzoeksgebied is verkregen. De exacte ligging van de proefsleuven is in het veld bepaald. Voor het onderzoek is gebruikgemaakt van een graafmachine met een dichte kantelbare bak. Er is in elke proefsleuf één vlak in de top van het dekzand aangelegd. De werkwijze is conform het PvE (De Roller 2017a): Het vlak is bereikt door laagsgewijs te verdiepen vanaf het maaiveld. Hierbij is machinaal in dunne lagen verdiept, waarbij elke laag telkens voor het verdiepen aan met een schep is doorzocht op de aanwezigheid van vondstmateriaal. Vondsten die gedaan zijn tijdens het verdiepen, zijn als aanlegvondsten per stratigrafische laag verzameld. Aanlegvondsten van het vlak zijn in vakken van 4 x 5 m verzameld. Tijdens het laagsgewijs verdiepen is elke laag met een metaaldetector gecontroleerd op aanwezige metaalvondsten. Het opgravingsvlak in elke sleuf is getekend, gefotografeerd en gewaterpast. Het waterpassen van het maaiveld is elke 5 m en van het vlak elke 2,5 m gebeurd. Het vlak is digitaal ingemeten. Coupes zijn op schaal 1:20 getekend. Per proefsleuf is minimaal één profielkolom van 2 m breedte bodemkundig beschreven, getekend op schaal 1:20 en daarna gefotografeerd. Afbeelding 2. Foto van het onderzoeksgebied voorafgaand aan het onderzoek

290 projectnummer juli 2017 pagina 6 van Onderzoeksvragen In het Programma van Eisen (De Roller 2017a) zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Wat is de geologische/bodemkundige opbouw? 2. Zijn er grondsporen en structuren aanwezig? 3. Wat is de datering en fasering van deze sporen en structuren? 4. Zijn de aangetroffen structuren typologisch in te delen? Wat is hun aard, datering, diepteligging, ruimtelijke spreiding en conserveringstoestand? 5. Welke materiaalcategorieën zijn aanwezig en wat is hun ruimtelijke spreiding, datering en conservering? Zijn deze materiaalcategorieën aan bepaalde activiteitengebieden toe te wijzen? 6. Zijn er sporen en structuren aanwezig die te maken hebben met landinrichting en waterhuishouding? 7. Zijn er graven aanwezig? 8. Zijn er resten van steentijdvindplaatsen aanwezig? 9. In hoeverre is de vindplaats aangetast door de subrecente bebouwing en sloop? 10. Wat is de relatie van deze archeologische resten met het omringende landschap? 11. Kan de vindplaats worden gewaardeerd conform KNAbijlage IV Waarderen van vindplaatsen en de KNAleidraad Standaard Archeologische Monitoring (voor het bepalen van de fysieke kwaliteit)? Beantwoording van de bovenstaande onderzoeksvragen moet leiden tot een onderbouwde waardering van de resultaten van het onderzoek. Op basis van de behoudenswaardigheid van de (mogelijk) aan te treffen vindplaats(en) wordt een advies voor vervolgonderzoek, planaanpassing of vrijgeven van het onderzoeksgebied voor de civiele werkzaamheden geformuleerd. 2.3 Bodemopbouw en gaafheid vindplaats De bodem binnen het onderzoeksgebied bestaat van onder naar boven uit dekzand (Chorizont en op enkele plekken een dunne Bhorizont) waarop een cm dikke humeuze bodem, het esdek, ligt. De bovenste helft van deze humeuze bodem is geroerd als gevolg van het gebruik als tuin en het bouwrijpmaken van het terrein. De basis van het esdek is intact (zie afbeelding 3). Op de geroerde laag ligt de huidige bouwvoor. In proefsleuf 4 is de basis van het esdek niet aanwezig, hier ligt op het dekzand direct de geroerde laag (zie bijlage 1). Afbeelding 3. Foto van de bodemopbouw in werkput 2 (profiel 1) waarbij E: esdek, V: vergraven bovengrond

291 projectnummer juli 2017 pagina 7 van Sporen en structuren Binnen de proefsleuven/werkputten zijn geen archeologische sporen aanwezig. De top van de Chorizont is in alle proefsleuven geroerd door subrecente verstoringen. De aanwezige sporen betreffen een subrecente sloot, resten van recente funderingen en kuilen/ingravingen en uit subrecente spit en ploegsporen (zie bijlage 1). Werkput 1 ligt binnen de voormalige bebouwing. Hier is de bodem tot op de Chorizont vergraven. Op een enkele plek is nog een laag stenen van de fundering aanwezig. Het vlak van werkput 2 bevat enkele spitsporen en ploegsporen met een noordzuid oriëntatie (zie afbeelding 4). Deze sporen dateren uit de 20 e eeuw aangezien ze door het esdek heen zijn geploegd. Afbeelding 4. Foto van het vlak van werkput 2 waarbij de pijlen de ploegsporen aangeven. De foto is richting het noorden genomen. In het midden van de werkputten 3 en 4 is een subrecente slootvulling aanwezig. In werkput 4 vertoont de C horizont een bonte afwisseling van lemig zand en grof zand (zie afbeelding 5). De bodem in werkput 5 is volledig vergraven en vertoont een wirwar van kuilen en sleuven met humeus zand en straatzand (zie afbeelding 6). Afbeelding 5. Vlak van werkput 4 in zuidelijke richting met op de voorgrond een grillig patroon van lemig en grof zand en op de achtergrond, de zwarte banen, de gedempte sloot

292 projectnummer juli 2017 pagina 8 van 13 Afbeelding 6. Vlak van werkput 5, met vele recente vergravingen. De foto is richting het zuiden genomen. 2.5 Vondstmateriaal Tijdens het proefsleuvenonderzoek is in een ploegspoor in werkput 2 (spoor 4) een niet nader te determineren stuk metaal gevonden (vondstnummer 1). In werkput 3 is in een recente verstoring een scherf aardewerk gevonden, vondstnummer 2. Het betreft een scherf van een schoteltje met een bruine versiering. Het dateert uit het midden van de 20 e eeuw (zie afbeelding 7). Al het vondstmateriaal zal worden afgestoten omdat het geen bijdrage levert aan de beantwoording van de onderzoeksvragen. Afbeelding 7. Foto van de scherf aardewerk uit werkput 3, vondstnummer 2

293 projectnummer juli 2017 pagina 9 van 13 3 Conclusie en beantwoording van de onderzoeksvragen 3.1 Conclusie Uit het proefsleuvenonderzoek blijkt dat er binnen het onderzoek geen archeologische sporen of structuren aanwezig zijn. In het zuidelijke deel van de werkputten 3 en 4 is een recentelijk gedempte sloot aanwezig. Vermoedelijk heeft deze demping plaatsgevonden voorafgaand aan de bebouwing van het terrein aan het einde van de jaren 60 van de vorige eeuw. De sloot betreft de sloot die rond het perceel lag dat bij de bebouwing die in de noordoosthoek van het onderzoeksgebied heeft gestaan hoorde (zie afbeelding 8). Afbeelding 8. Uitsnede van de topografische kaart uit 1910 waarop de proefsleuven zijn aangegeven en de slootdemping met een blauwe kleur is aangegeven (bron: en Esri Nederland) 3.2 Beantwoording van de onderzoeksvragen De in paragraaf 2.2 genoemde onderzoeksvragen kunnen als volgt beantwoord worden: 1. Wat is de geologische/bodemkundige opbouw? De bodem bestaat uit dekzand waarop een esdek ligt. De bovenkant van het esdek is verstoord als gevolg van het bouwrijpmaken van het terrein en de bebouwing. 2. Zijn er grondsporen en structuren aanwezig? Er zijn ploeg en spitsporen en een gedempte sloot aanwezig. 3. Wat is de datering en fasering van deze sporen en structuren? De ploeg en spitsporen dateren uit het begin van de 20 e eeuw, van vóór de bebouwing. De sloot dateert uit het begin van de 20 e eeuw en is aan het einde van de jaren 60 van de vorige eeuw gedempt. 4. Zijn de aangetroffen structuren typologisch in te delen? Wat is hun aard, datering, diepteligging, ruimtelijke spreiding en conserveringstoestand? De aangetroffen sporen betreffen ploeg en spitsporen en een sloot. 5. Welke materiaalcategorieën zijn aanwezig en wat is hun ruimtelijke spreiding, datering en conservering? Zijn deze materiaalcategorieën aan bepaalde activiteitengebieden toe te wijzen? In een recente verstoring is aardewerk gevonden dat uit het midden van de 20 e eeuw dateert. In een ploegspoor is een niet nader te determineren stuk metaal gevonden. 6. Zijn er sporen en structuren aanwezig die te maken hebben met landinrichting en waterhuishouding? Ja er zijn sporen van een sloot aanwezig. Deze sloot is zichtbaar op de historische kaarten uit de periode Zijn er graven aanwezig? Er zijn geen graven aanwezig. 8. Zijn er resten van steentijdvindplaatsen aanwezig? Er zijn geen steentijdvindplaatsen aanwezig. 9. In hoeverre is de vindplaats aangetast door de subrecente bebouwing en sloop?

