Notulen raad voor maatschappelijk welzijn 29 maart 2017

Transcriptie

1 Notulen raad voor maatschappelijk welzijn 29 maart 2017 Aanwezig Nele Geudens, voorzitter Cyriel Van Sweevelt, Mariette Boven, Paula Van Hal, Mark Struyf, Heidi Suls, Dorien Lievens, Filip Monsieurs, raadsleden Peter Verryt, ocmw secretaris Verontschuldigd Jo Laenen, raadslid De voorzitster opent de vergadering om uur. 1. Goedkeuring notulen van het openbaar gedeelte van vorige zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn Voorzitster Nele Geudens verwelkomt Filip Monsieurs als nieuw lid van de raad voor maatschappelijk welzijn. De raad voor maatschappelijk welzijn neemt er akte van dat voormalig OCMW-raadslid Iris Van Bael op 27 februari 2017 schriftelijk haar ontslag als lid van de raad voor maatschappelijk welzijn indiende bij de voorzitter van de gemeenteraad. De raad voor maatschappelijk welzijn neemt er tevens akte van dat eerste opvolger Filip Monsieurs op 27 maart 2017 als nieuw lid van de raad voor maatschappelijk welzijn de eed aflegde in handen van de voorzitter van de gemeenteraad en in aanwezigheid van de gemeentesecretaris. Het ontwerp van notulen van het openbaar gedeelte van de vorige zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 februari 2017 ligt ter goedkeuring voor. OCMW decreet van 19 december 2008 artikelen 181 en 182. Huishoudelijk reglement der bestuursorganen vastgesteld in raadszitting van 20 januari 2016 artikelen 33 en 34. Argumentatie Er worden geen opmerkingen op het ontwerp van notulen gemaakt. Bijgevoegde documenten (vastgesteld of gewijzigd door deze beslissing) Het ontwerp van notulen van het openbaar gedeelte van de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 februari Geen financiële weerslag. raad voor maatschappelijk welzijn 29 maart

2 Met algemeenheid van stemmen Enig artikel De voorliggende notulen van het openbaar gedeelte van de vorige zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 februari 2017 worden goedgekeurd. 2. Aanpassing rechtspositieregeling voor OCMW personeelsleden inzake onbetaald verlof als recht en als gunst en inzake Vlaams zorgkrediet De OCMW rechtspositieregeling zoals vastgesteld geworden in zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 juli 2011 en zoals aangepast geworden in zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 30 mei 2012 na opmerkingen vanuit het Agentschap voor Binnenlands Bestuur voorziet thans nog in mogelijkheid tot opname van gewone niet gemotiveerde vormen van loopbaanonderbreking. De gewone niet gemotiveerde loopbaanonderbreking met uitkering is door Vlaanderen afgeschaft geworden. Ter gedeeltelijke compensatie hiervan heeft Vlaanderen het stelsel van het zorgkrediet alsook een regeling voor onbetaald verlof als recht en voor onbetaald verlof als gunst ingevoerd. De rechtspositieregeling voor OCMW personeelsleden dient dan ook afgestemd geworden op deze nieuwe stelsels van loopbaanvermindering. Het voorliggend voorstel tot aanpassing van de rechtspositieregeling werd : - besproken door het managementteam in zitting van 31 januari gunstig geadviseerd door het syndicaal onderhandelingscomité van gemeente en OCMW in zitting 24 februari 2017 Het OCMW decreet van 19 december 2008 meer bepaald de artikel 104. De rechtspositieregeling voor het OCMW personeel zoals vastgesteld geworden door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 27 juli 2011 en zoals tot op heden gewijzigd met een laatste wijziging in zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 30 november van de Vlaamse Regering van 26 juli 2016 betreffende het zorgkrediet. Het van de Vlaamse Regering van 2 december 2016 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wat betreft verloven en afwezigheden. Argumentatie De rechtspositieregeling voor het OCMW personeel is aan herziening toe wegens de gewijzigde reglementering inzake mogelijkheden tot loopbaanonderbreking, tot onbetaald verlof en inzake de introductie van het Vlaamse zorgkrediet. Geen financiële weerslag. raad voor maatschappelijk welzijn 29 maart

