02 MO-BW Reacties niet gerelateerd aan inkoop

Transcriptie

1 Aanbieder vraagt om aandacht voor de duur van de beschikking voor cliënten binnen deze doelgroep De duur van de beschikking staat los van de raamovereenkomst. Bij de toegang zal de uiteindelijke duur worden bepaald. Hierbij zal zeker naar de specifieke situatie van de cliënten worden gekeken. Aanbieder verzoekt het opvangen van fluctuaties in de hulpverlening mogelijk te maken. Tot op heden is dit niet mogelijk vanwege de wijze waarop het gemeentelijk factureringsproces is ingericht. Het probleem is niet op te lossen door de overeenkomst te wijzigen. Riwis verzoekt om wel tot een oplossing te komen. De opmerking van deze aanbieder kan alleen betrekking hebben op de bouwsteen 'extramurale begeleiding'. Bij de intramurale begeleiding doet zich dit punt niet voor, omdat deze uren als zg. pakketjes worden toegekend en de tijd ook niet hoeft te worden geregistreerd. De aanbieder heeft de nodige flexibiliteit als het gaat om de inzet van die uren. Omdat de bouwsteen crisisopvang ook een vast tarief per etmaal kent, heeft ook de aanbieder hier optimale vrijheid om aan de zorgbehoefte van de cliënt te voldoen. Als het gaat om de extramurale uren is de wijze waarop de zorg kan worden ingezet een gevolg van de wijze van bekostiging (p x q). Het is niet wenselijk om deze bouwsteen te indiceren met een vrije verdeling over de gehele looptijd van de indicatie. Immers als de zorg gedurende de looptijd van de indicatie gaat stoppen, is het in deze variant denkbaar dat al veel meer zorg is verleend, dan procentueel beschikbaar voor de periode dat een cliënt bij die aanbieder in zorg is geweest. Aanbieder verzoekt de gemeente rekening te houden met de psychiatrische problematiek van een groep cliënten die behoefte blijft houden aan maatwerk voorzieningen in plaats van of naast de algemene voorziening dagbesteding. Verschraling van deze voorzieningen zou leiden tot afname van het voorzieningen niveau De gemeenten zetten daar waar mogelijk in op de algemene voorzieningen. Deze worden als voorliggend beschouwd. Dat betekent dat ingeval een cliënt aanspraak maakt op ondersteuning, eerst gekeken wordt of een algemene voorziening toereikend is. Als dat niet zo is, blijft ruimte voor maatwerk over. Gemeenten zijn het er over eens dat het aanbod passend moet blijven en daarom aandacht nodig is voor de overgang van maatwerk naar algemene voorzieningen.

2 Aanbieder wil graag een nadere duiding van het begrip 'opslag partnerplaats'. Aanbieder gaat ervan uit dat de gemeente bedoelt dat partners werkelijk gebruik maken van één wooneenheid of appartement. Aanbieder licht toe dat in de praktijk het voor veelvuldig voorkomt dat cliënten in BW locaties kortdurende partnerschappen aangaan maar niet samen wonen of op 1 adres wonen maar geen partners zijn. Geldt de opslag in dat geval niet? De 'opslag partnerplaats' is bedoeld voor die situaties waarin twee cliënten samen in een wooneenheid verblijven. In dat geval hoeven de woonkosten maar één keer vergoed te worden. Dat betekent dat als twee niet bij elkaar wonen, deze bouwsteen niet van toegpassing is maar de reguliere bouwstenen van toepassing zijn. Aanbieder vraagt of de concept raamovereenkomsten BM Wmo en Wmo 2017 ook voor de gemeente Deventer gelden en daarmee ook voor deze aanbieder? Deze raamovereenkomst geldt voor de (centrum)gemeente Apeldoorn en de gemeenten Brummen, Epe, Heerde en Voorst. De gemeente Deventer kiest voor 2017 voor voortzetting van de bekostiging met een subsidiestelsel. Kan het onderscheid tussen GGZ-C sector eigen en sectorvreemd in 2017 komen te vervallen? Aanbieder stelt dat er voldoende inzicht moet zijn in kwaliteit van zorg. Daarnaast stelt de aanbieder dat het mogelijk is dit inzicht te verkrijgen tegen een geringe belasting en eisen t.a.v. rapporteren en cliënttevredenheid onderzoek. Talma-Borgh wil deze rapportages laten samenvallen met het cliëntproces, bijv een electronisch cliëntdossier (uiteraard met toestemming van de cliënt). De aanbieder acht het zorgelijk wanneer gemeente en zorgkantoor kwaliteitsbeleid niet op elkaar afstemmen en uniformeren. Dit betekent een verhoging van de administratieve lasten. De aanbieder verzoekt hierover met de gemeente in overleg te gaan Dit onderscheid kent de gemeente Deventer. Deze vraag is niet relevant in het kader van deze raamovereenkomst. De gemeenten hebben er voor gekozen om op het gebied van de kwaliteit geen (aanvullende) bepalingen op te nemen in deze raamovereenkomst. Dat zal gebeuren in het kader van de inkoop Wij zijn het met aanbieder eens om de uitvoeringslasten zo gering mogelijk moeten zijn en zo veel als mogelijk aansluiten bij bestaande systemen. Aanbieder veronderstelt dat in aug 2017 de participatiewet vervoer operationeel is. Kan de gemeente aangeven wat de inhoud van de wet is en welke consequenties dit heeft voor mensen die er gebruik van gaan maken? Deze opmerking van de aanbieder gaat over een vervoersstroom die geen relatie heeft met de doelgroep die deze aanbieder in zorg heeft.

