Onderdeel Inspraakreactie Reactie Dienst Sozawe

Transcriptie

1 Bijlage 1: Inspraakreacties Verordening Wmo 2015 Organisatie en datum Onderdeel Inspraakreactie Reactie Dienst Sozawe Voorinspraak augustus/ september Koepel Wmo 13 augustus Art. 1, lid 2 Het begrip maatwerkvoorziening ontbreekt. Wens is om dit begrip in de begripsbepalingen toe te lichten. Het begrip maatwerkvoorziening zoals dit in de wet wordt omschreven, is opgenomen in de begripsbepalingen bij artikel 1, lid 2 van de Verordening Wmo Dit punt is 1.2 Art. 2, lid 1 Het is verwarrend dat een hulpvraag bij het college gemeld moet worden. Wens is om bij de begripsbepalingen in artikel 1, lid 2 toe te lichten dat een aanvrager hiervoor bij het gebiedsteam moet zijn als vertegenwoordiger van het college. Bij wet is bepaald welke bevoegdheden de gemeenteraad en het college van B&W toekomen. Zo is in artikel , lid 2 van de wet bepaald welke stappen er door het college worden genomen indien er melding wordt gedaan van een behoefte aan maatschappelijke ondersteuning. van het college D.m.v. een mandateringsbesluit bestaat de mogelijkheid om bepaalde bevoegdheden van het college te mandateren aan een gebiedsteam. Dit 1.3 Art. 6, lid 2, 3 en 6 Het wordt als oneerlijk beschouwd dat de cliënt binnen 10 dagen na ontvangst van het verslag een ondertekend exemplaar aan de Dienst Sozawe moet verzenden, terwijl het college voor het verstrekken van het verslag een redelijke termijn hebben. Des te meer omdat in lid 6 is opgenomen dat indien het verslag niet binnen 10 dagen retour is gezonden de cliënt geacht wordt zelf in zijn hulpvraag te hebben voorzien. Wens is dat het automatisme dat de aanvraag na 10 dagen ingetrokken wordt, komt te punt is niet Erkend wordt dat een cliënt door onvoorziene omstandigheden verhinderd kan zijn het verslag binnen 10 dagen retour te zenden. Aan de bepaling in artikel 6, lid 6 dat als de cliënt het verslag niet binnen de in het derde lid genoemde termijn retour zendt de cliënt zelf geacht wordt in diens hulpvraag voorzien te hebben, wordt toegevoegd behoudens onvoorziene omstandigheden. Dit punt is gedeeltelijk

2 vervallen. Hiervoor zou eerst een contactmoment met de cliënt plaats moeten vinden, omdat mensen bijvoorbeeld door vakantie of ziekte verhinderd kunnen zijn om het ondertekende contract terug te sturen. 1.4 Art. 5, lid 3 Het moet niet zo zijn dat als de cliënt geen toestemming geeft voor verwerking van de persoonsgegevens de hulpvraag komt te vervallen. 1.5 Art. 8, lid 1, sub a en b 1.6 Art. 8, lid 2, sub c Omdat cliënten ook verhinderd kunnen zijn, is het de wens om hier indien mogelijk aan toe te voegen. Vraag is waarom hier staat dat het college een adviesinstantie om advies kan vragen indien het college dat overigens gewenst vindt. Het college is op basis van artikel , lid 1 van de wet bevoegd om noodzakelijke persoonsgegevens die nodig zijn voor de beoordeling van de behoefte van de cliënt aan ondersteuning te verwerken. Als de cliënt geen toestemming geeft dan is het niet mogelijk de persoonsgegevens te verwerken. De vraag of de hulpvraag komt te vervallen indien er geen toestemming wordt gegeven, wordt uitgezocht bij de ontwikkeling van de Wmo Beleidsregels. Dit zal bij de bespreking van de Wmo Beleidsregels teruggekoppeld worden aan de Koepel Wmo. Het kan inderdaad zo zijn dat een cliënt verhinderd is en dat het niet mogelijk is om op het door college of dagelijks bestuur bepaalde plaats en tijdstip te verschijnen. In de toelichting bij artikel 8, lid 1 wordt de volgende zinsnede toegevoegd: Indien de cliënt om bijzondere redenen verhinderd is om op de door het college of dagelijks bestuur bepaalde plaats en tijdstip te verschijnen, dient de cliënt hiertoe tijdig contact op te nemen met het college dan wel het dagelijks bestuur. Dit punt is gedeeltelijk Hier wordt bedoeld indien het college dat om andere redenen gewenst vindt. In artikel 8, lid 2, sub c wordt overigens

3 1.7 Art. 9, lid 2, sub a en b 1.8 Art. 10, lid 2, sub a Bij de bepaling dat een cliënt in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen voor zover de cliënt deze beperkingen niet kan verminderen met bijvoorbeeld mantelzorg, is het de wens dat bij mantelzorg komt te staan vrijwillige mantelzorg. Vraag is wat met langdurige noodzaak bedoeld wordt. Wens is om dit begrip duidelijker te omschrijven. gewijzigd in om andere redenen. Het vragen van advies is in het belang van de cliënt omdat het advies bijdraagt aan een goede beoordeling. Dit punt is Mantelzorg wordt in de wet omschreven als hulp die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep. De Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligerszorg Mezzo geeft aan dat mantelzorg en vrijwilligerswerk verschillende begrippen zijn. Een mantelzorger gaat zorgen als iemand in zijn of haar omgeving zorg nodig heeft, waar al een emotionele band mee bestaat, zoals een familielid, buur en/of vriend. Mantelzorg is niet vrijwillig in die zin dat mantelzorgers hier niet voor kiezen en de zorg ook niet zomaar kunnen beëindigen. Vrijwilligers kiezen er daarentegen bewust voor om te zorgen en kunnen de zorg op eigen initiatief beëindigen. Dit punt is niet Om dit te verduidelijken wordt op basis van artikel 24, lid 1, sub a van de huidige verordening aan dit artikel toegevoegd: tenzij een kortdurende maatwerkvoorziening leidt tot het te bereiken resultaat. In de toelichting wordt toegevoegd: Deze weigeringsgrond geldt niet als een kortdurende maatwerkvoorziening leidt tot het te bereiken resultaat. Hierbij kan het