294 projectnummer juli 2017 pagina 10 van 13 Binnen de subrecente bebouwing is de bodem tot in het archeologische vlak verstoord (werkputten 1 en 5). Buiten de subrecente bebouwing is in werkputten 2 en3 alleen de top van het esdek verstoord. De basis en het archeologische vlak zijn hier intact. In werkput 4 ligt op het dekzand een vergraven laag. 10. Wat is de relatie van deze archeologische resten met het omringende landschap? Er zijn geen archeologische resten aanwezig, alleen sporen van subrecent landgebruik. 11. Kan de vindplaats worden gewaardeerd conform KNAbijlage IV Waarderen van vindplaatsen en de KNAleidraad Standaard Archeologische Monitoring (voor het bepalen van de fysieke kwaliteit)? Er is geen archeologische vindplaats aanwezig.

295 projectnummer juli 2017 pagina 11 van 13 4 Waardering, selectieadvies en aanbeveling 4.1 Waardestelling Hieronder vindt u de waardestelling van de resultaten volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.3. De waardering bestaat uit een scoretabel met uitleg en een beslissingsstroomschema. In de scoretabel worden de resultaten van het onderzoek van een gewicht voorzien (waarde 13). Een laag getal staat voor een lage waarde en een hoog getal voor een hoge waarde. Het stroomdiagram geeft op basis van de scores aan of de vindplaats behoudenswaardig is of niet. De behoudenswaardigheid is het hoofdcriterium voor het bepalen van de noodzaak voor vervolgonderzoek (bijlage 4 geeft een beperkte verklaring van de richtlijnen waardestelling). Een volledige beschrijving van de normen en regels voor de waardering staat op de website van de SIKB. 2 Tabel 4.1 Scoretabel voor de waardestelling Beleving score reden Schoonheid 1 Niet van toepassing Herinneringswaarde 1 Niet van toepassing Fysieke kwaliteit score reden Gaafheid Conservering 2 1 Ter plaatse van de gesloopte bebouwing is de bodem verstoord tot in de C horizont. Daarbuiten is de verstoring beperkt tot de bovengrond. De conservering van het vondstmateriaal is goed (aardewerk) en slecht (metaal) Inhoudelijke kwaliteit score reden Zeldzaamheid 1 Er is geen archeologische vindplaats aanwezig. Informatiewaarde Ensemblewaarde Representativiteit Er is geen archeologische vindplaats aanwezig. Er is geen archeologische vindplaats aanwezig. Er is geen archeologische vindplaats aanwezig. 2 Protocol 4003 VS06

296 projectnummer juli 2017 pagina 12 van 13 Stroomdiagram Behoudenswaardige vindplaatsen, KNA Selectieadvies Bij het doorlopen van het bovenstaande stroomschema met de uitkomsten van de scoretabel is de uitkomst nietbehoudenswaardig. Dit wil zeggen dat er geen of te weinig archeologische resten in de bodem aanwezig zijn, om de aanwezigheid van een vindplaats vast te stellen en hiervan een goede interpretatie te geven. Daarom wordt geadviseerd af te zien van verder onderzoek en het onderzoeksgebied vrij te geven voor de geplande nieuwbouw. 4.3 Aanbeveling MUG Ingenieursbureau b.v. adviseert om geen verder archeologisch onderzoek uit te voeren. Er is geen archeologische vindplaats aanwezig. De bovenstaande aanbevelingen betreft een advies en dient te worden getoetst en goedgekeurd door de bevoegde overheid, de gemeente Noordenveld. Het voorliggende onderzoek is met de grootst mogelijke zorg uitgevoerd. Indien onverhoopt toch archeologische waarden aanwezig blijken te zijn binnen de vrijgegeven gebieden, wijzen wij op de wettelijke meldingsplicht hiervan (artikel 5.4 van de Erfgoedwet) om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: Degene die anders dan bij het verrichten van opgravingen een vondst doet waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een archeologische vondst betreft, meldt dit zo spoedig mogelijk bij Onze Minister. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, in casu de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (vondstmelding via ARCHIS). De melding dient ook bij de gemeente Noordenveld gedaan worden.

297 projectnummer juli 2017 pagina 13 van 13 Literatuur en bronnen Gebruikte literatuur Brandt, R.W. et al. (red), Archis, Archeologisch basisregister, versie 1.0. Amersfoort. Roller, G.J. de, Archeologisch bureau en booronderzoek aan de BoskampSecretaris Buitenveldlaan te Roden, gemeente Noordenveld (DR). Leek (MUGpublicatie ). Roller, G.J. de, 2017a. Programma van Eisen proefsleuven plangebied Boskamp te Roden, gemeente Noordenveld (DR). Leek (MUGpublicatie ). Roller G.J. de, 2017b. Plan van Aanpak proefsleuven onderzoek Boskamp te Roden, gemeente Noordenveld (DR). Leek (definitieve versie 5 april 2017). Tulp C., Een inventariserend archeologisch veldonderzoek in plangebied De Padkamp te Roden. Zuidhorn (Steekproefrapport 20042/16). Veenstra, H.W., Onderzoeksgebied De Hullen te Roden, gemeente Noordenveld, een inventariserend archeologisch onderzoek. Drachten (RAAPnotitie 794). Geraadpleegde bronnen Esri Nederland & Community Maps Contributors. Lijst met afbeeldingen en verantwoording Afbeelding 1. Uitsnede van de topografische kaart met de boorpunten van het vooronderzoek, waarop het plangebied en onderzoeksgebied met respectievelijk een rode en groene lijn zijn aangegeven (bron: Esri Nederland & Community Maps Contributors) Afbeelding 2. Foto van het onderzoeksgebied voorafgaand aan het onderzoek (foto: MUG Ingenieursbureau b.v.) Afbeelding 3. Foto van de bodemopbouw in werkput 2 (profiel 1) waarbij E: esdek, V: vergraven bovengrond (foto: MUG Ingenieursbureau b.v.) Afbeelding 4. Foto van het vlak van werkput 2 waarbij de pijlen de ploegsporen aangeven. De foto is richting het noorden genomen (foto: MUG Ingenieursbureau b.v.) Afbeelding 5. Vlak van werkput 4 in zuidelijke richting met op de voorgrond een grillig patroon van lemig en grof zand en op de achtergrond, de zwarte banen, de recentelijk gedempte sloot (foto: MUG Ingenieursbureau b.v.) Afbeelding 6. Vlak van werkput 5, met vele recente vergravingen. De foto is richting het zuiden genomen (foto: MUG Ingenieursbureau b.v.) Afbeelding 7. Foto van de scherf aardewerk uit werkput 3, vondstnummer 2 (foto: MUG Ingenieursbureau b.v.) Afbeelding 8. Uitsnede van de topografische kaart uit 1910 waarop de proefsleuven zijn aangegeven en de slootdemping met een blauwe kleur is aangegeven (bron: en Esri Nederland)