3 Aanbieder en gemeente zijn het erover eens dat de doelgroep van de aanbieder eigenlijk valt onder de WLZ. Zolang hier nog geen besluitvorming over heeft plaatsgevonden verzoekt aanbieder de gemeente standaard begeleiding groep te indiceren bij nieuwe cliënten. De zorg is anders niet te regisseren in verband met versnippering. Verder vraagt de aanbieder naar de gevolgen van de overgang van het vervoer op grond van de Participatiewet. Voor elke nieuwe cliënt (en bij herindicatie geldt dat ook voor bestaande cliënten) zal bij de toegang maatwerk worden geleverd. Waar aanbieder 'begeleiding groep' noemt, zal hij 'dagbesteding' bedoelen. Ingeval de cliënt dagbesteding nodig heeft, zal deze worden toegekend. De praktijk is overigens ook zo dat de cliënten die bij deze aanbieder in zorg zijn, veelal deze indicatie hebben toegekend gekregen. Het vervoer op grond van de Participatiewet zal ook overgaan naar de vervoerscentrale maar staat buiten deze raamovereenkomst. Aanbieder vraagt of cliënten van Horeb gebruik maken van de voorziening vervoer wanneer zij ergens anders gebruik maken van de dagbesteding Ingeval een indicatie vooor (de maatwerkvoorziening) dagebesteding wordt afgegeven, wordt ook altijd gekeken of daar ook nog een indicatie vervoer nodig is. Dit wordt door de toegang beoordeeld. Naar de mening van de aanbieder worden vormen van geconcentreerde dagbesteding niet voldoende toegewezen aan mensen die onvoldoende ondersteund kunnen worden door het inzetten van algemene voorzieningen. Aanbieder verzoekt maatwerk in de vorm van 'begeleiding groep'. In de algemene voorziening kan niet voldoende worden bepaald of de voorziening tegemoet komt aan de cliënten. Kwaliteit wordt gemeten door een door VGN goedgekeurde methode (dit vind ik ervan) De toegang zal per cliënt afwegen of ingeval dagbesteding nodig is, deze kan worden geboden binnen de algemene voorzieningen. Is dat niet mogelijk, dan zal een maatwerkvoorziening worden toegekend. De aanbieder is van mening dat in de voorgestelde tarifering geen ruimte is voor inhoudelijke ontwikkeling en betrokkenheid van gespecialiseerde medewerkers op HBO niveau. Tevens is er geen ruimte (tijd) en kwaliteit om preventief te werken. De beoordeling waar de algemene voorziening niet toereikend is, kan niet meer worden gedaan. Als de subsidie zoals voorgesteld, wordt vastgesteld neemt de beschikbare capaciteit af. In de raamovereenkomst is niet het vereiste (opleidings)niveau van het personeel beschreven. Dat is aan de aanbieder. De doelen die on het ondersteuningsplan zijn beschreven, zijn leidend.

