Van Aert Josée, voorzitter Adriaensen Bertha, Cornelis Hugo, Gijsbrechts Mies, Hermans Hilde, Kerremans Leen, Van Accom Jef, raadsleden

Transcriptie

1 Vergadering van 20 december openbaar gedeelte Aanwezig: Van Aert Josée, voorzitter Adriaensen Bertha, Cornelis Hugo, Gijsbrechts Mies, Hermans Hilde, Kerremans Leen, Van Accom Jef, raadsleden Schuermans Lutgarde, secretaris Verontschuldigd: Bluekens Carine, Thoné Godelieve, raadsleden Wilrycx Frank, burgemeester Als voorstemmer wordt raadslid Hugo Cornelis geloot. Agenda: 1. Goedkeuring verslag vergadering 15/11/2017 openbaar gedeelte 2. Inkomsten en uitgaven 3. Renovatie doorgangswoning Gildestraat 1 bijzonder bestek /17/12 goedkeuring lastenboek, wijze van gunnen en kostprijsraming 4. Welzijn op het werk jaaractieplan 2018 goedkeuring 5. Personeel, vervanging van feestdagen die in het weekend vallen Rechtspositieregeling aanpassing beslissing OCMW-raad 19/04/2017 naaar aanleiding van opmerkingen Agentschap Binnenlands Bestuur 7. Varia rondvraag Punt 1. Goedkeuring verslag vergadering 15/11/2017 openbaar gedeelte Het verslag van de raadszitting dd. 15/11/2017 openbaar gedeelte werd vooraf aan alle raadsleden te samen met de agenda van de huidige zitting bezorgd. Het verslag wordt vervolgens goedgekeurd. Punt 2. Inkomsten en uitgaven De OCMW-raad hecht goedkeuring aan volgende documenten: Overzichtslijst betreffende goedkeuring van de vorderingen 2017/11 voor een totaal bedrag van ,56 Goedkeuring van: aanrekening 2017/255 ten bedrage van ,49 (lonen) aanrekening 2017/256 ten bedrage van ,67 (lonen) aanrekening 2017/257 ten bedrage van ,21 (lonen) aanrekening 2017/258 ten bedrage van 3.047,16 (lonen) aanrekening 2017/259 ten bedrage van 62,04 (lonen)

2 aanrekening 2017/265 ten bedrage van 204,44 (ambtshalve) aanrekening 2017/266 ten bedrage van 2.282,04 (ambtshalve) aanrekening 2017/277 ten bedrage van ,07 (lonen) aanrekening 2017/278 ten bedrage van 2.568,75 (ambtshalve) aanrekening 2017/279 ten bedrage van 3.082,40 (ambtshalve) aanrekening 2017/280 ten bedrage van ,36 (ambtshalve) aanrekening 2017/281 ten bedrage van 1.908,55 (lonen) aanrekening 2017/282 ten bedrage van ,10 (lonen) aanrekening 2017/283 ten bedrage van ,96 (lonen) aanrekening 2017/284 ten bedrage van ,72 (lonen) aanrekening 2017/285 ten bedrage van 1.190,27 (ambtshalve) aanrekening 2017/286 ten bedrage van 3.520,57 aanrekening 2017/287 ten bedrage van 3.777,98 (ambtshalve) aanrekening 2017/288 ten bedrage van ,93 (ambtshalve) aanrekening 2017/289 ten bedrage van 2.771,47 aanrekening 2017/290 ten bedrage van ,28 Punt 3. Renoveren van een doorgangswoning, Gildestraat 1, 2330 Merksplas bijzonder bestek /17/12 Goedkeuring lastvoorwaarden, gunningswijze en kostprijsraming Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid artikels 51 en 52, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, 1, 1 a (limiet van ,00 excl. btw niet bereikt); Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90 1 ; Overwegende dat in het kader van de opdracht Renoveren van een doorgangswoning, Gildestraat 1, 2330 Merksplas een bestek met nr /17/12 werd opgesteld door architectenbureau G.R.O.T.; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op ,61 excl. btw of ,33 incl. 6% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking; Met algemeenheid van stemmen. BESLUIT DE RAAD: Art. 1. Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr /17/12 en de raming voor de opdracht Renoveren van een doorgangswoning, Gildestraat 1, 2330 Merksplas, opgesteld door architectenbureau G.R.O.T. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt ,61 excl. btw of ,33 incl. 6% btw.