298 Bijlage 1 Allesporenkaart en profielen

299 Werkput 1 t/m 4 1:100 4,87 s6 4,34 WP 4 WP 3 WP 2 4,22 PROF 4.1 4,7 s4 s4 4,9 4,29 3,88 s1 s999 4,88 4,23 s999 s3 3,94 s3 s999 s999 4,3 s1 s999 PROF 4.2 4,03 coupe B s3 s1 s3 4,76 4,9 s999 s999 4,22 s999 s7 3,92 s1 s999 s999 s999 s4 s5 s4 3,99 coupe A s3 s3 s4 4,87 s999 4,08 s1 PROF 3.1 4,86 s999 4,01 s1 s999 s999 s4 4,73 s1 s7 3,72 3,99 s999 s1 4 s4 3,74 s1 s999 3,94 PROF 2.1 s1 s4 s4 4,91 s1 s999 3,76 s999 4,9 s4 s5 s999 3,96 WP 1 s4 s1 s4 4,76 4,86 3,74 s5 s5 3,95 s999 4,6 3,74 s5 s999 s1 3,7 4,83 s999 3,73 s1 s3 3,91 s4 s4 s4 4,73 s999 s4 4,56 s1 3,78 s999 s5 3,77 s3 s3 PROF 1.1 s999 s1 s3 PROF 2.2 s4 3,73 s999 s3 s1 s2 3,7 s4 4,77 4, Meters Werkput 5 1:100 1:20 WP 5 4,22 s999 s1 3,68 s999 s999 s999 s999 s999 s999 s999 s999 s999 Profielen en coupes profiel 1.1 profiel 2.1 s902 s s903 s1 s s s s901 s s902 s s903 s s901 s s903 s905 s s s4 profiel 2.2 s903 s903 s1 s s901 s s902 s s s Ligging sleuven WP 1 WP 2 WP 3 WP 4 Legenda Bhorizont Chorizont Ehorizont? bouwvoor dekzand, uitgespoeld esdek esdek/vergraven laag, vergraven ploegspoor recente verstoring sloot spit spoor 4,73 locatie profiel / coupe hoogte s999 3,62 s999 profiel 3.1 profiel 4.1 profiel 5.1 WP 5 4,23 s999 3,59 s1 s999 PROF 5.1 s901 s s s902 s901 s s s999 s907 s s999 s999 s902 s s s905 s903 s s999 3,56 s999 s4 s4 s1 4,13 3,64 s999 s Meters s903 s s s1 s s6 coupe werkput 2 spoor 2 coupe werkput 2 spoor 4 s s2 s4 s s s1 s906 s 0 1 Meters Esri Nederland & Community Maps Contributors MUG Ingenieursbureau Project: Opdrachtgever: Onderdeel: Projectnummer: GISontwerp: TK Formaat: A0 Datum: Gecontroleerd: GJR Roden Boskamp Woonborg Schaal: Bijlage: 1 Infra Milieu Archeologie GeoICT & GeoInfo Allesporenkaart en profielen en coupes Status: Concept Zernikelaan 8 Postbus AC LEEK Tel. (0594) Fax. (0594) info@mug.nl Internet J:\Projecten_Archeologie\2017\ Roden Boskamp\Projectdata\Tekeningen\ask\bijlage 2 ASK en prof coupe.mxd

300 Bijlage 2 Sporenlijst

301 spoor put vlak vulling aardspoor profiel LIGRGE kleur vlek lithologie insluitsel nieuwvorming opmerking 1 1,2,3,4,5 1 1 Chorizont GNGNGN BR,GR Zs1 enige humusinspoeling esgreppel DRGR Zs1h spit spoor niet oud, deels venig ploegspoor DRGR GR Zs1h2 deels venig Bhorizont GEBR GR ro dekzand, uitgespoeld GEGR DRGR, WI Zs1 7 4,5 1 1 sloot ZWGR Zs1h2 recent gedempt prof 1 bouwvoor 1.1 ZWGR Zs1h prof 1 bouwvoor 2.1 ZWGR Zs1h prof 1 bouwvoor 4.1 ZWGR Zs1h prof 1 laag, vergraven 1.1 GE ZW Zs prof 2 laag, vergraven 1.1 GE Zs prof 1 laag, vergraven 3.1 GE Zs prof 1 esdek 1.1 ZW Zs1h prof 2 esdek 1.1 ZW GE Zs1h2 vergraven prof 1 esdek 2.1 ZW Zs1h prof 2 esdek 2.1 ZW GE Zs1h2 vergraven prof 1 esdek 3.1 ZW Zs1h prof 2 esdek 3.1 ZW GE Zs1h2 vergraven prof 1 esdek 5.1 ZW Zs1h prof 1 Ehorizont? 3.1 GRZW Zs1h prof 1 laag, vergraven 2.1 ZW GE Zs1h2 pu prof 1 laag, vergraven 4.1 ZW GE Zs1h2 pu esdek/vergraven GR ZW Zs1h2 menglaag bouwvoor BRGR Zs1h2 menglaag 999 1,2,3,4,5 1,prof 1 recente verstoring spoelplekken, kleiaders, deels wit grof zand

302 Bijlage 3 Vondstenlijst

303 vondstnummer put vlak spoor vak inhoud verzamelwijze mxx PUNT ker_aw AANLEG

304 Bijlage 4 Lijst met beperkte verklaring van de richtlijnen Waardestelling

305 Overzicht van de richtlijnen voor de waardestelling Waardering Criteria Parameters Beleving Schoonheid zichtbaarheid vanaf het maaiveld als landschapselement vorm en structuur relatie met omgeving Fysieke kwaliteit Inhoudelijke kwaliteit Herinneringswaarde Gaafheid Conservering Zeldzaamheid Informatiewaarde Ensemblewaarde Representativiteit verbondenheid met feitelijke historische gebeurtenis associatie met toegeschreven kwaliteit of betekenis aanwezigheid sporen gaafheid sporen ruimtelijke gaafheid stratigrafie intact mobilia in situ ruimtelijke relatie tussen mobilia onderling ruimtelijke relatie tussen mobilia en sporen aanwezigheid antropogeen biochemisch residu stabiliteit van de natuurlijke omgeving conservering artefacten (metaal/overige) conservering organisch materiaal het aantal vergelijkbare monumenten (complextypen) van goede fysieke kwaliteit uit dezelfde periode, binnen eenzelfde archeoregio, waarvan de aanwezigheid is vastgesteld idem, op basis van een recente en specifieke verwachtingskaart (indien mogelijk/vereist) opgraving/onderzoek van vergelijkbare monumenten binnen dezelfde archeoregio (minder/meer dan vijf jaar geleden; volledig/partieel) recent en systematisch onderzoek van de desbetreffende archeoregio recent en systematisch onderzoek van de desbetreffende archeologische periode passend binnen vastgesteld onderzoeksprogramma van universitair instituut, RACM of anderen synchrone context (voorkomen van monumenten uit dezelfde periode binnen de microregio) diachronecontext (voorkomen van monumenten uit opeenvolgende perioden binnen de microregio) landschappelijke context (fysisch en historisch geografische gaafheid van het contemporaine landschap) aanwezigheid van contemporaine organische sedimenten in de directe omgeving kenmerkendheid voor een bepaald gebied en/of periode het aantal vergelijkbare monumenten van goede fysieke kwaliteit uit dezelfde periode binnen dezelfde archeoregio waarvan de aanwezigheid is vastgesteld en waarvan behoud is gegarandeerd idem, op basis van een recente en specifieke verwachtingskaart

306 304 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

307 Bijlage 9 Watertoets 305 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

308 datum dossiercode STANDAARD WATERPARAGRAAF (KORTE PROCEDURE) Plan: Bestemmingsplan locatie Boskamp te Roden Algemene projectgegevens: Projectomschrijving: Ten gevolge van het efficiënter inzetten van maatschappelijk vastgoed heeft er een verplaatsing van de bibliotheek en de gebruikers van de voormalige MAVO De Boskamp plaatsgevonden. Door deze herhuisvesting zijn de gebouwen leeg komen te staan en inmiddels gesloopt. Daarnaast heeft Woningbouwcorporatie Woonborg in 2009 een aantal sterk verouderde huurwoningen aan de Secretaris Buiteveldlaan gesloopt. Beide locaties grenzen aan elkaar. In het plangebied zal een herontwikkeling om grondgebonden, levensloopgeschikte woningen plaatsvinden. De toegestane gemiddelde (bruto) woningdichtheid bedraagt 2530 woningen per hectare. Het plan maakt 2850 woningen mogelijk. Ten oosten van het plangebied (in groenstrook) wordt een wadi gerealiseerd om 800 m3 aan water op te vangen. Oppervlakte plangebied: m2 Toename verharding in plangebied: ca m2 m2 Kaartlagen geraakt: Ja Aanvrager / initiatiefnemer: Naam: Marissa Plantenga Organisatie: BugelHajema Adviseurs Postadres: Vaart NZ 50 PC/plaats: 9401 GN Assen Telefoon: Fax: projectassistent@bugelhajema.nl Gemeente Noordenveld Contactpersoon: Dhr. M. (Maarten) Breukers Telefoon: M.Breukers@gemeentenoordenveld.nl Waterbeleid Sinds 1 november 2003 is het verplicht plannen in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te toetsen op water. Het doel van deze watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen. De waterhuishouding bestaat uit de overheidszorg die zich richt op het op en in de bodem vrij aanwezige water, met het oog op de daarbij behorende belangen. Zowel het oppervlaktewater als het grondwater valt onder de zorg voor de waterhuishouding. Naast veiligheid en wateroverlast (waterkwantiteit) worden ook de gevolgen van het plan voor de waterkwaliteit en verdroging onderzocht. De belangrijkste beleidsdocumenten op het gebied van de waterhuishouding zijn de Vierde Nota Waterhuishouding, Anders omgaan met water: Waterbeleid 21e eeuw, de Europese Kaderrichtlijn Water, Beleidslijn ruimte voor de rivier en de nota Ruimte. In het Nationaal Bestuursakkoord Water worden de gezamenlijke uitgangspunten geformuleerd voor een integraal waterbeleid in de 21e eeuw. De verantwoordelijkheid voor de te treffen waterhuishoudkundige maatregelen gericht op: vasthouden, bergen en afvoeren van water ligt bij het waterschap (trits: kwantiteit) en het schoon houden, scheiden en zuiveren van water (trits: kwaliteit) ligt bij alle betrokkenen en het waterschap.