3 Stemming op naam: Met 6 stemmen voor (Nele Geudens, Cyriel Van Sweevelt, Mariette Boven, Paula Van Hal, Mark Struyf en Dorien Lievens), 2 onthoudingen (Heidi Suls en Filip Monsieurs) Artikel 1 Navolgende artikelen van de rechtspositieregeling voor het OCMW personeel op te heffen : in titel 8 Verloven en afwezigheden - hoofdstuk VII het verlof voor deeltijdse prestaties artikelen 252 en hoofdstuk IX het onbetaalde verlof artikelen 255, 256 en hoofdstuk X loopbaanonderbreking afdeling 1 algemene bepalingen artikelen 258 tot en met 264 alsook afdeling 2 volledige onderbreking en vermindering van prestaties artikelen 265 en 266 Artikel 2 Navolgende artikelen aan de rechtspositieregeling voor het OCMW personeel toe te voegen : in titel 8 Verloven en afwezigheden Hoofdstuk VII Het Vlaamse zorgkrediet Artikel De personeelsleden hebben het recht op onderbrekingen van de loopbaan overeenkomstig de modaliteiten vermeld in dit hoofdstuk. 2 De periodes van afwezigheid worden met onbezoldigde dienstactiviteit gelijkgesteld.de personeelsleden hebben geen recht op salaris gedurende de periode van hun afwezigheid. 3 De aanvragen worden gericht aan de secretaris.de secretaris beslist over de aanvragen. Als de secretaris zelf een beroep wil doen op deze verloven wordt de aanvraag gericht aan het college van burgemeester en schepenen/ vast bureau.het college/vast bureau beslist in dit geval. 4 Behoudens de wettelijke of reglementaire uitzonderingen, moeten de in dit hoofdstuk opgesomde afwezigheden uiterlijk één maand voor de ingangsdatum ervan worden aangevraagd. Voor palliatieve zorgen en zorg voor een zwaar ziek gezins - of familielid tot de tweede graad wordt de aanvraagtermijn vastgesteld op minstens 7 dagen voor de ingangsdatum. Elke aanvraag bevat de datum van aanvang van de geplande afwezigheid. Op verzoek van het personeelslid en mits akkoord van de secretaris kan de aanvraagtermijn ingekort worden. 5 Op verzoek van het personeelslid kan, mits opzegging van één maand, vroegtijdig een einde gesteld worden aan de afwezigheid. 6 De personeelsleden hebben recht op Vlaams zorgkrediet overeenkomstig artikel 99 van de Herstelwet houdende sociale bepalingen van 22 januari 1985 en het van de Vlaamse Regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet. Het Vlaams zorgkrediet is, in toepassing van artikel 99 van de Herstelwet houdende sociale bepalingen van 22 januari 1985, niet van toepassing op de secretaris en de financieel beheerder. Het college van burgemeester en schepenen/het vast bureau kan evenwel in de gevallen waarin de goede werking van de dienst hierdoor niet wordt verstoord, de titularissen van de uitgesloten ambten zijnde secretaris en financieel beheerder die erom verzoeken, toestaan gebruik te maken van het Vlaams zorgkrediet. Het Vlaams zorgkrediet, specifiek voor het volgen van een opleiding is slechts als gunst van toepassing op alle leidinggevende functies van de niveau's A, B en in graad C4-C5.De secretaris kent dit desgevallend slechts toe als dit de goede werking van de dienst niet in het gedrang brengt. Personeelsleden die hun arbeidsprestaties willen onderbreken, dienen een aanvraag in.het personeelslid vermeldt het motief en verschaft de vereiste bewijsstukken. Een ontvankelijke aanvraag tot zorgkrediet wordt goedgekeurd, onder voorbehoud van goedkeuring van de aanvraag om een onderbrekingsuitkering voor zorgkrediet te verkrijgen raad voor maatschappelijk welzijn 29 maart

