DE JUISTE KEUZE EN HET CORRECT GEBRUIK VAN EEN DOSEERAEROSOL
|
|
- Victor van Dongen
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 2011, n 1 1 Apr. J. Maesschalck DE JUISTE KEUZE EN HET CORRECT GEBRUIK VAN EEN DOSEERAEROSOL Kernpunten De beslissende factoren bij de keuze van een gepast inhalatietoestel zijn: Inspiratoire flow van de patiënt Gebruiksvaardigheden van de patiënt (hand mondcoördinatie, laden van een dosis, ) Kosten versus baten Er bestaan drie groepen inhalatietoestellen: pmdi (Pressurized Metered Dose Inhaler): Dit is de klassieke puffer waarbij drijfgas zorgt voor het vrijkomen van de dosis. Het afvuren van een dosis kan gestuurd worden - met de hand (Ventolin, ) - of via de ademhaling (Autohaler, Easi Breathe ) DPI (Droog Poeder Inhalator): Hierbij wordt een dosis poeder door de patiënt opgezogen tot in de longen (Turbohaler, Diskus, Aerolizer, Handihaler, Novolizer ) Vernevelaar: Dit toestel zorgt voor een dispersie van de geneesmiddeloplossing of -suspensie in een nevel of aerosol via een pneumatische generator, via ultrasoon of via mesh. Tabel 1: Kernpunten bij de keuze van een inhalatietoestel en het type inhalatietoestel. Trefwoorden Astma, COPD, inhalatie-instructie, farmaceutische zorg, inspiratoire flow, pmdi, DPI, MMAD, deeltjesgrootte, longdepositie, inhalatietoestel, doseeraerosol. MeSH-termen Administration, Inhalation, Inhalation, Respiratory Therapy, Asthma, Pulmonary Disease, Chronic Obstructive, Inspiratory Capacity, Community pharmacy services Samenvatting Vele middelen voor astma en COPD worden toegediend via inhalatie. De voordelen van deze lokale toediening zijn duidelijk. Enerzijds kunnen we kleinere hoeveelheden actieve bestanddelen gebruiken, door een gerichte afgifte van het bestanddeel daar waar het zijn werking uitoefent. Anderzijds vermijden we grotendeels de systemische resorptie en de hieraan gerelateerde bijwerkingen. Bovendien zijn bronchodilatoren sneller werkzaam via inhalatie. De internationale richtlijnen voor astma en COPDbehandeling kiezen daarom resoluut voor inhalatie als toedieningsweg. Een nadeel is echter dat inhalatie een grotere handigheid van de patiënt vergt dan het oraal innemen van een geneesmiddel. De doeltreffendheid van inhalatietherapie valt of staat dan ook met het aanleren en toepassen van de juiste inhalatietechnieken. Aangezien de apotheker hierin een vooraanstaande rol speelt, gaat dit artikel in op de noodzakelijke farmaceutische zorg, eigen aan deze inhalatietoestellen, in het bijzonder de doseeraërosols. Résumé De nombreux médicaments pour le traitement de l asthme et des BPCO sont administrés par inhalation. Les avantages de cette administration locale sont clairs. D une part, elle permet d utiliser de petites quantités de principes actifs grâce à la délivrance ciblée de ceux - ci, là où ils doivent exercer leur activité. D autre part, elle permet d éviter en grande partie la résorption systémique et les effets indésirables qui y sont liés. De plus, les bronchodilatateurs agissent plus rapidement par inhalation. C est pourquoi, les directives internationales pour le traitement de l asthme et des BPCO optent résolument pour l inhalation comme voie d administration. Cette voie a toutefois pour inconvénient d exiger du patient une plus grande dextérité que la prise orale d un médicament. L efficacité d un traitement par inhalation dépendra donc également de l apprentissage et de la mise en œuvre corrects des techniques d inhalation. Etant donné que le pharmacien joue ici un rôle primordial, cet article traite des indispensables Soins Pharmaceutiques propres à ces dispositifs d inhalation, et plus particulièrement aux aérosols - doseurs. 1. INLEIDING Zowel de internationale richtlijnen voor COPD (GOLD richtlijnen 1 ) als deze voor astma (GINA richtlijnen 2 ) zijn duidelijk: een symptomatische controle van de ziekte houdt meer in dan het louter puffen van de geneesmiddelen. Beiden promoten een zogenaamd management programma om zo de ziekte optimaal te behandelen. Een dergelijke multidisciplinaire aanpak kaart onder andere ook rookstop, eetgewoonten en lichaamsbeweging aan. Mehuys et al 9 herkennen in deze management aanpak 4 extra aandachtspunten voor de apotheker. Zo zal hij, naast het informeren over het geneesmiddel: (i) rookstop begeleiden, (ii) griepvaccinatie bij COPD promoten, (iii) waken over de therapietrouw en (iv) toezien op de geschiktheid van een inhalator en de patiënt de bijhorende correcte inhalatietechniek aanleren. In dit artikel willen we dieper ingaan op deze laatste raadgeving: de gepaste inhalator en de bijhorende inhalatie-instructies. Vooraleer een geneesmiddel kan geïnhaleerd worden, moeten er immers een aantal handelingen uitgevoerd worden die verschillen naargelang het type inhalatietoestel. Mehuys et al 9 toonden aan dat extra aandacht voor een gepaste inhalatietechniek en therapietrouw in de Belgische apotheek leidt tot een significante verbetering van de symptoomcontrole bij onvoldoende gecontroleerde astmapatiënten. Er bestaan drie soorten toestellen om een actief bestanddeel in de longen te deponeren: pmdi (Pressurized Metered Dose Inhaler): Dit is de klassieke puffer waarbij drijfgas zorgt voor het vrijkomen van de dosis. Het afvuren van een dosis kan gestuurd worden: met de hand (Ventolin, ); of via de ademhaling (Autohaler, Easi Breathe ). DPI (Droog Poeder Inhalator): Hierbij wordt een dosis poeder door de patiënt opgezogen tot in de longen (Turbohaler, Diskus, Aerolizer, Handihaler, Novolizer ). Vernevelaar: Dit toestel zorgt voor een dispersie van de geneesmiddeloplossing of -suspensie in een nevel of aerosol via een pneumatische generator, via ultrasoon of via mesh.
2 2 2011, n 1 Dit artikel beperkt zich tot de eerste twee inhalatortypes. Richtlijnen over het gebruik van vernevelaars, vindt u op de website: apotheekrichtlijnen onder aerosol-therapie. Naast een correcte inhalatietechniek, moet het toestel geschikt zijn voor de patiënt. De apotheker moet daarom de keuze voor het geschikte toestel kunnen beoordelen. Daarbij stelt hij zich (i) de vraag of de patiënt wel in staat is de volledige dosis uit het toestel te inhaleren. Bijkomend gaat hij ook na of (ii) deze dosis wel op de juiste plaats in de longen terecht zal komen. Deze informatie bepaalt, samen met (iii) een beoordeling van de vaardigheid van de patiënt (hand-mondcoördinatie), de keuze van het gepaste toestel. Door bedacht te zijn op deze drie criteria kan de apotheker, in samenspraak met de arts, bijsturen wanneer hij problemen vermoedt. Het prijsverschil tussen de verschillende toestellen kan evenwel een remmende factor vormen bij de keuze van een geschikt toestel. Zo zijn er voor de kort werkende beta 2 mimetica momenteel enkel manuele pmdi toestellen terugbetaald op de Belgische markt. Andere toestellen zijn wel beschikbaar maar kosten snel 10 maal meer. 2. KAN DE PATIËNT DE VOLLEDIGE DOSIS UIT HET TOESTEL INHALEREN? De manier waarop een inhalator een dosis afgeeft, heeft een grote invloed op de doeltreffendheid van de therapie bij bepaalde patiëntengroepen. De dosisafgifte bij een pmdi gebeurt door middel van een drijfgas. De vrijstelling van de dosis gebeurt manueel of via inademing (minimale inspiratoire flux van 30 l / min) en de vrijgestelde dosis is onafhankelijk van de kracht van inademing. Bij een DPI is het echter een krachtige inademing van de patiënt zelf die de dosis uit het inhalatietoestel en in de longen haalt. Om de volledige dosis efficiënt ter plaatse te krijgen moet de patiënt dus een voldoende krachtige luchtstroom generen om niet alleen de weerstand in de vernauwde luchtwegen te overwinnen, maar ook de weerstand van de inhalator zelf. Dit laatste is bovendien afhankelijk van het toesteltype. Zo biedt een Turbohaler meer interne weerstand dan een Diskus 4. Afhankelijk van de ernst van de longaandoening, lijdt de patiënt aan een verminderd beschikbaar volume om verse lucht in te ademen. Dit verminderd vrij volume leidt, samen met verzwakte ademhalingspieren en een toegenomen luchtstroomweerstand door luchtwegvernauwingen, tot een verminderde kracht bij inademing (ademhalingskracht of inspiratoire flow). Deze patiënten kunnen, bij gebrek aan voldoende inspiratoire flow, geen volledige dosis uit een DPI Verminderd beschikbaar volume Verzwakte ademhalingspieren Toegenomen luchtstroomweerstand} verminderde ademhalingskracht (inspiratoire flow) halen. Dit fenomeen zien we bij licht COPD alleen tijdens inspanning en beïnvloedt bijgevolg voornamelijk de doeltreffendheid van inspannings en noodmedicatie. Patiënten met ernstig COPD lijden zelfs in rust aan een verminderde inspiratoire flow. Ook patiënten met een ernstige astma-aanval zullen moeilijk voldoende inspiratoire flow kunnen genereren 3. Figuur 1 toont dit verschil in geneesmiddelafgifte voor een DPI bij een normale inspiratoire flow (60 l/min) en een verminderde flow (30 l/min). De geneesmiddelenafgifte bij een pmdi blijft in deze omstandigheden constant. 