4 Aanbieder verzoekt de gemeente naar aanleiding van de raamovereenkomst (Annex III, art 4b lid 3:) meer aandacht te hebben voor de context waarin het aanwijzen van een accountant plaats gaat vinden. In de overeenkomst ziet zij graag de toevoeging als volgt: er wordt in redelijkheid en billijkheid gehandeld en altijd pas in intersief overleg met de aanbieder De bepaling waar aanbieder naar verwijst, is een zg. 'kan-bepaling'. Dat betekent dat ingeval deze bepaling wodt toegepast, er altijd een afweging aan vooraf gaat. Dat impliceert dat gekeken wordt naar de omstandigheden en ingeval er sprake is van een situatie van overmacht, de gemeente deze sanctie niet zal opleggen. Het spreekt voor zich dat ook overleg met de aanbieder onderdeel van deze bepaling uitmaakt. Immers zonder overleg kan de gemeente de omstandigheden waarom de aanbieder de verklaring nog niet kan aanleveren, niet vaststellen. Naar aanleiding van de annex III art. 3 D verzoekt de aanbieder te formuleren welke contacten anders face to face contacten als declarabel kunnen worden beschouwd. Denk de gemeente ook telefonisch, schriftelijk/ chat, Skype en sms en app contact als declarabel te zien? Naast deze aanbieder heeft ook een aantal andere aanbieders deze opmerking gemaakt. De huidige formulering van de declarabele uren wordt te beperkend ervaren en zou ook positief geformuleerd moeten worden. Belangrijk is dat de cliënt de te declareren tijd herkent. Immers die tijd is een belangrijk parameter voor de hoogte van de eigen bijdrage door het CAK. In annex III, 3D zal een aangepaste tekst worden opgenomen.

5 De aanbieder mist in de raamovereenkomst (annex III art 4 a.) een concrete richtlijn over de duur die nodig is om te komen tot een goedgekeurde factuur. In artikel 7 van de raamovereenkomst is het volgende geformuleerd over het tot stand komen van een goedgekeurde factuur. Wij achten dit afdoende. Voor de volledigheid wordt de tekst uit de bestaande raamovereenkomst hieronder weergegeven. '7.4 Aanbieder dient de verzamelfactuur achteraf en binnen 25 kalenderdagen na de verstreken periode van vier weken te versturen aan de betreffende Gemeente(n). 7.6 Indien Gemeente één of meer factuurregels niet kan accorderen, zal zij Aanbieder zo spoedig mogelijk na ontvangst van de verzamelfactuur op de hoogte stellen van de onjuist te achten factuurregels; tot het moment dat na overleg en afstemming tussen Partijen akkoord is bereikt aangaande de betreffende factuurregels wordt de betaling van enkel deze factuurregels door Gemeente opgeschort. 7.9 Indien Gemeente toerekenbaar tekortschiet in zijn verplichting tot betaling, is zij na ingebrekestelling in verzuim en is zij de wettelijke rente verschuldigd over het achterstallige bedrag over de tijd dat het verzuim voortduurt.' Er wordt gesteld dat na 3 maanden geen correctiefactuur kan worden ingediend. Dit is in de praktijk slecht uitvoerbaar en helpt niet mee in het oplossen van de problematiek. Omdat er aan beide kanten fouten worden gemaakt en deze in goed overleg moeten worden opgelost kan de termijn van 3 maanden worden overschreden. Wanneer het goedkeuren lang op zich laat wachten kan de sanctie niet in werking treden en is er geen effect. Aanbieder doet het voorstel dit artikel te laten vervallen of op te nemen dat het intensief contact ertoe moeten leiden dat het aantal correctie facturen afneemt. Voor een reactie op deze vraag van de aanbieder wordt verwezen naar bovenstaande regel. Het is van belang dat een aanbieder niet ver achterraakt met factureren. Immers als dat gebeurt, is dat voor de gemeenten nadelig in die zin dat er geen actueel zicht bestaat op de uitnutting van de budgetten. De aanbieder stelt dat de raamovereenkomst niet voorziet in het begeleiden van groepen en vraagt of rekening mee kan worden gehouden. In de raamovereenkomst is een bouwsteen 'dagbesteding'. Met deze bouwsteen kan groepsbegeleiding worden geboden.