309 Provincies en gemeenten zorgen voor een integrale afweging en leggen deze vast in provinciale beleidsplannen en streekplannen, respectievelijk structuur en bestemmingsplannen. De provincie geeft richting aan ruimtelijke ontwikkeling door de gebieden te benadrukken die van nature het eerst onder water komen te staan bij hevige regenval of overstromingen. De provincie wil dat deze gebieden gevrijwaard blijven van kapitaalintensieve functies. Het beleid van waterschap Noorderzijlvest is verwoord in het Waterbeheerprogramma en in de Notitie Water en Ruimte De ruimtelijke zonering van de provincie heeft het waterschap vertaald naar een eigen zonering met water als belangrijkste element. Het waterschap benadrukt in haar functiezonering de volgende aspecten: de hoogte van de waterpeilen en het gewenste grondwaterregime (GGOR), een optimale wateraanvoer en afvoer (waterkwantiteit), de waterkwaliteit voor verschillende functies en de inpassing van water in het landschap. Geraakte kaarten in plangebied: Ondiepe storende lagen Hier komen ondiepe storende lagen voor. Deze lagen, die vaak uit klei of leem bestaan, zorgen ervoor dat hemelwater moeilijk in de grond kan infiltreren. Hierdoor kan er wateroverlast ontstaan bij hevige neerslag. Deze locaties zijn zonder aanvullende maatregelen ongeschikt voor bijvoorbeeld woningbouw. WATERADVIES Waterschap Noorderzijlvest De wijziging van de bestemming en/of de omvang van onderdelen in het plan hebben invloed op de waterhuishouding en/of raken de belangen van het waterbeheer en/of die van de initiatiefnemer. Toename verhard oppervlak Door toename van verhard oppervlak stroomt regenwater, zonder extra maatregelen, sneller af richting oppervlaktewater, waardoor piekwaterstanden en afvoeren toenemen. Dit kan leiden tot wateroverlast. Bij een toename van het verhard oppervlak met meer dan 750 m2 (in de bebouwde kom, binnen gemeentelijke uitbreidingsplannen en in glastuinbouwgebieden) of 2500 m2 (in overige gebieden) is compensatie door aanleg van waterberging nodig. Niet voor elk ruimtelijk plan is het noodzakelijk op gedetailleerde wijze de waterberging te berekenen. Aan de hand van de volgende regels kan bepaald worden hoe de waterberging berekend dient te worden. Voor plannen kleiner dan 10 hectare kan de waterberging volgens de volgende praktische vuistregel berekend worden, het extra te realiseren wateroppervlak is gelijk aan 10% van de toename van het verhard oppervlak in een ruimtelijk plan. De initiatiefnemer kan dit direct opnemen in de waterparagraaf. Voor in en uitbreidingen van hectare stelt waterschap Noorderzijlvest vast hoeveel berging vereist is. Waterschap Noorderzijlvest berekent de benodigde waterberging op basis van regenduurlijnen (inclusief klimaatverandering). Bij grote in en uitbreidingen is het noodzakelijk om een waterhuishoudinsplan op te stellen. Onderdeel hiervan is een gedetailleerde modellering van het watersysteem. Een waterkwaliteits en hydraulische modellering kunnen hier onderdeel van uitmaken. Riolering Bij de aanleg van riolering in een nieuw plan wordt uitgegaan van de aanleg van een gescheiden stelsel, daar waar het, gelet op de aard van de aangesloten verharde oppervlakken en de mogelijke verontreiniging daarvan, verantwoord is. De initiatiefnemer van een afkoppelproject dient aannemelijk te maken dat het omringende watersysteem over voldoende berging en afvoercapaciteit beschikt. Dit wordt in samenspraak met waterschap Noorderzijlvest vastgelegd. Tevens worden mogelijkheden om water langer vast te houden, worden zoveel mogelijk benut. Vervuiling verhard oppervlak Het is alleen mogelijk om verhard oppervlak, aangemerkt als schoon, af te koppelen. Dit wordt in overleg met waterschap Noorderzijlvest bepaald. Maatregelen om vervuiling te voorkomen dan wel te verminderen kunnen noodzakelijk zijn. Voorbeelden hiervan zijn: Voorbeelden beperken gebruik uitlogende materialen Uitlogende materialen voorzien van een coating

310 Toepassen van olie/ vetafscheiders bij wegen en parkeerplaatsen In sommige gevallen mag hemelwater van vervuild verhard oppervlak via een voorzuivering, zoals een bodempassage (groenstrook), helofytenfilter of afscheider worden afgevoerd naar het oppervlaktewater of grondwater. Bij ernstiger vervuild oppervlak dien een verbeterd gescheiden rioolsysteem te worden toegepast. Nieuw stedelijk gebied In nieuwe stedelijke gebieden dient het watersysteem zodanig aangelegd te worden dat wateroverlast voorkomen wordt. Door de toename van het verharde oppervlak zal neerslagwater sneller tot afvoer komen. Dit veroorzaakt pieken in de waterafvoer. Om het afwentelen van problemen te voorkomen dient de afvoer in de nieuwe situatie de huidige maatgevende afvoer niet te overschrijden. Veelal kan wateroverlast voorkomen worden door voldoende bergingscapaciteit in het oppervlaktewatersysteem te creëren, eventueel in combinatie met infiltratie in de bodem als het gebied hier de mogelijkheid voor heeft. Bestaand stedelijk gebied In bestaand stedelijk gebied is ruimte moeilijk te vinden. Bij herinrichting zal het als streefdoel worden ingebracht door het waterschap in het planvormingsproces. Ruimte voor oppervlaktewater in stedelijk gebied is vaak duur. Inzetten op meervoudig ruimtegebruik is daarom een mogelijkheid om te overwegen. Als dat niet voldoende ruimte oplevert zal buiten het stedelijk gebied ruimte moeten worden gezocht ter compensatie. Uitgangspunt is het behoud van het watersysteem en het bergend vermogen ervan in het stedelijk gebied. Binnen het bebouwde gebied mogen hiertoe geen watergangen worden gedempt, tenzij er met het waterschap afspraken zijn gemaakt over compensatie van de afvoer en berging. Met het dempen van sloten, aanleggen van dammen en lange duikers in plaats van een sloot moet kritisch worden omgegaan. Goed omgaan met het relatief schone hemelwater biedt veel kansen. Zo kunnen we veel problemen in het stedelijk watersysteem oplossen of voorkomen. Grondwateronttrekking voor drinkwater worden minder als men in stedelijk gebied meer gebruik maakt van hemelwater. Bijvoorbeeld voor sproeien van tuinen of spoelen van toiletten vanuit een grijs watercircuit. Grondwater In nieuw bebouwd gebied wordt een minimale drooglegging voor woningen geadviseerd van 1,30 meter. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met een minimale ontwateringsdiepte van 0,70 meter. Bij kruipruimteloos bouwen kan een kleinere drooglegging toegepast worden. In een ruimtelijk plan kan een variërende drooglegging gerealiseerd worden in overleg met waterschap Noorderzijlvest. Bij gebieden die met enige regelmaat mogen inunderen kan een kleinere drooglegging toegepast worden (groenstroken, ecologische zones). Op deze manier kan op creatieve wijze invulling gegeven worden aan de vereiste waterberging (zie onderstaande tabel minimale droogleggingseisen). Als dit toegepast wordt dient dit in de waterparagraaf vastgelegd te worden. Droogleggingeisen: Woningen met kruipruimte 1,30 meter Woningen zonder kruipruimte 1,00 meter Gebiedsontsluitingswegen 0,80 meter Erftoegangswegen 0,80 meter Groenstroken / ecologische zones 0,50 meter Invloed op de waterhuishouding Het aanwezige oppervlaktewater dient niet alleen voldoende ruimte te hebben voor het afstromende hemelwater, maar ook aan de inrichting dient aandacht te worden besteed. Voor een gezond watersysteem is de inrichting en het beheer van het bestaande of nieuw te realiseren oppervlaktewater belangrijk. Bij oppervlaktewatersystemen in stedelijk gebied wordt daarom gestreefd naar zo groot mogelijke eenheden. BETROKKENHEID waterschap Noorderzijlvest Voor de verdere procedurele afhandeling van de watertoets is het van belang om het waterschap verder te betrekken en

