Inhalatiemedicatie bij volwassenen met obstructieve longaandoeningen: poeder of aërosol?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhalatiemedicatie bij volwassenen met obstructieve longaandoeningen: poeder of aërosol?"

Transcriptie

1 Voor de praktijk Inhalatiemedicatie bij volwassenen met obstructieve longaandoeningen: poeder of aërosol? p.n.r.dekhuijzen Inhalatiemedicatie is de belangrijkste vorm van behandeling bij patiënten met obstructieve longaandoeningen (astma en chronic obstructive pulmonary disease (COPD: chronische bronchitis en longemfyseem)). Er zijn verschillende vormen van inhalatiemedicatie, zoals droge poeders, aërosols en vernevelde oplossingen. Deze medicamenten zijn bovendien in verschillende toedieningsvormen beschikbaar. Droge poeders kunnen via inhalatoren worden toegediend in één of meerdere doses; aërosolen zijn beschikbaar via al dan niet breathactuated inhalatoren (waarvan de afgifte wordt geïnitieerd door de inademing), eventueel in combinatie met een voorzetkamer. Bij de dagelijkse onderhoudsbehandeling van patiënten met astma en COPD zal de voorschrijver vooral een keus maken tussen een drogepoederinhalator (DPI) en een aërosol ( pressurized metered dose inhaler, pmdi). Welke van deze inhalatoren wordt gebruikt, wisselt sterk in verschillende landen. Zo worden in Italië vooral pmdi s voorgeschreven, terwijl in de Scandinavische landen en in Nederland de voorkeur uitgaat naar DPI s. In Nederland bedroeg het percentage voorgeschreven DPI s (omgerekend naar aantal eenheden met 200 doses per eenheid) in 1992 circa 80. In dit caput wordt ingegaan op een aantal essentiële inhalatietechnologische aspecten van de DPI en de pmdi, zoals dosisafgifte, deeltjesgrootteverdeling, inspiratoire luchtstroomsterkte en depositie. De consequenties van deze gegevens voor het voorschrijven van een DPI of een pmdi bij volwassenen met astma en COPD worden besproken. meten van dosisafgifte, deeltjesgrootte en depositie De inhalatietechnologie bedient zich van verschillende methoden om de karakteristieken van inhalatoren en hun toepassing bij patiënten te beschrijven. Bij het testen van de dosisafgifte door een inhalator (DPI of pmdi) en de verdeling van de deeltjesgrootte wordt gebruikgemaakt van een zogenaamde cascadeimpactor. Door dit apparaat wordt lucht met een zekere stroomsterkte (bijvoorbeeld 30 of 60 l/min) gezogen. Hoe kleiner de deeltjes zijn die uit de inhalator komen, hoe dieper ze in het apparaat terechtkomen. Na het afvuren van een aantal doses kan op verschillende diepten Academisch Ziekenhuis, afd. Longziekten, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen. Dr.P.N.R.Dekhuijzen, longarts. samenvatting Bij het voorschrijven van inhalatietherapie bij de dagelijkse onderhoudsbehandeling van patiënten met astma en chronisch obstructieve longaandoeningen kan een keus worden gemaakt tussen een drogepoederinhalator (DPI) en een aërosol (pmdi). De mate van depositie in de lagere luchtwegen is afhankelijk van de dosisafgifte via de betreffende toedieningsvorm en de gemiddelde grootte van de vrijgekomen deeltjes (MMAD). Bij een DPI zijn de dosisafgifte en de MMAD afhankelijk van de inspiratoire stroomsterkte. Bij een pmdi zijn de dosisafgifte en de MMAD daar niet afhankelijk van, maar berust de depositie vooral op de hand-mondcoördinatie. Bepalende factoren voor de keus om een DPI dan wel een pmdi voor te schrijven zijn de mate van coöperatie en coördinatie en de hoogte van de inspiratoire stroomsterkte van de patiënt. (corresponderend met een bepaalde deeltjesgrootte) de hoeveelheid medicament worden gemeten. Hierdoor kan de deeltjesgrootteverdeling worden bepaald. Voor de meting van de depositie in vivo worden radiolabelingtechnieken en farmacokinetische methoden veel gebruikt. Labeling van het medicament met Technetium-99m maakt meting van de depositie van de stof in verschillende compartimenten mogelijk, zoals de centrale en perifere regionen van de long en de orofarynx. Ook kan de hoeveelheid medicament die achterblijft in het mondstuk en in de uitgeademde fractie gemeten worden. De farmacokinetische methode is gebaseerd op het feit dat geïnhaleerde medicamenten via de lagere luchtwegen worden opgenomen in de systemische circulatie. Indien er geen absorptie vanuit het maagdarmkanaal bestaat of wanneer het first-pass -effect in de lever circa 100% is, houdt de concentratie van het medicament in bloed of in urine rechtstreeks verband met de pulmonale depositie. dosisafgifte De hoeveelheid afgegeven medicament per gift kan worden uitgedrukt in microgram, maar ook als percentage van de labelclaim. De labelclaim is in Europa gedefinieerd als de hoeveelheid microgram die zich per dosis in het apparaat bevindt. Als bijvoorbeeld op een inhalator (DPI en pmdi) met salbutamol (een β 2 -sympathicomimeticum) vermeld staat dat de sterkte per dosis 100 µg bedraagt, dan is de Europese labelclaim 100 µg. Aangezien de dose to patient bij DPI s afhankelijk is Ned Tijdschr Geneeskd juni;142(24) 1369

2 van de inspiratoire stroomsterkte (zie verder), zijn de Europese en Amerikaanse labelclaim bij DPI s arbitrair op dezelfde afgemeten dosis gesteld. De Amerikaanse labelclaim bij pmdi s is echter verschillend. Hierbij wordt het aantal microgram vermeld dat uit het apparaat komt en dus in principe ter beschikking komt van de patiënt ( dose to patient ). Bij een pmdi ligt dit op circa 90% van de Europese labelclaim. Bij een pmdi met het inhalatiecorticosteroïd budesonide wordt, gemeten met een cascade-impactor bij een inspiratoire stroomsterkte van 30 l/min, per afgifte circa 90% van de Europese labelclaim afgegeven. 1 Figuur 1 toont dat de residuele standaarddeviatie (RSD) vrij klein is. Bij 60 l/min is er nauwelijks een toename van de afgegeven dosis en de RSD verandert niet. In dezelfde testopstelling ligt de dosisafgifte van de DPI met budesonide rond de 50% van de Europese labelclaim bij een inspiratoire stroomsterkte van 30 l/min en de RSD is groot. Bij vergroting van de inspiratoire luchtstroomsterkte loopt de dosisafgifte op naar 60% van de Europese labelclaim en blijft de RSD groot. Deze getallen zijn de gemiddelde waarden van 20 afvuringen uit twee verschillende inhalatoren. De laatste gegevens werden bevestigd in het onderzoek van Hindle en Byron bij verschillende DPI s. 2 Er bestaat dus bij een pmdi een hoge, vrij constante en niet van de luchtstroomsterkte afhankelijke dosisafgifte, in tegenstelling tot een lagere, meer variabele en van de luchtstroomsterkte afhankelijke afgifte bij de DPI. percentage inspiratoire luchtstroomsterkte (in l/min) figuur 1. Gemiddelde dosisafgifte door een drogepoederinhalator ( - ) en een aërosol ( - ) met budesonide 200 µg per dosis (Europese labelclaim), 1 uitgedrukt als percentage van de labelclaim. De gemiddelde medicatieafgifte was bij een drogepoederinhalator bij een luchtstroomsterkte van 30 l/min 98 µg (uitersten: ) en bij 60 l/min 120 µg (uitersten: ); bij een aërosol was dit respectievelijk 183 ( ) en 189 µg ( ). De horizontale streepjes geven de residuele standaarddeviatie aan. deeltjesgrootteverdeling Een ander belangrijk aspect bij inhalatiemedicatie is de deeltjesgrootte van de afgegeven dosis. Bij volwassenen komen vooral de deeltjes met een diameter van < 5 µm in de kleinere luchtwegen (bronchioli) en alveoli. De kans dat deeltjes groter dan 5 µm dit gedeelte van de long bereiken, neemt met oplopende grootte af. Met een cascade-impactor kan de deeltjesgrootteverdeling worden beschreven met behulp van de zogenaamde mass median aerodynamic diameter (MMAD). Dit is de mediane diameter van de in de impactor opgevangen deeltjes. Aangezien de verdeling normaal is, heeft de helft van de totale deeltjesmassa een diameter kleiner en de andere helft een diameter groter dan de MMAD. Bij een inspiratoire stroomsterkte van 30 l/min is de MMAD van de DPI met terbutaline 7,3 µm met een grote RSD (figuur 2). 1 Bij 60 l/min neemt de MMAD af tot 2,6 µm en neemt de RSD van de deeltjesgrootte sterk af. Bij de terbutalinetoediening per pmdi is de MMAD bij een luchtstroomsterkte van 30 l/min 3,5 µm en is de spreiding van de deeltjesgrootte vrij klein. Een hogere luchtstroomsterkte heeft hier geen effect op (MMAD 2,7 µm). Een dergelijk beeld bestaat niet alleen bij de terbutaline-dpi, maar bij vrijwel alle moderne poederinhalatoren. Overigens bestaan er niet alleen verschillen tussen DPI s en pmdi s, maar ook tussen verschillende formuleringen van pmdi s. De MMAD van de nieuwe chloorfluorkoolstof(cfk)-vrije, hydrofluoralkanen bevattende pmdi met beclometason (1,1 µm) is lager dan van het CFK-houdende beclometason (2,3 µm). 3 Samenvattend is de MMAD hoog met een grote variatie bij DPI s en hij neemt af bij een hogere inspiratoire luchtstroomsterkte, terwijl de MMAD lager, minder variabel en niet van luchtstroomsterkte afhankelijk is bij een pmdi. inspiratoire stroomsterkte Zoals is besproken, zijn de dosisafgifte en de deeltjesgrootteverdeling vooral bij de DPI afhankelijk van de inspiratoire stroomsterkte die een patiënt door het betreffende apparaat kan genereren. Deze inspiratoire luchtstroomsterkte wordt bepaald door de weerstand in het apparaat, de weerstand in de luchtwegen van de patiënt en de ademspierfunctie. De weerstand in het apparaat kan uitgedrukt worden als de relatie tussen de inspiratoire stroomsterkte door het apparaat en het drukverval over de inhalator. Bij inhalatoren met een lage inwendige weerstand (zoals de Spinhaler (Fisons; Loughborough, Groot-Brittannië) en de Rotahaler (Glaxo Wellcome; Zeist)) kan een relatief hoge luchtstroomsterkte door het apparaat gegenereerd worden, waarbij het drukverval vrij laag is. 4 Bij inhalatoren met een hoge inwendige weerstand, zoals de inhalator Ingelheim (Boehringer Ingelheim; Alkmaar) en de Turbuhaler (Astra Draco; Lund, Zweden), gaat een lagere inspiratoire stroomsterkte gepaard met een hoog drukverval over het apparaat. Elk apparaat heeft dus zijn eigen kenmerken wat betreft de relatie tussen luchtstroomsterkte en drukverval Ned Tijdschr Geneeskd juni;142(24)