3. RAAKT HET GENEESMIDDEL OP DE JUISTE PLAATS IN DE LONGEN? Figuur 1: Het verschil in budesonide afgifte tussen pmdi en DPI bij een verminderde inspiratoire flow 5. De longen zijn een kanaalsysteem met meer dan 23 vertakkingen van de mond tot aan de alveoli. Naarmate we dieper in de longen afdalen, wordt de doorsnede van de luchtkanalen steeds nauwer en verandert hun structuur, hun functie en hun gevoeligheid voor farmaca (het aantal plaatselijke receptoren). Bijgevolg moet ook de diameter van
3 2011, n 1 3 pmdi DPI Vrijkomen van het geneesmiddel Via drijfgas Via inspiratoire flow van de patiënt zelf Vrijgestelde dosis Flow onafhankelijk Flow afhankelijk een geneesmiddeldeeltje steeds kleiner worden om dieper in de longen te raken: een deeltjesdiameter groter dan 7,5 micrometer, zal door de luchtstroming te pletter slaan tegen de orofarynx en niet Ross et al, J. Aer. Med., 1996 Figuur 2: Mediane deeltjesgrootte (=MMAD) in functie van de patiëntgebonden inspiratoire flow voor een terbultaline pmdi en DPI 8. dieper penetreren. Een te klein deeltje zal helemaal niet neerslaan en riskeert weer uitgeademd te worden. Een diameter tussen 1 en 5 micrometer lijkt optimaal om diep genoeg te kunnen penetreren en de geviseerde receptoren te bereiken 6. Zo bevinden steroïdreceptoren zich bijvoorbeeld diffuus in de long, met een hoogste concentratie in de alveoli. Aangezien de inflammatie bij COPD zich ook in de kleine luchtwegen en alveoli bevindt, moet een doeltreffend inhalatiecorticoïde een mediane deeltjesgrootte kleiner dan 2 micrometer bezitten om ver genoeg door te dringen en zijn klinisch effect uit te oefenen. Ook hier is er een verschil tussen de pmdi en de DPI toestellen. De mediane deeltjesgrootte bij een pmdi is onafhankelijk van de inspiratoire flow van de patiënt aangezien het drijfgas zorgt voor de dispersie van het geneesmiddel in de lucht. De DPI toestellen echter produceren kleinere deeltjes naarmate de patiënt krachtiger inhaleert. Figuur 2 toont het belang van de krachtige inspiratoire flow aan. Een patiënt met ernstige COPD of een status astmaticus kan bijgevolg onvoldoende kleine deeltjes genereren uit de DPI. Doordat de mediane deeltjesgrootte onvoldoende verkleint, zal het geneesmiddel niet diep genoeg penetreren om op de doelreceptoren te binden. pmdi DPI Vrijkomen van het geneesmiddel Via drijfgas Via inspiratoire flow van de patiënt zelf Vrijgestelde dosis Flow onafhankelijk Flow afhankelijk Deeltjesgrootte Flow onafhankelijk Flow afhankelijk 4. WELKE TOESTEL GEEFT OPTIMAAL RESULTAAT? De voorgenoemde factoren (dosisafgifte en deeltjesgrootte) bepalen in belangrijke mate de hoeveelheid geneesmiddel die de inhalator op de juiste plaats ter beschikking stelt; de depositie van het geneesmiddel. In vivo is de depositie echter nog van andere factoren afhankelijk. Zo zien we bij de pmdi in vitro wel een grote dosisafgifte van geneesmiddeldeeltjes met de juiste diameter, maar toch blijkt in de praktijk dat slechts 10 tot 20 % van de dosis in de longen gedeponeerd wordt. Een vergelijkbaar resultaat wordt opgemeten bij een DPI 3. Hier zijn verschillende redenen voor: Bij een pmdi ligt het gevaar op een slechte depositie in de exacte coördinatie tussen het afvuren van de dosis en start van de inspiratie. Deze hand-mondcoördinatie kan op twee manieren verbeterd worden:
4 4 2011, n 1 pmdi DPI Vrijkomen van het geneesmiddel Via drijfgas Via inspiratoire flow van de patiënt zelf Vrijgestelde dosis Flow onafhankelijk Flow afhankelijk Deeltjesgrootte Flow onafhankelijk Flow afhankelijk Hand-mondcoördinatie Essentieel (bij pmdi zonder Niet van toepassing voorzetkamer of zonder activatie via inhalatie) Kracht bij het inhalatie Traag Voldoende krachtig Bij de breath-actuated pmdi (voorbeeld Q-var en Airomir Autohaler, Ecobec Easi Breathe) komt de aerosol niet eerder vrij dan wanneer de patiënt een bepaalde inspiratoire flow door het apparaat genereert, namelijk 30 l/min 3. Het is niet nodig een dosis manueel vrij te stellen. Bij het gebruik van een voorzetkamer stelt men eerst één of maximaal twee dosissen vrij en ademt men pas daarna in. Bovendien is het, althans bij een pmdi, belangrijk traag te inhaleren om het neerslaan van geneesmiddeldeeltjes op de keelholte zoveel mogelijk te vermijden. Zeker bij kinderen dient daarom een manuele pmdi zonder voorzetkamer zoveel mogelijk vermeden te worden aangezien de in vivo depositieresultaten dikwijls tegenvallen. Bij de DPI is de coördinatie met de ademhaling minder kritisch, de nodige inhalatiekracht des te meer. 5. WELKE INHALATOR BIJ WELKE PATIËNT? Aan de hand van de besproken variabelen kan een richtlijn worden geformuleerd voor het gebruik van een DPI dan wel een pmdi in verschillende klinische situaties. Figuur 3 maakt een indeling aan de hand van 3 factoren: kan een patiënt bewust inhaleren? kan een patiënt voldoende inspiratoire luchtstroomsterkte genereren door de betreffende inhalator? is de hand - mondcoördinatie in orde? Figuur 3: Beslisboom voor een gepaste inhalator 3.
5 2011, n 1 5 Bij dit voorlaatste criterium wijzen we erop dat de verschillende DPI s ook een verschillende minimale flow vragen. Voldoende inspiratoire flow en een goede coördinatie: Elk type van DPI en pmdi mogelijk. Bij orofaryngeale bijwerkingen is een pmdi met voorzetkamer geïndiceerd omdat hiermee minder geneesmiddel op de keelholte neerslaat (cfr. infra: veel voorkomende fouten ). Voldoende inspiratoire flow maar onvoldoende coördinatie: Zowel een DPI als een breath-actuated pmdi of een pmdi met voorzetkamer mogelijk. ℵ Een pmdi alléén is niet aangewezen in deze omstandigheden. Onvoldoende inspiratoire flow maar wel een goede coördinatie. Tot deze patiënten behoren patiënten met ernstige COPD en patiënten met ernstig astma bij wie ernstige bronchusobstructie regelmatig voorkomt. Een pmdi is mogelijk. ℵ DPI niet aangewezen. Onvoldoende inspiratoire flow en onvoldoende coördinatie: Breath-actuated pmdi of een pmdi met voorzetkamer mogelijk. Een vernevelaar is ook een optie. ℵ Een manuele pmdi alléén of een DPI zijn niet aangewezen. 6. INHALATIE-INSTRUCTIES 6.1 Veel voorkomende problemen Figuur 4: percentage van de dosis die op de keelholte achterblijft bij een gewone pmdi en een pmdi met voorzetkamer 8. Tabel 2 vat de meest voorkomende problemen per type inhalator samen. Enkele van deze problemen worden hieronder uitvoerig besproken. Door aandacht te schenken aan een correcte inhalatietechniek kunnen deze problemen vermeden worden. Zo zal het toestel gebruiksklaar maken met 7 % verbeteren door de patiënt hierop te wijzen. Het percentage dat uitademt, alvorens te inhaleren, stijgt van 26 % vóór instructie tot 65 % na instructie. En daar waar slechts 17 % van de patiënten zonder instructie de adem 5 tot 10 tellen inhoudt, doet 77 % dit correct na de gepaste uitleg 10. Tabel 2: Veel voorkomende problemen per type inhalator pmdi pmdi met voorzetkamer DPI Gebruiksklaar maken Uitademen vooraleer te inhaleren Tussen de tanden houden van het mondstuk 5 tot 10 tellen adem inhouden Verticaal houden met reservoir naar boven Horizontaal/ verticaal houden Hand - mondcoördinatie Orofaryngeale depositie Cold freon effect Variabele dosis door niet te schudden Onvoldoende traag en diep inademen Onvoldoende krachtig inademen Te veel dosissen in de voorzetkamer Te lang wachten vooraleer in te ademen Uitademen in het mondstuk Verder gebruiken, ook al is het reservoir leeg.