311 rekening te houden met de in dit document aangegeven adviezen. Wij verzoeken u ons te informeren over de wijze waarop het plan verder zal worden voorbereid en wat het uiteindelijk ontwerp/inrichting van het plangebied zal zijn. Bij eventuele aanpassingen in het ontwerp en/of in de zienswijzen in relatie tot waterhuishoudkundige inrichting, adviseren wij de Digitale Watertoets nogmaals uit te voeren. In ieder geval wil het waterschap betrokken blijven en geïnformeerd worden bij de verdere planvorming van dit project. Graag het waterschap nader informeren over de verdere planuitwerking en eventueel een overleg plannen met de aangegeven contactpersoon van het waterschap. De uitkomst van deze Watertoets is een jaar geldig. Mocht u aanvullende informatie hebben met betrekking tot deze watertoets (schetsontwerpen, relevante documentatie enz.), raden wij u deze per op te sturen naar advies@noorderzijlvest.nl onder vermelding van de unieke code, te vinden aan het begin van deze notitie. Met de extra informatie kunnen we een nog beter passend advies geven over uw specifieke situatie. Bij eventuele vragen kunt u eveneens contact opnemen met het waterschap Noorderzijlvest, de heer E.W. Rittersma, tel (op donderdagen niet aanwezig). De WaterToets 2014

312 310 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

313 Bijlage 10 Overlegreactie waterschap 311 ontw erp "Herontw ikkeling locatie Boskamp, Roden"

314

Bijlagen toelichting vastgesteld bestemmingsplan locatie Esweg in Nieuw-Roden

Bijlagen toelichting vastgesteld bestemmingsplan locatie Esweg in Nieuw-Roden Bijlagen toelichting vastgesteld bestemmingsplan locatie Esweg in Nieuw-Roden Bijlage 1 RGA monitor Noordenveld 2015 Bijlage 2 Woningmarktonderzoek Bijlage 3 Archeologie (bureau- en veldonderzoek) Bijlage

Nadere informatie

Actueel beeld van de woningbehoefte in 2015, 2020 en 2025: Wat is het effect van de vraag op de ontwikkeling van woonmilieus?

Actueel beeld van de woningbehoefte in 2015, 2020 en 2025: Wat is het effect van de vraag op de ontwikkeling van woonmilieus? Woningmarktonderzoek Resultaat 8 oktober De vraag Actueel beeld van de woningbehoefte in 2015, 2020 en 2025: Wat is de aard en omvang van de vraag? Wat is het effect van de vraag op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Gemeente Haren. Woningbehoefteonderzoek Haren Verkenning van de behoefte aan senioren-, zorg- en huurwoningen. 13 oktober 2015

Gemeente Haren. Woningbehoefteonderzoek Haren Verkenning van de behoefte aan senioren-, zorg- en huurwoningen. 13 oktober 2015 Gemeente Haren Woningbehoefteonderzoek Haren Verkenning van de behoefte aan senioren-, zorg- en huurwoningen 13 oktober 2015 DATUM 13 oktober 2015 TITEL Woningbehoefteonderzoek Haren Verkenning van de

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Demografische ontwikkeling. Uitgangspunt demografische ontwikkeling voor de Woonvisie Gemeente Aa en Hunze. Uitkomsten prognose

1 Inleiding. 2 Demografische ontwikkeling. Uitgangspunt demografische ontwikkeling voor de Woonvisie Gemeente Aa en Hunze. Uitkomsten prognose DATUM 7 januari 2015 PROJECTNUMM ER 1680.113 OPDRACHTGEV ER Gemeente Aa en Hunze Uitgangspunt demografische ontwikkeling voor de Woonvisie 2016+ 1 Inleiding De gemeente Aa en Hunze is bezig met de actualisering

Nadere informatie

Gemeente Valkenswaard

Gemeente Valkenswaard Gemeente Valkenswaard Bevolkings- en huishoudensprognose 2014 Second opinion 12 maart DATUM 12 maart TITEL Bevolkings- en huishoudensprognose 2014 ONDERTITEL Second opinion OPDRACHTGEVER Gemeente Valkenswaard

Nadere informatie

Inleiding. Vervolgens worden uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regionale woonvisie.

Inleiding. Vervolgens worden uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regionale woonvisie. notitie Wonen in Molenwaard april 2012 Inleiding De woningmarkt is de laatste jaren sterk aan veranderingen onderhevig. De economische situatie heeft grote gevolgen gehad voor de woningmarkt, evenals nieuwe

Nadere informatie

Gemeente Kaag en Braassem, MeerWonen en Woondiensten Aarwoude

Gemeente Kaag en Braassem, MeerWonen en Woondiensten Aarwoude Gemeente Kaag en Braassem, MeerWonen en Woondiensten Aarwoude Woningmarktanalyse 2015 in het kort Definitief 23 september 2015 DATUM 23 september 2015 TITEL Woningmarktanalyse 2015 in het kort ONDERTITEL

Nadere informatie

Kernenfoto s West Betuwe. West Betuwe beraad Janneke Rutgers & Sjors de Vries 24 september 2018

Kernenfoto s West Betuwe. West Betuwe beraad Janneke Rutgers & Sjors de Vries 24 september 2018 Kernenfoto s West Betuwe West Betuwe beraad Janneke Rutgers & Sjors de Vries 4 september 018 Kernenfoto Een foto van de kern: stand van zaken huidige woningvoorraad, toekomstige (fysieke) ontwikkelingen

Nadere informatie

Onderzoek kleine kernen

Onderzoek kleine kernen Gemeente Kampen Onderzoek kleine kernen 1 maart 2012 Projectnr. 166.106/G Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail Internet

Nadere informatie

Oplegger voor het raadsdebat

Oplegger voor het raadsdebat Oplegger voor het raadsdebat Datum raadsdebat : 17 november 2016 Agendapuntnummer : 3 Portefeuillehouder : Wethouder Jan ten Kate Aan de gemeenteraad Onderwerp: Actualisatie Woonplan Inleiding en aanleiding:

Nadere informatie

DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING

DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING Rapport DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING 2014-2040 Gemeente Bergen 2014 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn 0229-282555 Rapportnummer 2015/concept Datum Januari 2015

Nadere informatie

2010-2012 SAMENVATTING

2010-2012 SAMENVATTING 2010-2012 SAMENVATTING Samenvatting De Regionale woningmarktmonitor 2010-2012 beschrijft de ontwikkelingen op de woningmarkt in het gebied binnen de driehoek Waalwijk, Oss en Boxtel. De kredietcrisis

Nadere informatie

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2014

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2014 DATUM 7 december 2014 PROJECTNUMMER 3400.106 OPDRACHTGEVER Woningmarktmonitor provincie : de staat van de woningmarkt medio 2014 Inleiding Afgelopen maand is er een nieuwe update uitgevoerd van de Woningmarktmonitor

Nadere informatie

Woningmarktanalyse Gooise Meren

Woningmarktanalyse Gooise Meren Woningmarktanalyse Gooise Meren Op basis van WOZ en BAG gegevens Versie Kerngegevens Woningmarktanalyse Gooise Meren De in dit rapport gepresenteerde analyses zijn gemaakt met behulp van gemeentelijke

Nadere informatie

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma.