3 mediane deeltjesgrootte (in m) inspiratoire luchtstroomsterkte (in l/min) figuur 2. Mediane deeltjesgrootte van terbutaline via een drogepoederinhalator ( - ) en een aërosol ( - ) bij een lage en een hoge inspiratoire luchtstroomsterkte. 1 De horizontale streepjes geven de residuele standaarddeviatie weer. Ook de weerstand in de luchtwegen van de patiënt speelt een belangrijke rol. Bij een toegenomen luchtwegobstructie en dus toegenomen luchtwegweerstand is de inspiratoire stroomsterkte afgenomen. Daarnaast wordt de hoogte van de inspiratoire stroomsterkte bepaald door de onderdruk in de thorax die bij elke inspiratie door contractie van de ademspieren, met name het diafragma, wordt ontwikkeld. Dit onderdrukgenererend vermogen kan afgenomen zijn bij ernstig COPD door zwakte van deze spieren, maar ook bij vermoeidheid en uitputting in geval van een status asthmaticus. Deze factoren spelen vooral een rol bij de DPI, omdat hier de dosisafgifte en de deeltjesgrootteverdeling in belangrijke mate bepaald worden door de inspiratoire stroomsterkte. Nog vóór het voorschrijven van een DPI moet men zich dus afvragen of de betreffende patiënt voldoende inspiratoire luchtstroom door de betreffende DPI kan genereren. Dit werd fraai geïllustreerd door Engel et al. 5 In hun onderzoek werd bij 101 patiënten met astma en COPD (geforceerd expiratoir eensecondevolume tussen 0,47 en 4,28 l) de piekinspiratoire luchtstroomsterkte gemeten als normale piekinspiratoire manoeuvre en anderzijds als piekinspiratoire manoeuvre door de Turbuhaler. Bij een oplopende piekinspiratoire stroomsterkte aan de mond gemeten neemt ook de stroomsterkte gegenereerd door de Turbuhaler toe. Bij de aanbevolen inspiratoire stroomsterkte door de Turbuhaler van 60 l/min, 6 blijkt dat een aantal patiënten deze stroomsterkte niet kan halen. Globaal ligt de waarde waarboven de aanbevolen inspiratoire luchtstroomsterkte door de Turbuhaler wel gehaald kan worden bij een stroomsterkte van 260 l/min gemeten aan de mond. Het probleem van de inhalatorweerstand doet zich niet voor bij de pmdi s. De inspiratoire luchtstroomsterkte kan ook tijdelijk zijn afgenomen, zoals bij een astma-aanval. De piekinspiratoire luchtstroomsterkte door de Rotahaler nam bij kinderen af van circa 100 naar circa 40 l/min. 7 In een dergelijke situatie wordt dus bij gebruik van een DPI enerzijds minder medicament afgegeven en anderzijds hebben de afgegeven deeltjes een grotere MMAD. depositie De genoemde factoren bepalen in belangrijke mate de dosis die door een inhalator wordt afgegeven en ter beschikking komt van de patiënt; ze kunnen in belangrijke mate de depositie beïnvloeden. In het algemeen geldt dat de klinische respons op een geïnhaleerd medicament toeneemt bij een hogere depositie in de long. Bij het begrip depositie is een aantal vragen van belang: hoe drukt men depositie uit, waar moet het betreffende medicament terechtkomen en hoe kan de depositie verhoogd worden? Hoe drukt men depositie uit? In internationaal verband wordt wel gesuggereerd dat depositie moet worden gerelateerd aan de actueel afgegeven dosis naar de patiënt ( dose to patient ). Nu is dit voor een pmdi vrij uniform: de spreiding van de dosisafgifte (gemiddeld circa 90%) verschilt niet veel tussen verschillende doses per inhalator. Dit is echter anders bij een DPI. Hier speelt namelijk de inspiratoire stroomsterkte een belangrijke rol bij de dosisafgifte en is de spreiding tussen de doses veel groter. De meest eenduidige wijze om depositie uit te drukken is het benoemen van de depositie als een percentage van de Europese labelclaim. Men weet dan precies hoeveel microgram medicament er in de long terechtkomt, uitgedrukt als percentage van de afgemeten dosis. Het voordeel hiervan is dat verschillende inhalatoren onderling gemakkelijk te vergelijken zijn wat betreft depositie onder verschillende omstandigheden, zoals lage en hogere inspiratoire stroomsterkte, gebruik van voorzetkamer (zie onder) et cetera. Waar moet het betreffende medicament terechtkomen? Glucocorticoïdreceptoren bevinden zich overal in de luchtwegen en alveoli, met de hoogste concentratie in de alveoli. 8 Recente onderzoeken suggereren dat ook op dit niveau inflammatie plaatsvindt en dat deze alveolaire inflammatie met name zeer uitgesproken daar aanwezig is bij ernstig, nachtelijk astma. 9 Toediening van inhalatiecorticosteroïden met een lage MMAD is in dit opzicht dus mogelijk gunstig vanwege een hogere depositie in dit alveolaire compartiment. Wel zal dit in het algemeen gepaard gaan met een grotere systemische beschikbaarheid van deze medicamenten. Mogelijk is dit anders met de luchtwegverwijders. Depositie van de β 2 -sympathicomimetica en mogelijk ook van parasympathicolytica (anticholinergica) is in zowel de grote als de kleine luchtwegen gewenst. 10 Bij patiënten met COPD toonden Zanen et al. 11 dat de bronchusverwijdende respons op zowel salbutamol als op ipratropium groter was na inhalatie van een monodisperse pmdi met een MMAD van 2,8 µg in vergelijking met oplossingen met een MMAD van 1,5 of van 5,0 µm. Ned Tijdschr Geneeskd juni;142(24) 1371