4 door het departement Werk en Sociale Economie.Daartoe geeft elke ontvankelijke aanvraag aanleiding tot het indienen van een aanvraag bij het departement. Hoofdstuk IX A Onbetaald verlof als recht Artikel Het personeelslid heeft het recht om tijdens de loopbaan 24 maanden voltijds de loopbaan te onderbreken in periodes van minimaal een maand.zodra het personeelslid 55 jaar is, verwerft het een bijkomend recht om 24 maanden voltijds de loopbaan te onderbreken, te nemen in periodes van minimaal een maand. Het personeelslid heeft het recht om tijdens de loopbaan gedurende 60 maanden de prestaties te verminderen tot 80%, 75%, 60% of tot 50% van een voltijdse betrekking.dat deeltijdse onbetaalde verlof kan alleen genomen worden in periodes van minimaal drie maanden.zodra het personeelslid 55 jaar is, heeft het personeelslid het recht om de prestaties te verminderen tot 80%, 75%, 60% of tot 50% van de voltijdse betrekking. 2 Als een vast aangesteld statutair personeelslid binnen de diensten van het bestuur een contractuele betrekking, een mandaat, een tijdelijke aanstelling of een andere functie waaraan een proeftijd verbonden is, opneemt, wordt ambtshalve onbetaald verlof toegestaan voor maximaal de duur van het mandaat, de tijdelijke aanstelling of de proeftijd. 3 De secretaris kent het onbetaald verlof toe. 4 Het verlof is gelijkgesteld met dienstactiviteit. Het verlof wegens arbeidsongeschiktheid, met uitzondering van de arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte, maakt geen einde aan het toegekende onbetaald verlof. Als een feestdag op een dag onbetaald verlof valt, wordt die feestdag niet vervangen. Het onbetaald verlof als recht is niet van toepassing op de secretaris, op de financieel beheerder en op alle leidinggevende functies van de niveau's A, B en in graad C4-C5. Het statutair personeelslid op proef komt niet in aanmerking voor dit onbetaald verlof. 5 Het personeelslid dat gebruik wil maken van het recht op onbetaald verlof vraagt dit minstens 3 maanden op voorhand aan.de secretaris kan een kortere termijn toestaan. Rekening houdende met de goede werking van de dienst kan de ingangsdatum van het verlof met maximaal één maand uitgesteld worden. 6 Het personeelslid kan een toegestaan onbetaald verlof voortijdig beëindigen mits inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden.de secretaris kan indien dit geen problemen oplevert een kortere opzegtermijn toestaan.de opzegtermijn kan ten vroegste ingaan de dag na opzegging van het verlof. 7 Om de verlofcontingenten vermeld in dit artikel te bepalen, wordt gerekend vanaf 1 februari Bij het bepalen van dit contingent wordt geen rekening gehouden met het reeds voor 1 februari 2017 in voege getreden onbetaald verlof of verlof voor deeltijdse prestaties. Het personeelslid dat voor 1 februari 2017 een verlof voor deeltijdse prestaties of een onbetaald verlof genoot, behoudt dit verlof aan dezelfde voorwaarden en gedurende de periode dat het verlof wordt toegestaan. Hoofdstuk IX B Onbetaald verlof als gunstmaatregel Artikel De secretaris, of bij delegatie de leidinggevende, kan aan het personeelslid onbetaald verlof toestaan om de prestaties volledig of gedeeltelijk te onderbreken als de goede werking van de dienst dat toelaat. Het verlof vermeld in het eerste lid, kan worden toegestaan voor : 1 twintig dagen per kalenderjaar, te nemen in volledige of halve dagen en al dan niet in aansluitende perioden 2 twee jaar gedurende de loopbaan, te nemen in al dan niet aaneensluitende perioden van minimaal één maand 2 Het onbetaald verlof als gunstmatregel is niet gelijkgesteld met dienstactiviteit, tenzij het minder dan een maand bedraagt of deeltijds verlof betreft.enkel voor de leidinggevenden uitgesloten van het onbetaald verlof als recht wordt het toegekende onbetaald verlof als gunstmaatregel gelijkgesteld met dienstactiviteit. raad voor maatschappelijk welzijn 29 maart