3 Art. 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking. Punt 4. Welzijn op het werk jaaractieplan 2018 goedkeuring Overwegende dat het OCMW als werkgever verplicht is om jaarlijks een actieplan op te stellen om de veiligheid van zijn personeel te bevorderen; Gelet op het voorstel voor een jaaractieplan 2018 met volgende doelstellingen: Actiepunt Agressieprotocol - Informatie aan het betrokken personeel in functie van het geactualiseerde protocol - Uitwerken specifieke procedure op vlak van opvang en nazorg agressie incident bij traumatische ervaringen Actiepunt aanwezigheidsbeleid - Opmaak van een visietekst rond de doelstellingen van het aanwezigheidsbeleid - Uitwerken van specifieke procedure: taken per actor, melden van afwezigheid, contactname leidinggevende - Specifieke vorming/opleiding leidinggevenden op vlak van contactname en houden van verzuimgesprekken Actiepunt keuze nieuw thema voor de gerichte medische onderzoeken - Uit alle beschikbare mogelijkheden wordt een keuze gemaakt voor het thema van de gerichte medische onderzoeken. Het thema wordt gekozen voor de volgende 2 of 3 jaar Actiepunt evaluatiemoment - Evaluatie van uitgevoerde punten jaaractieplan - Voorbereiding punten jaaractieplan Evaluatie globaal preventieplan - Evaluatie welzijnsbeleid Gelet op het advies vanwege het overlegcomité PBW op datum van 22/11/2017; Gelet op de besprekingen ter zitting; Gelet op de organieke wet betreffende de OCMW s dd. 08/07/1976; Gelet op de bepalingen van het OCMW-decreet betreffende de organisatie van de OCMW s dd. 19/12/2008; Met algemeenheid van stemmen. BESLUIT DE RAAD: Art. 1. Het voorstel jaaractieplan 2018 ter bevordering van de algemene veiligheid van het personeel binnen OCMW Merksplas, wordt goedgekeurd. Punt 5. Personeel, vervanging van feestdagen die in het weekend vallen 2018

4 Gelet op de bepalingen van de rechtspositieregeling; Gelet op het voorstel tot vastlegging van vervanging van de feestdagen die in het weekend vallen voor het jaar 2018; Gelet op het akkoord van het onderhandelingscomité dd. 05/12/2017; Gelet op de besprekingen ter zitting; Gelet op de organieke wet betreffende de OCMW s dd. 08/07/1976; Gelet op de bepalingen van het OCMW-decreet betreffende de organisatie van de OCMW s dd. 19/12/2008; Met algemeenheid van stemmen. BESLUIT DE RAAD: Art. 1. Volgende dagen zullen worden vastgelegd als brugdagen 2018 ter vervanging van feestdagen die in het weekend vallen: - 8 oktober 2018 (vervangt feestdag 21 juli 2018) - 9 oktober 2018 (vervangt feestdag 11 november 2018) Punt 6. Rechtspositieregeling aanpassing beslissing OCMW-raad 19/04/2017 naar aanleiding van opmerkingen Agentschap Binnenlands Bestuur Gelet op de bepalingen van het OCMW-decreet betreffende de Organisatie van de OCMW s dd. 19/12/2008; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 07/12/2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de OCMW s; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12/11/2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de OCMW s en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de OCMW s; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23/11/2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 07/12/2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de OCMW s en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12/11/201 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de OCMW s en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de OCMW s; Overwegende dat op 02/12/2016 de Vlaamse Regering een nieuwe regeling voor onbetaald verlof heeft ingevoerd voor het gemeente-, provincie- en OCMW-personeel, als compensatie voor het vanaf 02/09/20 16 afschaffen van de niet-gemotiveerde loopbaanonderbreking met uitkering. De huidige verlofstelsels verlof voor deeltijdse prestaties en onbetaald verlof