4 bijvoorbeeld gaan om kortdurende hulp bij het huishouden en kortdurend verblijf indien de cliënt is aangewezen op permanent toezicht en ondersteuning indien de mantelzorger overbelast dreigt te worden. Er kan hierbij niet over langdurig noodzakelijk gesproken worden. De criteria hiervoor worden in nadere regelgeving vastgelegd. Dit punt is 1.9 Art. 10, lid 3, sub a Dit artikel dat regelt dat geen maatwerk woonvoorziening wordt verstrekt voor zover de beperkingen voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen, wordt als verwarrend ervaren. Het kan volgens de Koepel Wmo niet zo zijn dat de beperkingen uit de materialen voortvloeien. Daarnaast vragen zij zich af waar de grens ligt vanaf welke leeftijd en hoe lang van te voren hier rekening mee gehouden dient te worden. Hier wordt bedoeld dat de beperkingen die de cliënt ervaart in het wonen, kunnen voortvloeien uit de gebruikte materialen. Er kunnen vooraf geen criteria opgesteld worden vanaf wanneer hier rekening mee gehouden dient te worden, omdat per persoon naar de persoonlijke situatie gekeken zal worden. Op basis daarvan wordt bepaald of een maatwerkvoorziening nodig is Art. 15, lid 1, sub b Wens is dat waar echtgenoot staat, komt te staan echtgenoot/ partner. Er zou in ieder geval een bronvermelding van het gebruikte begrip bij moeten staan. In artikel van de wet is bepaald wat met het begrip echtgenoot bedoeld wordt: geregistreerde partners en ongehuwde meerderjarigen die met een andere ongehuwde meerderjarige een gezamenlijke huishouding voeren. Dit is o.a. van invloed op het opleggen van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage en het bepalen of iemand zijn hulpvraag zelf of met hulp van het sociale netwerk kan oplossen. In artikel 15, lid 1, sub b wordt de volgende zin toegevoegd: Voor het begrip echtgenoot wordt verwezen naar artikel van de Wmo Dit punt is gedeeltelijk 1.11 Art. 15, lid 7 en Wens is dat waar ouders staat, komt te staan: In artikel 15, lid 7 is geregeld dat degene

5 lid 10 ouders/ pleegouders. die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt. Uit de Memorie van toelichting op artikel , lid 1, sub b van de wet wordt uitgelegd en wordt duidelijk dat dit ook stiefouders en anderen die de jeugdige als behorend tot hun gezin verzorgen en opvoeden worden verstaan. Uit artikel 1.1. van de Jeugdwet wordt duidelijk dat dit ook pleegouders kan betreffen indien daartoe een pleegcontract is afgesloten. Aan artikel 15, lid 7 wordt toegevoegd:, zoals geregeld in artikel , lid 1, sub b van de wet. Dit punt is gedeeltelijk 1.12 Art. 21 Betekent dit dat alle leveranciers een Medezeggenschapsraad op moeten richten? 1.13 Art 23, lid 1 Gevraagd wordt wat met vroegtijdig bedoeld wordt. Wens is daarnaast om bij aan advies gevraagd en ongevraagd advies toe te voegen. Ja, in artikel 22 staat dat alle aanbieders inderdaad een regeling vast moeten stellen voor de medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van de aanbieder t.a.v. de voorzieningen die in het kader van deze verordening worden verstrekt. Dit op basis van artikel , lid 2, sub f en artikel 3.2., lid 1, sub b van de wet. Op basis van artikel , lid 3, sub a van de wet wordt geregeld dat cliënten of hun vertegenwoordigers vroegtijdig in de gelegenheid gesteld worden voorstellen over het beleid te doen. Dit artikel biedt burgers de waarborgen voor een tijdige inspraak. Voor de inspraak m.b.t. voor deze verordening is er bijvoorbeeld voor gekozen de Koepel Wmo al in een vroegtijdig stadium, bij het concept, om advies te vragen (welke in deze

6 1.14 Art. 25 Wens is dat de evaluatie 1 keer per jaar plaatsvindt, omdat de tussentijdse termijn anders te lang wordt Art 27, lid 2 Gevraagd wordt of er meer duidelijkheid over overgangsrecht gegeven kan worden. Hoe zit het als een beslissing op een aanvraag binnen de beslistermijn, maar in de nieuwe situatie genomen wordt? Dan zou deze beoordeeld moeten worden op basis van de vorige verordening. Inspraakperiode oktober 2014 inspraaknota verwerkt is). In artikel , lid 3, sub b wordt geregeld dat cliënten of hun vertegenwoordigers vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit kunnen brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen. In artikel 23, lid 1 wordt advies gewijzigd in gevraagd en ongevraagd advies. Dit punt wordt Er wordt voor gekozen om bij de evaluatie van het beleid aan te sluiten bij de cyclus van het beleidsplan. Het beleid dat vanaf 2015 in werking treedt, wordt na twee jaar geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Dit punt wordt niet In artikel 27, lid 2 is bepaald dat aanvragen die zijn ingediend onder de oude verordening en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld krachtens de nieuwe verordening. Indien er een situatie ontstaat die voor de aanvrager nadelige gevolgen heeft, wordt de aanvraag afgehandeld krachtens de oude verordening.