5 3 Verlof wegens arbeidsongeschiktheid, met uitzondering van de arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte, maakt geen einde aan het toegekende onbetaald gunstverlof. Als een feestdag op een dag onbetaald gunstverlof valt, wordt die feestdag niet vervangen. 4 Het personeelslid dat gebruik wenst te maken van het verlof zoals bepaald in 1 tweede lid,1, vraagt dit minstens één week op voorhand aan.de secretaris, of bij delegatie de leidinggevende, kan een kortere termijn toestaan. Het personeelslid dat gebruik wil maken van het verlof zoals bepaald in 1, tweede lid, 2 vraagt dit minstens 3 maanden op voorhand aan.de secretaris of bij delegatie de leidinggevende kan een kortere termijn toestaan. 5 Het personeelslid kan een toegestaan onbetaald verlof als gunst voortijdig beëindigen mits inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden. De secretaris of bij delegatie de leidinggevende kan indien dit geen problemen voor de goede werking van de dienst oplevert een kortere opzegtermijn toestaan.de opzegtermijn kan ten vroegste ingaan de dag na opzegging van het verlof. 6 Om de verlofcontingenten vermeld in dit artikel te bepalen, wordt gerekend vanaf 1 februari Bij het bepalen van dit contingent wordt geen rekening gehouden met het reeds voor 1 februari 2017 in voege getreden onbetaald verlof of verlof voor deeltijdse prestaties. Het personeelslid dat voor 1 februari 2017 een verlof voor deeltijdse prestaties of een onbetaald verlof genoot, behoudt dit verlof aan dezelfde voorwaarden en gedurende de periode dat het verlof wordt toegestaan. Hoofdstuk X Loopbaanonderbreking Artikel 266 Met toepassing van artikel 99 tot en met artikel 107 bis van de Herstelwet houdende sociale bepalingen van 22 januari 1985 zijn de federale thematische verloven van loopbaanonderbreking van toepassing op het personeel. Het gaat meer bepaald om : 1 ouderschapsverlof, waarvan de uitkeringen geregeld zijn in het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan, BS 7 november medische bijstand, waarvan de uitkeringen geregeld zijn in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins - of familielid, BS 8 september palliatief verlof, waarvan de uitkeringen geregeld zijn in het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen, BS 12 januari Aanpassing personeelsformatie De huidige OCMW personeelsformatie werd vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 26 oktober De personeelsformatie en het organogram van OCMW en gemeente worden al enige tijd in een globaal schematisch document weergegeven in het kader van voorbereiding van de verdere integratie van beiden besturen. Door personele wijzigingen en gewijzigde noden binnen het woonzorgcentrum en binnen het secretariaat onder meer in het kader van de verdere integratie van gemeente en OCMW en rekening houdende met het advies van consultant BDO wordt voorgesteld aan aantal aanpassingen aan de OCMW personeelsformatie te doen, ten dele te bekijken met voorgestelde aanpassingen aan de gemeentelijke personeelsformatie. Er wordt voorgesteld over te gaan tot het uitdovend stellen van navolgende functies : - 1 VTE zorgcoördinator, niveau BV5, voltijds in statutair verband - 1 VTE stafmedewerker, niveau B1-B3, voltijds in contractueel verband - 1 VTE diensthoofd facilitaire diensten, niveau C1 - C3, voltijds in statutair verband Er wordt voorgesteld over te gaan tot invoeging van navolgende nieuwe functies : - 1 VTE kwaliteitscoördinator woonzorgcentrum, niveau B1-B3, voltijds in contractueel verband raad voor maatschappelijk welzijn 29 maart

6 - 1 VTE diensthoofd facilitaire diensten, niveau C4-C5, voltijds in statutair verband Deze voorgestelde formatieaanpassing werd : - besproken door het managementteam in zitting van 14 februari gunstig geadviseerd door het syndicaal onderhandelingscomité van gemeente en OCMW in zitting 24 februari gunstig geadviseerd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 20 maart 2017 Het OCMW decreet van 19 december 2008 meer bepaald artikel 102. Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 oktober 2016 houdende de vaststelling van de huidige OCMW personeelsformatie. Argumentatie De zorgcoördinator is momenteel op proef aangesteld als directeur woonzorgcentrum.bij definitieve aanstelling als directeur wordt er binnen het woonzorgcentrum voor geopteerd om de huidige functie van zorgcoördinator die een aantal administratieve en ondersteunende taken alsook het leidinggeven aan het EKA team bundelde als dusdanig niet meer te weerhouden maar om een functie van kwaliteitscoördinator op een iets lager B niveau in te schrijven met meer nadruk op structurele inbedding integrale kwaliteitszorg binnen het woonzorgcentrum en met rechtstreekse aansturing van het EKA team door de directeur van het woonzorgcentrum. De huidige stafmedewerker vervult uiteenlopende taken voor verschillende teams hoofdzakelijk voor secretariaat en voor het woonzorgcentrum.bdo adviseerde in de organisatiedoorlichting deze functie te laten uitdoven en een volwaardige invulling van een voltijdse medewerker op B niveau voor het gemeenschappelijk secretariaat van gemeente en OCMW te voorzien.de invulling van een functie van deskundige secretariaat zal in de gemeentelijke personeelsformatie voorzien worden en de stafmedewerker in OCMW dienst kan dan met akkoord van betrokkene daarna herplaats worden in de functie van kwaliteitscoördinator woonzorgcentrum. Het diensthoofd facilitaire diensten zal in de toekomst naast de werking van de woonassistenten, ook de werking van de wasserij en de aansturing van de voedingsverantwoordelijken, dus organisatie van het cateringgebeuren in het woonzorgcentrum, coördineren en alzo leiding geven aan een 26 tal medewerkers uit 3 verschillende teams waardoor het aangewezen is de functie iets hoger in te schalen op C4-C5 niveau in plaats van op het huidige C1-C3 niveau. Bijgevoegde documenten (vastgesteld of gewijzigd door deze beslissing) Personeelsformatie en organogram gemeente en OCMW Meerhout versie maart 2017 Functieprofiel kwaliteitscoördinator, niveau B1 - B3 Functieprofiel diensthoofd facilitaire diensten, niveau C4-C5 Deze OCMW formatie aanpassing leidt tot een beperkte besparing. Stemming op naam: Met 6 stemmen voor (Nele Geudens, Cyriel Van Sweevelt, Mariette Boven, Paula Van Hal, Mark Struyf en Dorien Lievens), 2 onthoudingen (Heidi Suls en Filip Monsieurs) Artikel 1 De OCMW personeelsformatie en het organogram vast te stellen zoals voorzien in het document Personeelsformatie gemeente en OCMW Meerhout versie maart 2017 met navolgende aanpassingen erin verwerkt : - uitdoving functie 1 VTE zorgcoördinator niveau BV5, voltijds, in statutair verband - uitdoving functie 1 VTE stafmedewerker niveau B1-B3, voltijds, in contractueel verband raad voor maatschappelijk welzijn 29 maart