6 De aanbieder stelt dat de doelgroep op het Hoogeland steeds zwaarder en complexer wordt, er wonen veel mensen met ernstige psychiatrische problematiek. In de bouwstenen wordt de inzet van medewerkers met psychiatrische kennis niet voorzien. Die inzet werkt wel omdat de cliënt dan de juiste hulp krijgt en mensen beter begeleid worden naar uitstroom. De vraag van de aanbieder is of er kan worden nagedacht op welke wijze extra deskundigheid een plaats kan krijgen in de raamovereenkomst. De doelgroep op de locatie "Het Hoogeland' is een complexe doelgroep. De verwachting is dat de cliënten die op Het Hoogeland verblijven op termijn over zullen gaan naar de WLZ. Tot dat moment is het tarief voor de bouwsteen begeleiding (begeleiding MO/BW) de maximale bouwsteen. Daarnaast voorziet de raamovereenkomst al in vergoeding van de kosten van verpleging voor bestaande cliënten. Die bouwsteen is voor de doelgroep die op 'Het Hoogeland' verblijft, vaak toegekend. De aanbieder wil graag inzicht in de stand van zaken m.b.t. het tarief voor de bouwstenen 'groepswonen herstel' en 'groepswonen uitstroom'. De tarieven die worden gehanteerd ingeval er sprake is van scheiden wonen en zorg, zullen vooralsnog worden gehandhaafd. Op dit moment loopt een onderzoek op welke manier het scheiden van wonen en zorg het beste vorm kan worden gegeven. In dat onderzoek zullen ook de gevolgen voor de tariefstelling aan de orde komen. Mochten die uitkomsten tot andere tarieven leiden, dan zullen de huidige tarieven worden aangepast. Aanbieder vraagt of er rekening gehouden wordt bij het vaststellen van de bouwstenen met het minimum aan zak- en kleedgeld ( ,16). Dit bedrag moet de cliënt hebben. Het standariseren van de kosten voor huur en voeding is daarom moeilijk omdat de hoogte van het inkomen van invloed is op de mogelijkheden van cliënten. Aanbieder levert een toelichting in excel bij de reactie. De gemeenten willen uitgaan van vaste tarieven voor de bouwstenen. Ingeval de suggestie van de aanbieder zou worden gevolgd, leidt dit tot inkomenpolitiek en dat is niet toegestaan. Bovendien zou de uitvoering door zo'n aanpassing zwaar belast worden. Aanbieder vraagt op welke manier de gemeente omgaat met een evt. vervolg van de subsidie die zij verleend heeft aan deze aanbieder om netwerken aan te bieden Dankzij deze netwerken kan het aantal uren individuele begeleiding verminderen. De subsidie waar aanbieder op doelt, is verleend voor het jaar Voor 2017 en verder is nog geen besluit genomen. De evaluatie over 2016 is belangrijke input voor de afweging voor Overigens staan deze subsidie en de gevolgen voor het aantal uren individuele begeleiding los van de voorgestelde wijzigingen van de raamovereenkomst.

7 Aanbieder vraag op welke manier de gemeente samenwerking tussen aanbieders onderling wil afdwingen. Aanbieder denkt dat dit voor kleine aanbieders lastig is. Aanbieder doelt hier op de samenwerking als een van de prestatienormen binnen de subsidiëring van de algemene voorzieningen (in ieder geval in Apeldoorn). Deze samenwerking maakt geen onderdeel van de voorgestelde wijzigingen van de raamovereenkomst uit. Aanbieder constateert dat complexe problematiek veelal als 'begeleiding medium' wordt geïndiceerd. Het tarief dat daarvoor is opgenomen ( 55,-- per uur) is in de ogen van de aanbieder niet toereikend. N.B.: waar aanbieder 55 voor begeleiding medium noemt, moet bedoeld zijn: 45,-- voor medium of 60 voor complex. Door de lokale toegang moet worden afgewogen hoeveel uren van welke bouwsteen worden toegekend. De toewijzing staat los van de voorgestelde wijzigingen. Aanbieder vraagt om aan de bouwsteen 'crisisopvang' ook een onderdeel voor behandeling toe te voegen. Behandeling tijdens crisisopvang valt buiten de kaders van de WMO. Aanbieder zal hierover contact met de Zorgverzekeraar van de cliënt moeten leggen. Aanbieder vraagt om een wat langere duur van de indicatie 'logeeropvang' zodat de administratieve last rond de inzet hiervan kan worden verminderd. Aanbieder vraagt enige nuance in de bepaling dat het foutenpercentage voor een verzamelfactuur niet meer dan 3 mag bedragen. De raamovereenkomst staat de suggestie van aanbieder niet in de weg. Het is aan de lokale toegangen hier invulling aan te geven. Zodra iedere gemeente op berichtenverkeer is overgeschakeld, wordt van deze bepaling geen gebruik meer gemaakt. Aanbieder vraagt om de bepaling (artikel 9.6) dat ingeval de aanbieder (bewust of onbewust) een fout maakt in het invullen van gegevens, dit kan leiden tot ontbinding van de raamovereenkomst. Hoewel deze bepaling geen onderdeel van de wijziging uitmaakt, zal toepassing hiervan altijd naar redelijkheid en billijkheid plaatsvinden. Ook zal het beginsel van propotionaliteit opgeld doen. Aanbieder vraagt aandacht voor het bepaalde in artikel 11.5 waarin o.a. staat dat de gemeente kan besluiten om bepaalde bouwstenen in te krimpen danwel te laten vervallen. Aanbieder wil hier graag vroegtijdig van op de hoogte zijn zodat hij daarop kan anticiperen. Ook deze bepaling maakt geen onderdeel van de wijzigingen uit. Op dit moment is er geen enkele reden te veronderstellen dat deze bepaling zal worden toegepast. Daarnaast is in dit zelfde artikel bepaald dat er in een dergelijke geval een opzegtermijn van 6 maanden geldt.