6 6 2011, n Tussen de tanden houden van het mondstuk. Sommige patiënten houden het mondstuk tussen de lippen waardoor een deel van de dosis neerslaat op de achterliggende tanden en in de mondholte. Oplossing: Dit kan men voorkomen door het mondstuk tussen de tanden te houden en de lippen te sluiten rondom het mondstuk Orofaryngeale depositie. De huidige pmdi s en DPI s geven een vergelijkbare orofaryngeale depositie. Omwille van de mogelijke lokale ongewenste effecten is deze depositie waarschijnlijk alleen van belang bij geïnhaleerde corticosteroïden. Oplossing: De mond spoelen na het inhaleren of inhaleren vooraleer te eten. Op die manier wordt de keelholte gereinigd. Ook het gebruik van een voorzetkamer voorkomt dit euvel in grote mate. Figuur 4 toont het grote verschil aan in keeldepositie tussen een pmdi met en zonder voorzetkamer 5. Dit betekent niet dat de geneesmiddeldepositie in de longen is toegenomen, immers de grootste geneesmiddeldeeltjes kleven aan de wand van de voorzetkamer in plaats van neer te slaan in de keelholte Cold freon effect. Sommige patiënten ervaren een plotse koude sensatie bij het gebruik van een pmdi. Dit wordt veroorzaakt door grotere druppels drijfgas die in de keel neerslaan en warmte aan het weefsel onttrekken tijdens de overgang naar de gasfase. Door deze koude sensatie in de keelholte, stopt de patiënt plots met dieper in te ademen. Figuur 5: Schematische weergave van een pmdi. De pijlen geven de vrijgave van het geneesmiddel en het gelijktijdig opnieuw laden van de volgende dosis weer. Oplossing: De mate waarin dit fenomeen optreedt, wordt bepaald door de hoeveelheid drijfgas die per puf vrijkomt. Hoe minder drijfgas per puf, des te kleiner de kans op het optreden van het cold-freon effect 5. Het is in ieder geval belangrijk de patiënt erop te wijzen verder in te ademen, ook wanneer hij een plotse koude voelt achteraan in de keel Verticaal of horizontaal houden van het toestel. Probleem en oplossing: Een pmdi bestaat steeds uit een gekalibreerd reservoir dat zich vult met de exacte dosis die wordt vrijgegeven (zie Figuur 5). Bij activatie sluit dit reservoir zich af, waarna het drijfgas de dosis voortstuwt. Op dat moment loopt ook een volgende dosis in het gekalibreerde reservoir. Daarvoor dient het toestel echter met het reservoir naar boven gehouden te worden. Dit is meteen ook de reden waarom een nieuw toestel eerst tweemaal moet afgevuurd worden in de atmosfeer vooraleer het te gebruiken. Ook wanneer de inhalator meer dan twee weken niet gebruikt is, verdampt de klaarstaande dosis langzaam en moet dit opnieuw gebeuren 7. Een DPI bevat een reservoir met daarin het poeder. Eenmaal geladen, zit het poeder los in het toestel en moet dit stil gehouden worden. Voor specifieke instructies per toestel, verwijzen we naar Tabel Schudden voor gebruik. Probleem en oplossing: Een pmdi bevat meestal een suspensie en dient dus krachtig geschud te worden om een homogene verdeling te verkrijgen Te veel dosissen in het voorzetstuk laden of te lang wachten vooraleer in te ademen. Er mogen maximum twee dosissen tegelijk in de voorzetkamer gebracht worden. Meer pufs zorgen voor meer deeltjes en verhogen de kans dat de deeltjes met elkaar botsen en groter worden door coagulatie. Hierdoor neemt de deeltjesfractie met de juiste diameter af (zie Figuur 6). Bij een voorzetkamer kunnen er enkele seconden verstrijken tussen het afvuren van de dosis in de voorzetkamer en het uiteindelijke inademen. Nochtans is het belangrijk de patiënt erop te wijzen dat de beschikbare dosis snel afneemt met de tijd (zie Figuur 7). Hoewel er bij het gebruik van een voorzetkamer enkele keren in- en uitgeademd wordt, blijft de eerste inademing de belangrijkste Uitademen in het mondstuk. Wanneer men eerst uitademt in een poederinhalator, kan het losse poeder vochtig worden. Daardoor bestaat het risico dat het geneesmiddel-
7 2011, n 1 7 Barry et al, Eur Respir J, 1994 leeg is, puffen sommige patiënten in de lucht of tegen een spiegel. Geen van beide methoden is betrouwbaar. Zij garanderen niet dat er nog geneesmiddel aanwezig is in de puffer. Mocht er toch nog geneesmiddel aanwezig zijn, is het niet zeker dat een puf de juiste dosis bevat. In sommige bijsluiters voor het publiek wordt aanbevolen het reservoir onder te dompelen in water. Indien het reservoir zinkt, is het vol. Een halfvol reservoir hangt in het water en een leeg reservoir drijft op het water. Ook deze methode wordt afgeraden 7 aangezien zij het product kan aantasten of dat er meer nevel aan een nat mondstuk zal blijven kleven. Figuur 6: Cumulatief effect van verschillende pufs tegelijk op de deeltjesdiameter bij het gebruik van een voorzetkamer Alle instructies op een rijtje Tabel 3 en 4 bieden een schematisch overzicht van de noodzakelijke instructies die U bij een eerste aflevering moet overlopen. Het toestel wordt hierbij best uit de verpakking genomen of men gebruikt een demotoestel bij het instrueren van de patiënt. Ook schriftelijke patiënteninstructies zijn aan te bevelen. Naast de instructie zelf, is het tevens raadzaam om kort uit te leggen wat de achterliggende reden van elke handeling is. Dit helpt de patiënt de boodschap te onthouden. In Tabel 3 en 4 staat die bijkomende informatie cursief gedrukt. Ook de inhalatie-instructies in de Delphi Care-databank, bevatten deze informatie. Vraag de patiënt in uw bijzijn een eerste inhalatie uit te voeren. Zo gaat u na of de patiënt uw uitleg goed begrepen heeft en kan u deze indien nodig bijsturen. O Callaghan et al, Thorax 1994 Figuur 7: Effect van de wachttijd vooraleer uit de voorzetkamer te inhaleren 8. agglomeraat onvoldoende fijn uiteen valt tijdens het inademen, met een te grote mediane deeltjesdiameter en een verminderde werking tot gevolg. Oplossing: Eerst uitademen, weg van het toestel, alvorens het toestel naar de mond te brengen Verder gebruiken, ook al is het reservoir leeg De meeste pmdi toestellen beschikken niet over een teller die aangeeft wanneer het reservoir leeg is. Oplossing: De meest betrouwbare maar veeleisende oplossing is dat de patiënt noteert hoeveel maal hij het toestel heeft gebruikt en zelf het aantal beschikbare dosissen uitrekent. Bij een onderhoudsbehandeling, met dagelijks eenzelfde posologie, noteert de patiënt hiervoor best de begindatum op het reservoir. Om te achterhalen of het reservoir niet 7. BESLUIT Het begeleiden van patiënten met inhalatiemedicatie is een belangrijke taak voor de apotheker. De doeltreffendheid van deze middelen hangt namelijk nauw samen met een juist gebruik van het inhalatietoestel. Dit zorgt ervoor dat deze toediening met veel meer fouten af te rekenen heeft dan de inname van een tablet. Het verstrekken van duidelijke inhalatie-instructies is in deze patiëntenbegeleiding slechts een onderdeel en mag daar zeker niet stoppen. De doeltreffendheid van deze geneesmiddelen is evenzeer gebaat met een controle van de juiste inhalatietechniek en een controle op de geschiktheid van het inhalatietoestel in functie van de individuele patiënt. Betreffende de geschiktheid van het inhalatietoestel moet de apotheker bedacht zijn op eventuele moeilijkheden aangaande de inspiratoire flow en de handmond coördinatie van de patiënt. Door deze evaluatie, in combinatie met ondersteunende materialen (duidelijke inhalatie-instructies en demotoestellen), kan de apotheker gezondheidsproblemen ten gevolge van een foutief gebruik van het inhalatietoestel, of ten gevolge van een niet geschikt inhalatietoestel, voorkomen.