7 - uitdoving functie 1 VTE diensthoofd facilitaire diensten niveau C1-C3, voltijds, in statutair verband - invoeging functie kwaliteitscoördinator woonzorgcentrum, niveau B1- B3, voltijds, in contractueel verband - invoeging functie diensthoofd facilitaire diensten, niveau C4 - C5, voltijds, in statutair verband Artikel 2 Het functieprofiel van de functie kwaliteitscoördinator woonzorgcentrum, niveau B1-B3, zoals voorliggend vast te stellen. Artikel 3 Het functieprofiel van de functie diensthoofd facilitaire diensten, niveau C4-C5, zoals voorliggend vast te stellen. 4. Actualisatie globaal preventieplan OCMW en gemeente ter bevordering van het welzijn van de werknemers Het OCMW dient een planmatig en structureel welzijnsbeleid ten behoeve van de werknemers uit te werken alsook een dynamisch risicobeheersingssysteem. Het in zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 29 januari 2014 vastgestelde globaal preventieplan van OCMW en gemeente is halverwege de looptijd aan actualisering toe, door gewijzigde omstandigheden, door ten dele opgelopen achterstand in uitvoering van acties en met het oog op aangepaste prioritisering. Het voorliggend geactualiseerd globaal preventieplan werd uitgewerkt door de preventieadviseur van de GiD PBW in samenspraak met het managementteam en werd gunstig geadviseerd door het comité PBW in zitting van 17 februari Het werd besproken in managementteam in zitting van 28 februari Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Het Koninklijk van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en houdende de introductie van het dynamisch risicobeheersingssysteem Codex over welzijn op het werk Globaal preventieplan zoals vastgesteld geworden in zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 29 januari Argumentatie Een actualisering van het globaal preventieplan is aangewezen door gewijzigde omstandigheden, ten dele opgelopen achterstand in uitvoering van acties en met het oog op aangepaste prioritisering. Bijgevoegde documenten (vastgesteld of gewijzigd door deze beslissing) Geactualiseerd globaal preventieplan gemeente en OCMW Meerhout Geen financiële weerslag. Met algemeenheid van stemmen Enig artikel Het globaal preventieplan gemeente en OCMW Meerhout ter bevordering van het welzijn van de werknemers zoals voorliggend en bijgevoegd te actualiseren en vast te stellen. raad voor maatschappelijk welzijn 29 maart