worden vervangen door onbetaald verlof als gunstmaatregel en onbetaald verlof als recht. Op 26/07/2016 heeft de Vlaamse Regering het besluit dat het toekennen van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet regelt, definitief goedgekeurd. Het besluit is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 03/08/2016. De Vlaamse Regering schaft hiermee de loopbaanonderbreking met uitkering zonder motief, inclusief de loopbaanvermindering in het kader van de eindeloopbaan af. In de plaats komt er vanaf 02/09/2016 een Vlaams zorgkrediet voor ouderschapsverlof, medische zorgen, palliatief verlof, zorg voor kind met handicap en

5 verlof voor opleiding, met volgende maximale duurtijd, onderbrekingspercentage en uitkering. Gelet op de besprekingen met de representatieve vakorganisaties dd. 08/02/2017; Gelet op de besprekingen met de representatieve vakorganisaties dd. 05/12/2017; Gelet op het schrijven dd. 21 juni 2017 vanwege de Vlaamse Overheid, Agentschap Binnenlands Bestuur houdende een aantal opmerkingen; Overwegende dat het betreffende Agentschap een verkeerde versie was bezorgd; Gelet op de besprekingen ter zitting; Gelet op de organieke wet betreffende de OCMW s dd. 08/07/1976; Met algemeenheid van stemmen. BESLUIT DE RAAD: Art. 1. De rechtspositieregeling van OCMW Merksplas te wijzigen als volgt: Hoofdstuk VII. Het verlof voor deeltijdse prestaties Art Het personeelslid kan een verlof voor deeltijdse prestaties krijgen. Dit verlof is geen recht, maar wordt toegestaan als een gunstmaatregel, voor zover de goede werking van de dienst daardoor niet in het gedrang komt. Voor een contractueel personeelslid wordt een verlof voor deeltijdse prestaties beschouwd als een deeltijdse schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en niet als een wijziging van de lopende arbeidsovereenkomst. Het verlof voor deeltijdse prestaties wordt ambtshalve opgeschort zodra het personeelslid verlof krijgt in verband met een bevalling, adoptie of pleegvoogdij, of ouderschap. Het verlof voor deeltijdse prestaties wordt toegekend voor maximum twee jaar en wordt opgenomen ten belope van een 1/5, 1/4, 1/3 of 1/2 van de duur van voltijdse prestaties. Bij weigering kan het personeelslid bezwaar aantekenen bij het Vast Bureau. Art Het ziekteverlof maakt geen einde aan een toegekend stelsel van verlof voor deeltijdse prestaties. Als een feestdag op een dag verlof voor deeltijdse prestaties valt, loopt dat verlof door. Verlof voor deeltijdse prestaties wordt niet bezoldigd. Het (statutaire) personeelslid kan het toegestane verlof voor deeltijdse prestaties te allen tijde opzeggen, mits eerbiediging van een termijn van minimum 30 dagen, tenzij het bestuur een kortere termijn aanvaardt. Hoofdstuk X. Het onbetaalde verlof Art Het personeelslid kan in principe in aanmerking komen voor de volgende contingenten onbetaalde verloven: 1 twintig werkdagen per kalenderjaar, te nemen in volledige of halve dagen en al dan niet aaneensluitende perioden. Die dagen worden niet bezoldigd; 2 twee jaar gedurende de loopbaan, te nemen in periodes van minimaal één maand. Die periodes worden niet bezoldigd. 2. In geval een onbetaald verlof geen recht is, maar een gunst, kan het personeelslid bij weigering bezwaar indienen bij het Vast Bureau. Hij kan verzoeken om in dit verband gehoord te worden. 3 Het personeelslid op proef komt niet in aanmerking voor dit onbezoldigde verlof. Het personeelslid hoeft geen reden op te geven voor de aanvraag van onbetaald verlof. In de gevallen dat het verlof eventueel kan worden geweigerd mag dit niet gebeuren omwille van het uit eigen beweging uitdrukkelijk meegedeelde of het door het bestuur vermoede doel van het verlof. Tijdens het opnemen van onbetaald verlof blijven de deontologische regels die op het personeelslid van toepassing zijn onverkort van kracht, ook op het gebied van onverenigbaarheden. Art. 285bis Onbetaald verlof als recht