8 8 2011, n 1 Tabel 3a: Gebruik en inhalatie-instructies voor pmdi-toestellen pmdi manueel pmdi, geactiveerd door ademhaling (Autohaler, easi breathe) Ventolin, Atrovent HFA, Flicotide, Pulmicort, Qvar Autohaler, Airomir Autohaler, Ecobec en Duovent HFA, Seretide, Airomir, Ecosal Easi Breathe Vóór eerste gebruik: 2 maal puffen in de atmosfeer. Dit moet ook gebeuren indien de inhalator twee weken niet gebruikt werd. Omdat de dosis gedeeltelijk vervliegt. 1/ Verwijder beschermkapje 2/ Laden dosis Goed schudden voor gebruik. Zodat er steeds eenzelfde hoeveelheid geneesmiddel vrijkomt. Inhalator verticaal houden met opening naar beneden (reservoir naar boven). Hendel omhoog duwen (Autohaler) 3/ Volledig uitademen naast het toestel. Zodat het mondstuk niet vochtig wordt en er geneesmiddel blijft aankleven. 4/ Inademen Hoofd rechtop en iets achterover houden. Hierdoor zijn de luchtwegen zo recht mogelijk en is er minder neerslag op de keelholte. Mondstuk tussen de tanden houden. Zodat er geen geneesmiddel door de tanden wordt tegengehouden. Traag en diep inademen. Geen controle Controle: klik bij het vrijkomen van de dosis 5/ Inhalator uit de mond nemen en adem 5 tot 10 tellen inhouden. Opdat de inhalator niet vochtig wordt en de volgende dosis er zou blijven aankleven. Opdat er zo weinig mogelijk werkzame stof weer wordt uitgeademd. 6/ Beschermkapje terugplaatsen. Zodat er volgende keer geen stof wordt ingeademd. Hendel omlaag duwen (autohaler) 7/ Mond spoelen indien corticoïde. Dit voorkomt ongewenste effecten zoals heesheid of keelinfectie. Opmerking: De luchtgaatjes niet afdekken met de vingers (onderaan bij Autohaler, bovenaan bij Easi Breathe). Reiniging: Om te vermijden dat het mondstuk verstopt. Het mondstuk van een doseeraërosol moet minstens éénmaal per week gereinigd worden (dagelijks voor Lomudal ): 1. Verwijder het reservoir en de beschermkap van het mondstuk. 2. Spoel het mondstuk zorgvuldig met warm stromend water. 3. Laat de verschillende onderdelen volledig drogen aan de lucht (indien mogelijk s nachts) of droog zorgvuldig zowel buiten- als binnenkant van het mondstuk. 4. Monteer het reservoir en de beschermkap op het mondstuk. Uitgezonderd Autohaler : De Autohaler niet demonteren. Reinig wekelijks het mondstuk van de inhalator met een papieren zakdoek of een droog en proper doekje.
9 2011, n 1 9 Tabel 3b: Gebruik en inhalatie-instructies voor pmdi-toestellen met voorzetkamer pmdi + voorzetkamer Eerste gebruik: 2 maal puffen in de lucht. Dit moet ook gebeuren indien de inhalator twee weken niet gebruikt werd. Omdat de dosis gedeeltelijk vervliegt. 1/ Verwijder beschermkapje 2/ Klaarmaken dosis Goed schudden voor gebruik. Zodat er steeds eenzelfde hoeveelheid geneesmiddel vrijkomt. Inhalator verticaal houden met opening naar beneden (reservoir naar boven). Inhalator op voorzetkamer zetten. 3/ Lippen sluiten rond het mondstuk of masker over mond en neus plaatsen. 4/ Adem rustig uit in de voorkamer en vuur dan maximaal 2 dosissen af. Hoofd rechtop en iets achterover houden. Hierdoor zijn de luchtwegen zo recht mogelijk en is er minder neerslag op de keelholte. Mondstuk tussen de tanden houden. Zodat er geen geneesmiddel door de tanden wordt tegengehouden. Traag en diep inademen. Geen controle 5/ Adem 5 tot 10 tellen inhouden en nog enkele keren traag door de voorzetkamer in - en uitademen. Voor volwassenen volstaan 5 inhalaties, voor kinderen 10. 6/ Beschermkapje terugplaatsen. Zodat er volgende keer geen stof wordt ingeademd. 7/ Mond spoelen indien corticoïde. Dit voorkomt ongewenste effecten zoals heesheid of keelinfectie. Reiniging: Dompel de voorzetkamer elke week onder in een sopje van water en zeep en laat opdrogen zonder na te spoelen 7. De plastieken voorzetkamer is elektrostatisch geladen, zeker indien ze nieuw uit de verpakking komt of drooggewreven wordt. De zeepfilm voorkomt dat het geneesmiddel aan de wand van de voorzetkamer zal kleven.
10 , n 1 Tabel 4: Gebruik- en inhalatie-instructies voor DPI s. Handihaler, Aerolizer Novolizer Turbohaler Diskus Spiriva Handihaler, Foradil, Novolizer Budesonide, Bricanyl Turbohaler, Oxis Turbohaler, Seretide Diskus, Beclophar Aerolizer, formoterol en salbutamol Pulmicort Turbohaler, Serevent Diskus, Miflonide Aerolizer Symbicort Turbohaler Flixotide Diskus Vóór eerste gebruik: Geen specifieke maatregelen nodig De vulling plaatsen met teller naar het mondstuk gericht: Draai de draaigreep zo ver mogelijk naar de ene kant en draai daarna weer zover mogelijk naar de andere kant. Klik is hoorbaar. Draai nog eens de draaigreep in beide richtingen. De Turbohaler is nu klaar voor gebruik. Geen specifieke maatregelen nodig 1/ Beschermkapje verwijderen 2/ Dosis laden Verticaal houden Gelule plaatsen, mondstuk toedraaien en doorboren Controle: krakend geluid tijdens doorboren gelule Horizontaal houden Gekleurde drukknop helemaal naar beneden duwen en los laten Controle: groen controlevenstertje = dosis geladen Verticaal houden De draaigreep zover mogelijk draaien in 1 richting, dan volledig terugdraaien tot u een klik hoort. Controle: klik is hoorbaar wanneer dosis geladen wordt Horizontaal houden Klepje helemaal naar rechts schuiven. Controle: klik is hoorbaar bij het laden van de dosis 3/ Volledig uitademen naast het toestel. Zodat het poeder niet vochtig wordt. 4/ Inademen Hoofd rechtop en iets achterover. Hierdoor zijn de luchtwegen zo recht mogelijk en is er minder neerslag op de keelholte. Mondstuk tussen de tanden houden. Zodat er geen geneesmiddel door de tanden wordt tegengehouden. Snel en krachtig inademen. Controle: Ratelend geluid (capsule draait rond haar as door luchtstroom) Lactose smaak Lege capsule Controle: Teller op inhalator De kleur van het controlevenster wordt terug rood Hoorbare klik bij het vrijkomen van de dosis Lactose smaak Controle: Teller op de inhalator. Deze dient enkel als controle op het resterend aantal pufs (zie opmerking) Smaak is niet altijd waarneembaar Controle: Teller op inhalator
11 2011, n 1 11 Handihaler, Aerolizer Novolizer Turbohaler Diskus 5/ Inhalator uit de mond nemen en adem 5 tot 10 tellen inhouden. Zodat de inhalator niet vochtig wordt en de volgende dosis poeder zou samenklonteren. Zodat er zo weinig mogelijk werkzame stof weer wordt uitgeademd. 6/ Beschermkapje terugplaatsen. Zodat bij volgend gebruik geen stof wordt ingeademd. 7/ Mond spoelen indien corticoïde. Dit voorkomt bijwerkingen zoals heesheid of keelinfectie. Opmerking: Indien niet alle poeder uit de capsule is opgezogen, moet nogmaals geïnhaleerd worden. Reiniging: Na het verwijderen van de lege capsule of cartouche, reinig het mondstuk en de capsulehouder met een zachte doek of borstel om de achtergebleven poederresten te verwijderen. Gebruik geen water om de inhalator te reinigen. Om het samenklonteren van het poeder te vermijden. Opmerking: Nog steeds een poedergeluid hoorbaar wanneer de inhalator leeg is. Dit is het droogmiddel in de inhalator. Indien op de teller een rood streepje zichtbaar wordt = nog 20 dosissen. Rood vakje tot onderaan telraampje = leeg. Reiniging: Reinig wekelijks de buitenkant van het mondstuk met een droge doek. Gebruik geen water om het mondstuk te reinigen. Om te vermijden dat het poeder samenklonter. Uitgezonderd: Handihaler Reinig maandelijks de handihaler. Open de beschermkap, het mondstuk en de capsulehouder. Spoel de inhalator met warm water om achtergebleven resten te verwijderen. Droog de handihaler grondig door het achtergebleven water met