Gemeente Leiden Monitor sociaal domein. 18 september 2016 Versie 1.0

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gemeente Leiden Monitor sociaal domein. 18 september 2016 Versie 1.0"

Transcriptie

1 Gemeente Leiden

2 Gemeente Leiden 18 september 2016 Versie 1.0 Disclaimer De gegevens in dit rapport zijn met de groots mogelijke zorg samengesteld. Toch kan het zo zijn dat de cijfers niet volledig en niet foutloos zijn. Dit komt bijvoorbeeld doordat de gegevens die door aanbieders zijn aangeleverd onvolledige of onjuist zijn, soms zaken nog niet door alle betrokkenen op dezelfde wijze geregistreerd worden, soms de administratie nog niet helemaal bijgewerkt is. Soms betreft het uitdrukkelijk nog voorlopige gegevens. 1

3 INHOUDSOPGAVE MANAGEMENTSAMENVATTING 4 1. MONITORING IN HET SOCIAAL DOMEIN LEIDSE MONITOR SOCIAAL DOMEIN VERANDERING IN BEELD MONITORINGSAGENDA 8 2. INLEIDING SOCIAAL DOMEIN VERANDERING IN HET SOCIALE DOMEIN TRANSFORMATIE DE SITUATIE VAN HET SOCIALE DOMEIN IN LEIDEN DEMOGRAFIE, SOCIAAL ECONOMISCHE STATUS EN FINANCIËLE SITUATIE SOCIALE SCHETS INDICATOREN VOOR TOEKOMSTIG ZORGGEBRUIK EN SPECIFIEK ZORGGEBRUIK JEUGD MEER INFORMATIE OP WIJK- EN BUURTNIVEAU HET CONTACT HET CONTACT MET DE GEMEENTE HOE GAAT HET IN DE WIJKEN BIJ DE SOCIAAL WIJKTEAMS? HOE GAAT HET BIJ DE JEUGD- EN GEZINSTEAMS (CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN)? HOE GAAT HET BIJ HET TEAM WERK- EN INKOMEN? INZICHT IN GEBRUIK VAN ZORG EN ONDERSTEUNING PER WET GEBRUIK VAN ZORG EN ONDERSTEUNING JEUGDWET GEBRUIK VAN ZORG EN ONDERSTEUNING WMO GEBRUIK VAN ZORG EN ONDERSTEUNING PARTICIPATIEWET PERSOONSGEBONDEN BUDGET (PGB) PGB JEUGD PGB WMO INTEGRAAL PERSOONSGEBONDEN BUDGET (I-PGB) KLACHTEN, BEZWAREN, VERTROUWENSWERK EN PRIVACY KLACHTEN BEZWAREN ONAFHANKELIJK VERTROUWENSWERK PRIVACY CLIËNTPARTICIPATIE PARTICIPATIE JEUGD PARTICIPATIE WMO PARTICIPATIE WERK & INKOMEN VOORTGANG THEMA S IN HET SOCIAAL DOMEIN DOELGROEP MAATSCHAPPELIJKE ZORG VERWARDE PERSONEN CASEMANAGEMENT DEMENTIE PASSEND ONDERWIJS (PAO) BIJLAGEN 54 2

4 3

5 MANAGEMENTSAMENVATTING Monitoren van het sociaal domein (H1) De Leidse monitor sociaal domein is een van de instrumenten om te kijken wat er in het sociaal domein gebeurt en of de gestelde doelen behaald worden. Het is een uitgebreide rapportage die een rijk beeld geeft van veel van de afgelopen maanden is gebeurd op die onderdelen van het sociaal domein waar de decentralisaties gevolgen hebben. Deze monitor is op inhoud en op kwaliteit nog volop in ontwikkeling. Wij gaan bij de bespreking van deze monitor graag met de raadsleden in gesprek over de inhoud van de volgende monitor die oktober 2017 verschijnt. En dan met name waar de focus in deze monitor moet komen te liggen. Verder gaan we op basis van deze tweede monitor graag met de Raad in gesprek hoe een onafhankelijke duiding van al deze gegevens vormgegeven kan worden, conform de toezegging om dit onafhankelijk vorm te geven. Naast de informatie in deze Leidse monitor sociaal domein is het ook van belang de verhalen achter de cijfers te horen. Dit vertellen geven we onder andere vorm met het onderzoek Verandering in Beeld (VIB). Bij de bespreking van deze monitor zullen ook de verhalen uit Verandering in Beeld besproken worden. Veranderingen in het sociale domein (H2) Per 1 januari 2015 is een groot aantal taken en verantwoordelijkheden in het sociaal domein overgeheveld van het Rijk naar de gemeente: de drie decentralisaties. Het leidend beginsel van de decentralisaties is dat het én beter én goedkoper uitgevoerd kan worden door de gemeenten. Leiden heeft, net als de meeste gemeenten, deze verandering in twee fasen opgepakt. In 2014 en 2015 lag de focus op de transitie (het bouwen van de systemen) en de komende jaren zal de focus op de transformatie (andere werkwijzen) liggen. Hoofdstuk 2 gaat in op deze opgave en de transformatie die Leiden heeft ingezet. We verwijzen naar de eerste en tweede voortgangsrapportage van de transformatie om de meest actuele informatie hierover te lezen. De indicatoren van het sociaal domein de thermometer (H3) In hoofdstuk 3 is het gemeenteprofiel van Leiden opgenomen. Deze gegevens geven een beeld hoe Leiden er voorstaat en of er (lange termijn) wijzigingen in het gemeenteprofiel zichtbaar zijn waarop de gemeente beleid wil gaan ontwikkelen. In Leiden zal de komende tien jaar zal het aantal 65-plussers toenemen en, voor de Wmo belangrijk, het aantal 75-plussers sterk toenemen. Leiden heeft een hoge arbeidsparticipatie (72% tegenover 70% landelijk). Tussen de wijken is een grote diversiteit in huishoudinkomens. Het aantal huishoudens tot 120% van het sociaal minimum is tussen 2009 en 2013 gestegen van 7,5 tot 8,6 duizend. Bijna 2,8 duizend kinderen groeien op in deze huishoudens. In 2015 gaf 18% van de Leidenaren aan dat hun financiële situatie in de laatste 12 maanden was verbeterd en 21% dat hun financiële situatie was verslechterd. De gemeentelijke monitor sociaal domein (GMSD) geeft inzicht in de publieke gezondheid en redzaamheid Leiden wordt hierbij vergeleken met andere gemeenten met tot inwoners. In deze vergelijking is te zien dat inwoners van Leiden relatief een goede fysieke gezondheid hebben en 65-plussers een relatief hoge mentale gezondheid. Vanuit de stads- en wijkenquête is informatie opgenomen over sociale samenhang (66% vindt dat mensen op een prettige manier met elkaar om gaan, 32% doet vrijwilligerswerk, 22% verleent mantelzorg van deze mantelzorgers voelt 14% zich overbelast en 48% is bereid buurtbewoners te ondersteunen die hulp nodig hebben waarvan 14% dit nu al doet ), zelfredzaamheid (94% kan zich redden in het dagelijks leven) en sociale contacten (67% kan (waarschijnlijk) terug vallen op mensen in de buurt als men hulp nodig heeft). Het wijkgerichte contact (H4) Leiden heeft gekozen voor een wijkgerichte aanpak. Inwoners kunnen voor ondersteuningsvragen op het gebied van jeugdzorg terecht bij een van de zes Jeugd & Gezinsteams, voor vragen in het kader van de Wmo bij een van de acht sociale wijkteams en op het gebied van Werk & Inkomen bij de centrale toegang op het Werkplein, waar de teams gebiedsgericht werken. De sociale wijkteams (Swt s). Er wordt door de partners van het Swt gewerkt aan het stichten van een coöperatie, waarover de Raad eerder is geïnformeerd (Z/16/279266). Een ruime meerderheid van de cliënten is positief over het contact met het Swt en over de gekozen oplossing. Verbetering is mogelijk op het onderdeel van de vindbaarheid. De Swt-werkwijze van integrale hulpbenadering en bespreken van eigen oplossingen wordt door meer dan de helft van de cliënten ook zo ervaren. Uit het onderzoek van de Hogeschool Leiden blijkt dat het lukt de eigen regie/zelfredzaamheid positief te bevorderen. 4

6 De jeugd- en gezinsteams (JGT s). April dit jaar is de coöperatie JGT s opgericht. Er lijkt uit de cijfers een continue toename van ondersteuning van de Jgt s, dit kan ook (gedeeltelijk) zijn oorzaak hebben in het niet afsluiten van dossiers waar een waakvlamfunctie gewenst is. Uit gesprekken met het JGT blijkt dat de problematiek door de economische crisis en de komst van vluchtelingen sterk is toegenomen. De waardering van jeugdigen en ouders is hoog. Werk- en inkomen. In 2016 is de Wet Taaleis van kracht geworden. Indien het taalniveau onvoldoende blijkt wordt een inspanningsverplichting opgelegd om dit te verbeteren. Verder is naar aanleiding van de komst van vluchtelingen een apart programma van 4 perioden van 24 weken opgezet. In dit programma wordt gewerkt aan inburgering en toeleiding naar de arbeidsmarkt. In september 2016 zijn Raadsleden met leden van de Swt s en Jgt s in gesprek gegaan om uit eerste hand de ervaringen te delen. Voorstel is om deze vorm van vertellen en dialoog tweejaarlijks te organiseren. Clientaantallen en cliëntervaring (H5) Jeugdhulp. In Leiden heeft 13,2% van alle jeugdigen onder de 18 jaar jeugdhulp, 7,6% van deze jongeren heeft jeugdhulp met verblijf. In Nederland heeft 10% jeugdhulp, waarvan 11,3% met verblijf. Leiden heeft dus relatief veel jeugdigen met jeugdhulp, opvallend is dat alle Holland Rijnland-gemeenten boven dit landelijk gemiddelde zitten. Het percentage jongeren met verblijf is juist relatief lager en dit geldt voor de hele regio. In Leiden heeft 1% van alle jeugdigen onder de 18 jaar jeugdbescherming, waarvan 49% met verblijf. In Nederland heeft 1,2% jeugdbescherming, waarvan 47,6% met verblijf. En 0,3% van alle jarigen heeft jeugdreclassering tegenover 0,5% landelijk. De gegevens van jeugdhulp in Leiden zijn ook op wijkniveau weergegeven. Dit laat grote verschillen tussen de wijken op aantallen zien. De regio heeft meegedaan aan het cliëntervaringsonderzoek van de kinderombudsman. Dit rapport verschijnt in november Wmo. In Leiden maken inwoners gebruik van een Wmo-voorziening. Het grootste gedeelte daarvan heeft een pas voor de Regiotaxi (bijna 6000) en huishoudelijke ondersteuning (1350 maatwerk en 900 algemene voorziening). De nieuwe taken: 1000 cliënten in begeleiding, 400 cliënten in dagbesteding en 675 cliënten in beschermd wonen, waarvan 400 in Leiden wonen. In 54% van de gevallen is er sprake van slechts 1 Wmovoorziening per cliënt. Gemiddeld is er sprake van 1,6 Wmo-voorziening per cliënt. De Raad is geinformeerd over het onderzoek niet-gebruik huishoudelijke ondersteuning (Z/16/26095) en in het najaar wordt het Leids Regio Model geëvalueerd in de Raad. Vanuit het cliëntervaringsonderzoek blijken cliënten doorgaans positief te zijn over de kwaliteit en effectiviteit van de ondersteuning. Participatie. Het aantal bijstandsuitkeringen is de afgelopen jaren steeds gestegen. Oorzaken daarvan zijn de economische crisis, de gewijzigde wetgeving waardoor arbeidsbeperkten die nog wel kunnen werken geen aanspraak meer maken op een Wajong uitkering en de vluchtelingencrisis, waardoor het aantal statushouders is toegenomen. Half 2016 zijn 559 personen bezig met een participatietraject bij DZB en waren er 100 succesvol uitgestroomd. Er zijn 48 werkzoekenden met een arbeidsbeperking in traject, waarvan 26 richting een garantiebaan extern. Er zijn half garantiebanen ingevuld. Voor eind 2016 staat een cliëntervaringsonderzoek bij participatie gepland. Vorig jaar werd ook informatie over de budgetuitputting in deze monitor gemeld. Bijna tegelijkertijd met deze monitor wordt de tweede bestuursrapportage besproken. Daarom is gekozen deze financiële informatie niet meer in deze monitor op te nemen, maar te verwijzen naar de tweede bestuursrapportage. Persoonsgebonden budget (Pgb) (H6) In 2016 is de uitvoeringspraktijk rond de invoering van het trekkingsrecht enigszins verbeterd. Voor de toekomst wordt gewerkt aan een verdere optimalisatie. Hierbij wordt op landelijk niveau ook gekeken naar alternatieven van de uitvoering van het trekkingsrecht via de SVB. Begin 2016 is een notitie over een pilot voor een integraal pgb wmo- jeugd vastgesteld. Gestart is met een behoeftepeiling. In het najaar volgt een go/no go moment over de start van een pilot bij een aantal huishoudens. Wat als het niet goed gaat? (H7) Helaas gaan er in de uitvoering ook wel eens zaken fout. Het is goed dat er dan de mogelijkheid bestaat om klachten of bezwaren in te dienen. Dit kan bij aanbieders, bij gemeente en bij de vertrouwenspersoon. Het 5

7 aantal klachten bij de gemeente over 2015 bij Wmo (6) en jeugd (0) is laag. Voor participatie zijn er 64 klachten binnen gekomen. In 2015 zijn ongeveer 420 bezwaren werk&inkomen, 105 bezwaren Wmo en 2 bezwaren jeugd behandeld. De vertrouwenspersoon jeugd heeft in 2016 een grote groei van het aantal ondersteuningsvragen gezien. Cliëntparticipatie (H8) In 2016 is weer volop ingezet op het betrekken van de de inwoner zelf die zorg of ondersteuning nodig heeft. Door goed naar de individuele kansen en behoeften te luisteren, kan verbetering van de zorg en transformatie plaatsvinden. Op het gebied van jeugd ligt de opgave om deze participatie in de breedte nog verder door te ontwikkelen (motie GL) Sociaal domein verbreed (H9) De afgelopen periode is er ook veel aandacht geweest voor bepaalde thema s en doelgroepen. Deze vallen niet direct onder de focus van deze rapportage met aandacht voor de in 2015 naar de gemeente gedecentraliseerde taken. Toch gaan we hierop in en wordt kort uiteengezet wat de stand van zaken is en welke acties ingezet zijn. Het gaat hierbij om maatschappelijke opvang, verwarde personen, casemanagement dementie en passend onderwijs. 6

8 1. MONITORING IN HET SOCIAAL DOMEIN 1.1 LEIDSE MONITOR SOCIAAL DOMEIN Deze Leidse monitor sociaal domein is een van de instrumenten om te kijken wat er in het sociaal domein gebeurt en of de gestelde doelen behaald worden. Het is een uitgebreide rapportage die een rijk beeld geeft van veel van de afgelopen maanden is gebeurd op die onderdelen van het sociaal domein waar de decentralisaties gevolgen hebben. De landelijke Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein (GMSD 1 ) is de basis voor deze Leidse monitor. In de GMSD wordt ingegaan op het gemeenteprofiel, gebruik, stapeling gebruik (op dit moment alleen nog de Wmo) en cliëntervaring. Op de website van GMSD is het mogelijk om vergelijkingen te maken met andere gemeenten en verdieping op de cijfers te krijgen. De Leidse monitor is aangevuld met gemeentelijke onderzoekgegevens, gegevens over de wijkteams en jeugd- en gezinsteams, over klachten en bezwaren, participatie en enkele actuele thema s. Zowel de landelijke als de Leidse monitor sociaal domein is op inhoud en op kwaliteit nog volop in ontwikkeling. Wij gaan bij de bespreking van de Leidse monitor graag met de raadsleden in gesprek over de inhoud van de volgende monitor die oktober 2017 verschijnt. Waar mogelijk wordt duiding gegeven bij de gepresenteerde gegevens, maar voor een aantal onderwerpen is nog niet bekend hoe gegevens geduid moeten worden. Ook geeft deze monitor geen antwoord of het goed gaat in het sociaal domein. Bij de bespreking van de vorige monitor en bij het vaststellen van de begrotingsindicatoren is aangegeven dat de Raad behoefte heeft aan onafhankelijke duiding van de hier weergegeven gegevens. Bij de bespreking van de begrotingsindicatoren is deze wens nogmaals naar voren gebracht. Op basis van deze tweede monitor gaan we graag met de Raad in gesprek hoe deze onafhankelijke duiding vormgegeven kan worden. 1.2 VERANDERING IN BEELD Een echte transformatie vergt ook een verandering van monitoring. Het doel van monitoren is niet om interessante weetjes op te halen, maar om deze informatie te gebruiken in het proces van verandering en transformatie. Monitoring krijgt pas betekenis als het geduid wordt, als het in een perspectief geplaatst wordt. Dat is zeker zo in het sociaal domein, waar het vaak ingewikkeld is om een direct verband tussen oorzaak en gevolg te zien. Daarom is in de Leidse monitor naast het tellen veel aandacht voor het vertellen, de kwalitatieve duiding. Dit vertellen geven we onder andere vorm met het onderzoek Verandering in Beeld (VIB). Verandering in Beeld onderzoekt de transitie en transformatie in het sociaal domein. Met de methode Most Significant Change worden sinds 2015 cliënten en medewerkers geïnterviewd over de belangrijkste veranderingen die zij ervaren hebben in de ondersteuning die zij geven of ontvangen. Hiermee worden op een gestructureerde manier continu ervaringen in beeld gebracht. Het ophalen van verhalen van cliënten en medewerkers maakt het mogelijk (onverwachte) veranderingen in het sociaal domein waar te nemen en hiervan te leren. Zo kunnen we gezamenlijk bepalen in welke richting we ons binnen het sociaal domein willen ontwikkelen. Voor Verandering in Beeld dragen medewerkers van de sociale wijkteams (SWT s), de jeugd en gezinsteams (JGT s) en medewerkers van werk en inkomen en schuldhulpverlening cliënten aan die hun verhaal willen delen. Daarbij motiveren medewerkers waarom zij juist díe cliënten aanreiken. Dit kunnen zowel positieve verhalen zijn die laten zien wat we graag willen bereiken, als negatieve verhalen die laten zien waar verbetering mogelijk is. De verhalen laten daarmee zowel successen als kansen zien. In de eerste helft van 2016 zijn we met bijna 90 cliënten in gesprek gegaan (50 van de SWT s, 21 van de JGT s en 17 van W&I). Ook is een aantal medewerkers geïnterviewd. Deze verhalen geven een rijk beeld van de ontwikkelingen in het sociaal domein en geven concrete voorbeelden van de gestelde transformatiedoelen. De verhalen worden vervolgens groepsgewijs besproken door de teams, het managementteam van het cluster participatie en maatschappelijke ontwikkeling uitgebreid met de directeuren van de teams en de cliëntadviesraden. Daarbij wordt steeds een belangrijkste verhaal geselecteerd dat illustreert wat we in het 1 7