6 1. Het personeelslid heeft het recht om tijdens de loopbaan 12 maanden voltijds de loopbaan te onderbreken in periodes van minimaal een maand. Zodra het personeelslid 55 jaar is, verwerft het een bijkomend recht om 12 maanden voltijds de loopbaan te onderbreken, te nemen in periodes van minimaal een maand. Het personeelslid heeft het recht om tijdens de loopbaan gedurende minstens 60 maanden de prestaties te verminderen tot een percentage tussen 85% en 50% van een voltijdse betrekking. Dat deeltijdse onbetaalde verlof kan alleen genomen worden in periodes van minimaal drie maanden. Zodra het personeelslid 55 jaar is, heeft hij altijd het recht om de prestaties te verminderen tot een percentage tussen 85% en 50% van een voltijdse betrekking. 2. Als een vast aangesteld statutair personeelslid binnen de diensten van het bestuur een contractuele betrekking, een mandaat, een tijdelijke aanstelling of een andere functie waaraan een proeftijd verbonden is, opneemt, wordt ambtshalve onbetaald verlof toegestaan voor maximaal de duur van het mandaat, de tijdelijke aanstelling of de proeftijd. 3. Het hoofd van het personeel kent het verlof toe. 4. Het verlof is gelijkgesteld met dienstactiviteit. Het verlof wegens arbeidsongeschiktheid, met uitzondering van de arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte, maakt geen einde aan het toegekende onbetaalde verlof. Als een feestdag op een dag onbetaald verlof valt, wordt die feestdag niet vervangen. Dit onbetaald verlof als recht is niet van toepassing op de secretaris en de financieel beheerder. Het is onder dezelfde voorwaarden echter wel als gunstmaatregel van toepassing op de secretaris en de financieel beheerder. In voorkomend geval vraagt de financieel beheerder om toelating hiervoor aan het hoofd van het personeel en de secretaris aan het Vast Bureau, overeenkomstig de termijnen vermeld in 5. Het statutair personeelslid op proef komt niet in aanmerking voor dit verlof. 5. Het personeelslid dat gebruik wil maken van het recht op onbetaald verlof vraagt dit minstens 3 maand op voorhand aan. De secretaris kan een kortere periode toestaan. Rekening houdend met de goede werking van de dienst kan de ingangsdatum van het verlof met maximaal één maand worden uitgesteld. 6. Het personeelslid kan een toegestaan verlof voortijdig beëindigen mits inachtneming van een opzegtermijn van één maand. Die termijn kan ten vroegste ingaan de dag na de opzegging van het verlof. 7. Om de verlofcontingenten vermeld in dit artikel te bepalen, wordt gerekend vanaf 1 februari Bij het bepalen van dit contingent wordt geen rekening gehouden met het op dit moment lopend onbetaald verlof of verlof deeltijdse prestaties. Het personeelslid dat voor 1 februari 2017 een verlof voor deeltijdse prestaties of een onbetaald verlof genoot, behoudt dit verlof aan dezelfde voorwaarden en gedurende de periode dat het verlof werd toegestaan. Art 285ter Onbetaald verlof als gunstmaatregel 1. Het hoofd van het personeel kan aan het personeelslid onbetaald verlof toestaan om de prestaties volledig of gedeeltelijk te onderbreken, als de goede werking van de dienst dat toelaat. Het verlof, vermeld in het eerste lid, kan worden toegestaan voor: 1 twintig dagen per kalenderjaar, te nemen in volledige of halve dagen en al dan niet in aaneensluitende perioden; 2 twee jaar gedurende de loopbaan, te nemen in al dan niet aaneensluitende perioden van minimaal één maand. 2. Het onbetaald gunstverlof is niet gelijkgesteld met dienstactiviteit, tenzij het minder dan een maand bedraagt of deeltijds verlof betreft. 3. Verlof wegens arbeidsongeschiktheid, met uitzondering van de arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte, maakt geen einde aan het toegekende onbetaald gunstverlof.