een papieren servetje te verwijderen. Laat de handihaler vervolgens aan de lucht drogen en laat daarbij de beschermkap, het mondstuk en de capsulehouder open. Het duurt ongeveer 24 uur voordat de Handihaler helemaal droog is. Maak hem daarom direct na gebruik schoon. Correspondentie Apr. J. Maesschalck, Dienst Wetenschappelijke Projecten CDSP-CWOA, APB maesschalck.joris@mail.apb.be REFERENTIES: 1. GOLD richtlijnen, [internet], Global Initiative for Chronic Obstructive Lung Disease 2009; [geraadpleegd op 20/09/2010], beschikbaar op: 2. GINA richtlijnen, [internet], Global Initiative for Asthma 2009 [geraadpleegd op 29/09/2010], beschikbaar op: 3. Dekhuijzen P.N.R. Inhalatiemedicatie bij volwassenen met obstructieve longaandoeningen: poeder of aerosol? Ned Tijdschr Geneeskd 1998;142(24): Beschikbaar op: pdf 4. de Koning et al. Relationship between respiratory flow through simulated dry powder inhalers and peak maximal inspiratory pressure [internet], Universiteit Groningen [geraadpleegd op 23/09/2010], beschikbaar op: 5. workshop inhalatietechnologie [internet], [geraadpleegd op 24/09/2010], beschikbaar op: Cindicaties%5Cademhalingsorganen%5Ccopd%5CP owerpoint%5cworkshop_inhalatie_technologie_deel _1.ppt 6. De Koning et al, Introduction to inhalation therapy with dry powder inhalers [internet], Universiteit Groningen [geraadpleegd op 23/09/2010], beschikbaar op: faculties/science/2001/j.p.de.koning/c1.pdf 7. Lodewijckx C. Schuermans D. Inhalothérapie, guide pratique à l usage des dispensateurs de soins, Acco Leuven Van Veldhuizen, workshop inhalatietechnologie [internet], [geraadpleegd op 03/10/2010], beschikbaar op: 0-%20inhalatie%20technologie%20van%20veldhuizen.pdf 9. Mehuys et al. Effectiveness of pharmacist intervention for asthma control improvement. Eur Respir J 2008; 31: Beschikbaar op: Dreessen, Muris. Van inhalatietragiek tot inhalatietechniek. Huisarts Wet 1997;40:48-50
INLEIDING 4 WELKE MEDICATIE MOET U INNEMEN? 5 INHALATIETOESTELLEN 6. Aerolizer 6. Autohaler 8. Breezhaler 11. Diskus 13
INLEIDING 4 WELKE MEDICATIE MOET U INNEMEN? 5 INHALATIETOESTELLEN 6 Aerolizer 6 Autohaler 8 Breezhaler 11 Diskus 13 Dosisaerosol met zakverstuiver 14 Dosisaerosol met voorzetkamer 16 Easi Breathe 19 Easyhaler
Nadere informatieInhalatietoestellen. Dienst inwendige geneeskunde Longziekten - Allergie » 24 DR. VALÉRIE VAN DAMME DR. GEERT TITS
DR. VALÉRIE VAN DAMME DR. GEERT TITS Dienst inwendige geneeskunde Longziekten - Allergie Inhalatietoestellen Dr. Geert Tits - Dr. Valérie Van Damme Dienst Inwendige Geneeskunde - Longziekte-Allergie Tel
Nadere informatieGoed gebruik van puffers en aërosolen
Goed gebruik van puffers en aërosolen Verschillende mogelijkheden vloeistof 1. Aërosoltherapie Gas 2. Dosisaërosol (met en zonder voorzetkamer) 3. Autohaler Poeder 4. Turbohaler 5. Diskus 6. Diskhaler/rotadisk
Nadere informatieINHALATIE Hanneke van Dijk kinderlongverpleegkundige
INHALATIE 30-06-2015 Hanneke van Dijk kinderlongverpleegkundige Doelstelling Aan het eind van deze workshop is de groep bekend met wat voor mogelijkheden er zijn om inhalatie medicatie toe te dienen en
Nadere informatieDoel van de presentatie
Doel van de presentatie Voordelen & valkuilen aërosoltherapie Educatie & therapietrouw Soorten medicatie en inhalatoren Valkuilen dosisaërosol & concreet gebruik Spacers: voordeel, gebruik en onderhoud
Nadere informatieCOPD en droogpoederinhalatoren
COPD en droogpoederinhalatoren diensthoofd inwendige geneeskunde Dienst pneumologie Jan Yperman Ziekenhuis Briekestraat 12 8900 Ieper Secretariaat pneumologie: 057 35 71 90 www.yperman.net 1 Wat is COPD?
Nadere informatieInhalatietherapie 24-4-2014
Inhalatietherapie Geert Celis Hvpk FM Pneumo Inhoud Waarom inhalatietherapie? Inhalatiemedicatie: soorten, werking, toedieningsvorm Soorten inhalatoren Inhalatie en tracheo(s)tomie Lokale nevenwerkingen:
Nadere informatieBegeleiding Nieuwe Medicatie
Begeleiding Nieuwe Medicatie Doelstellingen: De gezondheid van de patiënt verbeteren De therapietrouw verbeteren De efficiëntie van de behandelingen verbeteren Arts en apotheker versterken elkaars informatie
Nadere informatieINHALATIETHERAPIE G E E R T C E L I S H V P K F M P N E U M O L O G I E U Z L E U V E N. www.vvlr.be
INHALATIETHERAPIE G E E R T C E L I S H V P K F M P N E U M O L O G I E U Z L E U V E N www.vvlr.be WAAROM INHALATIETHERAPIE? Snel effect Weinig systemische nevenwerkingen Veel lagere dosissen nodig Eénvoudig
Nadere informatiepatiënteninformatie Interne 3 Inhalatietherapie GezondheidsZorg met een Ziel
i patiënteninformatie Interne 3 Inhalatietherapie GezondheidsZorg met een Ziel Mevrouw, mijnheer Omwille van een (long)aandoening moet u een of meerdere inhalatiemedicijnen innemen. Deze brochure beschrijft
Nadere informatieInhalatietherapie i e m lda m o r n i t g e o g r t z u m
Inhalatietherapie imelda omringt u met zorg Inhoud Inleiding 3 De dienst pneumologie 3 Medicatielijst 4 2 De inhalatietoestellen Overzicht 6 Aerolizer 8 Autohaler 10 Breezehaler 12 Diskus 14 Dosisaërosol
Nadere informatieInhalatie medicatie toedienen. Vaardigheid Voordelen Nadelen
Inhalatie medicatie toedienen Vaardigheid Voordelen Nadelen De soorten hulpmiddelen Doseer inhalator = doseeraesosol Poederinhalatoren, meerdere soorten Verneveling inhalator Soorten medcijnen Medicatie:
Nadere informatieInhalatietherapie i n f o r m a t i e v o o r p a t i ë n t e n
Inhalatietherapie i n f o r m a t i e v o o r p a t i ë n t e n Inhalatietherapie 2 Inhalatietherapie 3 Inleiding 5 WELKE MEDICATIE MOET U INNEMEN 6 DE INHALATIETOESTELLEN 7 Dosisaërosol Dosisaërosol met
Nadere informatiepatiëntenwijzer Dienst Pneumologie Inhalatietherapie
patiëntenwijzer Dienst Pneumologie Inhalatietherapie Inhoud Inleiding p. 1 Uw medicatieschema p. 2 De inhalatietoestellen Dosisaërosol p. 3 Dosisaërosol met voorzetkamer p. 4 Autohaler p. 6 Diskus p. 8
Nadere informatieGebruik aërosolapparaten en puffers
Gebruik aërosolapparaten en puffers Definitie Het gebruik van aërosol, dosisaërosol (puffer) of poederinhalator is een therapie waarbij men door het vernevelen of verstuiven van een geneesmiddel, opgelost
Nadere informatieDe aerochamber met baby/kindermasker
De aerochamber met baby/kindermasker De aerochamber (zie afbeelding) is een hulpstuk (ook wel voorzetkamer genoemd) die je samen met een dosis aerosol (een spuitbusje met daarin een van bovengenoemde medicijnen)
Nadere informatieInhalatietherapie. informatie voor patiënten
Inhalatietherapie informatie voor patiënten INLEIDING 4 WELKE MEDICATIE MOET U INNEMEN? 5 INHALATIETOESTELLEN 6 Aerolizer 6 Autohaler 8 Breezhaler 11 Diskus 13 Dosisaerosol met zakverstuiver 14 Dosisaerosol
Nadere informatieEasyhaler. Diskushaler Schuif de beschermkap van de Diskushaler open door de inkeping met je duim naar rechts te schuiven
Schud de Easyhaler voor gebruik Easyhaler Verwijder de beschermdop Laad de Easyhaler door éénmaal op het oranje bovenstuk te drukken: KLIK Adem zo krachtig en diep mogelijk in via de mond Neem de inhalator
Nadere informatieToetsvragen en stellingen Antwoorden met verklaring
Toetsvragen en stellingen Antwoorden met verklaring Stellingen 1. Als de benauwdheidsklachten minder worden, kan de onderhoudsmedicatie gestopt worden. Eens/ oneens Deze gedachte is een reden waarom veel
Nadere informatie17/03/2010. Piekstroommeting PIEKSTROOMMETING GEBRUIK VAN DOSEERAEROSOLS. Eric Derom. 1ste Master Geneeskunde. Maximale expiratoire volume-tijd curve