8 5. Vaststelling jaaractieplan 2017 ter bevordering van welzijn van werknemers bij uitvoering van het werk Het OCMW dient een planmatig een structureel welzijnsbeleid ten behoeve van de werknemers uit te werken alsook een dynamisch risicobeheersingssyteem. Het vastgestelde globaal preventieplan wordt jaarlijks geconcretiseerd in een jaaractieplan. Het voorliggend jaaractieplan 2017 werd uitgewerkt door de preventieadviseur van de GiDPBW in samenspraak met het managementteam en werd gunstig geadviseerd door het comité PBW in zitting van van 17 februari Het werd besproken in het managementteam in zitting van 28 februari Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk - Het Koninklijk van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en houdende de introductie van het dynamisch risicobeheersingssysteem - Codex over welzijn op het werk - Globaal preventieplan zoals vastgesteld geworden in zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 29 januari 2014 en zoals geactualiseerd in zitting van de raad voor maatschappelijk van 29 maart Argumentatie Het voorliggend jaaractieplan 2017 bevat relevante acties ter bevordering van het welzijn van de werknemers en wordt gedragen door de verschillende dienstverantwoordelijken die voor de acties verantwoordelijk zijn. Bijgevoegde documenten (vastgesteld of gewijzigd door deze beslissing) Jaaractieplan 2017 OCMW en gemeente ter bevordering van het welzijn van de werknemers Er is voldoende budget beschikbaar ter uitvoering van de voorzien acties. Met algemeenheid van stemmen Enig artikel Het jaaractieplan 2017 ter bevordering van het welzijn van de werknemers zoals voorliggend en bijgevoegd vast te stellen. 6. Aanvaarding schenking Middenstand Meerhout deed op 9 februari 2017 een schenking aan het OCMW door storting van 6300 euro op de OCMW bankrekening. raad voor maatschappelijk welzijn 29 maart

9 Bedoeling is dat met deze schenking de socio - culturele participatie van kansarmere klanten van de sociale dienst ondersteund wordt, ondermeer via de organisatie van een jaarlijkse groepsuitstap. OCMW decreet van 19 december 2008, meer bepaald artikel 52. Deze schenking van 6300 euro geeft extra budgettaire ruimte voor de bevordering van de socio - culturele participatie van kansarmeren. Met algemeenheid van stemmen Artikel 1 De schenking van Middenstand Meerhout van 9 februari 2017 ten bedrage van 6300 euro te aanvaarden en deze gelden te bestemmen ter bevordering van de socio - culturele participatie van kansarmeren ondermeer via de organisatie van een groepsuitstap. Artikel 2 Middenstand Meerhout te danken voor dit warme gebaar. 7. Operationele kwartaalrapportering sociale dienst, thuisdiensten en woonzorgcentrum 4 kwartaal 2016 Mededeling De operationele kwartaalcijfers van het vierde kwartaal 2016 betreffende de werking van de sociale dienst, de thuisdiensten en het woonzorgcentrum worden door de secretaris toegelicht. 8. Betaalbaarstelling voorliggende betaallijsten De door team financiën aangemaakte betaallijsten liggen ter betaalbaarstelling voor. OCMW decreet van 19 december Bijgevoegde documenten (vastgesteld of gewijzigd door deze beslissing) de betaallijsten nummers 46, 47, 48, 49, 50 en 51 dienstjaar 2017 Er is voldoende budget beschikbaar. Enig artikel De voorliggende betaallijsten nummers 46, 47, 48, 49, 50, en 51 dienstjaar 2017 worden betaalbaar gesteld. 9. De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn krijgen de mogelijkheid tot het stellen van mondelinge vragen en tot het doen van mededelingen. raad voor maatschappelijk welzijn 29 maart

10 Mondelinge vragen Voorzitster Nele Geudens meldt dat het OCMW op 22 april 2017 een veilingdag organiseert van de inboedel van het oud-woonzorgcentrum voorbehouden voor Meerhoutse verenigingen. Raadslid Dorien Lievens brengt verslag uit van de raad van bestuur van vzw 't Volderke. Raadslid Heidi Suls vraagt of er al een beslissing is over de herbestemming of afbraak van het oud-woonzorgcentrum en of er een vraag is vanwege vzw Tarmac om het gebouw tijdelijk te gebruiken voor een kunstenfestival. De voorzitster antwoordt dat het OCMW nog geen verzoek heeft ontvangen vanwege vzw Tarmac. Als deze vraag wordt gesteld dan wordt ze voorgelegd aan de OCMW-raad. Ook een beslissing over de eventuele herbestemming of afbraak van het oudwoonzorgcentrum zal aan de OCMW-raad als bevoegd orgaan worden voorgelegd. Raadslid Cyriel Van Sweevelt brengt verslag uit van het project Rolmobiel, de raad van bestuur van Ten Diensten en het dagelijks bestuur van de Werkwinkel en het Werkforum. Om uur sluit de voorzitster de vergadering. Namens de raad voor maatschappelijk welzijn Peter Verryt secretaris Nele Geudens voorzitster raad voor maatschappelijk welzijn 29 maart