9 sociaal domein willen bereiken (zoals een focus op eigen kracht of integrale zorg) en wat er daarin eventueel verbeterd kan worden. Het bespreken en selecteren van deze verhalen geeft inzicht in waarden en leidt tot dialoog over welke veranderingen belangrijk zijn en waarom, waardoor er beter gestuurd kan worden op de transformatie. Als kwalitatief en narratief onderzoek is Verandering in Beeld dus een belangrijke aanvulling op meer kwantitatieve vormen van monitoring en evaluatie. Deze uitgekozen verhalen worden ook besproken met de commissieleden Onderwijs & Samenleving en Werk & Middelen. Een afstudeerder van de Hogeschool Leiden zal een analyse maken van de lijnen die uit het totaal van de verhalen te halen zijn. In 2015 is dit op hoofdlijnen gebeurt. 1.3 MONITORINGSAGENDA Eén keer per jaar wordt de aanwezige monitoringsinformatie op het sociaal domein gebundeld in een Leidse gemeentelijke monitor sociaal domein. Daarnaast is er gedurende het jaar vanuit verschillende bronnen monitoringsinformatie beschikbaa, welke aan de Raad beschikbaar wordt gesteld. De monitoringsagenda maakt onderdeel uit van de lange termijnagenda van de commissie O&S. Deze lange termijn agenda is leidend. Hieronder een terugblik op de eerder ontvangen stukken en de planning voor eind 2016 en MONITORINGSAGENDA TRANSFORMATIE In de Voortgangsrapportage Transformatie Sociaal Domein (juni 2016, Z/16/307219) is inzicht gegeven in de manier waarop de transformatie programmatisch wordt vormgegeven, met behulp van vier thema s: mijn vitaliteit, mijn dag, mijn buurt en mijn gemeente zodat de activiteiten ook voor mensen en partners in de stad herkenbaar zijn. Dit is een invulling van de Transformatieagenda Sociaal Domein (RV ) en de Visie op de Transformatie (RV ). In hoofdstuk 1 staat hier meer informatie over. Om de transformatie ook cijfermatig goed te kunnen volgen zijn in juni 2016 de nieuwe begrotingsindicatoren sociaal domein vastgesteld (RV ). Deze indicatoren zijn voor een groot deel ook in deze monitor opgenomen. Voor een aantal indicatoren geldt dat deze pas in 2017 voor het eerst gemeten worden. In de programmabegroting 2016 is een apart hoofdstuk opgenomen over de invulling van de transformatie (hoofdstuk 3 decentralisaties). En ook in de begroting 2017 is een bijzonder programma Transformatie Sociaal Domein, waarin ook de verbinding wordt gelegd met de reguliere begrotingsprogramma s. Tegelijk met deze Monitor Sociaal Domein komt ook de tweede voortgangsrapportage beschikbaar. De derde voortgangsrapportage wordt in juni 2017 verwacht (in samenhang met de Kaderbrief 2018). MONITORINGSAGENDA JEUGD De kwartaalrapportages Jeugdhulp in beeld die vanuit Holland Rijnland worden opgeleverd zijn nog volop in ontwikkeling. Er worden in 2016 niet alleen meer aanbieders bevraagd dan in 2015, ook de manier van uitvragen is enigszins veranderd. Zo worden er ook gegevens gevraagd over de wachtlijsten en de gemiddelde duur van trajecten. Door de wijzigingen is vergelijking met 2015 niet zonder meer mogelijk. De gegevens van de eerste kwartaalrapportage 2016 zijn verwerkt in de voorliggende monitor 2. Alle kwartaalrapportages worden ter kennis van de raadscommissie gebracht. In 2016 zijn diverse vragen vanuit de Raad gesteld over wachtlijsten en wachttijden in de jeugdhulp, in de kwartaalrapportages jeugd wordt hier steeds uitgebreidere informatie over opgenomen. Halverwege 2016 heeft de Raad de jaarstukken jeugdhulp Holland Rijnland 2015 ( incl. de eindafrekening) ontvangen en is toegelicht dat we in 2016 mee zouden doen aan het cliëntervaringsonderzoek van de Kinderombudsman. Hoewel het landelijke rapport pas in november beschikbaar komt, waardoor duiding van de cijfers nog niet mogelijk is, is er inmiddels wel een Leidse factsheet beschikbaar. In H5.1.4 wordt kort op dit onderzoek ingegaan en de factsheet is als bijlage 3 aan deze rapportage toegevoegd. Dit geldt ook voor de halfjaarrapportage van het AKJ over het vertrouwenswerk in Holland Rijnland. Een korte toelichting hierop vindt u in H7.3.2 en het volledige rapport als bijlage Bijlagen per gemeente: 8

10 Daarnaast hebben de jeugd- en gezinsteams een aparte monitor. De laatste rapportage hiervan is van oktober In de zomer 2016 is wederom een cliëntervaringsonderzoek uitgevoerd, de uitkomsten worden in het najaar van 2016 verwacht en zullen aan de Raad ter informatie verstuurd worden. In december 2015 was er binnen de commissie Onderwijs en Samenleving veel aandacht voor het onderwerp jeugd. Raadsleden hebben zich ter adoptie aangeboden aan de jeugd- en gezinsteams. Een uitwisseling van ervaringen van de jeugd- en gezinsteams en sociale wijkteams is in september 2016 geweest. Voorstel is deze bijeenkomst twee maal per jaar te herhalen. MONITORINGSAGENDA WMO In april 2016 is de uitvoeringspraktijk van het Leids Regio Modelhuishoudelijke ondersteuning geëvalueerd. Voorafgaand aan de evaluatie is in februari onderzoek gedaan naar cliënten die bij de overgang naar de nieuwe uitvoeringspraktijk geen gebruik meer maken van huishoudelijke ondersteuning. Eind februari is de raad geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek niet-gebruik huishoudelijke ondersteuning (briefnr Z/16/26095). De behandeling van de evaluatie van het Leids Regio Model in de Raad staat geagendeerd voor september. Begin 2015 is de jaarevaluatie van de aanbieders Wmo beschikbaar gesteld aan de Raad. Een groot deel van deze gegevens was in de monitor sociaal domein 2015 opgenomen. De gemeente heeft in het voorjaar een cliëntervaringsonderzoek Wmo uitgevoerd. In bijlage 1 is het volledige onderzoek te vinden. In deze monitor wordt ingegaan op de ervaringen met het Swt (H4.2.2) en de ervaringen met de ondersteuning (H5.2.3) en de mantelzorg (H3.2.3). Daarnaast is ingegaan op de financiële bijdrage en hulp bij het huishouden. Deze uitkomsten worden betrokken bij de evaluaties op deze onderwerpen. MONITORINGSAGENDA WERK & INKOMEN & PARTICIPATIE Na afloop van ieder kwartaal ontvangt de raad (commissie werk en middelen) de gecombineerde rapportage van Werk& Inkomen en DZB. De raad wordt hierin geïnformeerd over de ontwikkelingen van het aantal klanten, aanvragen, in-en uitstroom, resultaten Re-integratie Leiden, ontwikkeling van de garantiebanen en de Wsw. Rapportages over minimabeleid en schuldhulpverlening maken onderdeel uit van de P&C-cyclus. Jaarlijks wordt een armoedemonitor opgesteld. Bij de aanbieding van de armoedemonitor over 2015 is besloten de armoedemonitor voortaan op te nemen in de onderhavige monitor Sociaal Domein. Sinds november 2015 zijn de volgende besluiten en voorstellen aan de raad aangeboden: Tussenevaluatie Participatiewet Klanttevredenheidsonderzoek Stadsbank Leiden Initiatiefvoorstel D 66 Participatiemedewerkers in Leiden Pilot jongeren en Schulden Debt? to no Debt! Armoedemonitor 2015 Uitvoeringsplan volwasseneneducatie 2016 (ter kennisname) In voorbereiding zijn: Evaluatie handhavingsbeleid (oktober 2016) Evaluatie beleidsplan schuldhulpverlening (december 2016) Evaluatie Participatiewet (december 2016) Wijziging re-integratieverordening Beleidsplan Schuldhulpverlening (eerste kwartaal 2017) Landelijke aanlevering Op het gebied van W&I bestaat al lange tijd de verplichting om het Rijk te informeren over de rechtmatige besteding van de specifieke uitkeringen, het beeld van de uitvoering en deel te nemen aan de statistiek uitvraag. Deze gegevens zijn veelal ook te vinden bij het CBS en Gemeenten zijn verplicht het rijk op drie niveaus te informeren (dit is met name tellen): 9

11 1. Verantwoording (Sisa): Gemeenten verantwoorden zich aan het Rijk over de rechtmatige besteding van alle door het Rijk verstrekte specifieke uitkeringen. De definitieve cijfers over de uitvoering van de Participatiewet de IOAW, de IOAZ, het Bbz en de Wsw levert de gemeente jaarlijks elektronisch aan het CBS, uiterlijk 15 juli na afloop van het uitvoeringsjaar. 2. Beeld van de uitvoering: Hiervoor dienen gemeente een door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voorgeschreven formulier in te vullen 3. Statistiekuitvraag: Gemeenten zijn verplicht het ministerie gegevens te leveren die nodig zijn voor het ontwikkelen en evalueren van rijksbeleid. Deze verplichting is vastgelegd in de Statistiekregeling. Het betreft de volgende CBS-statistieken: a. BijstandsUitkeringenstatistiek (BUS) b. Statistiek Re-integratie door Gemeenten (SRG) c. Bijstandsfraudestatistiek (BFS) d. Bijstandsdebiteurenstatistiek (BDS) MONITORAGENDA IN BEELD 2016 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Landelijke beleidsinformatie Rapportage begin 2015 Rapportage 2015 Rapportage begin 2016 Transformatie / sociaal domein Indicatoren sociaal domein Voortgang transformatie Monitor Sociaal domein/vib, voortgang transformatie Jeugdhulp Kwartaalrapportage Q3 Rapportage Jgt Kwartaalrapportage Jaarrapportage Q Kwartaalrapportage / gesprek Jgt Clientonderzoek / rapportage Jgt Kwartaalrapportage Wmo Analyse gebruik Jaarrapportage huishoudelijke (aanbieders) hulp Clientonderzoek Participatie Armoedemonitor & Tussenevaluatie Kwartaalrapportage Kwartaalrapportage Kwartaalrapportage 2017 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Landelijke beleidsinformatie Rapportage 2016 Rapportage begin 2017 Transformatie / sociaal domein Voortgang transformatie Monitor Sociaal domein/vib, voortgang transformatie Jeugdhulp Rapportage & gesprek Jgt Jaarrapportage 2015 Rapportage & gesprek Jgt Clientonderzoek Kwartaalrapportage Kwartaalrapportage Kwartaalrapportage Wmo Jaarrapportage (aanbieders) Indicatoren opvang en BW Participatie Kwartaalrapportage Kwartaalrapportage Kwartaalrapportage 10

12 2. INLEIDING SOCIAAL DOMEIN Dit hoofdstuk schets kort de veranderingen in het sociaal domein en de transformatie die in volle gang is. In de voortgangsrapportage transformatie die gelijktijdig met deze monitor verschijnt wordt inhoudelijk ingegaan op de meest ontwikkelingen en projecten. 2.1 VERANDERING IN HET SOCIALE DOMEIN Per 1 januari 2015 zijn de taken rondom werk, welzijn/zorg en jeugd gedecentraliseerd naar gemeenten. Dit betekent dat de gemeente meer verantwoordelijkheden heeft gekregen voor het organiseren van zorg en ondersteuning voor zelfstandig wonende Leidenaren. Voorbeelden hiervan zijn dagbesteding en begeleiding thuis voor mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, langdurige psychiatrische problematiek, ouderen met dementie. Ook beschermd wonen valt onder de nieuwe verantwoordelijkheden in de gewijzigde Wet maatschappelijk ondersteuning. Daarnaast is de jeugdhulp gedecentraliseerd naar gemeenten. Dit houdt in dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor bieden van mogelijkheden waarmee jongeren en kinderen veilig en gezond kunnen opgroeien. Hieronder valt bijvoorbeeld het organiseren van hulp en ondersteuning voor kinderen en jongeren in een kwetsbare positie (via jeugd- en gezinsteams), het organiseren van gespecialiseerde GGZ, jeugdbescherming en jeugdreclassering. De nieuwe Participatiewet vervangt een aantal wetten op het gebied van re-integratie en werk & inkomen en is erop gericht dat zoveel mogelijk mensen met of zonder een beperking werk vinden. De Participatiewet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). Gerelateerd aan deze drie decentralisaties is de invoering van passend onderwijs, waarbij het reguliere basis en middelbaar onderwijs grotere verantwoordelijkheden krijgt voor het opleiden van kinderen en jongeren met een beperking, die voorheen vaak in het speciaal onderwijs les kregen. Dit is jeugd die veelal ook met jeugdhulp te maken heeft. Aan deze wettelijke veranderingen ligt de overtuiging ten grondslag dat gemeenten zorg en ondersteuning dichtbij burgers kunnen organiseren en daardoor beter aan kunnen sluiten bij de vraag van burgers. Deze decentralisaties zijn daarnaast gepaard met forse bezuinigingen. Voor de gemeente Leiden gaat het om een bezuiniging van 10 miljoen euro. 2.2 TRANSFORMATIE Leiden heeft in 2015, net als de meeste gemeenten, veel energie gestopt in de transitie waarmee is gewaarborgd dat per 1 januari 2015 de wettelijke taken kunnen worden uitgevoerd en de zorg en ondersteuning kon worden gecontinueerd. Sinds 1 januari 2016 is de focus verschoven naar de transformatie. Er is een fundamenteel nieuwe manier van werken nodig om als gemeente beter aan te sluiten op de échte vraag van inwoners en samen met inwoners oplossingen te creëren. Daarnaast verwacht het rijk dat er meer samenhang komt in zorg en ondersteuning. Er wordt meer gevraagd van mensen zelf, vrijwilligers en mantelzorgers en er komt meer nadruk op voorzorg en preventie. Dat proces is noodzakelijk om ook op termijn, ondanks het gekrompen budget, kwetsbare inwoners de noodzakelijke zorg te blijven bieden. De nieuwe manier van werken is een zoektocht die niet van vandaag op morgen is gerealiseerd. Het is een proces waarbij inwoners, partners in de stad en de gemeente gezamenlijk experimenteren met nieuwe manier van werken. In de Voortgangsrapportage en financiële verantwoording transformatie (BW ) wordt inhoudelijk ingegaan op de ontwikkelingen en de projecten in de transformatie. Tegelijkertijd met deze monitor komt de tweede voortgangsrapportage beschikbaar TRANSFORMATIESLEUTELS Tijdens de Week van de Transformatie (oktober 2015) hebben verschillende betrokkenen in het sociaal domein zich gebogen over het brede begrip transformatie. Daaruit zijn onder andere Leidse sleutels voor de 11