7 Als een feestdag op een dag onbetaald gunstverlof valt, wordt die feestdag niet vervangen. 4. Bij weigering van het verlof kan het personeelslid bezwaar indienen bij het vast bureau. Hij kan verzoeken om in dit verband gehoord te worden. 5. Het personeelslid dat gebruik wil maken van het verlof zoals bepaald in 1, tweede lid, 1, vraagt dit minstens één maand op voorhand aan. De secretaris kan een kortere termijn toestaan. Het personeelslid dat gebruik wil maken van het verlof zoals bepaald in 1, tweede lid, 2, vraagt dit minstens 3 maand op voorhand aan. De secretaris kan een kortere termijn toestaan. 6. Het personeelslid kan een toegestaan verlof voortijdig opzeggen mits inachtneming van een opzegtermijn van één maand. Die termijn kan ten vroegste ingaan de dag na de opzegging van het verlof. 7. Om de verlofcontingenten vermeld in dit artikel te bepalen, wordt gerekend vanaf 1 februari Bij het bepalen van dit contingent wordt geen rekening gehouden met het op dit moment lopend onbetaald verlof of verlof deeltijdse prestaties. Het personeelslid dat voor 1 februari 2017 een verlof voor deeltijdse prestaties of een onbetaald verlof genoot, behoudt dit verlof aan dezelfde voorwaarden en gedurende de periode dat het verlof werd toegestaan. Art Als een vast aangesteld statutair personeelslid binnen de diensten van het bestuur een contractuele betrekking opneemt, een mandaat, een tijdelijke aanstelling of een andere functie waaraan een proeftijd verbonden is, dan wordt voor maximaal de duur van het mandaat, de aanstelling of de proeftijd, ambtshalve onbetaald verlof toegestaan. Het onbetaald verlof wordt niet gelijkgesteld met dienstactiviteit. Hoofdstuk Xbis. Loopbaanonderbreking Afdeling I. Algemeen stelsel loopbaanonderbreking en -vermindering Art. 286bis. 1. De personeelsleden hebben het recht hun loopbaan te onderbreken of hun prestaties te verminderen overeenkomstig de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen zoals gewijzigd door de wet van 1 augustus 1985 en K.B. nr. 442 van 1 augustus 1986 van toepassing samen met de bepalingen van het K.B. van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen. 2. De onderbreking of vermindering van de beroepsloopbaan is een recht voorzover de personeelsleden gedurende de drie maanden vóór het begin van de onderbreking schriftelijk het OCMW-bestuur voornemen op de hoogte brengen. Deze termijn kan op hun verzoek door de overheid worden ingekort. In de mededeling dienen de personeelsleden de begindatum alsook de duur van de loopbaanonderbreking of vermindering te vermelden. 3. In afwijking van 1 en 2 zijn de navolgende personeelsleden uitgesloten van dit recht: - de personeelsleden van niveau A, B en bevorderingsgraad in niveau C - de leidinggevende personeelsleden van de dienst openbare werken (ploegbazen) Het OCMW-bestuur kan in de gevallen waarin de goede werking van de dienst er niet door wordt verstoord, de voltijdse personeelsleden bedoeld in het vorig lid, die erom verzoeken, het recht op loopbaanvermindering toestaan, indien ze tijdens de loopbaanvermindering nog minstens de helft presteren van een voltijdse arbeidsduurregeling. Indien het OCMW-bestuur het nodig acht een personeelslid voltijds tewerkgesteld te houden vanwege zijn specifieke kennis, capaciteiten of vaardigheden of vanwege het belang van de opdracht waarmee het belast is, kan het OCMW-bestuur de vraag om loopbaanvermindering ofwel weigeren, ofwel slechts gedeeltelijk toekennen, ofwel laten ingaan op een latere datum dan die welke door het personeelslid gekozen werd, zonder