4 Benadrukt moet wel worden dat het hier gaat om mogelijke verschillen in de ideale locatie van depositie van anti-inflammatoire medicatie en van bronchusverwijders. Of deze verschillen ook in klinische zin relevant zijn, is onderwerp van lopend onderzoek. Hoe kan de depositie verhoogd worden? Bij de DPI s neemt bij een gegeven apparaat de depositie vooral toe bij een hogere inspiratoire luchtstroomsterkte. Zoals eerder besproken werd, wordt dit verklaard doordat bij een hogere luchtstroomsterkte de dosisafgifte toeneemt en de MMAD afneemt. Bij de pmdi s is de stroomsterkte geen belangrijke factor voor de mate van depositie. Veel meer is de mate van coördinatie tussen afvuring van de dosis en start van de inspiratie van belang. Deze hand-mondcoördinatie kan op twee manieren worden verbeterd, namelijk met een breath-actuated pmdi en met een voorzetkamer. Bij de breath-actuated pmdi komt de aërosol niet eerder vrij dan nadat de patiënt een bepaalde inspiratoire stroomsterkte door het apparaat genereert, namelijk 30 l/min. Newman et al. 12 toonden aan dat bij patiënten met een slechte coördinatie de klinische respons op een bronchusverwijder even goed was als bij patiënten met een gewone pmdi en een goede coördinatie. Een andere wijze om de depositie bij slechte coördinatie te verbeteren is het gebruik van een voorzetkamer. Eén of maximaal twee doses mogen achter elkaar afgevuurd worden, omdat anders door coagulatie grote deeltjes ontstaan die niet meer in de lagere luchtwegen terechtkomen. 13 verband tussen in-vitro- en in-vivokarakteristieken van dpi s en pmdi s Zoals werd beschreven, wordt in de inhalatietechnologie uitgebreid gebruikgemaakt van cascade-impactoren. De vraag is vervolgens in welke mate deze in-vitrogegevens correleren met de in-vivogegevens of, met andere woorden, in welke mate de in-vitrogegevens de in-vivoresultaten kunnen voorspellen. Men stuit hier op het probleem dat de dosisafgifte maar ten dele te meten is (zie eerder) en dat in vivo de MMAD natuurlijk niet te meten is. Daarom kan het beste de depositie worden genomen als het (gewenste) nettoresultaat van deze factoren. Onderzoeken naar de intraindividuele variabiliteit van de depositie bij gelijke inspiratoire stroomsterkte zijn niet gepubliceerd. Wel is er in groepen van gezonden en patiënten een van de luchtstroomsterkte afhankelijke depositie in de long waargenomen. Zo toonden Borgstrom et al. bij 10 gezonde vrijwilligers aan dat de longdepositie van budesonide via DPI respectievelijk circa 19 en 10% van de Europese labelclaim bedroeg bij een inspiratoire luchtstroomsterkte van respectievelijk 58 en 36 l/min door de DPI. 14 Daarnaast was opvallend dat er een variatie van bijna een factor 3 was in de longdepositie in dit onderzoek. Newman et al. vonden bij 10 patiënten een depositie van 9,1 en 16,8% (als percentage van de Amerikaanse labelclaim) bij een inspiratoire luchtstroomsterkte van respectievelijk 28 en 57 l/min door de DPI. 6 Bij gebruik van een pmdi met salbutamol werd bij 9 gezonden een depositie gevonden van 14,1 en 18,6% (Amerikaanse labelclaim) bij inspiratoire luchtstromen van respectievelijk 30 en 90 l/min. 15 Deze gegevens, hoewel beperkt in omvang, tonen een in vivo sterkere stroomsterkteafhankelijke depositie van de DPI s in vergelijking met de pmdi s, hetgeen vermoedelijk veroorzaakt wordt door de verschillen tussen DPI s en pmdi s die in vitro zijn vastgesteld (tabel). beschouwing en aanbevelingen Aan de hand van de hierbesproken gegevens kan een richtlijn worden geformuleerd voor het voorschrijven van een DPI dan wel een pmdi in verschillende klinische situaties. Zoals is weergegeven in figuur 3, kan een dergelijke indeling gemaakt worden aan de hand van 3 factoren: kan een patiënt wel of niet bewust inhaleren, kan een patiënt voldoende inspiratoire luchtstroomsterkte genereren door de betreffende inhalator, en is de coördinatie wel of niet in orde? De eerste keuzen betreffen de patiënten die bewust Overzicht van de verschillen tussen drogepoederinhalator (DPI) en pressurized metered dose inhaler (pmdi) drogepoederinhalator pressurized metered dose inhaler vrijkomen medicament door inspiratoire door drijfgas luchtstroomsterkte dosisafgifte afhankelijk ja nee van de grootte van de uitstroom variatie in dosisafgifte groot klein deeltjesgrootteverdeling ja nee (MMAD) afhankelijk van de grootte van de luchtstroom variatie in MMAD groot klein hand-mondcoördinatie niet belangrijk essentieel (bij pmdi waarvan de afgifte niet door de inademing wordt geïnitieerd) MMAD = mass median aerodynamic diameter, de mediane diameter van de deeltjes opgevangen in een cascade-impactor, een longmodel dat lucht met een bepaalde stroomsterkte aanzuigt en waarmee wordt gemeten hoe diep de deeltjes in het apparaat terechtkomen Ned Tijdschr Geneeskd juni;142(24)

5 patiënt bewuste inhalatie mogelijk bewuste inhalatie niet mogelijk voldoende inspiratoire luchtstroomsterkte onvoldoende inspiratoire luchtstroomsterkte coördinatie goed pmdi DPI eventueel: pmdi met voorzetkamer coördinatie niet goed DPI pmdi met voorzetkamer coördinatie goed pmdi eventueel: pmdi met voorzetkamer coördinatie niet goed pmdi met voorzetkamer vernevelaar pmdi met voorzetkamer vernevelaar figuur 3. Stroomdiagram met keuzemogelijkheden van inhalatietherapie bij patiënten met obstructieve longaandoeningen. DPI: drogepoederinhalator; pmdi = pressurized metered dose inhaler, aërosol; = breath-actuated aerosol, aërosol waarvan de afgifte door de inademing wordt geïnitieerd. kunnen inhaleren. Bij een patiënt die voldoende inspiratoire luchtstroomsterkte kan genereren en een goede coördinatie heeft, kan elke soort van DPI en pmdi worden voorgeschreven. In geval van orofaryngeale klachten is een pmdi met voorzetkamer geïndiceerd. Indien een patiënt voldoende inspiratoire luchtstroomsterkte kan genereren, maar onvoldoende coördinatie heeft, behoort zowel een DPI als een breathactuated pmdi of een pmdi met voorzetkamer tot de mogelijkheden. Een pmdi alléén is niet aangewezen in deze omstandigheden. Bij een patiënt die onvoldoende inspiratoire luchtstroomsterkte kan genereren, maar wel een goede coördinatie heeft, is een DPI niet aangewezen. Hier kan beter een pmdi worden voorgeschreven. Tot deze patiënten behoren patiënten met ernstige COPD met een lage inspiratoire luchtstroomsterkte en patiënten met ernstig astma met regelmatig ernstige bronchusobstructie, waarbij de inspiratoire luchtstroomsterkte te laag is. In geval van een patiënt die onvoldoende inspiratoire luchtstroomsterkte kan genereren en onvoldoende coördinatie heeft, moet het gebruik van een breath-actuated pmdi of een pmdi met voorzetkamer worden overwogen. Ook kan natuurlijk een vernevelaar worden gebruikt. Een pmdi alléén of een DPI is onder deze omstandigheden niet aangewezen. Ook zijn er volwassen patiënten die niet bewust kunnen inhaleren. Hierbij moet gedacht worden aan demente bejaarden en aan geestelijk gehandicapten. Bij deze patiënten is voor inhalatietherapie eigenlijk alleen een vernevelaar aangewezen. Te overwegen valt overigens of dergelijke patiënten niet beter met orale medicamenten behandeld kunnen worden. Kort samengevat zijn de karakteristieken van de twee soorten inhalator als volgt: bij een DPI zijn de dosisafgifte en de MMAD afhankelijk van de inspiratoire luchtstroomsterkte en wordt de depositie vooral hierdoor bepaald; bij een pmdi zijn de dosisafgifte en de MMAD niet afhankelijk van de inspiratoire luchtstroomsterkte en is de depositie vooral afhankelijk van de hand-mondcoördinatie. Deze kenmerken kunnen van belang zijn bij de optimale keuze van een inhalatievorm bij verschillende categorieën van patiënten met COPD. De auteur is lid van de werkgroep Inhalatietechnologie, geïnitieerd en gesponsord door 3M Pharma. De informatie in dit artikel is deels ontleend aan onderzoeksmateriaal dat wordt gebruikt door deze werkgroep. abstract Inhaler therapy in adult patients with asthma and COPD: dry powder or aerosol? When prescribing inhalation medication in the ambulant treatment of patients with asthma and chronic obstructive pulmonary disease (COPD), a choice can be made between dry powder inhaler (DPI) and pressurized metered dose inhalers (pmdi). The degree of deposition in the lower airways depends on the dose delivery via the inhaler and the mean diameter of the released particles (MMAD). With a DPI, dose delivery and MMAD depend on the inspiratory flow rate. With a pmdi dose delivery and MMAD do not depend on the inspiratory flow rate but on hand-mouth co-ordination. The main determinants for the choice of a DPI or a pmdi are the degree of co-operation and co-ordination, and the inspiratory flow rate of the patient. literatuur 1 Ross DL, Schultz RK. Effect of inhalation flow rate on the dosing characteristics of dry powder inhaler (DPI) and metered dose inhaler (MDI) products. J Aer Med 1996;9: Hindle M, Byron PR. Dose emissions from marketed dry powder inhalers. Int J Pharmaceut 1995;116: June D. Achieving the change: challenges and successes in the formulation of CFC-free MDI s. Eur Respir Rev 1997;7: Richards R, Saunders M. Need for a comparative performance standard for dry powder inhalers. Thorax 1993;48: Engel T, Heinig JH, Madsen F, Nikander K. Peak inspiratory flow and inspiratory vital capacity of patients with asthma measured with and without a new dry-powder inhaler device (Turbuhaler). Eur Respir J 1990;3: Newman SP, Moren F, Trofast E, Talaee N, Clarke SW. Terbutaline sulphate Turbuhaler: effect of inhaled flow rate on drug deposition and efficacy. Int J Pharmaceut 1991;74: Pedersen S. How to use a rotahaler. Arch Dis Child 1986;61: Adcock IM, Gilbey T, Gelder CM, Chung KF, Barnes PJ. Glucocorticoid receptor localization in normal and asthmatic lung. Am J Respir Crit Care Med 1996;154(3 Pt 1): Kraft M, Djukanovic R, Wilson S, Holgate ST, Martin RJ. Alveolar tissue inflammation in asthma. Am J Respir Crit Care Med 1996; 154: Selroos O, Pietinalho A, Riska H. Delivery devices for inhaled asthma medication. Clin Immunother 1996;6: Ned Tijdschr Geneeskd juni;142(24) 1373