13 transformatie gekomen. Deze zijn als criteria vastgesteld waaraan investeringen uit het transformatiebudget getoetst kunnen worden. De transformatiesleutels zijn: 1. Kan rekenen op inzet van inwoners 2. Sluit aan bij de vraag van inwoners 3. Werkt vanuit principe dat de inwoner eigenaar is van vraag en oplossing 4. Leidt tot kostenbesparing 5. Draagt bij aan ontdubbelen van uitvoering, activiteiten 6. Stimuleert het leren en innoveren in het sociaal domein 7. Doorbraken & verbinden - draagt bij aan het opheffen van beperkende regels 8. Preventie van duurdere ondersteuning/zorg 9. Effectiviteit is bewezen, bijvoorbeeld in een andere gemeente of door wetenschappelijk onderzoek 10. Inwoner voelt zich aangesproken, aangesloten & doet mee 11. Verbindt de domeinen werk, zorg/welzijn, jeugd in het sociaal domein (en mogelijk ook daarbuiten) 12. Draagt bij aan het bevorderen en verbeteren van de kwaliteit en de effectiviteit van de dienstverlening en/of de geleverde zorg. De twaalfde sleutels is op basis van een aangenomen motie aan de sleutels toegevoegd (Motie M D66 Kwaliteit als Leidse sleutel). Met het opnemen van deze twaalfde sleutel is deze motie afgedaan PROGRAMMALIJNEN Daarnaast zijn in de Transformatieagenda vijf programmalijnen benoemd die hieronder elk apart worden toegelicht. 1. Nieuwe invulling ondersteuning en zorg Een belangrijk deel van de transformatie bestaat uit doen. Concrete activiteiten en projecten waarvan we verwachten dat deze een bijdrage leveren in het realiseren van de doelen en besparen op de inzet van geld. Het gaat erom de bestaande manier van werken anders vorm te geven, passend bij de doelen van de transformatie. Om dat te realiseren, start en stimuleert de gemeente de komende periode concrete projecten. Dat vaak in de vorm van pilots, of experimentele projecten, om uit te vinden waar de besparing gerealiseerd kan worden en hoe die andere manier van werken er uit ziet. Voorbeelden van activiteiten en projecten zijn de ontwikkeling van het uitvoeringsplan Wmo welzijn en ondersteuning, het project Singelpark in bedrijf en de Piëzomethodiek. 2. Versterken competenties en vaardigheden De veranderende context vraagt (deels) om ander gedrag en andere competenties van uitvoerders, beleidsmakers en managers. Leren van elkaar, en van inwoners zelf versterkt het ontwikkelen van dat andere gedrag. Door intervisie, casuïstiek bespreking en training ondersteunt de gemeente het leren. Belangrijk uitgangspunt is om dicht bij de werkpraktijk te blijven en zoveel mogelijk leren in het werk te organiseren. Voorbeelden binnen de gemeentelijke organisatie zijn het leren werken met minder regels en vereenvoudigde werkprocessen. Zo is bij Werk en Inkomen de pilot regelluw re-integreren gestart. Ook het ontwikkelen van een vereenvoudigd werkproces bij de afdeling Wmo is hier een voorbeeld van (project Lean werkproces ). 3. Sturing en regie De sturingsrol van de gemeente verandert, maar de gemeente blijft sturen. Met geld, maar ook door faciliteren van verbindingen en ontmoetingen. Het proces van contracteren bij zorg, jeugd en participatie is een belangrijk sturingsinstrument, net als de verstrekking van subsidies. Als onderdeel van de transformatie verkennen we hoe we zowel inkoop als subsidie nog gerichter kunnen inzetten om doelen te bereiken. Daarbij kijken we met veel interesse naar de keuzes die andere gemeenten maken ook dat hoort bij een lerende organisatie. Informatisering als een van de instrumenten voor sturing en regie is hier ook onderdeel van. 4. Verdiepen & ontmoeten Leren en ontwikkelen wordt versterkt door elkaar te ontmoeten, door te spiegelen op gedrag en inzet. Inspiratie van buiten, ontmoetingen tussen verschillende verantwoordelijken in het domein kan de transformatie ondersteunen en mogelijk versnellen. Tijdens de Week van de Transformatie ervoeren we de 12

14 kracht van dialoog tussen betrokkenen van verschillende achtergronden. De gemeente, als regisseur in het sociaal domein, blijft deze ontmoeting organiseren. Door lezingen, werktafels, bijeenkomsten. Soms om inspiratie op te doen, soms om gezamenlijk te werken aan een resultaat. 5. Kennis versterken Deze programmalijn gaat over het versterken van kennis en methodieken en het in beeld brengen van de resultaten van wat we doen. Leiden Kennisstad maakt gebruik van de (wetenschappelijke) kennis die in de stad beschikbaar is - ook in het sociaal domein. In Leiden leren professionals van wetenschappers en omgekeerd. Doel is om toepasbare kennis te ontwikkelen, die te verspreiden richting professionals en gezamenlijk verder uit te bouwen THEMATISCHE STURING: MIJN BUURT, MIJN DAG, MIJN VITALITEIT EN MIJN GEMEENTE De transformatie vraagt om een brede benadering. Het is een proces dat samen met de stad wordt opgepakt en daardoor zijn eigen dynamiek kent. Voor een goede programmasturing en om een gezicht te geven aan de ontwikkelingen waaraan de transformatie bijdraagt, werken we met vier brede thema s waarbinnen we de activiteiten en projecten clusteren. De thematische aanpak helpt ons om in gesprek en interactie met inwoners en stadspartners vorm te geven aan de transformatie. Ontdekken en doen staan daarbij voorop. Hieronder een korte toelichting per thema. Bij mijn buurt draait het om een omgeving die uitnodigt tot ontmoeting en vitaliteit, woonvormen die het voor ouderen of kwetsbare mensen gemakkelijker en prettiger maken thuis te wonen en meer plekken voor ontmoeting en organiseren van initiatieven. Bij mijn vitaliteit streven we naar het vergroten van de vitaliteit van inwoners. Dit doen we door in te zetten op bijv. de samenwerking met eerstelijnszorg, preventieve activiteiten van inwoners zelf en een sterke verbinding met sport(verenigingen). Bij mijn dag werken we aan nieuwe vormen van participatie en vormen tussen dagbesteding en betaald werk en stellen we mensen in staat bij te dragen aan samenleving en de sociale samenhang in een buurt. Bij mijn gemeente ligt de focus op de transformatie binnen de gemeentelijke organisatie, zoals ook al beschreven is in de programmalijn versterken competenties en vaardigheden Deze transformatie wordt financieel mogelijk gemaakt door het beschikbaar stellen van een reserve Zachte landing 3D (Kaderbrief ), waarvan 7 miljoen gereserveerd is voor de transformatie sociaal domein. Het totale budget bestaat uit 12,7 miljoen waarbinnen onder andere ook bedragen zijn geoormerkt voor vrouwenopvang, beschermd wonen en andere risico s in het sociaal domein. 13

15 3. DE SITUATIE VAN HET SOCIALE DOMEIN IN LEIDEN In dit hoofdstuk is het gemeenteprofiel van Leiden opgenomen. Deze gegevens geven een beeld hoe Leiden er voorstaat en of er (lange termijn) wijzigingen in het gemeenteprofiel zichtbaar zijn waarop de gemeente beleid wil gaan ontwikkelen. 3.1 DEMOGRAFIE, SOCIAAL ECONOMISCHE STATUS EN FINANCIËLE SITUATIE DEMOGRAFIE 3 De leeftijdsopbouw van Leiden vergeleken met die van Nederland 2016 Leiden 65+ Leiden Leiden <20 Nederland Aan de leeftijdsopbouw kun je goed zien dat Leiden een studentenstad is: Daardoor zijn er relatief (veel) meer mensen dan landelijk in de studentenleeftijd (18-26) en in de leeftijd van 27 tot veertig; ook zijn er relatief minder jongeren onder de achttien en minder mensen in alle leeftijdsgroepen boven de veertig. Leiden 17% 20% 19% 19% 11% 8% 6% Nederland 20% 11% 16% 22% 13% 10% 8% < 18 jaar jaar jaar jaar jaar Bron: BRP (Leiden) en CBS (Nederland) - 14

16 3.1.2 DEMOGRAFIE PROGNOSE 4 Verandering leeftijdsopbouw Leidse bevolking In 2015 heeft Leiden 121,6 duizend inwoners, 17,2 duizend (14%) daarvan zijn 65 jaar of ouder. De komende jaren zal de omvang van deze groep toenemen tot 22,6 duizend in 2026 waarvan 12,1 duizend tussen de 65 en 74 jaar en 10,5 duizend 75+. Dit is een belangrijk gegeven voor de Wmo, want ouderen maken naar verhouding meer gebruik van WMovoorzieningen. De grote groei van het aantal 75+'-ers vindt plaats vanaf het begin van het volgende decennium, zij zullen vooral wonen in díe wijken wonen waar nu veel mensen van jaar wonen. De top-drie van die wijken zijn de Merenwijk, Roodenburg en Bos- en Gasthuis. Ontwikkeling omvang van een aantal leeftijdsgroepen in Leiden (* duizend) < ontwikkeling * duizend * duizend percentage inwoners 122,6 130,1 +7,6 +6% ,3 21,5 +1,2 +6% ,0 24,0-0,0-0% ,3 24,9 +1,6 +7% ,9 22,1-1,8-7% ,9 15,1 +1,1 +8% ,2 12,1 +1,9 +19% 75+ 7,0 10,5 +3,4 +49% 4 Bron: BRP (2016) en CBS/PBL PEARL (prognose , bewerking door SMC Beleidsonderzoek) 15

17 3.1.3 SOCIAAL ECONOMISCHE STATUS 5 Participatiegraad op de arbeidsmarkt 2015 De bruto arbeidsparticipatie* is in Leiden hoger dan landelijk: 72% tegenover 70% (cijfers 2015, bron CBS). * Wordt gemeten in de bevolking van 15 t/m 74 jaar: aandeel van de beroepsbevolking in de totale leeftijdsgroep. Een hoge participatiegraad op de arbeidsmarkt wijst op een goede balans tussen de vraag en aanbod van arbeid. Inkomensverdeling (gestandaardiseerd inkomen, exclusief studentenhuishoudens) 2014 Het CBS publiceert veel regionale gegevens over huishoudinkomens, gebaseerd op belastinggegevens. Daarbij tellen ze vaak gegevens van studentenhuishoudens niet mee, voor de vergelijkbaarheid van gemeenten. Eén van de indelingen is in laag (landelijk 40%), midden (landelijk 40%) en hoog (landelijk 20%). Exclusief studentenhuishoudens heeft Leiden releatief evenveel lage inkomens als landelijk en meer hoge. laag midden hoog Nederland 40% 40% 20% Leiden 40% 36% 24% Inkomensverdeling in de tien wijken van Leiden In de grafiek hieronder staat een vergelijking van het aantal huishoudens per wijk in elke inkomensgroepgroep. De tabel daaronder toont de percentuele verdeling per wijk. Het percentage in de lage inkomensgroep varieert van 26% in Boerhaave tot 54% in Leiden-Noord. Het percentage in de hoge inkomensgroep varieert van 12% in Leiden-Noord tot 49% in Boerhaave laag midden hoog Binnenstad-Z Binnenstad-N Stationsdistrict Leiden- Noord Bos- en Gasthuis % huishoudens per inkomensgroep laag 39% 44% 31% 54% 31% 46% 44% 26% 32% 32% midden 35% 35% 40% 34% 35% 36% 38% 26% 39% 44% hoog 27% 21% 29% 12% 34% 18% 18% 49% 29% 24% Mors Minderjarigen in een huishouden met een inkomen tot 120% van het wettelijk sociaal minimum 2013 In Leiden wonen 2,8 duizend kinderen in een huishouden met een inkomen tot 120% vh sociaal minimum Dat is 14% van alle kinderen, het landelijke percentage is 13%. In de tien wijken varieert dit percentage van 5% in Boerhaave tot 25% in Leiden-Noord kinderen totaal waarvan in huishoudens tot 120% Roodenburg Boerhaave Merenwijk Stevenshof Binnenstad-Z Binnenstad-N Stationsdistrict Leiden- Noord Bos- en Gasthuis kinderen in hh tot 120% wettelijk sociaal minimum aantal % 12% 21% 5% 25% 7% 21% 18% 5% 14% 6% Mors Roodenburg Boerhaave Merenwijk Stevenshof 5 Bron: RIO 2013 (aantal huishoudens op 1 januari 2014, inkomens in jaar 2013). Er is op het moment nog geen informatie over 2015/2016 beschikbaar. 16

18 3.1.4 HUISHOUDENS MET EEN INKOMEN TOT 120% WSM 6 Het aantal Leidse huishoudens tot 120% van het wettelijk sociaal minimum (verder afgekort met WSM) is tussen 2009 en 2013 gestegen van 7,5 tot 8,6 duizend. Het merendeel van de huishoudens met een inkomen tot 120% WSM is een eenpersoonshuishouden, hun aantal steeg in die periode van 4,8 naar 5,6 duizend. Het aantal meerpersoonshuishoudens met zo n inkomen steeg van 2,8 tot 3,0 duizend. In 2013 heeft van alle huishoudens samen ruim een zesde (17%) een inkomen tot 120% van het WSM, van de eenpersoonshuishoudens is dat percentage 26%, van de meerpersoonshuishoudens is het 11%. Het percentage alleenstaanden onder de 65 met een inkomen tot 120% WSM is vergelijkbaar voor mannen (24%) en vrouwen (23%). In het percentage alleenstaande 65+'ers zijn er wel grote verschillen tussen vrouwen en mannen: in 2013 had 37% van de vrouwelijke 65+ ers de 65 een inkomen tot 120% WSM, van de mannen van die leeftijd was dat 26%. Van alle meerpersoonshuishoudens in 2013 heeft 11% een inkomen onder de grens van 120% van het WSM. Het gaat om drieduizend meerpersoonshuishoudens waarvan negenhonderd bestaan uit eenoudergezinnen met minderjarige kinderen. Daarmee heeft bijna de helft (48%) van alle eenoudergezinnen met minderjarige kinderen. zo'n laag inkomen. Voor gezinnen met twee ouders en alleen minderjarige kinderen is dat percentage een stuk lager: 7%. Aantal huishoudens (* duizend) met een inkomen tot 120% van het WSM huishoudens tot 120% WSM (* dzd) AANTALLEN totaal 7,5 7,9 7,7 7,4 7,5 7,9 8,1 8,3 8,6 eenpersoons 4,5 4,9 4,9 4,6 4,8 5,0 5,2 5,3 5,6 meerpersoons 3,0 3,0 2,8 2,8 2,8 2,9 2,9 3,0 3,0 % VAN HUISHOUDENS met het kenmerk totaal 16% 16% 16% 15% 15% 16% 16% 17% 17% eenpersoons 23% 24% 24% 23% 23% 24% 25% 25% 26% meerpersoons 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 11% Samenstelling huishoudens (* duizend) met een inkomen tot 120% van het WSM 2013 aantal (* duizend) % van huishoudens met het kenmerk Alle huishoudens 8,6 17% Totaal eenpersoonshuishoudens 5,6 26% man jonger dan65 jaar 2,0 24% vrouw jonger dan 65 jaar 1,6 23% man 65+ 0,5 26% vrouw 65+ 1,5 37% Totaal meerpersoons huishoudens 3,0 11% Paar zonder kinderen, kostwinner < 65 0,4 5% Paar zonder kinderen, kostwinner 65+ 0,6 13% Gezin, alleen kinderen < 18 0,5 7% Gezin, minstens één kind 18+ 0,2 5% Eenoudergezin, alleen kinderen < 18 0,9 48% Eenoudergezin, minstens één kind 18+ 0,3 23% Overige huishoudens 0,1 15% 6 Bron: RIO (* CBS berekent deze cijfers voor particuliere huishoudens met een heel jaar inkomen exclusief studentenhuishoudens) 17

19 3.1.5 FINANCIËLE SITUATIE HUISHOUDENS VOLGENS LEIDENAREN ZELF In 2015 gaf 18% van de Leidenaren aan dat hun financiële situatie in de laatste twaalf maanden was verbeterd en 21% dat hun financiële situatie was verslechterd. De financiële situatie van de Leidse huishoudens lijkt daarmee wat te verbeteren al zijn er nog wel steeds meer huishoudens met een verslechtering dan met een verbetering. Het negatieve saldo tussen beide (-3) is echter niet meer zo hoog als in 2013 (-24) toen de economische crisis op haar hoogtepunt was. Ook in de periode 2003 tot en met 2005 waren er meer huishoudens met een verslechtering dan met een verbetering. Ontwikkeling van de financiële huishoudsituatie in de laatste 12 maanden verslechterd - verbeterd 40% 30% 20% 10% 0% 10% 20% 30% 40% Ontwikkeling financiële huishoudsituatie in afgelopen jaar Verbeterd Verslechterd Saldo (%punt) Verbeterd 37% 26% 19% 17% 19% 22% 26% 22% 16% 17% 17% 11% 18% Gelijk 55% 59% 54% 53% 51% 57% 59% 62% 62% 63% 61% 54% 61% Verslechterd 8% 15% 27% 30% 30% 21% 15% 17% 22% 20% 22% 35% 21% saldo (%punt)* * Saldo: percentage verbeterd minus percentage verslechterd, weergegeven in procentpunten. Bij een positief saldo zijn er meer huishoudens met een financiële verbetering, bij een negatief saldo zijn er meer huishoudens met een financiële verslechtering. 18