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma. Aan Gemeente Montfoort Kopie aan Van GroenWest Onderwerp Woningbouwprogramma Voorvliet Noord fase 2 Datum 27 november 2017 Pagina 1/5 Inleiding De gemeente Montfoort en GroenWest willen graag sociale woningbouw

Nadere informatie

PFM PFM Wonen 2016

PFM PFM Wonen 2016 PFM 2016 PFM Wonen 2016 Actualisering PFM Wonen Oss Verkenning, raadspodium Oss, maart 2017 PFM 2016 Wat is PFM? Ontwikkelingen 2010-2016 Woonwensonderzoek 2015 Eerste contouren Pfm 2016 PFM 2016 Wat is

Nadere informatie

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN 14 december 2017 Publieksversie Joost Wegstapel Dave Havermans Australiëlaan 5, 3526 AB Utrecht 030 693 60 00 info@atrive.nl www.atrive.nl KvK: 17106411 Aanleiding van

Nadere informatie

Woondialoog Otterlo Donderdag 25 oktober 2018 Onderzoek kwalitatieve programmering dorpen

Woondialoog Otterlo Donderdag 25 oktober 2018 Onderzoek kwalitatieve programmering dorpen Woondialoog Otterlo Donderdag 25 oktober 2018 Onderzoek kwalitatieve programmering dorpen Sunta Veerkamp (gemeente Ede) Geert van der Bruggen (zelfstandig adviseur) Agenda 1. Aanleiding (toelichting Sunta

Nadere informatie

Uitvoeringsagenda bij de Woonvisie Brielle

Uitvoeringsagenda bij de Woonvisie Brielle DATUM 4 oktober 2017 PROJECTNUMMER 501.102/ OPDRACHTEVER emeente Brielle Uitvoeringsagenda bij de Woonvisie Brielle 2017-2022 Inleiding In de Woonvisie Brielle 2017-2022 geven wij als gemeente Brielle

Nadere informatie

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 11 december 2018

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 11 december 2018 Wonen in Súdwest-Fryslân Presentatie woningbehoefteonderzoek 11 december 2018 Vanavond Opening Toelichting op het woningbehoefteonderzoek Pauze Gesprek over wonen in Súdwest-Fryslân Afsluiting Einde: 21.30

Nadere informatie

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 10 december 2018

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 10 december 2018 Wonen in Súdwest-Fryslân Presentatie woningbehoefteonderzoek 10 december 2018 Vanavond Opening Toelichting op het woningbehoefteonderzoek Pauze Gesprek over wonen in Súdwest-Fryslân Afsluiting Einde: 21.30

Nadere informatie

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 28 november 2018

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 28 november 2018 Wonen in Súdwest-Fryslân Presentatie woningbehoefteonderzoek 28 november 2018 Vanavond Opening Toelichting op het woningbehoefteonderzoek Pauze Gesprek over wonen in Súdwest-Fryslân Afsluiting Einde: 21.30

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-248 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 29 november 2018

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 29 november 2018 Wonen in Súdwest-Fryslân Presentatie woningbehoefteonderzoek 29 november 2018 Vanavond Opening Toelichting op het woningbehoefteonderzoek Pauze Gesprek over wonen in Súdwest-Fryslân Afsluiting Einde: 21.30

Nadere informatie

Masterclass Krimp. Presentatie Angelique vanwingerden. 16 september 2011 Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN)

Masterclass Krimp. Presentatie Angelique vanwingerden. 16 september 2011 Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN) Masterclass Krimp Presentatie Angelique vanwingerden 16 september 2011 Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN) Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsontwikkeling in Noord-Drenthe 2000-2010 Bevolkingsontwikkeling

Nadere informatie

Gemeente Lingewaard, Stichting Waardwonen en Woonstichting Gendt

Gemeente Lingewaard, Stichting Waardwonen en Woonstichting Gendt Gemeente Lingewaard, Stichting Waardwonen en Woonstichting Gendt Woningmarktverkenning 2015 woningbehoefte in de kernen 26 augustus 2015 DATUM 26 augustus 2015 TITEL Woningmarktverkenning 2015 woningbehoefte

Nadere informatie

Bevolkingsprognose Deventer 2015

Bevolkingsprognose Deventer 2015 Bevolkingsprognose Deventer 2015 Aantallen en samenstelling van bevolking en huishoudens Augustus 2015 augustus 2015 Uitgave : team Kennis en Verkenning Naam : John Stam Telefoonnummer : 0570 693298 Mail

Nadere informatie

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland drs. J.E. den Ouden 1-11-2013 Bevolking De gemeente Steenwijkerland telt momenteel circa 43.400 inwoners. Het inwonertal

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-247 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 1. Inleiding Bij de vaststelling van de beleidsnota Volkshuisvesting 2005 2010 door de gemeenteraad op 14 april 2005 zijn een aantal conclusies getrokken die kenmerkend

Nadere informatie

Regio Midden-Limburg. Woningvoorraad. Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep

Regio Midden-Limburg. Woningvoorraad. Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale doelgroep Woonwensen: Jongeren

Nadere informatie

Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel

Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel Eindverslag April 2015 1. Inleiding In april 2014 hebben gemeente Uden, gemeente Veghel en wooncorporatie Area een woonwensenonderzoek uitgevoerd. Om

Nadere informatie

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 27 november 2018

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 27 november 2018 Wonen in Súdwest-Fryslân Presentatie woningbehoefteonderzoek 27 november 2018 Vanavond Opening Toelichting op het woningbehoefteonderzoek Pauze Gesprek over wonen in Súdwest-Fryslân Afsluiting Einde: 21.30

Nadere informatie

Susteren-Heide - gemeente Echt-Susteren

Susteren-Heide - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

Peij-Slek - gemeente Echt-Susteren

Peij-Slek - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte Stap 1 van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking schrijft voor dat een stedelijke ontwikkeling past binnen de regionale behoefte. Provincie

Nadere informatie

Demografische (wijk-) analyse van de woningbouwplannen Deventer 2015

Demografische (wijk-) analyse van de woningbouwplannen Deventer 2015 Demografische (wijk-) analyse van de woningbouwplannen Deventer 2015 Uitgave : team Kennis en Verkenning Naam : John Stam Telefoonnummer : 3298 Mail : gj.stam@deventer.nl 1 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding:

Nadere informatie

Gemeente Nuth Bevolkingsopbouw en toekomstige ontwikkeling Bevolkingssamenstelling 2016 (gemeente en kernen) 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% < 20 jaar 20-35 jaar 35-55 jaar 55-75 jaar > 75 jaar Gemeente

Nadere informatie

Woningmarktonderzoek IJsselstein. 24 november 2015 Johan van Iersel en Marlies van der Vlugt

Woningmarktonderzoek IJsselstein. 24 november 2015 Johan van Iersel en Marlies van der Vlugt Woningmarktonderzoek IJsselstein 24 november 2015 Johan van Iersel en Marlies van der Vlugt de r u y t e r k a d e 1 1 2 C 1 0 1 1 a b a m s t e r d a m w w w. r i g o. n l Opbouw 1. Algemeen beeld woningmarkt

Nadere informatie

Dieteren - gemeente Echt-Susteren

Dieteren - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

Maria Hoop - gemeente Echt-Susteren

Maria Hoop - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

De Nederlandse woningmarkt Léon Groenemeijer, Kenneth Gopal (ABF Research)

De Nederlandse woningmarkt Léon Groenemeijer, Kenneth Gopal (ABF Research) De Nederlandse woningmarkt 2019-2030 Léon Groenemeijer, Kenneth Gopal (ABF Research) Opgave: Woningtekort anno 2018: 279.000 3,6% Verder opgelopen, raming 2019: 294.000 3,8% Grote regionale verschillen:

Nadere informatie

Masterclass woningmarktonderzoek. Companen 50 jaar 1 oktober 2015

Masterclass woningmarktonderzoek. Companen 50 jaar 1 oktober 2015 Masterclass woningmarktonderzoek Companen 50 jaar 1 oktober 2015 De woningmarkt is een complex systeem Woningmarkt is een onvolkomen markt - Overheid stuurt op de vraag- en aanbodkant Locatiebeleid Woningbouwprogrammering

Nadere informatie

Tungelroy - gemeente Weert

Tungelroy - gemeente Weert - gemeente Weert Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale doelgroep

Nadere informatie

Achtergrondinformatie voor discussie Woonvisie De Wolden. Gemeenteraad 17 november 2016

Achtergrondinformatie voor discussie Woonvisie De Wolden. Gemeenteraad 17 november 2016 Achtergrondinformatie voor discussie Woonvisie De Wolden Gemeenteraad 17 november 2016 Inhoud Proces tot nu toe Resultaten analyse en Woontafels Stellingen en vragen 2 Proces tot nu toe Deskresearch: CBS,

Nadere informatie

Doelgroepen TREND A variant

Doelgroepen TREND A variant Doelgroepen TREND A variant Kleidum Socrates 2013 Doelgroepen 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Doelgroepen en Socrates... 5 1.2 Werkgebieden... 6 2 Doelgroepen en bereikbare voorraad... 7 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Koningsbosch - gemeente Echt-Susteren

Koningsbosch - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen

Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen Bijlagen bij Analyse benodigde voorraad sociale huurwoningen Bijlage 1 Socrates model Het Socrates-model is een kwalitatief woningmarktsimulatiemodel. Dit model bouwt voort op het bekende demografisch

Nadere informatie

Beegden - gemeente Maasgouw

Beegden - gemeente Maasgouw - gemeente Maasgouw Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale doelgroep