6 11 Zanen P, Go LT, Lammers JW. Optimal particle size for beta 2 agonist and anticholinergic aerosols in patients with severe airflow obstruction. Thorax 1996;51: Newman SP, Weisz AW, Talaee N, Clarke SW. Improvement of drug delivery with a breath actuated pressurised aerosol for patients with poor inhaler technique. Thorax 1991;46: Barry PW, O Callaghan C. Multiple actuations of salbutamol MDI into a spacer device reduce the amount of drug recovered in the respirable range. Eur Respir J 1994;7: Borgstrom L, Bondesson E, Moren F, Trofast E, Newman SP. Lung deposition of budesonide inhaled via Turbuhaler: a comparison with terbutaline sulphate in normal subjects. Eur Respir J 1994;7: Farr S, Rowe A, Rubsamen R, Taylor G. Optimisation of aerosol inhalation from metered-dose inhalers by use of a novel microprocessor-controlled device. Pharm Res 1994;11:158. Aanvaard op 13 november 1997 Oorspronkelijke stukken Rapportcijfers voor de hartchirurg; validiteit van waargenomen verschillen in sterfte e.dekker, h.a.verheul, r.b.a.van den brink en a.c.moulijn Beoordeling van individuele artsen, afdelingen, ziekenhuizen of verzekeringsarrangementen heeft in de USA ingang gevonden onder de naam report-card medicine of score-card medicine. Deze ontwikkeling gaf veel beroering. Zo bleken in de USA in 1991 publicaties in de lekenpers over sterftecijfers van met naam genoemde hartchirurgen in ziekenhuizen veel stof te doen opwaaien, met gevolgen voor betrokkenen. Sinds 1994 is in de USA deelname van ziekenhuizen in bepaalde ziektenkostenverzekeringsarrangementen voor hartchirurgie afhankelijk gesteld van betrouwbare (controleerbare) resultaten, toepassing van risicostratificatie en een zeker minimumaantal procedures. Ons onderzoek illustreert met het voorbeeld van sterftecijfers van individuele hartchirurgen het belang van de methodiek, met name de risicocorrectie van deze report-cardmedicine. De resultaten van hartklepchirurgie toonden verschil in sterfte bij de verschillende hartchirurgen uit één team. De uitgewerkte analyse van de sterfte per operateur wordt nader beschouwd. Aan de hand hiervan worden de voor- en nadelen van deze methode van kwaliteitsbeoordeling besproken. In Nederland, voorzover ons bekend, is niet eerder gepubliceerd over de prestaties van individuele hartchirurgen. Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, vakgroep Cardiologie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam. Dr.E.Dekker, dr.h.a.verheul en mw.dr.r.b.a.van den Brink, cardiologen. Universitair Ziekenhuis, afd. Cardiopulmonale Chirurgie, Antwerpen, België. Prof.dr.A.C.Moulijn, cardiochirurg. Correspondentieadres: dr.e.dekker. samenvatting Doel. Bepalen van de mogelijkheid om sterftecijfers van patiënten geopereerd door verschillende hartchirurgen met elkaar te vergelijken. Opzet. Retrospectief cohortonderzoek. Plaats. Academisch Medisch Centrum, Amsterdam. Patiënten en methoden. Van 783 patiënten die een hartklepvervanging hadden ondergaan werden klinische informatie, operatiegegevens en follow-upgegevens verzameld vanuit de klinische dossiers. Er waren 446 patiënten die een aortaklepvervanging hadden ondergaan ( ) en 337 patiënten met een mitralisklepvervanging ( ). Resultaten. Bij patiënten die waren geopereerd door hartchirurg A was de 1-jaarssterfte hoger dan bij patiënten geopereerd door de andere hartchirurgen uit hetzelfde team, respectievelijk 16,4 en 9,5%, een absoluut verschil van 6,9%; (95%- betrouwbaarheidsinterval van het verschil: 1,7-12,9). Ook bleek een belangrijk verschil in het risicoprofiel van deze patiënten van chirurg A ten opzichte van de overige patiënten. Na multivariate correctie voor dit verschil in risicoprofiel was het verschil in sterfte niet langer statistisch significant. Conclusie. De gevonden verschillen in sterfte werden in ons onderzoek niet verklaard door verschil in kwaliteit van de hartchirurgen, maar hielden verband met het risicoprofiel van de door een van hen geopereerde patiënten. Zorgvuldige analyse met risicocorrectie is noodzakelijk voor de beoordeling van de kwaliteit van de zorg, anders kan de conclusie misleidend zijn. patiënten en methoden Patiënten. Het onderzoek werd uitgevoerd op basis van de klinische informatie over twee groepen opeenvolgende patiënten die op de afdeling Cardiopulmonale Chirurgie van het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam (vóór 1984 het Wilhelmina Gasthuis) een aortaklepvervanging of een mitralisklepvervanging ondergingen, al dan niet gecombineerd met een coronaire bypassoperatie. Patiënten die een dubbele klepvervanging of overige complexe procedures ondergingen, werden uitgesloten. De onderzoeksgroepen bestonden uit 446 patiënten na aortaklepvervanging ( ) 1 en 337 patiënten na mitralisklepvervanging ( ). De patiëntengegevens uit de klinische dossiers werden op geprotocolleerde wijze opnieuw beoordeeld en opgenomen in een computerbestand. De ernst van de klachten (angina pectoris of dyspnoe) werd beoordeeld volgens de criteria van de New York Heart Association (NYHA; bij een NYHA-klasse III-IV heeft men ernstige klachten, dat wil zeggen klachten bij geringe of geen 1374 Ned Tijdschr Geneeskd juni;142(24)

Workshop Inhalatie. Wim van Aalderen,, Emma Kinderziekenhuis, Amsterdam Pijnenburg, Sophia Kinderziekenhuis, Rotterdam

Workshop Inhalatie. Wim van Aalderen,, Emma Kinderziekenhuis, Amsterdam Pijnenburg, Sophia Kinderziekenhuis, Rotterdam Workshop Inhalatie Wim van Aalderen,, Emma Kinderziekenhuis, Amsterdam Mariëlle Pijnenburg, Sophia Kinderziekenhuis, Rotterdam Gebaseerd op de workshop inhalatietechnologie van IVAX. Programma Workshop

Nadere informatie

Wie. Waar. Het is de verwachting dat het aantal patiënten. Kies de optimale inhalator. Toedieningsvormen van geneesmiddelen bij astma en COPD

Wie. Waar. Het is de verwachting dat het aantal patiënten. Kies de optimale inhalator. Toedieningsvormen van geneesmiddelen bij astma en COPD Toedieningsvormen van geneesmiddelen bij astma en COPD Kies de optimale inhalator P.N.R. Dekhuijzen, Afdeling Longziekten, Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen De ziektebeelden astma en chronisch

Nadere informatie

Regionaal formularium astma / COPD

Regionaal formularium astma / COPD Regionaal formularium astma / COPD Dr. V. van der Meer, huisarts / kaderarts astma COPD Drs. R. Roelofsen, huisarts / kaderarts i.o. astma COPD Welk middel en device kiest u? Mw. A, 40 jaar Astma, nieuw

Nadere informatie

Inhalatie-instructie Workshop XXXXXXXXXXX. Zorggroep Synchroon

Inhalatie-instructie Workshop XXXXXXXXXXX. Zorggroep Synchroon Inhalatie-instructie Workshop XXXXXXXXXXX Zorggroep Synchroon Programma: LAN, Long Alliantie Nederland Inhalatietechnologie en inhalatietechniek - Poederinhalatoren - Dosisaërosolen + Voorzetkamers - Ademgeactiveerde

Nadere informatie

Inhalatie Medicatie Instructie School. Inhoud van de workshop. Wat zou je willen weten?? Doelstelling. Doelen IMIS