20 3.2 SOCIALE SCHETS GEZONDHEID EN REDZAAMHEID IN SOCIAAL DOMEIN De landelijke Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein (GMSD 7 ) geeft inzicht in een aantal indicatoren van het sociaal domein. Deze zeggen iets over de stand van zaken van het sociale domein. We laten hier de publieke gezondheid en redzaamheid zien. Leiden wordt hierbij vergeleken met andere zeer sterk stedelijke gemeenten. In deze vergelijking is te zien dat inwoners van Leiden relatief een goede leefstijl en mentale gezondheid (zeker bij 65-plus) hebben. Publieke gezondheid en redzaamheid (2013) In bovenstaand figuur worden de scores weergegeven van vijf samengestelde indicatoren op het terrein van gezondheid 8. De scores van de indicatoren leveren in samenhang een 'gezondheidsprofiel' op. Het profiel helpt bij de vormgeving van beleid op het gebied van gezondheid en het sociaal domein. Er is een gezondheidsprofiel beschikbaar voor de doelgroep volwassenen (19-64 jarigen) en één voor de doelgroep ouderen (65 plussers). Er is aanvullend op de GMSD in 2016 een Website Gezondheid in Sociaal Domein gepubliceerd 9. Deze website biedt inzicht in de gezondheidssituatie van een gemeente. Daarnaast is het mogelijk de gezondheidssituatie van twee gemeenten met elkaar te vergelijken. De algemene cijfers voor Leiden zijn in onderstaande figuren weergegeven. Op sociale omgeving scoort Leiden niet zo goed, hieraan liggen twee indicatoren ten grondslag: huiselijk geweld zit met 8% op het landelijk gemiddelde, maar de ervaren (on)veiligheid is lager. Leiden: Volwassenen 19 t/m 64 jaar (50 = landelijk gemiddelde) Leiden: Ouderen 65 jaar en ouder (50 = landelijk gemiddelde) De indicatoren zijn gebaseerd op resultaten van de 'Gezondheidsmonitor GGD'en, CBS en RIVM, 2012'. Deze bestaat uit gegevens die in 2012 onder inwoners van 19 jaar en ouder zijn verzameld door de GGD'en en het CBS

21 Aanvullend aan deze landelijke indicatoren vindt u hieronder een korte schets van enkele relevante onderdelen uit de Stads- en Wijkenquête Leiden en de Veiligheidsmonitor Er is op het moment nog geen informatie over 2016 beschikbaar SOCIALE SAMENHANG EN VRIJWILLIGERSWERK Een maat voor sociale samenhang is de indicator sociale cohesie. Deze is berekend op basis van vier stellingen en is dus geen rapportcijfer: Mensen kennen elkaar nauwelijks, Mensen gaan op een prettige manier met elkaar om, Het is een gezellige buurt, waarin mensen elkaar helpen en dingen samen doen en Ik voel me thuis bij de mensen in de buurt. Deze score is al jaren 5,7 of 5,8. Er zijn verschillen tussen de wijken: de laagste score op sociale cohesie is in het Bos- en gasthuisdistrict (5,2) en de hoogste is 6,5 (Boerhaavedistrict). Hieronder staan de resultaten van de vier individuele stellingen voor 2015: %(helemaal) mee eens Mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks 35% Mensen gaan op een prettige manier met elkaar om 66% Ik woon in een gezellige buurt, waarin mensen elkaar helpen en dingen samen 32% doen / met veel saamhorigheid Ik voel me thuis bij de mensen in de buurt 53% Bron: Veiligheidsmonitor 2015 In Leiden doet 32% (2015) vrijwilligerswerk. Dat is hetzelfde percentage als in De grootste groep (14% van de Leidenaren) doet dit minder dan twee uur per week. 10% doet het twee tot 6 uur per week en 6% meer dan zes uur per week. In Stationsdistrict/Boerhaavedistrict doen de meeste mensen aan vrijwilligerswerk (43%), in Leiden-Noord, Bos- en Gasthuisdistrict en Stevenshof ligt dit lager met 28% (Bron: Stads- en Wijkenquête 2015) MANTELZORG Uit een onderzoek naar kwetsbare groepen 11 blijkt dat mantelzorgers een risicogroep vormen: van alle mantelzorgers voelt 40% zich in zekere mate belemmerd in de dagelijkse bezigheden, 10% ervaart overbelasting. In Leiden heeft 22% van de Leidenaren afgelopen jaar mantelzorg verleend. Dit is vergelijkbaar met 2013 (25%). Vrouwen (26%) doen dit vaker dan mannen. En 55-plussers doen het vaker (33%) dan de gemiddelde Leidenaar. Mensen verlenen mantelzorg aan (schoon) ouders (42%), aan de partner (12%) of aan overige familie (28%), waar natuurlijk ook kinderen toe behoren. Wat opvalt is dat mensen vaker dan twee jaar geleden mantelzorg verlenen aan mensen buiten de (directe) familie. Van de mensen die mantelzorg verlenen, verleent een derde dit voor minimaal 6 uur per week. Ruim een derde doet het incidenteel, de overigen zitten daar tussen in. Hieronder is te zien dat (de mate van) het verlenen van mantelzorg verschilt per wijk. In de Stevenshof en Roodenburgerdistrict heeft men het afgelopen jaar vaker dan gemiddeld mantelzorg verleend, in Leiden-Noord en de Binnenstad minder vaak. Mate waarin de respondenten mantelzorg hebben verleend, in % (bron: Stads- en wijkenquête 2015) (Bron: Stads- en Wijkenquête 2015) Door bureau KING is een burgerpeiling uitgevoerd. De Burgerpeiling is een onderdeel van Waarstaatjegemeente.nl van VNG-KING. In de rapportage wordt aandacht gevraagd voor de groep kwetsbare burgers. Het hele rapport lees je hier: 20

22 Van de mantelzorgers is 41% niet of nauwelijks belast, 45% enigszins en 14% is tamelijk tot zeer zwaar belast. De belasting is iets verder afgenomen ten opzichte van vorige metingen. De behoefte aan ondersteuning is toegenomen. Met name informatie en advies, een luisterend oor en een organisatie die voor de belangen van mantelzorgers opkomt is gewenst. Behoefte van mantelzorgers aan ondersteuning, in % van de mantelzorgers, (bron: Stads- en wijkenquête) (Bron: Stads- en Wijkenquête 2015) De gemeente heeft in het voorjaar 2016 een cliëntervaringsonderzoek Wmo uitgevoerd. In H4.2.3 meer informatie over dit onderzoek. Hieruit blijkt dat de helft van de Wmo-cliënten ook hulp van een mantelzorger ontvangt. Van de Wmo-cliënten die mantelzorg ontvangt geeft 20% aan dat de mantelzorger de zorg niet aankan. Het komende half jaar doen zes studenten van de minor sociaal ondernemen van hogeschool Leiden onderzoek naar de respijtzorgbehoefte van mantelzorgers. Deze inzichten en die van (onderzoeken door) partners in de stad worden mee genomen in de ontwikkeling van een plan voor 2016/2017 om te komen tot passendere zorg en ondersteuning voor specifiek mantelzorgers van mensen met dementie. De commissie Onderwijs en Samenleving wordt begin mei 2017 per brief geïnformeerd over de voortgang van de samenwerkingsagenda ZELFREDZAAMHEID Het is belangrijk dat mensen zich zelf kunnen redden in het dagelijks leven. Dat dagelijkse leven bestaat uit heel veel soorten activiteiten. Hieronder staat een selectie daarvan, met de mate waarin men problemen ondervindt hierbij. Over het algemeen ondervindt men weinig problemen hiermee. Toch ondervindt 17% problemen met de lichamelijke gezondheid. Mate waarin Leidenaren zich kunnen redden in het dagelijkse leven, in % (bron: Stads- en wijkenquête 2015) (Bron: Stads- en Wijkenquête 2015) 21

23 3.2.5 SOCIALE CONTACTEN 82% van de respondenten kan zeker terugvallen op familie en vrienden, 67% op vrienden en kennissen, en 22% op mensen in de buurt. Een derde denkt niet te kunnen terugvallen op mensen in de buurt als men hulp nodig heeft. Terugvallen op familie, vrienden en buurtgenoten als men hulp nodig heeft (bron: Stads- en wijkenquête 2015) (Bron: Stads- en Wijkenquête 2015) 14% van de Leidenaren ondersteunt buurtgenoten die hulp nodig hebben, bijvoorbeeld met het doen van boodschappen. 34% doet dit nog niet maar zou het wel willen doen. Dat betekent dat de helft van de respondenten dit niet wil. 89% van de respondenten vindt dat hij/zij voldoende sociale contacten heeft, 11% zou meer willen. 19% voelt zich soms eenzaam, 2% vaak. Mensen met een lager inkomen voelen zich vaker eenzaam. Zowel behoefte aan meer contacten als ook de mate van eenzaamheid varieert niet significant per wijk. 3.3 INDICATOREN VOOR TOEKOMSTIG ZORGGEBRUIK EN SPECIFIEK ZORGGEBRUIK JEUGD Uit onderzoek (Sociaal Cultureel Planbureau, 2013) blijkt onder meer dat diverse kind- en ouder/gezinskenmerken een goede indicator zijn voor gebruik van jeugdzorg. De landelijke Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein (GMSD 12 ) geeft inzicht in aantal van deze indicatoren. In de volgende Leidse monitor zullen we deze gegevens in historisch perspectief plaatsen, zodat eventuele trends zichtbaar gemaakt kunnen worden Leiden inwoners Leerlingen speciaal onderwijs totaal per inwoners [2015] 11,4 9,3 Voortijdige schoolverlaters totaal (VO + MBO) % [2014] 2,8 2,3 % eenoudergezinnen [2015] 5,4 7,2 % kinderen met kans op armoede (0 tot 18 jaar) [2013] 14,4 14,5 Jeugdige verdachten per inwoners 12 tm 24 jr [2014] 17,7 18,1 Signalen van mogelijk toekomstig zorggebruik jeugd in gemeente Leiden 3.4 MEER INFORMATIE OP WIJK- EN BUURTNIVEAU In deze monitor staan voornamelijk gegevens op gemeenteniveau en een enkele keer ook op wijkniveau. Detailgegevens op wijk- en buurtniveau over bevolking, inkomens, bijstand, en Wmo-gebruik staan in de sociale wijkprofielen die elk jaar worden geactualiseerd. 13 Daarnaast heeft Libertas in samenwerking met vele partners van een aantal wijken sociografische buurtprofielen opgesteld 14. Deze geven een beeld van structuur, geschiedenis en dynamiek in een buurt. In cijfers, maar ook met analyses en interpretaties. Meer statistische- en onderzoeksinformatie (

24 4. HET CONTACT In dit hoofdstuk staat informatie over de werkwijze en ervaringen van het contact met de gemeente. Er wordt ingegaan op de situatie algemeen, het sociale wijkteam, de jeugd- en gezinsteams en werk&inkomen. Naast de informatie zoals genoemd in dit hoofdstuk wordt in het onderzoek Verandering in Beeld (Toelichting H1.2) met cliënten en medewerkers van deze contactpunten gesproken om kwalitatief te monitoren hoe zij dit contact ervaren en wat er voor hen verandert naar aanleiding van dit contact. Leiden heeft vooralsnog niet gekozen voor één centrale integrale toegangspoort voor het hele sociale domein, maar voor een wijkgerichte aanpak. Inwoners kunnen sinds de invoering van de drie decentralisaties voor ondersteuningsvragen op het gebied van jeugdzorg terecht bij een van de zes Jeugd & Gezinsteams die er inmiddels in Leiden zijn, en voor vragen in het kader van de Wmo bij een van de acht sociale wijkteams. Voor ondersteuningsvragen op het gebied van Werk & Inkomen kunnen inwoners contact opnemen via de centrale toegang op het Werkplein. De medewerkers van het team Werk & Inkomen werken gebiedsgericht, zodat er via korte lijnen met de Jeugd & Gezinsteams en Sociale Wijkteams zo goed mogelijk aangesloten kan worden bij het wijkgericht werken. Onafhankelijk van waar de ondersteuningsvraag binnenkomt, wordt er gemeente-breed vanuit eenzelfde visie gewerkt: de vraag van de inwoner staat centraal, er is sprake van een integrale benadering, waar nodig wordt via korte lijnen de verbinding gezocht met collegae uit andere werkvelden, en er wordt oplossingsgericht gewerkt met hantering van de methodiek één gezin, één plan. 4.1 HET CONTACT MET DE GEMEENTE In 2016 konden burgers via het Klant Contact Centrum van de gemeente contact opnemen met de gemeente. Eén van de keuzes in het KCC-menu, is vragen over welzijn en zorg. Deze worden door het informatiepunt sociale wijkteams opgepakt. Vragen over jeugd worden naar het Centrum jeugd- en gezin of het jeugd- en gezinsteam doorgeschakeld HET INFORMATIEPUNT SOCIALE WIJKTEAMS Het informatiepunt sociale wijkteams (voorheen Servicepunt Zorg), heeft ook dit jaar weer veel binnenkomende vragen beantwoord of doorgeleid. Gemiddeld zijn er in de eerste helft van 2016 per maand 1355 telefoontjes beantwoord, dat is iets meer dan vorig jaar (toen waren het 1321 telefoontjes) Er was dit jaar in januari en maart een piek dit betekent in deze maanden respectievelijk rond de 1550 en 1400 telefoontjes. Het informatiepunt sociale wijkteams heeft dit jaar met name telefoontjes ontvangen over: Vragen over eigen bijdrage bij PGB begeleiding/beschermd wonen. O.a. aan de hand van deze signalen is het percentage voor de eigen bijdrage verlaagd. Hulpmiddelen. Klachten over aanbieder Contractgesprekken worden gevoerd. Vervoer. Vragen over stand van zaken declaraties vrij besteedbaar bedrag bij vervoer Huishoudelijke hulp. Vragen ontvangen over vermindering huishoudelijke hulp (door de leverancier) Contractgesprekken worden gevoerd met aanbieders en in de evaluatie naar huishoudelijke hulp worden deze signalen meegenomen. Huishoudelijke hulp. Vragen over de hogere eigen bijdrage en tariefsbijdrage huishoudelijk hulp Er is begin 2016 onderzoek gedaan naar aanleiding van de vragen hierover. Eigen bijdrage aanpassingen woning. Klachten regiotaxi. Het gaat dan om klachten als: komt niet opdagen, te laat, geen passend vervoer. Er wordt verwezen naar de klachtenregeling van de aanbieder. Vragen over de oplopende wachttijden bij aanvragen. Er zijn helaas achterstanden in de verwerking van de aanvragen ontstaan. In de eerste helft 2016 werd 70% van de aanvragen binnen de wettelijke termijn beschikt. Op dit moment zien we hier gelukkig een verbetering in en streven is om weer op de 85% beschikt binnen de wettelijke termijn aan het einde van 2016 te zitten. Vanuit het oogpunt van klantgerichtheid is geregeld dat in de meeste gevallen hulp eerder ingezet is, in afwachting op de formele beschikking. 23