Piekstroommeting PIEKSTROOMMETING GEBRUIK VAN DOSEERAEROSOLS Eric Derom 1ste Master Geneeskunde Maximale expiratoire volume-tijd curve Maximale expiratoire flow-volumecurve EXPIRATOIRE PIEKSTROOM MEF 75
Nadere informatieHet gebruik van de verschillende inhalatoren
Longgeneeskunde Inhaleren Inhalatiemedicijnen Bij de behandeling van astma en COPD (chronische bronchitis en longemfyseem) wordt er gebruik gemaakt van verschillende inhalatie medicijnen. Ze zijn onder
Nadere informatieInhaleren; eenvoudig toch? E. Boot, verpleegkundig specialist
Inhaleren; eenvoudig toch? E. Boot, verpleegkundig specialist Inhaleren is makkelijk en even te doen. Inhoud Inhalatiemedicatie Werking van de verschillende inhalatiemedicatie Inhalatie technologie Diverse
Nadere informatieInhalatie technologie bij kinderen. Stichting VS-KLZ
Inhalatie technologie bij kinderen Margareth Siemons V.S Kinderlongziekten Noordwest ziekenhuis Alkmaar Annelies van der Kolk V.S. Kinderlongziekten Deventer Ziekenhuis Stichting VS-KLZ Disclosure belangen
Nadere informatieNoodmedicatie of aanvalsmedicatie
Beste ouder In deze folder geven we u meer info over de verschillende medicatie voor de luchtwegen. We geven ook een overzicht van de verschillende inhalatoren. De dienst kinderziekten Noodmedicatie of
Nadere informatieAstma en COPD: Inhalatoren en instructies. Frederik van Gemert,, kaderhuisarts Wilma de Vreeze,, praktijkverpleegkundige
Astma en COPD: Inhalatoren en instructies Frederik van Gemert,, kaderhuisarts Wilma de Vreeze,, praktijkverpleegkundige CAHAG POHdagen 2009 1 Programma Inleiding inhalatoren Demonstratie (fouten herkennen)
Nadere informatieKinderen. Poederinhalator. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk
Kinderen Poederinhalator T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont
Nadere informatieInhalatie-instructie Workshop XXXXXXXXXXX. Zorggroep Synchroon
Inhalatie-instructie Workshop XXXXXXXXXXX Zorggroep Synchroon Programma: LAN, Long Alliantie Nederland Inhalatietechnologie en inhalatietechniek - Poederinhalatoren - Dosisaërosolen + Voorzetkamers - Ademgeactiveerde
Nadere informatieInhaleren met de Aerochamber met mondstuk
Inhaleren met de Aerochamber met mondstuk voor kinderen vanaf ongeveer 4 jaar De arts heeft vastgesteld dat je problemen hebt met je luchtwegen. Je krijgt daarvoor medicijnen via een voorzetkamer, de Aerochamber.
Nadere informatieGebruik van verneveling/ dosis aërosol en voorzetkamers
Gebruik van verneveling/ dosis aërosol en voorzetkamers Van Dyck Lieve Verpleegkundige, Consultatie longziekten, UZ Antwerpen April 2011 Doel Een algemeen overzicht te geven van de meest gebruikte inhalatiemethodes
Nadere informatiePIEKSTROOMMETING GEBRUIK VAN DOSEERAËROSOLS. Eric Derom. 1e Proef Geneeskunde. Piekstroommeting
PIEKSTROOMMETING GEBRUIK VAN DOSEERAËROSOLS Eric Derom 1e Proef Geneeskunde Piekstroommeting 1 Maximale expiratoire volume-tijd curve 2 Maximale expiratoire flow-volumecurve EXPIRATOIRE PIEKSTROOM MEF
Nadere informatieInhalatie-apparaatjes
Inhalatie-apparaatjes Inhoudsopgave Pagina 0 Dosis-aerosol met voorzetkamer 3 0 Respimat 7 0 Inhalator met capsule 10 0 De Nexthaler 13 0 Autohaler 16 0 Redihaler 19 0 Turbuhaler 22 0 Diskus 25 0 Novolizer
Nadere informatieMedicijnen puffen via een voorzetkamer
KINDERGENEESKUNDE Medicijnen puffen via een voorzetkamer KINDEREN Medicijnen puffen via een voorzetkamer Uw kind heeft medicijnen (puffen) gekregen voor de luchtwegen. Deze medicijnen zitten in een verstuiver
Nadere informatieInhaleren met de Novolizer
Inhaleren met de Novolizer Poederinhalator voor kinderen vanaf ± 7 jaar De arts heeft vastgesteld dat je problemen hebt met je luchtwegen. Je krijgt daarvoor medicijnen in poedervorm. Dit poeder zit in
Nadere informatieInhalatiemedicatie bij kinderen met astma
Patiënteninformatie Inhalatiemedicatie bij kinderen met astma Informatie over verschillende toedieningsvormen van inhalatiemedicatie 1234567890-terTER_ Inhoudsopgave Pagina Kinderastmateam 4 Aerochamber
Nadere informatieInhaleren met de Aerochamber, met masker
Inhaleren met de Aerochamber, met masker voor kinderen van 0 tot ongeveer 4 jaar De arts heeft vastgesteld dat uw kind problemen heeft met de luchtwegen. Uw kind krijgt daarvoor medicijnen via een voorzetkamer,
Nadere informatieFOSTER NEXTHALER. Gebruiksinstructie voor de patiënt. Extrafijn inhalatiepoeder Beclometason+Formoterol
FOSTER NEXTHALER Gebruiksinstructie voor de patiënt Extrafijn inhalatiepoeder Beclometason+Formoterol Uw arts heeft u de FOSTER NEXThaler voorgeschreven voor de onderhoudsbehandeling van uw astmaklachten.
Nadere informatieAstma medicatie voor kinderen
Astma medicatie voor kinderen Kindergeneeskunde mca.nl Inhoudsopgave De volgende inhalatiemedicatie wordt gebruikt bij kinderen met astma 3 Inhalatietechniek 5 Afbouwschema Ventolin/Salbutamol/Airomir
Nadere informatieMedicatie toedienen via inhalatie met een verstuiver, een poederinhalator of een vernevelapparaat
0 0 0 0 0 0 Opdrachtformulier Medicatie toedienen via inhalatie met een verstuiver, een poederinhalator of een vernevelapparaat Naam student: Datum: Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en
Nadere informatiekindergeneeskunde informatiebrochure Richtlijnen voor het correct puffen bij kinderen
kindergeneeskunde informatiebrochure Richtlijnen voor het correct puffen bij kinderen Inhoudstafel 1. Waarom een voorzetkamer gebruiken? 4 2. Welk masker is het meest geschikt? 4 3. Afleiding 4 4. Medicatie
Nadere informatieBabyhaler. Informatie voor ouders of verzorgers
Babyhaler Informatie voor ouders of verzorgers De dosis-aërosol Uw arts heeft uw kind een geneesmiddel voorgeschreven voor problemen met de luchtwegen. Dit geneesmiddel bestaat uit een zeer fijn poeder,
Nadere informatieKinderen. Poederinhalator. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk
Kinderen Poederinhalator T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont
Nadere informatieInhalatie Medicatie Instructie School. Inhoud van de workshop. Wat zou je willen weten?? Doelstelling. Doelen IMIS
Inhalatie Medicatie Instructie School Inhoud van de workshop IMIS/LAN Inhalatietechnologie Inhalatietechniek Medicatie Instructie Wat zou je willen weten?? Doelstelling Verwerven van kennis en vaardigheden
Nadere informatieEENHEID FARMACEUTISCHE ZORG
EENHEID FARMACEUTISCHE ZORG HET BELANG VAN EEN GOEDE INHALATIETECHNIEK Prof. dr. Koen Boussery Dr. Els Mehuys Eenheid Farmaceutische Zorg HOE PREVALENT ZIJN INHALATIETECHNIEKFOUTEN? Analyse van 144 studies
Nadere informatieDisclosure belangen spreker. Inhalatie Medicatie Instructie School. Doelstelling IMIS. Stichting IMIS e.a. Toets. Agenda
Disclosure belangen spreker (potentiële) Belangenverstrengeling Geen Inhalatie Medicatie Instructie School Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium
Nadere informatieInhalatietherapie: Puffen of vernevelen. Geert Celis. Hvpk fm pneumologie
Inhalatietherapie: Puffen of vernevelen Geert Celis Hvpk fm pneumologie Longdepositie Inhoud Zakverstuiver (pmdi) + droogpoeder inhalator (DPI) + verneveling Voor- en nadelen Techniek Educatie inhalatietherapie:
Nadere informatieInhaleren met de Aerochamber met masker
Inhaleren met de Aerochamber met masker voor kinderen van 0 tot ongeveer 4 jaar De arts heeft vastgesteld dat uw kind problemen heeft met de luchtwegen. Uw kind krijgt daarvoor medicijnen via een voorzetkamer,
Nadere informatieInhalatietherapie. Hvpk fm pneumologie