Inhalatie Medicatie Instructie School. Inhoud van de workshop. Wat zou je willen weten?? Doelstelling. Doelen IMIS Inhalatie Medicatie Instructie School Inhoud van de workshop IMIS/LAN Inhalatietechnologie Inhalatietechniek Medicatie Instructie Wat zou je willen weten?? Doelstelling Verwerven van kennis en vaardigheden

Nadere informatie

Astma en COPD: Inhalatoren en instructies. Frederik van Gemert,, kaderhuisarts Wilma de Vreeze,, praktijkverpleegkundige

Astma en COPD: Inhalatoren en instructies. Frederik van Gemert,, kaderhuisarts Wilma de Vreeze,, praktijkverpleegkundige Astma en COPD: Inhalatoren en instructies Frederik van Gemert,, kaderhuisarts Wilma de Vreeze,, praktijkverpleegkundige CAHAG POHdagen 2009 1 Programma Inleiding inhalatoren Demonstratie (fouten herkennen)

Nadere informatie

OBSTRUCTIEVE LONGAANDOENINGEN: Door de bomen het bos opnieuw zien. Diensten Longziekten AZ Maria Middelares Gent AZ Sint-Vincentius - Deinze

OBSTRUCTIEVE LONGAANDOENINGEN: Door de bomen het bos opnieuw zien. Diensten Longziekten AZ Maria Middelares Gent AZ Sint-Vincentius - Deinze OBSTRUCTIEVE LONGAANDOENINGEN: Door de bomen het bos opnieuw zien Diensten Longziekten AZ Maria Middelares Gent AZ Sint-Vincentius - Deinze COPD: welke bos kiezen? Dr Paul Germonpré- Pneumologie AZ Maria

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker. Inhalatie Medicatie Instructie School. Doelstelling IMIS. Stichting IMIS e.a. Toets. Agenda

Disclosure belangen spreker. Inhalatie Medicatie Instructie School. Doelstelling IMIS. Stichting IMIS e.a. Toets. Agenda Disclosure belangen spreker (potentiële) Belangenverstrengeling Geen Inhalatie Medicatie Instructie School Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium

Nadere informatie

PIEKSTROOMMETING GEBRUIK VAN DOSEERAËROSOLS. Eric Derom. 1e Proef Geneeskunde. Piekstroommeting

PIEKSTROOMMETING GEBRUIK VAN DOSEERAËROSOLS. Eric Derom. 1e Proef Geneeskunde. Piekstroommeting PIEKSTROOMMETING GEBRUIK VAN DOSEERAËROSOLS Eric Derom 1e Proef Geneeskunde Piekstroommeting 1 Maximale expiratoire volume-tijd curve 2 Maximale expiratoire flow-volumecurve EXPIRATOIRE PIEKSTROOM MEF

Nadere informatie

Inhalatie Technologie en Medicatie

Inhalatie Technologie en Medicatie faculteit wiskunde en natuurwetenschappen farmacie en farmaceutische wetenschappen CAHAG 24 januari 2013 1 Inhalatie Technologie en Medicatie Farmaceutische Technologie en Biofarmacie Het belang van inhalatie

Nadere informatie

De longen als doelgebied

De longen als doelgebied CAHAG 017 1 Inhalatietechnologie en Medicatie Disclosure form CAHAG 017 CAHAG 017 Het belang van inhalatietechnologie voor een optimale luchtwegbehandeling Disclosure belangen spreker Geen (potentiële)

Nadere informatie

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN Equivalence Testing of Inhaled Drugs The predictive value of cascade impactor results for the detection of differences in efficacy and safety of medicines for the treatment

Nadere informatie

Inhalatietechnologie en therapietrouw

Inhalatietechnologie en therapietrouw Inhalatietechnologie en therapietrouw van theorie naar praktijk Trends 2018 Putten Annelies van der Kolk Verpleegkundig specialist kinderlongziekten Deventer Ziekenhuis Kolkvda@dz.nl Ellen Croonen Kinderarts,

Nadere informatie

17/03/2010. Piekstroommeting PIEKSTROOMMETING GEBRUIK VAN DOSEERAEROSOLS. Eric Derom. 1ste Master Geneeskunde. Maximale expiratoire volume-tijd curve

17/03/2010. Piekstroommeting PIEKSTROOMMETING GEBRUIK VAN DOSEERAEROSOLS. Eric Derom. 1ste Master Geneeskunde. Maximale expiratoire volume-tijd curve Piekstroommeting PIEKSTROOMMETING GEBRUIK VAN DOSEERAEROSOLS Eric Derom 1ste Master Geneeskunde Maximale expiratoire volume-tijd curve Maximale expiratoire flow-volumecurve EXPIRATOIRE PIEKSTROOM MEF 75

Nadere informatie

Het belang van inhalatietechnologie voor een optimale luchtwegbehandeling

Het belang van inhalatietechnologie voor een optimale luchtwegbehandeling Het belang van inhalatietechnologie voor een optimale luchtwegbehandeling The knowledge of inhalation technology for an optimal inhalation airway treatment P. Hagedoorn 1, dr. A.H. de Boer 2, prof. dr.

Nadere informatie

Inhalatietechnologie en Medicatie

Inhalatietechnologie en Medicatie Groningen, 23 januari 2015 1 Inhalatietechnologie en Medicatie Symposium Groningen, 23 januari 2015 Het belang van inhalatietechnologie voor een optimale luchtwegbehandeling Paul Hagedoorn H.W. Frijlink

Nadere informatie

HANDBOEK. Een praktische toelichting op de inhalatieprotocollen

HANDBOEK. Een praktische toelichting op de inhalatieprotocollen HANDBOEK Een praktische toelichting op de inhalatieprotocollen ----------------------------------------------- Januari 2016 Opgesteld door: werkgroep Landelijke infrastructuur eenduidige inhalatie instructie

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Koning, J. P. D. (2001). Dry powder inhalation: technical and physiological aspects, prescribing and use s.n.

Citation for published version (APA): Koning, J. P. D. (2001). Dry powder inhalation: technical and physiological aspects, prescribing and use s.n. University of Groningen Dry powder inhalation Koning, Johannes Petrus de IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the

Nadere informatie

Waarom was het onderzoek nodig?

Waarom was het onderzoek nodig? Helpt het toevoegen van olodaterol aan tiotropium kortademigheid te verlichten bij patiënten met COPD? Dit is een samenvatting van een klinisch onderzoek bij patiënten met chronische obstructieve longziekte

Nadere informatie

Nationaal nascholingscongres anesthesiologie

Nationaal nascholingscongres anesthesiologie Nationaal nascholingscongres anesthesiologie Thema: De Longen 9 november 2016 Longmedicatie en operatie: what's new? Dr. Daan W. Loth AIOS Longziekten Amphia Ziekenhuis, Breda Geen conflict of interest

Nadere informatie

179 hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

179 hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Samenvatting Samenvatting 179 De laatste twee decennia is er grote vooruitgang geboekt in de behandeling van taaislijmziekte (cystic fibrosis, CF). Zo is de mediane overleving gestegen van circa 25 jaar

Nadere informatie

Rapportcijfers voor de hartchirurg; validiteit van waargenomen verschillen in sterfte

Rapportcijfers voor de hartchirurg; validiteit van waargenomen verschillen in sterfte 11 Zanen P, Go LT, Lammers JW. Optimal particle size for beta 2 agonist and anticholinergic aerosols in patients with severe airflow obstruction. Thorax 1996;51:977-80. 12 Newman SP, Weisz AW, Talaee N,

Nadere informatie

Inhalatie Medicatie Instructie School

Inhalatie Medicatie Instructie School Inhalatie Medicatie Instructie School Disclosure belangen spreker (potentiële) Belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium

Nadere informatie

DE JUISTE KEUZE EN HET CORRECT GEBRUIK VAN EEN DOSEERAEROSOL

DE JUISTE KEUZE EN HET CORRECT GEBRUIK VAN EEN DOSEERAEROSOL 2011, n 1 1 Apr. J. Maesschalck DE JUISTE KEUZE EN HET CORRECT GEBRUIK VAN EEN DOSEERAEROSOL Kernpunten De beslissende factoren bij de keuze van een gepast inhalatietoestel zijn: Inspiratoire flow van

Nadere informatie

Nieuwe medicatie voor astma / COPD

Nieuwe medicatie voor astma / COPD Nieuwe medicatie voor astma / COPD Waarom nieuwe middelen? Betere werkzaamheid Mindere bijwerkingen Minder frequente toedieningen Nieuw inhalatie-apparaat Goedkoper Met de tijd meegaan; wil niet achter

Nadere informatie

Doel van de presentatie

Doel van de presentatie Doel van de presentatie Voordelen & valkuilen aërosoltherapie Educatie & therapietrouw Soorten medicatie en inhalatoren Valkuilen dosisaërosol & concreet gebruik Spacers: voordeel, gebruik en onderhoud

Nadere informatie

Inhalatietherapie bij kinderen jonger dan 2 jaar. I. Van theorie naar praktijk

Inhalatietherapie bij kinderen jonger dan 2 jaar. I. Van theorie naar praktijk Capita selecta Inhalatietherapie bij kinderen jonger dan 2 jaar. I. Van theorie naar praktijk r.w.griffioen en f.h.c.de jongh Inhalatietherapie wordt veel toegepast bij patiënten met bronchusklachten.