25 4.2 HOE GAAT HET IN DE WIJKEN BIJ DE SOCIAAL WIJKTEAMS? De sociale wijkteams hebben, de volgende doelstellingen: 1) versterken van de zelfredzaamheid en zelfsturing van bewoners, 2) bijdragen aan het vergroten van sociale cohesie in de wijk, 3) het bieden van een laagdrempelige toegang voor zorg en ondersteuningen een start voor ondersteuning voor bewoners die (tijdelijk) niet zelfredzaam zijn en 4) het geven van advies bij vragen over zorg en ondersteuning. In 2016 zijn de medewerkers minder tijd kwijt geweest aan herbeoordelingen en nieuwe Wmo vragen. Er is hierdoor meer aandacht gekomen voor de bredere doelstellingen van de SWT s als informele zorg en welzijn en eigen kracht. Deze bredere doelstellingen (met name preventie) blijven voor alle teams een constant aandachtspunt STAND VAN ZAKEN EN ONTWIKKELINGEN 2016 In 2016 is de samenstelling ten opzichte van 2015 ongewijzigd gebleven. In de SWT s werken medewerkers van de kernpartners Kwadraad, Libertas, MEE, Radius en de gemeentelijke Wmo consulenten. Ook voor 2016 hebben de kernpartners (Kwadraad, Libertas, MEE, Radius) een samenwerkingsovereenkomst opgesteld. Met ActiVite is er een aparte overeenkomst gesloten in verband met de andere rol/plek van de wijkverpleegkundige in de sociale wijkteams. In de brief van 25 april 2016 (kenmerk Z/16/279266) bent u op de hoogte gebracht over de ontwikkelingen rondom het stichten van de coöperatie. Deze doorontwikkeling van de SWT s is een doorlopend proces en gebeurt in dialoog met de partners. Voor wat betreft de coöperatie in oprichting vinden er gesprekken plaats tussen de gemeente en partners. Hierbij ligt het voortouw voor de uitwerking van de opdracht van de te vormen coöperatie bij de partners. De partners hebben hiervoor ook een planning opgesteld. In dialoog met partners geeft de gemeente invulling aan haar opdrachtgeverschap en daarmee de verdere doorontwikkeling van de SWT s in de richting van de coöperatie. Zo is ook de vormgeving van het financieel budgethouderschap van de SWT s onderdeel van deze gesprekken en in hoe straks de opdrachtgever opdrachtnemer relatie (financieel) wordt vormgegeven. Zoals aangegeven in de Lange Termijn Agenda komen we in het najaar van 2016 bij u terug om u daarover nader te informeren SOCIALE WIJKTEAMS & TEVREDENHEID De gemeente heeft in het voorjaar een cliëntervaringsonderzoek Wmo uitgevoerd. De respons van het onderzoek was 21%. In H5.2.3 wordt verder ingegaan op het onderzoek en het gehele onderzoek is als bijlage 1a toegevoegd. Bij het onderzoek is expliciet ingegaan op het contact met het SWT. Uit het onderzoek komt naar voren dat men over het algemeen goed te spreken is over dit contact. Een ruime meerderheid (82%) voelde zich serieus genomen door de medewerker en ook werd men meestal snel geholpen (63%). Zes op de tien cliënten weten waar ze moeten zijn met hun hulpvraag. Dit geldt niet voor iedereen; 13 procent werd niet snel geholpen en twee op de tien cliënten waren onbekend waar ze heen moesten met hun hulpvraag. Bij drie op de vier werd er in het gesprek samen naar oplossingen gezocht voor de hulpvraag. Iets meer dan driekwart waardeert het contact en de manier waarop er geluisterd werd. Ook over de deskundigheid is een ruime meerderheid tevreden. Slechts enkele cliënten (3 tot 6 procent) zijn minder te spreken over deze aspecten van het gesprek. Over de gekozen oplossing is driekwart positief. Toch is niet iedereen hierover te spreken; 10 procent van de cliënten is ontevreden met de uiteindelijke oplossing. 24

26 Bron: clientervaringsonderzoek Wmo 2016 Bij een meerderheid (54%) van de cliënten was er iemand aanwezig bij dit gesprek. In de meeste gevallen was dit een naaste, zoals een partner, kind, ouder of vriend. Bij ongeveer een vijfde van de gesprekken was dit iemand anders en bij 9 procent een onafhankelijk cliëntondersteuner. Bij drie procent was er niemand aanwezig, maar dit had men wel gewild. Daarbij geeft ongeveer zes op de tien cliënten aan dat zij onafhankelijk geholpen zijn in het vinden van een weg naar zorg en ondersteuning. Elf procent geeft aan dat dit niet het geval was. Voor deze groep is het goed om meer bekendheid te geven aan de onafhankelijk cliëntondersteuner, slechts 15% is hiervan op de hoogte. Zes op de tien cliënten geven aan dat de medewerkers samen met de cliënt de situatie van de cliënt volledig in kaart hebben gebracht. In meer dan de helft van de gesprekken kwam de zelfredzaamheid van de cliënt naar voren: hierin werd samen met de medewerker besproken wat de cliënt zelf, of met hulp van het eigen sociale netwerk, nog kan doen en/of regelen. Bij zeventien procent van de gesprekken kwam dit niet aan de orde. In 27 procent van de gesprekken heeft de medewerker aangespoord om meer zelf te doen of met hulp van anderen. Hiervan heeft een meerderheid (60 procent) ook daadwerkelijk actie ondernomen. Zij zijn vooral meer hulp bij naasten gaan zoeken, maken meer gebruik van een voorziening als een buurthuis en pakken zelf vaker problemen op. Bron: clientervaringsonderzoek Wmo

27 Hiernaast zijn net als vorig jaar zijn er in het kader van monitoring (verandering in beeld) interviews gehouden met zowel medewerkers als cliënten van de sociale wijkteams. De ervaren veranderingen vormen het belangrijkste onderdeel van de gesprekken. In H1.2 is op dit onderzoek ingegaan. Hogeschool Leiden (HL) heeft in het vierde kwartaal van 2015 een diepgaander onderzoek uitgevoerd onder tien cliënten van het sociale wijkteams. Vanuit cliëntenperspectief is inzicht verkregen in bevorderende en belemmerende factoren ten aanzien van de hulpverlening vanuit het SWT en in hoeverre het is gelukt de eigen regie bij de cliënt te bevorderen. Conclusie van het onderzoek is dat bij een groot deel van de geïnterviewden het goed gelukt is de eigen regie/zelfredzaamheid positief te bevorderen. Men was vooral positief over het feit dat het contact met het SWT verliep via één hulpverlener, dat men snel geholpen werd, dat gemaakte afspraken nagekomen werden, dat het SWT in de buurt is en dat de hulpverleners van het SWT bij mensen thuis komen. Leerpunten zijn dat hulpverleners de juiste kennis en kunde moeten hebben, zich professioneel dienen op te stellen en dat ze de regie bij de cliënt neerleggen tijdens een gesprek. Verder heeft de cliënt behoefte aan helderheid over wat zij mag verwachten van het SWT en aan aandacht voor meer dan alleen de eerste hulpvraag. In bijlage 2 is ter informatie het volledige onderzoek te vinden. Later dit jaar zal er door de rekenkamer een onderzoek worden uitgevoerd bij de SWT s naar de effectiviteit en efficiency van de teams en naar de successen, knelpunten mogelijke oplossingen. De aanpak gaat uit van gesprekken met het netwerk om de teams heen; zowel de partijen die dichtbij staan als ook de partijen die meer op afstand staan van de teams. Voorbeelden van dergelijke organisaties zijn de gecontracteerde zorgpartijen, de stadsbank, vrijwilligersorganisaties en de wijkverpleging CONTACT MET HET SWT Inwoners kunnen het Sociaal Wijkteam bereiken door te bellen met het informatiepunt Sociaal Wijkteam via het algemene nummer Daarnaast zijn de teams per mail goed bereikbaar en kan iedereen binnenlopen tijdens de spreekuren. In 2016 is de SWT website flink verbeterd en heeft ieder team een eigen facebookpagina om te kunnen communiceren met wijkbewoners en anderen in het netwerk. Het cliëntvolgsysteem voldoet beter na aanpassingen, maar er wordt gewerkt om het systeem nog meer te optimaliseren. 4.3 HOE GAAT HET BIJ DE JEUGD- EN GEZINSTEAMS (CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN)? SAMENWERKEN IN DE WIJK Sinds de koppeling van zes Jeugd- en gezinsteams aan de vier bestaande Centra voor Jeugd en Gezin is een samenwerkingsverband ontstaan waardoor ouders en jongeren laagdrempelig, snel, dichtbij én op maat, ondersteuning kunnen vinden (zie ook CJG jaarverslag 2015) stond voor de JGT s vooral in het teken van het (ver)kennen en vergroten van hun netwerk met de jeugdgezondheidszorg (JGZ), huisartsen, Sociale Wijkteams en onderwijs. In 2016 ligt de nadruk op verbinding zoeken met de wijk, de informele zorg, vrijwilligers, participatie van jongeren etc COÖPERATIE JGT In april jl. is de coöperatie JGT opgericht. De TWO heeft hiermee namens elf gemeenten in Holland Rijnland een dienstverleningsovereenkomst afgesloten. Het is nog onduidelijk of Alphen en Kaag & Braassem in 2017 nog diensten afnemen van de coöperatie. Deze onzekerheid leidt tot onrust bij de teams. Rondom het thema Veiligheid zijn er proces(samenwerkings)afspraken vastgelegd tussen Veilig Thuis, de Jeugdbeschermingstafel en de Integrale Crisisdienst SAMENVATTING RAPPORTAGE JGT, EERSTE KWARTAAL Het beeld dat uit de kwartaalrapportage naar voren komt is o.a. dat er nog steeds sprake is van een toename van ondersteuning vanuit de JGT s. Naast de geregistreerde inzet wordt door de JGT s consultatie en advies geboden aan ouders, jongeren én professionals. De daadwerkelijke ondersteuning vanuit de teams is dus groter dan zichtbaar is in de tabellen. 26

28 Bron: eerste kwartaalrapportage 2016 Daarnaast wordt in de rapportage als zorg geuit dat er structureel meer casussen worden geopend dan afgesloten. Hierbij moet worden aangetekend dat dit een bewuste keuze is, om een goede waakvlam functie te kunnen vervullen en indien nodig de casus snel weer te kunnen oppakken. Met de komst van een nieuw ICTsysteem (later dit jaar) moet dit laatste ook mogelijk zijn vanuit afgesloten casuïstiek. Bron: eerste kwartaalrapportage 2016 De rapportage geeft geen inzicht in de zwaarte van de vragen waarmee ouders/ jongeren komen, maar uit gesprekken met de JGT s blijkt dat de problematiek, mede door de economische crisis en de komst van vluchtelingen, sterk is toegenomen. Daarnaast hebben de jeugd- en gezinsteams een aparte monitor. De laatste rapportage hiervan is van oktober De uitkomsten zijn niet representatief, maar zijn wel indicatief. In de zomer 2016 is wederom een cliëntervaringsonderzoek uitgevoerd, de uitkomsten hiervan zijn bij het schrijven van dit rapport nog niet bekend. De eerder gemeten waardering in oktober 2015 was opvallend hoog: 27

29 Ook de samenwerkingspartners zijn redelijk positief over de Jeugd- en gezinsteams Wilt u meer lezen over de jeugd- en gezinsteams dan kunt u de volgende stukken lezen. Rapportage Jeugd- en Gezinsteams Holland Rijnland mei t/m oktober 2015 Kwartaalrapportage Q1 inkoop jeugdhulp HOE GAAT HET BIJ HET TEAM WERK- EN INKOMEN? Voor mensen die om wat voor reden dan ook geen ander inkomen hebben, is er het vangnet van de bijstand. De enige uitzondering op deze regel zijn vreemdelingen zonder verblijfstitel. Sinds 2015 is bijstandverlening onderdeel van de Participatiewet. In de naamgeving is al besloten dat participatie, bij voorkeur in de vorm van betaald werk, belangrijker is dan het ontvangen van een uitkering. Toch is de aanleiding om zich tot het loket van het team Werk en Inkomen te wenden voor de meeste mensen niet dat zij zonder werk zijn maar dat zij geen geld hebben. Hierbij past ook dat armoedebestrijding, de verlening van bijzondere bijstand en het minimabeleid door het team Werk en Inkomen worden uitgevoerd. Het eerste contact met Werk en Inkomen loopt in beginsel via e-dienstverlening. De klant vraagt via Werk.nl een uitkering aan (een zogenaamd verzoek tot dienstverlening). De klant dient binnen twee werkdagen zijn/haar verzoek te bevestigen. Mensen die niet digitaalvaardig zijn kunnen ondersteuning krijgen op het Werkplein bij de aanvraag. Als onderdeel van de intake zijn klanten vanaf 27 jaar verplicht een informatiebijeenkomst te volgen waarin men wordt bijgepraat over de rechten en de plichten van de bijstandsontvanger. Voor iedereen die een uitkering aanvraagt, geldt dat de uitkering een tijdelijke voorziening is totdat men weer in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien. Het bijwonen van de informatiebijeenkomst is daarbij een eerste stap. Doel is ook het focussen van de klant op zijn eigen verantwoordelijkheid en kracht om zijn situatie te veranderen met als resultaat de uitstroom naar werk. Het team Werk en Inkomen werkt wijkgericht. Voor de wijkindeling is aangesloten bij die van de Sociale Wijkteams. Dit bevordert de samenwerking en maakt het makkelijker om multiproblematiek integraal aan te pakken. Voor iedere bijstandontvanger geldt sinds 1 januari 2016 de Wet Taaleis. Wie niet aan minstens één van de wettelijke criteria met betrekking tot de beheersing van de Nederlandse taal voldoet moet een taaltoets 15 Bijlagen per gemeente: 28

30 afleggen. Als het taalniveau onvoldoende blijkt, wordt een inspanningsverplichting opgelegd om dat te verbeteren. Na de intake procedure gaat de klant of naar de DZB of naar de klantmanager van het team Werk en inkomen voor begeleiding naar werk of een andere vorm van participatie. DZB heeft in de uitvoering van de participatiewet taken op het gebied van de re-integratie van bijstandsgerechtigden en de bemiddeling van arbeidsbeperkten naar garantiebanen, beschut werk of (in samenwerking met Gemiva) arbeidsmatige dagbesteding. DZB voert natuurlijk ook nog steeds de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit. Iedereen die vóór de inwerkingtreding van de Participatiewet werkzaam was in een Wsw-dienstbetrekking, heeft zijn rechtspositie behouden. Het aantal Wsw- medewerkers loopt langzaam terug. Alle activiteiten van DZB staan in het teken van aan het werk helpen van mensen. DZB is het werkgeverservicepunt voor de Leidse regio, waar werkgevers terecht kunnen voor de uitvoering van de participatiewet en voor informatie over allerlei regelingen en matching van werkzoekenden. DZB is een van de partners binnen het Werkbedrijf Holland Rijnland en werkt daarin intensief samen met het UWV, werkgevers en sociale partners. DZB beschikt over diverse instrumenten om mensen aan het werk te krijgen: opstapsubsidie uitvoering Social Return, arrangementen voor leerwerktrajecten met baangarantie. Jongeren tot 27 jaar worden direct doorverwezen naar het Project JA (Jongeren en Arbeidsmarkt). Doel is dat jongeren zelfstandig in de kosten van hun bestaan kunnen voorzien en niet meer afhankelijk zijn van een uitkering. Voor jongeren zonder startkwalificatie is terugkeer naar school de belangrijkste doelstelling. Het project kenmerkt zich door een individuele en pragmatische aanpak met een ruim aanbod aan trainingen. Er is bijzondere aandacht voor kwetsbare jongeren. Jongeren die uitstromen uit het PRO (Praktijkonderwijs en het VSO (Voortgezet speciaal onderwijs) worden naar werk begeleid in het Project JA natuurlijk. Er vindt een warme overdracht plaats van school naar werk waarbij JA natuurlijk als verbindende schakel optreedt. Klanten die via Rosa Manus zijn aangemeld en klanten waarvan men vermoedt dat zij een gevaar voor zichzelf of anderen zijn, gaan niet naar de voorlichting maar doorlopen een individuele intakeprocedure. Naar aanleiding van de vluchtelingencrisis is voor statushouders in 2016 een apart programma opgezet waarin gedurende 4 perioden van 24 weken gedurende 24 uur per week wordt gewerkt aan inburgering en toeleiding naar de arbeidsmarkt. Ook de statushouders gaan niet naar de standaard informatiebijeenkomsten. 29

31 5. Inzicht in gebruik van zorg en ondersteuning per wet In dit hoofdstuk wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel inwoners gebruik maken van de zorg- en ondersteuning onder de Jeugdwet, de Wmo en de Participatiewet. In volgende monitoringsrapporten zullen steeds duidelijker ontwikkelingen in dit gebruik zichtbaar gemaakt kunnen worden. Vorig jaar werd hier ook informatie over de budgetuitputting gemeld. Bijna tegelijkertijd met deze monitor wordt de tweede bestuursrapportage besproken. Er is gekozen deze financiële informatie niet ook in deze monitor op te nemen. 5.1 GEBRUIK VAN ZORG EN ONDERSTEUNING JEUGDWET Voor gebruik van zorg en ondersteuning jeugdwet zijn landelijk een aantal indicatoren opgegeven, hieronder eerst deze indicatoren voor Leiden in vergelijking met landelijke cijfers en de regio Holland Rijnland LANDELIJKE INDICATOREN GEBRUIK JEUGDZORG 16 Het CBS publiceert cijfers over gebruik van zorg en ondersteuning jeugdwet, de meeste recente cijfers betreffen het jaar In 2015 heeft landelijk 10,0% van de 18-minners te maken gehad met jeugdhulp. In Leiden geldt dat in deze periode voor 13,2% van de inwoners onder de 18. Voor jeugdbescherming zijn de cijfers lager: landelijk 1,2% van de 18-minners, in Leiden 1,0%. Voor jeugdreclassering wordt het percentage gemeten in de leeftijdsgroep van jaar: 0,5% landelijk en 0,3% in Leiden. In het overzicht hieronder staan deze percentages voor alle gemeenten in Holland Rijnland. % van jeugd dat in 2015 gebruik heeft gemaakt van diverse vormen van jeugdzorg jeugdhulp jeugdbescherming jeugdreclassering (% van alle <18) (% van alle <18) (% van alle 12-23) Nederland 10,0% 1,2% 0,5% Alphen aan den Rijn 12,7% 1,2% 0,4% Hillegom 12,9% 0,8% 0,3% Kaag en Braassem 14,9% 0,7%. Katwijk 11,6% 0,8% 0,3% Leiden 13,2% 1,0% 0,3% Leiderdorp 12,3% 0,5% 0,2% Lisse 10,6% 0,5% 0,3% Nieuwkoop 11,0% 1,0%. Noordwijk 10,9% 0,7%. Noordwijkerhout 12,6% 0,7%. Oegstgeest 11,5% 0,3% 0,3% Teylingen 13,6% 0,7% 0,3% Zoeterwoude 11,0%.. 16 Bron: CBS, alle cijfers zijn voorlopig ,195,228, ,240,316,386&D3=a&HD= &HDR=G2&STB=T,G1 30