Inhalatietherapie Geert.celis@uzleuven.be Hvpk fm pneumologie Therapie(on)trouw 50-70% van de chronische patiënten die geneesmiddelen gebruiken breekt voortijdig zijn behandeling af, zelfs al kort na
Nadere informatieGebruik van de Aerochamber. Kindergeneeskunde
Gebruik van de Aerochamber Kindergeneeskunde Beter voor elkaar 1 2 Inleiding Uw kind heeft van de kinderarts een Aerochamber gekregen om medicijnen te inhaleren. In deze folder wordt uitgelegd hoe de Aerochamber
Nadere informatieWorkshop Inhalatie. Wim van Aalderen,, Emma Kinderziekenhuis, Amsterdam Pijnenburg, Sophia Kinderziekenhuis, Rotterdam
Workshop Inhalatie Wim van Aalderen,, Emma Kinderziekenhuis, Amsterdam Mariëlle Pijnenburg, Sophia Kinderziekenhuis, Rotterdam Gebaseerd op de workshop inhalatietechnologie van IVAX. Programma Workshop
Nadere informatieINHALEREN MET VOORZETKAMER
INHALEREN MET VOORZETKAMER 1029 Inhaleren met een voorzetkamer 1. Dosis aërosol krachtig schudden en in de voorzetkamer plaatsen. 2. Plaats het mondstuk van de voorzetkamer tussen de tanden en sluit de
Nadere informatieOBSTRUCTIEVE LONGAANDOENINGEN: Door de bomen het bos opnieuw zien. Diensten Longziekten AZ Maria Middelares Gent AZ Sint-Vincentius - Deinze
OBSTRUCTIEVE LONGAANDOENINGEN: Door de bomen het bos opnieuw zien Diensten Longziekten AZ Maria Middelares Gent AZ Sint-Vincentius - Deinze COPD: welke bos kiezen? Dr Paul Germonpré- Pneumologie AZ Maria
Nadere informatieWorkshop: Reversibiliteitstest
Workshop: Reversibiliteitstest Kevin De Soomer Longfunctie UZA VVLR, Colloquium 2016 Bronnen: Standaardisatie rapport ATS/ERS 2005 GINA richtlijnen GOLD richtlijnen Stellingen: JUIST / FOUT 1. Om de reversibiliteit
Nadere informatieklacht afkorting voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease, een
: factoren verergeren en 3 klacht afkorting voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease, een, zoals ingen voornaamste de doen om te verbeteren. Daarom hebben we deze serie werkboeken voor zelfmanagement
Nadere informatieAstma medicatie voor kinderen
Astma medicatie voor kinderen Kindergeneeskunde mca.nl Inhoudsopgave De volgende medicatie wordt gebruikt bij kinderen met astma 3 Combinatiemedicijnen 4 Inhalatietechniek 4 Afbouwschema Ventolin/Salbutamol/Airomir
Nadere informatieAstma behandelplan. Kindergeneeskunde. mca.nl
Astma behandelplan Kindergeneeskunde mca.nl Inhoudsopgave Telefonisch spreekuur 2 Hoe werken de medicijnen? 3 Tips 3 Groene zone 4 Oranje zone 5 Rode zone 6 Afbouwschema Ventolin/Salbutamol/Airomir 100
Nadere informatieInhalatietechnologie en therapietrouw
Inhalatietechnologie en therapietrouw van theorie naar praktijk Trends 2018 Putten Annelies van der Kolk Verpleegkundig specialist kinderlongziekten Deventer Ziekenhuis Kolkvda@dz.nl Ellen Croonen Kinderarts,
Nadere informatieRichtlijnen voor het gebruik van inhalatiemedicijnen herziende druk 2008 werkgroep inhalatierichtlijnen 2003
Richtlijnen voor het gebruik van inhalatiemedicijnen herziende druk 2008 werkgroep inhalatierichtlijnen 2003 Inhoudsopgave A. Inleiding 3 B. Dosisaërosol 11 1. Dosisaërosol 12 C. Dosisaërosol met voorzetkamer
Nadere informatieInhaleren moet je leren Droog oefenen Geneesmiddelen op maat
In Nederland heeft één op de tien mensen last van een chronische aandoening aan de luchtwegen. Dit kan astma zijn, chronische bronchitis of emfyseem. Voor astma, chronische bronchitis en emfyseem samen
Nadere informatieLongfunctieonderzoeken
Longfunctieonderzoeken In deze folder geeft het Spijkenisse Medisch Centrum u algemene informatie over longfunctieonderzoeken die op de longpolikliniek (route 77) worden uitgevoerd. Leest u deze informatie
Nadere informatieBegeleidingsgesprek nieuwe medicatie Astma-Inhalatiecorticosteroïden stap voor stap
Begeleidingsgesprek nieuwe medicatie Astma-Inhalatiecorticosteroïden stap voor stap Doelstellingen Deze procedure strekt tot doel: Om de verschillende stappen van het begeleidingsgesprek nieuwe medicatie
Nadere informatiePATIËNTENBIJSLUITER. 1: Algemene kenmerken
PATIËNTENBIJSLUITER Voordat u Qvar Extrafijne Aërosol Inhalator of AeroChamber Plus met mondstuk of masker gaat gebruiken is het belangrijk de volgende informatie rustig en nauwkeurig door te lezen. Dit
Nadere informatieInhaleren met de Turbuhaler
Inhaleren met de Turbuhaler poederinhalator voor kinderen vanaf ± 7 jaar De arts heeft vastgesteld dat je problemen hebt met jouw luchtwegen. Je krijgt daarvoor medicijnen in de vorm van poeder. Deze poeder
Nadere informatieInhaleren via de Babyhaler
Inhaleren via de Babyhaler De arts heeft bij uw kind luchtwegklachten vastgesteld. De behandeling van deze klachten vindt plaats door inhalatie van medicijnen via een Babyhaler. Hierdoor kunnen klachten
Nadere informatieInhalatiemedicatie bij kinderen met astma
Patiënteninformatie Inhalatiemedicatie bij kinderen met astma Informatie over verschillende toedieningsvormen van inhalatiemedicatie Inhoudsopgave Pagina Kinderastmateam 4 Babyhaler 5 Instructie 5 Onderhoud
Nadere informatieBegeleidingsgesprek Nieuwe Medicatie. Inhalatie Corticosteroïden
Begeleidingsgesprek Nieuwe Medicatie Inhalatie Corticosteroïden De algemene context Past : Added value: quality, conformity, logistics, distribution linked to products Future : Added value: counseling,
Nadere informatieHandboek Inhalatie medicatie VU medisch centrum
Handboek Inhalatie medicatie VU medisch centrum Handboek Inhalatie medicatie VUmc geprint op 3 mei 2013 pagina 1 Handboek Inhalatie medicatie VUmc geprint op 3 mei 2013 pagina 2 Inleiding Handboek Inhalatie
Nadere informatieOPGELUCHT LEVEN MET SPIRIVA
OPGELUCHT LEVEN MET SPIRIVA DE ROL VAN SPIRIVA BIJ DE BEHANDELING VAN COPD Informatiefolder voor patiënten met de chronische longaandoening COPD die worden behandeld met Spiriva. Inhoud Wat kan Spiriva
Nadere informatieACQ lijst. Voorbeeld van ACQ lijst:
Bijlagen ACQ lijst U krijgt een ACQ lijst mee. Deze moet vóór elk polikliniek bezoek worden ingevuld over de afgelopen 4 weken. Vergeet de lijst dus niet mee te nemen naar de afspraak. Voorbeeld van ACQ
Nadere informatieMedicijngebruik bij kinderen met astma
Medicijngebruik bij kinderen met astma Afdeling kindergeneeskunde Vooraf Bijna alle kinderen met astma gebruiken medicijnen, meestal inhalatiemiddelen. In de praktijk blijken veel kinderen hun medicijnen
Nadere informatieAeroChamber Informatie voor ouders. Astmapoli voor kinderen
00 AeroChamber Informatie voor ouders Astmapoli voor kinderen 1 De dosis-aërosol Uw kind heeft luchtwegproblemen en daarom heeft de arts het medicijn dosis-aërosol voorgeschreven. Dit is een spuitbus met
Nadere informatieINFORMATIE VOOR DE PATIENT OVER SYMBICORT TURBUHALER 200/6
17-05-01 SYM202134.B1-1- INFORMATIE VOOR DE PATIENT OVER SYMBICORT TURBUHALER 200/6 Lees deze informatie goed door, ook als u Symbicort Turbuhaler al langer gebruikt. De informatie kan namelijk zijn aangepast
Nadere informatieFysica. Aërosoltherapie. Het doel van elke toediening. Voordelen van aërosoltoediening. Vanuit het fysieke standpunt
Aërosoltherapie Daniël Schuermans Longfunctie Biomedical research unit Multidisciplinaire opleiding 2019 Voordelen van aërosoltoediening Het doel van elke toediening Eenvoudige toediening Rechtstreekse
Nadere informatieQVAR EXTRAFIJNE AËROSOL 50, 100 INHALATOR, aërosol, oplossing AeroChamber Plus met mondstuk of masker
1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Qvar Extrafijne Aërosol 50 Inhalator, 50 microgram/dosis, aërosol, oplossing Qvar Extrafijne Aërosol 100 Inhalator, 100 microgram/dosis,
Nadere informatieAstma behandelplan Kindergeneeskunde.