Nadere informatie

BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN DE GENEESMIDDELEN, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN

BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN DE GENEESMIDDELEN, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN DE GENEESMIDDELEN, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN 1 Lidstaat Oostenrijk Duitsland Ierland Spanje Zweden Houder van de vergunning

Nadere informatie

Inhaleren; eenvoudig toch? E. Boot, verpleegkundig specialist

Inhaleren; eenvoudig toch? E. Boot, verpleegkundig specialist Inhaleren; eenvoudig toch? E. Boot, verpleegkundig specialist Inhaleren is makkelijk en even te doen. Inhoud Inhalatiemedicatie Werking van de verschillende inhalatiemedicatie Inhalatie technologie Diverse

Nadere informatie

Mild persisterend astma: Is reguliere inhalatietherapie met corticosteroïden in combinatie met een kort werkende β2-agonist voldoende?

Mild persisterend astma: Is reguliere inhalatietherapie met corticosteroïden in combinatie met een kort werkende β2-agonist voldoende? PERSBERICHT Mild persisterend astma: Is reguliere inhalatietherapie met corticosteroïden in combinatie met een kort werkende β2-agonist voldoende? De meeste astmapatiënten lijden aan een milde vorm van

Nadere informatie

Gebruik van verneveling/ dosis aërosol en voorzetkamers

Gebruik van verneveling/ dosis aërosol en voorzetkamers Gebruik van verneveling/ dosis aërosol en voorzetkamers Van Dyck Lieve Verpleegkundige, Consultatie longziekten, UZ Antwerpen April 2011 Doel Een algemeen overzicht te geven van de meest gebruikte inhalatiemethodes

Nadere informatie

Inhalatoren bij astma en COPD

Inhalatoren bij astma en COPD Lidewij Broekhuizen, Dirk Nijmeijer, Lisette ten Have-Drenthen Nascholing Inhalatoren bij astma en COPD IInhalatiemedicijnen worden toegediend via inhalatoren. Die zijn er in talloze typen en modellen.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 147 Nederlands samenvatting Wat is COPD? Chronic obstructive pulmonary disease (COPD) is een ziekte waarbij er een blijvende vernauwing van de luchtwegen in de long optreedt, die voornamelijk veroorzaakt

Nadere informatie

INHALATIE Hanneke van Dijk kinderlongverpleegkundige

INHALATIE Hanneke van Dijk kinderlongverpleegkundige INHALATIE 30-06-2015 Hanneke van Dijk kinderlongverpleegkundige Doelstelling Aan het eind van deze workshop is de groep bekend met wat voor mogelijkheden er zijn om inhalatie medicatie toe te dienen en

Nadere informatie

OPGELUCHT LEVEN MET SPIRIVA

OPGELUCHT LEVEN MET SPIRIVA OPGELUCHT LEVEN MET SPIRIVA DE ROL VAN SPIRIVA BIJ DE BEHANDELING VAN COPD Informatiefolder voor patiënten met de chronische longaandoening COPD die worden behandeld met Spiriva. Inhoud Wat kan Spiriva

Nadere informatie

Samenvatting, bespreking en toekomstig onderzoek

Samenvatting, bespreking en toekomstig onderzoek Samenvatting, bespreking en toekomstig onderzoek Samenvatting Het doel van ons onderzoek was de optimale formulering van luchtwegverwijdende aerosolen en in hoeverre doseringen en nevenwerkingen gereduceerd

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker

Disclosure belangen spreker De mening van zorgprofessionals over inhalatiemedicatie instructie - Een focusgroep onderzoek - Hester Hoving Vera Otermann Studenten Geneeskunde Huisartsgeneeskunde UMCG Disclosure belangen spreker (potentiële)

Nadere informatie

Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD.

Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Robbert Kerseboom Kaderhuisarts astma-copd De prevalentie van obesitas (BMI > 30 kg/m 2 ): (in 2012) 11 % bij mannen 14 % bij vrouwen. De prevalentie van COPD is 20/1000 Nederlanders KADERHUISARTS SCHAKEL

Nadere informatie

Medicatie bij COPD: Therapie op maat?

Medicatie bij COPD: Therapie op maat? IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD DISCLOSURE IN DE BELANGEN HUISARTSENPRAKTIJK SPREKERS: IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK GEEN BELANGENVERSTRENGELING 29 januari + 30 januari 2015

Nadere informatie

klacht afkorting voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease, een

klacht afkorting voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease, een : factoren verergeren en 3 klacht afkorting voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease, een, zoals ingen voornaamste de doen om te verbeteren. Daarom hebben we deze serie werkboeken voor zelfmanagement

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen 5 Wetenschappelijke conclusies Algehele samenvatting van de wetenschappelijke

Nadere informatie

Astma monitoring & E-health anno 2012. TRENDS XXII, Garderen

Astma monitoring & E-health anno 2012. TRENDS XXII, Garderen Astma monitoring & E-health anno 2012 TRENDS XXII, Garderen Eric de Groot, ISALA Zwolle Rijn Jöbsis, MUMC + Maastricht Leerdoelen monitoring astma Mate van astmacontrole staat centraal Eén ideaal instrument

Nadere informatie

PARI BOY. familie. De nieuwe PARI BOY familie sneller en effectiever.

PARI BOY. familie. De nieuwe PARI BOY familie sneller en effectiever. De nieuwe PARI BOY sneller en effectiever. Ons werk heeft als doel het leven van mensen die aan luchtwegziekten leiden en diegenen die hen verzorgen en zich zorgen maken, te verlichten. PARI TurboBOY Het

Nadere informatie

MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk

MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk K. Cové BDM Ventilation & Respiratory Care Agenda COPD in het kort MyAivo

Nadere informatie

FARMACOTHERAPIE BIJ CHRONISCH OBSTRUCTIEF LONGLIJDEN: EEN UPDATE

FARMACOTHERAPIE BIJ CHRONISCH OBSTRUCTIEF LONGLIJDEN: EEN UPDATE FARMACOTHERAPIE BIJ CHRONISCH OBSTRUCTIEF LONGLIJDEN: EEN UPDATE In de Folia van september 2000 verscheen een overzichtsartikel over farmacotherapie bij chronisch obstructief longlijden (chronic obstructive

Nadere informatie

Inhalatiemedicatie bij astma: het belang van juiste inhalatietechniek en inhalatie-instructie

Inhalatiemedicatie bij astma: het belang van juiste inhalatietechniek en inhalatie-instructie Inhalatiemedicatie bij astma: het belang van juiste inhalatietechniek en inhalatie-instructie Inhaled therapy in asthma: need for correct inhaler technique and inhaler technique training T. Klemmeier-Boekhout

Nadere informatie

Acetylcysteïne wordt niet aanbevolen bij de behandeling van COPD, omdat geen voordeel is aangetoond ten opzichte van placebo. fenoterol/ipratropium

Acetylcysteïne wordt niet aanbevolen bij de behandeling van COPD, omdat geen voordeel is aangetoond ten opzichte van placebo. fenoterol/ipratropium 5 10 Consultatiedocument Farmacotherapeutisch Kompas voor registratiehouders Graag reactie voor 1 juli 2016 van de registratiehouders die volgens de consultatieprocedure kunnen reageren. COPD Onderhoudsbehandeling

Nadere informatie

Casusschetsen astma/copd

Casusschetsen astma/copd Casusschetsen astma/copd 7 augustus 2000 Casusschets 1 Mevr. N, is een 26 jarige adipeuze Surinaamse vrouw die sinds 1994 in Nederland woonachtig is. Sinds haar komst naar Nederland heeft zij in wisselende

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker

Disclosure belangen spreker Relatie tussen patiëntkenmerken en inhalatietechniek bij astma en COPD patiënten CAHAG conferentie 19 januari 2017 M.T. Lieshout, E.I. Metting, P. Hagedoorn, S. Schokker, E. Van Heijst, T. Klemmeier, M.R.