32 Naast deze drie percentages in de bevolking publiceert het CBS nog twee indicatoren. Welk percentage van de jongeren met jeugdhulp deze hulp met verblijf heeft. En welk percentage van de jongeren met jeugdbescherming deze hulp met verblijf heeft. In de tabel hieronder staan de gegevens voor Nederland en de gemeenten in Holland Rijnland % van degenen met hulp dat hulp inclusief verblijf heeft, jaar 2015 jeugdhulp met verblijf (% van allen met jeugdhulp) jeugdbescherming met verblijf (% van allen met jeugdbescherming) Nederland 11,3% 47,6% Alphen aan den Rijn 10,5% 55,9% Hillegom 8,1% 59,4% Kaag en Braassem 3,9% 44,4% Katwijk 7,7% 51,3% Leiden 7,6% 49,0% Leiderdorp 6,1% 46,4% Lisse 6,8% 47,6% Nieuwkoop 8,1% 47,2% Noordwijk 7,4% 44,1% Noordwijkerhout 5,8% 45,5% Oegstgeest 4,1%. Teylingen 6,1% 59,3% Zoeterwoude 4,6%. De manier waarop gemeenten de toegang georganiseerd hebben verschilt dermate, dat dit vergelijking van landelijke cijfers bemoeilijkt. Het lijkt aannemelijk dat de werkwijze van onze JGTs met zich meebrengt dat wij relatief veel jeugd zien. In de cijfers wordt in deze regio ook dat deel van de inzet van de JGT s meegenomen waarvoor zij een dossier aanmaken. Onderdelen die meer gezien kunnen worden als consultatie en advies zijn in de cijfers juist niet meegenomen. Jeugdigen met jeugdhulp hebben in Leiden (en de regio) minder vaak een jeugdhulpvorm met verblijf hebben. Ook lijkt er in onze regio minder vaak sprake te zijn van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Dit laatste blijkt ook uit een analyse van de VNG die onlangs beschikbaar kwam: het aantal ondertoezichtstellingen (OTS) en voogdijmaatregelen ligt in onze regio ver onder het landelijk gemiddelde. Opvallend hoog is daarentegen het percentage OTS-maatregelen dat eind 2015 langer dan vier jaar liep. Nader onderzoek is nodig om duiding te kunnen geven aan deze verschillen. Ook interessant is om in volgende jaren de (mogelijke) trends op deze indicatoren te volgen. Het aantal jeugdigen van jaar dat (verlengde) jeugdhulp heeft ontvangen is

33 5.1.2 REGIONAAL BEELD OP BASIS VAN 1E KWARTAAL Het totaal aantal jeugdigen dat hulp zonder verblijf krijgt neemt nog steeds toe. De toename geldt voor alle vormen: ambulante jeugdhulp op locatie aanbiederen daghulp op locatie aanbiederen ambulante jeugdhulp in netwerk jeugdige. Bron: eerste kwartaalrapportage 2016 Bron: eerste kwartaalrapportage 2016 Opvallend is het grote aantal verwijzingen vanuit artsen. Bron: eerste kwartaalrapportage 2016 Detailinformatie Leiden eerste kwartaalrapportage De hulp met verblijf is vrij constant. In vergelijking met zorg zonder verblijf maken maar weinig jeugdigen gebruik van zorg met verblijf. De looptijd van gesloten plaatsingen loopt het kortst, die van pleegzorg het langst. De informatie die over wachtlijsten beschikbaar is gekomen moet nog worden verbeterd. Bron: eerste kwartaalrapportage 2016 Bron: eerste kwartaalrapportage 2016 Het aantal trajecten jeugdbescherming en jeugdreclassering is gedaald in het eerste kwartaal. Alleen het aantal jeugdigen met voogdij bleef gelijk Bijlagen per gemeente: 32

34 De Raad voor de Kinderbescherming heeft in de regio 31 onderzoeken gedaan vanwege gezag en omgang na echtscheiding en 117 beschermingsonderzoeken. Hiervan hadden er 9 resp. 22 betrekking op Leidse jeugdigen. Er zijn (wederom regionaal) 51 aanmeldingen geweest van crisissituaties, waarvoor het crisisinterventieteam in actie moest komen. 10 daarvan vonden in Leiden plaats JEUGDZORG OP WIJKNIVEAU Het CBS publiceert ook cijfers op wijkniveau over jeugdzorg, hier staan cijfers over heel Het gaat hier om kinderen en jongeren die een of meer vormen van jeugdzorg * hebben gehad. In heel Leiden gaat het om (afgerond) personen: 185 onder de vier jaar, van 4 t/m 11 jaar, van 12 t/m 17 jaar en 90 van 18 t/m 22 jaar. In de grafiek staan de afgeronde aantallen per wijk. Aantal jeugdigen per wijk dat in het eerste half jaar 2015 jeugdzorg heeft gehad < 4 jaar 4-11 jaar jaar jaar 0 Binnenstad-Z Binnenstad-N Stationsdistrict Leiden- Noord Bos- en Gasthuis Mors Roodenburg Boerhaave Merenwijk Stevenshof totaal < 4 jaar jaar jaar jaar cijfers door CBS afgerond op een veelvoud van 5, cijfers onder de 5 worden niet gegeven CLIENTERVARING JEUGDHULP In 2016 is de cliëntervaring in de jeugdhulp gemonitord door mee te doen aan het cliëntervaringsonderzoek van de Kinderombudsman. Het onderzoek is in Holland Rijnland gebaseerd op een respons van 5% van cliënten die aangemeld zijn via het Jgt, voor Leiden gaat het om bijna 80 jongeren en ouders. De Leidse factsheet van het onderzoek is als bijlage 3 aan deze rapportage toegevoegd. Uit de factsheet blijkt een goede waardering voor het gesprek, een ruime meerderheid is tevreden over de gekozen oplossing ontevredenheid is vaak gerelateerd aan het soort hulp en er is nog een kleine groep met meer dan 1 plan. Het landelijke rapport komt pas in november beschikbaar, waardoor een echte duiding van de cijfers nog niet mogelijk is. Voor volgend jaar zal goed gekeken worden hoe de cliëntervaring zo goed en waardevol mogelijk gemonitord kan worden SLUITENDE AANPAK JARIGEN Er is eind 2015 een start gemaakt om samen met partners, aanbieders en jongeren te komen tot een sluitende aanpak jarigen in een kwetsbare positie. Er is gestart met brede consultaties waar precies de knelpunten liggen voor deze doelgroep, op basis waarvan een analyse is opgesteld rondom verschillende leefdomeinen van de jongere. Dit heeft geresulteerd in een breed gedragen beleidsnotitie Voor alle jongeren perspectief, waarin naast geïdentificeerde knelpunten een 60-tal acties en oplossingsrichtingen staan benoemd rondom de volgende thema s: verbinding onderwijs zorg, wonen en financiën, zorgcontinuïteit, overgang van gedwongen naar vrijwillig kader, en het beschikbaar zijn en kunnen vinden van goede informatie en hulp. In de volgende monitor sociaal domein zal inzicht gegeven worden in de voortgang hierop. 18 Voorlopige cijfers van CBS: 33

35 5.2 GEBRUIK VAN ZORG EN ONDERSTEUNING WMO Voor de analyse over het gebruik van zorg en ondersteuning Wmo maken we onderscheid naar maatwerkvoorzieningen en algemene voorziening. De cijfers gaan over het totaal van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen MAATWERKVOORZIENINGEN WMO 19 De tabel hieronder toont de aantallen per soort Wmo-voorziening 20. In deze tabel staan van meer peildata de totalen per soort voorziening vermeld. Gebruik voorzieningen Wmo, exclusief beschermd wonen Regiotaxi Huish. ondersteuning Rolstoelen Vervoersvoorziening Begeleiding Dagbesteding jan jan jul2016 Klanten totaal voorzieningen gemiddeld 1,6 1,6 1,6 Regiotaxi Huish. ondersteuning oud maatwerk algemene voorziening Rolstoelen Vervoersvoorziening Begeleiding Dagbesteding Begin 2016 maakten Leidenaren van een of meer Wmo-voorzieningen gebruik. Op de peildatum 1 juli 2016 maakten Leidenaren gebruik van een Wmo voorziening. Wordt de peildatum van 1 juli 2016 vergeleken met 1 januari 2015 dan is een lichte afname te zien. De afname wordt met name veroorzaakt door een kleiner aantal mensen (afname begin 2015 half 2016 van 163 cliënten), die gebruik maken van de voorziening huishoudelijke ondersteuning. In april 2016 is de uitvoeringspraktijk van het Leids Regio Modelhuishoudelijke ondersteuning geëvalueerd. Voorafgaand aan de evaluatie is in februari onderzoek gedaan naar cliënten die bij de overgang naar de nieuwe uitvoeringspraktijk geen gebruik meer maken van huishoudelijke ondersteuning. Eind februari is de raad geïnformeerd over de resultaten van dit onderzoek nietgebruik huishoudelijke ondersteuning (briefnr Z/16/26095). De behandeling van de evaluatie van het Leids Regio Model in de Raad staat geagendeerd voor najaar 2016 (RV 16/0068). Opvallend is de relatief grote stijging van het aantal cliënten begeleiding. Hier is nog geen oorzaak voor gevonden. 19 Bron: Tcare excl beschermd wonen 20 Het gaat om het totaal van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen, in de tabel staat voor huishoudelijke ondersteuning een uitsplitsing. 34

36 Wmo-gebruik naar leeftijd en sekse 21 Het gebruik van Wmo-voorzieningen neemt in grote lijnen toe met de leeftijd. Zo heeft van de inwoners onder de veertig 1% één of meer Wmo-voorzieningen; van de 85+'ers is dat 65%. Er zijn meer vrouwen dan mannen met Wmo. Dat komt niet alleen doordat er in de oudere leeftijdsgroepen (veel) meer vrouwen zijn. Want gezien per leeftijdsgroep is het percentage vrouwen met Wmo steeds hoger dan het percentage mannen. Zo maakt van de vrouwen van 85 of ouder 71% gebruik van Wmo; van de mannen van die leeftijd is dat 52%. Hieronder staat een overzicht van absolute aantallen en de percentages per leeftijdsgroep. Leeftijd en sekse Leidenaren met een of meer Wmo-voorzieningen 1-jan mannen vrouwen totaal < 40 jaar jaar jaar jaar jaar 85+ mannen vrouwen totaal % van leeftijdsgroep in bevolking mannen 1% 3% 4% 7% 23% 52% vrouwen 1% 3% 5% 12% 39% 71% totaal 1% 3% 5% 9% 32% 65% De grafiek hieronder geeft een overzicht van de soort Wmo-voorziening naar leeftijd. Soort voorzieningen Wmo (exclusief beschermd wonen) naar leeftijd 1-jan-2016 Regiotaxi Huish. ondersteuning Rolstoelen Vervoersvoorziening Begeleiding Dagbesteding < 40 jaar jaar jaar jaar jaar 85+ Klanten totaal voorzieningen gemiddeld 1,3 1,5 1,7 1,6 1,6 1,7 Regiotaxi Huish. ondersteuning Rolstoelen Vervoersvoorziening Begeleiding Dagbesteding Bron: Tcare, exclusief klanten beschermd wonen 35

37 Combinatie Wmo-voorzieningen 22 Leidenaren met Wmo kunnen gebruik maken van één of meer voorzieningen. Op 1 januari 2016 gaat het om de volgende aantallen en percentages: Aantal voorzieningen aantal % totaal % % % % 4 of meer 370 6% Als combinatie van voorzieningen komt de regiotaxi samen met huishoudelijke ondersteuning het meest voor (16% van alle cliënten) de regiotaxi met rolstoel of een vervoersvoorziening staan op plek 2 en 3 met 4% en 3%. De overige combinaties zijn minder voorkomend. In het overzicht hieronder staan alle 'combinaties' met meer dan vijftig klanten. (Combinatie) van Wmo-voorzieningen met meer dan vijftig klanten 1-jan-2016 aantal voorz. ❶ ❷ ❶❶ ❷ ❶ ❷ ❶ ❸ ❸ ❶ ❷ ❷ ❸ ❹ ❷ RegT BGI HO ROL VervV BGG klanten percentage van alle klanten 28% % % 523 9% 229 4% 178 3% 159 3% 147 3% 137 2% 130 2% 105 2% 92 2% 83 1% 77 1% 72 1% 67 1% RegT=Regiotaxi BGI=begeleiding HO=huishoudelijke ondersteuning ROL=rolstoel VervV=vervoersvoorziening BGG=dagbesteding 22 Bron: Tcare, exclusief klanten beschermd wonen 36

38 Leiden, Wmo-gebruik naar wijk en leeftijd 23 De uitsplitsing naar wijken van het gebruik van Wmo-voorzieningen laat alleen bij de 65-plussers grote verschillen zien. 5% van alle Leidenaren heeft minimaal één Wmo-voorziening. In de tien wijken varieert dit percentage van 2% tot 8%. 2% van de Leidenaren onder de 65 heeft minimaal één Wmo-voorziening, dit percentage varieert van 0% tot 3%. 23% van 65+'ers heeft minimaal één Wmo-voorziening, dit percentage varieert in de wijken van 12% tot 34%. 23 Bron: Tcare, exclusief klanten beschermd wonen 37

39 BESCHERMD WONEN Leiden voert als regiogemeente het beschermd wonen uit voor de gemeenten in de regio Holland Rijnland. De regiogemeenten hebben de centrumgemeente daartoe gemachtigd. Voor beschermd wonen is er één centrale toegang bij de gemeente Leiden waar cliënten terecht kunnen met vragen over beschermd wonen, een aanvraag of een herindicatie. Cliënten melden zich in de meeste gevallen via een zorgorganisatie waar zij al wonen of in begeleiding zijn, of via een wijkteam. De consulenten Beschermd wonen gaan waar mogelijk op huisbezoek bij de cliënt, met mantelzorger en/of zorgorganisatie erbij. Als er twijfel is of Beschermd wonen noodzakelijk is, gaat de consulent samen met een wijkteammedewerker (uit Leiden of een regiogemeente) op huisbezoek zodat er een gezamenlijke intake plaatsvindt. Waar nodig wordt de casuïstiek besproken in de werkgroep Beschermd wonen, waarin zorgorganisaties met consulenten gezamenlijk zoeken naar de beste oplossing voor de cliënt. Cliëntaantallen Voor beschermd wonen geldt dat er sprake is van een lichte stijging. Klanten beschermd wonen - naar woonplaats Leiden andere gemeente jan jan jul-2016 Klanten totaal Leiden andere gemeente (andere gemeente => regiogemeente van Leiden) 472 van de 663 mensen met Beschermd Wonen zijn mannen (71%), 191 zijn vrouwen (29%). Van de mannen is 53% jonger dan veertig, van de vrouwen is dat 39%. Klanten beschermd wonen - naar leeftijd en woonplaats 1 jan 2016 mannen vrouwen totaal < Totaal * mannen vrouwen Leeftijdsverdeling totaal 100% 49% 23% 15% 8% 3% 2% mannen 100% 53% 25% 14% 6% 2% 0% vrouwen 100% 39% 18% 19% 12% 7% 5% * Van zeven personen zijn niet alle persoonskenmerken bekend 38