Astma behandelplan Kindergeneeskunde www.nwz.nl Inhoud Uw vragen 2 Hoe werken de medicijnen? 3 Tips 3 Groene zone 4 Oranje zone 5 Rode zone 6 Afbouwschema Ventolin/Salbutamol/Airomir 100 mcg na opname
Nadere informatieDe longen als doelgebied
CAHAG 017 1 Inhalatietechnologie en Medicatie Disclosure form CAHAG 017 CAHAG 017 Het belang van inhalatietechnologie voor een optimale luchtwegbehandeling Disclosure belangen spreker Geen (potentiële)
Nadere informatieLONGFUNCTIEONDERZOEKEN
LONGFUNCTIEONDERZOEKEN In deze folder geeft Spijkenisse Medisch Centrum u algemene informatie over longfunctieonderzoeken die op de longpolikliniek (route 77) worden uitgevoerd. Leest u deze informatie
Nadere informatieDosisaërosol met voorzetkamer met mondstuk of masker
Dosisaërosol met voorzetkamer met mondstuk of masker 2 De voorzetkamer is een hulpmiddel om medicatie uit een dosisaërosol (spuitbusje) te inhaleren. Als het medicijn in de voorzetkamer wordt gespoten,
Nadere informatieKWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Lomudal, dosis-aërosol, 1 mg natriumcromoglicaat per verstuiving:
Aanhangsel IB NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lomudal, dosis-aërosol KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Lomudal, dosis-aërosol, 1 mg natriumcromoglicaat per verstuiving: FARMACEUTISCHE VORM Lomudal
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Qvar Extrafijne Aërosol 50 Inhalator, dosis-aërosol 50 microgram/dosis Qvar Extrafijne Aërosol 100 Inhalator, dosis-aërosol 100 microgram/dosis beclometasondipropionaat
Nadere informatieLongfunctieonderzoek bij kinderen (aankruisen wat van toepassing is) Flowvolume onderzoek/spirogram. Histamineprovocatietest
Informatie Longfunctieonderzoek bij kinderen Longfunctieonderzoek bij kinderen (aankruisen wat van toepassing is) Flowvolume onderzoek/spirogram Reversibiliteit Bodybox Inspanningstest Histamineprovocatietest
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. BRICANYL TURBOHALER 0,5 mg/dosis, inhalatiepoeder. Terbutaline sulfaat
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER BRICANYL TURBOHALER 0,5 mg/dosis, inhalatiepoeder Terbutaline sulfaat Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel.
Nadere informatieLongfunctieonderzoek op de longfunctieafdeling. Informatie voor ouders en/of verzorgers
Longfunctieonderzoek op de longfunctieafdeling Informatie voor ouders en/of verzorgers Inhoudsopgave Informatie voor ouders... 1 1. Inleiding... 1 2. Longfunctieonderzoek... 1 3. Voorbereiding... 1 4.
Nadere informatieLongfunctieonderzoek op de polikliniek kindergeneeskunde. Informatie voor ouders en/of verzorgers
Longfunctieonderzoek op de polikliniek kindergeneeskunde Informatie voor ouders en/of verzorgers Inhoudsopgave Inleiding... 1 Voorbereiding thuis... 1 Longfunctieonderzoek... 2 Onderzoeken... 2 Spirometrie
Nadere informatieBRISP132.B1-1-
26-04-01 BRISP132.B1-1- Bricanyl Spacer 4.1340.9PP Informatie voor de patiënt Algemeen Lees deze informatie eerst goed, voordat u Bricanyl Spacer gaat gebruiken. Ook wanneer u aan een volgende verpakking
Nadere informatieAstma en COPD VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? VRAAG HET UW APOTHEKER
Astma en COPD WAT ZIJN DE KLACHTEN MEDICIJNEN OM UW KLACHTEN TE VERMINDEREN WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN ADVIES IN EEN PERSOONLIJK GESPREK INFORMATIE MEDICIJNEN OP RECEPT VRAAG OVER UW MEDICIJNEN?
Nadere informatieLongfunctie HISTAMINEDREMPEL BEPALING
Longfunctie HISTAMINEDREMPEL BEPALING INLEIDING U bent ingestuurd voor een histaminedrempel bepaling. In deze folder leest u wat dit onderzoek inhoudt en wat er van u verwacht wordt. VOORBEREIDING THUIS
Nadere informatieLONGFUNCTIEONDERZOEKEN
PATIËNTENINFORMATIE SPIJKENISSE Medisch Centrum LONGFUNCTIEONDERZOEKEN In deze folder geeft het Spijkenisse Medisch Centrum u algemene informatie over longfunctieonderzoeken die op de longpolikliniek (route
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Qvar Extrafijne Aërosol 100 Autohaler dosis-aërosol 100 microgram/dosis beclometasondipropionaat
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Qvar Extrafijne Aërosol 100 Autohaler dosis-aërosol 100 microgram/dosis beclometasondipropionaat Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met
Nadere informatieLongfunctieonderzoeken. Sophia Kinderziekenhuis
Longfunctieonderzoeken Sophia Kinderziekenhuis Uw kind komt binnenkort om één of meer van de in deze folder beschreven longfunctieonderzoeken uit te voeren. De onderzoeken helpen de arts een beter beeld
Nadere informatieHet aanleren van inhaleren bij patiënten met astma en COPD: kan het beter?
Het aanleren van inhaleren bij patiënten met astma en COPD: kan het beter? een onderzoek naar verschillende manieren van inhalatie-instructie voor het aanleren van correct gebruik van inhalatiemedicatie
Nadere informatieAstma en COPD. Aanbevelingen en lijsten geneesmiddelen
Astma en COPD Aanbevelingen en lijsten geneesmiddelen Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1 e Deel ASTMA 5 I. Astma aanbeveling 6 1. Stel de diagnose 6 2. Kies de chronische behandeling 6 3. Elementen
Nadere informatieKinderen. Dosisaërosol. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk
Kinderen Dosisaërosol T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont Stalenstraat
Nadere informatieLongfunctieonderzoek bij kinderen
Longfunctieonderzoek bij kinderen Binnenkort komt uw kind in het ziekenhuis voor een longfunctieonderzoek. Waarschijnlijk heeft de kinderarts u al het een en ander verteld over het onderzoek dat bij uw
Nadere informatieLongfunctie onderzoek
Longfunctie onderzoek Longgeneeskunde 2 U heeft een afspraak voor een longfunctie-onderzoek. In deze folder leest u wat u kunt verwachten. Wat is een longfunctie onderzoek? Een longfunctieonderzoek geeft
Nadere informatieInhalatie Technologie en Medicatie
faculteit wiskunde en natuurwetenschappen farmacie en farmaceutische wetenschappen CAHAG 24 januari 2013 1 Inhalatie Technologie en Medicatie Farmaceutische Technologie en Biofarmacie Het belang van inhalatie
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. ECOBEC 250 µg Easi-Breathe aërosol, oplossing. Beclometason dipropionaat (watervrij)
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER ECOBEC 250 µg Easi-Breathe aërosol, oplossing Beclometason dipropionaat (watervrij) Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik
Nadere informatieHistamineprovocatietest
Histamineprovocatietest Wat is een histamine-provocatietest? Sommige mensen, bijvoorbeeld astmapatiënten, hebben last van overgevoelige luchtwegen die sterk reageren op bepaalde prikkels van buitenaf.
Nadere informatieFysica. Correcte inhalatie is cruciaal voor een efficiënte therapie. Het doel van elke toediening. Voordelen van aërosoltoediening
Correcte inhalatie is cruciaal voor een efficiënte therapie Daniël Schuermans Longfunctie Biomedical research unit Opleidingsdag Grimbergen 2016 Voordelen van aërosoltoediening Het doel van elke toediening
Nadere informatieInhalatiemedicatie bij volwassenen met obstructieve longaandoeningen: poeder of aërosol?
Voor de praktijk Inhalatiemedicatie bij volwassenen met obstructieve longaandoeningen: poeder of aërosol? p.n.r.dekhuijzen Inhalatiemedicatie is de belangrijkste vorm van behandeling bij patiënten met
Nadere informatieHERZIENE AANBEVELINGEN VAN GINA VOOR ASTMA, EN VAN GOLD VOOR COPD
HERZIENE AANBEVELINGEN VAN GINA VOOR ASTMA, EN VAN GOLD VOOR COPD In november 2006 verschenen de herziene aanbevelingen van GINA (Global Initiative for Asthma) voor astma, en van GOLD (Global Initiative
Nadere informatie