Nadere informatie

Werkwijze Interpretatie van spirometrie

Werkwijze Interpretatie van spirometrie Werkwijze Interpretatie van spirometrie Document ID NVLA 160620 ww IntSpir Document titel Interpretatie van spirometrie Publicatiedatum Juni 2016 Versie 1.0 Herzieningsdatum Juni 2021 Doel Het standaardiseren

Nadere informatie

Samenvatting. De klacht van Boehringer is gegrond. 17 september 2010

Samenvatting. De klacht van Boehringer is gegrond. 17 september 2010 K10.004 Samenvatting Het eerste onderdeel van de klacht van Boehringer is gericht tegen de reclame-uitingen van Novartis waarin de Onbrez Breezhaler waaruit een spraywolk komt eindigend in de vorm van

Nadere informatie

Geneesmiddelen bulletin

Geneesmiddelen bulletin Geneesmiddelen bulletin maart 2017 jaargang 51, nummer 3 25 Redactieadres: Geneesmiddelenbulletin, Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht P. R. I. K. B. O. R. D Opnieuw bezien Afgewezen geneesmiddelenregistraties

Nadere informatie

Inhaleren moet je leren Droog oefenen Geneesmiddelen op maat

Inhaleren moet je leren Droog oefenen Geneesmiddelen op maat In Nederland heeft één op de tien mensen last van een chronische aandoening aan de luchtwegen. Dit kan astma zijn, chronische bronchitis of emfyseem. Voor astma, chronische bronchitis en emfyseem samen

Nadere informatie

Leren inhaleren: beter gebruik van poederinhalatoren door voorlichting en instructie

Leren inhaleren: beter gebruik van poederinhalatoren door voorlichting en instructie Oorspronkelijke stukken Leren inhaleren: beter gebruik van poederinhalatoren door voorlichting en instructie n.e.van t veer, w.lameijer, m.de ley en f.m.j.toben Bij de medicamenteuze behandeling van astma

Nadere informatie

Aandachtspunten bij het vernevelen

Aandachtspunten bij het vernevelen Vernevelen thuis Verneveltherapie is een methode om medicatie aan de longen toe te dienen wanneer inhalatiemedicatie niet via de gangbare vormen (poederinhalator en dosis-aërosol met voorzetkamer) gegeven

Nadere informatie

Het aanleren van inhaleren bij patiënten met astma en COPD: kan het beter?

Het aanleren van inhaleren bij patiënten met astma en COPD: kan het beter? Het aanleren van inhaleren bij patiënten met astma en COPD: kan het beter? een onderzoek naar verschillende manieren van inhalatie-instructie voor het aanleren van correct gebruik van inhalatiemedicatie

Nadere informatie

De longverpleegkundige

De longverpleegkundige De longverpleegkundige De longverpleegkundige Van uw longarts heeft u de eerste informatie gekregen over uw aandoening en de klachten die daarmee gepaard gaan. Vervolgens heeft de longarts u verwezen naar

Nadere informatie

Inhalatie medicatie toedienen. Vaardigheid Voordelen Nadelen

Inhalatie medicatie toedienen. Vaardigheid Voordelen Nadelen Inhalatie medicatie toedienen Vaardigheid Voordelen Nadelen De soorten hulpmiddelen Doseer inhalator = doseeraesosol Poederinhalatoren, meerdere soorten Verneveling inhalator Soorten medcijnen Medicatie:

Nadere informatie

/FVC FEV 1 3,8 4,7 0,8 2,8 3,3 0,8

/FVC FEV 1 3,8 4,7 0,8 2,8 3,3 0,8 Inhalatietherapie bij COPD dr R.M.M. Geijer, dr J.W.K. van den Berg Nr 12 2008 (42) Pagina 111 119 Themaartikel Tags COPD kortwerkende ß2sympathicomimetica kortwerkende anticholinergica langwerkende ß2sympathicomimetica

Nadere informatie

Workshop: Reversibiliteitstest

Workshop: Reversibiliteitstest Workshop: Reversibiliteitstest Kevin De Soomer Longfunctie UZA VVLR, Colloquium 2016 Bronnen: Standaardisatie rapport ATS/ERS 2005 GINA richtlijnen GOLD richtlijnen Stellingen: JUIST / FOUT 1. Om de reversibiliteit

Nadere informatie

Afbakening. Casus Wim van Wanten Medicamenteuze therapie bij Astma. Leerdoel. Medicamenteuze therapie

Afbakening. Casus Wim van Wanten Medicamenteuze therapie bij Astma. Leerdoel. Medicamenteuze therapie DISCLOSURE BELANGEN SPREKERS: Medicamenteuze therapie bij Astma GEEN BELANGENVERSTRENGELING Riccardo Fornaro, huisarts Gezondheidscentrum Hoensbroek Noord, kaderhuisarts astma-copd KADERHUISARTS SCHAKEL

Nadere informatie

Inhalatie Management Service Informatiefolder

Inhalatie Management Service Informatiefolder Inhalatie Management Service Voor het controleren en trainen van de inhalatietechniek www.care4lungs.nl 2 Inhoud: 1. De Inhalation Manager 2. Inhalatie Management Service 3. Aanmelden 4. Veelgestelde vragen

Nadere informatie

Met welke geneesmiddelen is het onderzoek uitgevoerd?

Met welke geneesmiddelen is het onderzoek uitgevoerd? Dit is een samenvatting van een klinisch onderzoek bij patiënten met idiopathische pulmonale fibrose, een zeldzaam type longaandoening. De samenvatting is geschreven voor de doorsneelezer en is opgesteld

Nadere informatie

FOSTER NEXTHALER. Gebruiksinstructie voor de patiënt. Extrafijn inhalatiepoeder Beclometason+Formoterol

FOSTER NEXTHALER. Gebruiksinstructie voor de patiënt. Extrafijn inhalatiepoeder Beclometason+Formoterol FOSTER NEXTHALER Gebruiksinstructie voor de patiënt Extrafijn inhalatiepoeder Beclometason+Formoterol Uw arts heeft u de FOSTER NEXThaler voorgeschreven voor de onderhoudsbehandeling van uw astmaklachten.

Nadere informatie

Chronische longziekten en werk

Chronische longziekten en werk Chronische longziekten en werk Mensen met een longziekte hebben meer moeite om aan het werk te blijven of een betaalde baan te vinden dan de rest van de bevolking. Slechts 42% van de mensen met COPD heeft

Nadere informatie

OPGELUCHT LEVEN MET STRIVERDI RESPIMAT

OPGELUCHT LEVEN MET STRIVERDI RESPIMAT OPGELUCHT LEVEN MET STRIVERDI RESPIMAT DE ROL VAN STRIVERDI RESPIMAT BIJ DE BEHANDELING VAN COPD Informatiefolder voor patiënten met de chronische longaandoening COPD die worden behandeld met Striverdi

Nadere informatie

Afbakening. Casus A Wim van Wanten. Medicamenteuze therapie bij Astma. Leerdoel. Medicamenteuze therapie

Afbakening. Casus A Wim van Wanten. Medicamenteuze therapie bij Astma. Leerdoel. Medicamenteuze therapie DISCLOSURE BELANGEN SPREKERS: Medicamenteuze therapie bij Astma GEEN BELANGENVERSTRENGELING Jos Dirven, huisarts Renswoude, kaderhuisarts astma-copd Riccardo Fornaro, huisarts Hoensbroek, kaderhuisarts

Nadere informatie

Polyfarmacie bij ouderen

Polyfarmacie bij ouderen Polyfarmacie bij ouderen J O R I S S C H A K E L I N T E R N I S T- K L I N I S C H G E R I AT E R S T. E L I S A B E T H H O S P I TA A L 2 6 F E B R U A R I 2 0 1 2 Inhoud presentatie Deel 1: Achtergrondinformatie

Nadere informatie

Inhalatie antibiotica in de behandeling van tuberculose

Inhalatie antibiotica in de behandeling van tuberculose Disclosure belangen spreker Inhalatie antibiotica in de behandeling van tuberculose Erik Frijlink Afdeling Farmaceutische Technologie en Biofarmacie Rijksuniversiteit Groningen (h.w.frijlink@rug.nl) (potentiële)

Nadere informatie

De longverpleegkundige

De longverpleegkundige De longverpleegkundige Algemeen U bent door uw longarts verwezen naar de longverpleegkundige. Een longverpleegkundige is een verpleegkundige, die zich heeft gespecialiseerd in astma en COPD (chronische

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel

Nadere informatie

More than lung cancer: automated analysis of low-dose screening CT scans

More than lung cancer: automated analysis of low-dose screening CT scans Onno Mets More than lung cancer: automated analysis of low-dose screening CT scans Er zijn sterke aanwijzingen dat de sterfte als gevolg van longkanker zal afnemen wanneer zware rokers gescreend worden

Nadere informatie

Wat is astma eigenlijk? 5 stellingen

Wat is astma eigenlijk? 5 stellingen Leerdoelen Kennis over: Moeilijk behandelbaar astma Wim Oomen & Regien Kievits 2017 Wat is astma nu precies? Reflectie over astma-zorg in eigen praktijk Verschil tussen moeilijk behandelbaar en ernstig

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Qvar Extrafijne Aërosol 50 Inhalator, dosis-aërosol 50 microgram/dosis Qvar Extrafijne Aërosol 100 Inhalator, dosis-aërosol 100 microgram/dosis beclometasondipropionaat

Nadere informatie

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten 5 april 2017 Sarcoïdose ontsporing afweersyteem ophoping afweercellen: granulomen overal in lichaam: longen, lymfesysteem, huid,