40 Wachtlijst De toekenning van de indicatie Beschermd wonen gebeurt centraal, de plaatsing gaat vaak nog via de zorgaanbieders zelf. Het is nog onvoldoende transparant waarom cliënten wel of niet een plek krijgen. Daarom werkt de gemeente met de zorgaanbieders aan het centraler hanteren van de wachtlijst. Er is een toename van aanvragen van cliënten die niet in het profiel van Beschermd wonen passen maar wel verblijf nodig hebben (cliënten die tussen de verschillende wetten invallen ). Met name jongeren die te oud (18+) zijn om passende jeugdzorg te ontvangen en cliënten met LVB problematiek. Voor de LVB doelgroep verwacht de gemeente vanaf 2017 extra middelen en bereidt zich voor op het inkopen van passende zorg. Waar mogelijk wordt nu al een indicatie beschermd wonen toegekend. Over de jongeren is goede afstemming met het domein Jeugd zodat het juiste aanbod kan worden gedaan. Van de cliënten beschermd wonen heeft een 84% intramurale plaats (82% in 2015) en 16% heeft een extramurale (buiten een instelling) plaats. Van het totaal aantal cliënten beschermd wonen is 12% aangemerkt als wachtend op een intramurale plaatsing (11% in 2015), dit is de begrotingsindicator. Dit zijn niet allemaal urgent wachtende. Sommigen wonen thuis en wachten op een specifieke plek bij een specifieke aanbieder, anderen blijken eigenlijk toch niet echt wachtend te zijn, maar hebben "alvast" een plek gereserveerd omdat in de toekomst deze hulp noodzakelijk is. Verder is het zo dat naast wachtenden uit deze regio het ook mogelijk dat cliënten uit een andere regio naar een locatie in deze buurt willen en vice versa. Op het moment wordt gewerkt aan een volledige wachtlijst die bij de gemeente wordt bijgehouden in plaats van verschillende wachtlijsten bij de aanbieders om zo een beter inzicht te krijgen in de aard en urgentie van de wachtenden. Dit is een proces dat zorgvuldig wordt uitgevoerd en waarvoor het belangrijk is om volledig de situatie en wensen van de cliënt in beeld te krijgen. De verwachting is dat deze wachtlijst medio 2017 gereed is CLIENTERVARING WMO Gemeenten zijn volgens de Wmo 2015 artikel verplicht om een cliëntervaringsonderzoek (CEO) uit te (laten) voeren. In 2016 is hiervoor een verplichte vragen set opgesteld, bestaande uit tien basisvragen over de toegankelijkheid en de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning en het ervaren effect op de zelfredzaamheid. De uitkomsten van deze verplichte vragenset zijn (binnenkort) te vinden op de website waarstaatmijngemeente.nl. Deze zijn dan landelijk te vergelijken. Leiden heeft in het voorjaar dit cliëntervaringsonderzoek Wmo uitgevoerd. In het onderzoek is naast de tien verplichte vragen ingegaan op de ervaringen met het Swt (H4.2.2) en de ervaringen met de ondersteuning (zie hieronder) en de mantelzorg (H3.2.3). Daarnaast is ingegaan op de financiële bijdrage en hulp bij het huishouden. Deze uitkomsten worden betrokken bij de evaluaties op deze onderwerpen. Het onderzoek is gezamenlijk met de gemeenten in de Leidse regio uitgevoerd. De respons van het onderzoek was 21% in Leiden. Het gehele Leidse onderzoek en de vergelijking met de regio is als bijlage 1b toegevoegd. Clientervaring over de ondersteuning In Leiden is men doorgaans positief over de kwaliteit van de ondersteuning. 15% vindt de samenwerking tussen organisaties minder goed.. Bron: clientervaringsonderzoek Wmo 2016 Er is ook gevraagd naar het volwaardig kunnen meedoen aan de maatschappij. Door de ondersteuning zegt 35% van de cliënten volwaardig mee te kunnen doen aan de maatschappij, voor 45% geldt dit niet. 39

41 De effecten van de ondersteuning zijn veelal positief, zoals in onderstaande tabel is te zien. Door de ondersteuning: Bron: cliëntervaringsonderzoek Wmo

42 5.3 GEBRUIK VAN ZORG EN ONDERSTEUNING PARTICIPATIEWET Elk kwartaal ontvangt de commissie werk & middelen een monitoringsrapportage (de kwartaalstatistieken) over de ontwikkelingen met betrekking tot de omvang en de samenstelling van het uitkeringenbestand, de reintegratieactiviteiten van DZB en de stand van zaken met betrekking tot de WSW. Het zijn gezamenlijke rapportages van het team Werk en Inkomen en DZB. De hier onder opgenomen cijfers lopen tot en met het tweede kwartaal van BIJSTAND EN RE-INTEGRATIE Aan het einde van het tweede kwartaal van 2016 werden in Leiden 3501 uitkeringen verstrekt, 3298 bijstandsuitkeringen, 17 Bbz (bijstand aan zelfstandigen) en 186 Ioaw/Ioaz uitkeringen (het werkelijke aantal is iets hoger zijn omdat opgeschorte uitkeringen hier niet zijn meegeteld). Van de 3298 bijstandsuitkeringen lopen er 2450 langer dan een jaar en 1333 langer dan vier jaar personen zijn ontheven van de arbeidsverplichtingen. Van hen is vastgesteld dat zij tijdelijk niet in staat zijn om te werken. Bron: kwartaalstatistieken W&I, Q2 Ouderen zijn oververtegenwoordigd in de bijstand. De grootste groep is de categorie van jaar met 928 uitkeringen. Bron: kwartaalstatistieken W&I, Q2 Het aantal bijstandsuitkeringen is de afgelopen jaren steeds gestegen. Oorzaken daarvan zijn de economische crisis, de gewijzigde wetgeving waardoor arbeidsbeperkten die nog wel kunnen werken geen aanspraak meer maken op een Wajong uitkering en de vluchtelingencrisis, waardoor het aantal statushouders is toegenomen. 41

Monitor Sociaal Domein. Winnie Valkhoff, adviseur Servicepunt71 / gemeente Leiden Sturen in het sociaal domein

Monitor Sociaal Domein. Winnie Valkhoff, adviseur Servicepunt71 / gemeente Leiden Sturen in het sociaal domein Winnie Valkhoff, adviseur Servicepunt71 / gemeente Leiden Sturen in het sociaal domein 2 2015 Het jaar van de transitie 3 Paradigmashift sturen 1. 2015 Het jaar van de transitie 2. Verandering in beeld

Nadere informatie

Monitor Sociaal Domein. Winnie Valkhoff, adviseur Servicepunt71 / gemeente Leiden Sturen in het sociaal domein

Monitor Sociaal Domein. Winnie Valkhoff, adviseur Servicepunt71 / gemeente Leiden Sturen in het sociaal domein Monitor Sociaal Domein Winnie Valkhoff, adviseur Servicepunt71 / gemeente Leiden Sturen in het sociaal domein 2 2015 Het jaar van de transitie 3 Paradigmashift sturen Monitor Sociaal Domein 1. 2015 Het

Nadere informatie

Minimuminkomens in Leiden

Minimuminkomens in Leiden September 2013 ugu Minimuminkomens in Leiden Samenvatting De armoede in Leiden is na 2009, net als in heel Nederland, toegenomen. Dat blijkt uit cijfers uit het regionaal inkomensonderzoek van het Centraal

Nadere informatie

Minimuminkomens in Leiden

Minimuminkomens in Leiden Juli 2012 ugu Minimuminkomens in Leiden Het CBS voert periodiek regionale inkomensonderzoeken uit, gebaseerd op gegevens van de belastingdienst. Momenteel zijn de meest actuele cijfers die van 2009. Uit

Nadere informatie

Decentralisaties Ook de gemeente Waddinxveen heeft er mee te maken. Wat houden de decentralisaties in? Waar komt het vandaan? Waarom? 7 Oktober 2014 Waar komt het vandaan? Samen voor elkaar: de samenleving

Nadere informatie

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein Vergelijken, verbazen, verbeteren - Gemeente Haren Inleiding Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van taken binnen het sociaal domein. Hieronder vallen

Nadere informatie

HET JAAR VAN DE TRANSITIE

HET JAAR VAN DE TRANSITIE 2015 HET JAAR VAN DE TRANSITIE Gemeente Leiden 2015 Het jaar van de transitie Monitor sociaal domein 16 november 2015 Versie 1.0 1 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING, VERANDERING IN BEELD EN MONITORINGSAGENDA

Nadere informatie

2014 Hoofdstuk 7. Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens.

2014 Hoofdstuk 7. Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens. Staat van Leiden 214 Hoofdstuk 7 Werk en inkomen 7.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens. Achtereenvolgens komen aan de orde:

Nadere informatie

Informatie over de gebruikte indicatoren in de eerste rapportage gemeentelijke monitor sociaal domein

Informatie over de gebruikte indicatoren in de eerste rapportage gemeentelijke monitor sociaal domein INDICATORENOVERZICHT RAPPORTAGE GEMEENTELIJKE MONITOR SOCIAAL DOMEIN Informatie over de gebruikte indicatoren in de eerste rapportage gemeentelijke monitor sociaal domein Opgesteld door KING/VNG Datum

Nadere informatie

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014 Sociale index, en 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ (en Wmo) en Jeugdzorg.

Nadere informatie

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20% Participatiewet Sinds 1 januari 215 is de Participatiewet van kracht. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning

Nadere informatie

Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens.

Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens. Hoofdstuk 7 Werk en inkomen 7.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens. Achtereenvolgens komen aan de orde: 7.2 Aanbodkant arbeidsmarkt

Nadere informatie

11,2% 32,2% 58,1% 7,0% Waarstaatjegemeente.nl. A.van Beerendonk. Rapportage Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein

11,2% 32,2% 58,1% 7,0% Waarstaatjegemeente.nl. A.van Beerendonk. Rapportage Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein A.van Beerendonk Van: KING / VNG Verzonden: donderdag 17 september 2015 13:17 Aan: M Wolfs Onderwerp: Rapportage Weert Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein Waarstaatjegemeente.nl

Nadere informatie

Sociaal Domein 2016 in de IJmond

Sociaal Domein 2016 in de IJmond Sociaal Domein 2016 in de IJmond Monitoring en sturing Els Diepenmaat Contractbeheer en financiën Cees de Ridder Transformatie Derkje Veurink Rapportage 1e kwartaal 2016 1 2 Monitoring en sturing Aan welke

Nadere informatie

Gemeentelijke monitor Sociaal Domein

Gemeentelijke monitor Sociaal Domein Gemeentelijke monitor Sociaal Domein Bijlagen 1.1 Demografie Groene en grijze druk Figuur 1: Percentage groene en grijze druk in gemeente, 2010-2014 0-14 jaar 18 18 65 jaar en ouder 17 17 Figuur 2: Percentages

Nadere informatie

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014 Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ(en

Nadere informatie

Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014

Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014 Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ(en

Nadere informatie

Meer over jeugdigen in Leiden staat in hoofdstuk 13 over Jeugd. Meer over ouderen in Leiden staat in hoofdstuk 14 over Welzijn en zorg.

Meer over jeugdigen in Leiden staat in hoofdstuk 13 over Jeugd. Meer over ouderen in Leiden staat in hoofdstuk 14 over Welzijn en zorg. Hoofdstuk 1 Bevolking 1.1 Inleiding In dit hoofdstuk gaat het om de Leidse bevolking: hoeveel inwoners zijn er, wat zijn hun kenmerken, waar in de stad wonen zij, zijn vragen waarop dit hoofdstuk ingaat.

Nadere informatie

Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting. Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting DOEN. wat nodig is. Managementsamenvatting -

Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting. Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting DOEN. wat nodig is. Managementsamenvatting - Kadernota Sociaal Domein Managementsamenvatting Kadernota Sociaal Domein Managementsamenvatting DOEN wat nodig is Managementsamenvatting - 1 - Kadernota sociaal domein 2 Doen wat nodig is De gemeente Almere

Nadere informatie

Transitie sociaal domein Haarlem Basisinfrastructuur, subsidies en inkoop

Transitie sociaal domein Haarlem Basisinfrastructuur, subsidies en inkoop Transitie sociaal domein Haarlem Basisinfrastructuur, s en Piet Haker Platform Netwerk Vrijwilligerswerk 13 mei 2014 2 Aanleidingen transitie Nieuwe taken voor gemeenten per 2015 Decentralisatie Awbz Decentralisatie

Nadere informatie

drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates ( )

drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates ( ) gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates (0650814004) 2015.005622Z- Inleiding Op 1 januari 2015 is, vanwege

Nadere informatie

Thema 3 D s Zaanstreek Waterland. De lokale inrichtingskeuzes in het sociaal domein

Thema 3 D s Zaanstreek Waterland. De lokale inrichtingskeuzes in het sociaal domein Thema 3 D s Zaanstreek Waterland De lokale inrichtingskeuzes in het sociaal domein PGB hoogte Maar eerst: Wat delen we met elkaar? Uitgangspunten van de decentralisaties Versterken eigen kracht samenleving

Nadere informatie

Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens

Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens April 2018 Uitgave 2018/01 info@leidenincijfers.nl Inleiding en aanleiding De gemeente Leiden en het CBS hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten om

Nadere informatie

Inleiding Hierbij informeren wij u over de belangrijkste resultaten van de volgende onderzoeken:

Inleiding Hierbij informeren wij u over de belangrijkste resultaten van de volgende onderzoeken: aan: de raad datum: 21 maart 2017 onderwerp: resultaten Monitoring en onderzoek Sociaal Domein van: het college bijlage: 5 registratienr.: OD/2017/194762 in afschrift aan: Burgerplatform Inleiding Hierbij

Nadere informatie

Agenda. 1. Opening 2. Mededelingen 3. Verslag vorige vergadering 4. Presentatie uitvoering taken sociaal domein 5. Vragen

Agenda. 1. Opening 2. Mededelingen 3. Verslag vorige vergadering 4. Presentatie uitvoering taken sociaal domein 5. Vragen Agenda 1. Opening 2. Mededelingen 3. Verslag vorige vergadering 4. Presentatie uitvoering taken sociaal domein 5. Vragen Presentatie Uitvoering taken Sociaal domein Onderwerpen 1. Vaststelling verordeningen,

Nadere informatie

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein Vergelijken, verbazen, verbeteren - Gemeente Langedijk Inleiding Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van taken binnen het sociaal domein. Hieronder vallen

Nadere informatie

Zorgmonitor. Januari 2019

Zorgmonitor. Januari 2019 Zorgmonitor Januari 219 Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 219 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Monitor in ontwikkeling... 3 1.2 Informatie op hoofdlijnen... 3 1.3 Definities...

Nadere informatie

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort Het sociaal domein Renate Richters Els van Enckevort Om te beginnen vijf stellingen Zijn ze waar of niet waar? - 2 - Stelling 1 Ongeveer 5% van de jeugdigen in Nederland heeft met (een vorm van) jeugdzorg

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst aard en omvang van de cijfers sociaal domein

Informatiebijeenkomst aard en omvang van de cijfers sociaal domein Informatiebijeenkomst aard en omvang van de cijfers sociaal domein Agenda 1. Inleiding en opening a. Informatiesessie aard en omvang ISD (verzoek raadswerkgroep ISD) b. Na de informatiesessie is er gelegenheid

Nadere informatie

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk 30 FINANCIËLE SITUATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële situatie van de Leidse burgers. In de enquête wordt onder andere gevraagd hoe moeilijk of gemakkelijk men rond kan komen met het

Nadere informatie

Webinar nieuwe publicatie Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein. 24 januari 2017 Publicatie eerste helft 2016

Webinar nieuwe publicatie Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein. 24 januari 2017 Publicatie eerste helft 2016 Webinar nieuwe publicatie Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein 24 januari 2017 Publicatie eerste helft 2016 Agenda Doel en spelregels van vandaag Doel & opbouw gemeentelijke monitor Demo Waarstaatjegemeente.nl

Nadere informatie

Spoorboekje Voorbereiding transities 2013 en 2014

Spoorboekje Voorbereiding transities 2013 en 2014 Spoorboekje Voorbereiding transities 2013 en 2014 De drie transities op de terreinen jeugdzorg, AWBZ/WMo en Participatiewet uit het Regeerakkoord Rutte II zorgen er voor dat de taken op het sociaal domein

Nadere informatie

Geachte voorzitter, Onderzoek cliëntervaring regio Haaglanden en Den Haag

Geachte voorzitter, Onderzoek cliëntervaring regio Haaglanden en Den Haag Typ teksttyp teksttyp tekst Saskia Bruines Wethouder van Kenniseconomie, Internationaal, Jeugd en Onderwijs, 060 Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Aan de voorzitter van de Commissie Samenleving

Nadere informatie

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor

Nadere informatie

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper PAOG nascholing JGZ 26-11-2013 Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper Gemeenten: verantwoordelijk voor sociale domein Nieuwe verantwoordelijkheden Per 1-1-2015, invoering 3 decentralisaties

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Wat is Jeugdhulp? Kaders, uitgangspunten en inkoop, directeur sociaal domein Informatiebijeenkomst Raad 11 oktober 2017

Wat is Jeugdhulp? Kaders, uitgangspunten en inkoop, directeur sociaal domein Informatiebijeenkomst Raad 11 oktober 2017 Wat is Jeugdhulp? Kaders, uitgangspunten en inkoop, directeur sociaal domein Informatiebijeenkomst Raad 11 oktober 2017 Wet Jeugdhulp; aanleiding > Sterke stijging vraag naar zorg /verwijzingen (ook indicaties

Nadere informatie

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2008 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

De raakvlakken in de drie decentralisaties

De raakvlakken in de drie decentralisaties De raakvlakken in de drie decentralisaties 27 maart 2014 LCR Congres 10-04-14 Programma Welkom en voorstellen Korte inleiding decentralisaties Introductie Monica, Maarten en Tess Aan de slag met participatiewiel

Nadere informatie

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein RAPPORTAGE Asten,

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein RAPPORTAGE Asten, Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein RAPPORTAGE Asten, 20-07-2017 Inleiding Gemeenten voeren sinds 2015 hun eigen beleid in het sociaal domein. De ambities achter de decentralisaties zijn groot: gemeenten

Nadere informatie

Congres Sociale zekerheid in beweging

Congres Sociale zekerheid in beweging Kluwerschulinck.nl Congres Sociale zekerheid in beweging Informatie in beweging Wim de Jonge 2 1 Introductie Decentralisaties 3 Transformatie (regie) Processen Privacy en gegevensuitwisseling Waar ligt

Nadere informatie

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein Versie: 31 maart 2014 1. Inleiding: Wij kunnen ons in Nederland gelukkig prijzen met een van de sterkste sociale stelsels ter wereld.