8 dat de periode tussen de door het personeelslid gekozen datum en de datum die het OCMW-bestuur goedkeurt, langer mag zijn dan zes maanden. 4. De duur van de loopbaanonderbreking of vermindering bedraagt minimum drie maanden en maximum één jaar. De personeelsleden moeten het bewijs leveren dat ze gerechtigd zijn op de onderbrekingsuitkering zoals bepaald bij KB van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van de onderbrekingsuitkeringen. 5. Het personeelslid kan, voor de aangevraagde termijn verstreken is, een einde stellen aan de loopbaanonderbreking. Het personeelslid kan de toegestane loopbaanonderbreking of -vermindering te allen tijde opzeggen, mits eerbiediging van een termijn van minstens drie maanden, tenzij het bestuur een kortere termijn aanvaardt. Het personeelslid meldt de voortijdige opzegging aan het OCMW. 6. Het personeelslid kan in het kader van deze afdeling, verlof bekomen om zijn loopbaan volledig te onderbreken met al dan niet opeenvolgende periodes van ten minste drie maanden en ten hoogste twaalf maanden. De periodes waarin het personeelslid zijn loopbaan volledig onderbreekt mogen in totaal niet meer bedragen dan 72 maanden tijdens de hele loopbaan. Voor de berekening van de duur van 72 maanden wordt geen rekening gehouden met de periodes van loopbaanonderbreking in de specifieke stelsels zoals voorzien in volgende afdelingen. Het voltijdse personeelslid dat de leeftijd van 50 jaar nog niet bereikt heeft, kan, in het kader van deze afdeling, verlof bekomen om zijn loopbaan te onderbreken ten belope van een 1/5, 1/4, 1/3 of 1/2 van de duur van zijn voltijdse prestaties met al dan niet opeenvolgende periodes van tenminste drie maanden. In afwijking kan het deeltijdse personeelslid dat minstens 3/4 van een voltijds arbeidsregeling werkt, verlof bekomen om zijn loopbaan te onderbreken om over te gaan naar een deeltijdse arbeidsregeling waarvan het aantal arbeidsuren gelijk is aan 1/2 van een voltijdse arbeidsregeling. De periodes waarin het personeelslid zijn loopbaan gedeeltelijk onderbreekt, mogen in totaal niet meer bedragen dan 72 maanden tijdens de hele loopbaan. Voor de berekening van deze periode van 72 maanden wordt geen rekening gehouden met de periodes van gedeeltelijke onderbreking in de specifieke stelsels zoals voorzien in de volgende afdelingen. 7. Het voltijdse personeelslid dat de leeftijd van 50 jaar bereikt heeft, kan, in het kader van deze afdeling, verlof bekomen om zijn loopbaan te onderbreken ten belope van een 1/5, 1/4, 1/3 of 1/2 van de duur van zijn voltijdse prestaties tot aan zijn pensioen. In afwijking kan het deeltijdse personeelslid dat de leeftijd van 50 jaar bereikt heeft, en minstens 3/4 van een voltijds arbeidsregeling werkt, onder dezelfde voorwaarden, overgaan naar een deeltijdse arbeidsregeling waarvan het aantal arbeidsuren gelijk is aan 1/2 van een voltijdse arbeidsregeling tot aan zijn pensioen. Afdeling V. Zorgkrediet. Art 301ter Het Vlaams zorgkrediet De personeelsleden hebben het recht op Vlaams zorgkrediet overeenkomstig artikel 99 van de Herstelwet houdende sociale bepalingen van 22 januari 1985 en het Besluit van de Vlaamse Regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet. Het Vlaams zorgkrediet is, in toepassing van art. 99 van de Herstelweg houdende sociale bepalingen van 22 januari 1985, niet van toepassing op de secretaris en de financieel beheerder. De bevoegde overheid kan evenwel in de gevallen waarin de goede werking van de dienst hiervoor niet wordt verstoord, de titularissen van de uitgesloten ambten die erom verzoeken, toestaan gebruik te maken van het Vlaams zorgkrediet. Personeelsleden die hun arbeidsprestaties willen onderbreken, dienen een aanvraag in. Het personeelslid vermeldt het motief en verschaft de vereiste bewijsstukken.