Nadere informatie

Ospel - gemeente Nederweert

Ospel - gemeente Nederweert - gemeente Nederweert Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale doelgroep

Nadere informatie

Sint Joost - gemeente Echt-Susteren

Sint Joost - gemeente Echt-Susteren - gemeente Echt-Susteren Woningvoorraad Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep Kwantitatieve behoefte: Totaal Kwantitatieve behoefte: Sociale doelgroep Woonwensen: Totaal Woonwensen: Sociale

Nadere informatie

Woningmarktonderzoek gemeente Tiel, Gemeente Tiel, SCW en KleurrijkWonen. 10 april 2019 Definitief

Woningmarktonderzoek gemeente Tiel, Gemeente Tiel, SCW en KleurrijkWonen. 10 april 2019 Definitief Woningmarktonderzoek gemeente Tiel, 2019 Gemeente Tiel, SCW en KleurrijkWonen 10 april 2019 Definitief DATUM 10 april 2019 TITEL Woningmarktonderzoek gemeente Tiel, 2019 ONDERTITEL [Voer hier een ondertitel

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-246 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

REGIO GRONINGEN-A SSEN

REGIO GRONINGEN-A SSEN REGIO GRONINGEN-A SSEN W O N I N G B E H O E F T E O N D E R Z O E K 2 015 REGIO GRONINGEN-ASSEN WONINGBEHOEFTEONDERZOEK 2015 _ 2 Waarom dit onderzoek? De woningmarkt in de regio Groningen-Assen is de

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-244 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-245 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Wordt wonen in Oisterwijk een luxe? Pro-Plein Wonen

Wordt wonen in Oisterwijk een luxe? Pro-Plein Wonen Wordt wonen in Oisterwijk een luxe? Pro-Plein Wonen Frenkel Beerens Adviseur wonen 7 maart 2018 Inhoud Woningmarkt (5 min) Woonvisie (10 min) Onderzoek locaties sociale huur (5 min) WONINGMARKT Economische

Nadere informatie

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia.

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia. De heer P. Beeldman Westeinde 12 2841 BV MOORDRECHT ** verzenddatum 27 mei 2014 onderwerp uw kenmerk bijlage afdeling VROM behandeld door J.D. Lindeman telefoon 0180-639976 Geachte heer Beeldman, Op 19

Nadere informatie

Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide. 2010-2020 Segment Nieuwbouw Sloop Verkoop Totaal

Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide. 2010-2020 Segment Nieuwbouw Sloop Verkoop Totaal Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide Volgens de laatste Provinciale Prognose (2011) bedraagt de woningbouw behoefte in Valkenswaard een netto toevoeging van 1.230 woningen

Nadere informatie

Verkoop door woningcorporaties

Verkoop door woningcorporaties 34 Afspraken over verkoop van sociale huurwoningen Sinds 1998 worden in Amsterdam sociale huurwoningen verkocht. Aanleiding was de sterk veranderde samenstelling en woningbehoefte van de Amsterdamse bevolking.

Nadere informatie

Gemeente Nieuwkoop, Woningstichting Nieuwkoop en Woondiensten Aarwoude. Woningmarktonderzoek Nieuwkoop december 2015

Gemeente Nieuwkoop, Woningstichting Nieuwkoop en Woondiensten Aarwoude. Woningmarktonderzoek Nieuwkoop december 2015 Gemeente Nieuwkoop, Woningstichting Nieuwkoop en Woondiensten Aarwoude Woningmarktonderzoek Nieuwkoop 2015 4 december 2015 DATUM 4 december 2015 TITEL Woningmarktonderzoek Nieuwkoop 2015 ONDERTITEL OPDRACHTGEVER

Nadere informatie

Onderbouwing woningbehoefte locatie De Timp (Denekamp)

Onderbouwing woningbehoefte locatie De Timp (Denekamp) DATUM 27 oktober 2014 PROJECTNUMMER 7692.100 OPDRACHTGEVER BJZ.nu Onderbouwing woningbehoefte locatie De Timp (Denekamp) 1 Inleiding Voor de locatie De Timp, hoek Meester Muldersstraat-Van der Heijdenstraat-Weerinkstraat

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

WONINGMARKTAFSPRAKEN ZEEUWS-VLAANDEREN DEEL 2: DE BALANS. [jaarlijkse rapportage over het jaar20xx]

WONINGMARKTAFSPRAKEN ZEEUWS-VLAANDEREN DEEL 2: DE BALANS. [jaarlijkse rapportage over het jaar20xx] WONINGMARKTAFSPRAKEN ZEEUWS-VLAANDEREN 216-225 DEEL 2: DE BALANS [jaarlijkse rapportage over het jaar2xx] Vastgesteld bij collegebesluit van d.d. Vastgesteld bij collegebesluit van d.d. Vastgesteld bij

Nadere informatie

Primos-model. Basisuitkomsten Primos 2013 Kleidum

Primos-model. Basisuitkomsten Primos 2013 Kleidum Primos-model Basisuitkomsten Primos 2013 Kleidum 2 Het Primos-model Werking Primos-model Het Primos-model voorspelt de bevolkingsontwikkeling als gevolg van geboorte, sterfte, buitenlandse en binnenlandse

Nadere informatie

fluchskrift

fluchskrift Wonen in Fryslân Afgelopen jaren minder toename woningen In 2011 bedraagt de totale woningvoorraad in Fryslân 282.689 woningen. In 2000 bestond de totale woningvoorraad nog uit 261.849 woningen. Tussen

Nadere informatie

Gemeente Doesburg en Stichting Woonservice IJsselland

Gemeente Doesburg en Stichting Woonservice IJsselland Gemeente Doesburg en Stichting Woonservice IJsselland Woningmarktonderzoek 2017 Eindconcept 16 juni 2017 DATUM 16 juni 2017 TITEL Woningmarktonderzoek 2017 ONDERTITEL Eindconcept OPDRACHTGEVER Gemeente

Nadere informatie

Gemeente Borger-Odoorn / Lefier / Woonservice Onderzoek verhuisgedrag

Gemeente Borger-Odoorn / Lefier / Woonservice Onderzoek verhuisgedrag Gemeente Borger-Odoorn / Lefier / Woonservice Onderzoek verhuisgedrag 3 mei 2010 Projectnr. 1681.102 Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026)

Nadere informatie

Naar een woonvisie voor Waterland

Naar een woonvisie voor Waterland Naar een woonvisie voor Waterland Informatieavond Raad 29 oktober 2015 de ruyterkade 112 1011ab amsterdam www.rigo.nl OPZET 1. Welkom en opening door de wethouder 2. Naar een woonvisie voor Waterland 3.

Nadere informatie

Mogelijkheden woningbouw Oudega Afdeling Ontwikkeling woonbeleid, d.d. 14 november 2018

Mogelijkheden woningbouw Oudega Afdeling Ontwikkeling woonbeleid, d.d. 14 november 2018 Mogelijkheden woningbouw Oudega Afdeling Ontwikkeling woonbeleid, d.d. 14 november 2018 Inleiding Voor Oudega worden in het kader van een aantal projecten woningbouwmogelijkheden onderzocht. Locaties waar

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-243 Datum Juli 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O

Nadere informatie

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Stand van zaken zomer 2014 Inleiding Op dit moment volstrekt zich een grote verandering binnen de sociale huursector. Dit is het gevolg van het huidige

Nadere informatie

Demografische ontwikkelingen gemeente Utrechtse Heuvelrug Uitwerking onderzoeksvraag door Radha Parahoe (april 2010)

Demografische ontwikkelingen gemeente Utrechtse Heuvelrug Uitwerking onderzoeksvraag door Radha Parahoe (april 2010) Demografische ontwikkelingen gemeente Utrechtse Heuvelrug Uitwerking onderzoeksvraag door Radha Parahoe (april 2010) Vanuit de VNG komen diverse krimp en vergrijzingcijfers. In de woonvisie Wonen in een

Nadere informatie

Woningbehoefte onderzoek

Woningbehoefte onderzoek Woningbehoefte onderzoek Prognose woningbehoefte Amersfoort tot 2015 Gemeente Amersfoort Sector Dienstverlening, Informatie en Advies (DIA) Afdeling Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Uitgave en rapportage:

Nadere informatie

Woningmarktanalyse Wekerom Oost - deelgebied J 10 november 2016

Woningmarktanalyse Wekerom Oost - deelgebied J 10 november 2016 Gemeente Ede Woningmarktanalyse Wekerom Oost - deelgebied J 10 november 2016 DATUM 17 oktober 2016 TITEL Woningmarktanalyse 2016 ONDERTITEL OPDRACHTGEVER AUTEUR(S) Wekerom Oost - deelgebied J Jeroen Lijzenga