Nadere informatie

Betrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015

Betrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015 Leefbaarheid Jeugdhulp Sociaal Team Vrijwilligerswerk Mantelzorg Actief in de buurt Betrokkenheid van buurtbewoners Burenhulp Zelfredzaamheid Sociale contacten Financiële situatie Uitgevoerd door Dimensus

Nadere informatie

Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein

Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein Gemeente Wassenaar februari 2016 Pagina 2/9 2 Pagina 3/9 1 Inleiding Kader en achtergrond Kenmerkend voor het transformatieproces in het sociaal

Nadere informatie

Toekomstgericht werken: Werksessies beter benutten van de verlengde jeugdhulp

Toekomstgericht werken: Werksessies beter benutten van de verlengde jeugdhulp Toekomstgericht werken: Werksessies beter benutten van de verlengde jeugdhulp Mei 209 Dit is een overzicht van de uitkomsten van de twee werksessies met gemeenten, wijkteams, zorgaanbieders en jongeren.

Nadere informatie

AALTEN ACTUEEL. Agenda IN HET KORT... Gewijzigde data afvalinzameling en openingstijden met de feestdagen OPENBARE BEKENDMAKINGEN.

AALTEN ACTUEEL. Agenda IN HET KORT... Gewijzigde data afvalinzameling en openingstijden met de feestdagen OPENBARE BEKENDMAKINGEN. Iedere week worden in Aalten Actueel de openbare bekendmakingen gepubliceerd. U kunt het actuele nieuws volgen op www.aalten.nl, facebook en twitter. 9 december 2014 Gewijzigde data afvalinzameling en

Nadere informatie

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014 ONDERWERP Beleidskadernota Participatiewet 2015 SAMENVATTING Op 20 februari 2014 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel Participatiewet aangenomen. Het voorstel ligt nu bij de Eerste Kamer en als deze

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 2172 3.3 Werk en inkomen Programmabegroting 2172 21 3.3.1 Wat wil Gouda bereiken? Het goed vormgeven van de nieuwe taken en verantwoordelijkheden vanuit de decentralisaties in het sociaal

Nadere informatie

Monitor Sociaal Domein

Monitor Sociaal Domein Monitor Sociaal Domein Gemeente Leden 2017 mjhgfcxzc De gegevens in dit rapport zijn met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Toch kan het zo zijn dat de cijfers niet volledig en niet foutloos zijn.

Nadere informatie

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Het KTO is een wettelijke verplichting wat betreft de verantwoording naar de Gemeenteraad

Nadere informatie

88% Inwoner enquête (onderzoek)

88% Inwoner enquête (onderzoek) Bijlage 1. Sturing en monitoring Meedoen naar Vermogen Niveau 1: Maatschappelijke effecten Wat? Norm Bron Rapportage Percentage inwoners dat zich verantwoordelijk voelt voor de buurt 88% Inwoner enquête

Nadere informatie

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: 2 juni 2014 Sociaal Domein Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: Jeugdzorg, AWBZ-begeleiding naar Wmo, Participatiewet. Samenhang met ontwikkelingen Publieke Gezondheidszorg en Passend

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming incijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Uitkomsten GGD-gezondheidspeiling 2016 Gezondheid van aren BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I

Nadere informatie

Januari Nulmeting sociaal domein Aa en Hunze

Januari Nulmeting sociaal domein Aa en Hunze Januari 2016 Nulmeting sociaal domein Aa en Hunze 2 Inleiding Per 1 januari 2015 zijn de Jeugdwet, Wmo 2015 en Participatiewet van kracht. Met de inwerkingtreding van deze nieuwe wetten zijn er voor de

Nadere informatie

Middels deze brief wordt de raad over de onderzoeksresultaten geïnformeerd.

Middels deze brief wordt de raad over de onderzoeksresultaten geïnformeerd. Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG Datum 5 december 2017 Onderwerp Raadsbrief: Aanbieding monitorgegevens Categorie B Verseonnummer 2008280 / 2017507 Portefeuillehouder Wethouder Stemerdink

Nadere informatie

De wereld van het sociaal domein. Raadsbijeenkomst 28 januari 2014 Eerste bespreking beleidsplannen en De Verbinding

De wereld van het sociaal domein. Raadsbijeenkomst 28 januari 2014 Eerste bespreking beleidsplannen en De Verbinding De wereld van het sociaal domein Raadsbijeenkomst 28 januari 2014 Eerste bespreking beleidsplannen en De Verbinding Presentatie: Bestaat uit twee onderdelen : Inhoudelijk Financieel Wat komt er op ons

Nadere informatie

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning;

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning; Oude en nieuwe Wmo De Tweede Kamer is akkoord met het Voorstel van wet Wmo 2015. Na behandeling in de Eerste Kamer zal dit voorstel eind 2014 de huidige Wmo gaan vervangen. Tussen de huidige Wmo en het

Nadere informatie

Stand van zaken Sociaal Domein

Stand van zaken Sociaal Domein Stand van zaken Sociaal Domein Van transitie naar transformatie Gemeenteraad 27 oktober 2016 Voorbereiding Inhoud 2013 2020 Implementatie en borging Transformatie 1-1-2015 transitie heden Waar staan we

Nadere informatie

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Inleiding Uit onze gemeentelijke armoedemonitor 1 blijkt dat Leeuwarden een stad is met een relatief groot armoedeprobleem. Een probleem dat nog steeds

Nadere informatie

Huishoudens in Leiden

Huishoudens in Leiden 211-217 Huishoudens in Leiden gezinnen met thuiswonende kinderen paren en overige huishoudens eenpersoons huishoudens 15-29 3-44 45-64 65+ Leidse huishoudens in 217, naar leeftijd van het hoofd van het

Nadere informatie

Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet:

Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet: Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet: 1) Context 2) Drie niveaus van sturing: - bestuurlijk niveau - managementteam niveau - operationeel niveau 3) Vragen en verdiepen Context: maatschappelijke

Nadere informatie

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 Waar gaan we het over hebben? 1. Waarom decentraliseren? 2. Decentralisatie Jeugdzorg 3. Decentralisatie

Nadere informatie

Toegang Sociaal Domein & Sociaal wijkteam Velsen

Toegang Sociaal Domein & Sociaal wijkteam Velsen Toegang Sociaal Domein & Sociaal wijkteam Velsen Toegang (Harry Verheul, senior beleidsadviseur Werk, Inkomen en Zorg) Sociaal wijkteams (Inger Poorta, projectleider) Toegang sociaal domein in de gemeente

Nadere informatie

Plan van Aanpak monitor sociaal domein

Plan van Aanpak monitor sociaal domein Plan van Aanpak monitor sociaal domein januari, 2015 Versie: 1 Status: concept Auteur: Suzanne van de Gein Afdeling Strategie, Beleid en Projecten Team Maatschappelijke Ontwikkeling Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Alles in het huis van de gemeente?

Alles in het huis van de gemeente? Alles in het huis van de gemeente? Welk effect hebben wijkteams op het gebruik van de Wmo? DIVOSA 18 januari 2019 De opgaven uit een presentatie van 11 december 2013 A. Zorg voor sociale samenhang in wijken

Nadere informatie

Presentatie inzet middelen Wmoen Jeugdwet. Commissie M 21 november 2016

Presentatie inzet middelen Wmoen Jeugdwet. Commissie M 21 november 2016 Presentatie inzet middelen Wmoen Jeugdwet Commissie M 21 november 2016 Doel Afgelopen week ontstond maatschappelijke discussie rondom de inzet middelen Wmo, jeugdwet en participatie Uit de gesprekken en

Nadere informatie

3D s. Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten. Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland

3D s. Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten. Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland Rotterdam, 14 december 2013 Programma Inleiding Overzicht stand van zaken Voorstellen sprekers landelijk, provinciaal

Nadere informatie

Gemeentelijke monitor sociaal domein. Maart 2015

Gemeentelijke monitor sociaal domein. Maart 2015 Gemeentelijke monitor sociaal domein Maart 2015 Agenda Doelstelling en ambitie van gemeenten Mijlpalenplanning en eerste gegevensaanlevering Inzichten in de monitor in 2015 en verder Ontwikkelagenda Doelstelling

Nadere informatie

Stand van zaken monitoring Sociaal Domein

Stand van zaken monitoring Sociaal Domein Stand van zaken monitoring Sociaal Domein In februari heeft een tweetal bijeenkomsten plaatsgevonden met de raadsleden van Zutphen en Lochem waar gekeken is naar de indicatoren die men van belang vond

Nadere informatie

Bijlage 2 Factsheet en ontwikkelagenda gemeente Ridderkerk

Bijlage 2 Factsheet en ontwikkelagenda gemeente Ridderkerk Bijlage 2 Factsheet en ontwikkelagenda gemeente Ridderkerk Doel Wmo Beleidsplan 1 Een samenhangend antwoord Specifiek en Meetbaar Wat te doen en met wie Acceptatie en Realistisch Termijn Het Besluit maatschappelijke

Nadere informatie

Leiden verder aan zet tegen armoede en schulden. Cijfers armoede en schulden

Leiden verder aan zet tegen armoede en schulden. Cijfers armoede en schulden Leiden verder aan zet tegen armoede en schulden 1 Onderwerpen Armoede in Leiden Gebruik minimavoorzieningen in Leiden Schulden 2 Armoede in Leiden 3 Vanuit het perspectief van de burger 4 Armoede: huishoudens

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Stand van zaken Monitor Sociaal Domein Steller S. Sadler De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon 06-16955391 Bijlage(n) -- Ons kenmerk 6481021 Datum Uw brief van

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 juni 2018 Betreft Kamerbrief Beleidsinformatie Jeugd

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 juni 2018 Betreft Kamerbrief Beleidsinformatie Jeugd > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Monitor sociaal domein 2018 www.leidenincijfers.nl BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I www.leidenincijfers.nl

Nadere informatie

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013 presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013 Waarom decentraliiseireiri)? veranderde visie: van recht

Nadere informatie

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...

Nadere informatie

Rapportage Sociaal Domein 2016 Gemeente Bergen (L) Rapportage Sociaal Domein 2016 Gemeente Bergen (L)

Rapportage Sociaal Domein 2016 Gemeente Bergen (L) Rapportage Sociaal Domein 2016 Gemeente Bergen (L) 1 2 Inhoud Onderdelen 1. Kerncijfers ondersteuning 2. Ontwikkeling voorzieningen 3. Kosten 4. Kanteling/verschuiving 5. Aanbieders Wmo/Jeugd 6. Gebruik voorzieningen/zorgconsumptie per wijk 7. Stapeling

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 25 september 2014 Agendanummer : 12 Datum : 26 augustus 2014

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 25 september 2014 Agendanummer : 12 Datum : 26 augustus 2014 Raadsvoorstel Datum raadsvergadering : 25 september 2014 Agendanummer : 12 Datum : 26 augustus 2014 Onderwerp Beleidsplannen Sociaal Domein inclusief zeven verordeningen Aan de leden van de raad, Voorgesteld

Nadere informatie

Er komt zo snel mogelijk, na vaststelling van de verordening, een publieksversie, waarin de verschillende onderdelen worden uitgewerkt.

Er komt zo snel mogelijk, na vaststelling van de verordening, een publieksversie, waarin de verschillende onderdelen worden uitgewerkt. Opmerkingen/verzoeken Meer leesbare versie Graag zouden we zien dat er een meer leesbare/publieksvriendelijkere versie van de verordening komt. Er wordt in dit stuk er al wel vanuit gegaan dat iedereen

Nadere informatie

Sociaal wijkprofiel 2015 Merenwijk

Sociaal wijkprofiel 2015 Merenwijk Sociaal wijkprofiel 215 bevolking werk en inkomen Inwoners 215: 14.363 65+: 2.687 (19%) 2-64: 8.29 (56%) mannen: 7.11 - vrouwen: 7.262

Nadere informatie

Welzijn en (gezondheids)zorg

Welzijn en (gezondheids)zorg Hoofdstuk 14 Welzijn en (gezondheids)zorg 14.1 Inleiding Een belangrijke doelgroep voor het welzijns- en zorgbeleid zijn de ouderen. Dit hoofdstuk begint daarom met het in kaart brengen van deze groep

Nadere informatie

Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014

Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014 Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014 Twee onderdelen Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende regelingen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 2015;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 2015; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Berg en Dal. Nr. 15879 11 februari 2016 Verordening Tegenprestatie naar Vermogen gemeente Berg en Dal De raad van de gemeente Berg en Dal; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Sociaal wijkprofiel 2015 Stevenshof

Sociaal wijkprofiel 2015 Stevenshof Sociaal wijkprofiel 215 bevolking werk en inkomen Inwoners 215: 11.443 65+: 1.67 (14%) 2-64: 7.261 (63%) mannen: 5.78 - vrouwen: 5.735

Nadere informatie

Samenvatting Benchmark Wmo 2012

Samenvatting Benchmark Wmo 2012 Samenvatting Benchmark Wmo 2012 Gemeente Helmond heeft in 2012 samen met 123 andere gemeenten deelgenomen aan de Benchmark Wmo. Hiervan hebben 69 gemeenten, inclusief Helmond, naast de basisbenchmark meegedaan

Nadere informatie

Belangrijk nieuws. voor alle inwoners van Leiden

Belangrijk nieuws. voor alle inwoners van Leiden Belangrijk nieuws voor alle inwoners van Leiden ONDERSTEUNING - ZORG - JEUGDHULP - WERK IN 2015 Meedoen en zelf aan zet Nieuwe taken voor de gemeente Iedereen doet mee Mensen gaan naar school, zijn aan

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

AF D R U K V OO R B E EL D B E S T U U R L IJ K BE H AN D E L VO O R S TEL

AF D R U K V OO R B E EL D B E S T U U R L IJ K BE H AN D E L VO O R S TEL AF D R U K V OO R B E EL D B E S T U U R L IJ K BE H AN D E L VO O R S TEL Vaststelling Beleidsplan Transitie Sociaal Domein 2015-2016, de deelbeleidsplannen Jeugd, Participatiewet en WWB maatregelen,

Nadere informatie

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen Huidige Visie CGM Kadernota Participatie Land van Cuijk van uw raad uit dec. 2011. Inwoners economisch zelfredzaam = Schadelastbeperken = Verminderen van

Nadere informatie

Rapportage Sociaal Domein. 3e kwartaal 2017

Rapportage Sociaal Domein. 3e kwartaal 2017 Rapportage Sociaal Domein 3e kwartaal 2017 d.d. 14-12-2017 0 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Trends en ontwikkelingen... 2 2.1 Maatschappelijke opvang en beschermd wonen... 2 2.2 Regeerakkoord... 2

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

Veranderingen in de Jeugdzorg, Wmo en Participatiewet

Veranderingen in de Jeugdzorg, Wmo en Participatiewet Veranderingen in de Jeugdzorg, Wmo en Participatiewet Programma -Uitleg veranderingen Jeugd en algemeen Wmo -Uitleg maatwerkvoorzieningen en Wiz -Uitleg participatiewet -Veelgestelde vragen -Ruimte om

Nadere informatie

Van Meten naar Verbeteren in de Jeugdzorg. De case van Holland Rijnland Echt inzicht. Voorbij de getallen.

Van Meten naar Verbeteren in de Jeugdzorg. De case van Holland Rijnland Echt inzicht. Voorbij de getallen. Van Meten naar Verbeteren in de Jeugdzorg De case van Holland Rijnland Echt inzicht. Voorbij de getallen. Van Meten naar Verbeteren in de Jeugdzorg: De case van Holland Rijnland 1 De Jeugdwet en Cliëntervaring

Nadere informatie

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Rivierenwijk en Bergweide Deventer

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Rivierenwijk en Bergweide Deventer IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor

Nadere informatie

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij De bibliotheek actief in het sociale domein Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij Programma Wetten op een rij: Wet Langdurige Zorg (Wlz) Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (Wmo

Nadere informatie

Factsheet. Uitleg over cliëntondersteuning De cliëntenraad aan zet

Factsheet. Uitleg over cliëntondersteuning De cliëntenraad aan zet Factsheet Uitleg over cliëntondersteuning De cliëntenraad aan zet Colofon Uitgave Landelijke Cliëntenraad Postbus 95966 2509 CZ Den Haag T (070) 3499790 www.landelijkeclientenraad.nl info@lcr-suwi.nl Auteurs

Nadere informatie

Analyse deelgebied Maaspoort 2016

Analyse deelgebied Maaspoort 2016 Analyse deelgebied Maaspoort 2016 Afdeling O&S December 2016 2 1. Aanleiding en doel In Maaspoort signaleren professionals meervoudige problematiek in een gedeelte van de wijk. Het gaat om het zuidelijk

Nadere informatie