9 Een ontvankelijke aanvraag tot zorgkrediet wordt goedgekeurd, onder voorbehoud van goedkeuring van de aanvraag om een onderbrekingsuitkering voor zorgkrediet te verkrijgen door het departement Werk en Sociale Economie. Daartoe geeft elke ontvankelijke aanvraag aanleiding tot het indienen van een aanvraag bij het departement. Art 301quater Het Vlaams zorgkrediet en de federale thematische verloven van loopbaanonderbreking de gemeenschappelijke bepalingen De personeelsleden hebben een recht op onderbrekingen van de loopbaan overeenkomstig de modaliteiten vermeld in dit hoofdstuk. De perioden van afwezigheid worden met onbezoldigde dienstactiviteit gelijkgesteld. De personeelsleden hebben geen recht op salaris gedurende de periode van hun afwezigheid. De aanvragen worden gericht aan het hoofd van het personeel. Het hoofd van het personeel beslist over de aanvragen. Als het hoofd van het personeel zelf een beroep wil doen op deze verloven, wordt de aanvraag gericht aan het vast bureau. Het vast bureau beslist in dit geval. Behoudens de wettelijke of reglementaire uitzonderingen, moeten de in dit hoofdstuk opgesomde afwezigheden uiterlijk één maand voor de ingangsdatum ervan worden aangevraagd. Voor palliatieve zorgen en zorg voor een zwaar ziek gezins- of familielid tot de tweede graad, wordt de aanvraagtermijn vastgelegd op minstens 7 dagen voor de ingangsdatum. Elke aanvraag bevat de datum van aanvang van de geplande afwezigheid. Op verzoek van het personeelslid en mits akkoord van het hoofd van het personeel, kan de aanvraagtermijn worden ingekort. Op verzoek van het personeelslid kan, mits opzegging van één maand, vroegtijdig een einde worden gesteld aan de afwezigheid. Punt 7. Varia rondvraag De OCMW-raad neemt kennis van: - Data OCMW-raad 2018 Woensdag 17/01/2018 Woensdag 21/02/2018 Woensdag 21/03/2018 Woensdag 18/04/2018 Woensdag 16/05/2018 Woensdag 20/06/2018 (geen OCMW-raad in juli) Woensdag 22/08/2018 Woensdag 19/09/2018 Woensdag 17/10/2018 Woensdag 21/11/2018 Woensdag 19/12/ Kennisname beëindiging terbeschikkingstellingsovereenkomst PWA OCMW Merksplas in onderling akkoord (invoering wijkwerken per 01/01/2018) - Raadslid Hugo Cornelis bevraagt of het aantal rookdetectoren in de gerenoveerde achterbouw voldoende is (vraag gesteld tijdens rondgang raadsleden per 15/11/2017) er is een rondgang geweest met de brandweer, en er diende enkel een rookdetector geplaatst te worden in de bergruimte. Dit is ondertussen ook

10 gebeurd. Er is op 04/12/2017 een controlebezoek geweest van Fedasil in alle LOIwoningen van OCMW Merksplas. Er zijn hieromtrent geen opmerkingen geuit. Voor de LOI-woning Gildestraat 7 heeft het Vast Bureau ondertussen de beslissing genomen om extra rookdetectoren te plaatsen in de slaapkamers. De voorzitter deelt mede dat de volgende zitting zal plaatsvinden op woensdag 17 januari 2018 en beëindigt het openbare gedeelte van de vergadering om h. De secretaris De voorzitter L. Schuermans J. Van Aert