Nadere informatie

Notitie Jongerenhuisvesting in de gemeente Stein

Notitie Jongerenhuisvesting in de gemeente Stein Notitie Jongerenhuisvesting in de gemeente Stein Inleiding Zowel de SJAR als de raad maakt zich zorgen over de huisvestingsmogelijkheden van jongeren. Dit heeft ertoe geleid dat het College van burgemeester

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Arnhem e.o. 2 oktober 2013

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Arnhem e.o. 2 oktober 2013 Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Arnhem e.o. 2 oktober 2013 Programma 1. Waarom deze avond? 2. Presentatie proces ontwikkeling regionaal woningbouwprogramma stadsregio Jan Provoost, projectleider

Nadere informatie

Discussienotitie Woonvisie Brummen

Discussienotitie Woonvisie Brummen DATUM 18 november 2015 PROJECTNUMMER 213.101 OPDRACHTGEVER Gemeente Brummen Discussienotitie Woonvisie Brummen De gemeente Brummen werkt momenteel aan het opstellen van een nieuwe woonvisie. De huidige

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Planbureau voor de Leefomgeving De stad: magneet, roltrap en spons. IB Onderzoek, 22 mei Utrecht.

Onderzoeksflits. Planbureau voor de Leefomgeving De stad: magneet, roltrap en spons. IB Onderzoek, 22 mei Utrecht. Onderzoeksflits Planbureau voor de Leefomgeving De stad: magneet, roltrap en spons IB Onderzoek, 22 mei 2015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Figuur 1: Gemeente Reusel-De Mierden. Ontwikkeling demografie en woningvoorraad ( ).

Figuur 1: Gemeente Reusel-De Mierden. Ontwikkeling demografie en woningvoorraad ( ). DATUM 28 juni 2017 PROJECTNUMMER 1667.100 OPDRACHTGEVER Gemeente Reusel-De Mierden Discussienotitie woonvisie Naar een nieuwe Woonvisie De gemeente Reusel-De Mierden stelt dit jaar een nieuwe Woonvisie

Nadere informatie

Woonwensen en Woningbehoefte. Kenneth Gopal Kathrin Becker

Woonwensen en Woningbehoefte. Kenneth Gopal Kathrin Becker 16086-ABF Woonwensen en Woningbehoefte Kenneth Gopal Kathrin Becker 16086-ABF Opbouw presentatie I. Waar komen we vandaan? Relevante ontwikkelingen in het recente verleden II. Waar gaan we naar toe? Blik

Nadere informatie

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt begin 2014

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt begin 2014 DATUM 28 maart 2014 PROJECTNUMMER 3400.106 OPDRACHTGEVER Provincie Utrecht Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt begin 2014 Inleiding In juni 2013 heeft de provincie Utrecht

Nadere informatie

Bevolkingsprognoses Deventer 2013

Bevolkingsprognoses Deventer 2013 Bevolkingsprognoses Deventer 2013 december 2013 Uitgave : team Kennis en Verkenning Naam : John Stam Telefoonnummer : 3298 Mail : gj.stam@deventer.nl 1 1 Samenvatting en conclusies... 3 2 Inleiding...

Nadere informatie

Gerrichhauzen en Partners Notitie 'Bereikbaar wonen in Breda' Concept d.d. 14 april

Gerrichhauzen en Partners Notitie 'Bereikbaar wonen in Breda' Concept d.d. 14 april Gerrichhauzen en Partners Notitie 'Bereikbaar wonen in Breda' Concept d.d. 14 april 2011 1 BEREIKBAAR WONEN IN BREDA Juni 2011 Een synthese van de rapporten over de woningmarkt en doelgroep in Breda 1

Nadere informatie

Demografische ontwikkelingen

Demografische ontwikkelingen DEEL 2.4 INFORMATIE Demografische ontwikkelingen: - Ontwikkeling inwonersaantallen; - Ontwikkeling migratiestromen; - Ontwikkeling huishoudens; - Prognoses en huishoudens; - Ontgroening en vergrijzing;

Nadere informatie

Behoeftepeiling Nimmer Dor

Behoeftepeiling Nimmer Dor Woningbouw Laag-Soeren Behoeftepeiling Nimmer Dor Gemeente Rheden december 2010 Behoeftepeiling Nimmer Dor Sinds de start van de planontwikkeling voor de locatie Nimmer Dor is er op de woningmarkt het

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O

Nadere informatie

e kwartaal. Rapport regio Achterhoek. Inhoud rapport:

e kwartaal. Rapport regio Achterhoek. Inhoud rapport: Rapport regio 2014 4 e kwartaal Inhoud rapport: Prijsontwikkeling per kwartaal Transacties op kwartaalbasis Prijsontwikkeling op jaarbasis Transacties op jaarbasis Verdeling naar koopsomklassen Transacties

Nadere informatie

Trendprognose bevolking Deventer

Trendprognose bevolking Deventer Trendprognose bevolking Deventer Juni 2018 Historische bevolkingsontwikkeling 101000 Bevolkingsontwikkeling Deventer 100000 99000 98000 97000 96000 Ook in 2017 is de bevolking in Deventer weer gegroeid.

Nadere informatie

Extra huurruimte door boven-inflatoire- en inkomensafhankelijke huurverhoging in de commerciële huursector

Extra huurruimte door boven-inflatoire- en inkomensafhankelijke huurverhoging in de commerciële huursector Vastgoed Belang Extra huurruimte door boven-inflatoire- en inkomensafhankelijke huurverhoging in de commerciële huursector 2 december 2013 DATUM 2 december 2013 TITEL Extra huurruimte door boven-inflatoire-

Nadere informatie

Woningmarktonderzoek. regio Midden-Limburg Gemeente Nederweert

Woningmarktonderzoek. regio Midden-Limburg Gemeente Nederweert Woningmarktonderzoek regio Midden-Limburg 2018-2030 Gemeente Nederweert 1 Woningmarktonderzoek regio Midden-Limburg 2018-2030 Nederweert Etil 2018 Woningmarktonderzoek regio Midden- Limburg 2018-2030 Gemeente

Nadere informatie

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 11 12 www.utrecht.nl /twitter @PaulusJansenSP Aan de leden van de commissie Stad en Ruimte Behandeld door B.J. Brijder Datum 4 oktober 2016 Doorkiesnummer

Nadere informatie

Kernprofiel Hoek Jan 2019

Kernprofiel Hoek Jan 2019 Kernprofiel Hoek Jan 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Demografie 1. Inwoneraantal 2. Migratie 3. Geboortes en sterftes 4. Huishoudens 5. Bevolkingsopbouw 6. Huishoudenssamenstelling 7. Prognoses 3. Wonen

Nadere informatie

Migratiestromen en inkomensontwikkelingen in de provincie Groningen

Migratiestromen en inkomensontwikkelingen in de provincie Groningen Migratiestromen en inkomensontwikkelingen in de provincie Groningen Mensen verhuizen om allerlei redenen. Om samen te wonen, voor werk of studie of vanwege de woning zelf. Deze verhuizingen spelen een

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Liemers. 24 september 2013

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Liemers. 24 september 2013 Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Liemers 24 september 2013 Programma 1. Waarom deze avond? 2. Presentatie proces ontwikkeling regionaal woningbouwprogramma stadsregio Jan Provoost, projectleider

Nadere informatie

Gemeente Edam-Volendam

Gemeente Edam-Volendam Gemeente Edam-Volendam Concept Koersdocument Wonen Edam-Volendam 2015-2016 Het koersdocument 9 september 2015 DATUM 9 september 2015 TITEL Concept Koersdocument Wonen Edam-Volendam 2015-2016 ONDERTITEL

Nadere informatie

Weten is meer dan meten

Weten is meer dan meten Weten is meer dan meten Inleiding bij presentatie website Kenniscluster Wonen Zuidoost-Brabant versie 1.0 Dave Havermans Marieke Leussink Jos Smeets Inhoud 1. Inleiding 2. Opzet website 3. Uitdagingen

Nadere informatie

Dag van het wonen. 12 juni Woonvisie Achtkarspelen

Dag van het wonen. 12 juni Woonvisie Achtkarspelen Dag van het wonen 12 juni Woonvisie Achtkarspelen Programma 19:30 uur: Toelichting stand van zaken lokale woningmarkt 20:30 uur: pauze 20.45 uur: Geef uw input bij de posters 21:15 uur: Korte terugkoppeling

Nadere informatie