Nadere informatie

Factsheet Astma-/COPD-Monitor April 2007

Factsheet Astma-/COPD-Monitor April 2007 Factsheet Astma-/COPD-Monitor April 7 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt (M. Heijmans, Meer dan helft astmapatiënten heeft ziekte niet onder

Nadere informatie

Instructie geeft lucht

Instructie geeft lucht Instructie geeft lucht Spiegelbijeenkomst 15 april 2015 Miriam Stoks, apotheker Brenda Spanbroek, longverpleegkundige Robbert Behr, kaderhuisarts astma-copd Inleiding Workshop: - Therapietrouw bij astma

Nadere informatie

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2007

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2007 Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 27 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt (M. Heijmans, NIVEL, Oktober 27). LEVEN MET COPD VRAAGT OM LEF

Nadere informatie

COPD, Emfyseem, spiroflow. 16 oktober 2018 Chantal Kroese - Bovée

COPD, Emfyseem, spiroflow. 16 oktober 2018 Chantal Kroese - Bovée COPD, Emfyseem, spiroflow 16 oktober 2018 Chantal Kroese - Bovée Leerdoelen COPD en emfyseem Definitie en beeldvorming Patronen en interpretatie van spiro flow curve medicatie bij COPD Wat is COPD Blijvende

Nadere informatie

Longfunctieonderzoek op de longfunctieafdeling. Informatie voor ouders en/of verzorgers

Longfunctieonderzoek op de longfunctieafdeling. Informatie voor ouders en/of verzorgers Longfunctieonderzoek op de longfunctieafdeling Informatie voor ouders en/of verzorgers Inhoudsopgave Informatie voor ouders... 1 1. Inleiding... 1 2. Longfunctieonderzoek... 1 3. Voorbereiding... 1 4.

Nadere informatie

OPNAME IN EEN COPD ZORGPAD FRANCISCUS VLIETLAND

OPNAME IN EEN COPD ZORGPAD FRANCISCUS VLIETLAND OPNAME IN EEN COPD ZORGPAD FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Welkom in het Vlietland ziekenhuis en op afdeling longgeneeskunde. U bent opgenomen op de afdeling longgeneeskunde omdat uw klachten van de COPD

Nadere informatie

EENHEID FARMACEUTISCHE ZORG

EENHEID FARMACEUTISCHE ZORG EENHEID FARMACEUTISCHE ZORG HET BELANG VAN EEN GOEDE INHALATIETECHNIEK Prof. dr. Koen Boussery Dr. Els Mehuys Eenheid Farmaceutische Zorg HOE PREVALENT ZIJN INHALATIETECHNIEKFOUTEN? Analyse van 144 studies

Nadere informatie

Astma controle, is er ruimte voor verbetering? Hoe goed behandelen we kinderen en volwassenen met astma in Nederland?

Astma controle, is er ruimte voor verbetering? Hoe goed behandelen we kinderen en volwassenen met astma in Nederland? Astma controle, is er ruimte voor verbetering? Walter Balemans, kinderlongarts Antonius ziekenhuis, Nieuwegein CAHAG conferentie, januari 2017 Gewetensvraag Hoe goed behandelen we kinderen en volwassenen

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen Behandeling van COPD anno 2007

Workshop voor apothekers en huisartsen Behandeling van COPD anno 2007 Workshop voor apothekers en huisartsen Behandeling van COPD anno 2007 Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen l en inleiding idi Presentatie van regionale voorschrijfcijfers

Nadere informatie

Inhalatietherapie 24-4-2014

Inhalatietherapie 24-4-2014 Inhalatietherapie Geert Celis Hvpk FM Pneumo Inhoud Waarom inhalatietherapie? Inhalatiemedicatie: soorten, werking, toedieningsvorm Soorten inhalatoren Inhalatie en tracheo(s)tomie Lokale nevenwerkingen:

Nadere informatie

Astma en COPD VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? VRAAG HET UW APOTHEKER

Astma en COPD VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? VRAAG HET UW APOTHEKER Astma en COPD WAT ZIJN DE KLACHTEN MEDICIJNEN OM UW KLACHTEN TE VERMINDEREN WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN ADVIES IN EEN PERSOONLIJK GESPREK INFORMATIE MEDICIJNEN OP RECEPT VRAAG OVER UW MEDICIJNEN?

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) De SMOKE studie Achtergrond Chronisch obstructief longlijden, ook wel Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) genoemd, word gezien als een wereldwijd gezondheidsprobleem. Ten gevolge van onder andere

Nadere informatie

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD GEEN BELANGENVERSTRENGELING

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD GEEN BELANGENVERSTRENGELING IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD DISCLOSURE IN DE BELANGEN HUISARTSENPRAKTIJK SPREKERS: GEEN BELANGENVERSTRENGELING 29 januari + 30 januari 2015 KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK IMPLEMENTATIE

Nadere informatie

Het meten van beperkende factoren bij COPD een praktische kennismaking

Het meten van beperkende factoren bij COPD een praktische kennismaking Het meten van beperkende factoren bij COPD een praktische kennismaking Peter Willemsen Ziekenhuis Rivierenland Tiel De Lage Korn, Buren Inhoud Huiswerkopdracht Beperkende factoren bij gezonden Beperkende

Nadere informatie

Het piepende kind. Nascholing huisartsen. 20 mei 2014. Annejet Plaisier. kinderarts

Het piepende kind. Nascholing huisartsen. 20 mei 2014. Annejet Plaisier. kinderarts Het piepende kind Nascholing huisartsen 20 mei 2014 Annejet Plaisier kinderarts Incidentie van wheezing bij kinderen 18 16 Kinderen in % 14 12 10 8 6 4 2 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 MAS-90 Leeftijd

Nadere informatie

IBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis

IBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis IBOM-2 Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis Abeer Ahmad Ruth Mast Giel Nijpels Jacqueline Dekker Piet Kostense Jacqueline Hugtenburg Afdelingen Klinische

Nadere informatie

KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Lomudal, dosis-aërosol, 1 mg natriumcromoglicaat per verstuiving:

KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Lomudal, dosis-aërosol, 1 mg natriumcromoglicaat per verstuiving: Aanhangsel IB NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lomudal, dosis-aërosol KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Lomudal, dosis-aërosol, 1 mg natriumcromoglicaat per verstuiving: FARMACEUTISCHE VORM Lomudal

Nadere informatie

Toetsvragen en stellingen Antwoorden met verklaring

Toetsvragen en stellingen Antwoorden met verklaring Toetsvragen en stellingen Antwoorden met verklaring Stellingen 1. Als de benauwdheidsklachten minder worden, kan de onderhoudsmedicatie gestopt worden. Eens/ oneens Deze gedachte is een reden waarom veel

Nadere informatie

Met welke geneesmiddelen is het onderzoek uitgevoerd?

Met welke geneesmiddelen is het onderzoek uitgevoerd? Dit is een samenvatting van een klinisch onderzoek bij patiënten met idiopathische pulmonale fibrose, een zeldzaam type longaandoening. De samenvatting is geschreven voor de doorsneelezer en is opgesteld

Nadere informatie

Jolanda Rijnkels NVT-CGC Symposium Voldoende stof tot nadenken 14 maart 2013

Jolanda Rijnkels NVT-CGC Symposium Voldoende stof tot nadenken 14 maart 2013 Jolanda Rijnkels NVT-CGC Symposium Voldoende stof tot nadenken 14 maart 2013 1964: introductie inert or nuisance particulates ; 15 mg/m 3 1968: introductie appendix nuisance particulate 1972: 10 mg/m 3,

Nadere informatie

Keuze van device: een uitdaging

Keuze van device: een uitdaging Keuze van device: een uitdaging Daniël Schuermans Longfunctie Biomedical research unit BVPV upgrade Aërosol 0 Vanuit het device Vanuit de patiënt Vanuit het device Vanuit de patiënt nt Fysica Medische

Nadere informatie

Palliatieve zorg bij copd. Minisymposium 22 maart 2012

Palliatieve zorg bij copd. Minisymposium 22 maart 2012 Palliatieve zorg bij copd Minisymposium 22 maart 2012 Palliatieve zorg Hans Timmer, longarts ZGT Caroline Braam, huisarts Hengelo PALLIATIEVE ZORG CASUS 75-jarige terminale COPD-patient Mantelzorger valt

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD

FYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD FYSIOTHERAPIE OP DE LONGAFDELING BIJ EEN EXACERBATIE COPD Wat is COPD? COPD is een ongeneeslijke chronische aandoening aan de luchtwegen (Chronic Obstructive Pulmonary Diseases). Deze longaandoening kan

Nadere informatie

Dosering van antibiotica tijdens dialyse. Anke Reuser AIOS Anesthesiologie

Dosering van antibiotica tijdens dialyse. Anke Reuser AIOS Anesthesiologie Dosering van antibiotica tijdens dialyse Anke Reuser AIOS Anesthesiologie 01-08-2017 AKI 60% mortaliteit Meeste mortaliteit agv sepsis (50%) Juiste dosering en spiegels van antibiotica cruciaal Onderdosering

Nadere informatie